Jaarrekening 2014 Wederzijds aanspreekbaar, op basis van vertrouwen
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................................................................................... 2 1.
Inleiding ........................................................................................................................................................ 4
2.
Voortgang programma's ............................................................................................................................... 9
3.
4.
5.
2.1.
Economie ....................................................................................................................................... 10
2.2.
Werk, inkomen en integratie .......................................................................................................... 15
2.3.
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling ................................................................................................ 24
2.4.
Bereikbaarheid en mobiliteit .......................................................................................................... 31
2.5.
Milieu.............................................................................................................................................. 35
2.6.
Grondzaken en gebiedsontwikkeling ............................................................................................. 39
2.7.
Jeugd en onderwijs ........................................................................................................................ 45
2.8.
Maatschappelijke ondersteuning en welzijn .................................................................................. 54
2.9.
Sport en recreatie .......................................................................................................................... 61
2.10.
Cultuur ........................................................................................................................................... 68
2.11.
Wijkgericht werken en beheer ....................................................................................................... 74
2.12.
Publieke dienstverlening ................................................................................................................ 85
2.13.
Openbare orde en veiligheid.......................................................................................................... 91
2.14.
Bestuur en organisatie ................................................................................................................... 99
2.15.
Financiën ..................................................................................................................................... 105
Paragrafen ................................................................................................................................................ 112 3.1.
Bedrijfsvoering ............................................................................................................................. 113
3.2.
Lokale heffingen .......................................................................................................................... 124
3.3.
Treasury ....................................................................................................................................... 127
3.4.
Weerstandsvermogen & risico's .................................................................................................. 131
3.5.
Onderhoud kapitaalgoederen ...................................................................................................... 139
3.6.
Verbonden partijen ...................................................................................................................... 145
3.7.
Grondbeleid ................................................................................................................................. 185
Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de toelichting ......................................................... 187 4.1.
Resultaatmodel ............................................................................................................................ 188
4.2.
Analyse resultaat op hoofdlijnen .................................................................................................. 190
4.3.
Financiële positie ......................................................................................................................... 192
4.4.
Investeringen ............................................................................................................................... 199
Balans en toelichting ................................................................................................................................ 202 5.1.
Balans .......................................................................................................................................... 203
5.2.
Grondslagen balans ..................................................................................................................... 204
5.3.
Toelichting op de balans .............................................................................................................. 208
2
6.
Bijlagen ..................................................................................................................................................... 225 6.1.
Subsidies ..................................................................................................................................... 226
6.2.
Begrotingsrechtmatigheid ............................................................................................................ 229
6.3.
Resultaatmodel per product......................................................................................................... 233
6.4.
Voortgangsrapportage bezuinigingen .......................................................................................... 239
6.5.
Voortgang opvolging auditaanbevelingen ................................................................................... 247
6.6.
Kerngegevens .............................................................................................................................. 258
3
1. Inleiding Bestuurlijke hoofdlijnen Het afgelopen jaar bereidde de gemeente zich voor op de drie decentralisaties in het maatschappelijk domein; jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. De invoering van nieuwe taken ging gepaard met kortingen op het budget. Landelijk kwam een discussie los over de afhankelijkheid van gemeenten van bekostiging door het rijk. Die afhankelijkheid neemt toe, terwijl het tegelijkertijd lange tijd onzeker bleef op welke budgetten gemeenten kunnen rekenen, door de voortdurende onzekerheid over verdeelmodellen. In 2014 werd ook de beweging om burgers en partijen steeds beter in staat te stellen om zaken zelf aan te pakken in plaats van dat de gemeente dat voor ze doet, verder doorgezet; ‘van zorgen voor naar zorgen dat’. 2014 was daarnaast voor gemeenten ook het jaar van raadsverkiezingen en een bestuurswisseling. Financiële opgave ligt op koers Zaanstad moest tot en met dit jaar € 60 miljoen aan bezuinigingen doorvoeren. De financiële opgave van Zaanstad voor 2014 is met inzet van raad, college, ambtelijke organisatie en partners gerealiseerd. Het realiseren van die bezuinigsopgave ligt goed op schema: 95% is gerealiseerd. Zo’n forse bezuinigingsopgave kan niet onopgemerkt voorbijgaan. Bezuinigen hebben impact op wat de gemeente kan doen in de stad. Ondanks de bezuinigingen zijn in 2014nieuwe initiatieven ontstaan, is er veel bereikt en zijn er goede prestaties. In deze jaarrekening zijn daarvan veel voorbeelden te zien. Zaanstad heeft maatregelen getroffen om de financiële houdbaarheid van de gemeentelijke begroting te vergroten; onder andere door financiële risico’s weg te nemen. De afhandeling van de bouw van het Stadhuis, de uittreding van de gemeente uit de GEM Saendelft, het sluiten van het onderhandelaarsakkoord Nauerna en een anterieure overeenkomst voor Kreekrijk hebben hier aan bijgedragen. Verder zijn er voorzieningen voor Hoogtij/ de RON getroffen. Zaanstad heeft voldoende buffer voor de uitvoering van haar nieuwe taken gereserveerd, door het invoeren van een Algemene reserve Sociaal. De bandbreedte van het weerstandsvermogen is tussen 1,4 en 1,8 gehandhaafd. De ontwikkeling ‘van zorgen voor naar zorgen dat’ krijgt vorm De bezuinigingsmaatregelen zijn mede gerealiseerd door de hervormingsagenda, die in 2012 startte en eind 2014 is afgesloten. De resultaten van de hervormingsagenda zijn onder andere zichtbaar op de gebieden Sport, Cultuur en Wijkgericht werken. • Sport: In samenwerking met partners heeft de gemeente in 2014 invulling gegeven aan de realisatie van sportaccommodaties en efficiëntere organisatie van de sport. Onder andere met de oprichting van het Sportbedrijf. • Cultuur: De overgang naar een nieuwe agenda voor cultuur is gemaakt. Zo startte FluXus als nieuwe netwerkorganisatie. Met De Bieb zijn afspraken gemaakt over een versoberd aanbod, waarin leesbevordering voor jeugd prioriteit krijgt. Er kwamen nieuwe spelregels voor amateurkunst, waarmee meer organisaties en activiteiten worden ondersteund met hetzelfde budget. • Wijkgericht werken: Het structurele functioneringsbudget van de wijkorganisaties is gestopt. De (capaciteits)inzet van wijkmanagers is gekoppeld aan de plaatsen in wijken waar dit het meest nodig is. Op veel plekken in de stad zetten bewoners zich actief in om de leefbaarheid en zelfredzaamheid te versterken. Een voorbeeld is de omgeving Westzanerdijk, waar bewoners een buurtvisie hebben opgesteld en zelf een actieve rol pakken bij de uitvoering daarvan. Daarnaast zet Russische Buurtteam zich in voor de adoptie van groenplekken en de aanpak van vervuiling en overlast.
4
In het afgelopen jaar werkte de gemeente aan nieuwe manieren om ruimte te creëren voor initiatiefnemers in Zaanstad. De gemeente wil hen in staat te stellen om zaken zelf aan te pakken in plaats van dat de gemeente dat doet. Enkele zichtbare voorbeelden van die ontwikkeling ‘van zorgen voor naar zorgen dat’ : • In het maatschappelijk domein zijn werkwijzen vernieuwd om te zorgen dat meer inwoners naar vermogen kunnen meedoen in de samenleving. Dit was onderdeel van de voorbereiding op de decentralisaties. Die verandering zal ook in 2015 en verder nog volop in ontwikkeling zijn. Met het oprichten van elf sociale wijkteams (SWT’s) en vijf jeugdteams (JT’s) is in alle wijken hiervoor de structuur neergezet. De SWT’s en JT’s bieden inwoners ondersteuning dichtbij en op maat, bevorderen dat zij hun eigen kracht inzetten en stimuleren maatschappelijke initiatieven in de wijk. • Er is extra budget vrijgemaakt om de verzelfstandiging van buurtcentra en de huisvesting van de sociale wijkteams en jeugdteams te ondersteunen. In vrijwel alle wijken zijn groepen actief betrokken bij de verzelfstandiging van buurthuizen Vooralsnog bleek drie van de vier ton uit de Wmo-reserve die hiervoor beschikbaar is niet aangewend te hoeven worden. • In de openbare ruimte komt bewonersparticipatie tot uitdrukking in de aanpak van zwerfafval en in initiatieven voor groenadoptie. Het honderdste contract met een bewonersgroep werd gesloten. Het jaar stond verder in het teken van voorbereiding op omvormingen in de openbare ruimte. • In het veiligheidsdomein betrekken professionals bewoners en ondernemers bij handhavingsvraagstukken. Burgerparticipatie komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in het horecaconvenant en het Keurmerk Veilig Ondernemen. • Op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling zijn de pilots Ruimte geven en het Burenakkoord gestart. Daarin wordt gezocht naar een nieuwe balans tussen ruimte maken voor ontwikkeling en de bescherming van belanghebbenden. • De nieuwe visie op dienstverlening en de vernieuwde gemeentelijke website gaan uit van zelfredzaamheid en stellen de klantvraag centraal. Meer producten zijn digitaal beschikbaar. Daarnaast zijn procedures verkort en de regeldruk verminderd. Bijvoorbeeld door van vergunningen naar algemene regels te gaan. Hierdoor wordt het makkelijker voor inwoners en organisaties om initiatieven in Zaanstad uit te voeren. De organisatie wordt wendbaar Het Zaanse bestuur en de organisatie hebben flinke stappen gezet om de inzet van de gemeente meer in interactie en in verbinding met inwoners en partners te bepalen. Gelijktijdig met krimp van de organisatie door meerjarige bezuinigingen, zijn reorganisaties ingezet. Drie daarvan zijn afgerond, de vierde staat in de startblokken. Het doel van de reorganisaties is om een wendbare organisatie te vormen, die flexibel kan inspelen op vragen en opgaven in de samenleving. Dat Zaanstad hier goed in slaagt blijkt uit de nominatie van Zaanstad als finalist in de verkiezing Overheidsorganisatie van het jaar 2014. Een uitdaging is om er als bestuur en organisatie gezamenlijk voor te zorgen dat de lange termijnontwikkeling niet onder druk komt te staan, nu de druk op het hier en nu door de krimp relatief hoger wordt. Zaanstad staat in de startblokken voor nieuwe taken Zaanstad is er in geslaagd om in korte tijd klaar te zijn voor de implementatie van de decentralisaties. De jeugdteams en sociale wijkteams zijn op tijd aanbesteed, de frontlijn is ingericht en ondersteunende systemen en processen zijn op orde. Landelijk kreeg Zaanstad veel aandacht als één van de gemeenten die voorop lopen in de voorbereidingen. Dat de organisatie op tijd in de startblokken staat betekent echter niet dat we er al zijn. De veranderingen in het maatschappelijk domein hebben impact op iedereen die betrokken is. In 2014 was dit bijvoorbeeld voelbaar bij het faillissement van Welsaen. De vrijwillige inzet stijgt, zoals blijkt uit initiatieven via BUUV en Zaankantersvoorelkaar. Tegelijk neemt de ervaren druk onder mantelzorgers toe van 35% naar 43%. Voor inwoners veranderde met wie en hoe zij samen werken aan hun ondersteuningsbehoefte. Voor de zorgprofessionals verandert er veel in de inhoud en organisatie van hun werk. Dit is voor iedereen wennen.
5
Als gemeente besteden we daarom veel aandacht aan het delen van ervaringen die betrokkenen opdoen. Samen wordt bekeken waar verbeteringen mogelijk zijn en waar de gemeente in kan ondersteunen. De gemeente verzorgt bijvoorbeeld een opleidingsaanbod. Lokale en landelijke media, maar ook collega gemeenten zien Zaanstad als voorbeeld van een gemeente waarin de betrokken partijen samen al doende leren. De verwachting is dat dit ook de komende jaren onze manier van werken zal zijn, omdat er tijd nodig is voor iedereen om goed in zijn rol te komen. Zaanstad zal zich de komende jaren inzetten voor een goede implementatie van de decentralisaties en ruimte creëren voor actief burgerschap. Economie herstelt zich 2014 was mogelijk het laatste crisisjaar. Een voorzichtig herstel van de economie is zichtbaar. Uit de Economische Verkenningen van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) blijkt dat de Zaanse economie in vergelijking met andere regio's in de MRA redelijk goed presteert. Voor 2015 is de verwachting dat de Zaanse economie verder gaat groeien. Het herstel is in Zaanstad zichtbaar in stijging van de woningprijzen en het aantal woningverkopen. Op de markt neemt de belangstelling én het aantal initiatieven voor woningbouw-ontwikkeling toe. Zo lijkt de formule van 'zelfbouw' op de Eilanden een succes. En de realisatie van de nieuwe woonwijk Saendelft is nagenoeg gereed. Na de beëindiging van de deelname van de gemeente in de GEM Saendelft, wordt de wijk nu verder gerealiseerd door de markt. In 2014 heeft een aantal bedrijven uitbreiding gerealiseerd en zijn er verschillende nieuwe bedrijven naar Zaanstad gekomen. Voorbeelden zijn: de komst van het AZ-trainingscomplex naar de Zaanstreek, de bouw van een nieuwe penitentiaire inrichting (PI) op Hoogtij en de vernieuwing van het Zaans Medisch Centrum (ZMC). Een aantal bedrijven heeft belangstelling getoond voor een kavel op Hoogtij. De verwachting is dat de trend zal doorzetten en steeds meer bedrijven geïnteresseerd zijn om zich in Zaanstad te vestigen of hier uit te breiden. Hier past nog wel wat terughoudendheid. Bedrijven zijn soms nog voorzichtig. Zo heeft IKEA de gemeente verzocht om de termijn van de goedkeuring in de gesloten anterieure overeenkomst te verlengen. De arbeidsmarkt loopt traditioneel achter bij het economisch herstel. Wanneer het herstel robuust wordt, zal zich dit ook vertalen in een groei van het aantal banen. Voor het komende jaar is de verwachting echter nog dat de werkloosheid zal toenemen. De dienstverlening van de gemeente om mensen naar werk te begeleiden wordt steeds effectiever en leverde opnieuw een kleine toename van het aantal plaatsingen op werk op. Het effectiever benutten van verplichtingen in het kader van Social Return on Investment (SROI) is een belangrijke impuls om uitstroommogelijkheden te creëren. Ondanks het lichte herstel van de economie en onze inspanningen mensen naar werk te begeleiden, nam het aantal mensen dat een beroep deed op een uitkering toe. Dat maakt dat per saldo het aantal mensen in de bijstand in het afgelopen jaar is gestegen. Zaanstad werkt aan het voorkómen dat mensen in de bijstand komen. Het Onderwijs-achterstandenbeleid is in 2014 succesvol. Het percentage voortijdig schoolverlaters is gedaald van 3,7 naar 2,7%. Vooruit kijken De gemeente wil kansen voor Zaanstad benutten en creëren door mee te liften op het economisch herstel in de Metropoolregio Amsterdam en waar mogelijk het herstel te stimuleren. Bij de begroting was de keuze om op basis van de positieve vooruitzichten financiële ruimte te maken en iets meer risico te nemen. In de begroting zijn daarvoor voldoende buffers opgenomen. Zaanstad investeert de komende jaren in de groei van het aantal woningen en het versterken van de arbeidsmarkt in Zaanstad. Daardoor moeten verdere bezuinigingen op het voorzieningenniveau worden voorkomen. Zaanstad neemt initiatief door zelf te investeren, regeldruk te verminderen en andere investeerders te betrekken. De stad komt steeds meer in beweging. Een voorbeeld hiervan is de interesse van ondernemers voor evenementen, zoals Stad aan de Zaan. De uitdaging voor bestuur en organisatie is om deze energie ruimte geven en daar op aan te sluiten. De Kadernota gaat verder in op initiatieven voor het komende jaar.
6
Financiën De jaarrekening toont een batig saldo van € 12,5 mln. Bij de laatste bijstelling van de begroting (via de Najaarsrapportage) sloot de begroting met een batig saldo van € 6,1 mln. De belangrijkste oorzaken van dat resultaat waren: Voordelen Aanpassing algemene uitkering Septembercirculaire 2014 Vrijval voorziening Onderhoud Vastgoed
Nadelen -4.526
Rentebijstelling
-2.360
Afboeking verschil tussen boekwaarde en verkoopwaarde Stadskantoor Lagere legesopbrengsten omgevingsvergunningen
Bijstelling inkomsten en uitgaven WWB
-712
Egaliseren vooruitontvangen rijksgelden participatiebudget
-610
Saldo overige voordelen (allen kleiner dan € 0.5 mln)
-4.316
1.180 789 750
Koopkrachttegemoetkoming voor minima
572
Afwikkeling Welsaen
532
Minder opbrengsten OZB Saldo overige nadelen
500 895 5.218
-12.525
Bedragen x € 1.000
Ten opzichte van de prospectie bij Najaarsrapportage heeft zich richting einde jaar een verdere verbetering voorgedaan van € 6,1 mln. Met name 3 ontwikkelingen die zich manifesteerde na vaststelling van de Narap waren daar debet aan: Analyse van het resultaat op hoofdlijnen Saldo Narap Voordelen Jaarrekening P6: Incidentele bate door complexgewijze omzetting erfpacht naar bloot eigendom (december 2014) Voordeel apparaatslasten a.g.v. vacatureruimte P15: Algemene Uitkering o.b.v. Decembercirculaire Overige mee- en tegenvallers, per saldo Saldo
-6,3 -1,3 -1,3 -2,1 -1,4 -6,1
Resultaat 2014
-12,4
Bedragen x € 1 mln.
Ten opzichte van voorgaande jaren kent de ontwikkeling van het resultaat het volgende verloop gedurende het jaar: Omvang en ontwikkeling resultaat afgelopen 5 jaren: Jaar Gewijzigde Rekening Begroting 2010 1,7 -2,1 2011 5,5 -4,5 2012 -2,5 -7,2 2013 3,3 0,7 2014 -6,3 -12,4
Verschil -3,8 -10,0 -4,7 -2,6 -6,1
Bedragen x € 1 mln.
7
-
Voor een integraal overzicht van het resultaat per programma verwijzen wij u naar Hoofdstuk 4.1 (Resultaatmodel), terwijl in hoofdstuk 4.2 een uitgebreidere analyse van het resultaat is opgenomen. Het BBV maakt een onderscheid tussen resultaatbepaling en resultaatbestemming. Alle baten en lasten dienen via de programmarekening te lopen. De gemeente mag geen baten of lasten rechtstreeks in het eigen vermogen muteren. De mutaties in het eigen vermogen vinden plaats door middel van de resultaatbestemming. Het resultaat vóór bestemming bedraagt € 6.309. Per saldo is via tussentijds besluitvorming (Burap en Narap) reeds € 18.783 extra onttrokken aan de reserves, zodat het uiteindelijke nog te bestemmen jaarresultaat € 12.474 bedraagt. Dit bedrag is afzonderlijk vermeld onder het eigen vermogen in de balans. De reserves van uw gemeente zijn in 2014 per saldo met € 18.783 afgenomen. Dit komt overeen met het resultaat voor bestemming (zie hierboven). De omvang van uw reserves bedraagt ultimo 2014 circa 14,8% van het balanstotaal (2013: 12,8%). Ultimo 2014 bedraagt het saldo van deze reserves € 109,6 miljoen (2013: € 97,7 miljoen). De direct beschikbare weerstandscapaciteit van bedraagt in 2014 € 20,4 mln. en ligt daarmee op het wenselijke niveau volgens de vastgestelde kaders uit de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement.
-
Voor een nadere duiding van de financiële positie verwijzen wij naar de paragrafen financiële positie, treasury en weerstandsvermogen van deze jaarstukken. Tot slot zijn wij verheugd met het oordeel van onze toezichthouder inzake het solide financieel beeld over 2014. Dit oordeel is voor het eerst gestegen van de aanduiding 'matig' naar de kwalificatie 'redelijk'.
8
2. Voortgang programma's
9
2.1.
Economie
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
D.D. Straat C. Tip
Doel Zaanstad heeft een florerende economie. Door te werken aan duurzame economische structuurversterking wordt een aantrekkelijk vestigingsklimaat gecreëerd. Dit leidt tot meer werkgelegenheid en een positieve migratiebalans: meer bedrijven komen naar Zaanstad toe dan dat er vertrekken. Terugblik De inzet van de gemeente is in het afgelopen jaar sterk gericht geweest op acquisitie van nieuwe, en het behouden van bestaande bedrijven. Bovendien is hard gewerkt aan het verbinden van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (zie ook programma Werk & Inkomen). Inmiddels is een langzaam herstel van de economie zichtbaar. Uit de Economische Verkenningen van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) blijkt dat de Zaanse economie in vergelijking met andere regio's in de MRA redelijk goed presteert. Voor 2015 is de verwachting dat de Zaanse economie verder gaat groeien. In 2014 heeft een aantal bedrijven uitbreiding gerealiseerd en zijn er verschillende nieuwe bedrijven naar Zaanstad gekomen. De verwachting is dat deze trend zich zal doorzetten. De arbeidsmarkt loopt traditioneel achter bij het economisch herstel. Bedrijven kunnen de toegenomen vraag nog met bestaand personeel vervullen en zijn vaak huiverig om nieuw personeel aan te trekken. Wanneer het herstel robuust wordt, zal zich dit ook vertalen in een groei van het aantal banen. De werkloosheid zal naar verwachting dit jaar echter nog toenemen. Om de groeikansen volledig te benutten, wordt zoveel mogelijk samengewerkt met belanghebbenden en (regionale) partners zoals Amsterdam Economic Board. Een aansprekend voorbeeld van regionale samenwerking is dat Zaanstad in 2015 met het programma ‘Stad aan de Zaan’ (internationale) bezoekers naar de stad trekt om reuring en economische spin-off te realiseren. Het midden- en kleinbedrijf en de detailhandel hebben een aanzienlijk aandeel in de Zaanse werkgelegenheid. Met de nieuwe detailhandelsvisie en de MKB-agenda zet de gemeente in op verdere versterking van deze sector. Een voorbeeld daarvan zijn de investeringen in het Stadshart Zaandam, dat een toename van het aantal bezoekers laat zien. Een andere groeisector wordt gevormd door de zogeheten ‘creatieve ondernemers’. De stimulering van deze sector is nu onderdeel van een regionale samenwerking. De realisatie van de mbo-opleiding (Food)procestechniek BOL 2, 3 en 4 draagt bij aan het verder verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. In 2014 groeide het aantal hotel en B&B bedden in Zaanstad. Voornamelijk door de komst van het hotel De Zaan Inn steeg het aantal overnachtingen in het afgelopen jaar met 50%. Subdoel 1: Meer werkgelegenheid en positief migratiesaldo van bedrijven Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Meer bedrijven en werkgelegenheid, aantrekkelijker vestigingsklimaat
Werkgelegenheidsratio (aantal banen t.o.v. beroepsbevolking)
76,1% (60.907 arbeidsplaatsen)
76%
76,3%* (60.293 arbeidsplaatsen)
Migratiesaldo bedrijven (bedrijven, werkgelegenheid)
werkgelegenheid -94
Saldo werkzame personen positief
Werkgelegenheid +122
1,658 mln (waarvan 1,25
bezoekers Zaanse Schans:
Aantal (toeristische) bezoekers Zaanstad per jaar
10
Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Aantal bezoekers Zaandam centrum Rapportcijfer ondernemer voor gemeentelijke dienstverlening in bedrijvenpeiling
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
mln bezoekers Zaanse Schans en 408.000 bezoekers excl. Zaanse Schans)
1,6 mln, halfjaartelling 300.000
166.200
180.000
174.700
6,2
6,3
6,2 (cijfer van 2013, in 2014 niet gemeten)
* voorlopig cijfer
1.1 Acquireren nieuwe bedrijven
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • Benaderen van bedrijven en initiatiefnemers in samenwerking met regionale partners. Promotie van de stad wordt in samenwerking met de stichting Marketing Zaanstreek gedaan (zie programma 14). In 2014 wordt de stichting Marketing Zaanstreek financieel ondersteund met een bedrag van € 100.000. Dit bedrag wordt voor 50% gedekt uit het programma Economie en voor 50% uit het programma Inverdan. Toelichting: Per saldo is het aantal bedrijven in Zaanstad in 2014 afgenomen: er hebben zich 230 nieuwe bedrijven gevestigd, terwijl er 264 bedrijven zijn vertrokken. De bedrijven die zich in Zaanstad hebben gevestigd, hadden echter meer werknemers (696 personen) dan de bedrijven die vertrokken (574 personen), zodat het aantal werkzame personen als gevolg van bedrijfsmigratie is toegenomen met 122. Al met al laten deze cijfers zien dat de inzet op acquisitie ook in de komende tijd van groot belang blijft. De regionale samenwerking met de Stadsregio Amsterdam, Metropoolregio Amsterdam (MRA), Amsterdam Economic Board, Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied, Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) en Amsterdam Marketing en Amsterdam in Business is geïntensiveerd. Onderlinge afstemming moet het vestigingsklimaat versterken en bedrijven naar de regio trekken. In regionaal verband zijn afspraken gemaakt over het verder terugdringen van het overaanbod van bedrijventerreinen. Dit is een inspanning voor de langere termijn. Ook is in MRA-verband een strategische agenda Toerisme opgesteld en is gestart met een uitvoeringsprogramma. De voorbereidingen voor Stad aan de Zaan zijn gestart. Deelname aan beurzen als de Provada en de EXPO REAL gebeurt ook in MRA-verband. Opvallend aan beide beurzen was de expliciete belangstelling voor woningbouw/ woningbouwlocaties. Dit heeft voor de Provada en voor de Expo geleid tot zo’n zestig gesprekken met geïnteresseerden en dertig vervolgafspraken. Daarnaast zijn de contacten met de deelnemende regiopartners versterkt. De citymarketing is voor een deel gericht op het aantrekken van bedrijven in de maakindustrie, waaronder levensmiddelen(verwerkende) industrie, en toerisme. De strategie van de stichting Marketing Zaanstreek (SMZ) heeft zich ingezet op: profiel van de Zaanstreek verder aanscherpen, werken met ambassadeurs, inzetten acquisiteurs, ondersteuning bieden aan intermediaire partijen als makelaars en samenwerking met Amsterdam in Business en Amsterdam Economic Board. In 2010 is het beleidskader voor het speerpunt creatieve bedrijvigheid (2010-2014) door de gemeenteraad vastgesteld (2009/116383). In 2012 heeft een tussentijdse evaluatie van het beleid creatieve bedrijvigheid plaatsgevonden. Mede door het stimuleringsbeleid van de gemeente is het aantal creatieve bedrijven in Zaanstad in de periode 2010-2013 met ruim 20% gestegen. Het aantal aantrekkelijke vestigingsplekken voor 11
creatieve bedrijven is de laatste jaren toegenomen. Voorbeelden zijn: De Grote Visser (Krommenie), De Bedrijvige Bij (Zaandam), De Juliana (Zaandam), Kreatief Pakhuis (Zaandijk), De Drieling (Zaandam), Stichting Gedachtegoederen (voormalige verffabriek Evert Koning, Zaandam). Samen met Bureau Broedplaatsen van de gemeente Amsterdam heeft Zaanstad gewerkt aan de eerste broedplaats buiten Amsterdam in de oude Honigfabriek in Koog aan de Zaan. Een broedplaats is een betaalbare werkplek voor kunstenaars en ander creatief en ondernemend talent. De broedplaats De Honigfabriek heeft in 2014 een doorstart gemaakt. Ook het Hembrugterrein heeft creatieve bedrijvigheid weten aan te trekken in de vorm van nieuwe huurders maar ook in de vorm van evenementen. Daarmee wordt Zaanstad steeds meer een landingsplaats voor creatieve ondernemers. 1.2 Verbeteren van dienstverlening aan bedrijven
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • Er wordt ingezet op informeren (website, ZNSTD App, film, KCC-vragenbeantwoording), vestigingsbegeleiding, faciliteren van parkmanagement en (in samenwerking met de regio) toeristische faciliteiten (informatie, transferpunten, verbindingen). Binnen het budget voor de Economische Structuur Versterking (ESV-budget) komt door een ombuiging bij toerisme € 50.000 beschikbaar voor de realisatie van camperplaatsen. Toelichting: De vestigingsbegeleiding is voortvarend opgepakt. Er zijn meer bedrijven begeleid (93 bedrijven) dan gepland (50 bedrijven). Het gaat daarbij om begeleiding van Zaanse bedrijven die bijvoorbeeld willen uitbreiden, maar ook om nieuwe bedrijven die zich in Zaanstad willen vestigen. Dit heeft onder meer geleid tot uitbreiding bij Kenz-Figee, Holland Jachtbouw, de vestiging van California Pallet Mill op Westerspoor en twee nieuwe vestigers op Molletjesveer Noorderveld. In Wormerveer is een kleine camperplaats gerealiseerd. De voorbereidingen voor een traject om de dienstverlening naar bedrijven nog beter te laten aansluiten op hun specifieke behoeftes zijn gestart. Ook met de MKB-agenda wordt hier op ingezet. 1.3 Borgen dat Zaans economisch belang wordt meegewogen bij planvorming, investeringen en besluiten Geplande activiteit(en): • Actualiseren detailhandelsbeleid.
Op koers
Toelichting: Er is een Concept Detailhandelsvisie opgesteld. Ten behoeve van een gezond winkelklimaat en een leefbare stad zijn scherpe keuzes nodig vanwege teruglopende behoefte aan fysieke winkelruimte. In de visie wordt een sterke hoofdstructuur voorgesteld met compactere en krachtiger winkelgebieden. Verder is er een toetsingskader opgesteld dat een leidraad biedt voor de beoordeling van initiatieven en dat stuurt op de nieuwe hoofdstructuur. Initiatieven binnen de hoofdstructuur zijn van harte welkom, daarbuiten in principe niet. Om de Detailhandelsvisie Zaanstad uit te kunnen voeren, is een twaalfpuntenplan opgesteld. Belangrijk onderdeel daarvan is een tijdelijk aan te stellen winkelcoördinator met werkbudget om onder andere enkele structuurversterkende maatregelen te (laten) nemen en de organisatiegraad van ondernemers te helpen vergroten. De Concept Detailhandelsvisie Zaanstad is gereed om de inspraakprocedure in te gaan. Bij de totstandkoming van de visie is intensief overleg gevoerd met een klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het Platform Detailhandel, Stichting Binnenstadsmanagement Zaandam en winkeliersverenigingen in Zaanstad Midden en Zaanstad Noord. Ook zijn er twee brede workshops gehouden met winkeliers, supermarkt- en vastgoedeigenaren, makelaars en raadsleden. De opbrengst van beide workshops is meegewogen bij het opstellen van de visie en het benoemen van de hoofdstructuur.
12
1.4 Kansen voor plaatsing van werkzoekenden/leerlingen bij bedrijven Op koers vergroten Geplande activiteit(en): • Bij contacten met bedrijven wordt gevraagd naar vacatures die doorgespeeld kunnen worden naar Werk en Inkomen. Een verder te ondersteunen onderwijsinitiatief is de opleiding Food Processing op de Techniek Campus. Toelichting: Mede door inspanning van de gemeente Zaanstad is de mbo-opleiding (Food) procestechniek BOL 2, 3 en 4 bekroond met een subsidie vanuit het mbo-investeringsfonds. Samen met bijdragen van de provincie NoordHolland (€ 75.000), de Stadsregio Amsterdam (€ 100.000) en het Zaans bedrijfsleven (€ 800.000) is binnen Zaanstad een complete mbo-opleiding procestechniek niveau 2, 3 en 4 gegarandeerd. Deze opleiding wordt in de komende jaren uitgebouwd. Nr
Prestatie doelstelling
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Acquireren nieuwe bedrijven en faciliteren van initiatieven
Vestigingsbegeleiding van aantal bedrijven per jaar
30
50
93
2
2 + 3 beurzen bezocht 54
2
Verbeteren dienstverlening aan bedrijven
Deelname aan twee beurzen per jaar EZ input in WABO-trajecten en beantwoording van ondernemersvragen
66
Subsidiëring Stipaza t.b.v. uitvoering parkmanagement
3
4
Borgen Zaans economisch belang bij planvorming, investeringen en besluiten Kansen voor plaatsing van werkzoekenden/l eerlingen bij bedrijven vergroten
Realiseren één camperlocatie Actualisatie detailhandelsbeleid
Bedrijfscontacten van accountmanagers leiden tot vacatureleads voor Werk & Inkomen
n.v.t.
50
20 (adviesbehoef-te lager door stroomlijnen proces) Voortzetting subsidiëring, onder voorwaarde dat bijdrage bedrijven groeit 1 Detailhandelsbeleid geactualiseerd
35
Subsidieverlening voortgezet
1 Eind dec 2014 gereed voor besluitvorming
20
13
Product Economisch Beleid
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
710
694
-16
Baten Saldo
0 710
-2 692
-2 -18
Directe apparaatslasten Lasten
708
720
12
Baten
0
-23
-23
Saldo
708
697
-11
1.418
1.414
-4
Totaal programma Lasten Baten
0
-25
-25
Saldo
1.418
1.389
-29
14
2.2.
Werk, inkomen en integratie
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
D.D. Straat (W&I), J. Olthof (Minimabeleid), H.A. VisscherNoordzij (Integratie) D. Stuurman
Doel Zaanstad heeft volop potentie met aantrekkelijke bedrijvenlocaties waar bedrijven zorgen voor de werkgelegenheid. Tegelijkertijd staat de groei van de economie onder druk en stijgt het aantal uitkeringsgerechtigden. Werk biedt mensen perspectief, zelfrespect en sociale contacten en draagt bij aan de gezondheid. Gemeente Zaanstad wil het aantal inwoners dat aan de kant staat (en langdurig afhankelijk is van een uitkering) sterk terugdringen. Wanneer iemand (tijdelijk) niet in staat is in zijn eigen levensonderhoud te voorzien, biedt de gemeente ondersteuning op maat die eraan bijdraagt de (financiële) zelfstandigheid zo snel mogelijk te bevorderen. Terugblik 2014 was een jaar vol beweging. De Participatiewet werd op 1 juli 2014 door de Eerste Kamer aangenomen, waarmee de onzekerheid over hoe de wet eruit zou komen te zien werd weggenomen en het implementeren echt kon beginnen. Daarnaast ging de sector Werk en Inkomen op in de nieuwe organisatie in de sector Frontlijn, en is als onderdeel van de integrale toegang vormgegeven. Onze dienstverlening om mensen naar werk te begeleiden wordt steeds effectiever en leidt opnieuw tot een kleine toename van het aantal plaatsingen op werk. Het effectiever benutten van verplichtingen in het kader van Social Return on investment (SROI) zijn hierbij een belangrijke impuls om uitstroommogelijkheden te creëren. Tegelijkertijd zagen we het aantal mensen dat beroep deed op een uitkering toenemen. Dat maakt dat per saldo het aantal mensen in de uitkering is gestegen. Subdoel 1: Actieve werkgeversdienstverlening Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Meer Zaanse burgers die zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien en meer Zaanse burgers die voor een groter deel zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien
Aantal uitkeringen
3404
Landelijk gemiddelde 3754 (Na Narap)
3789
1.1 Intensiveren en versterken relatie werkgevers
Op koers
Geplande activiteit(en): • Implementeren en uitbouwen van de afspraken (regionale) werkgeversdienstverlening. • Invulling geven aan leads bij bedrijven. • De in 2013 gestarte intensieve aanpak voortzetten (samen met regiogemeenten, UWV en BaanStede) waarbij wekelijks meerdere werkgevers op de bedrijfsterreinen worden bezocht en directe open gesprekken plaatsvinden tussen werkgevers en potentiële werknemers.
15
•
•
Het beschikbare participatiebudget inzetten bij werkgevers, op maat naar behoefte van de werkgever. Bij de bemiddeling naar werk worden diverse (financiële) instrumenten ingezet, bijvoorbeeld Proefplaatsing en Zaanbaan. ° De grote stijging van het aantal mensen vraagt om extra middelen en om meer banen en opleidingsmogelijkheden: meer banen met behulp van loonkostensubsidie, met name op maatschappelijk nuttige taken (zorg, onderhoud et cetera); ° meer opleidingsmogelijkheden in de bouw en techniek; ° meer jongeren op Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)- en Beroepsopleidende Leerwegplekken; ° parttimers meer uren laten werken waardoor aanvullende uitkering wegvalt; ° persoonlijke benadering van lokale ondernemers en de arbeidsintensieve bedrijfstakken die zwaar getroffen zijn door de crisis. Waar mogelijk worden ondersteunende (financiële) instrumenten bij werkgevers ingezet. In het kader van goed voorbeeldwerkgeverschap zet Zaanstad binnen de eigen organisatie inwoners met een bijstandsuitkering in om werkervaring op te doen. Voorbeelden zijn de gastvrouwen in de publiekshal en het Service Plus Team (SPT).
Toelichting: De kern van onze dienstverlening was de bemiddeling van geschikte kandidaten op de personeelsvraag van werkgevers. Wij deden de voorselectie van kandidaten en brachten vraag en aanbod proactief bij elkaar. Dit deden we onder meer door het organiseren van bemiddelingsgroepen en speed meets. Om opleidings- en uitstroommogelijkheden in de zorg te stimuleren is de samenwerking met TSN-thuiszorg aangegaan. Met financiële prikkels van de Zaanbaan subsidie heeft dit tot banen - en uitstroom of gedeeltelijke uitstroom - van 15 klanten geleid. De opleidingsmogelijkheden in de bouw en techniek zijn in samenwerking met Tetrix en SPG ontwikkeld in de vorm van een lasopleiding en een opleiding in wegenbouw. Die opleidingen werden verbonden aan werkervaringsplekken in het SPT. Verder is er naar plaatsing in reguliere banen in de bouw en straat- en grondwerk gezocht. De score van deze projecten was goed: 43% van de kandidaten die geplaatst wordt op SPT stroomde uit naar een reguliere baan. In het kader van het actieplan Jeugdwerkloosheid zijn middelen ingezet om jongeren naar werk en BOL- en BBL-plaatsen te begeleiden. De samenwerking tussen de regiogemeente, het UWV en BaanStede is hierbij van cruciaal geweest. Een goed voorbeeld hiervan was de intensievere inzet van de leerwerkmakelaar. De leerwerkmakelaar maakt gebruik van de bestaande begeleidingsstructuur op scholen en zorgt in school dat de wensen en capaciteiten van de leerlingen aansluiten op de perspectieven die werkgevers in de regio bieden. Hiermee wordt voorkomen dat leerlingen uitvallen omdat ze geen stage kunnen lopen om hun opleiding af te ronden. De leerwerkmakelaar werkt nauw samen met het Jongerenloket, leerplicht en het Servicepunt Leren en Werken Zaanstreek Waterland. Ook maakt de leerwerkmakelaar onderdeel uit van het regionaal Werkgeversservicepunt (WSP). In de periode oktober 2013 – oktober 2014 zijn 71 leerlingen van MBO-1 niveau begeleid door de leerwerkmakelaar. Van hen zijn negen begeleid naar werk en 64 leerlingen zijn begeleid naar een vervolgopleiding. Er zijn 127 leerlingen zonder startkwalificatie en 23 mét een startkwalificatie begeleid naar een leerwerkplek. Ten slotte is het opvallend dat bewonersinitiatieven in de wijk, zoals het Bewonersbedrijf Zaanstad, een plek blijken waar kleinschalige werkgelegenheid ontstaat die bijdraagt aan de arbeidsparticipatie in de wijk. Het Bewonersbedrijf Zaanstad is zelfs in twee wijken - Poelenburg en Peldersveld en Hoornse Veld onderaannemers in het Sociaal Wijkteam geworden. Dertig inwoners van Zaanstad doen in het Bewonersbedrijf werkervaring op en de ontwikkeling leidde in 2014 zelfs tot betaalde banen voor vijf inwoners van Zaanstad die daarvoor langdurig een bijstandsuitkering hadden.
16
De lessen die we in het kader van de uitgevoerde activiteiten leerden, worden in 2015 ingezet om de dienstverlening aan werkgevers voor de verschillende doelgroepen te blijven verbeteren. De opening van het WSP, waarin de expertise van gemeenten, UWV en BaanStede zijn gebundeld, moet hieraan een verdere impuls geven. 1.2 SROI-plaatsingen gericht op beëindiging uitkering door werkaanvaarding
Op koers
Geplande activiteit(en): • Invulling geven aan de contractafspraken met opdrachtnemers. Toelichting: Eén van de instrumenten om de arbeidsparticipatie en -ontwikkeling in samenspraak met werkgevers te verhogen, was SocialReturn on Investment (vanaf nu SROI genoemd). Het doel van SROI was ervoor te zorgen dat een investering door de gemeente, naast het ‘gewone’ rendement ook een concreet ‘maatschappelijk rendement’ oplevert. Door de toegenomen aandacht voor SROI in onze organisatie slaagden we er in 2014 in om de contractafspraken ook voor het maatschappelijke rendement beter in te vullen. Dat is terug te zien in het feit dat de omvang van het maatschappelijk rendement verdrievoudigde ten opzichte van wat er in 2013 werd gemeld (in 2014 was dat € 6,1mln. in 2013 € 2,2 mln.). In 2014 werd er voor € 2,5 mln. aan werk met een maatschappelijk rendement benut (56% van het totaal), door arbeidspotentieel uit ons bijstandsbestand in te zetten om dat werk gedaan te krijgen. Opvallend hierbij is dat de gemiddelde contractduur van het werk toenam (gemiddeld 8 maanden werk, tegenover 7,2 maanden in 2013). Subdoel 2: Efficiënte uitvoering sociale werkvoorziening 2.1 De transitie van BaanStede uitvoeren
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • Vormgeven van één proces werkgeversbenadering in de regio. • Meer SW'ers naar de reguliere arbeidsmarkt door middel van detachering. • Vervreemding van bedrijfsonderdelen. • Samen met de regio in het bestuur monitoren en sturen op afgesproken taakstelling. Toelichting: De detachering van meer SW’ers naar de reguliere arbeidsmarkt is niet op gang gekomen. Agens Nederland BV, de partij die deze taak zou uitvoeren, ging begin 2014 failliet. Direct daarna vond bij BaanStede een directeurswisseling plaats en trad er een nieuw bestuur aan. In het nieuwe bestuur van BaanStede is afgesproken om de detacheringsopgave voor de korte termijn te beleggen bij BaanStede en vanaf 2016 regionaal te laten uitvoeren door een publieke organisatie met inbreng van werkgevers. Ook de tweede pijler van de transitie, het vervreemden van de verschillende bedrijfsonderdelen van BaanStede (zoals groen en druk en copy), heeft vertraging opgelopen. De vervreemding van het bedrijfsonderdeel 'groen' zal pas in 2015 plaatsvinden. Ook deze vertraging heeft te maken met de omstandigheden van BaanStede zoals hierboven omschreven. De transitie moest leiden tot afname van de gemeentelijke bijdrage aan de werkvoorziening in 2017. De opgelopen vertraging in de uitvoering had gevolgen voor de Zaanse bijdrage aan BaanStede. Deze was in 2014 vergelijkbaar met die van het afgelopen jaar. Een nadere toelichting hierop treft u aan in de bezuinigingsmonitor, die als bijlage bij deze jaarrekening zit.
17
Subdoel 3: Financiële zelfredzaamheid 3.1 Beperken instroom en bevorderen uitstroom
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • De huidige werkwijze aan de kop van het uitkeringsproces, met een zoekperiode van vier weken voor mensen die kunnen werken, zetten we voort. • Beslissingen die gevolgen hebben voor de inkomenspositie van inwoners zoals de uitvoering van minimaregelingen, bijzondere bijstandsverstrekking en uitkeringsverstrekking worden bij de Sociale Wijkteams (SWT’s) neergelegd; 'Perspectief op Sociale Wijkteams in Zaanstad in 2015'. • Kandidaten worden na de zoekperiode actief groepsgewijs bemiddeld en begeleid. Betaald werk of een werkervaringsplaats bieden we op maat aan. • Het SWT stimuleert mensen om actief te worden of te blijven. Het SWT richt zich op activering van inwoners die (enige) ondersteuning nodig hebben bij het vinden of behouden van een baan; 'Perspectief op Sociale Wijkteams in Zaanstad in 2015'. • Controle op maat, aan de poort, op basis van risicoprofielen om de instroom te beperken. • Het jaarlijks uitvoeren van themacontroles op het bestaande bestand. Deze zijn gericht op terreinen waar het risico op overtreding van de verplichtingen het grootst wordt geacht. Ieder jaar kiezen we een bestuurlijk handhavingsthema. • Door middel van lik op stuk sturen we op het naleven van verplichtingen. Geconstateerde overtredingen van de arbeidsverplichtingen en de inlichtingenplicht worden gesanctioneerd. Toelichting: De geplande activiteiten om de toegang tot de voorzieningen op het terrein van Werk en Inkomen te beleggen in de Wijkteams zijn niet uitgevoerd. Dit was het gevolg van de prioritering die is aangebracht in de uitvoering van de drie decentralisaties. Wel zijn er pilot- projecten voorbereid om in 2015 deze activiteiten alsnog vorm te geven. Op basis van de instroom van afgelopen jaar controleerden we honderd extra dossiers op rechtmatige instroom. Zo versterken we het digitale toegangsproces en pikken we signalen op die onze dienstverlening aan de poort kunnen verbeteren. Daarnaast voeren we themacontroles uit. Deze zijn gericht op terreinen waar het risico op overtreding van de verplichtingen het grootst wordt geacht. Ieder jaar kiezen we een bestuurlijk handhavingsthema. Dit jaar onderzochten we de adreslozen om te bezien of zij inmiddels een vaste woon- of verblijfplaats hadden. Met lik op stuk is gestuurd op het naleven van verplichtingen. Geconstateerde overtredingen van de arbeidsverplichtingen en de inlichtingenplicht werden gesanctioneerd. Dit heeft geresulteerd in veel verzuimcontroles aan huis, verwijzingen naar de arts (mensen die verklaarden niet te kunnen werken) en maatregelbeoordelingen. Hierbij is het aantal opgelegde maatregelen ten aanzien van reintegratieverplichtingen licht gedaald en is het opgelegde bedrag aan maatregelen iets hoger dan vorig jaar. Dit is te verklaren door de sterkere nadruk die de Wet werk en bijstand op recidive heeft gelegd. Subdoel 4: Het bieden van een vangnetvoorziening voor mensen met een minimuminkomen 4.1 Minimabeleid
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • Optimaliseren van de webshop 'Meedoen in Zaanstad'. • Nieuw beleid formuleren voor minimabeleid op basis van de vastgestelde speerpunten van 'Werk werkt' en aansluiten bij de methodiek van de webshop 'Meedoen in Zaanstad'. Toelichting: Bij de najaarsrapportage hebben we reeds gerapporteerd over de onderbesteding op de extra rijksmiddelen ter bestrijding van armoede. De overblijvende reservering hebben we voor het laatste kwartaal van 2014 ook
18
niet volledig benut. Dit heeft te maken met de timing van de reorganisatie, het tot stand komen van het nieuwe bestuur en de focus op het realiseren van de 3D-operatie. Dat weerhield ons om de extra middelen gericht in te zetten op die groep inwoners van Zaanstad die ze het hardste nodig heeft. De gemeente Zaanstad gebruikte een deel van de middelen om de bestuursopdracht voor de armoedeopgave vorm te geven, met als doel om beter in beeld te krijgen hoe armoede ontstaat en welke duurzame oplossingen daarvoor mogelijk zijn. Hoewel de extra armoedemiddelen niet volledig zijn benut, zien we dat ons reguliere minimabeleid een groot bereik heeft, omdat we veel meer uitgegeven aan bijzondere bijstand dan aanvankelijk begroot. De bestuurlijke focus op armoede als belemmering van maatschappelijke participatie zullen we in 2015 verder concreet maken in de bestuursopdracht armoedeopgave. De webshop is geoptimaliseerd volgens planning. Verder verstrekken wij ingaande 1 januari 2014 voor de premie voor de collectieve zorgverzekering een tegemoetkoming van € 120,- per maand. Met ingang van 2015 is de verzekering uitgebreid met verstrekkingen speciaal gericht op chronisch zieken. Hiermee hebben wij een gemeentelijke regeling ter vervanging van de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten/Compensatie eigen risico (WTCG/Cer) die in 2014 en 2013 zijn afgeschaft. Met ingang van 2015 zijn deze tegemoetkomingen door Achmea in de verzekering ingebouwd. In verband met de invoering van de Participatiewet zijn de verordeningen voor het minimabeleid aangepast. In de verordening ‘Maatschappelijke participatie kinderen Zaanstad 2015’ is de mogelijkheid opgenomen om beleid te kunnen ontwikkelen voor de maatschappelijke participatie van volwassenen door gebruikmaking van de webshop 4.2 Doelmatige (preventieve) schulddienstverlening
Op koers
Geplande activiteit(en): • Uitvoeren van de activiteiten uit het Plan 'Preventie en nazorg schulddienstverlening 2012 – 2015'. • Uitvoeren convenant Centraal Meldpunt voorkoming Betalingsachterstanden (CMvB). Toelichting: In 2014 hebben drie basisscholen deelgenomen aan de week van het geld. Gedurende deze week hebben er diverse activiteiten plaatsgevonden om leerlingen om te leren gaan met geld. Dit heeft onder andere geresulteerd in het realiseren van een filmproject. De pilot inloopspreekuur bij het Regio College (RC) Zaandam is begin 2014 afgerond. 25 leerlingen die problemen hadden met hun financiën zijn geholpen door een budgetcoach. Het Regio College Zaandam wil graag doorgaan met het inzetten van een laagdrempelig inloopspreekuur met een budgetcoach en het geven van budgetlessen op school. Er is ook geëxperimenteerd met het werken met een Eigen Kracht-conferentie op basis waarvan een instructie is gemaakt om Eigen Kracht-conferenties een vervolg te kunnen geven. Tevens is er voorlichting gegeven aan de bedrijvenvereniging Noorderveld-Molletjesveer. Hiermee is een start gemaakt met het adviseren van werkgevers over het omgaan met schuldenproblematiek onder het personeel. De Sociale Wijkteams namen gedurende 2014 de taken van het team schulddienstverlening over, zoals beschreven in het convenant. Het convenant CMvB zal om deze reden worden herzien en opnieuw worden ondertekend door de gemeente, de hoofdaannemers van de wijkteams en de betrokken woningcorporaties. De betrokken partijen hebben gedurende 2014 met elkaar hierover gesproken. Herziening van het convenant zal ook tot gevolg hebben dat oplopende problematiek in een vroeger stadium wordt gesignaleerd. Tot slot heeft de start van de SWT’s ervoor gezorgd dat er diverse ondersteunende voorzieningen zijn gecreëerd waarmee (oplopende) schulden kunnen worden voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn het aanbieden van administratieve ondersteuning en budgetcursussen.
19
Subdoel 5: Maatschappelijke integratie 5.1 Stimuleren van verwerving Nederlandse taal door niet-inburgeraars
Op koers
Geplande activiteit(en): • Mogelijk maken laagdrempelig taalaanbod voor niet-inburgeraars door vrijwilligers. • Continuering netwerk van contactvrouwen onder regie van het Buitenlands Vrouwen Overleg. • Mogelijk blijven maken van begeleiding van vluchtelingen door Vluchtelingenwerk. Met Vluchtelingenwerk wordt overlegd hoe maatschappelijke begeleiding vorm wordt gegeven gezien de gewijzigde landelijke regelgeving. Toelichting: Alle nieuw gevestigde vluchtelingen in 2014 hebben een traject van maatschappelijke begeleiding aangeboden gekregen van Vluchtelingenwerk. Het begeleidingstraject bestaat uit een planmatige begeleiding gericht op zelfredzaamheid gedurende een periode van 18 maanden. Fase 1 is eerste opvang gericht op de komst van de vluchteling in de gemeente waarbij allerlei zaken rond huisvesting worden geregeld. In fase 2 worden de nieuwkomers gecoacht bij al het regelwerk op het gebied van wonen, zorg, inkomen (schulden), verzekeringen, inburgering, scholen voor de kinderen en in fase 3 zijn de vluchtelingen gecoacht op deelname aan de samenleving. Onder aansturing van professionals zijn de trajecten begeleid door gekwalificeerde vrijwillige contactpersonen werkzaam bij de Stichting Vluchtelingenwerk Amstel tot Zaan. Het netwerk van contactvrouwen is in 2014 onderhouden door vrijwilligers in de diverse buurtcentra in Zaanstad waarbij vrijwilligers één dagdeel per week conversatielessen geven aan niet-inburgeraars. De begeleiding van vluchtelingen viel tot 1 juli onder Evean-Welsaen en na het faillissement, 1 juli 2014, zijn vrijwilligers zelfstandig doorgegaan echter niet meer in alle buurtcentra. Vrijwilligers hebben ook zelfstandig enkele vrouwengroepen georganiseerd en onderhouden. Nr
Prestatie doelstelling
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
Verlaging van de instroom en verhoging van de uitstroom.
De beweging (groei e daling) van het Zaanse WWB bestand in overeenstemming brengen met die van het landelijk gemiddelde (Bron: APE) Het aantal uitkeringen per maand dat parttime inkomsten uit arbeid heeft, ten opzichte van het aantal uitkeringen Instrumenten werkgever (Proefplaatsing, Zaanbaan) Voucher (Scholing, Begeleiding) Het aantal beëindigde uitkeringen wegens werkaanvaarding Aantal beëindigde uitkeringen door werk a.g.v. SROI t.o.v. het totaal aangeboden vacatures Streng aan de poort: beperking van het aantal toegekende uitkeringen
Zaanstad 15,9% tegen een gemiddelde van de 7,2%
Landelijk gemiddelde 10,5%
Zaanstad 11,3% tegen een gemiddelde van 7,5%
11,4%
12 %
nog niet bekend
niet bekend
300
313
80
53
308
500
627
42%
80%
56%
8,2%
8%
7,2%
20
Nr
Prestatie doelstelling
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
26%
25%
nog niet bekend
125
125
103
486
440
450 (maatregelen, boetes en waarschuwinge n)
Voldoen aan de wettelijke termijn van 4 weken Het aantal tot stand gekomen schuldregelingen als percentage van het aantal aanvragen
<1 week
<4 weken
nog niet bekend
62%
75%
86%
Schuldregelingen worden succesvol voltooid
Het aantal succesvol beëindigde schuldregelingen als percentage van het aantal gestarte minnelijke trajecten
84%
80%
85%
Op basis van het Convenant Centraal meldpunt voorkoming Betalingsachterstand en voorkomen van huisuitzettingen i.v.m. huurachterstand
Het aantal huisuitzettingen dat is voorkomen t.o.v. het aantal meldingen
97%
90 %
100%
t.o.v. het totale aantal ingediende aanvragen Effectiviteit van de zoekperiode: Beperking van het aantal aanvragen ten opzichte van het totaal aantal meldingen 18 t/m 64. Het aantal, door handhavingsonderzoek, beëindigde uitkeringen (Screening bestand) Het aantal opgelegde maatregelen
Schulddienstverlening Effectiviteit van de schulddienstverlening
21
Product Inkomensvoorziening
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
55.314
57.060
1.746
Baten
-54.428
-56.250
-1.823
0
8.078
8.078
886
8.888
8.001
4.719
4.472
-247
Toevoegingen Saldo Minimavoorzieningen Lasten Baten
-319
-441
-122
Saldo
4.400
4.031
-369
Participatie Lasten
3.406
4.086
680
Baten
-5.543
-5.731
-189
-264
-264
0
-2.401
-1.910
491
Lasten
12.238
12.390
152
Baten Saldo
-11.233 1.005
-11.586 803
-353 -201
Onttrekkingen Saldo Sociale werkvoorziening
Directe apparaatslasten 10.133
10.165
32
Baten
-106
-153
-47
Saldo
10.027
10.012
-15
Lasten
85.810
88.172
2.363
Baten
-71.629
-74.162
-2.533
0
8.078
8.078
Lasten
Totaal programma
Toevoegingen Onttrekkingen Saldo
-264
-264
0
13.917
21.825
7.908
Toelichting op afwijkingen per programma De hogere lasten zijn ontstaan door een hoger aantal verstrekkingen in het kader van de wet bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz) (837) en een hoger aantal uitkeringen in met name de IOAW (oudere werklozen) (103). Indien een cliënt uitstroomt komt het vaak voor dat er nog een deel van de uitkering terug moet worden betaald omdat de inkomsten uit arbeid pas een maand later worden verrekend. Daarnaast kunnen vorderingen ontstaan door opgespoorde fraude of bijstand, verstrekt in de vorm van een lening. Omdat het onzeker is of deze vorderingen werkelijk terugbetaald worden, is er een voorziening gevormd. Doordat het aantal vorderingen is toegenomen in 2014 is deze voorziening verhoogd (806). Er zijn hogere baten omdat er meer kosten voor de Bbz gedeclareerd (75%) zijn (610). Verder zijn de vorderingen toegenomen bij debiteuren (1.200). Dit staat in relatie met de aanpassing van de voorziening. Per saldo is er op inkomensvoorzieningen een klein voordeel te zien (77). Het aantal aanvragen voor koopkrachttegemoetkoming is lager dan het ontvangen budget (-247).
22
Bij de Najaarsrapportage waren lagere lasten ingeschat bij Participatie en is de begroting hierop aangepast. Maar in de laatste maanden zijn toch meer re-integratiemiddelen ingezet om uitstroom te realiseren. Hierdoor zijn de kosten hoger uitgevallen (680). Bij de sociale werkvoorziening is een voordeel ontstaan op de baten om twee redenen. Ten eerste zijn er zijn hogere rijksinkomsten door een herberekening met regiogemeenten voor WSW-klanten (152). Daarnaast is in 2013 is het exploitatietekort van Baanstede lager uitgevallen dan begroot. Hierdoor heeft Zaanstad halverwege 2014 teveel betaalde bijdrage over het jaar 2013 terug ontvangen (201).
23
2.3.
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
J. Olthof (Wonen), D.D. Straat (RO), D. Emmer (landschap), A.J.H. Verschuren (Erfgoed) C. Tip
Doel Zaanstad is een fijne stad om in te wonen, te werken en om te verblijven. De gemeente hanteert een ruimtelijk beleid dat een duurzame en aantrekkelijke sociaal economische ontwikkeling bevordert.
Terugblik Wie in Zaanstad wil bouwen of verbouwen, krijgt meer vrijheid van de gemeente. In bestemmingsplannen worden ruimere regels voor bouwen opgenomen en er wordt onderzocht wat de gevolgen zijn wanneer we draagvlak een grotere rol geven bij de afweging om af te wijken van onze regels, dan we tot nog toe deden. We kunnen als overheid niet alles oppakken en moeten prioriteiten stellen, maar de diversiteit in de stad vráágt ook om verschillende aanpak per soort locatie. In gebieden waar ontwikkeling van grote strategische betekenis is voor de hele stad zoals met Inverdan of de Wilhelminasluis, pakt de gemeente een actieve en trekkende rol. Waar verandering wenselijk is, maar niet van groot strategisch belang zoals het Hembrugterrein of Wormerveer Noord, is de gemeente faciliterend aan de initiatieven van bewoners, ondernemers en ontwikkelaars. In de gebieden waar het behoud en beheer van (cultuurhistorische) kwaliteit centraal staat zoals bij monumenten of beschermde natuurgebieden, is de gemeente de hoeder die de norm stelt en bewaakt. In grote delen van de stad is het de opgave om een nieuwe balans te vinden tussen de ruimte voor ontwikkeling en de bescherming van alle belanghebbenden. In 2014 is een aantal bewegingen in gang gezet die deze nieuwe balans invult. Zowel met het burenakkoord als met de pilots Ruimte Geven wordt meer invloed gegeven aan de direct betrokkenen en wordt de verantwoordelijkheid voor het verwerven van draagvlak meer bij de initiatiefnemer neergelegd. Naast deze twee specifieke beleidslijnen wordt via de bestemmingsplannen invulling gegeven aan de in 2013 door de raad vastgestelde notitie prioritering (2013/231283); waar mogelijk wordt ruimte gegeven en waar het moet wordt strak bestemd. Ook de Leidraad Ruimtelijke Kwaliteit zal voor een belangrijk deel beslag krijgen in de verschillende bestemmingsplannen. De leidraad zelf zal in 2015 aan de raad worden aangeboden. In 2014 is ook een start gemaakt met Plan voor de Stad; Inverdan heeft laten zien dat een gedurfd en inspirerend toekomstbeeld werkt. Daarom worden belanghebbenden uitgenodigd om samen met de gemeente een plan voor de hele stad te maken. In 2014 is een start gemaakt met de actualisatie van de woonvisie Zaans Mozaïek, om te zorgen dat de woningvoorraad divers, voldoende, passend en betaalbaar wordt, waarbij rekening wordt gehouden met de aangescherpte woningbouwambitie die in de begroting 2015 is opgenomen, en met vernieuwde wetgeving. In 2015 wordt de actualisatie afgerond en vertaald in een uitvoeringsprogramma. Particulier opdrachtgeverschap wordt gestimuleerd en zelfbouwprojecten gefaciliteerd. Zo is de verkoop van kavels voor het zelfbouwproject de Zaanse Eilanden op 1 november van start gegaan. In 2014 zijn er 368 omgevingsvergunningen aangevraagd waarvan in 54 gevallen géén advies van de commissie Welstand en Monumenten noodzakelijk was. Deze aanvragen lagen namelijk in welstandsvrije gebieden waar bouwplannen tot aan 2018 in de praktijk niet getoetst worden aan redelijke eisen van welstand. Ten behoeve van de evaluatie, is bekeken hoe normaal gesproken zou zijn geadviseerd op basis van criteria die zonder proef zouden gelden volgens de Welstandsnota Zaanstad 2013.
24
Inzicht in de effecten op de verschijningsvorm. • In 17% van de gevallen had de commissie Welstand en Monumenten/ambtelijk plantoetser bijsturing nodig geacht. • Daarvan betrof 22% (2 van de 9) grote plannen. Effect op de efficiëntie van de organisatie Behaalde bezuinigingen in het voortraject In 2014 zijn 15% (54 van de 368 aanvragen) minder plannen voor advies voorgelegd aan de commissie Welstand en Monumenten als gevolg van het instellen van de proef met de welstandsvrije gebieden. Aanvragers hoeven voor deze plannen géén leges welstand af te dragen. Voor de ambtelijke organisatie betekent dit dat hierdoor efficiënter kan worden gewerkt: er hoeft geen advies aanvraag te worden uitgezet en de resultaten hoeven niet verwerkt te worden. Effect op de belasting voor de juridische afdeling als gevolg van het welstandsvrij verklaren van gebieden. Het digitale informatiesysteem is opnieuw ingericht en eind 2014 opgeleverd. Gegevens over 2014 zijn daardoor niet beschikbaar. Subdoel 1: Ruimte en sturing geven aan behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit van de stad Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
(woon)aantrekkelijkheid van Zaanstad
positie in de Atlas Nederlandse Gemeenten: - woonaantrekkelijkheids-index
30
29
- aandeel hoogopgeleiden
38
verbetering positie verbetering positie
1.1 Zorgen voor doelmatige en flexibele ruimtelijke kaders
37
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • Actualiseren en samenvoegen van beleid ten behoeve van ruimtelijke kwaliteit van de stad in een Leidraad Ruimtelijke Kwaliteit. Met deze samenvoeging kan naar verwachting het aantal vigerende beleidsdocumenten met tien worden teruggebracht. • (Op afstand) begeleiden van de ontwikkeling van de drie pilotlocaties Fortuinlaan, Gasfabriek Wormerveer en Rosariumgebied. Naast het loskrijgen van ontwikkeling op deze locaties in 2014 is het doel van de pilot het evalueren van de opgestelde ruimere kaders en de gekozen ontwikkelstrategie. Toelichting: Het is niet gelukt om in 2014 de Leidraad Ruimtelijke Kwaliteit aan de raad aan te bieden. De vaststelling vindt plaats in de eerste helft van 2015. De Leidraad is dan ook opgenomen in de Begroting 2015-2018 ’Samen het verschil maken‘. Het college heeft in 2014 een tweetal nieuwe werkwijzen vastgesteld waarbij meer invloed wordt gegeven aan draagvlak bij de besluitvorming. Het college heeft in 2014 een besluit genomen over de aanpak en te hanteren kaders bij de pilotgebieden. Dit besluit wordt begin 2015 voor een zienswijze aan de raad voorgelegd. Ook het Burenakkoord is door het college eind 2014 vastgesteld. De resultaten van de welstandsvrije proef zijn opgenomen in bijlage 6. 1.2 Toepassen (nieuwe) strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling
Op koers
Geplande activiteit(en): • Omgevingsplan Hembrug. • Gebiedsontwikkelingsplan de Hemmes in nauw overleg met betrokken ministerie.
25
Toelichting: Om de organische gebiedsontwikkeling van het Hembrugterrein planologisch-juridisch te faciliteren, is het gebied aangemeld als pilotgebied onder de Crisis- en Herstelwet (CHW). Vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet wordt voor het terrein een omgevingsplan opgesteld. In 2014 is een procesmatig aanvalsplan opgesteld om te komen tot een omgevingsplan, dat in het tweede kwartaal ter besluitvorming aan het college van B en W is voorgelegd. In de tweede helft van 2014 is met belanghebbenden gewerkt aan de verkenning van programmatische scenario’s en de nota van uitgangspunten. Het streven is om eind 2015 een omgevingsplan ter besluitvorming aan de raad voor te leggen. Het pilotproject wordt door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het landelijke vakpubliek met grote interesse gevolgd. De Hemmes maakt deel uit van het milieuontwikkelingsgebied Zaanstad Midden. In dit kader wordt een bestemmingsplan-plus opgesteld, waarin afspraken worden vastgelegd met de vier Zaans Proeflokaalbedrijven (ADM, Cargill, Duyvis en Tate & Lyle) over het bereiken van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat op de Hemmes. Het college heeft in het eerste kwartaal 2014 het conceptnormenkader vastgesteld. Dit normenkader vormt de basis om met de bedrijven in gesprek te gaan, met als doel tot overeenstemming te komen over de milieumaatregelen. Begin 2015 wordt inzichtelijk, op basis van de onderzoeken naar geluid en geur per bedrijf en cumulatief, of het normenkader haalbaar is. De uitkomsten van de onderzoeken worden met de bedrijven besproken, met als doel overeenstemming te bereiken over de te nemen milieumaatregelen per bedrijf. Daarnaast vormt het stedenbouwkundig masterplan de basis voor de ruimtelijke vertaling in bestemmingsplan-plus. Het bestemmingsplan-plus zal volgens planning in 2015 aan de raad worden voorgelegd voor besluitvorming. De aanpak van Zaanstad is eind 2014 genomineerd voor de ‘Nu al Eenvoudig Beter-Trofee’ van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I en M) Op 3 februari 2015 reikte minister Schultz van Haegen de prijs namens het ministerie van I en M uit aan Zaanstad. 1.3 Versterken van de strategische positie van Zaanstad in de Metropoolregio Amsterdam
Op koers
Toelichting: Zaanstad is geruime tijd zowel bestuurlijk als ambtelijk betrokken bij de ruimtelijk-economische samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). In 2015 zal het Ontwikkelingsbeeld 2040 van de MRA geactualiseerd worden. Daartoe is eind 2014 een negental regiotafels georganiseerd. Een daarvan betrof de regiotafel Zaanstreek. De uitkomsten van de regiotafels dienen als input voor een bestuurlijk gesprek begin 2015 over het al dan niet updaten van het Ontwikkelingsbeeld 2040. Om data te verzamelen zijn meerdere zogenaamde regioateliers georganiseerd. Met het laatste is met name ingezoomd op de positie en rol van Zaanstad in de MRA. Subdoel 2: Terugdringen (kwalitatief) woningtekort 2.1 Bevorderen kwaliteit bestaande woningvoorraad
Bijsturen
Toelichting: Er is nog heel wat werk te verrichten ten aanzien van de kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad. Om hieraan een impuls te geven is in het afgelopen jaar daarom ingezet op haalbaarheidsstudies naar nieuwe financiële instrumenten voor woningverbetering. De studie naar inzet van de Betaalbaar Koopwoningen Zaanstad wordt medio 2015 afgerond. Hierbij wordt een passende oplossing gezocht voor funderingsherstel in combinatie met opstalrenovatie, waardoor een woning energiezuiniger wordt. Ook is met banken, het ministerie BZK en Financiën intensief contact geweest - onder andere in de vorm van een werkconferentie in Zaanstad - over financiële oplossingen voor funderingsherstel. De gesprekken gaan nu op landelijk niveau door, waarbij opties voor een landelijk fonds in beeld worden gebracht .De gemeente Zaanstad boort alle creativiteit aan om tot passende oplossingen te komen maar daar is een lange adem voor nodig. Positief is dat de funderingsproblematiek volop in beeld is gekomen bij het ministerie van BZK, dat Zaanstad op landelijk niveau een gesprekspartner is, dat de Rabobank Zaanstreek een positieve grondhouding heeft en dat het ministerie zich inspant om verschillende partijen bij elkaar te brengen. 26
2.2 Bevorderen passend woningaanbod voor verschillende doelgroepen
Op koers
Toelichting: We hebben ons in regionaal verband voorbereid op de invoering van de Huisvestingswet. Er is een nieuwe regionale Huisvestingsverordening gereed gemaakt, waarop de raad begin 2015 een positieve zienswijze heeft gegeven. Hierin zijn onder meer veranderingen in de woonruimteverdeling op het gebied van lokale beleidsruimte en toewijzingscriteria opgenomen. Ook is voorgesorteerd op een betere relatie tussen het inkomen van woningzoekenden en de huurprijs van de woning bij de toewijzing. In het kader van de woonvisie wordt verder gezocht naar instrumenten die de doorstroming kunnen bevorderen. Een passend woningaanbod heeft niet alleen betrekking op woonruimteverdeling en beschikbaarheid, maar ook op een adequate woningvoorraad, die voldoende inspeelt op de huidige en toekomstige woonbehoeften en -ambities ten aanzien van kwantiteit, kwaliteit en betaalbaarheid; thema's die ook in de geactualiseerde woonvisie terugkomen. Ouderen vormen een steeds belangrijkere doelgroep. De vergrijzing en extramuralisering stellen eisen aan de kwaliteit van zowel bestaande als nieuwe woningen en vraagt om nieuwe arrangementen op het snijvlak van wonen, zorg en welzijn. In 2014 werden gesprekken gestart over de toekomst van verzorgingshuizen, zoals de Amandelbloesem. Via het project Comfortabel Wonen werden ouderen attent gemaakt op de mogelijkheden om hun woning 'senior proof' te maken. Subdoel 3: Een aantrekkelijk vestigings- en woonklimaat waaronder het Zaanse erfgoed 3.1 Cultuurhistorie inzetten als kwaliteit en inspiratiebron voor stedelijke ontwikkeling
Niet volledig haalbaar
Toelichting: In 2014 zijn diverse haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd, onder andere voor de Hemmes. Er werden geen cultuurhistorische verkenningen uitgevoerd. Al eerder werd geconstateerd dat de ambities ten aanzien van de uitvoering van de Erfgoedvisie moeten worden bijgesteld. Om die reden is eind 2014 gestart met de geplande actualisatie van het uitvoeringsprogramma. 3.2 Behoud, versterken en gebruik van het Zaanse erfgoed
Bijsturen
Toelichting: In 2014 zijn geen nieuwe monumenten aangewezen voor de gemeentelijke monumentenlijst, maar is wel een samenwerking gestart met de Vereniging Zaans Erfgoed om vanaf 2015 structureel tien tot vijftien monumenten op de lijst de plaatsen. Ten behoeve van het behoud van het bestaande erfgoed werden adviezen aan eigenaren gegeven voor de vergunning en instandhoudingssubsidies voor hun monument en werden restauraties begeleid, zoals bij de panden op het Hembrugterrein, Molenschuur de Pauw in Nauerna en de oude bakkerij in Westzaan. Tevens ondersteunde de gemeente het aanvragen van subsidies zoals voor de Bonifatiuskerk en Gebouw 197 op het Hembrugterrein; beide werden toegewezen. In 2014 zijn toekomstige huurders voor de Affuitenhal, het Optiekgebouw en gebouw 218 op het Hembrugterrein begeleid. Daarnaast worden binnen Zaanstad functiewijzigingen van andere monumenten begeleid, zoals kerken en recent in 2013 als monument aangewezen boerderijen. In Zaanstad staan veel leegstaande monumenten. De gemeente denkt mee over de herbestemming van deze monumenten en beweegt mee gedurende het ontwikkelingsproces en ingrepen op korte termijn. 3.3 Uitvoeren van archeologie als wettelijke taak
Op koers
Toelichting: Goede advisering draagt eraan bij dat de verplichting om tijdens bepaalde bouwprojecten archeologisch onderzoek uit te voeren, zo vorm kan worden gegeven dat dit zo min mogelijk hinder oplevert voor het bouwproces. In 2014 zijn verkennende onderzoeken gedaan bij onder andere Noordeinde in Wormerveer, Provily Sportpark Krommenie en molen De Pauw in Nauerna.
27
Subdoel 4: Realisatie van een aantrekkelijk buitengebied voor de bewoners van Zaanstad
4.1 Beter toegankelijke en ontsloten buitengebieden voor recreatiedoeleinden
Op koers
Toelichting: Zaanstad werkt mee aan een uitwerkingsplan voor investeringen in groen en recreatie ten behoeve van kwaliteitsverbetering in het Noordzeekanaalgebied. Daarnaast wordt er blijvend (samen)gewerkt aan de aanleg van recreatieve verbindingen en voorzieningen, bijvoorbeeld de openstelling van het voetpad Guisveld (augustus 2014), voorbereiding van het wandelpad door het Noorderveen en de aanleg van het fietspad Haansloot. In 2015 zal door de provincie en alle participanten van de schappen worden gewerkt aan het vormgeven van een nieuwe structuur van de recreatieschappen. 4.2 In stand houden van landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden van het buitengebied
Op koers
Toelichting: In samenwerking met partners wordt volop gewerkt aan het Uitvoeringsprogramma Inrichting & Beheer Kalverpolder. Het meest zichtbare is dat er watergangen zijn gebaggerd en dat oevers hersteld zijn. De beheerplannen Natura 2000 zijn opgesteld, de vaststelling wacht op definitieve vaststelling van rijksbeleid ten aanzien van stikstof. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft de ontwerp-Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) vanaf 10 januari 2015 ter inzage gelegd. Nu de provincie een besluit genomen heeft over de wijze van uitvoeren van de verbrakking van de polder Westzaan, te weten een verbrakking van het oppervlaktewater in het Guisveld, wordt in samenwerking met het Hoogheemraadschap gewerkt aan de technische voorbereidingen. De daadwerkelijke uitvoering start in 2016.
28
Product Monumenten & Archeologie Lasten Baten
Begroting
Realisatie
245
Verschil
246
1
0
0
0
Onttrekkingen
-77
-43
34
Saldo
168
202
34
Lasten
965
989
23
Baten
Ruimtelijke Ontwikkeling -663
-717
-54
Toevoegingen
129
165
36
Onttrekkingen
-873
-865
8
Saldo
-441
-429
13
Baten
-41
-72
-31
Saldo
-41
-72
-31
Lasten
1.084
806
-277
Baten
-340
-426
-86
Onttrekkingen
-133
-50
83
611
330
-281
3.654
3.254
-400
Vergunningen openbare ruimte
Wonen
Saldo Directe apparaatslasten Lasten Baten
0
0
0
Saldo
3.654
3.254
-400
Totaal programma Lasten
5.948
5.295
-653
Baten
-1.045
-1.216
-171
Toevoegingen
129
165
36
Onttrekkingen
-1.082
-959
124
3.951
3.286
-665
Saldo
Toelichting op afwijkingen per programma Binnen het programma Wonen resulteert per saldo een voordeel van ca. € 0,7 mln. Dit is o.a. veroorzaakt doordat: • aflossingen van particuliere leningen voor funderingsherstel vrijwel volledig hebben plaatsgevonden en er dus een lager dan begroot bedrag als oninbaar hoeft te worden afgeschreven (-272). • Als gevolg van vertraging in het project woonschepen er minder kosten zijn gemaakt (-83) waardoor ook de begrote onttrekking aan de hiervoor gevormde bestemmingsreserve niet plaats heeft gevonden (83) • er extra inzet is gepleegd op het regionale woningmarktproject, waarbij de kosten overigens voor 100% gedekt zijn door SRA-subsidies (extra baten product Wonen). Tot slot: de zgn. Hervormingsagenda ligt op schema. De bezuiniging verloopt stapsgewijs waarbij het de uiteindelijke doelstelling is om vanaf 2016 € 1,8 miljoen minder apparaatskosten te hebben in de ruimtelijke keten. Voor 2014 is deze taakstelling gerealiseerd. Zodanig dat er door de keuze om ontstane vacatures niet meer in te vullen zelfs minder kosten gemaakt zijn dan begroot (-400).
29
30
2.4.
Bereikbaarheid en mobiliteit
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
A.J.H. Verschuren C. Tip
Doel Het verbeteren van de bereikbaarheid van Zaanstad en het optimaliseren voor alle vervoersstromen. Hierbij stelt de gemeente Zaanstad zich de opgave om alternatieven voor het autovervoer aan te bieden.
Terugblik De acties uit de begroting 2014-2017 voor het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit zijn voor een belangrijk deel afgerond of liggen op koers. Zaanstad is goed vertegenwoordigd in de verschillende verkenningen, onderzoeken en planstudies die lopen naar de doorstroming en uitbreiding van de Rijkswegen rond en door Zaanstad. De provinciale studie naar de doortrekking van de A8 naar de A9 loopt volgens planning. Er is veel aandacht voor de doorstroming op de invals- en hoofdwegen binnen de gemeente. Er is op basis van de evaluatie gewerkt aan een plan van aanpak actualisatie parkeerbeleid. Begin 2015 is deze voor een zienswijze aangeboden aan de raad. Aan de alternatieven voor de auto wordt gewerkt. Zo is voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (de HOV Zaancorridor) in 2014 weer een project in uitvoering genomen waardoor de doorstroming van de bus verbetert. Om de verkeersveiligheid verder te verbeteren, is in 2014 gewerkt aan veiliger schoolomgevingen en het verwijderen van (overbodige) fietspaaltjes. Subdoel 1: Verbeteren van de bereikbaarheid van en naar en binnen Zaanstad Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
1
Verbeteren bereikbaarheid
ranking Zaanstad in Atlas Nederlandse Gemeenten m.b.t. 'bereikbaarheid van banen (auto + OV)'
Realisatie 2013
1.1 Verbeteren van de doorstroming op rijkswegen van en naar Zaanstad
Begroting 2014
Realisatie 2014
Plaats 14
Plaats 14
Op koers
Toelichting: Het Rijk is gestart met de MIRT-verkenning (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) corridor A7-A8 en is daarnaast een MIRT-onderzoek gestart naar het functioneren van de A9 vanaf Alkmaar tot aan knooppunt Raasdorp (Badhoevedorp). De provincie Noord-Holland, de Stadsregio Amsterdam en de gemeenten Zaanstad, Uitgeest en de IJmondgemeenten zijn in samenwerking gestart met de provinciale planstudie eerste fase Doortrekking A8-A9. In 2014 is de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Planstudie 'Verbinding A8-A9' afgerond. Hiermee is bepaald welke onderzoeken en welke daarvoor te gebruiken alternatieven in de planstudiefase worden uitgevoerd. Gemeente Zaanstad participeert zowel bestuurlijk als ambtelijk actief in deze trajecten. In 2014 is de oude gerenoveerde Coentunnel weer opengesteld, waarmee nu de volledige capaciteit van de opgewaardeerde oeververbinding beschikbaar is. 1.2 Verbeteren van de doorstroming op het hoofdwegennet in Zaanstad
Op koers
Geplande activiteit(en): • Nader onderzoek naar de mogelijkheden om via Dynamisch-Verkeersmanagement (DVM) de kruising Thorbeckeweg/Wibautstraat te ontlasten en de doorstroming op het hoofdwegennet in Zaandam te garanderen. • Onderzoek naar de verbetering van de (auto)bereikbaarheid van het Noordzeekanaalgebied. 31
Toelichting: Het Bewegwijzeringsplan is in 2014 afgerond. De aanbesteding voor de aanleg van het dynamisch parkeerverwijssysteem is eind 2014 gestart. Om de mogelijkheden van dynamisch verkeersmanagement (DVM) te verkennen is in het tweede kwartaal van 2014 een onderzoek GebiedsGericht Benutten (GGB) Zaanstad gestart, waarin onderzocht zal worden hoe het bestaande netwerk in Zaanstad beter benut kan worden. Dit onderzoek is naar verwachting eerste kwartaal 2015 gereed. Begin 2014 is een studie uitgevoerd naar benodigde maatregelen voor behoud van de doorstroming op het Prins Bernhardplein in de toekomst mede in relatie tot de verplaatsing en vernieuwing van het ZMC. De maatregelen zijn rond de zomer van 2014 uitgevoerd. Het onderzoek naar de verbetering van de (auto)bereikbaarheid van het Noordzeekanaalgebied is opgenomen in het Uitvoeringsprogramma NZKG 2040. Het onderzoek zal in 2015 worden opgestart. 1.3 Verbeteren van de bereikbaarheid van Zaanstad per spoor
Op koers
Toelichting: Het onderzoek naar de mogelijkheden om een fietstunnel bij de Guisweg te realiseren is in 2014 afgerond. Er zal niet verder worden ingezet op een solitaire oplossing voor de fiets alleen. Met de raad is inmiddels afgesproken om de verschillende ontwikkelingen (doortrekking A8-A9, MIRT-verkenning A7-A8, Guisweg) die rondom dit knelpunt lopen aan elkaar te koppelen om zodoende een integrale oplossing te ontwikkelen die recht doet aan alle modaliteiten. Het onderzoek naar deze oplossing is eind 2014 opgestart en zal medio 2015 de eerste resultaten moeten opleveren. . 1.4 Verbeteren van het parkeren
Op koers
Geplande activiteit(en): • Evalueren van de Parkeervisie. Toelichting: De evaluatie is begin 2014 afgerond. Op basis van deze evaluatie wordt nu gewerkt aan een actualisatie van het parkeerbeleid. Subdoel 2: Meer en aantrekkelijke alternatieven voor het autogebruik bieden 2.1 Verbeteren doorstroming en capaciteitsvergroting vaarwegennet
Op koers
Geplande activiteit(en): • Instellen bootverbinding Amsterdam-Zaandam als vervolg op de voorgaande jaren. Samen met partners onderzoeken hoe deze bootverbinding op termijn verder kan uitgroeien. • Meewerken aan het project 'Blauwe Golf' van de provincie Noord-Holland. Toelichting: Op 13 maart jongstleden zijn nadere samenwerkingsovereenkomsten tussen de Provincie Noord-Holland, gemeente Wormerland en gemeente Zaanstad voor de Zaanbrug en Wilhelminasluis ondertekend. De provincie heeft aan Heijmans de opdracht gegeven voor het ontwerpen en realiseren van de vernieuwing van de Wilhelminasluis. De werkzaamheden aan de Wilhelminasluis zijn, vanwege noodzakelijke (her)berekeningen aan de voorgenomen constructie, een aantal maal stilgelegd door de aannemer waardoor de planning aanzienlijk is vertraagd en opgeschoven. Hierdoor vindt de stremming van de sluis niet plaats in februari 2015. De provincie werkt op dit moment samen met de aannemer aan een inhoudelijke oplossing. Daarna kan de aannemer een nieuwe planning opstellen. Ruim 2.000 recreatievaartuigen zijn afgelopen zomer via de Groote Sluis geschut. Het vaarseizoen 2014 is met betrokken partijen geëvalueerd. Er wordt enthousiast teruggekeken op deze periode. Over het algemeen is men tevreden over de samenwerking tussen de partijen en de organisatie in relatie tot de bediening. De 32
technische staat van de Groote Sluis is nog steeds een punt van aandacht. Voor het vaarseizoen van 2015 wordt samen met het Hoogheemraadschap bekeken hoe de noodzakelijke reparaties uit te voeren. De opening van de Groote Sluis kent in 2015 nog een tijdelijk karakter in verband met de werkzaamheden aan de Wilhelminasluis, waardoor onder andere het sluisgebied werkterrein is van de aannemer van de Wilhelminasluis. De Zaanboot (verbinding naar Amsterdam) heeft ook in 2014 gevaren. In het najaar is met partijen (onder andere de provincie Noord-Holland) onderzocht of en hoe een definitieve bootverbinding vorm kan krijgen. De resultaten hiervan worden in eerste deel 2015 aangeboden aan de raad. Ook voor de Zaanhopper (verbinding Zaanse Schans) ontvangt u begin 2015 een concept voor de volgende jaren worden. Het project 'Blauwe Golf' wordt begin 2015 afgerond. 2.2 Doorstroming, snelheid en comfort openbaar vervoer (bus) bevorderen
Op koers
Toelichting: De aanleg van de Hoogwaardige Openbaar Vervoer verbinding (HOV) Zaancorridor loopt in 2014 door. Het werk wordt conform de afspraken met de stadsregio uitgevoerd. In de zomer van 2014 zijn de versnellingsmaatregelen rondom de Gerhardtstraat/Peperstraat uitgevoerd. 2.3 Verbeteren condities fietsgebruik
Op koers
Toelichting: Ter bevordering van ketenmobiliteit (fiets-OV) zijn de afgelopen paar jaar ruim driehonderd fietsparkeerplekken gerealiseerd bij regionale bushaltes. Hiermee is dit project afgerond. Om de verkeersveiligheid op de fietspaden verder te verhogen is het 'fietspaaltjesproject' uitgevoerd. Het resultaat hiervan is dat na consultatie van de gebruikers ruim honderd fietspaaltjes zijn verwijderd. Diverse acties zijn uitgevoerd om de verkeersveiligheid rondom scholen te verbeteren. Inmiddels zijn vrijwel alle schoolomgevingen verkeersveilig ingericht.
Product Parkeren
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
1.220
1.200
-20
Baten Saldo
-3.259 -2.039
-3.201 -2.001
58 38
2.465
1.833
-633
-8
-45
-37
0 2.457
90 1.877
90 -580
1.173
1.254
81
Verkeer en Vervoer Lasten Baten Toevoegingen Saldo Directe apparaatslasten Lasten Baten
0
-44
-44
Saldo
1.173
1.211
37
Totaal programma Lasten
4.859
4.287
-572
Baten
-3.267
-3.290
-23
0
90
90
1.592
1.087
-505
Toevoegingen Saldo
33
Toelichting op afwijkingen per programma Het Zaans Verkeer Vervoersplan kent een gewijzigde fasering in de uitvoering van de projecten parkeerplaatsen Saendelft en fietsparkeren, waardoor de realisatie nu plaatsvinden in 2015 en 2016. Dat leidt tot lagere lasten in 2014 (-177). Daarnaast geeft een lager uitgevallen aanbesteding op de aanpassing van het Prins Bernardplein een voordeel (-364). Beide onderschrijdingen leiden tot een lagere onttrekking aan het investeringsfonds (zie programma 15) en hebben per saldo dus geen effect op het resultaat 2014. Wel levert de lagere aanbesteding van het Prins Bernardplein een toekomstige verruiming op in het Investeringsfonds.
34
2.5.
Milieu
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
D. Emmer C. Tip
Doel Zaanstad streeft naar een klimaatneutrale stad in 2020, met een goed en gezond leefklimaat voor de huidige en nieuwe inwoners en bezoekers.
Terugblik De acties uit de Begroting 2014-2017 voor het programma milieu liggen over het algemeen op koers. De routekaart klimaat is geactualiseerd en heeft een nieuwe naam gekregen die beter de lading dekt: de Zaanse Energie Agenda 2014-2018. Energie is hiermee onderdeel geworden van alle programma's en is één van de leidende thema's in de Begroting 2015-2018. Voor de actualisatie hebben stadsgesprekken plaatsgevonden met bewoners, bedrijven en corporaties. Reductie van energiegebruik, productie van duurzame energie en innovatie blijven de pijlers van het beleid. Speerpunten daarbij zijn energiebesparing in de gebouwde omgeving, het realiseren en uitbreiden van een warmtenet, en het verder uitwerken van slimme energienetwerken (smart grids). In 2014 zijn enkele belangrijke stappen gezet in het ontwikkelen van een warmtenet in Zaanstad waarbij producenten van warmte zoals bedrijven, warmte leveren aan bijvoorbeeld huishoudens of andere bedrijven. Daardoor is er zicht op realisatie van een eerste schakel in 2015/2016. Op bodemgebied is het onderzoek naar spoedlocaties vrijwel afgerond en zijn ook de andere acties uit de begroting uitgevoerd. Het Bodemprogramma 2010-2014 is met een jaar verlengd zodat de periode van het bodemprogramma voortaan overeenkomt met de periode van het met het Rijk te sluiten bodemconvenant. Inmiddels is de voorlopige verdeling van de bodemgelden van het Rijk voor de periode 2016-2020 bekend en kan worden gestart met het opstellen van het gemeentelijke Bodemprogramma 2016-2020. Ten aanzien van geluid zijn de projecten uit het Geluidsaneringsprogramma uitgevoerd. Het nieuwe Hogere Waardebeleid en het Actieplan Geluid zijn begin 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. Het geurbeleid heeft in 2014 ter inzage gelegen en er heeft nog een extra consultatieronde met bedrijven plaatsgevonden. Het geurbeleid zal in 2015 ter besluitvorming worden aangeboden aan de raad. Verder is het Afvalstoffenplan 2009-2013 geëvalueerd en zijn er extra voorzieningen gerealiseerd om het gescheiden inzamelen van afval te verbeteren. Er is een start gemaakt met het opstellen van het Grondstoffenplan dat het Afvalstoffenplan naar verwachting medio 2015 zal vervangen. Subdoel 1: Halvering van de milieubelasting in 2020 Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Terugdringen milieubelasting
Aantal milieubelaste woningen
60.000
50.000
55.000
Toelichting: Door de uitgevoerde maatregelen is het aantal milieubelaste woningen op het gebied van bodem en geluid afgenomen. Deze woningen worden echter nog wel belast door geur. Bij implementatie van het nieuwe geurbeleid zal dit aantal aanzienlijk dalen. Om een beter inzicht te krijgen in de afname van de milieubelasting wordt met ingang van de Kadernota 2016-2019 niet langer gerapporteerd over het aantal milieubelaste woningen, maar op effectindicatoren voor de verschillende milieuthema's (bodem, geluid en geur). 35
1.1 Beperken risico's van bodemverontreiniging voor functioneel gebruik
Op koers
Toelichting: De uitvoering van het Bodemprogramma 2010-2014 is voortgezet, waaronder langlopende saneringen en nazorgtrajecten als Scado, Busch en Dam en Kan Palen. Op de saneringsaanpak van de gasfabriek Krommenie heeft een review plaatsgevonden door Deltares. De conclusie is dat de voorgenomen aanpak kan worden gehandhaafd en in 2015 wordt opgestart. Het onderzoek naar spoedlocaties is vrijwel afgerond. Er resteren nog slechts enkele locaties die in 2015 zullen worden afgerond. 1.2 Terugdringen geluidbelaste woningen
Op koers
Toelichting: Het Actieplan Geluid heeft in 2014 ter inzage gelegen. In het Actieplan zijn vooral maatregelen opgenomen die de gemeente zelf uit kan voeren. De raad heeft het Actieplan begin 2015 vastgesteld (2015/185927), zodat gestart kan worden met het uitvoeren van de acties. Het Geluidsaneringsprogramma loopt tot en met 2014. De acties zullen begin 2015 worden afgerond. Naast het Geluidsaneringsprogramma is geluidsanering uitgevoerd bij woningen in Assendelft die daarvoor in aanmerking kwamen . 1.3 Terugdringen geurbelaste woningen
Bijsturen
Toelichting: Er heeft een extra consultatieronde over het geurbeleid plaatsgevonden met bedrijven. Vervolgens heeft het geurbeleid gedurende tien weken ter inzage gelegen. Het geurbeleid zal begin 2015 ter besluitvorming worden aangeboden aan de raad. Bij een aantal bedrijven loopt op dit moment een revisie van de vergunning of melding Activiteitenbesluit. De verwachting is dat door het uitvoeren van het geurbeleid het aantal geurbelaste woningen uiteindelijk zal halveren van 60.000 tot 30.000 woningen. Subdoel 2: Zaanstad streeft naar klimaatneutraliteit in 2020 2.1 Terugdringen energiegebruik
Op koers
Toelichting: Bij de gemeentelijke energiegebruikers (gebouwen, rioolgemalen, etc.) zijn slimme meters geplaatst, waardoor het energiegebruik van de gemeentelijke organisatie gemonitord kan worden. Er hebben gesprekken plaatsgevonden met corporaties om te komen tot afspraken over energiebesparende maatregelen in het corporatiebezit. Met de Omgevingsdienst is een traject in gang gezet om bedrijven te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen. In 2014 is een aantal subsidieregelingen voor energiebesparende maatregelen uitgevoerd voor particulieren en bedrijven. Hiervan is beperkt gebruikgemaakt. De in het najaar opengestelde Impulsregeling Duurzame Bedrijven Zaanstad is overtekend. 2.2 Meer duurzame energieproductie
Op koers
Toelichting: Ten aanzien van het te ontwikkelen warmtenet is een aantal succesvolle tussenresultaten behaald, zoals de subsidietoekenning voor engineering Warmtenet Noord en de afspraken over de biomassacentrale bij het ZMC. Daardoor is er zicht op realisatie van de eerste schakels in het warmtenet in 2015/2016. Eind 2014 heeft de provincie het beleid ten aanzien van windenergie iets versoepeld, waardoor er in Zaanstad wat meer mogelijkheden ontstaan voor windenergie. Verder heeft Zaanstad ook dit jaar weer meegedaan aan een gezamenlijke inkoopactie van zonne-energie. Hierbij hebben 250 Zaanse huishoudens besloten om in totaal ruim 2400 zonnepanelen te installeren. 2.3 Stimuleren van innovatie
Op koers
Toelichting: Het project Optimus bevindt zich nog in de voorbereidende fase.
36
Op basis van de energie-innovatieagenda van Zaanstad is ruim €1,2 miljoen aan subsidies verworven, onder meer voor de ontwikkeling van het slim en open energienet Zaanstad Noord en voor kennisdeling (urban learning). Subdoel 3: Intensiveren van het hergebruik van grondstoffen 3.1 Zoveel mogelijk grondstoffen die ontstaan bij huishoudens, Op koers gescheiden inzamelen en voor hergebruik beschikbaar stellen, zodat minder restafval wordt verbrand en wordt bijgedragen aan de klimaatdoelstelling Toelichting: Het Gemeentelijk Afvalstoffenplan is geëvalueerd; extra voorzieningen voor het gescheiden inzamelen zijn gerealiseerd. Er is gestart met het Grondstoffenplan dat via een interactief proces met de raad vorm zal krijgen. Het Grondstoffenplan zal medio 2015 ter besluitvorming worden aangeboden aan de raad. Subdoel 4: Zorgen voor een goed dierenwelzijn in Zaanstad 4.1 Een maatschappelijk geaccepteerde omgang met dieren realiseren in Zaanstad
Op koers
Toelichting: De acties uit de Beleidsnota Dierenwelzijn zijn uitgevoerd. Omdat de overeenkomst met de Zaanse Stichting Dierenzorg eind 2014 afliep, is een nieuwe overeenkomst opgesteld. Product Bodembeheer
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
379
417
38
Baten
-877
-872
4
Toevoegingen
3.243
3.201
-42
Onttrekkingen
-415
-415
0
2.331
2.331
0
Lasten
15.246
15.165
-80
Baten Saldo
-18.303 -3.057
-18.233 -3.068
70 -11
Saldo Huishoudelijke afvalstoffen
Klimaat Lasten
854
846
-8
Baten
-549
-549
0
Toevoegingen
0
0
0
Onttrekkingen Saldo
-921 -617
-925 -629
-4 -12
Lasten
2.891
2.962
71
Baten
-104
-168
-64
-407 2.379
-377 2.416
30 37
1.455 1.455
1.498 1.498
42 42
Milieu
Onttrekkingen Saldo Directe apparaatslasten Lasten Saldo
37
Totaal programma Lasten
20.825
20.887
Baten
63
-19.833
-19.822
10
Toevoegingen
3.243
3.201
-42
Onttrekkingen Saldo
-1.744 2.491
-1.718 2.548
26 57
38
2.6.
Grondzaken en gebiedsontwikkeling
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
A.J.H. Verschuren C. Tip
Doel De uitvoering mogelijk maken van ruimtelijk en maatschappelijk gewenste ontwikkelingen in de gemeente Zaanstad.
Terugblik In het afgelopen jaar stegen de woningprijzen en steeg het aantal woningverkopen. Dat heeft gevolgen voor de belangstelling vanuit de markt voor woningbouwontwikkeling. Daar neemt de belangstelling toe en het aantal initiatieven ook. Een hoopvol begin van herstel. In 2014 is de samenwerking van de gemeente in de GEM Saendelft beëindigd. De wijk wordt afgebouwd door de ontwikkelaars die de GEM voortzetten. Subdoel 1: Gebiedsontwikkelingen in Zaanstad mogelijk maken 1.1 Middelen worden gericht ingezet voor maatschappelijke gewenste ontwikkelingen
Bijsturen
Toelichting: Op grond van het project 'Prioritering: kiezen is noodzakelijk’ heeft de gemeente Zaanstad de focus voor de gemeentelijke opgave bepaald. Ondanks een voorzichtig economisch herstel is de impact op gebiedsontwikkeling nog steeds merkbaar, met invloed op de voortgang van projecten. Dit kan variëren van vertraging, aanpassing tot stopzetting. Op basis van het project ‘Prioritering: kiezen is noodzakelijk’, lag de focus voor de gemeentelijke opgave in 2014 op projecten met maatschappelijke urgentie. Daarnaast wordt prioriteit gegeven aan projecten waar de gemeente grondpositie of een groot financieel belang heeft en aan projecten die een strategische positie hebben. Projecten met maatschappelijke urgentie Heroriëntatie van instrumenten Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ) De studie naar de inzet van de BKZ voor woningverbetering wordt in 2015 afgerond. Zie hiervoor programma 3, paragraaf 2.1 Programma Zaandam Zuidoost wordt afgebouwd. Per deelgebied (Poelenburg, Rosmolenwijk en Kleurenbuurt) zijn afspraken gemaakt over het vervolg, waarbij verantwoordelijkheid komt te liggen daar waar hij hoort. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor de herstructurering van de openbare ruimte en de corporaties hebben de verantwoordelijkheid voor de herstructurering van de woningvoorraad. Dit heeft in 2014 geleid tot (financiële) afronding van programma Rosmolenwijk (Parteon levert een bijdrage aan de herinrichting van de openbare ruimte) en tot een investeringsbesluit voor herinrichting van de straat Poelenburg. Projecten met grondpositie / groot financieel belang HoogTij: Op Hoogtij was belangstelling van bedrijven voor een kavel. Het gaat in totaal om 4,7 ha. De kavels worden e e uitgegeven in het 1 en 2 kwartaal van 2015.
39
Voor de geraamde verslechtering van de gemeentelijke grondexploitatie en de RON, door de verwachte bijstelling van de parameters, heeft Zaanstad met MPG 14.2 aan het bestuur voorgesteld om de verliesvoorziening van 1.400 te verhogen met 8.500. In totaal bedraagt de verliesvoorziening nu 9.900. Hemmes Het gebiedsontwikkelingsplan de Hemmes wordt toegelicht onder programma 3, wonen en ruimtelijke ontwikkeling Pilotgebieden Tenderprocedures Het college heeft eind 2014 een besluit genomen over de aanpak en te hanteren kaders bij de pilotgebieden, te weten Rosariumgebied, Fortuinschool en Gasfabriekterrein, alle in Krommenie. Het college geeft ruimte om van de kaders af te wijken in ruil voor draagvlak in de buurt. In de eerste helft van 2015 vindt de openbare aanbesteding van de grondverkoop van de Fortuinschool plaats. Inverdan West: De Eilanden. Aan de westkant van het station is de aantrekkende werking van de woningmarkt merkbaar. Er is gestart met het uitgeven van de eerste vrije kavels van De Zaanse Eilanden. Projecten met een strategische positie Voltooien van Inverdan Centrum Het centrumgebied is met de herinrichting van de Rozengracht en het Rustenburg nagenoeg afgerond. Een aandachtspunt voor het centrum is voldoende fietsparkeerplekken. Onderzoeksbureau Locatus heeft in het najaar van 2014 het aantal bezoekers geteld. Dit aantal (174.700) laat een stijging zien ten opzichte van 2013. Ook in 2014 is het programma Inverdan in de prijzen gevallen. Het nieuwe stadscentrum heeft op 13 november 2014 de Arie Keppler Prijs gewonnen in de categorie ruimtelijke ordening. De Arie Keppler Prijs is dé prijs voor ruimtelijke kwaliteit in Noord-Holland en wordt uitgereikt door WZNH. Inverdan Knoop In 2014 is het belang bevestigd van de identiteit en de kwaliteit die het programma Inverdan aan het centrum van Zaanstad heeft gegeven. Ook is de toegevoegde waarde van het cultuurcluster en de spooroverbouwing voor het gebied, waarmee de verbinding tussen Zaandam West en het nieuwe centrum wordt gerealiseerd, benadrukt. Er heeft een aanbesteding plaatsgevonden voor de winkels op de overbouwing van de Provinciale weg en eind 2014 is de bouw gestart. Eind 2014 is het Zaanse architectenbureau Nunc geselecteerd voor de spooroverbouwing inclusief de fietsenstalling. Voor het cultuurcluster wordt verwezen naar het Programma Cultuur. Inverdan Stationsgebied West Aan de westkant van het station is de aantrekkende werking van de woningmarkt merkbaar. Er is gestart met het uitgeven van de eerste vrije kavels van De Zaanse Eilanden. De verkopen van de projecten Aubade, Zaans Goed en blok 3 van de Zaanse Strip zijn positief verlopen. Planontwikkeling is onder andere gestart voor de locatie Cypres/Letterhout. Het voormalige stadskantoor is verkocht aan Deen, er komt een supermarkt met daarboven jongerenwoningen. ZaanIJ ZaanIJ heeft als kernvraagstuk om de braakliggende terreinen en leegstaande panden aan de Zaan en aan het IJ (Noordzeekanaal) nieuw leven in te blazen. Met het opnieuw betekenis geven aan die panden en plekken wil ZaanIJ in de komende decennia een bijdrage leveren aan de kwalitatieve- en kwantitatieve groei (30.000 woningen en 30.000 arbeidsplaatsen) van Zaanstad en aan die van de metropoolregio Amsterdam. ZaanIJ richt zich hierbij op een transformatie waarbij in ieder project de Zaanse dynamiek leidend is om in één gebied levendigheid en sociale veiligheid na te streven door bedrijvigheid, recreatie en toerisme en woningbouw ruimtelijk door elkaar en dichtbij elkaar te houden. Hierdoor wordt een positieve bijdrage 40
geleverd aan de (binnen)stedelijke vernieuwing en vindt een verbetering plaats van het vestigingsklimaat in Zaanstad. Bij de uitvoering van de ZaanIJ-projecten worden vele (beleids)doelstellingen bediend en is duurzaamheid de rode draad omdat behoud van cultuur-historisch erfgoed, bevordering van het aandeel van groene energie of klimaatneutrale gebouwen en een onderscheidende en mooie vormgeving en inrichting bedoeld zijn om de ZaanIJ-projecten een duurzaam karakter te geven. Een belangrijke voorwaarde voor transformatie van delen van de ZaanIJ-oevers is een afname van de milieubelasting door de industrie. Het ZaanIJ-project Zaans Proeflokaal (ZPL) draagt bij aan minder milieuoverlast voor bewoners en bevordert een gezond leefklimaat en woningbouwontwikkeling: de stevige opgave is om de typisch Zaanse mix van wonen en werken toekomstbestendig te maken en de industrie in de stad te houden onder verbeterde milieucondities. In een open dialoog wordt door ZPL samen met de grote industriële bedrijven langs de Zaan (thans vier bedrijven in het gebied tussen de Rijksweg A8 en de Guisweg) toegewerkt naar het verenigen van de belangen. IKEA Het moederbestuur heeft aan alle IKEA-landen opgedragen om hun totale marktgebieden te onderzoeken op basis van economische ontwikkelingen, toekomstverwachtingen en de mogelijkheden van multichannel retailing (e-commerce en bijbehorende distributie). IKEA Nederland heeft de gemeente Zaanstad verzocht om de termijn van de goedkeuring door IKEA in de reeds gesloten anterieure overeenkomst te verlengen naar 1 mei 2015. Dit levert vertraging op in de mogelijke komst van IKEA naar Zaanstad. Zaans Medisch Centrum (ZMC) Het ZMC is in 2014 gestart met de bouw van het ziekenhuis. Het nieuwe ziekenhuis wordt eind 2016 geopend. Nauerna In 2014 is de wijzigingsovereenkomst Nauerna ondertekend. Voor Zaanstad is deze overeenkomst van belang vanwege de voortgang in het proces. Daarnaast is 2014 de verklaring van geen-bedenkingen die benodigd is voor het afgeven van de omgevingsvergunning door de raad afgegeven en is het nieuwe bestemmingsplan in ontwerp vastgesteld. Voor de informatie over de ontwikkeling van de projecten wordt verwezen naar het MPG 15.1. 1.2 Investeringen in maatschappelijke ontwikkeling worden zoveel mogelijk uitgevoerd door private ontwikkelaars
Op koers
Toelichting: In 2014 hebben twintig vastgoedtransacties plaatsgevonden voor een totale verkoopsom van € 4.580.000. Hierop worden de boekwaarden van de betreffende objecten voor de jaarcijfers nog in mindering gebracht. Opvallende transacties daarbij waren de verkoop van het voormalige Stadskantoor en het gekraakte pand aan de Botenmakersstraat. Het stadskantoor wordt ontwikkeld als woongebouw voor starters op de woningmarkt met op de begane grond detailhandel (supermarkt). Dit was overeenkomstig de wens om op het stationsplein van Inverdan West meer levendigheid te organiseren en er een aantrekkelijk stationsplein van te maken. De Botenmakersstraat is bijzonder omdat het na jaren gelukt is een koper te vinden die, ondanks het feit dat het pand gekraakt was, toch mogelijkheden zag om een haalbaar woningbouwplan te realiseren. De omgevingsvergunning is 1 oktober 2014 aangevraagd en het gebouw is op 28 november 2014 door de ME ontruimd. Op de Gedempte Gracht zijn vier kiosken gerealiseerd en verhuurd. Tevens is inmiddels gestart met de voorbereiding van de bouw van de kiosken op het stationsplein naast het stadhuis. De overige verkopen betroffen, naast enkele gebouwtjes met ondergrond, vooral groenstroken en erven.
41
Om de gemeentelijke vastgoedportefeuille onder de aandacht te brengen, is een website gemaakt waar objecten en ontwikkellocaties die de gemeente wenst af te stoten, te koop staan. (www.vastgoedinzaanstad.nl). In 2014 hebben 94 omzettingen van het recht van erfpacht naar vol eigendom bij woningen plaatsgevonden. Daarnaast hebben drie omzettingen plaatsgevonden bij bedrijven. De totale verkoopsom van de erfpachtomzetting bedroeg € 2.147.000. Hierop worden de boekwaarden van de betreffende objecten voor de jaarcijfers nog in mindering gebracht. De gemeente heeft de ontwikkelaar van de Spoorstrip gefaciliteerd door het aanbieden van de BKZerfpachtconstructie. Dit heeft ertoe geleid dat er een aanvang is gemaakt met de bouw van het project. Uiteindelijk is er door de kopers van de woningen geen gebruik gemaakt van deze constructie en zijn alle woningen in vol eigendom verkocht. De ontwikkeling van de Bannehof wordt opgepakt, er is veel belangstelling voor Fortuinschoollocatie en Provily Slibkuil. Daarvoor zijn aanbestedingsprocedures gestart. Subdoel 2: Beheer van en keuzes binnen de vastgoedportefeuille mogelijk maken 2.1 Exploitatie, beheer en onderhoud van de vastgoedportefeuille, met oog voor zowel financieel als maatschappelijk rendement
Op koers
Toelichting: Bij de begroting 2015-2018 is het onderhoudsbudget van het gemeentelijke vastgoed vanaf 2015 verhoogd met een jaarlijks bedrag (370), zodat dit structureel goed onderhouden kan worden. Het jaarlijkse onderhoudsbudget is gebaseerd op een tienjaars gemiddelde, dat aansluit op het geactualiseerde Meerjarig onderhoudsplan (MJOP 14.2), waarin nu ook de benodigde onderhoudsbudgetten voor de Brandweerpanden en het Stadhuis op het juiste niveau zijn opgenomen. Het saldo van het jaarlijks beschikbare budget wordt ten opzichte van de werkelijk gedane uitgaven aan onderhoud in dat jaar gedoteerd of onttrokken aan de voorziening Onderhoud Vastgoed. Gekoppeld aan de structurele verhoging van het reguliere onderhoudsbudget bij de begroting 2015-2018, heeft er bij de Najaarsrapportage 2014 een vrijval van 2,360 miljoen vanuit de voorziening Onderhoud Vastgoed kunnen plaatsvinden.
42
Product Erfpacht
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
3.458
3.506
48
Baten Saldo
-2.061 1.397
-3.390 116
-1.329 -1.281
Gebiedsontwikkeling Lasten
52.741
39.186
-13.556
Baten
-34.503
-24.973
9.530
Toevoegingen
4.861
4.851
-10
Onttrekkingen Saldo
-12.316 10.784
-8.658 10.405
3.657 -379
Vastgoed Lasten
6.662
6.662
0
Baten
-7.602
-7.837
-236
-10 -949
-10 -1.185
0 -236
Onttrekkingen Saldo Directe apparaatslasten
1.630
1.087
-543
Baten
-68
-76
-8
Saldo
1.562
1.012
-550
Lasten
64.492
50.441
-14.050
Baten
Lasten
Totaal programma -44.233
-36.277
7.957
Toevoegingen
4.861
4.851
-10
Onttrekkingen
-12.326
-8.668
3.657
12.794
10.347
-2.447
Saldo
Toelichting op afwijkingen per programma De afwijkingen op het programma Grondzaken en Gebiedsontwikkeling worden voor een groot deel veroorzaakt door de permanente bijstellingen/actualisaties in de ramingen van de gemeentelijke grondexploitaties. Voor een nadere verklaring van deze afwijkingen (met per saldo een neutraal effect voor de jaarrekening als gevolg van het sluitende systeem van Grondzaken door verevening met de Algemene Reserve Grondzaken) verwijzen wij u kortheidshalve naar de uitgebreide verschillenanalyse van het gelijktijdig met deze Jaarstukken 2014 aangeboden MeerjarenPerspectief Grondzaken (MPG 15.1). Verder is er sprake van een voordeel dat voornamelijk verklaard wordt door een meevaller op een rioleringsproject en herfasering van een rotonde, beiden op het Hembrugterrein (-312), waardoor een lagere onttrekking aan het Investeringsfonds heeft plaatsgevonden (zie ook P15). En is sprake van diverse kleinere voordelen (-429) op product gebiedsontwikkeling. Daarnaast rondde de gemeente op de valreep van 2014 nog een forse omzetting van erfpachtgrond naar vol eigendom af (-1.300). Dit resultaat is gesaldeerd met de bij de Najaarsrapportage 2014 gemelde afboeking als gevolg van de verkoop op het Stadskantoor (product Vastgoed), waarna het restant (conform de Financiële Verordening) is toegevoegd aan de reserve Investeringsfonds (789). Dat is € 0,6 mln. meer dan de begrote toevoeging.
43
Tot slot: de zgn. Hervormingsagenda ligt op schema. De bezuiniging verloopt stapsgewijs waarbij het de uiteindelijke doelstelling is om vanaf 2016 € 1,8 miljoen minder apparaatskosten te hebben in de ruimtelijke keten. Voor 2014 is deze taakstelling gerealiseerd. Zodanig dat er als gevolg van de keuze om ontstane vacatures niet meer in te vullen en de verhoogde productiviteit zelfs minder kosten gemaakt zijn dan begroot (-550).
44
2.7.
Jeugd en onderwijs
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
J. Olthof (Jeugd), D. Emmer (Onderwijs) D. Stuurman
Doel Zaanstad is een plek waar jongeren veilig en gezond kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en een goed opleidingsniveau kunnen behalen. Ook bindt Zaanstad jongeren aan zich door hen een goede woon-, leef-, leer- en werkomgeving te bieden.
Terugblik Het gaat goed met de meeste jongeren in Zaanstad. De doelstellingen om jongeren gezond en veilig te laten opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en een goed opleidingsniveau kunnen behalen zijn gehaald. Het was ook een enerverend jaar met de inwerkingtreding van de Jeugdwet. Met de wet werd definitief bekend welke eisen aan gemeenten worden gesteld om de jeugdhulp te organiseren en werd duidelijk wat de te besteden budgetten waren in 2015. Op basis daarvan vond de verdere inrichting van de jeugdhulpverlening in Zaanstad plaats. Met vijf Jeugdteams wordt jeugdhulp dicht bij huis aangeboden. Voor de specialistische jeugdhulp zijn de contracten met de grote (bovenregionaal) werkende jeugdhulpaanbieders voor de regio Amsterdam afgesloten. Verder is een groot aantal ZZP‘ers voor jeugdhulp digitaal gecontracteerd. In samenwerking met de regiogemeenten in Zaanstreek-Waterland is het meldpunt AMHK/Veilig Thuis opgericht, dat ondergebracht is bij de GGD Zaanstreek-Waterland. De verordening voor de Jeugdhulp, de beleidsregels voor PGB en de mandaten voor de uitvoering van de jeugdhulp door de Jeugdteams en Veilig Thuis zijn vastgesteld. Het PGB-beleid is verder uitgewerkt en er zijn veel communicatiemiddelen ingezet om te informeren over de veranderingen in de jeugdhulpverlening vanaf 2015. De processen achter de geleverde zorg zoals facturering, verslaglegging en verlening van beschikkingen zijn ingeregeld om de kinderen, ouders en hulpverleners goed van dienst te kunnen zijn. In het onderwijs zijn de bestaande voorzieningen om onderwijsachterstanden al op jonge leeftijd te verminderen in 2014 verder uitgebreid en geïntensiveerd. Met de oprichting van de Zaanse Brede School Academie (BSA) hebben we een voorziening opgezet die zich richt op een nieuwe doelgroep. Leerlingen in de bovenbouw van de basisschool met een meer dan gemiddelde intelligentie en motivatie maar met mindere prestaties voor taal krijgen de kans om in een intensief traject op de BSA hun taalprestaties op havoniveau te brengen. De aanpak van voortijdig schoolverlaters en jongeren die dreigen uit te vallen of uitvallen heeft steeds meer effect. Het percentage voortijdig schoolverlaters is in het schooljaar 2012-2013 verder afgenomen. Ook zijn er in 2014 meer jongeren, die dreigen uit te vallen op school of al uitgevallen zijn, weer terug naar school geleid of volgen zij een leer-werktraject. Door alle veranderingen in het maatschappelijke domein (de drie decentralisaties, Passend Onderwijs) was een integrale benadering een belangrijk speerpunt. Zo is er gekozen om het jongerenwerk onder te brengen bij de sociale wijkteams, stemmen de Jeugdteams en de SWT’s de ondersteuning en hulp aan een gezin met elkaar af als de situatie daar om vraagt. Het onderwijs schakelt het Jeugdteam in als dat nodig is vanuit de vraag van het kind.
45
Subdoel 1: Kinderen en jongeren groeien in Zaanstad gezond en veilig op Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Kinderen en jongeren groeien in Zaanstad gezond en veilig op
aantal meldingen / doorverwijzingen naar geïndiceerde vormen van jeugdhulpverlening
nvt
540
447
Gerealiseerd 1.1 Opvoedingsondersteuning Toelichting: Centrum Jong heeft op basis van de vraag cursussen en trainingen voor kinderen en hun ouders. Belangrijk accent ligt hier op de samenwerking met de kinderopvang en het onderwijs, maar ook in de afstemming van de werkwijze tussen de Centra Jong en de Jeugdteams als de hulpvraag complexer is en verder gaat dan preventie. 1.2 Voorbereiden van de decentralisatie jeugdzorg
Gerealiseerd
Geplande activiteit(en): • Voorbereiden uitbreiding en doorontwikkeling van de Jeugdteams in de proeftuin Jeugdteams. • Opstellen van verordening, het inrichten van het inkoopproces en de informatievoorziening (ICT). • Voortzetten opdrachtgeverschap ambulante jeugdzorg door de gemeente Zaanstad in plaats van de Stadsregio Amsterdam. • Met het onderwijs wordt het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) afgerond over de ondersteuningsplannen voor Passend Onderwijs en de samenhang met de jeugdzorg. Toelichting: Met de afname van het aantal meldingen naar geïndiceerde vormen van hulpverlening zien we dat een beweging in gang is gezet, die we graag willen. Er is nu nog geen eenduidige verklaring te geven, maar het heeft in ieder geval te maken met het rechtstreeks verwijzen (zonder tussenkomst van Bureau Jeugdzorg) naar specialistische zorg en met het wijkgerichte werk van de Jeugdteams. Dat laatste is bemoedigend, het betekent dat er meer hulp en ondersteuning in de wijk opgepakt wordt. Dat komt ook tot uiting in minder jeugdhulp vanuit het gedwongen kader en minder uithuisplaatsingen. Bovengenoemde activiteiten zijn afgerond. Binnen de proeftuin Jeugdteams is er vanaf maart een dekkend stelsel van Jeugdteams (in totaal vijf). De verordening voor de jeugdhulp, beleidsregels voor PGB en de mandaten voor de uitvoering van de jeugdhulp door de Jeugdteams en Veilig Thuis zijn vastgesteld. De jeugdhulp is door een inkoopteam lokaal en (boven)regionaal ingekocht, waarmee Zaanstad haar opdrachtgeverschap heeft geëffectueerd. Bij het inrichten van de informatievoorziening is gekozen om gebruik te gaan maken van Mens Centraal (MC). De Jeugdteams werken voor registratie, vastleggen van ondersteuningsplannen in MC. MC genereert voor de gemeente sturingsinformatie. Verder is de hele backoffice ingericht voor het facturatieproces en genereren van brieven en beschikkingen. In de Op Overeenstemming Gerichte Overleggen (OOGO’s) zijn met het primair- en voorgezet onderwijs en de gemeente de ondersteuningsplannen besproken en vastgesteld. Per 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs in werking getreden. De Wet passend onderwijs verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan ieder kind, ook de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, onder de noemer ´gewoon als het kan en speciaal als het moet´. De voorbereidingen die tot de invoering door het onderwijs met ondersteuning van de gemeenten (Zaanstad, Oostzaan en Wormerland) zijn getroffen, hebben gezorgd voor een invoering zonder knelpunten.
46
Subdoel 2: Jongeren behalen in Zaanstad een goed opleidingsniveau Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Jongeren behalen in Zaanstad een goed opleidingsniveau
Percentage Voortijdig Schoolverlaters Percentage Geslaagden havo/vwo Jaarresultaat mbo Regio College*
3,7
3,3
2,7*
38
40
38
70,5**
Handhaven boven ROC gemiddelde
70,8***
*
De vsv-cijfers betreffen de definitieve cijfers van het schooljaar 2012-2013. Recentere cijfers nu nog niet beschikbaar.
**
Cijfers schooljaar 2011-2012. Recentere cijfers nu nog niet beschikbaar
*** Cijfers schooljaar 2012-2013. Recentere cijfers nu nog niet beschikbaar
2.1 Vroegtijdig signaleren en verminderen van taalachterstanden
Gerealiseerd
Geplande activiteit(en): • Zaanse Zomerschool. • Pilots voor het ontwikkelen en opstarten van brede voorschoolse voorzieningen (de harmonisatie). • Verdere uitbreiding van het aantal VVE-plaatsen, peuter IB-ers en schakelklassen. • Invoering opleidingstrajecten, opstarten coaching on the job, brede Zaanse VVE-basisopleiding en andere erkende VVE-opleidingen. • Stimuleren ouderbetrokkenheid door invoering programma’s (VVE-thuis en Taaltassen) en oudercoördinatoren. • Versterking van de toeleiding naar VVE door digitale registratie en intermediair. Toelichting: De activiteiten zijn volgens planning uitgevoerd. De Zomerschool is inmiddels een begrip bij veel Zaanse ouders. De klassen waren snel volgeboekt. De pilots voor harmonisatie zijn succesvol afgerond. Op enkele locaties wordt inmiddels geharmoniseerd gewerkt . De inzet van de Peuter IB-ers is verder uitgebreid. Ook zijn er meer plaatsen in de verschillende schakelklassen gecreëerd. Er is een brede opleiding voor leidsters van de Zaanse voorschoolse voorzieningen gestart. Op de VVEscholen zijn oudercoördinatoren geïnstalleerd. De projecten VVE-thuis en Zaanse Taaltas voor ouderbetrokkenheid blijken succesvol. Bij de GGD is een intermediair voor de toeleiding VVE geïnstalleerd. Door deze inzet en de vernieuwde digitale registratie is de toeleiding naar de VVE-voorziening verbeterd. De andere VVE-opleidingen starten pas in 2015. Oorzaak hiervan is het uitstel van de harmonisatie van de VVE. 2.2 Verminderen percentage nieuwe Voortijdig Schoolverlaters tot 3%
Gerealiseerd
Geplande activiteit(en): • Een gebiedsgerichte werkwijze en vaste contactpersonen bij leerplicht en RMC voor de scholen en volledige deelname aan de zorgadviesteams. • Zomeractie. Tijdens de Zomeractie benadert leerplicht jongeren met een vmbo-diploma die zich nog niet hebben ingeschreven voor een vervolgopleiding. Deze jongeren worden gestimuleerd om zich alsnog in te schrijven. • Extra aandacht voor verzuim op het mbo door inzet van de GGD ZW (controle ziekteverzuim) en RMC. • Herplaatsen VSV'ers door RMC gericht op halen startkwalificatie. Ouders/verzorgers van jongeren die niet staan ingeschreven bij een school worden actief benaderd, zo nodig wordt een huisbezoek afgelegd. • Uitvoering plan ‘van school naar werk’ van de arbeidsmarktregio in het kader van de Aanpak Jeugdwerkloosheid.
47
Toelichting: De activiteiten zijn uitgevoerd. Het percentage voortijdig schoolverlaters is in het schooljaar 2012-2013 verder afgenomen (1%) ten opzichte van het schooljaar 2011-2012. Het onderwijs, zowel het voortgezet onderwijs als het mbo, is erin geslaagd het aantal uitvallers verder terug te dringen. Het kennisniveau betreffende schoolverzuim en het voorkomen van schooluitval is bij de scholen gestegen. Het aantal kwantitatieve verzuimmeldingen neemt hierdoor fors toe, maar biedt ook de mogelijkheid voor school en Leerplicht om eerder te interveniëren en verzuim en uitval te voorkomen. Er zijn meer jongeren, die wegens (dreigende) uitval bij het regionale meld- en coördinatiefunctie (RMC) aangemeld worden terug geleid naar school of een combinatie van school en werk. In totaal zijn van de 930 gemelde leerlingen 882 leerlingen (95%) weer bezig met een traject richting startkwalificatie en/of participatie ten opzichte van 70% in het schooljaar 2012-2013. Ook het aantal jongeren dat na een RMC-melding weer terug is gegaan naar school, is gestegen. Van 166 in het jaar 2012-2013 naar 231 in 2013-2014. 2.3 Verhogen van de instroom en uitstroompercentages havo/vwo en handhaven van de instroom mbo ¾
Op koers
Toelichting: Het totaal percentage geslaagden in Zaanstad is gestegen. In Zaanstad worden nog wel meer vmbodiploma’s uitgereikt en minder havo-diploma’s dan landelijk. De instroom van primair onderwijs (po) naar havo/vwo ligt met 37% nog onder de doelstelling van 40%. In 2014 zijn de onderwijsachterstandsmiddelen ingezet (onder meer ten behoeve van het starten van de Brede School Academie) om de leerlingen met een zo goed mogelijke start aan het voortgezet onderwijs te laten beginnen. Het onderwijsplatform is een onderzoek gestart naar de doorstroming van po naar voortgezet onderwijs (vo). De uitkomsten hiervan bieden de mogelijkheid om met alle betrokken organisaties te bepalen waar mogelijkheden liggen om te sturen op de instroom. Dit omdat in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerwegen van het vmbo relatief meer leerlingen doorstromen naar de lagere mbo-niveaus in vergelijking met het landelijke beeld. De sector techniek vormt daar een uitzondering op. Vanuit vmbo gemengd-theoretisch stoomt een hoger percentage door naar mbo 3 of 4 dan landelijk. 2.4 Stimuleren talentontwikkeling kinderen
Gerealiseerd
Geplande activiteit(en): • Inhoudelijk verder ontwikkelen van de Brede Schoolplannen: samenhang tussen visie (ontwikkelingsvraag kinderen en behoefte van wijk/buurt) en aangevraagde activiteiten; aandacht voor gezondheid en zorg; actieve betrokkenheid van de wijk bij de organisatie en bij de activiteiten. Toelichting: Bijna alle Zaanse basisscholen hebben inmiddels een brede schoolprogramma. In de aandachtswijken is deze voorziening een vanzelfsprekendheid geworden: 100% van de basisscholen heeft een brede schoolaanbod. Daarbij blijkt dat alle scholen in het nieuwe schooljaar hun ambitie waar kunnen maken: de aangevraagde uren worden effectief benut. Subdoel 3: Jongeren veroorzaken minder overlast Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Verminderen jongerenoverlast
Aantal meldingen jongerenoverlast neemt jaarlijks af met 10%
1.430
1.400
1.602
48
3.1 Handhaven hinder en overlast door jeugdgroepen op het huidige niveau
Gerealiseerd
Geplande activiteit(en): • Kwartaalrapportages met overzicht van groepen, overlastmeldingen, afhandeling en inzicht in aard van de meldingen. • Extra inzet (2,5 fte) jongerenregisseurs in de wijken met een jeugd(overlast). Aanpak problematische jeugdgroepen binnen de jongerennetwerkoverleggen (samenwerking gemeente, politie en jongerenregisseur). Toelichting: De rapportages zijn niet in één rapport per kwartaal geleverd. Wel was er gedurende het hele jaar inzicht op de genoemde onderdelen. De extra inzet is geëffectueerd. Het aantal hinderlijke en overlast gevende groepen is bijna gelijk aan de prestatiedoelstelling (+1). Zaanstad zit met acht jeugdgroepen voor een stad met meer dan 150.000 inwoners op een aanvaardbaar niveau. Na 2013 is er een stijging van het aantal meldingen van jongerenoverlast. Ondanks deze stijging is de conclusie dat de jeugdoverlast niet is toegenomen. Dit komt omdat uit de evaluatie van de extra inzet van de jongerenregisseurs gebleken is, dat het aantal meldingen geen betrouwbare indicator is om jongerenoverlast te meten. Uit dezelfde evaluatie blijkt dat de jongerenregisseur een centrale rol pakt. Hij reageert snel op een overlastmelding en werkt, samen met bewoners en jongeren, aan een oplossing. Bewoners waren tevreden over de snelle reactie op een melding en voelen zich ondersteund. In de meeste situaties vinden bewoners en jongeren een oplossing voor de overlast. Zij waarderen de jongerenregisseur met een 6,9. 3.2 Handhaven jeugdige delictplegers op het huidige niveau
Gerealiseerd
Geplande activiteit(en): • Voorlichting en projecten HALT inzetten in aandachtsgebieden. • Inzetten Jeugd Preventie Programma (hulpverlening aan kind en gezin). • Persoonsgerichte aanpak vanuit het Veiligheidshuis. • Inzet 'Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer' (individueel intensief begeleidingstraject na detentie). Toelichting: HALT heeft voorlichting gegeven in het basis en voortgezet onderwijs. In december zijn 'peers' voorgelicht om vuurwerkvoorlichting aan leeftijdgenoten op school te geven. 'Nieuwe perspectieven na terugkeer' is één keer ingezet. In 2014 is het aantal minderjarige veelplegers gedaald ten opzichte van 2013. De gemeente Zaanstad zit met drie ruim onder de gestelde streefwaarde (zes). Met deze kleine aantallen is het lastig conclusies te trekken, maar het geringe aantal minderjarige veelplegers was mede te danken aan de ingezette activiteiten, waarbij verschillende partijen nauw samenwerken om verder afglijden van jongeren te voorkomen en ze weer op het rechte pad te krijgen. Subdoel 4: Jongeren participeren actief in de Zaanse samenleving Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Jongeren participeren actief in Zaanse samenleving
Aantal (on)gevraagde adviezen gemeente
15
17
20
Aantal uitgevoerde initiatieven
16
20
20
49
4.1 Stimuleren participatie van jongeren
Gerealiseerd
Toelichting: De jury van de Jong Lokaal Bokaal gaf in haar rapport bij de uitreiking aan onder de indruk te zijn van jongerenorganisatie RAAZ, waar jongeren met hun ideeën en initiatieven terecht- kunnen. Volgens de jury begrijpt Zaanstad dat positief jeugdbeleid verder kan gaan dan alleen een jongerenraad; hierdoor is zij een goed voorbeeld voor andere gemeenten. Subdoel 5: Onderwijshuisvesting draagt maximaal bij aan onderwijsambities Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Onderwijshuisvesting draagt maximaal bij aan onderwijsambities
Aantal IHP-projecten
2
5
4
5.1 Verbeteren huisvesting primair en voortgezet onderwijs
Op koers
Geplande activiteiten: De volgende (grotere) IHP-projecten zijn inmiddels opgestart en zullen in 2014 of in de daarop volgende jaren worden opgeleverd: • Vervangende nieuwbouw basisschool Toermalijn (Wormerveer). • Uitbreiding basisschool De Bijenkorf (Assendelft Noord). • Vervangende nieuwbouw basisschool De Werf (Zaandijk). • Renovatie, aanpassing en nieuwbouw basisschool De Zoeker (Zaandijk). • Vervangende nieuwbouw basisscholen Het Baken (Westerkim) en Et Buut (Zaandam). • Vervangende nieuwbouw vier lokalen basisschool Over de Brug, locatie Hannie Schaft (Zaandam). • Aanpassing schoolwoningen t.b.v. vso-school Dynamica (Zaandam). • Vervangende nieuwbouw MFA Gibraltar/school De Spiegel (Zaandam). • Nieuwbouw tien tijdelijke schoollokalen, voorbereiding nieuwbouw MFA met in fase I 23 permanente lokalen (Kreekrijk). Bijna alle schoolgebouwen voor voortgezet onderwijs zijn in de afgelopen jaren vernieuwd en/of geschikt gemaakt voor het geven van modern onderwijs. Er lopen nog twee projecten: • Gereed eind 2013/begin 2014: renovatie Pascal College voor havo en vwo. • Gereed 2014: nieuwe huisvesting praktijkschool De Faam bij vmbo Pascal Zuid en sportcomplex Pascal Zuid (vervanging sporthal De Vang). Toelichting: De realisatie van het IHP ligt op koers. Een aantal projecten in de planning is wat naar achteren geschoven. Dit heeft te maken met het gegeven dat nieuwbouw van scholen ingepast moet worden in een al bestaande woonomgeving. Dat vraagt om een zorgvuldig traject met omwonenden, waarbij het ook een gegeven is dat uiteindelijk niet iedereen tevreden zal zijn met de gekozen oplossing. De Herman Gorter en Dynamica XL zijn in het kader van doorlopen van een zorgvuldig traject in planning naar achteren verschoven. Onderstaande projecten zijn gerealiseerd in 2014: • Uitbreiding basisschool De Bijenkorf (Assendelft Noord) • Vervangende nieuwbouw MFA Gibraltar/school De Spiegel (Zaandam). • Nieuwbouw tien tijdelijke schoollokalen, voorbereiding nieuwbouw MFA met in fase I 23 permanente lokalen (Kreekrijk). • Uitbreiding basisschool De Evenaar (Krommenie) (niet in begroting, later toegevoegd als IHP-project).
50
Deze projecten zijn in uitvoering: • • • • • •
Vervangende nieuwbouw basisschool Toermalijn (Wormerveer). Renovatie, aanpassing en nieuwbouw basisschool De Zoeker (Zaandijk). Vervangende nieuwbouw vierlokalen basisschool Over de Brug, locatie Hannie Schaft (Zaandam). Aanpassing schoolwoningen ten behoeve van. vso-school Dynamica (Zaandam). Vervangende nieuwbouw basisschool De Werf (Zaandijk). Vervangende nieuwbouw basisscholen Het Baken (Westerkim) en Et Buut (Zaandam).
In het voortgezet onderwijs is de renovatie van het Pascal College afgerond. De oplevering van De Faam is naar achteren verschoven (mei 2015). Dit had te maken met een financieel risico voor de gemeente, dat opgelost moest worden voordat het schoolbestuur verder kon met de aanbesteding. Aan het begin van 2014 is gestart met de bouw van de nieuwe sporthal bij het Pascal Zuid. De oplevering vindt plaats in februari 2015. Dit is iets later dan verwacht door noodzakelijke constructie-technische aanpassingen aan het gebouw. Subdoel 6: Jongerenvoorzieningen op orde
Bijsturen
Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Jongerenvoorzieningen op orde
Realisatie jongerenaccommodatie Assendelft Noord
nvt
gerealiseerd
nog niet gerealiseerd
Toelichting: De planning van het jongerencentrum in Assendelft is niet gehaald. Het bestemmingsplan Industrieterrein Assendelft Noord is door overleg over de geluid- en geurcontouren naar achteren verschoven. Het bestemmingsplan is in januari 2015 vastgesteld, nu volgt de vergunningaanvraag. Oplevering jongerencentrum is gepland in 2015. Nr 2.1
Prestatie doelstelling Vroegtijdig signaleren en verminderen van taalachterstanden
2.2
Verminderen percentage VSV‘ers
2.4
Stimuleren talentontwikkeling kinderen
3.1
Handhaven van hinder en
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
Aantal plaatsen VVE
600
600
600
Aantal plaatsen schakelklas
200
200
200
Percentage nieuwe VSV‘ers
3,7
3,3
2,7*
Percentage herplaatste VSV‘ers Percentage scholen met toegekende aanvragen brede school Percentage scholen in de aandachtswijken en Saendelft met toegewezen aanvraag Totale aantal uren brede schoolactiviteiten (excl. AOB) Cijfer tevredenheid scholen over uitvoering brede schoolactiviteiten
70 95%
65 90%
95 95%
100%
100%
100%
10.500
11.400
11.400
8,4
7,5
8,5
Aantal hinderlijke groepen Aantal overlast gevende groepen
5 0
6 1
6 2
51
Nr
Prestatie doelstelling overlast door jeugdgroepen op huidige niveau
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
Cijfer klanttevredenheid melder jongerenoverlast (afhandeling en begeleiding)
nvt
7
6,9
6
3
3.3
Handhaven Aantal 4 jeugdige veelplegers op huidige niveau * De vsv-cijfers betreffen de definitieve cijfers van het schooljaar 2012-2013.
Product Jeugdgezondheidszorg Lasten Saldo
Begroting
Realisatie
2.022 2.022
Verschil
2.115 2.115
94 94
Onderwijsbeleid en Volwasseneducatie Lasten
5.919
6.988
1.069
Baten
-4.677
-5.970
-1.293
Onttrekkingen
-133
-97
36
1.109
921
-189
Lasten
17.473
17.465
-7
Baten Saldo
-775 16.697
-507 16.959
269 262
1.763
1.846
83
Saldo Onderwijshuisvesting
Leerlingenvervoer Lasten Baten
-32
-11
20
Saldo
1.731
1.834
103
Lasten
168
188
20
Saldo
168
188
20
Lasten
2.675
2.551
-124
Baten Saldo
-212 2.463
-212 2.339
0 -124
Lasten
30.019
31.153
1.134
Baten
-5.696
-6.701
-1.005
-133
-97
36
24.190
24.355
165
Jeugdbeleid
Directe apparaatslasten
Totaal programma
Onttrekkingen Saldo
Toelichting op afwijkingen per programma Voor Onderwijsbeleid geldt dat de gemeente van 2011 tot en met 2015 middelen ontvangt ten behoeve van de bestrijding van onderwijsachterstanden (OAB). In 2014 is er meer uitgegeven dan aanvankelijk begroot
52
(1.069). Dit is te danken aan het sneller kunnen inzetten van projecten, programma’s in het kader van OAB. De inzet van middelen is gedekt binnen het beschikbare budget OAB 2011-2015, vandaar dat ook aan de batenkant een afwijking te zien is (-986). Voor de uitvoering van de Aanval op de Uitval heeft Zaanstad hogere inkomsten vanuit de regio ontvangen dan in de begroting was voorzien (93). De baten op onderwijshuisvesting zijn lager (269) doordat IHP projecten later gereed zijn, waardoor er minder huurinkomsten zijn dan begroot. Dit verschil wordt vergroot doordat bij de narap hogere huurinkomsten waren geschat en de begroting hierop is aangepast.
53
2.8.
Maatschappelijke ondersteuning en welzijn
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
J. Olthof (Zorg), H.A. Visscher-Noordzij (buurthuizen, actief burgerschap) D. Stuurman
Doel Zaanstad is een sociale stad en een stad vol kansen, waar alle bewoners naar vermogen kunnen meedoen in de samenleving. De gemeente bevordert dat bewoners hun eigen kracht daarbij inzetten. Tevens stimuleert de gemeente hiertoe ontmoeting, betrokkenheid en initiatieven in wijken.
Terugblik In 2014 heeft veel vernieuwing plaatsgevonden om te zorgen dat meer mensen in Zaanstad naar vermogen kunnen meedoen in de samenleving. Dat gebeurde mede naar aanleiding van de voorbereiding op de nieuwe taken die de gemeente er per 1 januari 2015 heeft bijgekregen op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdhulp. Door deze taken krijgt de gemeente meer mogelijkheden om mensen integraal en op maat te kunnen ondersteunen waar dat nodig is. De transitie van taken maakt deel uit van de transformatie van het maatschappelijk domein, de vernieuwingsbeweging die ook in 2015 en verder nog volop in ontwikkeling zal zijn. Een belangrijke structuur die daarvoor in 2014 is neergezet, is het werken met SWT’s in alle wijken. Zij bieden ondersteuning dichtbij en op maat, bevorderen dat bewoners daarbij hun eigen kracht inzetten en bieden ruimte aan maatschappelijke initiatieven in de wijk. Subdoel 1: Meedoen in de samenleving Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Meedoen in de samenleving
a. Klanttevredenheid Wmovoorzieningen (*) (bron: Klanttevredenheidsonder-zoek Wmo) b. Het percentage inwoners dat aangeeft actief te zijn als vrijwilliger (bron: Zaanpeiling) c. Het percentage mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn (bron: Zaanpeiling)
7,3
7,3
N.v.t.
32%
32%
36%
30%
35%
43%
1.1 Verbetering van de kwaliteit en vergroting van de effectiviteit en efficiency van Wmo-voorzieningen
Op koers
Geplande activiteit(en): • Er vindt een aanbesteding plaats per 1 januari 2014 voor vijf SWT’s in Pelders- / Hoornseveld, Poelenburg, Zaandam Noord/Kogerveld, Oud Zaandijk/Oud Koog a/d Zaan en Krommenie Oost en West. • Stichting Maatschappelijke Dienstverlening en Welsaen hebben er mee ingestemd en krijgen daartoe de opdracht om op basis van hun resterende subsidie voor één jaar SWT’s op te zetten en te operationaliseren in Nieuw West/Rooswijk/Westerkoog, Assendelft Noord/Zuid/Westzaan en in Zaandam West/Oude Haven. • De twee bestaande pilots in Zaandam Zuid/Rosmolenwijk en Wormerveer worden voortgezet. 54
•
De ontwikkeling van een sturings- en bekostigingsmodel van populatiebekostiging, waarbij afgerekend wordt op basis van resultaat. Daarbij wordt gezocht naar de juiste prikkels om te stimuleren dat hoofdaannemers de juiste maatschappelijke resultaten bereiken met zo weinig mogelijk financiële middelen.
Toelichting: Kijkend naar de effecten is een positieve ontwikkeling te zien in het aantal inwoners dat aangeeft actief te zijn als vrijwilliger. Het aantal mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn is hoger dan verwacht. Dit vergt extra aandacht in 2015. De klanttevredenheid is in 2014 wel onderzocht, maar op een andere manier dan voorheen: niet meer via een afzonderlijk Wmo-klanttevredenheidsonderzoek maar via een integraal klantervaringsonderzoek onder klanten, vrijwilligers en anderen die in aanraking zijn geweest met de SWT’s. De raad wordt over de resultaten daarvan geïnformeerd. De uitbreiding per 1 januari 2014 van SWT’s naar alle wijken in Zaanstad is gerealiseerd. In 2014 is veel ervaring opgedaan met deze nieuwe manier van werken en zijn veel ondersteuningsvragen samen met de burger voorzien van een oplossing. Ook is hard gewerkt aan het uitbreiden van de samenwerking met andere partners en sleutelfiguren in de wijk. Eind 2014 heeft een aanbesteding plaatsgevonden voor de SWT’s waar in 2013 nog niet was aanbesteed. Het aantal wijken is daarbij ook uitgebreid van tien naar elf, om beter in te kunnen spelen op de omvang en problematiek in de wijken. Op dit moment ligt de nadruk nog op populatiebekostiging; het sturen op resultaat zal de komende jaren in nauw overleg tussen gemeente en hoofdaannemers verder gestalte krijgen. 1.2 Voorbereiden decentralisatie Begeleiding en dagbesteding uit de AWBZ naar Wmo en vernieuwing Wmo
Op koers
Geplande activiteit(en): • Contractering: ondersteuning met een algemeen, wijkgericht karakter wordt toegevoegd aan de e opdracht van de sociale wijkteams; meer specialistische taken worden regionaal gecontracteerd bij 2 lijns-instellingen. • Vaststellen verordening: met onder meer regels rond het PGB (persoonsgebonden budget). • Voortzetten innovatie: pilots rond ‘keukentafelgesprekken’ met AWBZ-cliënten en met meer wijkgerichte ondersteuning/dagbesteding. • Organisatie en communicatie: onder andere het informeren van cliënten en mantelzorgers, aanpassen van ICT-systemen, opleiding/training. Verder vragen aandacht in 2014: • Scheiding van wonen en zorg; dit houdt onder meer in dat burgers met een lichte zorgvraag, die voorheen zorg in een intramurale setting zouden ontvangen, voortaan de zorg in eigen omgeving ontvangen; zij gaan zelf huur betalen en de zorg wordt apart ingekocht. Over de concrete implicaties komt in 2013/2014 meer duidelijkheid vanuit het rijk. • Huishoudelijke hulp: vanuit het rijk is het plan dat op de huishoudelijke hulp in 2014 6% wordt gekort en vanaf 2015 40%. In 2014 gaat de gemeente zich op die hoge korting voorbereiden door enerzijds de ontwikkeling van collectieve voorzieningen te stimuleren (digitaal, klussenbedrijf, marktpartijen), anderzijds via de sociale wijkteams erop te sturen dat minder hulp bij het huishouden als individuele voorziening nodig zal zijn. Het is mogelijk dat door het recente zorgakkoord de korting nog iets wordt verzacht maar dat wordt pas duidelijk met het verschijnen van de meicirculaire. Toelichting: In 2014 zijn de nodige voorbereidingen getroffen voor de invoering van de nieuwe taken vanuit de AWBZ naar de Wmo. Zoals gepland, is ondersteuning gecontracteerd enerzijds bij de SWT’s en anderzijds regionaal bij aanbieders van specialistische ondersteuning. De inhoud van de contracten is innovatief: niet de oude producten uit de AWBZ, maar arrangementen op maat, gericht op het met de burger afgesproken resultaat. Verder zijn de verordening en beleidsregels vastgesteld inclusief de regels inzake PGB’s, zijn de digitale systemen aangepast, en zijn opleidingen verzorgd voor de medewerkers van de Sociaal Wijkteams en de gemeentelijke backoffice. Ook is veel aandacht besteed aan de communicatie richting inwoners (zowel 55
algemeen als specifiek voor cliënten, vrijwilligers en mantelzorgers) en partners in de stad. Conform het overgangsrecht in de wet houden huidige cliënten hun ondersteuning tot aan hun herindicatie in de loop van 2015. Eind 2014 zijn de eerste cliënten opgeroepen voor een gesprek in het kader van de herindicaties. In 2014 is nog veel in beweging geweest in het rijksbeleid inzake langer thuis wonen (extramuralisering) en het scheiden van wonen en zorg. De consequenties en aanpak voor Zaanstad worden in de eerste helft van 2015 vertaald in onder meer de woonvisie met bijbehorend uitvoeringsprogramma. De bezuiniging op de hulp bij het huishouden is door het rijk enigszins verzacht; daarnaast heeft Zaanstad net als veel andere gemeenten een extra toelage bij het rijk aangevraagd en gekregen, ook met het oog op het behoud van werkgelegenheid in de zorg. Zaanstad heeft er mede dankzij deze middelen voor gekozen om ook vanaf 2015 enkelvoudige hulp bij het huishouden toe te blijven kennen aan mensen die dat nodig hebben. 1.3 Stimuleren van de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • De doorontwikkeling naar tien SWT’s over heel Zaanstad in 2014 heeft invloed op de wijze waarop mantelzorgers in beeld raken en ondersteund worden. De sociale wijkteams krijgen als opdracht mee om al bij het keukentafelgesprek de rol/belasting van mantelzorgers in beeld te krijgen. Het in beeld brengen van het percentage jonge mantelzorgers dat matig tot zwaarbelast is. • Het digitaal bemiddelingssysteem BUUV verder onder de aandacht brengen in alle wijken van Zaanstad om vrijwillige inzet en burenhulp te stimuleren. • Het vrijwilligersplatform van- en voor vrijwilligers omvormen tot één infrastructuur voor al het vrijwilligerswerk/vrijwillige inzet, op stedelijk niveau. Toelichting: De ondersteuning van mantelzorgers maakt deel uit van de opdracht van de SWT’s. De verwachting is dat zij door hun nabijheid in de wijk en hun contacten met huisartsen en andere sleutelfiguren eerder en meer in contact zullen komen met mantelzorgers dan via een stedelijke aanpak. Ook is de positie en ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger nadrukkelijk onderdeel van het gesprek dat het SWT voert. Verder wordt gewerkt aan het delen en borgen van de kennis rond mantelzorg bij de SWT’s; zo is onder meer een digitaal platform in voorbereiding. Toch is het aantal mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn in 2014 gestegen, blijkens de Zaanpeiling. Dat staat op zichzelf los van de decentralisatie van taken naar de gemeente, die is ingegaan per 1 januari 2015. Dat de druk op mantelzorgers toeneemt moet waarschijnlijk als een gegeven worden beschouwd, in het licht van de extramuralisering vanuit de rijksoverheid waarbij mensen met een zorgvraag langer thuis blijven wonen. Het onderstreept de noodzaak van mantelzorgondersteuning, waar Zaanstad ook in 2015 hard aan zal werken. Het aantal BUUV'en is het afgelopen jaar toegenomen tot ruim 1.500 aan het einde van 2014. Sinds de start in oktober 2013 zijn er zo'n 2700 matches gerealiseerd. Dan gaat het om het aantal online matches, want bekend is dat BUUV'en na een match niet zelden contact met elkaar houden voor klusjes en contact. De naamsbekendheid van BUUV.nu, gemeten in de zomer van 2014, was 32%. Voor het komende jaar verwachten we zowel de cijfers van het gebruik als in de naamsbekendheid een verdere stijging. De beide systemen Zaankantersvoorelkaar.nl (vrijwilligerswerk) en BUUV.nu (vrijwillige inzet) bestaan aan de 'voorkant' op dit moment naast elkaar. De 'achterkant' wordt beheerd door één organisatie en de 'beheerders' werken nauw samen. Ook is er de website actiefinmijnbuurt.nl. Sinds enkele maanden zijn er ook spreekuren bij een aantal SWT’s, waarin integraal gekeken wordt naar vraag en aanbod, zonder vooraf onderscheid te maken naar vrijwilligerswerk of vrijwillige inzet. Deze spreekuren worden de komende tijd in overleg met de overige SWT’s uitgebreid. 1.4 Stimuleren van differentiatie en verbeteren van toegang tot opvangvoorzieningen voor de meest kwetsbare bewoners
Op koers
Geplande activiteit(en): Zorgmijders, dak- en thuislozen • Sinds de start per 1 juli 2013 van het Meldpunt Bijzondere Zorg bij de GGD is een centrale werkwijze gerealiseerd in de beoordeling, begeleiding en toegang tot hulp voor kwetsbare personen (zorgmijders, dak- en thuislozen). De opdracht is de meest kwetsbare burgers in beeld te brengen en 56
•
•
te houden, gericht aanbod te organiseren teneinde verdere verwaarlozing en overlast tegen te gaan en participatie en zelfredzaamheid te vergroten. Het bieden van tijdelijke opvang aan dak- en thuislozen en het zorgen voor goede doorstroming naar vervolghuisvesting vereist blijvende aandacht. We zoeken naar verbetering, uitbreiding en differentiatie van opvangplaatsen en koppelen dat aan het verbeteren van de doorstroming naar reguliere huisvesting of beschermd of begeleid zelfstandig wonen. De ontwikkeling van een Openbare Geestelijke Gezondheidszorg-monitor (OGGZ-monitor) voor kwetsbare groepen is in het najaar van 2013 gestart.
Huiselijk Geweld • Voor het bieden van vrouwenopvang aan slachtoffers van huiselijk geweld, blijft Zaanstad inzetten op optimale en zo kort mogelijke benutting van de opvangcapaciteit. De insteek hierbij is altijd eerst gebruikmaking en versterking van het eigen netwerk van de betrokkenen. • Vrouwen (en hun kinderen) bij wie dat niet mogelijk is, kunnen een beroep doen op vrouwenopvang. • Er wordt een nieuw Uitvoeringsprogramma voor Zaanstreek-Waterland voorbereid in samenspraak met regiogemeenten, ketenpartners en andere betrokken partijen en adviesorganen. • In april 2014 wordt een nieuwe locatie voor vrouwenopvang in Zaanstad betrokken. • De samenwerking met SWT’s wordt in 2014 verder uitgebouwd. Toelichting: Zorgmijders, dak- en thuislozen Het Meldpunt Bijzondere Zorg is ondergebracht bij de GGD, en is een regionaal werkend meldpunt voor signalering, zorgtoewijzing en nazorg voor complexe gevallen zoals zorgmijders. In 2014 zijn de SWT’s uitgebreid naar alle wijken in Zaanstad; ook zij hebben een verantwoordelijkheid voor kwetsbare mensen in hun wijk. In de praktijk moet goed worden afgesproken wie de regie heeft in een bepaalde casus. Daarvoor bestaan op dit moment (per doelgroep) verschillende casuïstiek-overlegtafels. Begin 2015 wordt bekeken hoe dit sneller en efficiënter kan, in het kader van het uitgangspunt van de gemeenteraad dat er een goed georganiseerd vangnet moet zijn. In 2014 is de opvang voor zwerfjongeren verhuisd; daarmee is de opvangcapaciteit van negen naar elf plekken gegaan. Ook is Zaanerf (maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen) toekomstbestendig gemaakt. Niet alleen heeft er een verbouwing en kwalitatieve verbetering plaatsgevonden; ook is de capaciteit van 31 naar 22 plaatsen gegaan. Dit past in de lijn om te zorgen dat meer mensen in zelfstandig/begeleid wonen terecht komen en minder in de tijdelijke eerste opvang verblijven. Dit zal in 2015 verder worden ontwikkeld ook in relatie tot de nieuwe taak beschermd wonen. Besluitvorming vindt plaats in het kader van de nieuwe woonvisie aangevuld met een (regionale) toekomstvisie beschermd wonen. De GGD heeft in overleg met de gemeente factsheets gemaakt (‘OGGZ-monitor’) die inzicht geven in groepen kwetsbare inwoners en risicofactoren op het gebied van de OGGZ. De resultaten komen in het voorjaar van 2015 beschikbaar. Huiselijk Geweld De Vrouwenopvang heeft in 2014 haar nieuwe locatie in Zaanstad betrokken. Vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld kunnen hier adequaat worden opgevangen en voorbereid op zelfstandige huisvesting In het najaar van 2014 heeft de gemeenteraad het nieuwe Uitvoeringsprogramma voor Zaanstreek-Waterland vastgesteld dat tot stand is gekomen in samenspraak met regiogemeenten, ketenpartners en andere betrokken partijen en adviesorganen. Het meldpunt Veilig Thuis is ingericht, waarin het voormalig Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld zijn gecombineerd tot een nieuwe, integrale aanpak. Het meldpunt werkt nauw samen met de Sociaal Wijkteams en Jeugdteams.
57
Subdoel 2: Gezonde inwoners Zaanstad Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
1
Goede gezondheid
a. Het percentage mensen dat de eigen gezondheid een voldoende geeft (bron: Zaanpeiling) b. Overgewicht: het percentage jongeren met overgewicht specifiek in de JOGG-wijken Pelders- en Hoornseveld en Rosmolenwijk daalt c. het percentage jongeren onder de 14 jaar dat nog nooit alcohol heeft gedronken in de regio ZW is gestegen.
2.1 Bewaken en bevorderen gezondheid
Realisatie 2013 87%
Begroting 2014 85%
Realisatie 2014 86%
23% resp. 26
22%
57%
Nnb (resultaat 4-jaarlijks GGD onderzoek nog niet beschikbaar)
Op koers
Toelichting: In 2014 lag de focus vanuit het gezondheidsbeleid met name op overgewicht bij kinderen/jongeren. Zowel in de preventieve sfeer – zoals het project waterdrinken en gezond trakteren op peuterspeelzalen – als met een gerichte aanpak voor kinderen met overgewicht of obesitas. Zij krijgen samen met hun ouder(s) een aantal extra afspraken met de jeugdverpleegkundige, die motiveert tot het ondernemen van verdere acties (diëtiste, opvoedspreekuur, sport, fysiotherapie e.d.). Zaanstad doet mee met het programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG), dat zich inzet om het aantal jongeren met overgewicht te verkleinen. Daarbij is onder meer het leefstijlprogramma Door Dik & Dun van start gegaan. De resultaten van het JOGG-programma worden meerjarig gevolgd. Uit een tussenrapportage over 2014 blijkt dat het gemiddelde van het overgewicht onder jongeren in de JOGG-wijken (niet uitgesplitst per JOGG-wijk) lag op 22%. Dat is nog wel hoger dan in nietJOGG-wijken, maar wel iets lager dan de streefwaarde in de begroting voor de JOGG-wijken. In het kader van het gezondheidsbeleid zijn ook afspraken gemaakt met de zorgverzekeraar over de samenwerking tussen de wijkverpleegkundigen en de SWT’s vanaf 1 januari 2015. Subdoel 3: Sociale samenhang in de wijken Toelichting: De SWT’s hebben onder meer tot taak om de buurtkracht te versterken en mensen met elkaar in contact te brengen. Vrijwilligersorganisaties zoals de ouderenbonden spelen daarbij ook een belangrijke rol. Verder zijn instrumenten ingezet als BUUV, Zaankantersvoorelkaar.nl en actiefinmijnbuurt.nl om de onderlinge ondersteuning en sociale samenhang te bevorderen. Over de rol en resultaten van het wijkmanagement en de wijkuitvoeringsplannen is informatie opgenomen in programma 11. De sociale samenhang is in zes wijken (Poelenburg, Pelders/Hoornseveld, Rosmolenwijk, Kogerveldwijk, Zaandam Nieuw West en AssendelftNoord) gemeten via de Zaanpeiling; alle wijken laten een stijging zien in 2014 ten opzichte van 2012.
58
Product Maatsch.opvang Hulp- en Dienst
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
10.260
10.304
44
Baten
-1.522
-1.474
48
Onttrekkingen
-1.412
-1.412
0
7.325
7.417
92
6.402
6.305
-98
Saldo Maatschappelijke participatie Lasten Baten
-62
-69
-6
Saldo
6.340
6.236
-104
Lasten
2.401
2.449
48
Saldo
2.401
2.449
48
Lasten
13.683
14.021
338
Baten
-2.476
-2.637
-162
Toevoegingen
6.473
6.695
222
Onttrekkingen Saldo
-2.523 15.157
-10.627 7.452
-8.104 -7.706
0 0
0 0
0 0
Openbare gezondheidszorg
Huishoudelijke verzorging
Voorzieningen gehandicapten Lasten Saldo Maatsch.opvang/verslavingszorg 2.300
2.243
-56
Baten
0
-12
-12
Saldo
2.300
2.231
-68
3.508
3.181
-326
Lasten
Directe apparaatslasten Lasten Baten
-133
-121
12
Saldo
3.374
3.060
-314
Lasten
38.553
38.503
-50
Baten
-4.194
-4.314
-120
Totaal programma
Toevoegingen
6.473
6.695
222
Onttrekkingen
-3.935
-12.039
-8.104
Saldo
36.897
28.845
-8.052
Toelichting op afwijkingen per programma Huishoudelijke verzorging: Het saldo 2014 van de lasten en baten van de Wmo individuele voorzieningen is 222 positief. Conform doelstelling van de reserve Wmo is dat bedrag aan de reserve toegevoegd, bovenop de reeds begrote toevoeging van 5.073. Ter dekking van de kosten verzelfstandigde buurthuizen is een onttrekking aan de reserve Wmo begroot. Deze bijdrage uit de reserve is niet nodig gebleken (300). Het restantsaldo van de reserve WMO ultimo 2014 is conform raadsbesluit (2013/115) inzake de introductie van de Algemene Reserve Sociaal (ARS) toegevoegd aan de ARS (-8.078) (zie programma 15)
59
Naar aanleiding van de reorganisatie in 2014 van het Maatschappelijk Domein zijn de apparaatskosten vooraf verdeeld over de producten van het domein. Basis hiervoor was de toegestane formatie. Door met name vacatureruimte is de werkelijke omvang van de apparaatskosten lager dan vooraf berekend.
60
2.9.
Sport en recreatie
Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
J. Olthof (Sport), L. Vissers-Koopman (recreatie) D. Stuurman
Doel De gemeente Zaanstad is een sportieve stad waar alle bewoners in de breedte sport kunnen beoefenen en waar ruimte is voor talentontwikkeling. Sport levert een bijdrage aan het meedoen, sociale cohesie en gezondheid van de inwoners van Zaanstad. Goede sportvoorzieningen zorgen ook voor een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. De gemeente Zaanstad draagt bij aan goede (basis)voorzieningen op gebied van sport en cultuur en stimuleert nieuwe vormen van accommodaties, samenwerkingen, activiteiten en initiatieven die bijdragen aan een veerkrachtige maatschappelijke infrastructuur.
Terugblik 2014 was een succesvol sportjaar; 66 topsporters en topsporttalenten hebben in 2014 een bijzondere sportprestatie geleverd. In samenwerking met verschillende partners is in 2014 invulling gegeven aan het realiseren van het hoge ambitieniveau op het gebied van sport. In 2014 betrof deze invulling met name de realisatie van sportaccommodaties en de organisatie van de sport, waarmee de randvoorwaarden worden gecreëerd om de ambities op het gebied van talentontwikkeling en de maatschappelijke functie van sport te realiseren. De bekendmaking van de komst van het AZ-trainingscomplex naar de Zaanstreek betekent dat het aantal sporttalenten in Zaanstad vanaf het seizoen 2015/2016 zal toenemen en geeft een impuls aan de talentontwikkeling. Tegelijkertijd zorgt de komst van AZ voor positieve economische en maatschappelijke effecten voor de gemeente Zaanstad en de Zaanstreek. De gemeente Zaanstad heeft in 2014 geïnvesteerd in haar netwerk van Zaanse bedrijven. Hiertoe hebben wij in samenwerking met een aantal Zaanse bedrijven een ruimte in het AZ stadion gehuurd om het netwerk van Zaanse bedrijven te verstevigen en relaties uit te kunnen nodigen. Zo zijn onder meer cliënten van het RIBW op bezoek geweest. Voor het opwaarderen van de wielerbaan van DTS naar een topsportlocatie is door de provincie NoordHolland een subsidie toegezegd. Ook is in 2014, door het vaststellen van het dekkingsvoorstel, de volgende stap gezet in het realiseren van een Topsporthal op sportpark De Koog ter vervanging van sporthal De Sprong. De Topsporthal wordt een dubbele sporthal waarbij in één van de sporthallen de mogelijkheid wordt gecreëerd om topsport op het niveau van de Zaanse sportverenigingen te kunnen beoefenen. De Topsporthal wordt een multifunctionele hal waarin samengewerkt zal worden door de stichting Sportbedrijf Zaanstad, het ROC, het Sportmedisch Centrum en de verenigingen. De bouw van de nieuwe sporthal in Zaanstad Zuid (ter vervanging van De Vang) is nagenoeg gereed; dit complex zal begin 2015 worden opgeleverd. Wat betreft de organisatie van de sport is er in 2014 verder invulling gegeven aan het geleidelijk overdragen van taken op het gebied van de exploitatie van gymzalen, de Brede School regeling en sportstimulering aan de stichting Sportbedrijf Zaanstad. De fusiebesprekingen tussen de voetbalverenigingen hebben nog geen concrete resultaten opgeleverd. Eén vereniging is afgehaakt; de gesprekken tussen de andere verenigingen lopen nog.
61
Subdoel 1: Verhogen sportparticipatie Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Verhogen sportparticipatie naar het landelijke gemiddelde (61%, bron SCP) - is gehaald in 2012. Nieuwe doelstelling is verhogen sportparticipatie naar 75%, conform doelstelling NOC*NSF.
Percentage volwassenen dat aan sport doet (bron: Zaanpeiling 2012) Percentage volwassenen dat voldoet aan de beweegnorm (bron: Zaanpeiling 2012)
65%
64%
67%
39,4%
40%
*
* De effectindicator 'Percentage volwassenen dat voldoet aan de beweegnorm' is niet opgenomen in de Zaanpeiling 2014. De reden hiervoor is dat de gemeente Zaanstad niet kan sturen op deze indicator.
1.1 Sporthallen en zwembaden zijn toegankelijk voor verenigingen en het onderwijs
Op koers
Geplande activiteit: • Aanbieden van gemeentelijke sportvoorzieningen tegen maatschappelijke tarieven: het subsidiëren van exploitanten van sporthallen en zwembaden voor het verschil tussen de kostprijs en het maatschappelijke tarief voor verenigingen en onderwijs. Toelichting: In 2014 is het tarievenbeleid voor de sporthallen en zwembaden gehandhaafd. Wel zijn de tarieven geïndexeerd op basis van de jaarlijkse indexatie afspraken. 1.2 Zoveel mogelijk kinderen kunnen sporten
Op koers
Geplande activiteit(en): • Subsidiëren van het Jeugdsportfonds, zodat voor kinderen uit minimahuishoudens de financiële belemmeringen om te gaan sporten zoveel mogelijk worden weggenomen. Hierbij is de samenwerking opgezocht met 'Meedoen Zaanstad' vanuit het programma Werk, inkomen en integratie. • Subsidiëren van Sportservice Zaanstad voor het organiseren van een toegankelijk sport- en spelaanbod in de wijk en de Jeugdsportpas, zodat kinderen kennis kunnen maken met diverse verenigingssporten. • Cofinanciering regeling combinatiefunctionarissen in samenwerking met onderwijs en cultuur; via de combinatiefunctionaris worden basisschoolleerlingen gestimuleerd om te gaan sporten buiten schooluren. Toelichting: Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen kunnen sporten, is samengewerkt met het Jeugdsportfonds (en Jeugdcultuurfonds) in Meedoen Zaanstad. Deze samenwerking zorgde ervoor dat 557 kinderen in 2014 zijn gaan sporten. Ook de regeling combinatiefunctionarissen heeft ervoor gezorgd dat kinderen deelnamen aan naschoolse sport- en cultuuractiviteiten. In totaal namen 14.000 kinderen deel aan de naschoolse sporten cultuuractiviteiten. 28% van de kinderen nam deel aan naschoolse sportactiviteiten.
62
1.3 Talentontwikkeling stimuleren
Op koers
Geplande activiteit(en): • Subsidiëren van het Topsportfonds zodat individuele sporters of verenigingen financiële ondersteuning kunnen aanvragen om het hoogste niveau in hun sport te behalen en/of te behouden. • Oprichten Regionaal Talentencentrum voor diverse sporten in Zaanstad in samenwerking met het Olympisch Netwerk. Het Regionaal Talentencentrum is erop gericht om zoveel mogelijk talenten hoogwaardige trainingen in hun omgeving te geven, zodat elk talent zich maximaal kan ontwikkelen. • In samenwerking met de topsportcoördinator (gefinancierd vanuit het Olympisch Netwerk) een netwerk van voorzieningen organiseren rondom talenten. Toelichting: In 2014 is het Regionaal Talentencentrum korfbal opgericht. De topsporters sportten in twee verschillende sporthallen: het TRIAS in Zaanstad en in een sporthal van de gemeente Wormerland. Ook heeft de topsportcoördinator vanuit het Olympisch Netwerk Noord-Holland met een subsidie van de provincie NoordHolland en de gemeente Zaanstad gewerkt aan het bevorderen van topsport door het aandragen van faciliteiten, voorzieningen en kennis. Van het begeleiden en investeren op het individuele vlak van talenten met een NOC*NSF status tot aan het professionaliseren van topsportverenigingen. Er is nauw samengewerkt met de stichting Topsportfonds Zaanstad om een netwerk van voorzieningen rondom talenten te organiseren. De stichting Topsportfonds Zaanstad heeft ook in 2014 subsidie gehad om individuele sporters en verenigingen financieel te ondersteunen. Op dit moment is nog niet duidelijk hoeveel aanvragen de stichting Topsportfonds heeft gehonoreerd. Dit wordt duidelijk als de subsidieverantwoording is ingediend. Door het aflopen van de financiering van de topsportcoördinator is in 2014 gezocht naar een manier waarop deze werkzaamheden in 2015 kunnen worden voortgezet. Subdoel 2: Verbeteren van de kwaliteit van sportvoorzieningen Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Verbeteren van de kwaliteit van sportvoorzieningen (opmerking: vorige jaren alleen cijfer 'tevreden' gebruikt. Vanaf 2014 wordt het totale cijfer 'zeer tevreden' en 'tevreden' gebruikt.)
Percentage volwassenen dat tevreden is over de sportvoorzieningen in de wijk (bron: Zaanpeiling 2012) Percentage volwassenen dat tevreden is over de sportvoorzieningen in de stad (bron: Zaanpeiling 2012)
48%
55%
48%
59%
65%
59%
2.1 Vervangen van verouderde sporthallen en zwembaden
Bijsturen
Geplande activiteit(en): • Bouw nieuwe sporthal bij het Pascal Zuid ter vervanging van Sporthal De Vang (start 2013, oplevering 2014). • Bouw nieuwe sporthal midden op sportpark De Koog ter vervanging van Sporthal De Sprong (start 2015, oplevering 2016). • Bouw nieuw zwembad in Noord ter vervanging van Zwembad De Watering in combinatie met renovatie van het openluchtbad de Crommenije (start 2014, oplevering 2016). • Renovatie van Zwembad De Slag (start 2015). Toelichting:
63
Er is gewerkt aan de planvorming en de realisatie van verschillende sporthallen en zwembaden in de gemeente Zaanstad om de verouderde sporthallen en zwembaden te kunnen vervangen. Aan het begin van 2014 is gestart met de bouw van de nieuwe sporthal bij het Pascal Zuid. De oplevering vindt plaats in februari 2015. Dit is iets later dan verwacht door noodzakelijke constructie-technische aanpassingen aan het gebouw. De voorbereidingen voor het realiseren van Topsporthal op Sportpark De Koog zijn getroffen: het ontwerp van de Topsporthal is gereed, het krediet is aangevraagd en goedgekeurd en de benodigde vergunningen zijn aangevraagd. Ook is de gemeente Zaanstad gestart met de voorbereidingen voor de bouw van een nieuw zwembad in Noord en de renovatie van Zwembad De Slag. Het programma van eisen en het voorlopige ontwerp van Zwembad Noord zijn in 2014 opgeleverd. De voorbereidings- en aanbestedingstijd van de renovatie van de Slag bleek langer dan verwacht door de organisatievorm die gekozen is. Hierdoor verschuift de renovatie naar de zomer van 2016. 2.2 Realiseren toekomstbestendige infrastructuur voor de buitensport
Op koers
Geplande activiteit(en): • Realisatie sportpark de Omzoom. • Herinrichten sportpark Sportvereniging Assendelft (SVA). • Uitwerking geven aan de routekaart buitensport met betrekking tot de sportparken: Sportparken Oostzijderveld, Karnemelksepolder, Saenden, Poelenburg, Kalverhoek en Hockeyterrein de Kraaien. Toelichting: Om tot een toekomstbestendige infrastructuur voor de sport te komen is in 2014 gestart met de realisatie van Sportpark De Omzoom. Eind 2015 wordt het sportpark De Omzoom opgeleverd. Dit is conform planning. Daarnaast zijn de werkzaamheden aan de terreininrichting en de sportvelden van sportpark SVA afgerond. Er is uitwerking gegeven aan de routekaart buitensport door samen met de verenigingen een plan op te stellen hoe het beschikbare budget uitgegeven kan worden om de kwaliteit van de buitensportvoorzieningen in de gemeente Zaanstad te verbeteren. Ook is er een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de herontwikkelingsmogelijkheden van sportpark Karnemelksepolder om onder andere een fusie tussen de voetbalverenigingen Blauw-Wit en Saenden mogelijk te maken. De resultaten hiervan zijn nog niet teruggekoppeld aan de verenigingen vanwege aanvullende opmerkingen vanuit de vakafdelingen. De verwachting is dat deze resultaten begin 2015 zullen worden teruggekoppeld. Subdoel 3: Meer efficiëntie op het gebied van beheer en exploitatie van sportvoorzieningen 3.1 Bundelen van uitvoerende taken in één sportbedrijf
Op koers
Geplande activiteit(en): • Haalbaarheid te onderzoeken om het beheer en de exploitatie van de buitensportvoorzieningen ook onder te brengen bij het sportbedrijf. • Onderzoeken of het wenselijk is om sportbeleidsfuncties onder te brengen bij het sportbedrijf. • Statuten van het sportbedrijf vaststellen. • Betrokkenheid en inspraak van verenigingen te borgen binnen het sportbedrijf. Toelichting: Per 1 januari 2015 is de stichting Sportbedrijf Zaanstad opgericht. In 2014 zijn de statuten vastgesteld en is de exploitatieovereenkomst voorbereid. In de exploitatieovereenkomst wordt ook aandacht besteed aan de betrokkenheid en inspraak van de verenigingen. De overdracht van taken aan het Sportbedrijf Zaanstad is geleidelijk doorgevoerd. Al eerder (2013) heeft het Sportbedrijf de exploitatie en het beheer van de sporthallen overgenomen. Het afgelopen jaar is het beheer en de exploitatie van de gymzalen overgedragen en zijn de medewerkers van Sportservice Zaanstad overgegaan naar het Sportbedrijf. Hierdoor is er nog niet onderzocht of en hoe we het beheer en de exploitatie van de buitensportvoorzieningen gaan organiseren.
64
Eind 2014 is de regeling onderhoudssubsidies buitensportaccommodaties aangepast, omdat de normbedragen en de oppervlaktes van de sportparken niet meer actueel waren. Om de ongelijkheid tussen de bijdrage van verenigingen aan natuurgrasvelden en kunstgrasvelden op te heffen is besloten om aan de verenigingen een bijdrage te vragen voor het gebruik van de kunstgrasvelden. Subdoel 4: Handhaven van de waardering van de recreatieschappen Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
1
Aantrekkelijk blijven van de recreatieschappen
a. aantal bezoeken Twiske b. aantal bezoeken RAUM
Realisatie 2013 1.470.000 338.000
4.1 Vergroten attractiviteit recreatiegebieden Twiske en Alkmaarder- en Uitgeestermeer
Begroting 2014 1.200.000 310.000
Realisatie 2014
Op koers
Geplande activiteit(en): • Leveren van een financiële bijdrage conform de gemeenschappelijke regeling. Toelichting: Het RAUM en Twiske- Waterland richten zich op een begrotingsevenwicht op lange termijn. Dit gebeurt met het wegwerken van achterstallig onderhoud, afstoten van voorzieningen en verhogen van het verdienvermogen met recreatieondernemers. Voor beide schappen wordt een herijking van de beheervisie opgesteld. Bij het RAUM is de wervingsprocedure gaande voor een nieuwe ondernemer voor de exploitatie van Erfgoedpark De Hoop. Hoogtepunt in 2014 in het Twiske is de opening van de nieuwe potstal bij de zorgboerderij de Marsen. Nr 1
5
Prestatie doelstelling Vervangen verouderde sporthallen en zwembaden Realiseren toekomst bestendige infrastructuur voor de buitensport
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
Nieuwbouw zwembad Noord en renovatie de Crommenije Nieuwbouw sporthal De Sprong Nieuwbouw sporthal De Vang Renovatie zwembad De Slag Sportpark De Omzoom
Voorbereiding
Uitvoering
Voorbereiding
Voorbereiding Uitvoering Voorbereiding Voorbereiding
Uitvoering Oplevering Voorbereiding Uitvoering
Voorbereiding Uitvoering Voorbereiding Uitvoering
Beweging sportparken Oostzijderveld, Karnemelksepolder, Saenden, Poelenburg, Kalverhoek en Hockeyterrein de Kraaien
Routekaart Buitensport vastgesteld
Haalbaarheid
Voorbereiding en haalbaarheid
65
Product Sportbeleid Lasten Baten
Begroting
Realisatie
610
Verschil
578
-32
0
-6
-6
Toevoegingen
23
23
0
Onttrekkingen
-165
-165
0
469
431
-38
Saldo Sportaccomodaties Lasten
4.476
4.706
231
Baten
-51
-346
-295
Toevoegingen
222
234
12
Onttrekkingen Saldo
-604 4.043
-604 3.991
0 -52
894 894
899 899
5 5
178 178
194 194
16 16
6.158
6.377
220
-51
-352
-301
Recreatiebeleid Lasten Saldo Directe apparaatslasten Lasten Saldo
Totaal programma Lasten Baten Toevoegingen
246
257
12
Onttrekkingen Saldo
-768 5.584
-768 5.515
0 -69
66
67
2.10. Cultuur Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
D. Emmer C. Tip
Doel Zaanstad is een aantrekkelijke stad waar alle bewoners en bezoekers kunst en cultuur kunnen beleven. Er is ruimte is voor creatieve, initiatiefrijke inwoners en maatschappelijk betrokken partners. De gemeente draagt bij aan goede maatschappelijke voorzieningen en stimuleert nieuwe vormen van accommodaties, samenwerkingen, activiteiten en initiatieven die bijdragen aan een veerkrachtige maatschappelijke infrastructuur. Cultuur bevordert reuring, ‘bekaiks’ en versterkt het imago.
Terugblik 2014 markeerde de overgang naar een nieuwe agenda voor cultuur vanaf 2015. Zaanstad wil een cultureel aantrekkelijke stad blijven met een variëteit aan culturele functies en activiteiten, maar de gemeente heeft gekozen voor een meer ondersteunende en faciliterende rol; minder (structurele) subsidies en meer ‘de motor op gang helpen, zodat die daarna zelf kan draaien‘. In nauw overleg met culturele verenigingen, organisaties en instellingen werd deze koerswijziging verder in gang gezet. FluXus werd omgevormd en startte vanaf september als nieuwe netwerkorganisatie. Met De Bieb werden afspraken gemaakt over een versoberd aanbod, waarin leesbevordering van en voor jeugd prioriteit krijgt. Er kwamen nieuwe spelregels voor amateurkunst, waardoor voortaan meer organisaties en activiteiten kunnen worden geholpen met hetzelfde budget. In 2014 werden de voorbereidingen getroffen voor een breed evenementenprogramma Stad aan de Zaan. Intussen werkte het Zaans Museum vrijwel geheel op eigen kracht aan een vernieuwde museumpresentatie en wist het Zaantheater in 2014 de prestigieuze titel ‘Theater van het Jaar’ in de wacht te slepen evenals de Gouden Struis voor haar inzending in het kader van de beste marketingcampagne binnen de podiumkunsten. In 2014 zijn belangrijke stappen gezet op weg naar de totstandkoming van het cultuurcluster in Inverdan. Naar verwachting zal in het voorjaar van 2015 een architectkeuze worden gemaakt en daarna gestart worden met het voorlopig ontwerp. In het nieuwe coalitieakkoord is € 300.000 structureel toegevoegd aan het cultuurbudget. Voor 2015 werd een eenmalig verdelingsvoorstel opgesteld; in 2015 zal een meer definitieve toedeling gemaakt worden, in lijn met de culturele ambities voor de komende jaren. Subdoel 1: Behoud van een gevarieerde lokale culturele infrastructuur Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1.
Behoud van een aantrekkelijke lokale culturele infrastructuur
waarderingscijfer van bewoners van het culturele aanbod (bron: Zaanpeiling)
6,4
6,4
6,6
6,0
6,5
waarderingscijfer jongeren < 24 jaar (bron: Zaanpeiling) percentage bezoekers uit Nederland dat naar Zaanstad komt voor: (bron: Atlas van gemeenten) museum
4%
4%
4%
theater/concert ranking Zaanstad t.o.v. de 50 grootste gemeenten
3% 42
n.b. 36
44
68
1.1 Bijdrage leveren aan de instandhouding van een gevarieerd cultureel aanbod
Op koers
Toelichting: In 2013 is besloten tot een vermindering van subsidies voor een aantal stedelijke culturele functies. De hieruit voortvloeiende maatregelen zijn in 2014 in goed overleg tussen gemeente en instellingen uitgewerkt en geëffectueerd. FluXus en De Bieb ontvingen een bijdrage ter compensatie van (een deel van) de frictiekosten. Het traject rond de verplaatsing van het molenmuseum naar de Zaanse Schans loopt nog; de gemeente is nog in afwachting van het businessplan. Uit de daling van Zaanstad op de rankinglijst van de Atlas van gemeenten (van 36 naar 44) kan niet zonder meer de conclusie getrokken worden dat Zaanstad 'het minder goed heeft gedaan'. Het gaat immers om een verhoudingsgetal. Een aantal gemeenten heeft in de afgelopen jaren extra geïnvesteerd in cultuur. 1.2 Clustering van culturele functie in Inverdan
Op koers
Toelichting: Eind 2013 is gezamenlijk met de culturele instellingen gewerkt aan een Programma van Eisen (PvE) voor het Cultuurcluster, dat in maart 2014 door het college werd vastgesteld, waarna de raad werd geïnformeerd (2014/36242). Daarna is niet direct gestart met het selecteren van een architect, maar startte een onderzoek naar de mogelijke aanbestedingsvormen. Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat eind 2014 alsnog een beslissing is genomen het project semitraditioneel aan te besteden, en met een architectenselectie te starten. In een later stadium kan alsnog worden overwogen een geïntegreerd vervolgcontract op de markt te brengen, op basis waarvan het Cultuurcluster daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Eventueel kan het beheer en onderhoud ondergebracht worden bij een marktpartij. De Europese aanbesteding van de architectenselectie is op 31 december 2014 gestart met de digitale publicatie van de ‘uitvraag’. In het najaar 2014 heeft de gemeente overlegd met de culturele instellingen over individuele overeenkomsten. Dit zal uiteindelijk leiden tot een set van afspraken tussen de gemeente en de betrokken instellingen die naar het Cultuurcluster gaan verhuizen en daarin ruimten zullen huren. Ook De Bieb wordt in deze beraadslagingen meegenomen. De individuele overeenkomsten kunnen naar verwachting begin 2015 worden ondertekend. 1.3 Faciliteren van actieve kunst- en cultuurbeoefening in de vrije tijd
Op koers
Toelichting: Na een zienswijze van de raad heeft het college in het laatste kwartaal van 2014 een nieuwe subsidieregeling vastgesteld voor amateurkunst, kleine culturele organisaties, en culturele activiteiten. Vanaf oktober startte de nieuwe aanvraagprocedure. In samenwerking met FluXus wordt bekeken hoe amateurkunstverenigingen extra (digitaal) kunnen worden ondersteund. 1.4 Bevorderen van cultuurdeelname voor kinderen uit lage inkomensgroepen
Op koers
Toelichting: Er is een nieuw convenant ondertekend met betrekking tot Meedoen Zaanstad, waarin ook ondersteuning voor cultuurparticipatie zoals bekend vanuit het Jeugdcultuurfonds is opgenomen. Meedoen Zaanstad heeft niet geleid tot de aanvankelijk verwachte uitbreiding van het aantal deelnemers aan/toekenningen voor culturele activiteiten. Door Meedoen Zaanstad zijn er minder kinderen die gebruik moeten maken van het Jeugdcultuurfonds. Het Jeugdcultuurfonds helpt alleen die kinderen (tien van de 199 toekenningen in 2014) die via de regels van Meedoen Zaanstad buiten de boot vallen.
69
Subdoel 2: Cultuur aan de basis voor ieder kind 2.1 Creëren en verbeteren van de kwaliteit van het binnen- en naschoolse aanbod cultuur in het primair onderwijs
Op koers
Toelichting: De tussentijdse evaluatie van het project Cultuureducatie met Kwaliteit laat zien dat de activiteiten op koers liggen. Om die reden is besloten om vanaf 2015 de subsidie op te hogen, zodat meer scholen kunnen deelnemen. De Bieb wil zich in de toekomst sterker gaan toeleggen op leesbevordering. In de Kleurenbuurt is met steun vanuit de gemeente een proef van start gegaan met een nieuwe uitleenfunctie voor jeugd, georganiseerd voor en door buurtbewoners. Subdoel 3: Versterking van identiteit en imago 3.1 Stimulering van imagoversterkende evenementen en activiteiten
Op koers
Toelichting Ook in 2014 werd een aantal evenementen financieel ondersteund die bij kunnen dragen aan de levendigheid en het imago van Zaanstad. Het Hembrugterrein ontpopt zich meer en meer tot een evenementenlocatie, die ook bezoekers van buiten Zaanstad aantrekt. De geslaagde samenwerking op het gebied van programmering en communicatie in het kader van het Zaanstad-Ruslandjaar krijgt een vervolg in het evenement Stad aan de Zaan. In het najaar van 2014 werd gestart met de evaluatie van het evenementenbeleid en de bijbehorende subsidieregeling. De afronding vindt in 2015 plaats. Subdoel 4: Ruimte bieden aan dynamiek en creativiteit 4.1 Projectmiddelen inzetten om kwaliteit en identiteit van de stad te Bijsturen versterken Toelichting: Er is in 2014 financiële ondersteuning verleend aan zestien initiatieven op gebied van amateurkunst en culturele activiteiten en aan acht evenementen. In 2014 zijn minder kunstprojecten uitgevoerd dan was voorgenomen. In de Havenbuurt bleek voor een met de buurtbewonerswerkgroep gekozen ontwerp toch onvoldoende draagvlak in de buurt. In overleg met de wijkmanager en de buurtbewoners wordt gekeken naar een andere kunsttoepassing. Het kunstproject rond de Wilhelminasluizen vertraagde doordat de algehele planning van de renovatie moest worden aangepast. Het samenwerkingsproject met het verpakkingsbedrijf Hellema (in het kader van ThinkFirstEat Later/THFLII) is wel naar tevredenheid van de partijen uitgevoerd. Hierover wordt in 2015 nog gecommuniceerd. De werkzaamheden voor een nieuwe adviesraad zijn in 2014 niet uitgevoerd. Deze zijn verzet naar 2015. Nr
Prestatie doelstelling
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1.1
Bijdrage leveren aan de instandhouding van een gevarieerd cultureel aanbod
aantal bezoekers aan gesubsidieerde podia: Filmtheater De Fabriek Zaantheater aantal bezoekers aan gesubsidieerde musea jaarbereik stichting RTVI (o.a. Zaanradio) De Bieb: aantal leden aantal uitleningen aantal bezoeker
29.493
30.000
29.512
140.000 80.457
140.000 90.000
140.000 88.228
15%
15%
15%
46.803 1.140.277 767.659
43.000 1.100.000 700.000
48.922 1.008.335 738.647
1 Programma van Eisen
PvE gereed gekomen
1.3
Clustering van culturele functies
Vastgesteld Programma van Eisen
70
Nr
Prestatie doelstelling in Inverdan
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1.3
Faciliteren van actieve kunst- en cultuurbeoefening in de vrije tijd
Aantal deelnemers/ cursisten aan muziekonderwijs en beeldende vorming vaststelling nieuwe spelregels voor ondersteuning/facilitering van amateurkunst
1.670/800
1.670/800
2.083/501
1 beslis document
nieuwe regeling vastgesteld
1.4
Bevorderen cultuurdeel-name kinderen uit lage inkomensgroepen
aantal toegekende bijdragen uit het Jeugdcultuurfonds
73
250
109
2.1
Creëren c.q. verbeteren van de kwaliteit van binnenschools en naschools aanbod cultuur in het primair onderwijs (zie ook prestatie 2.4 van het Programma Jeugd en Onderwijs stimulering van imagoversterkende evenementen en activiteiten
percentage van de scholen in het basisonderwijs waar alle leerlingen deelnemen percentage buitenschoolse cultuuractiviteiten primair onderwijs
95%
98%
98%
56%
46%
46%
percentage bezoekers uit Nederlandse steden dat naar Zaanstad komt voor een evenement (bron: stedenmonitor NBTC/NIPO)
6%
6%
3.1
4.1
Activiteiten/projectmiddelen inzetten om kwaliteit en identiteit van de stad te versterken
actualisatie spelregels voor evenementenbeleid
1 beslisdocument
2% (de percentages in deze benchmark kunnen sterk fluctueren vanwege relatief lage absolute aantallen) nog niet gerealiseerd
spelregels voor inzet van gemeentelijke projectmiddelen besluitvorming over van nieuwe brede culturele adviesraad
1 beslisdocument 1 beslisdocument
nieuwe regeling vastgesteld nog niet gerealiseerd
71
Product Beeldende kunst en vormgeving Lasten
Begroting
Realisatie
Verschil
94
30
-64
Baten
-16
-102
-86
Toevoegingen
150
150
0
Onttrekkingen Saldo
0
0
0
228
78
-149
Bibliotheken Lasten
3.459
3.452
-7
Baten
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
3.459
3.452
-7
Lasten
2.939
2.916
-23
Saldo
2.939
2.916
-23
Lasten
198
224
26
Baten Saldo
0 198
-30 194
-30 -4
1.140 1.140
1.157 1.157
18 18
Saldo Cultuurparticipatie
Evenementen
Musea Lasten Saldo Overige kunst en cultuur Lasten
147
179
32
Baten
-165
-165
0
Toevoegingen
165
165
0
Onttrekkingen Saldo
0 147
0 179
0 32
3.060
2.987
-73
Podiumkunsten Lasten Onttrekkingen
-180
-180
0
2.880
2.807
-73
Lasten
236
242
6
Saldo
236
242
6
11.271
11.187
-84
-181
-297
-116
315
315
0
Saldo Directe apparaatslasten
Totaal programma Lasten Baten Toevoegingen Onttrekkingen Saldo
-180
-180
0
11.225
11.025
-200
72
73
2.11. Wijkgericht werken en beheer Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
L. Vissers-Koopman (Openbare ruimte), H.A.. Visscher-Noordzij (Wijkgericht Werken), J. Olthof (Funderingsherstel) W. Blok (Openbare Ruimte en Funderingsherstel), D. Stuurman (Wijkgericht Werken)
Doel Zaanstad is één stad, met negentien wijken en meer dan vijftig unieke buurtjes die elk een eigen kwaliteit, geschiedenis en karakteristiek hebben.
Terugblik Het jaar 2014 staat in het teken van een veranderde werkwijze binnen het beheer van de openbare ruimte waarbij bezuinigingen worden gerealiseerd, ingezet wordt op het versterken van burger- en arbeidsparticipatie en regionale samenwerking Met de begroting 2014-2017 wordt een bezuiniging op dit programma doorgevoerd van € 1,6 miljoen voor 2014 oplopend tot structureel € 3,3 miljoen vanaf 2017. Voor 2014 betekent dat onder meer; • het onderhoudsniveau voor de openbare ruimte wordt bijgesteld; • vervangingen van de openbare ruimte eenvoudiger worden gerealiseerd; • omvormingen worden gerealiseerd om onderhoudskosten structureel te verlagen; • de afhandeling van meldingen gelijktijdig met het onderhoud in de wijken worden opgepakt. In 2014 is ingezet op het betrekken van burgers, bedrijven en instellingen bij het onderhoud van de openbare ruimte. Begin 2014 is de nota 'Groenadoptie' vastgesteld en daarmee wordt aan bewoners de ruimte gegeven om een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de directe woon- en leefomgeving. Eind 2014 is de honderdste overeenkomst met bewoners/bewonersgroepen getekend. Eind eerste kwartaal 2014 zijn bovengenoemde bezuinigingen ingezet. Met het realiseren van de omvormingen worden bewoners gewezen op de mogelijkheden van groenadoptie. In dat kader is ingezet op het verbeteren van de communicatie over groenadoptie aan bewoners en maatschappelijke partners. In 2014 is de voorgenomen bezuiniging op de gladheidsbestrijding uitgewerkt. Op basis van deze uitkomsten is besloten de bezuiniging van € 140.000 in de begroting 2015-2018 terug te draaien. De gemeente Zaanstad heeft in 2014 overeenstemming bereikt met het hoogheemraadschap om het stedelijk water vanaf 2016 over te dragen Dit leidt naar verwachting tot een kostenbesparing van € 500.000 vanaf 2016. In 2014 zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart en deze zullen een vervolg krijgen in 2015. Het werk in de openbare ruimte leent zich prima voor het stimuleren van arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Sinds enkele jaren wordt dit ondersteund via het ServicePlusTeam (SPT) en Team Werken in de Wijk, waar mensen vanuit de WWB de mogelijkheid krijgen om werkervaring op te doen. In de 2014 hebben hieraan totaal 144 mensen meegedaan. Het SPT is met aanvullende sollicitatietrainingen gestart die gericht zijn op uitstroom naar een reguliere werkomgeving. Van de dertig mensen die zijn uitgestroomd via het SPT heeft de helft een reguliere werkplek gevonden. In 2014 zijn stappen gemaakt om invulling te geven aan het (nationale) Bestuursakkoord Water (BaW) door het aangaan van overeenkomsten met regiogemeenten en partners in de waterketen (waterleidingbedrijf en waterschap). Doel van het BaW is om te komen tot lagere kosten in de waterketen (onder meer op het gebied
74
van het rioolbeheer) door het verbeteren van de regionale samenwerking. Zaanstad en Purmerend vertegenwoordigen de regio Zaanstreek/Waterland in het bestuurlijk platform Waterketen Noorderkwartier. In 2014 is de (capaciteits)inzet van de sector wijkmanagement nadrukkelijker gerelateerd aan de mate en zwaarte van de opgaven in de Zaanse wijken. Op veel plekken in de stad zijn bewoners actief bezig de leefbaarheid en zelfredzaamheid te stimuleren. Wijkmanagers ondersteunen dergelijke initiatieven op verschillende manieren. Soms door bijvoorbeeld hun netwerk in te zetten, soms door een ondersteuning uit het stimuleringsbudget. Per januari 2014 is het structurele functioneringsbudget van de wijkorganisaties gestopt. Samenwerking met en ondersteuning van de wijkorganisaties is nu meer op basis van wederzijdse behoefte en zaken die zich aandienen. Subdoel 1: De openbare ruimte is schoon en veilig Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
De openbare ruimte is schoon en veilig.
De waardering voor het onderhoud van de openbare ruimte door de burger (Zaanpeiling)
6,3
5,8
6,2
1.1 Zorgen voor een schone en veilige openbare ruimte
Op koers
Geplande activiteit(en): • Uitvoeren van dagelijks onderhoud van de openbare ruimte op een bijgesteld onderhoudsniveau. • Het verzorgen van opleidingen ten aanzien van werken met schoonheidsgraden. • Het realiseren van omvormingen die leiden tot lagere onderhoudslasten. • Onderzoek naar mogelijkheid tot overdracht beheer en onderhoud stedelijke watergangen. Toelichting: Ondanks de bezuinigingen op het onderhoud van de openbare ruimte met ingang van 2014, blijft de waardering van de burger voor het onderhoud vooralsnog bijna ongewijzigd. Met de begroting werd nog verwacht dat de waardering omlaag zou gaan. In 2014 wordt conform begroting een bezuiniging gerealiseerd van € 611.000 van een totale bezuiniging op dit programma van € 1,6 mln. Op het onderhoud van de openbare ruimte in het Inverdan-gebied wordt niet bezuinigd. Dit blijft onverminderd een hoog kwaliteitsniveau houden. In 2014 is de netheid in de openbare ruimte gedurende het jaar gemonitord. Hieruit blijkt dat het onderhoud voldoet aan de norm en dat het afgesproken kwaliteitsniveau wordt gehaald. De bezuiniging heeft consequenties voor de wijze waarop medewerkers, die belast zijn met het onderhoud van de openbare ruimte, hun werk doen. In 2014 is € 125.000 van de subsidiegelden ‘extra inzet zwerfafval’ ingezet voor een opleidingstraject waarbij handvatten worden geboden om het gewenste beeldkwaliteitsniveau in de openbare ruimte op doelmatige wijze te halen. Basisscholen besteden ook aandacht aan het voorkómen van zwerfvuil. Alle basisscholen hebben van de gemeente hiervoor een lespakket ontvangen. Twee Zaanse scholen deden mee aan de wedstrijd ‘Hou ‘t Schoon’, een wedstrijd in de vorm van een spelshow. Deze staat op internet en is onderdeel van het lespakket. Ook de overdracht van stedelijk water aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) maakt onderdeel uit van de bezuinigingen die in de begroting zijn opgenomen. Het financiële effect is ingeboekt vanaf 2016. In 2014 is een intentieovereenkomst aangegaan, waarin is vastgelegd dat partijen zich zullen inzetten om voor eind 2015 te komen tot overdracht van de watergangen in stedelijk gebied. Op basis van deze bestuursovereenkomst wordt gewerkt aan deze overdracht. 1.2 Het activeren van participatie bij het onderhoud openbare ruimte
Op koers
75
Geplande activiteit(en): • Tot stand brengen participatie onderhoud Inverdan met winkeliers. • Het bieden van de mogelijkheid tot adoptie van groen op rotondes. • Het ondersteunen van initiatieven van groenadoptie. • Het ondersteunen van initiatieven ten aanzien van het ruimen van zwerfafval in de woonomgeving. Toelichting: Het bevorderen van bewonersparticipatie richt zich voor de openbare ruimte op het activeren van burgers, bedrijven en instellingen om een bijdrage te leveren aan het onderhoud. In 2014 is hierop ingezet en daarmee wordt de nieuwe rol van de terugtredende overheid en het bieden van ruimte voor maatschappelijke initiatieven vormgegeven. Op 25 februari 2014 is het beleidskader groenadoptie vastgesteld door het college. Hiermee wordt meer ruimte gegeven aan burgers voor eigen initiatieven ten aanzien van zelfwerkzaamheid in de openbare ruimte. Op basis van het nota Groenadoptie zijn in 2014 in totaal honderd overeenkomsten afgesloten met bewonersen bewonersgroepen waarbij zij participeren in het onderhoud van de openbare ruimte. In de loop van 2014 is een aanvang gemaakt met de omvormingen in de openbare ruimte. In 2014 zijn de locaties in beeld gebracht die omgevormd gaan worden om de onderhoudslasten te verlagen. Alvorens de daadwerkelijke omvorming te realiseren, zijn bewoners op de mogelijkheid gewezen van groenadoptie. In 2014 is daarom ingezet op het verbreden van de communicatie over groenadoptie en het verruimen van de reageertermijn voor burgers. Op 18 februari 2014 heeft het college besloten om een overeenkomst te sluiten met ‘De Rotondespecialist’. Per 1 maart 2014 heeft dit bedrijf het onderhoud van de middeneilanden van de rotondes in Zaanstad overgenomen voor een periode van zeven jaar. De rotonde Prins Bernhardplein is hiervan uitgezonderd. Als tegenprestatie voor deze adoptie van rotondes mag het bedrijf reclame-uitingen op de gemeentelijke rotondes plaatsen. Bewonersparticipatie richt zich niet alleen op het gezamenlijk in stand houden van openbaar groen door bewoners. Ook zijn er steeds meer bewonersgroepen die zich inzetten voor het verwijderen van zwerfvuil in de openbare ruimte. De gemeente heeft in 2014 een subsidie ‘Extra inzet zwerfafval’ ontvangen. Een deel van dit geld wordt besteed aan het ondersteunen van deze initiatieven. Daarnaast is begin 2014 een convenant ‘Schoon’ met de Stichting Binnenstadmanagement Zaandam (SBZ) afgesloten. Doel van dit convenant is, dat gemeente en SBZ gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het schoonhouden van het stadshart van Zaandam en het vergroten van de bewustwording bij winkeliers. 1.3 Het bestrijden van de gladheid
Op koers
Geplande activiteit(en): • Aanpassen van de organisatie van de gladheidsbestrijding. • Het uitvoeren van gladheidsbestrijding op basis van uitvoeringsplannen. • Communicatie over de gladheidsbestrijding in de media. • Het houden en evalueren van een proef met het gebruik van pekelwater op fietspaden. Toelichting: In 2014 is onderzocht op welke wijze de bezuiniging op gladheidsbestrijding, zoals opgenomen in de begroting 2014-2017, kan worden ingevuld. De consequenties van de bezuiniging zijn aanleiding geweest om met de begroting 2015-2018 de bezuiniging voor een bedrag van jaarlijks € 140.000 terug te draaien. Op basis van dit besluit zijn uitvoeringsplannen opgesteld voor het gladheidsseizoen 2014/2015. Via de internetsite van de gemeente Zaanstad hebben bewoners kennis kunnen nemen van de wijze waarop Zaanstad de gladheidsbestrijding uitvoert.
76
In 2014 is er minder vorst geweest. Dit leidt ertoe dat het budget voor gladheidsbestrijding voor een deel niet is besteed (€ 100.000) en dat er onvoldoende mogelijkheden zijn geweest om proeven te nemen met het gebruik van pekelwater in plaats van zout. Dit zal opnieuw worden ingepland voor het komend jaar. Subdoel 2: Onderhoudsachterstanden worden ingelopen 2.1 Onderhoudsachterstanden worden ingelopen door de openbare ruimte eenvoudiger te vervangen
Op koers
Geplande activiteit(en): • Vaststellen van projecten die in aanmerking komen voor een-op-een vervanging. • Realisatie van het MIP-Openbare Ruimte. • Actualisatie beleid standaarddetails openbare ruimte. • Het verwerven van subsidies voor vervangingsinvesteringen openbare ruimte. Toelichting: De vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte zijn voor 100% tot besteding gebracht. In 2014 is de prestatie ten aanzien van het vervangen van wegen gehaald. Tevens bleek het mogelijk om binnen deze kaders een financiële bijdrage te leveren aan het de herinrichting openbare ruimte bij het Zaans Medisch Centrum. In 2014 is conform begroting een bezuiniging gerealiseerd van € 430.000 op een totale bezuiniging op dit programma van € 1,6 miljoen, door op basis van een eenvoudig ontwerp de openbare ruimte te vervangen. In het MIP 2014-2017 zijn zeventien vervangingsprojecten benoemd die op basis van een eenvoudig ontwerp zullen worden gerealiseerd. In 2014 is ten aanzien van de vervanging van de openbare ruimte in de Russische buurt en de Rosmolenwijk fase 2, alsnog besloten dit gebied te herinrichten. Dit zal niet ten koste gaan van de ingeboekte bezuiniging, doordat het mogelijk bleek subsidies binnen te halen en vanwege schaalvoordelen bij de aanpak van de Rosmolenwijk. Met de vervanging van de openbare ruimte vinden aanpassingen plaats die overeenkomen met beleidsdoelstellingen van andere overheden (zoals de SRA en de Provincie Noord-Holland). In totaal is in 2014 voor een bedrag van € 5,7 miljoen aan subsidies daadwerkelijk ontvangen op basis van subsidietoezeggingen die andere overheden in voorgaande jaren hebben gedaan. Naast de € 5,7 miljoen aan subsidies die in 2014 is afgerekend, zijn voor een bedrag van € 2,7 miljoen nieuwe subsidies toegezegd aan Zaanstad voor het realiseren van het vervangingsprogramma voor de openbare ruimte. Subdoel 3: Stimuleren van funderingsherstel Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Stimuleren funderingsherstel
Aantal woningen waarvan de fundering is vernieuwd.
56
100
75
3.1 Het verminderen van funderingsrisico's bij vervangingsprojecten openbare ruimte
Op koers
Geplande activiteit(en): • Het beoordelen van funderingsrisico’s op basis van een jaarlijks geactualiseerde meerjarenplanning van werken in de openbare ruimte en het programma van bodemsaneringen. • Faciliteren van de vernieuwing van funderingen van woningen nabij vervangingsprojecten openbare ruimte. • Uitbouw van meetboutennetwerk en verrichten van metingen in de geselecteerde gebieden (conform aanbevelingen rapport Berenschot).
77
Toelichting: De doelstelling ten aanzien van het aantal woningen waarvan de fundering wordt vernieuwd is bijgesteld naar zestig. De begroting voorziet in de financiële middelen om dit als streefwaarde te hanteren. In 2014 wordt dit aantal gehaald. In 2014 zijn ongeveer drieduizend oudere panden met een mogelijk funderingsprobleem beoordeeld in een risicoanalyse vanuit de geplande werken in de openbare ruimte. De panden bevinden zich in projectgebieden die vanaf 2017 zijn ingepland op het vervangingsprogramma (MIP) openbare ruimte . Daarnaast zijn in 2014 werkzaamheden in de openbare ruimte uitgevoerd of opgestart in de nabijheid van ongeveer driehonderd oudere panden met een mogelijk funderingsprobleem, zonder dat dit substantiële of onverwachte meerkosten met zich mee heeft gebracht. In het huidige proces rondom werken in kwetsbare buurten, worden eigenaren van panden vroegtijdig geïnformeerd. Eigenaren wiens pand een verhoogde impact op de werkzaamheden en de omgeving kan geven, zijn de afgelopen jaren meerdere malen hierover door de gemeente geïnformeerd. Hierdoor hebben de eigenaren minimaal twee jaar de tijd gekregen om zelf hun fundering te laten onderzoeken en indien noodzakelijk voldoende tijd gehad deze te herstellen voordat de werkzaamheden in de openbare ruimte starten. In toenemende mate nemen bewoners zelf het initiatief tot een bewonersbijeenkomst en wordt de gemeente uitgenodigd informatie te verstrekken. In 2014 zijn 112 subsidieaanvragen voor funderingsonderzoek ontvangen en is - ook na verruiming van het beschikbare budget - het subsidieplafond bereikt. In 2014 zijn aanvragen gehonoreerd waardoor het mogelijk werd om de funderingen van 146 panden op risico’s te laten onderzoeken. Eind 2014 werden 2.591 bouwblokken gemonitord op zakkingsgedrag. Dit is een stijging van 47% ten opzichte van eind 2013. Deze bouwblokken bevinden zich hoofdzakelijk in gebieden waar vervangingswerkzaamheden in de openbare ruimte gepland staan. In 2014 zijn de risicoanalyses in gebieden met kwetsbare funderingen, welke vooraf aan projecten in de openbare ruimte worden gedaan, uitbesteed aan een raamcontractant. Maar ook de werkprocessen zijn beter afgestemd en zijn er in minder gebieden risicoanalyses nodig geweest dan geprognosticeerd. Dit leidt tot een voordeel van € 150.000. Het komend jaar zal moeten uitwijzen of dit voordeel structureel van aard is. Subdoel 4: Doelmatige en milieubewuste inzameling en afvoer van regen- en afvalwater Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Voldoen aan de basisinspanning
Percentage waarin voldaan wordt aan de basisinspanning
98%
100%
100%
2
Saneren ongerioleerde panden
Resterende opgave nog te saneren ongerioleerde panden.
466
190
412
4.1 Het realiseren van de beleidsdoelstellingen VGRP
Op koers
Geplande activiteit(en): • Uitvoeren van riolerings- en saneringsprojecten. • Inzetten op regionale en bestuurlijke samenwerking. • Onderzoek doen naar mogelijkheden om kapitaallasten te verlagen. Toelichting: De beschikbare middelen voor de vervanging van riolering zijn voor 97% tot besteding gebracht. Dit heeft 1 1 geleid tot de vervanging van 19.600 m riool. Gepland was in totaal 20.000 m aan riolering te vervangen.
78
De vervanging van riolering is integraal uitgevoerd met de vervanging van wegen waardoor de overlast voor de burger wordt beperkt. Eind 2014 voldoet Zaanstad aan de afspraken met het hoogheemraadschap ten aanzien van het realiseren van de basisinspanning. In het kader van de basisinspanning is het rioolstelsel aangepast waardoor minder uitstoot van afvalwater op het oppervlaktewater zal plaatsvinden. Om invulling te gegeven aan het (nationale) Bestuursakkoord Water (BaW) zijn overeenkomsten getekend met de gemeenten in de Zaanstreek en Waterland, het hoogheemraadschap en de PWN. Er zijn plannen opgesteld om in de regio in 2020 structureel ongeveer 6% te bezuinigen in de waterketen. In 2014 is gestart met het onderzoek naar de mogelijkheden tot verlaging van de kapitaallasten. Verwacht wordt dat dit onderzoek in het eerste kwartaal 2015 zal worden afgerond. 4.2 Verbeteren doelmatigheid van het rioolbeheer
Op koers
Geplande activiteit(en): • Analyse kosteneffectiviteit saneren afgelegen ongerioleerde panden. • Inzicht in meetgegevens ontwikkelen om doelmatiger te beheren. • Het maken van bestuurlijke afspraken rondom regionale samenwerking in de afvalwaterketen. • Eén keer per twee jaar actualiseren van de operationele rioleringsplannen. • Het aangaan van waterakkoorden met waterkwaliteitsbeheerder. • Het uitvoeren van een marktvergelijking voor het onderhoud van de riolering in Zaanstad zodat de kosteneffectiviteit van het onderhoud kan worden beoordeeld. • Presenteren van de resultaten van de Benchmark Riolering 2013. • Opstellen voortgangsrapportage Rioolbeheer Zaanstad 2013. Toelichting: Door de Rekenkamer Zaanstad zijn aanbevelingen gedaan omtrent het verbeteren van de doelmatigheid van het rioolbeheer. In 2014 is aan bovenstaande activiteiten uitvoering gegeven. In 2014 zijn 54 ongerioleerde panden aangesloten op het riool. Het saneren van ongerioleerde panden verloopt trager dan verwacht vanwege de aanpassingen van de huisaansluiting en de eigen bijdrage die van bewoners wordt gevraagd. Het Waterakkoord wordt vervangen door de afspraken omtrent bestuurlijke samenwerking in de waterketen en de afspraken die gemaakt worden in het kader van het meetprogramma. Als zodanig wordt aan deze geplande activiteit op een andere wijze invulling gegeven Subdoel 5: De meldingen openbare ruimte worden meer klantgericht afgehandeld Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
De meldingen openbare ruimte worden klantgericht afgehandeld.
Percentage bewoners dat tevreden is over de afhandeling van de melding (Zaanpeiling)
49%
40%
53%
5.1 De meldingen openbare ruimte worden klantgericht afgehandeld
Op koers
Geplande activiteit(en): • Tijdig afhandelen van meldingen openbare ruimte. • Inwoners en bedrijven worden geïnformeerd over de afhandeltermijnen van meldingen. • Gerichte klanttevredenheidsmeting over de afhandeling van meldingen nadat deze is afgerond. • Analyseren van de meldingen openbare ruimte. 79
Toelichting: In 2014 zijn de afhandelingstermijnen voor meldingen openbare ruimte verruimd om een jaarlijkse kostenbesparing van € 213.000 te realiseren. Ondanks dat verwacht werd dat hierdoor de klanttevredenheid zou afnemen, laat de Zaanpeiling een toename van tevredenheid zien. In 2014 wordt de burger bij het doen van meldingen openbare ruimte automatisch geïnformeerd over de afhandelingstermijn. Zo ontstaat voor de burger inzicht over de snelheid waarmee meldingen worden afgehandeld en kan de burger zich hierop instellen. De verwachtingen worden hierdoor beter gemanaged. In 2014 heeft separaat aan de Zaanpeiling een onderzoek plaatsgevonden naar de tevredenheid van de afhandeling van de meldingen openbare ruimte direct aansluitend op het moment dat de melding is afgehandeld. In 2014 zijn 14.300 meldingen gedaan over de openbare ruimte. In 2013 waren dit nog 15.900 meldingen. Dit is een afname van de meldingen met 10%. Alleen op het gebied van speelplaatsen en hondenuitrenplaatsen is sprake van een lichte stijging van de meldingen. In 2014 is 94% van de meldingen binnen de gestelde afhandelingstermijn afgehandeld. Subdoel 6: Bewoners zetten zich actief in voor de wijk Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Vitale wijken met actieve bewoners
Actieve netwerken van bewoners die zich inzetten voor elkaar en voor de wijken
Door de hele stad worden actieve (netwerken van) bewoners ondersteund
Minimaal twee actieve bewonersgroepe n in de 11 benoemde wijken/buurten waar de opgaven het grootst zijn
Ruimschoots gehaald (zie onder 6.1)
6.1 Uitvoeren opgave gericht werken in alle wijken
Op koers
Geplande activiteit(en): • In 2014 wordt de inzet van wijkmanagement niet langer evenredig verdeeld over alle wijken, maar gedifferentieerd op basis van de maatschappelijke opgaven en in de mate waarin bewoners participeren bij de plannen voor herinrichting in de openbare ruimte. • Netwerken van maatschappelijke partners en bewoners opzetten/onderhouden en zodanig benutten dat de eigen verantwoordelijkheid en samenredzaamheid toenemen. Zowel op het gebied van maatschappelijke vraagstukken, herinrichtingen als schoon, heel en veilig. • Bewonersorganisaties stimuleren en inspireren om bij te dragen aan een inclusieve samenleving. • Monitoren wat de effecten van de hernieuwde aanpak zijn en bijstellen waar nodig. • Invulling geven aan de nieuwe relatie met de formele wijkorganisaties. Toelichting: In 2014 is de inzet van het wijkmanagement afgestemd op de maatschappelijke opgaven in de verschillende wijken. Zo is in 2014 in wijken als Oud-Zaandijk en Westzaan minder en in andere wijken zoals Poelenburg en Zaandam-Zuid juist meer wijkmanagerscapaciteit ingezet. Ook de drie decentralisaties in het maatschappelijk domein hebben gevolgen voor het wijkmanagement. De aandacht verschuift in toenemende mate van het fysieke domein naar het maatschappelijke domein, waarbij onder andere samenwerking wordt gezocht met de SWT’s. Per januari 2014 is het structurele functioneringsbudget van de wijkorganisaties gestopt. Samenwerking met en ondersteuning van de wijkorganisaties is nu meer gebaseerd op wederzijdse behoefte.
80
Op veel plekken in de stad zijn bewoners actief bezig de leefbaarheid en zelfredzaamheid te stimuleren. Een greep uit de vele initiatieven: • Bewoners van de omgeving van de Westzanerdijk hebben zelf een buurtvisie opgesteld en kijken daarbij nadrukkelijk naar de rol die zij zelf kunnen spelen bij de uitvoering daarvan. • Het Russische Buurt-team zet in op de adoptie van groenplekken en de aanpak van vervuiling en overlast. • In de hele stad zetten mensen zich actief in als vrijwilliger bij de SWT’s. Dit wordt in samenhang met doelstellingen van programma 8 ‘Maatschappelijke ontwikkeling en welzijn’ opgepakt. • In vrijwel alle wijken zijn groepen actief bezig met de verzelfstandiging van buurthuizen; • In Zaandam Zuid wordt de methodiek van placemaking ingezet om bewoners ruimte te geven om vanuit het perspectief van de gebruikswaarde de openbare ruimte mede vorm te geven. De rol van de wijkmanager richt zich vooral op het zijn van aanspreekpunt voor maatschappelijk initiatieven en het ondersteunen van dergelijke initiatieven, soms door het eigen netwerk in te zetten of door een ondersteuning uit het stimuleringsbudget. 'Aan de Zaan' is inmiddels een maandelijkse ontmoetingsplek geworden waar actieve bewoners elkaar inspireren en samen tot nieuwe ideeën voor de stad komen. Begin 2014 is de werkwijze en het effect van het stimuleringsbudget geëvalueerd en is geconcludeerd dat de huidige werkwijze op een goede manier bijdraagt aan de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. Met deze stimuleringsbudgetten kunnen gerichter knelpunten worden weggenomen om ruimte te bieden aan deze maatschappelijke ontwikkelingen. 6.2 Uitvoeren van de Wijkuitvoeringsprogramma's (Wup's) 2012 - 2015
Op koers
Geplande activiteit(en): • Uitvoeren van de activiteiten die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen per wijk. • Actieve betrokkenheid van maatschappelijke partners en bewoners stimuleren bij het bereiken van de doelstellingen van de wijkspecifieke doelstellingen in de Wup’s. • Monitoren van de voortgang op de Wup-doelstellingen om te zien of de geleverde inspanningen de gewenste resultaten opleveren, c.q. of er andere activiteiten nodig zijn. Toelichting: Het jaar 2014 was het derde uitvoeringsjaar van de wijkuitvoeringsplannen. Met name in wijken met duidelijke opgaven is het een goed instrument om als gemeente samen met maatschappelijke partners en bewoners, focus aan te brengen en prioriteiten te stellen. In de wijken zonder duidelijke maatschappelijke opgave speelt het wijkuitvoeringsplan een minder sturende rol. Dit hangt samen met de ontwikkeling om de aandacht van de gemeente vooral te richten op de gebieden waar de opgave het grootst is. In de loop van 2015 zal samen met partners en bewoners gekeken worden op welke wijze de wijkopgaven en agenda voor de komende jaren het best vorm kunnen krijgen. In dat kader wordt het wijkuitvoeringsplan en het huidige monitoringsinstrumentarium (de wijkenmonitor) tegen het licht gehouden. 6.3 Het doorontwikkelen van burgerparticipatie
Op koers
Geplande activiteit(en): • Het stimuleren van (nieuwe vormen van) eigen (burger)kracht en samenredzaamheid. • Het actief betrekken van bewoners bij gerichte acties om de wijk schoon, heel en veilig te maken. • Nieuwe vormen introduceren om burgers te betrekken bij hun wijk (actiefinmijnbuurt.nl). • In 2014 worden de subsidieregelingen voor bewonersinitiatieven op elkaar afgestemd zodat deze beter aansluiten bij de opgaven waar Zaanstad voor staat. Toelichting: Het realiseren van burgerparticipatie richt zich niet alleen meer op de wijkorganisaties. De afgelopen jaren is ingezet op het realiseren van fijnmaziger netwerken in de wijken. Dit zijn netwerken die in veel gevallen geen
81
binding hebben met de bestaande wijkoverlegstructuur. In 2014 is bijvoorbeeld sterk ingezet op de verzelfstandiging van de buurthuizen. In het tweede half jaar van 2014 is in elke Sociaal Wijkteamgebied tenminste één door bewoners gedragen buurthuisfunctie tot stand gekomen. De website 'actiefinmijnbuurt.nl' is gelanceerd en wordt redelijk goed gebruikt. Op initiatief van actieve bewoners wordt de website de komende tijd tegen het licht gehouden om beter aan de behoeftes te voldoen. Op diverse plaatsen zijn er initiatieven van burgers die bijdragen aan de sociale structuur van de stad, en die de burgerkracht en samenredzaamheid vergroten. Onder prestatie 6.1 zijn een aantal initiatieven benoemd. Ook via ‘Buuv’ en ‘Zaankanters voor elkaar’ wordt mogelijk gemaakt dat mensen elkaar weten te vinden. Deze instrumenten worden in samenhang ontwikkeld en ingezet. De rol van de overheid verandert daarbij zichtbaar. In plaats van ondersteuning met geld (bijvoorbeeld leefbaarheidsbudgetten) faciliteert de gemeente dergelijk initiatief door het wegnemen van belemmeringen in regelgeving, het aanreiken van een methodiek, het verknopen van initiatieven, en soms door het inzetten van stimuleringsbudget. 'Van zorgen voor, naar zorgen dat' ten voeten uit. Om deze ontwikkeling zichtbaar te maken zal in 2015 een Stadsexpeditie opgezet worden, waarin het maatschappelijk initiatief in Zaanstad (nog meer) zichtbaar gemaakt wordt en de energie die er vanuit gaat overgedragen kan worden. Nr 1.1
1.2
2.1
2.2 3.1
3.1
4.1
Prestatie doelstelling De openbare ruimte is schoon en veilig De openbare ruimte is schoon en veilig Inlopen van onderhoudsachterstanden openbare ruimte Vervangen openbare ruimte Funderingsrisico’s worden tijdig onderkend
Faciliteren van de vernieuwing van funderingen
Prestatie-indicator Percentage goede beoordelingen bij schouw beeldbestekken Gemiddelde waardering van het onderhoudsniveau in de wijken (CREM-meting) Realiseren van voorgenomen investeringen 2
Aantal m wegen dat vervangen wordt Van projecten die komende 4 jaar gepland staan zijn funderingsrisico’s in beeld gebracht van de kwetsbare woningen.# Geen hogere kosten dan 10% van budget vervangingsproject tot een max. van € 25.000,-. 1 Aantal m riolering dat vervangen wordt. Meldingen worden binnen de afhandelingstermijn afgedaan
Realisatie 2013 97%
Begroting 2014 90%
Realisatie 2014 Is vervallen **
6,3
5,7
5,9
98%
100%
99%
330.000
300.000
330.000
100%
100%
100%
Nieuwe indicator
100%
100%
20.000
19.600
90%
94%
Vervangen 16.000 riolering 5.1 Klantgerichte 90% uitvoering van meldingen ** Houdt verband met de overschakeling van meetsysteem.
82
Product Integraal onderhoud openbare ruimte Lasten
Begroting
Realisatie
38.482
Verschil
35.983
-2.499
Baten
-1.047
-1.174
-127
Toevoegingen
24.339
24.339
0
Onttrekkingen
-425
-425
0
61.349
58.722
-2.626
Lasten
950
605
-345
Baten
-66
17
83
-136
-69
67
747
552
-195
Lasten
238
81
-157
Baten Saldo
-489 -251
-334 -252
155 -1
Saldo Wijkmanagement
Onttrekkingen Saldo Markten en kermissen
Riolen Lasten
16.223
16.144
-79
Baten
-21.308
-21.014
295
Saldo
-5.086
-4.870
216
Lasten
212
281
69
Baten
-945
-1.013
-69
Saldo
-733
-733
0
Begraafplaatsen
Commerciele opdrachten Lasten
20
24
4
Baten Saldo
-60 -40
-58 -35
2 5
11.644
11.546
-98
Directe apparaatslasten Lasten Baten
0
-18
-18
Saldo
11.644
11.528
-116
Totaal programma Lasten
67.768
64.664
-3.104
Baten
-23.915
-23.595
320
24.339
24.339
0
Toevoegingen Onttrekkingen Saldo
-562
-495
67
67.631
64.913
-2.717
Toelichting op afwijkingen per programma Door vertraging in de realisatie van projecten uit het Investeringsfonds (realisatie OBS Saendelft (1.745) en De Omzoom (340)) heeft er – conform de administratieve methodiek - geen versnelde afschrijving op activa
83
met maatschappelijk nut kunnen plaatsvinden (-2.085). ). Zie ook toelichting inzake afwijking Investeringsfonds op programma 15). Per saldo is hier dus sprake van een budgetneutraal effect. Kleinere afwijkingen doen zich voor bij: Brandstofkosten (-100) Gladheidsbestrijding, waar als gevolg van een zachtere winter minder uitrukken nodig zijn geweest (-100). Funderingsherstel: incidenteel voordeel bij aanbesteden van een mantelcontract, verbetering werkprocessen en teruggang in investeringsvolume (-150). Overige inkomsten: hogere inkomsten i.v.m. vervanging van nutsleidingen en schadeherstel (-200) Wijkmanagement: De uitvoering van verschillende activiteiten (w.o. het vernieuwen van de Wijkuitvoeringsplannen, de ontwikkeling of actualisering van online participatietools, ondersteuning van de Uitvoeringvisie Westzanerdijk en de Stadexpeditie) is doorgeschoven naar 2015. En daarnaast zijn bewoners gestimuleerd zelf uitvoering te geven aan initiatieven, in plaats van met subsidie van de overheid of het overlaten van de uitvoering aan de gemeente (-345). Kermissen: In 2014 is gestart met een nieuw organisatiebureau. Dit bureau verzorgt nu ook de volledige financiële afhandeling, waardoor niet langer de baten en de lasten apart in de jaarrekening worden verantwoord. De begroting was echter nog niet aangepast op deze werkwijze, waardoor een onderschrijding op de lasten (-157) ontstaat en een nadeel op de baten (155). De dotatie aan de egalisatievoorziening riolen is hoger als gevolg van een lagere bijdrage aan funderingsherstel, en minder toerekende BTW. De lagere BTW is ontstaan door lagere kosten van derden (295).
84
2.12. Publieke dienstverlening Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
H.A. Visscher-Noordzij W. Blok
Doel Het realiseren van een goede basisdienstverlening voor de burgers, bedrijven en instellingen in Zaanstad die afgestemd is op de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de klant. De menselijke maat is hierin bepalend. Zo zullen burgers die niet digitaal vaardig zijn, worden geholpen. Hetzij via een SWT, telefonisch via 14075 of aan de balie. Zo blijft de dienstverlening voor iedereen beschikbaar.
Terugblik De rol van de lokale en centrale overheid verandert, waarbij de beweging wordt ingezet van 'zorgen voor', naar 'zorgen dat!'. Dit vraagt om innovatie om die nieuwe rol vorm te geven. In dat kader heeft het college in 2014 de nieuwe visie op de publieke dienstverlening vastgesteld. Uitwerking van deze visie zal door middel van een uitvoeringsprogramma in 2015 plaatsvinden. In de visie van het college staat een toegankelijke digitale dienstverlening en een goed contact met de burger voorop. In het verlengde van de visie op dienstverlening wil het college de afhandeling van vergunningen dichtbij de burger organiseren. Om dit te realiseren, wordt de organisatie aangepast. Verschillende afdelingen worden in het ‘Vergunningencentrum’ ondergebracht en geplaatst aan de voorkant van de organisatie. Het organisatieontwerp is gereed en zal in september 2015 volgens planning geïmplementeerd worden. Om te komen tot een snelle afhandeling van vergunningsaanvragen, zijn de werkprocessen in 2014 doorgelicht en geherdefinieerd. Hierbij is gekeken naar mogelijkheden om het proces te vereenvoudigen waardoor de doorlooptijden van aanvragen zijn ingekort. De resultaten zijn in 2014 al zichtbaar. De doorlooptijd van aanvragen is gemiddeld met 30% gedaald. Een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente zijn de bouwleges. De inkomsten uit de bouwleges zijn vanwege de economische crisis de afgelopen vijf jaar steeds verder gedaald. Vanaf 2014 is weer een stijgende lijn te zien. Ook in 2015 zien we dat deze trend zich voortzet. Ook het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) komt tot de conclusie dat in 2014 het keerpunt in de bouw is bereikt. In het kader van de decentralisaties is er vanuit de dienstverlening gezocht naar een goede afstemming met de SWT’s. Burgers die digitaal niet vaardig zijn, worden door de medewerkers van de dienstverlening geholpen. Deze vangnetconstructie is in 2014 geoperationaliseerd. Op deze wijze blijft de menselijke maat gewaarborgd. Subdoel 1: Intensiveren van digitale producten en uitnutten van de bestaande digitalisering Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Intensiveren van digitale producten en uitnutten van de bestaande digitalisering
Maximaliseren digitale afspraken. De baliebezoeken worden gepland middels een afspraak via Internet. Bulkprocessen worden gedigitaliseerd.
20%
24%
42%
0%
80%
80%
85
1.1 Stimuleren van het maken van afspraken via internet
Gerealiseerd
Toelichting: In toenemende mate maken burgers, bedrijven en instellingen een afspraak via de gemeentelijke website voor een bezoek aan de afdeling Klantcontact Burgerzaken. Doelstelling was om in 2014 het aantal digitale afspraken minimaal 30% te laten zijn. Eind 2014 kan worden geconstateerd dat deze doelstelling ruimschoots gehaald wordt. 42% van de burgers maakte gebruik van een digitale afspraak. Het Callcenter promoot op een klantvriendelijke wijze het kanaal internet. Een communicatiecampagne heeft plaats gevonden in de tweede helft van 2014 met als doel om burgers te laten zien hoe gemakkelijk het is om via de website een afspraak te maken. 1.2 Communicatiecampagne: 'de digitale gemeente'
Gerealiseerd
Toelichting: De gemeente streeft ernaar om klantcontacten zoveel mogelijk digitaal te laten verlopen. Hiermee worden doelmatigheidsvoordelen bereikt voor de inwoner en de gemeente. In dat kader is in 2014 de vraaggerichte website geïmplementeerd. Op de nieuwe website kunnen informatie, producten en diensten snel gevonden worden met zoektermen. Met deze nieuwe website is het gebruiksgemak toegenomen en is het voor burgers, bedrijven en instellingen eenvoudiger om op een digitale wijze gebruik te maken van gemeentelijke dienstverlening. Een uitgebreide informatiecampagne heeft ervoor gezorgd dat burgers, bedrijven en instellingen kennis konden nemen van de nieuwe website. 1.3 Uitbreiden digitale producten
Op koers
Geplande activiteit(en): • Het subsidieproces, de flitsvergunningen, de drank- en horecavergunningen en de APV-vergunningen worden digitaal aanvraagbaar op de website. Toelichting: De gemeentelijke website biedt de mogelijkheid voor burgers, bedrijven en instellingen om op een eenvoudige wijze producten en diensten van de gemeente aan te vragen. De afhandeling van de aanvragen kan daardoor op een doelmatige wijze georganiseerd worden. Dat het steeds eenvoudiger wordt om overheidszaken via de website te regelen, sluit aan bij de veranderende rol van de overheid waarbij van de inwoner meer zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid wordt gevraagd. Het is dan ook belangrijk om als gemeente de mogelijkheid te bieden zoveel mogelijk producten digitaal af te nemen. In dat opzicht wordt gestreefd naar het verruimen van het aantal digitale producten. Het is nu ook mogelijk om via de website subsidies en ligplaatsvergunningen aan te vragen. Begin 2015 zal het digitaal aanvragen van drank- en horecavergunningen ook mogelijk worden. Subdoel 2: Administratieve lastenvermindering voor burgers, bedrijven en instellingen Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
2
Verminderen administratieve lasten
Door duidelijke informatieverstrekking en vereenvoudigd beleid meer complete aanvragen.
0%
70%
70%
86
2.1 Verminderen administratieve lasten
Op koers
Geplande activiteit(en): • Onderzoeken welke vergunningen te vervangen zijn door algemene regels. Onderzoeken welk beleid aangepast of afgeschaft kan worden. Toelichting: Het verminderen van de regeldruk maakt het mogelijk dat maatschappelijke initiatieven gemakkelijker van de grond komen en dat de administratieve lasten voor burgers, bedrijven en instellingen worden verminderd. In het kader van het ontregelen, is gekeken waar regelgeving eenvoudiger kan. Voor diverse activiteiten zijn vergunningen vervangen door algemene regels. Het gaat onder andere om de horeca-exploitatievergunning voor Bed & Breakfast-bedrijven en de objectvergunningen. Verder is het standplaatsenbeleid opgesteld met als doel om duidelijke regels te bieden voor de aanvrager en om het verkrijgen van een standplaatsvergunning te vergemakkelijken. Het college stelt dit beleid medio 2015 vast. Subdoel 3: Optimalisering Wabo-vergunningverleningproces door verdere digitalisering Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
3
Optimalisering Wabovergunningverleningproces
Digitaal afgeven van vergunningen Stijging aantal flitsvergunningen
80%
70%
70%
30%
30%
40%
3.1 Pilot digitale afhandelingen omgevingsvergunningen
Op koers
Toelichting: Ook bij de afhandeling van omgevingsvergunningen wordt de doelmatigheid vergroot door gebruik te maken van digitale dienstverlening. Ook hier betekent dit dat de gemeente steeds vaker schriftelijk en via de website met burgers communiceert. Voor mensen die niet uit de voeten kunnen met dienstverlening via internet, of geen internettoegang hebben en dat niet met hun omgeving kunnen oplossen, blijft een alternatieve aanvraagprocedure beschikbaar. 3.2 Stijging van het aantal flitsvergunningen
Op koers
Geplande activiteit(en): • Waar mogelijk de gewone vergunning vervangen door de flitsvergunning. • Aanvragen van flitsvergunningen via de website mogelijk maken. Toelichting: Voor een aantal omgevingsvergunningen is het mogelijk gebleken deze via een verkorte procedure af te handelen. Bij deze zogenaamde flitsvergunningen wordt de doorlooptijd gehalveerd. Doordat alle vergunningsprocessen geherdefinieerd zijn, is het mogelijk geworden om voor een aantal soorten omgevingsvergunningen de doorlooptijd te halveren. In 2014 zijn in totaal 158 van de 897 vergunningen afgegeven via deze verkorte procedure.
87
Subdoel 4: Digitaliseren van veel geraadpleegde en kwetsbare collecties bij gemeentearchief Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
4
Digitaliseren van veel geraadpleegde en kwetsbare collecties bij gemeentearchief
Bevolkingsregisters gedigitaliseerd en ontsloten
0%
20%
40%
4.1 Bevolkingsregisters via internet raadpleegbaar maken
Op koers
Geplande activiteit(en): • De bevolkingsregisters/gezinskaarten, periode 1900-1939, worden gedigitaliseerd, via een database ontsloten en via het internet raadpleegbaar gemaakt. Toelichting: Om veel geraadpleegde en kwetsbare collecties van het gemeentearchief beter te kunnen beschermen, zijn deze gedigitaliseerd. De doelstelling voor het digitaliseren van veel-geraadpleegde en kwetsbare collecties bij gemeentearchief is dan ook ruimschoots gehaald. Voor de periode 1900-1939 is 100% gedigitaliseerd (dit is 40% van het totale aantal bevolkingsregisters). Het ontsluiten van de informatie via de website heeft vertraging opgelopen, omdat de nieuwe website van het gemeentearchief later is gerealiseerd dan gepland. In 2015 zullen de gedigitaliseerde collecties via de nieuwe website worden ontsloten. Nr 1
2
3
4
Prestatie doelstelling Intensiveren van digitale producten en uitnutten van de bestaande digitalisering Administratieve lastenvermindering voor burgers, bedrijven en instellingen Optimalisering Wabovergunningverleningsproces door verdere digitalisering
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
Stimuleren van het maken van afspraken via internet Communicatiecampagne: ‘de digitale gemeente’ Uitbreiden digitale producten
70%
80%
80%
90%
100%
100%
80%
90%
90%
Verminderen administratieve lasten
50%
70%
70%
Pilot digitale afhandeling omgevingsvergunningen Stijging van het aantal flitsvergunning
10%
70%
70%
20%
30%
40%
Digitaliseren van veel geraadpleegde en kwetsbare collecties bij gemeentearchief
Bevolkingsregisters via internet raadpleegbaar maken
0%
20%
40%
88
Product Omgevingsvergunningen
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
408
378
-31
Baten Saldo
-3.720 -3.312
-4.063 -3.686
-343 -374
Burgerzaken Lasten
1.540
1.403
-137
Baten
-2.916
-2.812
105
Saldo
-1.376
-1.409
-33
311
134
-176
Baten
-1.197
-1.132
64
Saldo
-886
-998
-112
Lasten
192
130
-62
Baten Saldo
-36 156
-42 88
-6 -68
511 511
392 392
-119 -119
Havens en Kadegelden Lasten
Gemeentearchief
Verkiezingen Lasten Saldo Directe apparaatslasten 8.448
8.419
-29
Baten
0
-5
-5
Saldo
8.448
8.414
-34
Lasten
11.410
10.856
-555
Baten
-7.869
-8.054
-185
Saldo
3.541
2.802
-740
Lasten
Totaal programma
Toelichting op afwijkingen per programma Het voordelig saldo valt als volgt te verklaren: • Door de aantrekkende economie valt de realisatie van de bouwleges positiever uit (-343). • Zijn er minder rijbewijzen en paspoorten verstrekt, wat leidt tot lagere inkomsten (leges) (105), maar valt de afdracht van leges aan het rijk ook lager uit (-137). • Uitstel van vervanging van bedrijfsmiddelen (boot en dienstauto's) geeft een incidenteel voordeel(176). & • Omdat in 2014 twee verkiezingen (gemeenteraad en Europees Parlement) op één dag zijn gehouden is in de uitvoering daarvan een besparing gerealiseerd (-119).
89
90
2.13. Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
G.H. Faber W. Blok
Doel Zaanstad is een stad die veilig is en veilig voelt. Het doel is om de veiligheidsbeleving te vergroten door het besef van verantwoordelijkheid daarvoor te laten groeien.
Terugblik De activiteiten gericht op een integrale aanpak van de veiligheid en leefbaarheid zijn uitgevoerd binnen het kader van het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2014 en het Handhavingsprogramma 2014. In 2014 is het aantal misdrijven met hoge impact gedaald met 10%. De gemeente heeft extra ingezet op voorlichtingsbijeenkomsten aan bewoners(verenigingen) en ondernemers ten aanzien van inbraak- en overvalpreventie. Met de corporaties is een project gestart om woninginbraken tegen te gaan, onder andere door het verbeteren van hang- en sluitwerk tijdens renovaties. Het veiligheidsgevoel dat gemeten wordt met de Zaanpeiling blijft gelijk ten opzichte van 2013. De uitbreiding van de Dam tot Damloop naar zaterdagavond is veilig verlopen en het beleidsplan IVP 2015 2018 is vastgesteld. Er is extra gecontroleerd op het naleven van de Drank- en Horecawet bij paracommerciële instellingen, zoals supermarkten en sportverenigingen. Met de zorg voor een veilige stad wordt ook gekeken op welke wijze bewoners en bedrijven hieraan kunnen bijdragen. Zo is in 2014 gewerkt aan betere afspraken met de horeca over de veiligheid in uitgaansgebieden, wordt met ondernemers samengewerkt in het kader Keurmerk Veilig Ondernemen en met een drietal groepen bewoners is gekeken hoe zij op het gebied van burgerparticipatie kunnen bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid. Per 1 januari 2014 is de brandweer overgegaan naar de regionale brandweerorganisatie. Binnen het Handhavingsprogramma 2014 zijn er afwijkingen ten aanzien van fiscaal parkeren en de handhaving op funderingsherstel. Deze worden hierna verder toegelicht. Subdoel 1: Hogere veiligheidsbeleving in stad en wijken Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
De eigen woonomgeving is en voelt veilig
% burgers dat zich wel eens onveilig voelt (*)
38%
35%
38%
2
Uitgaansgebieden in Zaanstad zijn en voelen veilig
Rapportcijfer inwoners (ervaren ) veiligheid in uitgaansgebieden: overdag ’s avonds
7,2 5,7
7,5 6,0
7,3 6,0
100%
100%
100%
10
10
11
3
Voorkomen faciliteren georganiseerde criminaliteit door overheid
Aantal BIBOB-toetsen vergunningaanvragen horecasector Aantal hennep rooidagen
91
1.1 Monitoren en uitvoeren van het Integraal Veiligheidsplan
Op koers
Geplande activiteit(en): • Opstellen van het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2014. • Opstellen van het Integraal Veiligheidsplan Zaanstad 2015-2018. • Met betrekking tot de voorbereiding op crisis en rampen: de regionalisering wordt voortgezet op basis van een nieuw regionaal beleidsplan en het tweede deel van het regionaal crisisplan. • Bij grote en risicovolle evenementen wordt de samenwerking tussen de veiligheidspartners gecoördineerd op basis van het evenementen-veiligheidsbeleid, om tijdig op risico’s te kunnen anticiperen. Toelichting: Uit de Zaanpeiling 2014 blijkt dat het onveiligheidsgevoel nagenoeg gelijk is gebleven ten opzichte van 2013. Het aantal bewoners dat zich wel eens onveilig voelt, ligt rond de 38%. Met het Uitvoeringsprogramma 2014 is invulling gegeven aan het Veiligheidsbeleid 2012 - 2014. In 2014 zijn genoemde maatregelen uitgevoerd en is het effect ervan gemonitord. Voorts is 2014 het nieuwe Integraal Veiligheidsplan 2015 - 2018 opgesteld. Op basis hiervan is het Uitvoeringsprogramma 2015 opgesteld. In 2014 is het Regionaal Crisisplan vastgesteld en operationeel gemaakt, waardoor de regio beter is voorbereid in geval van rampen en crisis. 1.2 Aanpak criminaliteit
Op koers
Geplande activiteit(en): • In de driehoek worden de prioritaire delicten besproken en gemonitord. Op basis van de cijfers wordt waar nodig bijgestuurd. Het gaat hierbij onder meer om de samenwerking op de High Impact Crimes zoals overvallen, inbraken en geweld. Het Donkere Dagen Offensief is zo’n samenwerking, waarbij vanuit de gemeente wordt bijgedragen door voorlichting te geven aan ondernemers en burgers. Toelichting: De samenwerking in de driehoek en de sturing op het Integraal Veiligheidsplan heeft bijgedragen aan een daling van de High Impact Crimes met 10% in 2014 ten opzichte van 2013. De samenwerking met de politie heeft ervoor gezorgd dat de woninginbraken, overvallen en straatroven zijn gedaald. Gezamenlijk is extra ingezet op voorlichtingsbijeenkomsten aan bewoners(verenigingen) en ondernemers met betrekking tot inbraak- en overvalpreventie. Met de corporaties is de gemeente een project gestart om woninginbraken tegen te gaan. De ogen en oren van burgers en ondernemers worden steeds meer betrokken bij de aanpak, zowel via Keurmerk Veilig Ondernemen als door initiatieven op het gebied van burgerparticipatie. In 2014 zijn op het gebied van burgerparticipatie drie groepen gestart en begeleid. 1.3 Bestuurlijke aanpak criminaliteitsbestrijding
Op koers
Geplande activiteit(en): • Regionaal afstemmen van beleid om waterbedeffecten te voorkomen. • Casusoverleg en informatie-uitwisseling in het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). • Aanvragen voor horecavergunningen, c.q. wijzigingen daarvan, worden structureel aan een Bibobtoets onderworpen. • Zorgen voor een gecoördineerde aanpak bij de opsporing en de handhaving van illegale hennepteelt, waarbij we zowel de strafrechtelijke als bestuursrechtelijke middelen benutten.
92
Toelichting: De bestuurlijke aanpak criminaliteitsbestrijding ligt op schema. Binnen het RIEC is op casusniveau samengewerkt met politie, openbaar ministerie en de belastingdienst. In de casussen heeft de gemeente informatie gedeeld en waar mogelijk bestuurlijke interventies ingezet. Op vergunningaanvragen voor de horecasector zijn Bibob-toetsen uitgevoerd. In 2014 zijn er elf henneprooidagen gehouden. 1.4 Uitvoeren Horecaconvenant
Op koers
Geplande activiteit(en): • Voeren van structureel overleg met de horecaondernemers over de feitelijke realisering van het Horecaconvenant. • Uitvoeren van werkafspraken tussen ondernemers, politie en gemeente, onder meer over toezicht en handhaving. • Uitvoeren van de nieuwe verordeningen op basis van de Drank- en Horecawet, waarmee vanaf 0101-2013 het toezicht op de naleving is overgedragen aan de gemeente. Toelichting: In 2014 wordt in de Zaanpeiling de veiligheidsbeleving van de burger in uitgaansgebieden iets positiever beoordeeld ten opzichte van 2013. Dit is gestegen van een 5,7 naar een 6,0 (schaal 1-10). Het afgelopen jaar heeft de gemeente intensief overleg gevoerd met de horecaondernemers en politie over een nieuw convenant. Hiermee streven de partners ernaar om het aantal incidenten te verminderen en het uitgaansleven in Zaanstad aantrekkelijker te maken. Vanuit de evaluatie van het oude convenant is de wens naar voren gekomen om nieuwe en beter afdwingbare afspraken tussen de partijen te maken. Er is onder meer gekeken naar een koppeling van de afspraken in het convenant aan de sluitingstijden. Subdoel 2: Stad schoon, heel en veilig Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Naleefgedrag parkeerregelgeving verhogen
Aantal geraamde naheffingsaanslagen (betaald verkeren)
24.000
28.000
20.000
2
Schoon, heel en veilig
8.800 95%
100%
6.200 93%
3
Tevredenheid over de afhandeling van klachten en meldingen
Aantal parkeerboetes Uitvoering Handhavingsprogramma 2014 % binnen de termijn afgehandelde meldingen
82%
90%
85%
2.1 Een afname van het aantal bewoners dat parkeeroverlast ervaart
Op koers
Geplande activiteit(en): • Uitvoeren van het handhavingsbeleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2012-2015. • Uitvoeren van het handhavingsprogramma 2014. • Inzetten van communicatie als handhavingsinstrument, gericht op preventie. • Opleggen van boetes voor fout parkeren (Wet Mulderbonnen) en naheffingsaanslagen (fiscaal parkeren). Toelichting: Het Handhavingsprogramma 2014 is uitgevoerd, waarmee uitvoering is gegeven aan het Handhavingsbeleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2012-2015.
93
Het aantal meldingen met betrekking tot parkeeroverlast laat een dalende trend zien. Ten opzichte van 2012 (1.382) is het aantal meldingen in 2014 (653) gehalveerd. Ook het aantal opgelegde parkeerboetes is gedaald. Dit is mede te danken aan betere communicatie met burgers, vergrote zichtbaarheid door voet- en fietssurveillance in plaats van surveillance in een auto, uitleg geven over de parkeersituaties en wijze van handhaving. Dankzij het in 2014 opgerichte biketeam, konden Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) sneller en zichtbaar op allerlei plekken aanwezig zijn; onder andere rond 08.30 uur bij basisscholen, om parkeeroverlast en gevaarlijke situaties tegen te gaan. De gemeente heeft ingezet op het verbeteren van de communicatie. Zo is gecommuniceerd in het Zaanstad Journaal over parkeren van caravans op de openbare weg voordat de schoolvakanties begonnen, is aandacht besteed aan hondenoverlast en zijn voor de start van het maaiseizoen de regels voor boten op de oever bekendgemaakt. In 2014 is het aantal naheffingsaanslagen (fiscaal parkeren) gedaald met vierduizend ten opzichte van 2013. Begroot was nog een stijging van het aantal naheffingsaanslagen met vierduizend tot achtentwintigduizend. Financieel leidt deze daling van naheffingsaanslagen niet tot een grote afwijking op de begroting, omdat de begroting bij de najaarsrapportage is bijgesteld naar aanleiding van de realisatie van blauwe zones. Voor 2015 is het aantal heffingen naar beneden bijgesteld. Belangrijke oorzaken van de daling in naheffingsaanslagen zijn: • Verkleining van het fiscaal parkeergebied. In Krommenie, Wormerveer en Koog aan de Zaan is eind 2014 fiscaal parkeergebied omgezet naar blauwe zones. • Stijging van de betalingsbereidheid. Er is gewenning ontstaan aan het betaald parkeren. • Landelijke trend waarbij een teruggang zichtbaar is van het parkeren in centra van steden. 2.2 Terugdringen milieu- en bouwrisico's
Op koers
Geplande activiteit(en): • Uitvoeren van het handhavingsbeleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2012-2015. • Uitvoeren Handhavingsprogramma 2014, op de thema's: ° Woon- en leefomgeving. ° Veilig uitgaan. ° Veiligheid op de weg en het water. ° (Brand)veilig gebruik van bouwwerken en percelen. ° Openbare orde en veiligheid. ° Projecten. • In samenwerking met de Omgevingsdienst NZKG het milieudeel van het Handhavingsprogramma 2014 uitvoeren. Toelichting: Het onderdeel milieu wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst NZKG. Het jaar 2014 is het eerste jaar dat de Omgevingsdienst NZKG alle milieutaken heeft uitgevoerd. Met de omgevingsdienst is nauw overleg over verdere samenwerking, opdrachtgeverschap en verantwoording. Van de speciale projecten die opgenomen zijn in het Uitvoeringsprogramma is het grootste deel uitgevoerd. De handhaving op woonboten heeft slechts incidenteel plaatsgevonden, in afwachting van nieuw beleid op dit thema. Bij de handhaving op funderingsherstel is het budget niet volledig besteed. Door rechterlijke uitspraken over de noodzaak om funderingen bloot te graven, alvorens bestuursdwang toegepast kan worden, kon het lopende funderingsprogramma niet gerealiseerd worden. In afwachting van uitspraken door de Raad van State, zijn meerdere handhavingstrajecten opgeschort.
94
2.3 Verbetering van de afhandeling van klachten en meldingen handhaving
Op koers
Geplande activiteit(en): • Geven van prioriteit aan het afhandelen van meldingen. • Afhandelen van meer klachten/meldingen binnen de gestelde termijn (vijf dagen/zes weken). • Geven van een terugkoppeling over de afhandeling van de melding/klacht aan de klagers/melders. Toelichting: Een goede en tijdige afhandeling van meldingen heeft in 2014 prioriteit gehad. In 2014 heeft de gemeente 85% van de meldingen binnen de termijn afgehandeld. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2013 (82%). Iedere melder van een klacht krijgt telefonisch dan wel via e-mail terugkoppeling over de afhandeling van de melding. Het geven van tijdige en heldere terugkoppeling aan melders blijft prioriteit houden. Subdoel 3: Burgers, bedrijven, instellingen en brandweer dragen eigen verantwoordelijkheid Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Het vergroten van de mate waarin burgers, bedrijven en instellingen zich ervan bewust zijn zelf de eerst verantwoordelijke te zijn voor de brandveiligheid van hun woon-, werk-, en leefomgeving. Handhaven van de zorgnorm.
Percentage aanwezige en functionerende rookmelders in woningen.
77%
69%- 75%
77%
Tijdig bij een incident ter plaatse komen.
89%
80%
*
2
* Vanwege de regionale verschillen is het dit jaar niet mogelijk hierover te rapporteren. VrZW is bezig dit proces goed in te richten, zodat hierover vanaf 2015 regionaal gerapporteerd kan worden.
3.1 Verhogen van het verantwoordelijkheidsgevoel van burgers, bedrijven en instellingen in de gemeente
Op koers
Geplande activiteit(en): • Burgers voorlichting geven over zelfredzaamheid en het belang om zelf de verantwoordelijkheid voor brandveiligheid op te pakken, mede door het inzetten van (brandweer)vrijwilligers. • Ondernemers in Zaanstad worden gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid te nemen voor de brandveiligheid in hun onderneming. Instrument hiervoor is een zelfchecklist waarmee geselecteerde ondernemers zelf kunnen controleren of zij voldoen aan het vereiste niveau van brandveiligheid. De gemeente voert op basis van een steekproef controles uit. Toelichting: In 2012 is de gemeente gestart met het gericht geven van voorlichting op het gebied van brandveilig leven aan burgers. In 2014 werden door brandweervrijwilligers 510 brandveiligheidsadviezen gegeven en rookmelders opgehangen. De doelstelling van duizend kon niet worden gerealiseerd vanwege een beperkt beschikbare voorlichtingscapaciteit. Een aantal van de vrijwilligers kon door persoonlijke omstandigheden onvoldoende tijd vrij maken voor de huisbezoeken. De doelgroepen aan wie brandveiligheidsadviezen worden gegeven, zijn geselecteerd op basis van een sociaal brandrisicoprofiel. Bij het project wordt gebruik gemaakt van de netwerken in de wijken en wordt er intensief samengewerkt met externe partijen.
95
Se gemeente heeft een bijdrage geleverd aan diverse trajecten om te komen tot een Keurmerk Veilig Ondernemen voor onder meer Centrum Zaandam, Winkelgebied Wormerveer, Winkelcentrum Kaaikhof Saendelft Assendelft, industriegebied Westerspoor / Zuiderhout en industriegebied MolletjesveerNoorderveld. De brandweer heeft ingezet op goede voorlichting. Zo is een bijdrage geleverd aan de vuurwerkcampagne basisscholen in samenwerking met HALT, de Seniorenbeurs van de Seniorenraad Zaanstad, Tienermoeders Zaanstad, Wijkoverleg Assendelft, Odion Zaandam, EHBO-vereniging Zaandam. In het kader van de brandpreventieweken is in de verzorgingstehuizen Erasmushuis en Lambert Melisz brandveiligheidsvoorlichting gegeven aan ouderen. Voor de kerst is een mailing verzonden over brandveilig feestvieren. 3.2 De brandweer levert bijdrage aan de uitvoering van het Bouwbeleidsplan en Handhavingsprogramma
Op koers
Geplande activiteit(en): • Adviseren over plannen in het kader van de Wabo en uitvoering van het toezicht op brandveiligheidsvoorschriften conform afspraken gemaakt in het Bouwbeleidsplan en het Handhavingsprogramma. • Toelichting: De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland heeft in 2014 geadviseerd op 107 bouwplannen (planning Bouwbeleidsplan 105). Er hebben 389 controles van bouwwerken plaats gevonden (375 gepland in Handhavingsprogramma). Daarnaast zijn zes BAB-bedrijven (Brandweer aandachtsbedrijven) en zijn alle vuurwerkopslagen/verkooppunten bezocht in samenwerking met de Omgevingsdienst NZKG. Er zijn honderd bouwwerken geselecteerd voor zelftoezicht. 3.3 De brandweer komt op tijd met kwaliteit
Op koers
Geplande activiteit(en): • Realiseren van de in het regionale dekkingsplan opgenomen opkomsttijden voor de brandweer in Zaanstad (in minimaal 80% van de gevallen tijdig bij een incident ter plaatse komen). Het huidige dekkingsplan op basis van het rapport 'Steeds Paraat' (AVD, april 2008) zal in de toekomst worden vervangen door een dekkingsplan dat regionaal ontwikkeld wordt. • Zorg dragen voor een efficiëntere brandweerorganisatie door te investeren in preventie en aanpassingen van de logistiek, zonder dat dit ten koste gaat van het model van werken met vrijwilligers en zonder de normen aan te passen. Toelichting: Het is niet mogelijk om over 2014 te rapporteren over de zorgnorm. In de afgelopen jaren heeft niet in alle gemeenten de registratie van het uitrukken plaatsgevonden voor wat betreft het voldoen aan de zorgnorm. Daarnaast zijn de zorgnormen in de regio niet eenduidig. Voor een aantal gebieden mag beargumenteerd worden afgeweken van de zorgnorm. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is bezig dit proces beter in te richten, zodat hierover vanaf 2015 regionaal gerapporteerd kan worden.
96
Product Brandpreventie en bestrijding
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
0
0
0
Baten Saldo
0 0
0 0
0 0
Handhaving Lasten
999
600
-399
Baten
-814
-421
394
Saldo
185
180
-5
13.507
13.662
154
Openbare orde en veiligheid Lasten Baten
0
56
56
Toevoegingen
135
135
0
Onttrekkingen
-247
-247
0
13.395
13.606
211
Lasten
2.894
2.928
33
Baten Saldo
0 2.894
0 2.928
0 33
17.400
17.190
-211
-814
-364
450
Saldo Directe apparaatslasten
Totaal programma Lasten Baten Toevoegingen
135
135
0
Onttrekkingen Saldo
-247 16.474
-247 16.713
0 239
Toelichting op afwijkingen per programma In afwachting van een uitspraak van de Raad van State over de gebruikte onderzoeksmethodiek is de handhaving met betrekking tot funderingsherstel vertraagd (-399), hierdoor worden er ook geen kosten verhaald op de woningeigenaar (394).
97
98
2.14. Bestuur en organisatie Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
G.H. Faber A. Roggeveen
Doel Adequaat omgaan met veranderende eisen die worden gesteld aan de overheid met behoud van de goede relatie met de burger.
Terugblik De acties uit de begroting 2014-2017 voor het programma Bestuur en Organisatie liggen op koers. De beweging om burgers en partijen steeds beter in staat te stellen zaken zélf aan te pakken in plaats van dat de gemeente dat voor ze doet, zet verder door: ‘van zorgen voor naar zorgen dat’. In 2014 hebben bestuur en organisatie daar op vele fronten flinke stappen in gezet. Voorbeelden zijn de werkwijze bij groenadoptie en beheer buurthuizen. Er was daarnaast voortdurende aandacht voor communicatie, informatieverstrekking en interactie met burgers en partijen. Steeds beter wordt de organisatie toegerust op het in verbinding komen met inwoners en partners. Wendbaar heeft de organisatie zich ook getoond ten aanzien van de drie decentralisaties. Binnen de gestelde tijd zijn de betrokken bedrijfsonderdelen Zaanstad klaar voor de uitvoering. Het vertrouwen van de inwoners in het college is iets toegenomen (van 5,9 naar 6,0). Alle inspanningen van de organisatie hebben ertoe geleid dat Zaanstad als enige gemeente is geëindigd als finalist voor beste overheidsorganisatie van het jaar. Zowel regionaal als landelijk heeft Zaanstad zich verzekerd van goede bestuurlijke posities, waarmee we de beleids- en besluitvorming kunnen beïnvloeden. Dat geldt voor de Metropoolregio Amsterdam, voor de G32 en de VNG. Subdoel 1: De gemeente is klaar voor haar veranderende rol in de samenleving 1.1 Visievorming op de verdeling van rollen, taken en verantwoordelijkheden tussen de lokale overheid, markt en samenleving
Op koers
Geplande activiteit(en): • Samen met partners in de praktijk vormgeven aan een nieuwe verdeling van rollen en verantwoordelijkheden in de samenleving. Toelichting: Samen met betrokken partners geeft Zaanstad vorm aan een nieuwe verdeling van rollen en verantwoordelijkheden in de Zaanse samenleving. Voorbeelden zijn de veranderende werkwijzen bij groenadoptie, het beheer van buurthuizen en sportaccommodaties of het stimuleringsbudget dat wijkmanagers beschikbaar hebben voor ondersteuning van maatschappelijke initiatieven in buurten en wijken. 1.2 Beïnvloeden van de besluitvorming van (publieke en private) partners
Op koers
Geplande activiteit(en): • Verder ontwikkelen van strategieën en (regionale) samenwerkingsarrangementen tussen publieke en tussen publieke en private partijen, in Zaanstreek-Waterland en de grotere regio rond Amsterdam. • Deelnemen aan het MRA-overleg gericht op Europese Structuurfondsen en een bijdrage leveren aan Europese projecten met Zaanse partners. • Positioneren en profileren van Zaanstad binnen de MRA en rond het Noordzeekanaalgebied met ZaanIJ (zie programma 6), in Zaanstreek-Waterland en landelijk met de decentralisaties in het sociale domein (zie programma’s 2, 7 en 8). 99
Toelichting: Het college heeft de samenwerking met publieke en private partners in stad, regio en in Den Haag geïntensiveerd om zijn beleidsdoelstellingen te realiseren. In 2014 is de ambtelijke voorbereiding begonnen om samen met raad en partners in en van de stad te komen tot een plan voor de stad, als volgende stap om het Zaans Evenwicht te realiseren. De gemeente speelt een actieve rol in de regio. In de Stadsregio Amsterdam (SRA) is de Zaanse bestuurder verantwoordelijk voor de portefeuille Economie in het Dagelijks Bestuur. In het verlengde hiervan neemt hij zitting in het Platform Regionaal Economische Structuur van de Metropoolregio Amsterdam (MRA-PRES) en de Amsterdam Economic Board. Via de MRA-PRES en de Board positioneren de regiobestuurders zich richting EU en oriënteert Zaanstad zich op die manier op voor de gemeente relevante projecten en initiatieven. Landelijk heeft het bestuur zich gepositioneerd met vier vertegenwoordigers in VNG-commissies. Daarnaast bekleedt Zaanstad het voorzitterschap van de G32 Sociaal en de medeverantwoordelijkheid binnen het G32netwerk voor de dossiers Omgevingswet en Wonen/zorg. In Zaanstreek-Waterland hebben de gemeenten zich in 2014 voorbereid op de decentralisaties in het sociaal domein, waarbij de Regeling Zonder Meer als vehikel diende voor de gezamenlijke inkoop van complexe zorgsoorten. Als eerste regio sloot Zaanstreek-Waterland contracten met zorgaanbieders. Eind 2014 heeft de regio de samenwerking geëvalueerd, met over het algemeen positieve conclusies. Over de samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en positionering van de regio Zaanstreek/Waterland zijn deze periode verschillende rapporten verschenen die van belang zijn voor de actualisatie van MRA-visie 2040 in 2015. Halverwege 2014 hebben hierover gesprekken plaatsgevonden binnen de MRA. Binnen Zaanstreek/Waterland is de inzet om te komen tot een gezamenlijke visie op de positionering van de MRA-Noord en daar de gemeenteraden bij te betrekken. 1.3 Vergroting van de wendbaarheid van de organisatie
Op koers
Toelichting: In 2014 heeft de gemeente aangetoond een wendbare organisatie te zijn. Ter voorbereiding op de uitvoering van de drie decentralisaties hebben medewerkers van verschillende organisatie-eenheden samengewerkt aan één duidelijke opgave; klaar staan vóór 1 januari 2015. Tegelijkertijd heeft de organisatie geanticipeerd op de veranderende rol van de overheid en de nieuwe taken door het realiseren van een aantal vernieuwingen. Voorbeeld is het succesvol afronden van drie van de vier reorganisaties. De structuur, de functies en verschillende rollen sluiten nu beter aan op deze nieuwe rol. Het in 2014 geïmplementeerde competentiemanagement, een Zaans opleidingsaanbod en mogelijkheden voor aanvullende training ondersteunen medewerkers bij het invullen van nieuwe rollen. Leidinggevenden zijn het afgelopen jaar gestart met een leiderschapstraject om hun voortrekkersrol bij de verandering te versterken. In het kader van organisatieontwikkeling is deze zomerperiode onderzoek gedaan naar de cultuur van de organisatie. De uitkomsten laten zien dat Zaanstad een effectieve cultuur heeft, gegeven de organisatieopgaven, en al goed op weg is met het vorm geven aan de gewenste ontwikkeling. Ondanks de krimp heeft de organisatie zich als voorbeeldwerkgever opgesteld door werkplekken beschikbaar te stellen voor mensen met een bijstandsuitkering (zie programma 2 - Werk, inkomen en integratie, prestatie 1.1). 1.4 Zaanstad wil een voorbeeldfunctie hebben met haar inkoopbeleid
Op koers
Geplande activiteit(en): • Inzetten social return-norm bij aanbestedingen van Werken en Diensten. • Voortzetten van onze succesvolle duurzame inkoop van energie en onze opgebouwde kennis hierover delen met andere overheden. • Actief voorlichten van Zaanse ondernemers, zodat zij beter voorbereid zijn op aanbestedingen. Toelichting:
100
De resultaten van de inspanningen om social return on investment (SROI) in te zetten bij aanbestedingen en het realiseren van de contractafspraken hierover worden beschreven in programma 2 - Werk, inkomen en integratie. De doelstellingen van de gemeente met betrekking tot SROI zijn verankerd in het inkoopbeleid, met aandacht voor het lokaal ondernemerschap en duurzaamheid. Volgend jaar verbeteren we de dienstverlening aan opdrachtnemers en werkgevers door het SROI-beleid regionaal meer te uniformeren (besluitvorming voor de zomer 2015). Subdoel 2: De gemeente is in verbinding met inwoners en partners 2.1 Aandacht voor participatie en communicatie
Op koers
Geplande activiteit(en): • Experimenteren met het faciliteren van inwonersinitiatieven, waarbij wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid van inwoners. Per situatie wordt de (eventuele) betrokkenheid van de gemeente bepaald. • Voeren van gesprekken met de stad over relevante, overkoepelende thema’s. Hierbij sluiten we aan bij de agenda’s van belangrijke stakeholders. Toelichting: In 2014 is geïnvesteerd in het communicatiever maken van de organisatie, door de methodiek ‘Op zijn Zaans‘ te introduceren. Bij deze methodiek dient de omgeving als uitgangspunt voor de communicatie, zodat kan worden aangesloten bij wat leeft en speelt in de samenleving. Om deze werkwijze breder gangbaar te maken, worden regelmatig voor de ambtelijke organisatie trainingen verzorgd, en worden voor grote projecten en mediagevoelige onderwerpen omgevingsanalyses gemaakt. Raad, college en organisatie zijn op verschillende manieren regelmatig in gesprek met de stad om te luisteren en te peilen welke vragen en behoeften in de stad leven, en om samen plannen te ontwikkelen en de onderlinge rolverdeling van inwoners, partnerorganisaties en de gemeente daarvoor te bespreken. Voorbeelden zijn de overleggen met de wijken, ondernemers, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven en de persoonlijke contacten tijdens werkbezoeken. 2.2 Inwoners informeren over voor hen relevante ontwikkelingen op regionaal-, stads-, wijk- en projectniveau
Op koers
Geplande activiteit(en): • Informeren van inwoners, waarbij de inzet van één of meer middelen (bijvoorbeeld: een bewonersbrief, Zaanstad Journaal, internet, free publicity/vrije nieuwsgaring) afgestemd wordt op het onderwerp, volgens de spelregels die daarvoor zijn vastgesteld (zie prestatie 2.1). • Nulmeting onder inwoners van ervaren toegankelijkheid, begrijpelijkheid en relevantie van gemeentelijke informatie. Toelichting: De gemeente informeert bewoners over relevante ontwikkelingen in de wijk via diverse (digitale) media. Daarnaast benaderen we actief de media om nieuws aan inwoners te brengen. Via de Zaanpeiling en gebruikerspanels voor de website meten we wat onze inwoners vinden van de toegankelijkheid, begrijpelijkheid en relevantie van gemeentelijke informatie. Ongeveer 60% van de inwoners vindt dat de gemeente heldere taal gebruikt in brieven aan inwoners. Dat kan veel beter. Dit jaar hebben we daarom geïnvesteerd in het verbeteren van brieven aan inwoners bij handhaving en nu volgen de andere terreinen. 2.3 Prioriteiten en resultaten collegeprogramma duidelijk zichtbaar maken
Op koers
Geplande activiteit(en): • Speerpunten van het college meenemen in de communicatie, ook rondom evenementen en ontvangsten.
101
•
Onder de aandacht brengen van bestuurlijke onderwerpen bij specifieke doelgroepen, regelmatig en met gebruik van een breed middelenpakket.
Toelichting: In de gemeentelijke communicatiemiddelen is regelmatig aandacht besteed aan de bestuurlijke speerpunten. Bij deelname aan bijeenkomsten was de relatie met de bestuurlijke speerpunten leidend. Uitgangspunt hierbij waren de kernverhalen die voor de programma’s zijn gemaakt. 2.4 Inzicht in prioritering en consistentie van nieuw beleid
Op koers
Geplande activiteit(en): • De Zaanse beleidscyclus als methode toepassen voor het maken en realiseren van nieuw beleid. • Bijhouden van een beleidsagenda ter prioritering van nieuw beleid. Toelichting: De Zaanse beleidscyclus wordt toegepast bij het maken van nieuw beleid en de organisatie wordt daarop getraind. Het verder verbeteren van het beleidsproces en het in kaart brengen van de relevante beleidskaders is een continu proces. De beleidsagenda met daarin het overzicht van nieuw op te stellen beleid is in gebruik en wordt periodiek geactualiseerd en besproken. 2.5 De gemeente werkt samen met partners aan de versterking van het imago van Zaanstad
Op koers
Geplande activiteit(en): • Zie programma 1 Economie. Toelichting: Om het imago van Zaanstad te versterken en nieuwe ondernemers, investeerders en inwoners aan te trekken, heeft de gemeente samen met partners in de regio een campagne voor de Zaanstreek opgezet en gesubsidieerd. De inzet van Stichting Marketing Zaanstreek heeft ertoe geleid dat het Zaans DNA verder is opgepakt en uitgebouwd met als resultaat dat mensen geïnteresseerd raken om te wonen in de Zaanstreek, er te investeren, te gaan werken, of de streek in ieder geval te bezoeken. Nr 1.4
Prestatie doelstelling Zaanstad wil een voorbeeldfunctie hebben met haar inkoopbeleid
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
% Duurzaam inkopen % SROI van de totale inkoop Aantal bijeenkomsten over inkoop met (vertegenwoordigers van ) Zaanse ondernemers
100% 5% 2
100% 5% 3
100% 5% 1
102
Product Bedrijfsvoering
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
1.086
914
-172
Baten Saldo
-119 967
-237 677
-118 -290
438 438
340 340
-98 -98
1.608
1.642
34
0
-1
-1
Bestuur- en managementondersteuning Lasten Saldo Burgemeester en wethouders Lasten Baten Toevoegingen
175
175
0
Onttrekkingen Saldo
-885 898
-885 930
0 32
Lasten
1.436
1.389
-46
Baten
-174
-203
-29
Saldo
1.262
1.187
-75
Lasten
9.031
8.377
-654
Baten
Gemeenteraad en Griffie
Facilitaire zaken -1.180
-899
281
Toevoegingen
25
17
-8
Onttrekkingen
-1.955
-1.955
0
5.921
5.540
-381
Lasten
9.123
8.983
-140
Baten
-634
-682
-48
Saldo IBT
Onttrekkingen
0
0
0
8.489
8.301
-188
Lasten
3.346
3.701
356
Baten
-340
-363
-23
250
0
-250
3.256
3.339
83
Lasten
25.311
25.238
-73
Baten Saldo
-283 25.028
-446 24.791
-164 -237
Lasten
51.378
50.584
-794
Baten
-2.729
-2.831
-101
Saldo P&O
Toevoegingen Saldo Directe apparaatslasten
Totaal programma
Toevoegingen
450
192
-258
Onttrekkingen
-2.840
-2.840
0
Saldo
46.258
45.105
-1.153
103
Toelichting op afwijkingen per programma Het programma bestuur en organisatie geeft een voordeel van € 1,2 mln. Dit wordt o.a. veroorzaakt door: De omgevingsdienst heeft minder facilitaire diensten afgenomen dit heeft gevolgen voor zowel de lasten (260) als de baten (281) Er zijn meer facilitaire kosten toegerekend aan de grondexploitaties (-210) Er was geanticipeerd op extra kosten in verband met afwikkeling van de bouw van het Stadhuis. De afwikkeling is sneller tot een einde gebracht dan verwacht. (-190) In plaats van een toevoeging aan de reserve Frictiekosten (-250) zijn de tezamen met beschikbare middelen (-250) direct aan de voorziening Reorganisiekosten Personeel toegevoegd (500) Het overige voordeel wordt veroorzaakt door een totaal van posten binnen de diverse producten van de bedrijfsvoering (-750)
104
2.15. Financiën Portefeuillehouder: Verantwoordelijk directeur:
D. Emmer A. Roggeveen
Doel Zaanstad is een (financieel) stabiele gemeente, waar de uitvoering van het collegeprogramma vorm krijgt binnen politiek vastgestelde risico’s en financiële kaders.
Terugblik In toenemende mate is de gemeente afhankelijk van rijksbekostiging. Dat leidt ertoe dat wijzigingen in een macrobudget of wijze van verdeling leiden tot materiële financiële impact op de Zaanse begroting. Ook in 2014 was dit het geval, hoewel de meeste financiële effecten zich voordoen vanaf 2015. Voorbeelden zijn de herijking van de algemene uitkering van het gemeentefonds en de aanpassing van zowel het macrobudget als het verdeelmodel van de WWB. Ook worden budgetten en verdelingen voor de uitvoering van nieuwe taken bekend. Hoewel ze vooralsnog gunstig uitpakken voor Zaanstad, is er nog steeds veel discussie met name tussen gemeenten onderling. De voorspelbaarheid van onze rijksbudgetten neemt daardoor af. Daarom ondersteunt de gemeente het initiatief van de VNG die een commissie in het leven heeft geroepen om de duurzaamheid van de gemeentelijke bekostiging te onderzoeken. In 2014 heeft de gemeente maatregelen getroffen om de financiële houdbaarheid van de Zaanse begroting te vergroten. Financiële risico’s zijn weggenomen door de afhandeling van de bouw van het stadhuis , de uittreding uit GEM Saendelft, een onderhandelaarsakkoord over Nauerna en het sluiten van een anterieure overeenkomst voor Kreekrijk. Door forse vertraging van de gronduitgiften in Hoogtij, ontstonden er geprognosticeerde tekorten op zowel de eigen grondexploitatie als binnen de RON. Hiervoor zijn voorzieningen getroffen. Voor de uitvoering van de nieuwe taken is zowel structurele als incidentele ruimte gecreëerd in de begroting om eventuele tegenvallers op te vangen. Daarmee blijft de Zaanse begroting, ook in moeilijke financiële tijden, robuust. Niet voor niets heeft de bestuurlijk toezichthouder een positiever oordeel afgegeven dan voorgaande jaren. De gemeente heeft gewerkt aan continue vereenvoudiging en verbetering. Voorbeeld is de nieuwe begrotingsstructuur met een helder verband tussen effecten, prestaties en middelen en de kaderbrief waarin zichtbare alternatieven zijn opgenomen. Subdoel 1: Een solide financieel beleid Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Solide financieel beeld
Oordeel toezichthouder
Matig
Matig
Redelijk
1.1 De bezuinigingsopgave wordt zowel op korte als lange termijn Op koers gerealiseerd Geplande activiteit(en): • Rapporteren (vier keer per jaar) over de voortgang van de bezuinigingsmaatregelen. Het college zal voorstellen doen als deze (deels) niet kunnen worden behaald. • Hanteren van budgetregels (regels die bepalen wat we met een budget mogen doen). Hiermee voorkomen we dat de financiële druk verder toeneemt. • Oplossen van financiële problemen binnen het eigen begrotingsprogramma. Indien dit niet mogelijk is worden de gevolgen en keuzes integraal afgewogen bij de kadernota en begroting. 105
•
Continu volgen van de externe ontwikkelingen en waar nodig beïnvloeden via het overleg 100.000+ en G32, zoals maatregelen op rijksniveau, en de raad actief informeren over de Zaanse consequenties van deze ontwikkelingen.
Toelichting: De realisatie van de bezuinigsopgave ligt op schema. 99,9% is gerealiseerd (zie ook bijlage bezuinigingsopgave) . Daarvoor heeft de gemeente het volgende gedaan. • Er is vier keer gerapporteerd over de voortgang van de bezuinigingen. Daar waar nodig is bijgestuurd. In 2015 zal worden gerapporteerd over de nog niet gerealiseerde bezuinigingen. • Dank zij de goede naleving van de budget- en begrotingsregels zijn er nauwelijks onverwachte overschrijdingen in de begroting. • De begroting kent nauwelijks stelposten. Bijna alle bezuinigingen zijn onderbouwd met concrete maatregelen. • Zaanstad speelt zowel bestuurlijk als ambtelijk een actieve rol bij VNG, G32 en 100.000+ verbanden. Daardoor kunnen we enerzijds besluiten beïnvloeden en anderzijds snel anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. 1.2 Actieve sturing op risico's en uitvoeren van beheersingsmaatregelen
Op koers
Geplande activiteit(en): • Rapporteren over de stand van alle risico’s bij de jaarrekening en de begroting. • Verbeteren van de risicobeheersing bij verbonden partijen. Financiële problemen bij deze organisaties hebben namelijk direct impact op de bedrijfsvoering van de gemeente. Dit risico neemt toe, omdat steeds meer geldstromen via regionale organisaties (waar de gemeente aan deelneemt) lopen. • Werken met scenario’s bij besluitvormingsdocumenten, zodat risico’s goed tegen elkaar afgewogen kunnen worden. Toelichting: De grip op risico’s is vergroot, waardoor de sturing en beheersing zijn verbeterd. Zowel bij de begroting als de jaarstukken worden risico's en beheermaatregelen geïnventariseerd. Daarnaast wordt op risicovolle dossiers continu actief gestuurd. Hierdoor kon een aantal van deze dossiers in 2014 worden gesloten, zoals stadhuis, GEM Saendelft en Kreekrijk. De risicobeheersing van verbonden partijen is ingericht en de paragraaf ‘Verbonden partijen’ is bij de begroting sterk verbeterd. De methode van Zaanstad wordt inmiddels als best practice beschouwd. In toenemende mate wordt er gewerkt met scenario's om risico's beter in beeld te krijgen. 1.3 Terugdringen en beheersen van het investeringsvolume
Op koers
Geplande activiteit(en): • Laten functioneren van het investeringsfonds voor de uitbreidingsinvesteringen door duidelijke regels vast te stellen in een afwegingskader en toe te passen. • Inzetten van incidentele baten om versneld af te schrijven. • Handhaven van de investeringsplafonds die gelden voor de vervangingsinvesteringen. • Rapporteren over de stand van de investeringen bij zowel de begroting als de jaarrekening. • Beheersen van ruimtelijke projecten door het actualiseren, expliciteren en standaardiseren van het besluitvormingsproces en het doorvoeren van risicomanagement in alle ruimtelijke projecten. • Het actief volgen en rapporteren van het Zaanse EMU-saldo. Toelichting: Uitgangspunt is dat de kapitaallasten die worden gedekt uit de algemene middelen niet meer bedragen dan € 35 mln. Regels voor het investeringsfonds zijn vastgelegd in de financiële verordening. In 2015 worden voorstellen gedaan aan de raad om de regels op onderdelen verder te verduidelijken. Bij de begroting 2015-2018 is het
106
onderscheid tussen uitbreidingsinvesteringen (in investeringsfonds) en vervangingsinvesteringen (in MIP) scherper doorgevoerd. Incidentele baten zijn in beginsel ingezet voor versnelde afschrijving zodat het onderhoud openbare ruimte op langere termijn geheel uit de exploitatie betaald kan worden. Voorbeeld is de vrijval van de reserve openbare ruimte. De investeringsplafonds werden gehandhaafd. Bij de kadernota is een voorstel gedaan deze plafonds opnieuw vast te stellen voor de komende jaren. Over de investeringen is bij alle P&C-documenten gerapporteerd. De Zaanse projectmethodiek is op onderdelen aangepast. Deze voorstellen zijn nog niet geheel uitgewerkt. Het EMU-saldo is actief gevolgd. Nu Nederland onder de 3% zit, is het acute gevaar weer even geweken. Ook in deze jaarstukken is het EMU-saldo over 2014 opgenomen (zie bijlage EMU). 1.4 Er wordt actief gestuurd op de vermogenspositie van Zaanstad
Op koers
Geplande activiteit(en): • Handhaven van minimale en maximale omvang van het weerstandsvermogen. • Handhaven van de kaders uit de nota reserves en voorzieningen Toelichting: Sturing op de vermogenspositie heeft plaatsgevonden door handhaving van de afspraken over het weerstandsvermogen, Wet Fido, de nota reserves en voorzieningen en overlopende passiva. De bandbreedte van het weerstandsvermogen tussen 1,4 en 1,8 is gehandhaafd. Indien de ondergrens werd doorbroken, is er vanuit de algemene middelen gedoteerd. Dit is gebeurd bij de begroting 2015-2018. Reserves, voorzieningen en overlopende passiva moeten goed onderbouwd zijn, anders dienen ze vrij te vallen. Dit is periodiek gecontroleerd. Bij de najaarsrapportage zijn om deze reden overlopende passiva vrijgevallen, zoals vooruit ontvangen bedragen van specifieke uitkeringen die inmiddels zijn verantwoord. 1.5 Sturen op de schuldpositie van Zaanstad
Op koers
Geplande activiteit(en): • Over de vastgestelde indicatoren rapporteren in de reguliere P&C-cyclus. • Opstellen van een tienjaars-financieringsoverzicht. Toelichting: De schuldpositie wordt bezien in relatie tot de vaste activa, de dekking van de rente in de begroting en de effecten van eventuele rentestijgingen. In het kader van de verbetering van het Besluit Begroting en Verantwoording is een set indicatoren vastgesteld die vanaf 2016 door iedere gemeente gerapporteerd moet worden. Deze indicatoren zijn in het hoofdstuk ‘Financiële positie indicatoren’ opgenomen. Bij treasury is aandacht voor zowel de korte termijn (één jaar) als de lange termijn (tien jaar en langer). Daarbij worden de wettelijke normen van de Wet Fido als uitgangspunt genomen. Zie hiervoor de paragraaf treasury. 1.6 Continu toetsen financieel beleid
Op koers
Geplande activiteit(en): • Periodiek uitvoeren van een stresstest. • Vergelijking financiële positie met andere grote gemeenten. • Jaarlijks uitvoeren van de begrotingsscan. • Ontwikkelen van indicatoren voor het sturen op de balans. Toelichting: In 2014 is het financieel beleid intensief getoetst. Op de volgende manieren: • De stresstest wordt niet ieder jaar meer uitgevoerd. Deze staat weer gepland voor 2015.
107
De begrotingsscan is uitgevoerd. Deze geeft inzicht in onze netto kosten ten opzichte van de algemene uitkering en ten opzichte van andere gemeenten. Daaruit blijkt dat Zaanstad relatief veel middelen besteedt aan het onderhoud van de openbare ruimte en relatief minder aan maatschappelijke ontwikkeling. De indicatoren zijn opgenomen in het onderdeel financiële positie van deze jaarstukken. •
Subdoel 2: Het verdienvermogen van de gemeente wordt op een hoog niveau gehouden 2.1 Inkomsten gegenereerd door eigen bezittingen die niet bijdragen aan de publieke taak, te verkopen en actief te sturen op deelnemingen
Op koers
Geplande activiteit(en): • Invullen van het aandeelhoudersbelang, waarbij een balans wordt gezocht tussen het beleidsmatigeen financiële belang. Toelichting: In 2014 zijn geen bezittingen verkocht ter vergroting van het verdienvermogen en er is nauwelijks gestuurd op deelnemingen. Zaanstad heeft niet heel veel deelnemingen. Nuon, Alliander, BNG en HVC zijn de belangrijkste. De laatste aandelen van Nuon worden in 2015 overgedragen aan Vattenfall. De Zaanse belangen in Aliander en BNG zijn zeer gering. Ten aanzien van HVC wordt, naar aanleiding van het Rekenkamerrapport van 2014, opnieuw naar de strategie gekeken. Voorstellen volgen in 2015. Alliander heeft een nieuwe groeistrategie in 2014 vastgesteld. Hierover is de raad afzonderlijk geïnformeerd. 2.2 Signaleren en benutten van kansen om externe middelen voor investeringen te verwerven
Op koers
Geplande activiteit(en): • De kans op verwerven van externe middelen zwaar laten wegen bij de besluitvorming over investeringen. • Actief inzetten op het verwerven van Europese subsidies. Toelichting: De gemeente heeft actief ingezet op het verwerven van externe middelen inclusief Europese subsidies. Ook in 2014 is dit gelukt. Zaanstad heeft onder meer extra middelen gekregen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF), van de Stadsregio Amsterdam, de Provincie Noord- Holland en diverse ministeries. Subdoel 3: De financiële functie met dezelfde kwaliteit, maar tegen lagere kosten Nr
Effectdoelstelling
Effectindicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
1
Lagere kosten voor Financiën & Control
Percentage Financiën & Control t.o.v. de totale formatie
7,3%
7,3%
7,4%
3.1 De kosten van inzet van mensen op gebied van planning & control, bedrijfsvoering en andere financiële functies, worden verlaagd
Op koers
Geplande activiteit(en): • Uniformeren, standaardiseren, centraliseren en verder automatiseren van P&C- en financiële processen. • Vereenvoudigen van rapportages door maximaal gebruik te maken van de automatisering. • Implementeren van een visie over de toekomst van de controlfunctie in Zaanstad. • Processen en systemen zodanig inrichten dat informatie in één keer goed, relevant en tijdig is. • Onderzoek naar verbeteren van de efficiency in de financiële functie.
108
Toelichting: Het digitaliseren is doorgezet in 2014. De begroting is bereikbaar via een website. Daarnaast is de begrotingsopzet vereenvoudigd. Het aantal begrotingsprogramma's is teruggebracht tot negen en prestaties en financiële middelen zijn gekoppeld. De organisatie heeft continu gewerkt aan vereenvoudiging. Het principe van ‘één keer goed’ geldt daarbij als leidraad, Zo is er een nieuwe begrotingsstructuur ontwikkeld met een helder verband tussen effecten, prestaties en middelen. Deze is op een eenvoudige, grafische wijze weergegeven in de begroting. We experimenteren met andere manieren van werken om P&C-processen en afstemming tussen organisatie en bestuur effectiever en efficiënter te laten verlopen. Een deel van de jaarrekening komt met behulp van scrum tot stand. Er is gestart met het project van bestellen tot betalen om het gehele proces van bestellen tot betalen te vereenvoudigen. Daarmee moet mede een ingeboekte bezuiniging in de financiële functie worden gerealiseerd. Nr 1 2
Prestatie doelstelling Bezuinigingsdoelstellingen
Prestatie-indicator
Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
Gerealiseerde bezuinigingen
97%
95%
99,9%
Actief sturen op weerstandsverm ogen
weerstandsratio
1,4
1,6
1,5
109
Product Algemene uitkering
Begroting
Realisatie
Verschil
Lasten
107
0
-107
Baten Saldo
-170.030 -169.923
-172.015 -172.015
-1.985 -2.092
Overige belastingen Lasten
60
227
167
Baten
-2.691
-2.763
-72
Saldo
-2.631
-2.536
95
Toevoegingen
2.016
2.608
591
Onttrekkingen
-13.167
-10.237
2.929
Saldo
-11.150
-7.630
3.521
Investeringsfonds
Onvoorziene uitgaven Lasten
151
313
162
Baten
-100
-135
-35
Toevoegingen
6.955
6.955
0
Onttrekkingen Saldo
-38.151 -31.145
-38.152 -31.018
0 127
Lasten
-4.716
-4.656
60
Baten
-9.136
-9.115
21
Toevoegingen
0
0
0
Onttrekkingen Saldo
0 -13.852
0 -13.771
0 81
664
615
-48
Baten
-30.062
-29.842
220
Saldo
-29.398
-29.227
172
Treasury en Deelnemingen
OZB Lasten
Concerncontrol Lasten
339
249
-90
Toevoegingen
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
339
249
-90
Lasten
3.792
3.761
-31
Baten Saldo
-1 3.791
-42 3.719
-41 -72
Saldo Directe apparaatslasten
Totaal programma Lasten Baten
397
509
113
-212.020
-213.912
-1.892
Toevoegingen
8.972
9.563
591
Onttrekkingen
-51.318
-48.389
2.929
-253.969
-252.228
1.741
Saldo
110
Toelichting op afwijkingen per programma Vanuit het Rijk is een hogere uitbetaling op de Algemene uitkering ontvangen. Dit gaat zowel om nabetaling uit voorgaande jaren als het huidige jaar. Dit is het gevolg van de bijstelling van de indicatoren, waaronder de indicator economische ontwikkeling (-1.600) en stedelijke ontwikkeling (-500). De doorwerking van de ontwikkeling van de rijksuitgaven op de gemeente geeft een voordeel (-300). Bij de jaarrekening is rekening gehouden met de lagere uitgaven door het Rijk op de rijsbegroting. Hiervoor wordt verwacht dat Zaanstad bij de meicirculaire 2015 nog een nadeel krijgt (500) Aan het investeringsfonds is een hogere toevoeging (591) gedaan, dit door een hoger resultaat bij de verkoop van vastgoed. Daarnaast zijn er lagere onttrekkingen gedaan door de lagere kosten op diverse investeringsprojecten, waaronder OBS Saendelft (1.745), De Omzoom (340), ZVVP (169), Bernhardplein (364) en Hembrugterrein (313). Het restantsaldo van de reserve WMO ultimo 2014 is conform raadsbesluit (2013/115) inzake de introductie van de Algemene Reserve Sociaal (ARS) toegevoegd aan de ARS (8.078)(zie ook programma 8)
111
3. Paragrafen
112
3.1.
Bedrijfsvoering
De organisatie heeft zich in 2014 verder ontwikkeld om ook in de toekomst de opgaven in de samenleving aan te kunnen. De gemeente heeft de beweging ingezet ‘van zorgen voor naar zorgen dat’, waarbij de Zaanse samenleving meer ruimte krijgt om haar eigen leefomgeving in te richten en te beheren. Centrale opdrachten voor de organisatie zijn enerzijds het goed inrichten van relaties met de Zaanse samenleving (stad en inwoners) en anderzijds een meer effectieve en efficiëntie inrichting van de uitvoering (basisvoorzieningen). Dat vraagt om andere rollen. Met de reorganisaties is de structuur vormgegeven om te komen tot die andere manier van werken. Organisatiebreed dragen nieuwe kerncompetenties en ontwikkelafspraken met leidinggevenden bij aan de ontwikkeling van medewerkers in hun veranderende rol. Dit wordt ondersteund door een eigen opleidingsaanbod en mogelijkheden voor aanvullende training. Leidinggevenden hebben het afgelopen jaar de training voor competentiemanagement afgerond en er is gestart met een leiderschapstraject. Dit alles om hen in hun voortrekkersrol te versterken. Qua organisatiedoelstellingen is een aantal resultaten te melden. Voorbeelden zijn het Zaanlab en een nieuw Sociaal Kader dat voor langere periode is vastgesteld. Daarnaast is de overgang naar het functiewaarderingssysteem HR21 ingezet en is hiervoor het voorbereidende werk uitgevoerd. Verder heeft de gemeente een nieuw multi-service contract voor facilitaire diensten afgesloten. Het nieuwe contract heeft geleid tot een gunstige prijs en een bijdrage aan inkoopdoelstellingen, zoals sociaal rendement (SROI), duurzaamheid en fair trade. Als gevolg van de meerjarige bezuinigingen is een krimp van de organisatie zichtbaar. Het aantal formatieplaatsen is afgenomen en de bezetting is gedaald. Het aantal boventalligen is licht gestegen en de organisatie streeft ernaar om iedereen van werk naar werk te begeleiden. In het aantal openstaande vacatures ligt een deel van de oplossing. De hoogte van de inhuurkosten is te verklaren doordat 2014 veel heeft gevraagd van de organisatie. Alle inspanningen zijn erop gericht geweest om de continuïteit van bedrijfsvoering te waarborgen tijdens drie grote reorganisaties en om tijdig klaar te staan voor de zorgtaken ten aanzien van de drie decentralisaties. Bijdrage aan organisatiedoelstellingen Langs vijf speerpunten heeft de gemeente gewerkt aan de ontwikkeling van de organisatie: • wendbaarheid van de organisatie; • aantrekkelijk werkgeverschap; • efficiënte bedrijfsvoering; • toegankelijke organisatie; • investeren in, en beschermen van bedrijfskapitaal en medewerkers. Een wendbare organisatie Het Rekenkameronderzoek naar de organisatieontwikkeling concludeert dat de wendbaarheid van de organisatie is vergroot, onder meer door de relatief eenvoudige samenvoeging van twee domeinen (Openbare ruimte, Dienstverlening en Veiligheid). Daarnaast concludeert de rekenkamer dat medewerkers zich meer bewust zijn van de behoefte aan wendbaarheid en flexibiliteit. Cultuurtraject In 2014 heeft de Hogeschool van Amsterdam bij de gemeentelijke organisatie van Zaanstad een cultuuronderzoek afgerond. De uitkomst laat zien dat Zaanstad een effectieve cultuur heeft, gegeven de organisatieopgaven. Er is bij medewerkers als leidinggevenden een gedeeld besef van de urgentie om te veranderen. De adviezen uit het onderzoek vertalen wij in 2015 naar uitvoeringsplannen. Een voorbeeld voor de wendbare organisatie is het Zaanlab. Dit is een intern platform voor en door medewerkers. In het Zaanlab delen collega’s experimenten en dilemma's uit de praktijk met elkaar. Dit ondersteunt de organisatie bij de ontwikkeling naar een andere rol en andere manier van werken. 113
Strategisch opleidingsplan De veranderende rol van de overheid ten opzichte van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties vraagt dat medewerkers steeds vaker als verbinder, netwerker, en procesbegeleider werken. Halverwege 2014 zijn de ambities van de organisatie vertaald in een strategisch opleidingsplan om medewerkers zo goed mogelijk te faciliteren in hun ontwikkeling. De stip op de horizon is dat er leerlijnen ontwikkeld worden voor alle belangrijke functiegroepen en dat deze makkelijk gevonden kunnen worden en digitaal beschikbaar zijn. Nieuw functiehuis In 2014 heeft de organisatie voorbereidingen getroffen voor een nieuw functiehuis. Het bestaande functiehuis met meer dan 450 verschillende functiebeschrijvingen belemmert de organisatie in haar ontwikkeling naar meer wendbaarheid. In 2015 gaat de gemeentelijke organisatie van Zaanstad over op een nieuw functiehuis met circa zeventig functiebeschrijvingen. Gekozen is voor het functiehuis HR21, het sectorale functiewaarderingssysteem van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hiermee geeft Zaanstad tevens invulling aan cao-afspraken die in dit kader zijn gemaakt. Aantrekkelijk werkgeverschap In 2014 is een nieuw Sociaal Kader vastgesteld dat van kracht is tot 1 januari 2017. De keuze voor een langere looptijd geeft de organisatie en medewerkers rust in een periode van veel ontwikkelingen. Rondom arbeidsvoorwaarden en in het bijzonder de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zijn nieuwe afspraken gemaakt. Hierdoor is een groot deel van de bezuiniging van 600.000 euro op jaarbasis bereikt, zonder dat dit heeft geleid tot een extra opgave voor de organisatie. Ruimte voor ambitie Zaanstad wil medewerkers de ruimte geven om zich te ontwikkelen. In 2014 heeft de gemeente meegewerkt aan een digitaal platform voor de uitwisseling van tijdelijke werkzaamheden met andere overheidsorganisaties in de regio. Hierdoor hebben medewerkers de mogelijkheid werkzaamheden bij andere organisaties te verrichten. Dit levert een bijdrage aan de ontwikkeling en het netwerk van onze medewerkers. Werving Werving via sociale media wordt een steeds belangrijker communicatiemiddel op de arbeidsmarkt. In 2014 heeft Zaanstad daarom een carrièrepagina op Linkedin geactiveerd en inmiddels meerdere vacatures geplaatst. Daarnaast werkt de gemeente aan het opbouwen van een netwerk van potentieel toekomstige medewerkers. Stagiaires en trainees Om jongeren kennis te laten maken met Zaanstad als aantrekkelijke werkgever heeft het stagebureau (voor en door stagiaires) zich in 2014 actief ingezet op het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Dit heeft 62 stageplekken opgeleverd. Gebleken is dat het traineeship Metropoolregio Amsterdam een effectief instrument is om hoogopgeleid talent te werven. Na het succesvol doorlopen van het traject hebben vijf trainees een reguliere functie binnen de organisatie gevonden. Naast het neerzetten van de overheidsorganisaties binnen de Metropoolregio versterkt de traineepool ook de samenwerking binnen de regio. Een efficiënte bedrijfsvoering Investering in systemen en processen in primaire processen Burgers en bedrijven kunnen steeds meer producten en diensten digitaal aanvragen en afhandelen. Voorbeelden zijn een subsidie aanvraag, een Wob-verzoek of klacht. Door de digitalisering is het in- en uitgaande postvolume in 2014 aanzienlijk gedaald. De gemeente brengt het postvolume nog verder terug door de resterende (post)processen zoveel mogelijk te digitaliseren. Deze digitalisering maakt de processen beter stuurbaar en levert bovendien een kostenbesparing op. Contract- en bestelmanagement
114
De gemeente heeft een nieuw proces ontworpen voor de hele keten van contracteren, bestellen en betalen. Hierin zijn de contractrollen gedefinieerd. Het nieuwe proces is gekoppeld aan het financieel systeem. De organisatie kan hierdoor efficiënter werken en daarnaast draagt het bij aan het verder verbeteren van de betaaltermijnen van facturen. Multi-service contract voor facilitaire diensten De gemeente heeft na een aanbestedingsprocedure een multi-service contract voor consumptieve diensten afgesloten. Hieronder vallen risicobeheersing, schoonmaken, reststoffen en facilitair management. Deze diensten worden niet alleen afgenomen door de gemeente Zaanstad, maar ook door verbonden partijen zoals de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland. Het behaalde resultaat is een goedkoper contract, een hoog percentage op sociaal rendement (SROI), gebruik van duurzame producten en introductie van fairtradeproducten in het bedrijfsrestaurant. Regionale samenwerking Eén van de doelen van regionale samenwerking is kostenefficiëntie. Een voorbeeld waar dit tot stand is gekomen is de inrichting van enkele ICT-diensten voor de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland. Daarnaast zijn ICT-diensten ingericht voor de externe partijen die voor de gemeente Zaanstad de SWT’s en Jeugdteams bemensen. In 2014 heeft de ambtelijke organisatie met de OVER gemeenten gesproken over samenwerking op het vlak van financiële administratieve processen. Bestuurlijk besluitvormingsproces Zaanstad heeft haar bestuurlijke besluitvormingsproces gedigitaliseerd. Voorstellen voor het bestuur worden volledig digitaal opgesteld, geparafeerd en aan B en W aangeboden. Vervolgens wordt de besluitvorming gearchiveerd dan wel digitaal doorgezet naar de griffie. Een toegankelijke organisatie Betrouwbaarheid van informatiesystemen De digitalisering van werkprocessen maakt de organisatie steeds afhankelijker van goed functionerende informatiesystemen. In het eerste kwartaal van 2014 is de migratie van Windows XP naar Windows 7 afgrond. Verder heeft de gemeente geïnvesteerd in belangrijke databasesystemen, het uitbreiden van de capaciteit van het zaaksysteem en het inrichten van een moderne back up-oplossing voor bedrijfskritische informatie. De investeringen en verbeteringen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd, hebben ertoe geleid dat de informatiesystemen in 2014 stabiel en betrouwbaar hebben gefunctioneerd. Informatieveiligheid Het streven naar een toegankelijke organisatie vraagt om een veilige gegevensuitwisseling. Door toenemende dreigingen en kwetsbaarheden en door verdergaande digitalisering en koppelingen van informatiesystemen, is er voortdurend sprake van informatieveiligheidsrisico’s. Eén van de maatregelen die Zaanstad hiertegen genomen heeft, is het vaststellen van de Baseline Informatiebeveiliging voor Gemeenten (BIG) als basisnormenkader voor informatieveiligheid. Daarnaast is Zaanstad aangesloten bij de informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD). Investeren in en beschermen van bedrijfskapitaal en medewerkers Opleidingen en trainingen Het opleidingsbudget heeft de gemeente voor 1,1 miljoen besteed aan afdelings-, groeps- of individuele scholingstrajecten die samenhangen met ontwikkelingen in de wettelijke regelingen, vak-/functiegerichtheid of loopbaanontwikkeling. Daarnaast heeft Zaanstad € 230.000 besteed aan opleidingen met een concernbreed karakter, de Zaanse School. Een deel hiervan is bestemd voor employability, zoals onder andere het Talent Ontwikkelprogramma (TOP) Zaanstad en de regionale traineepool. Voorts is het budget besteed aan trainingen, cursussen en e-learningmodules van de Zaanse school. Dit opleidingsaanbod heeft een concernbreed karakter op het gebied van beleid/besluitvorming, projectmatig
115
werken, integriteit, instroom, financiën en dergelijke, maar omvat ook het ingezette leiderschapstraject en de activiteiten rond de Summerschool. Arbeidsomstandigheden In 2014 heeft de arbodienst ArboNed een start gemaakt met het Risico Inventarisatie & Evaluatie-onderzoek. De resultaten zijn in 2015 beschikbaar. Daarnaast heeft Arbo Ned in 2014 in opdracht van Zaanstad een onderzoek uitgevoerd naar de arbostructuur. Ziekteverzuim De doelstelling was het ziekteverzuimpercentage in 2014 te verlagen naar het streefcijfer 5,3%, gebaseerd op de Gemeentelijke Verzuimnorm 2013. Deze doelstelling is met een gerealiseerd verzuimpercentage van 5,1% gehaald. De daling van het verzuim is met name terug te zien in het kort (< 7 dagen) en lang verzuim (>42 dagen). Daarnaast is ook de meldingsfrequentie per medewerker gedaald van 1,3 meldingen in 2013 naar 1,2 meldingen in 2014. Door toenemende aandacht voor het zoeken naar tijdelijk en passend werk voor re-integrerende medewerkers heeft het management in 2014 in een eerder stadium terugkeer in het werkproces gerealiseerd. Het management zet de aandacht voor een duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers en aanpak van ziekteverzuim voort . Control en financieel beheer De dynamiek voor de control organisatie was ook in 2014 groot. Voorbeelden zijn: de Wet Markt en Overheid, de drie decentralisaties, discussies over alle verdeelmodellen van rijksbudgetten, het sturen op EMU-saldi, nieuwe richtlijnen voor derivaten et cetera. De verwachting is dat deze dynamiek zich ook in 2015 doorzet. Voor het komend jaar komen er nieuwe eisen via het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), komt er een vennootschapsbelasting overheidsbedrijven, zullen verdeelmodellen worden aangepast et cetera. Dit vraagt om een controlorganisatie die dit aankan. Vanaf 2014 heeft de gemeente daarom de decentrale bedrijfsbureaus geconcentreerd in een sector Business control. In 2014 heeft Zaanstad actief deelgenomen aan externe netwerken om te kijken wat dit betekent voor de bedrijfsvoering. Daarnaast zijn verschillende controlarrangementen ontwikkeld. Audit Het toezicht van de AFM op accountantsorganisaties is door verschillende schandalen verscherpt. Dat vertaalt zich in de praktijk ook naar strengere eisen die de accountants stellen aan de interne audits bij de gemeenten. Op dit moment is er nog veel onduidelijkheid over de interpretatie van nieuwe richtlijnen en de partij die de kosten moet dragen. In 2014 kon de accountant steunen op de interne controles die de gemeente heeft uitgevoerd. Onduidelijk is nog of dat met de aangescherpte richtlijnen van de accountancy in 2015 nog steeds kan. Prestaties op bedrijfsmiddelen Capaciteit Formatie en bezetting
Rekening 2013
Begroting 2014
Rekening 2014
Toegestane formatieplaatsen (in fte’s)
1.238
1.205
1.199
Werkelijke bezetting (in fte’s) (incl. boventalligen)
1.140
1.159
1.079
98
46
120
1.238
1.259
1.181
2
0
13
Openstaande vacatureruimte (in fte’s) (toegestaan minus werkelijk) Aantal personeelsleden (incl. boventalligen) Aantal boventalligen
116
Vaste contracten (in % van de bezetting)
80,6%
-
77,5%
9,0%
-
8,0%
Externe inhuur (in % van de bezetting)
10,5%
-
14.5%
Externe inhuur en advies (in % van het capaciteitsbudget)
15,8%
-
16,6%
Percentage instroom
4,0%
3,0%
6,0%
Percentage doorstroom
4,4%
-
3,5%
Percentage uitstroom
5,8%
8,5%
10,0%
5,2%
5,3%
5,1%
Tijdelijke contracten (in % van de bezetting)
Instroom, doorstroom en uitstroom
Ziekteverzuim Ziekteverzuim
Formatieontwikkelingen De toegestane formatie is van 1.238 fte in 2013 verlaagd naar 1.199 fte in 2014, een reductie van 39 fte. Een daling is ook zichtbaar in de werkelijke bezetting, deze is gedaald met 61 fte. De daling is het gevolg van reeds in de Burap gemelde organisatiewijzigingen, waardoor de formatie in 2014 is verlaagd met 22 fte. Tevens is binnen het domein Openbare ruimte, Veiligheid en Dienstverlening de bezetting afgenomen, als gevolg van het beëindigen van tijdelijke contracten. Eind 2014 komt het verschil tussen formatie en bezetting uit op 120 fte. Dit betekent niet automatisch dat er ruimte is om daadwerkelijk voor die omvang vacatures in te gaan vullen. Sturing vindt plaats op het totaal van het capaciteitsbudget. Dat bevat een aantal componenten, te weten: het salarisbudget (loonbetaling en sociale lasten), kosten van inhuur derden en advieskosten. Op grond van dit beleid wordt de openstaande vacatureruimte ook ingezet ten behoeve van inhuur van capaciteit bij piekbelasting, specialistische kennisbehoefte en het opvangen van loonkosten die het normbedrag overstijgen. Dit speelt in situaties waarbij de eindschaal is bereikt en in sommige gevallen rechten bestaan op een uitloopschaal. In-, door- en uitstroom De uitgevoerde reorganisaties hebben invloed gehad op de interne doorstoom. Bij een aankomende reorganisatie worden minder vacatures opengesteld. Bij net afgeronde reorganisaties is er minder snel een behoefte om te solliciteren en richten medewerkers zich eerder op het inwerken in hun nieuwe rol en taak. In 2014 zijn er ongeveer 85 vacatures opengesteld, waarvan 41 door interne medewerkers en boventalligen zijn ingevuld. Ten opzichte van het totaal aantal personeelsleden is de uitstroom in 2014 uitgekomen op 10%. De voornaamste redenen zijn vertrek op eigen verzoek (54), beëindiging van het tijdelijk dienstverband (39) en pensioneringen (13). Met name in het domeinen Openbare Ruimte, Dienstverlening en Veiligheid zijn vooruitlopend op de verwachte reorganisatie- tijdelijke dienstverbanden beëindigd. Boventalligen en voorziening De reorganisaties van het afgelopen jaar hebben ertoe geleid dat 21 medewerkers boventallig zijn verklaard. Met de twee boventalligen uit 2013 komt het totaal uit op 23 boventalligen. Ultimo 2014 resteren nog dertien boventalligen, omdat door wederzijdse inspanningen medewerkers op een andere functie, binnen of buiten Zaanstad, zijn gekomen. Met zeven boventalligen zijn voor 2015 afspraken gemaakt over in- of externe detachering. Hierdoor kunnen zij hun kennis en expertise vergroten en is de kans op mobiliteit groter. De salariskosten van boventallige medewerkers komen ten laste van de voorziening boventalligen personeel. In 2014 betrof dit een bedrag van € 1,1 mln. De voorziening is voor de komende jaren opnieuw geactualiseerd en aangevuld met ca. € 0,8 mln. Toelichting op het capaciteitsbudget 117
Zaanstad maakt gebruik van een zogenoemde flexibele schil. De flexibele schil (tijdelijke aanstellingen en inhuur van derden) geeft de mogelijkheid om bij piekbelasting, specialistische kennisbehoefte of vacatureruimte snel capaciteit te kunnen inzetten. Het capaciteitsbudget omvat de componenten salarisbudget (loonbetaling en sociale lasten), kosten van inhuur derden en advieskosten. Zaanstad stuurt op het totaal van het capaciteitsbudget. Alvorens in te huren toetst de organisatie eerst of zij het capaciteit- en/of kennisknelpunt binnen de organisatie kunnen oplossen. Het verschil tussen begrote inhuur en de gerealiseerde inhuur wordt gedekt uit de vacatureruimte op het salarisbudget. Rekening 2013
Begroting 2014
Rekening 2014
Salariskosten personeel
76.373
77.475
74.180
Kosten personeel van derden / inhuur
11.914
6.718
13.652
2.461
1.293
1.074
90.748
85.486
88.906
Kosten capaciteit (bedragen x € 1.000)
Kosten adviesbureaus Totaal capaciteitskosten
Toelichting capaciteitskosten De totale capaciteitskosten zijn € 3,4 mln. hoger uitgekomen dan de stand van de begroting 2014. Er is echter geen sprake van een tekort omdat hiervoor dekking is. De dekking betreft € 2,0 miljoen uit het transitiebudget drie decentralisaties, € 0,3 miljoen uit het hervormingsbudget en € 1,1 miljoen uit de voorziening boventalligen. Overigens is er een gering verschil ten opzichte van de eindejaarsprognose, die is afgegeven bij de najaarsrapportage (€ 87.547). Het beeld was toen dat de integrale capaciteitskosten wat lager zouden uitvallen. Salariskosten De daling van de salariskosten is het gevolg van de reorganisaties en bezuinigingen, waarvan de effecten zichtbaar zijn bij Openbare Ruimte, Veiligheid en Dienstverlening en Stedelijke Ontwikkeling. Tegenover de daling bij deze twee domeinen is een incidentele stijging zichtbaar in het domein Maatschappelijke Ontwikkeling. Personeel van derden inhuur De hoogte van de inhuurkosten ten opzichte van 2013 is te verklaren vanuit de grote opgave voor de organisatie in 2014. Vooral het waarborgen van de continuïteit van bedrijfsvoering tijdens drie grote reorganisaties en het tijdig klaarstaan voor de nieuwe zorgtaken vanuit de drie decentralisaties vroeg veel extra inspanning. Een belangrijk deel van de inhuur wordt bekostigd uit de vacatureruimte op het salarisbudget en dekking vanuit reserves, investeringen en grondexploitaties. Dit is eerder bij de najaarsnota toegelicht. Bij aanvragen tot inhuur toetst de organisatie eerst centraal of eigen medewerkers het capaciteit- en/of kennisknelpunt binnen de organisatie kunnen oplossen. Zo bespaart de gemeente op kosten inhuur en krijgen medewerkers de kans elders ervaring op te doen. Informatie en Communicatie Technologie Exploitatie Capaciteit Overige kosten Totaal
Begroting 2014
Rekening 2014
4.767.539
4.696.367
9.122.866 13.890.405
8.982.901 13.679.268
Investeringen
118
ICT
496
509
Er is sprake van een lichte onderbesteding van de capaciteit- en exploitatiekosten voor ICT. Het capaciteitsbudget is niet volledig benut, omdat enkele vacatures pas in de loop van 2014 zijn vervuld. Het exploitatiebudget is niet volledig benut omdat in 2014 minder kosten zijn gemaakt voor het uitvoeren van software updates en upgrades. Deze kosten variëren van jaar tot jaar. De investering in ICT is iets hoger dan begroot. In de begroting is geen rekening gehouden met het activeren van de kosten voor aanschaf van licenties voor een systeem voor digitalisering van het contract- en bestelproces. Facilitaire diensten (exclusief vastgoed) Exploitatie Capaciteit Overige kosten Totaal
Begroting 2014
Rekening 2014
3.377.949 5.500.559 8.878.508
3.420.680 5.244.211 8.664.892
269
280
Investeringen FZ
De verschillen tussen de begroting na wijziging en de realisatie zijn beperkt. De onderbesteding op de overige kosten komt voort uit het succes van de versobering op facilitaire diensten. Medewerkers uit de gehele organisatie hebben er gezamenlijk voor gezorgd dat hier minder een beroep op werd gedaan. Denk hierbij aan papierverbruik, vergaderzalen, lunches, et cetera. Integriteit In 2014 voldoet Zaanstad geheel aan de modelaanpak basisnormen openbaar bestuur en politie, een uitwerking van de integriteitseisen zoals vermeld in de Ambtenarenwet. In 2014 zijn na de gemeenteraadsverkiezingen voor het eerst kandidaat-wethouders gescreend door een extern bureau om burgemeester en kandidaat-wethouders inzicht te geven in risico’s. Overige acties en resultaten van het integriteitsbeleid in 2014:
•
•
•
•
•
•
Commissie In 2014 is de commissie Integriteit vier keer bijeengeweest. In deze vergaderingen is onder meer gesproken over het screenen van kandidaat-wethouders, het omgaan met geheime informatie en het screenen van bedrijven waarmee Zaanstad zaken doet. Ambtseed Vanaf september 2010 leggen alle nieuwe ambtenaren verplicht de ambtseed af. Zonder ambtseed (en zonder overleggen van de VOG) wordt geen aanstelling verleend. In 2014 zijn negen bijeenkomsten gehouden waarin 74 nieuwe ambtenaren bij een lid van de directie de ambtseed hebben afgelegd. Training In 2014 zijn acht trainingen morele oordeelsvorming georganiseerd voor nieuwe ambtenaren. Deze training is gevolgd door 71 medewerkers. De training is een verplicht onderdeel van het introductieprogramma voor nieuwe ambtenaren. Nevenfuncties Eind 2014 stonden 89 ambtenaren geregistreerd met een nevenfunctie waarvoor toestemming is gegeven. Vertrouwenspersonen De vertrouwenspersonen hebben met zeven medewerkers gesprekken gevoerd over de onderwerpen arbeidsverhoudingen, ongewenst gedrag en integriteit. Meldingen In 2014 zijn tien meldingen gedaan over een vermoeden van integriteitsschending.
119
Hiervan betreffen drie het lekken van informatie. Deze zijn wel onderzocht, maar dit heeft geen duidelijk beeld gegeven over hoe de informatie in de openbaarheid is gekomen. Van de overige zeven zijn na onderzoek twee meldingen aangetoond. Het betrof het gedrag van een ambtenaar naar collega’s en het gebruiken van gemeentelijk eigendom voor een privédoel. De maatregelen die bij het geconstateerde plichtsverzuim zijn opgelegd, zijn een berisping met overplaatsing en een schriftelijke waarschuwing. Bezwaar en Beroep
3.1.1.1.
3.1.1.2. 2013 Aantal gegrond
3.1.1.3. 2014
Overzicht ingekomen en afgehandelde bezwaarschriften
% gegrond
aantal
Aantal gegrond
% gegrond
Bezwaarschriften Ingekomen
1.159
Bezwaarschriften Afgehandeld
1.145
247
21%
1.272
278
22%
WWB
447
115
26%
388
112
Handhaving
73
29%
6
8%
186
25
13%
115
72
63%
117
3
2%
98
5
5%
77
25
32%
204
19
9%
192
29
15%
WWB
85
10
12%
82
16
20%
Omgevingsvergunningen
23
2
0%
29
2
7%
WMO
10
3
0%
7
1
14%
Handhaving
23
2
0%
24
3
13%
Aantal 1.233
Top vier 2014 afgehandelde bezwaarschriften
Kapvergunning Omgevingsvergunningen WMO (alleen in 2013 in top 4) Afgehandelde beroepszaken Afgehandelde beroepszaken Top vier 2014 afgehandelde beroepszaken
Het aantal bezwaarschriften is in 2014 toegenomen ten opzichte van 2013. De stijging wordt veroorzaakt doordat 81 bezwaarschriften zijn ingediend tegen één kapvergunning. Daarnaast is het aantal bezwaarschriften tegen handhavingsbesluiten op grond van de wegsleep-verordening gestegen. Dit betreft voornamelijk een stijging van het aantal bezwaarschriften tegen weggesleepte fietsen. Het aantal WWB-bezwaren (388) en Wmo-bezwaren (34) is afgenomen. In 2014 is de pilot informele bezwarenafhandeling gestart. Kort nadat het bezwaarschrift is binnengekomen, wordt er contact opgenomen met de burger die het bezwaarschrift heeft ingediend. Vervolgens bepalen burger en gemeente samen wat de beste methode is om het geschil op te lossen. De nieuwe werkwijze is gestart in WWB- en Wmo-zaken en het is inmiddels een vaste werkwijze geworden in alle bezwaarschriften. Het aantal bezwaarschriften blijft bij deze werkwijze hetzelfde. De winst zit in het persoonlijke contact met de burger die het bezwaarschrift heeft ingediend en in een snellere afhandeling van zijn bezwaarschrift. In 2014 is 41% van de bezwaren op deze informele wijze opgelost. Dat wil zeggen dat de bezwaren zijn ingetrokken of tot een nieuw besluit hebben geleid. In 2014 is 53% van de bezwaarschriften afgehandeld zonder een formele hoorzitting omdat de bezwaarmaker in een informeel gesprek zijn verhaal heeft kunnen doen en heeft aangegeven dat een hoorzitting niet meer nodig is. In 2013 was dit 45%. Claims Hoewel het aantal schades aan gemeentelijke gebouwen als gevolg van vandalisme en waterschade iets toeneemt, zijn grote branden de gemeente afgelopen jaar wederom bespaard gebleven en neemt ook het aantal inbraakschades af. Het uitblijven van branden en vermindering van inbraken zou te maken kunnen
120
hebben met toegenomen preventiemaatregelen. De schoolbesturen krijgen onder andere twee keer per jaar, voor de kerst- en zomervakantie, brand/inbraakpreventietips toegestuurd. Klachtenmanagement Het aantal klachten dat de gemeente ontvangt in 2014 bedraagt 615, dit is 129 meer dan in 2013. De belangrijkste verklaring voor deze stijging is dat de HVC per 1 januari 2014 een ruimere definitie hanteert dan daarvoor. Van de extra 129 klachten in 2014, komen er 103 van de HVC. De meeste klachten betreffen onderwerpen als te weinig parkeerplaatsen in de openbare ruimte, parkeerboetes, verkeerd aangeboden huisvuil, uitkeringen en schulddienstverlening. De klachten gaan voornamelijk over de procedure en in beperkte mate over het gedrag van medewerkers of over de combinatie van de procedure en het gedrag. Sinds april 2013 worden de klachten bijgehouden in een nieuw zaakvolgsysteem. Hieruit blijkt dat 81,7% van de klachten tijdig binnen de zes weken-termijn zijn beantwoord. In 2013 was dit 74%. De Brandweer is per 1 januari 2014 opgegaan in een regionale organisatie met een eigen klachtenregeling. De klachten van de Brandweer worden daarom per 1 januari 2014 niet meer meegeteld met de gemeentelijke klachten. Jaren
2011
2012
2013
2014
Aantal
211
334
486
615
Klachten uitgesplitst naar domeinen
2012
2013
2014
Maatschappelijke Ontwikkeling
81
98
Openbare Ruimte, Veiligheid en Dienstverlening
152
261
Bedrijfsvoering (inclusief domein overschrijdende klachten). Stedelijke Ontwikkeling
41 8
55 20
24
3 49 334
6 46 486
Nvt 149 615
Brandweer HVC Totaal
113 303 26
Medio 2014 krijgt de indiener van een digitale klacht ook automatisch de vraag of deze een tip heeft hoe de klacht voortaan voorkomen kan worden. Deze vraag wordt ook aan de behandelaar van de klacht gesteld. Dit bevordert het leren van klachten en draagt bij aan een betere dienstverlening. Ombudsman De gemeente heeft met de ombudsman intervisiegesprekken gevoerd over onderwerpen die veel klachten genereren (zoals de langdurigheidstoeslag) en daarnaast ook over twee individuele zaken. In deze gesprekken kijken gemeente en Ombudsman dieper naar de oorzaken van, en oplossingen voor klachten in plaats van communicatie via rapporten. Deze nieuwe werkwijze wordt door zowel de Ombudsman als de gemeente positief ervaren. Dit draagt bij aan het verbeteren het dienstverleningsniveau van de gemeente. Verzoeken Wet openbaarheid van bestuur Sinds eind augustus 2013 worden de verzoeken Wet openbaarheid van bestuur (Wob) centraal geregistreerd. Door de centrale registratie is de afdoening van Wob-verzoeken verbeterd en worden dwangsommen voorkomen. Daarnaast is er nu ook beter zicht op de aantallen. In 2014 zijn 218 Wob-verzoeken ontvangen. Vanaf eind augustus 2013 (start centrale registratie) zijn er in de laatste vier maanden van 2013 103 Wob-verzoeken ontvangen. Schriftelijke vragen (art. 51 Reglement van Orde gemeenteraad) Schriftelijke vragen zijn vragen, die raadsleden op grond van artikel 51 van het Reglement van Orde (RvO) van de gemeenteraad aan het college kunnen stellen over actuele onderwerpen die politiek belangrijk worden 121
geacht. Het stellen van schriftelijke vragen is één van de instrumenten waarmee de gemeenteraad zijn controlerende taak uitoefent. Voor de beantwoording van schriftelijke vragen staat een door de raad vastgestelde termijn van dertig dagen. Aantallen per jaar 2008
2009
2010
2011
2012
2013
54
51
58
60
83
71
2014
Aantal vragen per fractie
76
2014
PvdA VVD
14 3
D66 GroenLinks
3 12
SP CDA
3 1
ZIP ROSA
2 3
POV DZ ChristenUnie
8 20 1
Vragen gesteld namens meerdere fracties D66/PvdA DZ, ROSA, POV, ZIP en SP
2 1
DZ en SP GroenLinks, POV, SP, ROSA, DZ, ZIP PvdA en GroenLinks Totaal
1 1 1 76
Aantal vragen per fractie
2014
Binnen 30 werkdagen* afgedaan: Niet binnen 30 werkdagen afgedaan, tijdig uitstelbrief verzonden:
55 4
Niet binnen 30 werkdagen afgedaan, geen uitstelbrief verzonden: Op 1 januari nog in behandeling (binnen 30 werkdagen): Totaal
9 8 76
* er is gerapporteerd over werkdagen conform de bestaande werkwijze Wet Normering Topinkomens (WNT) Vanuit de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) worden jaarlijks de financiële arbeidsvoorwaarden van topfunctionarissen van de gemeenten gepubliceerd. Onder topfunctionarissen van de gemeenten vallen in ieder geval de gemeentesecretaris en de griffier, ongeacht of zij de norm overschrijden. Indien salarissen van andere functionarissen van de gemeenten de norm overschrijden, moeten deze ook openbaar gemaakt worden. Politieke ambtsdragers vallen niet onder deze wet. De WNT is ook van toepassing op verbonden partijen die onder de reikwijdte van die wet vallen. De gemeente wijst de verbonden partijen op de wet- en regelgeving en de publicatieplicht.
122
Bezoldiging Topbestuurders 2014 Naam Beloning (cf. functionele schaal) Sociale verzekeringspremies Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn Functie De duur en omvang van het dienstverband Toepasselijk WNT-maximum
C. Vermeer € 128.744
A.M. van Omme € 8.743
B. Nijman € 72.648
€ 7.337
€ 321
€ 6.645
€ 1.001
€ 793
€0
€ 21.997
€ 861
€ 12.328
Gemeentesecretaris
Raadsgriffier
Raadsgriffier
36 uur € 230.474
32 uur € 230.474
36 uur € 230.474
Betaling wegens beëindiging dienstverband In de WNT is bepaald dat instellingen de gegevens van overige functionarissen moeten publiceren als de bezoldiging of de ontslagvergoedingen het bezoldigingsmaximum te boven gaan. Een eerdere vermelding op grond van de WNT is ook reden om ontslagvergoedingen van gewone functionarissen te publiceren. In dat laatste verband wordt hier melding gedaan van een finale nabetaling in 2014 van € 102.099 op grond van beëindiging dienstverband waarmee is voldaan aan de vaststellingsovereenkomst van december 2002. De betrokken medewerker heeft de functie van Chef landmeten en kadaster vervuld en het dienstverband is geëindigd in 2006.
123
3.2.
Lokale heffingen
Het beleid ten aanzien van tarieven en heffingen is vastgelegd in: • Nota kostentoerekening 2009-2012 (september 2009) Ontwikkelingen 2014 Tarieven OZB De tarieven van de onroerendezaakbelastingen (OZB) worden vastgesteld als percentage van de WOZ waarde. Het percentage WOZ-bezwaarschriften bedroeg in 2014: Woningen 2013
Niet-woningen 2013
Woningen 2014
Niet-woningen 2014
Landelijk
3,7%
8,8%
1,7%
4,8%
Zaanstad
3,7%
9,4%
0,9%
6,8%
In 2014 is er een afname van het aantal bezwaarschriften. Ten opzichte van 2013 zijn er beduidend minder bezwaarschriften ingediend door de zogenaamde no-cure-no-pay bureaus. Enerzijds omdat er minder bezwaarschriften zijn ingediend, anderzijds door de constructieve werkwijze die Zaanstad met deze bureaus heeft. Belastingopbrengsten en ontwikkeling egalisatievoorzieningen De begrote en werkelijke belastingopbrengsten betreffen:
(Bedragen x € 1.000)
Onroerende zaakbelastingen Roerende ruimtebelasting Precariobelasting
Werkelijke opbrengst 2013
Geraamde opbrengst 2014
Werkelijke opbrengst 2014
29.322
29.567
29.344
147
52
58
192
282
255
2.457
2.832
2.819
3.152
3.720
3.912
36
116
64
Hondenbelasting
529
565
561
Toeristenbelasting
241
448
501
Reclamebelasting
320
345
307
Leges Algemene dienstverlening Leges onder dienstverlening WABO (omgevingsvergunning) Leges onder dienstverlening Europese dienstenrichtlijn
Reclameopbrengsten
858
1.050
887
Rioolheffing*
18.463
19.409
19.464
Afvalstoffenheffing*
15.892
16.191
16.218
1.149
944
1.013
Begraafrechten Marktgelden Parkeerbelasting Parkeervergunningen Parkeerautomaten gelden Zeehavengelden Binnenhaven en Kadegeld Totaal
248
268
239
1.149
1.144
1.023
461
472
524
1.310
1.452
1.516
114
74
155
726 76.766
786
593
79.714
79.452
*Opbrengsten waarop de kwijtschelding in mindering is gebracht
124
Toelichting op de belastingopbrengsten Precariobelasting De opbrengst is niet beïnvloedbaar, deze is afhankelijk van de ontwikkeling in de markt (uitstallingen van winkels, terrassen, evenementen, etc.). Opbrengst is inclusief opbrengst Precariobelasting woonschepen (66). Leges Algemene dienstverlening inclusief WABO (omgevingsvergunning) Het verschil wordt veroorzaakt door twee grote dossiers die eerder ontvankelijk zijn geworden dan verwacht. Toeristenbelasting In 2014 is aangegeven dat de opening van het nieuwe Accor- Ibis Budget Hotel (geopend in 2013) een extra opbrengst zal genereren. Ook bij de andere hotels is een stijging van het aantal overnachtingen zichtbaar. Reclameopbrengsten Bij de raming is abusievelijk gerekend met de opbrengst inclusief btw. Begraafrechten Er is nog steeds sprake van terugloop in begrafenissen. Bij de opbrengstenraming is die trend als uitgangspunt meegenomen. De meeropbrengst is een gevolg van meer afkoop van onderhoud (voor meerdere jaren), herbegrafenissen en bijzettingen van urnen. Marktgelden Er is een geringe toename zichtbaar bij het aantal marktdagen op de markt Zaandam. Zeehavengelden, binnenhavengelden en kadegelden Door de economische recessie zijn er het afgelopen jaar minder schepen dan voorheen door onze waterwegen gevaren. Hierdoor zijn de inkomsten van binnenhavengelden minder hoog dan geraamd. Stand en verloop van de egalisatievoorzieningen Egalisatievoorziening (EV)
2010
2011
2012
2013
2014
EV afvalstoffen EV Riolen
1.691 1.876
866 2.059
69 2.433
213 4.014
760 5.597
28 16
62 68
134 74
159 23
224 -4
EV Begraafplaatsen EV Marktgelden (bedragen x € 1.000)
Toelichting Egalisatievoorziening Afvalstoffen In 2014 is 547 gedoteerd aan de egalisatievoorziening afvalstoffen. Bij de bepaling van het tarief afvalstoffenheffing was al rekening gehouden met een dotatie van 422. Als gevolg van diverse kleine voordelen is 125 extra gedoteerd. Egalisatievoorziening Riolen In 2014 is 1.583 gedoteerd aan de egalisatievoorziening riolen. Bij de bepaling van het tarief rioolheffing was al rekening gehouden met een dotatie van 1.003. Als gevolg van een lagere bijdrage aan funderingsherstel, en minder toerekende BTW is 580 extra gedoteerd. De lagere BTW is ontstaan door lagere kosten van derden.
125
Woonlasten Tabel 3: Woonlasten 2014 Zaanstad t.o.v. overige 35 grote gemeenten OZBeigenaar
Reinigingsheffing
Rioolheffing
Woonlasten 2013
Woonlasten 2014
Zaanstad Laagste
250,49
273,46
280,48
785,14
804,43
126,00
157,00
70,00
351,00
353,00
Hoogste Gemiddelde
250,49 226,00
273,46 287,00
280,48 156,00
1026,00 672,00
804,43 669,00
Mutatie Zaanstad t.o.v. vorig jaar
4,7%
2.5%
Mutatie gemiddelde t.o.v. vorig jaar
2,1%
-0.4%
Bron: Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2014 COELO
Noot: In bovenstaande tabel zitten verschillen die niet direct zichtbaar zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden als conclusies worden getrokken uit de vergelijking. Sommige gemeenten zijn bijvoorbeeld (nog) niet volledig kostendekkend voor de afvalstoffenheffing en/of het Rioolheffing. Andere gemeenten heffen bijvoorbeeld geen afvalstoffenheffing, Rioolheffing en/of hondenbelasting, maar verdisconteren dit in de opbrengst van de OZB. Kwijtschelding Kwijtschelding heffingen
Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Rekening 2013
Begroot 2014
Rekening 2014
1.414 1.402 2.816
1.616 1.498 3.114
1.544 1.509 3.053
Zaanstad hanteert een kwijtscheldingsnorm van 100% en voert daarmee een maximaal kwijtscheldingsbeleid. Kwijtschelding kan o.a. worden verleend indien men: · AOW heeft, eventueel aangevuld met een klein pensioen; · een bijstandsuitkering heeft; · een inkomen uit werk heeft dat niet hoger is dan een bijstandsuitkering; · studiefinanciering krijgt en niet al te hoge bijverdiensten heeft; · een zakgeldregeling heeft. Kwijtschelding kan worden verleend voor de volgende belastingen en heffingen: · Afvalstoffenheffing · Rioolheffing · Hondenbelasting voor de eerste hond
· Tabel Kwijtschelding heffingen (bedragen x € 1.000) Totaal
2011
2012
2013
2014**
2014*
2.455
2.714
2.815
3.114
3.053
* werkelijk, ** begroot
In het jaar 2014 zijn 3.823 verzoeken om kwijtschelding geautomatiseerd afgehandeld. Daarnaast zijn er 2.630 verzoeken handmatig afgedaan waarvan er 1.857 geheel of gedeeltelijk zijn toegewezen. Dit maakt het totaal aan toegewezen kwijtscheldingsverzoeken 5.680. Ten opzichte van 2013 (5.452) een toename van 4,1% van het aantal toegewezen verzoeken.
126
3.3.
Treasury
Treasury is het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden en het afdekken van rente- en kredietrisico’s. De treasuryfunctie binnen de gemeente Zaanstad dient uitsluitend de publieke taak en geschiedt binnen de financiële kaders van de Wet Fido waarbij prudent beheer een basisvoorwaarde is. Het beleid ten aanzien van treasury 2014 is vastgelegd in: • Treasurystatuut • Treasuryjaarplan 2014 • Treasury paragraaf begroting 2014 • Nota borgstellingen Ontwikkelingen 2014 Externe ontwikkelingen Onderstaande figuur geeft de ontwikkeling van een aantal belangrijke referentierentetarieven vanaf januari 2014 weer. Het gaat om de zogenaamde ‘Euribor’ en ‘Swap’ tarieven. Dat waren tot de kredietcrisis van 2009 ook de rentetarieven waarop gemeenten daadwerkelijk geld konden lenen. Dat is door de kredietcrisis vanaf medio 2008 sterk veranderd. Ten gevolge van de kredietcrisis zijn liquiditeitsopslagen boven de referentierentetarieven gaan gelden. Deze opslagen waren ook in 2014 nog van kracht. Onderstaand wordt hier nader op ingegaan.
Interne ontwikkelingen In 2014 is zoveel mogelijk rentetypisch kort gefinancierd. Deze korte financiering kon door middel van de rekening-courantfaciliteit bij de BNG worden ingedekt. BNG brengt hiervoor een opslag van 0,25% bovenop het reguliere rekening-couranttarief (1-maand euribor) in rekening. Vanwege deze opslag was het lonend om met kasgeld de negatieve stand op de rekening-courant aan te vullen. Dit gebeurde met zogenaamde kasgeldleningen met looptijden die variëren van een week tot enkele maanden. De rentepercentages op kasgeldleningen tot 1 maand bewogen zich in 2014 gemiddeld beneden de 0,2%. Ultimo 2014 bedroeg de
127
korte financiering een kleine € 31 miljoen. De gemiddeld opname van kasgeld per kwartaaleinde bedroeg in 2014 € 46,8 miljoen. In 2014 was er voor € 94 miljoen aan rente-typisch kortlopende leningen in de portefeuille waarvan het risico is afgedekt met renteswaps. De omvang van de swap-portefeuille beweegt zich binnen het maximum van 20% over de totale financieringsbehoefte dat met de raad is afgesproken. De ontvangen rente uit hoofde van de swaps lag in 2014 ruim € 80.000 lager dan daadwerkelijk betaald is voor de rente-typisch korte leningen. Op de portefeuille zitten geen liquiditeitsrisico’s door margin calls doordat deze contractueel zijn uitgesloten. Leningen o/g en Swaps De leningportefeuille bestaat ultimo 2014 nog steeds voor het grootste deel uit fixe-leningen. Dit zijn leningen met een vaste looptijd die aan het eind van de looptijd in zijn geheel worden afgelost. In 2014 is een drietal leningen aangetrokken met looptijden van respectievelijk 9, 10 en 27 jaar. Er zijn twee leningen met uitgestelde storting aangetrokken voor herfinancieringen in 2015 en 2016. De gemiddelde rente over de langlopende leningenportefeuille (swaps en leningen) is ultimo 2014 gedaald tot 3,1%. Tabel 1: Verloop opgenomen en uitgezette langlopende leningen (bedragen x € 1.000) Opgenomen
Uitgezet
Stand per 1 januari 2014
379.000
-43.590
Stand per 31 december 2014
393.000
-53.045
Opgenomen/uitgezet in 2014
60.000
18.425
Aflossingen in 2014
46.000
8.970
Gemiddelde rente per 1 januari 2014
3,49%
3,19%
Gemiddelde rente per 31 dec 2014
3,29%
2,72%
Restant looptijd leningen 1 januari 2014
5,72 jaar
Nb
Restant looptijd leningen 31 dec 2014
5,20 jaar
Nb
Tabel 2: Swaps (bedragen x € 1.000) Afgesloten Stand per 1 januari 2014
94.000
Stand per 31 december 2014
94.000
Gemiddelde te betalen vaste rente per 1 januari 2013
3,5%
Gemiddelde te betalen vaste rente per 31 december 2014
3,5%
Restant looptijd swaps 31 december 2014
21,8 jaar
Tabel 3: Totale positie leningen en beleggingen (bedragen x € 1.000) Opgenomen
Uitgezet
Saldo
Stand per 1 januari 2014
531.000
-43.598
487.402
Stand per 31 december 2014
512.000
-53.045
458.955
Gemiddelde rente per 1 jan 2014
3,08%
3,19%
3,09%
Gemiddelde rente per 31 dec 2014
3,03%
2,72%
3,07%
Leningportefeuille verstrekte geldleningen u/g De nominale waarde van de uitgezette leningen is ultimo 2014 ruim € 54 mln. Risicobeheersing Kasgeldlimiet De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) stelt eisen aan het maximaal te lopen renterisico op de korte schuld (kasgeldlimiet) en het renterisico op de lange schuld (renterisiconorm). De hoogte van de 128
kasgeldlimiet wordt vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal; in 2014 € 35 mln. Zaanstad heeft de eerste twee kwartalen van 2014 de kasgeldlimiet overschreden, in de laatste twee kwartalen is binnen de kasgeldlimiet gebleven. De rentelasten op de korte schuld bleven in 2014 onverminderd laag (<0,5%). Rekenrente en renteresultaat De gemeente Zaanstad hanteert het systeem van integrale financiering. Het totale rentesaldo wordt omgeslagen over alle investeringen. Deze zogenaamde omslagrente is de basis voor de bepaling van de rekenrente en bedroeg 4,0%. Het verschil tussen de werkelijk toegerekende rekenrente aan de activa en de werkelijk betaalde rente aan het eind van het jaar wordt het renteresultaat genoemd. In 2014 bedroeg het renteresultaat ruim € 6,3 mln. Liquiditeitsplanning 2014 De investeringsuitgaven in een 100%-scenario waren geraamd op € 70 miljoen en kwamen uiteindelijk uit op ruim € 55 miljoen (78%). Met betrekking tot de grondcomplexen ging er per saldo € 4 miljoen uit. In de liquiditeitsprognose worden geen ramingen voor de (middel)lange termijn voor de grondcomplexen opgenomen. Alleen bij zekere inkomsten of uitgaven vindt aanpassing van de raming plaats. Gedurende 2014 is de liquiditeitsplanning maandelijks geactualiseerd en besproken in de treasurycommissie. Besluiten over het afsluiten van nieuwe financieringstransacties of het beleggen van tijdelijke overliquiditeit zijn genomen op basis van de geactualiseerde liquiditeitsplanningen. Borgstellingen In 2012 is de nieuwe nota borgstellingen en verstrekken van geldleningen vastgesteld door het college van B&W. Het doel van deze nota is beheersing van risico’s. Hierin zijn richtlijnen opgenomen voor het aanvragen, beoordelen, verstrekken en beheersen van (achter)borgstellingen die worden verstrekt aan belanghebbenden. Een belangrijke doelstelling van de nieuwe nota borgstellingen is het verder beperken van risico’s die met het afgeven van een borgstelling of het verstrekken van een geldlening gemoeid gaan alsmede de monitoring op de bestaande borgstellingen te verscherpen. In 2014 is een tweetal nieuwe borgstellingen afgegeven waar voor beide het Waarborgfonds voor de Sport voor 50% borg staat. De totale borgstelling (excl. WSW) is in 2014 afgenomen met € 0,5 mln. tot € 114 mln. De achterborgstellingen aan woningcorporaties bedragen ultimo 2014 € 869 mln. Het grootste deel van de borgstellingen bestaat uit leningen aan woningcorporaties met geborgde leningen van het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw). De achtervang van het Rijk (50%) en de gemeenten (50%) is het sluitstuk van de zekerheidsstructuur binnen het borgstelsel. Deze zekerheidsstructuur maakt het mogelijk dat corporaties met voordelige financiering sociale volkshuisvesting kunnen realiseren. WSW neemt de betaalverplichtingen voor een lening over wanneer de corporatie (ondanks de voordelige financieringsvoorwaarden) de rente en aflossing op een door WSW geborgde lening niet meer kan betalen. Alleen als WSW deze betaalverplichting niet uit de overige buffers in de zekerheidsstructuur kan voldoen, moeten Rijk en gemeenten bijspringen. Op grond van hun rol als achtervanger moeten zij in dat geval renteloze leningen aan WSW verstrekken, en wel onder de volgende afspraken:
• •
Het Rijk verstrekt in alle gevallen de helft (= 50%) van de renteloze leningen.
•
Alle gemeenten die achtervanger zijn van WSW (met inbegrip van de schadegemeenten) verstrekken samen het resterende kwart (= 25%) van de renteloze leningen.
De zogenoemde “schadegemeenten” verstrekken samen een kwart (= 25%) van de renteloze leningen. De schadegemeenten zijn de gemeenten die vermeld zijn in de leningen waarvoor WSW de betaalverplichting overneemt.
WSW is nog nooit aangesproken op de borg en schat het risico van de gemeenten en het Rijk in als zeer klein, of zelfs theoretisch Het is van groot belang dat gemeenten, corporaties en andere belangenhouders in het borgstelsel elkaar over en weer goed informeren. Goede informatieverstrekking is een belangrijke bouwsteen voor het vertrouwen in de sector. In de driehoek corporaties-gemeenten-WSW is het gemakkelijk als gemeenten en corporaties zich 129
rechtstreeks tot elkaar wenden wanneer zij meer informatie over elkaar willen hebben. De achtervangafspraken tussen WSW en de gemeenten bepalen dat WSW de gemeenten zodanig informeert dat zij vanuit hun achtervangpositie redelijkerwijs hun financiële belangen kunnen bewaken. Aandelen en dividenden De dividenduitkeringen in 2014 waren met € 2,1 miljoen, € 250.000 hoger dan begroot.
130
3.4.
Weerstandsvermogen & risico's
Risicobeheer Deze paragraaf beschrijft de voor de gemeente Zaanstad relevante risico’s, uitgaande van de actuele situatie, zowel in- als extern. Risicomanagement is een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering van de gemeente. Met deze inbedding is het mogelijk om bij besluitvorming eventuele risico’s op juiste wijze te wegen. De afgelopen jaren is het risicobeheer verder verbeterd. De interne controle is naar een hoger niveau gebracht en de systematische analyse van strategische risico’s is versterkt. Deze paragraaf start met een toelichting op de principes en de methode van het risicobeheer. Vervolgens wordt ingegaan op de belangrijkste risico’s. Het kader is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2013. Principes en methode Het risicobeheer van de gemeente kent als uitgangspunt dat de lijn primair verantwoordelijk is. De decentrale structuur waarin bedrijfsonderdelen eigen verantwoordelijkheden kennen, brengt ook de lijnverantwoordelijkheid voor het eigen risicobeheer met zich mee. Op centraal niveau worden beleidskaders opgesteld, vindt ondersteuning plaats en worden de bedrijfsonderdelen gevraagd en ongevraagd van advies voorzien. Risicobeheer is per definitie toekomstgericht. Het richt zich op het tijdig identificeren van risico’s bij het realiseren van doelen en op maatregelen die deze risico’s mitigeren. Risicobeheer is een cyclisch proces van vier basisstappen (zie onderstaande figuur ‘Het proces van risicobeheer’): identificeren, analyseren, nemen van maatregelen (beheersing), en monitoren en rapporteren. Veranderende (inzichten in) interne en externe factoren en veranderende organisatiedoelen hebben invloed op de inschatting en prioritering van risico’s. Figuur 1: Het proces van risicobeheer
Niet alle risico’s hebben eenzelfde prioriteit. Zogenoemde ‘strategische’ risico’s raken de realiseerbaarheid van de belangrijkste doelstellingen van de gemeente. ‘Operationele’ risico’s raken de dagelijkse processen. Hieronder vallen bijvoorbeeld risico’s die te maken hebben met continuïteit en uitval van productiemiddelen, veiligheid en geautomatiseerde systemen. Financiële risico’s betreffen bijvoorbeeld de liquiditeit, de ontwikkeling van rentetarieven of fiscale aangelegenheden.
131
Doel van risicobeheer Het risicobeheer is gericht op het verschaffen van een redelijke mate van zekerheid ten aanzien van de realiseerbaarheid van de gemeentelijke doelstellingen, de beheersing van risico’s in bedrijfsprocessen, de betrouwbaarheid van de financiële verslaglegging en de naleving van relevante wet- en regelgeving. Bij het nemen van belangrijke beslissingen met een onzekere uitkomst worden de risico’s overwogen alvorens tot een besluit wordt gekomen, waarbij dus expliciet de mate van risicoacceptatie wordt bepaald. Daarmee worden de financiële risico's die van invloed zijn op de beleidsuitvoering inzichtelijk en beheersbaar gemaakt. Door inzicht in de risico's worden raad, college en de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige ontwikkelingen/investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te verkrijgen, is een risico-inventarisatie uitgevoerd die twee keer per jaar wordt geactualiseerd. Hieronder doen we verslag van de resultaten van de risico-inventarisatie. Op basis van de geïnventariseerde risico’s wordt met behulp van een risicosimulatie het weerstandsvermogen berekend. Ontwikkelingen In 2012 heeft de gemeenteraad besloten tot het in het leven roepen van de Algemene Reserve Sociaal (hierna: ARS). De noodzaak/wens om te komen tot een specifieke risicobuffer ligt in de grote mate van financiële onzekerheid bij alle (rijks)ontwikkelingen die zich de komende jaren binnen het domein Maatschappelijke Ontwikkeling (zullen gaan) voordoen. In lijn met de methodiek rondom de Algemene Reserve Grondzaken is daarom besloten ook een specifiek deel van de algemene reserves van de gemeente te ‘labellen’ ter afdekking van de risico’s binnen het maatschappelijk domein. De reserve is bedoeld om verschillen tussen de begroting en de werkelijkheid op te vangen, zodat dit niet direct invloed heeft op de exploitatie gedurende het begrotings- c.q. verantwoordingsjaar. De methodiek voorziet in een semi-gesloten systeem tussen de risico’s en/of resultaten binnen het domein Maatschappelijke Ontwikkeling en de ARS die een bufferrol zal vervullen. Semi-gesloten wil in dit geval zeggen: de dempende werking van de ARS impliceert dat stortingen in de ARS vanuit de algemene middelen plaatsvinden als de ARS te laag is en onttrekkingen uit de ARS als deze te hoog is. Risicoprofiel Om de risico's van de gemeente Zaanstad in kaart te brengen, is een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van het Risicomanagement Informatie Systeem NARIS® van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR), waarmee risico's systematisch in kaart worden gebracht en met behulp van een Monte Carlo analyse worden gesimuleerd. De Monte Carlo simulatie is een simulatietechniek waarbij door vele herhalingen, elke keer met een andere startwaarde, een verdelingsfunctie wordt verkregen. Met deze simulatie maken we een analyse van het vermogen om tegenvallers op te vangen, zonder dat hiermee de continuïteit van de organisatie in gevaar komt (ook wel weerstandsvermogen genoemd). De term Monte Carlo is afgeleid van het beroemde casino uit Monte Carlo. Dat betekent niet dat het een methode is die gebaseerd is op gokken. Het refereert aan de manier waarop individuele nummers worden gekozen uit een representatieve verzameling van data. Door middel van een simulatie worden 10.000 trekkingen gedaan, waarbij op basis van de kansen en gevolgen van alle risico’s verschillende scenario’s worden nagebootst. Er worden dus 10.000 verschillende scenario’s doorgerekend, waarbij een risico zich de ene keer wel voordoet en de andere keer niet. Tevens kan de omvang van het risico verschillen per scenario. Via inventarisatie zijn alle (financiële) risico's (86) in kaart gebracht. Daarnaast onderkent de gemeente nog 23 risico's die 'niet financieel' van aard zijn, of waarvan de omvang op dit moment niet te bepalen valt (pm). In het onderstaande overzicht worden de twintig risico's met de grootste financiële impact gepresenteerd. De invloed van deze twintig risico’s bedraagt ca. 70% van de totaal benodigde weerstandscapaciteit. De toename van het aantal risico’s en het daarmee afnemen van het impactpercentage van de 20 grootste risico’s houdt verband met het identificeren en kwantificeren van risico’s rondom de drie decentralisaties. Daarmee wordt ook een trend zichtbaar waarbij de risico’s vanuit het fysieke domein (grondexploitaties) verschuiven naar het maatschappelijk domein. Al blijft ook de economische crisis nog steeds zijn sporen
132
trekken op de resultaten van de grondexploitaties. Tabel 1: Risico top-20 Nr
Risicogebeurtenis
Gevolgen
Invloed Positie (%) t.o.v. Bgr. ‘15
1
Algemeen marktrisico (prijs en afzet) bij het voeren van grondexploitaties
Grondopbrengsten dalen en/of de uitgifte van kavels vertraagd a.g.v economische omstandigheden.
19,0%
O
2
Nauerna, vernietiging milieuvergunningsprocedure in 2012 door Raad van State inzake de vrijstelling Gemeente voor ophoging vuilstort.
De capaciteitsuitbreiding kan geen doorgang vinden. Ontvangen voorschotbetalingen conform de bedragen in de meerjarenbegroting moeten worden terugbetaald en de gemaakte proces- en projectkosten kunnen niet worden verhaald
5,4%
+2
3
De zorgconsumptie in de jeugdhulpverlening blijft doorgroeien ondanks de inzet van Jeugdteams die zouden moeten leiden tot minder inzet Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, kortere trajecten en minder intramuraal (kortere doorlooptijd) en minder doorverwijzing naar maatwerkvoorzieningen.
De transformatie stagneert waardoor de verwachtte verbetering niet optreedt. Dit kan leiden tot wachtlijsten, een tekort aan capaciteit om afhandeling van facturen te realiseren en budgetoverschrijdingen.
4,5%
-1
4
De zorgconsumptie van de AWBZ/Wmo blijft doorgroeien, ondanks de inzet van de sociale wijkteams die zouden moeten leiden tot verminderde zorg door substitutie-effect, kortere trajecten en minder intramuraal (kortere doorlooptijd) en het efficiënter organiseren van basisvoorzieningen.
Het systeem gaat niet functioneren zoals vooraf voorzien, waardoor zelfredzaamheid en eigenredzaamheid onvoldoende op gang komt.
4,2%
+1
5
Bij de uitvoering van de begeleiding AWBZ blijkt dat de herindicering, het combineren van groepen en het aanpassen van groepsgrootte onvoldoende efficiency-voordelen opleveren.
Het (rijks)budget is ontoereikend om de lasten op te vangen
4,2%
+3
6
Extra gebouwde ruimte bij school wordt niet verhuurd
Geen inkomsten uit verhuur Maatschappelijk effect-Leegstand van gemeentelijke gebouwen
3,7%
N
7
Inverdan Knoop: Programmatische invulling en grondprijzen Noordschebos worden in 2017/2018 (definitief) vastgesteld o.b.v. alsdan geldende marktsituatie
Invulling Noordschebos met (deel) vrije sector huur resulteert in een lagere grondopbrengst dan geraamd
3,7%
N
8
De gewenste verlaging van de tarieven Het (rijks)budget is ontoereikend om de van de instellingen en aanbieders voor de lasten op te vangen
3,1%
-2
133
Nr
Risicogebeurtenis
Gevolgen
Invloed Positie (%) t.o.v. Bgr. ‘15
begeleiding vanuit de AWBZ/Wmo en voor de jeugdhulpverlening wordt niet gerealiseerd. 9
Hogere instroom bijstand dan begroot.
Het (rijks)budget is ontoereikend om de lasten op te vangen
3,0%
+1
10
Provily: Verkoop uitgeefbare kavels blijft achter bij planning
Verslechtering van de grondexploitatie doordat geplande afdracht t.b.v. de verplaatsing van Sport naar de Omzoom plaatsvindt terwijl geplande inkomsten uit verkoop kavels vertragen.
2,9%
+1
11
Overtuinen: doorverwijzen leerlingen niet mogelijk omdat er geen leegstand is binnen 2 kilometer.
Andere en duurdere oplossingen zijn niet voorzien in het budget. Maatschappelijk effect-Negatieve beeldvorming gemeente
2,2%
N
12
Vaart in de Zaan: uitkeren van planschade en/of nadeelcompenstatie bij realisatie van Wilhelminasluis en/of Zaanbrug
2,1%
+1
Planschadeclaims en / of nadeelcompensatieclaims.
13
Afwaardering van potentiele ontwikkelgebieden.
Boekwaarden worden niet terugverdiend.
2,1%
N
14
Niet ontvangen exploitatiebijdrage als zich geen GDV vestigt op het bij de RON terrein.
Conform ovk vindt bijdrage aan gemeentelijke grondexploitatie niet plaats
2,0%
N
15
In Zaanstad hebben ongeveer 800 mensen een indicatie voor zorg, maar daarvan is niet bekend of zij op dit moment zorg ontvangen. Het is mogelijk dat een grote groep nu geen zorg ontvangt, maar in 2015 wel zorg gaat vragen.
Het budget voor 2015 is bepaald op basis van historische kosten. Mensen die wel een indicatie hebben maar geen zorg ontvangen, zijn niet in de budgetbepaling door het Rijk meegenomen. Als deze mensen zorg gaan claimen, kunnen de kosten (veel) hoger uitvallen.
1,7%
O
16
Inverdan Knoop: Ontwikkelaar Zaantoren Nadelen voor grondexploitatie bij toewijzing heeft claim via rechtbank neergelegd claim
1,6%
O
17
Er is onvoldoende informele De vraag naar dure zorg blijft hoog. Het ondersteuning in de wijken; de link tussen (rijks)budget is ontoereikend om de lasten vrijwilligers/inwoners ontbreekt in de op te vangen praktijk of er is onvoldoende inzet van vrijwilligers. Cliënten blijven daardoor vooral aangewezen op dure zorg.
1,6%
O
18
Grondverwervingen vallen duurder uit dan geraamd
1,5%
+2
19
Open einde regeling Hulp bij Huishouden: Het budget is ontoereikend om de lasten op Inwoners vragen meer hulp bij te vangen.
1,5%
N
Verslechteren van exploitatieresultaat
134
Nr
Risicogebeurtenis
Gevolgen
Invloed Positie (%) t.o.v. Bgr. ‘15
huishouden aan dan begroot. 20
Hogere woningbouwproductie wordt niet gehaald.
Mislopen van opbrengsten (AU, leges en OZB) die al zijn ingeboekt in de begroting obv hogere woningbouwproductie.
1,4%
N
+= gestegen, - = gedaald, N = Nieuw in top -20, O= Ongewijzigd
Risicosimulatie Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 24,1 mln. - zie tabel 2) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Tabel 2: Statistiek Rekening 2013
Begroting 2015
Rekening 2015
Minimum
1,6
2,5
2,5
Maximum
25,5
26,9
24,1
Gemiddeld
9,3
9,8
9,6
Bedragen x € 1 mln. Figuur 2 en de bijhorende tabel 3 tonen de resultaten van de risicosimulatie. Figuur 2: cumulatieve verdeling
Tabel 3: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage
Rekening 2013
Begroting 2015
Rekening 2014
85% 90%
13,6 14,8
13,0 14,1
13,0 13,9
95%
16,7
15,8
15,4
Bedragen x € 1 mln.
135
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 13,9 mln. (benodigde weerstandscapaciteit). Dat is een lichte daling (€ 0,2 mln.) ten opzichte van de vorige actualisatie (Begroting 2015). Als gevolg van de voortgang in de realisatie van Inverdan en het uittreden uit GEM Saendelft is sinds de jaarrekening 2013 een afname van het risicovolume gerelateerd aan de Algemene Reserve Grondzaken waar te nemen. Dit wordt voortgezet doordat (als gevolg van het treffen van een voorziening ivm afwaardering van de gronden) sprake is van een lager risicoprofiel voor HoogTij. Een andere belangrijke ontwikkeling betreft de verhoogde beheersing op het risico Nauerna waardoor opnieuw sprake is van een licht neerwaartse ontwikkeling van het gemeentelijk risicoprofiel. Door het in kaart brengen van de onzekerheden en risico’s die de komende jaren het maatschappelijk domein kunnen raken, vooral als gevolg de grote decentralisatieoperaties ontstaat een nieuwe verhouding in de risicoverdeling, waarbij een evenwichtigere verdeling van de risico’s over de diverse gemeentelijke beleidsvelden ontstaat. 3. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Zaanstad bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Tabel 4: Beschikbare weerstandscapaciteit (Bedragen x € 1 mln.) Weerstand
Begroot saldo boekwaarde 1/1/2015 17,0
Algemene reserves* Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
Saldo boekwaarde ultimo 2015 20,3
0,1
0,1
17,1
20,4
* NB: Nu de rioolheffing niet meer 100% kostendekkend is, is hier formeel sprake van 'onbenutte belastingcapaciteit'. Dat levert structurele weerstandscapaciteit op ad € 0,6 mln. De reserve Investeringsfonds bevat een eigen risicobuffer voor onvoorziene omstandigheden. Beide bedragen blijven buiten beschouwing voor wat betreft de bepaling van de gemeentelijke weerstandscapaciteit. 4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
=
€ 20,4 € 13,9
= 1,5
De normtabel is ontwikkeld door het NAR in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van de berekende ratio. Tabel 5: Waardering weerstandvermogen Waarderingscijfer
Ratio
Betekenis
A
>2,0
Uitstekend
B
1,4 – 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 – 1,4
Voldoende
D
0,8 – 1,0
Matig
E
0,6 – 0,8
Onvoldoende
F
<0,6
Ruim onvoldoende
136
De ratio van Zaanstad valt in klasse B. Dit duidt op ‘Ruim voldoende’ weerstandsvermogen cf. bovenstaande normtabel en valt daarmee binnen de bandbreedte zoals die op 7 juli 2011 door de gemeenteraad van Zaanstad is vastgesteld (tussen 1,4 en 1,8, zie raadsbesluit 2011/35, reg.nr: 2011/155854). Dit betekent dat de algemene reserve Grondzaken (ARG) die als gevolg van de getroffen verliesvoorzieningen voor HoogTij een negatieve stand kent ad -/- € 1,4 mln. (zie ook hieronder en MPG), kan worden aangezuiverd door een verschuiving binnen de algemene reserves. Daarmee kan het in de begroting 2015 opgenomen bedrag voor aanvulling ad € 2,3 mln. komen te vervallen. Figuur 3: verloop weerstandsratio en –capaciteit
5. Ontwikkeling Algemene Reserve Sociaal & Algemene Reserve Grondzaken In lijn met de eerder uitgesproken verwachting is de volledige inventarisatie van risico’s binnen het maatschappelijk domein gereed waardoor de benodigde weerstandscapaciteit nu betrouwbaar afgezet kan worden tegen de beschikbare weerstandscapaciteit en via daaruit voortvloeiende ratio en kan bepaald worden in hoeverre de Algemene Reserve Sociaal (ARS) ‘op niveau’ is. Tabel 6: ARS & ARG Stand 31/12
Benodigd obv simulatie
Ratio
Algemene Reserve Sociaal
10.178
5.405
1,9
Aanvulling obv vastgestelde ondergrens 0
Algemene Reserve Grondzaken
-/-1.360
6.828
0
6.481
Met het besluit over de invoering van de Algemene Reserve Sociaal is de raad tevens akkoord gegaan met het overhevelen van de restantmiddelen uit de reserve Wmo naar de ARS per ultimo 2014. Met de toevoeging van resterende middelen uit de reserve Wmo per 31/12/2014 is de ratio ruim voldoende en bevindt deze zich op dit moment zelfs iets boven de vastgestelde bandbreedtes.
137
De Algemene Reserve Grondzaken daarentegen is per ultimo 2014 negatief en dient te worden aangezuiverd. Een aanvulling van € 6,48 mln. is nodig om de ARG weer op de vastgestelde ondergrens (75% van het benodigde weerstandscapaciteit) te brengen. In de begroting 2015 is rekening gehouden met een aanvulling van € 2,4 mln. Het resterende bedrag kan aangezuiverd worden door een overheveling van € 4,1 mln. vanuit de AR naar de ARG. Door toevoeging van € 2,4 mln. in 2015 stijgt de ratio naar 1,7. 6. Risicokaart Risico’s waarvan de oorzaken en gevolgen in klassen zijn ingedeeld, kunnen worden geplaatst in een risicokaart. De risicokaart geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans en gevolg. De nummers in de risicokaart corresponderen met de aantallen risico’s die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Een risico dat in het groene gebied zit, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Een risico met een score in het oranje gebied vraagt om aandacht. Een risico met een risicoscore in het rode gebied vereist directe aandacht om te voorkomen dat de financiële positie van de gemeente wordt bedreigd. Het bruto risico geeft het resultaat na het treffen van beheersmaatregelen. Tabel 6: Risicokaart Bruto gevolg
geld x > €1.000.000
5
1
7
2
1
€500.000 < x < €1.000.000
0
3
4
5
3
€100.000 < x < €500.000
5
2
2
9
2
€10.000 < x < €100.000
2
5
5
5
x < €10.000
8
2
6
4
Geen geldgevolgen
10
10
3
0-10%
10-30%
30-50%
Kans
50-70%
70-90%
138
3.5.
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vragen, zoals wegen, gebouwen, rioleringen en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van de gemeente, onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. Naast het regulier onderhoud heeft de gemeente Zaanstad te maken met onderhoudsachterstand. Het beleid is erop gericht om deze onderhoudsachterstanden in te lopen. Deze paragraaf gaat achtereenvolgens in op het beleidskader, kwaliteitsniveau, onderhoudsplan en de financiën van: 1. Openbare ruimte 2. Riolen 3. Onderwijshuisvesting 4. Sport 5. Gemeentelijk vastgoed Openbare Ruimte Beleidskader Door het beleid van versneld afschrijven en het exploitatiebudget voor onderhoud openbare ruimte (budget IOOR), wordt een groot deel van de vervangingen betaald uit de reguliere begroting. Versneld afschrijven is mogelijk vanuit incidentele middelen, zoals een positief rekeningresultaat. Sinds 2007 is er voor € 37 mln.. extra afgeschreven. In 2014 hebben geen aanvullende versnelde afschrijvingen plaatsgevonden met als doel het verhogen van de rechtstreekse financiering van vervangingen. In 2014 is er binnen de openbare ruimte in totaal € 21 mln... besteed. Van dit bedrag wordt € 2,2 ml door subsidies gedekt. Vanuit de exploitatie wordt voor een bedrag van € 13,3 mln. gedekt en voor een bedrag van € 5,4 mln. wordt geactiveerd. Door een overbesteding in 2012 is in 2014 er minder besteed aan het vervangen van de openbare ruimte. Als gevolg van de overbesteding in 2012 zijn de onderhoudsachterstanden in dat jaar met € 6,7 mln. ingelopen. Door deze overbesteding is besloten om in navolgende jaren het investeringsniveau te verlagen. Voor 2014 heeft dat als consequentie gehad dat € 1 mln. van de financiële ruimte 2014 is aangewend om een gelijkmatiger investeringsniveau te creëren voor 2013. Daarnaast bleek het mogelijk om de vervanging van de openbare ruimte in Poelenburg in 2013 ook versneld uit te voeren waardoor additioneel € 1 mln. van 2014 naar voren is geschoven. In 2014 is daarmee in totaal € 2 mln. minder beschikbaar voor het inlopen van onderhoudsachterstanden. Met de begroting 2014-2017 werd dan ook al een tijdelijke toename van de onderhoudsachterstanden voorzien van € 0,8 mln. In onderstaand overzicht wordt weergegeven hoe het investeringsniveau en de realisatie van projecten zich verhouden tot wat nodig is op basis van de beheer- en beleidsplannen. Van de ontvangen subsidies van € 2,2 mln. is € 192.000 aangewend voor het inlopen van onderhoudsachterstanden. Het resterende bedrag van € 2 mln. is aangewend voor aanpassingen / kwaliteitsimpuls. Om onderhoudsachterstanden niet te laten oplopen is € 19,4 mln. nodig. In 2014 zijn de onderhoudsachterstanden met € 460.000 opgelopen. Dit is lager dan waarvan bij de begroting werd uitgegaan.
139
Tabel: Ontwikkeling onderhoudsachterstanden openbare ruimte 2014 Categorie
Onderhoudsachterstanden t/m 2013 (a)
Ontwikkeling onderhoudsachterstanden in 2014 (b)
Bijdragen derden ten behoeve van inlopen onderhoudsachterstanden (c)
Onderhoudsachterstanden eind 2014 (a+b+c=d)
Groen en speelplaatsen
-5.470
-1.718
0
-7.188
Wegen en openbare verlichting Civiele kunstwerken
-24.768
3.062
192
-21.514
-3.128
-423
0
-3.551
-1.256
-1.571
0
-2.827
-34.622
-650
192
-35.080
Waterhuishouding TOTAAL
De tabel toont een gedetailleerd overzicht van de onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte. In 2014 is vooral prioriteit gelegen bij het inlopen van onderhoudsachterstanden bij wegen. Dit is noodzakelijk vanwege de rioolvervangingen die gepland zijn en de noodzaak om aanvullend hierop de weg te vervangen. Kwaliteitsniveau/onderhoudsniveau In 2014 is in totaal 330.000 m² aan wegen vernieuwd. Op basis van de beleidsplannen zou jaarlijks een areaal van 267.000 m² vervangen moeten worden om de onderhoudsachterstanden niet verder te laten toenemen. In 2014 zijn dus de onderhoudsachterstanden met 63.000 m² ingelopen. Riolen Beleidskader Met het opstellen van het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP) zijn de onderhoudsachterstanden in de riolering opnieuw onderzocht en bedragen de onderhoudsachterstanden € 25 mln. Om deze onderhoudsachterstanden weg te werken dient tot en met 2020 jaarlijks 20 km aan vervallen riolering te worden vervangen. Gelijktijdig met deze vervanging wordt de riolering in Zaandamoost aangepast zodat het regenwater via een afzonderlijke leiding wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Door deze aanpassing van de riolering is het mogelijk om eind 2014 te voldoen aan de basisinspanning. Met het VGRP is ook opnieuw een emissieberekening gemaakt waaruit blijkt dat Zaanstad voor 94% voldoet aan de doelstelling om emissie-uitstoot op het oppervlaktewater te verminderen. Om aan de doelstelling te voldoen moet 51 ha aan verharding worden afgekoppeld. Tot en met 2014 is hieraan gewerkt door de aanleg van nieuwe riolering en het afkoppelen van regenwater in de wijken Kogerveld, Poelenburg, Zilverschoonlaan, Dennebuurt, Volwerf, Peldersveld en Hoornseveld en daarmee is 100% van deze opgave gedaan. In het rapport van de Rekenkamer Zaanstad naar de riolering in Zaanstad zijn de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Zorg ervoor dat de uitgangssituatie bij de effect- en prestatiedoelstellingen bekend is, bepaal streefwaarden voor de te realiseren maatschappelijke effecten voor de tussenliggende jaren en laat deze concretisering van het beleid periodiek vaststellen door de raad. 2. Zorg voor voldoende kennis over de kwaliteit van de riolering, de reeds gerealiseerde effecten en de kosteneffectiviteit van de maatregelen.
140
3. Kom tot bestuurlijke samenwerking met het hoogheemraadschap om te komen tot samenwerking in de afvalwaterketen en betrek daarbij de gemeenteraad. 4. Zorg er voor dat het rioolbeheerbestand betrouwbare en actuele informatie bevat. 5. Zorg ervoor dat de planvorming op alle niveaus op orde is. 6. Zorg voor een systematische registratie van gegevens over het uitvoeringsproces en doe dat zodanig dat de gemeente de beschikking krijgt over goede managementinformatie om de doelmatigheid van de eigen organisatie te kunnen beoordelen. 7. Heroverweeg de eerder gemaakte afspraken over de informatievoorziening. 8. Maak afspraken over de betrokkenheid van de raad bij belangrijke (financiële wijzigingen op het gebied van riolering). Inmiddels zijn de volgende verbetermaatregelen uitgevoerd: • Beleidsplan is geactualiseerd en vastgesteld. • Operationele beheerplannen zijn geactualiseerd. • De effectindicatoren en prestatie-indicatoren zijn geconcretiseerd en zijn verwerkt in een DoFeMaMelijst (Doelstelling, Functionele eisen, Maatstaven, Meten). • Inzichtelijk maken van de emissiereductie in relatie tot de verbetermaatregelen • Bestuurlijke samenwerking opgestart met regiogemeenten. • Quick scan uitgevoerd naar samenwerkingsmogelijkheden met de regiogemeenten. • Het inspectieplan is opgesteld. • Deelname aan Benchmark riolering in 2013 en het rapporteren daarover aan de raad. • Raad is geïnformeerd over ontwikkelingen rioleringsbeheer tot en met 2013. Kwaliteitsniveau/onderhoudsniveau In 2014 is in de begroting een investering opgenomen voor de vervanging van riolering van 16,2 mln. Met de Burap 2014 is dit bedrag verlaagd naar 14,7 mln. Deze verlaging werd noodzakelijk doordat de beschikbare financiële ruimte voor de vervanging van wegen niet toereikend was om de rioolvervangingen te kunnen volgen. Met het VGRP werd nog een vervangingsopgave voorzien tot en met 2020 van 190 km Dit resulteerde in een gemiddelde jaarlijkse vervangingsopgave van het riool van 20 km per jaar. Eind 2013 is van deze opgave nog 154 km te doen. Met de 19,6 km die dit jaar is vervangen blijft er een opgave over van 134 km. Beleidskader De gemeente heeft op grond van de onderwijswetgeving een zorgplicht voor de huisvesting van scholen voor basis-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs. Die zorgplicht is nader uitgewerkt in de Verordening voorzieningen huisvesting gemeente Zaanstad. Deze regeling bevat vrij gedetailleerde ‘spelregels’ voor de schoolbesturen en het gemeentebestuur op het terrein van de onderwijshuisvesting (zoals bouw en inrichting, onderhoud, aanpassing gebouwen en gymnastieklokalen). Vanaf 2005 zijn bijna alle schoolgebouwen voor het voortgezet onderwijs vernieuwd of gerenoveerd. In 2015 wordt het laatste project (nieuwbouw Praktijkschool De Faam) afgerond. Het in 2007 afgesloten convenant ligt hieraan ten grondslag. Voor het basisonderwijs heeft de gemeenteraad op 28 april 2011 het Integraal huisvestingsplan (IHP) vastgesteld. In dit plan is uiteengezet welke investeringen noodzakelijk zijn om het gebouwbestand van het primair onderwijs in Zaanstad te behouden en waar nodig te verbeteren. In samenwerking met de schoolbesturen zijn alle gebouwen en scholen bekeken en is bepaald waar investeringen in gebouwen noodzakelijk zijn. Per 1 januari 2015 is een bezuiniging op het Gemeentefonds doorgevoerd. Daarop is het IHP aangepast en is bijvoorbeeld de gehele tweede fase vervallen. Naast deze bezuiniging is ook wettelijk een verschuiving van taken doorgevoerd waardoor de uitkering uit het Gemeentefonds is verkleind: schoolbesturen in het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs worden per 2015 voor hun onderhoudstaken direct door het Rijk bekostigd. De gemeentelijke taak daarin is vervallen. De huisvestingsverordening wordt in 2015 aangepast op deze ontwikkeling.
141
Kwaliteitsniveau / onderhoudsniveau Vanaf 1 januari 2015 is in het gehele onderwijsveld de financiering van onderhoudslasten bij het Rijk gelegd. De gemeenten hebben daarin geen taak meer. De verplichting voor schoolbesturen om hun gebouwen voldoende te onderhouden en (bij overdracht aan de gemeente) dat in voldoende onderhoudstoestand te doen, blijft bestaan. In 2015 worden de laatste onderhoudsverplichtingen voor de gemeente jegens schoolbesturen afgewikkeld (gebaseerd op toekenningen 2014). Financieel Door de verschuiving van de financiering van onderhoudsbudgetten van gemeente naar Rijk is de uitkering uit het Gemeentefonds verkleind. Deze verschuiving is een-op-een uitgevoerd waardoor geen nadeel voor de gemeente ontstaat. Staat van huisvesting De scholen voor voortgezet onderwijs in Zaanstad zijn bijna allemaal in goede en moderne schoolgebouwen gehuisvest. In 2015 wordt de laatste hand gelegd aan de nieuwbouw van Praktijkschool De Faam, die wordt gevestigd naast Pascal Zuid in Zaandam Met de uitvoering van het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs wordt beoogd alle schoolgebouwen in een goede staat te brengen en/of te houden. Uitvoering vindt over meerdere jaren plaats. In 2014 zijn de volgende projecten in gebruik genomen: tijdelijke huisvesting in Kreekrijk, OBS De Spiegel, RKBS De Evenaar. Daarnaast zijn een aantal projecten in de uitvoeringsfase gekomen, zoals OBS De Zoeker, De Bijenkorf en OBS Over de Brug. Sport Beleidskader Kapitaalgoederen die onder het programma sport vallen zijn de gemeentelijke zwembaden, sporthallen en de kunstgrasvelden. De meeste sporthallen en zwembaden in de gemeente zijn sterk verouderd en zijn afgeschreven. In 2014 is verder uitwerking gegeven aan het uitvoeringsplan om sporthallen de Vang en de Sprong te vervangen door nieuwbouw. Ook worden de zwembaden de Watering en de Crommenije vervangen door een nieuw binnen- en buitenzwembad op de huidige locatie van zwembad de Crommenije. De Slag zal worden gerenoveerd. In 2014 is de bouw van de nieuwe sporthal ter vervanging van de Vang gecontinueerd. Oplevering heeft e plaatsgevonden in het 1 kwartaal van 2015. Ook is in 2014 de aanbesteding voor de architect van het zwembad in Noord afgerond. Nieuwbouw van Zwembad Noord wordt gebouwd als vervanging voor De Watering en de Crommenije. De aanbesteding voor de total engineering(bouwbegeleiding) voor sporthal De Koog l ter vervanging van de Sprong is eveneens afgerond. In januari 2014 is door de Raad via het besluit routekaart buitensport aangegeven in welke sportparken in de toekomst nog wordt geïnvesteerd met als doel te komen tot toekomstbestendige buitensportaccommodaties. Verdere voorbereidingen aan het nieuwe sportpark de Omzoom zijn in gang gezet. Het definitief ontwerp (DO) is begin 2014 door de gemeenteraad vastgesteld. Sportpark e SVA(kunstgrasvelden) wordt in het 2 kwartaal 2015 opgeleverd. Kwaliteitsniveau/onderhoudsniveau De verouderde sporthallen en zwembaden worden momenteel in stand gehouden en zijn over het algemeen qua kwaliteit onder het basisniveau. Dit betekent dat grote renovatiewerkzaamheden niet meer plaatsvinden, in afwachting van nieuwbouw.. Alleen het noodzakelijke onderhoud volgens de MeerjarenOnderhoudsplanning om de gebouwen open en veilig te houden zijn uitgevoerd. Het gaat daarbij om zwembad De Watering, sporthal De Tref en Sporthal de Sprong. Voor zwembad de Slag is een renovatie in voorbereiding. 142
Onderhoudsplan en actuele staat van onderhoud De CV-ketels bij de Zaangolf functioneren slecht en zijn aan het einde van hun levensduur. Vastgoed en SZZ hebben in 2013 het Programma van Eisen voor nieuwe ketels opgesteld. In 2015 staat vervanging gepland. Financieel De onderhoudssubsidie voor kunstgras en kunststofvelden valt onder het programma sport . De bezuinigingen hebben duidelijk invloed op het beschikbare onderhoudsbudget. In 2014 is de systematiek voor de onderhoudssubsidie aangepast en goedgekeurd door de Raad. Ook is besloten om per 1 augustus 2015 een bijdrage te vragen aan verenigingen voor het gebruik van kunstgras en kunststofvelden. De kosten van dat noodzakelijk onderhoud (eigenaars- en huurdersdeel) zijn opgenomen in de MeerJarenOnderhoudsplanning. Het eigenaarsdeel van het onderhoud voor de sporthallen en zwembaden is opgenomen in de algemene gemeentelijke vastgoedportefeuille. Het huurdersdeel van het onderhoud is verantwoordelijkheid van de exploitant. Gemeentelijke vastgoedportefeuille Beleidskader De gemeentelijke vastgoedportefeuille is in beeld gebracht en gecentraliseerd. Als gevolg van de nota 'Aanpak gemeentelijk vastgoed' (december 2008) en de voorstellen in de nota 'De gemeentelijke vastgoedportefeuille' (najaar 2012) is de afgelopen jaren al het gemeentelijk vastgoed ondergebracht in één portefeuille bij de afdeling Grondzaken (team vastgoed). Alle beheeractiviteiten, gemeentelijke aan- en verkooptransacties m.b.t. vastgoed worden door deze afdeling verricht. Het proces om al het gemeentelijk vastgoed onder te brengen in een professionele organisatie die zorg draagt voor het beheer en onderhoud is afgerond. Overigens is het een dynamische vastgoedportefeuille omdat jaarlijks panden worden toegevoegd en andere weer worden verkocht of verhuurd. De afdeling Grondzaken fungeert als juridisch eigenaar en draagt zorg voor het in goede staat blijven van het casco van de voorzieningen. De gebruiker/huurder draagt zorg voor de exploitatie en het gebruik. Een uitzondering geldt voor de schoolgebouwen. Primair en speciaal onderwijs worden nog begeleid door team accommodaties van domein Maatschappelijke Ontwikkeling (MO). Voortgezet onderwijs heeft op dit gebied geen relatie meer met de gemeente en zijn de schoolbesturen verantwoordelijk. Alle objecten worden beoordeeld op hun onderhoudstoestand. De kosten van het noodzakelijk onderhoud worden opgenomen in een Meerjaren Onderhoudsplanning (MJOP). Het saldo van al deze MJOP’s geeft het benodigde onderhoudsbudget voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille. Aan de hand van een aantal vastgestelde criteria (financieel, strategisch en functioneel) is het vastgoed beoordeeld op de bijdrage die het levert in de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Dit heeft geleid tot het benoemen van een aantal panden die om die reden in gemeentelijk bezit blijven ('permanent beheer'). Het vastgoed dat in gemeentelijk bezit blijft wordt zoveel mogelijk ‘marktconform’ verhuurd. Het vastgoed waarmee geen strategische- of beleidsdoelen zijn gediend zal (op termijn) zoveel mogelijk worden afgestoten. Deze objecten worden dan in de categorie 'voorraad' geplaatst en worden verkocht zodra een goede gelegenheid zich voordoet of door deze actief op de markt te brengen. De resultaten daarvan zijn bij het onderdeel Grondzaken en gebiedsontwikkeling vermeld. Ondanks de slechte economische omstandigheden zijn de geraamde opbrengsten gehaald. Kwaliteitsniveau Het gemeentelijk vastgoed wordt beoordeeld op basis van de norm NEN 2767. Dit normblad beschrijft 6 kwaliteitsniveaus. Daarbij is de conditie van niveau 1 vergelijkbaar met nieuwbouw en betekent niveau 6 sloop. In Zaanstad is besloten het vastgoed dat in beheer blijft bij de gemeente te onderhouden conform conditie 3. (= redelijk; het verouderingsproces is zichtbaar op gang gekomen). Vastgoed dat zal worden afgestoten wordt onderhouden conform conditie 5 ( = slecht; het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden en heeft het gebouw in zijn greep). 143
Met de toepassing van deze condities wordt bespaard op de onderhoudskosten. Wel is het zo dat bij een eventuele verkoop de opbrengst beïnvloed wordt door een onderhoudsachterstand. Financiën Om het vastgoed dat in beheer is bij de afdeling Grondzaken te kunnen onderhouden is voor de huidige portefeuille een jaarlijks budget nodig van ca. 1,5 mln., wat gebaseerd is op een 10-jaars gemiddelde. Dit budget is vanaf de begroting 2015-2018 ook structureel beschikbaar. Het meerjarig onderhoudsplan (MJOP) vertoont per jaarsnede verschillen, welke via de voorziening Onderhoud vastgoed worden opgevangen. De grotere onderhoudsingrepen worden conform de financiële verordening geactiveerd.
144
3.6.
Verbonden partijen
Kaders Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een financieel belang en/of bestuurlijk belang heeft. Met een verbonden partij zet de gemeente Zaanstad één of meerdere taken op afstand. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn een subsidie of een garantstelling. Het kader rondom verbonden partijen is vastgelegd in de nota Verbonden partijen 2014. In de nota is een strategische visie rondom verbonden partijen opgenomen. Deze visie is verwoord in spelregels. De spelregels horen bij drie verschillende fasen die een verbonden partij kent: 1. Oprichten: in deze fase komen vragen aan de orde als 'wanneer wordt een verbonden partij opgericht?' 'welke rechtsvorm?' 2. Beheersen: in deze fase wordt beschreven welk beheer en control instrumentarium wordt gehanteerd voor het risicomanagement en toezicht op verbonden partijen. 3. Evalueren en beëindigen: in deze fase wordt ingegaan op de evaluatie van verbonden partijen en de vraag of voortzetting van de samenwerking in de huidige vorm nog het meest passend is. Deze spelregels vormen de strategische uitgangspunten voor de nota Verbonden partijen. De spelregels zijn nader uitgewerkt in de nota verbonden partijen die is vastgesteld in maart 2014 door de raad. Beheer verbonden partijen Met het op afstand zetten van één of meerder taken van gemeente Zaanstad in verbonden partijen, moet de gemeente Zaanstad het toezicht op verbonden inrichten. De ene verbonden partij heeft meer risico’s dan andere verbonden partijen, waardoor het benodigde toezicht per verbonden partij verschilt. Na oprichting van een verbonden partij wordt het risicoprofiel van de verbonden partij bepaald en daarmee wordt bepaald of de verbonden partij een hoog, gemiddeld of laag risicoprofiel heeft. Bij een hoog risicoprofiel wordt het toezicht op de verbonden partij intensiever dan bij een laag risicoprofiel verbonden partij. Bij hoog risicoprofiel verbonden partijen wordt minimaal 2x per jaar een risicoanalyse uitgevoerd, terwijl bij een laag risicoprofiel verbonden partij een analyse van begroting en jaarrekening volstaat. Risicoprofiel verbonden partijen Het risicoprofiel van een verbonden partij wordt bij oprichting bepaald en één keer in de 4 jaar integraal geëvalueerd. Mocht daar tussentijds aanleiding voor zijn, kan het risicoprofiel tussentijds worden herijkt. Aan de hand van een vragenlijst worden de risico’s in vier deelgebieden in kaart gebracht: 1. Bestuurlijk Op dit onderdeel wordt gekeken naar de stemverhouding, aanvullende bevoegdheden die zijn vastgelegd in statuten of gemeenschappelijke regeling. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre verbonden partijen aan de kaderstellende spelregels (vastgesteld in maart 2014) voldoen 2. Financieel De financiële risico’s worden bepaald aan de hand van het financiële belang, aansprakelijkheid en wat is de maximale financiële schade bij beëindiging of faillissement. Het financieel belang kan bestaan uit een jaarlijkse financiële bijdrage, verstrekte leningen of garantstellingen vanuit de gemeente Zaanstad 3. Politiek Bij het politieke belang staat de publieke en maatschappelijke betrokkenheid van een verbonden partij centraal. Vragen als “biedt de verbonden partij substantiële werkgelegenheid in de gemeente Zaanstad?”, “Richt de verbonden partij zich op kwetsbare groepen in de samenleving of op de 145
veiligheid van de burger?” Er wordt bij dit deelgebied ook een inschatting gemaakt over de kans op imagoschade voor de gemeente Zaanstad. 4. Omgeving Omgevingsfactoren die een rol spelen zijn: • is de verbonden partij gevoelig voor economische bedreigingen (bijvoorbeeld recessie, ontwikkelingen arbeidsmarkt) • afhankelijkheid van veranderende wet- en regelgeving • risicomanagement: zijn er veel niet beheersbare risico’s? wat is de kans dat deze zich voordoen? De risico’s in deze deelgebieden worden gevisualiseerd in een risicokompas, een voorbeeld hiervan wordt onderstaand weergegeven. Hoe verder de lijn zich beweegt naar de buitenkant van het kompas hoe hoger het risico. In het volgende voorbeeld is het financieel belang en bestuurlijk belang relatief hoog. Een risicoprofiel is hoog als een verbonden partij een totale risicoscore heeft tussen de 30 en 50, een gemiddelde score als een verbonden partij een score van tussen de 20 en 30 heeft en een laag risicoprofiel als de score lager dan 20 is.
De gemeente Zaanstad kent 21 verbonden partijen, waarvan: • 7 in een hoog risicoprofiel • 9 in een gemiddeld risicoprofiel • 5 in een laag risicoprofiel De hoog risicoprofiel verbonden partijen en de beheersing ervan worden in deze paragraaf beschreven en toegelicht. Het risicoprofiel van de andere verbonden partijen wordt alleen in de bijlage verbonden partijen vermeld. Landelijke ontwikkelingen De nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regeling en actief toezicht vanuit de provincie Op 1 januari 2015 is de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) gewijzigd. De wijzigingen komen mede op verzoek van gemeenteraden en colleges om beter grip en sturing te hebben op de samenwerking. Het gaat er bijvoorbeeld om dat de termijn voor de behandeling van de begroting van de gemeenschappelijke regeling wordt opgerekt. Zo ontstaat er ruimte voor een beter proces waarbij de raad kan sturen op zowel de kaders vooraf, als op de begroting zelf. Ook zijn er wijzigingen in de wijze van samenstelling van het bestuur en de informatie en verantwoordingsplicht van het bestuur. De wijzigingen 146
zullen voor sommige bestaande gemeenschappelijke regelingen tot gevolg hebben dat hier enkele wijzigingen in moeten worden aangebracht binnen een jaar na 1 januari 2015. Verder wordt een nieuwe vorm van samenwerking geïntroduceerd namelijk de “bedrijfsvoeringsorganisatie”, een eenvoudige regeling tussen colleges voor beleidsarme, uitvoerende taken. Toezicht provincie op gemeenschappelijke regelingen De provincie Noord-Holland gaat vanaf 1 januari 2015 het toezicht op gemeenschappelijke regelingen actief oppakken. Dit betekent:
• • •
dat de provincie zich een oordeel zal vormen over de financiële positie van de gemeenschappelijke regeling en de bevindingen hiervan kenbaar zal maken aan de gemeenschappelijke regeling dat verzoeken tot uitstel van het later indienen van de jaarrekening (15 juli) en begroting (1 augustus) niet gehonoreerd zullen worden door de provincie dat het niet tijdig ontvangen van de jaarrekeningen en/of begroting van de gemeenschappelijke regeling in beginsel zal leiden tot preventief toezicht.
Dit betekent dat de begroting van de gemeenschappelijke regeling en de daarop betrekking hebbende wijzigingen vooraf de goedkeuring van de provincie nodig hebben. Vennootschapsbelasting In april 2014 is het concept wetsvoorstel modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven gepubliceerd. Met dit wetsvoorstel wil de regering concurrentieverstoring door verschillen in belastingplicht tussen private ondernemingen en publieke ondernemingen voorkomen. Op Prinsjesdag wordt het definitieve wetsvoorstel verwacht. Het eerste belastingjaar zal 2016 zijn. In de nieuwe regeling is iedere overheidsonderneming in beginsel belastingplichtig. Er zijn diverse vrijstellingen opgenomen voor o.a. interne activiteiten, wettelijke taken en samenwerkingsverbanden. Er geldt een algehele vrijstelling indien de organisatie tenminste 90% vrijgestelde activiteiten verricht én de behaalde winst niet meer dan € 15.000 bedraagt. De vrijstelling voor samenwerkingsverbanden kent strikte voorwaarden. De nieuwe regeling heeft niet alleen impact op Gemeente Zaanstad, maar ook op de gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen. Het komende jaar zal Gemeente Zaanstad de consequenties in kaart brengen en de nodige stappen zetten om de regeling te implementeren. Verbonden partijen met een hoog risicoprofiel Een hoog risicoprofiel bij een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam wordt vaak veroorzaakt door een hoge financiële bijdrage in de gemeenschappelijke regeling door gemeente Zaanstad. In een aantal gevallen wordt dit beeld nog verzwaard door een beperkte invloed in het Algemeen Bestuur (stemverhouding). Daarnaast spelen factoren een rol als recessie, bezuinigingen, politieke gevoeligheid, maar ook veranderende wet en regelgeving en decentralisatie van taken vanuit het rijk. Een hoog risicoprofiel bij privaatrechtelijk verbonden partijen wordt vaak veroorzaakt door het financieel belang van de gemeente Zaanstad in de verbonden partij heeft. Aandelenkapitaal, maar ook leningen en garantstellingen spelen een rol. Ook hier speelt de recessie een belangrijke rol, als het economisch minder gaat worden er minder gronden en huizen gekocht door bedrijven en burgers. De verbonden partij kijkt dan vaak naar andere mogelijkheden om de omzet te verhogen, maar hier is toezicht vanuit de aandeelhouders van belang. Als het gaat om risicovolle projecten of projecten buiten de eerder vastgestelde doelstellingen wordt door de gemeente Zaanstad extra risico gelopen.
147
Gemeenschappelijke regeling Werkvoorziening Baanstede
Risicoprofiel Baanstede heeft bij de risico-inventarisatie een hoog risicoprofiel gekregen vanwege de politieke gevoeligheid en het feit dat de gemeentelijke bijdrage hoog is, ook doordat er geen eigen vermogen meer is bij het werkvoorzieningsschap. Bestuurlijk gezien heeft Zaanstad 1 van de 9 stemmen in het bestuur, gerelateerd aan het aantal gemeenten dat deelneemt aan deze gemeenschappelijke regeling. Risicoanalyse Ontwikkelingen (Markt) ontwikkelingen
De transitie is in 2014 vertraagd door het faillissement van de beoogde detacheringsorganisatie. De richting en het doel van het transitieplan zijn gelijk gebleven. Momenteel wordt bekeken op welke manier de transitie uitgevoerd wordt en op welke momenten. Het is de verwachting dat hierover meer duidelijkheid komt bij de begroting voor 2016.
Financiële positie
Baanstede heeft geen reserve, er is wel rekening gehouden met herstructureringskosten voor de transitie in de begroting. Tekorten bij de werkvoorziening ontstaan voornamelijk doordat de ontvangen gelden van het Rijk niet voldoende zijn om de medewerkers loon te betalen. Dit verschil loopt de komende jaren op.
Risico's
Het grootste risico is dat Baanstede geen reserve meer heeft om eventuele tegenvallers mee op te vangen (behoudens de WSW-cao verplichting). Hierdoor komen eventuele tegenvallers bovenop de begrote exploitatietekorten direct voor rekening van de negen deelnemende gemeenten. Dit risico ((R469) is opgenomen in de gemeentebrede risico’s en weerstandsvermogen van gemeente Zaanstad. De stemverhouding is onevenredig, iedere gemeente heeft één stem in het AB, terwijl Zaanstad rond de 48% bijdraagt in het tekort (verdeelsleutel is gebaseerd op aantal inwoners en aantal SW-medewerkers). Ook kleven er risico’s aan de transitie. Deze heeft vertraging opgelopen en de wijze van detacheren zal aangepast worden. De realisatie van de bezuinigingsmaatregel Baanstede uit 2011 “verlagen gemeentelijke bijdrage en mogelijk verhogen van de inkomsten” kan daardoor ook vertraging oplopen (zie bijlage “voortgangsrapportage bezuinigingen”) De jaarrekening 2014 komt begin april beschikbaar en hierover zal op het AB 148
in april 2015 worden besloten. Op basis van huidige inschattingen zal de bijdrage van Zaanstad in het begrote tekort lager uitvallen. Voornaamste oorzaak is het feit dat de WSW-cao nog niet is afgesloten. Baanstede heeft in de laatste bestuursvergadering van 2014 laten besluiten om een deel van het niet bestede geld te reserveren voor 2015 (300k), zodat eventuele nabetalingen van de nog af te sluiten cao daaruit betaald kunnen worden. Indien er daarnaast nog een bedrag overblijft, zal dat worden teruggestort aan de 9 deelnemende gemeenten. Beheersing Maatregelen
•
Met de deelnemende gemeenten is periodiek ambtelijk overleg over beleid.
•
Belangrijke onderwerpen die in het Algemeen Bestuur worden besproken, worden zo mogelijk vooraf geagendeerd in het college van B&W van Gemeente Zaanstad.
•
Er is een ambtelijke financiële klankbordgroep, waar Baanstede gebruik van maakt bij het samenstellen van de begroting en bij het verbeteren van de informatievoorziening. Zaanstad neemt hier ook aan deel.
NV Huisvuilcentrale (HVC)
Risicoprofiel Het risicoprofiel van de HVC is hoog. Dit wordt veroorzaakt door grote financiële belangen in de HVC van Gemeente Zaanstad via de gemeenschappelijke regeling AIJZ, onzekerheden over o.a. benutting verbrandingscapaciteit als gevolg van de recessie en de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs. Daarnaast participeert HVC diverse consortia, waaronder Windmolenparken. De publieke en maatschappelijke betrokkenheid bij HVC zijn hoog, afvalverwerking raakt de burger. Onder “ontwikkelingen HVC” wordt hier nader op ingegaan. Risicoanalyse Ontwikkelingen (Markt) ontwikkelingen
Recessie HVC ondervindt hinder van de recessie. Dit leidt in 2015 onder andere tot een lichte stijging van de verwerkingstarieven. Een grote invloed op het tarief heeft een in 2014 ingevoerde rijksheffing op het verbranden van afval. Door onder andere tijdige inzet van HVC op import van afval is op dit moment bij de energiecentrales geen sprake van leegloop. Wel houdt HVC in de strategische 149
bedrijfsplanning rekening met het verminderen van de verbrandingscapaciteit, door o.a. de verbindingslijn(en) in Dordrecht op korte en middellange termijn te sluiten en op deze manier in te spelen op de verminderde capaciteitsvraag. Bedrijfseconomisch is het importeren van afval op dit moment voordeliger dan het voortijdig sluiten/afschrijven van de installaties. HVC heeft de opdracht om een zo hoog mogelijk milieurendement te realiseren tegen de laagst verantwoorde kostprijs. Beleidsontwikkelingen In zowel het nationale als het internationale beleid wordt het belang van de inzet van uit het afval afkomstige secundaire grondstoffen benadrukt. HVC gaat de komende jaren fors inzetten op de transitie van afvalstromen. Hierdoor dient in de nabije toekomst steeds meer te worden ingezet op inzamelsystemen en bewerkingsprocessen, waarmee zo veel en zo waardig mogelijk hergebruik van reststromen wordt gerealiseerd. Dit zal binnen het verzorgingsgebied van HVC een combinatie zijn van (met name) bron- en nascheidingsmaatregelen. Per gemeente wordt maatwerk geleverd. De milieustraten worden geoptimaliseerd en de samenwerking met partners wordt geïntensiveerd. De kernpunten uit het Energieakkoord sluiten goed aan bij de door de aandeelhouders gewenste rol van HVC. Een toenemende import en dalende elektriciteitsvraag leiden wel tot een daling van de opbrengst van elektriciteit. De toename van inkomsten uit de elektriciteitsverkoop kan op termijn worden verwacht door de reeds ingezette capaciteitsuitbreiding. De energie-installaties draaien goed. De Bio energiecentrale in Alkmaar is weer in bedrijf na de grote brand in 2013. De focus op een toenemend percentage hergebruik betekent voor de komende jaren een verdere daling van de hoeveelheid brandbaar restafval, zowel door onze aandeelhouders als door bedrijven aangeleverd. De markt voor de import van brandbaar restafval uit Engeland blijft naar verwachting de komende jaren gunstig, zodat volop kan worden ingezet op het invullen van het tekort aan afval met geïmporteerd afval uit Engeland. De invoering van rijksbelasting zou kunnen leiden tot een snellere afname van de hoeveelheid verbrandbaar restafval. Om de doelstellingen op het gebied van recycling te kunnen realiseren, is de manier van inzamelen volop in ontwikkeling. Afhankelijk van de besluitvorming met betrekking tot bijvoorbeeld drankenkartons en blik kan dit ook voor HVC Grondstoffen leiden tot andere inzamelconcepten/-stromen. In 2013 werd in Dordrecht vanaf de afvalenergiecentrale een stoomkoppeling gelegd naar de naastgelegen fabriek van DuPont. De voorbereidingen voor de aanleg van het warmtenet vanaf de Dordtse afvalenergiecentrale kwamen in 2013 in een beslissende fase, waardoor de komende drie jaar vele kilometers buis (17 kilometer) de grond in gaan. Uiteindelijk zullen 10.000 huizen en/of gebouwen in Dordrecht van duurzame warmte worden voorzien. De omvang van het warmtenet in Alkmaar nam in 2013 gestaag toe. De meeste warmteprojecten richten zich vooral op nieuwbouw, maar in Alkmaar en Dordrecht gaat het warmtenet ook vele bestaande gebouwen van warmte voorzien. De opgedane ervaringen op dit gebied stelt HVC beschikbaar aan andere aandeelhouders. Er worden steeds meer bedrijven, scholen en woonhuizen aangesloten op het warmtenet van HVC. Daardoor zal de hoeveelheid geleverde warmte door HVC in de komende jaren blijven stijgen Financiële positie
Financiën HVC heeft in 2013 grote stappen gezet om uit de rode cijfers te komen in 2014. De resultaten zijn op dit moment over de gehele linie beter dan verwacht. Bijvoorbeeld: 150
-
-
De kasstroom is in 2013 toegenomen naar € 76 miljoen; Het genormaliseerd netto resultaat is gestegen naar € 8 miljoen. Mede dankzij een structurele ombuiging van 19 miljoen euro, die voor 2016 moet zijn gerealiseerd, verbeterde het nettoresultaat in 2013 met € 14 miljoen; van € -19 miljoen naar € -4,9 miljoen. Het bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA) komt uit op € 111 miljoen. Dit is € 16 miljoen hoger dan vorig jaar (€ 95 miljoen). De netto schuld-afname is in 2013 € 33 miljoen (in 2012 € 28 miljoen). HVC verwacht vanaf 2014 uit de rode cijfers te zijn, mede afhankelijk van de ontwikkelingen in de elektriciteitsmarkt.
Eind 2012 hebben externe deskundigen bevestigd dat de aangescherpte koers door de directie van HVC tijdig is ingezet. Het totaalpakket aan maatregelen en ombuigingen dat medio 2012 is ingezet, resulteert blijkens de externe toets op zowel korte als lange termijn in een goed financierbare organisatie. De Bank Nederlandse Gemeenten onderschrijft deze conclusie. Ook de jaarrekening 2013 van HVC bevestigt dit beeld. Helaas hebben in 2013 een tweetal grote incidentele tegenvallers (verplichte wijziging van de afschrijvingsmethodiek en de grote brand in de Bio-energiecentrale in Alkmaar) het resultaat van het bedrijf nog negatief weten te beïnvloeden (€ -4,9 miljoen). De verwachting voor 2014 is dat HVC zwarte cijfers zal schrijven. Er wordt een netto resultaat voor 2014 verwacht tussen € 2 en € 5 miljoen. Risico's
De risico’s die kunnen worden onderkend zijn ten eerste lagere verwerkingstarieven op bedrijfsafval door landelijke overcapaciteit en lagere energie-inkomsten als gevolg van lagere prijzen op de elektriciteitsmarkt. Daarnaast wordt als gevolg van de recessie door bedrijven minder afval geproduceerd. Dit draagt ook bij aan overcapaciteit bij de afvalbedrijven en leidt weer tot bovengenoemde lagere verwerkingstarieven. In de ballotageovereenkomst (die door AIJZ mede namens de gemeente Zaanstad is ondertekend) zijn de rechten en plichten tussen de vennootschap HVC en de aandeelhouders van HVC geregeld. Vanuit de rol van HVC als uitvoeringsinstantie van publieke (afvalzorg)taken zijn daarin o.a. verplichtingen van de aandeelhouders opgenomen over de garantstelling voor leningen (art. 9), de borgstelling voor verliezen (art. 7) en de aanbiedingsplicht van eigen huishoudelijk restafval aan HVC. Bij de oprichting van HVC en het aangaan van de ballotageovereenkomst was geen garantieplafond afgesproken voor de leningen van HVC. De directie en de RvC van HVC hebben in december 2012 voorgesteld om het niveau van de 'artikel 9'-leningen (alleen ter herfinanciering van de huidige activiteiten van HVC) te maximaliseren op het niveau van ultimo 2011 (€ 670 miljoen). Er is daarnaast een investeringsstop voor nieuwe projecten ingevoerd. Alleen noodzakelijke vervangingsinvesteringen worden nog onder artikel 9 gepleegd. Per 31 december 2013 staan de aandeelhouders nog garant voor een bedrag van circa € 640 miljoen, waarvan aandeelhouders A voor een bedrag van circa €593 miljoen. Het aandeel van Zaanstad hierin (via AIJZ) is circa 9%. De mogelijke risico’s op grond van artikel 7 zijn op dit moment niet aan de orde, maar de AvA is zich bewust van dit mogelijke risico en heeft HVC gevraagd om het eigen vermogen verder te versterken. In de ballotageovereenkomst zijn de deelnemende gemeenten een uitsluitend recht met HVC overeengekomen voor het aanbieden van eigen huishoudelijk 151
restafval. Omdat zowel de gemeenten als HVC er belang bij hebben dat de afvalverwerkingsafspraken tussen de gemeenten en HVC aanbestedingsrechtelijk houdbaar blijven, heeft de rekenkamer in het recente onderzoek de deelnemende gemeenten geadviseerd om ook een specifiek uitsluitend recht met HVC overeen te komen. Voor zover daarin door deelnemende gemeenten nog niet is voorzien, is via AIJZ aangedrongen om daartoe alsnog over te gaan. Zaanstad heeft reeds in 2010 ook dit aanvullend uitsluitend recht aan HVC verleend (voor de inzameling, het beheer en de verwerking van binnen de gemeente vrijkomende huishoudelijke afvalstoffen, zoals bedoeld in artikel 1.1, eerste lid Wet milieubeheer, alsmede voor gladheidbestrijding) in de Afvalstoffenverordening en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening. Het risico dat de garantstelling aan AIJZ wordt aangesproken (R470) is opgenomen in het gemeentebrede risicomanagement en weerstandsvermogen van de gemeente Zaanstad Beheersing Maatregelen
•
Bestuursopdracht naar aanleiding van rekenkamerrapport. Deze opdracht wordt uiterlijk in het vierde kwartaal van 2015 uitgevoerd.
•
Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
•
Periodiek ambtelijk overleg met AIJZ gemeenten en via verschillende klankbordgroepen (zowel financiële als beleidsmatige) met de overige aandeelhouders van HVC.
•
In AIJZ verband vindt ook periodiek bestuurlijk overleg plaats. Minimaal twee keer per jaar, gemiddeld drie keer per jaar.
Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ)
Risicoprofiel Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de leningsovereenkomst die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad tot een maximumbedrag van 28 miljoen euro en ter financiering van de Afzetgarantieregeling is het financieel belang groot te noemen.
152
Risicoanalyse Ontwikkelingen (Markt) ontwikkelingen De verkoop van BKZ garantiewoningen woningen zal mogelijk in februari 2015 worden afgerond (totaal 105 woningen uit de afzetgarantiewoningen zijn dan verkocht). BKZ bleek in een markt met een teruglopende woningproductie een van de weinige aanbieders van nieuwbouwwoningen in 2013 en 2014. Dit heeft de verkoop versneld. De portefeuille van BKZ traditioneel van omvat nog ca. 300 contracten. De BKZ erfpachtvariant loopt nog. De verkoop van Murano loopt nog en in 2014 heeft B&W van Gemeente Zaanstad besloten ook de Strip fase 3 toe te voegen aan deze variant. Op dit moment wordt hier nog niet veel gebruik van gemaakt. Na verkoop van de garantiewoningen komt BKZ nu meer in een beheersfase terecht, waarbij de nadruk komt te liggen om een goede beheersing van de financiën en cashflow en inzicht in het risico van het niet aflossen (afnemen van tranches) van de koper naar de gemeente. Op dit moment wordt verkend of BKZ kan participeren in nieuwe activiteiten in de woningmarkt. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan zullen eventuele voorstellen voor nieuwe activiteiten ter besluitvorming worden voorgelegd. Op dit moment onderzoekt BZK de mogelijkheden voor funderingsherstel, pilot voor 6 woningen. Dit blijkt lastig, de banken bewegen nauwelijks mee waardoor dit financieel een lastig vraagstuk is. De uitkomsten hiervan zullen worden gedeeld in het college. Financiële positie
Jaarcijfers 2013 zijn inmiddels beschikbaar, jaarcijfers 2014 volgen in mei. Hier worden geen grote wijzigingen verwacht. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft bevestigd dat er geen sprake is van kredietverlening en BKZ geen vergunningsplichtige activiteiten uitvoert
Risico's
•
Nu alle woningen zijn verkocht is het verkoopriscio niet langer aan de orde.
•
Het trancherisico op de opstal bestaat nog wel. Hierbij worden de tranches (20% (traditioneel) en 30% (afzetgarantiewoningen ) van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatst vindt. Gevolg is dat dan pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). Dit wordt door BKZ gemonitord.
•
Risico van waardevermindering grond.
Beheersing
153
Maatregelen
•
Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ.
•
Periodieke rapportages naar college (4x) en raad (2x). Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc.
•
1x tot 2x per maand is er overleg tussen ambtenaren en directeur van BKZ, de relatie is goed.
•
BV/holding structuur wordt aangepast naar een eenvoudige, beter beheersbare structuur.
•
Nu de woningen van de garantieregeling zijn verkocht wordt met de directeur BKZ gekeken hoe de beheersing van BKZ effectiever/efficiënter kan worden ingericht.
•
In overleg met de directeur BKZ zal worden nagegaan hoe het proces van de oplevering van de jaarrekening sneller kan voor de jaren 2015 e.v.
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Risicoprofiel Met de overdracht van de brandweer aan de regio is de bijdrage van Zaanstad aan de verbonden partij gestegen tot 11 miljoen euro.
Risicoanalyse Ontwikkelingen (Markt) ontwikkelingen
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland werkt aan een kwalitatief hoogwaardige brandweerorganisatie die efficiënt en effectief is. Sinds 1 januari 2014 is de brandweer niet meer lokaal maar op regionale schaal georganiseerd. Deze regionale benadering evenals ontwikkelingen op het terrein van innovatie, veranderende inzichten binnen de brandweer en bezuinigingen, zorgen ervoor dat we opnieuw naar de totale brandweerorganisatie gaan kijken. Om te komen tot de nieuwe inrichting van de brandweerorganisatie (medio 2016-2017) worden een aantal stappen gezet. Dit jaar worden gegevens 154
verzameld uit vier belangrijke projecten, te weten Uitrukken op maat, Operationele grenzen, het Dekkingsplan en het Paraatheidssysteem. Het onderzoeksrapport Dekkingsplan fase 2, inclusief een onderzoek naar de blusboot van Zaanstad is nu gereed. Het bestuur heeft naar aanleiding van dit rapport een aantal bestuurlijke uitgangspunten opgesteld:
•
Kwaliteit van de brandweerzorg staat voorop
•
De brandweer heeft een belangrijke maatschappelijke functie
•
De brandweer wordt integraal benaderd
•
Aansluiten bij landelijke maatschappelijke en bestuurlijke context
De planning is om eind 2015 het beeld van de nieuwe inrichting van de brandweerorganisatie gereed te hebben en deze medio 2016-2017 te implementeren. Daarnaast gaat de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland de begroting doorontwikkelen naar een prestatiebegroting. In 2015 zal hier een aanzet toe worden gemaakt in samenspraak met de deelnemende gemeenten. Meldkamer De huidige tweeëntwintig regionale meldkamers moeten in 2017 één landelijke organisatie zijn met meldkamers op tien locaties. Die tien meldkamers gaan op dezelfde manier en met een nieuw nationaal meldkamersysteem (NMS) werken. In de aanloop naar de nieuwe landelijke meldkamerorganisatie, zet Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, samen met de GHOR ZaanstreekWaterland, de Eenheid Noord Holland (politie), de Veiligheidsregio Kennemerland, Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en de KMAR de eerste voorbereidende stappen. De overgang naar één landelijke meldkamerorganisatie betekent dat de meldkamers in Zaanstreek-Waterland samengaan met de meldkamers van de regio’s Noord-Holland Noord en Kennemerland. De nieuwe locatie voor deze gezamenlijke meldkamer wordt Haarlem. De ruimte van de huidige meldkamer van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland komt dan leeg te staan. De financiële effecten hiervan zullen in 2015 in kaart worden gebracht. Financiële positie
jaarrekening 2014 en begroting 2016-2019 nog niet beschikbaaar
Risico's
•
De dubbele rol van Gemeente Zaanstad in het Algemeen Bestuur in de rol van voorzitterschap en de rol van vertegenwoordiging van Gemeente Zaanstad kan leiden tot conflicterende belangen
•
Onvoldoende sturing op de exploitatie van de restcapaciteit van het oefencentrum voor commerciële activiteiten. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie van het oefencentrum, Gemeente Zaanstad kan hier beperkt op sturen.
•
Leegstand meldkamer pand Prins Bernhardplein 1 vanaf 2017, wat leidt tot verminderde huurinkomsten.
Beheersing
155
Maatregelen
•
Wijziging van de governance structuur staat voor 2015 op de agenda van het Secretarissen Overleg Regional Rampenbestrijding (SORR). Doel is om te komen tot een integraal (ambtelijk) advies op belangrijke financiële / beleidsvraagstukken waarbij de rollen opdrachtgeverschap, eigenaarschap en kolomrol goed geborgd worden.
•
De diensten die Zaanstad levert aan de Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland zijn vastgelegd in een getekende Service Level Agreement (SLA).
•
Er is een uitvoeringsovereenkomst tussen Gemeente Zaanstad en de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland ten behoeve de exploitatie van het oefencentrum.
Gemeenschappelijke regeling GGD Zaanstreek-Waterland
Risicoprofiel Het risicoprofiel van de GGD is hoog. De bijdrage van gemeente Zaanstad in de gemeenschappelijke regeling is hoog, € 7,5 mln, terwijl gemeente Zaanstad beperkte invloed heeft in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft één stem. Dit komt neer op een stemverhouding van 11% en een financiële bijdrage van 45% van het totaal. De activiteiten van de GGD raken de gezondheid van de burger, de maatschappelijke en publieke betrokkenheid is dan ook hoog. De GGD valt onder de Wet Publieke Gezondheid uit 2008. Met de decentralisaties in het sociale domein zal een herijking van taken van de GGD plaatsvinden.
156
Risicoanalyse Ontwikkelingen (Markt) ontwikkelingen De GGD bereikt de gestelde doelstellingen, maar dit is niet langer voldoende. Als gevolg van de decentralisaties in het sociale domein wordt op gemeentelijk niveau gekeken hoe nieuwe en bestaande taken het beste georganiseerd kunnen worden. Omdat een deel van de taken op dit moment bij de GGD is ondergebracht worden de taken van de GGD hierin ook meegenomen. De GGD werkt nu aan de ontwikkeling van een nieuwe visie hoe de GGD op deze ontwikkelingen kan en wil inspelen. De visie wordt na de zomer verwacht. Daarna zal de functie van directeur ingevuld worden. Deze wordt op dit moment waargenomen door de adjunct directeur. De GGD wil zich ontwikkelen tot een organisatie die kan meebewegen in alle ontwikkelingen in het sociale domein. Op dit moment is het maatwerk per gemeente via subsidies naar de GGD geregeld. Door de maatwerksubsidies op een andere wijze te organiseren kunnen zowel inkoop als efficiencyvoordelen worden gerealiseerd zonder dat dit ten koste gaat van de diensten en producten. In 2015 wordt onderzocht hoe dit vorm kan krijgen met ingang van 2016. De bezuiniging van € 500.000 die in 2017 gerealiseerd moet worden op het maatwerk zal in de nieuwe financieringsvorm worden meegenomen Verder is het van belang dat in de loop van het jaar 2015 de gemeenschappelijke regeling GGD Zaanstreek-Waterland conform de Wijzigingswet gemeenschappelijke regelingen zal worden gewijzigd. De ingangsdatum van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling zal 1 januari 2016 zijn
Financiële positie
De Jaarrekening 2014 komt eind maart beschikbaar. Op basis van de inschattingen nu, zijn de reserves voldoende om de risico’s te dragen. Bovendien worden geen grote tekorten of overschotten verwacht.
Risico's
•
De GGD heeft aangegeven tijd nodig te hebben om zich te ontwikkelen naar een meer flexibele organisatie. De externe omgeving vraagt echter nu al om deze flexibiliteit. Kan de GGD op tijd meebewegen?
•
De GGD is eigen risicodrager voor de WW. Bij bezuinigingen is er een frictiebudget binnen de GGD die dit op kan vangen. Voor de toekomst is het van belang dat nagedacht wordt hoe het personeelsbeleid eruit gaat zien. Gaat er gewerkt worden met een flexibele schil, waardoor het WW risico niet langer bij de GGD ligt? Hier zijn nog geen strategische beslissingen op genomen.
•
De stemverhouding is onevenredig, iedere gemeente heeft één stem in het AB.
•
Mocht het maatwerk per gemeente in 2016 middels een andere financieringsvorm plaats gaan vinden, dan zal de afbouw van de reeds langlopende subsidies zorgvuldig moeten gebeuren.
•
De contractmanager heeft frequent overleg met de adjunct-directeur en de financieel directeur van de GGD. Deze relatie is goed. Waar vorig jaar nog sprake was van laat en reactief informeren vanuit de GGD, is nu veel meer sprake van proactief informeren.
•
Met de deelnemende gemeenten is periodiek ambtelijk overleg over financiën en beleid. Bij dit overleg is de GGD aanwezig om onderwerpen toe te lichten.
•
Belangrijke onderwerpen die in het Algemeen Bestuur worden besproken,
Beheersing Maatregelen
157
worden zo veel mogelijk vooraf geagendeerd in het college van B&W van Gemeente Zaanstad.
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Risicoprofiel Het risicoprofiel van de Omgevingsdienst NZKG is hoog. De bijdrage van Gemeente Zaanstad in de gemeenschappelijke regeling is hoog, € 1,9 mln, terwijl de invloed relatief beperkt is. Gemeente Zaanstad heeft 4% van de stemmen. Daarnaast is de Omgevingsdienst NZKG sterk afhankelijk van veranderende wet en regelgeving. Onder “ontwikkelingen Omgevingsdienst NZKG” wordt hier nader op ingegaan. Risicoanalyse Ontwikkelingen (Markt) ontwikkelingen
Na de opbouw van de organisatie en het plaatsen van medewerkers afgelopen recente jaren was de officiële start van de OD NZKG 6 februari 2014. De hoofdkoers betreft het behalen van vijf ambities zoals vastgesteld door het algemeen bestuur in de kaderbrief 2015-2020. Deze eerste twee ambities betreffen financiële en procesmatige transparantie en sturing en accountmanagement op orde. Met deze eerste ambities om de basis op orde te krijgen is een reeds een begin gemaakt. Vanaf 2015 komt ook meer nadruk op overige ambities professionele kwaliteit en gezag, landelijke speler en expertisecentrum en risico en informatie gestuurd werken. Per gemeente wordt jaarlijks de dienstverleningsovereenkomst (DVO) geactualiseerd, op dit moment wordt gewerkt aan de DVO 2015. Per gemeente worden hier afspraken gemaakt over de wettelijke taken en maatwerktaken, voor Zaanstad zijn dat bodemtaken en er is extra 400 uur opgenomen voor ad hoc projecten. De DVO wordt eind februari/maart afgerond. DVO 2015 bestaat uit een lumpsum bedrag, de WABOdecentralisatie en daarbovenop een aantal “specials” Vooralsnog is dit een totaalbedrag van afgerond €1,991 mln. Dit is iets hoger dan het bedrag in 2014. Naar aanleiding van de nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen zal de gemeenschappelijke regeling door de OD zelf worden aangepast aan de nieuwe wet. Tevens wordt hierin de actuele situatie meegenomen, namelijk dat 158
het aandeel van Gemeente Zaanstad is gewijzigd is van 4% naar 6%. Lumpsum financiering wordt met een jaar verlengd. Dit geeft ruimte om het onderzoek naar tariefdifferentiatie goed uit te voeren. Dit zal er toe leiden dat na 2016 voor simpelere zaken een lager tarief wordt gerekend en voor complexere zaken een hoger tarief. In 2015 wordt een de verkenning van een mogelijke fusie met de OD IJmond voortgezet. Financiële positie
De (concept) jaarrekening is afgesloten met een positief resultaat van € 494.000. De definitieve jaarrekening 2014 komt eind maart beschikbaar, conform de nieuw Wet Gemeenschappelijke Regelingen moet de jaarrekening op 15 april beschikbaar zijn. Aan dit wettelijk kader wordt voldaan. Het eigen vermogen is ultimo 2014 licht gedaald naar € 1.200.000 (was 1.265.000 eind 2013). Het vreemd vermogen bedroeg eind 2014 € 840.000 (was €1.050.000 eind 2013). Het positief resultaat van € 494.000 wordt toegevoegd aan de weerstandsreserve om de tegenvaller vanaf 2016 op te vangen. Deze tegenvaller betreft de decentralisatie WABO van de provincie naar de gemeentes en de daaraan gekoppelde verdeeleffecten van het provinciefonds naar het gemeentefonds. Dit betekent voor de OD vanaf 2016 een structureel nadelig effect.
Risico's
De kwartaalrapportages van de OD zijn te veel op hoofdlijnen waardoor de consequenties voor de afzonderlijke gemeentes onvoldoende tot uiting komen. Dit is onderdeel van de periodieke gesprekken met de OD. Belangrijkste algemene financiële risico’s voor de OD betreffen een eventuele aantasting van de vermogenspositie van de OD, die vervolgens ook weer een effect op Zaanstad kunnen hebben. Deze algemene risico’s zijn bijvoorbeeld de actualisaties van de DVO’s, decentralisatie WABO resulterend in lagere omzet voor de OD, nieuwe financieringsmethode en overdracht BRZO (Besluit risico's zware ongevallen)-bedrijven van gemeenten naar provincies. Gemeente Zaanstad heeft een BRZO bedrijf, bij de andere deelnemers in de OD zijn de aantallen hoger. De overgang van deze bedrijven naar de provincies gaat gepaard met discussie over hoe hoog het bedrag is dat dan overgaat naar de provincie. In 2015 wordt gestopt met “verlengde kabels”. Dit betekent dat de OD niet meer bij Gemeente Zaanstad in de systemen kan kijken, maar dat deze systemen na 1 juli 2015 apart zijn. Hier wordt risico gelopen dat de overgang niet foutloos verloopt met als gevolg dat diensten naar de burger te laat of niet gebeuren.
Beheersing Maatregelen
De omgevingsdienst heeft een eigen beleid op risicomanagement en weerstandsvermogen. Er wordt een norm gehanteerd hoeveel reserve moet worden aangehouden voor de risico’s Er zijn veel overleggen tussen gemeente en OD op verschillende niveaus. Hiermee wordt de ambitie van accountmanagement ingevuld. Komende jaren gaat Gemeente Zaanstad na of het aantal overleggen wat teruggebracht kan worden met als doel meer te komen tot uitkomststuring. Op dit moment kent de Gemeente Zaanstad de volgende afstemmingsoverleggen: 159
•
• • • •
3 tot 4 keer per jaar wordt periodiek overleg gevoerd met de concerncontroller en de directeur bedrijfsvoering van de OD met ambtelijk vertegenwoordigers uit de deelnemende gemeentes en provincie op het gebied van financiën 1x per 6 weken is er ambtelijk vooroverleg ten behoeve van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur 1x per maand vindt er op directieniveau overleg plaats tussen gemeente en OD 1x per 8 weken worden politiek gevoelige dossiers besproken in de staf Participatie in diverse klankbordgroepen
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON)
Risicoprofiel Het risicoprofiel van de RON is hoog. Naast de grote financiële belangen ligt in de uiteindelijke realisatie van bedrijvenpark HoogTij ook een groot maatschappelijke belang en ruimtelijk-economisch belang. Voor een nadere toelichting hierop zie de risicoanalyse hieronder. Risicoanalyse Ontwikkelingen (Markt) ontwikkelingen Gemeente Zaanstad is aandeelhouder in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON). De RON bestuurt vijf projecten waarvan drie in Zaanstad. Dit zijn: Hoogtij (dit project wordt uitgevoerd door het Ontwikkelingsbedrijf Haventerreinen Westzaan BV — OHW BV) RON Nieuw Bruynzeel en het Houtcentrum te Zaandam. Twee andere projecten zijn BUKO (RON deelnemingen II) in Beverwijk en Polanenpark in Haarlemmerliede. Eén van de belangrijkste projecten van de RON is het project HoogTij. Bij de geprognosticeerde gronduitgifte voor het project HoogTij is in de afgelopen jaren uitgegaan van spoedige uitgifte van natte terreinen. Binnen de huidige samenwerking was dit bewust de professionele verantwoordelijkheid van Haven Amsterdam. Het wegblijven van klanten heeft dit proces vertraagd. Ondanks potentiële leads is in de loop van 2013 duidelijk geworden dat het ontbreekt aan een concreet zicht op gronduitgifte. Eind 2013 hebben de aandeelhouders besloten tot een herziening/ heroriëntatie op het project HoogTij. Met het verder uitblijven van gronduitgifte (op korte termijn) komt een negatief resultaat van de grondexploitatie in beeld. De aandeelhouders RON (Havenbedrijf Amsterdam, Provincie Noord Holland en de gemeente Zaanstad) hebben afgesproken met een 160
definitieve oplossing voor de knelpunten van de RON te onderzoeken waarbij geen enkele optie is uitgesloten. Hierbij zijn drie scenario’s onderzocht: 1. 2. 3.
Basis scenario (going concern) Scenario faillissement Scenario aankoop droog door Gemeente Zaanstad
De strategische en bedrijfseconomische haalbaarheid van de uitgangspunten achter de doorrekeningen en de alternatieve scenario’s zijn inmiddels voor een second opinion voorgelegd aan een derde. Hierover zal de raad nog mondeling geïnformeerd worden.
Financiële positie Risico's
Met de komende provinciale verkiezingen in maart 2015 is het voor aandeelhouder provincie Noord Holland niet meer mogelijk om nog voor de verkiezingen te besluiten over de toekomst van de RON. Dit betekent dat (gezien het benodigde draagvlak voor de toekomststrategie en ook gezien de statutaire afspraken in RON) de aandeelhouders RON NV i.s.m. de projectpartner op HoogTij (BNG) pas zullen kunnen besluiten over de toekomst RON nadat er een nieuw provinciaal bestuur is aangetreden. Jaarcijfers 2013 zijn in januari definitief vastgesteld Het belang en daarmee risico’s van gemeente Zaanstad bij de heroriëntatie RON concentreert zich rondom HoogTij. Naast de grote financiële belangen ligt in de uiteindelijke realisatie van bedrijvenpark HoogTij ook een groot maatschappelijke belang en ruimtelijk-economisch belang: • De strategische ligging van HoogTij aan het Noordzeekanaal biedt mogelijkheden voor maatschappelijk rendement in termen van werkgelegenheid, ruimtelijke kwaliteit en economische structuurversterking • het economisch belang kan in directe zin worden uitgedrukt in omzet van grond (grondexploitatie). Hier moet rekening worden gehouden met een negatief resultaat. Daartegenover staat dat bij een verdere uitgifte van het terrein de overheid opbrengsten genereert in de vorm van OZB belasting • in de metropoolregio Amsterdam (MRA) is er sprake van een overaanbod van bedrijventerrein, vooral van het zogenaamde modern gemengd bedrijventerrein. In deze categorie valt het merendeel van de droge bedrijventerreinen. Tegelijkertijd is voor de komende 30 jaar een aanzienlijke woningbouwbehoefte geprognosticeerd van ongeveer 150.000 a 200.000 woningen in de MRA • Economische prognoses wijzen op een grote marktvraag naar haventerrein. De uitgifte van natte terreinen op HoogTij is de katalysator voor de uitgifte van de droge/gemengde terreinen (bevestigd in alle expertadviezen w.o. het Collier rapport en de 2nd opinion door Fakton). • Zaanstad heeft belang bij het beheersen en zoveel mogelijk veiligstellen van de financiële belangen van Zaanstad, dan wel het zoveel mogelijk beperken van de risico's Per scenario verschillen de risico’s en financiële en juridische consequenties.
Beheersing Maatregelen
• • •
Een weloverwogen afweging op de scenariokeuze en uitgangspunten door middel van een second opinion van een derde partij Breed draagvlak t.a.v. de besluitvorming : frequent ambtelijk en bestuurlijk overleg op het dossier RON, zowel binnen de gemeente als daarbuiten Het tijdig informeren van de raad wanneer er belangrijke stappen in het proces worden genomen of actuele ontwikkelingen te melden zijn 161
Wijzigingen Verbonden Partijen Regionale samenwerking decentralisaties sociale domein De RZM, een lichte variant van een gemeenschappelijke regeling, betreft de afspraak tot samenwerking op het gebied van de drie decentralisaties (Jeugdhulp, AWBZ en Participatie) met de 8 andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang) als het bijvoorbeeld om inkoop en het contractmanagement gaat. Om deze samenwerking in de praktijk te realiseren, heeft de gemeente Zaanstad met de regiogemeenten een Dienstverlenings- en samenwerkingsovereenkomst “Regionale Inkoop Sociale Domein” (DVO) afgesloten voor 2014 en 2015. Hierin is geregeld dat de gemeente Zaanstad voor deze regio de inkoop en het contractmanagement op het gebied van Jeugdhulp en AWBZ/Wmo regelt tot het niveau van Regionale inkoopovereenkomsten Jeugd en Basis/Deelovereenkomsten AWBZ/WMO. Recreatieschappen De inhoudelijke ontwikkelingen in de recreatie en het landschap vormen aanleiding om de bestuurlijke organisatie van de recreatieschappentegen het licht te houden. Andere bestuursvormen zijn door een extern bureau onderzocht. Dit kan leiden tot een scheiding van strategisch beleid en beheer, minder bestuurlijke drukte en meer ruimte voor andere deelnemers die ook een rol hebben bij recreatie en landschap. Uit de bestuursmodellen die zijn onderzocht heeft GS besloten het executieve model ( een beleidsmatig sturende provincie) nader te onderzoeken. GS heeft zich uitgesproken om, in het verlengde van het executieve model, ook terug te willen treden uit de recreatieschappen en in plaats daarvoor een subsidierelatie met de schappen aan te willen gaan, zonder daarbij te bezuinigen. Voor Zaanstad heeft het standpunt van GS consequenties, die verder nog niet in kaart gebracht zijn. Op dit moment participeert Zaanstad als verbonden partij in de recreatieschappen RAUM (Alkmaarder- en Uitgeestermeer) en Twiske - Waterland. Een nadere verkenning van de positie van Zaanstad en de gevolgen voor Zaanstad in het proces dat moet leiden tot bestuurlijke vernieuwing van recreatieschappen is noodzakelijk om goed te kunnen participeren in dit proces. Hier zal in 2015 door gemeente Zaanstad invulling aan gegeven worden. Overzicht met verbonden partijen Dit overzicht is op basis van de BBV vanaf 2014 verplicht. De volgende gegevens moeten worden weergegeven: a. de naam en de vestigingsplaats b. het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt c. de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidenlijk provincie in de verbonden partij heeft d. het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar e. het resultaat van de verbonden partij. Gemeente Zaanstad hanteert een bredere definitie van een verbonden partij. Deze verbonden partijen zijn ook in dit overzicht meegenomen.
162
GGD ZaanstreekWaterland
Zaandam
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Hoog
Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Een lid van het AB heeft in de vergadering Aandelenkapitaal van het AB één stem. In die gevallen waarin Leningen/garantstellingen Zaanstad en Purmerend zwaarwegende Impuls bezwaren hebben tegen een voorstel en met het oog daarop tegenstemmen, leidt die tegenstem tot verwerping van het voorstel. Het voorgaande is niet van toepassing op het voorstel tot vaststelling van de begroting respectievelijk de jaarrekening van de GGD. Wethouder Olthof is lid van het DB en AB, plaatsvervanging door wethouder VisscherNoordzij Stemverhouding: 11%
Exploitatie
€ 7.500,00
(Markt) ontwikkelingen De GGD bereikt de gestelde doelstellingen, maar dit is niet langer voldoende. Als gevolg van de decentralisaties in het sociale domein wordt op gemeentelijk niveau gekeken hoe nieuwe en bestaande taken het beste georganiseerd kunnen worden. Omdat een deel van de taken op dit moment bij de GGD is ondergebracht worden de taken van de GGD hierin ook meegenomen. De GGD werkt nu aan de ontwikkeling van een nieuwe visie hoe de GGD op deze ontwikkelingen kan en wil inspelen. De visie wordt na de zomer verwacht. Daarna zal de functie van directeur ingevuld worden. Deze wordt op dit moment waargenomen door de adjunct directeur. Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 915,00
€ 1.148,00
Vreemd vermogen
€ 5.149,00
€ 5.357,00
Resultaat
€ 151,00
Ontwikkelingen
Risico's Zie risicoanalyse
163
Werkvoorzieningschap Purmerend Baanstede
Gemeenschappelijke regeling
Openbaar belang
Toezichtsregime
Hoog
Het openbaar lichaam heeft tot doel door middel van de uitvoering van de Wsw te voorzien in arbeid al dan niet onder aangepaste omstandigheden, die zoveel mogelijk gericht is op behoud, herstel dan wel bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van die personen, die tot het verrichten van arbeid in staat zijn, doch voor wie in belangrijke mate ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of voorshands niet aanwezig is, een en ander mede met het oog op het kunnen verrichten van arbeid onder normale omstandigheden. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Elk lid heeft één stem, met uitzondering van de Aandelenkapitaal deskundigen genoemd in artikel 13, die een Leningen/garantstellingen raadgevende stem hebben Impuls Stemverhouding: 11.1%
Exploitatie
€ 980,00
(Markt) ontwikkelingen De transitie is in 2014 vertraagd door het faillissement van de beoogde detacheringsorganisatie. De richting en het doel van het transitieplan zijn gelijk gebleven. Momenteel wordt bekeken op welke manier de transitie uitgevoerd wordt en op welke momenten. Het is de verwachting dat hierover meer duidelijkheid komt bij de begroting voor 2016. Financiële positie 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 0,00
€ 300,00
Vreemd vermogen
€ 5.913,00
€ 6.865,00
Resultaat
€ 1.201,00-
Ontwikkelingen
164
Regionale samenwerking decentralisaties sociale domein
Zaandam
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Gemiddelde
Gezamenlijke inkoop en beleisvoorbereiding en -uitvoering Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
deze lichte vorm van publieke samenwerking kent geen bestuur
Aandelenkapitaal Leningen/garantstellingen Impuls
Stemverhouding: % NVT
Exploitatie
(Markt) ontwikkelingen De RZM, een lichte variant van een gemeenschappelijke regeling, betreft de afspraak tot samenwerking op het gebied van de drie decentralisaties (Jeugdhulp, AWBZ en Participatie) met de 8 andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang) als het bijvoorbeeld om inkoop en het contractmanagement gaat. Om deze samenwerking in de praktijk te realiseren, heeft de gemeente Zaanstad met de regiogemeenten een Dienstverlenings- en samenwerkingsovereenkomst “Regionale Inkoop Sociale Domein” (DVO) afgesloten voor 2014 en 2015. Hierin is geregeld dat de gemeente Zaanstad voor deze regio de inkoop en het contractmanagement op het gebied van Jeugdhulp en AWBZ/Wmo regelt tot het niveau van Regionale inkoopovereenkomsten Jeugd en Basis/Deelovereenkomsten AWBZ/WMO. Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 0,00
€ 0,00
Vreemd vermogen
€ 0,00
€ 0,00
Resultaat
€ 0,00
Ontwikkelingen
165
Centraal Nautisch Beheer
Amsterdam
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Gemiddelde
Het Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg. Bestuurlijk belang
Financieel belang (geen)
2 van de 13 bestuurszetels in het AB en 1 van de 5 bestuurszetels in het DB. Wethouder Vissers-Koopman is lid van het AB en DB, wethouder Straat is lid van het AB.
Aandelenkapitaal
Stemverhouding: 15%
Leningen/garantstellingen Impuls
Exploitatie
(Markt) ontwikkelingen Eind 2014 is in CNB-verband gewerkt aan het actualiseren van Havenafvalplan. Eind 2014 heeft het college dit plan vastgesteld. Het plan zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Na goedkeuring wordt treedt het nieuwe Havenafvalplan in werking. Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 0,00
€ 0,00
Vreemd vermogen
€ 0,00
€ 0,00
Resultaat
€ 0,00
Ontwikkelingen
166
Omgevingsdient Zaandam Noordzeekanaalgebied
Gemeenschappelijke regeling
Openbaar belang
Toezichtsregime
Hoog
Een voor belanghebbende duidelijke, deskundige en doelmatige afhandeling te bevorderen van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de uitbreiding van het luchtvaartterrein zoals vastgelegd in de PKB en het uitvoeringsbesluit (LIB) Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
De regeling wordt getroffen ter ondersteuning Aandelenkapitaal van de colleges bij de uitvoering van hun taken Leningen/garantstellingen op het gebied van het omgevingsrecht in het Impuls algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. Voorts wordt de regeling getroffen ter behartiging van de taken voortvloeiend uit het Besluit risico's zware ongevallen 1999 Stemverhouding: 8%
Exploitatie
€ 1.900,00
01-01-2014
31-12-2014
Ontwikkelingen
Eigen vermogen
€ 1.312,00
€ 1.199,00
Vreemd vermogen
€ 1.050,00
€ 840,00
Resultaat
€ 494,00
(Markt) ontwikkelingen zie risicoanalyse Financiële positie (bedragen x € 1.000)
167
Masterplan IJmuiden Noordzeekanaalgebied
Stichting
Openbaar belang
Toezichtsregime
Gemiddelde
Het op duurzame wijze versterken van de regionale economie in het Noordzeekanaalgebied door het benutten van de potentie van het regionale haven- en industrieel complex. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Wethouder Straat is lid van het stichtingsbestuur, vervanging wethouder Emmer
Aandelenkapitaal
Stemverhouding: 17%
Exploitatie
Leningen/garantstellingen Impuls € 28,00
(Markt) ontwikkelingen De visie Noordzeekanaalgebied 2040 en de bijbehorende uitvoeringsagenda bepaalt het activiteitenprogramma van de stichting Masterplan Noordzeekanaalgebied. Een deel van de uitvoeringsagenda-activiteiten wordt uitgevoerd door het samenwerkingsverband, een deel in afspraken tussen afzonderlijke deelnemende partijen. De uitwerking van de wijziging geluidscontouren zal in de uitwerking voor Zaanstad ook in 2015 veel aandacht vragen Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 414,00
€ 411,00
Vreemd vermogen
€ 471,00
€ 943,00
Resultaat
€ 3,00-
Ontwikkelingen
168
Vereniging Bedrijvenpark Westzanerpolder/ Bedrijvenpark HoogTij
Zaandam
Openbaar belang
Vereniging
Toezichtsregime
Laag
Bevordering van het kwaliteitsniveau en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de eigenaren van de gronden en gebouwen in het bedrijvenpark Hoogtij Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Een medewerker van de gemeente Zaanstad is benoemd als vertegenwoordiger van Zaanstad. Er participeert niemand van het college in het bestuur Ieder lid is bevoegd tot het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen als overeenkomt met iedere vierkante meter grond in het bedrijvenpark waartoe het lid is gerechtigd is Het algemeen bestuur bestaat uit 3 leden, Zaanstad levert de secretaris
Aandelenkapitaal
Stemverhouding: 0 %
Leningen/garantstellingen Impuls
Exploitatie
€ 6,00
(Markt) ontwikkelingen De vereniging voert de met het college gemaakte afspraken uit over de kwaliteit van parkmanagement op het bedrijventerrein Hoogtij. De gemeente draagt als grondeigenaar bij ten behoeve van de ontwikkeling van de vereniging. Op dit moment is ongeveer 15% van de uitgeefbare grond binnen Hoogtij verkocht Financiële positie 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 31,00
€ 37,00
Vreemd vermogen
€ 0,00
€ 0,00
Resultaat
€ 6,00
Ontwikkelingen
169
Stichting Marketing Zaandam Zaanstreek
Stichting
Openbaar belang
Toezichtsregime
Gemiddelde
Doel van de stichting is het helder, zichtbaar en onderscheidend positioneren van de Zaanstreek in de metropool Amsterdam met het accent op succesvol ondernemen, veelzijdig recreëren en aantrekkelijk wonen. Dit om een sterkere sociale en economische structuur te krijgen. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Het bestuur bestaat naast gemeente Aandelenkapitaal Zaanstad verder uit directieleden van Forbo Leningen/garantstellingen Flooring, Rabobank Zaanstreek, Kamer van Impuls € 100,00 Koophandel Amsterdam, Albert Heijn, Loders Croklaan BV, Parteon en het Zaans Medisch Centrum. De gemeente Wormerland en gemeente Oostzaan hebben geen zitting in het bestuur, maar leveren wel een financiële bijdrage. Burgemeester Faber is voorzitter van het bestuur, plaatsvervanging wethouder Emmer Stemverhouding: 7%
Exploitatie
(Markt) ontwikkelingen Het ontbreekt aan een heldere marketingstrategie, incl. doelstellingen, doelgroepen en focus. In de loop van de laatste 5 jaren is de focus steeds verlegd. En de strategie is vooral gericht op de lange termijn. Dit betekent dat het lastig is om vast te stellen of de doelstellingen in 2014 zijn gehaald. Per 1 januari 2014 is een nieuwe directeur aangetreden, die een nieuwe koers uit het laatste halfjaar 2013 van een interim-directeur moest overnemen. In de ambtelijke organisatie zijn ook taken verschoven, dit heeft er toe geleid, dat eerst de juiste koers moest worden gevonden. Daarbij het beperkte aantal uren en budget in ogenschouw nemend, is het niet goed gelukt SMZ in 2014 zichtbaar te maken. Dit heeft er toe geleid dat er eind 2014 is besloten om een evaluatie te laten uitvoeren door een extern onafhankelijk bureau (LAgroup). Dit bureau adviseert ons ook over de aanpak voor de toekomst. Financiële positie 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 25,00
€ 31,00
Vreemd vermogen
€ 27,00
€ 51,00
Resultaat
€ 6,00
Ontwikkelingen
170
Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ)
Zaandam
Openbaar belang
Besloten vennootschap Toezichtsregime
Hoog
Het doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ) is tweeledig: - Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad - Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de de doelgroep te behouden. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Gemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar Aandelenkapitaal € 28.000,00 van de aandelen Het voltallig college Leningen/garantstellingen vertegenwoordigt de enige aandeelhouder Impuls gemeente Zaanstad. Stemverhouding: 100%
Exploitatie
(Markt) ontwikkelingen BKZ is een instrument, gericht op stimuleren van woningbouw, dat door de gemeente ingezet wordt daar waar de markt geen of te weinig invulling geeft aan de woningbouwopgaven in de stad. Hierdoor wordt het mogelijk dat mensen met een smalle beurs tóch een goede woning in Zaanstad kunnen kopen. In het verleden lag de focus op het ondersteunen van nieuwbouw-koopwoningen voor de lage inkomensgroepen. Maar omdat de woonbehoefte in Zaanstad ook steeds meer een probleem is van mensen met een iets hoger inkomen dan het minimum, zijn inspanningen de afgelopen tijd meer gericht op het stimuleren van de bouwproductie en het faciliteren van inkomensgroepen met een jaarinkomen net boven de sociale huurgrens. Daarnaast is de opdracht ook verlegd naar herstructureringsgebieden, met name naar particulier bezit waar een opgave tot funderingsherstel met woningverbetering moet plaatsvinden. Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 14.332,00
€ 14.534,00
Vreemd vermogen
€ 36.667,00
€ 30.792,00
Resultaat
€ 202,00
Ontwikkelingen
Risico's zie risicoanalyse
171
Afvalschap IJmond Zaanstad Zaanstreek
Gemeenschappelijke regeling
Openbaar belang
Toezichtsregime
Laag
Afvalschap IJmond Zaanstreek (AIJZ) is houder van aandelen van de Huisvuil Centrale (HVC). De taken van het AIJZ beperken zich tot de taken die behoren bij het aandeelhouderschap van HVC, te weten het via het bestuur van het AIJZ adviseren van de voorzitter van het AIJZ om een standpunt te bepalen namens het AIJZ in de Algemene vergadering van Aandeelhouders van HVC. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Wethouder Emmer is lid van het DB en AB, Aandelenkapitaal plaatsvervanging door wethouder Straat Leningen/garantstellingen Impuls Stemverhouding: 50%
Exploitatie
€ 4,00
01-01-2013
31-12-2013
Ontwikkelingen
Eigen vermogen
€ 46,00
€ 46,00
Vreemd vermogen
€ 1,00
€ 1,00
Resultaat
€ 0,00
(Markt) ontwikkelingen Zie risicoanalyse HVC Financiële positie (bedragen x € 1.000)
172
Schadeschap Schiphol
Haarlem
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Laag
Een voor belanghebbende duidelijke, deskundige en doelmatige afhandeling te bevorderen van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de uitbreiding van het luchtvaartterrein zoals vastgelegd in de PKB en het uitvoeringsbesluit (LIB) Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
De 25 leden van het AB, hebben elk een Aandelenkapitaal stem, met dien verstande dat het lid van de Leningen/garantstellingen gemeente Aalsmeer, Amstelveen, Impuls Amsterdam, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer en Zaanstad een tweevoudige stem heeft. Wethouder Emmer is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Straat Stemverhouding: 6%
Exploitatie
(Markt) ontwikkelingen Omdat de bulk van het aantal schadeclaims is afgehandeld, is in 2014 een procedure in gang gezet om het aantal deelnemers van het Schadeschap te verkleinen. Inmiddels heeft een aantal deelnemers een besluit genomen om uit te treden en zal het aantal deelnemers van 25 naar circa 10 worden teruggebracht. De gemeenschappelijke regeling zal aangepast worden aan de nieuwe situatie. Zaanstad blijft deel uitmaken van het Schadeschap Financiële positie 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 151,00
€ 220,00
Vreemd vermogen
€ 2.330,00
€ 320,00
Resultaat
€ 69,00
Ontwikkelingen
173
Huisvuilcentrale (HVC)
Alkmaar
Openbaar belang
Naamloze vennootschap Toezichtsregime
Hoog
De Huisvuil Centrale (HVC) heeft als doel het zeker stellen dat tegen de laagste kosten en op verantwoorde wijze het Zaanse rest-, grof en gftafval wordt verwerkt. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Aandelenkapitaal € 54.000,00 Commissaris werd benoemd door AIJZ. Door statutenwijziging wordt de Leningen/garantstellingen commissaris benoemd door AIJZ en CAW Impuls (West-Friese gemeenten) gezamenlijk. AIJZ beheert de aandelen van de HVC. Gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek (AIJZ) is houder van aandelen van de Huisvuil Centrale (HVC). De taken van het AIJZ beperken zich tot de taken die behoren bij het aandeelhouderschap van HVC, te weten het via het bestuur van het AIJZ adviseren van de voorzitter van het AIJZ om een standpunt te bepalen namens het AIJZ in de Algemene vergadering van Aandeelhouders van HVC Stemverhouding: 9.07%
Exploitatie
(Markt) ontwikkelingen Zie toelichting bij risicoanalyse Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 63.248,00
€ 63.248,00
Vreemd vermogen
€ 875.932,00
€ 858.911,00
Resultaat
€ 0,00
Ontwikkelingen
174
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Amsterdam Noordzeekanaalgebied
Naamloze vennootschap
Openbaar belang
Toezichtsregime
Hoog
De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) is het uitvoeringsinstrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen zoals beschreven in het Masterplan Noordzeekanaalgebied Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Wethouder Straat vertegenwoordigt de gemeente in Aandelenkapitaal € 550,00 de AvA, plaatsvervanging wethouder Emmer Leningen/garantstellingen Impuls Stemverhouding: 33.3%
Exploitatie
(Markt) ontwikkelingen zie risicoanalyse Financiële positie 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 1.648,00
€ 11.141,00-
Vreemd vermogen
€ 95.507,00
€ 97.892,00
Resultaat
€ 8.666,00-
Ontwikkelingen
175
Recreatieschap Twiske-Waterland
Zaanstad
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Gemiddelde
- het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie - in samenhang met de vorenstaande tot stand brengen en bewaren van een evenwichig natuurlijk milieu - het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifieke en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Het DB bestaat uit de voorzitter en Aandelenkapitaal tenminste vier leden, aan te wijzen door het Leningen/garantstellingen AB zijn midden. Het lid dat is benoemd door Impuls de gemeente Zaanstad heeft vier van de 28 stemmen in het algemeen bestuur. Besluitvorming in het AB over financiële jaarstukken met betrekking tot de participantenbijdrage vindt plaats op basis van een gewogen stemrecht, waarbij Zaanstad 4 van de 28 stemmen heeft. Besluitvorming in het AB over het overige beleid en uitvoering van het programma vindt plaats op basis van een gewogen stemrecht, waarbij Zaanstad 5 van de 40 stemmen heeft. Wethouder VissersKoopman is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Verschuren Stemverhouding: 12.5%
Exploitatie
€ 198,00
(Markt) ontwikkelingen De inhoudelijke ontwikkelingen in de recreatie en het landschap vormen aanleiding om de bestuuriijke organisatie van de recreatieschappen tegen het licht te houden. GS heeft bureau KokxdeVoogd opdracht gegeven om alternatieve bestuursvormen te laten onderzoeken. Dit kan leiden tot een scheiding van strategisch beleid en beheer, minder bestuurlijke drukte en meer ruimte voor andere deelnemers die ook een rol hebben bij recreatie en landschap. Uit de bestuursmodellen die KokxdeVoogd heeft onderzocht heeft GS besloten het executieve model ( een beleidsmatig sturende provincie) nader te onderzoeken. GS heeft zich uitgesproken om, in het verlengde van het executieve model, ook terug te willen treden uit de recreatieschappen en in plaats daarvoor een subsidierelatie met de schappen aan te willen gaan, zonder daarbij te bezuinigen. Voor Zaanstad heeft het standpunt van GS consequenties, die verder nog niet in kaart gebracht zijn. Op dit moment participeert Zaanstad als verbonden partij in de recreatieschappen RAUM (Alkmaarder- en Uitgeestermeer) en Twiske - Waterland (bron raadsinformatiebrief feb 2015) Financiële positie Twiske(bedragen x € 1.000) 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 3.200,00
€ 2.558,00
Vreemd vermogen
€ 205,00
€ 227,00
Resultaat
€ 660,00-
Ontwikkelingen
Financiële positie Waterland (bedragen x € 1.000) 01-01-2014
31-12-2014
Ontwikkelingen 176
Eigen vermogen
2.230
1.832
Vreemd vermogen
206
72
Resultaat
-398
177
Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer
Uitgeest
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Gemiddelde
Het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een samenwerkingsverband van twaalf omliggende gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het zet zich in voor: - het verzekeren van een evenwichtige ontwikkeling van de recreatie en de watersport op en rondom het meer en aangrenzende gebieden; - het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het onder bovenstaande geformuleerde Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
AB bestaat uit 8 bestuursleden. Zaanstad Aandelenkapitaal mag één bestuurslid benoemen. AB beslist Leningen/garantstellingen op basis van meerderheid van stemmen. Impuls Wethouder Vissers-Koopman is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Verschuren Stemverhouding: 12.5%
Exploitatie
€ 264,00
(Markt) ontwikkelingen De inhoudelijke ontwikkelingen in de recreatie en het landschap vormen aanleiding om de bestuuriijke organisatie van de recreatieschappen tegen het licht te houden. GS heeft bureau KokxdeVoogd opdracht gegeven om alternatieve bestuursvormen te laten onderzoeken. Dit kan leiden tot een scheiding van strategisch beleid en beheer, minder bestuurlijke drukte en meer ruimte voor andere deelnemers die ook een rol hebben bij recreatie en landschap. Uit de bestuursmodellen die KokxdeVoogd heeft onderzocht heeft GS besloten het executieve model ( een beleidsmatig sturende provincie) nader te onderzoeken. GS heeft zich uitgesproken om, in het verlengde van het executieve model, ook terug te willen treden uit de recreatieschappen en in plaats daarvoor een subsidierelatie met de schappen aan te willen gaan, zonder daarbij te bezuinigen. Voor Zaanstad heeft het standpunt van GS consequenties, die verder nog niet in kaart gebracht zijn. Op dit moment participeert Zaanstad als verbonden partij in de recreatieschappen RAUM (Alkmaarder- en Uitgeestermeer) en Twiske - Waterland. (zie raadsinformatiebrief feb 2015) Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 1.041,00
€ 1.315,00
Vreemd vermogen
€ 459,00
€ 871,00
Resultaat
€ 50,00
Ontwikkelingen
178
Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland
Zaandam
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Hoog
Door intergemeentelijke samenwerking uitvoering geven aan: a. het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises; b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald; c. het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing; e. het instellen en in stand houden van een brandweer; f. het instellen en in stand houden van een GHOR; g. het voorzien in de meldkamerfunctie; h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Burgemeester Faber is voorzitter van het AB Vervanging wethouder Emmer
Aandelenkapitaal Leningen/garantstellingen Impuls
Stemverhouding: 31%
Exploitatie
€ 11.784,00
01-01-2013
31-12-2013
Ontwikkelingen
Eigen vermogen
€ 2.967,00
€ 2.080,00
Vreemd vermogen
€ 1.492,00
€ 31.365,00
Resultaat
€ 449,00
(Markt) ontwikkelingen zie risicoanalyse Financiële positie (bedragen x € 1.000)
179
Stadsregio Amsterdam
Amsterdam
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Gemiddelde
De Stadsregio Amsterdam (SRA) heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Wethouder Straat is lid van het DB, plaatsvervanger door wethouder Emmer
Aandelenkapitaal Leningen/garantstellingen Impuls
Stemverhouding: 11.3%
Exploitatie
€ 334,00
(Markt) ontwikkelingen Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 zijn de Regioraad en het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam vernieuwd. Wethouder Dennis Straat bekleedt de portefeuille Economie in het Dagelijks Bestuur. Eind 2014 werd de GR Plus van de Stadsregio Amsterdam formeel afgeschaft, nadat de Eerste Kamer uiteindelijk vlak voor het einde van het jaar akkoord ging met een wetsvoorstel met deze strekking. Daarmee kwam definitief een einde aan een lange periode van onzekerheid omtrent deze wettelijke status. Tegelijkertijd met het opheffen van de Plus status werd de Vervoerregio Amsterdam-Almere ingesteld. Hier was in de loop van 2014 naar toegewerkt, onder meer via een aanpassing van de gemeenschappelijke regeling. Er zijn in de loop van 2014 ook veel gesprekken gevoerd met Almere, Lelystad en de provincie Flevoland, en ook met Kennemerland, de IJmond en de provincie Noord-Holland. Deze laatste heeft zich heel lang verzet tegen de komst van de Vervoerregio. De hoop is dat het nu, nu de instelling van de Vervoerregio geformaliseerd is, tot een constructieve samenwerking kan komen met de provincie en de genoemde NoordHollandse regio’s. Van belang is dat ook per 1 januari 2015 de jeugdzorg is gedecentraliseerd naar de zestien gemeenten die gezamenlijk de Stadsregio vormen. Deze overgang is gedurende 2014 voorbereid. Op de onderwerpen Wonen/RO en Economie wordt gekeken naar een betere afstemming met de activiteiten in het kader van de Metropoolregio Amsterdam. De ‘normale’ werkzaamheden van de Stadsregio Amsterdam zijn onder al deze bestuurlijke onzekerheid gewoon doorgegaan. Voor de volgende periode is een Regionale Agenda opgesteld, die richting geeft aan de werkzaamheden en de discussies over de verdere ontwikkeling van de regionale samenwerking. Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 28.846,00
€ 22.308,00
Vreemd vermogen
€ 2.503,00
€ 1.945,00
Resultaat
€ 1.223,00
Ontwikkelingen
180
Rekenkamer Metropool Amsterdam
Amsterdam
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Deze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Het instellen van een rekenkamer is wettelijk verplicht. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
De rekenkamer heeft één lid, dit lid is tevens Aandelenkapitaal directeur. De raden benoemen het lid van Leningen/garantstellingen de rekenkamer op voordracht van een Impuls afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling. Stemverhouding: % NVT
Exploitatie
€ 179,00
01-01-2014
31-12-2014
Ontwikkelingen
Eigen vermogen
€ 459,00
€ 439,00
Vreemd vermogen
€ 243,00
€ 51,00
Resultaat
€ 2,00-
(Markt) ontwikkelingen geen actuele ontwikkelingen Financiële positie (bedragen x € 1.000)
181
Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam
Amsterdam
Openbaar belang
Gemeenschappelijke regeling Toezichtsregime
Gemiddelde
Deze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Aan de raad van de gemeente Amsterdam Aandelenkapitaal wordt mandaat verleend om jaarlijks de Leningen/garantstellingen begroting en jaarrekening van de Impuls ombudsman voor het volgende kalenderjaar vast te stellen. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden. Stemverhouding: %
Exploitatie
€ 43,00
01-01-2014
31-12-2014
Ontwikkelingen
Eigen vermogen
€ 54,00
€ 93,00
Vreemd vermogen
€ 2.130,00
€ 1.319,00
Resultaat
€ 40,00
(Markt) ontwikkelingen geen actuele ontwikkelingen Financiële positie (bedragen x € 1.000)
182
Houdstermaatschappij Energiebedrijf Zaandam Zaanstreek Waterland
Naamloze vennootschap
Openbaar belang
Toezichtsregime
Laag
Houdstermaatschappij Energiebedrijf Zaanstreek Waterland (Houdstermaatschappij EZW) heeft als doel het houden van de aandelen Nuon Energie Noord West NV (Nuon ENW NV) en Alliander NV Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Wethouder Emmer vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Straat
Aandelenkapitaal Leningen/garantstellingen
Stemverhouding: 1.5%
Exploitatie
€ 30.084,00
Impuls
(Markt) ontwikkelingen Laatste tranche Nuon-aandelen in 2015, daarmee zijn alle aandelen verkocht aan Vattenfall. Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2013
31-12-2013
Eigen vermogen
€ 30.184,00
€ 68.697,00
Vreemd vermogen
€ 2.079,00
€ 2.961,00
Resultaat
€ 30.317,00
Ontwikkelingen
183
Bank Nederlandse Gemeenten
Den Haag
Openbaar belang
Naamloze vennootschap Toezichtsregime
Gemiddelde
De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Bestuurlijk belang
Financieel belang (bedragen x € 1.000)
Wethouder Emmer vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Straat Zaanstad is niet vertegenwoordigd in de RvC
Aandelenkapitaal Leningen/garantstellingen
Stemverhouding: 0.07%
Exploitatie
€ 944,00
Impuls
(Markt) ontwikkelingen BNG Bank verwacht dat de omvang van nieuw verstrekte langlopende leningen in 2015 licht lager zal uitkomen dan in het voorgaande jaar. De nieuwe verstrekkingen betreffen naar verwachting vooral herfinanciering van aflopende leningen. Het renteresultaat over 2015 zal naar verwachting lager uitkomen dan over 2014. De aanhoudend lage marktrente veroorzaakt een dalende trend van de renteopbrengst uit de eigen middelen van de bank. Het resultaat financiële transacties zal ook in de nabije toekomst gevoelig blijven voor de politieke en economische ontwikkelingen binnen de Europese Unie. Gezien de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de verwachte nettowinst 2015. Financiële positie (bedragen x € 1.000) 01-01-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 3.430.000,00
€ 3.582.000,00
Vreemd vermogen
€ 127.753,00
€ 149.891,00
Resultaat
€ 126.000,00
Ontwikkelingen
184
3.7.
Grondbeleid
Inleiding Via de paragraaf Grondbeleid geeft de gemeente aan hoe het grondbeleid wordt ingezet om de bestuurlijke doelstellingen te realiseren. Kader Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt de volgende eisen aan de paragraaf: • een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; • een aanduiding van de wijze waarop de provincie onderscheidenlijk gemeente het grondbeleid uitvoert; • een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; • een onderbouwing van de geraamde winstneming; • de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken. In de Financiële Verordening van de gemeente Zaanstad is opgenomen dat daarnaast de volgende onderdelen in de paragraaf grondbeleid moeten worden opgenomen; • de totaal geraamde kosten en opbrengsten van de actieve gemeentelijke grondexploitaties; • de ontwikkeling van de grondprijzen; • de ontwikkeling van de reserves van grondzaken. Visie op en wijze van het grondbeleid In de begroting 2013 heeft de gemeente Zaanstad haar grondbeleid beschreven. Hierbij is tevens afgesproken dat in het vervolg alleen de wijzigingen in het beleid worden toegelicht. Daarnaast zal bij de aanvang van een nieuwe bestuursperiode een uitgebreide opzet worden opgenomen. Aangezien het bestaande grondbeleid van de gemeente Zaanstad wordt voortgezet, kan worden volstaan met een verwijzing. Ontwikkelingen Actualiteit erfpacht In december 2014 is de evaluatie ’omzetten erfpacht‘ voor een zienswijze aan de gemeenteraad aangeboden. Verkoopplan vastgoed Er is een overzicht van de vastgoedportefeuille. Het vastgoed dat te koop wordt aangeboden staat op de website www.vastgoedinzaanstad.nl De ontwikkeling van de grondprijzen De gemeente Zaanstad hanteert bij de verkoop van haar gronden een marktconforme grondprijs die veelal is bepaald op basis van een residuele grondprijssystematiek. Bij deze systematiek wordt de grondprijs gevormd door het verschil tussen de marktwaarde van het te realiseren vastgoedobject en de kosten om dit object te realiseren. De marktwaarden van woningen zijn in 2014 sinds jaren weer gestegen en wel met gemiddeld 4%. De bouwkosten van de woningen zijn met circa 1,5% gestegen. In de grondexploitaties wordt altijd uitgegaan van een voorzichtige raming van de grondopbrengsten. Ook zijn de plannen vaak nog niet zo gedetailleerd uitgewerkt en wordt van een gemiddelde opbrengst uitgegaan. Het is niet gebruikelijk om in de ramingen alle fluctuaties op de kortere termijn mee te nemen, omdat dit in de begroting tot ongewenst grote schommelingen leidt. Gezien de grote dalingen in de afgelopen jaren zijn de
185
grondprijzen in de afgelopen jaren wel naar beneden aangepast in de grondexploitaties. Dit jaar is ervoor gekozen om dezelfde grondprijzen als vorig jaar te hanteren in de ramingen. Particulier opdrachtgeverschap In 2014 is particulier opdrachtgeverschap, zowel individueel als collectief, uitgerold als een manier van werken om delen van de locatie- en vastgoedportefeuille in de markt te zetten. Gestreefd wordt om te zorgen dat 10% van de jaarlijkse woningbouwopgave in het zelfbouwsegment gerealiseerd gaat worden. Dit komt neer op het realiseren van zestig zelfbouwwoningen per jaar. Het betreft locaties die geschikt zijn voor wonen, woon-werkcombinaties, woon-zorgcombinaties en werken. De locaties zijn uitgewerkt in drie marktsegmenten: bouwen op eigen kavel, klus- of cascobouw of bouwen in groepen. In 2014 heeft de gemeente bij de eilanden circa dertig zelfbouwkavels op de markt gezet. Op dit moment zijn er elf kavels in optie gegeven. Het in deze omvang op de markt zetten van kavels, is voor het eerst in Zaanstad. Er is hierbij veel ervaring op gedaan, wat samen met de uitkomsten van de enquête onder geïnteresseerden gebruikt kan worden in andere projecten. Faseren en doseren In 2014 werd nog verwacht dat het geplande aanbod van nieuwbouwwoningen ver boven de vraag zou liggen. Door de crisis heeft het aanbod zich aangepast aan de vraag en was er geen noodzaak om het traject ‘Faseren en Doseren’ in 2014 op te pakken. Er lijkt nu een kanteling te zijn: er komt meer aanbod waardoor er wellicht weer een aanleiding is om in gesprek met ontwikkelaars dit op te pakken. Ontwikkeling van de ARG
Beginsaldo ARG Grondexploitatie Exploitatieovereenkomsten Grondverkopen Te treffen voorzieningen Saldo ARG ondergrens ARG bovengrens ARG Benodigd weerstandvermogen Afdracht/bijdrage ARG
2014 MPG 14.2 5.718 653
2014 MPG 15.1 5.718 711
2015 5.121 0
2016 6.875 0
2017 6.516 0
2018 6.250 0
201 350
2 25
254 1.848
2 0
109 0
0 0
-10.260 -3.338 4.496 7.494
-7.766 -1.309 5.121 8.535
-347 6.875 5.121 8.535
-361 6.516 5.121 8.535
-375 6.250 5.121 8.535
-390 5.860 5.121 8.535
5.995 -7.834
6.828 -6.430
6.828 0
6.828 0
6.828 0
6.828 0
In MPG 14.2 werd verwacht dat er € 7,8 miljoen aan de algemene reserve grondzaken (ARG) moest worden toegevoegd als de financiële buffer om eventuele tegenvallers in grondexploitaties op te kunnen vangen. Op basis van de laatste ramingen is dat € 6,4 miljoen. Dit lager benodigde bedrag wordt voornamelijk verklaard door de verlaging van de getroffen voorziening voor de grondexploitaties in het Noordzeekanaalgebied. Het totaal aan geraamde kosten voor de grondexploitaties bedraagt 141,2 mln., het totaal aan geraamde opbrengsten bedraagt 142,7 mln.
186
4. Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de toelichting
187
Economie Werk, inkomen en integratie Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
1.880
1.879 15.907
7.128
-1.864
5.264
3.790
1.418
1.418 14.181
5.948
-1.045
4.904
4.859
1.414
Begroting vs realisatie saldo
Begroting vs realisatie baten
Begroting vs realisatie lasten
Realisatie saldo 2014
Realisatie baten 2014
Realisatie lasten 2014
Begroting saldo na bw 2014
Begroting baten na bw 2014 0
85.810 -71.629
-25
1.389
-4
-25
-29
88.172 -74.162
14.010
2.363
-2.533
-170
4.079
-653
-171
-824
5.295
-1.216
4.287
-3.413
378
-3.267
1.592
-3.290
997
-572
-23
-595
Milieu
18.531 -18.048
483
20.825 -19.833
992
20.887 -19.822
1.065
63
10
73
Grondzaken en gebiedsontwikkeling
52.994 -40.453
12.541
64.492 -44.233
20.258
50.441 -36.277
14.165 -14.050
Jeugd en onderwijs
28.645
-4.444
24.200
30.019
-5.696
24.323
31.153
-6.701
24.452
Maatschappelijke ondersteuning en welzijn
40.422
-1.370
39.051
38.553
-4.194
34.359
38.503
-4.314
6.857
-51
6.806
6.158
-51
6.107
6.377
-352
Cultuur
11.181
-91
11.090
11.271
-181
11.090
11.187
-297
Wijkgericht werken en beheer
67.562 -22.974
44.588
67.768 -23.915
43.854
64.664 -23.595
Publieke dienstverlening
11.712
-8.111
3.601
11.410
Openbare orde en veiligheid
16.902
-1.657
15.245
Bestuur en organisatie
49.533
-550
48.983
129
34.189
-50
-120
-170
6.026
220
-301
-81
10.890
-84
-116
-200
41.070
-3.104
320
-2.784
-8.054
2.802
-555
-185
-740
10.856
17.400
-814
16.586
17.190
-364
16.825
-211
450
239
51.378
-2.729
48.648
50.584
-2.831
47.753
-794
-101
-895
509 -213.912 -213.402
113
-1.892
-1.779
Begroting vs realisatie saldo
2.264 -13.921
Begroting vs realisatie baten
6.309 -16.185
Begroting vs realisatie lasten
Realisatie onttrekkingen 2014
Realisatie toevoegingen 2014
20.230 401.520 -395.211
Realisatie saldo 2014
397 -212.020 -211.623
21.229 417.705 -397.475
Begroting saldo na bw 2014
Mutaties reserves
-6.094
-1.005
3.541
Begroting onttrekkingen na bw 2014
Programma
-2.844-205.943 -208.786 394.740-373.511
7.957
1.134
-7.869
Begroting toevoegingen na bw 2014
Saldo van baten en lasten
Begroting saldo origineel 2014
Financiën
Begroting onttrekkingen origineel 2014
Sport en recreatie
Begroting toevoegingen origineel 2014
Bereikbaarheid en mobiliteit
-1
80.449 -64.542
Begroting lasten na bw 2014
Saldo van baten en lasten
Begroting saldo origineel 2014
Programma
Begroting baten origineel 2014
Resultaatmodel Begroting lasten origineel 2014
4.1.
Werk, inkomen en integratie
0
-1.000
-1.000
0
-264
-264
8.078
-264
7.814
8.078
0
8.078
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
3
-915
-912
129
-1.082
-953
165
-959
-794
36
124
159
Bereikbaarheid en mobiliteit
0
0
0
0
0
0
90
0
90
90
0
90
Milieu
1.735
-1.691
44
3.243
-1.744
1.500
3.201
-1.718
1.483
-42
26
-16
Grondzaken en gebiedsontwikkeling
1.199
-2.343
-1.143
4.861 -12.326
-7.465
4.851
-8.668
-3.818
-10
3.657
3.647
0
-97
-97
0
36
36
6.695 -12.039
-5.344
222
-8.104
-7.882
Jeugd en onderwijs
0
-133
-133
0
-133
-133
Maatschappelijke ondersteuning en welzijn
0
-1.055
-1.055
6.473
-3.935
2.538
Sport en recreatie
222
-1.583
-1.361
246
-768
-523
257
-768
-511
12
0
12
Cultuur
0
-180
-180
315
-180
135
315
-180
135
0
0
0
Wijkgericht werken en beheer
0
-506
-506
24.339
-562
23.777
24.339
-495
23.844
0
67
67
Openbare orde en veiligheid
0
0
0
135
-247
-112
135
-247
-112
0
0
0
472
-2.867
-2.395
450
-2.840
-2.390
192
-2.840
-2.648
-258
0
-258
Bestuur en organisatie
Economie Werk, inkomen en integratie
-1
1.879
80.449 -65.542
1.880
14.907
0
1.418
85.810 -71.893
1.418
13.917
1.414
Begroting vs realisatie saldo
Begroting vs realisatie baten
Begroting vs realisatie lasten
Resultaat
Realisatie saldo 2014
Programma
Realisatie baten 2014
7.454
Realisatie lasten 2014
3.520
-1.265
Begroting saldo na bw 2014
2.929
8.719
Begroting baten na bw 2014
591
57.881 -76.664 -18.783
Begroting lasten na bw 2014
9.563 -48.389 -38.826
49.162 -75.399 -26.237
Begroting saldo origineel 2014
8.972 -51.318 -42.346
5.742 -26.972 -21.230
Begroting baten origineel 2014
2.111 -14.700 -12.588
Subtotaal reserves
Begroting lasten origineel 2014
Financiën
-25
1.389
-4
-25
-29
96.251 -74.426
21.825
10.441
-2.533
7.908
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
7.130
-2.778
4.352
6.078
-2.127
3.951
5.460
-2.174
3.286
-617
-48
-665
Bereikbaarheid en mobiliteit
3.790
-3.413
378
4.859
-3.267
1.592
4.377
-3.290
1.087
-482
-23
-505
188
Milieu
20.266 -19.739
527
24.068 -21.576
2.491
24.089 -21.540
Grondzaken en gebiedsontwikkeling
54.193 -42.795
11.398
69.353 -56.559
12.794
Jeugd en onderwijs
28.645
-4.577
24.067
30.019
-5.829
24.190
Maatschappelijke ondersteuning en welzijn
40.422
-2.425
37.996
45.026
-8.129
36.897
7.079
-1.634
5.445
6.403
-819
5.584
6.635
-1.120
Cultuur
11.181
-271
10.910
11.586
-361
11.225
11.502
-477
Wijkgericht werken en beheer
67.562 -23.480
44.082
92.107 -24.476
67.631
89.003 -24.090
Publieke dienstverlening
11.712
-8.111
3.601
11.410
-7.869
3.541
10.856
Openbare orde en veiligheid
16.902
-1.657
15.245
17.535
-1.061
16.474
Bestuur en organisatie
50.004
-3.417
46.587
51.827
-5.570
46.258
Sport en recreatie
Financiën Totaal resultaat
-732-220.643 -221.375 400.482-400.483
21
36
57
55.292 -44.945
10.347 -14.060
11.614
-2.447
31.153
-6.798
24.355
1.134
-969
165
45.198 -16.353
28.845
172
-8.224
-8.052
5.515
232
-301
-69
11.025
-84
-116
-200
64.913
-3.104
387
-2.717
-8.054
2.802
-555
-185
-740
17.324
-611
16.713
-211
450
239
50.776
-5.671
45.105
-1.052
-101
-1.153
10.072 -262.301 -252.228
704
1.037
1.741
-6.007 459.401 -471.875 -12.474
-7.466
999
-6.467
9.368 -263.338 -253.969
-1 466.866 -472.873
2.548
189
4.2.
Analyse resultaat op hoofdlijnen
De Jaarrekening De jaarrekening toont een batig saldo van € 12,5 mln.
Grafiek 1: Ontwikkeling (verwacht) resultaat van Begroting via Burap en Narap tot de Jaarrekening 2014. Burap De Burap rapporteert over de financiële en beleidsmatige stand van zaken van de programma’s uit de Programmabegroting 2014. De Burap toont realisatiecijfers per juni 2014 en maakte melding van een verwacht tekort over 2014 van € 1,3 mln. De Burap 2014 liet o.a. de volgende verwachte majeure (> € 0,5 mln.) voor- en nadelen zien. Voordelen Verlaging herstructureringskosten te betalen aan Baanstede door vertraging transitie Actualisatie Kapitaallasten 2014 Overige voordelen
-560
-667 -1.854
-3.081
Nadelen Verhoging bijdrage aan Baanstede door vertraging transitie Frictiekosten FluXus Taakstelling versoberen van arbeidsvoorwaarden (14.3.1) wordt in 2014 nog niet behaald. AU: Extra middelen armoedebeleid Overige nadelen
788
615 600
550 1.990 4.453 Bedragen x € 1.000
Narap De Najaarsrapportage rapporteert aan de hand van de realisatie over de eerste acht maanden van het jaar. In de Najaarsrapportage zijn onderstaande voor- en nadelen opgenomen. Voordelen Nadelen Aanpassing algemene uitkering -4.526 Rentebijstelling 1.180 Septembercirculaire 2014 Vrijval voorziening onderhoud vastgoed -2.360 Afboeking verschil tussen 789 boekwaarde en verkoopwaarde Stadskantoor Bijstelling inkomsten en uitgaven WWB -712 Lagere legesopbrengsten 750 omgevingsvergunningen 190
Egaliseren vooruitontvangen rijksgelden participatiebudget Saldo overige voordelen
-610 -4.316
Koopkrachttegemoetkoming voor minima Afwikkeling Welsaen Minder opbrengsten OZB Saldo overige nadelen
572
532 500 895 5.218 Bedragen x € 1.000
-12.525
Per saldo is sprake van een verbetering van het verwacht tekort t.o.v. de Burap met 7,3 mln. Daarmee resteert een verwacht batig saldo van € 6,0 mln. Ten opzichte van de prospectie bij Najaarsrapportage heeft zich richting einde jaar een verdere verbetering voorgedaan van € 6,4 mln. Ter illustratie de cijfers over de ontwikkeling van het resultaat gedurende de afgelopen 5 jaren: Jaar 2010 2011 2012 2013 2014
Gewijzigde Begroting 1,7 5,5 -2,5 3,3 -6,0
Rekening
Verschil
-2,1 -4,5 -7,2 0,7 -12,5
-3,8 -10,0 -4,7 -2,6 -6,5
Analyse van het resultaat op hoofdlijnen Saldo Narap Voordelen Jaarrekening P6: Incidentele bate door complexgewijze omzetting erfpacht naar bloot eigendom Voordeel apparaatslasten agv vacatureruimte P15: Algemene Uitkering obv Decembercirculaire Overige mee- en tegenvallers, per saldo Saldo Resultaat 2014
-6,0 -1,3 -1,3 -2,1 -1,8 -6,5 -12,5
191
4.3.
Financiële positie
Inleiding De financiële positie van de gemeente bestaat uit een aantal elementen, op basis waarvan een oordeel kan worden gevormd over de robuustheid van de begroting. De provincie beoordeelt - in de rol van toezichthouder op de gemeenten - elk jaar de begroting, onder andere op de financiële positie, het meerjarige evenwicht in de begroting en de mate waarin sprake is van onderhoudsachterstanden. Het eerste deel van dit hoofdstuk handelt over de afweging hoeveel de gemeente leent, en daarnaast hoeveel eigen geld in de spaarpot zit. De algemene reserve is een graadmeter voor de omvang van de spaarpot. Een breder begrip is het eigen vermogen. Het eigen vermogen bestaat naast de algemene reserve(s) uit bestemmingsreserves. Dit zijn buffers waarvoor een bestemming is vastgesteld. De raad kan de bestemming van deze spaargelden wijzigen. Als een gemeente veel leent, ligt al een deel van de uitgaven vast in kapitaallasten. De kapitaallasten worden in hoofdstuk investeringen weergegeven. De kapitaallasten hebben effect op de flexibiliteit van de begroting. Het tweede deel gaat over de inkomsten: hoe vergaart de gemeente haar inkomsten, en welke flexibiliteit is daarbij aanwezig? Aan de hand van deze aspecten wordt bij iedere begroting een zo goed mogelijk afweging gemaakt voor de besteding van de schaarse middelen. De algemene reserve en het eigen vermogen Het eigen vermogen van de gemeente Zaanstad bestaat uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. In 2014 verandert het eigen vermogen nauwelijks ten opzichte van 2013. Er is sprake van een toename met € 0,4 miljoen. Daarbinnen vinden echter forse wijzigingen plaats. De Algemene Reserve Sociaal is met ruim € 8 miljoen gegroeid, als gevolg van het raadsbesluit om het saldo van de reserve WMO per ultimo 2014 over te hevelen naar de ARS. De ARG is ruim € 4,5 mln. verslechterd ten opzichte van 2013 en staat ultimo 2014 € 1,3 mln. negatief. Dit houdt vooral verband met de getroffen voorzieningen ten behoeve van de grondexploitatie HoogTij. De Algemene Reserve is afgenomen in verband met noodzakelijke aanzuivering van de ARG. Het eigen vermogen als aandeel van het totaal vermogen daalt nauwelijks. Van 16,6% in 2012 naar 16,5% van het balanstotaal per 31-12-2014. Landelijk bedraagt het gemiddelde eigen vermogen 33,8% van het gemiddelde totaalvermogen (2013). Zaanstad blijft daar dus fors bij achter. De gemeente Zaanstad kent drie algemene reserves: de algemene reserve (AR), de algemene reserve grondzaken (ARG) en de algemene reserve sociaal (ARS). De algemene reserves zijn ‘spaarpotten’ om onverwachte tegenvallers en risico’s te kunnen opvangen. In de paragraaf weerstandvermogen is berekend dat de omvang van de algemene reserves ‘ruim voldoende’ is om de risico’s af te dekken.
192
Grafiek 1: de algemene reserve
De omvang van de reserve is in verhouding tot de omvang van de balans, de begroting en de lopende projecten relatief klein, maar wordt wel voldoende geacht. In paragraaf 3.4 weerstandsvermogen wordt dit toegelicht. De algemene reserve (inclusief grondbedrijf) maakt in 2014 voor 2,75% deel uit van het balanstotaal. Het landelijk gemiddelde van alle gemeenten ligt ronde de 12%. Grafiek 2: verloop eigen vermogen
193
Zaanstad heeft, ten opzichte van het landelijke beeld van alle Nederlandse gemeenten, minder dan de helft beschikbaar van het eigen vermogen als aandeel in de balans. Met andere woorden: landelijk financieren de gemeenten in 2012 33,5% van hun bezittingen met eigen middelen. In Zaanstad is dat 16,6% in 2012 en 16,5% in 2014. Zaanstad heeft gemiddeld minder eigen vermogen en een grotere leningportefeuille. Dat eigen vermogen daalt in 2014 nog verder door de begrote onttrekkingen aan de bestemmingsreserves. Langlopende leningen (financiering van de activa) Zaanstad blijft de komende jaren een zwaar lenende gemeente. Het is in relatie met de exploitatie een speerpunt in de beheersing van de lasten. In hoofdstuk 4.4 Investeringen wordt toegelicht hoe de beheersing van de kapitaallasten de komende jaren is geregeld.
De leningportefeuille (langlopende leningen) loopt iets op ten opzichte van het balanstotaal. De stijging wordt veroorzaakt door het hoge investeringsvolume de komende jaren. Ook komende jaren zal indien mogelijk met kort geld gefinancierd gaan worden, het rente risico wordt afgedekt met behulp van interest rate swaps (zie voor meer informatie de paragraaf 3.3 Treasury). Inkomenspositie (ontwikkeling van de algemene dekkingsmiddelen) Om de uitgaven te kunnen beheersen is het goed om de mogelijkheden van de flexibiliteit van de exploitatie van de gemeente in te schatten. De volgende globale indeling wordt gehanteerd. Globale indeling van de begroting Globale indeling van de begroting Baten
Wat zijn de baten? Algemene Uitkering
Lasten
Algemeen dekkingsmiddel
OZB
Personeel, gebouwen, kapitaallasten, programmakosten, subsidies, etc.
Overige Eigen Middelen Leges, heffingen, tarieven Specifiek
Specifieke uitkeringen Grondexploitaties
kosten van tariefheffingen specifieke bestemmingen grondexploitaties
194
Voor de algemene dekkingsmiddelen (AU, OZB en overige eigen middelen) leunt Zaanstad voor een groot deel op de algemene uitkering. Zaanstad heeft relatief weinig overige eigen middelen. De overige eigen middelen zijn bijvoorbeeld rentebaten, opbrengsten uit dividenden (bijv. BNG), andere belastingen en opbrengsten uit grondexploitaties. Via de algemene uitkering ontvangt Zaanstad ook decentralisatie-uitkeringen om bepaalde taken uit te voeren. Het uitgangspunt is dat decentralisatie-uitkeringen vrij besteedbaar zijn. De praktijk is dat er wettelijke taken voor moeten worden uitgevoerd. Daarom is tegenover de inkomsten van de decentralisatieuitkering ook direct een budget gezet met hetzelfde bedrag. Het werven van extra externe middelen is voor Zaanstad de enige optie om meer mogelijkheden te creëren, dan de algemene middelen toestaan. Dit zal de komende jaren een stuk lastiger worden gezien de landelijke financiële / economische situatie. De herverdeling van het gemeentefonds, het groot onderhoud aan het verdeelstelsel van het gemeentefonds, zal per 2015 worden ingevoerd. Doel is om het gemeentefonds toekomstbestendig te maken. Door middel van definitiewijzigingen worden onbedoelde herverdeeleffecten voorkomen en wordt het fonds geschikt gemaakt voor het regeerakkoord.
Onderhoudsachterstanden In het coalitieakkoord 2014-2018 is vastgelegd dat de gemeente de komende jaren niet verder op het onderhoud van de openbare ruimte bezuinigt. De komende jarenlopen we niet verder in op de onderhoudsachterstanden. Zie verder de paragraaf 3.5 Onderhoud kapitaalgoederen. Stresstest De gemeente Zaanstad bezuinigt al enige jaren, omdat zowel de eigen inkomsten als de rijksinkomsten afnemen. Inmiddels is de bezuinigingsopgave, waarmee is gestart in de vorige bestuursperiode, al opgelopen tot ruim € 70 mln. Dat leidde in 2012 tot de vraag hoe 'shokproof' onze begroting is. De Stichting Economisch Onderzoek (SEO) heeft daartoe een stresstest uitgevoerd op de Zaanse begroting. De financiële weerbaarheid en wendbaarheid van de gemeente kan worden beoordeeld op basis van onderstaande invalshoeken:
1. Met risico’s wordt bedoeld: de risico’s die we nu inschatten en die worden weergegeven in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en jaarstukken en de effecten van de stresstest. 2. Met financiële positie wordt bedoeld het eigen vermogen dat Zaanstad beschikbaar heeft om optredende risico’s op te vangen. 3. In de begroting kan al zijn geanticipeerd op mogelijke risico’s. 195
4. Snelheid kan worden geduid als de mate waarin zuinig wordt omgegaan met het beschikbaar gestelde budget en de mate waarin de politieke, bestuurlijke en ambtelijke organisatie in staat zijn op veranderingen te reageren. Uit de stresstest blijkt dat de schokken van de vastgoedcrisis, de rijksbezuiniging en de humanitaire ramp tot de grootste financiële effecten kunnen leiden. De algemene reserves bedragen bij de begroting 2015 ca. € 20 mln. Indien één van de genoemde scenario’s zich voordoet kan circa 2-3 jaar (rijksbezuinigingen, vastgoedcrisis, humanitaire ramp) tot 5-6 jaar (rente, economische groei, werkloosheid) worden overbrugd. Dat zou voldoende moeten zijn om het beleid bij te stellen. Deze conclusie staat nog los van wat al in de begroting is geregeld. De tijd om beleid bij te stellen, is echter veel geringer indien sprake is van een gecombineerde crisis. Zoals eerder in deze paragraaf al genoemd, is het eigen vermogen van Zaanstad geringer dan van andere (grote) gemeenten. Het eigen vermogen heeft meerdere functies in een gemeente. Het heeft een bufferfunctie, een financieringsfunctie en een bestedingsfunctie. Ten aanzien van de bufferfunctie geldt dat we een vastgestelde methodiek kennen van het berekenen van het weerstandsvermogen. Het eigen vermogen heeft ook een functie voor het financieren van onze activa. Daarom wordt ook bespaarde rente toegerekend. Als een gemeente vooral inzet op deze functies, zal het verwijt zijn dat de gemeente publiek geld oppot. Daarom is de derde functie van het eigen vermogen de bestedingsfunctie. De raad creëert bestemmingsreserves om deze middelen de komende jaren voor een specifiek beleidsdoel te besteden. Met het doteren van middelen aan een bestemmingsreserve neemt het eigen vermogen toe, maar het omgekeerde gebeurt op het moment dat wordt besloten tot inzet van deze reserves. Het doen van forse investeringen, bijvoorbeeld, die worden gedekt uit de reserve Investeringsfonds leidt direct tot een verslechtering van het eigen vermogen. Datzelfde gebeurt bij het inzetten van de bestemmingsreserves voor versnelde afschrijving. In het kader van het flexibel maken van de begroting, door het omzetten van kapitaallasten in exploitatiebudget, kan echter veel sneller op de diverse mogelijke rampen worden ingespeeld, wat weer een positieve uitwerking heeft op de diverse stresstestscenario's. In het onderzoek refereerde SEO ook aan het stille vermogen van de gemeente. Naast de aandelen die in bezit zijn, ging het bijvoorbeeld om de waarde van onze (erfpacht)gronden en het vastgoed. Dit omvat een waarde van materiële omvang die, indien gewenst, slechts op langere termijn ten gelde kan worden gemaakt. Post onvoorzien In de begroting van Zaanstad wordt jaarlijks een bedrag van 200.000 opgenomen voor onvoorziene uitgaven. De incidentele baten en lasten In de begroting 2014 is een bedrag van per saldo € 468.000 aan structurele lasten gedekt met incidentele baten. Naar aanleiding van de Burap en de Najaarsrapportage is de begroting tweemaal bijgesteld. Dit betreffen incidentele mutaties. Het jaarrekeningresultaat bestaat volledig uit incidentele mee en tegenvallers.
196
In de begroting 2014 zijn onderstaande incidentele baten en lasten opgenomen. Incidentele baten Prog. Omschrijving 2
Onttrekking reserve werkgelegenheidsprojecten
3
Incidentele lasten Incidentele baten
Prog. Omschrijving
Incidentele lasten
-1.000
2
Kosten werkgelegenheidsprojecten
1.000
Opbrenst ILG
-980
2
Bijdrage herstructurering Baanstede
797
3
Onttrekking bestemmingsreserve SGP
-641
2
Crisismaatregel tijdelijke kwijtschelding ZZP'ers
100
3
Opbrengsten SGP
-410
3
SGP
1.051
3
Onttrekking bestemmingsreserve woonschepen nauerna
-133
3
ILG
1.044
3
Onttrekking bestemmingsreseve monumenten
-77
3
Woonschepen
3
Onttrekking bestemmingsreserve ILG
-64
3
Kosten monumenten
4
Ontrekking bestemmingsreserve investeringsfonds
-650
4
Investeringen
658
5
Onttrekking reserve duurzaamheidsfonds
-1.176
5
Bodemprojecten
605
5
Onttrekking bestemmingsreserve bodembeheer
-415
5
Klimaatbureau
369
5
Onttrekkingreserve ZMOP fonds fysiek
-100
5
Geluidbeleid
316
6
Onttrekking bestemmingsreserve investeringsfonds
-3.741
6
Investeringen
3.741
6
Vrijval afgekochte canons
-2.370
6
Onttrekking algemene reserve grondzaken
2.089
6
Inkomsten derden fietstunnel inverdan
-790
6
Aanleg fietstunnel inverdan
790
6
Onttrekking bestemmingsreserve hembrugterrein
-712
6
Kosten realiseren hembrugterrein
712
6
Opbrengst grond verkopen overig onroerend goed
-584
6
Lasten bestemmingsplannen
120
6
Toevoeging algemene reserve grondzaken
-557
6
Kosten exploitatie noorderwelf
6
Onttrekking bestemmingsreserve bestemmingsplannen
-120
7
Kosten voor- en vroegschoolse educaties
6
Vrijval bestemmingsreserve noorderwerlf
-43
7
Kosten maatschappelijke stages
171
7
Specifieke uitkering rijk voor- en vroegschoolse educaties
-3.400
7
Kosten regionale meld en coördinatiefuncties
165
7
Specifieke uitkering rijk regionale meld en coördinatiefuncties
-165
7
Kosten combinatiefuncties
136
7
Onttrekking bestemmingsreserve combinatiefuncties
-133
8
Werkbudget transformatie
1.000
8
Onttrekking bestemmingsreserve ZOMP2
-555
8
ZMOP transformatie MD
975
8
Onttrekking bestemmingsreserve WMO
-500
9
Kosten projecten sportaccomodaties
900
9
Onttrekking bestemmingsreserve sport a fonds perdu
-1.379
9
Kosten nationaal actieplan sport en bewegen
204
103 77
43 3.446
197
Incidentele baten 9
Onttrekking reserve nationaal actieplan sport en bewegen
11
Incidentele lasten -204
11
Ihaalafschrijvingen
Onttrekking bestemmingsreserve investeringsfonds
-8.334
11
Kosten gebiedsmanagement zuidoost wijkactieplan
345
11
Onttrekking bestemmingsreserve openbare ruimte
-339
11
Kosten onderhoudsachterstand openbare ruimte
339
11
Onttrekking bestemmingsreserve investeringsfonds
-150
11
Projecten openbare ruimte
150
11
Onttrekking bestemmingsreserve WAP Poelenburg
-136
11
Kosten sociaal economisch programma poelenburg
136
14
Onttrekking bestemmingsreserve basisregistratie en digitaliseren
-215
12
Ksten verkiezingen
511
15
Onttrekking reserve resultaat voorgaande jaren
-1.500
14
Frictiebudget
775
15
Afkoopsommen erfpacht
-339
14
Hervormingsbudget
757
14
Digitalisering
221
14
Uitkering FPU werkgeverslasten
100
15
Incidentele aanvulling post onvoorzien
-31.912
8.334
100 32.380
198
4.4.
Investeringen
Programma
Productgroep of investeringsproject
Bedrijfsmiddel 506 - Bedrijfsmiddelen Sector Uitvoering 11 Wijkgericht werken en Beheer 511 - ICT 526 - Facilitair 15 Financiën
Brutouitgaven begroot
Brutouitgaven realisatie
Nettoinvestering begroot
Nettoinvestering realisatie
300 300 496 269 765
191 191 532 280 812
300 300 496 269 765
191 191 532 280 812
Totaal bedrijfsmiddel Onderhoud 309 - Inverdan 06 Grondzaken en gebiedsontwikkeling 301 - Civiele kunstwerken 302 - Groen en Speelplaatsen 303 - Waterhuishouding 306 - Wegen en verkeer 11 Wijkgericht werken en beheer Totaal onderhoud
1.056
1.003
1.065
1.003
6.626 6.626 1.775 2.525 105 16.095 20.500 27.125
6.623 6.623 1.625 2.115 124 17.129 20.993 27.618
6.626 6.626 1.775 0 0 3.625 5.400 12.025
6.623 6.623 1.493 0 0 3.953 5.445 12.070
Tarieven 408 - Handhaving auto's Parkeren 409 - Parkeren Automaten 04 Bereikbaarheid en mobiliteit 403 - Riolen 404 - Bedrijfsmiddelen Sector Uitvoering 11 Wijkgericht werken en beheer Totaal tarieven
35 60 95 14.700 630 15.330 15.425
35 60 95 14.478 585 15.063 15.158
35 60 95 14.670 630 15.300 15.395
35 60 95 14.225 585 14.810 14.905
Vervanging 209 - Cultuurhuis (voorheen bieb/vergadercentr.) 217 - Kiosken 224 - Verbouwing RPO 226 – Winkels overbouwing provinciale weg 06 Grondzaken en gebiedsontwikkeling 202 - Integraal Huisvesting Plan 203 - Primair Onderwijs 205 - Voortgezet Onderwijs 07 Jeugd en onderwijs 206 – Sportvelden 208 - Sporthal midden 220 - Sporthal de Vang 221 - Zwembaden 09 Sport en recreatie 240 - Wilhelminasluis 241 - Zaanbrug 11 Wijkgericht werken en beheer
200 238 119 300 857 10.643 330 3.771 14.744 224 500 4.125 264 5.113 3.555 21 3.576
7 57 83 19 166 10.985 475 3.050 14.510 225 286 3.752 37 4.300 3.555 21 3.576
0 238 119 300 657 10.393 330 3.771 14.494 224 500 1.820 264 2.808 3.555 21 3.576
7 57 83 19 166 10.348 475 2.958 13.781 225 286 1.447 29 1.987 3.555 21 3.576
Totaal vervanging
24.290
22.552
21.535
19.510
Totaal investeringen
67.905
66.330
50.020
47.488
199
Programma
Productgroep of investeringsproject
Onttrekking Fonds MPG14.2 Realisatie t/m dec.
Netto investering Najaar Realisatie 2014 t/m dec.
InvesteringsFonds 134 - Prins Bernhardplein 115 - HOV 119 – Planstudiekosten 04 Bereikbaarheid en mobiliteit 124 - Hembrugterrein 06 Grondzaken en gebiedsontwikkeling 106 - OBS Saendelft 07 Jeugd en onderwijs 109 - Sport in de Omzoom 09 Sport en recreatie Totaal Investeringsfonds Totaal investeringen + fonds
800 50 500 2.583 689 1.309 3.085 3.085 3.767 3.767 10.744
436 51 500 2.051 376 686 1.340 1.340 3.427 3.427 7.504
3.085 3.085 3.767 3.767 6.852
1.331 1.331 3.427 3.427 4.758
nvt
nvt
56.872
52.246
Toelichting investeringen Nr
Toelichting
506
Bedrijfsmiddelen – Sector Uitvoering In de planning was nog rekening gehouden met twee voertuigen die al in 2013 zijn aangeschaft.
511
Bedrijfsmiddelen - ICT • In 2014 heeft een investering plaatsgevonden voor het Contract- en bestelmanagement van 85 die niet is begroot. De kosten van de software applicatie waren t.l.v. het exploitatiebudget gebracht. Conform BBV moeten software kosten geactiveerd worden waardoor dit is gecorrigeerd. • In 2014 is voor vervanging Flexwhere een investering opgenomen van 50. De schermen waren pas in 2015 geleverd waardoor de investering van 2014 doorschuift naar 2015. Onderhoud – Civiel / Groen&Spelen / Waterhuishouding / Wegen&Verkeer In de begroting is een investeringsniveau opgenomen voor het MIP Openbare Ruimte (Civiel, Groen&Spelen, Waterhuishouding en Wegen) van bruto 20,5 miljoen per jaar, werkelijk is er 21miljoen geinvesteerd. Voor de financiering van het MIP Openbare Ruimte is een driedeling aangebracht waarbij onderhoud openbare ruimte wordt ingedeeld in: •onderhoud gefinancierd uit bijdragen van derde (2miljoen), werkelijk is er 2,2miljoen van derde ingezet. •onderhoud gefinancierd uit de exploitatie ‘bijdrage MIP’ (exploitatievolume 13,1miljoen), •vervangingsinvesteringen die lopen via de kapitaallasten (investeringsvolume). In de overzichten is dit het nettobedrag totaal 5,4 miljoen.
306
Onderhoud - Wegen & Verkeer Er is netto meer uitgegeven 108% van het beschikbare budget. De prestatie is met 333.000 m² uitgekomen op 116% van het streven. Op basis van de beleidsplannen zou jaarlijks een areaal van 267.000 m² vervangen moeten worden om de onderhoudsachterstanden niet verder te laten toenemen. In 2014 zijn dus de onderhoudsachterstanden met 66.000 m² ingelopen. Er zijn daarmee relatief meer vierkante meters gemaakt dan er geld is uitgegeven. Dit komt voort uit een zeer efficiënte manier van werken vanuit de integrale aanpak van de grote wijken en de start van de eerste 1-op-1 projecten. 200
403
Tarieven – Riolen De beschikbare middelen voor de vervanging van riolering zijn voor 97% tot besteding gebracht. Dit heeft geleid tot de vervanging van 19.600 m1 riool. Gepland was in totaal 20.000 m1 aan riolering te vervangen. De vervanging van riolering is integraal uitgevoerd met de vervanging van wegen waardoor de overlast voor de burger wordt beperkt.
217
Vervanging – Kiosken De aanbesteding van het werk is fors lager uitgevallen dan het begrote krediet. In verband met recente ontwikkelingen dienen rond twee kiosken nog wat aanpassingen te worden gedaan in 2015.
238
Vervanging – Winkels overbouwing Provinciale weg Aanvankelijk was de planning er op gericht om in het najaar 2014 te starten met de bouw. Door een vertraging in de aanbesteding is de bouw in januari 2015 gestart. De verwachting is dat de hele investering in 2015 zal plaatsvinden.
203
Vervanging – Primair onderwijs De 1e inrichting van Dynamica XL is in 2014 verantwoord.
205
Vervanging – Voortgezet onderwijs De voorbereiding voor de nieuwbouw van De Faam heeft meer tijd gevraagd dan voorzien. Daardoor is de bouw later gestart en is in 2014 minder betaald dan gepland.
220
Vervanging – Sporthal de Vang Oplevering van de sporthal vindt enkele maanden later plaats (feb 2015)
208
Vervanging - Sporthal midden Vertraging in de besluitvorming heeft er toegeleid dat er minder uitgegeven is 2014. Daarnaast zijn er voorbereidingskosten in de exploitatie verantwoord.
221
Vervanging - Zwembaden Lagere uitgaven, omdat het definitief ontwerp van zwembad noord (eerder gepland in 4ekwartaal 2014) pas vastgesteld wordt in 2015. Daarnaast zijn voorbereidingskosten in de exploitatie verantwoord.
Voor een toelichting op het Investeringsfonds wordt verwezen naar het MPG 15.1, bijlage Investeringsfonds.
201
5. Balans en toelichting
202
5.1.
Balans (bedragen x € 1.000)
ACTIVA
31/12/2014
31/12/2013
0 604.365 368.740
0 582.289 517.405
164.845
0
70.780
64.884
53.878 658.243
44.445 626.734
24.377 45.454 1.716 10.426 81.973
36.334 92.433 7 9.296 138.070
740.216
764.804
Vaste activa 1 2
3
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa - Investeringen met een economisch nut - Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven - Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa
4 5 6 7
Voorraden Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal generaal
(bedragen x € 1.000)
PASSIVA
31/12/2014
31/12/2013
20.375 89.202 12.474
19.997 77.742 30.621
18.564
16.887
393.037
379.000
533.652
524.247
153.004
184.863
53.560 206.564
55.694 240.557
740.216
764.804
Vaste passiva Eigen vermogen 8 Algemene reserves 9 Bestemmingsreserves 10 Resultaat Vreemd vermogen 11 Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of 12 langer Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 14 Overlopende passiva Totaal vlottende passiva 13
Totaal generaal
Toelichting op indeling balans Dit jaar kent de balans een andere indeling. De reden hiervoor is dat er in de balans onder de materiële vaste activa afzonderlijk de post “investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden opgenomen” wordt gepresenteerd. 203
5.2.
Grondslagen balans
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. Balans Vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval, dan worden deze investeringen voortaan op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
204
Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzonder vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden terggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2008 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt. Een beknopt overzicht van de afschrijvingstermijnen voor de verschillende soorten activa. Voor de beleidslijn zoals de afschrijvingssystematiek wordt verwezen naar de Financiële Verordening. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Soorten activa
Afschrijvingstermijnen
Gronden en terreinen
n.v.t. Divers:
Grond-, weg en waterbouw
- Riolen 40 - Kabels in de grond 15 Divers:
Bedrijfsgebouwen
- Gebouw van steen 40 - Grote verbouwingen 20 Divers:
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
-
Vrachtauto 8 Tankautospuit 15 Personenauto 7 Installatie t.b.v. gas en elektra 20 Waterzuivering 40
Divers
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Overeenkomstig de d.d. 05-09-2013 door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordening worden infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken geactiveerd en afgeschreven conform de in de financiële verordening gestelde afschrijvingstermijnen. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Indien noodzakelijk is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs, zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering gelukkig niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingprijs. Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
205
Vlottende activa Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs dan wel lagere marktwaarde en overeenkomstig de gestelde eisen zoals genoemd in de in 2012 bijgestelde notitie grondexploitatie. Er wordt geen rente bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden. De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen de standaard verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als resultaat verantwoord. Incourante voorraden worden afgewaardeerd naar marktwaarde. De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken) alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Het saldo van de voorraden betreft hoofdzakelijk de complexen van het grondbedrijf. Een aantal complexen heeft een eigen programma, waar de voornaamste mutaties op worden toegelicht. Daarnaast wordt voor een nadere specificatie van de vermeer- en verminderingen verwezen naar de paragraaf 3.7 Grondbeleid. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Vaste passiva Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet. In het Wijzigingsbesluit van 25 juni 2013, van toepassing met ingang van begrotingsjaar 2014, is in artikel 44, lid d BBV een separate voorzieningscategorie geïntroduceerd voor vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven. Het is mede in het kader van de jaarrekening 2014 essentieel dat kennis wordt genomen van de notitie riolering 2014 van de commissie BBV, waarin e.e.a. meer in detail is uitgewerkt en toegelicht. Vaste schulden 206
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
207
5.3.
Toelichting op de balans
1 Immateriële vaste activa Niet van toepassing. 2
Materiële vaste activa (bedragen x € 1.000)
In erfpacht uitgegeven gronden Investeringen met een economisch nut Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Totaal
Boekwaarde per 31-12-2014
Boekwaarde per 1-1-2014
Boekwaarde per 31-12-2013
0 368.740
0 361.953
0 517.405
164.845
155.453
0
70.780 604.365
64.883 582.289
64.883 582.289
Toelichting De boekwaarde 1-1-2014 is op totaalniveau gelijk aan de boekwaarde per 31-12-2013. De indeling van de materiële vaste activa is onder invloed van gewijzigde regelgeving aangepast. Deze regelgeving houdt in dat wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval, dan worden deze investeringen voortaan op de balans opgenomen in een aparte categorie: Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. De beginbalans is daarop aangepast. De investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2014
Boekwaarde per 31-12-2013
114.050 592 201.743 7.865 2.715 27.553 14.222 0 368.740
112.672 638 195.258 7.030 2.455 29.767 14.133 0 361.953
Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouw werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overig Gronden en terreinen erfpacht Totaal
Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer: (bedragen x € 1.000) Boekwaar-
Verschui-
Investe-
Desinves-
Afschrij-
Bijdragen
Afwaar-
Boekwaar
de 31-12-
ving
ringen
teringen
vingen
van
deringen
de 31-12-
2013
Investeringen met economisch nut Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouw
112.672
derden
0
1.880
-26
0
-476
2014
0
114.050
638
0
0
0
-45
0
0
592
195.258
-1.145
16.495
-861
-7.925
0
-78
201.743
7.030
0
1.470
0
-635
0
0
7.865 208
Boekwaar-
Verschui-
Investe-
Desinves-
Afschrij-
Bijdragen
Afwaar-
Boekwaar
de 31-12-
ving
ringen
teringen
vingen
van
deringen
de 31-12-
2013
derden
2014
werken Vervoermiddelen
2.455
0
811
0
-550
0
0
2.715
Machines, apparaten en installaties
29.767
0
543
0
-2.757
0
0
27.553
Overig
14.135
1.145
1.439
0
-2.498
0
0
14.222
0
0
0
0
0
0
0
0
361.954
0
22.637
-888
-14.410
-476
-78
368.740
Gronden en terreinen erfpacht Totaal
Toelichting Er heeft een verschuiving van een deel van de investering in het Railpoint office (RPO) vanuit de categorie bedrijfsgebouwen naar de categorie overig plaatsgevonden. Dit omdat het investeringsdeel dat betrekking had op de inrichting van het RPO abusievelijk onder de categorie bedrijfsgebouwen was opgenomen in plaats van onder de categorie overig. Het merendeel van de investeringen zijn gepleegd binnen de categorie bedrijfsgebouwen. Hierin zie je de investeringen voor het verbeteren van de huisvesting voor het primair en voortgezet onderwijs terugkomen zoals het integraal huisvestingsplan (10.269) en de openbare basisschool Saendelft (1.235). Daarnaast is de bouw van een nieuwe sporthal bij Pascal Zuid ter vervanging van de Vang (1.447) aangevangen. Zie voor verdere toelichting paragraaf 2.7 jeugd en onderwijs. Ook het realiseren van een toekomstbestendige infrastructuur voor de buitensport heeft ertoe geleid dat er in 2014 gestart is met de aanleg van het sportpark de Omzoom (1.891). Dit is verantwoord onder de categorie gronden en terreinen. Zie voor verdere toelichting paragraaf 2.9 sport en recreatie. De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld. (bedragen x € 1.000)
Beschikbaar gesteld krediet Integraal huisvestingsplan OBS Saendelft Sporthal de Vang Grond sportpark de Omzoom Totaal
15.797 4.026 1.650 2.533 24.006
Werkelijk besteed Cumulatief besteed in 2014 t/m 2014 10.269 1.235 1.447 1.891 14.842
15.302 3.090 1.574 1.891 21.857
De investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven kunnen als volgt worden onderverdeeld: (bedragen x € 1.000)
Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouw werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overig Gronden en terreinen erfpacht Totaal
Boekwaarde per 31-12-2014
Boekwaarde per 31-12-2013
0 0 0 160.466 895 2.483 1.001 0 164.845
0 0 0 150.602 1.102 2.585 1.164 0 155.453
209
Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven weer: (bedragen x € 1.000)
Bijdragen Boekwaarde Investe- Desinves- Afschrij- van Afwaar- Boekwaarde 31-12-2013 ringen teringen vingen derden deringen 31-12-2014 Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouw werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overig Gronden en terreinen erfpacht Totaal
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
150.602
14.353
0
-4.361
-127
0
160.466
1.102
0
-31
-176
0
0
895
2.585
0
0
-102
0
0
2.483
1.164
0
0
-163
0
0
1.001
0
0
0
0
0
0
0
155.453
14.353
-31
-4.802
-127
0
164.845
Toelichting De investering in de categorie Grond- weg- en waterbouwwerken van 14.353 bestaat voor het overgrote deel uit investeringen in het riool. De beschikbare middelen voor de vervanging van riolering zijn voor 97% 2 tot besteding gebracht. Dit heeft geleid tot de vervanging van 19.600 m riool. Gepland was in totaal 20.000 2 m aan riolering te vervangen. Zie voor verdere toelichting paragraaf 2.11 wijkgericht werken en beheer. De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld. (bedragen x € 1.000)
Beschikbaar gesteld krediet Bloemenbuurt Hoornseveld fase 1 en 2 Paltrokstraat e.o. Dorpsstraat fase 4 Totaal
Werkelijk besteed Cumulatief besteed in 2014 t/m 2014 906 2.516 907 1.198 5.527
16.200*
1.040 4.135 1.075 1.618 7.868
* Dit is het totaal van de onder de categorie riolen beschikbaar gesteld krediet. De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop: (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde Investe- Desinves- Afschrij- Bijdragen Afwaar- Boekwaarde 31-12-2013 ringen teringen vingen van deringen 31-12-2014 derden Gronden en terreinen
0
0
0
0
0
0
0
Woonruimten
0
0
0
0
0
0
0
Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouw werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overig
0
0
0
0
0
0
0
64.384
16.066
0
-9.365
-762
0
70.323
0
0
0
0
0
0
0
446
2
0
-18
0
0
430
54
0
0
-27
0
0
27
64.883
16.068
0
-9.409
-762
0
70.780
Totaal
210
Toelichting De investering van 16.066 in de categorie van grond-, weg- en waterbouw werken betrof hoofdzakelijk vervanging van wegen. De vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte zijn voor het overgrote deel tot besteding gebracht. Zie voor verdere toelichting paragraaf 2.11 wijkgericht werken en beheer De volgende investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn in het boekjaar geactiveerd. (bedragen x € 1.000)
Beschikbaar gesteld krediet Houtveldweg Hoornseveld Volwerf Muziekbuurt Poelenburg oost Totaal
Werkelijk besteed Cumulatief besteed in 2014 t/m 2014 6.624 1.068 657 751 929 10.029
17.300*
7.724 1.238 774 952 5.116 15.804
* Dit is het totaal in 2014 van de onder de categorie wegen en verkeer beschikbaar gesteld krediet. Onder de bestemmingsreserves zijn diverse reserves opgenomen die bijdragen aan de investeringen in het maatschappelijk nut. (o.a. investeringsfonds en bestemmingsreserve versneld afschrijven maatschappelijk nut) 3
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2014 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde 31-12-13
Versch uivingen
Boekwaarde 1-1-14
Investeringen
Desinves Afschrijvi Afwaarteringen ngen / deringen aflossing en
Boekwaarde 31-12-14
-326
1.014
Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen
1.340
1.340
Leningen aan: - openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden - woningbouwcorporaties
19.558
475
-868
18.690
475
475
- deelnemingen
30.302
-500
29.802
1.616
-8.151
-3.243
20.024
Overige langlopende leningen
12.287
1.820
14.107
606
-1.064
-2
13.647
Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal
41 44.445
41 1.320
45.765
-14 21.780
0
-10.097
27 -3.571
53.877
Toelichting Per 31-12-2014 staat in totaal een bedrag uit van 53.877 aan leningen, dat is een toename met 9.432 t.o.v. 2013. In de kolom verschuivingen staan de leningen aan Nationaal restauratie fonds en de RON. Dit betreft een herrubricering. De leningen aan deelnemingen laten per saldo een afname zien van 9.778. Dit betreft 211
een afname van de BZK Garantie B.V. (3.400) en een afwikkelen van de deelname in de GEM Saendelft (6.378). De lening aan openbare lichamen laat een toename zien van 18.690. Dit betreft de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland (VRZW). De overige langlopende leningen nemen af met (460). De vermindering (14) van de bijdragen aan activa in eigendom van derden betreft afschrijvingen op ‘de Adelaar’. In onderstaande tabel zijn de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen opgenomen. (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2014
Boekwaarde per 31-12-2013
944 0 18 1 50 1 1.014
944 9 18 318 50 1 1.340
Aandelen BNG GEM, Saendelft Beheer BV Saendelft Commandiet BV RON Aandelen BKZ BV Divers Totaal
4
Voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën. (bedragen x € 1.000)
Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: - niet in exploitatie genomen bouwgronden - overige grond- en hulpstoffen Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Voorziening gebiedsontwikkeling Gereed product en handelsgoederen Vooruitbetalingen Totaal
Boekwaarde per 31-12-2014
Boekwaarde per 31-12-2013
9.874 56 15.972 -8.674 7.149 0 24.377
10.662 56 40.890 -22.745 7.470 0 36.334
Toelichting Het saldo van de voorraden betreft hoofdzakelijk de complexen van het grondbedrijf. De mutaties worden in onderstaande tabellen en op het programma Grondzaken en Gebiedsontwikkeling toegelicht. Daarnaast zijn er ook nadere specificaties van de vermeer- en verminderingen te vinden in paragraaf 3.7 Grondbeleid. (bedragen x € 1.000) Boekwaarde
Geraamde
Geraamde
Geraamd
Contante
Verwacht
31-12-2014
kosten 2015
opbrengsten
eindresul-
waarde
eindjaar
t/m eindjaar
2015 t/m
taat
31-12-2014
Omschrijving
Inverdan Noorderwelf ZaanIJ Gebied Zuidoost Noordzeekanaal Gebied Gebied Noordwest
eindjaar
14.253
65.586
-58.353
21.486
20.244
2021
-75
8.550
-8.591
-116
-79
2024
1.016
6.614
-7.631
-2
-2
2017
3.838
3.456
-8.022
-728
-727
2022
17.395
53.307
-61.510
9.193
3.986
2035
4.945
32.553
-36.761
736
428
2024
170.066
-180.868
30.569
23.851
Overige gronden Voorziening Planafsluitingen Totaal
-8.674 -15.526 17.172
212
(bedragen x € 1.000) Boekwaarde
Geraamde
Geraamde
Geraamd
31-12-2014
kosten 2014
opbrengsten
eind-resultaat
t/m eindjaar
2014 t/m
Omschrijving
Grondexploitaties Exploitatieovereenkomsten Planafsluitingen
Contante waarde 31-12-2014
eindjaar
32.470
141.245
-142.661
31.054
24.276
-972
17.483
-16.995
-484
-424
-15.526
Subtotaal bouwgrond in exploitatie
15.972
158.728
-159.656
30.570
23.852
Grondexploitaties in voorbereiding
9.899
0
-9.899
-
-
-25
3.014
-2.989
-1
0
9.874
3.014
-12.888
-1
0
Exploitatie ovk. in voorbereiding Subtotaal bouwgrond niet in expl. Voorziening
-8.674
Subtotaal bouwgrond
17.172
161.742
-172.544
30.569
23.851
0
8.324
-8.324
0
0
17.172
170.066
-180.868
30.569
23.851
Projecten Totaal
Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de toelichting op het programma grondzaken en gebiedsontwikkeling in paragraaf 2.6 en de paragraaf 3.7 grondbeleid. De aard en omvang van de waardeverminderingen op de complexen wordt toegelicht in het MPG 15.1. 5
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met en looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde 31-12-2014
Voorziening oninbaarheid
Balanswaarde 31-12-2014
Balanswaarde 31-12-2013
Vorderingen op openbare lichamen
24.071
0
24.071
22.705
Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen
6.619
0
6.619
6.791
Overige vorderingen
24.029
9.267
14.762
41.233
Overige uitzettingen
2
0
2
4
54.721
9.267
45.454
92.433
Totaal
Toelichting Bovenstaande tabel geeft inzicht in de kortlopende vorderingen die de gemeente heeft. Het totaal van 54.721 is uitgesplitst in onderdelen. • Vorderingen op openbare lichamen. Dit betreft een vordering op de belastingdienst voor het btwcompensatiefonds (BCF). • Verstrekte kasgeldleningen. Er stonden ultimo 2013 kasgeldleningen open ter hoogte van 21.700. De afname van 21.700 heeft voor een groot deel te maken met vervallen van deposito's (18.700) in het kader van spoorse doorsnijdingen. • De overige vorderingen bestaan voor 5.215 uit private debiteuren en voor 18.814 uit publieke debiteuren (totaal 24.029). Tegenover deze vorderingen staat een voorziening oninbaar van 9.267. Deze voorziening heeft deels betrekking heeft op private debiteuren (688) en deels op publieke debiteuren (8.578). De afname van de overige vorderingen op balanswaarde met 26.471 wordt grotendeels veroorzaakt door een afname van private debiteuren. In deze post was de overdracht van de brandweerpanden opgenomen. In 2014 is deze transactie afgewikkeld.
213
6
Liquide middelen (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2014
Boekwaarde per 31-12-2013
7
7
Banksaldi
1.709
0
Totaal
1.716
7
Kassaldi
Toelichting De banksaldi bestaat uit het banksaldi en het voormalige girosaldi. Omdat deze in 2013 negatief was (1.861), waren deze overgeheveld naar de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. Inmiddels is er een positief saldi. Voor de financieringsbehoefte kan de Gemeente gebruik maken van een kortlopende kredietfaciliteit (tot een maximum van € 60 miljoen) bij de BNG. De hoogte en het gebruik van deze faciliteit is onderdeel van de treasuryfunctie, welke elders in de jaarstukken wordt toegelicht. Het drempelbedrag voor schatkistbankieren is 0,75% van het begrotingstotaal. Daarmee bedraagt de drempel voor 2014: 0,75% * 400.484 = 300.363 Voor ieder kwartaal van 2014 bedroegen de middelen, bedoeld in artikel 2, lid 4, van de Wet financiering decentrale overheden, die in het kader van het drempelbedrag door de gemeente buiten ‘s Rijks schatkist zijn aangehouden: • 1e kwartaal 2014 € 687.492 • 2e kwartaal 2014 € 2.059.289 • 3e kwartaal 2014 € 2.868.243 • 4e kwartaal 2014 € 1.545.886 7
Overlopende activa (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-2014
Boekwaarde per 31-12-2013
Vooruitbetaalde bedragen
7.152
6.059
Nog te ontvangen bedragen
1.748
1.563
van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen bedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
1.526
1.674
10.426
9.296
Totaal
Toelichting De overlopende activa hebben betrekking op vooruitbetaalde lasten in 2014 en nog te ontvangen bedragen die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2014, maar welke pas in 2015 zullen worden afgewikkeld. Het saldo van de vooruitbetaalde bedragen bestaat onder andere uit de huur van parkeerplaatsen in Q-park Hermitage. De huur is voor een periode van 35 jaar vooruitbetaald (4.670)
214
De in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies nog te ontvangen voorschotbedragen die zijn ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel kunnen als volgt worden gespecificeerd: (bedragen x € 1.000)
Programma
02
Specifieke uitkering
11
14 Totaal
De vrijgevallen bedragen of de terugbetaling en
Saldo 31-12-2014
Rijksbijdrage BBZ 2013
218
0
-218
0
0
571
0
571
HIRB/TripleD
0
58
-35
23
Werk, inkomen en integratie
218
629
-253
594
Steigers Toer.MCV
75
0
-75
0
Kopermolenstraat
269
0
-269
0
0
59
0
59
Kalverpolder
0
43
0
43
SRA regionale woningmarkt
0
107
0
107
Koog Zaandijk
0
135
0
135
Fietstunnel Inverdan
0
450
0
450
Bereikbaarheid en mobiliteit
345
794
-345
794
E-Harbours
262
0
-262
0
16
0
0
16
HIRB
25
0
0
25
Raildempers W'veer
16
0
0
16
EH Movement (Klimaat)
0
6
0
6
Oplaadpalen NUON (Klimaat)
0
75
0
75
Milieu
319
81
-262
138
QW binnenhaven VidZ
392
0
-392
0
Wijkgericht werken en beheer
392
0
-392
0
ESF subsidie N618
400
0
-400
0
Oplaadpunten NSH
05
Nog te ontvangen bedragen
Rijksbijdrage BBZ 2014
Gerhardstraat
04
Saldo 31-12-2013
Bestuur en organisatie
400
0
-400
0
1.674
1.503
-1.652
1.526
215
Vaste passiva Eigen vermogen 8
Algemene reserve (bedragen x € 1.000)
Cls
Boekwaarde 31-12-2013
Algemene reserve
A2
14.627
Algemene reserve Grondbedrijf
A2
3.270
Algemene reserve Sociaal
A2
Totaal
Toevoeging
Onttrekking
Boekwaarde 31-12-2014
-3.121
11.506
3.187
-7.766
-1.309
2.100
8.078
19.997
11.265
10.178 -10.887
20.375
Toelichting: Mutaties in de reserves worden toegelicht bij de programmavelden (hoofdstuk 2) en de afwijkingen ten opzichte van de begroting in het resultaatmodel (hoofdstuk 4.1). De boekwaarde van algemene reserves is per saldo toegenomen. De onttrekking vanuit de algemene reserve grondzaken (ARG), onder invloed van verslechterde prognoses van een drietal exploitaties, maakt dat de ARG negatief wordt. Daarnaast is er een toevoeging aan de algemene reserve sociaal (ARS) gedaan vanuit de reserve WMO. Hiermee is uitvoering gegeven raadsbesluit 2013/115. Verdere toelichting op de ontwikkeling van de ARG is terug te vinden in het meerjarig plan grondexploitaties (MPG 15.1) 9
Bestemmingsreserves (bedragen x € 1.000)
CLS Actieplan Jeugdwerkloosheid Basisregistratie + digitalisering Bestemmingsplannen/HBT Bijdragen Monumenten Bodembeheer Buurt Sportcoaches Cofinanciering Hembrugterrein Combinatiefuncties De Fabriek (vm ISV-geld) De Omzoom Duurzaamheidfonds Fonds Beeldende Kunst Frictiekosten GAF 2009/2011 Hembrugterrein (Van Geel) Infrastructurele werken Inrichting Bibliotheek Inverdan Inrichting Nieuw Stadhuis ILG Investeringsfonds ISV3 Jongerencentrum Assendelft
Boekwaarde 31-12-2013
Toevoeging
Onttrekking
Boekwaarde 31-12-2014
B2
424
0
-200
224
C1
387
0
0
387
A2 B1 B2 B2
294 183 2.204 153
0 0 3.201 23
-114 -43 -415 0
181 140 4.991 177
A2
980
0
-290
690
B2 C1 B2 B2 B3 C1 B2 B1 B1
1.287 130 0 7.106 65 0 729 442 247
0 0 859 0 150 0 0 0 147
-97 -10 -43 -925 0 0 -75 -199 -148
1.190 120 816 6.181 215
B3
825
165
0
990
C1 B2 A2 B1
471 735 26.470 200
17 165 2.608 0
-142 0 -10.237 -200
346 900 18.840 0
B1
165
0
0
165
654 242 247
216
CLS Klimaatprogramma Luchtkwaliteit Nationaal Actieplan Sport & Beweging Nieuw Stadhuis Nog te bestemmen jaarrekening ‘13 Noorderwelf Openbare Ruimte Participatiemiddelen Popactiviteiten "De FluX" PRI/Egalisatie Regionalisering Brandweer Resultaat voorgaande jaren Sport a fonds perdu Strategisch Groenproject Versneld afschijven maatschappelijk nut Voetpad Guisveld Wachtgelden bestuur WAP Poelenburg Werkgelegenheidsprojecten WMO Woonschepen Nauerna Zaanverbinding Zijkanaal D kadevoorzieningen ZMOP2 Fonds Fysiek/bedrijventerrein ZMOP2 Fonds Fysiek ZMOP2 Fonds Sociaal Totaal
Boekwaarde 31-12-2013
Toevoeging
Onttrekking
Boekwaarde 31-12-2014
B1 B2
500 240
0 0
0 0
500 240
B2
278
0
-165
114
C1
9.779
0
-1.813
7.966
A2
0
6.955
-2.709
4.246
B1 C1 A2 B2 B2 B2 B3 B2 B1
67 2.848 104 180 545 112 1.500 5.862 1.374
0 0 0 0 382 135 0 234 0
-20 -350 -64 -180 0 -247 -1.500 -604 -777
47 2.498 40 0 927 0 0 5.493 596
B3
0
24.339
0
24.339
B2 A1 B2 A2 B3 B2 A2
122 880 1.255 1.000 5.332 153 90
0 175 0 0 6.695 0 90
-88 -885 -69 0 -10.627 -50 0
34 170 1.186 1.000 1.400 103 180
B2
0
275
0
275
B2
106
0
-79
26
B2 B1
507 1.412 77.742
0 0 46.615
-377 -1.412 -35.156
130 0 89.202
Classificatie: A1 Schommelingen in tarieven, niet specifiek te besteden. A2 Gereserveerde gelden voor nog niet in uitvoering genomen plannen. Deze reserves zijn vrij besteedbaar omdat het doel van de reserve gewijzigd kan worden zonder dat dit tot een gat in de begroting leidt. B1 Gereserveerde gelden voor gedeeltelijk in uitvoering opgenomen plannen. Dit kunnen ook meerdere losstaande plannen zijn, welke deels gebonden en deels vrij zijn. B2 Gereserveerde gelden voor plannen die al in uitvoering zijn genomen. Zodra de plannen verder in uitvoering zijn wordt de reserve meer gebonden. Het doel van de reserve kan dan niet meer zonder financiële consequenties gewijzigd worden. B3 Reserves die als (structureel) dekkingsmiddel in de lopende meerjarenraming zijn opgenomen. Vaak zal na de scope van de meerjarenraming de reserve nog steeds als dekkingsmiddel dienen, terwijl de reserve niet meer gebonden is. C1 In artikel 59 van het BBV is bepaald dat alle investeringen met economisch nut dient te worden geactiveerd (bruto methode). De hieraan gekoppelde reserves zijn altijd volledig gebonden omdat zonder deze reserve de dekking voor kapitaallasten wegvalt.
217
Toelichting Het totaal van de bestemmingsreserves ultimo 2014 bedraagt 89.202. Dit is een toename ten opzichte van 2013.Het totale bedrag aan toevoegingen is 46.615. De toename van de bestemmingsreserves wordt grotendeels veroorzaakt door o.a. een toevoeging voor bodembeheer (3.201) als gevolg van een decentrale uitkering. Daarnaast is het meerjarig programma grondzaken (MPG) geactualiseerd. Dit heeft geleid tot een aanpassing op van het investeringsfonds. Vanuit de resultaatbestemming 2013, (het vrijvallen van de gepassiveerde afkoopsommen erfpacht groot 31.294) is een reservering voor het versneld afschrijven in 2015 van investeringen met maatschappelijk nut opgesteld (24.339). Het resterende bedrag is bestemd ter dekking voor toekomstige jaarschijven (6.955). Ook zijn er het afgelopen jaar minder WMO voorzieningen verstrekt dan verwacht. Het restant is gereserveerd voor de toekomst en middels een onttrekking (8.078) gedoteerd aan de algemene reserve sociaal (ARS) 10
Gerealiseerd resultaat (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde 31-12-2013
Bestemming resultaat vorig boekjaar
Resultaat boekjaar 2014
Boekwaarde 31-12-2014
30.621 30.621
-30.621 -30.621
-12.474 -12.474
-12.474 -12.474
Gerealiseerd resultaat Totaal
Toelichting In de resultaatsbestemming 2013 is de bijzondere incidentele baat ingezet voor een reservering voor het versneld afschrijven van investeringen met maatschappelijk nut (24.339) en gereserveerd voor jaarschijf 2014 (2.709) en jaarschijf 2015 (4.246). Het nadelige resultaat uit gewone bedrijfsvoering in 2013 is ten laste van de algemene reserve gebracht (672). In het boekjaar 2014 is een positief resultaat behaald (12.474). Hoofdstuk 4.2 bevat een analyse van het resultaat. De aansluiting van de mutaties in de reserves in de balans met het resultaatmodel kan als volgt worden gevonden: (bedragen x € 1.000)
Toevoegingen 2014 Onttrekkingen 2014 Algemene reserve Bestemmingsreserves Resultaat 2013 Mutaties in Resultaatmodel hfst. 4.1
11
11.265 46.615
-10.887 -35.156 -30.621 -76.664
57.880
Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
CLS
Boekwaarde Toevoeging 31-12-2013
Vrijval
Aanwending Boekwaarde 31-12-2014
Voorziening afvalstoffenheffing
D
213
547
0
0
760
Afvalzorg
B
3.388
0
-200
-103
3.085
Afwikkeling Dekamarkt Westzaan
A
23
0
0
-22
0
Afwikkeling Durghorst
A
48
0
-47*
0
0
Afwikkeling Erasmushuis
A
96
0
-68*
-29
0
A
0
731
0
-31
700
A
0
280
-34
0
246
A
56
0
-44*
-12
0
Afwikkeling faillissement Welsaen Afwikkeling gebiedsontwikkeling Afwikkeling Indische Buurt
218
CLS
Boekwaarde Toevoeging 31-12-2013
Vrijval
Aanwending Boekwaarde 31-12-2014
West Afwikkeling Jedeloo
A
15
0
-11*
-5
0
Afwikkeling Voorslagterrein
A
170
0
-34*
-136
0
Begraafplaatsen
D
159
66
0
0
224
Civiele kunstwerken
D
293
62
0
0
355
Claim Bouwmaat
B
100
0
-71
-29
0
De Conrad
A
2
0
-2*
0
0
First in Food
B
112
0
0
-112
0
A
308
0
-305
-3
0
A
374
0
-345
-29
0
A
222
0
-222
0
0
A
12
0
0
-12
0
D
23
0
0
-27
-4
Gasfabriekterrein Wormerveer Gasfabriekterrein Krommenie Gasfabriekterrein Zaandam Kosten voormalig personeel Marktgelden egalisatie voorziening NZKG
B
0
1.997
0
-0
1.997
Onderhoud vastgoed
C
2.948
528
-2.360
-429
686
Parkeervoorziening
D
646
53
0
-143
556
Pensioenvoorziening raadsleden
A
174
0
-174
0
0
Reorganisatie
A
1.125
805
0
-1.013
917
Reorganisatiekosten personeel
A
160
0
-22
-138
0
Riolen
D
4.014
1.584
0
0
5.597
Transitiekosten FluXus
A
0
615
0
0
615
UPC Gelden Bibliotheek
D
2.180
0
0
0
2.180
Wachtgelden wethouders
A
25
885
0
-261
649
16.887
8.153
-3.941
-2.535
18.564
Totaal
*De posten onder vrijval ( 206) hebben te maken met de omzetting naar de Voorziening: "Afwikkeling gebiedsontwikkeling"
Classificatie A. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten. B. Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. C. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. D. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Toelichting Het totaal van de voorzieningen ultimo 2014 bedraagt 18.564. Het totale bedrag aan toevoegingen betrof 8.153. De aanwendingen in 2014 bedroegen 2.535. Ten opzicht van 2013 is de voorzieningenpositie toegenomen met (1.677). De toename van de voorzieningen wordt grotendeels veroorzaakt door o.a.: - Er is een verliesvoorziening Noordzeekanaal gebied (NZKG) getroffen vanwege geraamde verslechtering van de grondexploitatie bij de verbonden partij RON (1.997). 219
-
Het jaarlijkse onderhoudsbudget voor de vastgoedpanden is verhoogd. Als gevolg daarvan is een deel van de voorziening vrij komen te vallen (2.360). Het jaarlijkse resultaat op de onderhoudskosten wordt toegevoegd of aangewend vanuit deze voorziening. De rioolheffing dient te worden gebruikt voor de exploitatie, onderhoud en vervanging van het gemeentelijke riool. Een overschot of een tekort op het product riolering dient ten gunste of ten laste van de voorziening riolering te komen. In 2014 waren onder andere de kapitaallasten en de kosten voor klein herstel aan de riolering lager dan begroot. Dit zorgt voor een relatief hoge toevoeging aan de voorziening (1.584). 12 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer (bedragen x € 1.000)
Opgenomen langlopende leningen (binnenlandse banken) Waarborgsommen Totaal per 31-12
Boekwaarde per 31-12-14
Boekwaarde per 31-12-13
393.000
379.000
37
0
393.037
379.000 (bedragen x € 1.000)
Saldo 31-12- Vermeerderin2013 gen
Aflossingen
Saldo 31-122014
60.000
46.000
393.000
Obligatieleningen Onderhandse leningen
379.000
Door derden belegde gelden
0
0
0
0
Waarborgsommen
0
37
0
37
Verplichtingen uit hoofde van financial lease overeenkomsten.
0
0
0
0
379.000
60.037
46.000
393.037
Totaal
Toelichting Voor de financieringsbehoefte kan de gemeente gebruik maken van langlopende leningen. De rentekosten in 2014 bedroegen hiervoor 16.027. De hoogte en het gebruik zijn onderdeel van de treasuryfunctie, welke elders in de jaarstukken (paragraaf 3.3) wordt toegelicht. De waarborgsommen zijn in 2014 in tegenstelling tot 2013 opgenomen onder de langlopende schulden. In 2013 waren de waarborgsommen onder de netto-vlottende schulden opgenomen. De actuele en extreem lage rentes leiden er toe dat bijna alle in het verleden afgesloten leningen een hoger rentepercentage hebben dan in de huidige kapitaalmarkt gangbaar is. Dit heeft tot gevolg dat in de huidige omstandigheden er sprake is van negatieve marktwaardes. Die marktwaarde wordt berekend door het renteverschil (actuele rente minus de rente van de afgesloten lening) contant te maken. Op het eind van de looptijd van de afgesloten lening (resterende looptijd is dan 0) is er geen verschil meer en is de marktwaarde dus nul. Er is, om een beeld te geven van het verschil in de contractuele rente en de huidige marktrente, een berekening over de totale financieringspositie gemaakt welke leidt tot een negatieve marktwaarde ultimo 2014 van ruim € 100 miljoen. Voor de regulier vastrentende leningen bedraagt die negatieve marktwaarde ruim € 58 miljoen en voor leningen met behulp van rente-instrumenten € 42 miljoen. Zaanstad maakt gebruik van rente-instrumenten (oa derivaten), onder alle derivaten liggen leningen (100% effectieve hedge). Er is in totaal voor € 104 miljoen aan kortlopende schulden via renteinstrumenten omgevormd tot langlopende schulden, € 10 miljoen (lening met een renteplafond) hiervan wordt verantwoord onder de langlopende leningen. De regelgeving schrijft niet voor dat de marktwaardes in de jaarrekening gewaardeerd moeten worden.
220
Vlottende Passiva 13 Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar: (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-14
Boekwaarde per 31-12-13
Overige schulden
26.531
31.002
Kasgeldleningen
119.000
152.000
7.473
1.861
153.004
184.863
Kortlopende schulden
Bank Totaal
Toelichting De overig schulden betreffen de te betalen bedragen aan crediteuren (23.949). De overige schulden bestaan verder uit rekening-courant verhoudingen met Saendelft Commandiet (200), fonds de Hoop (38), overig (2) en Betaalbare Koopwoningen Zaanstreek (2.342) Daarnaast heeft Zaanstad kasgeldleningen. Een kasgeldlening is een banklening met een korte looptijd, vaste rente en een minimale omvang. Er staan een diverse kasgeldleningen uit bij: Kasgeldleningen Aegon
2014 10.000
Berkelland
5.000
Groningen
10.000
Interpolis
40.000
Menzis
29.000
Stad Rotterdam
10.000
Waard Leven
10.000
Zilveren Kruis
5.000
Totaal
119.000
Het negatieve banksaldo betreft de BNG betaalrekening van de gemeente. 14
Overlopende passiva (bedragen x € 1.000)
Boekwaarde per 31-12-14
Boekwaarde per 31-12-13
Nog te betalen bedragen
24.982
22.219
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen
28.294
32.435
Vooruit ontvangen bedragen Totaal per 31-12
284
1.040
53.560
55.694
Toelichting In de balans is een bedrag van 28.294 aan ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen verantwoord. De onderbouwing van dit saldo en de ontwikkeling van 2013 naar 2014 is hieronder weergegeven in de tabel. (bedragen x € 1.000)
221
Programma
01 02
Specifieke uitkering
0
10
0
10
10
0
10
WWB werkdeel
1.791
0
-533
1.258
Werk, inkomen en integratie
1.791
0
-533
1.258
0
714
-250
464
EFRO Omzoom
36
0
0
36
Inhaalslag bestemmingsp
11
0
-11
0
Kalverp.+papierindustri
501
0
-496
5
Spoorse doorsnijdingen
22.970
100
-1.520
21.550
168
0
-168
0
23.685
814
-2.444
22.056
30
0
0
30
153
0
-29
123
5
12
-16
0
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling BDU Toegank.bushalte 2e CVV Vervoer WEB passantenpl. grote sluis
0
156
-29
128
Zuidelijke Randweg
2.029
0
-2.029
0
Bereikbaarheid en mobiliteit
2.216
168
-2.103
281
Begeleiden ex gedetineerden
0
25
0
25
Duurzame Energie Subsidie
31
0
-24
7
Duurzame woningbouwrenovatie
20
0
0
20
EFRO Walstroom
108
0
0
108
E-Harbours CETSI
54
0
-54
0
10
0
-10
0
118
13
-17
113
Geurreducerende maatreg Gevelsanering Gevelsanering Rail W've
21
0
-10
12
Gevelsanering uitv.kosten
5
82
-23
65
HIRB 2014 Duurzaamheidsoperat.
0
10
0
10
Hulpimpuls SRA
0
58
0
58
477
0
-134
343
0
110
-59
51
62
0
-62
0
4
1
0
5
Luchtkw./Nation.samenw. Optimus Railscherm Wormerveer Stil asfalt Tijdel. Overg.reg. ISV-Geluid
0
475
-1
474
Milieu
911
774
-394
1.291
BOS-gelden
942
0
-193
749
HIRB 2014 Hembrug blauw A
0
55
0
55
HIRB Light 2012
0
35
0
35
18
300
-318
0
961
390
-511
839
3
0
-3
0
1.785
4.377
-4.832
1.330
299
557
-851
5
SRA-PID Hembrugterrein 06
Grondzaken en gebiedsontwikkeling Binnenklimaat scholen Z Onderwijsachterstandenb Participatiebudget Educatie Reg.meldpunt Coördinati
07
Saldo 31-12-2014
0
BDU KAR-installaties Za
05
De vrijgevallen bedragen of de terugbetalingen
Economie
Voetpad Guisveld
04
De ontvangen bedragen
HIRB 2014 Overaanbod
BDU Prins Bernhardplein
03
Saldo 31-12-2013
Jeugd en onderwijs
77
0
0
77
2.164
4.934
-5.686
1.412 222
Programma
Specifieke uitkering
Saldo 31-12-2013
0
121
-70
51
24
26
0
50
Communicatie Kanteling
84
83
-57
110
De kanteling WMO
58
0
0
58
Nazorg volw.ex-gedetine RGSHG Talent top centre
55
0
-55
0
209
0
0
209
3
0
-3
0
12
0
-12
0
0
100
0
100
84
0
0
84
Versterken vrijwilligerswerk
0
208
-76
132
Zorgaanbod Jeugdzorg (SRA)
0
1.271
-1.271
0
530
1.809
-1.545
794
Week v.d. Amateurkunst
12
71
-83
0
Cultuur
12
71
-83
0
BDU Fietsp.Saendelft
159
0
0
159
Omg.Stat.Koog Z'dijk SRA
-20
20
10
0
-10
0
Verbouwing Westzijde 93
Maatschappelijke ondersteuning en welzijn
Tijdbeleid Wachtpl.voorz.oude haven Zaan/de Poel 11
Saldo 31-12-2014
Bewegen op Recept (ZONM
MO/VO
10
De vrijgevallen bedragen of de terugbetalingen
Beschermd Wonen Provincie
Elektronisch Kind Dossier
08
De ontvangen bedragen
Wijkgericht werken en beheer
Totaal
0
0
252
-58
194
17
0
-17
0
165
273
-84
353
32.435
9.242
-13.383
28.294
15 Borg- en garantstellingen (bedragen x € 1.000)
Risico categorie/ portefeuille
Restant hoofdsom 31-12-2013
Aflossing 2014
Storting klimleningen 2014
Woningbouw inclusief WSW Totaal categorie 1
898.067 898.067
44.729 44.729
15.794 15.794
Milieu Woningbouw exclusief WSW Ziekenhuis Zorg Totaal categorie 2
53.700 16.926 18.345 6.912 95.883
0 3.380 2.583 1.835 7.798
Divers Sociaal Sport Totaal categorie 3
16.032 767 1.823 18.622 1.012.572
Totaal
Restant Aantal Aantal hoofdsom 2013 2014 31-12-2014 869.132 869.132
147 147
135 135
23 95
53.700 13.618 15.762 5.100 88.180
1 7 7 13 28
1 7 7 13 28
276 81 132 489
197 2 239 438
15.953 688 1.930 18.571
12 6 19 37
12 6 20 38
53.016
16.327
975.883
212
201
72
223
Toelichting Over 2014 is het saldo van de borgstellingen afgenomen. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van de aflossing 44.729 in de woningbouwsector (inclusief WSW). Daarnaast is er door de actualisatie van de borgstellingen een bedrag in categorie 2 voor 7.798 afgelost. In categorie 3 is het niveau van de borgstelling nagenoeg hetzelfde. 16 Niet uit de balans blijkende verplichtingen In aanvulling op de balans wordt een overzicht van niet uit de balans blijkende belangrijke financiële verplichtingen opgemaakt om inzicht te verschaffen in de meerjarige verplichtingen waaraan de gemeente gebonden is. Het overzicht hieronder geeft inzicht in de belangrijkste onderdelen. Het totaal van deze verplichtingen bedraagt 15.767. Het betreft financiële toekomstige verplichtingen die niet uit de balans te herleiden zijn, de einddatum van de verplichting is hieronder weergegeven. Waar de einddatum is open gelaten betreft het een veelheid van verplichtingen met verschillende einddata. (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Leverancier
Beheer IT
BT Nederland
2015
Accountantsdiensten
Deloitte
2016
77
Facilitair (catering, schoonmaak, e.d)
Eurest
2017
1.238
Elektriciteit & Gas (verbruik)
Greenchoice
2016
922
Huisvuil
HVC
2023
10.554
Huurovereenkomst locatie "de Spierling"
HVC
2020
300
Openbare mobiele infrastructuur
Private Mobility Nederland
2017
171
Onderhoud handhavingssysteem
Sigmax Law
2019
63
Documentmanagement
Veenman
2015
147
SLA Bedrijfsvoering Veiligheidsregio
Veiligheidsregio ZW
Totaal
Laatste jaar van de verplichting
-
Jaarlijkse verplichting 1.598
697 15.767
Daarnaast heeft Zaanstad in haar leningenportefeuille een lening groot € 10 miljoen waarbij de geldgever het recht heeft in 2021 de lening te verlengen met 15 jaar tegen 3,625% of 6-maands Euribor zonder opslag. Indien geldgever geen gebruik maakt van haar recht om de lening te verlengen tegen 3,625 % heeft geldnemer het recht de lening op 20 oktober 2021 boetevrij vervroegd af te lossen dan wel de rente voor de resterende looptijd te fixeren tegen de dan geldende kapitaalmarktrente.
224
6. Bijlagen
225
6.1.
Subsidies
Programma Subsidieplafond Economie
Soort subs. budget
Toerisme
exploitatie
Doel (beoogd effect) subsidie tbv programma Het creëren van een goed ondernemers- en vestigingsklimaat en voldoende adequate werkgelegenheid in Zaanstad nu en in de toekomst binnen de dynamiek van de metropool Amsterdam Stimuleren van het toerisme
Totaal 1 Economie Individuele subsidies Kinderopvang
exploitatie
Bijdrage voor kinderopvang
Baanstede
exploitatie exploitatie
Uitvoering van de WSW Bevordering van uitstroom uit de uitkering
Totaal 2 Werk, Inkomen en integratie Wonen
budget
Monumenten
budget
Bijdrage SRA regionale woningmarkt Bijdrage aan onderhoud en renovatie/restauratie
Totaal 3 Wonen en ruimtelijke ontwikkeling Verkeer en vervoer
exploitatie
Fietsenstalling Vinkenstraat
Totaal 4 Bereikbaarheid en mobiliteit Milieu
Exploitatie
Klimaat
Exploitatie
Scooters, Elektrische auto’s, afvalinzameling, luchtkwaliteit Oplaadpunten, energiezuinige woning
Totaal 5 Milieu Gevelverbetering
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014 5 40 163
25
60
25
30
100
188
238
50
116
13.032
12.238
12.461 25
13.270
12.288
12.602 100
125
150
108
125
150
208
0
4
0
0
4
0
215
101
168
141
58
242
226
215 Budget
Hembrugterrein
Verbetering aan gevels in Centrum Stg. Holland Route
31 436
Totaal 6 Grondzaken en Gebiedsontwikkeling Schoolbegeleidingsdienst GGD Subsidieplafond Jeugd en Onderwijs
exploitatie exploitatie exploitatie
Schoolbegeleidings-activiteiten Activiteiten volksgezondheid
Totaal 7 Jeugd en Onderwijs GGD Individuele voorzieningen* St. SMD
exploitatie exploitatie exploitatie
St. Welsaen
exploitatie
Subsidieplafond MO en Welzijn
diverse
Activiteiten volksgezondheid Activiteiten in kader van WMO Activiteiten maatschappelijke hulp en dienstverlening Activiteiten op gebied van welzijnsperspectief
Totaal 8 Maatschappelijke Ondersteuning en Welzijn Stichting NME
exploitatie
Bevorderen van ontplooiingskansen van (met
467 131 1.980 5.370
2.022 4.944
18 6.548
7.481
6.966
6.566
5.399 1.487
6.478 637
3.355 687
3.068
2.154
2.026
8.253
6.448
6.621
18.207
15.717
12.689
508
491
491
226
Programma
Soort subs.
Stg. Zwembaden Zaanstreek Optisport Subsidieplafonds Sport en recreatie
exploitatie exploitatie exploitatie
Doel (beoogd effect) subsidie tbv programma name) jongeren Exploitatie en huur zwembaden Beheer sportaccommodaties
Totaal 9 Sport en recreatie Czaar Peterhuisje
exploitatie
De Bieb
exploitatie
De Kade
exploitatie
Filmtheater de Fabriek
exploitatie
Fluxus centrum voor de kunsten Zaantheater
exploitatie exploitatie
Amateuristische kunstbeoefening Beeldende kunst en vormgeving Cultuurparticipatie
exploitatie
budget
Evenementen
budget
Zaanse Schans
exploitatie
Zaans Museum
exploitatie
Zaanse Molens
exploitatie
Subsidieplafond Kunst en Cultuur
divers
budget
Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad d.m.v. het in stand houden van cultureel erfgoed Het mogelijk maken dat zowel boeken, tijdschriften als muziekdragers beschikbaar zijn voor de Zaankanters, om zo kennisvergaring en interesses aan te wakkeren. Versterken van vestigingsklimaat van Zaanstad Bevorderen ontplooiingskansen van (met name) jongeren en het versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Versterken van de vestigingsklimaat van Zaanstad; Bevorderen van ontplooiingskansen van (met name) jongeren Bevorderen ontplooiingskansen van (met name) jongeren Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad; Versterken van het vestigingsklimaat van Zaanstad Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad; Versterken van het vestigingsklimaat van Zaanstad Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Combinatie van: Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad; Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken;
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014 1.471 776 1.378
1.355 683 1.851
1.470 743 1.843
4.133
4.380
4.547
109
0
0
3.309
3.372
3.372
269
0
0
163
170
170
2.064
2.007
2.007
2.581
2.614
2.540
132
137
141
23
16
0
122
180
129
189
198
224
0
24
0
782
903
922
153
156
156
263
554
527
227
Programma
Soort subs.
Doel (beoogd effect) subsidie tbv programma Bevorderen ontplooiingskansen van (met name) jongeren; Versterken van vestigingsklimaat
Totaal 10 Cultuur Wijkorganisaties Subsidieplafond Beheer buitenruimte Grenen palen
10.331
10.188
Functioneren wijkoverleg
270 216
0 207
169 196
budget
Bijdrage in onderzoekskosten
130
150
251
616
357
616
110
112
110
110
112
110
54.346
50.647
48.407
exploitatie
Totaal 13 Openbare orde en Veiligheid Eind totaal
10.159 exploitatie exploitatie
Totaal 11 Wijkgericht werken en beheer Bureau discriminatiezaken
Rekening Begroting Rekening 2013 2014 2014
Realiseren van de kerntaken uit de gemeentelijke nota antidiscriminatiebeleid Zaanstad, zoals klachtenbehandeling,
228
6.2.
Begrotingsrechtmatigheid
Sinds 1 januari 2004 voert de accountant een controle uit naar de rechtmatigheid van de jaarrekening. De normen over rechtmatigheid zijn voldoende bekend en vormen een vast onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden. Ook is de rechtmatigheid via audits getoetst. De uitkomsten van de audits zijn aan de leidinggevenden gerapporteerd. In een enkel geval hebben de uitkomsten van de audits geleid tot een aanpassing van de dagelijkse werkzaamheden, ter borging van de rechtmatigheid. Begrotingsrechtmatigheid Bij de rechtmatigheidcontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. Begrotingsrechtmatigheid wordt omschreven als: “Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s”. In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.” Indien op programmaniveau de gerealiseerde lasten hoger zijn dan de begrote lasten of, in enkele gevallen, de gerealiseerde baten lager zijn dan de begrote baten, is er sprake van een begrotingsafwijking. De begrotingsafwijkingen van minimaal € 200.000 worden gerapporteerd. Begrotingsonrechtmatigheid kan deels worden veroorzaakt door onjuiste begrotingswijzigingen. Bij onjuiste begrotingswijzigingen zijn bijvoorbeeld de begrote baten verlaagd in plaats van de lasten verhoogd. Voor het resultaat heeft dit in principe geen gevolgen. Andere overschrijdingen kunnen wel effect hebben op het resultaat. Per uitgave die heeft geleid tot een begrotingsoverschrijding op programmaniveau dient te worden aangegeven of de uitgaven binnen het door de Gemeenteraad uitgezette beleid passen dan wel dat er sprake is van strijdigheid met een wettelijke bepaling c.q. met een door de Gemeenteraad genomen beslissing. Tabel 1 toont ‘soorten’ begrotingsoverschrijdingen. In aanvulling op de afwijkingen die het platform rechtmatigheid onderkend is afwijking nummer 2.1 toegevoegd. Tabel 2 laat de programma’s zien waarbij een begrotingsafwijking > € 200.000 op de lasten voor bestemming is ontstaan. In tabel 3 zijn de begrotingsafwijkingen ingedeeld in de desbetreffende categorieën waarop de afwijkingen betrekking hebben. De afwijkingen worden kort toegelicht, voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de programmavelden en het resultaatmodel.
229
Tabel1: Soorten begrotingsoverschrijdingen Nr
1
2.1
2.2
3
4
5 6
6.1 6.2 7
7.1
Beschrijving Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar die zijn ontstaan na laatste beleidsrijke begrotingswijziging, te weten de Bestuursrapportage. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de raad. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen. Vaak blijkt vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een (niet eerder geconstateerde) overschrijding. Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Over de aanwending van deze extra inkomsten heeft de raad nog geen besluit genomen. Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheidgevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar: geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar geconstateerd na verantwoordingsjaar Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. jaar van investeren
Onrechtmatig, maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig, en telt mee voor het oordeel
X
X
X
X
X
X
X X
X 230
Tabel1: Soorten begrotingsoverschrijdingen Nr 7.2
Beschrijving afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren
Onrechtmatig, maar telt niet mee voor het oordeel X
Onrechtmatig, en telt mee voor het oordeel
Tabel 2: Begrotingsafwijkingen per programma > € 200.000 Lasten voor bestemming Programma Begroot Realisatie Afwijking 2 Werk, inkomen en integratie 85.710 88.172 2.362 7 Jeugd en onderwijs 30.019 31.153 1.134 9 Sport en Recreatie 6.158 6377 220 Totaal begrotingsafwijkingen 3.716 Bedragen x € 1.000
Tabel 3: Indeling begrotingsafwijkingen Programma
1
2.1
Categorie begrotingsafwijking 2.2 3 4 5
2
Werk, inkomen en integratie
1.525
7
Jeugd en onderwijs
1.134
9
Sport en recreatie
Totaal begrotingsafwijkingen
6
7.2
837
220 2.659
220
837 Bedragen x € 1.000
Korte toelichting begrotingsafwijkingen Werk, inkomen en integratie (2.362) De hogere lasten zijn ontstaan door een hoger aantal verstrekkingen in het kader van de wet bijstandsbesluit zelfstandingen (Bbz) (837) en een hoger aantal uitkeringen in met name de IOAW (oudere werklozen) (103). Hier staan hogere ontvangsten (75% declarabel via het rijk) tegenover. Indien een cliënt uitstroomt komt het vaak voor dat er nog een deel van de uitkering terug moet worden betaald omdat de inkomsten uit arbeid pas een maand later worden verrekend. Daarnaast kunnen vorderingen ontstaan door opgespoorde fraude of bijstand, verstrekt in de vorm van een lening. Omdat het onzeker is of deze vorderingen werkelijk terugbetaald worden, is er een voorziening gevormd. Doordat het aantal vorderingen is toegenomen in 2014 is deze voorziening verhoogd (806). Bij de najaarsrapportage is het budget voor minimavoorzieningen naar beneden bijgesteld aan de hand van de uitgaven over de eerste negen maanden. Maar in de laatste maanden zijn toch meer re-integratiemiddelen ingezet om uitstroom te realiseren. Hierdoor zijn de kosten hoger uitgevallen (680). Jeugd en onderwijs (1.134) Onderwijsachterstanden: De gemeente ontvangt van 2011 tot en met 2015 middelen ten behoeve van de bestrijding van onderwijsachterstanden (OAB). Het saldo in de afgelopen jaren toegenomen doordat veel projecten die uit deze middelen betaald worden een opbouw kennen van kleinschalige inzet (pilot) naar een brede inzet in het veld. Hierdoor kunnen de uitgaven niet direct gekoppeld worden aan het jaar van toekenning en dienen de uitgaven de jaren 2013-2015 hoger te liggen dan de inkomsten. Het overschrijden van de begroting (1.069) toont aan dat de gemeentelijke inspanningen daartoe succesvoller zijn verlopen dan voorzien. De gemeente loopt dus vooruit op uitgaven die in latere jaren waren voorzien. Ter dekking van de lasten ontvangt Zaanstad de rijksuitkering OAB. De overschrijding van 1.069 op de lasten is gedekt uit die middelen. 231
Sport en recreatie (220) De voorbereidingskosten van projecten bijvoorbeeld zwembad Noord en sporthal de Koog zijn in 2014 betaald uit het huidige budget voor sportaccommodaties en niet uit het project(investerings)budget (231).
232
Begroting vs realisatie saldo
Begroting vs realisatie baten
Begroting vs realisatie lasten
Realisatie saldo 2014
Realisatie baten 2014
Realisatie lasten 2014
Begroting saldo na bw 2014
Begroting baten na bw 2014
Begroting lasten na bw 2014
Saldo van baten en lasten
Begroting saldo origineel 2014
Programma
Begroting baten origineel 2014
Resultaatmodel per product Begroting lasten origineel 2014
6.3.
Economie Economisch Beleid Directe apparaatslasten
721
-1
721
710
0
710
694
-2
692
-16
-2
-18
1.158
0
1.158
708
0
708
720
-23
697
12
-23
-11
49.904 -48.106
1.798
55.314 -54.428
886
57.060 -56.250
810
1.746
-1.823
-77
Werk, inkomen en integratie Inkomensvoorziening Minimavoorziening
3.623
-319
3.303
4.719
-319
4.400
4.472
-441
4.031
-247
-122
-369
Participatie
5.854
-5.701
153
3.406
-5.543
-2.137
4.086
-5.731
-1.646
680
-189
491
Sociale werkvoorziening Directe apparaatslasten
11.405 -10.416 9.663
988
12.238 -11.233
0
9.663
10.133
252
0
252
1.893
-1.494
399
1.005
12.390 -11.586
803
152
-353
-201
-153
10.012
32
-47
-15
246
0
246
1
0
1
989
-717
272
23
-54
-31
-106
10.027
10.165
245
0
245
965
-663
302
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling Monumenten & Archeologie Ruimtelijke Ontwikkeling Vergunningen openbare ruimte
0
-41
-41
0
-41
-41
0
-72
-72
0
-31
-31
Wonen
1.104
-330
774
1.084
-340
744
806
-426
380
-277
-86
-364
Directe apparaatslasten
3.879
1
3.881
3.654
0
3.654
3.254
0
3.254
-400
0
-400
Parkeren
1.265
-3.361
-2.096
1.220
-3.259
-2.039
1.200
-3.201
-2.001
-20
58
38
Verkeer en Vervoer
1.134
-52
1.082
2.465
-8
2.457
1.833
-45
1.787
-633
-37
-670
Directe apparaatslasten
1.391
0
1.391
1.173
0
1.173
1.254
-44
1.211
81
-44
37
704
0
704
379
-877
-497
417
-872
-455
38
4
42
14.673 -18.048
-3.375
15.246 -18.303
-3.057
15.165 -18.233
Bereikbaarheid en mobiliteit
Milieu Bodembeheer Huishoudelijke afvalstoffen Klimaat Milieu Directe apparaatslasten
339
0
-3.068
-80
70
-11
339
854
-549
304
846
-549
297
-8
0
-7
767
0
767
2.891
-104
2.786
2.962
-168
2.794
71
-64
7
2.049
0
2.049
1.455
0
1.455
1.498
0
1.498
42
0
42
3.466
-4.431
-964
3.458
-2.061
1.397
3.506
-3.390
116
48
-1.329
-1.281
41.509 -30.317
11.191
52.741 -34.503
18.238
14.212 -13.556
Grondzaken en gebiedsontwikkeling Erfpacht Gebiedsontwikkeling Vastgoed Directe apparaatslasten
9.530
-4.026
7.064
-5.637
1.428
6.662
-7.602
-939
39.186 -24.973 6.662
-7.837
-1.175
0
-236
-236
955
-68
887
1.630
-68
1.562
1.087
-76
1.012
-543
-8
-550
2.022
0
2.022
2.022
0
2.022
2.115
0
2.115
94
0
94
5.281
-3.752
1.529
5.919
-4.677
1.242
6.988
-5.970
1.018
1.069
-1.293
-225
17.342
-661
16.681
17.473
-775
16.697
17.465
-507
16.959
-7
269
262
1.838
-32
1.806
1.763
-32
1.731
1.846
-11
1.834
83
20
103
367
0
367
168
0
168
188
0
188
20
0
20
1.795
0
1.795
2.675
-212
2.463
2.551
-212
2.339
-124
0
-124
8.379
0
8.379
10.260
-1.522
8.738
10.304
-1.474
8.829
44
48
92
6.268
-7
6.260
6.402
-62
6.340
6.305
-69
6.236
-98
-6
-104
Jeugd en onderwijs Jeugdgezondheidszorg Onderwijsbeleid en Volwasseneducatie Onderwijshuisvesting Leerlingenvervoer Jeugdbeleid Directe apparaatslasten Maatschappelijke ondersteuning en welzijn Maatschappelijke opvang Hulp- en Dienst Maatschappelijke participatie
233
Openbare gezondheidszorg Huishoudelijke verzorging Voorzieningen gehandicapten Maatschappelijke opvang/verslavingszorg Directe apparaatslasten
2.401
0
2.401
2.401
0
2.401
2.449
0
2.449
48
0
48
17.758
-1.363
16.395
13.683
-2.476
11.207
14.021
-2.637
11.384
338
-162
177
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.230
0
2.230
2.300
0
2.300
2.243
-12
2.231
-56
-12
-68
3.386
0
3.386
3.508
-133
3.374
3.181
-121
3.060
-326
12
-314
596
0
596
610
0
610
578
-6
572
-32
-6
-38 -64
Sport en recreatie Sportbeleid Sportaccomodaties
5.188
-51
5.137
4.476
-51
4.425
4.706
-346
4.361
231
-295
Recreatiebeleid
874
0
874
894
0
894
899
0
899
5
0
5
Directe apparaatslasten
199
0
199
178
0
178
194
0
194
16
0
16
241
0
241
94
-16
78
30
-102
-72
-64
-86
-149
Bibliotheken
3.531
-20
3.511
3.459
0
3.459
3.452
0
3.452
-7
0
-7
Cultuurparticipatie
2.290
0
2.290
2.939
0
2.939
2.916
0
2.916
-23
0
-23
Cultuur Beeldende kunst en vormgeving
Evenementen Musea Overige kunst en cultuur Podiumkunsten Directe apparaatslasten
264
-71
194
198
0
198
224
-30
194
26
-30
-4
1.140
0
1.140
1.140
0
1.140
1.157
0
1.157
18
0
18
312
0
312
147
-165
-18
179
-165
14
32
0
32
3.058
0
3.058
3.060
0
3.060
2.987
0
2.987
-73
0
-73
345
0
345
236
0
236
242
0
242
6
0
6
35.828
-205
35.623
38.482
-1.047
37.436
35.983
-1.174
34.809
-2.499
-127
-2.626
1.120
-66
1.054
950
-66
884
605
17
621
-345
83
-262
239
-490
-251
238
-489
-251
81
-334
-252
-157
155
-1
16.712 -21.087
-4.375
16.223 -21.308
-5.086
16.144 -21.014
-4.870
-79
295
216
-733
69
-69
0
Wijkgericht werken en beheer Integraal onderhoud openbare ruimte Wijkmanagement Markten en kermissen Riolen Begraafplaatsen Commerciele opdrachten Directe apparaatslasten
283
-938
-656
212
-945
-733
281
-1.013
150
-188
-38
20
-60
-40
24
-58
-35
4
2
5
13.231
0
13.231
11.644
0
11.644
11.546
-18
11.528
-98
-18
-116
Publieke dienstverlening Omgevingsvergunningen
456
-4.470
-4.014
408
-3.720
-3.312
378
-4.063
-3.686
-31
-343
-374
1.055
-2.408
-1.353
1.540
-2.916
-1.376
1.403
-2.812
-1.409
-137
105
-33
Havens en Kadegelden
427
-1.197
-770
311
-1.197
-886
134
-1.132
-998
-176
64
-112
Gemeentearchief
182
-36
146
192
-36
156
130
-42
88
-62
-6
-68
Burgerzaken
Verkiezingen Directe apparaatslasten
511
0
511
511
0
511
392
0
392
-119
0
-119
9.082
0
9.082
8.448
0
8.448
8.419
-5
8.414
-29
-5
-34
8.770
-1.515
7.255
0
0
0
0
0
0
0
0
0
308
-131
177
999
-814
185
600
-421
180
-399
394
-5
Openbare orde en veiligheid
Handhaving Openbare orde en veiligheid
2.955
0
2.955
13.507
0
13.507
13.662
56
13.718
154
56
211
Directe apparaatslasten
4.869
-11
4.858
2.894
0
2.894
2.928
0
2.928
33
0
33
564
-251
313
1.086
-119
967
914
-237
677
-172
-118
-290
593
0
593
438
0
438
340
0
340
-98
0
-98
1.586
0
1.586
1.608
0
1.608
1.642
-1
1.640
34
-1
32
Bestuur en organisatie Bedrijfsvoering Bestuur- en managementondersteuning Burgemeester en wethouders Gemeenteraad en Griffie
1.393
0
1.393
1.436
-174
1.262
1.389
-203
1.187
-46
-29
-75
Facilitaire zaken
7.696
-15
7.682
9.031
-1.180
7.851
8.377
-899
7.478
-654
281
-373
9.747
-94
9.653
9.123
-634
8.489
8.983
-682
8.301
-140
-48
-188
3.384
-70
3.314
3.346
-340
3.006
3.701
-363
3.339
356
-23
333
24.567
-120
24.447
25.311
-283
25.028
25.238
-446
24.791
-73
-164
-237
0 -172.015 -172.015
-107
-1.985
-2.092
P&O Directe apparaatslasten Financiën Algemene uitkering
37 -165.191 -165.154
107 -170.030 -169.923
234
Overige belastingen
60
-2.275
-2.215
60
-2.691
-2.631
227
-2.763
-2.536
167
-72
95
Onvoorziene uitgaven
151
-339
-189
151
-100
51
313
-135
178
162
-35
127
Saldo Kostenplaatsen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-7.640 -14.729
-4.716
-9.136 -13.852
-4.656
Treasury en Deelnemingen OZB Concerncontrol Directe apparaatslasten
-7.089
448 -30.496 -30.048
664 -30.062 -29.398
-9.115 -13.771
60
21
81
615 -29.842 -29.227
-48
220
172
279
0
279
339
0
339
249
0
249
-90
0
-90
3.269
-1
3.268
3.792
-1
3.791
3.761
-42
3.719
-31
-41
-72
0
164
-165
-1
Hulpkostenplaatsen 1
21.347 -21.347
20.231 422.867 -416.558
6.309 -16.020
2.099 -13.921
Realisatie saldo 2014
Begroting vs realisatie toevoegingen Begroting vs realisatie onttrekkingen Begroting vs realisatie saldo
21.183 -21.182
Realisatie onttrekkingen 2014
Mutaties reserves
1
21.230 438.888 -418.657
Realisatie toevoegingen 2014
Programma
20.308 -20.307 415.048 -393.818
Begroting toevoegingen na bw 2014 Begroting onttrekkingen na bw 2014 Begroting saldo na bw 2014
Saldo van baten en lasten
Begroting toevoegingen origineel 2014 Begroting onttrekkingen origineel 2014 Begroting saldo origineel 2014
Hulpkostenplaatsen
Werk, inkomen en integratie Inkomensvoorziening
0
0
0
0
0
0
8.078
0
8.078
8.078
0
8.078
Participatie
0
-1.000
-1.000
0
-264
-264
0
-264
-264
0
0
0
Monumenten & Archeologie
0
-77
-77
0
-77
-77
0
-43
-43
0
34
34
Ruimtelijke Ontwikkeling
3
-705
-703
129
-873
-744
165
-865
-700
36
8
43
Wonen
0
-133
-133
0
-133
-133
0
-50
-50
0
83
83
0
0
0
0
0
0
90
0
90
90
0
90
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
Bereikbaarheid en mobiliteit Verkeer en Vervoer Milieu Bodembeheer
1.735
-415
1.320
3.243
-415
2.828
3.201
-415
2.786
-42
0
-42
Klimaat
0
-1.176
-1.176
0
-921
-921
0
-925
-925
0
-4
-4
Milieu
0
-100
-100
0
-407
-407
0
-377
-377
0
30
30
1.199
-2.333
-1.133
4.861 -12.316
-7.455
4.851
-8.658
-3.808
-10
3.657
3.647
0
-10
-10
0
-10
-10
0
-10
-10
0
0
0
0
-133
-133
0
-133
-133
0
-97
-97
0
36
36
0
-555
-555
0
-1.412
-1.412
0
-1.412
-1.412
0
0
0
0
-500
-500
6.473
-2.523
3.950
6.695 -10.627
-3.932
222
-8.104
-7.882
0
-204
-204
23
-165
-141
23
-165
-141
0
0
0
222
-1.379
-1.157
222
-604
-382
234
-604
-370
12
0
12
0
0
0
150
0
150
150
0
150
0
0
0
Grondzaken en gebiedsontwikkeling Gebiedsontwikkeling Vastgoed Jeugd en onderwijs Onderwijsbeleid en Volwasseneducatie Maatschappelijke ondersteuning en welzijn Maatschappelijke opvang Hulp- en Dienst Huishoudelijke verzorging Sport en recreatie Sportbeleid Sportaccomodaties Cultuur Beeldende kunst en vormgeving Bibliotheken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige kunst en cultuur
0
0
0
165
0
165
165
0
165
0
0
0
Podiumkunsten
0
-180
-180
0
-180
-180
0
-180
-180
0
0
0
Integraal onderhoud openbare ruimte
0
-339
-339
24.339
-425
23.913
24.339
-425
23.913
0
0
0
Wijkmanagement
0
-167
-167
0
-136
-136
0
-69
-69
0
67
67
Wijkgericht werken en beheer
235
Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid
0
0
0
135
-247
-112
135
-247
-112
0
0
0
Burgemeester en wethouders
175
-885
-710
175
-885
-710
175
-885
-710
0
0
0
Facilitaire zaken
297
-1.767
-1.470
25
-1.955
-1.930
17
-1.955
-1.938
-8
0
-8
0
-215
-215
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
250
0
250
0
0
0
-250
0
-250
2.016 -13.167 -11.150
2.608 -10.237
-7.630
591
2.929
3.521
6.955 -38.151 -31.196
6.955 -38.152 -31.196
0
0
0
0
0
0
Bestuur en organisatie
P&O Financiën
0
0
0
Concerncontrol
Begroting saldo origineel 2014
Resultaat
Begroting baten origineel 2014
Programma
5.742 -26.972 -21.230
Begroting lasten origineel 2014
Mutaties reserves
0
0
0
0
0
0
49.162 -75.399 -26.237
0
0
0
0
0
0
0
0
0
57.881 -76.664 -18.783
8.719
-1.265
7.454
Begroting vs realisatie saldo
0
Begroting vs realisatie baten
0
Begroting vs realisatie lasten
0
Realisatie saldo 2014
Treasury en Deelnemingen
Realisatie baten 2014
-1.700
Realisatie lasten 2014
-1.700
Begroting saldo na bw 2014
0
Begroting baten na bw 2014
2.111 -13.000 -10.888
Onvoorziene uitgaven
Begroting lasten na bw 2014
Investeringsfonds
Economie Economisch Beleid Directe apparaatslasten
721
-1
721
710
0
710
694
-2
692
-16
-2
-18
1.158
0
1.158
708
0
708
720
-23
697
12
-23
-11
49.904 -48.106
1.798
55.314 -54.428
886
65.138 -56.250
8.888
9.824
-1.823
8.001
Werk, inkomen en integratie Inkomensvoorziening Minimavoorziening
3.623
-319
3.303
4.719
-319
4.400
4.472
-441
4.031
-247
-122
-369
Participatie
5.854
-6.701
-847
3.406
-5.807
-2.401
4.086
-5.995
-1.910
680
-189
491
803
152
-353
-201
10.012
32
-47
-15
Sociale werkvoorziening Directe apparaatslasten
11.405 -10.416 9.663
0
988 9.663
12.238 -11.233 10.133
-106
1.005 10.027
12.390 -11.586 10.165
-153
Wonen en ruimtelijke ontwikkeling Monumenten & Archeologie Ruimtelijke Ontwikkeling Vergunningen openbare ruimte
252
-77
176
245
-77
168
246
-43
202
1
34
34
1.895
-2.199
-304
1.095
-1.536
-441
1.154
-1.583
-429
59
-47
13
0
-41
-41
0
-41
-41
0
-72
-72
0
-31
-31
Wonen
1.104
-463
641
1.084
-473
611
806
-476
330
-277
-4
-281
Directe apparaatslasten
3.879
1
3.881
3.654
0
3.654
3.254
0
3.254
-400
0
-400
Parkeren
1.265
-3.361
-2.096
1.220
-3.259
-2.039
1.200
-3.201
-2.001
-20
58
38
Verkeer en Vervoer
1.134
-52
1.082
2.465
-8
2.457
1.923
-45
1.877
-543
-37
-580
Directe apparaatslasten
1.391
0
1.391
1.173
0
1.173
1.254
-44
1.211
81
-44
37
2.439
-415
2.024
3.622
-1.292
2.331
3.618
-1.287
2.331
-4
4
0
14.673 -18.048
-3.375
15.246 -18.303
-3.057
15.165 -18.233
Bereikbaarheid en mobiliteit
Milieu Bodembeheer Huishoudelijke afvalstoffen Klimaat Milieu Directe apparaatslasten
339
-1.176
-3.068
-80
70
-11
-837
854
-1.471
-617
846
-1.475
-629
-8
-4
-12
767
-100
667
2.891
-512
2.379
2.962
-545
2.416
71
-34
37
2.049
0
2.049
1.455
0
1.455
1.498
0
1.498
42
0
42
3.466
-4.431
-964
3.458
-2.061
1.397
3.506
-3.390
116
48
-1.329
-1.281
42.708 -32.650
10.058
57.602 -46.819
10.784
10.405 -13.566
Grondzaken en gebiedsontwikkeling Erfpacht Gebiedsontwikkeling
13.187
-379
7.064
-5.647
1.418
6.662
-7.612
-949
6.662
-7.847
-1.185
0
-236
-236
955
-68
887
1.630
-68
1.562
1.087
-76
1.012
-543
-8
-550
Jeugdgezondheidszorg
2.022
0
2.022
2.022
0
2.022
2.115
0
2.115
94
0
94
Onderwijsbeleid en
5.281
-3.885
1.396
5.919
-4.810
1.109
6.988
-6.067
921
1.069
-1.258
-189
Vastgoed Directe apparaatslasten
44.036 -33.632
Jeugd en onderwijs
236
Volwasseneducatie Onderwijshuisvesting Leerlingenvervoer Jeugdbeleid
17.342
-661
16.681
17.473
-775
16.697
17.465
-507
16.959
-7
269
262
1.838
-32
1.806
1.763
-32
1.731
1.846
-11
1.834
83
20
103
367
0
367
168
0
168
188
0
188
20
0
20
1.795
0
1.795
2.675
-212
2.463
2.551
-212
2.339
-124
0
-124
8.379
-555
7.824
10.260
-2.934
7.325
10.304
-2.887
7.417
44
48
92
Maatschappelijke participatie
6.268
-7
6.260
6.402
-62
6.340
6.305
-69
6.236
-98
-6
-104
Openbare gezondheidszorg
2.401
0
2.401
2.401
0
2.401
2.449
0
2.449
48
0
48
17.758
-1.863
15.895
20.156
-4.998
15.157
20.716 -13.264
7.452
560
-8.266
-7.706
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.230
0
2.230
2.300
0
2.300
2.243
-12
2.231
-56
-12
-68
3.386
0
3.386
3.508
-133
3.374
3.181
-121
3.060
-326
12
-314
596
-204
393
633
-165
469
601
-171
431
-32
-6
-38
Directe apparaatslasten Maatschappelijke ondersteuning en welzijn Maatschappelijke opvang Hulp- en Dienst
Huishoudelijke verzorging Voorzieningen gehandicapten Maatschappelijke opvang/verslavingszorg Directe apparaatslasten Sport en recreatie Sportbeleid Sportaccomodaties
5.410
-1.430
3.980
4.698
-655
4.043
4.940
-950
3.991
243
-295
-52
Recreatiebeleid
874
0
874
894
0
894
899
0
899
5
0
5
Directe apparaatslasten
199
0
199
178
0
178
194
0
194
16
0
16
241
0
241
244
-16
228
180
-102
78
-64
-86
-149
Bibliotheken
3.531
-20
3.511
3.459
0
3.459
3.452
0
3.452
-7
0
-7
Cultuurparticipatie
2.290
0
2.290
2.939
0
2.939
2.916
0
2.916
-23
0
-23
264
-71
194
198
0
198
224
-30
194
26
-30
-4
1.140
0
1.140
1.140
0
1.140
1.157
0
1.157
18
0
18
Cultuur Beeldende kunst en vormgeving
Evenementen Musea Overige kunst en cultuur Podiumkunsten Directe apparaatslasten
312
0
312
312
-165
147
344
-165
179
32
0
32
3.058
-180
2.878
3.060
-180
2.880
2.987
-180
2.807
-73
0
-73
345
0
345
236
0
236
242
0
242
6
0
6
35.828
-544
35.284
62.821
-1.472
61.349
60.322
-1.600
58.722
-2.499
-127
-2.626
Wijkgericht werken en beheer Integraal onderhoud openbare ruimte Wijkmanagement Markten en kermissen Riolen
1.120
-233
887
950
-202
747
605
-53
552
-345
150
-195
239
-490
-251
238
-489
-251
81
-334
-252
-157
155
-1
16.712 -21.087
-4.375
16.223 -21.308
-5.086
16.144 -21.014
-4.870
-79
295
216
Begraafplaatsen
283
-938
-656
212
-945
-733
281
-1.013
-733
69
-69
0
Commerciele opdrachten
150
-188
-38
20
-60
-40
24
-58
-35
4
2
5
13.231
0
13.231
11.644
0
11.644
11.546
-18
11.528
-98
-18
-116
Directe apparaatslasten Publieke dienstverlening Omgevingsvergunningen
456
-4.470
-4.014
408
-3.720
-3.312
378
-4.063
-3.686
-31
-343
-374
1.055
-2.408
-1.353
1.540
-2.916
-1.376
1.403
-2.812
-1.409
-137
105
-33
Havens en Kadegelden
427
-1.197
-770
311
-1.197
-886
134
-1.132
-998
-176
64
-112
Gemeentearchief
182
-36
146
192
-36
156
130
-42
88
-62
-6
-68
Burgerzaken
Verkiezingen Directe apparaatslasten
511
0
511
511
0
511
392
0
392
-119
0
-119
9.082
0
9.082
8.448
0
8.448
8.419
-5
8.414
-29
-5
-34
8.770
-1.515
7.255
0
0
0
0
0
0
0
0
0
308
-131
177
999
-814
185
600
-421
180
-399
394
-5
Openbare orde en veiligheid
Handhaving Openbare orde en veiligheid
2.955
0
2.955
13.642
-247
13.395
13.796
-191
13.606
154
56
211
Directe apparaatslasten
4.869
-11
4.858
2.894
0
2.894
2.928
0
2.928
33
0
33
564
-251
313
1.086
-119
967
914
-237
677
-172
-118
-290
Bestuur en organisatie Bedrijfsvoering
237
Bestuur- en
593
438
0
-885
876
1.783
0
1.393
1.436
7.993
-1.782
6.212
9.747
-309
9.438
593
0
Burgemeester en wethouders
1.761
Gemeenteraad en Griffie
1.393
Facilitaire zaken
managementondersteuning
P&O Directe apparaatslasten
438
340
0
340
-98
0
-98
-885
898
1.817
-887
930
34
-1
32
-174
1.262
1.389
-203
1.187
-46
-29
-75
9.055
-3.135
5.921
8.394
-2.854
5.540
-662
281
-381
9.123
-634
8.489
8.983
-682
8.301
-140
-48
-188
3.384
-70
3.314
3.596
-340
3.256
3.701
-363
3.339
106
-23
83
24.567
-120
24.447
25.311
-283
25.028
25.238
-446
24.791
-73
-164
-237
0 -172.015 -172.015
Financiën Algemene uitkering
37 -165.191 -165.154
Overige belastingen
60
Investeringsfonds Onvoorziene uitgaven Saldo Kostenplaatsen Treasury en Deelnemingen
-2.275
-2.215
2.111 -13.000 -10.888 151 0 -7.089
107 -170.030 -169.923
-107
-1.985
-2.092
-2.763
-2.536
167
-72
95
2.016 -13.167 -11.150
2.608 -10.237
-7.630
591
2.929
3.521
7.106 -38.251 -31.145
7.268 -38.287 -31.018
162
-35
127
60
-2.039
-1.889
0
0
0
-7.640 -14.729
-4.716
-2.691
0
-2.631
227
0
0
-9.136 -13.852
-4.656
0
0
0
0
-9.115 -13.771
0
60
21
81
OZB
448 -30.496 -30.048
664 -30.062 -29.398
615 -29.842 -29.227
-48
220
172
Concerncontrol
279
0
279
339
0
339
249
0
249
-90
0
-90
3.269
-1
3.268
3.792
-1
3.791
3.761
-42
3.719
-31
-41
-72
20.308 -20.307
1
21.183 -21.182
1
21.347 -21.347
0
164
-165
-1
-6.006 480.748 -493.222 -12.474
-7.301
833
-6.468
Directe apparaatslasten Hulpkostenplaatsen Hulpkostenplaatsen Totaal resultaat
420.790 -420.790
0 488.049 -494.056
238
6.4.
Voortgangsrapportage bezuinigingen
Maatregel
Stand van zaken 3e kwartaal 2014
Stand van zaken 4e kwartaal 2014
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Op koers
Op koers
11.2.1
Bundelen van kennisafdelingen
11.3.2.1
Eén cultuurbedrijf
11.4.1.1
Alleen welstandstoets uitvoeren in speerpuntgebieden
11.4.1.2
Efficiency verhogen in Wabo-keten
11.5.1
Kanaalsturing
11.6.12
Optimaliseren en automatiseren van bestuurlijke besluitvorming
11.6.7
Maatregelen BaanStede
Bijsturen
Bijsturen
11.7.2
Effectiever en efficiënter inkopen
Bijsturen
Op koers
11.7.3
Ombuiging staf en ondersteuning
Op koers
Op koers
13.1.1
Aanpassing logistiek brandweer
Gerealiseerd
Gerealiseerd
13.1.2
Bezuiniging op overhead VrZW
Gerealiseerd
Gerealiseerd
13.1.3
Visie op regionale brandweer Zaanstreek-Waterland
Gerealiseerd
Gerealiseerd
13.2.1
14075 bouwt het maken van afspraken via de telefoon af
Op koers
Gerealiseerd
13.2.2
14075 bouwt het aannemen van meldingen openbare ruimte af
Op koers
Gerealiseerd
13.2.3
Aanpassen capaciteit sector Omgevingsvergunningen aan huidige economische omstandigheden
Op koers
Op koers
13.2.6
Verminderen van het adviseren over vergunningsaanvragen aan burgers, bedrijven
Op koers
Op koers
13.6.1
Afbouwen sportstimuleringssubsidies
Bijsturen
Bijsturen
13.6.2
Anders organiseren sport in Zaanstad
Op koers
Op koers
13.6.3
Buitensportvoorzieningen
Op koers
Op koers
13.9.1
Verminderen van het aantal leidinggevenden
Op koers
Op koers
14.1.1
Verlagen netheidsniveau openbare ruimte
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.1.2
Verminderen/anders organiseren van gladheidsbestrijding
Niet (volledig) haalbaar
Niet (volledig) haalbaar
14.1.3
Omvormingen in de openbare ruimte
14.1.4
Verruimen van de afhandelingstermijnen voor meldingen openbare ruimte
14.1.5
Afstoten beheer en onderhoud watergangen
Op koers
Op koers
14.1.6
Eenvoudiger ontwerpen openbare ruimte
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.1.7
Uitstellen inlopen onderhoudsachterstanden openbare ruimte
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.2.1
Regionale samenwerking
Niet (volledig) haalbaar
Niet (volledig) haalbaar
14.3.1
Versoberen arbeidsvoorwaarden
Niet (volledig) haalbaar
Niet (volledig) haalbaar
14.4.1
Centrale regie betaald parkeren
Op koers
Op koers
14.4.3
Veiligheid OOV
Op koers
Op koers
14.4.4
Afbouwen inhuur KCC bij piektijden
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.5.11
Wethouder minder incl. ondersteuning
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.5.2
Bezuinigingsopgave in te vullen door de raad
14.6.1
Toekomstagenda Cultuur
14.7.1 14.8.1
Op koers
Op koers
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Op koers
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Op koers
Op koers
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Op koers
Op koers
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Reduceren kosten bedrijfsvoering
Op koers
Op koers
Bezuiniging buurthuizen
Op koers
Op koers 239
14.8.2
Bezuiniging organisatiekosten
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.9.1
Businesscase onderwijshuisvesting
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.9.2
WMO huishoudelijke hulp
Op koers
Op koers
14.9.3
Dualiseringskorting
Niet (volledig) haalbaar
Niet (volledig) haalbaar
14.9.4
Hergebruik scootmobielen
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.9.5
Maatschappelijke stages
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.9.6
Vergunningverlening
Op koers
Op koers
14.9.7
Taakstelling inkoop en facilitair via prijsindex
Gerealiseerd
Gerealiseerd
14.9.8
Duurzaamheidsfonds
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Op koers 11.7.2 Effectiever en efficiënter inkopen Omschrijving maatregel Deze maatregel betreft de gemeentebrede inkooptaakstelling Toelichting Over 2014 is gerapporteerd dat met een aantal majeure aanbestedingen een aanbestedingsvoordeel is gerealiseerd. Bijvoorbeeld op het vlak van onderhoud en het tarief op de stadsadvocaat. In 2014 kon de taakstelling nog niet volledig worden gerealiseerd omdat de besparing pas plaatsvindt bij het geven van de daadwerkelijke opdrachten en omdat bekend is dat een inkoopvoordeel lager kan uitvallen dan het oorspronelijke aanbestedingsvoordeel. Bijvoorbeeld door meer-minderwerk. Voor 2015 en verder wordt bij de Bestuursrapportage en de Kadernota een voorstel gedaan voor de structurele invulling van het restant dat aan taakstelling resteert. Daarmee wordt een traject afgerond waarbij vanag 2011 een gemeente brede inkooptaakstelling van € 2,22 mln is gerealiseerd. Ook in de toekomst zetten we ons in om aanbestedingsvoordelen te realiseren. Dit ook ook noodzakelijk gelet op de kortingen van het rijk voor het uitvoeren van de zortgtaken. Maar ook om te kunnen ondersteunen dat bestaande opgaven op de specifieke beleidsterreinen realiseerbaar zijn. 14.1.3 Omvormingen in de openbare ruimte Omschrijving maatregel Het aanpassen van de openbare ruimte of de voorzieningen daarin, zodat de onderhoudslasten afnemen. Toelichting Er is een start gemaakt met het omvormen. Het aantal prullenbakken is met 1/4 afgenomen en delen in de openbare ruimte (bv. heestervakken) zijn omgevormd en/of worden ter adoptie aangeboden bij bewoners. Door de raad is aangedrongen op een betere communicatie richting bewoners over groenadoptie alvorens een verdere slag kan worden gemaakt ten aanzien van de omvormingen.Een betere communicatie omtrent de omvormingen is ingevuld door:- het opstellen van een voorlichtingsfolder in samenwerking met Kontact Milieubeheer Zaanstreek en stichting Natuur- en Milieueducatie.- het informeren van maatschappelijke partijen over beleid groenadoptie perspublicatiesDaarnaast is de wijze waarop de gemeente communiceert over omvormingen herzien en geeft bewoners meer informatie en tijd om tot groenadoptie-initiatieven te komen. 14.1.5 Afstoten beheer en onderhoud watergangen Omschrijving maatregel De overdracht van het beheer en onderhoud van watergangen aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Toelichting Met het hoogheemraadschap is een intentieovereenkomst aangegaan om de watergangen in stedelijk gebied over te dragen. Er zijn afspraken gemaakt rondom inventarisatie van watergangen in het stedelijk gebied. Overdracht van stedelijk water staat gepland voor eind 2015. Centrale regie betaald parkeren 240
14.4.1 Omschrijving maatregel Het doel van dit voorstel is om te komen tot een professionelere, flexibele aansturing voor de uitvoering van het product ‘fiscaal parkeren’ en hiermee tot een efficiencyvoordeel te komen. De belangrijkste onderdelen hiervan zijn:• Verantwoording: alle kosten en baten m.b.t. betaald parkeren komen samen.• Communicatie: één aanspreekpunt voor betaald parkeren, zowel voor interne partners als externe partijen.• Coördinatie: integrale afstemming van parkeertoezicht, uitvoerend beleid, financiële sturing, inrichten fysieke omgeving, managementinformatie op 1 plek.• Efficiëntie: optimale flexibiliteit van de inzet van parkeertoezicht en afstemming op het naleef gedrag.• Financiën: professionele sturing op kosten en baten.Informatie: scherpere sturing op managementinformatie en beleidsinformatie. Toelichting Het team Centrale Regie Parkeren is geïnitieerd. Alle kosten en baten m.b.t. het betaald parkeren zijn ondergebracht bij het product parkeren. De teamleider CRP is het centrale aanspreekpunt voor betaald parkeren, coördineert de integrale afstemming van parkeertoezicht, het uitvoerend beleid en de financiële sturing. De beschikbare managementinformatie m.b.t. het betaald parkeren wordt door het team CRP gebruikt om efficiënter en effectiever te kunnen handhaven. De verwachting is dat de geprognosticeerde parkeerbaten niet (helemaal) gehaald worden. Door een effectieve en efficiënte sturing wordt getracht de geprognosticeerde parkeerbaten te halen. 14.4.3 Veiligheid OOV Omschrijving maatregel De voorgestelde maatregelen zijn als volgt:Vanaf 2014:1. Besparen op het uitkijken camera’s in het horecagebied, door de samenwerking en kostendeling met Purmerend.2. Besparen door te stoppen met de integrale veiligheidsmonitor IVM van het CBS (subjectieve veiligheid).3. Besparen op Burgernet door schaalvergroting. Door samenwerking met andere regio’s kan de bijdrage aan Burgernet met de helft minder. De maatregel is besproken binnen de stuurgroep Burgernet (Zaanstreek-Waterland en Kennemerland).Vanaf 2015:4. Structureel besparen door het schrappen van 1 fte administratieve ondersteuning (50). Toelichting De maatregelen in 2014 zijn gerealiseerd. Voor 2015 ligt het op koers. 14.5.2 Bezuinigingsopgave in te vullen door de raad Omschrijving maatregel De raad heeft bij motie 42 besloten mee te bewegen met de krimp van de organisatie. Het college houdt in deze begroting rekening met een taakstelling van € 200.000 nog nader in te vullen door de raad. Toelichting In 2014 is de bezuinigingsopgave 100 gerealiseerd door: verlagen fractievergoeding (25), afschaffen internetabonnement (8), minder verzekeringen (19), niet meer doteren aan voorziening raadsleden (23), minder communicatiemiddelen (2) en inleveren 0,3 fte door vermindering van taken (23). De eerder verwachte bezuiniging 'papierarm' werken (30) wordt niet behaald. Het budget voor repro en kopieën valt onder de begroting van afdeling FZ en IBT. Bij deze afdelingen wordt in zijn totaliteit bezuinigd op deze kosten, waar de raad dus ook bij inbegrepen zit.In de vorige rapportage werd vermeld dat nog dekking gevonden moest worden voor het functioneringsbudget van de raad. Deze wordt in 2014 incidenteel gevonden in de verwachte onderschrijding op budget ‘notuleerkosten’ en ‘raadscommunicatie’ .Bij de kadernota 2016 en begroting 2016-2019 zal worden bekeken welke structurele dekkingsmiddelen voor het ‘functioneringsbudget raad’ beschikbaar kunnen worden gesteld.Voor 2015 en verder ligt er voor de raad nog een aanvullende taakstelling van 100. Deze kan naar verwachting volledig worden ingevuld door hiervoor de budgetruimte te gebruiken die ontstaat doordat de onkostenvergoeding voor raadsleden met ingang van 2015 verplicht onder de werkkostenregeling (WKR) komt te vallen. De fiscale lasten voor de gemeente (als werkgeefster) worden hierdoor lager. In de Burap 2015 zal hierover nader worden gerapporteerd. Reduceren kosten bedrijfsvoering 241
14.7.1 Omschrijving maatregel Het domein Bedrijfsvoering is volgend op de ontwikkelingen in de organisatie. Dat betekent dat de bedrijfsvoering formatief meebeweegt met de krimp van de organisatie door enerzijds minder werkaanbod en anderzijds doordat ingezet wordt op verdere efficiencyverbetering. De efficiencyverbetering zal hand in hand gaan met het verder uitbouwen van het huidige kwaliteitsniveau van de bedrijfsvoering om de ingezette richting en om andere organisaties te ondersteunen in hun bedrijfsvoering verder gestalte te geven. Binnen de organisatie wordt ernaar gestreefd het percentage voor de inzet van staf en ondersteuning op maximaal 24% te houden. Voor deze ombuiging is uitgegaan van 4 FTE reductie vanaf 2015 oplopend tot 12 FTE in 2017. Toelichting Op Koers. De maatregelen gaan in vanaf 2015 en zullen eind 2014 verdere invulling krijgen. Daarbij zal een relatie worden gelegd met de daadwerkelijke krimp van de organisatie. Het percentage op staf en ondersteuning op maximaal 24% houden is hierbij de ambitie, maar geen norm. Dit mede ingegeven door de ontwikkeling dat ICT een steeds groter belang krijgt in de doorontwikkeling van de processen in de organisatie zelf. ICT lijkt steeds minder overhead te worden en meer onderdeel te worden van het regulier proces. 14.8.1 Bezuiniging buurthuizen Omschrijving maatregel Het Rijk kort Zaanstad voor ruim € 20 mln op de budgetten die overkomen t.b.v. de decentralisatie AWBZ en de decentralisatie Jeugdzorg en de Participatiewet. Die korting moet opgevangen worden door een andere manier van werken, maar ook door organisatieverandering en door veel scherper te prioriteren in huidige taken. Om budget vrij te spelen voor de toekomstige zorgtaken, wordt gekeken naar de collectieve middelen uit de Wmo. Het budget voor buurthuizen is daarin een grote post. De gesubsidieerde buurthuizen kosten (openstelling en beheer, exclusief activiteiten) € 1,4 mln per jaar. Een benchmark toont aan dat zelfstandige, niet gesubsidieerde buurthuizen van goede kwaliteit zijn, meer vraaggericht werken, meer ondernemerschap tonen en veel goedkoper zijn. Ook is uit de benchmark naar voren gekomen dat de zelfstandige buurthuizen een klein tekort hebben op de exploitatie. In de kadernota is opgenomen dat er € 1,4 mln vrijgemaakt moet worden uit de huidige collectieve Wmo-taken t.b.v. toekomstige zorgtaken. Het budget blijft dus binnen het programma, maar verschuift naar zorgtaken. Het budget wordt gevonden door taken te beëindigen binnen de collectieve Wmo-voorzieningen. Welke taken dit zijn wordt nog bepaald. Een groot deel van het budget wordt gevonden door gesubsidieerde buurthuizen te sluiten en/of door activiteiten te verplaatsen naar andere, goedkopere locaties, zoals zelfstandige buurthuizen, scholen, sportverenigingen en andere voorzieningen in de wijk. Toelichting In de kadernota is voor de jaren 2014-2017 een ombuiging van € 1,4 miljoen euro opgenomen voor de heroriëntatie op het welzijnswerk. Een groot deel van deze ombuiging is gerealiseerd door de subsidie van Welsaen voor de buurthuizen af te bouwen. Dit budget is bij de begroting 2015 - 2018 volledig omgebogen voor het opvangen van onvoorziene kosten als gevolg van de decentralisatie AWBZ en Jeugd. 14.9.2 WMO huishoudelijke hulp Omschrijving maatregel In het regeerakkoord was opgenomen dat alleen mensen die het echt niet anders kunnen regelen, aanspraak kunnen maken op hulp bij het huishouden. Dit ging gepaard met een budgetkorting van 75%. Door het zorgakkoord is de maatregel verzacht en nu is het de bedoeling dat het budget vanaf 2015 met 40% wordt gekort. Voor 2014 staat een korting van 6% ingeboekt. Toelichting De korting van 6 % over 2014 is ruim gerealiseerd. Hierdoor en door meevallende inkomsten is de taakstelling voor 2015 minder groot. Momenteel worden de voorbereidingen getroffen in beleid en uitvoering om de besparing voor 2015 te gaan realiseren. 14.9.6 Vergunningverlening Omschrijving maatregel 242
Door een veranderende rol in stedelijke ontwikkeling 2 miljoen euro bezuinigen op personeelslasten. Toelichting De reorganisatie en personele gevolgen zijn helder en doorgevoerd. Met betrekking tot de frictiekosten, die voortkomen uit deze reorganisatie, is er per ultimo 2013 een voorziening getroffen.De financiële opgaven voor 2014 is gerealiseerd. De opgenomen taakstelling met betrekking tot de Sector Omgevingsvergunningen zal pas vanaf 2016 kunnen worden gerealiseerd en niet vanaf 2015. Vanaf 2016 zal het totaal aan personeelsbezuinigingen voor het domein Stedelijke Ontwikkeling voor 90% worden gerealiseerd. Meer bezuinigen rijmt op dit moment niet met de bestuurlijke wensen en ambities.Bij de begroting 2015-2018 is besloten om in 2015 € 297.000 en vanaf 2016 € 200.000 per jaar terug te draaien op deze bezuiniging (begrotingswijzigingsnummer. 2154). 11.7.3 Ombuiging staf en ondersteuning Omschrijving maatregel Het reduceren van de omvang van Staf & Ondersteuning (S&O) door innovatie en bezuiniging. Toelichting Het restant van de taakstelling (29) zal nog nader worden ingevuld. Voor 2014 wordt de maatregel gerealiseerd (mutatie 2543). Voor het restant zal in 2015 een maatregel worden getroffen. Aanpassen capaciteit sector Omgevingsvergunningen aan huidige economische 13.2.3 omstandigheden Omschrijving maatregel Het aantal grote projecten is de afgelopen jaren als gevolg van de economische crisis sterk afgenomen. Deze trend zal zich in de komende jaren voortzetten. Om die reden is er in de sector Omgevingsvergunningen minder behoefte aan casushouderschap om projecten te begeleiden. Daarnaast is er als gevolg hiervan ook minder juridische ondersteuning nodig. Toelichting Deze capaciteitsreductie van Omgevingsvergunningen ligt op koers. Per 1 januari 2016 zullen alle bezuinigingen financieel verwerkt zijn. 13.2.6 Verminderen van het adviseren over vergunningsaanvragen aan burgers, bedrijven Omschrijving maatregel Door een terugval in het aantal vergunningaanvragen is er eveneens minder behoefte aan advisering bij vergunningaanvragen. Toelichting Door het project ontkaderen, dat binnen het Stedelijk Domein krachtig is ingezet, verdwijnen beleidskaders die leiden tot minder adviesvragen van burgers en bedrijven. De maatregel is op koers. 13.6.3 Buitensportvoorzieningen Omschrijving maatregel Door in te zetten op meer samenwerking van sportverenigingen onderling en zelforganisatie, moet er efficiënter worden omgegaan met de beperkt beschikbare middelen. De subsidies voor sport worden vanuit dit uitgangspunt tegen het licht gehouden en zullen worden beperkt. Toelichting Dit jaar is er een bezuiniging op de onderhoudssubsidies doorgevoerd van 6%. Er wordt met de verenigingen gewerkt aan een nieuwe verhuursystematiek waarbij de kunstgrasvelden verhuurd gaan worden aan de verenigingen. Dit jaar wordt gekeken naar een overgangsregeling voor 2015 waarin verder bezuinigd wordt op de subsidies en een huurbedrag in rekening wordt gebracht. Het voorstel zal eerst nog voorgelegd worden aan het college. 13.9.1 Verminderen van het aantal leidinggevenden Omschrijving maatregel Op basis van een recente benchmark is gebleken dat Zaanstad naar verhouding veel leidinggevenden heeft. Het aantal leidinggevend zal daarom worden teruggebracht. Toelichting De taakstelling is verdeeld over de verschillende onderdelen van de organisatie en zal na de diverse 243
reorganisaties gerealiseerd worden de komende jaren. In de begroting 2015-2018 wordt aan deze maatregel nader invulling gegeven via mutatie “invulling taakstelling leidinggevende” (2197). 11.3.2.1 Eén cultuurbedrijf Omschrijving maatregel De culturele instellingen hebben begin 2010 stil gestaan bij wat ze op langere termijn zouden willen bereiken op het gebied van samenwerking. Ervaringen van anderen hebben duidelijk gemaakt dat het beter is praktisch te beginnen met zaken waarin alle culturele instellingen een toegevoegde waarde zien. In het tweede kwartaal 2010 is door de instellingen een onderzoek gestart naar gemeenschappelijke activiteiten, zoals financiële en personele administratie, ICT. Vanuit een hechtere samenwerking en ondersteuning kunnen de instellingen verder toewerken naar één Stichting Cultuur. Er ontstaat dan een bedrijf van ongeveer 125 fte en een omzet van een kleine (15.000). In de overhead levert dit besparingen op: minder directeuren, minder stafpersoneel, professionalisering van de bedrijfsvoering enzovoorts. Dit betekent voor de gemeente dat er geen vijf subsidierelaties zijn, maar nog slechts één. Het gaat hier om:·FluXus·De Bieb·Zaantheater·De Fabriek·De Kade. Toelichting Bezuiniging zal worden gerealiseerd door de samenvoeging van de instellingen in het cultuurcluster in 2017. 11.4.1.1 Alleen welstandstoets uitvoeren in speerpuntgebieden Omschrijving maatregel Door niet alle gebieden van Zaanstad meer volledig te laten toetsen aan de redelijke eisen van welstand, maar alleen in speerpunt gebieden, kan de gemeente bezuinigen. Hierdoor wordt ambtelijke capaciteit bespaard op meerdere plaatsen in de vergunningsketen en is het gelijk mogelijk de regeldruk richting de burger te verminderen. Toelichting De maatregel is financieel opgelost. Deze bezuiniging wordt pas volledig gerealiseerd als de nieuwe welstandsnota daadwerkelijk minder toetsing mogelijk maakt. 13.6.2 Anders organiseren sport in Zaanstad Omschrijving maatregel Door het beheer en de exploitatie van de sporthallen, gymnastieklokalen en de zwembaden bij één sterke partner onder te brengen, wordt er een slag gemaakt in efficiëntie op het gebied van beheer en exploitatie van de gemeentelijke sportvoorzieningen Toelichting De overdracht van de sporthallen is gerealiseerd. Hiermee is de benodigde bezuiniging voor de sporthallen gerealiseerd. De gymzalen zijn per 1-9-14 overgedragen aan het sportbedrijf. De overige onderdelen die overgaan naar het sportbedrijf worden per 1 januari 2015 overgedragen. Bijsturen 11.6.7 Maatregelen BaanStede Omschrijving maatregel Het verlagen van de gemeentelijke bijdrage aan gemeenschappelijke regeling door verlaging van de bedrijfsvoeringskosten bij BaanStede en waar mogelijk verhoging van de inkomsten uit opdrachten van de gemeente(n) Toelichting Het transitieplan heeft vertraging opgelopen. Mede met oog op de kwetsbare doelgroep is het belangrijk om de continuïteit in de detacheringsopgave van Baanstede te behouden en voor te sorteren op de participatiewet in 2015. Daarom blijft Baanstede voorlopig de SW medewerkers detacheren. Tegelijkertijd wordt gewerkt naar één regionale organisatie die deze taak in 2016 gaat uitvoeren. De begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 laat een oplopend tekort zien tot € 3,6 mln. structureel (aandeel Zaanstad is opgenomen in de begroting van Zaanstad). De nieuwe directeur geeft aan mogelijkheden te zien voor verbetering van het exploitatieresultaat en komt hiertoe 244
nog met voorstellen voor een efficiëntere uitvoering. 13.6.1 Afbouwen sportstimuleringssubsidies Omschrijving maatregel Minder subsidie verstrekken voor sportstimulering door meer verantwoordelijkheden te beleggen bij de sportverenigingen Toelichting Het college heeft besloten om niet te stoppen met het subsidiëren van het aangepast sporten en het Jeugdschaatsen. Voor dit jaar betekent dat de bezuiniging op dat onderdeel niet volledig gehaald wordt. Het tekort kan wel worden opgevangen in het programma Sport omdat de volledige bezuinigingen op de exploitatie van de sporthallen al eerder zijn doorgevoerd. Niet (volledig) haalbaar 14.1.2 Verminderen/anders organiseren van gladheidsbestrijding Omschrijving maatregel De gladheidsbestrijding in de openbare ruimte in Zaanstad bestaat uit een 'basis'- en een 'pluspakket' De gemeente is verantwoordelijk voor de gladheidsbestrijding en de uitvoering is belegd bij de HVC (mechanische gladheidsbestrijding op doorgaande routes) en de sector Uitvoering (kleinschalige gladheidsbestrijding op locaties waar het grote materieel van de HVC niet kan komen).Door gladheidsbestrijding in de toekomst anders te organiseren en meer een beroep te doen op bewoners en bedrijven kan een reductie van de kosten worden bereikt. Toelichting Onderzocht is op welke wijze de bezuiniging op gladheidsbestrijding kan worden ingevuld. De effecten zijn aanleiding geweest om bij de begroting 2015-2018 de eerdere bezuiniging uit de begroting 2014-2017) terug te draaien (mutatienr 2403). 14.2.1 Regionale samenwerking Omschrijving maatregel De regering zet in op schaalvergroting van gemeenten en vertaalt dat financieel door naar de algemene uitkering. De redenering is dat schaalvoordelen, minder toezicht en vereenvoudiging van regelgeving leidt tot minder ambtenaren en daarmee minder benodigde apparaatskosten voor gemeenten. Het streven naar gemeenten met een minimale omvang van 100.000 inwoners was verbonden aan deze maatregel. Inmiddels heeft de minister van BZK deze omvang als hard criterium laten vallen en lijkt deze maatregel een generieke korting te worden die na 2017 tot en met 2025 voor Zaanstad jaarlijks nog toeneemt met € 0,875 mln. Deze maatregel is opgenomen als zoekrichting omdat de inschatting is dat dit als generieke korting wordt verwerkt in de AU. Toelichting In de raadsinformatiebrief over het financieel beeld van 25 februari 2014 bent u geïnformeerd dat het niet mogelijk is de taakstelling te realiseren. Het bureau Berenschot heeft onderzoek gedaan naar efficiencyvoordelen die behaald kunnen worden bij diverse vormen van samenwerking tussen de OVER-gemeenten en gemeente Zaanstad. De conclusie is dat zowel de OVER-gemeenten en gemeente Zaanstad al tot de efficiëntste gemeenten behoren in hun grootteklasse, zodat er weinig efficiencyvoordelen worden verwacht. De bezuiniging is daarom bij de begroting teruggedraaid onder mutatienummer 1264. 14.3.1 Versoberen arbeidsvoorwaarden Omschrijving maatregel Een groot deel van de arbeidsvoorwaarden ligt vast in een CAO. Daar wordt landelijk over onderhandeld. Een deel van de arbeidsvoorwaarden is specifiek Zaans en is opgenomen in het Sociaal Kader. Op 1 januari 2014 loopt het huidig sociaal kader af en zal een nieuw sociaal kader moeten worden opgesteld. Het college is van mening dat in deze tijden de arbeidsvoorwaarden versoberd mogen worden waar dat mogelijk is. Dat geldt voor bijvoorbeeld het voorkomen van uitbetalen van overwerk door goed te roosteren, het verminderen van de mogelijkheid om diverse regelingen te stapelen etc. Ook zal worden onderzocht om medewerkers meer eigen 245
verantwoordelijkheid te geven bij het vormgeven van hun carrière. Daardoor zouden de administratieve lasten kunnen dalen. Voor dit pakket van maatregelen geldt dat ze worden opgenomen in een nieuw sociaal kader dat moet worden besproken met het Georganiseerd Overleg. Toelichting In 2014 wordt de taakstelling in zijn geheel niet gerealiseerd. Met de vakbonden is getracht overeenstemming te bereiken over de invulling van deze taakstelling op de arbeidsvoorwaarden. Na langdurig en intensief overleg met de vakbonden is in juli 2014 een onderhandelaarsakkoord II gesloten. De leden van de vakbonden hebben hiermee ingestemd op 18 augustus 2014. De maatregelen zullen vanaf 1/1/2015 van kracht zijn. Door dit akkoord wordt de taakstelling op arbeidsvoorwaarden (grotendeels) behaald. De bezuiniging wordt gerealiseerd door de reiskostenregeling (woon-werk) aan te passen (400) en de werkkostenregeling (100) in te voeren. Met de vakbonden is een compensatieregeling afgesproken gedurende (maximaal) drie jaar (2015, 2016 en 2017). Hiermee resteert een taakstelling van 195 in 2015, 163 in 2016, 131 in 2017 en 100 vanaf 2018. Voor dit restant is het niet gelukt een invulling te vinden. Dit is verwerkt in begroting 2015-2018 onder mutatie 2175. 14.9.3 Dualiseringskorting Omschrijving maatregel Terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur. Toelichting Het wetsvoorstel om het aantal raadsleden te verminderen is niet door de Eerste Kamer gekomen. De minister van BZK heeft de specifieke bezuiniging omgezet naar een generieke bezuiniging in de septembercirculaire. De bezuiniging is teruggedraaid bij de begroting 2015-2018 onder mutatienummer 1268.
246
6.5.
Voortgang opvolging auditaanbevelingen
Inleiding Met ingang van Burap 2014 wordt 2 keer per jaar (in jaarrekening en Burap) gerapporteerd over de voortgang op de opvolging van de aanbevelingen naar aanleiding van de volgende onderzoeken en audits: 1. Onderzoeken van de Rekenkamer Zaanstad; 2. Tussentijdse controle (managementletter) en eindcontrole jaarrekening door accountant; 3. Collegeonderzoeken (213a-audits) uitgevoerd door Concerncontrol in opdracht van het college; In de voortgangsrapportage worden de rekenkamer- en collegeonderzoeken opgenomen die maximaal 2,5 jaar oud zijn. In de regel vindt namelijk binnen 2,5 jaar een opvolgingsonderzoek (of follow up audit) plaats. e In de Jaarrekening 2014 worden daarom de rekenkamer- en collegeonderzoeken uit de 2 helft van 2012 en later opgenomen. De accountant toetst jaarlijks de opvolging van haar aanbevelingen. Daarom worden in de jaarrekening alleen de aanbevelingen uit de meest recente tussentijdse controle en eindcontrole opgenomen.
247
Onderzoeken Rekenkamer Zaanstad Organisatieontwikkeling in Zaanstad (november 2013) Nr.
Aanbeveling
1.
Over de organisatieontwikkeling wordt minimaal jaarlijks in een separaat document door het college aan de raad gerapporteerd conform de adviezen van de Rekenkamer. Aandachtspunten o.a.: • Doelen voor verdere ontwikkeling van de organisatie; • Hoe is rekening gehouden met opvattingen van medewerkers? • Hoe blijft het collega navolgbaar? Tevens wordt in bovengenoemde rapportage aangegeven hoe het college invulling geeft aan de volgende aanbevelingen van de Rekenkamer: • Verbeter het verwachtingenmanagement: wees duidelijk wat met de inbreng van medewerkers wordt gedaan. • Improviseer weloverwogen en blijf navolgbaar. • Informeer indien zinvol de gemeenteraad. • Verbeter de communicatie naar de medewerkers, zodat ook voor hen het college navolgbaar is.
2.
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
Afdeling P&O
n.v.t.
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Op koers
Afdeling P&O
n.v.t.
Op koers
Toelichting: 1. 2.
Eind maart is in het Zaanstad Beraad een presentatie gegeven over de organisatieontwikkeling. Tezamen met bovengenoemde prestentatie is een raadsinformatiebrief aan de raad aangeboden waarin de raad over de aanbevelingen uit het rekenkamer rapport wordt geinformeerd.
Afwikkeling van niet-fiscale bezwaren (januari 2014) Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
1.
a. Maak een keuze over de mate waarin bezwaren informeel zullen worden afgehandeld en draag deze keuze uit via de gemeentelijke informatiekanalen. b. Stel een jaarverslag ‘bezwaren en beroepen’ beschikbaar aan de raad. (Toezegging college: verslag komt in
Afd. Juridische Zaken
n.v.t.
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Op koers
Afd. Juridische Zaken
n.v.t.
Gerealiseerd
248
Nr.
2. 3.
4.
5.
6.
Aanbeveling
de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening.) Wikkel bezwaren met behulp van de informele methode systematisch en procesmatig af, wees gericht op leren en leg gesprekken en afspraken met bezwaarmaker vast. Investeer in de informele methode door training van personeel, zorg dat de methode ook wordt toegepast en gun de methode tijd om zich te bewijzen. Zorg dat een andere ambtenaar dan die bij het oorspronkelijke besluit betrokken was, het eerste contact legt met een bezwaarmaker om op die wijze een onbevangen gesprek te creëren. Beschouw een bezwaar enkel als ingetrokken, wanneer de bezwaarmaker hier per email of post mee akkoord is gegaan. Richt de organisatie zo in dat onrechtmatigheden (bijv. overschrijding wettelijke termijn) snel worden gesignaleerd en voor zover mogelijk worden hersteld en in de toekomst voorkomen.
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
Stand van zaken Jaarrekening 2014
Afd. Juridische Zaken
n.v.t.
Op koers
Afd. Juridische Zaken
n.v.t.
Op koers
Afd. Juridische Zaken
n.v.t.
Gerealiseerd
Afd. Juridische Zaken
n.v.t.
Bijsturen
Afd. Juridische Zaken
n.v.t.
Op koers
Toelichting: 1.
2.
3. 4. 5. 6.
a. Informele methode wordt voor alle bezwaren toegepast en hierover wordt in de individuele zaken met de bezwaarmaker gecommuniceerd. Communicatie op website etc. moet nog e plaatsvinden. Planning : koppelen aan mogelijkheid indienen digitaal bezwaarschrift ( 2 helft 2015). b. Informatie over de afhandeling van bezwaren en beroepen wordt jaarlijkse opgenomen in de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening. Afspraken met bezwaarmaker worden schriftelijk vastgelegd. Informele methode wordt in nieuwe applicatie Mozard systematisch en procesmatig vastgelegd. e Implementatie 2 kwartaal 2015. Training van personeel wederom in 2015, methode wordt dagelijks toegepast (bellen bij ieder bezwaarschrift dat binnen komt), kennis en ervaring wordt onderling uitgewisseld. Wanneer een bezwaarmaker mondeling heeft aangegeven zijn bezwaar in te trekken dan wordt dit schriftelijk bevestigd. Bezwaarschriften worden in de meeste gevallen binnen de beslistermijn afgehandeld. De toepassing van de informele methode helpt daarbij omdat sneller duidelijk is wat er speelt en het aantal ingetrokken bezwaarschriften toeneemt. In de applicatie Mozard wordt het mogelijk om nog strakker te sturen op beslistermijnen.
249
Verkenning omzetting recht van erfpacht in vol eigendom (januari 2014) Nr.
Aanbeveling
1.
2.
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
Stel de gemeenteraad in de gelegenheid om haar wensen en zienswijze kenbaar te maken over de eventuele voorgenomen wijzigingen in de uitvoeringsregels voor omzetting van het recht van erfpacht naar vol eigendom.
Afdeling Grondzaken
n.v.t.
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Op koers
Informeer erfpachters persoonlijk over wijzigingen in de uitvoeringsregels of de parameters met ingrijpende gevolgen voor de erfpachters en verbeter de informatievoorziening op de website over de erfpacht.
Afdeling Grondzaken
n.v.t.
Op koers
Toelichting: 1.
De evaluatie ‘omzetten erfpacht’ is in december 2014 voor een zienswijze aangeboden aan de gemeenteraad.
2.
De informatievoorziening over erfpacht op de website van de gemeente Zaanstad is aangepast
Zaanstad en HVC. Afstand nemen van afval (mei 2014) Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
1.
Breng de huidige constructie (via een gemeenschappelijke regeling en met verstrekkende garanties en verplichtingen) inclusief de keuzes en afwegingen die hieraan ten grondslag lagen, helder in kaart en zorg dat deze kennis behouden blijft. Breng in overleg met de andere aandeelhouders de constructie in lijn met de publieke taak en maak daarbij duidelijke keuzes en afwegingen. Ga na in hoeverre de constructie in strijd is met relevante regels en pas indien nodig de constructie aan. Stel een informatieprotocol op dat is gericht op bewuste invloedmomenten van de stakeholders. Evalueer de verbonden partij en zorg daarbij voor een exit-strategie.
Afd. Netwerken & Markten
n.v.t.
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Op koers
Afd. Netwerken & Markten
n.v.t.
Op koers
Afd. Netwerken & Markten
n.v.t.
Op koers
Afd. Netwerken & Markten
n.v.t.
Op koers
Afd. Netwerken & Markten Afd. Netwerken & Markten
n.v.t.
Op koers
n.v.t.
Gerealiseerd
2. 3. 4.
5. 6.
Bespreek het onderzoek in de AvA van HVC.
250
Toelichting: 1.
2.
3. 4.
5. 6.
In februari 2015 is afgesproken om in AIJZ verband dit punt op te pakken. Dit punt komt namelijk in het rekenkamer rapport terug bij alle vier aan AIJZ deelnemende gemeenten. De gemeente Velsen is ambtelijke trekker hiervan. Gereed; medio 2015. Deze aanbeveling is deels reeds in behandeling door HVC op verzoek van de aandeelhouders. In de AvA van december 2014 is namelijk besloten de mogelijkheden te onderzoeken om de financiering van HVC te herstructureren. In dit kader komen de hoofdelijke garantsteling en de risico’s die hieraan mogelijk verbonden zijn ook aan de orde. De uitvoering van een deel van deze aanbeveling, namelijk om te onderzoeken of HVC constructie de meest effectieve en efficiënte vorm is om de publieke taak van afvalverwerking te verwezenlijken, wordt dit jaar opgepakt in het kader van de bestuursopdracht Gereed; december 2015. Deze aanbeveling is reeds in de uitvoering. In de AvA van december 2014 is besloten om dit door HVC op te laten pakken. Gereed; december 2015. Deze aanbeveling is in de uitvoering. In de AvA van december 2014 is ingestemd met een voorstel van HVC voor gerichte informatie aan stakeholders voor en na de AvA; een voorstel om periodiek een voortgangsrapportage te leveren, wordt ook dit jaar uitgewerkt en in het informatieprotocol vervat. Deze aanbeveling wordt opgepakt in het kader van de bestuursopdracht. Gereed; december 2015. Op onderdelen staat dit onderwerp regelmatig ook dit jaar op de agenda van HVC en AIJZ.
251
Accountant Management letter 2013 (8 november 2013) Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
1
Richt het beheer in van de dossiers voor inhuur derden.*
Proceseigenaar Inkopen en contracteren Proceseigenaar Inkopen en contracteren
Op Koers
2
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Op koers
Stel vast of de EUOp Koers Gerealiseerd aanbestedingsgrenzen niet zijn overschreden bij het huren van zalen bij Inntel hotels in de periode 2010-2013. 3 Maak voor uitgaande subsidies Proceseigenaar Bijsturen Op koers voorafgaande aan de tussentijdse uitgaande bestuursrapportages een subsidies aansluiting tussen Verseon en OneWorld en verklaar eventuele verschillen.* 4 Breng dossiervorming bij Proceseigenaar Op Koers Op koers inkomende subsidies op orde (o.a. inkomende opbouwen centraal subsidieregister, subsidies formuleren richtlijnen voor registratie en monitoring van subsidievoorwaarden). 5 Onderzoek in het licht van de notitie Kennis & Gerealiseerd Gerealiseerd uit september 2013 van de Expertise commissie BBV de juistheid van de waardering van het vastgoed, in het bijzonder die van Ebbehout en Bannehof. * Verschillende aanbevelingen staan zowel in de management letter als in (één van de) VIC's. De accountant steunt in haar onderzoek op de VIC-werkzaamheden. Toelichting: 1. 2. 3. 4. 5.
Het Stadskantoor (Ebbehout) is voor de laatst getaxeerde waarde in de jaarrekening 2013 opgenomen. Hierbij was het nodig om een extra afschrijving te doen. Het Bannehof was al juist opgenomen.
252
Accountantsverslag voor het boekjaar 2013 (juni 2014) Nr.
Aanbeveling
1.
Ga voor de waardering van het complex Inverdan na of het realistisch is uit te gaan van een langere looptijd, een lagere prijs per m2 GBO voor appartementen en van een lager indexcijfer aan de opbrengstenzijde. Ga voor de waardering van het complex Hoogtij na of het realistisch is uit te gaan van een langere looptijd, een lagere grondprijs en een lager indexcijfer aan de opbrengstenzijde. Pas de inrichting van het proces inkomende subsidies zodanig aan dat de besteding van de subsidies gedurende de bestedingstermijn actief wordt gemonitord.
2.
3.
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
Afdeling Grondzaken
n.v.t.
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Op koers
Afdeling Grondzaken
n.v.t.
Op koers
Proceseigenaar inkomende subsidies
n.v.t.
Op koers
Toelichting: 1. 2.
De grondexploitatie Inverdan (14.2) is aangepast op fasering en programma De grondexploitatie Hoogtij is aangepast en wordt in 2015 voor herziening aan de gemeenteraad voorgelegd.
3.
Een project waarbij het proces opnieuw is ontworpen en rollen en verantwoordelijkheden zijn toegekend is afgerond. De implementatie in een nieuw systeem waarlangs eenvoudiger de monitoring kan plaatsvinden loopt nog.
253
Collegeonderzoeken (213a-audits) Follow up audit Subsidieverstrekking (17 juli 2012) Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
1
Heroverweeg de wens en de noodzaak van meerjarige subsidieafspraken.
Niet (volledig) haalbaar
2
Vraag instellingen in hun verantwoording (jaarverslag) een duidelijk overzicht op te nemen van afgesproken prestatie – geleverde prestatie – verklaring bij afwijking. Geef opdracht tot het uitvoeren van een onderzoek naar de meeste optimale vorm(en) van sturen en beheersen van gesubsidieerde instellingen. Stel een sanctiebeleid op, waarin wordt vastgelegd welke sancties de gemeente neemt indien de gesubsidieerde instelling afspraken niet nakomt. Heroverweeg de noodzaak van de verklaring over de prestaties door een accountant in het controleprotocol. Stel de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de proceseigenaar vast.
Proceseigenaar uitgaande subsidies Proceseigenaar uitgaande subsidies
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Niet (volledig) haalbaar
Op koers
Op koers
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Bijsturen
Op koers
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Gerealiseerd
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies Proceseigenaar uitgaande subsidies Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Gerealiseerd
Op koers
Gerealiseerd
Bijsturen
Op koers
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Op koers
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Bijsturen
Gerealiseerd
Proceseigenaar
Gerealiseerd
Gerealiseerd
3
4
5
6
7
Borg dat bij het opstellen van nieuw beleid gebruik wordt gemaakt van de Zaanse beleidscyclus.
8
Richt het proces ‘Ontwikkelen subsidieregeling’ in, zodat beleidsregels op een eenduidige manier tot stand komen. Geef vervolgens opdracht aan de lijn om de beleidsregels aan te scherpen of, bij het ontbreken hiervan, op te stellen. Vereenvoudig het proces voor kleine subsidies tot € 5.000 (zodra de beleidsregels concreet zijn) door het subsidiebureau de kleine subsidies geheel zelfstandig te laten afhandelen. Maak de proceseigenaar expliciet tot opdrachtgever van het breed subsidieoverleg. Maak afspraken over status en rol van het breed subsidieoverleg en communiceer die afspraken. Uniformeer de juridische en
9
10
11
12
254
Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
Stand van zaken Jaarrekening 2014
financiële controles in het proces.
uitgaande subsidies Proceseigenaar uitgaande subsidies
Bijsturen
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Niet (volledig) haalbaar
Gerealiseerd
13
Voer in het breed subsidieoverleg een procesbrede inventarisatie van klachten en wensen t.a.v. registratiesysteem ‘Verseon’ uit. Houd hierbij rekening met de komst van Mozard.
14
Laat in QlikView een dashboard maken van prestatie indicatoren waarmee het subsidieproces kan worden beheerst. Inventariseer de opleidingsbehoeften t.a.v. subsidierecht, -proces en -systeem. Maak vervolgens een opleidingsplan.
15
Toelichting: 1. 2. 3. 4.
Het college heeft besloten eenjarige subsidieafspraken aan te gaan, tenzij.
5. 6. 7. 8. 9. 10.
In de nieuwe ASV en in de inrichting van het proces uitgaande subsidies is dit gebeurd. Meegenomen bij de herinrichting van het proces
Is per 1 januari 2014 door het college vastgesteld.
Meegenomen bij de herinrichting van het proces
In de nieuwe ASV en in de inrichting van het proces uitgaande subsidies is dit gebeurd.
11. Komt voort uit de herinrichting van het nieuwe proces. Een stuurgroep met proceseigenaar en procesbeheerder en verantwoordelijken vanuit de lijn is opgericht. 12. In de nieuwe ASV en in de inrichting van het proces uitgaande subsidies is dit gebeurd. 13. Wordt meegenomen in periodiek overleg gebruikersgroep 14. Implementatie via nieuw systeem Mozard is afgerond. Ontsluiting gegevens gerealiseerd. 15. Scholing is inmiddels ingezet. Expertisebijeenkomst is gehouden Follow up audit Programma Economie (17 oktober 2013) Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
1
Laat het DO een besluit nemen om de Zaanse beleidscyclus daadwerkelijk (verplicht) toe te passen. Hanteer bij het opstellen van de programmabegroting de ‘Handleiding meetbare (SMART) doelstellingen’.
Concernondersteuning
Op Koers
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Bijsturen
Concerncontrol
Op koers
Gerealiseerd
2
255
Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
3
Leg in de programmabegroting de relatie tussen effectdoelstellingen en prestatiedoelstellingen duidelijk vast.
Concerncontrol
Op koers
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Gerealiseerd
Toelichting: 1.
2. 3.
Er moet opnieuw gekeken worden of de huidige Zaanse beleidscyclus nog wel voldoet nu beleid meer en meer tot stand komt door middel van co-creatie met maatschappelijke partijen, vaak in meerdere, kort-cyclische ontwikkelstappen. De handleiding is meegestuurd met de richtlijn voor de begroting 2015. In de begroting 2015 zijn doelenbomen opgenomen, waarin de relatie tussen de effect- en prestatiedoelstellingen zichtbaar is gemaakt.
Audit evaluatie effectiviteit subsidies (7 november 2013) Nr.
Aanbeveling
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
1
Toets bij nieuw of aangepast beleid, waarbij subsidies een instrument zijn om de doelen te realiseren, of er uit de beleidsnota blijkt dat er een evaluatie is uitgevoerd. Maak evaluaties over de effectiviteit van subsidies onderdeel van de evaluaties van het beleidsveld / cluster van beleidsvelden. Zet hiervoor o.a. evaluaties (tijdig) op de beleidsagenda en zorg ervoor dat alle beleidsvelden om de 4 jaar op de beleidsagenda staan. Pas de Zaanse beleidscyclus toe.
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Stand van zaken Jaarrekening 2014 Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Gerealiseerd
Op koers
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Op koers
Gerealiseerd
Proceseigenaar uitgaande subsidies
Bijsturen
Op koers
Alle sectoren met uitgaande subsidies
Op koers
Gerealiseerd
2
3
4
5
6
7
Stem alleen in met nieuw beleid wanneer de randvoorwaarden zijn ingevuld om het beleid in de toekomst te (kunnen) evalueren (zie ook # 7). Stimuleer gezamenlijk leren. Diverse ontwikkelingen kunnen aanleiding geven om te evalueren. De evaluaties stimuleren het lerend vermogen van de organisatie. Stimuleer dit onder andere door het werken met multidisciplinaire projectteams. Richt op SharePoint een pagina in met tools die bij evaluaties gebruikt kunnen worden (zie auditrapport, paragraaf 4.4). Borg per beleidsveld de randvoorwaarden om te kunnen evalueren (aanwezigheid onderbouwde beleidstheorie,
256
Nr.
8
Aanbeveling
SMART doelstellingen voor prestaties en effecten, uitvoering nulmetingen, inrichting monitoringsysteem bij subsidies gericht op gedragsverandering). Leg afspraken over de uitvoeringen van evaluaties vast in afdelingsplan / RGA’s.
9
Zet evaluaties periodiek op de agenda bij werkoverleg.
10
Ondersteun het gezamenlijk leren in de lijn. Borg de uitvoering van de kwaliteit van de evaluaties. Voer intern het gesprek over de werking van de beleidstheorie en de resultaten van de evaluatie. Vervul hierbij een kritische rol.
11
Sector/ proceseigenaar
Stand van zaken Burap 2014
Stand van zaken Jaarrekening 2014
Alle sectoren met uitgaande subsidies Alle sectoren met uitgaande subsidies Business Control
Op koers
Gerealiseerd
Op koers
Gerealiseerd
Op koers
Bijsturen
Business Control
Op koers
Bijsturen
Toelichting: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Is nu staande praktijk. Is nu staande praktijk, waarbij de vorm (zelfstandige evaluatie of als onderdeel van de herijking van vigerend beleid) en de frequentie door het onderwerp worden bepaald. Is nu staande praktijk. Is nu staande praktijk. Is nu staande praktijk. Is nog onderhanden maar vormt geen harde belemmering voor de praktijk van evalueren. Is nu staande praktijk. Waar van toepassing is dit onderdeel van de RGA-afspraken. Leren is een vast onderdeel van de werkwijze van afdelingen. In de nieuwe control-organisatie moeten afspraken worden gemaakt over de rol van de controller bij de evaluatie van subsidies of meer in het algemeen, bij beleidsevaluaties. Controllers zijn op dit moment nog niet de aanjager om gesprekken over de werking van de beleidstheorie en de resultaten uit evaluaties te borgen.
257
6.6.
Kerngegevens
Sociale structuur Inwoners
1-1-2011
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
1-1-2015
146.940
148.290
149.630
150.670
151.571
0 - 4 jaar
8.410
8.440
8.360
8.290
8.367
5 - 19 jaar
26.330
26.350
26.430
26.480
26.526
20 - 64 jaar
89.680
89.810
90.200
90.480
90.478
65 jaar en ouder
22.520
23.690
24.640
25.420
26.172
17,9%
18,4%
18,7%
19,1%
19,4%
Totaal aantal inwoners
Aandeel niet westerse allochtonen als % totale bevolking Bevolkingsprognoses
2020
2025
2030
2035
2040
154.690
158.320
159.700
163.920
168.870
0 t/m 23 jaar
41.210
41.180
40.680
41.570
42.940
65 jaar en ouder
28.570
30.900
33.710
36.510
38.200
1-1-2010
1-1-2011
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
Totaal aantal inwoners
Sociaal economische gegevens in % van de bevolking van 15-64 jaar Totale bevolking 15-64 jaar
97.280
98.140
98.260
98.740
99.190
Arbeidsongeschiktheid
6,6%
6,2%
5,6%
5,1%
4,7%
Werkloosheid (niet werkende werkzoekenden)
5,1%
4,9%
6,9%
5,6%
6,5%
Bijstandsgerechtigden
2,4%
2,3%
2,5%
3,0%
3,4%
WW-uitkeringen
2,6%
2,2%
2,0%
3,0%
3,8%
1-1-2010
1-1-2011
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
2.310
2.250
2.500
2.900
3.360
50
50
60
70
110
1-1-2010
1-1-2011
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
499
437
428
469
415
Aantal werkzame personen naar sectoren in % van totaal aantal werkzame personen
Medio 2011
Medio 2012
Medio 2013
Medio 2014
Totaal aantal werkzame personen
52.900
53.380
52.750
51.340
0,8%
0,8%
0,8%
1,0%
Industrie
14,6%
14,8%
14,7%
14,0%
Bouwnijverheid
10,3%
9,7%
8,8%
8,0%
Handel, Horeca en Reparatie
20,7%
21,2%
21,3%
22,0%
6,0%
6,1%
6,2%
6,0%
Financiële en Zakelijke diensten
17,8%
16,9%
17,1%
18,0%
Niet-commerciële diensten
29,8%
30,5%
31,0%
31,0%
Periodiek bijstandsgerechtigden Wet Werk en Bijstand (WWB) Inkomensvoorzieningen Oudere Arbeidsongeschikte Werknemers en Zelfstandigen (IOAW/IOAZ Tewerkgestelde inwoners Aantal tewerkgestelde inwoners in de sociale werkgemeenschappen
Landbouw
Vervoer en communicatie
258
Totaal
100,0%
Lengte van wegen (in km)
100,0%
100,0%
100,0%
2010
2011
2012
2013
2014
600
600
600
595
595
555
555
555
550
550
Provinciale wegen
30
30
30
30
30
Rijkswegen
15
15
15
15
15
1-1-2010
1-1-2011
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
63.420
63.950
64620
66.190
66.630
Aandeel huurwoningen
53%
53%
52%
52%
52%
Aandeel koopwoningen
47%
47%
47%
48%
48%
Gemiddelde WOZ-waarde
205.500
204.000
192.000
189.000
177.000
Gemiddelde WOZ-waarde huurwoningen
174.400
173.000
163.000
159.000
147.000
Gemiddelde WOZ-waarde koopwoningen
240.500
238.000
223.000
222.000
209.000
Totaal Gemeentelijke en waterschapswegen
Woningvoorraad Aantal woningen
Financiële kerngegevens Begroting 2013
Rekening 2013
Rekening 2014
Begroting 2015
0
-30.621
-12.474
0
20.077
19.997
20.375
23.373
Inkomsten gemeentefonds
160.070
-162.240
-172.015
-226.754
Opbrengst OZB
-29.402
-29.322
-29.402
-31.285
Omvang gemeentebegroting
412.569
425.575
459.401
506.938
Saldo lasten en baten Algemene reserves
Bronnen: Team Onderzoek & Statistiek, CBS, Vestigingenregister, UWV, CWI, Backoffice Sociale Zaken, WOZ
Voor meer kerncijfers: Zaanstad in Cijfers: http://zaanstad.incijfers.nl
259
260