Jaarrekening en jaarverslag 2015
Inhoudsopgave Jaarverslag 1. Inleiding
3
2. Bestuurlijke verantwoording
4
3. Programmaverantwoording
6
4. Financiële verantwoording
36
Jaarrekening 5. Overzicht van baten en lasten
41
6. Balans met toelichting
48
2
1. Inleiding Voor u ligt een beknopte versie van de jaarrekening en het jaarverslag van 2015. Met deze beknopte versie willen we u in vogelvlucht de essentie van de jaarrekening 2015 laten zien. Wat zijn in grote lijnen de cijfers en trends/ontwikkelingen? En waar heeft de gemeente Emmen in 2015 aan gewerkt? U leest het in dit boekwerk. De complete jaarrekening en het jaarverslag kunt u vinden op de website: gemeente.emmen.nl. De jaarrekening De jaarrekening geeft een beeld van de inkomsten en uitgaven van de gemeente Emmen in het afgelopen jaar. Daarnaast geeft de rekening een beeld van de bezittingen en schulden van de gemeente. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt de jaarrekening aangeboden aan de provincie. Het jaarverslag In het jaarverslag kunt u lezen wat de gemeente in 2015 allemaal gedaan heeft. De activiteiten van de gemeente zijn over 10 programma’s (thema’s) verdeeld. Per programma worden beknopt de relevante ontwikkelingen geschetst. Voor een completer beeld verwijzen wij u naar het complete jaarverslag op de website.
In deze jaarrekening wordt gewerkt met zogenaamde verkeerslichtrapportages voor de behaalde doelen en maatschappelijke effecten (“wat hebben wij bereikt”). Daarbij worden de volgende mogelijkheden gebruikt: De prestatie is gerealiseerd danwel loopt volgens planning De prestatie is deels gerealiseerd danwel vertraging in de planning De prestatie is niet gerealiseerd danwel nog niet opgestart Emmen, 19 april 2016 College van Burgemeester en Wethouders
3
2. Bestuurlijke verantwoording 1. Ontwikkelingen en voortgang transformatie Sociaal Domein Voortgang decentralisatie opgaven sociaal domein: Met de Jeugdwet zijn onze verantwoordelijkheden met betrekking tot de jeugdzorg uitgebreid. Vanaf 1 januari 2015 zijn alle vormen van jeugdzorg onder de gemeente gebracht. De focus heeft in 2015 gelegen op zorgcontinuïteit, jongeren krijgen passende hulp en ondersteuning daar waar nodig. Aan de inrichting en verbetering van de administratieve processen en gegevensstromen met betrekking tot jeugdhulp is in 2015 hard gewerkt maar behoeven nog steeds aandacht. Hiervoor hebben wij het actieplan jeugdhulp opgesteld, dit actieplan beslaat de jaren 2015 en 2016. Met de invoering van de Participatiewet zijn we eveneens verantwoordelijk geworden voor de uitkeringsverstrekking en re-integratie van nieuwe niet volledig en blijvend arbeidsongeschikte (jong) gehandicapten (de huidige populatie blijft bij het UWV) en een voorziening voor beschut werk voor wie geen regulier werk kan verrichten. We waren al verantwoordelijk voor het uitvoeren van de bijstandswet. De Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) is met ingang van 1 januari 2015 afgeschaft. In 2015 zijn we gestart met de beleidsuitvoering van het meerjarenbeleidskader Werk en Wederkerigheid. De eerste resultaten zijn zichtbaar. Het investeringsplan Werk en Wederkerigheid, gericht op uitstroom naar werk en beperking van de instroom, is succesvol ingezet om het bijstandsvolume terug te dringen. Het bijstandsvolume is significant gedaald. Op basis van een benchmark met twintig andere grote en middelgrote gemeenten – waar sprake is van een gemiddelde stijging van het bijstandsvolume – is dit een prestatie om trots op te zijn. Zeker gezien het feit dat de instroom in de bijstand relatief hoog is gebleven door de instroom van nieuwe doelgroepen vanuit de jonggehandicaptenregeling (Wajong) en voormalige werkvoorziening (SW). De uitgangspunten van het investeringsplan zetten wij voort in 2016. De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is onderdeel van de herinrichting van de langdurige zorg. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is omgevormd tot een nieuwe kern-AWBZ waarin de intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg wordt georganiseerd. Cliënten met een lichtere zorgvraag, die voorheen intramurale zorg zouden ontvangen, krijgen voortaan de zorg in de eigen omgeving. Gemeenten worden met de WMO 2015 hierbij verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en beschermd wonen. De thuisverpleging is in de zorgverzekeringswet ondergebracht.
De samenhang Meer maatwerk, zelfredzaamheid en betrokkenheid van inwoners, minder verschillende hulpverleners rond één huishouden, voorkomen van escalatie van problematiek én meer voor minder-dus goedkoper, efficiënter en effectiever, dichtbij onze inwoners georganiseerd in een zestal gebieden. Dit zijn beknopt de ambities die we hebben afgesproken met betrekking tot de drie decentralisaties . Het “sociale domein” waar in dit kader steeds over wordt gesproken is een breed domein: van ondersteuning, begeleiding, dagbesteding, beschermd wonen, uithuisplaatsing en pleegzorg, re-integratie, beschut werken tot een goede werkgevers dienstverlening, opvoedondersteuning, vrijwilligerswerk, aandacht voor mantelzorg en activering. Om daadwerkelijk meerwaarde, winst en goede ondersteuning te kunnen realiseren, is een benadering vanuit de vraag en eigen leefomgeving van de inwoners vereist. Dit betekent dat oplossingen niet vanuit de verschillende kolommen maar vanuit de vraag van onze inwoners georganiseerd zullen gaan worden. Binnen de drie decentralisaties is sprake van een duidelijke overlap in doelgroepen en problematiek. In een huishouden gaat het vaak om meerdere problemen tegelijk, die met elkaar samenhangen en dus ook in samenhang moeten worden aangepakt. De rijksbezuinigingen, gekoppeld aan meer gemeentelijke beleidsvrijheid, hebben vanaf de start van het 3D programma gezorgd voor urgentie met betrekking tot het zoeken naar én het ontwikkelen van innovatieve concepten die 3D breed van toepassing zijn. 2.Economische ontwikkelingen in 2015 (werkgelegenheid e.d.) Werkgelegenheid (“werk-werk-werk”) blijft het speerpunt voor het programma economie en werkgelegenheid, zo ook in 2015. Op veel gebieden zijn het afgelopen jaar inspanningen geleverd om de economische situatie van Emmen te verbeteren. Daartoe is onder meer het plan Vierkant voor Werk in samenwerking met Coevorden, Hoogeveen en Hardenberg gebruikt om de in onze regio aanwezige kracht en potentie te benutten om onder meer lager opgeleiden betere perspectieven voor werk te bieden. Doelstelling is om de werkloosheid in onze regio op het landelijk gemiddelde te krijgen. Door lobby vanuit Vierkant voor Werk is de commissie Vollebregt – Alberda van Ekenstein samen met het Ministerie van Economische Zaken vorm gegeven. Deze commissie is gestart met haar onderzoek naar economische structuurversterking van onze regio. Medio 2016 zullen de uitkomsten van deze commissie 4
bekend worden gemaakt en worden opgepakt om daarmee de komende jaren richting te geven aan de economische structuurversterking in onze regio. Vierkant voor Werk heeft er ook toe geleid dat het Sectorplan Vierkant voor Werk als eerste regioplan door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is goedgekeurd. Dit betekent veel voor de arbeidsmarktregio Drenthe , onder meer op het gebied van behoud van vakkrachten, scholing, arbeidsmarktmobiliteit en leer-werkplekken voor jongeren. Op korte termijn vroeg onder meer de situatie rondom Philips Lighting om snelle en krachtige actie. Inspanningen in dit kader hebben bijgedragen aan de overname van Philips Lighting en daarmee aan behoud van werkgelegenheid. Het project Centrumvernieuwing Emmen (CVE) zal de komende jaren naar verwachting substantieel bijdragen aan onder meer een toename van de werkgelegenheid en aan de positionering van Emmen als één van de vier grootste gemeenten in Noord-Nederland met regionaal verzorgende (top)voorzieningen zoals onder meer het Scheper ziekenhuis, Hogeschool Stenden en (semi)rijksdiensten als Belastingdienst en UWV. 3. Centrumvernieuwing Emmen (CvE) De projecten binnen het programma CvE geven een impuls aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van Emmen als vestigingsgemeente. Centrumvernieuwing Emmen draagt ook bij aan het versterken van de economische positie van de gemeente Emmen en is van groot belang voor het vergroten van de werkgelegenheid in Emmen. Het programma CvE bevindt zich voor het grootste deel in de uitvoeringsfase. In 2014 en 2015 is de Centrumvernieuwing Emmen duidelijk zichtbaar geworden. Diverse projecten, zoals bijvoorbeeld Centrum Noord (inclusief parkeergarage Westerstraat), Hondsrugtunnel, Markt Emmen, Raadhuisplein, Boulevard Noord, Boulevard Zuid, nieuwe ontsluiting PZuid en nieuwbouw Domesta op de Zuid-Esch, zijn inmiddels afgerond. Daarnaast zijn diverse CvEprojecten, zoals Theater / WvO, Wildlands Adventure
Zoo Emmen en enkele infrastructurele projecten volop in uitvoering. Tevens zijn er in 2015 ook diverse CvEprojecten voorbereid die in 2016, of later, in uitvoering zullen komen. Het betreft hier onder meer locatie Hoofdstraat (oude dierenpark), locatie Willinkplein Zuid (inclusief parkeergarage Willinkplein Zuid) en diverse infrastructurele projecten in en om het centrum van Emmen.
4. Algemene financiële situatie over 2015 In het uitdagende jaar 2015, waarin de decentralisaties in het sociaal domein tot uitvoering kwamen, is het gelukt om de jaarrekening 2015 af te sluiten met een voordelig resultaat van € 2,6 miljoen. Bijzonder is dat 2015 voor het eerst in lange tijd (laatste keer was in 2009) een positief saldo van baten en lasten kent, namelijk € 7,1 miljoen (2014 € 8,5 miljoen negatief). De reservemutaties bedroegen per saldo € 4,6 miljoen toevoeging (in 2014 € 11,2 miljoen onttrekking). Het eigen vermogen, inclusief het gerealiseerde resultaat, is in 2015 gegroeid van € 58,4 miljoen naar € 65,5 miljoen. Tenslotte laten ook de grondexploitaties in 2015 een voordelig resultaat van € 0,8 miljoen zien.
5
3. Programmaverantwoording 3.1
Inwoners en bestuur
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 Naar.... overheidsparticipatie In 2015 zijn wederom stappen gezet in de richting van meer overheidsparticipatie. Wij hebben ons gericht op samenwerking en samenspraak met inwoners en partners. Vraaggericht, flexibel en proactief zijn kernbegrippen die ook in 2015 daarbij centraal hebben gestaan. Denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen en het zoeken naar de ‘ja’ eveneens bij de samenwerking en samenspraak met inwoners en partners. Deze handelwijze komt o.a. terug in het dagelijks verwerken en afhandelen van telefoontjes, vragen en meldingen uit de openbare ruimte. Wij hebben gewerkt aan het verbeteren van het vertrouwen dat onze inwoners in de gemeente stellen. Dit vanuit de visie dat wij inwoners ondersteunen en samen op met hen zoek gaan naar passende oplossingen bij diverse vraagstukken. Zo participeert de gemeente nu onder meer in bewonersinitiatieven in NieuwAmsterdam, Schoonebeek en Erica gericht op de verbetering van hun woon- en leefomgeving. Bewoners en ondernemers bepalen het ontwerpproces met ondersteuning van de gemeentelijke organisatie. Ook op de uitvoering hebben zij grote invloed, maar wel binnen de randvoorwaarden die de gemeente vanuit kwalitatief beheer stelt. Overheidsparticipatie dus in plaats van inwonerparticipatie.
openbare ruimte is er in het vierde kwartaal van 2015 een 2e schil voor afhandeling ingericht aan de Handelsweg (afd. DNW). De medewerkers van de 2e schil zorgen voor afhandeling en een adequate berichtgeving aan de inwoners. Wanneer de afhandeling meer tijd vraagt dan afgesproken wordt dat via een tussenbericht (telefonisch/mail) gemeld. Overdracht EOP-budgetten Een EOP-werkgroep heeft in de periode 2014-2015 geadviseerd over de overdracht van EOP-budgetten. Dit advies heeft in de vergadering van december 2015 uw raad doen besluiten om de EOP-budgetten (nog) niet over te dragen. De reden hiervoor is de Btw-heffing, deze zou een te groot beslag op het budget gaan leggen. Wel zijn de verordening en bijbehorende beleidsregels aangepast. Hierdoor krijgen de dorpen en wijken meer handelingsvrijheid. Zo kan voortaan voor geoormerkte projecten worden gespaard. Met de EOP’s is een balans gevonden in de vrijheid in het budgetbeheer, en de noodzakelijke beperkingen om goed en rechtmatig te handelen. De term ‘openbaar gebied’ wijzigt daarom in ‘leefbaarheid’ en beperkende voorwaarden komen in de verordening niet meer voor. Om te garanderen dat er draagvlak is voor de bestedingen is aan de verordening toegevoegd dat de bestedingen in samenspraak met de bewoners van het EOP-gebied gebeuren.
Veranderingen in het sociale domein, gebiedsgericht en dichtbij de inwoners Onder de paraplu “Samen Verder in het sociale domein” worden inwoners en (maatschappelijke) organisaties betrokken bij de nieuwe vormgeving in het sociale domein. Door het vroegtijdig betrekken van de inwoners en organisaties bij planvorming en uitwerking krijgen zij direct invloed. In het najaar zijn 6 agendateams gestart met het opstellen van een gebiedsprofiel. Deze gebiedsprofielen worden (begin 2016) per gebied uitgewerkt in sociale agenda’s waarin maatschappelijke doelstellingen worden opgenomen. Onderhouden van relaties met derden Uitvoering en afhandeling Meldingen Openbare Ruimte verbeterd. Het proces van beantwoording en afhandeling van vragen en meldingen van inwoners is in 2015 gestroomlijnd. Hiervoor zijn concrete maatregelen getroffen: zo is het proces Zaak gericht werken aangepast voor de Meldingen Openbare Ruimte. De behandeltermijn van meldingen is verruimd van 2 werkdagen, naar een voor de openbare ruimte reëlere termijn van 10 werkdagen. Specifiek voor de meldingen
Tevredenheidsmetingen meldingen van individuele burgers en EOP’s. Vanwege het tegenvallende kostenaspect is in 2015 niet overgegaan tot het invoeren van tevredenheidsmetingen. Goed luisteren naar de inwoners en in samenspraak zaken oppakken kan dit instrument overbodig maken. Wij willen een goede afweging maken of dit instrument alsnog ingevoerd moet worden, voorlopig denken wij van niet.
6
Emmen Revisited In 2015 is begonnen met de afbouw van het Programma Emmen Revisited (ER). De Wijken Dorpscoördinatoren ER (nu gebiedscoördinatoren) hebben in 2015 nieuwe opdrachten gekregen ten aanzien van het verbinden en oppakken van gebieds- en afdeling overstijgende werkzaamheden. Onderdelen van hun werkzaamheden zijn onder andere, de ontwikkeling van een Initiatievenkompas en het leveren van een aandeel in het opstellen van de Gebiedsagenda’s ten behoeve van het sociale domein. Dit in samenwerking met de sleutelpersonen (bewoners en betrokkenen) in de betreffende dorpen en wijken. Begin januari 2016 is de Stuurgroep ER opgeheven. 1 e overheid Zaakgericht werken Met ingang van 1 oktober 2014 zijn we gestart met de gefaseerde implementatie van het Zaakgericht werken. Eind 2015 werkt de gehele organisatie op deze nieuwe wijze, met uitzondering van het Werkplein. Ook de uitgaande contactregistraties van de meeste afdelingen worden nog niet in ons zaaksysteem (het medewerkersportaal) vastgelegd (bijvoorbeeld relevante telefonische contacten / gemaakte afspraken met de klant). Hieraan wordt gewerkt. Zaakgericht werken is een klantgerichte wijze van werken, waarbij de (aan)vraag van de klant het middelpunt vormt. Alle documenten, contacten en afspraken die horen bij een bepaalde (aan)vraag, zijn inzichtelijk en worden afgehandeld met behulp van het medewerkersportaal. In deze applicatie wordt de hele geschiedenis rondom een aanvraag of contact digitaal vastgelegd en actueel gehouden (integraal klantdossier). In het zaaksysteem kunnen ook andere medewerkers met toegang tot een bepaald dossier antwoord geven op de vragen, en is dit niet slechts beperkt tot de medewerker die de zaak in behandeling heeft. Het Zaakgericht werken wordt ook toegepast (met specifieke afspraken) op enkele service-bussen. Hierdoor kunnen we beter inspelen op de vragen en signalen van inwoners. Sinds eind 2015 is managementinformatie met betrekking tot de actuele werkvoorraad en de status hiervan beschikbaar. We zien dat onze dienstverlening op verschillende onderdelen verbeterd kan worden, zoals het tijdig terugbellen van contactregistraties. In 2016 zal het Zaakgericht werken verder geïmplementeerd gaan worden. Met als doelstelling het verbeteren van de dienstverlening aan de inwoners en bedrijven van de gemeente Emmen. Het Antwoord© concept Onze doelstelling is om 80% (servicenorm) van alle vragen aan de gemeente Emmen direct in de frontoffice te beantwoorden. Als gevolg van betere beantwoording worden meer vragen dan voorheen tijdens het eerste
contact afgehandeld. Er wordt minder doorgeschakeld naar andere medewerkers of afdelingen. De ervaring is dat de telefoongesprekken in het callcenter (KCC) langer zijn geworden en dat het bijhouden van een integraal klantdossier tijd kost. Voordelen van de directe beantwoording en registratie is dat de klant snel geholpen is en ieder die er inzage heeft kan lezen wat er met klant is afgesproken. Uiteindelijk scheelt dit zowel de klant als de organisatie tijd. Wij streven naar het verder optimaliseren van de telefonische bereikbaarheid en dienstverlening. De bijbehorende klanttevredenheid meten wij middels een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek ,de Klant Contact Monitor (zie hieronder bij “Wat hebben we bereikt in 2015”). In 2015 zijn we gestart met de inzet van een flexibele schil van medewerkers bij het callcenter (KCC) om ook op piekmomenten telefonisch goed bereikbaar te blijven. In 2015 is de gemiddelde behaalde servicenorm 71 %, waarbij opgemerkt wordt dat er gedurende het jaar sprake is van een stijging van het behaalde percentage (periode november-december 85%). Modernisering GBA In 2014 is gestart met de voorbereiding van de modernisering GBA. Als gevolg van vertragingen kent dit traject een uitloop. De vertragingen zijn een gevolg van enerzijds landelijke ontwikkelingen die de nodige vertraging hebben opgeleverd. Anderzijds hebben de deelnemende gemeenten binnen Dimpact de nodige tijd genomen alvorens zij akkoord gaven op het voorstel om door Atos (in samenwerking met Pink) een oplossing voor de Burgerzakenmodules aan te laten bieden. Volgens een laatste planning zal de pilot medio 2016 afgerond zijn. Regiomarketing Het citymarketingbeleid 2012-2016 wordt uitgevoerd door de Stichting Marketing Regio Emmen (SMRE). SMRE en de regiomarketeer zijn op drie domeinen actief (wonen, werken, vrije tijd), met als doel om inwoners, bedrijven, bezoekers en studenten te behouden en aan te trekken. De inwoners en bedrijven van de regio Emmen worden hierbij als prioriteit gezien. Zij zijn als het ware de ambassadeurs van de regio en zijn medeverantwoordelijk voor het ‘op de kaart zetten’ van de gemeente. De regiomarketeer werkt op steeds meer fronten samen met de gemeente, waaronder op economisch beleid, arbeidsmarktbeleid, onderwijs, recreatie- en toerisme, cultuur en wonen. Maar vooral krijgt SMRE een grotere rol als de organisatie en samenwerkingspartner die verantwoordelijk is voor de zichtbaarheid van Emmen als aantrekkelijke regio.
7
Corporate communicatie Overheidsparticipatie heeft grote consequenties voor de gemeentelijke werkwijze, rol, houding en gedrag van bestuurders en ambtenaren. Wij moeten onze rol omvormen van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Wij willen maatschappelijke initiatieven en sociaal ondernemerschap verder bevorderen. Kansen creëren en denken in mogelijkheden om in samenspraak met inwoners initiatieven uit te voeren. Het is van belang dat wat we naar buiten toe communiceren ook in het gedrag van onze medewerkers zichtbaar is. Vandaar dat corporate communicatie zowel een rol heeft in het creëren van een ‘eenduidig gezicht naar buiten’ als in het intern communiceren over waar de gemeente voor staat en waar de gemeente voor gaat. Het doel is dat management en medewerkers zich betrokken blijven voelen bij de koers van de organisatie.
Burgerbegroting In 2014 zijn we gestart met het project “Burgerbegroting” in het dorp Nieuw-Dordrecht en de wijk Emmerhout. In dit project maken we samen met inwoners voor diverse gemeentelijke budgetten zichtbaar welk deel daarvan wordt besteed in hun dorp of wijk. Dit met als doel om na het verkrijgen van het inzicht over te gaan tot de volgende stappen. Dit kan dan gaan van het geven van meer zeggenschap over besteding van budgetten tot het daadwerkelijk overdragen van budgetten. Deze volgende stappen zijn maatwerk. Daarbij is ook inzichtelijk gemaakt wat de consequenties en randvoorwaarden zijn (bv. hoe het zit met verantwoordelijkheden, aansprakelijkheid, bevoegdheden, regelgeving, verantwoording, continuïteit etc.). Recent is het project afgerond. Het college heeft op basis van dit project begin februari 2016 besloten om bij de Kadernota 2017 hierover met een voorstel naar uw raad te komen.
8
Wat hebben we bereikt in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Bevorderen overheidsparticipatie en burgerinitiatief; meer invloed van de burger in de eigen leefomgeving Bevorderen positieve beeldvorming over de gemeente Emmen als aantrekkelijke werk-, woon- en leefgemeente
Optimalisatie van de dienstverlening over de drie contactkanalen: o o o
verhogen klantvriendelijkheid aan de balie door inzet hostmanship; betere telefonische bereikbaarheid, vermindering telefoonverkeer inwoners meer gebruik laten maken van het digitale kanaal (de website).
Dit gebeurt dagelijks bij de uitvoering van het beheer en onderhoud van het openbaar gebied, de ondersteuning van de EOP’s en andere initiatieven van burgers en bedrijven en met de werkzaamheden van de gebiedscoördinatoren (voorheen Emmen Revisited). Stichting Marketing Regio Emmen wil dat het aantal inwoners dat zich ambassadeur van de regio voelt jaarlijks toeneemt. In 2014 is SMRE gestart. Toen was 53% van de inwoners nog een “Negatieve promotor”. Krap een jaar later was dit percentage 45%. Streven is dat dit percentage in 2016 verder te laten dalen, waardoor steeds meer inwoners de regio Emmen zullen aanbevelen als een aantrekkelijk werk-, woon- en leefgebied. Streefcijfer voor de dienstverlening is op alle drie onderdelen minimaal een 8,0. o
Behaald cijfer voor dienstverlening aan de balie: 7.9*.
o
Behaald cijfer telefonisch contact: 7.0*.
o
Behaald cijfer digitale dienstverlening (toptaken site): 7.0*.
Door klantonderzoek te houden via de KCM Monitor kijken we waar volgens de klant de verbeterpunten liggen. Er zijn diverse instrumenten om de buitenwereld blijvend naar binnen te halen: webstatistieken, een permanent online onderzoek en usability tests. De resultaten van die meetinstrumenten worden voortdurend gebruikt om de site bij te stellen naar de wensen van de sitebezoekers. Op die manier volgen we de klantbeleving en werken we vraaggericht. Door de gewenste aanpassingen in de dienstverlening te verwerken, zal dat effect hebben op de klantwaardering.
Tevredenheidsmetingen meldingen van individuele burgers en EOP’s invoeren
Behouden en aantrekken van inwoners, bedrijven en studenten
Management en medewerker geven uitvoering aan en zijn betrokken met de kernwaarden
* De resultaten zijn afkomstig uit de Klant Contact Monitor (KCM), een continu lopend klanttevredenheidsonderzoek. De behaalde cijfers hebben betrekking op een gedeelte van het jaar 2015. Door omstandigheden zijn er geen cijfers over het volledige jaar 2015 beschikbaar. Vooralsnog werken we als volgt: Wanneer een burger een melding doet wordt er contact opgenomen vanuit de gemeente. De afhandeling van de melding vindt plaats in overleg tussen de melder en de gemeente. Vanuit het KCC vindt kwaliteitsonderzoek plaats op de afhandeling. De feedback vanuit de EOP’s vindt onder andere plaats in de uitvoeringsoverleggen, de lokale teams en de werkbezoeken. Of en hoe de tevredenheidsmeting vorm zal krijgen zal in 2016 nader worden uitgewerkt. De aangenomen motie evaluatie EOP’s wordt hierbij betrokken. SMRE heeft in haar plan van aanpak 2014-2016 doelstellingen geformuleerd die bijdragen aan de strategie en doelen die de gemeenteraad in haar citymarketingbeleid 2012-2016 heeft beschreven. Uit de voortgangsgesprekken en –rapportages wordt duidelijk dat SMRE haar doelstellingen ruimschoots haalt en daarmee een aantoonbare bijdrage levert aan het beleid van de gemeente. De missie, visie en kernwaarden vormen de basis voor alle concern-, afdelings- en teamplannen. Ook zijn de kernwaarden opgenomen in allerlei processen, waaronder het dienstverleningsconcept en de gesprekscyclus. 9
Voldoen aan de eisen van het Toezichtskader Interbestuurlijk toezicht
Bij de jaarrekening 2015 zal een bijlage worden opgenomen met een zelfbeoordeling van de kaders van het Interbestuurlijk toezicht. Er vindt tussentijds geen evaluatie plaats. Er wordt niet op alle onderdelen aan de eisen van het toezichtskader voldaan.
3.2 Economie en werkgelegenheid Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 De Kadernota Economie heeft ook in 2015 richting gegeven aan de uitvoering van de diverse activiteiten in programma 2. Ter versterking van de economische structuur wordt het actieplan Vierkant voor Werk in samenwerking met Coevorden, Hoogeveen en Hardenberg gebruikt om daarmee de in onze regio aanwezige kracht en potentie te benutten om onder meer lager opgeleiden betere perspectieven voor werk te bieden. De voorbereidingen zijn getroffen om vanuit de regio gezamenlijk promotieen acquisitieinspanningen op te pakken. De Commissie Vollebregt – Alberda van Ekenstein is gestart met haar onderzoek naar economische structuurversterking van onze regio. Door lobby vanuit Vierkant voor Werk is deze commissie samen met het Ministerie van Economische Zaken vorm gegeven. Medio 2016 zullen de uitkomsten van deze commissie bekend worden gemaakt en worden opgepakt. Binnen het arbeidsmarktbeleid is Emmen centrumgemeente inzake het Techniekpact. De Taskforce Wientjes heeft april 2015 haar eindrapport inzake Philips Lighting opgeleverd. In aansluiting hierop zijn potentiële overnamekandidaten gezocht. Gesprekken met mogelijke overnamekandidaten hebben geleid tot overname van Philips Lighting. Met Fresenius is gesproken om een bijdrage te leveren aan behoud van werkgelegenheid.
Voor de verbetering van de productieomgeving zijn vorderingen gemaakt betreffende de revitalisering van De Tweeling (prioriteit binnen de Structuurvisie Werklocaties). Inzake plattelandsontwikkeling is het
LEADER programma, gericht op sociaaleconomische versterking, vastgesteld. Het programma Agenda voor de Veenkoloniën wordt voortgezet. Het Innovatiecentrum Veenkoloniën is geopend als trefpunt voor ondernemers, kennisinstellingen en overheden die samen werken aan innovatie in de landbouw. In samenwerking met alle betrokken partijen zijn verdere stappen gezet voor de doorontwikkeling van Kennispoort Drenthe. Vanuit Kennispoort wordt deelgenomen aan het project World Class Composite Solutions (WCCS). De kennispoort draagt bij aan het ondernemingsklimaat en de ingezette ontwikkelingen van Kennispoort zullen in 2016 hun beslag krijgen. Voor de kennis- en netwerkeconomie participeert de gemeente en provincie samen met de Aanjaagorganisatie Groene Chemie en bedrijven in concrete innovatieprojecten waarbij er sprake is van vergroening van productie, nieuwe producten en reshoring1. Dit draagt bij aan behoud van bestaande werkgelegenheid en geeft uitzicht op nieuwe werkgelegenheid. In 2015 is een eerste spin-off van het API2 instituut tot stand gekomen en deze produceert grote volumes aan 3D printdraad in alle mogelijke specificaties. Het programmaplan BioBased Economy is vastgesteld en de uitvoering loopt via de samenwerking met de strategische partners Stenden(PRE3), Provincie en bedrijfsleven. Een belangrijke schakel vormen de lectoren van Stenden en de docenten van het Drenthe college, waar de hele onderwijsketen wordt afgedekt en richting het bedrijfsleven diverse opleidingen worden aangeboden van Masteropleiding Polymeren tot aan de AOT4 opleiding van het Drenthe College. Een andere belangrijke schakel vormt de aanjaagorganisatie voor de bedrijven, zij heeft ondertussen bekendheid gekregen en wordt gewaardeerd door de MKB bedrijven in het bijzonder. Het cluster waarin wordt samengewerkt is in 2015 geconsolideerd. Verdere uitbouw is voorzien in 2016.
Terughalen van productie uit het buitenland naar Nederland. Applied Polymer Innovations 3 Polymer Research & Education 4 Allround Operationeel Technicus 1
2
10
Inzake toerisme & recreatie zijn nieuwe initiatieven opgepakt in het kader van de samenwerking tussen gemeente en toeristische ondernemers. Er is een Ronde Tafelgesprek gevoerd met vertegenwoordigers van de toeristische sector en het onderwijs. Dit heeft geleid tot de oprichting van een toeristisch platform. Samen met Stichting Marketing Regio Emmen is een eerste onderzoek gedaan naar de manier waarop een bezoeker ons gebied beleeft (visitor journey). Het toeristisch platform gaat met de resultaten van dit onderzoek aan de slag en richt zich in eerste instantie op de digitale vindbaarheid van Emmen. In het kader van Vitaal Platteland is het project streekeigen ondernemen en gastvrijheid ontwikkeld, bedoeld om het toeristisch ondernemerschap te versterken met gebruikmaking van de kwaliteiten van de streek. In dit project werken vijf gemeenten, Geopark, Recreatieschap en provincie Drenthe samen. Vanuit Recreatie & Toerisme is mede invulling gegeven aan de versterking van de toeristische infrastructuur in het project met bufferzone Bargerveen-Schoonebeek (fietspaden en realisatie schaapskooi). Tevens is de eerste aanzet voor een regionaal toeristisch beleidskader (BOCE-gemeenten) gerealiseerd en is verder gewerkt aan het Emmense beleidskader. We verwachten rond de zomer het beleidskader aan de raad te presenteren.
Het project Centrumvernieuwing Emmen (CVE) zal de komende jaren naar verwachting substantieel bijdragen aan onder meer een toename van de werkgelegenheid. De inzet van lokale en regionale werkgelegenheid is één van de belangrijke kaders van het programma CVE. In paragraaf 9 wordt nader ingegaan op de CVE. De realisatie van CVE zal tevens een grote bijdrage leveren aan de positionering van Emmen als één van de vier grootste gemeenten in Noord-Nederland met regionaal verzorgende (top)voorzieningen zoals onder meer het Scheper ziekenhuis, Hogeschool Stenden en (semi)rijksdiensten als Belastingdienst en UWV. Gezien het belang voor Emmen en regio, onder meer op economisch gebied, blijven we daarom inzetten op behoud van deze voorzieningen. Aanvankelijk daalde werkloosheid van 13,6% in januari naar 12,5% in juni, maar daarna steeg deze naar 15,3% in december. De werkloosheid in Emmen steeg sneller dan in de provincie Drenthe. De stijging in Emmen was 12,5% tegenover een stijging van 7,8% in Drenthe. De werkloosheid in de rest van Nederland (11,8%) steeg minder dan in Emmen. De werkgelegenheid staat de laatste jaren onder druk bij enkele bedrijven door inkrimping, sluiting of verplaatsing naar elders. We blijven daar waar mogelijk inzetten op activiteiten die een bijdrage leveren aan het behoud en toename van werkgelegenheid.
11
Wat hebben we bereikt in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan Robuuste en evenwichtige economische structuur Versterking bestaande krachtige en kansrijke sectoren Vergroening van de economie
Wervende productieomgeving Krachtige centrumfunctie, wervende winkelcentra en bedrijventerreinen Vitale glastuinbouwgebieden Vitaal platteland
Aantrekkelijk ondernemingsklimaat Behoud van de positie van Emmen in de top van gemeenten met een aantrekkelijk ondernemingsklimaat
Florerende kennis- en netwerkeconomie Ruimer aandeel van kennisintensieve sectoren Ruimer aandeel van regionaal belangrijke sectoren
Economische promotie; ruime bekendheid van Emmen bij ondernemers, consumenten en toeristen Meer differentiatie in werkgelegenheid door meer toeristische overnachtingen en dagtochten Een grotere koopkrachtbinding en – toevloeiing Een sterk toeristisch totaalproduct Emmen Versterking en economisch uitnutten van het toeristisch totaalproduct Emmen
Het actieplan Vierkant voor Werk is in samenwerking met Coevorden, Hoogeveen en Hardenberg gebruikt om daarmee in onze regio de aanwezige kracht en potentie te benutten om onder meer lager opgeleiden betere perspectieven voor werk te bieden. In aansluiting hierop is de commissie Vollebregt-Alberda van Eekenstein gestart met haar onderzoek naar economische structuurversterking van de regio. Binnen het arbeidsmarktbeleid is Emmen centrumgemeente inzake het Techniekpact. Het Plan van aanpak voor de Smart Energy Region Emmen-Haren om te komen tot concrete projecten is opgesteld. De Centrumvernieuwing Emmen draagt bij aan een krachtige centrumfunctie. Het voorstel voor verruiming van de koopzondagen 2016 is vastgesteld. Uitvoering van onder meer de Agenda voor de Veenkoloniën, het Verbrede Plattelandsprogramma en Biobased Economy dragen bij aan innovaties in glastuinbouwgebieden en aan een vitaal platteland. De Stimuleringsregeling Revitalisering Landbouw Emmen is geactualiseerd. Door onder meer accountmanagement, bedrijfsbezoeken en doorontwikkeling naar Kennispoort Drenthe wordt vanuit het economisch domein bijgedragen aan behoud en uitbouw van een aantrekkelijk ondernemingsklimaat. De economische initiatieven die bij het gemeentelijk accountmanagement zijn binnengekomen zijn voortvarend opgepakt. Door gemeentelijke ondersteuning is het aanbod van onderwijs door Bedrijfsvakschool Techniek, bij Stenden (Masteropleiding polymeren) en Drenthe College (centrum innovatief vakmanschap) verbreed. De opleiding tot hoogspannings-monteur offshore is gestart. Vanuit de aanjaagorganisatie Groene Chemie draaien inmiddels concrete innovatieprojecten samen met bedrijven (onder meer Cumapol, API en Morssinkhof). De uitvoering van het programmaplan BioBased Economy loopt. Door onder meer uitvoering van het evenementenbeleid en promotie en vermarkting van het toeristisch-recreatieve totaalproduct Emmen wordt bijgedragen aan de bekendheid van Emmen bij de diverse doelgroepen. Als onderdeel van de economische promotie heeft het door SMRE geïnitieerde succesvolle BioBased Event circa 400 bezoekers getrokken. We geven invulling aan de status van Culturele Gemeente van Drenthe. Deze positie draagt bij om toeristen te verleiden Emmen (meerdaags) te bezoeken. Zie ook programma 8. Met EOP’s en handelsverenigingen rond de Veenvaart is gewerkt aan het Veenvaartcollectief om kansen rondom de Veenvaart te verzilveren.
12
3.3 Veiligheid Beknopte schets van de ontwikkelingen 2015 Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van indrukwekkende gebeurtenissen in de wereld en dichterbij in Europa. De strijd in Syrië, de spanningen in het Midden Oosten en Turkije, de aanslagen in Parijs en natuurlijk de grote stroom vluchtelingen op zoek naar een beter onderkomen. In Drents verband werken we nauw samen met de Veiligheidsregio Drenthe om vluchtelingen in Drenthe op te kunnen nemen. Wij hebben er voor gezorgd dat vluchtelingen ook ’s avonds laat nog hun reis naar Ter Apel kunnen voortzetten. De tijdelijke noodopvang hebben wij in onze gemeente in goede harmonie met onze inwoners kunnen bespreken en regelen. Wij hebben in 2015 inzet geleverd in de Noordelijke samenwerking op het terrein van Veiligheid. Zo is er inzet geleverd bij de werkgroepen en bestuurlijke themabijeenkomsten. Tevens is er zowel bestuurlijk als ambtelijk een bijdrage geleverd in de uitvoering van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord (RIEC-N). Fysieke/Externe Veiligheid De Veiligheidsregio Drenthe met als onderdeel de geregionaliseerde brandweer heeft in 2015 hard gewerkt om de taakstellende bezuinigingen (5% in 2015) in goede banen te leiden. In 2015 zijn afspraken gemaakt over het gemeentelijke eigendom van de brandweerkazernes. Het integrale handhavingsproject Octopus is in zijn volle omvang doorgegaan en hiermee zijn vervelende en gevaarlijke situaties in de samenleving opgepakt. Er is een start gemaakt met de integrale handhaving op de woonwagencentra. De samenwerking met Politie, brandweer, OM, Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), belastingdienst en FIOD werpt zijn vruchten af. Onze informatiepositie is verbeterd en wij constateren dat door Octopus het naleefgedrag is verbeterd. Sociale veiligheid Vanaf 1 januari 2015 is het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling actief onder de nieuwe naam Veilig Thuis Drenthe (VTD). VTD heeft te maken gekregen met een moeizame start. We constateren dat de aanpak goed is, maar dat er mede door de toename van de meldingsbereidheid sprake is van een hoge werkdruk bij VTD. Dit terwijl de eisen die landelijk aan het VTD worden gesteld per 1 januari 2015 zijn verhoogd. De overdracht van de VTD-melding naar de verschillende jeugdteams verliep nog niet naar
behoren. In het laatste kwartaal van 2015 is begonnen met het verbeteren van de werkprocessen binnen VTD en de afstemming van VTD met derden. Met de inzet van extra middelen zijn de grootste knelpunten opgelost. Verwacht wordt dat medio 2016 verdere verbeteringen optreden en geborgd worden in de aanpak van huiselijk geweld of situaties waarin de veiligheid van het kind in het geding is. Medio 2015 is de gezamenlijke inzet om de overlast van jeugdigen in Nieuw Weerdinge terug te dringen geëvalueerd. Mede door de bevlogen inzet van inwoners van het dorp met ondersteuning van diverse professionals (jongerenwerk, politie en gemeente) zijn goede resultaten bereikt. De sfeer in het dorp is structureel veranderd en de overlast is in omvang sterk gedaald.. De integrale aanpak van de groep criminele jongeren geeft meerwaarde voor alle betrokken partijen (OM, Politie, Reclassering en Veiligheidshuis). Door het stapelen van processen-verbaal, afstemmen van de adviesrapportage ten behoeve van de zitting en de bestuurlijke maatregelen (zoals bijv. gebiedsverboden) af te stemmen op het strafrecht wordt een persoongerichte aanpak gerealiseerd. Omdat er de afgelopen jaren sprake is van een toename van buurtoverlast zijn we op 1 oktober 2015 gestart met buurtbemiddeling. Inmiddels zijn 13 vrijwilligers opgeleid en actief. Buurtbemiddeling is gestart in de wijken Emmerhout, Angelslo en Bargeres en in de dorpen Nieuw-Amsterdam/Veenoord en Schoonebeek en zal na een jaar in de gehele gemeente operationeel zijn. In 2015 heeft de Raad van State ons gemeentelijk handhavingsbeleid hard- en softdrugs getoetst en bevestigd. Op basis hiervan kunnen wij ons blijven inzetten om de leefbaarheid in dorpen en wijken te bevorderen en de teelt en handel in soft- en harddrugs tegen te gaan. In 2015 zijn 15 panden tijdelijk gesloten. Verkeersveiligheid Bij de civiele werkzaamheden lag de nadruk op de projecten in het kader van de centrumvernieuwing en in de bereikbaarheid. Diverse situaties zijn verbeterd. Zo zijn er op de Dordsedijk (Klazienaveen), Europaweg (Schoonebeek), Boerdijk (Veenoord) en de Weerdingerstraat (Emmen) maatregelen genomen om de oversteekbaarheid voor fietsers en of voetgangers te verbeteren.
Wat hebben we bereikt in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan FYSIEKE / EXTERNE VEILIGHEID Het huidige niveau van brandweerzorg in stand houden Crisismanagementorganisatie borgen en actueel houden Emmen voert een actief beleid ter verbetering van de fysieke externe veiligheid Het huidig niveau van vergunningverlening en de toezicht- en handhavingstaak van de gemeente borgen SOCIALE VEILIGHEID Het veiligheidsgevoel bij de burger verbeteren (veilige woon- en leefomgeving) Gebiedsgebonden aanpak van sociale overlast en verloedering
Gerichte aanpak van de High Impact Crimes
Minder jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast
De resultaten zullen in de jaarrekening 2015 van de Veiligheidsregio Drenthe zichtbaar worden. Idem Idem
Idem
Wij hebben geen jaarlijkse cijfers betreffende onveiligheidsgevoel. De laatste cijfers dateren van 2013/2014 uit de Veiligheidsmonitor. Al jaren geven wij uitvoering aan een gebiedsgebonden aanpak van sociale overlast en verloedering. Vanuit de betrokken afdelingen VTH (BOA-toezicht) en de afdeling DNW wordt afstemming gezocht in de gebieden om deze problematiek gezamenlijk te verbeteren. De high impact crimes (woninginbraken en geweld) zijn gedaald. Dit wordt vooral veroorzaakt door minder geweldsdelicten. De Persoonsgerichte aanpak (PGA) binnen het VHD en de afstemming met alle betrokken partijen heeft een positief effect. Jeugdoverlast komt incidenteel op verschillende plekken voor. In 2015 is de overlast van jeugd ten opzichte van 2014 gedaald. PGA wordt ingezet op preventieve interventies voor groepen/ individuen. Ketenpartners stemmen hierbij de aanpak met elkaar af om zo recidive te verminderen en om de ontwikkeling naar criminele netwerken tegen te gaan.
14
Minder recidive ex-gedetineerden en veelplegers door adequate (na)zorg
Tegengaan hennepteelt
Terugdringen alcoholgebruik onder jongeren < 18 jaar Een veilige openbare ruimte, waardoor een aantrekkelijk vestigingsklimaat blijft bestaan voor nieuwe en bestaande bedrijven Aanpak signalen huiselijk geweld, met prioriteit bij gezinnen met kinderen
Integrale aanpak veiligheid voor en hulpverlening aan multi-probleem gezinnen.
VERKEERSVEILIGHEID Minder verkeersdoden en verkeersslachtoffers Waar mogelijk verbeteren van de verkeersveiligheid rond scholen.
3.4
Recidive is een lastig te duiden kengetal. In 2015 is 4,8 % van het aantal gedetineerden uit detentie opnieuw in detentie gekomen. In het afgelopen jaar zijn twee maartregelen Inrichting Stelselmatige Dader (ISD) getroffen. Met een ISD kunnen actieve meerderjarige veelplegers max. voor 2 jaar worden vastgehouden. Dit draagt bij aan het terugdringen van recidive. Gesteund door de besluitvorming van de Raad van State hebben wij onverkort uitvoering gegeven aan het gemeentelijk drugsbeleid met als doel het bewaren/herstellen van het woon- en leefklimaat en het tegengaan van verloedering Gedragsbeïnvloeding is een kwestie van lange termijn. De effecten van de uitvoering van het Preventie en Handhavingsplan Drank en Horeca kunnen nog niet in beeld worden gebracht. Wij bevorderen een veilige openbare ruimte door meer inzet van BOA’s in wijken en dorpen, alle inzet in relatie tot schoon, heel en veilig (snel herstel). Gezamenlijke met ondernemersverenigingen zorgen we voor veilige bedrijventerreinen i.c. een bijdrage aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. De meldingsbereidheid ten aanzien van huiselijk geweld en kindermishandeling is vergroot. Het aantal aangiften HG/KM en het aantal huisverboden zijn gedaald. Er bestaan zorgen rond de daling van het aantal geaccepteerde hulptrajecten. In 2015 zijn via het systeem ‘Inzet in Zicht’ ruim honderd matches gemaakt tussen bij het gezin of huishouden betrokken hulpverleners teneinde de samenwerking te bevorderen. In de praktijk bleken de hulpverleners elkaar goed te kunnen vinden om 1 plan te maken. De kwaliteit en de randvoorwaarden van deze plannen (1 plan) verdienen aandacht. Het aantal verkeersdoden (3) in 2015 is vergeleken met vorig jaar (5) iets verminderd. Er kan nu nog geen informatie worden verstrekt over het aantal ernstige verkeersslachtoffers. Met het toevoegen van verkeersprojecten voor het voortgezet onderwijs is de continuïteit van het uitvoeringsprogramma Verkeerseducatie in het onderwijs gewaarborgd.
Onderwijs en jeugd
Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 Onderwijsachterstandenbeleid Landelijk is in 2015 de ambitie opgesteld voor Kindcentra 2020, die door vele betrokken partijen als VNG, Onderwijsraad, MO-groep, PO-raad, werkgeversen werknemersorganisaties wordt onderschreven. De ambitie is één kindvoorziening voor 0 tot 12 jarigen voor onderwijs, voorschool en opvang onder één aansturing (bestuur) en vervat in één wet, bij voorkeur de onderwijswetgeving. Landelijk bestaan meerdere kindcentra, maar geen “integrale”, dat wil zeggen onder één bestuur. Voorwaarde voor “integraal” is één bekostiging en één wettelijke regeling, zodat één bestuur dit kan uitvoeren. Integrale Kind Centra zijn dus voorlopig niet haalbaar. In juni 2015 is in de raad de Hoofdlijnennotitie Ontwikkeling en Onderwijs vastgesteld. Ambitie van de
notitie is dat elke peuter een aanbod krijgt voor voorschoolse educatie. Eind 2015 is als uitwerking hiervan het nieuwe beleid vastgesteld in de Beleidsregel voorschoolse educatie 2016 en het bijbehorende 15
kwaliteitskader. De schoolbesturen voor het primair onderwijs en de Tinten Welzijnsgroep werken op strategisch niveau samen om in de vorm van een uitvoeringsprogramma de komende jaren adequaat een gespreid aanbod van voorscholen bij basisscholen te ontwikkelen, die aan de kwaliteitseisen voldoen. De Stichting Peuterwerk en de kinderopvangorganisaties implementeren het uitvoeringsprogramma. Aan de kwaliteit van voorscholen is in 2015 volop gewerkt door onder meer cursussen voor taalniveau 3F, ouderpartnerschap en een kindvolgsysteem. Schoolbestuurlijke taak openbaar onderwijs Het jaar 2015 heeft voor Openbaar Onderwijs voornamelijk in het teken gestaan van de implementatie van de nieuwe onderwijsvisie ‘Duurzaam en sterk de toekomst tegemoet’. Voorbereidingen zijn getroffen om per 1 augustus 2016 in de nieuwe structuur te werken en uitvoering te geven aan de nieuwe onderwijsvisie. De onderwijsvisie “Duurzaam en sterk de toekomst tegemoet” is ontwikkeld vanwege de daling van het
aantal leerlingen in deze regio. Hierdoor wordt een deel van de schoolorganisaties kleiner en deze komen hierdoor steeds meer onder druk te staan. De werkzaamheden blijven hetzelfde en kunnen verdeeld worden onder minder medewerkers. De taken op een kleine school zijn namelijk niet minder dan op een grote school. Door maatregelen te treffen om in grotere eenheden (clusters) te gaan werken worden de beschikbare middelen en expertise zo maximaal mogelijk benut. Hierdoor wordt de kans vergroot dat we zoveel mogelijk locaties in stand kunnen houden en vooral de benodigde onderwijskwaliteit kunnen bieden. Niet alleen de kleine scholen maar ook de grotere scholen hebben voordeel van het werken in onderwijsteams binnen clusters, doordat ze kennis, ervaring en expertise kunnen uitwisselen. Dit alles in het belang van de leerlingen op onze openbare scholen. In 2015 is ook het Bestuurlijk Koersplan voor 2015-2019 vastgesteld met de lange termijn doelstellingen voor Openbaar Onderwijs Emmen.
Wat hebben we bereikt in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan ONDERWIJS EN JEUGD Wij stimuleren een leefklimaat waarin jeugdigen met plezier hun talenten kunnen ontwikkelen, waardoor zij goed voorbereid zijn op de toekomst en hun steentje kunnen bijdragen aan de maatschappij als betrokken burgers.
Alle kinderen in de leeftijd van 2,5 – 3 jaar hebben optimale ontwikkelingskansen en zijn goed voorbereid op hun start in het basisonderwijs door het bezoeken van de voorschool. Alle kinderen die extra stimulering nodig hebben voor hun taalontwikkeling maken gebruik van het aanbod voor voorschoolse educatie. De kwaliteit van de voorschoolse educatie is verbeterd overeenkomstig de Bestuursafspraken. Voortijdig schoolverlaten wordt voorkomen en verminderd.
Meer jongeren behalen een startkwalificatie.
Op verschillende manieren is invulling en uitvoering gegeven aan deze doelstelling. Vanuit sport, cultuur, zorg, veiligheid en onderwijs wordt veel geïnvesteerd in een het creëren van een positief en stimulerend leefklimaat voor jongeren. Concrete voorbeelden: sociale vaardigheidstrainingen, werken met de methodiek positief opvoeden Drenthe, de inzet van de kunstbeweging (programma 8), gezond in de stad (programma 8) en het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren (programma 3). In de hoofdlijnennotitie ‘Ontwikkeling en Onderwijs’ is de ambitie opgenomen om alle peuters een aanbod van voorschool te doen. Stapsgewijs willen we dit in 2020 bereiken. Eind 2015 zijn er 27 voorscholen. De voortgang verloopt volgens plan. De capaciteit om doelgroepkinderen een aanbod voor voorschoolse educatie (via voorscholen) te doen is uitgebreid van 510 naar ruim 900 plaatsen in 2015. De kwaliteit van de voorschoolse educatie voldoet aan de Bestuursafspraken. De schooluitval ligt met 1,6% ruim onder het landelijk gemiddelde (1,9%). In het extra jaar 2015-2016 wordt gewerkt aan de borging van de maatregelen. In de laatste officiële telling had het Drenthe College het grootste percentage daling van het aantal schoolverlaters. Dat komt voornamelijk door betere begeleiding en goede verzuimregistratie. Er is nog steeds een daling van het aantal schoolverlaters. Het aantal jongeren met minimaal een MBO II is gestegen.
16
Kwalitatief goed onderwijs dichtbij is georganiseerd.
Integrale kindcentra zijn voor opvang, onderwijs en opvoedondersteuning van kinderen van 0 tot 12 jaar.
Elke school biedt basisondersteuning. In de regio zijn scholen die een passend aanbod hebben voor leerlingen met een extra ondersteuningsvraag.
Een doorgaande leerlijn in het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs is gerealiseerd. Jongeren worden meer betrokken bij de invulling van hun eigen leef, leer- en werkomgeving.
Er is extra aandacht/begeleiding en een gericht aanbod voor alle jonge kinderen die risico lopen op (taal-) ontwikkelingsachterstand
De zorgstructuren op alle scholen is zodanig ingericht dat ieder kind dat dreigt de aansluiting te missen wordt gesignaleerd en krijgt de hulp die het nodig heeft. Het is alle ouders, kinderen en professionals met vragen over gezondheid, opgroeien en opvoeden duidelijk waar zij met een vraag of probleem terecht kunnen. Er wordt kwalitatief goede Jeugdhulp geboden aan kinderen en jeugdigen die het nodig hebben.
Passend onderwijs biedt leerlingen meer ondersteuning om in het regulier onderwijs de nodige ondersteuning te krijgen om de opleiding op een reguliere school door te zetten. Er zijn diverse contacten in het land met scholen voor speciaal onderwijs met het doel expertise binnen te halen om zelf binnen het voortgezet onderwijs en MBO de lessen in het reguliere programma te kunnen geven. Voor het voortgezet onderwijs is samenwerking uitgesproken tussen de scholen om in het kader van de Krimp toch goed, of zelfs beter kwalitatief onderwijs te kunnen bieden. Als voorbeeld het plan voor gezamenlijke technieklokalen, voorzien van alle moderne apparatuur. In het overleg tussen schoolbesturen primair onderwijs, voorschoolse voorzieningen en gemeente (LOBO) is geconcludeerd dat integrale kindcentra (IKC) voorlopig niet haalbaar zijn. Ook landelijk niet. Emmen gaat nu uit van kindvoorzieningen met als eerste stap de combinatie van voor- en basisschool. Landelijk wordt nu bepleit: 1 wettelijke regeling, 1 financiering en 1 aansturing (bestuur) voor 1 voorziening voor onderwijs en opvang. De basisondersteuning is op orde. Naar aanleiding van de Wet Passend Onderwijs werken scholen samen in samenwerkingsverbanden. Scholen maken binnen deze samenwerkingsverbanden onder meer afspraken over welke scholen kunnen voorzien in een passend aanbod voor leerlingen met een extra ondersteuningsvraag. Scholen zijn hiervoor primair verantwoordelijk. Het systeem is gerealiseerd, maar de concretisering vraagt nog verdere aandacht. Het is een proces dat vraagt om samenwerking tussen primair onderwijs, voortgezet onderwijs en het MBO. Er is eind 2015 een nieuw bestuur voor de Jongeren Adviesraad Emmen (JARMM) ingesteld. Met het onderzoek ‘wat jongeren willen in Emmen’ en het nieuwe beleid zullen jongeren meer worden betrokken bij hun eigen leefomgeving. Het onderzoek is in 2015 gestart en zal naar verwachting voor de zomervakantie 2016 zijn afrond. Het aanbod voor voorschoolse educatie is van 510 plaatsen (eind 2014) uitgebreid naar ruim 900 plaatsen (eind 2015), waardoor 60% van alle peuters, en 100% van de doelgroep peuters, van dit aanbod gebruik kunnen maken. Doel is dat dit aanbod in voorscholen (in basisscholen) georganiseerd gaat worden. Daarvoor worden de peuterspeelzalen met voorschoolse educatie omgebouwd. In 2015 is er bovenschools in het voortgezet onderwijs en het MBO veel verbeterd. Veel kinderen die ondersteuning en of hulp nodig hebben worden vroegtijdig gesignaleerd.
De meeste ouders weten de weg te vinden naar professionals op het moment dat zij kampen met opvoed- en of opgroeivragen. Uit cijfers van de Drentse Jeugdhulp regio blijkt dat de meeste verwijzingen naar jeugdhulp nog steeds via de huisarts verlopen. De in de regio gecontracteerde Jeugdhulp-aanbieders dienen te voldoen aan het Drentse kwaliteitskader Jeugdhulp en aanvullende kwaliteitscriteria die in de contracten zijn opgenomen. Er wordt kwalitatief goede jeugdhulp geboden.
17
Professionals signaleren vroegtijdig in een ondersteuningsbehoefte en opvallend gedrag om, daar waar mogelijk, door preventieve inzet het verergeren van situaties te voorkomen.
Er wordt extra geïnvesteerd in preventieve jeugdhulp om vroegtijdig te signaleren en ondersteunen. Hier wordt met name door het Centrum voor Jeugd en Gezin op ingezet.
3.5 Bouwen, wonen en milieu Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 Omgevingswet / omgevingsvisie Op 1 juli 2015 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Omgevingswet. In 2018 moet de omgevingswet van kracht worden. Doel van de wet is dat procedures binnen het omgevingsrecht eenvoudiger worden, de onderzoekslasten worden beperkt en de digitale beschikbaarheid verbetert. De omgevingswet moet geïmplementeerd worden in de gemeentelijke organisatie. In 2015 zijn de voorbereidingen voor de komst van de wet gestart met een bewustwording over en verkenning van de impact van de wet. De C-discussie van december 2015 past binnen het stelselwijziging van de omgevingswet. De C-discussie leidt tot een korte en lange termijn aanpak. De korte termijn acties worden spoedig uitgevoerd en de lange termijn meegenomen in de invoering van de omgevingswet. Wonen Op 1 juli 2015 is de Woningwet 2015 in werking getreden. Deze wet leidt tot een nieuwe werkelijkheid in de relatie gemeente, corporaties en huurdersorganisaties. De wet verplicht corporaties zich meer te richten op hun kerntaak: het huisvesten van de laagste inkomensgroepen. Gemeenten krijgen met de woningwet een stevige regisserende rol. De wet geeft huurderorganisaties een positie bij het maken van prestatieafspraken. Het Nieuw Lokaal Akkoord (NLA) is al in de geest van de Woningwet 2015 opgesteld. Het NLA wordt jaarlijks geactualiseerd met concrete prestatieafspraken. De corporaties hebben in 2015 biedingen gedaan, die door de gemeente zijn geaccepteerd. Woonbedrijf De herstructurering van de kleine woonwagencentra is grotendeels afgerond en de bewoners van de 24 nieuwe woningen hebben de sleutel. Besloten is om een 25ste woning te bouwen op locatie de Gierzwaluw. Het opzetten van een vastgoedexploitatie voor het woonbedrijf is verder uitgewerkt. In verband daarmee is onder andere externe deskundigheid ingehuurd voor de inspectie van de woningen en het omliggende gebied. Een vastgoedexploitatie is nodig om de eventuele overdracht naar de corporaties mogelijk te maken, of te kiezen voor een andere vorm van beheer. Verwachting is dat voor het gereed maken van de Ark extra
investeringen nodig zullen zijn. Hier wordt in Berap-1 2016 op teruggekomen. Windenergie We hebben de eerste stap van de structuurvisie “Emmen, Windenergie” opgesteld en vastgesteld op 19 november 2015. Deze structuurvisie geeft een ruimtelijk kader voor de ontwikkeling van windparken. Met de vaststelling worden, voorafgaand aan de vaststelling van de gehele structuurvisie, de betrokken initiatiefnemers met een grondpositie in de zoekgebieden uitgenodigd om eerst een voorstel uit te brengen. Dit moet zorgen voor een betere positie voor direct omwonenden ten opzichte van initiatiefnemers bij het maken van afspraken. Het doel is meer balans tussen lusten en lasten voor initiatiefnemer en omwonenden. Er is een PlanMER, inclusief Passende Beoordeling, uitgevoerd om de milieueffecten van de ontwikkeling van windenergie in Emmen in beeld te brengen. Deze PlanMER is nodig om tot een structuurvisie te komen We hebben het platform Windkracht 3 ingericht en de Natuur en Milieufederatie Drenthe en de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windenergie (NLVOW) gevraagd om hier het voortouw in te nemen. De opdracht aan het platform Windkracht 3 is het organiseren van gebiedsprocessen en het opstellen van een concept gedragscode. Structuurvisie Zonneakkers In 2012 is de Energienota Gemeente Emmen vastgesteld. In de nota wordt gestreefd naar een vermindering van de CO2 uitstoot in 2025 met 25% van de uitstoot t.o.v. 2012 en naar een CO2 neutraal Emmen in 2050. Onder andere door realisatie van zonneakkers. In 2015 is de structuurvisie Zonneakkers vastgesteld. Deze visie stimuleert en faciliteert initiatiefnemers bij de realisatie van zonneakkers door het opnemen van locaties, criteria en ondersteunende faciliteiten. Bij vaststelling is een motie aangenomen om in gesprek te gaan met de provincie. Een eerste verkennend gesprek over zonneakkers in het buitengebied heeft, n.a.v. de overgenomen motie, met de provincie plaatsgevonden. Er is sprake van een positieve grondhouding.
18
Welstand In het bestuursakkoord “Aanpakken en Doen” is het herijken van het welstandsbeleid aangekondigd. In 2015 is gewerkt aan een vereenvoudiging van het welstandsbeleid met als voornaamste doel minder welstandscriteria, toegankelijker en makkelijker welstandsbeleid. Er wordt gekozen voor de invoering van een ambtelijke toets waardoor het onderdeel welstand binnen vergunningverlening vlotter afgedaan kan worden. De welstandsnota wordt voor de zomer ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Stimuleringsfonds Dorpen en Wijken Het Actieplan Stimuleringsfonds Dorpen en Wijken is op 26 maart 2015 vastgesteld en in uitvoering genomen. Ten laste van het fonds zijn de volgende uitvoeringskredieten verstrekt: 1. Aanpassing Langestraat Klazienaveen € 63.500,2. Subsidies Stimuleringsregeling € 100.000,3. Eerste fase 'herinrichting centrum NieuwAmsterdam/ Veenoord' € 500.000,-. Ook is er een subsidieregeling voor dorpsinitiatieven vastgesteld. Ladder van duurzame verstedelijking In 2012 is de (rijks) Structuurvisie Infrastructuur en
Ruimte (SVIR) vastgesteld. Met deze vaststelling werd de “Ladder voor Duurzame Verstedelijking” (voorheen SER ladder) vigerend (via het Besluit ruimtelijke ordening). Het doel van de ladder is 'een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden'. De ladder legt een motiveringseis op bij “nieuwe stedelijke ontwikkelingen”. Aangetoond moet worden dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet in de regionale behoefte. Als de regionale behoefte niet kan worden aangetoond dan kan een beoogde ontwikkeling niet tot uitvoer worden gebracht. In 2015 is duidelijk geworden dat uitspraken van de Raad van State vragen om een grotere aandacht van onze gemeente voor de Ladder voor Duurzame Verstedelijking.
Statushouders Voor 2015 hadden we een taakstelling voor de plaatsing van 183 statushouders. Het is gelukt om 111 statushouders te plaatsen. Er resteert nog een opgave van 72 statushouders. Er zijn vele inspanningen geleverd om aan de taakstelling te voldoen. De gemeente trekt gezamenlijk op met de woningcorporaties, het COA en de provincie om tot passende woonruimte te komen. De verwachting is dat de vraag naar het opvangen van statushouders zal aanhouden. Wij nemen daarin onze verantwoordelijkheid samen met onze partners en benaderen dit vanuit kansrijke invalshoeken, door bijvoorbeeld bij woningcorporaties sloop en verkoop huurwoningen en ombouwen van (kantoor)panden ui te stellen en het stimuleren van nieuwbouw. Daarnaast zijn we in gesprek met woonzorginstellingen en makelaars. Meer afval scheiden doen we samen In 2015 heeft Area opdracht gekregen om het plan Meer Afval Scheiden Doen We Samen te gaan uitvoeren. Het plan moet bijdragen om de doelstelling van het Kaderplan Afvalstoffen (60% afvalscheiding) te realiseren. Tevens moet het plan een eerste aanzet geven ter realisering van de ‘VANG-norm’ (Van Afval Naar Grondstof) van 75% afvalscheiding in 2020. Het betreft de volgende maatregelen: vervanging zakkeninzameling plastic, blik en drankenkartons door mini-containers; invoering sorteerstraten; invoering ondergrondse containers bij hoogbouw; invoering containermanagementsysteem; optimalisering inzameling papier; professionalisering textielinzameling met social return. Met het plan is een totale investering gemoeid van € 4.768.000-. Het betreft een kostenneutrale uitvoering welke doorvertaald worden naar de productovereenkomst tussen Area en de gemeente Emmen. Reserve Afvalstoffenheffing Verschillende ontwikkelingen hebben invloed op de egalisatie reserve afvalstoffenheffing; Het verwachte voordeel op het nieuwe verwerkingscontract restafval (per 1-7-2016) is in de begrotingsraad 2014 teruggegeven aan de burgers. Met de vaststelling van het maatregelenplan afvalbeheer (BW 15.0783) heeft de raad besloten uitvoering te geven aan het Plan ”Meer afval scheiden doen we samen”. Hiermee is een reeds ingeboekt voordeel van Afval Anders vervallen Daarnaast is er sprake van autonome kostenstijgingen en nieuwe risico’s (zie berap 2015). De autonome kostenstijgingen betreffen: stijging van de kosten van kwijtschelding, indexeringsverschillen, veranderend gedrag consumenten en tegenvallende vermarkting van kunststof. Nieuw risico is de landelijke maatregel om afvalstoffenbelasting te heffen.
19
In het kader van Besluit Begroting en Verantwoording is de egalisatiereserve afvalstoffenheffing omgezet in een voorziening. Dit betekent dat een voorziening niet negatief mag zijn. Dit leidt tot een nadeel van € 1.331.489-. De regels van het BBV hebben hun doorwerking naar 2016 en daarna. Met Berap-1 2016 wordt teruggekomen op de risico’s voor de komende jaren en de beheersingsmaatregelen die hierop ingezet kunnen worden. Smart Energy Region Emmen Haren (SEREH) SEREH geeft invulling aan de Energienota van Emmen en het energiebeleid van de Stadt Haren. Uitgangspunt daarbij is dat de transitie naar een duurzame energievoorziening regionaal-economische ontwikkeling stimuleert. SEREH beoogt de ontwikkeling van een duurzame energievoorziening in het grensgebied Emmen-Haren en het benutten van regionale economische kansen die daaruit voortvloeien. SEREH gaat óók over het betrekken van burgers en bedrijven bij de
energietransitie. Emmen wil een energie neutrale gemeente zijn in 2050 en beschouwt het energiebeleid als motor voor ‘groene groei. Stadt Haren heeft grote stappen gezet in de productie van duurzame energie en produceert 150% van haar energievraag duurzaam. De energietransitie is een grote maatschappelijke opgave de komende decennia. Beide gemeenten willen hierin samen optrekken. De Gemeente Emmen, Stadt Haren, Universiteit Twente, Enexis, RWE, Landgoed Scholtenszathe hebben de intentie uitgesproken om zich in het kader van het project Smart Energy Region Emmen-Haren in te zetten voor een slimme en zelfvoorzienende energieregio. De ondertekende intentieovereenkomst beschrijft dat de genoemde partijen samen de technische, economische en juridische mogelijkheden zullen verkennen om samen als gemeenten Emmen en Haren een regionaal slim energienet te realiseren. De Gemeente Emmen en Stadt Haren hebben een conceptvisie ontwikkeld voor een transnationale en regionale energietransitie.
20
Wat hebben we bereikt in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan RUIMTE EN WONEN Realiseren en in stand houden van het groene karakter en de eigen identiteit van aantrekkelijke woon- en leefmilieus en vestigingscondities
Er zijn initiatieven geweest die een bijdrage hebben geleverd aan behoud/versterking van bestaande woonmilieus. Een voorbeeld hiervan is de bouw van 24 sociale huurwoningen aan de Buitenweg, beter bekent als Europan.
Actuele bestemmingsplannen met voldoende plancapaciteit om ambities op het gebied van wonen, bedrijvigheid en voorzieningen te kunnen realiseren en een doelmatige vergunningverlening.
De gemeente beschikt over ruim 40 (basis)bestemmingsplannen. Bij herzieningen van bestemmingsplannen is efficiënte vergunningverlening een belangrijk onderwerp.
Hoogwaardige stedenbouwkundige en landschappelijke planvorming, met benutting en accentuering archeologische- en cultuurhistorische waarden / (nieuw) erfgoed.
Het plan van aanpak Erfgoednota wordt uitgevoerd. Fase 1 is afgerond. Voorbereidingen om te komen tot het opstellen van een cultuurhistorische waardenkaart (fase 2) zijn opgestart.
Het verbeteren van de kwaliteit en samenstelling van de huidige woningvoorraad
De corporaties hebben investeringen gedaan (en doen dat nog steeds) ter verbetering en vernieuwing van de woningvoorraad. Op de Eikenlaan in Veenoord zijn 4 twee-onder-een-kap- woningen gesloopt en opnieuw gebouwd. In Zandpol en Weiteveen zijn nieuwe levensloopbestendige woningen gerealiseerd. En in Schoonebeek is de ontwikkeling aan het Spanjaardspad al een heel eind op streek.
MILIEU Verbeteren en in stand houden van milieukwaliteiten
Blijven inzetten op verbeterde resultaten bronscheiding van afval
Een effectieve en doelmatige inzameling en verwerking van huishoudelijk afval
Verduurzaming heeft meer aandacht gekregen. Binnen het programma Smart Energy Region Emmen-Haren zijn projecten voorbereid, bedoeld om de doelstellingen uit de Energienota te realiseren. Daarnaast is de structuurvisie Zonneakkers opgesteld, met als doel een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de grootschalige zonneakkers. In overeenstemming met de doelstellingen uit de Milieuagenda is een verkenning uitgevoerd naar de geurproblematiek gerelateerd aan de veehouderijen: de omvang van het probleem, oplossingsrichtingen en het proces. De verkenning duidt op een toegevoegde waarde bij het opstellen van een gemeentelijk beleid voor geur. Het bronscheidingspercentage is al jarenlang stabiel rond de 54% terwijl het Afvalkaderplan de ambitie stelt op 60%. In september 2015 is een nieuw maatregelenkader vastgesteld die bij moet dragen aan de realisatie van de gestelde ambitie. De wettelijke zorgtaak voor de afvalinzameling wordt uitgevoerd door Area Reiniging. Effectiviteit en doelmatigheid van het huishoudelijk afvalbeheer zijn door innovaties in de uitvoering en slimme aanbestedingen van verwerkingscontracten te realiseren. In 2015 is de dubbele zijbelading van mini-containers uitgebreid en zijn gunstige tarieven uit de markt gehaald voor de verwerking van gft en glas.
21
Een goed werkend klimaatbestendig en duurzaam watersysteem en rioolstelsel voor de afvoer van afval- en hemelwater, dat hygiënisch, chemisch en ecologisch in goede staat verkeert Verbeteren van de bodemkwaliteit of minimaal beheerst hebben van de risico’s op locaties met bodemverontreiniging
De gemeente beschikt over een goed werkend klimaatbestendig en duurzaam watersysteem en rioolstelsel. Eén aandachtspunt daarbinnen is de Buis Oranjekanaal. Vanwege de complexiteit in de grondpositie gaat wordt gewerkt met een andere aanbestedingsvorm. Het project is eind 2015 aanbesteed. De uitvoering is gestart. De verontreiniging problematiek is door onderzoek beter in beeld gebracht. De lijst van mogelijke spoedlocaties is verkleind. Door de uitvoering van saneringen worden risico’s beheerst.
3.6 Inkomensondersteuning Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 Armoedebeleid In 2015 hebben we onze focus gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van onze inwoners. Hierbij gaan we uit van de eigen kracht van onze inwoners en hun omgeving. We hebben extra aandacht gegeven aan gezinnen met minderjarige kinderen en inwoners met acute financiële nood. Een andere belangrijke wijziging was in 2015 dat we het armoedebeleid waar mogelijk met lokale organisaties uitvoeren. Speerpunten voor ons beleid waren: • Het bevorderen van (financiële) zelfredzaamheid (o.a. armoedepact, subsidie aan maatschappelijke organisaties, stimuleren gebruik regelingen); • Activeren naar werk en participatie (via o.a. de in 2015 vastgestelde regeling ontplooiing en ontwikkeling); • Gebiedsgerichte aanpak ook voor armoede (ruilgoederenbank en noodfonds); • Het bevorderen van bekendheid van de inkomensondersteunende maatregelen (minimawijzer); • Verdere digitalisering dienstverlening, o.a. uitbreiding webshop en digitalisering van het aanvraagtraject (implementatie berekenuwrechtplus); • Meer inzet op kwetsbare groepen (kindregelingen, noodhulp). Handhaving In het beleidsplan handhaving Participatiewet zijn de kaders vastgesteld voor de handhaving op het vlak van zowel uitkeringsverstrekking als re-integratie. Dit beleidsplan richt zich op rechtmatigheid binnen de Participatiewet, en is daarmee complementair aan het op doelmatigheid gerichte Meerjarenbeleidskader Participatiewet (met name voor wat betreft arbeidstoeleiding). Het concept ‘hoogwaardig handhaven’ blijft het uitgangspunt. Met dit concept wordt ingezet op het vroegtijdig informeren van klanten, het optimaliseren van de dienstverlening, controle op maat en het daadwerkelijk sanctioneren bij
geconstateerde overtredingen, waarbij evenwicht wordt gehouden tussen preventie en repressie. Meer specifiek wordt met dit beleidsplan ingezet op het nader verbinden van handhaving in het sociaal domein, de doorontwikkeling van informatie gestuurd handhaven en het verder borgen in de dienstverlening van integrale handhaving. Schulddienstverlening Schulddienstverlening is uitgevoerd op basis van de uitgangspunten van het beleid in het sociale domein. Dat wil zeggen dat de dienstverlening is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Een belangrijk punt binnen dit beleid is dat schuldenproblematiek alleen kan worden opgelost als de betrokkene gemotiveerd is om hiermee aan de slag te gaan. Samenwerking met andere maatschappelijke organisatie is essentieel voor de uitvoering van een integraal aanbod. De inzet van vrijwilligers is daarbij van groot belang. Een zakelijke manier van werken, heldere verwachtingen over en weer en wederkerigheid in inzet. Waar een schuldenaar de eigen verantwoordelijkheid niet op zich kan nemen zal hulpverlening worden geboden door één van onze Emmense instellingen.. Bij de ‘toeleiding’ naar Schulddienstverlening werken we met ‘’selectie naar oplosbaarheid’’: alleen een traject voor schuldregeling treffen als er een reële kans is dat een dergelijke regeling kans van slagen heeft. 22
Wat hebben we bereikt in 2015? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan INKOMENSONDERSTEUNING Bieden tijdelijke inkomensondersteuning
Alle activiteiten zijn er op gericht om instroom te beperken en uitstroom te bevorderen. Met de 2e voortgangsrapportage is gerapporteerd over de toenemende (beïnvloedbare) uitstroom. Een snelle, eenvoudige en betrouwbare uitkering wordt nagestreefd. Digitale dienstverlening krijgt steeds meer vorm. De webshop, digitale klantenkrant, en berekenuwrechtplus (aanvraag bijzondere bijstand) zijn hier voorbeelden van.
Het verhogen van de maatschappelijke participatie (“iedereen doet mee”)
Maatschappelijk meedoen wordt gestimuleerd door o.a. de webshop. De participatieregeling 18- en stimuleringsregeling 18+ kunnen digitaal en in natura worden aangevraagd. In totaal hebben zo’n 3.200 personen gebruik gemaakt van de webshop. Een deel van de klanten heeft, ondanks veelvuldige persoonlijke communicatie hierover, niet het (volledige) budget besteed.
Beperking van instroom in de uitkering
Middels een sluitende aanpak en rechtmatigheidsheids-screeningen wordt de instroom beperkt. Fraude alertheid, kennis van voorliggende voorziening en matching met vacatures zorgt voor preventie. De preventiequote (aantal uitkeringen dat niet tot toekenning komt ligt boven de doelstelling). Door het hoge aantal aanvragen is de instroom hoger dan verwacht. 38% van de instroom komt voort uit beïnvloedbare redenen als WW, werk en scholing. 18% van de instroom door vergunninghouders, dak- en thuislozen, crisisopvang en leger des heils. Het aandeel instroom i.v.m. vergunninghouders neemt toe.
Bevordering van uitstroom uit de uitkering
Rechtmatigheid is voortdurend een prioritair thema. In 2015 is hier extra op ingezet middels het investeringsplan. Alle klanten worden gescreend op rechtmatigheid. Daarnaast wordt uitstroom gerealiseerd door inzet van handhaving en sociale recherche. Ook uitkeringsverwerking levert een wezenlijke bijdrage door het verwerken van inkomsten- en wijzigingsformulieren. Door inzet op het investeringsplan volume beperking is de beïnvloedbare uitstroom (730) in 2015 voor het eerst hoger dan de niet beïnvloedbare uitstroom (622).
Voorkomen dat burgers in problematische schuldensituaties geraken en ondersteuning bieden bij het oplossen van problematische schuldensituaties van diegenen die daar ondersteuning bij willen hebben
De dienstverlening is dicht bij onze inwoners uitgevoerd door gebiedsgericht te werken. Fysiek zijn de consulenten aanwezig in de zes gebieden en werken hierbij nauw samen met welzijnsorganisatie Sedna zodat er sprake is van integrale dienstverlening voor onze inwoners. Door intensivering van de ketensamenwerking, het organiseren van activiteiten op het gebied van preventie en meer communicatie is de zichtbaarheid van de dienstverlening vergroot. Hiermee is de drempel voor onze inwoners naar de schulddienstverlening verlaagd.
3.7 Openbare ruimte Verkeer en Vervoer Beknopte schets van de ontwikkeling in 2015 Algemeen De gebruikers van de openbare ruimte (“groen en grijs”) hebben ervaren dat er heel veel werk is verzet. De realisering van omvangrijke
centrumvernieuwingsprojecten (onderdeel weginfrastructuur), de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden en overige infrastructurele projecten hebben tot kwaliteitsverbeteringen geleid. Er zijn dan ook belangrijke stappen voorwaarts gezet in 23
het toekomst bestendig maken van de bereikbaarheid van Emmen alsmede in het realiseren van de beleidsdoelen van het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2012-2020. Het overleg over en de realisering van de hier bedoelde werken heeft van gasten, inwoners, gebruikers openbaar vervoer c.a.) veel gevraagd. Bestuurlijk Overleg met provincie over de hoofdverkeersstructuur De gewenste (hoofd)verkeersstructuur is vastgelegd in het document ‘’Oog voor Mobiliteit, gemeentelijk verkeer- en vervoerplan 2012-2020”. Voor de realisering van de in het GVVP beschreven doelen alsmede voor de voorgenomen provinciale infrastructurele werken werd in het najaar van 2015 een stuurgroep Hoofdinfrastructuur gemeente Emmen ingesteld. Deze stuurgroep heeft in 2015 onder meer gesproken over: Herinrichting provinciale weg N 391 Ruiling van wegen (Rondweg / de weg EmmenKlazienaveen) De door de gemeente gewenste verdubbeling van de weg Emmen-Klazienaveen (N 862) Voornemen van de provincie tot gedeeltelijke verdubbeling N 34 Vormgeving ongelijkvloerse afslag Emmen-west (N 34-Rondweg) Spoorlijn Emmen-Zwolle (baanverdubbeling bij station Emmen-zuid, viertreinensysteem) Parkeren Taakstelling parkeren Het maatregelenpakket om de jaarlijkse taakstelling parkeren voor de periode 2015-2019 vorm te geven is verwoord in de op 30 april 2015 door de gemeenteraad vastgestelde notitie ‘Verder met Parkeren, versie 2’. Omdat de realisatie van de taakstelling tijd nodig heeft is door de Raad voor 2015 € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor de dekking van het tekort van de parkeerexploitatie. Het invoeren van het hiervoor bedoelde maatregelenpakket gebeurt waar dat nodig is in overleg met betrokken EOP c.q. de Koepel/Emmen Vlinderstad. In 2015 is het volgende gerealiseerd: Verhogen van het tarief straat parkeren naar € 2.00 per uur en één tarief voor de gesloten terreinen. Dit betekent dat het tarief op P Noord nu € 1.75 per uur bedraagt. De tarieven voor de diverse parkeervergunningen zijn meer marktconform gemaakt In overleg met de direct betrokken EOP’s en de Koepel/Vlinderstad is betaald parkeren ingevoerd aan de Flintstraat en de stationsomgeving.
De overig genoemde maatregelen zullen in de loop van 2016 hun beslag krijgen. Met de uitvoering van het maatregelenpakket is in 2015 in ieder geval al bereikt dat de baten en lasten ten opzichte van de bijgestelde begroting een voordeel laten zien van twee ton. Dit betekent dat van de beschikbaar gestelde € 1 miljoen, € 200.000 terugvloeit naar de algemene middelen.
Parkeren en de praktijk De centrum bezoekers zijn gebaat bij een goed functionerend parkeersysteem. Het gaat daarbij om zaken als het beschikbare aantal plaatsen, de verwijzing naar en de bereikbaarheid van de parkeerfaciliteiten alsmede een gastvrije ontvangst. Vanaf medio 2015 wordt maandelijks op bestuurlijk niveau met de Koepel-Vlinderstad Emmen-Wildlands over dit soort zaken gesproken. Er kan worden teruggekeken op een succesvol verlopen overleg halfjaar: Tijdelijke locatie 1.000 extra parkeerplaatsen Wildlands Transferium aan de Meerdijk met bus voorziening Uitwerking maatregelenpakket notitie ‘Verder met parkeren, versie 2” Bespreken monitor gegevens gebruik gesloten parkeerfaciliteiten Emmen Inzetten van verkeers- en parkeerregelaars op drukke dagen Verkeersmanagement-maatregelen Dris: dynamisch route informatie systeem Pris : parkeer route informatie systeem Integrale parkeervisie Op 30 april 2015 heeft de gemeenteraad besloten een nieuwe integrale parkeervisie op te stellen die voor het zomerreces van 2017 moet zijn vastgesteld. Het proces zal bottom up vorm worden gegeven en start met een c-discussie in de raad over de uitgangspunten. De voorbereiding van de c discussie is in het 4e kwartaal gestart. 24
Wegen en kunstwerken In 2015 is er omstreeks 4,5 miljoen geïnvesteerd in het onderhoud van de wegen (€ 3 mln. uit het krediet en € 1,5 miljoen uit de exploitatie). Het onderhoud aan verharde wegen en zandwegen betrof onder andere: uitvullen, herstraten, deklagen aanbrengen en funderingen vervangen. De investeringen hebben plaatsgevonden op veel verschillende locaties. Nieuw Weerdinge EmmerCompascuum Nieuw Amsterdam Emmer Erfscheidingsveen Barger Oosterveld
Roswinkel Erica Foxel Nieuw Dordrecht Veenoord
Zwartemeer Sterrenbuurt Centrum Emmen Emmermeer
Weiteveen Schoonebeek Westenesch Industrie Bargermeer
Met het programma van 2015 zijn inmiddels al veel knelpunten in de dorpen en wijken opgelost. Het beleid is erop gericht om het inhaalprogramma onderhoud wegen de komende jaren voort te zetten. Het onderhoud van de kunstwerken is erop gericht dat deze voldoen aan kwaliteits- en veiligheidsnormen. Om het onderhoudsniveau van de kunstwerken op voldoende peil te houden en om te blijven voldoen aan de wettelijke verplichting om de veiligheid te waarborgen zijn er door de Raad extra middelen beschikbaar gesteld. In 2015 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd. Steigers bij de Rietplas Betonbrug Erfscheidenweg Brug Zwartemeer Fietsbrug Tramwijk Nieuw Weerdinge
Brug in Amsterdamse veld Fietsbrug Delftlanden Reinigen steigers en bruggen
Trambrug Nw. Amsterdam Brugdek Stille Knip Muur Balingerbrink
In 2015 is er een nieuwe inspectie uitgevoerd. De gegevens van deze inspectie komen in 2016 beschikbaar. Voorlopig beeld is dat het extra beschikbaar gestelde krediet voor het onderhoud van de wegen heeft geleid tot een stijging van het percentage “voldoende” volgens de CROW-norm. De opgave is echter nog niet voltooid.
Openbaar Vervoer Trein De planologische procedure voor het verdubbelen van de spoorlijn Emmen-Zwolle bij het station Emmen-zuid is gestart. Deze verdubbeling is noodzakelijk om de gewenste kwartierdienst mogelijk te maken. Vooruitlopend op de kwartierdienst zal vanaf medio 2017 worden gestart met extra treinen in de spits. Bus In het kader van de in het GVVP vastgelegde multimodale verkeer- en vervoerdoelstellingen werd rond de kerst 2015 een actie gratis openbaar vervoer gehouden. Deze actie is zo succesvol verlopen dat de inzet van extra gelede bussen noodzakelijk was. Om het openbaar vervoer meer onder de aandacht te krijgen werd er in 2015 een regionale informatieavond voor raads- en statenleden georganiseerd. Uit cijfers van het OV-bureau blijkt dat de stadsbussen in 2015 12,9% meer reizigers heeft vervoerd dan in het jaar daarvoor. De streeklijnen hebben in zijn totaliteit te maken met een kleine groei van het aantal reizigers. Het OV-bureau heeft aangekondigd om per dienstregeling 2017 alle belbuslijnen op te heffen. Voor Emmen gaat het om de lijnen vanaf station Zuid. Hierop is door de gemeente een zienswijze ingediend.
Beheerplan centrumgebied Emmen Vanaf juli 2015 is begonnen met de overdracht van de realisatie van de CvE projecten naar beheer en onderhoud. In 2015 zijn de lasten daarvan deels incidenteel gedekt en deels heeft de Raad met de tweede bestuursrapportage van 2015 extra middelen beschikbaar gesteld. In de meerjarenbegroting wordt vanaf 2016 rekening gehouden met € 200.000- aan extra lasten. In 2015 is voor de realisatie van de werken van Centrum Vernieuwing Emmen een integraal beheerplan ontwikkeld. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de Hondsrugweg tunnel, het mensenpark en het overig centrumgebied. De definitieve kosten van dit beheerplan hangen af van de keuzes die er in 2016 worden gemaakt m.b.t. de
kwaliteitsniveaus van het onderhoud. Hier zal in Berap1 van 2016 op teruggekomen worden. Begraven De gemeente heeft zorg gedragen voor het beheer en onderhoud van de 21 begraafplaatsen. Op de begraafplaatsen in Zwartemeer, Erica en NieuwDordrecht werken bewoners mee in het onderhoud. In 2015 heeft de aanbesteding van de uitbreiding van Veenoord haar beslag gekregen. In 2016 zal met de aanleg worden begonnen. Bij het Oeverse Bos zijn de voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd voor de aanleg van een nieuwe urnenmuur. De aanleg zal er voor zorgen dat er op termijn geen tekort aan urnenkeldertjes ontstaat. Het komende jaar zal bekeken worden hoe de taakstelling betreffende het aantal medewerkers begraven vorm zal worden gegeven. In de eerste bestuursrapportage van 2015 werd aangegeven dat de inkomsten vanuit het begraven sterk zijn teruglopen. In aanmerking nemend dat er de afgelopen jaren forse tariefsverhogingen (38%) zijn doorgevoerd is het niet
wenselijk om door te gaan met deze extra tariefsverhogingen; dit betekent dat het principe van kostendekkendheid niet meer als beleidsuitgangspunt wordt gehanteerd. Aan de kostenkant kan door efficientieslagen besparingen worden bereikt in het begraafproces; hiervoor is in de begroting een taakstellende bezuiniging opgenomen van € 25.000 voor 2016 en 2017 en €50.000 voor de jaren daarna. Met Berap-1 is er extra budget beschikbaar gesteld. Op rekening basis blijkt echter dat de resultaten van het begraven in de tweede helft van 2015 verder zijn teruggevallen. De opbrengsten vallen opnieuw tegen. Dat betekent dat in 2015 de voorziening van het begraven is uitgeput. De bedrijfskosten dalen nog steeds maar zijn nog niet in evenwicht met de begroting. Doordat de voorziening leeg is zal dit in 2016 niet langer gedekt kunnen worden uit de reserve begraven. Bij berap-1 van 2016 wordt hierop teruggekomen.
Wat hebben we bereikt in 2015? Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan OPENBARE RUIMTE Een aangenaam woon- en leefgebied, waarin bewoners en bezoekers op een plezierige en veilige wijze kunnen verblijven en zich verplaatsen naar huis, werk, school of ontspanning
Het woon- en leefgebied wordt budget gestuurd onderhouden op basis van (beeldkwaliteit)bestekken. Met (individuele)burgers, EOP’s en andere maatschappelijke organisaties vindt afstemming plaats om het beheer en onderhoud zoveel mogelijk in overeenstemming met de wensen uit te voeren. De voor 2015 geplande onderhoudswerken ‘’groen en grijs” hebben bijgedragen aan het verbeteren en op peil houden van een aangenaam woon- en leefgebied.
Een samenwerking met de Erkende Overlegpartners die voldoet aan de tien spelregels die door de Nationale Ombudsman zijn opgesteld voor behoorlijke burgerparticipatie
De gemeente handelt conform deze spelregels. De samenleving wordt dan ook actief betrokken bij de opstelling alsmede de uitvoering van onder meer onderhoudsplannen. Dit gebeurt via de uitvoeringsoverleggen EOP’s; de lokale teams ( wijken dorpsteams), platform overleggen en de werkbezoeken van het college.
Het percentage wegen met het kwaliteitsniveau voldoende in de periode 2015-2018 te verhogen van 76% naar 80%
Om het percentage wegen met het kwaliteitsniveau voldoende te verhogen werd € 3 miljoen euro extra aan onderhoudsmiddelen ingezet; hiermee is de eerste stap gezet richting het gewenste ambitieniveau. In 2015 is er ook extra geïnvesteerd om het veiligheidsniveau van (verkeers)kunstwerken te verbeteren. De gegevens van de in 2015 uitgevoerde effectmeting op het algemeen kwaliteitsniveau komen in 2016 beschikbaar. Dan kan worden beoordeeld in hoeverre het gewenste ambitieniveau van 80% is gerealiseerd.
26
MOBILITEIT Een betere balans vinden tussen de verschillende modaliteiten onderling door het aandeel fiets en openbaar vervoer te vergroten
Faciliteren van mensen die hun reis ‘slim’ plannen door gebruik te maken van het meest geschikte vervoermiddel De binnenstad voetgangersvriendelijk, toegankelijker en veiliger maken, waardoor het voor bewoners en bezoekers aantrekkelijker wordt om daar langer te verblijven
Met het planmatig uitvoeren van maatregelen op de onderdelen parkeren, fietsbeleid en openbaar vervoer voorzieningen wordt stapsgewijs aan de realisatie van deze doelstelling gewerkt. Gerealiseerd in 2015: eind december gratis gebruik van de stadsdienstlijnen; inzet extra bussen op koopzondagen; dienstregeling Q liner Groningen loopt via Klazienaveen; planvoorbereiding ombouw Kerkhoflaan tot fietsstraat; verkenning mogelijkheden bewaakte fietsenstalling noordelijk deel Emmen centrum Deze doelstelling heeft betrekking op het bevorderen van de ketenmobiliteit/stimuleren van multimodale reismogelijkheden. Acties 2015: -planstudie uitbreiding p en r voorziening Emmen zuid; dynamisch reizigers informatie systeem bij ov halten, Met de uitvoering van de centrumvernieuwingsplannen en de hierbij behorende projecten en (verkeers)maatregelen heeft dit vorm en inhoud gekregen.
Het aantal ernstige verkeersslachtoffers terugbrengen in 2020 met 50% ten opzichte van het aantal in 2008
Voor Verkeersveiligheid zie Programma 3.
Het goed bereikbaar houden/maken van Emmen
Het GVVP 2012-2020 en het daarbij behorende uitvoeringsplan is de basis. In 2015 is heel werk verzet om de bereikbaarheid van Emmen te verbeteren en daarmee toekomstbestendig te maken. Veel plannen en projecten zijn in overleg met EOP’s c.a. voorbereid en/of uitgevoerd. Het betreft hier: de CvE projecten; planvoorbereiding voor het ongelijkvloers maken van de afslag Emmen-West (N 34); ombouw N 391 tot stroomweg, planvoorbereiding afslag Emmen-noord (N 34).
Bevorderen van scheiding tussen fietsers en gemotoriseerd verkeer, waar mogelijk in centra en woon-/werkgebieden
Het GVVP 2012-2020 en het daarbij behorende uitvoeringsplan is de basis. Acties 2015: fietspad Foxel –Klazienaveen noord; fietspad PolluxMr. Ovingstraat
Veilige fietsroutes naar scholen
Het GVVP 2012-2020 en het daarbij behorende uitvoeringsplan is de basis. Actie 2015: fietsoversteek Dordsedijk
3.8 Sport en cultuur Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 De overdracht van de kleedaccommodaties aan de voetbalverenigingen is een jaar uitgesteld (m.i.v.01-082016), maar de voorbereidingen hiervan zijn wel in volle gang. De kaders omtrent het revolverend fonds zijn afgestemd met de voetbalverenigingen en geprivatiseerde stichtingshallen en openlucht zwembaden. Daarnaast heeft de raad besloten het niet benutte deel van het stimuleringsfonds dorpen en wijken in te zetten om de overdracht van
kleedaccommodaties te faciliteren. Onderzoek heeft plaatsgevonden over de staat van onderhoud van de kleedaccommodaties, en op basis daarvan zal het niet benutte deel van het stimuleringsfonds worden ingezet. Afgelopen juni stond Emmen in het teken van een groot wielersportevenement nl. het NK Wielersportweken 2015. Van 20 juni t/m 5 juli was Emmen hét middelpunt van de nationale wielersport tijdens deze NK Wielersportweken. Dit evenement is succesvol verlopen.
27
Wat hebben we gedaan in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan SPORT In de Kadernota Sportbeleid 2011-2015 staat een kwalitatief goed, voldoende en betaalbaar en eigentijds sport- en recreatieaanbod centraal.
De deelname aan sport in de gemeente Emmen is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Hierbij spelen topsport en talentontwikkeling ook een rol. Topsport en Talentontwikkeling draagt bij aan de verhoging van de sportparticipatie maar ook aan passieve recreatie (bijwonen, beleven), bevordert het imago en economie van Emmen en daarnaast zijn topsportevenementen sociale ontmoetingsplaatsen en bieden kans op leuk en uitdagend vrijwilligerswerk
Er is voldoende betaalbaar/kwalitatief goed aanbod van sportaccommodaties voor binnen- en buitensport in de gemeente Emmen. Er is/wordt geïnvesteerd in de vervanging en renovatie van sportaccommodaties binnen de beschikbare middelen, waaronder in 2015 de: Renovatie van sporthal Veenoord (afgerond); Voorbereiding aanleg van kunstgrasvelden bij sportpark BargerOosterveld(onderhanden); Voorbereiding voor nieuwbouw van twee gymzalen in de wijk Emmermeer(onderhanden); Vervanging golfslagmachine zwembad Aquarena en vervanging dak van zwembad de Slagen in Schoonebeek (afgerond); Nieuwe vloer sporthal Bargeres(afgerond) als gevolg van waterschade; Aanpassen leidingwerken herstel van sportvloeren in sporthallen (afgerond); Renovatiewerkzaamheden verwarmingsinstallatie sporthal EmmerCompascuum (onderhanden); Herstel kleedkamers Mixed Hockeyclub Emmen als gevolg van brandschade (onderhanden). Daarnaast is het Keurmerk Veilig & Schoon weer behaald voor de drie overdekte zwembaden. Sporttarieven zijn dit jaar niet gestegen. Beleid is er op gericht om zoveel mogelijk inactieven aan het sporten te krijgen. Gemeente Emmen heeft afgelopen jaar het grote topsportevenement NK Wielersportweken 2015 binnengehaald. Dit evenement is georganiseerd door de gemeente Emmen in samenwerking met de KNWU en deze is succesvol verlopen.
28
Het stimuleren van een leven lang sporten. Actieve sportstimulering en gezond ouder worden voor meerdere doelgroepen (per levensfase), waarbij buurtsportcoaches een grote rol spelen.
Er zijn in 2015 diverse gezondheidsprojecten georganiseerd i.s.m. organisaties in de wijk zoals bijvoorbeeld “Het fitte brein” georganiseerd door de Buurtsportcoach Senioren van de gemeente Emmen, de Bibliotheek, de Cocon en apotheek de Vriendschap. Ook worden er wandelingen en bijeenkomsten georganiseerd en worden er cursussen gegeven omtrent valpreventie. Ook wordt actief ingezet op project “Gezond In De Stad” (GIDS).
Het verhogen van de kwaliteit van de sportbeoefening. Sportverenigingen zijn een belangrijke partner in de uitvoering van ons beleid. De gemeente streeft naar effectiviteit en efficiency, krachtenbundeling en vitale verenigingen.
Er is in februari 2015 een bijeenkomst georganiseerd voor sportverenigingen omtrent sport en duurzaamheid. Daarnaast zijn er vele bijeenkomsten georganiseerd omtrent overdracht kleedkamers (zowel gezamenlijk als individueel), waarbij we het afgelopen jaar voortdurend in overleg zijn met de vereniging om het proces van overdracht zo goed mogelijk te laten verlopen.
CULTUUR Sterke culturele infrastructuur Voor het stimuleren van een aansprekend beleid (kunst en cultuur maken en meemaken) is een sterke culturele infrastructuur van wezenlijk belang. Die moet leiden tot een goede inbedding in de samenleving, een divers en zichtbaar aanbod én professionaliteit.
De beoogde versterking van onze culturele infrastructuur is in 2015 vanuit het project ‘Emmen 2015/16’ een belangrijk thema geweest. Met name de vanuit VGG georganiseerde netwerkbijeenkomsten en de culturele cafe’s ‘De Schreeuwende Vrouw’ bleken ontmoetingsplekken waar -dankzij het ‘kennen van elkaars kunnen’- geïnvesteerd is op meer onderlinge verbindingen. De Kunstbeweging vervult voor concrete initiatieven danwel culturele ontwikkelingen op de middellange termijn een belangrijke initiërende en verbindende rol. We zijn in 2015 ons actiever gaan profileren via allerlei nieuwe media (Facebook, Twitter, RTV-Emmen). Vanuit cultuur is medewerking verleend aan een online-netwerkanalyse. Hierbij is uitgegaan van een aantal zoektermen/cultuurdisciplines/evenementen dat moet leiden tot een eerste kwantitatief beeld. Kort gezegd: hoe herkenbaar en vindbaar binnen de nieuwe media is cultuur eigenlijk? Deze eerste onderzoekstap wordt op detailniveau voor heel de gemeente gerealiseerd. Begin 2016 verwachten we de eerste resultaten.
Cultuurparticipatie We bieden zoveel mogelijk mensen de kans deel te nemen aan kunst en cultuur. We focussen op samenwerking op wijkniveau en zetten in op een actief evenementenbeleid voor een bruisende gemeente (leven/wonen/werken) waar (voor jongeren) veel te doen is. Ideeën en voorzieningen geëntameerd door jongeren worden ondersteund.
De Kunstbeweging (DKB) richt zich op jeugd &jongeren, dorpen & wijken en amateurkunst. De cultuurkoppelaar van de DKB heeft in 2015 menig initiatief op weg geholpen. Enerzijds om ‘op eigen kracht’ een succesvol project te realiseren. Anderzijds stond als diepte-investering voor deze cultuurmakers ook altijd de deskundigheidsbevordering centraal . Aansprekende projecten waren de Zang-workshopdag voor (koor)zangers, een bijscholingscursus voor (aspirant) koordirigenten en een netwerkbijeenkomst crowdfunding/ subsidieregelingen Jeugdtheaterschool Loods 13 heeft in 2015 met veel eigen initiatief gekoppeld aan gemeentelijke ondersteuning- voorlopig in het vm. schoolgebouw van het Drenthe College vastere grond onder de voeten gekregen. Aansprekende startproducties was de opvoering van Total Loss 2015. Zeker niet onvermeld mag blijven ‘De Opening’ van het Culturele Seizoen 2015-2016 waarbij met een geheel vernieuwde aanpak door een groot aantal betrokkenen aan een bestaand en enigszins belegen concept een frisse nieuwe draai is gegeven.
29
Cultuur, Ruimte en Economie Investeren in cultuur stimuleert de lokale economie. Kansen liggen er voor versterking, behoud en ontwikkeling van het eigen (“nieuwe”) culturele en historische erfgoed. Met de aanpak voor “Emmen culturele Drentse gemeente 2015/16”geven we de mogelijke verbindingen tussen deze drie sectoren maximaal de ruimte.
“Emmen 2015/16” verloopt zeer naar wens! Na vijf van de acht tranches van drie maanden zijn inmiddels 61 VGG-activiteiten (en een besteed subsidiebedrag van € 213.000 – excl. de communicatiekosten) gerealiseerd. Daarbij zitten projecten die op grote publieke belangstelling om het mee te maken mochten rekenen of die juist heel veel enthousiaste mensen heeft geïnspireerd om mede de activiteit te maken (voorbeelden: Messiah-scratch (gerealiseerd), het mini-museum (gerealiseerd) en de Canon van Emmen (nagenoeg gerealiseerd). Zeker niet onvermeld mag blijven ‘De Opening’ van het Culturele Seizoen 2015-2016 waarbij met een geheel vernieuwde aanpak door een groot aantal betrokkenen aan een bestaand en enigszins belegen concept een frisse nieuwe draai is gegeven. In 2015 startte de voorbereiding van een grootse afsluiting voor ‘Emmen 2015/16’ als doorstart naar structurele borging van veel dat wij inmiddels met VGG in 2015 gezaaid hebben.
3.9 Sociaal Domein Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 Decentralisatieopgaven Jeugd, Werk en Wmo Met de Jeugdwet zijn onze verantwoordelijkheden met betrekking tot de jeugdzorg uitgebreid. Vanaf 1 januari 2015 zijn alle vormen van jeugdzorg onder de gemeente gebracht. De focus heeft in 2015 gelegen op zorgcontinuïteit, jongeren krijgen passende hulp en ondersteuning daar waar nodig. Aan de inrichting en verbetering van de administratieve processen en gegevensstromen met betrekking tot jeugdhulp is in 2015 hard gewerkt maar behoeven nog steeds aandacht. Hiervoor hebben wij het actieplan jeugdhulp opgesteld, dit actieplan beslaat de jaren 2015 en 2016. Met de invoering van de Participatiewet zijn we eveneens verantwoordelijk geworden voor de uitkeringsverstrekking en re-integratie van nieuwe niet volledig en blijvend arbeidsongeschikte (jong) gehandicapten (de huidige populatie blijft bij het UWV) en een voorziening voor beschut werk voor wie geen regulier werk kan verrichten. We waren al verantwoordelijk voor het uitvoeren van de bijstandswet. De WSW is met ingang van 1 januari 2015 afgeschaft. De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is onderdeel van de herinrichting van de langdurige zorg. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt omgevormd tot een nieuwe kern-AWBZ waarin de intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg wordt georganiseerd. Cliënten met een lichtere zorgvraag, die voorheen intramurale zorg zouden ontvangen, krijgen voortaan de zorg in de eigen omgeving. Gemeenten worden met de WMO 2015 hierbij verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en beschermd wonen. De thuisverpleging is in de zorgverzekeringswet ondergebracht. De samenhang Meer maatwerk, zelfredzaamheid en betrokkenheid van inwoners, minder verschillende hulpverleners rond één huishouden, voorkomen van escalatie van problematiek én meer voor minder-dus goedkoper, efficiënter en effectiever, dichtbij onze inwoners georganiseerd in een zestal gebieden. Dit zijn beknopt de ambities die we hebben afgesproken met betrekking tot de drie decentralisaties . Het “sociale domein” waar in dit kader steeds over wordt gesproken is een breed domein: van ondersteuning, begeleiding, dagbesteding, beschermd wonen, uithuisplaatsing en pleegzorg, re-integratie, beschut werken tot een goede werkgevers dienstverlening, opvoedondersteuning, vrijwilligerswerk, aandacht voor mantelzorg en activering. Om daadwerkelijk meerwaarde, winst en goede ondersteuning te kunnen realiseren, is een benadering vanuit de vraag en eigen leefomgeving van de inwoner vereist. Dit betekent dat oplossingen niet vanuit de verschillende kolommen maar vanuit de vraag van onze inwoners georganiseerd zal gaan worden. Binnen de drie decentralisaties is sprake van een duidelijke overlap in doelgroepen en problematiek. In een huishouden gaat het vaak om meerdere problemen tegelijk, die met elkaar samenhangen en dus ook in samenhang moeten worden aangepakt. De rijksbezuinigingen, gekoppeld aan meer gemeentelijke beleidsvrijheid, hebben vanaf de start van het 3 D programma gezorgd voor urgentie met betrekking tot het zoeken naar én het ontwikkelen van innovatieve concepten die 3D breed van toepassing zijn.
30
Werk In 2015 zijn we gestart met de beleidsuitvoering van het meerjarenbeleidskader Werk en Wederkerigheid. De eerste resultaten zijn zichtbaar. Het investeringsplan werk en wederkerigheid, gericht op uitstroom naar werk en beperking van de instroom, is succesvol ingezet om het bijstandsvolume terug te dringen. Het bijstandsvolume is significant gedaald. Op basis van een benchmark met twintig andere grote en middelgrote gemeenten – waar sprake is van een gemiddelde stijging van het bijstandsvolume – is dit een prestatie om trots op te zijn. Zeker gezien het feit dat de instroom in de bijstand relatief hoog is gebleven door de instroom van nieuwe doelgroepen vanuit de jonggehandicaptenregeling (Wajong) en voormalige werkvoorziening (SW). De uitgangspunten van het investeringsplan zetten wij voort in 2016. De vorming van het LeerWerkBedrijf is in voorbereiding. In september 2015 hebben de BOCE colleges in samenspraak met de raden besloten om twee uitvoeringsvarianten (het integratiemodel en het centrummodel) nader uit te werken. De verwachting is dat in het 2e kwartaal van 2016 besluitvorming plaatsvindt over de te kiezen uitvoeringsvariant. Tot slot heeft de ontwikkeling van de arbeidsmarktregio (AMRD) een goede ontwikkeling doorgemaakt. Er is een werkgeversservicepunt ingericht en het sectorale plan Vierkant voor Werk wordt uitgerold. Lokaal Volksgezondheidsbeleid Ook in de eerstelijnsgezondheidszorg lag in 2015 het accent op de eigen kracht van onze inwoners met ondersteuning van zorg dichtbij. Zorg in de buurt blijft het uitgangspunt. Verder blijven we het van belang vinden dat de afstemming eerste lijns gezondheidszorg/preventie – WMO geoptimaliseerd wordt. O.a. de wijk-/dorpsgerichte aanpak van de preventieve volksgezondheid (doelstelling uit de Nota “Emmen gezond”) en de aanpak vanuit de drie decentralisaties bieden hiervoor goede mogelijkheden.
De Wet langdurige zorg, de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet 2015 vormen samen de hervorming langdurige zorg. In het bijzonder voor inwoners met meervoudige problematiek is het soms lastig te bepalen welke wet of combinatie van wetten van toepassing is. Om afbakeningskwesties te voorkomen hadden we in 2015 intensief overleg met de zorgverzekeraar, huisartsen en de instellingen in onze gemeente. We hadden hierin een actieve rol en zien er op deze manier op toe dat kwetsbare mensen de noodzakelijke ondersteuning, zorg of behandeling ontvangen. Een voorbeeld van een “grensgeschil ”v.w.b. de bekostiging van integrale zorg betrof het goedlopende project “SamenOud”. Een aandachtspunt blijft verder de huisartsenzorg in onze gemeente. De opvolging van huisartsen, die hun praktijk beëindigen, kent een probleem door de geringe beschikbaarheid van nieuwe huisartsen. Ook bestaat de wens om in gezondheidscentra met andere gezondheidsdisciplines samen te werken. In gezondheidscentra kunnen ook voorzieningen worden getroffen om de extra medische taken, die uit de tweede lijn worden overgenomen Als gemeente hebben we ook in 2015 in dit proces een stimulerende en faciliterende rol vervuld o.a. om voorwaarden te scheppen voor de vestiging van deze gezondheidscentra vanuit de ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer (bereikbaarheid). Ontwikkelingen EMCO De aanvullende gemeentelijke bijdrage is afhankelijk van het bedrijfsresultaat van de EMCO. Dat resultaat wordt beïnvloed door ontwikkelingen op de markt (hoeveelheid opdrachten) en de ontwikkelingen in de Rijksbijdragen. De EMCO is er in geslaagd om een fors beter resultaat te boeken dan de primitieve begroting 2015. Dit betere resultaat heeft er toe geleid dat wij onze taakstelling op het resultaat van de EMCO hebben ingevuld en daarbovenop nog een bedrag in de reserve sociaal domein hebben kunnen storten. Met de EMCO bekijken we in hoeverre dit betere resultaat een 31
structureel effect heeft. Dit effect zal worden betrokken bij de Kadernota 2017.
Wat hebben we bereikt in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan WERK,PARTICIPATIE EN INBURGERING Het verlagen van de werkloosheid De werkloosheid (NWW) van WW-ers, WWB-ers en werkzoekenden zonder uitkering in Emmen is ultimo december 2015 15,3% van de beroepsbevolking (landelijk is dit percentage 11,3%). De WW is in 2015 met 2,2% gestegen (bron UWV). Wat betreft het verlagen van het bijstandsvolume is in 2015 is voortvarend begonnen met de uitvoering van het investeringsplan, wat geresulteerd heeft in een significante daling van het bijstandsvolume. Eind 2015 eindigen we op een bijstandsvolume van 3.490 (op 1 januari 2015 was dit 3.560). De beïnvloedbare uitstroom - dit is de uitstroom naar regulier werk, studie en handhaving - is beduidend hoger dan voorgaande jaren. De ambitie om 350 extra uitstroom te realiseren (150 structureel en 200 incidenteel) is echter nog niet gehaald. Daarom zetten we het investeringsplan in 2016 voort. Het verhogen van de arbeidsparticipatie Het verhogen van de arbeidsparticipatie is een breed begrip. In 2015 is in het kader hiervan de focus gericht geweest op de doorontwikkeling van de sluitende aanpak. Met de invoering van de Sluitende aanpak wordt beoogd dat iedereen met een uitkering participeert naar vermogen. Binnen het TDC, waar uitvoering wordt gegeven aan deze aanpak, bieden we een introductieprogramma en verschillende scholings- en werkervaringsmogelijkheden aan. Dit dienstverleningsconcept combineert een modulaire aanbod met het voordeel van maatwerk met het verplichtende karakter om een programma binnen het TDC te volgen. Het verhogen van de maatschappelijke Met de invoering van de tegenprestatie wordt beoogd dat participatie (“iedereen doet mee”) bijstandsgerechtigden iets terugdoen voor hun uitkering. In 2015 heeft Sedna 600 tegenprestatieplaatsen geworven. Bijstandsgerechtigden die een tegenprestatie moeten verrichten kunnen op een van deze plaatsen solliciteren. Jongeren tot 27 jaar volgen onderwijs of Actieplan Jeugd II is succesvol geweest; De ambitie was het aantal niet hebben een baan of combineren beide. werkende werkzoekende jongeren tot 27 jaar terug te dringen van ca. Jongeren hebben tenminste een 2.000 (stand voorjaar 2013) naar maximaal 1.500 per 1 juli 2015. Deze startkwalificatie en thuiszitten is niet aan ambitie is op een haar na gehaald. Het aantal niet werkende de orde werkzoekende jongeren tot 27 jaar was op 1 juli 2015 1.527. De aanpak is eind 2015 geëvalueerd. De aanbevelingen worden meegenomen in het plan van aanpak Actieplan Jeugd III. Met de aanpak Actieplan Jeugd III wordt de komende twee jaren ingezet op het actief bemiddelen naar werk van jongeren met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Dit zijn in ieder geval jongeren met een uitkering en jongeren zonder startkwalificatie en prioritaire groepen jongeren zoals VSO/PRO jongeren.
Actieve inzet op het creëren van stageplaatsen, leerwerktrajecten en beschut werken
Met de school first aanpak worden jongeren toegeleid naar een studie of opleiding (met als minimale inzet het verkrijgen van een startkwalificatie). Stageplaatsen en leerwerkplekken hebben we in voldoende mate gecreëerd en gerealiseerd. In 2015 heeft beleidsvoorbereiding plaatsgevonden over de inrichting van beschut werken nieuwe stijl. Verkend wordt of verbinding met arbeidsmatige dagbesteding mogelijk is. Dit dient nog te worden uitgekristalliseerd. In 2016 dient het zijn beslag te krijgen in een concrete aanpak. 32
Betere afstemming vraag en aanbod op de arbeidsmarkt door verdere optimalisatie van de werkgeversdienstverlening
De uitvoering van het investeringsplan heeft geresulteerd in een betere samenwerking tussen het beleidsterrein economie en het terrein van reintegratie.. In totaal zijn er 1.432 vacatures binnengehaald, 775 personen zijn geplaatst op een vacature, wat uiteindelijk heeft geleid tot een reguliere uitstroom naar werk van 463 personen. Ten opzichte van voorgaande jaren was de uitstroom naar regulier werk beduidend hoger. In het jaar 2015 is de werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio, op basis van de gemeenschappelijke visie op de werkgeversdienstverlening, verder geoperationaliseerd. Zo is een marktbewerkingsplan opgesteld, zijn de instrumenten zoveel mogelijk geharmoniseerd en is een communicatiestrategie uitgewerkt. Over de werkgeversdienstverlening is afgesproken dat deze gezamenlijk zal worden uitgevoerd in het op te richten Werkgeverservicepunt.
Het werkgeversservicepunt Drenthe (WSP Drenthe) is inmiddels ook opgericht en op 22 juni 2015 geopend. De werkgeversdienstverlening wordt nu verder geoperationaliseerd en doorontwikkeld. MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING, ZORGVOORZIENINGEN, JEUGDHULP, ACCOMMODATIES,, MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN De sociale samenhang/leefbaarheid (veelal op wijk-/dorpsniveau) vergroten
Inwoners zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving laten wonen
Mensen met een beperking/belemmering (weer) in staat stellen duurzaam deel te nemen aan de samenleving Inwoners uitdagen meer zelf initiatief te nemen
Een vangnet bieden aan specifieke doelgroepen (dak- en thuislozen, exgedetineerden, veelplegers en ontregelde huishoudens) Het bieden van kwalitatief goede Jeugdhulp aan kinderen en jeugdigen die het nodig hebben.
Er zijn sociale gebiedsagenda’s in de zes gebieden opgesteld. De inhoud van de sociale gebiedsagenda’s is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de inwoners, instellingen en gemeente. Dit stimuleert betrokkenheid bij elkaar, burgerparticipatie, zelf-organisatie en eigenaarschap van de inwoners. Tevens heeft Sedna met de extra inzet van de wijk en buurtteams een extra impuls gegeven aan het vergroten van de sociale samenhang. Hierbij wordt nauw samengewerkt met andere sociale partners. Met de uitvoering van individuele woonbegeleiding en via het aanbieden van dagstructuur zijn onze inwoners die minder zelfredzaam waren in staat gesteld zelfstandig in hun eigen woning te blijven wonen. Ook de ondersteuning van mantelzorgers en het aanbieden van kortdurend verblijf maakt het mogelijk om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Beschermd Wonen. Met de inzet van beschermd wonen wordt aan mensen met een psychische aandoening onderdak en begeleiding geboden, waardoor o.a. opname in een veel duurdere instelling wordt voorkomen. De beleidsdoelen zijn gehaald. Inwoners weten de weg te vinden naar ondersteuning. Het aanbod is erop gericht om inwoners in staat te stellen deel te nemen aan de samenleving. Lokale initiatieven gericht op versterking informele zorg of op bevordering van de gezondheid worden financieel ondersteund via aanjaagsubsidies. Het totaal beschikbaar gestelde bedrag is 150.000 euro. Tijdens een recente bijeenkomst bleek dat er in een aantal wijken inspirerende initiatieven zijn, voorbeeld Bargeres en Emmerhout. Uitvoeren vastgesteld beleid maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en beschermd wonen. Tevens uitvoering 10 dagenmodel bij opleggen van een tijdelijk huisverbod naar aanleiding van huiselijk geweld. In 2015 hebben jongeren de ondersteuning en hulp gekregen die zij nodig hebben. De samenwerking tussen (boven)regionale gemeenten en aanbieders heeft gezorgd voor zorgcontinuïteitsafspraken voor de jaren 2015 en 2016. 33
Een gezonde leefstijl bevorderen op alle levensgebieden.
Wijk- en dorpsgericht gezondheid bevorderen door zelfregie van burger, gericht op leefstijl en de sociale en fysieke leefomgeving door uitvoering Gezond in de Stad (GIDS) in de gehele gemeente. Afstemming 1e lijns gezondheidszorg en preventie met o.a. voortzetting Zichtbare Schakels (wijkverpleging met een coördinerende functie) in de gehele gemeente.
3.10 Bedrijfsvoering in Inkomstenbronnen Beknopte schets van de ontwikkelingen in 2015 De effecten van de meicirculaire 2015 (-/- € 2.478.000), de september-circulaire 2015 ( +/+ € 511.000) en de december-circulaire 2015 (+/+ € 72.000) zijn verwerkt in de jaarrekening 2015. Over de uitkomsten van deze circulaires is de raad per brief geïnformeerd. Van de effecten per circulaire zijn in het jaar 2015 reeds begrotingswijzigingen gemaakt. De effecten van de economische crisis op de onroerend goedmarkt waren in de afgelopen jaren natuurlijk duidelijk zichtbaar geworden. De markt voor woningen is zich duidelijk aan het herstellen. Het aantal verkopen is weer gestegen en ook de verkoopprijzen zijn gemiddeld weer gestegen. De waarde-ontwikkeling bij de niet-woningen vertoont een ander beeld, waarbij nadrukkelijk moet worden aangetekend dat deze categorie zeer divers van samenstelling is. Het gaat dan om winkels, horecapanden, bedrijfspanden, ziekenhuizen, scholen, agrarische bedrijven, tuinbouwbedrijven etc. Bij het commercieel onroerend goed begint de leegstand meer en meer een rol te spelen, dat gaf met name voor heffingen bij gebruikers druk op de opbrengsten. Het jaar 2015 stond in het teken van “de basis op orde” en klaar zijn voor de toekomst. Om beter te kunnen inspelen op de wensen van de klanten op het gebied van informatievoorziening en digitalisering is in 2015 met name de eigen afdeling en IT onder de loep genomen. Projecten die opgestart zijn (en sommige afgerond) zoals Doorontwikkeling Zaakgericht Werken (ZGW),
Informatievoorziening Decentralisaties, Het Nieuwe Werken (HNW), IT-Governance, Centralisatie Applicatielandschap, Beëindiging programma DNI, Doorontwikkeling FAC, Evaluatie Front-office/Backoffice, de landelijke aansluiting van de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) leveren hier een bijdrage aan. In Emmen heeft in 2015 de ontwikkeling van de organisatie hoog op de agenda gestaan. De werkgroep “Emmen ontwikkelt verder” heeft diverse activiteiten in gang gezet om de ontwikkeling van de organisatie onder de aandacht van de medewerkers te brengen. Een onderdeel van deze activiteiten was onder meer de cross over gesprekken waarbij iedere medewerker kon aangeven welke verbeteringen hij in de organisatie ziet. Deze ontwikkeling helpt ons om effectief en efficiënt van toegevoegde waarde te zijn voor bestuur en samenleving. We zijn in 2015 volop bezig geweest met het implementeren en inbedden van een aantal belangrijke bouwstenen van ons HRM-beleid: onder meer generatiepact, werkervaringsbanen/banenafspraakbanen, gesprekscyclus, leiderschapsontwikkeling/ leerlijnen, en de invoering van HR21 (nieuw functiebeschrijving systeem). Vanaf maart 2015 is een nieuw Sociaal Akkoord (werkingsduur 2015-2018) van kracht. Een prominent aspect van het akkoord - afgesloten tussen de gemeente Emmen en de vakbonden FNV en CNV - betreft de werkgelegenheidsgarantie (tot 1 januari 2019).
Wat hebben we bereikt in 2015 Doelstellingen en resultaat/bijdrage aan BEDRIJFSVOERING EN INKOMSTENBRONNEN Een efficiënte wijze van opleggen en De jaarrekening 2015 geeft aan dat de begrote opbrengsten, behoudens incasseren van belastingaanslagen en kleine uitzonderingen in positieve en negatieve zin, zijn gerealiseerd. heffingen conform de wettelijke eisen Daarmee was er sprake van effectiviteit. De kosten zijn dit jaar hoger geweest door o.a. externe inhuur wegens uitval en ziekte, evenals inhuur om de WOZ administratie met de BAG administratie gelijk te trekken; dit als voorbereiding op de aansluiting van de landelijke voorziening BAG. De extra lasten zijn budgettair opgevangen door loonsom gelden vacatures, extra inkomsten en dekking vanuit de totale bedrijfsvoering. 34
Het efficiënt uitvoeren van de wet WOZ conform wettelijke eisen
De financiën van de gemeente zijn op orde door evenwichtige en sluitende begrotingen Het verhogen van de interne efficiency
Vergroten externe gerichtheid / klantgerichtheid / vraaggerichtheid
Verbeteren van (de integratie van) werkprocessen
Uitvoering geven aan diverse organisatie brede arbeidsvoorwaarden ter ondersteuning voor de bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie.
In 2015 is hard gewerkt om de verbeterpunten zoals die door de waarderingskamer waren aangemerkt door te voeren. Dat betrof met name een betere aansluiting tussen hetgeen “op straat” aanwezig is en de bestanden. Een vijfde van het bestand is daarvoor opgenomen en daarnaast de bestanden van de woningbouwcorporaties. Op 2 februari 2016 heeft de Waarderingskamer goedkeuring verleend. Daarbij is als voorwaarde gesteld dat het resterende deel van het bestand in 2016 buiten moet worden opgenomen. Wij werken met een evenwichtige en sluitende primitieve begroting 2015. In het jaar zelf wordt gestuurd op het uitkomen op een positief rekeningresultaat. Inmiddels is ook de begroting 2016 afgerond met een positief begrotingsresultaat. Digitalisering en dienstverlening zorgen ervoor dat we als gemeente doelgerichter en doelmatiger kunnen inspelen op mogelijkheden die er zijn om de behoeften van de klant te ondersteunen. De doorontwikkeling Zaakgericht werken (1e concept 2015), het uitgevoerde peerreview Zaakgericht Werken en de eerste besprekingen over het Front-office/Back-office concept zijn allemaal bedoeld om de interne efficiency te vergroten. Deze ontwikkelingen zijn nog niet zijn afgerond. Het jaar 2015 stond in het teken van kijken naar de eigen werkzaamheden (basis op orde) en het inspelen op de behoeften van de klant (leer je klant kennen). Projecten als de landelijke aansluiting op de BGT, Front-office/Back-office concept, Informatievoorziening Decentralisaties, het onderzoeken van de mogelijkheden voor een Gezamenlijke Backoffice Inkomensvoorziening (GBI) passen daarbij. De afdelingsmanagers zijn expliciet verantwoordelijk voor het (laten) organiseren, aansturen en verbeteren van de aan hen toegewezen bedrijfsprocessen binnen de keten. Structureel blijft dit onderdeel een punt van aandacht. In 2015 is hier wel expliciet aandacht aan besteed met het FO/BO-concept, centralisatie applicatielandschap en bij benoeming van de aandachtspunten van IT-Governance. Deze ontwikkelingen zijn nog niet afgerond. In 2015 is een nieuw Sociaal Akkoord (werkingsduur 2015-2018) gesloten, waarbij een werkgelegenheidsgarantie tot 1 januari 2019 is afgesproken. Daarnaast is in 2015 geïnvesteerd in de HRM koers. Specifiek gaat het om leiderschapsontwikkeling, HR21, gesprekscyclus, ontwikkelbehoeften afdelingen en of individuele loopbaanontwikkeling. Het generatiepact is in 2015 ingevoerd , waarbij medewerkers ouder dan 60 jaar minder uren per week kunnen werken.
35
4. Financiële verantwoording De begroting van de gemeente wordt vastgesteld door de raad. Hierdoor ontstaat een financieel mandaat voor het college van burgemeester en wethouders om het vastgestelde beleid met de daarvoor beschikbare middelen uit te voeren. Gaandeweg het begrotingsjaar kunnen zich vervolgens ontwikkelingen voordoen of keuzes worden gemaakt die leiden tot begrotingswijzigingen, welke telkens door de raad worden vastgesteld. De primitieve begroting en deze bijgestelde begroting vormen de referentiepunten van de (concern)jaarrekening. Afwijkingen ten opzichte van de begroting kunnen worden veroorzaakt door niet beïnvloedbare factoren, ter besluitvorming voorgelegde keuzes en door onvolkomenheden in het budgetbeheer. Deze afwijkingen, ofwel het jaarresultaat, worden aan de raad voorgelegd. Een positief resultaat kan worden toegevoegd aan een of meerdere reserves of een negatief resultaat worden onttrokken. Naast het jaarresultaat wordt de vermogenspositie op balansdatum van de gemeente gepresenteerd in de balans. Door vaststelling van de jaarstukken wordt het college gedechargeerd voor het financiële beleid in het verslagjaar. Algemeen • De jaarstukken zijn opgesteld volgens de BBV regelgeving, er zijn in 2015 enkele wijzigingen in de BBV geweest. • Via begrotingswijzigingen zijn de mutaties ten opzichte van de primitieve begroting door tussentijdse budgetaanpassingen, vaststelling Kadernota en Berap 2015-II in de begroting verwerkt.
4.1
Rekeningresultaat 2015 en analyse
Totaaloverzicht In de programmaverantwoording (jaarverslag 2015) is per programma aangegeven wat de baten en lasten zijn geweest en welke mutaties op de reserves hebben plaatsgevonden. Samengevat geeft dit het volgende beeld: Exploitatie (bedragen x 1.000) Lasten Baten Saldo van baten en lasten Storting in reserves Onttrekking aan reserves Resultaat
Begroting 2015 na wijziging
Rekening 2015
Afwijking
412.608 404.760
N V
402.940 410.089
N V
9.668 5.329
V V
7.849
N
7.149
V
14.998
V
22.483 29.136
N V
31.161 26.577
N V
8.678 2.559
N N
1.196
N
2.565
V
3.761
V
Het saldo van baten en lasten bestaat uit het saldo van alle programma’s en de algemene dekkingsmiddelen (zie tabel in hoofdstuk 5). Vervolgens worden de reservemutaties aangegeven. Het saldo dat resteert is het eindsaldo van de jaarrekening en is over 2015 € 2.565.000 voordelig. Verschillenanalyse resultaat De grootste netto-afwijkingen (x € 1 miljoen) over 2015 zijn: BTW teruggave reïntegratietrajecten herwaardering (voorziening) bijstandsdebiteuren tussentijdse aanpassingen gemeentefonds boekjaar 2014 resultaat bedrijfsvoering resultaat afvalstoffenheffing afwaardering Aquarenabad tot grondwaarde en vorming voorziening sloopkosten
1,2 V 0,8 V 0,8 V 2,8 V 1,0 N 1,3 N
In hoofdstuk 5 is een analyse opgenomen van de voor- en nadelen per programma. Bij deze analyse is een grensbedrag van per saldo € 250.000 gehanteerd. 36
Resultaatbestemming 2015 Tot en met 2014 konden bij een positief resultaat resultaatbestemmingsvoorstellen worden ingediend op onderdelen waarbij sprake was van niet-bestede budgetten. Met ingang van de jaarrekening 2015 is dit proces gewijzigd. Het positief danwel negatief resultaat zal worden verrekend met de algemene reserve. Bij een positief resultaat kunnen bij Berap-I 2016 voorstellen worden ingediend die ten laste van de algemene reserve zullen komen.
4.2
Grondexploitaties
Het voordelig resultaat op grondexploitaties 2015 bedraagt € 0,77 miljoen en is als volgt opgebouwd: Resultaatnemingen Mutaties voorzieningen Per saldo voordelig resultaat
+/+ -/+/+
€ 0,82 miljoen € 0,05 miljoen € 0,77 miljoen
Het voordelig resultaat van € 0,77 miljoen is ten gunste van het jaarrekeningresultaat gebracht. De boekwaarde van de grondcomplexen bedraagt per ultimo 2015 € 91,6 miljoen (2014: € 88,9 miljoen). Hier staat voor een bedrag aan € 30,6 miljoen aan voorzieningen tegenover. Dit is 33 % (2014: 34%) van de boekwaarde. Voor meer informatie over de grondexploitaties verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid.
4.3
Weerstandsvermogen
De beschikbare weerstandscapaciteit van Gemeente Emmen bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Weerstand Algemene reserves Algemene reserve Sociaal Domein Onvoorzien Vrije ruimte in de bestemmingsreserves Rekeningsresultaat 2015 Totale weerstandscapaciteit
Peildatum Jaarrekening begroting 2016 2015 17.095.089 16.609.763 3.440.762 10.840.064 334.792 4.675.443
334.792 5.740.620
€ 25.546.086
2.565.000 € 36.090.239
Met ingang van de begroting 2016 wordt op basis van de ingevoerde risico’s in Naris een risicosimulatie uitgevoerd. Uit deze risicosimulatie volgt dat 75% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 21.764.384 (benodigde weerstandscapaciteit). Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 36.090.239 € 21.764.384
= 1,66
Het ratio van Emmen valt in klasse A en is daarmee verbeterd ten opzichte van de begroting 2016. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen (op basis van 75% zekerheid). In de paragraaf weerstandsvermogen wordt dit nader toegelicht.
37
4.4
Risicomanagement
Begin 2015 hebben alle afdelingen sessies georganiseerd om de risico's te identificeren, te scoren (kans en impact) en de nodige beheersmaatregelen te benoemen. Gedurende het jaar is risicomanagement verder verankerd in de bedrijfsvoeringsprocessen van de afdelingen. De Emmense aanpak van risicomanagement en de berekening van het weerstandsvermogen is tweemaal met de auditcommissie besproken en zijn haar bevindingen meegenomen in de uitwerking van de vastgestelde nieuwe beleidsnota Risicomanagement & Weerstandsvermogen. Voor het beheersen van de risico's wordt het systeem Naris gebruikt, waarin de concernrisico’s zijn geregistreerd. Hiermee wordt het risicoprofiel van de gemeente bepaald en wordt het weerstandsvermogen berekend, met een zekerheidspercentage van 75% (minimum) en 90% (optimum). Met het opstellen van de afdelingsjaarplannen zijn de risicoprofielen op de afdelingen eind 2015 geactualiseerd, en daarmee ook het risicoprofiel van de gemeente. Het geactualiseerde risicoprofiel van de gemeente is verwerkt in de paragraaf weerstandsvermogen van deze jaarrekening.
4.5
Interne beheersing
De primitieve begroting 2015 was bij vaststelling sluitend. Op basis van een analyse over de periode januari t/m maart 2015, is bij de eerste bestuursrapportage een geprognosticeerd nadelig resultaat over 2015 gemeld van € 2,8 miljoen. Het resultaat over 2015 verbeterde met 0,9 miljoen naar aanleiding van de raadsbrief omtrent de meicirculaire en de oplossingsrichtingen die daarvoor vastgesteld zijn. Het vertrekpunt voor de tweede bestuursrapportage was € 1,9 miljoen nadelig. De ontwikkelingen na de eerste bestuursrapportage en toonden een positieve lijn. Bij de tweede bestuursrapportage is een voordeel van ruim 0,6 miljoen gepresenteerd. Daarnaast werd richting de jaarrekening 2015 nog een meevaller verwacht van 1,3 miljoen inzake BTW teruggave reïntegratietrajecten. Het verwachte nadelig resultaat is hierdoor bij de tweede bestuursrapportage omgebogen naar een geprognosticeerd resultaat van nihil. De voorliggende jaarrekening sluit met een voordelig resultaat van € 2,6 miljoen. De analyse van de verschillen op hoofdlijnen ten opzichte van de begroting staat in hoofdstuk 5.
4.6
Kosten bedrijfsvoering
Personeelslasten en inhuur derden In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de personeelslasten (ambtelijke organisatie en bestuur) en inhuur derden over de jaren 2011-2015 gepresenteerd. x € 1.000 Personeelslasten Inhuur derden Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
65.665
66.920
65.804
58.529
57.800
8.268
4.819
4.759
7.558
11.209
73.933
71.739
70.563
66.087
69.009
De vacatureruimte is deels benut voor inhuur van derden. De inhuur derden is in een aantal jaren teruggelopen van € 8,3 miljoen in 2011 naar € 4,8 miljoen in 2013. In 2015 is de inhuur derden gestegen naar € 11,2 miljoen. De inhuur kan als volgt nader gespecificeerd worden: Bedragen in miljoenen
2014
2015
Afdelingen
4,9
7,9
Openbaar Onderwijs
2,6
3,3
Totaal
7,5
11,2
De stijging van inhuur in 2015 is te verklaren door met name de volgende vraagstukken: uitvoeringskosten 3D’s, investeringsplan re-integratie bij de afdeling Leren en werken, Centrumvernieuwing Emmen, digitalisering/zaakgericht werken en opschonen BAG administratie en verbeterslag uitvoering gemeentelijke belastingen. Bij brief van 30 maart 2016 is de raad uitgebreid geïnformeerd over de inhuur van derden in 2015 en de versterking van de beheersmaatregelen in 2016. De kosten van de inhuur van derden 2015 worden overigens volledig gedekt binnen de begroting. Uitvoeringskosten 3D’s Voor het jaar 2016 is op begrotingsbasis voor de uitvoeringskosten 3D’s een bedrag van € 3.067.000 beschikbaar gesteld. Bij de Berap-II is een prognose van de uitgaven gemaakt, waarbij de schatting op een bedrag van € 2.557.000 uitkwam. 38
Dit is een voordeel van € 510.000. Op basis van een strakke sturing op de budgetten én het deels doorschuiven van werkzaamheden naar 2016 is bij de jaarrekening 2015 de definitieve besteding over 2015 uitgekomen op € 2.071.000. Ten opzichte van de Berap-II is dit een aanvullend voordeel van € 486.000. Het voordeel op de uitvoeringskosten 3D’s maakt onderdeel uit van het resultaat op de bedrijfsvoering.
4.7
Resultaten 2015 Sociaal Domein
In de begroting 2016 is in paragraaf 5.4.1. het meerjarenperspectief van de reserve sociaal domein weergegeven. Daarbij is rekening gehouden met resultaten over 2015 binnen de diverse onderdelen inzake het sociaal domein. In het kader van de Berap 2015-II is een geactualiseerde prognose gemaakt van de resultaten in 2015. Bij de jaarrekening 2015 zijn de definitieve resultaten bepaald. In de navolgende tabel is een totaaloverzicht gegeven van de resultaten.
Onderdeel x € 1.000
Prognose bij Begroting 2016
Prognose bij Berap-II
Definitief Jaarrekening 2015 WMO - Begeleiding 1.100 1.520 4.840 WMO – Beschermd Wonen 2.315 2.515 2.736 WMO – Voorzieningen 166 1.116 1.805 VO-MO 80 80 205 Jeugdhulp -/- 500 -/- 500 836* Participatiewet – WSW deel 0 120 502 Participatiewet - Werkdeel -/- 118 -/- 144 -/- 284 Investeringsplan 0 2.109 905 Minimabeleid/bijz. bijstand 262 Overige 240 380 433 Totaal resultaat 3.283 7.196 12.240 *dit is exclusief een voordelig bedrag van € 111.000 op uitvoeringskosten penvoerder; dit loopt via de reserve eenmalige kosten De resultaten zitten voor een belangrijk deel binnen de WMO. Dit wordt met name veroorzaakt door: het niet of beperkt inzetten van het noodfonds en het innovatiebudget hogere eigen bijdragen dan verwacht lager zorggebruik dan verwacht, met name bij de pgb’s een eenmalige hogere rijksbijdrage bij beschermd wonen die niet hoeft te worden ingezet. Uit de jaarcijfers over 2015 van de jeugdhulpregio Drenthe blijkt dat de Drentse gemeenten en gezamenlijke zorgaanbieders binnen het vastgestelde budget voor jeugdhulp zijn gebleven. Aan het eind van 2015 resteert een overschot van 4% te opzichte van de bijdrage van het Rijk. Lang zag het er naar uit dat het jaar met een tekort zou worden afgesloten maar door diverse ontwikkelingen en nauwkeurigere cijfers zijn de uitgaven uiteindelijk lager dan verwacht. Belangrijke redenen hiervoor zijn dat :
39
het aantal kinderen in zorg lager was dan voorzien, er minder maatregelen jeugdbescherming en –reclassering waren en dat er fors minder gebruik gemaakt is van Persoonsgebonden Budgetten. Ook de uitvoeringskosten vielen lager uit. In 2015 kregen ruim 11.500 jeugdigen een vorm van gespecialiseerde Jeugdhulp. Van hen rondden ongeveer 5.000 hun traject af in dat jaar. Voor ongeveer twee derde daarvan gaat het om trajecten korter dan een jaar. Verreweg de meeste trajecten werden beëindigd na afronding van het behandelplan of in goed overleg tussen cliënt en behandelaar. Het positief rekeningresultaat van 4,7 miljoen euro vloeit terug naar de Drentse gemeenten volgens het afgesproken verdeelmodel. Het resultaat op het investeringsplan betreft het doorschuiven van budget naar 2016. In dat jaar zal het bedrag ad € 905.000 worden besteed. Onttrekkingen aan de reserve sociaal domein Er zijn enkele onttrekkingen aan de reserve sociaal domein begroot. Dit betreft het extra eigen risico WWB Inkomensdeel ad € 1,2 miljoen; bedrag voor extra kosten bewindvoering ad € 500.000 en een bedrag voor extra kosten wasvoorziening ad € 300.000. Bij Berap 2015-II is gebleken dat de extra gelden voor wasvoorziening voor een bedrag ad € 290.000 niet nodig zijn. Bij de jaarrekening 2015 zijn de onttrekkingen aan de reserve definitief bepaald. Met name een afboeking van oninbare vorderingen op Heerendordt is een nieuwe ontwikkeling ten opzichte van de Berap-II. Onderdeel x € 1.000 Extra eigen risico WWB Inkomensdeel Bewindvoering - tekort over 2015 Wasvoorziening – tekort over 2015 Oninbaar Heerendordt Overige Totaal onttrekkingen
Prognose bij Begroting 2016
Prognose bij Berap-II
Definitief Jaarrekening 2015
-/- 1.200 -/- 500 -/- 300
-/- 1.200 -/- 500 -/- 10
-/- 973 -/- 500 -/- 10
-/- 1.710
-/- 365 -/- 50 -/- 1.898
-/- 2.000
Stand van de reserve sociaal domein per 31-12-2015 Met de definitieve stortingen en onttrekkingen kan ook de definitieve stand worden gemaakt van de reserve per 31 december 2015. Onderdeel x € 1.000 Beginstand reserve 1-1-2015 Bij: resultaten Af: onttrekkingen Af: Overige Eindstand reserve 31-12-2015
Prognose Begroting 2016 505 3.283 -/- 2.000 -/- 8 1.780
Prognose bij Berap-II 505 7.196 -/- 1.710 -/- 8 5.983
Definitief Jaarrekening 2015 505 12.240 -/- 1.898 -/- 7 10.840
Er wordt nog geen meerjarige prognose gegeven. Deze zal bij de Kadernota 2017 worden geactualiseerd. Bij de huidige stand kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden: voor het jaar 2015 en 2016 zijn / worden door het rijk landingsgelden beschikbaar gesteld; in het jaar 2017 is dit niet meer aan de orde; er is nog onzekerheid over de omvang van besteding met betrekking tot de pgb’s; er is namelijk nog geen validatie van de cijfers; verder lopen er landelijk nog juridische procedures over de uitleg van de wet; de uitkomsten hiervan kunnen forse invloed hebben op het te volgen beleid; er worden (meerjarig) nog forse risico’s gelopen inzake de jeugdzorg; er is een bedrag van € 0,9 miljoen opgenomen als resultaat investeringsplan; dit zal in 2016 worden ingezet; in 2016 krijgen we te maken met een korting huishoudelijke hulp waarvoor wellicht een beroep op de reserve sociaal domein zal worden gedaan.
40
5. Overzicht van baten en lasten 5.1
Inleiding
In dit hoofdstuk vindt een financiële beschouwing op hoofdlijnen per programma plaats. Voor een meer gedetailleerde beschouwing en financiële analyse per programma wordt verwezen naar het jaarverslag. In onderstaande tabel wordt een totaaloverzicht van de baten en lasten per programma weergegeven. Programma (bedragen x € 1.000)
1 Inwoners en bestuur
Primitieve begroting Lasten Baten Saldo
Begroting Lasten Baten
Rekening Lasten Baten
Saldo
Saldo
Verschil begrwerk
18.848
1.900
-16.948
18.982
1.896
-17.086
17.465
1.818
-15.646
1.440
2 Economie en werkgelegenheid
8.515
444
-8.071
8.761
410
-8.351
8.794
563
-8.231
120
3 Veiligheid
9.672
250
-9.422
9.701
764
-8.937
9.565
749
-8.816
121
4 Onderwijs en jeugd
47.393
32.450
-14.943
50.331
36.422
-13.909
50.526
36.580
-13.946
-37
5 Bouwen, wonen en milieu
38.109
33.783
-4.326
45.047
35.039
-10.008
43.099
34.959
-8.140
1.869
6 Inkomensondersteuning
69.009
54.909
-14.100
66.208
48.676
-17.532
65.019
49.017
-16.002
1.530
7 Openbare ruimte en Verkeer & Vervoer
28.840
4.454
-24.386
28.180
4.384
-23.797
30.170
6.284
-23.886
-89
8 Sport en cultuur
17.712
3.063
-14.649
19.222
3.021
-16.200
19.560
3.129
-16.431
-231
140.585
39.664
-100.922
150.940
9.865
-141.075
144.245
10.785
-133.461
7.614
8.044
4.045
-3.998
14.497
108.835
94.338
13.888
109.775
95.888
1.550
386.729
174.964
-211.765
411.869
249.312
-162.557
402.330
253.660
-148.670
13.887
8.783
133
9 Sociaal domein 10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen Totaal programma's Algemene dekkingsmiddelen Algemene uitkering
180.994
172.211
115.891
115.758
-
116.790
116.790
1.032
Bespaarde rente
-
2.128
2.128
-
2.043
2.043
-
2.046
2.046
3
Dividend
606
1.996
1.389
606
3.147
2.540
611
3.156
2.545
5
Lokale heffingen
-
25.341
25.341
25.012
25.012
24.919
24.919
-93
-
Saldo financieringsfunctie
-1.500
6.122
7.622
9.355
9.355
9.518
9.518
164
Totaal algemene dekkingsmiddelen
7.889
216.581
208.692
739
155.448
154.708
611
156.429
155.819
1.110
394.618
391.545
-3.073
412.608
404.760
-7.849
402.940
410.089
7.149
14.998
Saldo van baten en lasten totaal
-
-
Toevoeging/ onttrekking reserves 1 Inwoners en bestuur
1.307
651
-656
1.032
778
-254
1.252
564
-688
-434
11
1.047
1.036
2.560
3.298
738
2.616
3.128
512
-226
312
169
-143
674
85
-589
674
18
-657
-67
1.091
1.416
325
264
574
311
264
977
713
403
5 Bouwen, wonen en milieu
109
1.219
1.110
1.469
7.746
6.276
1.448
4.573
3.126
-3.151
6 Inkomensondersteuning
-
613
613
-
1.710
1.710
-
1.221
1.221
-489
7 Openbare ruimte en Verkeer & Vervoer
347
1.317
971
1.560
1.264
-297
1.560
1.440
-120
176
80
284
204
80
1.395
1.315
80
705
625
-690 -6.390
2 Economie en werkgelegenheid 3 Veiligheid 4 Onderwijs en jeugd
8 Sport en cultuur 9 Sociaal domein
985
260
-725
11.223
3.127
-8.096
19.433
4.946
-14.486
10 Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen
1.853
2.640
788
3.621
9.160
5.540
3.834
9.005
5.170
-369
Totaal toevoeg./ onttr. reserves
6.094
9.617
3.522
22.483
29.136
6.653
31.161
26.577
-4.584
-11.237
400.712
401.162
449
435.091
433.896
-1.196
434.101
436.666
2.565
3.761
Resultaat
Aansluiting begroot resultaat op resultaat Berap II Omschrijving (bedragen x € 1.000) Nadeel uit Berap 2015-II
N 1.270
Besluiten met resultaateffect na vaststelling Berap II ( incl. overige kleine verschillen) Bijgesteld resultaat 2015
V
74 1.196
In Berap-II 2015 is een meevaller gemeld van 1,3 miljoen inzake BTW teruggave reïntegratietrajecten. De afwijkingen Berap 2015-II zijn verwerkt in de begroting. De meevallers richting de jaarrekening 2015, vanuit het voorzichtigheidsprincipe, nog niet. Dat houdt in dat het vertrekpunt voor de jaarrekening 2015 financieel gezien € 1,2 miljoen nadelig is.
41
5.2
Exploitatiebeeld rekening 2015 De gerealiseerde omzet van de gemeente Emmen ziet er volgens het hiervoor aangegeven overzicht van baten en lasten in euro’s als volgt uit: Baten Lasten Resultaat Totaal programma’s 436.666 434.101 2.565
5.2.1 Lasten 2015
Bedrag
%
Aantal inwoners
(x € 1.000) 1. Inwoners en bestuur 2. Economie en werkgelegenheid 3. Veiligheid 4. Onderwijs en jeugd 5. Bouwen, wonen en milieu 6. Inkomensondersteuning 7. Openbare ruimte en Verkeer & vervoer 8. Sport en cultuur 9. Sociaal domein 10. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen Totaal
107.588 per inwoner
18.717 11.410 10.239 50.790 44.546 65.019 31.730 19.640 163.678 18.333
4,3 2,6 2,4 11,7 10,3 15,0 7,3 4,5 37,7 4,2
174 106 95 472 414 604 295 183 1.521 170
434.101
100,0
4.035
Lasten in procenten
1. Inwoners en bestuur 4,3% 10. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen 4,2%
2. Economie en werkgelegenheid 2,6% 3. Veiligheid 2,4% 4. Onderwijs en jeugd 11,7%
9. Sociaal domein 37,7%
5. Bouwen, wonen en milieu 10,3%
6. Inkomensonderstening 15%
8. Sport en cultuur 4,5% 7. Openbare ruimte en Verkeer & vervoer 7,3%
42
5.2.2 Baten 2015
Bedrag
%
Aantal inwoners
(x € 1.000) 1. Inwoners en bestuur 2. Economie en werkgelegenheid 3. Veiligheid 4. Onderwijs en jeugd 5. Bouwen, wonen en milieu 6. Inkomensondersteuning 7. Openbare ruimte en Verkeer & vervoer 8. Sport en cultuur 9. Sociaal domein 10. Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen Totaal
107.588 per inwoner
2.383 3.691 766 37.557 39.532 50.238 7.724 3.834 15.731 275.209
0,5 0,8 0,2 8,6 9,1 11,5 1,8 0,9 3,6 63,0
22 34 7 349 367 467 72 36 146 2.558
436.666
100,0
4.059
Baten in procenten
1. Inwoners en bestuur 0,5%
2. Economie en werkgelegenheid 0,8% 3. Veiligheid 0,2% 4. Onderwijs en jeugd 8,6% 5. Bouwen, wonen en milieu 9,1% 6. Inkomensondersteuning 11,5% 7. Openbare ruimte en Verkeer & vervoer 1,8%
10. Bedrijfsvoering en inkosmtenbronnen 63%
8. Sport en cultuur 0,9% 9. Sociaal domein 3,6%
43
5.3
Nadere beschouwing resultaten 2015 per programma op hoofdlijnen
In dit hoofdstuk analyseren wij de resultaten per programma op hoofdlijnen, waarbij we voor de financiële afwijkingen als grensbedrag per saldo € 250.000 hanteren. In het jaarverslag is per programma een uitgebreidere verantwoording opgenomen, zowel met betrekking tot het beleidsdeel alswel het financiële deel. Bij de analyses binnen de programma’s is als grensbedrag € 50.000 gehanteerd. Voor deze meer uitgebreide analyse verwijzen we naar de programma’s. V = Voordeel, N= Nadeel; bedragen x € 1.000. Toelichting op afwijkingen (per saldo > €250.000) in de jaarrekening Voor de programma’s 1 t/m 3 en 7: n.v.t.
Programma 4 – Onderwijs en jeugd Omschrijving Het hoger dan geraamd resultaat van baten en lasten onderwijs wordt gestort in de onderwijsreserve. Deze reservemutatie wordt conform BBV-regelgeving als last verantwoord. Afwaardering van de boekwaarde van een tweetal buiten gebruik gestelde scholen. Een correctie op de afschrijving van de eerste waardering materiële vaste activa onderwijs heeft geleid tot een extra last. Programma 5 – Bouwen, wonen en milieu Omschrijving De uitgaven in het kader van het ‘’Aanvalsplan bouwen, duurzaamheid en jeugdwerkloosheid’’ zijn volledig in het begrotingsjaar 2015 geraamd terwijl de activiteiten gespreid over meerdere jaren plaatsvinden. De uitgaven en dekking voor het project ‘’Saneren bodem en dempen haven industrieterrein de Tweeling’’ zijn volledig in het begrotingsjaar geraamd terwijl de uitgaven over meerdere jaren plaatsvinden. Als gevolg van een wijziging in het BBV is de egalisatiereserve afvalstoffenheffing omgezet in een voorziening. Een voorziening mag in tegenstelling tot een egalisatie-reserve niet negatief zijn. Omdat in de voorziening slechts €0,1 milj. beschikbaar was, terwijl de benodigde onttrekking €1,1 milj. bedraagt, leidt dit tot een nadeel van €1 milj. Er is een voorziening windenergie gevormd, omdat er nog onzekerheid is over de hoogte van de bijdrage van de provincie Drenthe aan de proceskosten windenergie. Programma 6 - Participatie Omschrijving Bij de waardering van de bijstandsdebiteuren is meer aansluiting gezocht bij werkelijke afboekingen en correcties. Dit heeft geleid tot een lagere benodigde voorziening.
Afwijkingen baten en lasten
N 292
V
Afwijkingen mutaties reserves
N
V
293 252
252
Afwijkingen baten en lasten
N
Afwijkingen mutaties reserves
V
N
1.582
1.582
312
312
V
1.008
368
Afwijkingen baten en lasten
N
V 771
Afwijkingen mutaties reserves
N
V
44
Programma 8 – Sport, recreatie en cultuur Omschrijving In 2015 is geen gebruik gemaakt van het voorbereidingskrediet nieuwbouw zwembad Emmen. Lagere onderhoudskosten voor sporthallen, gymlokalen, sportterreinen, groenvoorziening sportparken en kleinere sportvoorzieningen. In verband met de voorgenomen sluiting en sloop van het Aquarenabad is de boekwaarde afgewaardeerd naar grondwaarde en is er een voorziening voor sloopkosten gevormd. Programma 9 – Sociaal domein Omschrijving Jeugdhulp: voordeel op kosten PGB’s (323) en voordeel na toepassing solidariteit (165). Jeugdhulp: nadeel regionale zorgkosten in natura (ZIN). Jeugdhulp: voordeel regionale ZIN na toepassing solidariteit WMO: gevolgen van het faillissement van zorginstellingen Heerendordt. WMO: voordeel op de kosten PGB’s. WMO: lagere declaraties van zorgaanbieders dan verwacht. WMO: hogere kosten voor voorzieningen als gevolg van toegenomen vraag. WMO: een aantal cliënten hadden een indicatie jeugd, maar zijn gedurende het jaar 18 jaar geworden waardoor ze niet meer onder de jeugdwet vallen. Ondanks dat deze cliënten niet geherindiceerd zijn ten behoeve van de WMO zijn deze cliënten wel gefinancierd uit het WMO budget, dit om te voorkomen dat de cliëntengeen zorg meer zouden ontvangen. WMO: de hoogte van de eigen bijdragen voor begeleiding en beschermd wonen is hoger. WMO: hogere eigen bijdragen voor zorgvoorzieningen dan begroot. Participatie: het resultaat van de EMCO is gunstiger dan verwacht bij de Berap 2015-II Participatie: met betrekking tot het Actieplan jeugdwerkloosheid 2 komen de kosten van de trajecten ten laste van het Re-integratiebudget (co-financiering vanuit de gemeente). Participatie: voordeel op de inzet van Re-integratietrajecten. Vooraf is moeilijk te bepalen welke instrumenten, en daarmee gemoeide kosten, worden ingezet. Naar aanleiding van ingediend bezwaarschrift verwachte teruggave van btw over Re-integratiekosten 2012, 2013 en 2014 Van de subsidie van de 7e tender ESF is, vooruitlopend op de afronding van de externe audits door het agentschap en de rijksauditdienst (controleorganen ESF projecten) en de definitieve vaststelling, 75% verwerkt. Programma 10 – Bedrijfsvoering en inkomstenbronnen Omschrijving Toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren. Het budget voor uitvoeringskosten 3D’s is niet volledig besteed. De nadruk heeft gelegen op uitvoering en minder op opleiding, training, communicatie enz. Daarnaast heeft het inkooptraject om de benodigde hardware aan te schaffen vertraging opgelopen. Tussentijdse aanpassingen gemeentefonds boekjaar 2014. Aanpassing uitstaande leningen bij SVN. Resultaat op de bedrijfsvoering kosten.
Afwijkingen baten en lasten
N
Afwijkingen mutaties reserves
V 340
N 340
328
328
V
1.253
Afwijkingen baten en lasten
N
Afwijkingen mutaties reserves
V 488
N 488
2.414
2.414
1.766 1.560
1.766 1.560
1.566
V
1.566
365
365
462
462
630
630 1.137
1.137
700
700
382
382
312
312
331
331
1.210 341
Afwijkingen baten en lasten
N 253
V
Afwijkingen mutaties reserves
N
V
487
798 480 2.299 45
Samenvatting analyse afwijkingen
Afwijkingen baten en lasten N
Totaal verklaarde afwijkingen Saldo afwijkingen per saldo > € 250.000 Overige afwijkingen < € 250.000 Saldo afwijkingen jaarrekening 2015
7.054
V
Afwijkingen mutaties reserves N
V
17.726
11.340
10.672
7.753
4.326
3.484
14.998
11.237
3.587
46
5.4
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (hierna: WNT) is op 6 december 2011 door de Tweede Kamer aangenomen en is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Voor gemeenten wordt de gemeentesecretaris en griffier als topfunctionaris gekwalificeerd. De WNT kent een openbaarmakingregime en een maximale bezoldigingsnorm. In onderstaande tabel worden deze gegevens gepubliceerd. De maximale bezoldigingsnorm (€ 178.000) wordt niet overschreden en behoeft niet verder toegelicht te worden.
Naam
Functie
Jaar
Omvang dienstverband
Beloning
2014
2014 onbepaalde tijd
36 uur
€ 136.583
€0
€ 20.344
Nvt.
Nvt.
Nvt.
2015
20 februari 2015 eindigt dienstverband
36 uur
€ 43.220
€0
€ 1.705
Nvt.
Nvt.
Nvt.
2014
Niet in dienst van de gemeente Emmen
2015
In dienst per 16 maart 2015
36 uur
€ 89.817
€0
€ 12.290
Nvt.
Nvt.
Nvt.
2014
2014 onbepaalde tijd.
36 uur
€ 111.942
€0
€ 21.826
Nvt.
Nvt.
Nvt.
2015
Waarneming eindigt 16 maart 2015
36 uur
€ 116.480
€0
€ 15.843
Nvt.
Nvt.
Nvt.
2014
Onbepaalde tijd
36 uur
€ 95.693
€0
€ 18.241
Nvt.
Nvt.
Nvt.
2015
Onbepaalde tijd
36 uur
€ 94.476
€0
€ 14.423
Nvt.
Nvt.
Nvt.
GemeenteA.J. Mewe secretaris
I.A.A. GemeenteOostmeijersecretaris Oosting
F. Disch
H.D. Werkman
Wnd. Gemeentesecretaris
Voorzie- BeëindiBelastbare Jaar ningen gingskostenverbeëinbetaalbaar uitkeringoedingen diging op termijn gen
Duur dienstverband
Motivering
Griffier
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.
47
6. Balans met toelichting Balans per 31 decem ber ACTIVA (bedragen * € 1.000)
Ultim o 2015
Ultim o 2014
Vaste activa 3 6 8 .5 6 0
Materiële vaste activa • Investeringen met eco no misch nut • gro nden uitgegeven in erfpacht • o verige investeringen met eco no misch nut • Investeringen met eco no misch nut, waarvo o r ter bestrijding van de ko sten een heffing kan wo rden geheven • Investeringen in o penbare ruimte met maatschappelijk nut
772 239.981 70.208
856 219.855 67.972
57.599
52.115 113 .7 4 8
Financiële vaste activa • Kapitaalverstrekkingen aan: • deelnemingen • o verige verbo nden partijen • Leningen aan: • wo ningbo uwco rpo raties • deelnemingen • o verige verbo nden partijen • Overige langlo pende leningen u/g • Overige uitzettingen met lo o ptijd > 1jaar • B ijdragen aan activa in eigendo m van derden
3 4 0 .7 9 8
10 9 .19 6
2.592 11.631
2.592 1.152
11.697 4.838 0 40.960 9.723 32.309
14.429 4.838 0 34.115 9.642 42.428
Totaal vaste activa
482.308
449.994
6 2 .0 2 8
5 9 .2 8 9
Vlottende activa Voorraden • Gro nd- en hulpsto ffen • niet in explo itatie geno men bo uwgro nden • o verige gro nd- en hulpsto ffen • Onderhanden werk, waaro nder gro nden in explo itatie • Gereed pro duct en handelsgo ederen
32.857 0 29.139 32 3 3 .7 2 7
Uitzettingen m et rentetypische looptijd < 1 jaar • Vo rderingen o p o penbare lichamen • Rekening-co urantverho udingen met niet-financiele instellingen • Overige vo rderingen
21.899 2.091 9.736
19.744 2.058 9.759
45 12.338
633 20 613
5 5 .6 5 5
Overlopende activa • Vo o ruitbetaalde bedragen • Van Euro pese o f Nederlandse o verheden no g te o ntvangen vo o rscho tbedragen specifieke uitkeringen • Overige no g te o ntvangen en vo o ruitbetaalde bedragen
3 1.5 6 1
12 .3 8 3
Liquide m iddelen • Kassaldi • B anksaldi
34.653 0 24.603 33
3 5 .16 7
24.901 7.633
17.148 9.561
23.120
8.458
Totaal vlottende activa
163.793
126.650
Totaal activa
646.101
576.643
48
PASSIVA (bedragen * € 1.000)
Ultim o 2015
Ultim o 2014
Vaste passiva 6 5 .5 0 0
Eigen verm ogen • A lgemene reserve • B estemmingsreserve • Gerealiseerd resultaat
16.610 46.325 2.565 10 .4 9 6
Voorzieningen • Vo o rzieningen, waarvo o r ter bestrijding van de ko sten een heffing kan wo rden geheven
10.496
9 .8 7 2 9.872
4 2 9 .5 0 8
Vaste schulden m et een rentetypische looptijd >= 1 jaar • Onderhandse leningen van: o bligatieleningen binenlandse pensio enfo ndsen en verzekeringsinstellingen binnenlandse banken en o verige financiële instellingen o verige binnenlandse secto ren • Waarbo rgso mmen
5 8 .3 5 1 18.101 37.560 2.689
35.000 1.804 331.658 61.028 17
Totaal vaste passiva
4 0 5 .7 8 7 35.000 1.994 325.636 43.140 17
505.503
474.010
Vlottende passiva 7 1.3 3 4
Netto-vlottende schulden m et rentetypische looptijd < 1 jaar • • • •
Schulden aan o penbare lichamen Kasgeldleningen B anksaldi Overige schulden
1.317 50.000 0 20.017 6 9 .2 6 3
Overlopende passiva • No g te betalen bedragen • Van Euro pese o f Nederlandse o verheidslichamen o ntvangen, no g te besteden specifieke uitkeringen • Overige vo o ruito ntvangen bedragen
5 5 .2 4 5 1.007 25.000 6.636 22.602 4 7 .3 8 8
30.835 11.487
11.901 16.469
26.940
19.018
Totaal vlottende passiva
140.597
102.633
Totaal passiva
646.101
576.643
7.558 357.369
10.054 350.627
Gewaarbo rgde geldleningen Garantstellingen
49
6.1
Toelichting op de balans
Vaste activa Bij vaste activa wordt onderscheid gemaakt in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten gemaakt voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen investeringen met economisch nut investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut De financiële vaste activa tenslotte omvatten kapitaalverstrekkingen, verstrekte geldleningen, vorderingen op lange termijn en bijdragen in activa van derden. De vermeerderingen en verminderingen van de vaste activa evenals de afschrijvingen/ afwaarderingen zijn nader gespecificeerd in de staat van activa. Deze staat van activa ligt ter inzage. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa zijn kosten gemaakt voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief. Gemeente Emmen heeft geen immateriële vaste activa. Materiële vaste activa De materiële activa zijn stoffelijk van aard, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen investeringen met economisch nut investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven investeringen in openbare ruimte met maatschappelijk nut De investeringen waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven worden afzonderlijk in de balans opgenomen. Het gaat hierbij om investeringen in riool, afval en begraven. Deze investeringen behoren tot de investeringen met economisch nut. Investeringen (in de openbare ruimte) met een maatschappelijk nut zijn niet verhandelbaar en genereren geen inkomsten. Voorbeelden zijn o.a. wegen, bruggen/tunnels, fiets- en voetpaden, openbare verlichting, en andere investeringen waarvoor geen markt is in het private verkeer. De post materiële vaste activa wordt onderscheiden in: Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) In erfpacht uitgegeven gronden Overige investeringen met economisch nut Investeringen met economisch nut, w aarvoor ter bestrijding van de kosten heffing kan w orden geheven Investeringen in openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Totaal
31-12-15 772 239.981 70.208
31-12-14 856 219.855 67.972
57.599
52.115
368.560
340.798
50
Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de materiële vaste activa gedurende het jaar 2015:
(bedragen * € 1.000) Investeringen m et econom isch nut Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouw en Grond-, w eg-, en w aterbouw kundige w erken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
boekw aarde 31-12-14 10.216 6.037 141.215 36.842 0 0 12.007 13.538 219.855
verm eerdering
verm indering
afschrijving
afw aardering
boekw aarde 31-12-15
495 1.281 26.620 629
23 -37 -3 -480
43 101 4.073 1.322
0 0 281 10
0 636 1.043 30.705
0 -202 -585 -1.285
0 1.792 1.405 8.736
0 0 267 558
10.691 7.181 163.478 35.659 0 0 10.648 12.323 239.981
Investeringen m et econom isch nut, w aarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan w orden geheven Gronden en terreinen 292 0 0 0 0 292 Bedrijfsgebouw en 322 0 0 13 0 309 Grond-, w eg-, en w aterbouw kundige 66.904 4.327 -233 1.802 0 69.196 w erken 0 0 Machines, apparaten en installaties 274 29 0 60 0 244 Overige materiële vaste activa 180 0 0 13 0 167 Totaal 67.972 4.356 -233 1.888 0 70.208 Investeringen in openbare ruim te m et m aatschappelijk nut Gronden en terreinen 2.465 0 Bedrijfsgebouw en 0 0 Grond-, w eg-, en w aterbouw kundige 47.313 17.545 w erken Machines, apparaten en installaties 1.512 66 Overige materiële vaste activa 826 390 Totaal 52.115 18.002
0 0 -9.478
0 0 2.724
0 0 0
0 -92 -9.570
127 97 2.947
0 0 0
2.465 0 52.656 0 1.451 1.027 57.599
Materiële vaste activa met een economisch nut zijn alle activa die bijdragen aan de mogelijkheid om middelen te genereren, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen. Ook activa, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze te verkopen behoren tot de activa met economisch nut. Het gaat om de mogelijkheid de activa te verkopen, niet om de vraag of de gemeente het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Dit betekent onder andere dat alle gebouwen een economisch nut hebben; er is immers een markt voor gebouwen. De totale boekwaarde van de activa met economisch nut bedraagt eind 2015 € 311 miljoen. Activa die vallen onder bedrijfsgebouwen betreffen hoofdzakelijk gemeentelijke huisvesting aan het Raadhuisplein, huisvesting werkplein ZO Drenthe, de praktijkschool, scholen, sporthallen, het zwembad en de brandweerkazerne. Een deel van de investeringen van het project Atalanta zijn opgenomen onder overige materiële vaste activa. De verminderingen in investeringen in maatschappelijk nut betreffen Centrum Vernieuwing Emmen, zoals het centrumplein, de Hondsrugwegtunnel en de herinrichting van de markt.
51
In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste investeringen weergegeven die in het boekjaar 2015 zijn geactiveerd (bedragen > 1 mln.). verleend krediet totaal
(bedragen * € 1.000) Investeringen m et econom isch nut Theater - Wereld van de Ontmoeting Centrumplein Markt Emmen Herinrichting Woonw agenw oningen kleine w oonw agencentra Groot onderhoud w egen GRP 2011 - 2015 Totaal
Werkelijk besteed in 2015
Cum ulatief besteed in 2015
26.057 5.523 2.189 1.281 2.117 3.883 41.050
38.018 11.863 7.031 4.387 2.117 11.575 74.992
1.250 1.250
25.232 25.232
48.066 12.040 7.590 4.796 3.000 23.945 99.437
Investeringen in openbare ruim te m et m aatschappelijk nut Tunnel Hondsrugw eg 41.566 Totaal 41.566
Financiële vaste activa Financiële vaste activa kunnen worden onderscheiden in kapitaalverstrekkingen, leningen en bijdragen aan activa in eigendom van derden. Voorzieningen die getroffen zijn om eventueel de oninbaarheid van vorderingen op te vangen, worden in de balans rechtstreeks verantwoord onder financiële vaste activa. Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2015 wordt in onderstaand overzicht weergegeven.
(bedragen * € 1.000) Kapitaalverstrekkingen aan: • deelnemingen • gemeenschappelijke regelingen • overige verbonden partijen Leningen aan: • w oningbouw corporaties • deelnemingen • overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Voorziening GKB Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar Bijdragen activa in eigendom derden Totaal
boekw aarde 31-12-14
verm eerdering
verm indering
afschrijving /aflossing
boekw aarde 31-12-15
voorziening
balans w aarde 31-12-15
4.392 0 1.152
0 0 10.478
0 0 0
0 0 0
4.392 0 11.631
1.800 0 0
2.592 0 11.631
14.429 4.838 0 34.887 -22 9.642 42.428 111.746
0 0 0 7.733 -2 80 50 18.340
0 0 0 0 0 0 10.000 10.000
2.732 0 0 1.641 -5 0 169 4.537
11.697 4.838 0 40.979 -19 9.723 32.309 115.549
0 0 0 0 0 0 0 1.800
11.697 4.838 0 40.979 -19 9.723 32.309 113.749
Voor de kapitaaldeelname in het Stadionbedrijf Emmen ad € 1,8 mln. is voor hetzelfde bedrag een voorziening gevormd. De redenen hiervoor zijn dat het eigen vermogen van het Stadionbedrijf volgens de meest recente jaarrekening negatief is (€ 323.000) en de begroting geen ruimte biedt om het eigen vermogen te laten groeien. De aflossing van de lening aan woningbouwcorporaties heeft betrekking op de aflossing van de achtergestelde leningen aan Lefier en Domesta. De gemeente is aangesloten bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Indien een woningbouwcorporatie niet aan de verplichtingen kan voldoen, kan deze een beroep doen op dit fonds. De vermindering van de overige langlopende leningen heeft voornamelijk betrekking op aflossing van leningen door de openbare bibliotheken, de zorginstelling Stichting Holdert/Leveste en de dorps- en wijkcentra; de nog uitstaande leningen aan CQ zijn – hangende de afwikkeling van het faillissement door de curator – overgeboekt naar de Overlopende activa. Voor de vordering van € 1.047.000 is een voorziening getroffen. van € 750.000; Het pand van CQ is in december 2015 verkocht en op basis daarvan mag verwacht worden dat de voorziening groot genoeg is. De voorziening GKB ad € 22.000 is getroffen op het totaal uitstaand leningbedrag van € 126.000. Aan DPE is een achtergestelde lening verstrekt van € 12,5 miljoen. Daarnaast is in 2010 een overbruggingskrediet van maximaal € 22 miljoen beschikbaar gesteld. In 2015 is aan DPE conform de overeengekomen procedure in het kader van 52
het overbruggingskrediet voor een bedrag van € 4,6 miljoen aan aanvullende middelen verstrekt. Deze leningen zijn verantwoord onder de overige lang lopende leningen. De overige uitzetting met een looptijd langer dan één jaar betreft de vordering op Stivam en de vordering op de verstrekte geldleningen aan Enexis. De vermindering van de bijdrage activa in eigendom van derden betreft de ontvangen REP-bijdrage ad € 10 miljoen die in mindering komt op de aan DPE verstrekte voorschotten op de verplaatsingskostenvergoeding. Deze vergoeding loopt tot en met 2016 op tot € 65,5 miljoen. De vermeerderingen en verminderingen van de financiële vaste activa worden in de staat van activa (kapitaalverstrekkingen en bijdragen aan activa in eigendom van derden) en in de staat van geldleningen nader gespecificeerd. Deze staten liggen ter inzage.
Vlottende activa Voorraden De voorraden maken deel uit van de vlottende activa en worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: • niet in exploitatie genomen bouw gronden • overige grond- en hulpstoffen Totaal Onderhanden w erk, w .o. bouw gronden in exploitatie Gereed product en handelsgoederen Totaal
31-12-15
31-12-14
32.857 0 32.857
34.653 0 34.653
29.139 32 62.028
24.603 33 59.289
Van de niet in exploitatie en in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven: boek van/naar w aarde gronden in 31-12-14 exploitatie Niet in exploitatie genom en bouw gronden Stads- en dorpsvernieuw ing -707 166 Stads- en dorpsuitbreiding 0 0 Industrie- en bedrijventerreinen 20.442 0 Tuinbouw 0 0 Overige gronden 24.627 0 (bedragen * € 1.000)
Totaal
inves tering
verkopen opbrengst bijdragen
w inst uitnam e
boek w aarde 31-12-15
voorziening
balans w aarde 31-12-15
346 0 861 0 -225
100 0 0 0 3.107
119 0 0 0 0
-415 0 21.303 0 21.295
276 0 1.292 0 7.759
-690 0 20.011 0 13.536
44.362
166
982
3.207
119
42.184
9.327
32.857
In exploitatie genom en bouw gronden Stads- en dorpsvernieuw ing -3.554 Stads- en dorpsuitbreiding 9.875 Industrie- en bedrijventerreinen 39.117 Tuinbouw 0
-166 0 0 0
2.010 1.411 2.253 0
535 1.457 440 0
-1.224 -357 -315 0
-1.022 10.186 41.245 0
1.220 4.602 15.448 0
-2.242 5.584 25.797 0
Totaal
-166
5.673
2.432
-1.896
50.409
21.270
29.139
45.438
Totaal boekw aarde 31-12-2015
49.407
Nog te maken kosten
45.551
Nog te verw achten opbrengsten Verw acht exploitatiereslutaat (-/- = voordelig)
98.279 -3.321
53
Onder overige gronden wordt verstaan de strategische grondvoorraad, de compensatiegronden, verspreide gronden en gronden voormalige sportaccommodaties en opgeheven complexen. Om een project te kunnen realiseren moeten er investeringen worden gedaan en opbrengsten worden gegenereerd. Elk jaar bij de herziening wordt per grondexploitatie bezien of de ramingen van de nog te realiseren kosten en opbrengsten reëel zijn. Verwacht wordt dat er per 1 januari 2016 nog voor € 45,6 miljoen moet worden geïnvesteerd en voor € 98,3 miljoen aan opbrengsten moet worden gegenereerd. De voorziening is in 2015 gestegen naar € 30,6 miljoen. Uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of minder De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
(bedragen * € 1.000)
Boekw aarde 31-12-15
Vorderingen openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen Totaal
21.899 0
voorziening oninbaar heid 0 0
balans w aarde 31-12-15 21.899 0
balans w aarde 31-12-14 19.744 0
2.091 15.357 39.347
0 5.620 5.620
2.091 9.736 33.727
2.058 9.759 31.561
De vorderingen zijn als volgt gespecificeerd: Vorderingen op openbare lichamen (bedragen * € 1.000) Rijksvergoeding Coevorden en Borger-Odoorn Debiteur ministerie OCenW en SoZaWe BTW Compensatiefonds BTW Openbare lichamen Totaal
1.528 16.029 285 4.056 21.899
Overige vorderingen (bedragen * € 1.000) Debiteuren Bijstand debiteuren WWB Belastingdebiteuren Vordering verkoop vennootschap BV Overige vorderingen Totaal
3.533 6.636 3.828 656 704 15.357
De voorziening voor de oninbaarheid van vorderingen heeft betrekking op de volgende voorzieningen: Voorziening oninbaarheid (bedragen * € 1.000) Voorziening dubieuze debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren belastingen Voorziening bijstandsdebiteuren Voorziening op vordering verkoop vennootschap B.V. (Essent) Totaal Rekening-courantverhoudingen m et niet-financiële instellingen SVN Totaal
790 370 3.804 656 5.620
2.091 2.091
Bij de verkoop van de aandelen Essent in 2009 heeft de gemeente een vordering gekregen op Verkoop Vennootschap BV van bijna € 7,2 miljoen. Deze vennootschap is in het leven geroepen om allerlei claims van RWE af te handelen. Voorzichtigheidshalve is destijds een voorziening getroffen voor het hele bedrag van de vordering. In 2011 is 50% van de vordering afgewikkeld € 3,6 miljoen. In 2013 is nogmaals de helft van het restsaldo van de voorziening vrijgevallen op basis van de inschatting dat de restclaims niet materieel zullen zijn. In het verslagjaar is op basis van de ontvangen afrekeningen nogmaals een bedrag van de voorziening (€ 1,139 miljoen) vrijgevallen. Dit resulteert in een stand van de voorziening ultimo 2015 van € 0,656 miljoen. 54
Liquide middelen Liquide middelen maken net als voorraden en vorderingen onderdeel uit van de vlottende activa. Voor liquide middelen geldt dat alleen positieve en negatieve banksaldi gesaldeerd mogen worden als de betreffende rekening behoren tot eenzelfde bank. Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) Kassaldi Banksaldi Totaal
31-12-15 45 12.338 12.383
31-12-14 20 613 633
Dagelijks worden de saldi van bankrekeningen geraadpleegd en indien nodig wordt het saldo van de Rabobank afgeroomd ten gunste van de huisbank BNG. Via het overeengekomen kortkrediet-arrangement met de BNG wordt de rente over het totaal van alle rekeningen bij de BNG tot een maximum van € 40 miljoen berekend op basis van het 1maands Euribor met een vaste opslag van 0,25%. Ingevolge de wet op het schatkistbankieren moeten vanaf 2015 overtollige middelen (banktegoeden boven een vrij te laten drempelbedrag van € 3.030.000) worden afgestort bij ’s Rijks schatkist en deze worden weer teruggevraagd indien de stand van de liquide middelen daarom vraagt. Alleen in het eerste kwartaal van 2015 is er een overschrijding van het drempelbedrag te zien. Dit is veroorzaakt doordat de bankrekening van de Jeugdhulp in eerste instantie niet in de berekeningen van de overtollige middelen was meegenomen. De overige kwartalen laten een forse ruimte onder het drempelbedrag zien. Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) Verslagjaar
2015
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 Drempelbedrag
3.030
3.030
3.030
3.030
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
3.422
1.613
1.486
2.066
Ruimte onder het drempelbedrag
-
1.417
1.544
964
Overschrijding van het drempelbedrag
392
-
-
-
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
(bedragen * € 1.000) Vooruitbetaalde bedragen Van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen Overig nog te ontvangen bedragen Te ontvangen penvoerderschap regionale jeugdhulp Totaal
Boekw aarde 31-12-15 24.901 8.001
voorziening oninbaar heid 0 368
balans w aarde 31-12-15 24.901 7.633
balans w aarde 31-12-14 17.148 9.561
18.538 6.207 57.648
1.625 0 1.993
16.913 6.207 55.655
8.458 0 35.167
De voorziening oninbaarheid heeft betrekking op de volgende voorzieningen: Voorziening oninbaarheid (bedragen * € 1.000) Voorziening order w indenergie Voorziening dubieuze vordering Voorziening afw ikkeling vordering CQ Totaal
368 875 750 1.993
De voorziening windenergie is opgenomen, omdat er nog onzekerheid is over de hoogte van de bijdrage van de provincie Drenthe aan de proceskosten windenergie. Voor een vordering op een projectontwikkelaar (opgenomen onder de post Overige nog te ontvangen bedragen) is een voorziening gevormd. In 2014 is een voorziening opgenomen voor de afwikkeling van het faillissement van CQ. Aangezien de afwikkeling nog gaande is, blijft de voorziening staan. 55
De in de balans opgenomen nog van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen betreffen projecten als treinstation zuid, ESF, Runde Emmer-Compascuum, Rotondes en verdubbeling Nieuw-Amsterdamsestraat. Vaste passiva Reserves Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) Algemene reserve Bestemmingsreserve Gerealiseerd resultaat Totaal
31-12-15 16.610 46.325 2.565 65.500
31-12-14 18.101 37.560 2.689 58.351
Het verloop in 2015 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven. (bedragen * € 1.000)
Boekw aarde 31-12-14 10.107 507 7.487 18.101
Budgettaire algemene reserve (BAR) Vrije algemene reserve (VAR) Weerstandsdeel algemene reserve (WAR) Totaal
toevoeging
onttrekking
154 718 0 872
376 1.988 0 2.364
Boekw aarde 31-12-15 9.885 -762 7.487 16.610
Voor de BAR en de VAR worden de onttrekkingen en stortingen > € 250.000 weergegeven:
• • • • •
Onttrekking aan de BAR / VAR VAR: onttrekking ten behoeve van Atalanta VAR: Continuering bestemmingsreserve veiligheid VAR: bijdrage IMOP BAR: resutaatbestemming 2014 BAR: programma DNI doorschuif van budget 2013
1.000 268 284 2.689 276
Storting in de BAR / VAR • VAR: dimpact 11 fte • BAR: rekeningsresultaat 2014
440 2.689
Voorzieningen De volgende voorzieningen zijn in de balans opgenomen: Boekw aarde per (bedragen * € 1.000) Voorziening afvalstoffenheffing Voorziening riolering Voorziening begraafplaatsen Voorziening sloopkosten Aquarena Totaal
31-12-15 0 9.961 0 0 9.961
31-12-14 103 9.605 164 535 10.407
Het verloop in 2015 wordt in onderstaand overzicht per voorziening weergegeven. (bedragen * € 1.000) Voorziening afvalstoffenheffing Voorziening riolering Voorziening begraafplaatsen Voorziening sloopkosten Aquarena Totaal
Boekw aarde 31-12-14 103 9.605 164 0 9.872
toevoeging
aanw ending
0 356 0 535 891
103 0 164 0 267
Boekw aarde 31-12-15 0 9.961 0 535 10.496
56
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) Onderhandse leningen • obligatielening • binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen • binnenlandse banken en overige financiële instellingen • openbare lichamen • overige binnenlandse sectoren Waarborgsommen Totaal
31-12-15
31-12-14
35.000 1.804 331.658 61.000 28
35.000 1.994 325.636 43.000 140
17
17
429.508
405.787
De rentelast in 2015 bedraagt € 10.883.432 In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2015 (bedragen * € 1.000) Obligatielening Pensioenfondsen en verzekeringsinst. Banken en overige financiele instellingen Openbare lichamen Overige secctoren Waarborgsommen Totaal
saldo 31-12-14 35.000 1.994 325.636 43.000 140 17
verm eer dering 0 0 49.500 33.000 0 0
aflossing 0 190 43.479 15.000 112 0
boekw aarde 31-12-15 35.000 1.804 331.658 61.000 28 17
405.787
82.500
58.780
429.508
Ten opzichte van voorgaand jaar zijn de langlopende schulden toegenomen met bijna € 24 mln. In 2015 is er voor een totaal bedrag van € 39,5 mln. opgenomen bij de BNG en € 43 mln. bij verzekeringsmaatschappijen en overige geldgevers.
Vlottende passiva Onder vlottende passiva zijn opgenomen: Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) Schulden < 1 jaar Overlopende passiva Totaal
31-12-15 71.334 55.275 126.609
31-12-14 55.245 47.388 102.633
Kortlopende schulden De in de balans opgenomen netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) Openbare lichamen Kasgeldleningen Banksaldi Overige schulden Totaal
31-12-15 1.317 50.000 0 20.017 71.334
31-12-14 1.007 25.000 6.636 22.602 55.245
57
De post overige schulden kan als volgt gespecificeerd worden: Overige schulden (bedragen * €1.000) Crediteuren Te betalen loonheffing en sociale lasten Nog te verhalen posten Gemeentelijke Kredietbank Overig Totaal
12.163 6.438 381 1.035 20.017
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: Boekw aarde per (bedrag * € 1.000) Vooruitontvangen bedragen Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen Nog te betalen bedragen Nog te betalen penvoerderschap regionale jeugdhulp Totaal
31-12-15 26.940 11.487
31-12-14 19.018 16.469
15.281 15.554 69.263
11.901 0 47.388
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotten op specifieke uitkeringen betreffen projecten zoals Onderwijs, Brede school – sociale alliantie – impuls jongeren en veiligheid, ESF, toegankelijkheid bushaltes en werkbedrijf arbeidsmarktregio Drenthe. Overige financiële verplichtingen Waarborgsommen en garanties Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden: Aard/om schrijving (bedrag * € 1.000) Bouw Diaconessenhuis Tuinbouw stimulering Rekening Courant DPE VV Klazienaveen sportstimulering TC Bargeres sportstimulering ST TC Emmen sportstimulering Totaal
oorspr. bedrag 9.000 382 7.500 30 60 100 17.072
perc. borg stelling 100% 100% 100% 100% 100% 100%
boek w aarde 31-12-15 0 6 7.500 18 14 20 7.558
boek w aarde 31-12-14 205 9 7.500 21 19 30 7.784
eind datum 2015 2016 2016 2021 2019 2017
Op de borgstelling van € 7,5 mln. bestaat het recht van hypotheek op de grond van het nieuwe Wildlands Adventure Zoo. Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte garanties bestaat uit de volgende garantstellingen:
Omschrijving (bedrag * € 1.000) WSW Interparis/w ooncom/w oonzorg: w oningbouw Nationale Hypotheekgarantie Totaal
Garantie bedrag 346.370 10.999 357.369
58
Langlopende financiële verplichtingen De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze verplichtingen Omschrijving (bedrag * €1.000) • Gemeentew inkel Klazienaveen • Gemeentew inkel Emmer Compascuum • Huur 'De Fabriek' CBK • Dislocatie Vreding 2 • Lease w agenpark • Huur w agenpark • Huur ruimte van KvK bij Stenden Hogeschool • Mercedes bus lease • Toyota personenauto lease Totaal
ingangs datum 1-07-10 1-07-04 1-08-14 1-01-10 2-02-09
23-06-03 17-05-11
huur/lease bedrag 38 13 100 23 806 21 24 16 5 1.046
looptijd in jaren
opmerking 10 verlenging 5 jaar (optie) 5 verlenging per jaar 5 met een mogelijkheid tot verlening van 5 jaar beëindigd per 31 mrt 2015 4 exclusief brandstof, contract 1 jaar verlengd 4 12 het leasecontract is beëindigd 5
59
Uitgave Gemeente Emmen Bezoekadres: Vreding 5 7800 RA EMMEN Telefoon: 14 0591 Website: www.emmen.nl
Eindredactie Financiën en belastingen Postbus 30001 7800 RA EMMEN
Tekst Gemeente Emmen Vormgeving en productie Financiën en belastingen
Opmerkingen en vragen
[email protected] of tel 14 0591