JAARREKENING 2014 OCMW INGELMUNSTER

JAARREKENING 2014 OCMW INGELMUNSTER

Vastgesteld door de RMW van 26 mei 2015 Namens het OCMW Ingelmunster: OCMW-Secretaris

OCMW-Voorzitter

Joost Vandeweghe

Katrien Vandecasteele

OCMW Ingelmunster Oostrozebekestraat 6 8770 Ingelmunster NIS-code 36007

Secretaris: Joost Vandeweghe Financieel Beheerder: Tine Dhont

1. De jaarrekening vooraf 1.1.

Voorwoord

2. De beleidsnota

3 3

4

2.1.

Doelstellingenrealisatie

4

2.2.

Doelstellingenrekening

11

2.3.

Financiële toestand

11

3. De financiële nota

13

3.1.

De exploitatierekening

13

3.2.

De investeringsrekening

13

3.3.

De liquiditeitenrekening

13

4. De samenvatting van de algemene rekeningen

15

4.1.

De balans

15

4.2.

De staat van kosten en opbrengsten

15

5. Toelichting

31

5.1.

De toelichting bij de exploitatierekening

32

5.2.

De toelichting bij de investeringsrekening

37

5.3.

De evolutie van de liquiditeitenrekening

39

5.4.

Overzicht van de verstrekte werkings- en investeringssubsidies

39

5.5.

De toelichting bij de balans

39

5.6.

De waarderingsregels toegepast in de jaarrekening

41

5.7.

De niet in balans opgenomen rechten en verplichtingen

44

5.8.

Kerncijfers 2014

45

6. Rapportage door de financieel beheerder

46

6.1.

De thesaurietoestand

46

6.2.

Het debiteurenbeheer

46


3/59


1. De jaarrekening vooraf 1.1. Voorwoord Vroeger gaf een jaarrekening louter een blik op de financiële resultaten van het OCMW, terwijl de jaarrekening in het BBC-verhaal meer dienst doet als beleidsinstrument. De jaarrekening moet immers toelaten om het gevoerde beleid te evalueren. Hiervoor dient de jaarrekening een zicht te bieden op de mate waarin de prioritaire beleidsdoelstellingen werden gerealiseerd. Het OCMW Ingelmunster heeft in de strategische nota van het meerjarenplan 2014-2019 1 prioritaire beleidsdoelstelling naar voor geschoven “Optimale thuiszorg voor ouderen”. Deze prioritaire beleidsdoelstelling is het belangrijkste onderdeel van de strategische doelstelling “ouderen en mensen met een beperking langer thuis laten wonen”. De beleidsevaluatie zal in ons tweede jaarrekening in het BBC-tijdperk dus handelen over de mate waarin we onze doelstelling met bijhorende actieplannen en acties gerealiseerd hebben. Daarnaast heeft de jaarrekening nog steeds een financiële functie. De jaarrekening moet immers een volledig en getrouw beeld geven van de werkelijke financiële situatie van een bestuur, aangezien het de reële verrichtingen weergeeft en geen voorafgaandelijke ramingen. De jaarrekening laat een vergelijking toe tussen wat gepland was (budget) en wat uiteindelijk gerealiseerd is (jaarrekening). Dit beleidsrapport bestaat uit drie onderdelen: (i) de verplichte onderdelen van de jaarrekening (zijnde de beleidsnota, de financiële nota en de samenvatting van de algemene rekeningen), (ii) de toelichting van deze jaarrekening en (iii) een aanvullende rapportage van de financieel beheerder over de financiële toestand van het OCMW. Enkel over het eerste deel (i) dient de Raad voor Maatschappelijk Welzijn te stemmen. Alle tabellen die bij een verplicht onderdeel horen (beleidsnota, financiële nota, samenvatting van de algemene rekeningen) worden op het einde van het verplicht luik samengebald. Dit om de leesbaarheid van de analyses te verhogen.

Jaarrekening 2014

4/59



2. De beleidsnota De beleidsnota van de jaarrekening geeft het beleid weer dat het bestuur gedurende het voorbije financiële boekjaar heeft gevoerd. De beleidsnota geeft weer in welke mate de prioritaire beleidsdoelstellingen werden gerealiseerd. De beleidsnota van de jaarrekening bestaat uit de doelstellingenrealisatie, de doelstellingenrekening en de financiële toestand. Het OCMW Ingelmunster schoof in zijn meerjarenplan 2014-2019 1 prioritaire beleidsdoelstelling naar voor: “Optimale thuiszorg voor ouderen”, waarbij we meer specifiek de bestaande thuiszorgdiensten (warme maaltijden, poetsdienst, mindermobielencentrale, personenalarm, en thuiszorg) willen promoten en verder optimaliseren. Verder willen we de Thuiszorgcoördinator, uitgerust met alle faciliteiten voor mobiele e-dienstverlening, uitgebreid bekendmaken in Ingelmunster. Het Sociaal Huis en de gemeente willen bovendien de buurt- en mantelzorg stimuleren waarbij het werk van vrijwilligers uit de buurt zal worden ondersteund. Om deze beleidsdoelstelling te realiseren werden 3 actieplannen naar voor geschoven:   

Aangepaste maaltijden aanbieden (actieplan: MLT) Het begrip Thuiszorgcoördinator uitgebreid bekend maken (actieplan: THZCOORD) Het vrijwilligerswerk ondersteunen en uitbouwen (actieplan: VRIJW)

2.1. Doelstellingenrealisatie In de doelstellingenrealisatie wordt het beleid dat het bestuur gedurende het financiële boekjaar heeft gevoerd, geëvalueerd aan de hand van drie kernvragen: ‘Wat hebben we bereikt?’, ‘Wat hebben we hiervoor gedaan?’ en ‘Wat zijn de financiële gevolgen?’.

Wat hebben we bereikt? Beleidsdoelstelling Status

Optimale thuiszorg voor ouderen Deels gerealiseerd. We blijven de komende jaren werken aan de verdere realisatie van deze ruime beleidsdoelstelling.

Toelichting: In 2014 lag de focus vooral op de realisatie van het actieplan “aangepaste maaltijden aanbieden”. Dit actieplan werd volledig gerealiseerd in 2014: er is nu een aanbod van kwalitatieve dieetmaaltijden koud en warm en bovendien bieden we het hele jaar door dagelijks een warme maaltijd aan (met uitzondering van weekends en feestdagen). En surplus hebben we een gratis boodschappendienst opgericht voor de gebruikers van de dienst warme maaltijden. In de volgende jaren zullen we ons dan ook beperken tot de verdere bekendmaking van de dienst warme maaltijden en de boodschappendienst. Daarnaast hebben we in 2014 ook heel wat acties ondernomen in het kader van de actieplannen “het begrip Thuiszorgcoördinator uitgebreid bekend maken” en “het vrijwilligerswerk ondersteunen en uitbouwen”. Op deze twee actieplannen wordt echter nog meer focus gelegd in de volgende jaren. Hierop komen we terug bij de bespreking van het actieplan. Ook in het kader van onze 2 niet-prioritaire beleidsdoelstellingen “aangepaste huisvesting voor ouderen” en “werken aan een zinvolle een aangepaste ontspanning voor ouderen en mensen met een beperking” werden heel wat acties ondernomen:

Jaarrekening 2014

5/59

OCMW Ingelmunster Oostrozebekestraat 6 8770 Ingelmunster NIS-code 36007 

   


Er is systematisch overleg tussen de woonconsulent en de thuiszorgcoördinator. Woonzorgdossiers worden systematisch bijgehouden en indien wenselijk gaan beide samen op huisbezoek. Premie levenslang wonen werd ontwikkeld. Er is onderzoek bezig naar partners voor de ontwikkeling van nieuwe ouderenwoningen of –flats op de site Doelstraat-Nieuwstraat. De Promenade werd georganiseerd in samenwerking met de dienst Vrije Tijd, waarbij er specifieke aandacht was voor activiteiten voor mensen met een beperking De info van de Leest wordt via de thuiszorgcoördinator verspreid. De activiteitenfolder neemt ze standaard mee op huisbezoek. De geïnteresseerden carpoolen naar activiteiten in de Leest.

Wat hebben we hiervoor gedaan? Actieplan MLT Acties

Meting

Status

Aangepaste maaltijden aan huis aanbieden -dieet mlt: Het aanbieden van kwalitatieve dieetmaaltijden zowel warm als koud vacuüm (zoutarm, vetarm, diabetes). -dagelijks warme mlt: Het dagelijks aanbieden aan huis van warme maaltijden bereid door een externe firma gans het jaar, met uitzondering van weekends en feestdagen. - aanbod dieetmaaltijden: Nagaan of we kwalitatieve dieetmaaltijden aanbieden? JA - dagelijks aanbod: Nagaan of we dagelijks (met uitzondering van weekends en feestdagen) warme maaltijden aanbieden? JA Gerealiseerd. De komende jaren blijven we inzetten op de bekendmaking van de dienst warme maaltijden en de boodschappendienst. We zullen ook de nieuwe tendenzen nauwgezet opvolgen.

Toelichting: Het actieplan “aangepaste maaltijden aan huis” is gerealiseerd. We hebben vooreerst een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het OCMW Meulebeke voor het leveren van warme maaltijden (inclusief dieetmaaltijden) gans het jaar door met uitzondering van weekends en feestdagen vanaf juli 2014. Daarnaast hebben we ook een samenwerkingsovereenkomst met Esthio NV voor de levering van vacuümmaaltijden (inclusief dieetmaaltijden) voor de weekends en feestdagen vanaf juli 2014. We bieden ook de mogelijkheden van puree of gemalen voeding aan. Meer dan 10% neemt reeds een dieetmaaltijd en meer dan 1 op de 3 maaltijden is een aangepaste maaltijd. Het toont aan dat er zeker vraag bestaat naar dieetmaaltijden. We zijn er van overtuigd dat deze doelgroep nog zal toenemen. We zijn met ingang van 1 juli 2014 ook van start gegaan met een eenheidsprijs van 6,70 euro voor een maaltijd. Voor mensen die het financieel moeilijk hebben, kan er aan de hand van een sociaal onderzoek steun bekomen worden indien men aan de voorwaarden voldoet. De barema’s voor de toekenning van steun werden ook geactualiseerd. Als extra dienstverlening voor de maaltijdgebruikers hebben we ook een boodschappendienst opgericht waarbij we kosteloos boodschappen laten leveren bij klanten van de dienst maaltijden aan huis. Van deze extra dienstverlening werd tot op heden slechts heel beperkt gebruik gemaakt.

Jaarrekening 2014


6/59


Sinds juli 2014 zetten we vooral in op de bekendmaking van de maaltijddienst en boodschappendienst. We moeten blijven zoeken naar manieren om onze doelgroep zo maximaal mogelijk te blijven bereiken.

Jaarrekening 2014


Actieplan THZCOORD Acties

Meting

Status

7/59


Het begrip Thuiszorgcoördinator uitgebreid bekend maken -info en sensibilisering: Via verschillende communicatiemiddelen wordt de functie van thuiszorgcoördinator verder toegelicht. -samenwerking: samenwerking met het SEL, multidisciplinaire overleggen, huisartsen , tussen onze eigen diensten. -e-loket: De thuiszorgcoördinator kan met digitale middelen aan huis gaan bij de mindermobiele ouderen. - Oplijsting van op welke manieren geïnformeerd en gesensibiliseerd werd in het kader van de bekendmaking van het begrip thuiszorgcoördinator. - Oplijsting van alle ondernomen acties om de beoogde samenwerking te bevorderen. Deels gerealiseerd, het actieplan werd dan ook uitgespreid over gans de periode 20142019. Volgend jaar wordt er onder meer volop ingezet op de ontwikkeling en de lancering van de Wijze Doos.

Toelichting: In het kader van het actieplan “het begrip Thuiszorgcoördinator uitgebreid bekend maken” zijn reeds heel wat stappen ondernomen. Twee zaken springen eruit. Vooreerst werd er een uitgebreide infocampagne opgezet in Ingelmunster om het begrip Thuiszorgcoördinator bekend te maken. Deze campagne sloeg aan: in 2014 kregen we maar liefst 109 aanvragen, in 2013 bedroeg dit slechts 70. Daarnaast hebben we een registratiesysteem voor de balie (CliëntOnthaalToepassing = COT) aangekocht. Dit registratiesysteem kan ondermeer gebruikt worden om indicatoren te distilleren rond het succes van campagnes en infokanalen. Het moet ons in staat stellen om te evalueren in welke mate we de beoogde doelgroepen voldoende bereiken. Het COT moet operationeel zijn op 1 april 2015. Hieronder volgt een oplijsting van alle reeds ondernomen stappen: Vormen van informeren en sensibiliseren: Tem 31/03/2014 •Folder TZC in het pakket nieuwe bewoners •Artikel in ’t Ingeling met uitleg over de functie van de TZC •Affiches met bekendmaking thuiszorgdiensten en verwijzing naar de TZC •Uitleg TZC op de nieuwe website Tem 30/06/2014 •Behandelen van alle aanvragen rond de thuiszorgcoördinator. We merken dat dit heel tijdsintensief is maar noodzakelijk om mensen langer thuis te laten blijven. Tem 30/09/2014 •Stand voorzien op de Promenadewandeling rond thuiszorgcoördinatie. •Registratiesysteem balie (cliëntenonthaaltoepassing) kan gebruikt worden om indicatoren te gebruiken rond het succes van campagnes en infokanalen. We hebben een cliëntonthaaltoepassing aangekocht bij CEVI. De opstartvergadering met CEVI rond dit project staat gepland op 20 november 2014. Tem 31/12/2014 •Opstart module COT. Implementatie van het programma en uitstippelen tijdspad. We willen voor een goed uitgewerkt systeem gaan daarom werd in consensus met alle partijen de effectieve invoering vastgepind op (1 april 2015). •Thuisdiensten oa de dienst maaltijden bekend maken via de geheugenmarkt, initiatief in samenwerking met de Misthoorn •Heel wat activiteiten uit het woonzorgproject Thuis in Wezlijn staan ook in het teken van informering en sensibilisering.

Jaarrekening 2014


8/59


•Er worden nu ook overleggen psychiatrische patiënt georganiseerd.

Samenwerking: Tem 31/03/2014 •Verdere organisatie multidisciplinaire overleggen •Actief in de raad van bestuur en algemene vergadering van het SEL •voorbereiding LAS-bijeenkomst (lokaal antennesteunpunt) •Infomoment aanbod Sociaal Huis aan de poetsvrouwen en verzorgenden Tem 30/06/2014 •LAS-bijeenkomst in Ingelmunster op 03/04/2014 Tem 30/09/2014 •Samenwerking met het SEL voor een Vorming en infocampagne ivm ondervoeding najaar 2014 •Op 02/10/2014 was er terug een LAS in samenwerking met Izegem en Lendelede en dit te Izegem. (beurtrol tussen de 3 OCMW’s) Tem 31/12/2014 •Er zijn 30 woonzorgdossiers in 2014 opgevolgd waarvan 11 nieuwe dossiers werden opgestart. Hierbij gingen de woonconsulent en de thuiszorgcoördinator samen op huisbezoek en werd een begeleidingstraject opgesteld. e-loket: Nog geen stappen ondernemen. We bekijken dit na de implementatie van het COT.

Jaarrekening 2014

9/59


Actieplan VRIJW Acties

Meting

Status


Het vrijwilligerswerk ondersteunen en uitbouwen -ondersteuning: De huidige vrijwilligers zowel inhoudelijk als technisch ondersteunen in hun werking. -aangroei: Via gerichte campagnes het aantal vrijwilligers gestaag laten aangroeien. - Oplijsting van de acties ondernomen ter ondersteuning van de vrijwilligers. - Nagaan van de evolutie van het aantal vrijwilligers en het onderzoeken van de redenen van de evolutie van het aantal vrijwilligers. Deels gerealiseerd, het actieplan werd dan ook uitgespreid over gans de periode 20142019.

Toelichting: In het kader van het actieplan “Het vrijwilligerswerk ondersteunen en uitbouwen” zijn reeds heel wat stappen ondernomen. Evolutie van het aantal vrijwilligers:

AANTAL VRIJWILLIGERS 31/12/2013: 38 OCMW AANTAL VRIJWILLIGERS 31/03/2014: 40 OCMW AANTAL VRIJWILLIGERS 30/06/2014: 33 OCMW Aantal van OCMW zakt door wegvallen vrijwilligers cafetaria AANTAL VRIJWILLIGERS 30/09/2014: 30 OCMW AANTAL VRIJWILLIGERS 31/12/2014: 30 OCMW

49 OCMW en gemeente 52 OCMW en gemeente 51 OCMW en gemeente 59 OCMW en gemeente 59 OCMW en gemeente

Uit de evolutie van het aantal vrijwilligers blijkt een heel lichte aangroei vooral in de gemeente. Het aantal vrijwilligers in het OCMW is vooral gezakt door het wegvallen van de vrijwilligers in de cafetaria van “De Ermitage” Oplijsting ondernomen stappen Tem 31/03/2014 •onthaal elke nieuwe vrijwilliger en opmaken van vrijwilligersfiche •Vrijwilligersfeest •Bedankingskaartjes vrijwilligers in de week van de vrijwilliger •Bekendmaking vrijwilligerswerking via ’t Ingeling en nieuwe website •Vrijwilliger Nederlandse les gestart Tem 30/06/2014 •Geen specifieke stappen ondernomen buiten het actief blijven zoeken naar vrijwilligers. Tem 30/09/2014 •Nieuwe afspraken met ’t Hertje over de samenwerking. Tem 31/12/2014 •Samenwerking met het project Kruispunt Hulpverlening-Vrijwilligerswerk vanuit Welzijnsschakels. Het project heeft als doel de bestaande werking met ’t Hertje uit te diepen en goede afspraken te maken. We willen ook komen tot een visievorming rond de samenwerking tussen het Sociaal Huis en vrijwilligers onder begeleiding van een externe procesbegeleider. Naast de vrijwilligers van ’t Hertje worden ook andere vrijwilligers die in contact komen met kansarmen betrokken. (bv. volgende items worden behandeld: waar stopt de rol van de vrijwilliger, hoe gaat de vrijwilliger met vragen om).

Jaarrekening 2014

10/59



Wat zijn de financiële gevolgen? Actieplan MLT

Aangepaste maaltijden aan huis aanbieden EXPLOITATIE

UITGAVE

ONTVANGST

INVESTERINGEN SALDO

UITGAVE

ONTVANGST

ANDERE

SALDO

UITGAVE

ONTVANGST

SALDO

B2014

0

0

0

0

0

0

0

0

0

JR2014

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Actieplan THZCOORD

Het begrip Thuiszorgcoördinator uitgebreid bekend maken EXPLOITATIE

UITGAVE

ONTVANGST

INVESTERINGEN SALDO

UITGAVE

ONTVANGST

ANDERE

SALDO

UITGAVE

ONTVANGST

SALDO

B2014

0

0

0

0

0

0

0

0

0

JR2014

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Actieplan VRIJW

Het vrijwilligerswerk ondersteunen en uitbouwen

EXPLOITATIE UITGAVE

ONTVANGST

INVESTERINGEN SALDO

UITGAVE

ONTVANGST

ANDERE

SALDO

UITGAVE

ONTVANGST

SALDO

B2014

0

0

0

0

0

0

0

0

0

JR2014

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Alle ondernomen stappen met betrekking tot onze prioritaire beleidsdoelstelling zijn gebeurd met de bestaande middelen uit het regulier beleid en door het bestaande personeelskorps. Ze hebben noch directe uitgaven, noch directe kosten met zich meegebracht. We willen hierbij dan ook alle medewerkers van het OCMW een dikke pluim geven voor hun niet aflatende inzet.

Jaarrekening 2014


11/59


2.2. Doelstellingenrekening J1 is het officiële schema van de doelstellingenrekening. Per beleidsdomein wordt een opsplitsing gemaakt tussen het totaal van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven van alle prioritaire beleidsdoelstellingen en het totaal van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het overige beleid. De gerealiseerde kasstromen worden hierbij vergeleken met de gebudgetteerde kasstromen. Voor de realisatie van onze prioritaire beleidsdoelstellingen zijn er noch uitgaven, noch ontvangsten geweest. We hadden dit ook op die manier gebudgetteerd. De realisatie van de prioritaire beleidsdoelstellingen is gebeurd met bestaande middelen uit het regulier beleid. Veel extra info levert het schema J1 ons niet met betrekking tot het gevoerde prioritaire beleid.

2.3. Financiële toestand De financiële toestand van de jaarrekening, bevat minstens een vergelijking van het resultaat op kasbasis in de jaarrekening met het resultaat op kasbasis in het budget. Ook een vergelijking van de autofinancieringsmarge in de jaarrekening en de autofinancieringsmarge in het budget mag niet ontbreken. De financiële toestand wordt dus bekeken vanuit twee invalshoeken. Het resultaat op kasbasis is het gecumuleerd budgettair resultaat verminderd met bestemde gelden. Het gecumuleerd budgettair resultaat is het geheel aan beschikbare liquide middelen en geldbeleggingen waarover het bestuur zou beschikken op het einde van het financiële boekjaar als ze al haar vorderingen op korte termijn zou geïnd hebben en al haar schulden op korte termijn zou betaald hebben. Als de raad een gedeelte van de middelen heeft voorbestemd voor toekomstige uitgaven zijn deze middelen uiteraard niet meer beschikbaar om courante uitgaven mee te doen. Deze bestemde gelden worden bijgevolg afgetrokken van het gecumuleerd budgettair resultaat. Anders gezegd is dit de indicator voor de financiële gezondheid op korte termijn (toestandsevenwicht). De autofinancieringsmarge is het verschil tussen het saldo van het exploitatiebudget en de netto periodieke leningsuitgaven. Anders gezegd is dit het evenwicht op lange termijn of de garantie op de financiële gezondheid van het bestuur op lange termijn (structureel evenwicht). RESULTAAT OP KASBASIS

Jaarrekening Eindbudget

Initieel budget

I. Exploitatiebudget (B-A)

461 472

157 812

94 076

II. Investeringsbudget (B-A)

-81 358

-139 800

-49 400

III. Andere (B-A)

-87 548

-85 741

-85 741

IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)

292 565

-67 729

-41 065

1 581 036

1 220 742

957 485

VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)

168 665

60 000

0

1 412 371

1 160 742

957 485

Het resultaat op kasbasis is geëvolueerd van 1 160 742 euro eindbudget naar 1 412 371 euro bij het afsluiten van de jaarrekening. Deze verbetering van het resultaat op kasbasis met 251 630 euro (verbetering van circa 22%) heeft verschillende oorzaken.

Jaarrekening 2014


12/59


De voornaamste oorzaak is het betere resultaat in het exploitatiebudget. Het resultaat van het exploitatiebudget bij het afsluiten van de jaarrekening is circa 304 000 euro beter dan geraamd bij het eindbudget. Bij nadere analyse van het exploitatiebudget blijkt dat zowel de effectieve uitgaven (circa 516 000 euro) als de effectieve ontvangsten (circa 212 000 euro) lager uitvallen dan geraamd. Dit effect is een stuk groter langs uitgavenkant, waardoor we bij het afsluiten van de jaarrekening een beter exploitatiebudget hebben dan geraamd. De voornaamste reden hiervoor is het feit dat een groot deel van de uitgaven voor het afstoten van het dienstenchequebedrijf van het OCMW naar Diensten Aan Huis opgeschoven is naar het boekjaar 2015, het gaat om circa 90 000 euro. Daarenboven merken we dat de beleidskeuze om geen personeel te vervangen bij langdurige ziekte, zwangerschap, deeltijdse loopbaanonderbreking er voor zorgt dat de loonkosten lager uitvallen dan initieel geraamd. Deze niet vervangingen leiden er echter ook toe dat we minder inkomsten uit de dienstverlening en minder personeelssubsidies genereren. We merken ook een daling van de subsidies vanuit de sociale dienst, onder meer door lagere uitgaven en omwille van budgettaire marges. De daling van de uitgaven is ook voor een groot stuk toe te schrijven aan de effecten van het intensere besparingsoffensief van het huidige bestuur dat in 2013 ingezet werd en die nu volledig zijn uitwerking vindt in 2014 (levering drukwerk, verzekeringen, daling huur van woningen, daling energiekosten, ….). Verder in de jaarrekening gaan we dieper in op de daling van de uitgaven. Een tweede oorzaak van het betere resultaat op kasbasis heeft te maken met het betere resultaat van het investeringsbudget bij afsluiten van de jaarrekening tegenover het gebudgetteerde. Het resultaat van het investeringsbudget bij het afsluiten van de jaarrekening is circa 58 000 euro beter tegenover het geraamde. Dit is vooral te wijten aan de lagere gerealiseerde investeringsuitgaven dan gepland. De aankoop van een CNG-wagen voor de Technische Dienst is hangende, maar nog niet gegund door Eandis (34 000 euro). Ook de voorziene herstellingswerken aan de gevel van Knuf en Snuf zijn nog niet uitgevoerd (15 000 euro). Een derde effect dat zorgt voor een afroming van het betere resultaat op kasbasis heeft te maken met de bestemde gelden. In het eindbudget van 2014 waren 60 000 euro aan bestemde gelden voorzien voor het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden. Deze bestemde gelden werden weggenomen via een beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en in de plaats kwamen nieuwe bestemde gelden voor investeringsuitgaven in het kader van het Lokaal Opvanginitiatief (LOI) van 168 665 euro. Van het toezicht dienden we het LOI-overschot in bestemde gelden op te nemen. We hebben hiervoor een beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. AUTOFINANCIERINGSMARGE

Jaarrekening Eindbudget

Initieel budget

I. Financieel draagvlak (A-B)

523 468

219 889

153 653

II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B)

149 544

147 819

145 319

Autofinancieringsmarge (I-II)

373 923

72 071

8 335

Uiteraard heeft het bovenstaande ook invloed op de autofinancieringsmarge. Dit structureel evenwicht is ook sterk verbeterd doorheen het jaar 2014 ten gevolge van de verbetering van het saldo van het exploitatiebudget. Het is dan ook logisch dat de autofinancieringsmarge stijgt van 72 071 euro naar 373 923 euro.

Jaarrekening 2014


13/59


3. De financiële nota De financiële nota van de jaarrekening bevat de exploitatierekening, de investeringsrekening en de liquiditeitenrekening. Hun inhoudelijke betekenis dient perfect overeen te stemmen met de componenten exploitatiebudget, investeringsbudget en liquiditeitenbudget in de financiële nota bij het budget. Alleen wordt de werkelijke situatie met de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten voor het afgesloten dienstjaar vermeld. In de financiële nota wordt het gebruik van de toegekende kredieten aan de hoofdbudgethouders geëvalueerd.

3.1. De exploitatierekening De exploitatierekening moet opgesteld worden volgens het modelschema J2. Voor elk beleidsdomein bevat schema J2 de exploitatieontvangsten en -uitgaven. In de exploitatierekening is het duidelijk dat het resultaat in elk beleidsdomein met uitzondering van het beleidsdomein “ALGEMENE FINANCIERING” beter is dan geraamd. Zowel procentueel als in absolute cijfers zien we een opmerkelijke verbetering van het saldo van het domein “ZORG” (circa +87%). De hoofdreden voor de wel heel grote verbetering in het beleidsdomein “ZORG” is de verschuiving van de kosten voor het afstoten van het DC-verhaal naar 2015 (circa 125 000 euro). Ook de domeinen “ALGEMEEN BESTUUR” (circa + 6%) en “SOCIALE DIENSTVERLENING” (circa + 43%) kennen een verbetering. Het mindere resultaat voor het beleidsdomein “ALGEMENE FINANCIERING” is toe te schrijven aan de minderwaarde op de realisatie van de operationele vorderingen. Zo waren bepaalde vorderingen van de sociale dienst immers oninvorderbaar. Meer gedetailleerde informatie over de materiële verschillen tussen realisaties en ramingen, kunt u terugvinden in de toelichting bij de exploitatierekening.

3.2. De investeringsrekening De investeringsrekening bestaat uit 2 delen. Ten eerste is er een overzicht, per beleidsdomein, van alle ontvangsten en uitgaven van het financiële boekjaar. J3 is het officiële schema van dit overzicht. In de beleidsdomeinen “ALGEMEEN BESTUUR”, “SOCIALE DIENSTVERLENING” en “ZORG” is het resultaat beter dan geraamd. Dit komt omdat we minder investeringen gerealiseerd hebben dan initieel geraamd. De belangrijkste niet gerealiseerde investeringen in 2014 zijn de aankoop van een CNG-wagen voor de Technische Dienst is hangende (34 000 euro) en de herstellingswerken aan de gevel van Knuf en Snuf (15 000 euro). Een tweede onderdeel van de investeringsrekening bestaat uit een overzicht van alle investeringsenveloppes die afgesloten werden in het boekjaar 2014. Deze worden opgemaakt volgens het opgelegde modelschema J4. Uit het modelschema blijkt dat enkel de investeringsenveloppe 2014-2019/4 werd afgesloten op het einde van het boekjaar. Het gaat om de investeringsenveloppe met krediet voor de aankoop van de leasingwagen van de OCMW-secretaris. Alle andere investeringsenveloppes worden overgedragen. Dit komt omdat we ervoor geopteerd hebben om te werken met een beperkt aantal enveloppes die doorlopen doorheen gans het meerjarenplan 20142019. Meer gedetailleerde informatie is terug te vinden in de toelichting bij de investeringsrekening.

3.3. De liquiditeitenrekening De liquiditeitenrekening wordt opgesteld volgens het modelschema J5. De liquiditeitenrekening geeft het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar weer. De liquiditeitenrekening bevat: (i) de ontvangsten en uitgaven volgens de exploitatierekening, (ii) de ontvangsten en uitgaven volgens de

Jaarrekening 2014


14/59


investeringsrekening, (iii) de ontvangsten en uitgaven die niet zijn opgenomen in de exploitatie- of investeringsrekening (de zogenaamde ‘andere’ verrichtingen), (iv) het gecumuleerde budgettaire resultaat van het vorige financiële boekjaar en (v) de bestemde gelden. De liquiditeitenrekening geeft de werkelijke geldstromen van het betrokken financiële boekjaar weer. De exploitatierekening en investeringsrekening kwamen eerder aan bod. In de liquiditeitenrekening verschijnt er een derde categorie: ‘andere’ verrichtingen. Hieronder worden o.a. de aflossingen van schulden geboekt. In vergelijking met initieel budget 2014 is het resultaat quasi status-quo. We hebben het bedrag van de aflossingen 100% correct gezet. Het budgettair resultaat van het boekjaar bedraagt 292 565 euro. Dit is een grote verbetering in vergelijking met het eindbudget. De oorzaken hiervan werden reeds besproken. De som van het budgettaire resultaat van het boekjaar en het gecumuleerd resultaat van het vorig boekjaar is gelijk aan het gecumuleerde budgettaire resultaat van 1 581 036 euro. De bestemde gelden dienen hier nu nog van afgetrokken te worden vooraleer we kunnen spreken van een kasresultaat. De bestemde gelden zijn immers niet meer beschikbaar voor courante uitgaven van het bestuur aangezien het bestuur deze middelen bestemd heeft voor andere doeleinden. Het OCMW Ingelmunster heeft op 31/12/2014 volgende bestemde gelden: 168 665 euro bestemde gelden voor investeringsuitgaven in het kader van het LOI. In het eindbudget 2014 waren er 60 000 euro bestemde gelden voorzien voor het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden. Deze zijn weggenomen door een beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn omdat het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden ondergebracht is in de CVBA Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster.

Jaarrekening 2014


15/59


4. De samenvatting van de algemene rekeningen De samenvatting van de algemene rekeningen bestaat uit de balans en de staat van opbrengsten en kosten.

4.1. De balans De balans geeft een overzicht van het vermogen van een bestuur op het einde van het financiële boekjaar en de vergelijking met het vermogen op het einde van het vorige financiële boekjaar. De activa zijn de middelen waarover het bestuur beschikt en waarvan verwacht wordt dat ze toekomstige economische voordelen of dienstverleningspotentieel voor het bestuur zullen opleveren. De passiva zijn de financieringsbronnen van het bestuur. Met deze middelen financiert het bestuur zijn activa. De balans wordt opgesteld volgens modelschema J6. Wat valt er op in de balans? (i) De liquide middelen zijn opnieuw fors gestegen in 2014. De liquiditeitspositie van het OCMW was in de jaren 2011-2012 vrij slecht. In de jaarrekening 2012 werd dit recht getrokken met de uitzonderlijke investeringssubsidie van de gemeente van 450.000 euro. Daarnaast is onze positie liquiditeitspositie ook versterkt door het positievere exploitatieresultaat (onder andere door verschuiving kosten afhandeling DC-verhaal) en investeringsresultaat van 2014. Het is en blijft evenwel een momentopname en een samenspel met de vorderingen op korte termijn (die heel stuk lager zijn dan vorig boekjaar). (ii) De vorderingen op korte termijn zijn gedaald in vergelijking met de openstaande vorderingen in het vorig boekjaar. We zien hierin de rol van de intensievere debiteurenopvolging die we blijven aanhouden sedert 2013. Ook de subsidies (vorderingen uit niet-ruiltransacties) zijn vlugger binnengekomen. Het is en blijft evenwel een momentopname en een samenspel met de liquide middelen. (iii) De schulden op korte termijn uit ruiltransacties zijn gedaald. Hier is niet echt een eenduidige reden voor, het gaat eerder om een momentopname. (iv) De financiële schulden op lange termijn zijn uiteraard afgenomen door het feit dat we geen nieuwe leningen hebben opgenomen in 2014. Het netto-actief van de balans is gestegen in 2014 met circa 395 000 euro. Dit bedrag is toe te schrijven aan een positief resultaat van het boekjaar 2014.

4.2. De staat van kosten en opbrengsten De staat van opbrengsten en kosten vermeldt naast de opbrengsten en kosten van het financiële boekjaar ook de opbrengsten en kosten van het vorige financiële boekjaar. De staat van kosten en opbrengsten wordt opgesteld volgens modelschema J7. Het schema J7 toont het verschil tussen het boekjaar 2014 en het boekjaar 2013. Het overschot of het tekort van het financiële boekjaar is het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten. In tegenstelling tot andere schema’s van de jaarrekening (J1, J2, …), wordt hier ook rekening gehouden met de niet-kaskosten en de niet-kasopbrengsten. Met andere woorden, worden ook de afschrijvingen, de verrekeningen van subsidies, de voorzieningen e.a. in rekening gebracht. In die zin is schema J7 een buitenbeentje die verwarring kan veroorzaken met de andere schema’s. In 2014 hebben we een operationeel overschot van 287 908 euro tegenover een operationeel tekort van 40 855 euro in 2013. Dit houdt in dat de courante kosten lager liggen dan de courante opbrengsten. Hier is het verschil ook duidelijk tussen schema J7 en de andere schema’s. Terwijl er een positief exploitatieresultaat is van 461 472 euro, is het operationeel overschot een stuk kleiner door onder andere het in rekening nemen van de afschrijvingen en de voorzieningen. Het operationeel overschot in 2014 is circa 329 000 euro beter in vergelijking met 2013, toen was er nog een Jaarrekening 2014


16/59


operationeel tekort. Die verbetering is het resultaat van twee tegengestelde effecten: de operationele kosten in 2014 liggen lager dan in 2013, echter de operationele opbrengsten van 2014 zijn ook een pak minder dan die van 2013. De daling is echter het grootst langs de kostenzijde, waardoor ons operationeel resultaat er op vooruit gaat in 2014 tegenover 2013. Langs operationele kostenzijde zien we een daling van 1 484 992 euro te wijten aan:  een daling van de kosten voor “goederen en diensten” van circa 305 000 euro  Besparingen uit aankoopbeleid facility (-71 000 euro):  Goedkopere inkoop maaltijden warme maaltijddienst en minder maaltijden (-20 000 euro)  Lagere premies verzekeringen na bundeling van alle verzekeringen via een marktbevraging in 2014 (-36 000 euro)  Daling telefoonkosten door heronderhandelen telefoniecontract (-10 000 euro)  Daling onthaalkosten en receptiekosten door nieuw raamcontact en groeperen aankopen

(-5 000 euro)      

Afstoten patrimonium naar SVK en door afbouw Lokaal Opvang Initiatief (LOI) en verschuiving van patrimonium van huur naar eigendom voor LOI (-25 000 euro) Daling energiekosten door energiebesparende maatregelen in 2012 en 2013 (prioritaire beleidsdoelstelling uit 2013) en door afbouw patrimonium in kader van LOI (-45 000 euro) Daling internetkosten en kabel TV (-5 000 euro) Daling kosten weddecentrale door afstoten Dienstenchequebedrijf (-16 000 euro) Daling kosten gerelateerd aan het afstoten Dienstenchequebedrijf (dienstverplaatsingen, vorming, administratiekosten maaltijdcheques (-7 000 euro), Daling kosten outsourcing door wegvallen Stekelbees (afrekening 2012 en 2013) (-120 000 euro)

 Een daling van de kosten voor “bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen” van circa 866 000 euro  Wegvallen loonkost Dienstenchequebedrijf met uitzondering van de laatste stukken die nog dienden betaald te worden in 2014. Een groot deel van die kosten zijn echter verschoven naar 2015 (circa 220 000 euro). (-1 200 000 euro)  Kosten voor artikel 60§7 zijn groter in 2014 tegenover 2013. Er waren meer artikel 60§7 tewerkgesteld 5,125 VTE in 2014 tegenover 4,113 VTE in 2013 (+29 000 euro)  In 2014 hebben we voor het eerst de volledige jaaruitgaven voor heel wat personeel dat sedert november 2013 vanuit de gemeente naar de OCMW-payroll is verhuisd. Het gaat om extra uitgaven voor bezoldigingen van circa 334 000 euro in vgl met 2013.  Voor de hospitalisatieverzekering wordt nu enkel de basisformule voor de eigen personeelsleden aangeboden terwijl men vroeger de uitgebreide formule gaf voor alle personeelsleden (-25 000 euro).  We hebben dan ook nog het effect van het wegvallen van personeel uit 2013 dat zich nu een volledig jaar laat voelen, we zien dit resultaat vooral op het beleidsitem 0119B (45 000 euro). Deze effecten worden tegengegaan door stijging in de schaalanciënniteit en geldelijke anciënniteit. Deze twee effecten heffen elkaar volledig op.  Een daling van de kosten voor “afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen” van circa 122 000 euro  Door het verdwijnen van onze dienstenchequesafdeling was er een grote terugname van de voorziening vakantiegeld.

Jaarrekening 2014


17/59


 Een daling van kosten “specifieke kosten sociale dienst OCMW” voor circa 190 000 euro  De specifieke kosten voor het leefloon zijn in 2014 lichtjes gestegen tegenover 2013 (+6 000 euro). Wel zien we een verschuiving in de categorieën leefloon. We zien een toename (+ 35 000 euro) van het aantal gewone leefloners waar we slechts een subsidie van 55% krijgen. In de categorieën leefloon met een hogere betoelaging zien we dan weer een daling.  De uitgaven in het kader van steun in speciën is gezakt met circa 30 000 euro tegenover 2013. Hier zien we onder andere het effect van de strenger wordende criteria om steun toe te kennen.  De uitgaven in het kader van steun LOI zijn gezakt met circa 72 000 euro tegenover 2013. Hier zien we duidelijk het effect van de afbouw van het aantal LOI-plaatsen van 75 naar 48. Door een daling van het aantal LOI-plaatsen zakken ook de uitgaven. Dit heeft echter ook zijn repercussies op de subsidies die we ontvangen van FEDASIL in het kader van het LOI.  Wanneer we alle andere mogelijke vormen van steun groeperen zien we ook daar een daling van de uitgaven van circa 27 000 euro tegenover 2013. Hier zit niet echt een lijn in. De mutatie is afhankelijk van de noden van de Ingelmunsterse bevolking in 2014.  Ook de uitgaven in het kader van Financiën en Onderstand (medische en niet medische kosten) is gezakt met circa 74 000 euro tegenover 2013. Deze kosten zijn evenwel 100% gesubsidieerd.  Een toename van de toegestane werkingssubsidies van 10 000 euro. Voorheen was dit 0 euro. Nu hebben we een werkingssubsidie gegeven aan de CVBA Kinderopvang Ingelmunster voor het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden.

Langs operationele opbrengstenzijde zien we een daling van 1 156 230 euro te wijten aan de volgende evoluties:  een daling van de opbrengsten voor “opbrengsten uit de werking” van circa 425 000 euro  wegvallen opbrengsten uit dienstencheques door wegvallen dienstenchequesonderneming (-446 000 euro)  Daling opbrengsten uit de dienst warme maaltijden (-10 000 euro) door een daling van het aantal maaltijden (15 809 in 2013 tegenover 13 626 in 2014). Vooral in de eerste helft van 2014 hadden we opmerkelijk minder maaltijden. In de tweede helft van 2014 kwam er een heropleving van het aantal.  stijging opbrengsten uit verhuring (+22 000 euro). Ondanks het afstoten van patrimonium naar het SVK zien we onze huuropbrengsten stijgen (leegstand is gedaald bij crisiswoningen en sociale woningen). De grootste stijging zien we bij de serviceflats door de verhoging van de prijzen en de verhuur van de cafetaria.  Een daling van de werkingssubsidies van circa 675 000 euro  Stijging van de gemeentelijke toelage van 1 525 000 in 2013 naar 1 880 000 euro in 2014 (+355 000 euro)  wegvallen opbrengsten uit dienstencheques door wegvallen dienstenchequesonderneming (-721 000 euro)  subsidies Gesco’s (-6 000 euro)  subsidies Activa, Sine en LDE (Lokale DienstenEconomie) (+7 000 euro)

Jaarrekening 2014

OCMW Ingelmunster Oostrozebekestraat 6 8770 Ingelmunster NIS-code 36007  







18/59


subsidies Sociale Maribel (-37 000 euro). Voorzichtigere inschatting door alle mutaties die er geweest zijn in 2014. Het is wachten op de afrekening in 2015. Subsidies leefloon (-18 000 euro). De uitgaven voor leefloon zijn gestegen in 2014, echter de subsidies die we ontvangen zijn gezakt. Dit komt louter door een verschuiving in de categorieën leefloon waarin we uitgaven hebben. We hebben in 2014 in vergelijking met 2013 veel meer leefloners waarvoor we slechts een betoelaging van 55% ontvangen tegenover leefloners waarvoor we 100% betoelaagd worden. Dit laat zich ook voelen in de subsidies die we ontvangen. Subsidies artikel 60§7 (+ 15 000 euro). Langs de kostenzijde hebben we reeds opgemerkt dat de loonkosten voor artikel 60§7 gestegen waren. Er waren immers meer artikel 60§7 tewerkgesteld 5,125 VTE in 2014 tegenover 4,113 VTE in 2013. We zien die verhoging dan logischerwijze ook langs de opbrengstenkant. Daling subsidies Fedasil in het kader van LOI (- 230 000 euro). We hebben een verplichte afbouw gekend van het aantal LOI-plaatsen van 75 naar 48. Dit vertaalt zich niet alleen in een daling van de uitgaven (zie supra), maar natuurlijk ook in een daling van de subsidies die we van Fedasil ontvangen. Daling subsidies F&O (-32 000 euro). We zien een daling van de uitgaven voor F&O, logischerwijze zakken ook de subsidies.

 Een daling van de recuperaties specifieke kosten sociale dienst van circa 23 000 euro  Er worden minder specifieke kosten sociale dienst gemaakt, het is dan enigszins ook logisch dat ook de recuperatie van de kosten sociale dienst zakken. Er is echter niet echt een lijn of trend in te herkennen. Tegelijk is er een financieel overschot van 97.002 euro. De financiële kosten (leninglasten) liggen een stuk lager dan de financiële opbrengsten (verrekening van de kapitaalsubsidies). Het financieel resultaat van 2014 is een quasi status-quo tegenover 2013. Het uitzonderlijk resultaat van 2014 bedraagt 0 euro. Dit is een stuk minder dan in 2013 (160 793 euro). Het uitzonderlijk overschot van 2013 was dan ook te wijten aan de meerwaarde gerealiseerd bij de verkoop van de woningen Kweekstraat 44 en Kweekstraat 42. De som van deze drie resultaten resulteert in een overschot van 384 910 euro voor het boekjaar 2014 tegenover 218 981 euro in 2013.

Jaarrekening 2014

J1: De financiële doelstellingenrekening

19/59

Jaarrekening 2014 Jaarrekening Uitgaven

ALGEMENE FINANCIERING

Ontvangsten

Eindbudget Saldo

Uitgaven

Ontvangsten

Initieel budget Saldo

Uitgaven

Ontvangsten

Saldo

160.241

1.979.763

1.819.523

150.519

1.979.065

1.828.546

146.669

1.977.900

1.831.231

Overig beleid

160.241

1.979.763

1.819.523

150.519

1.979.065

1.828.546

146.669

1.977.900

1.831.231

Exploitatie

72.692

1.979.763

1.907.071

64.778

1.979.065

1.914.287

60.928

1.977.900

1.916.972

-87.548

85.741

-85.741

85.741

1.794.287

393.703

-1.400.584

2.018.709

493.751

-1.524.958

1.894.460

478.736

-1.415.724

Overig beleid

1.794.287

393.703

-1.400.584

2.018.709

493.751

-1.524.958

1.894.460

478.736

-1.415.724

Exploitatie

1.764.518

393.703

-1.370.815

1.949.709

493.751

-1.455.958

1.881.960

478.736

-1.403.224

-29.769

69.000

-69.000

12.500

Prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie Investeringen Andere

Investeringen Andere ALGEMEEN BESTUUR

87.548

-85.741


Investeringen

29.769

-12.500

Andere SOCIALE DIENSTVERLENING

1.589.674

1.534.621

-55.053

1.759.363

1.661.248

-98.115

1.961.563

1.830.953

-130.610

Overig beleid

1.589.674

1.534.621

-55.053

1.759.363

1.661.248

-98.115

1.961.563

1.830.953

-130.610

Exploitatie

1.581.106

1.534.621

-46.485

1.742.363

1.661.248

-81.115

1.952.863

1.830.953

-121.910

-8.568

17.000

-17.000

8.700


Investeringen

8.568

-8.700

Andere ZORG

1.293.244

1.221.924

-71.320

1.481.905

1.208.702

-273.203

1.520.465

1.194.502

-325.963

Overig beleid

1.293.244

1.221.924

-71.320

1.481.905

1.208.702

-273.203

1.520.465

1.194.502

-325.963

Exploitatie

1.250.223

1.221.924

-28.299

1.428.105

1.208.702

-219.403

1.492.265

1.194.502

-297.763

-43.021

53.800

-53.800

28.200


Investeringen

43.021

-28.200

Andere Totalen Exploitatie

4.837.446

5.130.011

292.565

5.410.496

5.342.767

-67.729

5.523.157

5.482.092

4.668.540

5.130.011

461.472

5.184.955

5.342.767

157.812

5.388.016

5.482.092

-41.065 94.076

Investeringen

81.358

-81.358

139.800

-139.800

49.400

-49.400

Andere

87.548

-87.548

85.741

-85.741

85.741

-85.741

OCMW Ingelmunster (NIS: 36007) Oostrozebekestraat 6 NIS-code36007

Fin nota Jaarrekening 2014 Afdrukdatum : 29/04/2015 VolgNr Alg Jnl 2014/10172

Secr.:Joost Vandeweghe Fin. beh.:Tine Dhont VolgNr. Budg. Journaal 2014/39923

J2: De exploitatierekening

Uitgaven ALGEMENE FINANCIERING

20/59

Jaarrekening 2014 Jaarrekening Ontvangsten

Saldo

Uitgaven

Eindbudget Ontvangsten

Saldo

Uitgaven

Initieel budget Ontvangsten

Saldo

72.692

1.979.763

1.907.071

64.778

1.979.065

1.914.287

60.928

1.977.900

1.916.972

ALGEMEEN BESTUUR

1.764.518

393.703

-1.370.815

1.949.709

493.751

-1.455.958

1.881.960

478.736

-1.403.224

SOCIALE DIENSTVERLENING

1.581.106

1.534.621

-46.485

1.742.363

1.661.248

-81.115

1.952.863

1.830.953

-121.910

ZORG

1.250.223

1.221.924

-28.299

1.428.105

1.208.702

-219.403

1.492.265

1.194.502

-297.763

Totalen

4.668.540

5.130.011

461.472

5.184.955

5.342.767

157.812

5.388.016

5.482.092

94.076




Jaarrekening21/59 2014

J3: De investeringsverrichtingen van het financiële boekjaar

Uitgaven

Jaarrekening Ontvangsten

Saldo

Uitgaven

Eindbudget Ontvangsten

Saldo

Uitgaven

Initieel budget Ontvangsten

Saldo

ALGEMENE FINANCIERING ALGEMEEN BESTUUR

29.769

-29.769

69.000

-69.000

12.500

8.568

-8.568

17.000

-17.000

8.700

-8.700

ZORG

43.021

-43.021

53.800

-53.800

28.200

-28.200

Totalen

81.358

-81.358

139.800

-139.800

49.400

-49.400

SOCIALE DIENSTVERLENING



-12.500


22/59

J4: De rekening van een afgesloten investeringsenveloppe Jaarrekening 2014 DEEL 1: UITGAVEN

2014-2019/4 Totaal aanrekeningen

Eindbudget

Initieel budget

I. Investeringen in financiële vaste activa A. Extern verzelfstandigde agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private Samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiële vaste activa II. Investeringen in materiële vaste activa A. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa

13.213

15.000

13.213

15.000

13.213

15.000

1. Terreinen en gebouwen 2. Wegen en overige infrastructuur 3. Roerende goederen 4. Leasing en soortgelijke rechten 5. Erfgoed B. Overige materiële vaste activa 1. Onroerende goederen 2. Roerende goederen C. Vooruitbetalingen op investeringen in materiële vaste activa III. Investeringen in immateriële vaste activa IV. Toegestane investeringssubsidies TOTAAL UITGAVEN


13.213

15.000



23/59

J4: De rekening van een afgesloten investeringsenveloppe Jaarrekening 2014 DEEL 2: ONTVANGSTEN

2014-2019/4 Totaal aanrekeningen

Eindbudget

Initieel budget

I. Verkoop van financiële vaste activa A. Extern verzelfstandigde agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private Samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiële vaste activa II. Verkoop van materiële vaste activa A. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 1. Terreinen en gebouwen 2. Wegen en overige infrastructuur 3. Roerende goederen 4. Leasing en soortgelijke rechten 6. Erfgoed B. Overige materiële vaste activa 1. Terreinen en gebouwen 2. Roerende goederen C. Ontvangen vooruitbetalingen op de verkoop van materiële vaste activa III. Verkoop van immateriële vaste activa IV. Investeringssubsidies en -schenkingen TOTAAL ONTVANGSTEN




24/59

J5: De liquiditeitenrekening RESULTAAT OP KASBASIS I. Exploitatiebudget (B-A)

Jaarrekening 2014 Geconsolideerd Jaarrekening

Eindbudget

Initieel budget

461.472

157.812

94.076

A. Uitgaven

4.668.540

5.184.955

5.388.016

B. Ontvangsten

5.130.011

5.342.767

5.482.092

1.880.000

1.880.000

1.880.000

3.250.011

3.462.767

3.602.092

-81.358

-139.800

-49.400

81.358

139.800

49.400

III. Andere (B-A)

-87.548

-85.741

-85.741

A. Uitgaven

87.548

85.741

85.741

87.548

85.741

85.741

87.548

85.741

85.741

292.565

-67.729

-41.065

V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar

1.288.471

1.288.471

998.550

VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)

1.581.036

1.220.742

957.485

168.665

60.000

1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten

1. Aflossing financiële schulden a. Periodieke aflossingen b. Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossingen van financiële schulden a. Periodieke terugvorderingen b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)

VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie

60.000

B. Bestemde gelden voor investeringen

168.665

C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)


1.412.371


1.160.742

957.485


25/59

J5: De liquiditeitenrekening

Bestemde gelden

Bedrag op 1/1

Jaarrekening 2014 Geconsolideerd Mutatie

Jaarrekening

I. Exploitatie

Initieel budget

Eindbudget

Bedrag op 31/12

60.000

wegnemen inbreng OCMW opleidin

-10.000

-10.000

wegnemen inbreng PWA opleiding

-50.000

-50.000

Bestemde gelden opleidingsfond inbreng OCMW opleidingsfonds langdurig werklozen

10.000

inbreng PWA opleidingsfonds langdurig werklozen

50.000

inbreng OCMW opleidingsfonds

10.000

inbreng PWA opleidingsfonds

50.000

II. Investeringen

168.665

Bestemde gelden LOI investerin

168.665

10.000 50.000 0

168.665 168.665

III. Overige Verrichtingen Totaal bestemde gelden


168.665


60.000

168.665


26/59

Schema J6: De Balans

Jaarrekening 2014 Geconsolideerd

ACTIVA

Vorig boekjaar

Boekjaar

I. Vlottende activa A. Liquide middelen en geldbeleggingen B. Vorderingen op korte termijn

1.851.866 1.110.931 740.936

1.663.165 523.407 1.143.313

1. Vorderingen uit ruiltransacties

103.935

393.913

2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties

637.001

749.400

C. Voorraden en bestellingen in uitvoering D. Overlopende rekeningen van het actief E. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen II. Vaste activa A. Vorderingen op lange termijn

-3.555

5.972.806

6.228.520

5.972.806

6.227.482

1. Vorderingen uit ruiltransacties 2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties

B. Financiële vaste activa 1. Extern verzelfstandigde agentschappen 2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soorgelijke entiteiten 3. Publiek-Private samenwerkingsverbanden 4. OCMW-verenigingen 5. Andere financiële vaste activa

C. Materiële vaste activa 1. Gemeenschapsgoederen

5.723.896

5.975.191

a. Terreinen en gebouwen

5.619.956

5.840.190

b. Wegen en overige infrastructuur c. Installaties, machines en uitrusting d. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel

2.278

4.638

100.647

129.349

1.015

1.015

e. Leasing en soortgelijke rechten f. Erfgoed 2. Bedrijgsmatige materiële vaste activa a. Terreinen en gebouwen b. Installaties, machines en uitrusting c. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel d. Leasing en soortgelijke rechten 3. Overige materiële vaste activa a. Terreinen en gebouwen

248.911

252.291

248.911

252.291

b. Roerende goederen

D. Immateriële vaste activa

1.039

TOTAAL ACTIVA


7.824.672


7.891.685


27/59

Schema J6: De Balans

Jaarrekening 2014 Geconsolideerd

PASSIVA

Boekjaar

I. Schulden A. Schulden op korte termijn

2.779.083 722.904

1. Schulden uit ruiltransacties

Vorig boekjaar

3.072.480 928.600

587.519

770.846

364.373

462.413

223.146

308.433

47.684

69.816

87.701

87.548

2.056.179

2.143.880

1.787.043

1.874.744

321.676

321.676

321.676

321.676

1.465.367

1.553.068

269.136

269.136

II. Nettoactief

5.045.589

4.819.205

TOTAAL PASSIVA

7.824.672

7.891.685

a. Voorzieningen voor risico's en kosten b. Financiële schulden c. Diverse schulden op korte termijn uit ruiltransacties 2. Schulden uit niet-ruiltransacties 3. Overlopende rekeningen van het passief

390

4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen

B. Schulden op lange termijn 1. Schulden uit ruiltransacties a. Voorzieningen voor risico's en kosten 1. Pensioenen en soorgelijke verplichtingen 2. Overige risico's en kosten b. Financiële schulden c. Diverse schulden op lange termijn uit ruiltransacties 2. Schulden uit niet-ruiltransacties




28/59

Schema J7: De staat van opbrengsten en kosten

Jaarrekening 2014 Geconsolideerd Boekjaar

I. Kosten A. Operationele kosten

4.907.183 4.844.572

1. Goederen en diensten

Vorig boekjaar

6.392.820 6.329.564

664.446

969.004

3.269.692

4.135.676

3. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen

239.033

361.327

4. Specifieke kosten sociale dienst OCMW

645.838

834.859

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

5. Toegestane werkingsubsidies

10.000

6. Andere operationele kosten

B. Financiële kosten C. Uitzonderlijke kosten

15.564

28.699

62.610

63.256

5.292.093 5.132.480

6.611.801 6.288.710

741.003

1.166.540

1. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 2. Toegestane investeringssubsidies

II. Opbrengsten A. Operationele opbrengsten 1. Opbrengsten uit de werking 2. Fiscale opbrengsten en boetes 3. Werkingssubsidies

4.235.418

4.910.928

a. algemene werkingssubsidies

2.021.870

1.664.274

b. Specifieke werkingssubsidies

2.213.547

3.246.654

133.953

157.266

4. Recuperatie specifieke kosten sociale dienst OCMW 5. Andere operationele opbrengsnten

22.106

53.975

159.612

162.299 160.793

III. Overschot/Tekort van het boekjaar A. Operationeel overschot/tekort B. Financieel overschot/tekort C. Uitzonderlijk overschot/tekort

384.910 287.908 97.002

218.981 -40.855 99.043 160.793

IV. Verwerking van het overschot of tekort van het boekjaar A. Rechthebbenden uit het overschot van het boekjaar B. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar C. Over te dragen overschot of tekort van het boekjaar

384.910

218.981 99.043

384.910

119.938

B. Financiële opbrengsten C. Uitzonderlijke opbrengsten



Secr.:Joost Vandeweghe Fin. beh.:Tine Dhont VolgNr. Budg. Journaal2014/39923

Resultaat op kasbasis: vergelijking budget-rekening 29/59 RESULTAAT OP KASBASIS I. Exploitatiebudget (B-A)


Eindbudget

Initieel budget

461.472

157.812

94.076

A. Uitgaven

4.668.540

5.184.955

5.388.016

B. Ontvangsten

5.130.011

5.342.767

5.482.092

1.880.000

1.880.000

1.880.000

3.250.011

3.462.767

3.602.092

-81.358

-139.800

-49.400

81.358

139.800

49.400

III. Andere (B-A)

-87.548

-85.741

-85.741

A. Uitgaven

87.548

85.741

85.741

87.548

85.741

85.741

87.548

85.741

85.741

292.565

-67.729

-41.065


1.288.471

1.288.471

998.550


1.581.036

1.220.742

957.485

168.665

60.000


1. Aflossing financiële schulden a. Periodieke aflossingen b. Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossingen van financiële schulden a. Periodieke terugvorderingen b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)

VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie

60.000

B. Bestemde gelden voor investeringen

168.665



1.412.371


1.160.742

957.485


Autofinanciering: vergelijking budget-rekening AUTOFINANCIERINGSMARGE

30/59


I. Financieel draagvlak (A-B)

Eindbudget

Initieel budget

523.468

219.875

153.653

A. Exploitatieontvangsten

5.130.011

5.342.767

5.482.092

B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2)

4.606.543

5.122.892

5.328.439

4.668.540

5.184.955

5.388.016

61.996

62.063

59.578

149.544

147.804

145.319

A. Netto-aflossingen van schulden

87.548

85.741

85.741

B. Nettokosten van schulden

61.996

62.063

59.578

Autofinancieringsmarge (I-II)

373.923

72.071

8.335

1. Exploitatie-uitgaven 2. Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B)





31/59


5. Toelichting Net zoals bij het meerjarenplan, budget en de budgetwijzigingen, wordt ook de jaarrekening verduidelijkt met een toelichting. Ze bevat alle begeleidende informatie en documentatie ter ondersteuning van de beleidsbeslissingen. De toelichting moet samen met de jaarrekening worden bezorgd aan de Raadsleden, maar moet niet worden vastgesteld door de Raadsleden. Deze toelichting bevat minstens een aantal verplicht opgelegde elementen: o o o o o o o

De toelichting bij de exploitatierekening De toelichting bij de investeringsrekening De evolutie van de liquiditeitenrekening Een overzicht, per beleidsveld, van de verstrekte werkings- en investeringssubsidies De toelichting bij de balans Een overzicht van de in de jaarrekening toegepaste waarderingsregels De niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

We hebben de toelichting bijkomend aangevuld met enkele kerncijfers uit het jaar 2014.

Jaarrekening 2014


32/59


5.1. De toelichting bij de exploitatierekening A. Een verklaring van de materiële verschillen tussen de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven en de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de laatste budgetwijziging. Deze toelichting bevat een verklaring van de materiële verschillen tussen de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven en de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de laatste budgetwijziging. Er wordt een opsplitsing gemaakt per beleidsdomein waarbij enkel de relatief grote (opvallende) verschillen worden toegelicht. Uiteraard is het zo dat vele kleintjes een groot effect hebben, maar het is onbegonnen werk om ook alle kleine verschillen op te sommen. Beleidsdomein ALGEMENE FINANCIERING. Er zit een negatief verschil tussen het geraamde resultaat (1 914 287 euro) en het gerealiseerde resultaat (1 907 071 euro) van het beleidsdomein algemene financiering. Dit verschil (circa -7 000 euro) is voornamelijk te wijten aan de uitgaven. We hebben voor circa 7 600 euro vorderingen oninvorderbaar gezet in 2014 (AR 6420000). Dit was niet geraamd waardoor de uitgaven voor het beleidsdomein ALGEMENE FINANCIERING hoger uitvallen dan we geraamd hadden. Beleidsdomein ALGEMEEN BESTUUR. In dit domein zien we een groter verschil tussen het geraamde resultaat (-1 455 958 euro) en het gerealiseerde resultaat (-1 370 815 euro). Dit verschil (circa +85 000 euro) is zowel te wijten aan de effectieve uitgaven die lager liggen dan de geraamde uitgaven en aan de effectieve ontvangsten die lager liggen dan de geraamde ontvangsten, waarbij het verschil aan uitgaven kant zwaarder doorweegt, waardoor het resultaat verbeterd is. We verklaren de grootste verschillen: Langs uitgavenzijde (+185 000 euro) zien we volgende verklaringen: Enerzijds hebben we bij de arbeidsongevallenverzekering verdeeld over de beleidsitems, we hadden echter alle kosten gebudgetteerd op het beleidsitem 01900. Het gaat om een netto-impact van 30 000 euro. Dit zal voor de andere beleidsdomeinen uiteraard een negatief effect hebben. Daarnaast hadden we te ruim gebudgetteerd voor de energiekosten. We bekomen zo een besparing van circa 9 000 euro. We merken in 2014 enerzijds de effecten van de afbouw van het aantal LOIplaatsen (75 naar 48) en anderzijds het effect van de investeringen in het energiezuinig maken van het OCMW-patrimonium (prioritaire beleidsdoelstelling uit 2013). Ook voor software en internetkosten zijn de uitgaven lager dan geraamd (circa 10 500 euro). Op het gebied van bezoldigingen hebben we een beter resultaat van circa 90.000 euro in vergelijking met het eindbudget. Hier zien we enerzijds het resultaat van het niet vervangen van personeel dat ziek is, of één of ander tijdskrediet of loopbaanonderbreking neemt. Daarnaast waren er ook opnieuw veel ziektes en deeltijdse werkhervattingen bij onze SINE- en activawerknemers. De loonkosten vallen daardoor lager uit dan geraamd. Let wel, dit zal ook gevolgen hebben op de effectief ontvangen personeelssubsidies. Langs ontvangstenzijde (-100 000 euro) zien we volgende verklaringen: De subsidies voor SINE- activawerknemers zijn lager dan gedacht (-10 000 euro). Dit is vooral te wijten aan de mindere loonkost voor SINE- en activawerknemers. Zoals eerder gesteld heeft dit ook negatieve gevolgen voor de personeelssubsidies die we voor die werknemers ontvangen (het principe van de communicerende vaten). Door de vele verschuivingen van het personeel zijn ook de subsidies Sociale Maribel gewijzigd tussen de verschillende beleidsitems. Daarnaast hebben we ook minder subsidies Sociale Maribel in 2014 dan initieel gedacht. Dit resulteert in een negatief nettoeffect van (64 000 euro)

Jaarrekening 2014


33/59


Beleidsdomein SOCIALE DIENSTVERLENING Het domein SOCIALE DIENSTVERLENING heeft ook een veel beter resultaat dan verwacht. Het resultaat was geraamd op -81 115 euro, maar uiteindelijk is er een resultaat gerealiseerd van -46 485 euro. Dit verschil (+34 630 euro) is hoofdzakelijk te wijten aan het netto-effect van lagere dan geraamde uitgaven (161 000 euro) en lagere dan geraamde opbrengsten (126 000 euro). We verklaren de grootste verschillen: Langs uitgavenzijde (circa -160 000 euro) zien we volgende verklaringen: Door de afbouw van het aantal LOI-plaatsen en mede door onze energiebewustmakingscampagnes en het inzetten op het energiezuiniger maken van ons OCMW-patrimonium, liggen de energie-uitgaven lager dan geraamd. De energiekosten dalen met een 23 500 euro tegenover het eindbudget. Daarnaast zijn ook de uitgaven voor onderhoud en herstellingen aan het patrimonium gezakt met ongeveer 8 000 euro. Dit is voor een groot stuk toe te schrijven aan ons kleiner geworden patrimonium door onder andere het afstoten van woningen naar het SVK en de afbouw van het aantal LOI-plaatsen. Ook de uitgaven voor verzekeringen (-2 500 euro), software (- 5 500 euro) en drukwerk (- 4 500 euro) bleken lager uit te vallen dan initieel gedacht. Een derde oorzaak is terug te vinden bij de bezoldigingen. Ook hier merken we opnieuw de impact van het niet vervangen van personen in loopbaanonderbreking, tijdskrediet en langdurige ziekte. Netto vallen de personeelskosten voor het beleidsdomein sociale dienstverlening daardoor 15 000 euro lager uit dan geraamd. Een laatste oorzaak ligt bij de specifieke kosten van de sociale dienst. De effectieve specifieke kosten van de sociale dienst liggen circa 86 000 euro lager dan we gebudgetteerd hadden. Deze uitgaven budgetteren is altijd zeer moeilijk. Het is immers zeer moeilijk om vooraf te voorspellen wat de instroom zal zijn en wat de economische situatie is. Er zit weinig lijn in. We merken dat vooral de steun in het kader van LOI veel lager is dan geraamd (-43 000 euro). Het effect van de afbouw van het aantal LOI-plaatsen op de uitgavenzijde laat zich veel meer voelen dan we initieel gedacht hadden. Ook hebben we in 2014 heel wat minder steun moeten uitkeren (-21 500 euro) in vergelijking met wat we initieel geraamd hadden. Ook de uitgaven voor leefloon (- 9 500 euro) en de uitgaven voor F&O (-6 700 euro) vielen lager uit dan initieel gebudgetteerd. Langs ontvangstenzijde (circa -126 000 euro) zien we volgende verklaringen: Vooreerst hebben we minder subsidies Sociale Maribel ontvangen tegenover initieel gedacht werd. We hebben ook een verschuiving van de subsidies Sociale Maribel over de verschillende beleidsdomeinen heen (circa -15 000 euro). Daarnaast hebben we minder specifieke kosten van de sociale dienst gerecupereerd dan geraamd. Hier zit niet echt een lijn in, voor sommige zaken hebben we meer gerecupereerd dan gedacht, voor andere mindere (circa -4 500 euro). Een derde oorzaak is het feit dat we initieel voorzien hadden dat het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden in het OCMW zou terechtkomen. We hadden daarom een inbreng van de PWA van 50 000 euro voorzien langs ontvangstenzijde. In de loop van 2014 heeft men echter beslist om het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden onder te brengen in de CVBA Kinderopvang Ingelmunster, waardoor die ontvangst dus effectief niet gerealiseerd werd in 2014. Een laatste oorzaak ligt bij de subsidies voor specifieke kosten van de sociale dienst. De subsidies voor uitgaven leefloon liggen lager dan gebudgetteerd, enerzijds om dat de uitgaven lager liggen, maar ook omdat we vooral uitgaven leefloon hebben gehad voor categorieën met een minder betoelaging (-21 000). Ook de subsidies voor de verwarmingstoelage (-10 000 euro) en de subsidies F&O (-11 600 euro) lagen een stuk lager dan initieel gebudgetteerd. Beleidsdomein ZORG Ook het domein ZORG doet het veel beter dan verwacht. Het gerealiseerde resultaat (-28 299 euro) is veel beter dan het geraamde resultaat (-219 403 euro). Dit beter resultaat van (+191 104 euro) is quasi volledig te wijten aan de lager geraamde uitgaven. We verklaren de grootste verschillen:

Jaarrekening 2014


34/59


Langs uitgavenzijde (circa -178 000 euro) zit de verklaring in de bezoldigingen. In 2014 hadden we nog heel wat uitgaven voorzien in het kader van de afhandeling van het afstoten van het dienstenchequebedrijf. De uitgaven zijn op vraag van DAH verschoven naar 2015 (137 000 euro). DAH wil onmiddellijk een volledige afrekening kunnen maken en in 2014 was dit nog niet mogelijk. De uitgaven zijn dus heel wat minder dan gebudgetteerd. Daarnaast zien we ook hier de effecten van het beleid van het niet vervangen bij ziekte en loopbaanonderbrekingen (-30 000 euro). Langs ontvangstenzijde (circa +13 000 euro) zien we volgende verklaringen: Door het verschuiven van het leeuwendeel van de uitgaven voor de afhandeling van het dienstenchequebedrijf, verschuift vooreerst ook de tussenkomst DAH op (-49 000 euro). Deze daling wordt echter grotendeels tenietgedaan door de hogere subsidies voor Sociale Maribel dan initieel geraamd, door de vele verschuivingen in 2014 (+42 000 euro). Op de andere beleidsdomeinen zien we dan wel een daling van de subsidies Sociale Maribel. We bemerken ten laatste ook dat de werkingssubsidies voor de gezinszorg en aanvullende thuiszorg hoger liggen dan initieel gebudgetteerd (+17 000 euro).

B. De exploitatierekening per beleidsdomein (TJ1) Uitgaven Schema TJ1 toont dat 70% van de uitgaven naar bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen gaan. Dit ligt in de lijn van de voorbije jaren (iets hoger in 2014, 68% in 2013). Het feit dat dit cijfer nog altijd rond de 70% ligt na het afstoten van het dienstenchequebedrijf heeft 2 oorzaken. De loonkosten van het dienstenchequebedrijf bedroegen in 2013 nog 1 287 000 euro. Echter werd in november 2013 ook heel wat gemeentepersoneel op de OCMW-payroll overgezet waardoor de effectieve netto-besparing op de uitgaven voor bezoldigingen nog “slechts” 866 000 euro. We merken anderzijds ook op dat door het besparingsoffensief dat in 2013 op volle toeren kwam ook in de andere kostengroepen serieuze besparing zijn gerealiseerd. Daardoor blijft het aandeel van de bezoldigingen in 2014 nog steeds rond de 70% draaien. Wanneer we abstractie maken van het gemeentepersoneel die sedert november 2013 op OCMW-payroll staat zouden we landen op een aandeel van de bezoldigingen van 59% in de totale uitgaven. Een zekere nuancering van dit cijfer is dus wel nodig. De cijfers tonen wel nogmaals aan dat een OCMW werkt mét mensen en dit vóór de mensen van Ingelmunster, met een bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren. We dienen zorg op maat aan te bieden voor de Ingelmunsterse bevolking!

Een tweede uitgavenpost zijn de goederen en diensten, goed voor 14% van de totale uitgaven (in 2013 nog 16% van de totale uitgaven). Dit zijn de uitgaven die nodig zijn om als OCMW te kunnen werken (onder andere de huur van woningen, energiekosten, verzekeringen, informaticakosten, aankopen maaltijden, aankopen voor de administratie, aankoop van voedselpakketten voor De Cirkel, …). Ook hier een zelfde verhaal als bij de bezoldigingen. Het relatief belang van de goederen en diensten is nagenoeg hetzelfde als vorig jaar. In absolute cijfers merken we een serieuze daling door de effecten na een volledig jaar besparingsoffensief uit 2013. De specifieke kosten sociale dienst is de derde grote uitgavenpost van het OCMW, goed voor 14% van de uitgaven. Het gaat hier om alle kosten die gemaakt worden vanuit de sociale dienst in functie van de sociale dienstverlening (leefloon, steun, …). Dit ligt in 2014 op hetzelfde niveau van 2013. Ook hier weer een daling in absolute cijfers. De uitgavenposten goederen en diensten en specifieke kosten sociale dienst zijn in 2014 van gelijkaardige grootte-orde.

Jaarrekening 2014


35/59


De financiële uitgaven (interestkosten leningen) bedragen slechts 1,34 % van de totale uitgaven van het OCMW. De beleidsdomeinen ZORG en ALGEMEEN BESTUUR zijn de grote slokoppen qua personeelsuitgaven. Dit is ook logisch omdat het personeel van de diensten gezinszorg, aanvullende thuiszorg, en maaltijddienst ten laste zijn van het beleidsdomein ZORG, terwijl de ondersteunende diensten en de poetsvrouwen van het OCMW en de gemeente dan weer ten laste zijn van het beleidsdomein ALGEMEEN BESTUUR. De uitgaven in het kader van de goederen en diensten zijn mooi verspreid over de verschillende beleidsdomeinen ZORG, ALGEMEEN BESTUUR en ALGEMENE DIENSTVERLENING. Dit weerspiegelt dan weer onze keuze om de kosten toe te wijzen aan het domein waar ze toe behoren. De financiële uitgaven en de andere operationele uitgaven staan bijna uitsluitend op het beleidsdomein ALGEMENE FINANCIERING. Het gaat hier om de interestkosten van de leningen en de minderwaarde op vorderingen. Ontvangsten Wat de ontvangsten betreft stellen we vast dat 82% van de ontvangsten van het OCMW uit werkingssubsidies komen, wat aantoont dat een OCMW sterk afhankelijk is van andere financieringsbronnen. Dit ligt in de lijn van de voorbije jaren maar is toch iets hoger dan in 2013 (78%). Het betreft zowel de werkingssubsidies van de gemeente als de werkingssubsidies gerelateerd aan een bepaalde dienstverlening (gezinszorg, leefloon, …). Ook de personeelssubsidies (Sociale Maribel, activasubsidies, Gesco, …) vallen onder de werkingssubsidies. Bij de werkingssubsidies krijgen we een gelijkaardig verhaal als bij de uitgaven het relatief belang in de totale uitgaven blijft en neemt zelfs toe, echter in absolute cijfers zien we een serieuze daling van de werkingssubsidies. Het relatief belang neemt lichtjes doe door de verhoging van de gemeentelijke toelage die het verlies van de werkingssubsidies in het kader van het dienstenchequebedrijf en Fedasil voor een stuk countert. Als OCMW genereren we 14% van de ontvangsten uit onze werking zelf. Dit door de prestaties geleverd aan onze cliënten van de verschillende thuisdiensten en uit verhuur. Dit is een lichte daling tegenover 2013, toen we nog 18% van de ontvangsten uit de werking haalden. Het wegvallen van het dienstenchequebedrijf is hiervan de belangrijkste oorzaak. Een derde ontvangstenpost betreft de terugvordering van specifieke kosten OCMW. We stellen vast dat 2,6% van onze ontvangsten komen uit de recuperatie van uitgegeven specifieke kosten sociale dienst (2,5% in 2013). De andere operationele ontvangsten bestaan hoofdzakelijk uit de bijdrage van de werknemers op de maaltijdcheques. Deze categorie ontvangsten is echter zeer gering, slechts 0,43% van de totale ontvangsten. De beleidsdomeinen ALGEMENE FINANCIERING, SOCIALE DIENSTVERLENING en ZORG zijn de grote slokoppen qua werkingssubsidies. De gemeentelijke toelage van 1.880.000 euro en de 91.000 uit het gemeentefonds zijn terug te vinden op het beleidsdomein ALGEMENE FINANCIERING, goed voor 46,50% van de totale werkingssubsidies die het OCMW ontvangt (in 2013 was dit slechts 32%). Op het beleidsdomein SOCIALE DIENSTEVERLENING zijn dan vooral de werkingssubsidies in het kader van de werking sociale dienst terug te vinden, goed voor 30% (31% in 2013). Het gaat dan vooral om federale subsidies (leefloon, voor het LOI, equivalent leefloon, …). Op het beleidsdomein ZORG vinden we vooral Vlaamse werkingssubsidies terug in het kader van de gezinszorg, goed voor 17%. Voorheen waren deze werkingssubsidies uit het beleidsdomein ZORG nog goed voor 28% van de totale werkingssubsidies. Nu zien we een duidelijke verschuiving van het beleidsdomein ZORG naar het beleidsdomein ALGEMENE FINANCIERING door het wegvallen van het dienstenchequebedrijf.

Jaarrekening 2014


36/59


De personeelssubsidies zitten ook vervat onder de werkingssubsidies en zijn het grootst voor de beleidsdomeinen ALGEMEEN BESTUUR en ZORG omdat daar ook de meeste personeelskosten op staan (cfr. Supra). Het beleidsdomein ZORG genereert de meeste ontvangsten uit de werking voor het OCMW (69% in 2014, 82% in 2013). Dit is ook logisch omdat quasi al onze diensten die prestaties leveren onder dit beleidsdomein vallen (dienst aanvullende thuiszorg, gezinszorg, maaltijddienst, ….). Daarnaast dragen ook de ontvangsten uit de verhuur van de serviceflats en de ouderenwoningen hiertoe bij. De ontvangsten uit de werking op het beleidsdomein SOCIALE DIENSTVERLENING (17% in 2014, 11% in 2013) komen voort uit verhuur van woningen en de doorfacturatie van gemaakte kosten voor derden. Ook hier zien we door het wegvallen van het dienstenchequebedrijf een verschuiving van het relatief belang van de operationele ontvangsten van het beleidsdomein ZORG naar het beleidsdomein SOCIALE DIENSTVERLENING.

C. De evolutie van de exploitatierekening (TJ2) In principe kan je hier een vergelijking terug vinden van de gerealiseerde geconsolideerde ontvangsten en uitgaven van het huidige boekjaar en de twee voorgaande boekjaren. Aangezien we pas in 2013 gestart zijn met het BBC-verhaal, kunnen we slechts een vergelijking maken tussen 2014 en 2013. Heel wat van de evoluties zijn reeds besproken in de staat van kosten en opbrengsten. Omdat uitgaven voor een groot stuk hetzelfde zijn als kosten. We bespreken hieronder toch nog TJ2. Langs operationele uitgavenzijde zien we een daling van 1 361 919 euro te wijten aan:  een daling van de kosten voor “goederen en diensten” van circa 305 000 euro De oorzaken zijn reeds besproken in het deeltje staat van kosten en opbrengsten.  Een daling van de kosten voor “bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen” van circa 866 000 euro De oorzaken zijn reeds besproken in het deeltje staat van kosten en opbrengsten.  Een daling van kosten “specifieke kosten sociale dienst OCMW” voor circa 190 000 euro De oorzaken zijn reeds besproken in het deeltje staat van kosten en opbrengsten.  Een toename van de “toegestane werkingssubsidies” van 10 000 euro. Voorheen was dit 0 euro. Nu hebben we een werkingssubsidie geven aan de CVBA Kinderopvang Ingelmunster voor het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden.  Een afname van de “andere operationele uitgaven” met 13 000 euro. Dit kom vooral door het feit dat we in 2014 veel minder vorderingen op oninbaar hebben gezet. In 2013 was dit aantal veel groter omdat we dan in het kader van de invoering van de boekhouding BBC-stijl een grondige opkuis hebben gedaan van onze openstaande vorderingen. De financiële uitgaven blijven quasi status-quo met 2013 en bedragen in 2014 62 610 euro. Langs operationele ontvangstenzijde zien we een daling van 1 163 340 euro te wijten aan de volgende evoluties:

Jaarrekening 2014


37/59


 een daling van de opbrengsten voor “ontvangsten uit de werking” van circa 432 000 euro De oorzaken zijn reeds besproken in het deeltje staat van kosten en opbrengsten.  Een daling van de “werkingssubsidies” van circa 675 000 euro De oorzaken zijn reeds besproken in het deeltje staat van kosten en opbrengsten.  Een daling van de recuperaties specifieke kosten sociale dienst van circa 23 000 euro  Er worden minder specifieke kosten sociale dienst gemaakt, het is dan enigszins ook logisch dat ook de recuperatie van de kosten sociale dienst zakken. Er is echter niet echt een lijn of trend in te herkennen.  Een daling van de “andere operationele ontvangsten” met 31 869 euro.  Er is minder personeel, er moeten dus minder maaltijdcheques gegeven worden. Hierdoor zakt natuurlijk ook de persoonlijke bijdrage in de maaltijdcheque van de werknemer (circa 10 000 euro).  In 2013 hebben we heel wat meerwaarde gerealiseerd op vorderingen (circa 17 000 euro), dit door een tweetal vorderingen die bij de overgang naar BBC opnieuw inbaar bleken. Dit jaar waren er geen grote meerwaardes op de realisatie van vorderingen.

5.2. De toelichting bij de investeringsrekening A. Een verklaring van de materiële verschillen tussen de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven en de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de laatste budgetwijziging. Deze toelichting bevat een verklaring van de materiële verschillen tussen de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven en de geraamde ontvangsten en uitgaven volgens de laatste budgetwijziging. 58% van de geplande investeringen zijn uitgevoerd. Zoals eerder werd gezegd zijn een aantal investeringen niet uitgevoerd. Enerzijds gaat het om de aankoop van een CNG-wagen voor de Technische Dienst (34 000 euro). Daarnaast zijn ook de voorziene herstellingswerken aan de gevel van Knuf en Snuf nog niet uitgevoerd (15 000 euro).

B. De investeringsrekening per beleidsdomein (TJ3) Schema TJ3 geeft de investeringsverrichtingen weer per beleidsdomein. Wat betreft de investering in gronden en gebouwen, zien we de grootste uitgaven in het beleidsdomein ZORG . Dit gaat voornamelijk over verbeteringswerken (onder andere de schilderwerken van de gevels met speciale verf) aan de ouderenwoningen gelegen in de Doelstraat-Nieuwstraat (samen goed voor 36 000 euro). De rest betreft diverse verbeteringswerken aan het serviceflatgebouw De Ermitage. Op het beleidsdomein SOCIALE DIENSTVERLENING vinden we ook verbeteringswerken terug aan het OCMW-patrimonium, voornamelijk de verbeteringswerken in de Oostrozebekestraat 26.. Voor het beleidsdomein ALGEMEEN BESTUUR valt de investering in roerende goederen op. Dit is voornamelijk te wijten aan de aankoop van informaticamateriaal voor het OCMW (16 000 euro). Het informaticamateriaal komt allemaal op het beleidsdomein ALGEMEEN BESTUUR. Ook de aankoop van de leasingwagen voor de OCMW-Secretaris is hierop terug te vinden (13 000 euro).

C. De evolutie van de investeringsverrichtingen (TJ4)

Jaarrekening 2014


38/59


Schema TJ4 toont een vergelijking tussen de gerealiseerde geconsolideerde ontvangsten en uitgaven van het huidige boekjaar en de twee voorgaande boekjaren. Aangezien 2013 het eerste jaar is waarin de rekening wordt opgemaakt volgens BBC stijl, is er enkel een vergelijking mogelijk tussen 2014 en 2013. De investeringen in 2013 lagen veel hoger dan in 2014. Dit is voornamelijk te wijten aan de verschillende eenmalige aankopen van woningen die er geweest zijn in 2013 (Schoolstraat 19/21, Stationsstraat 42/44 en Oostrozebekestraat 26), samen goed voor 450 000 euro. Indien we hiervan abstractie maken dan liggen de investeringen van 2014 al meer in de lijn van 2013. In 2013 was er dan ook nog heel wat budget voorzien voor verbeteringswerken in de aangekochte woning Oostrozebekestraat 26. In 2014 zijn het quasi louter vervangingsinvesteringen en investeringen in het onderhoud van het OCMW-patrimonium (met uitzondering van aankoop leasingwagen van de OCMWsecretaris). Wanneer we de desinvesteringen bekijken dan zien we dat die er waren in 2013 (verkoop Schoolstraat 19/21 en verkoop Kweekstraat 42/44), maar niet in 2014. We kunnen dus besluiten dat 2013 een atypisch jaar was zowel naar investeringen als naar desinvesteringen toe voor het OCMW Ingelmunster. 2014 is dan weer een rustig investeringsjaar met quasi louter vervangingsinvesteringen.

D. De stand van de kredieten per investeringsenveloppe (TJ5) TJ5 is een schema met een overzicht per investeringsenveloppe van de verbinteniskredieten, de vastleggingen en de aanrekeningen. Deze tabel toont niet zoveel informatie, aangezien bijvoorbeeld geen rekening gehouden wordt met de investeringsenveloppes die we afgesloten hebben zoals bijvoorbeeld investeringsenveloppe 2014-2019/4.

Jaarrekening 2014


39/59


5.3. De evolutie van de liquiditeitenrekening Schema TJ6 geeft een vergelijking tussen jaarrekening 2014, 2013 en 2012. Aangezien we pas in 2013 gestart zijn in het BBC-verhaal is enkel een vergelijking tussen 2013 en 2014 mogelijk. Het budgettaire resultaat van het boekjaar van 2014 is circa 95 000 euro beter tegenover 2013. Dit is te wijten aan een beter resultaat van het exploitatiebudget (circa 200 000 euro) en een beter resultaat van het investeringsbudget (circa 170 000 euro). De verschillen tussen 2013 en 2014 voor wat betreft het exploitatiebudget en het investeringsbudget werden reeds uitvoerig besproken in 5.1 “de toelichting bij de exploitatierekening” en 5.2 “de toelichting bij de investeringsrekening”. Het resultaat uit de “andere verrichtingen” is dan weer een stuk slechter in 2014 (circa 280 000 euro). In 2013 was het resultaat uit “andere verrichtingen” nog positief (190 005 euro), in 2014 ging dit resultaat een stuk in het rood (-87 548 euro). Het goede resultaat van 2013 is louter toe te schrijven aan de verkoop van de woningen Kweekstraat 42/44 en Schoolstraat 19/21); de aflossingen van 2013 lagen immers dicht bij die van 2014. Door de inbreng van het positief resultaat van de jaarrekening 2013 is ook het gecumuleerd budgettaire resultaat van het boekjaar in 2014 een stuk hoger dan in 2013 (circa 198 000 euro). Op die manier komen we aan een gecumuleerd budgettair resultaat in 2014 van 1 581 036 euro (circa 300 000 euro beter tegenover 2013). In 2014 hebben we voor 168 665 euro aan bestemde gelden tegenover 0 euro in 2013. Op vraag van de externe audit dienden we het LOI-overschot op te nemen als bestemde gelden. Dit is dan ook gebeurd in 2014. Het resultaat op kasbasis strandt in 2014 hierdoor op 1 412 371 euro tegenover 1 288 471 euro in 2013. Een verbetering van circa 124 000 euro te wijten aan het beter exploitatieresultaat en investeringsresultaat, het slechter resultaat uit “andere verrichtingen”, de inbreng van het positief resultaat van de jaarrekening 2013, en de hogere bestemde gelden in 2014.

5.4. Overzicht van de verstrekte werkings- en investeringssubsidies Het OCMW heeft 1 werkingssubsidie toegekend in 2014. Werkingssubsidie van 10 000 euro aan de CVBA Kinderopvang Ingelmunster voor het opleidingsfonds voor langdurig werkzoekenden.

5.5. De toelichting bij de balans Deze toelichting bevat alle nodige informatie omtrent het vermogen, de financiële positie en het resultaat van het bestuur. Deze toelichting bestaat uit vier mutatiestaten: de mutatiestaten van de financiële vaste activa, van de materiële vaste activa, van de financiële schulden en van het nettoactief. De toelichting bij de balans wordt opgesteld volgens modelschema TJ7. Mutatiestaat van de financiële vaste activa Het OCMW heeft geen financiële vaste activa. Mutatiestaat van de materiële vaste activa Het materieel vast actief is licht gedaald in 2014 met circa 255 000 euro. Netto is er in 2014 voor een bedrag van 81 358 euro geïnvesteerd in materieel vast actief, maar tegelijkertijd is er ook voor 336 034 euro afgeschreven. Dus is er in 2014 minder geïnvesteerd dan er werd afgeschreven. Het patrimonium van het OCMW is dus licht afgenomen in waarde in 2014.

Jaarrekening 2014


40/59


Mutatiestaat van de financiële schulden Het bedrag aan leningen ten laste van het bestuur is afgenomen tijdens het financiële boekjaar 2014. Dit is vrij logisch aangezien we geen nieuwe leningen hebben opgenomen in 2014. We hebben echter voor 87 548 euro aan leningen afgelost in 2014. Uit de mutatiestaat van de financiële schulden kunnen we ook afleiden dat we volgend jaar voor 87 701 euro voorzien aan aflossingen te zullen betalen. Mutatiestaat van het nettoactief Het nettoactief is in het financiële boekjaar 2014 gestegen met 226 384 euro. Dit is te wijten aan het positief resultaat van het boekjaar.

Jaarrekening 2014


41/59


5.6. De waarderingsregels toegepast in de jaarrekening Een samenvatting van de waarderingsregels, vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn maken deel uit van de toelichting van de jaarrekening. Met de waarderingsregels bepaalt het bestuur de waarde van haar bezittingen, haar schulden, haar rechten en haar plichten. De waarderingsregels moeten leiden tot een “waar en getrouw financieel-economisch beeld” en bepalen onder andere:   

de waardering van de inventaris van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van het bestuur van welke aard ook de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten de herwaarderingen

De waarderingsregels worden vastgelegd en worden enkel gewijzigd indien er belangrijke veranderingen zijn in de activiteiten van het bestuur of indien de vroeger gehanteerde waarderingsregels niet langer zorgen voor een waar en getrouw beeld. Indien de waarderingsregels worden gewijzigd, dienen deze opnieuw te worden vermeld in de toelichting van de jaarrekening en te worden verantwoord. Vorderingen en schulden De vorderingen en schulden worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde. Vorderingen waarvan de invorderbaarheid twijfelachtig is, worden overgeboekt naar een rekening dubieuze debiteuren. Ook kunnen er op de vorderingen waardeverminderingen worden toegepast als er onzekerheid bestaat over de betaling op de vervaldag. Door het inboeken van deze dubieuze debiteuren en waardeverminderingen, verschaft men correcte informatie betreffende de te verwachten kasstromen en de liquiditeitspositie van het bestuur. De financieel beheerder boekt als oninvorderbare vorderingen de bedragen die betaald moeten worden door schuldenaren van wie de insolvabiliteit bewezen is door om het even welke bewijsstukken. Geldbeleggingen en liquide middelen Geldbeleggingen en liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Aandelen en vastrentende effecten worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde. Afschrijvingen Er wordt uitgegaan van een lineaire afschrijvingsmethode en bijgevolg van een ‘gelijkmatige’ veroudering. Afschrijvingen worden telkens ingeboekt op een aparte algemene rekening, waardoor de aanschaffingswaarde van het vast actief zichtbaar blijft.

Jaarrekening 2014


42/59

AARD VAN DE VASTE ACTIVA


AFSCHRIJVINGSDUUR

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

5

Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten

5

Vooruitbetalingen

5

Plannen van aanleg, urbanisatieplannen, enz.

5

Studies

5

Terreinen

0

Gebouwen

33 (*)

Grondwerken en verhardingen van de rijweg

30 (*)

Voetpaden, fietspaden, ...

30 (*)

Riolering

30 (*)

Waterleidingen

30 (*)

Andere nutsleidingen

30 (*)

Openbare verlichting

30 (*)

Wegbeplanting Straatmeubilair en verkeerssignalisatie

5 10

Andere wegeninfrastructuur

30 (*)

Waterlopen en waterbekkens

30 (*)

Kunst(bouw)werken

30 (*)

Overige onroerende infrastructuur

30 (*)

Installaties, machines en uitrusting

5

Meubilair, bureaumeubilair en ander meubilair

10

Reproductiematerieel

5

Informaticamaterieel

5

Ander bureaumaterieel

5

Fietsen, brom- en motorfietsen

5

Jaarrekening 2014


43/59

Auto's en bestelwagens Vrachtwagens Ander transportmaterieel

Uitrusting en buitengewoon onderhoud (*)


5 10 5 15

Herwaarderingen De financiële vaste activa en het overig materieel vast actief (materieel vast actief dat niet gebruikt wordt voor de maatschappelijke dienstverlening van het bestuur) kunnen geherwaardeerd worden. Dit houdt in dat indien de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, deze moeten geboekt worden tegen hun geherwaardeerde waarde. Indien er herwaarderingen gebeuren, dienen deze te worden verantwoord door het bestuur in de toelichting van de jaarrekening. Verrekening van de verkregen investeringssubsidies Onder investeringssubsidies verstaan we de subsidies gekregen in contanten van andere overheden voor investeringen in een vast actief. De verkregen investeringssubsidies worden op dezelfde wijze verrekend als de afschrijvingen van het goed waarvoor de subsidie werd verleend. Voorzieningen voor risico’s en kosten Voorzieningen voor risico’s en kosten worden opgenomen in de balans en zijn eigenlijk de vertaling van toekomstige schulden die op balansdatum zeker zijn maar waarvan men het bedrag niet exact kan bepalen. De voornaamste voorzieningen betreft de voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen. Elk jaar dient men bij het afsluiten van het boekjaar na te gaan of er bijkomende voorzieningen moeten worden aangelegd. Wijziging van de waarderingsregels t.o.v. 2013 De waarderingsregels zijn niet gewijzigd tegenover 2013

Jaarrekening 2014


44/59


5.7. De niet in balans opgenomen rechten en verplichtingen In de samenvatting van de algemene rekeningen vinden we enkel de transacties terug die het vermogen, de financiële positie of het resultaat van een bestuur beïnvloeden. Daarnaast kunnen er zich echter gebeurtenissen voordoen die het vermogen, de financiële positie of het resultaat niet beïnvloeden maar waaruit wel toekomstige rechten of verbintenissen kunnen ontstaan. We sommen hieronder de niet in balans opgenomen rechten en verplichtingen op van het OCMW. 03

07

Ontvangen zekerheden Omschrijving

Belanghebbende

Schuldenaar

Hypotheken

OCMW Ingelmunster Divers

Bedrag 296.931,21 €

Goederen en waarden van derden gehouden door het bestuur Omschrijving

Bedrag

Sociale bijstandsrekeningen cliënten sociale dienst

417.599 €

Jaarrekening 2014


45/59


5.8. Kerncijfers 2014 In dit luikje geven we nog een overzicht van een aantal belangrijke kerncijfers uit 2014 voor het OCMW. De bedoeling is om op termijn een mooie evolutie doorheen de tijd te bekomen van deze kerncijfers. 2011 14 969 13 846,25 21 246,25 130 18

2012 14 628 14 814,25 20 330,33 151 13

2013 15 809 14 499,50 20 064,58 134 8

2014 13 626 14 662 20 381,50 147 7

Geholpen gezinnen maaltijden aan huis Geholpen gezinnen Gezinszorg Geholpen gezinnen Aanvullende Thuiszorg

97 86 233

93 100 232

85 98 261

98 117 269

Gemiddelde prijs maaltijd aan huis Gemiddelde prijs Gezinszorg Gemiddelde prijs Aanvullende Thuiszorg

5,62 4,64 5,22

5,72 4,69 5,18

5,84 5,21 5,27

6,02 5,49 5,28

Bezettingsgraad serviceflats De Ermitage Gemiddelde maandprijs gewone flat Gemiddelde maandprijs hoekflat Bezettingsgraad ouderenwoningen Gemiddelde maandprijs ouderenwoningen Bezettingsgraad garages Gemiddelde prijs garage

-

-

99,70% 379,92 455,90 100% 259,22 95% 30,01

100% 397,55 475,80 97,91% 274,34 96,25% 30,68

Aantal artikel 60§7

-

-

4,113

5,125

275 198

315 213 64 185 43 67 546 345 13 48 545

364 196 60 174 54 33 455 308 23 63 671

329 208 45 145 69 51 678 340 10 67 594

Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal

Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal

bedeelde maaltijden aan huis gepresteerde uren Gezinszorg gepresteerde uren aanvullende thuiszorg gebruikers MMC gebruikers PAS

dossiers schuldbemiddeling dossiers mantelzorg/waarderingspremie dossiers vakantietoelage dossiers stookolietoelage dossiers LAC elektr en gas dossiers LAC water klantencontacten woonwinkel geholpen personen voedselbedeling dossiers minimale levering aardgas dossiers leefloon (incl artikel 60§7) dossiers behandeld in Bijzonder Comité

Jaarrekening 2014

147 54 65 351 18 56 606


46/59


6. Rapportage door de financieel beheerder De financieel beheerder dient in volle onafhankelijkheid te rapporteren aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn over de financiële toestand van het OCMW (art. 92 OD). Dit rapport omvat minstens een overzicht van de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de evolutie van de budgetten, de beheerscontrole, alsook het debiteurenbeheer. Aangezien de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten aan bod kwamen in de jaarrekening en toelichting van de jaarrekening, wordt hier enkel nog stil gestaan bij de thesaurietoestand en het debiteurenbeheer.

6.1. De thesaurietoestand De thesaurietoestand bedraagt 1 102 930,50 euro op 31/12/2014 ten opzichte van 515 407 euro op 31/12/2013. Dit jaar is onze liquiditeitspositie opnieuw sterk verbeterd. Dit is grotendeels te wijten aan het goede exploitatieresultaat van 2014. We hadden onder andere bij de bepaling van de gemeenteliike toelage voor 2014 rekening gehouden met de uitgaven voor de afhandeling van het dienstenchequebedrijf. Deze uitgaven zijn echter opgeschoven naar 2015.

6.2. Het debiteurenbeheer De financieel beheerder rapporteert in volle onafhankelijkheid over de invordering van de ontvangsten. De inning van de ontvangsten wordt volledig opgevolgd door de financiële dienst. Wat betreft de ontvangsten start de invorderingsprocedure op de verschillende diensten. De verschillende diensten bezorgen de financiële diensten een overzicht van de prestaties die gefactureerd moeten worden. De facturen worden dan door de financiële dienst opgemaakt. De facturen worden per maand opgemaakt. Eenmaal ingegeven in de boekhouding, gebeurt ook de verdere debiteurenopvolging door de financiële dienst. De financiële dienst zelf staat in voor de opmaak, afdruk en de verzending van de facturen. Behoudens uitzonderingen wordt de betaaltermijn vastgesteld op 30 dagen volgend op de factuurdatum. Bij niet betaling binnen een termijn van 30 dagen wordt een herinnering verstuurd door de financiële dienst en wordt in de mate van het mogelijke telefonisch contact genomen met de betrokkene. Vervolgens volgt een aangetekende aanmaning met het verzoek tot betaling binnen de 14 dagen na ontvangst van de herinnering. Bij niet betaling wordt gekeken of het wenselijk is om over te gaan tot deurwaarder. De kosten hiervoor vallen integraal ten laste van de gefactureerde. De mensen worden zo veel mogelijk aangespoord om hun facturen te betalen met domiciliëring. Meer dan 80% van de facturen worden geïnd met domiciliëring. Onderstaand overzicht geeft een weergave van de facturen die voor de verschillende diensten werden opgemaakt in 2014. Bij sommige diensten zijn nog niet alle facturen geïnd. Dit kan enerzijds te maken

Jaarrekening 2014


47/59


hebben met het tijdstip van facturatie of anderzijds met openstaande vorderingen. Die laatste worden verder opgevolgd door de financiële dienst.

JAN-DEC 2014 Saldo Verhuur Crisisopvang Verhuur Kinderopvang Verhuur Sociale woningen Verhuur Ouderenwoningen Verhuur Serviceflats Mindermobielencentrale Personenalarmsysteem Thuisdiensten Recup specifieke kosten soc dienst

3 524,00 0,00 0,00 259,22 0,00 12,50 74,34 1 936,36

€ € € € € € € €

247.120,31 €

Uit het overzicht blijkt dat de debiteurenopvolging goed werkt. Er zijn weinig openstaande bedragen. De categorie recuperatie specifieke kosten sociale dienst is een speciale groep. Het gaat om terugvorderingen die gemaakt worden door de sociale dienst naar aanleiding van een steun of voorschot die werd toegekend. Hier is het openstaand bedrag hoger omdat dit maar met mondjesmaat terugvloeit door het feit dat het om mensen gaat die het financieel moeilijk hebben. Velen hebben een afbetaalplan lopen. Deze lijst wordt twee keer per jaar besproken met de maatschappelijk werkers en waar nodig wordt actie ondernomen. Vorderingen die echt niet meer inbaar zijn wegen dubieus worden via een beslissing van de RMW als invorderbaar gezet indien nodig.

Jaarrekening 2014

48/59

Schema TJ1: Exploitatierekening per beleidsdomein Jaarrekening 2014 Code

I. Uitgaven A. Operationele Uitgaven 1. Goederen en diensten

60/1

Totaal

Algemene financiering

1.764.518

1.581.106

1.250.223

4.605.929

10.082

1.764.518

1.581.106

1.250.223

664.446

1.434

200.659

294.483

167.870

1.563.300

627.864

1.078.528

3.269.692


648

646.228

4. Toegestane werkingssubsidies

649

10.000

640/7

15.564

8.648

62.610

62.610

5.130.011

65 694

II. Ontvangsten A. Operationele ontvangsten

646.228 10.000 559

2.532

3.825

1.979.763

393.703

1.534.621

1.221.924

5.128.925

1.978.677

393.703

1.534.621

1.221.924

737.448

6.373

92.273

128.432

510.370

1.971.000

289.328

1.269.126

705.964

1. Ontvangsten uit de werking

70

2. Fiscale ontvangsten en boetes

73

3. Werkingssubsidies

740

4.235.418

4. Recuperatie specifieke kosten OCMW

748

133.953

741/7

22.106

1.304

75 794

1.086

1.086

III. Saldo

461.472

1.907.071



5. Andere operationele ontvangsten

B. Financiële ontvangsten C. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar

ZORG

72.692

62

B. Financiële uitgaven C. Rechthebbenden uit het overschot van het boekjaar

SOCIALE DIENSTVERLE NING

4.668.540


5. Andere operationele uitgaven

ALGEMEEN BESTUUR

133.953 12.102

3.110

5.591

-1.370.815

-46.485

-28.299

Secr.:Joost Vandeweghe Fin. beh.:Tine Dhont VolgNr Budg Jnl 2014/39923

49/59 Schema TJ2: Evolutie van de exploitatierekening Jaarrekening 2014 Geconsolideerd

Code

I. Uitgaven A. Operationele Uitgaven 1. Goederen en diensten

60/1

Jaarrekening 2014

Jaarrekening 2013

4.668.540

6.031.104

4.605.929

5.967.848

664.446

969.004


62

3.269.692

4.135.676


648

646.228

834.469

4. Toegestane werkingssubsidies

649

10.000

640/7

15.564

28.699

62.610

63.256

5.130.011

6.292.678

5.128.925

6.292.265

737.448

1.170.095

4.235.418

4.910.928

2.021.870

1.664.274

5. Andere operationele uitgaven

B. Financiële uitgaven C. Rechthebbenden uit het overschot van het boekjaar

65 694

II. Ontvangsten A. Operationele ontvangsten 1. Ontvangsten uit de werking

70

Jaarrekening 2012

2. Fiscale ontvangsten en boetes a. Aanvullende belastingen - Opcentiemen op de onroerende voorheffing - Aanvullende belasting op de personenbelasting - Andere aanvullende belasting b. Andere belastingen

7300 7301 7302/9 731/9

3. Werkingssubsidies a. Algemene werkingssubsidies - Gemeente- of provinciefonds

7400

91.000

90.000

- Gemeentelijke of provinciale bijdrage

7401

1.880.000

1.525.000

- Andere algemene werkingssubsidies

7402/4

50.870

49.274

7405/9

2.213.547

3.246.654

b. Specifieke werkingssubsidies 4. Recuperatie specifieke kosten sociale dienst OCMW

748

133.953

157.266

741/7

22.106

53.975

75 794

1.086

413

III. Saldo

461.472

261.575



5. Andere operationele ontvangsten

B. Financiële ontvangsten C. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar


50/59

Schema TJ3: Investeringsverrichtingen per beleidsdomein

DEEL 1: UITGAVEN

Code

Totaal


Jaarrekening 2014 ALGEMEEN BESTUUR


ZORG

I. Investeringen in financiële vaste activa A. Extern verzelfstandigde agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private Samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiële vaste activa

280 281 282 283 284/8

II. Investeringen in materiële vaste activa A. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 1. Terreinen en gebouwen

220/3-9

2. Wegen en overige infrastructuur

224/8

3. Roerende goederen

23/4

4. Leasing en soortgelijke rechten

25

5. Erfgoed

27

81.358

29.769

8.568

43.021

81.358

29.769

8.568

43.021

8.568

43.021

8.568

43.021

51.589 29.769

29.769

81.358

29.769

B. Overige materiële vaste activa 1. Onroerende goederen

260/4


265/9

C. Vooruitbetalingen op investeringen in materiële vaste activa

2906

III. Investeringen in immateriële vaste activa

21

IV. Toegestane investeringssubsidies

664

TOTAAL UITGAVEN




51/59

Schema TJ3: Investeringsverrichtingen per beleidsdomein

DEEL 2: ONTVANGSTEN

Code

Totaal


Jaarrekening 2014 ALGEMEEN BESTUUR


ZORG

I. Verkoop van financiële vaste activa A. Extern verzelfstandigde agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private Samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiële vaste activa

280 281 282 283 284/8

II. Verkoop van materiële vaste activa A. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa 1. Terreinen en gebouwen

220/3-9


224/8


23/4


252

5. Erfgoed

27


260/4


265/9

C. Ontvangen vooruitbetalingen op de verkoop van materiële vaste activa

III. Verkoop van immateriële vaste activa

IV. Investeringssubsidies en -schenkingen

176

21 150-180 4951/2

TOTAAL ONTVANGSTEN




Schema TJ4: Evolutie van de investeringsverrichtingen Geconsolideerd DEEL 1: UITGAVEN

Code

52/59

Jaarrekening 2014

Jaarrekening 2014

Jaarrekening 2013

Jaarrekening 2012

I. Investeringen in financiële vaste activa A. Extern verzelfstandigde agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private Samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiële vaste activa

280 281 282 283 284/8

II. Investeringen in materiële vaste activa

81.358

588.524

A. Gemeenschapsgoederen en bedrijfsmatige materiële vaste activa

81.358

588.524

51.589

577.355

29.769

11.169

81.358

588.524

1. Terreinen en gebouwen

220/3-9


224/8


23/4


25

5. Erfgoed

27


260/4


265/9

C. Vooruitbetalingen op investeringen in materiële vaste activa

2906

III. Investeringen in immateriële vaste activa

21

IV. Toegestane investeringssubsidies

664

TOTAAL UITGAVEN




Schema TJ4: Evolutie van de investeringsverrichtingen Geconsolideerd DEEL 2: ONTVANGSTEN

Code

53/59

Jaarrekening 2014

Jaarrekening 2014

Jaarrekening 2013

Jaarrekening 2012

I. Verkoop van financiële vaste activa A. Extern verzelfstandigde agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private Samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiële vaste activa

280 281 282 283 284/8

II. Verkoop van materiële vaste activa

335.000

A. Gemeenschapsgoederen en bedrijgsmatige materiële vaste activa 1. Terreinen en gebouwen

220/3-9


224/8


23/4


25

5. Erfgoed

27

335.000


260/4


265/9

C. Ontvangen vooruitbetalingen op de verkoop van materiële vaste activa

III. Verkoop van immateriële vaste activa

IV. Investeringssubsidies en -schenkingen TOTAAL ONTVANGSTEN


176

21 150-180 4951/2 335.000



54/59

Schema TJ5: Stand van de kredieten van de investeringsenveloppen

Jaarrekening 2014

UITGAVEN Investeringsenveloppen

Verbinteniskredi et

Vastleggingen

Verbinteniskredi et min vastleggingen

ONTVANGSTEN

Aanrekeningen

34.000

Verbinteniskredi Verbinteniskredi et min et aanrekeningen

2014-1 : Aankoop CNG-wagen TD

34.000

2014-2019/1 : ICT

70.000

16.556

53.444

16.556

53.444

2014-2019/2 : Onderhouds- en verbeteringswerken patrimonium 150.000

51.589

98.411

51.589

98.411

2014-2019/3 : Aankoop wagen maaltijddienst

55.000 15.000

55.000

2014-2019/5 : Aankoop uitrusting en meubilair

25.000

25.000

25.000

2015-1 : Verbeteringswerken goten ouderenwoningen

25.000

25.000

25.000

2015-2 : Verbeteringswerken Schoolstraat 6

25.000

25.000

25.000

1.787

55.000 13.213

1.787

2014-2019/6 : Desinvesteringen


Verbinteniskredi et min aanrekeningen

34.000

2014-2019/4 : Overname leasingwagen secretaris

13.213

Aanrekeningen

160.000


160.000


55/59 Schema TJ6: Evolutie van de liquiditeitenrekening Jaarrekening 2014 Geconsolideerd

RESULTAAT OP KASBASIS

Code

Jaarrekening Jaarrekening Jaarrekening 2014 2013 2012

I. Exploitatiebudget (B-A)

461.472

261.575

A. Uitgaven

4.668.540

6.031.104

B. Ontvangsten

5.130.011

6.292.678

1.880.000

1.525.000

3.250.011

4.767.678

-81.358

-253.524

81.358

588.524


335.000

III. Andere (B-A)

-87.548

190.005

A. Uitgaven

87.548

89.995

87.548

89.995

1. Aflossing financiële schulden a. Periodieke aflossingen

421/4

b. Niet-periodieke aflossingen

171/4

2. Toegestane leningen

2903/4

3. Overige transacties a. Terugbetaling van borgtochten ontvangen in contanten

178

b. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen

2905

c. Andere overige uitgaven

100

B. Ontvangsten

280.000

1. Op te nemen leningen en leasings

171/4

280.000

2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden a. Periodieke terugvorderingen

4943/4

b. Niet-periodieke terugvorderingen

2903/4

3. Overige transacties a. Borgtochten ontvangen in contanten

178

b. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen c. Andere overige ontvangsten

494-4959 101/2

IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)

292.565

198.056


1.288.471

1.090.416


1.581.036

1.288.471



Secr.:Joost Vandeweghe Fin. beh.:Tine Dhont VolgrNr Budg Jnl 2014/39923

56/59 Schema TJ6: Evolutie van de liquiditeitenrekening Jaarrekening 2014 Geconsolideerd

RESULTAAT OP KASBASIS

Code

Jaarrekening Jaarrekening Jaarrekening 2014 2013 2012

VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december)

168.665

A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen

168.665



1.412.371


1.288.471

Secr.:Joost Vandeweghe Fin. beh.:Tine Dhont VolgrNr Budg Jnl 2014/39923

57/59

Schema TJ7: De toelichting bij de balans

Jaarrekening 2014

Geconsolideerd 1. Mutatiestaat van de financiële vaste activa Boekwaarde op 1/1

Investering

Desinvestering

Herwaarderinge Waardevermind Boekwaarde op n eringen 31/12

Boekwaarde op 1/1

Investering

Desinvestering

Herwaarderinge Waardevermind Boekwaarde op n Afschrijvingen eringen 31/12

A. Extern verzelfstandige agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiële vaste activa Totaal financiële vaste activa

2. Mutatiestaat van de materiële vaste activa

I. Gemeenschapsgoederen

5.975.191

81.358

332.654

5.723.896

A. Terreinen en gebouwen

5.840.190

51.589

271.823

5.619.956

2.360

2.278

29.769

58.471

100.647

B. Wegen en overige infrastructuur C. Installaties, machines en uitrusting D. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel

4.638 129.349

E. Leasing en soortgelijke rechten F. Erfgoed

1.015

1.015

II. Bedrijfsmatige materiële vaste activa A. Terreinen en gebouwen B. Installaties, machines en uitrusting C. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel D. Leasing en soortgelijke rechten III. Overige materiële vaste activa A. Terreinen en gebouwen

252.291

3.380

248.911

252.291

3.380

248.911

336.034

5.972.806

B. Roerende goederen Totaal materiële vaste activa


6.227.482

81.358



58/59


Jaarrekening 2014

Geconsolideerd

3. Mutatiestaat van de financiële schulden Boekwaarde op 1/1 I. Financiële schulden op lange termijn A. Financiële schulden ten laste van het bestuur 1. Leningen ten laste van het bestuur

Nieuwe leningen/ leasings

Aflossingen

Boekwaarde op 31/12

1.553.068

87.701

1.465.367

1.553.068

87.701

1.465.367

1.553.068

87.701

1.465.367

2. Leasings ten laste van het bestuur B. Financiële schulden ten laste van derden 1. Leningen ten laste van derden 2. Leasings ten laste van derden II. Schulden op korte termijn A. Financiële schulden ten laste van het bestuur 1. Leningen ten laste van het bestuur

87.548

87.701

87.548

87.701

87.548

87.701

87.548

87.701

87.548

87.701

87.548

87.701

1.640.616

87.701

175.250

1.553.068

2. Leasings ten laste van het bestuur B. Financiële schulden ten laste van derden 1. Leningen ten laste van derden 2. Leasings ten laste van derden Totaal financiële schulden




59/59


Jaarrekening 2014

Geconsolideerd

4. Mutatiestaat van het nettoactief Overig nettoactief I. Balans op einde boekjaar 2012

Herwaarderingsreserve

Gecumuleerd resultaat

2.182.409

Investeringssubsidies en schenkingen

Totaal

2.579.700

4.762.109

2.259.289

5.045.589

-161.885

-161.885

-161.885

-161.885

II. Boekhoudkundige wijzigingen III. Herwerkte balans

2.182.409

603.891

IV. Mutaties in nettoactief boekjaar 2013 A. Netto mutatie direct opgenomen in het nettoactief 1. Toevoeging aan herwaarderingen 2. Terugneming van herwaarderingen (-) 3. Toevoeging aan investeringssubsidies en schenkingen 4. Afschrijving van investeringssubsidies en schenkingen (-) B. Overschot / tekort van het boekjaar 2013 V. Balans op einde boekjaar 2013

218.981 2.182.409

VI. Mutaties in het nettoactief boekjaar 2014

218.981

218.981

2.417.815

384.910

-158.526

226.384

-158.526

-158.526

-158.526

-158.526

2.259.289

5.045.589

A. Netto mutatie direct opgenomen in het nettoactief

4.819.205

1. Toevoeging aan herwaarderingen 2. Terugneming van herwaarderingen (-) 3. Toevoeging aan investeringssubsidies en schenkingen 4. Afschrijving van investeringssubsidies en schenkingen (-) B. Overschot / tekort van het boekjaar 2014 VII. Balans op einde boekjaar 2014


384.910 2.182.409

603.891


384.910


JAARREKENING 2014 OCMW INGELMUNSTER

Recommend Documents