Jaarrekening 2012 Brijder Verslavingszorg B.V.
Brijder Verslavingszorg B.V. is onderdeel van de Parnassia Groep
Brijder Verslavingszorg B.V.
Pagina
INHOUDSOPGAVE
3
Bestuursverslag
Jaarrekening 2012 Balans per 31 december 2012 Resultatenrekening over 2012 Kasstroomoverzicht over 2012 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2012 Toelichting op de resultatenrekening over 2012
13 14 15 16 21 26
Overige gegevens Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring
31 31 31 31
1
Brijder Verslavingszorg B.V.
BESTUURSVERSLAG
2
Brijder Verslavingszorg B.V.
BESTUURSVERSLAG Het bestuur van Brijder Verslavingszorg B.V. (hierna Brijder) biedt hierbij haar jaarverslag aan voor het boekjaar dat geëindigd is op 31 december 2012. Aanvullende informatie is beschikbaar in het Jaarverslag 2012 van de Parnassia Groep B.V. waarvan de vennootschap deel uitmaakt. Algemeen Oprichting Brijder werd per 30 juni 2008 opgericht door de Stichting Parnassia Bavo Groep (tegenwoordig Parnassia Groep B.V.) door middel van afsplitsing in het kader van de juridische herstructurering van het concern. Daarvóór was Brijder een zorgbedrijf binnen het concern zonder eigen rechtspersoonlijkheid. De statutaire vestigingsplaats is Den Haag. Kernactiviteiten Brijder, specialist in verslavingszorg, is er voor iedereen, van jong tot oud, met een lichte of ernstige verslaving. Wij richten ons op het voorkomen en behandelen van verslaving en bijkomende problematiek en op het verbeteren van de kwaliteit van leven. Onze behandelingen variëren van kortdurende hulp, waaronder online behandelingen, tot langdurige intensieve hulp en biedt een specifiek programma voor jongeren. De wensen en mogelijkheden van onze cliënten, hun omgeving en onze expertise vormen de bouwstenen van de behandeling. Medewerkers bejegenen cliënten op een deskundige, optimistische en respectvolle manier. Als innovatieve en resultaatgerichte organisatie werkt Brijder samen met andere partners in zorg. Bestuur en aandeelhouder Het bestuur van de vennootschap werd in 2012 gevormd door: - de Parnassia Bavo Groep B.V. (bestuurder A) - een natuurlijk persoon (bestuurder B). Parnassia Bavo Groep B.V. draagt na een naamswijziging per 1 maart 2013 de naam Parnassia Groep B.V. (hierna Parnassia Groep). De aandelen van de vennootschap worden voor 100% gehouden door PBG Zorgholding B.V., waarvan Parnassia Groep B.V. 100% aandeelhouder is. Aldus strekt het toezicht door de Raad van Commissarissen in de Parnassia Groep zich uit tot Brijder. De Parnassia Groep beschikt over een reglement Corporate Governance, dat volledig voldoet aan de landelijk geldende Zorgbrede Governancecode. Bestuurder B is statutair eerstverantwoordelijke voor het functioneren van het van de vennootschap uitgaande zorgbedrijf. Gedurende het verslagjaar was de heer G.J. Tupker bestuurder. De bestuurder vormt samen met de directeur zorg de directie, waarvan de bestuurder de voorzitter is. Om de samenhang binnen de Parnassia Groep, waarvan Brijder deel uitmaakt, te bevorderen en te bewaken, maakt de bestuurder deel uit van de Bestuursraad, de vergadering van Raad van Bestuur en zorgbedrijf bestuurders van de zorgbedrijven. Het bestuur van de vennootschap telt één natuurlijke persoon; op het niveau van de Parnassia Groep wordt voldaan aan het wettelijk streefcijfer inzake de verhouding vrouwelijke-mannelijke bestuurders. Groepsverhoudingen en juridische structuur Brijder behoort tot de Parnassia Groep. Aan het hoofd van deze groep staat de Parnassia Groep te Den Haag. De jaarrekening van Brijder is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening 2012 van Parnassia Groep. Brijder is 40% aandeelhouder van Mirage Minnesota Company B.V.
3
Brijder Verslavingszorg B.V.
Organisatiestructuur Het verzorgingsgebied van Brijder bestaat uit verstedelijkte en rurale gebieden met grote demografische en culturele verschillen en is zeer uitgestrekt. De organisatie van de (keten)zorg kent grote verschillen in de diverse regio’s. De partijen waarmee wordt samengewerkt verschillen, de wijze waarop wordt samengewerkt is anders georganiseerd en gemeenten leggen verschillende accenten in het beleid dat zij voeren. Brijder zoekt zelf actief de samenwerking met ketenpartners in al haar regio’s. De organisatiestructuur moet recht doen en ondersteunend zijn aan de belangen van een diversiteit aan cliënten, financiers en (keten)partners. In 2012 kende Brijder de volgende organisatiestructuur: • De bestuurder, tevens directeur bedrijfsvoering, is bestuursverantwoordelijk voor Brijder en eindverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het zorgbedrijf. Hij heeft de directieverantwoordelijkheid om de medezeggenschap met de ondernemingsraad goed te organiseren en als gesprekspartner op te treden. • De directeur zorg is eindverantwoordelijk voor de inhoud en de samenhang van de zorg en heeft daartoe afstemming met (zorg)collega’s binnen de Parnassia Groep en daarbuiten. Tevens heeft de directeur Zorg de directieverantwoordelijkheid om de medezeggenschap met de cliëntenraad goed te organiseren en als gesprekspartner op te treden. • In 2012 viel Brijder, met inachtneming van de wet- en regelgeving omtrent BOPZ en WGBO, onder het werkgebied van de drie regionale geneesheren-directeur van de Parnassia Groep. • Het werkgebied van Brijder is verdeeld in drie regio’s (Noord-Holland, Zuid-Holland en Haaglanden), die ieder aangestuurd worden door een regiodirecteur Bedrijfsvoering en een regiodirecteur Zorg. De lokale omstandigheden en de inhoudelijke, organisatorische en strategische kaders vanuit Brijder bepalen het ‘speelveld’. • De managers Bedrijfsvoering en de managers Zorg geven samen leiding aan de lokale klinische en ambulante zorgprogramma’s en zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg en het onderhouden van goede relaties met lokale (en regionale) ketenpartners. • Het cluster Jeugd en het cluster Zorgadministratie zijn als regio-overstijgende organisatie-eenheden georganiseerd. Het cluster Jeugd, Brijder Jeugd genaamd, kent ook een duale directie. Toelatingen De WTZi-toelating voor de door Brijder verleende zorg wordt beheerd door Parnassia Groep. Door middel van een systematiek van ‘getrapte’ uitbestedingsovereenkomsten is gewaarborgd dat de beheerder van de toelating zijn verantwoordelijkheid voor de geleverde zorg kan nakomen. Parnassia Groep heeft een overeenkomst tot uitbesteding van zorg met PBG Zorgholding B.V. PBG Zorgholding B.V. heeft op zijn beurt een overeenkomst tot uitbesteding van zorg met Brijder. Medezeggenschapsstructuur Brijder kent een cliëntenraad op basis van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). De cliëntenraad heeft een vertegenwoordiging in de concerncliëntenraad (CCR) van de Parnassia Groep. Brijder kent een ondernemingsraad op basis van de Wet op de Ondernemingsra-den (WOR). De ondernemingsraad heeft een vertegenwoordiging in de centrale ondernemingsraad (COR) van de Parnassia Groep. Werkgebieden Brijder richt zich op de verzorgingsgebieden Noord-Holland, Zuid-Holland en Haaglanden, te weten de centrumgemeenten Den Helder, Alkmaar, Hoorn, Purmerend, Zaanstad, Midden-Kennemerland, Meerlanden, Haarlem, Amstelland (Amsterdam), Leiden, Gouda, Delft, Den Haag, Spijkenisse en Rotterdam. Brijder heeft ruim veertig vestigingen verspreid over 22 gemeenten. Brijder was ultimo 2012 werkzaam in de zorgkantoorregio’s Haaglanden, Noord-Holland-Noord en Bedrijfsvoering Brijder bestuurt de organisatie op basis van de integrale besturing & controlcyclus van de Parnassia Groep en de bijbehorende werkwijzen en instrumenten. Risicomanagement neemt hierin een centrale plaats in.
4
Brijder Verslavingszorg B.V.
Meerjarenbeleid Brijder werkt haar beleid uit binnen de strategische kaders van de Parnassia Groep, alsmede op basis van haar missie, kernwaarden en bedrijfsfilosofie. Brijder geeft de missie van de Parnassia Groep meer specifiek invulling door middel van de volgende missie: “Brijder, specialist in verslavingszorg, is er voor iedereen, van jong tot oud, met een lichte of ernstige verslaving. Wij richten ons op het voorkomen en behandelen van verslaving met bijkomende problematiek en op het verbeteren van de kwaliteit van leven. Medewerkers bejegenen cliënten op een deskundige, optimistische en respectvolle manier. De wensen en mogelijkheden van onze cliënten, hun omgeving en onze expertise vormen de bouwstenen van de behandeling. Als innovatieve en resultaatgerichte organisatie werkt Brijder samen met andere partners in zorg”. Brijder heeft in haar bedrijfsplan 2011-2013 ‘Vitaal Werken aan Herstel’ uitwerking gegeven aan het algemene beleid van de Parnassia Groep. Dit beleid is gebaseerd op het in het bedrijfsplan van de groep beschreven toekomstbeeld ‘Onze zorg over 5 à 10 jaar’, waarin de zorg zowel doeltreffender als doelmatiger wordt door het slim combineren van drie principes: • ziekte voorkomen, of er zo vroeg mogelijk bij zijn om verergering te voorkomen; • de zorg zoveel mogelijk dicht bij de patiënt aanbieden, samen met anderen; • de zorg zo kort en licht als verantwoord, en langer en zwaarder indien nodig. Brijder heeft haar strategische keuzes voor 2011-2013 geclusterd rond 3 belanghebbenden en 6 pijlers: Cliënt 1. Specialist in verslavingszorg 2. Cliënt is regisseur Medewerker 3. Top werkgever 4. Top werknemer Financier 5.Effectieve behandeling en bedrijfsvoering 6. Grip op kosten Algemeen beleid verslagjaar Hoofddoelstelling van Brijder voor de jaren 2011-2013 is in het kader van het beleid van de Parnassia Groep: Eind 2013 behandelen wij de patiënt beter én tegen lagere kosten. Dat doet de groep door gedurende deze jaren in te zetten op drie speerpunten: • Modernisering van de zorg. Hieronder verstaan we: alle veranderingen in onze manier van zorg verlenen die erop gericht zijn dat deze doeltreffender én doelmatiger wordt. We kunnen dit bereiken door onder meer: o basis-ggz: meer inzet in en rondom de eerste lijn en preventie o e-health te combineren met face-to-face-behandeling o ambulantisering: klinische behandeling voorkomen, verkorten en vervangen door ambulante • Het terugdringen van de indirecte kosten • Synergie
5
Brijder Verslavingszorg B.V.
Algemeen beleid verslagjaar (vervolg) Terugkijkend zijn we trots op de resultaten die we met elkaar hebben kunnen boeken. De belangrijkste waren: • De kwaliteit van onze behandelprogramma's is in de basis op orde; • Integrale behandeling is gestart op de belangrijkste co-morbide problematiek; • De artsen- en psychiaterbezetting is grotendeels op orde; • Uitrol herstelpaden, combibehandeling face-to-face met online, behandelmodules voor de doelgroep licht verstandelijk gehandicapten, telezorg etc. Nog niet volledig geïmplementeerd, maar zeer voortvarend aangepakt met goede resultaten; • Opening van de nieuwe kliniek Den Haag inclusief BOPZ-afdeling; • Brijder Jeugd TopGGZ krijgt steeds meer vorm en inspiratie; • Er wordt door managers en medewerkers, met resultaat, middels het individuele dashbord op de productiviteit per mederwerker gestuurd; • Het DBC-gat is in de loop van 2012 aanzienlijk teruggebracht; • Behandelplannen 90%, ook veel andere parameters in de administratieve audits zijn op orde; • Een zeer succesvol congres over GHB; 27 organisaties, waaronder veel algemene ziekenhuizen, 150 bezoekers, een protocol voor crisisinterventie. • Een mooie marketingstrategie met merkessentie, merkcompas en actieplanning. "Je doet er-toe" bij Brijder! • De samenwerking met collega-zorgbedrijven vindt steeds meer plaats vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid en visie; • Samen met Palier en i-psy won Brijder de Parnassia Groep-prijs voor het samenwerkingsinitiatief GGZ-Specialisten in Gouda. Vanzelfsprekend zijn er ook onderwerpen die nog steeds de aandacht vragen. • Ons ROM percentage moet fors omhoog; • Onze PPM is nog te laag binnen de Parnassia Groep: in dialoog met de mensen die het 'echte' werk doen, moeten we op zoek naar de bovengrens; • Herstelgericht werken en behandelen heeft nog heel veel ontwikkeling nodig; • Het stigma voor mensen met een verslaving is nog steeds erg groot, bij onszelf, in de maatschappij en in het bijzonder in het politieke veld. Kwaliteitsbeleid algemeen Brijder maakt, als onderdeel van de Parnassia Groep, geen onderscheid tussen beleid, kwaliteitsbeleid en veiligheidsbeleid. Immers, de effectiviteit van ons beleid staat of valt met de kwaliteit van onze bedrijfsprocessen; zowel van het primaire proces (ons zorgaanbod) als van de ondersteunende bedrijfsprocessen. De algemene ontwikkelingen binnen in de Parnassia Groep op het gebied van kwaliteitsmanagement, veiligheid, en administratieve organisatie vonden in het verslagjaar ook toepassing binnen Brijder. Belangrijke resultaten van Brijder op deze gebieden waren in het verslagjaar: • Behoud van het HKZ-certificaat; • Het onderzoek van de cliëntenraden Brijder Zuid-Holland en Haaglanden naar de veiligheidssituatie per lokatie, is opgenomen als goed voorbeeld in de pas verschenen Handreiking Integrale aanpak brandveiligheid (uitgave GGZN stuurgroep Veilige zorg, ieders zorg – patiëntveiligheidsprogramma GGZ); • Grote verbeterslagen op basis van structurele audits Administratieve Organisatie; • Positieve audits (o.a. van IGZ) van de medicatieprocessen en opiaatverstrekking. • De stuurgroep Kwaliteit en Veiligheid heeft handen en voeten gekregen door de uitrol van veiligheidswerkgroepen met medewerkers op iedere afdeling van Brijder. Hieraan zijn ook cliënten uitgenodigd om deel te nemen.
6
Brijder Verslavingszorg B.V.
Patiëntenzorg Brijder verleent haar patiëntenzorg binnen de kaders van het algemene beleid van de Parnassia Groep. De zorgvisie van de Parnassia Groep met 10 uitgangspunten is leidend voor het te voeren beleid ten aanzien van de uitvoering en verbetering van onze patiëntenzorg. Voor Brijder waren in het verslagjaar de belangrijkste specifieke resultaten op het gebied van de (kwaliteit van de) patiëntenzorg: • De visie van Brijder op herstelondersteunende zorg heeft meer vorm gekregen door de activiteiten van de vrijplaats en door het erkennen van ervaringsdeskundigheid als gelijkwaardige kennisbron naast professionele en wetenschappelijke kennis. • Onderzoek Trimbos (Live) wijst uit dat Brijder van de 18 deelnemende instellingen de grootste ontwikkeling doormaakt op het gebied van ervaringsdeskundigheid. • Uitrol van herstelpaden: er zijn 8 herstelpaden met hun ongeveer 70 bouwstenen beschreven en er zijn nog drie herstelpaden in ontwikkeling. Herstelpaden worden in 2013 de kapstok voor verdere inhoudelijke en strategische ontwikkeling van onze zorg. • No show 11,9% (interne norm 5%); • Rapportcijfers cliënttevredenheid 2012: o Kortdurend ambulante cliënten 7,9 (was 8,0 in 2010); o Langdurig ambulante cliënten 7,4 (was 7,3); o Cliënten Beschermd Wonen 7,4 (was 7,6). • Brijder Online kengetallen 2012: o Totaal aantal unieke bezoekers Brijder.nl: 100.000 o Aantal afgeronde aanmeldingen voor Brijder (gesprek op locatie) via website: 1160 o Gratis consult Noord-Holland (laatste 3 maanden): 47 o Gratis consult Zuid-Holland (laatste 3 maanden): 87 o Totaal aantal unieke bezoekers ‘Onder controle’-websites: 314.000 o Totaal aantal afgeronde zelftesten: 217.000 o Totaal aantal E-consults: 900 o Totaal aantal aanmeldingen voor 100% online-behandeling: 475 o Totaal aantal deelnemers 100% online-behandeling: 316 (Alcohol onder Controle: 209, Cannabis onder Controle: 67, Drugs onder Controle: 24, Gokken onder Controle: 13, Pokeren onder Controle: 3). Onderzoek, opleiding en ontwikkeling Om onze ambities op het gebied van kwaliteit van zorg te verwezenlijken maken we ons sterk voor wetenschappelijk onderzoek, het implementeren van nieuwe behandelmethoden, en het opleiden van (ook mogelijk toekomstige) medewerkers. Brijder participeert in groepsbrede innovaties gerelateerd aan de eerder genoemde beleidsspeerpunten, en die (deels) gefinancierd worden vanuit de groep. Brijder kent een afdeling onderzoek (PARC, Parnassia Addiction Research Centre) en opleiding om dit vorm te geven. Hierbij wordt ook samengewerkt met de Parnassia Academie B.V. Specifiek voor Brijder waren in het verslagjaar de belangrijkste resultaten op het gebied van onderzoek: • Uit een gerandomiseerde studie van het PARC bij adolescenten met een cannabisstoornis bleek dat jonge adolescenten (13 t/m 16 jaar) en jongeren met psychiatrische comorbiditeit meer baat hadden bij een gezinstherapie (MDFT: multidimensionele gezinstherapie), terwijl oudere adolescenten (17-18 jaar) en jongeren zonder bijkomende psychische problemen juist meer baat hadden bij individuele cognitieve gedragstherapie. In dit onderzoek werd wereldwijd voor het eerst aangetoond dat specifieke subgroepen jongeren met verslavingsproblemen verschillend baat hebben bij verschillende typen behandelingen. De resultaten van het onderzoek, dat gefinancierd werd door het Ministerie van VWS, werden in 2012 gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Drug and Alcohol Dependence.
7
Brijder Verslavingszorg B.V.
Onderzoek, opleiding en ontwikkeling (vervolg) • In de afgelopen jaren voerde het PARC in samenwerking met de Centrale Commissie Behandeling Heroineverslaafden (CCBH) een gerandomiseerd onderzoek uit naar de effectiviteit van contingen-tie management bij chronische heroïneverslaafden bij wie ook sprake was van chronisch crackcocaïnegebruik. Contigentie management werd in dit onderzoek toegepast als interventie waarbij de deelnemers m.b.v. vouchers (waardebonnen) systematisch werden beloond voor het inleveren van cocaïnevrije urinemonsters. Uit het onderzoek bleek dat de behandeling met contingentie management effectiever was in het reduceren van het cocaïnegebruik dan de controlebehandeling waarin geen contingentie management werd toegepast. Het eindrapport over de resultaten van het onderzoek werd eind 2012 aangeboden aan de minister van VWS. De resultaten zullen in 2013 in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd worden. • In 2012 is het PARC, in opdracht van het kenniscentrum voor de verslavingszorg 'Resultaten Scoren', gestart met de ontwikkeling van een landelijke richtlijn, met bijbehorend behandelprotocol, voor de behandeling van adolescenten met zowel ADHD als problematisch middelengebruik. In het behandelprotocol worden medicamenteuze behandeling van ADHD en cognitieve gedragstherapie gericht op zowel ADHD als het gebruik van alcohol en drugs geïntegreerd aangeboden. Het ontwikkelde behandelprotocol wordt momenteel in een pilotstudie uitgetest in vier verslavingszorginstellingen en vier instellingen voor JeugdGGZ. De richtlijn wordt in het najaar van 2013 uitgebracht. Specifiek voor Brijder waren in het verslagjaar de belangrijkste resultaten op het gebied van opleiding: • Brijder Jeugd heeft een nieuwe behandelmodule geïntroduceerd “MOVE “, MOtivatieVErster-king). Medewerkers van de kliniek Dtox Mistral worden gecoacht in het geven van deze module. • Deelnemers aan de training WMEE: werken met eigen ervaring, maken duidelijk een proces door t.a.v. hun (verdere) herstel, ze leren breder te kijken en ervaren/beleven of zij hun ervaringsdeskundigskennis willen inzetten. Er is veel vraag naar deze training, die opgezet wordt in samenwerking met de Vrijplaats. • Licht verstandelijk beperkte mensen met (problematisch) middelengebruik komen op allerlei manieren in aanraking met de hulpverlening. Vaak opereren hulpverleningsinstanties als zelf-standige entiteiten, zonder gebruik te maken van elkaars expertise. Samenwerking tussen instellingen is echter noodzakelijk om deze, relatief nieuwe, maar zeker complexe doelgroep adequaat tegemoet te treden. Binnen een samenwerkingsverband tussen het lectoraat GGZ-Verpleegkunde van Hogeschool Inholland, Brijder, Esdégé-Reigersdaal en ’s Heeren Loo Noord-Holland is in de afgelopen 2,5 jaar de Leefstijtraining-PLUS ontwikkeld, die in Brijder is geïmplementeerd.
Personeel Brijder voert haar personeelsbeleid binnen de kaders die daarvoor gelden binnen de Parnassia Groep. Belangrijke elementen hiervan zijn aantrekkelijk werkgeverschap, inspirerend leiderschap en flexibiliteit van organisatie en medewerkers. De groep volgt de CAO GGZ. Er is sprake van één sociaal plan en een gezamenlijke interne arbeidsmarkt. Medewerkers zijn gehouden aan de algemene gedragscode van de Parnassia Groep, en aan de specifieke gedragsregels/-codes geldend voor hun beroepsgroep. De werkgelegenheid binnen Brijder stond in het verslagjaar onder druk als gevolg van het gevoerde beleid om de kosten per patiënt te verminderen. Deze tendens werd versterkt door de gevolgen van het invoeren van een eigen bijdrage voor de GGZ, die voor Brijder leidde tot een vraaguitval van 4% in aantallen cliënten t.o.v. 2011. Op grond van de vastgestelde begroting 2013 heeft de directie kunnen besluiten om niet over te gaan tot een reorganisatiescenario met gevolgen voor de werkgelegenheid.
8
Brijder Verslavingszorg B.V.
Personeel (vervolg) Voor Brijder betekende een en ander dat de personeelsformatie in 2012 per saldo nagenoeg gelijk bleef: van 999 arbeids- en stagecontracten per 1 januari 2012 naar 995 per 31 december 2012. Er is een stijging te zien in het aantal contracten bepaalde tijd (van 150 naar 181). Ook is er een stijging te zien van het aantal extern ingehuurden (van 14 naar 34). De verwachting voor 2013 is dat we op niveau denken te blijven. Op langere termijn verwachten we krimp als gevolg van ontwikkelingen als BasisGGZ en uitstroom naar wijkteams. Belangrijke sturingsparameter is de omzet/productiviteit per medewerker. In 2012 is een PPM van 1190 bereikt. In 2013 sturen we op een PPM van 1225. Het ziekteverzuimpercentage Brijder 2012 is 4,8%. In 2013 sturen we op 4,0%. Specifiek voor Brijder waren in het verslagjaar belangrijke andere resultaten m.b.t. medewerkers: • Medewerkers beoordelen het werkgeverschap van Brijder met een 7,3. • Het vertrouwen in leidinggevenden stijgt gedurende 2012 van 65% naar 83%. • Het vertrouwen in Brijder stijgt gedurende 2012 van 35% naar 61%. • Het strategisch personeelsbeleid is in 2012 o.a. gericht geweest op het op orde krijgen van de artsen psychiaterbezetting. De artsenbezetting is op bijna alle lokaties op orde. De psychiaterbezetting is op orde en tussen 2010 en 2012 gestegen met 400%. Huisvesting De gebouwen waarin Brijder is gehuisvest worden alle gehuurd van het vastgoedbedrijf van de Parnassia Groep, Vastgoed Beheer PBG B.V. Duurzaamheids- en milieuaspecten spelen een belangrijke rol in het beleid t.a.v. nieuwbouw, verbouw en het beheer van de gebouwen. Een belangrijk element van het huisvestingsbeleid is het reduceren van het aantal vierkante meters in gebruik. Dit leidt tot een dalende trend in de kosten voor huisvesting die zich naar verwachting de komende jaren zal doorzetten. Specifek voor Brijder waren in het verslagjaar de belangrijkste resultaten op het gebied van • Oplevering nieuwe kliniek Den Haag inclusief besloten afdeling (BOPZ). • Doelstelling beperken m2, waarbij ook het nieuwe werken is geïntroduceerd. • Het streven naar gezamenlijke huisvesting met andere zorgbedrijven uit het concern leidt tot dito samenwerking t.b.v. de patiënt. ICT Brijder maakt gebruik van de informatie- en automatiseringssystemen van de Parnassia Groep. Belangrijke aandachtspunten in het ICT-beleid van de groep zijn ketenintegratie, informatiebeveiliging, en de ICT-architectuur. Het toenemende belang van ICT voor de diverse bedrijfsprocessen leidt tot een stijgende trend in de kosten voor ICT die zich naar verwachting de komende jaren zal doorzetten. Voor Brijder waren in het verslagjaar de belangrijkste resultaten op het gebied van ICT: • Voorbereidingen van de overgang begin 2013 van het registratiesysteem USER naar Psygis Quarant; • Implementatie nieuwe Citrixomgeving noodzakelijk voor invoering Psygis Quarant; • Implementatie Corvu Dashboard voor medewerkers ter ondersteuning van het primair proces.
Financieel beleid Financieel beleid en begrotingen Het financieel beleid van Brijder komt tot stand in het kader van de begrotingscyclus van de Parnassia Groep. Brijder stelt zich in haar bedrijfsplan 2011 – 2013 als hoofddoel: Eind 2013 behandelen wij de patiënt beter én tegen lagere kosten. Zoals beschreven in het kopje "Algemeen beleid verslagjaar".
9
Brijder Verslavingszorg B.V.
Financieel beleid (vervolg) Het uitgangspunt voor het financieel meerjarenbeleid is als vierledig: - meer patiënten behandelen tegen een gelijk blijvend budget - ruimte voor innovatie en ontwikkeling creëren - een positief financieel resultaat om voldoende weerstandsvermogen op te bouwen - de indirecte kosten worden verhoudingsgewijs teruggedrongen Financieel management Voor een doeltreffend financieel management heeft Brijder een zo groot mogelijke verantwoordelijkheid voor haar eigen resultaten. Er wordt dan ook gewerkt met een integrale begroting waaraan alle baten en lasten zijn toegerekend. De begroting wordt vertaald naar afdelingsbudgetten en door de afdelingen vertaald naar taakstellingen voor uren te leveren zorg per medewerker. Daarmee is, onder andere ten behoeve van de DBC’s, de basis gelegd voor het kunnen toerekenen van kosten en baten aan de zorgproducten. Financiële instrumenten De vennootschap maakt gebruik van financiering binnen Parnassia Groep. Het zorgbedrijf heeft geen eigen financiering met externe kredietverstrekkers. Voorts geldt dat er geen sprake is van afgeleide financiële instrumenten. Interne beheersing De interne beheersing van de vennootschap is deels verweven met de interne beheersing van Parnassia Groep aangezien het zorgbedrijf op diverse gebieden samenwerkt met de groep. Begin 2011 werd de eerste fase van het project terugdringen indirecte kosten, waarin het besparingspotentieel in kaart werd gebracht, afgerond. Met als uitgangspunt de begroting 2010 zijn in groepsbrede werkgroepen doelmatigheidsvoorstellen ontwikkeld op alle ondersteunende gebieden. Het realiseren van de implementatie is deels een verantwoordelijkheid van de ondersteunende bedrijven, die hun eigen besparingsplannen verwerken in hun conceptbegrotingen en DVO’s. Voor een deel van de besparingsbesluiten is de implementatie groepsbreed belegd. Door een programmateam wordt per aandachtsgebied de voortgang gemonitord en waar nodig vooruit geholpen. Het financieel monitoren van het overall verloop van de directe en indirecte kosten is begin 2012 ingebouwd in de Management Informatie Set. Tegenover de te realiseren besparingen op indirecte kosten op uiteenlopende gebieden staat dat de kosten van ICT per saldo zullen toenemen, onder andere door intensievere inzet van E-health en Demotica in de zorg, maar ook door het verder op een hoger niveau brengen van de ICT dienstverlening. In 2011 zijn reeds een aantal besparingen gerealiseerd die vanaf 2012 structureel doorwerken in de begroting. Ook in 2013 zal nog een aantal besparingsmogelijkheden worden gerealiseerd. Tevens zal de balans worden opgemaakt van de totaal gerealiseerde besparing en zullen doelmatigheidsdoelstellingen voor de komende jaren worden geïnventariseerd. Liquiditeit en financiering De liquiditeitsprognose is vast onderdeel van de maandelijkse managementinformatie van de Parnassia Groep waar de vennootschap onderdeel van uit maakt. Het beleid van de vennootschap maakt onderdeel uit van het beleid van de Parnassia Groep. Dit beleid is om de vaste activa te financieren met eigen vermogen en langlopende leningen. Dit is vastgelegd in een addendum van het Treasurystatuut. Dit beleid voorziet in een adequate beheersing van de renterisico’s en andere financieringsrisico’s. Er wordt hierbij, conform ons beleid en net als in voorgaande jaren, geen gebruikgemaakt van financiële instrumenten. Risico’s worden voornamelijk afgedekt door in de leningenportefeuille zorg te dragen voor een zo goed mogelijke spreiding van rente herzieningsmomenten en aflossingen. Het merendeel van de langlopende leningen is geborgd via het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ).
10
Brijder Verslavingszorg B.V.
Financieel beleid Financiële informatie In 2012 heeft Brijder een omzet gerealiseerd van € 75,8 miljoen. Dit is vergelijkbaar met het niveau 2011 (€ 74,5 miljoen). Voor 2012 werd aanvankelijk een resultaat begroot van nihil. Het gerealiseerde resultaat 2012 bedraagt € 1,2 miljoen (2011: € 0,7 miljoen). Voldoende weerstandsvermogen is van belang gezien de toenemende risico’s voor zorginstellingen. Na toevoeging van het resultaat 2012 ad € 1,2 miljoen aan het eigen vermogen bedroeg dit ultimo 2012 € 4,8 miljoen (2011: € 4,6 miljoen). In 2012 is over het resultaat 2011 € 1,1 miljoen aan dividend uitgekeerd aan de aandeelhouder. Voor de solvabiliteit wordt de verhouding eigen vermogen /totale opbrengsten gehanteerd. Voor 2012 bedraagt het solvabiliteitspercentage 6,3% (2011: 6,2%). Voor de liquiditeitsratio wordt de quick ratio (kortlopende vorderingen inclusief liquide middelen ten opzichte van de kortlopende verplichtingen) gehanteerd. Voor 2012 bedraagt de liquiditeitsratio 127,9% (2011: 144,5%). Naar aanleiding van de door het kabinet aangekondigde bezuinigingsplannen, welke ingrijpend waren voor de GGZ, zagen aanzienlijke aantallen (potentiële) patiënten af van geïndiceerde en dus noodzakelijke zorg. Gedurende 2012 is deze ontwikkeling wekelijks gemonitord, eind 2012 constateerden wij een lichte groei in de aantallen patiënten. Op basis van dit vooruitzicht trof de Parnassia Groep maatregelen voor zowel het lopend jaar 2012 als voor 2013.
TOEKOMST De investeringen van het zorgbedrijf bestaan alleen uit investeringen in inventaris. Verder zijn er geen significante investeringen te verwachten. Het zorgbedrijf maakt gebruik van de activa die de groep beschikbaar stelt en huurt deze in. Evenals in voorgaande jaren zal het zorgbedrijf voor 2013 geen vreemd vermogen via externe kredietverstrekkers aantrekken. De verwachting is dat voor 2013 geen extra eigen vermogen wordt aangewend. Bedrijfsplan 2014 - 2016 Voor de periode 2013 tot en met 2015 is geen productiegroei geraamd. Voor de zorgverzekeringswet is uitgegaan van 1% korting op het kader dit is in overeenstemming met het budget zoals dat extern is afgesproken. Resultaatverwachting 2013 In de begroting 2013 is geen rekening gehouden dat patiënten vanwege de verhoging van het eigen risico afzien van noodzakelijke door de huisarts geïndiceerde zorg. Kosten die worden gemaakt ter bestrijding van de vraaguitval, zijn in de begroting opgenomen. In de begroting 2013 is rekening gehouden met een verdere verlaging van de indirecte kosten. Verder wordt uitgegaan van een verhoging van de productiviteit van behandelaars. De resultaatverwachting voor 2013 is nihil.
Ondertekening door bestuurder Den Haag, 14 juni 2013
G.J. Tupker Bestuurder Brijder Verslavingszorg B.V. 11
Brijder Verslavingszorg B.V.
JAARREKENING
12
Brijder Verslavingszorg B.V.
BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (voor resultaatsbestemming) Ref.
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
1 2
1.555.230 231.619 1.786.849
575.513 135.619 711.132
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa
3 4
15.415.978 84.974 15.500.952
13.659.110 169.872 13.828.982
17.287.801
14.540.114
31-dec-12 €
31-dec-11 €
18.000 1.993.500 1.498.536 1.249.744 4.759.780
18.000 1.993.500 1.968.411 660.965 4.640.876
ACTIVA
Totaal activa
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen Aandelen kapitaal Agio Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal eigen vermogen
5
Voorzieningen
6
410.871
327.275
Kortlopende schulden en overlopende passiva
7
12.117.149
9.571.963
17.287.801
14.540.114
Totaal passiva
13
Brijder Verslavingszorg B.V.
RESULTATENREKENING OVER 2012
Ref.
2012
2011 €
€
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
8
58.005.332
55.557.500
Subsidies (inclusief overige Wmo-prestaties)
9
15.930.021
17.062.509 *
10
1.881.117
1.861.900 *
Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
75.816.470
74.481.909
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
11
48.928.351
47.508.013
Afschrijvingen op materiële vaste activa
12
140.161
69.738
Overige bedrijfskosten
13
25.694.343
26.271.483
Som der bedrijfslasten
74.762.855
73.849.234
BEDRIJFSRESULTAAT
1.053.615
632.675
196.129
28.290
1.249.744
660.965
Financiële baten en lasten
14
RESULTAAT BOEKJAAR
* de cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken.
14
Brijder Verslavingszorg B.V.
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2012 2012 €
2011 €
€
€
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
1.053.615
632.675
140.161 83.596
64.107 67.112 223.757
Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen (excl. mutatie rekening-courant) - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
-1.674.402
131.219
*
2.545.187
283.844 1.090.935
870.785
1.374.779
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
2.148.157
2.138.673
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
2.148.157
2.138.673
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Deelneming in groepsmaatschappijen Desinvesteringen materiële vaste activa Aflossing overige vorderingen
-1.119.878 0 0 100.129
-189.509 -7.200 5.631 50.064 -1.019.749
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-141.014
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie rekening-courant Dividenduitkeringen
-82.466 -1.130.840
*
-502.983 -1.549.524
-1.213.306
-2.052.507
Mutatie geldmiddelen
-84.898
-54.848
Mutatie liquide middelen Stand per 1 januari Stand per 31 december
169.872 84.974
224.720 169.872
Mutatie geldmiddelen
-84.898
-54.848
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
* de cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken.
15
Brijder Verslavingszorg B.V.
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemeen Oprichting Brijder Verslavingszorg B.V. is per 30 juni 2008 opgericht. De statutaire vestigingsplaats is Den Haag. Activiteiten De activiteiten van Brijder Verslavingszorg B.V. bestaan uit het geven van kwalitatief verantwoorde en resultaatgerichte behandeling en begeleiding op het terrein van psycho-medische en/of psychiatrische zorg met name op het terrein van de verslavingszorg in al zijn verschijningsvormen. Groepverhoudingen De vennootschap behoort tot de Parnassia Groep (voorheen Parnassia Bavo Groep) waarbij de Parnassia Bavo Groep B.V. (per 1 maart 2013 Parnassia Groep B.V.) aan het hoofd staat. De cijfers van de vennootschap worden in de geconsolideerde jaarrekening van de Parnassia Groep opgenomen. Voor een volledig overzicht van de groepsverhoudingen wordt naar dit document verwezen. De aandelen van de vennootschap zijn voor 100% in bezit van PBG Zorgholding B.V. Dit is een 100% dochter van de Parnassia Groep B.V. De vennootschap bezit zelf 40% van de aandelen van Mirage Minnesota Company B.V. statutair gevestigd te Den Haag. Consolidatie Op grond van artikel 407 BW2 Titel 9 wordt Mirage Minnesota Company B.V. te Den Haag niet geconsolideerd. De deelnemingswaarde is opgenomen onder de financiële vaste activa. Derhalve is geen geconsolideerde jaarrekening opgesteld. Boekjaar Het boekjaar van de vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar. Rapporteringsvaluta De rapporteringsvaluta is in euro. Continuïteit De jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Waar het inzicht wordt gediend, zijn de vergelijkende cijfers aangepast. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met BW2 Titel 9 en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. GRONDSLAGEN VAN WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de resultatenrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichten niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
16
Brijder Verslavingszorg B.V.
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VAN WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de overeenkomst zijn overgedragen aan de koper. Veronderstellingen en schattingen Het bestuur heeft bij het opstellen van de jaarrekening overeenkomstig de geldende grondslagen, op onderdelen gebruik gemaakt van veronderstellingen en schattingen die mede bepalend zijn voor de opgenmoen bedragen. De feitelijke uitkomtsten kunnen van deze veronderstellingen en schattingen afwijken. De schattingen en onderliggende verondersteliingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schattingen worden herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Claims en geschillen Periodiek wordt door het bestuur een beoordeling uitgevoerd op alle claims en geschillen teneinde te bepalen in welke mate er sprake is van bestaande en/of voorwaardelijke verplichtingen. Een voorziening wordt opgenomen voor bestaande verplichtingen voor zover het waarschijnlijk is, dat een uitstroom van middelen zal plaatsvinden om de verplichting in te lossen en er een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het bedrag van de verplichting. Een voorwaardelijke verplichting dient te worden toegelicht. Aan de hand van de uitkomst van deze beoordeling wordt derhalve bepaald voor welke claims en geschillen een voorziening wordt getroffen en voor welke een toelichting wordt opgenomen. Indien een voorziening dient te worden getroffen vraagt ook de inschatting van de kans en omvang van een uitstroom van middelen een aanzienlijke mate van beoordeling. In deze beoordeling maakt het bestuur mede gebruik van juridisch advies. Ultimo 2012 is er geen sprake van significante claims, waardoor het vormen van een voorziening niet noodzakelijk is. Financiële instrumenten In de jaarrekening van de vennootschap zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: Vorderingen en overlopende activa, Liquide middelen, Kortlopende schulden en overlopende passiva. Deze worden per categorie toegelicht. Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Financiële instrumenten die deel uitmaken van een handelsportefeuille Financiële instrumenten (activa en verplichtingen) die worden aangehouden voor handelsdoeleinden worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in die reële waarde worden verantwoord in de resultatenrekening. In de eerste periode van waardering worden toerekenbare transactiekosten als last in de resultatenrekening verwerkt. Afgeleide financiële instrumenten Handel in/het gebruik van afgeleide financiële instrumenten om speculatieve winsten te genereren is niet toegestaan. Het gebruik van deze instrumenten uit andere overwegingen is alleen mogelijk na vooraf overleg met en goedkeuring van de Raad van Bestuur. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieverentemethode.
17
Brijder Verslavingszorg B.V.
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VAN WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting en materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De kostprijs van de activa die door de onderneming in eigen beheer zijn vervaardigd, bestaat uit de directe kosten van vervaardiging, de toeslagen voor indirecte productiekosten en de aan derden betaalde rente gedurende de periode van bouw en vervaardiging. Overheidssubsidies worden in mindering gebracht op de kostprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele restwaarde van de activa. Op bedrijfsterreinen en op materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentage worden hierbij gehanteerd: - Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
10% - 20%
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de onderneming gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de onderneming garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de onderneming ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Bijzondere waardeverminderingen Een actief dat niet tegen reële waarde wordt verantwoord met waardewijzigingen in de resultatenrekening wordt op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Deze objectieve aanwijzingen bestaan als zich, na de eerste opname van het actief, een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Objectieve aanwijzingen dat activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen en achterstallige betaling door een debiteur, of aanwijzingen dat een debiteur failliet zal gaan. Van alle individueel significante vorderingen wordt beoordeeld of deze specifiek onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering.
18
Brijder Verslavingszorg B.V.
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VAN WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Bijzondere waardeverminderingen (vervolg) Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Verliezen worden opgenomen in de resultatenrekening. Rente op het aan een bijzondere waardevermindering onderhevige actief blijft verantwoord worden via oprenting van het actief. Als in een latere periode de waarde van het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt het bedrag uit hoofde van het herstel opgenomen in de resultatenrekening. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostenprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Liquide middelen Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Effecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere reële waarde. De lagere reële waarde wordt per fonds vastgesteld. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen.
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting Per individuele voorziening is een toelichting van de grondslagen voor waardering hieronder opgenomen: Jubileum gratificaties De voorziening jubileumgratificaties betreft een voorziening ter dekking van uitkeringen ten gevolge van jubilea zoals vermeld in de CAO. Persoonlijk budget levensfase De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode.
19
Brijder Verslavingszorg B.V.
GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de groep voor de kosten van een actief worden systematisch in de resultatenrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Pensioenen De vennootschap heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de vennootschap. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. De vennootschap betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2012 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 101%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. De Parnassia Groep heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De Parnassia Groep heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als reëlewaarde-hedges of kasstroomhedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten. Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt toegepast, worden consistent met de aard van het instrument ingedeeld, vanaf de datum waarop de hedge accounting is beëindigd. Door de aard en wijze van financiering binnen de Parnassia Groep dienen transacties via onderlinge rekening courant verhoudingen beschouwd te worden als kasstromen uit financieringsactiviteiten. Ook mutaties in bankkredieten voor zover deze voortvloeien uit kasgeldleningen dienen als kasstromen uit financieringsactiviteiten beschouwd te worden.
20
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA
1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt :
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
1.555.230
575.513
Totaal materiële vaste activa
1.555.230
575.513
2012 €
2011 €
Boekwaarde per 1 januari Investeringen Afschrijvingen Afwaardering materiële activa
575.513 1.119.878 -140.161 0
455.742 189.509 -64.107 -5.631
Boekwaarde per 31 december
1.555.230
575.513
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Cumulatieve aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
1.812.768 -257.538
692.890 -117.377
Boekwaarde per
1.555.230
575.513
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven :
Toelichting: De materiële vaste activa bestaan uit inventarissen en vervoermiddelen. Het afschrijvingspercentage voor inventarissen bedraagt 10% tot 12,5% van de aanschafwaarde, voor vervoermiddelen bedraagt dit 20% van de aanschafwaarde. De investeringen in 2012 betreffen grotendeels de inrichting van de nieuwe kliniek aan de Johan van der Bruggenstraat 1.
2. Financiële vaste activa 31-dec-12 €
31-dec-11 €
Deelnemingen in groepsmaatschappijen Overige vorderingen
231.619 0
35.490 100.129
Totaal financiële vaste activa
231.619
135.619
2012 €
2011 €
Boekwaarde per 1 januari Verwerving deelneming Resultaat deelneming Aflossing overige vorderingen
135.619 0 196.129 -100.129
150.193 7.200 28.290 -50.064
Boekwaarde per 31 december
231.619
135.619
De specificatie is als volgt :
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt :
Toelichting: De deelneming in groepsmaatschappijen betreft een 40% deelneming in Mirage Minnesota Company B.V. gevestigd te Den Haag. De overige vorderingen betreft een verstrekte lening aan stichting Actief Talent voor een bedrag van € 200.257. De lening aan stichting Actief Talent is in 2012 volledig afgelost.
21
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 3. Vorderingen en overlopende activa 31-dec-12 €
31-dec-11 €
Vordering op groepsmaatschappijen Vorderingen op debiteuren Vorderingen op lagere overheden Nog te ontvangen bedragen Personeel Vooruitbetaalde pensioenpremie
13.435.025 167.282 169.923 118.739 44.613 1.480.396
13.352.559 160.233 66.240 25.717 54.361 0
Totaal vorderingen en overlopende activa
15.415.978
13.659.110
De specificatie is als volgt :
Toelichting: De vordering op groepsmaatschappijen betreft een vordering op de Parnassia Groep B.V. en op PBG Zorgholding B.V. Op de vordering op debiteuren is een voorziening in aftrek gebracht, deze bedraagt € 1.216 (2011:€ 15.293). De vorderingen op lagere overheden betreft met name subsidies van gemeenten. Het saldo van de nog te ontvangen bedragen bestaat o.a. uit nog te factureren omzet E-Health trajecten 1e lijn, doorbelasting van de huismeesters en geraamde inkomsten van boekjes en een Gameconferentie. Het saldo van de nog te ontvangen bedragen bestond ultimo 2011 uit nog te ontvangen vergoeding productie Triversum/UVIT 2011. Voor de overige vorderingen ultimo 2012 wordt een voorziening voor mogelijke oninbaarheid niet noodzakelijk geacht. Het saldo pensioenen betreft ultimo 2012 reeds in rekening gebrachte voorschotten 2013. Deze voorschotten vormen tevens een onderdeel van het saldo crediteuren onder het kopje "Kortlopende schulden en overlopende passiva". De looptijd van de vorderingen is korter dan 1 jaar.
4. Liquide middelen 31-dec-12 €
31-dec-11 €
Kassen Bankrekeningen Kruisposten
70.270 14.704 0
21.036 156.136 -7.300
Totaal liquide middelen
84.974
169.872
De specificatie is als volgt :
Toelichting: Het saldo van de liquide middelen staat ter vrije beschikking aan de organisatie. Tegoeden op de bankrekeningen worden als gevolg van nieuw concernbeleid periodiek afgeroomd.
22
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 5. Eigen vermogen Aandelen kapitaal €
Agio
Saldo per 1 januari 2012 Resultaatbestemming 2011 Dividend 2011 Resultaat boekjaar Saldo per 31 december 2012
Het verloop is als volgt weer te geven:
Onverdeeld resultaat €
Totaal
€
Overige reserves €
18.000 0 0 0
1.993.500 0 0 0
1.968.411 -469.875 0 0
660.965 469.875 -1.130.840 1.249.744
4.640.876 0 -1.130.840 1.249.744
18.000
1.993.500
1.498.536
1.249.744
4.759.780
€
Aandelen kapitaal Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming bedraagt € 90.000 en is verdeeld in 90 gewone aandelen van € 1.000 nominaal. Het geplaatst en gestort kapitaal bedraagt € 18.000 en is verdeeld in 18 gewone aandelen van € 1.000 nominaal. Het aandelenkapitaal is op 30 juni 2008 volgestort. De bij de oprichting geplaatste aandelen zijn door de oprichter volgestort door de overgang onder algemene titel van het gedeelte van het vermogen dat door de afsplitsende stichting wordt afgesplitst naar de vennootschap. De beschrijving van het afgesplitste deel van het vermogen is in overeenstemming met de regelgeving van artikel 204a Boek 2 BW.
Agio Het agio is ontstaan bij inbrengen van de activa en passiva bij oprichting.
Onverdeeld resultaat Toelichting: Het resultaat staat ter vrije beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het resultaat over 2011 is bij aandeelhoudersbesluit van 12 september 2012 voor € 1.130.840 uitgekeerd als dividend, het restant (€ 469.875) is ten laste gebracht van de overige reserves.
6. Voorzieningen Saldo per 01-jan-12 €
Dotatie
Vrijval
Onttrekking
€
€
€
Saldo per 31-dec-12 €
Jubileumuitkering Levensfasebudget
262.258 97.383
61.808 50.081
0 0
24.382 0
299.684 147.464
Totaal voorzieningen
359.641
111.889
0
24.382
447.148
Het verloop is als volgt weer te geven:
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: 01-jan-12
31-dec-12
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.)
32.366 327.275
36.277 410.871
Totaal voorzieningen
359.641
447.148
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
197.812
265.763
De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) kent in de eerste jaren slechts een opbouw. Rechten komen niet eerder beschikbaar dan in 2015. De vrijval heeft betrekking op het opgebouwde rechten van personeelsleden die uit dienst zijn maar binnen de GGZ werkzaam blijven. De opgebouwde rechten worden overgedragen naar de nieuwe werkgever.
23
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 7. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt :
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Crediteuren Kortlopend deel voorzieningen Belastingen en sociale premies
2.862.753 36.277 2.580.210
1.078.935 32.366 2.358.691
Verplichtingen aan personeel: Vakantiegelden Vakantiedagen Levensfasebudget
1.422.399 493.298 815.486
1.384.160 596.408 511.122
Overige passiva: Nog te betalen bedragen Reservering reorganisatiekosten Ziekengeld langdurig zieken Vooruitontvangen subsidies Diversen
3.001.761 690.505 105.479 108.981 0
2.794.263 742.400 54.693 18.236 689
12.117.149
9.571.963
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
Toelichting: De toename van de post crediteuren wordt veroorzaakt door facturen van het pensioenfonds (€ 1,6 miljoen), waarvan 1,5 miljoen betrekking heeft op de onder het hoofdstuk " Vorderingen en overlopende activa" opgenomen vooruitbetaalde pensioenen 2013. De reservering levensfasebudget betreft een reservering voor op basis van de CAO regeling opgebouwde verlofrechten. De toename wordt verklaard doordat werknemers (een deel van) hun rechten niet opgenomen hebben maar opspaart. De post nog te betalen bedragen bestaat uit reserveringen voor financiële risico's die in het verslagjaar ontstaan zijn en in 2013 afgewikkeld zullen worden.
24
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Fiscale eenheid De onderneming vormt samen met PBG Zorgholding B.V. en haar dochtermaatschappijen een fiscale eenheid voor de heffing van omzetbelasting. Elk der vennootschappen is volgens de standaardvoorwaarden aansprakelijk voor te betalen belasting van alle bij de fiscale eenheid betrokken vennootschappen. Kredietovereenkomst Alle dochtermaatschappijen van de Parnassia Groep zijn medeaansprakelijk voor het voldoen aan de eisen zoals opgenomen in de kredietovereenkomst tussen de Parnassia Groep B.V. en ING Bank respectivelijk Rabobank. De kredietovereenkomsten bevatten de volgende faciliteiten: - ING Bank, ten behoeve van de exploitatie: € 75 mln. - Rabobank, ten behoeve van de exploitatie: € 50 mln. - Rabobank, ten behoeve van investeringen: € 48 mln. Hierbij zijn op Parnassia Groep niveau verschillende zekerheden verstrekt zoals in de jaarrekening van de Parnassia Groep B.V. zijn toegelicht. Risico's financiële instrumenten De vennootschap maakt als onderdeel van de Parnassia Groep in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de vennootschap blootstelt aan kredietrisico, renterisico en kasstroomrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de Raad van Bestuur van de Parnassia Groep een Treasury statuut vastgesteld waarin het financieringsbeleid is vastgelegd. Daarnaast beschikt de Parnassia Groep over meerjaren liquiditeits- en investeringsbegrotingen welke zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Kredietrisico: De vennootschap loopt een laag risico over de uitstaande vorderingen. Zoals uit de toelichting op de balans blijkt betreft de vordering met name de vordering op de PBG Zorgholding B.V. en op de Parnassia Groep B.V. Liquiditeitsrisico: De liquiditeitspositie van de vennootschap wordt door de Parnassia Groep bewaakt door middel van opvolgende liquiditeitbegrotingen. Het management ziet er op toe dat steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen van de Parnassia Groep als geheel te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft zo dat de Parnassia Groep steeds binnen de gestelde lening convenanten kan blijven voldoen. De Parnassia Groep ziet er op toe dat er voldoende opvraagbare tegoeden zijn om de verwachte operationele kosten te dekken, inclusief het voldoen aan de financiële verplichtingen. Hierin is geen rekening gehouden met het eventuele effect van extreme omstandigheden die redelijkerwijs niet kunnen worden voorspeld, zoals natuurrampen. Tevens is geen rekening gehouden met de voortijdige afwikkeling van basisrenteleningen. Daarnaast beschikt de Parnassia Groep over de bij het onderdeel kredietovereenkomst beschreven kredietruimte. Reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de boekwaarde daarvan.
25
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 8. Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2012 €
De specificatie is als volgt :
2011 €
Wettelijk budget AWBZ Wettelijk budget ZVW Kapitaallastenvergoeding
2.929.920 54.281.412 794.000
2.439.370 * 51.010.372 * 2.107.758
Totaal wettelijk budget aanvaardbare kosten
58.005.332
55.557.500
Toelichting: De Parnassia Groep is contracthouder voor de opbrengsten uit de ZVW, AWBZ en justitiële gelden. Via een overeenkomst zijn deze contracten via PBG Zorgholding B.V. uitbesteed aan Brijder Verslavingszorg B.V., die daardoor de risico's gepaard gaande met de contracten draagt.
9. Toelichting subsidies (inclusief overige Wmo-prestaties) 2012 €
De specificatie is als volgt:
2.038.388 177.106
2011 €
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Justitie Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
2.323.360 139.473 *
13.137.348 577.179
14.302.798 296.878
Totaal subsidies
15.930.021
17.062.509
Toelichting: De afname van de ontvangen rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Justitie wordt veroorzaakt door de verscherpte eisen voor indicatie vanuit het ministerie en lagere instroom in de eerste acht maanden van 2012. De subsidies vanwege Provincies en gemeenten zijn gedaald in 2012 t.o.v. 2011 omdat de gemeenten hebben bezuinigd, wat resulteerde in een lagere gunning van de WMO-subsidies. De rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS namen in 2012 toe t.o.v. 2011 aangezien meer personeelsleden een opleiding hebben gevolgd, wat een hogere subsidie opleverde.
10. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten 2012 €
2011 €
Overige opbrengsten extern: Patiënt gebonden functies Projectsubsidies Maaltijden en andere consumpties Diversen
296.078 25.289 223.250 520.967
272.502 164.540 211.583 536.232
Overige opbrengsten intern: Bijdrage managementruimte en innovatieruimte
815.533
677.043
1.881.117
1.861.900
De specificatie is als volgt :
Totaal overige bedrijfsopbrengsten
Overige opbrengsten intern De bijdrage vanuit de management- en innovatieruimte worden vanuit het concern aan het zorgbedrijf toegekend ten behoeve van het uitvoeren van projecten ter verbetering van de zorg van alle zorgbedrijven.
* de cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken.
26
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 11. Personeelskosten 2012 €
De specificatie is als volgt :
2011 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten
36.606.855 4.992.983 3.334.703 2.056.177
36.657.793 4.615.478 * 3.199.404 * 2.157.425
Subtotaal
46.990.718
46.630.100
1.977.811 -40.178
894.568 -16.655
48.928.351
47.508.013
787
798
Ingehuurd personeel extern Doorbelaste personeelskosten Totaal personeelskosten Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
Toelichting: De lonen en salarissen en de andere personeelskosten zijn met name gestegen als gevolg van een CAO verhoging en een verhoging van de eindejaarsuitkering in 2012. Daarnaast zijn de lonen en salarissen gedaald door een afname van het aantal fte's, alsmede door het vrijvallen van diverse reserveringen vanuit 2011. De stijging van de sociale lasten en van de pensioenlasten wordt veroorzaakt door de CAO verhoging en de verhoging van de eindejaarsuitkering. De post ingehuurd extern personeel is gestegen door noodzakelijke inhuur van artsen en psychiaters.
12. Afschrijvingen op materiële vaste activa 2012 €
2011 €
Afschrijvingskosten inventarissen Afschrijvingskosten vervoermiddelen Afwaardering materiële activa
132.443 7.718 0
56.389 7.718 5.631
Totaal afschrijvingskosten
140.161
69.738
De specificatie is als volgt :
Toelichting Wegens de gereedmelding van de kliniek aan de Johan van der Bruggenstraat 1 te Den Haag zijn de afschrijvingslasten in 2012 toegenomen vergeleken met het voorgaande jaar.
13. Overige bedrijfskosten 2012 €
2011 €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Interne doorbelasting Dotaties en vrijval voorzieningen
2.933.384 1.821.639 2.358.642 291.574 279.387 18.266.710 -256.993
2.215.425 1.563.756 2.310.724 262.830 293.723 18.593.654 1.031.371
Totaal bedrijfskosten
25.694.343
26.271.483
De specificatie is als volgt :
* de cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken.
27
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 13. Overige bedrijfskosten (vervolg) Toelichting: In 2012 zijn de voedingskosten en hotelmatige kosten gestegen t.o.v. 2011 omdat in 2012 sprake was van overheveling van het regionale servicecentrum NH wat onder Dijk en Duin valt, naar de directe kosten. Daarnaast zijn er in 2012 eenmalig kosten genomen i.v.m. het project Culinaire Zorg. In 2012 zijn de kosten voor onderhoud en energie gestegen t.o.v. 2011 omdat de kosten voor onderhoud van installaties voorheen bij Vastgoed werden genomen en vanaf 2012 binnen de zorgbedrijven worden neergelegd. De post dotaties en vrijval voorzieningen hebben met name betrekking op de reservering voor productierisico's. De afname in 2012 ten opzichte van 2011 is met name het gevolg van vrijval voorzieningen in 2012.
Interne doorbelastingen: Concern Brede Kosten Gebouw Gebonden Kosten Dienstverleningsovereenkomst Service Centrum Managementfee Bijdrage managementruimte en innovatieruimte Overige doorbelastingen Totaal interne doorbelastingen
4.680.637 6.653.005 3.725.577 682.720 1.371.087 1.153.684
4.659.886 6.187.614 5.919.492 714.976 1.008.293 103.393
18.266.710
18.593.654
Toelichting: De Concern Brede Kosten worden beheerd door het Service Centrum, onderdeel van de moedermaatschappij PBG Zorgholding B.V. De kosten betreffen onder meer lidmaatschap GGZ Nederland, kosten ICT infrastructuur, interest op kortlopende schulden, doorbelasting kosten gebruik inventaris. De doorbelasting van kosten vindt plaats op basis van verdeelsleutels. Meer- of minder kosten worden verrekend met de zorgbedrijven. De Gebouw Gebonden Kosten worden beheerd door Vastgoed Beheer PBG B.V., dochter van de Parnassia Groep B.V. De kosten betreffen onder meer afschrijvingskosten gebouwen, huurkosten panden, onderhoudskosten en kosten voor energie. De doorbelasting van kosten vindt plaats op basis van totale kosten per m2 per pand vermenigvuldigt met het aantal gebruikte m2 per pand. Meer- of minder kosten worden verrekend met de zorgbedrijven. De kosten van Dienstverleningsovereenkomsten met Service Centra betreffen doorbelaste kosten voor centraal gevoerde diensten. Deze diensten betreffen onder andere financiële administratie, beheer van het Electronisch Patiënten Dossier, personeels- en salarisadministratie, inkoop/logistiek. De doorbelasting vindt deels plaats op basis van verbruik, deels op basis van verdeelsleutels. De management fee zijn doorbelaste kosten voor verkoop, marketing, concern communicatie, concern control, juridische adviezen en ondersteuning Raad van Bestuur. De kosten zijn in 2012 t.o.v. 2011 licht gedaald vanwege de doorwerking van de bezuinigingsplannen, waarin gepoogd wordt de indirecte kosten met 20 procent te laten dalen. Bijdrage management ruimte betreft een bijdrage ten behoeve van het doen van diverse algemene projecten die ten goede komen aan alle zorgbedrijven binnen het concern. Bijdrage innovatie ruimte betreft een bijdrage ten behoeve van het doen van innovatieve zorg projecten die ten goede komen aan alle zorgbedrijven binnen het concern. Beide bijdrages zijn in 2012 t.o.v. 2011 toegenomen, omdat de afdracht in 2012 hoger was en in 2011 de afdracht grotendeels is teruggegeven vanuit Concern aan de zorgbedrijven. De Overige doorbelastingen zijn in 2012 gestegen t.o.v. 2011 omdat de kosten die in 2011 nog werden doorbelast via de Dienstverleningsovereenkomst Service Centra.
28
Brijder Verslavingszorg B.V.
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 14. Financiële baten en lasten 2012 €
2011 €
Resultaat deelnemingen
196.129
28.290
Totaal financiële baten en lasten
196.129
28.290
De specificatie is als volgt :
Toelichting: Resultaat deelnemingen betreft de 40% deelneming in Mirage Minnesota Company B.V.
Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de vennootschap, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. De transacties van de vennootschap met de groepsmaatschappijen betreffen de in overeenkomsten vastgelegde doorbelastingen voor Gebouw Gebonden Kosten, Concern Brede Kosten en Dienstverleningsovereenkomsten (DVO). De uitleg van de inhoud en de omvang van deze overeenkomsten wordt toegelicht in de toelichting op de overige bedrijfskosten. Voor een toelichting op de transacties met bestuurders en leidinggevende functionarissen wordt verwezen naar de toelichting op de bezoldiging van bestuurders.
Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Aan bezoldigingen met inbegrip van pensioenlasten als bedoeld in artikel 2:383 lid 1 BW is in het boekjaar ten laste van de onderneming gekomen voor bestuurders en voormalige bestuurders een bedrag van € 185.000 (2011: € 189.100). Door de vennootschap zijn geen leningen, voorschotten en garanties verstrekt aan de bestuurders en toezichthouders.
Ondertekening door bestuurders Den Haag, 14 juni 2013
G.J. Tupker Bestuurder Brijder Verslavingszorg B.V.
Parnassia Groep B.V., bestuurder voor deze : S. Valk
29
Brijder Verslavingszorg B.V.
OVERIGE GEGEVENS
30
Brijder Verslavingszorg B.V.
OVERIGE GEGEVENS
Statutaire regeling resultaatbestemming Bepalingen hieromtrent volgens artikelen 20 en 21 van de statuten. Artikel 20: 1. 2.
3. 4.
5.
6.
De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover het eigen vermogen groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal vermeerderd met de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Uitkering van winst geschiedt na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is. Bij de berekening van de winstverdeling tellen de aandelen die de vennootschap in haar eigen kapitaal houdt niet mede, tenzij deze aandelen belast zijn met een vruchtgebruik of pandrecht of daarvan certificaten zijn uitgegeven ten gevolge waarvan het winstrecht toekomt aan de vruchtgebruiker, de pandhouder of de houder van die certificaten van aandelen. Aandelen waarvan de vennootschap certificaten van aandelen houdt of waarop de vennootschap een beperkt recht heeft op grond waarvan zij gerechtigd is tot de winstuitkering, tellen bij de berekening eveneens niet mee. De vennootschap mag tussentijds slechts uitkeringen doen, indien aan het vereiste van lid 2 is voldaan.
Artikel 21: Het dividend staat vanaf een maand na de vaststelling ter beschikking van de aandeelhouders, tenzij de algemene vergadering een andere termijn vaststelt. De vorderingen verjaren door verloop van vijf jaar. Dividenden waarover niet binnen vijf jaar na de beschikbaarstelling is beschikt, vervallen aan de vennootschap.
Resultaatbestemming Resultaatbestemming vindt plaats tijdens de bijeenkomst van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Ultimo boekjaar wordt het resultaat over het boekjaar verantwoord als Onverdeeld resultaat onder het eigen vermogen. Gebeurtenissen na balansdatum Volgens mededeling van de directie hebben zich in de periode tussen balansdatum en rapporteringsdatum geen gebeurtenissen of ontwikkelingen voorgedaan die het door de jaarrekening weergegeven beeld in de onderneming als geheel in belangrijke mate beïnvloeden.
Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
31