Jaarplan 2012
TriviumLindenhof Centraal Bureau Van Speykstraat 149 3014 VJ Rotterdam Postbus 25321 3001 HH Rotterdam 010 8928800 www.triviumlindenhof.nl
Inhoudsopgave jaarplan 2012
Inleiding 1. Algemeen Beleid 1.1. Visie en missie 1.2. Aansluiting op Uitvoeringsprogramma’s en Rijksbeleid 1.3. Aansluiting op de vraag en het hulpaanbod van de gemeenten 1.4. Samenwerking jeugdGGZ/onderwijs/ LVB 1.5. Versterken zorgprogramma’s 1.6. Ontwikkelen nieuwe manier van verwijzen met Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam 1.7. Zorgtrajecten 1.8. Communicatie en PR 2. Certificering/kwaliteitszorg 2.1. HKZ-certificering 2.2. Kwaliteitsverbetering 3. Cliëntenbeleid en vertrouwenspersoon 3.1. Inzet vertrouwenspersoon voor cliënten 3.2. Medezeggenschap: cliëntenraden en Kiesmenu 3.3. Cliënttevredenheid 3.4. Afwikkeling incidenten en klachten 4. Kwaliteit en effectiviteit van het zorgaanbod 4.1. Veiligheid en risicomanagement 4.2. Evidence based werken en prestatie-indicatoren 4.3. Innovatie 4.4. Perspectiefverheldering cliënten 5. Facilitaire zaken, huisvesting en organisatie 5.1. Huisvesting en groot onderhoud 5.2. ICT 5.3. Organisatie 5.3.1. Resultaatgerichtheid, parameters en normen 5.3.2. Tijd voor jeugd 5.3.3. Effectieve teams 6. Samenwerkingsrelaties 6.1. Initiatieven op een rij 7. Personeel 7.1. Bestrijding arbeidsverzuim 7.2. Beroepsregistratie 7.3. Verklaring omtrent gedrag (VOG) 7.4. Medewerkerstevredenheidsonderzoek 7.5. Opleiding en training 8. Knelpunten, kansen en dilemma’s
2
Inleiding Ten tijde van het schrijven van dit jaarplan staat TrviumLindenhof aan het begin van een grote reorganisatie. Reorganiseren is noodzakelijk om van TriviumLindenhof een sterke en flexibele onderneming te maken. TriviumLindenhof is na de reorganisatie getransformeerd van een taakgerichte organisatie tot een resultaatgerichte onderneming. Bij resultaatgerichtheid ligt het accent op wat er wordt bereikt in termen van wat, hoeveel, hoe en tegen hoeveel kosten of opbrengsten. Resultaatgerichtheid behelst ook verantwoording krijgen/delegeren en verantwoording afleggen/vragen. De reorganisatie beoogt ook een cultuurverandering in gang te zetten. Niet alleen met betrekking tot resultaatgerichtheid, maar ook ten aanzien van samenwerking en leiderschap. We streven daarbij naar verbinding, transparantie, openheid, een lerende organisatie, optimale benutting van talenten en een sterke focus op doelstellingen. Naast de reorganisatie is de afgelopen periode veel geïnvesteerd in het verbeteren informatievoorziening, ondersteund door het nieuwe cliënteninformatiesysteem Tick. De overgang was niet eenvoudig, maar we gaan er vanuit dat we daar de komende jaren de vruchten gaan van plukken. Het nieuwe informatiesysteem zal naast ondersteuning van primaire processen ook beter gaan voorzien in management en verantwoordingsrapportages. Wat de komende jaren veel aandacht zal vragen is de decentralisatie van de jeugdzorg van de provincie naar de gemeenten en de daarbij gepaard gaande bezuinigingen van € 300 miljoen. Dit betekent dat we moeten kijken hoe we de stijgende vraag naar gespecialiseerde zorg kunnen terugdringen door de ‘hulp dichtbij’ eerder en sneller in te zetten en door samen te werken met gemeentes en afspraken te maken over goede aansluiting op het gemeentelijk hulpaanbod. TriviumLindenhof deelt de mening met Bureau jeugdzorg Rotterdam dat de grenzen van het systeem bereikt zijn en dat een omslag in de manier van werken nodig is. Een eerste stap hier in is het convenant Perspectief en goede zorg, dat TriviumLindenhof samen met Bureau Jeugdzorg Rotterdam en de andere organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp in de regio gesloten hebben met de Stadsregio Rotterdam. Blijft dat TriviumLindenhof zich de komende jaren zal blijven richten om binnen een krimpend budget zoveel mogelijk kinderen en gezinnen te helpen en medewerkers te ondersteunen om specialistische hulp te bieden die helpt en aansluit op de krachten en mogelijkheden van kinderen en hun ouders.
C.J. Bootsma en A. Lelieveld Raad van Bestuur
3
1. Algemeen Beleid 1.1. Visie en missie TriviumLindenhof is een jonge fusieorganisatie, operationeel per 1 januari 2009. Begin 2010 is TriviumLindenhof HKZ-gecertificeerd voor de duur van drie jaar. Hier staan we voor Onze missie is: het bieden van specialistische hulp aan kinderen, jongeren en hun ouders als opgroeien en opvoeden niet (meer) vanzelf gaan. De hulp is erop gericht dat cliënten zelfstandig vorm kunnen geven aan het gewone leven in het eigen netwerk. Onze visie op hulp is gebaseerd op drie principes: Het kind maakt onlosmakelijk deel uit van het gezin Kinderen maken altijd deel uit van een netwerk met ouders, familie, vrienden. We bezien kinderen daarom altijd in de context van het gezin en het gezin in de context van familie en sociaal netwerk. En we benutten de eigen (oplossings-)kracht die hiervan uitgaat. Onze hulp vindt dan ook zoveel mogelijk plaats in de eigen leefomgeving en sluit aan bij de eigen belevingswereld. Zodat het gewone leven weer zo snel als mogelijk hersteld kan worden. Als het, om wat voor reden dan ook, voor korte of langere tijd, niet lukt om het kind thuis op te voeden, zoeken we met betrokkenen naar een omgeving die zoveel mogelijk aansluit op de eigen leefomgeving. Daarbij is het belangrijk dat een kind in een veilige opvoedingssituatie kan opgroeien. Ook dan benaderen we ouders vanuit hun (mede)opvoedingsverantwoordelijkheid. Wij gaan uit van mogelijkheden en krachten van cliënten We gaan uit van de eigen krachten en mogelijkheden van cliënten om regie over het eigen leven en hulpproces te nemen. Het is aan ons om cliënten te helpen deze krachten en vaardigheden te (her)ontdekken, zodat zij hun doelen kunnen bereiken. We sluiten aan bij de vragen, die ouders, kinderen en jongeren hebben en bij de wijze waarop zij de problemen ervaren. Samen kiezen we voor een aanpak die het beste past bij hun situatie en die het beste helpt bij het oplossen van de problemen. De hulp komt zodoende altijd tot stand in dialoog tussen cliënt en professional. In de omgang met kinderen, ouders en medewerkers vormt het respect hebben voor elkaar, elkaars cultuur en achtergrond de basis. Wij bieden hulp die helpt Onze medewerkers zijn vakkundig en toegerust om effectief te handelen. Ze sluiten in de hulp aan bij wat wenselijk en nodig is, en maken daarbij zoveel mogelijk gebruik van methoden die hun effect hebben bewezen. We dragen er zorg voor dat onze medewerkers geïnspireerd zijn en blijven. We bieden kansen om vaardigheden te ontwikkelen en te benutten. Als organisatie maken we onze resultaten zichtbaar en brengen we zonodig verbeteringen aan. De cliënt heeft immers recht op hulp die helpt. We streven daarom naar hulptrajecten op maat, die variëren in duur en intensiteit, en die flexibel aansluiten bij veranderende vragen. We werken samen met de omgeving. Binnen ons werkgebied maken we ons sterk voor een samenhangend hulpverleningsaanbod. Met ketenpartners en het lokale veld nemen we de verantwoordelijkheid voor een sluitende organisatie van effectieve hulp.
4
1.2. Aansluiting op Uitvoeringsprogramma’s en Rijksbeleid In 2012 gaat TriviumLindenhof door op het al in 2011 ingezet beleid. Het verzorgingsgebied van TriviumLindenhof is verdeeld over twee bestuurlijke gebieden, te weten de Stadsregio Rotterdam, waarbij de GGD Rotterdam verantwoordelijk is voor organisatie en uitvoering van de jeugdzorg en de Provincie Zuid-Holland. Beide financiers zijn gehouden aan het landelijk beleid van het Ministerie van VWS. Het Rijksbeleid is er op gericht om problemen bij jeugdigen in een vroeg stadium te signaleren om te voorkomen worden dat kinderen en gezinnen op langere termijn zwaardere vormen van jeugdzorg nodig hebben. De zorg moet zo dicht mogelijk bij het kind of jongere zijn, zo kort mogelijk duren en zo licht mogelijk zijn. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is het eerste aanspreekpunt voor jeugdzorg. De voorgenomen decentralisatie van Provincie naar gemeenten vloeit hieruit voort. Ook het Provinciaal beleid is gericht op het zorgen voor een effectieve aansluiting tussen gemeentelijk preventief jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid. TriviumLindenhof sluit hierop aan door steeds meer hulpvormen aan te bieden op gemeentelijk niveau (zie 1.3.). Daarnaast onderzoekt TriviumLindenhof samen met Bureau Jeugdzorg en andere zorgaanbieders hoe een eenvoudig verwijstraject te realiseren van Bureau Jeugdzorg naar zorgaanbieders (en het Centrum voor Jeugd en Gezin) voor de gemotiveerde doelgroep met een laag veiligheidsrisico (zie 1.7). Beperking van de instroom en bevorderen van de doorstoom is een ander aandachtspunt van het beleid van de Provincie. Een uitstroomcoördinator zal worden ingezet om de door- en uitstroom te optimaliseren. Maar ook door bijvoorbeeld de Doorbraakmethode in te zetten. De Doorbraakmethode is bedoeld om doorstroomtijden te verkorten en werkprocessen te versnellen door slimmer te organiseren (zie hoofdstuk 5). Daarnaast wordt nazorg ingezet met behulp van zogenoemde RAS-middelen1· die door de Provincie beschikbaar zijn gesteld en ook in de Stadsregio kunnen worden benut. Nazorg heeft, zoals bekend, een positieve invloed op de uitstroom. Ook heeft TriviumLindenhof met de Provincie afspraken gemaakt over de vormgeving van perspectiefbepaling bij de aanvang van de zorg. Inmiddels zijn tal van acties ingezet om te werken aan perspectief en doorlooptijdverkorting (zie hoofdstuk 4).In het convenant Perspectief en goede zorg, dat TriviumLindenhof samen met Bureau Jeugdzorg Rotterdam en de andere organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp in de regio met de Stadsregio Rotterdam sluit is afgesproken in 2012 minimaal 3% meer kinderen te helpen dan in 2011. De Stadsregio heeft vergelijkbare aandachtspunten. Het realiseren van een kwalitatief en kwantitatief zorgaanbod dat past bij de zorgvraag staat voorop. Om dit te bereiken gaat TriviumLindenhof door op de ingeslagen weg met het beschrijven van de zorgprogramma’s (Plan), het uitvoeren van de programma’s (Do), het meten van de resultaten (Check) en op basis daarvan doorvoeren van verbeteringen (Act). Met de geplande invoering van CAP-j2 wordt een beter zicht op de doelgroep verkregen en met instrumenten zoals doelrealisatie, CBCL3 en de STEP4 kunnen effecten worden gemonitord. TriviumLindenhof is aangesloten bij het SEJN5 om kennis en informatie uit te wisselen over effectieve methoden. Om tot een instellingsbrede effectmonitoring te komen is een plan van aanpak opgesteld. TriviumLindenhof heeft geparticipeerd in het NJI project Werken aan effectiviteit in de Stadsregio Rotterdam, wat een looptijd had van 2009 tot 2010, met een vervolgopdracht in 2011. Doelstelling was het beschrijven en onderbouwen van interventies en benutten van kennis over werkzame principes in de residentiële jeugdzorg. In 2012 gaat TriviumLindenhof door op de ingeslagen weg met het beschrijven en onderbouwen van interventies en zal veelbelovende interventies indienen bij de databank effectieve interventies van het NJI.
1
Regionale Agenda Samenleving Classificatiesysteem voor de aard van de problematiek van cliënten in de jeugdzorg 3 Child Behavior Checklist voor kinderen 4 Standaard Taxatie Ernst Problematiek 5 Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland 2
5
De wachtlijsten blijven in 2012 aandachtspunt van zorg. Het versnellen van uitstroom en doorlooptijden is één ding, zorgen voor een optimale bezetting en verhoging van de productie een tweede en in 2012 willen we verder onderzoek naar mogelijkheden om de wachttijd te verkorten en doorstroom te versnellen. Als voorbereiding op de decentralisatie worden in de SRR proeftuinen opgestart. Het ontwikkelen van intersectorale zorgtrajecten en de versterking van de samenwerking met GGZ/LVB en onderwijs zijn in de ogen van TriviumLindenhof belangrijke stappen voorwaarts. 1.3. Aansluiting op de vraag en het hulpaanbod van de gemeenten TriviumLindenhof heeft een aantal werkvormen ontwikkeld voor het gemeentelijke veld. Integraal casemanagement In de zomer van 2010 heeft gemeente Dordrecht het initiatief genomen tot brede visieontwikkeling ten aanzien van de aanpak van meervoudige problematiek van jongeren uit Dordrecht. Daartoe is een aantal kernpartners uitgenodigd hun inbreng te hebben. Aanleiding vormde de toenemende overlast, de grote hoeveelheid projecten voor overlappende doelgroepen en de diversiteit in coördinatie- en doorverwijzingsorganen. De Pilot is aanvullend op de bestaande infrastructuur van Dordrecht. De Pilot Foyer is bedoeld voor jongeren van 16/18 tot 25 jaar, waarbij sprake is van meervoudige problematiek op diverse leefgebieden. In de Pilot Foyer wordt gewerkt vanuit integraal casemanagement. De samenwerkingspartners binnen deze pilot zijn o.a FlexusJeugdplein, Yulius, Bureau Jeugdzorg, Twern, Route27 en Woonbron. Naast de Pilot Foyer biedt het project Direkshon plus een zelfde methodische aanpak met als oogmerk de doelgroep van de Antilliaanse jongeren. Naar verwachting zullen in 2012 zowel de Pilot Foyer als het project Direkshon plus opgaan in de Stedelijke aanpak Integraal casemanagement en daarmee een belangrijk onderdeel gaan vormen van het gemeentelijk antwoord op het vraagstuk van de aanpak van multiproblem jongeren. Schoolcoaching Het doel van Schoolcoaching is het voorkomen van verdere escalatie van de problemen van jeugdigen op school of thuis en het voorkomen van de inzet van geïndiceerde jeugdhulp. Definitieve uitval uit de school wordt voorkomen. Het effect op langere termijn is de verbeterde aanpak in de scholen, omdat ook de docenten (intensief) gecoacht (kunnen) worden. Zij krijgen hiervoor handvatten aangereikt, die bij volgende leerlingen weer kunnen worden ingezet, waardoor er minder frequent problemen ontstaan (preventieve werking). Gebleken is dat de instroom in de dagbehandeling Oudere Jeugd een afname liet zien en dat tevens de verblijfsduur in voorkomende gevallen in de dagbehandeling verkort werd. Bij voldoende beschikbare middelen vanuit de gemeenten zal het schoolcoachingsproject in 2012 worden voortgezet. Kinderopvang Er wordt geëxploreerd hoe TriviumLindenhof kan samenwerken met de kinderopvang organisaties binnen het werkingsgebied. De bedoeling is een pilot te starten waarbij ambulante hulpverlening ingezet wordt op de kinderopvang. Daarnaast zal met ondersteuning van het JSO (expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding) en het gezamenlijk volgen van de werkateliers Alert4you (voor extra opvoedexpertise in de kinderopvang), onderzocht worden welke doelgroep vooral belang kan hebben van deze intensivering van samenwerken. Tevens wordt hierin meegenomen dat de expertise vanuit TriviumLindenhof ook in de vorm van coaching on the job ingezet kan worden voor de kinderopvang. Binnen de regio Drechtsteden werken de dagbehandeling 0-5 in Gorinchem en in Dubbeldam hieraan mee. In de Stadsregio worden vergelijkbare initiatieven ontplooid, waarbij dagbehandeling 0-5 Vlaardingen wordt betrokken. Daarnaast wordt de bestaande samenwerking tussen de kinderopvang, BSO+ en dagbehandeling 5-12 van TriviumLindenhof verder uitgebouwd. Met KindeRdam (organisatie voor kinderopvang) wordt gekeken om het aflopen van de subsidie voor de BSO+ groep/kinderen te compenseren met een samenwerking tussen de dagbehandeling in de regio Zuid en de BSO groepen van KindeRdam. Verder is een Stuurgroep in Rotterdam actief die op de verschillende fronten onderzoekt welke samenwerking mogelijk is tussen kinderopvang en geïndiceerde zorg.
6
TripiO TripiO is een online-interventie, gebaseerd op het evidence-based programma TripleP waarmee gezinnen snel en doelgericht kunnen worden. TripiO kan ook als stand-alone programma worden ingezet, waarmee het gebruik van zwaardere vormen van hulp mogelijk kan worden voorkomen. TripiO wordt al langer aangeboden in de Stadsregio Rotterdam en kan nu ook door middel van toekenning van het innovatiebudget in de Provincie worden ingezet. De medewerkers zijn getraind en het aanbod wordt op dit moment actief ingezet. PR intern en extern blijft nodig zodat bekend wordt dat inzet vanuit online hulpverlenen tot de mogelijkheden behoort. Medewerkers Bureau Jeugdzorg reageerden enthousiast op nieuwe werkvorm; ouders moeten er nog aan wennen. (zie hoofdstuk 4). Samenwerking met en aanbod voor CJG’s TriviumLindenhof biedt bij diverse CJG’s trainingen aan, zoals Rots en Water (weerbaarheidprogramma), Girls Talk (omgaan met seksualiteit) en SOVA (sociale vaardigheidtraining) en een ‘light-versie’ van opvoedprogramma’s als Opvoeden NU. Zwerfjongeren T-Plataan is een combinatie van intensieve ambulante hulpverlening (T-team van FlexusJeugdplein) en crisisnachtopvang (Plataan van TriviumLindenhof) voor dak- en thuisloze jongeren uit Rotterdam. Doel is stabiliteit en zelfstandigheid verwerven. TriviumLindenhof beraadt zich op betere huisvesting. 1.4. Samenwerking jeugdGGZ/Onderwijs/LVB JeugdGGZ Samenwerking met de Jeugd-GGZ is voor TriviumLindenhof van groot belang. Uit onderzoek blijkt (NJI, T. van Yperen 2011) dat de doelgroep, de aanmeldklachten en de diagnoses van de jeugd-ggz en de jeugdzorg vergelijkbaar zijn. Regelmatig zien we een combinatie van gedragsproblemen met stoornissen en/of trauma’s. Door samenwerking is het mogelijk een beter op de vraag afgestemd aanbod te doen. TriviumLindenhof werkt samen met de jeugd-GGZ, dit betreft Yulius. Een SPV-er is aangesteld op detacheringbasis voor de Crisisopvang Plus in de Stadsregio en ten behoeve van de crisisopvang in Zuid-Holland Zuid. Er is sprake van een samenwerkingsconvenant die op dit moment geëvalueerd wordt. Er zijn tevens samenwerkingsinitiatieven met RIAGG RNW en Lucertis, die op dit moment verder worden geconcretiseerd. Het gaat hierbij o.a. om het aanbieden van (kinderpsychiatrische) - en (gezins)systeemdiagnostiek door Lucertis ten behoeve van TriviumLindenhof, en het gezamenlijk met RIAGG RNW ontwikkelen van opvoedtrainingen voor pubers (conform Opvoeden NU voor kinderen tot 12 jaar) Jeugd LVB In verband met de voorgenomen verlaging van de IQ grens is samenwerking met de LVB organisaties van belang. In de Stadsregio participeert TriviumLindenhof in een stuurgroep die gevormd wordt door de gezamenlijke zorgaanbieders en de Pameijer. Stichting MEE sluit hier binnenkort bij aan. Doel is beter gebruik te maken van elkaars expertise. Onderwijs Het in 1.3 genoemde project Schoolcoaching in Drechtsteden is een voorbeeld van intensieve samenwerking met en vanuit het onderwijs. In de dagelijkse praktijk van alle dag zijn er daarnaast veelvuldig contacten met de scholen van onze cliënten. Overigens is een belangrijke taak in de afstemming tussen de scholen en TriviumLindenhof weggelegd voor de Zorg Advies Teams en Bureau Jeugdzorg. Bij de start van de hulpverlening door TriviumLindenhof moet helder zijn of zich problemen voordoen in de school en zo ja welke problemen dat zijn; einddoelen in het indicatiebesluit kunnen dan worden meegenomen in de uitvoering van het hulpverleningstraject. Samenwerking met het Speciaal Onderwijs is van belang voor de verkorting van de doorlooptijd van vooral de daghulp naar het Cluster-4 onderwijs. Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland werkt sinds het schooljaar 2011-2012 met TriviumLindenhof en samenwerkende scholen samen in de pilot ‘Zorg in Onderwijs’. De doelstelling van de pilot is het bieden van tijdige en beschikbare begeleiding en perspectief voor jongeren met problemen in de schoolloopbaan. De pilot maakt het mogelijk om op verwijzing geïndiceerde ambulante zorg in te zetten op de scholen.
7
Aansluiting onderwijs- Jeugd & Opvoedhulp Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en TriviumLindenhof werken vanaf schooljaar 2011/2012 samen met de scholen aan snel beschikbare begeleiding en perspectief voor jongeren met problemen in de schoolloopbaan en het verminderen van instroom in de jeugdzorg van deze jongeren. Waar de jongere gemeld wordt maakt niet uit: de school/onderwijsinstelling, Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders regelen het proces. Het aanbod van de jeugdzorg binnen het onderwijs richt zich op het oplossen van de problemen van de jeugdigen. Het aanbod focust zich op de jeugdige/gezin/school. Daarnaast participeert TriviumLindenhof met ander jeugdzorgaanbieders, cluster4 onderwijs en kinderopvang in een pilot –project om ervaring op te doen in een betere spreiding van het specialistische aanbod en het toegankelijker maken van zorg in Rotterdam Zuid. In de regio Zuid (Spijkenisse) bestaat er een intensieve samenwerking tussen de onderwijsopvangvoorzieningen (OOV) en TriviumLindenhof. De toelatingscommissie van de OOV (met daarin een medewerker van Bureau Jeugdzorg) indiceert indien nodig ouderbegeleiding voor gezinnen van de jongeren die van de OOV gebruik maken. 1.5. Versterken zorgprogramma’s Er wordt vanaf 2010 een stevige kwaliteitsimpuls gegeven aan de zorgprogramma’s middels het TriviumLindenhofbreed beschrijven en onderbouwen van zorgprogramma’s door behandelcoördinatoren. Door het in kaart brengen van de huidige werkwijzen en deze te toetsen aan de actuele stand van zaken met betrekking tot ‘wat werkt-kennis’ rond een interventie ontstaat zicht op sterke en minder sterke aspecten van de zorg, en worden knelpunten inzichtelijk. In 2012 zal het hele huidige aanbod op deze manier beschreven zijn Begin 2011 is tevens gestart met een project, gericht op de herziening van de residentiële hulp, zoals beschreven in de interne notitie “Modernisering van de residentiële hulp” uit 2010. Dit project heeft een looptijd tot 2015 en heeft als beoogd resultaat: • De residentiële zorg van TriviumLindenhof is gericht op te onderscheiden doelgroepen en problematiek. • De residentiële hulpverlening van TriviumLindenhof is systeem-/gezinsgericht. • Er wordt vanaf de start gewerkt aan een duidelijk en zo normaal mogelijk perspectief met een stabiele en passende woonsituatie, goede en leeftijdsadequate verzorging en opvoeding, school en/of werk, en een stevig sociaal netwerk (zie verder hoofdstuk 4) 1.6. Ontwikkelen nieuwe manier van verwijzen met Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam heeft de notitie Van controleren naar vertrouwen geschreven. Doel van de notitie is het verkennen van de mogelijkheden om op korte termijn aanpassingen in het indicatietraject, het indicatiebesluit en de uitvoering van casemanagement door te voeren. Vereenvoudiging van het indicatietraject en indicatiebesluit is mogelijk binnen het huidige wettelijke kader. Indicatietrajecten, indicatiebesluiten en casemanagement worden alleen uitgevoerd voor de doelgroep van Bureau Jeugdzorg (niet willen/ niet kunnen/ onveilig voor kind). De gemotiveerde doelgroep met een laag veiligheidsrisico wordt zo snel mogelijk doorgeleid naar het CJG of met een verwijsbrief naar de zorgaanbieder. Het proces voor verlengen en aanpassen van indicaties is vereenvoudigd tot een dossiertoets: Bureau Jeugdzorg volgt het advies van de zorgaanbieder voor verlenging/ aanpassing wanneer zorgaanbieder en cliënt dit verzoeken. TriviumLindenhof neemt deel aan een werkgroep van zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg om dit concreet uit te werken 1.7. Zorgtrajecten In 2012 wil TriviumLindenhof investeren in het gezamenlijk organiseren van de zorg rond de cliënt (en met de cliënt), zoals in de samenwerking met Bureau Jeugdzorg en de diverse ketenpartners. Dit verhoogt de kans op succesvolle trajecten: minder voortijdige uitval, hogere doelrealisatie, soepelere overgangen tussen lichtere en zwaardere hulpvarianten. Zo gaat TriviumLindenhof met Bureau jeugdzorg en de andere zorgaanbieders bekijken hoe de aansluiting met Jeugdzorg plus en de justitiële jeugdinrichtingen verbeterd kan worden. Daarnaast willen we de samenwerking met ketenpartners verbeteren bij (traject)zorg voor moeilijk plaatsbare jongeren. TriviumLindenhof neemt deel aan het zorgtafeloverleg moeilijk plaatsbare jongeren samen met Bureau Jeugdzorg, Yulius en Auriga. Vertrektraining wordt ingezet voor cliënten die een overstap maken van gesloten of bovenregionale jeugdzorg naar TriviumLindenhof.
8
In dit kader zijn ook samenwerkingsafspraken gemaakt met de Pluryn Hoenderloogroep. Middels casuïstiekbesprekingen worden belemmerende en succesfactoren in de trajectzorg vastgesteld, waarna er gestart zal worden met een aantal pilot-trajecten. Inzetten op perspectiefverheldering en trajectzorg is een belangrijk uitgangspunt in het convenant Perspectief en goede zorg dat TriviumLindenhof sluit. In dat kader neemt TriviumLindenhof met Bureau Jeugdzorg en de andere zorgaanbieders deel aan de werkgroepen Perspectief, Methodiek aansluiting ambulant en verblijf en aan de werkgroep Ketenlogistiek om te komen tot een plan van aanpak. 1.8. Communicatie en PR TriviumLindenhof wil meer aandacht besteden aan de communicatie, zowel intern als extern. Zo wordt formatie vrij gemaakt om een medewerker PR en communicatie aan te trekken en is de communicatie van de beleidsvisie in voorbereiding. Een extern bureau heeft een quickscan gemaakt van de stand van zaken met betrekking tot de communicatie en op basis hier van een plan opgesteld en aanbevelingen geformuleerd. Dit zal in 2012 zijn beslag krijgen. Voor TriviumLindenhof vloeien uit bovenstaande de volgende speerpunten voort: - In 2012 worden in de SRR minimaal 3% meer kinderen geholpen dan in 2011 - Aansluiten op de vraag en het hulpaanbod van gemeenten - Ontwikkelen nieuwe manier van verwijzen met Bureau Jeugdzorg - Beperking instroom en bevordering doorstroom - Handhaven en uitbreiden van effectieve methoden en de inzet van werkzame factoren in de hulpverlening - Versterken zorgprogramma’s - Ontwikkelen zorgtrajecten in samenhang met ketenpartners, Jeugd-GGZ, LVG en onderwijs - Continue effectmonitoring - Meer aandacht voor interne en externe communicatie
9
2. Kwaliteitszorg 2.1. HKZ-certificering Het jaar 2012 staat in het teken van hercertificering HKZ. In december 2012 verloopt het huidige certificaat. Het traject dat moet leiden tot hercertificering wordt aangegrepen om processen en instrumenten opnieuw te stroomlijnen. Tevens worden de normen uit het bijgestelde HKZ certificatieschema voor de jeugdzorg, versie 2010, ingevoerd. De nadruk zal daarbij liggen op het invoeren van beleid en normen m.b.t. veiligheid & risicomanagement en op planmatig werken. Het nieuwe schema zal in het voorjaar van 2012 geïmplementeerd zijn en voor de zomer intern worden geaudit. September 2012 zal de certificerende instelling het kwaliteitsmanagementsysteem toetsen. De aandacht in het intern auditen zal in 2012 uitgaan naar de werking van het herziene kwaliteitsmanagementsysteem. 2.2. Kwaliteitsverbetering Middels de inmiddels verbeterde versie van de structuur ‘Meten, Verbeteren, en Vernieuwen’, gebaseerd op het INK-model, wordt gewaarborgd dat lopende werkmethoden, procedures en protocollen systematisch worden geëvalueerd en bijgesteld. Tevens worden hierin nieuwe initiatieven ondergebracht, ontwikkeld, geïmplementeerd en gemonitord op resultaat. Met het programma iTASK 6 dat vanaf halverwege 2010 operationeel is, is een aanzienlijke kwaliteitsslag gemaakt. In het kader van de reorganisatie worden eisen geformuleerd en plannen gemaakt om te komen tot eenduidige parameters en normen, en systemen die zorgen voor betrouwbare en tijdige managementinformatie. Dit is een belangrijke voorwaarde om de ambitie: meer resultaatgericht te gaan werken, waar te kunnen maken. Uit het bovenstaande vloeien de volgende actiepunten voor 2012 met betrekking tot de kwaliteitszorg voort: - Hercertificering HKZ - Implementatie van het nieuwe certificatieschema Jeugdzorg 2010 - Voortgaande evaluatie en actualisatie van protocollen, werkmethoden en procedures - Uitvoering van risicoanalyses m.b.t. primaire- en kritische, ondersteunende processen - Bijdrage leveren aan een operationeel managementinformatiesysteem - Onderhoud en vernieuwing van het kwaliteitsmanagementsysteem - Uitvoeren van audits, verder trainen auditteam - Systematisch uitvoeren continue proces van kwaliteitsverbetering, o.a. met behulp van iTASK.
6
Instrument voor registratie van incidenten en afwijkingen en plannen, uitvoeren en monitoren van verbetermaatregelen)
10
3. Cliëntenbeleid en vertrouwenspersoon 3.1. Inzet vertrouwenspersoon voor cliënten Medio 2011 is met het AKJ, de organisatie die een viertal vertrouwenspersonen inzet bij TriviumLindenhof, een evaluatie verricht. Hieruit zijn een aantal nieuwe actiepunten voortgekomen, die in 2011 en 2012 worden doorgevoerd. Voor de hele instelling is er sprake van een sluitend systeem voor de inzet van de vertrouwenspersonen. Hun taken liggen op het gebied van Advies en Informatie, Ondersteuning bij de formulering van vragen en klachten en voorlichting over het werk van de vertrouwenspersoon. Voor zowel het stadsregionale deel van de organisatie als voor het Zuid-Hollandse is een locatiemanager aangewezen als vaste contactpersoon voor de vertrouwenspersoon. Eens per half jaar sluit de vertrouwenspersoon aan bij het regio-overleg van regiomanagers en locatiemanagers, om de voornaamste bevindingen te bespreken. 3.2. Medezeggenschap: cliëntenraden en Kiesmenu TriviumLindenhof onderscheidt drie niveaus in de medezeggenschapsstructuur voor cliënten: 1. Op locatieniveau zijn er tal van overlegmomenten met ouders en jongeren. De huisvergaderingen in de residentiële groepen en de ouderavonden met name bij daghulp zijn enkele voorbeelden. Inspraak en samenspraak staan hierbij voorop. 2. Op regionaal niveau wordt binnen TriviumLindenhof een door Stichting Alexander ontwikkelde methode voor cliëntenparticipatie, te weten KiesMenu, uitgevoerd. Middels creatieve werkvormen worden kinderen, jongeren en ouders gestimuleerd hun standpunt kenbaar te maken over thema’s in de hulp, die hen bezig houden. De feedback leidt vaak op korte termijn tot verbeteracties. Deze methode wordt binnen SRR al enige jaren toegepast, is in 2011 geëvalueerd en wordt op basis van positieve bevindingen, inmiddels instellingsbreed geïmplementeerd. Ook in 2012 zullen vanuit elke regio een tweetal trajecten Kiesmenu worden uitgevoerd. 3. Op instellingsniveau is er sprake van twee cliëntenraden: een jongerenraad en een ouderraad. Het in 2010 ontwikkelde Plan van Aanpak met betrekking tot de oprichting van cliëntenraden is inmiddels in uitvoering. Beide raden zijn momenteel in oprichting. In 2012 zullen zowel de jongerenraad als de ouderraad volledig in functie zijn. TriviumLindenhof heeft recentelijk een functionaris aangesteld, die ondersteuning biedt aan de cliëntenraden. Deze functionaris zal ook een belangrijke rol gaan vervullen in de voorlichting aan medewerkers/teams, als het gaat om de meerwaarde van medezeggenschap van cliënten. 3.3 Cliënttevredenheid In 2012 wordt tevredenheid van cliënten gemeten op tenminste twee momenten tijdens het hulpverleningsproces, na de eerste evaluatie middels de vragenlijst cliëntentevredenheid (eigen instrument) en bij afsluiting van de hulp middels de exitvragenlijst. Dit is een voortzetting van het al in 2011 ingezette beleid. Nieuw is dat ook de tevredenheid van cliënten gemeten gaat worden bij de overgang naar een ander zorgprogramma binnen TriviumLindenhof. TriviumLindenhof hanteert tot dusver als norm voor de tevredenheid van cliënten een gemiddeld rapportcijfer van 7,5, maar is –gezien de gunstige resultaten- voornemens dit in 2012 te gaan verhogen. Vanaf 1 januari 2012 is het cliëntregistratieprogramma van TriviumLindenhof geschikt om de tevredenheid van ketenpartners te registreren. Na afsluiting van een hulpverleningstraject wordt de ketenpartner bevraagd over: het geïnformeerd worden over het hulpverleningsproces, de opgestelde hulpverleningsplannen en evaluatieverslagen, het nakomen van afspraken en de telefonische bereikbaarheid. 3.4 Afwikkeling incidenten en klachten In 2010 is gestart met iTASK, een programma voor het digitaal melden van incidenten in de zorg en klachten van cliënten. In 2011 was de aandacht vooral gericht op de verdere uitrol van en het gebruik van het programma binnen TriviumLindenhof. In 2012 zal de focus komen te liggen op het periodiek analyseren van veel voorkomende en/of ernstige incidenten. Op basis van de analyses worden aanbevelingen voor nieuw of te verbeteren beleid geformuleerd.
11
Uit bovenstaande vloeien de volgende actiepunten met betrekking tot het cliëntenbeleid voor 2012 voort: - Voortzetting beleid vertrouwenspersoon - Volledige implementatie medezeggenschapsstructuur op drie niveaus - Voortgang meten en analyseren cliënttevredenheid middels vragenlijst cliënttevredenheid en exitvragenlijst - Registratie tevredenheid ketenpartners over de samenwerking - Analyseren van veel voorkomende en/of ernstige incidenten - Incidentenjaarverslag 2011 opstellen en verbeterpunten uitvoeren
12
4. Kwaliteit en effectiviteit van het zorgaanbod 4.1 Veiligheid en risicomanagement Veiligheid en risicomanagement betreffen een breed beleidsterrein, dat zowel de sociale als fysieke veiligheid omvat. In het Kwaliteitshandboek zijn diverse protocollen opgenomen, die handelingsrichtlijnen bevatten op het gebied van veiligheid van onze cliënten. De kernactiviteiten voor 2012 omvatten: \ Convenant Perspectief en goede zorg Veiligheid is een belangrijk item in het convenant dat TriviumLindenhof met Bureau Jeugdzorg Rotterdam en de andere organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp in de regio sluit met de Stadsregio Rotterdam. TriviumLindenhof heeft het voorzitterschap van de werkgroep veiligheid op zich genomen. Doel is het begrip te concretiseren en te komen tot een gezamenlijk plan van aanpak. Sluitende aanpak Kindermishandeling&Huiselijk geweld Er worden regionale Expertteams Kindermishandeling&Huiselijk geweld ingesteld. Deze hebben de taak om de kennis/ vaardigheden aangaande signalering, preventie en behandeling m.b.t. Kindermishandeling&Huiselijk geweld op het gewenste niveau te brengen. De aangestelde aandachtsfunctionarissen SISA (Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak) hebben hierin een belangrijke rol. Het geactualiseerde protocol Kindermishandeling en Huiselijk Geweld wordt verder geïmplementeerd en er wordt aangesloten bij de Verwijsindex Risicojeugd.
Implementatie Signs of Safety In 2011 is binnen TriviumLindenhof een pilot van twee jaar gestart voor de invoering van Signs of Safety. Signs of Safety is een benadering om geweld/kindermishandeling in gezinnen bespreekbaar te maken en te doen stoppen. Samen met het gezin wordt er een veiligheidsplan opgesteld dat ingaat op zowel de gevaren (risicofactoren) als de sterke kanten en positieve krachten (beschermende factoren) van het gezin. De benadering is bedoeld voor ernstige zaken waar sprake is van (dreigende) uithuisplaatsing en/of waar gewerkt wordt naar terugkeer in het gezin. Signs of Safety is er vanaf het eerste contact met het gezin op gericht om een veilig perspectief voor kinderen te creëren. Het netwerk wordt ingeschakeld om hierin te ondersteunen. De pilot wordt over heel TriviumLindenhof uigevoerd. Met bureau van Montfoort is in 2011 een trainings- en coachingstraject aangegaan, dat in 2012 doorloopt. Uitvoering beleid met betrekking tot intimiteit en seksualiteit Op basis van aanbevelingen vanuit het Onderzoeksrapport “Ruimte en grenzen rond seksualiteit” van de Inspectie Jeugdzorg is in 2010 nieuw beleid vastgesteld met betrekking tot het omgaan met intimiteit en seksualiteit. In december 2011 is de volledige implementatie van het nieuwe beleid voltooid. In 2012 wordt het beleid verder uitgevoerd. Implementatie instrument ‘risicotaxatie cliëntveiligheid’ Deelname aan de proefaudit HKZ certificatieschema Cliënt- en Patiëntveiligheid heeft mede geleid tot de ontwikkeling van een eigen instrument voor de risicotaxatie cliëntveiligheid op individueel niveau, waarmee zowel risico’s als beschermende factoren in beeld worden gebracht. Daarnaast worden hiermee ook de veiligheidsrisico’s voor medewerkers (gerelateerd aan cliëntkenmerken) geëxpliciteerd, zodat preventieve maatregelen kunnen worden genomen. In 2011 is gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het instrument en is een eerste proef gedaan. De aanbevelingen worden verwerkt en zullen leiden tot een tweede pilot. Definitieve invoering van het risicotaxatie-instrument wordt voorzien voor het eerste kwartaal van 2012. Uitvoering van risicoanalyses Het uitvoeren van risicoanalyses levert veel informatie op. Hierdoor kan de organisatie de processen veiliger inrichten of de zorgverlening aan cliënten veiliger uitvoeren. Door prospectieve (vooraf) risicoanalyses uit te voeren brengt een organisatie in beeld waar de zwakke plekken binnen de organisatie, of bij de cliënt zitten. Zo worden problemen voorkomen voordat ze zich voordoen. Bij retrospectieve (achteraf) risicoanalyses probeert een organisatie dezelfde fouten in de toekomst te voorkomen.
13
In het voorgaande punt (risicotaxatie cliëntveiligheid) is al de prospectieve risicoanalyse op cliëntniveau beschreven. De prospectieve risicoanalyse zal ook op procesniveau toegepast gaan worden. In 2012 zal de risicoanalyse toegepast worden op het beschreven primaire proces en op de ondersteunende processen die kritisch zijn voor het primair proces. Retrospectieve risicoanalyses worden toegepast op basis van gemelde incidenten in de organisatie. Doel voor 2012 is om hier bewuster en systematischer mee om te gaan. Op basis van een gemaakte analyse kunnen mogelijke oorzaken van incidenten weggenomen worden en voorkomen dat het zelfde incident zich in de toekomst nog eens kan voordoen. 4.2 Evidence based werken en prestatie-indicatoren Binnen TriviumLindenhof wordt al een groot aantal programma’s binnen het hulpaanbod als aantoonbaar effectief aangemerkt (databank effectieve interventies Nederlands jeugdinstituut NJI). Dit betreft vooral het ambulante aanbod. Bij het zoeken naar nieuw aanbod, aansluitend bij veranderende doelgroepen, wordt steeds explicieter gekeken naar al aangetoonde effectieve interventies. Waar die nog niet voorhanden zijn, wordt gezocht naar aanbod dat dit predicaat bijna bezit, dan wel in deze richting te ontwikkelen is. In 2012 wordt dit beleid voortgezet. De volgende interventies zullen binnenkort worden ingediend bij de databank effectieve interventies: Opvoeden NU, dagbehandeling 5-12 en ouderkindgroep 0-5 jaar. Bij de doorontwikkeling van het bestaande hulpaanbod vormt de wat-werkt-kennis ten aanzien van jeugd- en opvoedhulp algemeen en specifiek een belangrijke toetssteen. In 2010 is een geïntegreerd praktijkmodel ten behoeve van de ontwikkeling en ijking van de programma’s die binnen TriviumLindenhof worden uitgevoerd in werking getreden (Model werkontwikkeling zorgprogramma’s). Het model biedt richtlijnen aan de hand waarvan de evaluatie van het zorgaanbod jaarlijks plaats kan vinden. Doel hiervan is om systematisch te werken aan verbetering van de effectiviteit van de zorgprogramma’s. Tevens wordt op deze wijze inhoudelijke afstemming bereikt tussen de regio’s voor wat betreft de uitvoering. De evaluatie wordt ondergebracht in de jaarplanning van de P&C-cyclus. Jaarlijks vindt aan de hand van de evaluatie bijstelling van de beschrijvingen van de zorgprogramma’s plaats, zoals weergegeven in de (digitale) zorgprogrammagids. Het model is vanaf 2010 gefaseerd ingevoerd. Eerste stap was om de methodiekbeschrijving per zorgprogramma op te stellen, dan wel te actualiseren. Dit gebeurt in het kader van het beschrijven en onderbouwen van het hulpaanbod en vormt een belangrijke fase in het aantonen en ontwikkelen van effectieve programma’s (zie ook 1.5). Doel is om in 2012 het hele aanbod op deze wijze doorlopen te hebben. Begin 2011 is gestart met een project, gericht op de herziening van de residentiële hulp, zoals beschreven in de interne notitie “Modernisering van de residentiële hulp” uit 2010. Dit project heeft een looptijd tot 2015 en heeft als beoogd resultaat: • De residentiële zorg van TriviumLindenhof is gericht op onderscheiden doelgroepen en problematiek. • De residentiële hulpverlening van TriviumLindenhof is systeem-/gezinsgericht. • Er wordt vanaf de start gewerkt aan een duidelijk en zo normaal mogelijk perspectief met een stabiele en passende woonsituatie, goede en leeftijdsadequate verzorging en opvoeding, school en/of werk, en een stevig sociaal netwerk In 2011 heeft de eerste fase plaats gevonden: het in beeld brengen van de huidige situatie. Per locatie is een sterkte-zwakteanalyse verricht, getoetst aan de kwaliteitscriteria voor residentiële hulp (ontwikkeld door NJI in samenwerking met Rotterdamse zorgaanbieders, 2010). Tevens is met behulp van de CAP-J (classificatiesysteem voor de jeugdzorg) een doelgroepanalyse van de diverse vormen residentiële zorg verricht. Op basis van de doelgroepverheldering en het inzicht in wat werkt en wat niet, wordt bepaald welke acties nodig zijn om de doelgroepen de meest adequate hulp te bieden binnen een zo efficiënt mogelijk georganiseerd traject en welke randvoorwaarden dit vereist. In 2012 e.v. wordt hieraan uitvoering gegeven. TriviumLindenhof is vanaf 2010 actief lid van het SEJN (Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland), waarin diverse kennisinstituten en instellingen voor jeugd- en opvoedhulp participeren.
14
Op basis van een rijpheidscan, afgenomen in samenwerking met het SEJN is het beleid ten aanzien van effectmonitoring voor de komende jaren uitgezet. Hierbij wordt ingezet op twee kernelementen: - voortdurende verbetering van het hulpaanbod, een direct belang van de cliënt en de hulpverlener - verantwoording kunnen afleggen aan de samenleving, van belang voor ketenpartners en stakeholders en de subsidiegever In dit kader is volledige implementatie van de landelijke prestatie-indicatoren van belang (al genoemd in 1.7). Met de invoering van het nieuwe cliëntregistratiesysteem TICK in 2011 kan de uitvoering van het plan m.b.t. effectmonitoring worden voortgezet en zal de daadwerkelijke implementatie van doelenboom, exitvragenlijst en vragenlijsten (STEP, CBCL, Vragenlijst Gezin & Opvoeding) breed plaatsvinden. Algemeen doel is dat TriviumLindenhof in 2013 beschikt over een volledig basisinstrumentarium, waarmee vastgesteld kan worden of onze hulp helpt en op basis waarvan verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. TriviumLindenhof neemt vanaf de start tevens deel aan de provinciale werkgroep “Zicht op Effectiviteit” in Zuid-Holland. De doelstelling was en is om de uitvoerende hulpverlening mee te nemen in het stelselmatig meten en duiden van gegevens rondom effectiviteit. Kader vormt de implementatie van de prestatie-indicatoren. In 2011 is instellingsbreed ingezet op het vergaren en benutten van gegevens ten aanzien van de afname van de problematiek middels de STEP en het implementeren van de doelenboom. Zoals hierboven al aangegeven zal volledige implementatie van het volledige raamwerk prestatie-indicatoren in 2012 plaats vinden. Scholing van medewerkers Evidence-based werken is sterk verbonden met hierop toegesneden scholing van medewerkers. Effectiviteit van de interventies hangt immers nauw samen met een juiste uitvoering hiervan. Het opleidingsbeleid zal hier in 2012 op voortbouwen, met het competentiemodel als overkoepelend model. 4.3 Innovatie Diversiteit Binnen TriviumLindenhof, maar ook binnen de collega-instellingen in de grootstedelijke gebieden is het aantal kinderen en hun gezinnen van allochtone herkomst in omvang even groot of groter dan de autochtone bevolkingsgroep. Deze verhouding eist alertheid en sturing op het vinden van adequate oplossingen voor de getoonde problemen. TriviumLindenhof is zich bewust van de problemen die ontstaan als gevolg van gebrekkige aansluiting tussen de hulpverlening en de allochtone doelgroepen. Zij wil beleid, gevalideerde werkmethoden en evaluatieconcepten in huis halen en ontwikkelen, om de zorg aan allochtone kinderen en hun gezinnen te verbeteren en een helder perspectief te kunnen bieden, aansluitend bij hun specifieke hulpvraag. In 2010 is op basis van een toegekende subsidie van de Provincie Zuid-Holland een project- en onderzoeksplan Diversiteitsbeleid geschreven. Het onderzoek is gestart in september 2010 en heeft een looptijd van twee jaar, tot augustus 2012. Doel van het onderzoeksproject is het ontwerpen van een theoretisch kader interculturele jeugdhulpverlening en een praktijkkader voor interventies. Belangrijk onderdeel daarvan is het “Cultureel Venster Jeugdhulpverlening”. In 2012 zal de laatste fase van het onderzoek ingaan, waarin dit instrument door getrainde ambulant hulpverleners van TriviumLindenhof zal worden getoetst in de dagelijkse praktijk. Parallel aan dit onderzoeksproces zal het beleid van TriviumLindenhof met betrekking tot diversiteit in 2012 beschreven worden door een trainee van BMC. TripiO Het programma TripiO, Opvoedingsondersteuning Online voor Ouders, is vanaf 2010 fasegewijs in TriviumLindenhof geïmplementeerd, aanvankelijk alleen in de Stadsregio Rotterdam, door toekenning van innovatiebudget vanuit de Provincie Zuid-Holland vanaf 2011 ook binnen de regio’s Zuid-Holland Zuid. TripiO is ondergebracht bij het ambulante zorgaanbod. Per regio worden meerdere ambulante werkers en behandelcoördinatoren in de methodiek getraind. In 2012 zal dit verder worden uitgerold. TripiO landelijk, opgezet vanuit een samenwerking tussen Jarabee, Tender en TriviumLindenhof, is in 2010 en 2011 verbreed naar andere organisaties uit de sector Jeugd & Opvoedhulp. Het streven is om van TripiO een effectieve interventie te maken. In samenspraak met de CJG’s wordt in 2012 gekeken of de lichte versie van TripiO, als vrij toegankelijk aanbod, aan cliënten kan worden aangeboden.
15
Triple-P In 2012 zullen een aantal ambulant hulpverleners worden opgeleid als trainer in het programma Triple P, niveau 4. Na afloop van deze training kunnen de ambulant hulpverleners vaardigheidstrainingen voor ouders in groepsverband organiseren en begeleiden. De naam ‘Triple P’ staat voor Positief Pedagogisch Programma. Deze groepstraining is bedoeld voor ouders met kinderen met emotionele en/of gedragsproblemen, die behoefte hebben aan meer begeleiding bij de opvoeding. Er zijn twee varianten van de training Triple P, één voor ouders met kinderen tussen 2 en 12 jaar en één voor ouders met tieners tussen de 12 en 16 jaar. Nader zal worden vastgesteld hoeveel trainingen er gegeven zullen worden in 2012. MDFT In 2011 heeft TriviumLindenhof, door toekenning van innovatiebudget vanuit de Provincie ZuidHolland, de mogelijkheid gekregen om het hulpaanbod in de regio’s Zuid-Holland Zuid te verbreden middels MDFT (MultiDimensionele FamilieTherapie). MDFT is een erkende systeemgerichte interventie met bemoeizorg, die zich richt op jongeren van 12 tot 18 jaar en hun gezinnen en is vooral toepasbaar als de jongere meerdere problemen of stoornissen tegelijk heeft. Uitgangspunt is de gedachte dat de problematiek van een jongere vaak multidimensioneel wordt bepaald, beïnvloed door factoren uit meer dan één levensdomein. Daarom wordt ook de omgeving bij de behandeling betrokken. Met MDFT beoogt TriviumLindenhof een adequater hulpaanbod te kunnen bieden aan jongeren met complexe problemen, bij wie het huidige hulpaanbod vaak tekortschiet. In 2011 is de drie-jarige pilot gestart die zal leiden tot een opgeleid team, bestaand uit een supervisor en vier therapeuten. In 2011 zal een supervisor opgeleid worden, en vervolgens in 2012 en verder het team therapeuten. Onderzoeksactiviteiten TriviumLindenhof participeert vanaf 2012 met andere organisaties op het gebied van jeugd- en opvoedhulp en GGZ in een driejarig lopend valideringsonderzoek van de IPAM, een instrument gericht op het proactief hanteren van agressie, waarmee drang en dwang kan worden teruggebracht. Dit wordt geïnitieerd vanuit het ErasmusMC. 4.5 Perspectiefverheldering cliënten Eind 2010 heeft TriviumLindenhof in opdracht van het PSJ in Zuid-Holland een plan van aanpak opgesteld ten behoeve van perspectiefverheldering en doorlooptijdbekorting van hulpverleningstrajecten. Dit plan omvat de acties die TriviumLindenhof vanaf 2011 uitzet, voortvloeiend uit de PSJ-notitie ‘Jeugd is onze zorg’. Het bieden van effectieve en efficiënte hulptrajecten, toegesneden op de doorgaans complexe en gedifferentieerde doelgroep met meervoudige problemen, is hierbij leidend. Het gedachtegoed, waarbij het perspectief van de cliënt bij aanvang van elk hulptraject helder is geformuleerd en wordt gevolgd, is binnen heel TriviumLindenhof verspreid en overgenomen. In september 2011 is tussentijdse rapportage aangeleverd om de voortgang van de acties te bewaken. In 2012 zal de uitvoering hiervan worden voortgezet en zullen nieuwe initiatieven hieraan worden getoetst. Ook in het convenant Perspectief op goede zorg is perspectief een belangrijk onderwerp en een gezamenlijke werkgroep van Bureau jeugdzorg en de Zorgaanbieders in de stadsregio zal dit onderwerp eerder concretiseren en de invoering van perspectiefbepaling bij de start van de hulpverlening in de stadsregio voorbereiden. Uit bovenstaande vloeien de volgende actiepunten m.b.t. de kwaliteit en effectiviteit van het zorgaanbod voor 2012 voort: - Beleid m.b.t. effectieve interventies wordt voortgezet - Beschrijving van interventies middels model werkontwikkeling zorgprogramma’s wordt voortgezet - Perspectiefverheldering voor cliënten is leidend bij de start van elk hulpverleningstraject - Er wordt een kwaliteitsslag gemaakt in de residentiële hulp - Drie TriviumLindenhof-interventies worden ingediend bij databank effectieve interventies - Het beleid rond effectmonitoring wordt voortgezet en resulteert op zicht op de effectiviteit van de hulp voor cliënten
16
-
Onderzoek diversiteit leidt in 2012 tot een theoretisch kader interculturele jeugdhulpverlening, een praktijkkader voor interventies en een wetenschappelijk getoetste werkmethode.
17
5. Facilitaire zaken, huisvesting en organisatie 5.1. Huisvesting en groot onderhoud Huisvesting is al geruime tijd een belangrijk onderwerp. Het eigen risico, in combinatie met het belang van een goed lange termijn financiering, en de zorginhoudelijke lange termijn behoeftes maken dat huisvesting thuis hoort op de strategische agenda. Met zo’n 80 locaties en dito huisvestingssituaties, gehuurd of in bezit, met een (continue) verander(en)de financiële omgeving en altijd in ontwikkeling zijnde zorgbehoeftes (met effecten voor de gevraagde huisvesting) moet TriviumLindenhof, zijn vastgoed kennen, beheersen en kunnen ontwikkelen. In 2011 is gestart met het bij elkaar brengen van gegevens die op onze huisvesting betrekking hebben. Dit teneinde een goede informatiebasis te hebben voor te ontwikkelen beleid. De eisen die onze stakeholders stellen aan onze huisvesting staan hierbij centraal: - Externe verantwoording; welke waarde vertegenwoordigen onze panden. Hierbij spelen de nieuwe waarderingsmaatstaven in de zorg een rol (impairment). - Interne sturing; hoe kunnen we ons vastgoed efficiënt inzetten. Welke werkplekken zijn geschikt om als flexplek te worden ingezet en op welke locaties? Kunnen we volstaan met minder locaties? - Cliëntgericht; hoe organiseren we de veelvoud van cliëntrelaties m.b.t. huisvesting zodanig dat voor iedere soort cliëntvraag een adequate dienstverlening kan worden en blijven gerealiseerd. Hoe sluit ons aanbod aan bij de ontwikkeling van de vraag? - Financiering; zijn wij in staat gewenste uitbreidingen te financieren. Hoe ontwikkelt zich de liquiditeit op lange termijn? Hoe verhouden de striktere bancaire eisen zich tot de beperkingen die t.a.v. eigen vermogen in de subsidiebeschikkingen staan? Op dit moment wordt beleid geformuleerd op bovenstaande punten voor 2012 en verder. 5.2. ICT Begin 2011 zijn alle medewerkers overgegaan op één mail systeem (outlook) en heeft de uitrol plaatsgevonden om alle locaties en medewerkers met een standaard desktop te laten werken. Daarmee wordt een grotere flexibiliteit gekregen binnen een veilige omgeving, men kan overal en ten alle tijden inloggen op de RDS (Remote Desktop System). Alle informatie wordt centraal opgeslagen en centraal op een andere locatie wordt een back-up gemaakt. In 2011 is het nieuwe cliënteninformatiesysteem Tick in gebruik genomen. Het nieuwe informatiesysteem biedt naast ondersteuning van primaire processen ook betere management en verantwoordingsrapportages dan voorheen. We werken - in stappen - toe naar dashboards voor de verschillende managementlagen en een dashboard per cliënt zodat de organisatie in 2012 op de nieuwe manier kan gaan sturen. Doel is het realiseren van concrete sturing- en management informatie. 5.3. Organisatie 5.3.1. Resultaatgerichtheid, parameters en normen TriviumLindenhof wil gaan werken met parameters voor de sturing die op alle management lagen hanteerbaar zijn. Met de parameters kan op elk niveau bekeken worden hoe de eenheid er voor staat. De set met parameters is de basis voor het resultaat management dat verder ingevoerd gaat worden tijdens het transitieproces. Doel is dat TriviumLindenhof een afgewogen set van parameters heeft voor de kosten ( efficiëntie ) en prestaties ( effectiviteit ) van clusters (inclusief cluster intern uitzendbureau). Per parameter worden normen vastgesteld waarop gestuurd gaat worden. Resultaatmanagement. Elke eenheid werkt met dezelfde parameters, zodat je kunt vergelijken en transparant kunt zijn naar de omgeving over effectiviteit en efficiency. De verschillende managementlagen werken er mee in hun financiële en planmatige sturing. En managers kunnen er het gesprek mee aan gaan met medewerkers over wat de kostenkaders zijn voor het cluster en wat de andere parameters zijn die het succes van de eenheid meten.
18
5.3.2.Tijd voor Jeugd TriviumLindenhof neemt met drie teams deel aan de landelijke pilot “Tijd voor Jeugd”. De deelnemende teams van TriviumLindenhof zijn actief in de residentiële crisisopvang, de daghulp voor kinderen van 0 – 7 jaar en jeugdhulp. In het kader van het verminderen van regeldruk, het terugdringen van wachttijd en versnellen van doorlooptijden ontwikkelt TriviumLindenhof met andere jeugdzorgaanbieders nieuwe wijzen van werken en plannen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de doorbraakmethode en LEANmanagementtechnieken. Medio 2012 resulteert het project in een handboek dat aangeboden wordt aan organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp en beleidsmakers. 5.3.3 Effectieve teams Effectieve Teams is een methodiek waarin teams zelf verantwoordelijk zijn voor hun resultaten en voor hun ontwikkeling. Kortweg komt het er op neer dat ieder uitvoerend team een eigen Team Ontwikkel Plan (TOP) opstelt, waarmee stapsgewijs verbeteringen kunnen worden aangebracht. Op 1 april 2012 is het instrument TOP beschikbaar en gebruiksklaar. In het jaar 2012 zullen minimaal 3 teams een traject TOP zijn aangegaan.
19
6. Samenwerkingsrelaties TriviumLindenhof participeert in ruim 30 netwerk-overleggen, variërend naar thema en naar niveau (bestuurlijk, organisatorisch of uitvoerend). Gemeenten Met het oog op decentralisatie van de jeugdzorg zijn de contacten met gemeenten geïntensiveerd, een ontwikkeling die zich ook in 2012 verder zal voortzetten. Met name in de Drechtsteden vindt intensief overleg plaats met gemeente Dordrecht. Zo participeert TriviumLindenhof in het kernpartner-overleg multiproblemjongeren. Doel is om vernieuwend te denken, over de grenzen van de eigen organisatie heen te kijken en om vervolgens ook aan de slag te gaan. De Centra voor Jeugd en Gezin zijn momenteel volop in ontwikkeling. Het tempo waarin dit gebeurt en de vorm waar men voor kiest, verschilt per gemeente. Op bestuurlijk niveau is er contact met CJG Rijnmond. Op regioniveau worden contacten gelegd en versterkt. De eerste verzoeken voor opvoedingsondersteuning zijn in de regio zuid door gemeente Bernisse gedaan. Er lopen nu 2 trajecten bekostigd uit de RAS-middelen. In de Hoekse Waard participeert TriviumLindenhof in het ZorgAdviesTeam (ZAT) en in het CJG overleg. In Goeree Overflakkee kan de ambulant hulpverlener van TriviumLindenhof gebruik maken van een werkplek in het CJG. Inmiddels is daar een pilot gestart ter verbetering van de nazorg van residentieel geplaatste jeugdigen, waaraan ook TriviumLindenhof mee werkt. Met Rivas en Opmaat is samenwerking gezocht voor de uitvoering van nazorg voor gezinnen, die Omgangsbegeleiding hebben ontvangen van TriviumLindenhof. Eerder zijn al genoemd de twee RAS-projecten, Nazorg voor gezinnen in de Stadsregio en Schoolcoaching in de Drechtsteden. In RAS-regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden biedt TriviumLindenhof opvoedcursussen aan. De cursussen zijn bedoeld voor ouders van jongeren met politie- en justitiecontacten. Voorkoming thuisloosheid T-Plataan, opvang voor thuisloze jongeren bekostigd door gemeente Rotterdam, betreft een intensieve samenwerking met FlexusJeugdplein en draagt bij aan voorkoming van thuisloosheid onder jongeren. De samenwerking met gemeentelijke partners in de Foyer in Dordrecht vervult een landelijke voorbeeldfunctie. Gepositioneerd in de Foyer wordt momenteel hard gewerkt aan de ontwikkeling van een nazorgproject voor jongeren, die de residentiële setting verlaten. Voorkoming Jeugdwerkloosheid In het kader van Actieplan Jeugdwerkloosheid zijn door TriviumLindenhof plannen ingediend bij gemeente Dordrecht. Het geformuleerde aanbod is zowel toegankelijk voor de doelgroep “ zwakkere jongeren” als voor de doelgroep “overbelaste jongeren”. Op gemerkt hierbij dient te worden dat het om een diffuus door de overheid/gemeente gehanteerd onderscheid gaat. Bij zwakkere jongeren gaat het vooral om het voorkomen van onevenredig nadeel voor jongeren met problemen en/of verminderde kansen als gevolg van de economische recessie en werkloosheid. In het geval van overbelaste jongeren gaat het om jongeren die op de diverse levensgebieden problemen ondervinden en waar onderwijs en hulpverlening hand in hand (dienen te) gaan. Onderwijs Zowel vanuit de daghulp als vanuit de residentiële voorzieningen is er intensief regulier contact met de scholen. Binnen de dagbehandeling 0-7 in Vlaardingen bijvoorbeeld werkt TriviumLindenhof samen met de Gelinckschool (cluster 4 onderwijs van Horizon). Ook in Drechtsteden zijn er intensieve contacten met de scholen vanuit de dagbehandeling voor het jonge kind, ondermeer met het Speciaal Basisonderwijs Beatrix de Burcht in Gorinchem. In Hoek van Holland bestaat intensieve samenwerking met de drie basisscholen de Driemaster, de Jozefschool en de van Rijckevorsselschool. Er zijn goede afspraken over de samenwerking met de drie scholen om alle kinderen die in de residentiële groepen in Hoek van Holland verblijven binnen enkele dagen op een school te plaatsen. In overleg met leerplichtambtenaren, de deelgemeente, de scholen en TriviumLindenhof zal ook volgend jaar regelmatig overleg zijn om de plaatsing van kinderen te vergemakkelijken. Vooral plaatsing van kinderen in het cluster 3 en 4 onderwijs vraagt veel extra inspanning van alle betrokkenen, omdat dat vaak erg veel tijd vraagt.
20
Al lange tijd voert TriviumLindenhof het Steunpunt Onderwijs uit op de Zuid-Hollandse Eilanden. Dit project wordt gefinancierd door de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Zuid-Hollandse eilanden (RMC) en de samenwerkende gemeenten in de regio. Vanuit het Steunpunt bestaat intensieve samenwerking met de scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs en met de jeugdzorg. Vanuit de ambulante pedagogische gezinsbegeleiding APG Perengaard wordt er samengewerkt met Rochade in Spijkenisse en Hellevoetsluis. Rochade is een onderwijs opvangvoorziening voor VoornePutten Rozenburg en is aanvullend op de zorg die op scholen voor regulier voortgezet onderwijs geboden wordt. In het kader van integratie onderwijs-jeugdzorg worden contacten opgebouwd en versterkt vanuit het MKD Dordrecht met het SPON (Speciaal Onderwijs Dordrecht, ondermeer cluster 3). Inmiddels is een samenwerkingsovereenkomst getekend. De stuurgroep Onderwijs-Jeugdzorg Voorne-Putten-Roozendaal staat onder voorzitterschap van één van de regiomanagers van TriviumLindenhof. Jeugd-GGZ en Jeugd-LVG Samenwerking met de jeugd-GGZ heeft in de crisisopvang in de Drechtsteden haar beslag in een convenant, waarmee wordt voorzien in detachering van een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige vanuit Yulius. De SPV-er wordt ingezet op verschillende locaties voor consultatie en voorlichting aan medewerkers, zoals de residentiële groepen en de Ouder-Kind-interactiegroep en zij kan zo nodig een opname bewerkstelligen in de GGZ. Bovendien wordt zij betrokken bij het opstellen van het behandelplan bij specifieke casussen. Zoals eerder vermeld worden deze afspraken binnenkort vervat in een raamconvenant. Samen met Bureau Jeugdzorg is het zogeheten zorgtafeloverleg voor moeilijk plaatsbare jongeren. Bedoeling is een platform te hebben waarbij moeilijk plaatsbare jongeren besproken kunnen worden en het hulpverleningstraject uitgezet kan worden door de diverse partijen. Kinderopvang Plus Met KindeRdam, organisatie voor kinderopvang in de Stadsregio, zijn recent de bestaande contacten aangehaald. Nagegaan wordt of een variant BSOplus kan worden ontwikkeld. Vanuit de gemeente Gorinchem is TriviumLindenhof verzocht een gelijksoortig initiatief te ontwikkelen. In Gorinchem gaat het om onderzoek naar de mogelijkheden om binnen de huisvesting van dagbehandeling 0-7 een Kinderopvang Plusgroep te starten. Ook van andere kinderopvangorganisaties is interesse in samenwerking met TriviumLindenhof. Crisisopvang Verbetering van de kwaliteit van de crisisopvang speelt in beide verzorgingsgebieden een belangrijke rol. In de Stadsregio hebben TriviumLindenhof, Stek, Flexus Jeugdplein, Bureau Jeugdzorg vanuit de stuurgroep Crisisopvang een convenant opgesteld. TriviumLindenhof draagt actief bij aan de bemensing van het Crisismeldpunt; een behandelcoördinator is regelmatig aanwezig voor consult. Daarnaast werkt TriviumLindenhof samen met Stek en FlexusJeugdplein aan de ambulante spoedhulp en heeft hiervoor 1 Fte beschikbaar gesteld.. Online hulpverlening en het gebruik van sociale media Door TriviumLindenhof, Tender en Jarabee is in de afgelopen jaren de Online hulpverlening TripiO ontwikkeld. De gezamenlijke stuurgroep zet haar werkzaamheden voort ten behoeve van landelijke uitrol. Vanaf 2011 word TripiO ingezet in het gehele verzorgingsgebied van TriviumLindenhof en zal worden nagegaan of een lichte variant zonder indicatie kan worden aangeboden vanuit de CJG. In 2011 zijn er door bureau van Montfoort/Collegio initiatieven genomen om organisaties voor jeugdzorg breed te betrekken op het onderwerp online hulpverlening en het gebruik van sociale media. De verwachting is dat dit in 2012 een vervolg krijgt. Of organisaties voor jeugdhulp samen gaan optrekken in de verdere ontwikkeling van online hulpverlening of dat het blijft bij kennisuitwisseling is nog onzeker. TriviumLindenhof zal zich verder oriënteren op de mogelijkheden van online hulpverlenen en deze waar mogelijk uitbreiden. Gezondheidszorg TriviumLindenhof werkt samen met het Albert Schweitzer Ziekenhuis en neemt deel aan het psychosociaal team en het overleg eetpoli.
21
Verslavingszorg Met Bouman-GGZ bestaat al langere tijd samenwerking betreffende het beleid rond omgaan met ‘genotsmiddelen’, onder meer uitmondend in consultatie, voorlichting en training van teams van TriviumLindenhof. De thema’s in de trainingen zijn divers en variëren van de werking van diverse middelen, signalering van problematisch gebruik, doorverwijzing, preventieve methoden tot effecten van het gebruik op gezinnen. Daarnaast biedt BoumanGGz expertise aan door modules te verzorgen in oudertrainingen (zoals ‘omgaan met pubers’), voorlichting te geven aan jongeren op een locatie van TriviumLindenhof. Bureaus Jeugdzorg en Jeugdbescherming Bureau Opnamecoördinatie van TriviumLindenhof onderhoudt intensieve contacten met Bureau Jeugdzorg en collega-zorgaanbieders. Ook participeert de Opnamecoördinatie in het Dordtse project Beter Beschermd, waarin door middel van wekelijks overleg de justitieketen zorg draagt voor voldoende en adequate doorstroom. Naast TriviumLindenhof participeren de Arrondissementsrechtbank Dordrecht, Bureau Jeugdzorg en AMK en de Raad voor de Kinderbescherming. In de Stadsregio wordt momenteel gewerkt aan een pilot Beter Beschermd plus. Het betreft samenwerking met Bureau Jeugdzorg, jeugdbescherming, de Raad voor de Kinderbescherming, Stek, FlexusJeugdplein en TriviumLindenhof in de regio Zuid. Doel van de pilot is het verkorten van de doorlooptijden, door al tijdens de Raadsmelding een ambulant hulpverleningstraject te starten. Overleg op bestuurlijk niveau Met de Bureaus Jeugdzorg Zuid-Holland en Stadsregio Rotterdam is er structureel managementoverleg, zodat beleidsontwikkeling in samenhang ter hand kan worden genomen. Ook op bestuurlijk niveau participeert TriviumLindenhof in diverse netwerken, zoals de commissie Crisisopvang en -begeleiding Stadsregio Rotterdam, de PSJ (Provinciale Samenwerking Jeugdzorg) in Zuid-Holland en het Rotterdamse Zorgaanbieders-overleg (ZAS). In PSJ-verband is op bestuurlijk niveau nieuw beleid geëntameerd ten aanzien van de perspectiefverheldering voor cliënten, waarbij een neveneffect zou kunnen zijn verkorting van de behandelduur. Eind 2010 hebben de zorgaanbieders hun plannen voorgelegd aan de Gedeputeerde. In ZAS verband wordt een convenant gesloten met de Stadsregio Rotterdam met de ambitie: De deelnemers in het convenant dragen er zorg voor dat voor alle kinderen/gezinnen waar een gezonde ontwikkeling van kinderen bedreigd wordt tijdig passende zorg en begeleiding ontvangen. Daarbij zal de geboden zorg een duurzaam effect hebben. In het werkplan 2012 en 2013 van ZAS zal deze ambitie nader worden geconcretiseerd. Samenwerking vanuit de bedrijfsvoering Uiteraard vindt er ook vanuit de bedrijfsvoering van TriviumLindenhof intensieve samenwerking plaats met tal van samenwerkingspartners. Zo bestaan er vanuit P&O intensieve contacten met de Hogescholen, waardoor vanuit een win-win-situatie diverse activiteiten kunnen worden afgestemd en uitgevoerd. In 2011 is hiertoe een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Hogeschool Rotterdam. Ook op het gebied van huisvesting en ICT is er sprake van een actief netwerk met diverse partners.
7
7
Samenwerkingsrelaties in het licht van Onderzoek en Ontwikkeling zijn al in hoofdstuk 4 aan de orde geweest.
22
7. Personeel Eind 2011 is een reorganisatie ingezet met doel enerzijds kostenbesparing en anderzijds versterking van de organisatie. Deze reorganisatie krijgt zijn uitvoering in de periode oktober tot december 2011. Per januari 2012 moet de nieuwe structuur en werkwijze er staan, maar is de verandering nog niet klaar. In 2012 worden medewerkers en leidinggevenden getraind, gecoacht en begeleid om de doelstellingen van de reorganisatie te kunnen halen. In personele zin krijgen een aantal functies te maken met verschuivingen in taken en zullen een aantal functies verdwijnen. Het gaat hierbij uitsluitend om staf en managementfuncties. 7.1. Arbeidsverzuim Per 1 februari 2011 is de samenwerking gestart met een nieuwe arbodienst en bedrijfsarts. Voornaamste doel korte termijn: het verzuimcijfer te laten dalen en tot het maximale niveau van 5%. Ingezette acties zijn: training verzuimregisseur voor alle direct leidinggevenden, aanscherping van het beleid rondom frequent verzuim, opnieuw opstarten van sociaal medisch teams, aanscherping van het beleid aangaand re-integratie intern of extern. Voor 2011 heeft dit tot nu toe geresulteerd in een daling van het cijfer. De verwachting is dat deze daling in de resterende maanden van 2011 zich zal voortzetten en op het niveau van maximaal 5% zal stabiliseren in 2012. 7.2. Beroepsregistratie TriviumLindenhof kent slechts één functionaris (verpleegkundige) die een Bigregistratieplicht kent. Voor alle overige functies geldt (nog) geen verplichte beroepsregistratie. 7.3. Verklaring omtrent gedrag (VOG) Voornemen is om per 2012 te starten met een periodieke heraanvraag van de VOG voor alle medewerkers, zodat ook voor de ‘oude’ dienstverbanden een uptodate-verklaring beschikbaar komt. Daarna zal voor iedereen vierjaarlijks deze ‘screening’ plaatsvinden 7.4. Medewerkers tevredenheid Onderzoek Van de 681 medewerkers die zijn benaderd met een uitnodiging voor deelname hebben er 321 (47,1%) de vragenlijsten afgerond en ingestuurd. Dit MTO geeft een beeld van de tevredenheid onder medewerkers en zal jaarlijks herhaald worden. Op basis van de resultaten worden relevante thema’s geselecteerd en wordt een plan van aanpak opgesteld. 7.5. Opleiding en training TriviumLindenhof besteedt veel aandacht aan opleidingen training voor medewerkers. Naast al langer bestaand aanbod aan introductie, werkbegeleiding en coaching zijn er drie ontwikkelingen die in 2012 van belang zijn. Competentie gerichte hulpverlening en management als basistraining. In 2012 zal het implementatietraject van het CHM binnen de regio’s van Drechtsteden afgerond gaan worden. Nadat in 2011 de laatste teams getraind zijn binnen alle hulpverleningsvarianten van de dagbehandeling en de residentie, zullen de ambulant medewerkers in de Drechtsteden getraind gaan worden in 2012. Voorts zal in 2012 blijvend invulling gegeven worden aan de diverse programma’s van evaluatie en onderhoud m.b.t. het competentie gericht werken. Dit zowel op het uitvoerend nivo als op het leidinggevend nivo. Dit alles wordt stichtingsbreed aangeboden. Rapportagetrainingen. In 2011 is er en pilot geweest met betrekking tot een rapportagetraining welke geleverd is door Collegio. Deze is positief geëvalueerd. Op grond hiervan zullen er in 2012 wederom dergelijke trainingen gegeven gaan worden. Naast de uitvoerend medewerkers, die rapporteren als één van de kerntaken in hun takenpakket hebben zitten, zullen ook behandelcoördinatoren naar verwachting een verkort traject volgen met betrekking tot de thematiek van rapporteren. Dit om hun coachende activiteiten te kunnen aanpassen op de behoefte van de medewerkers.
23
Onderzoek In 2011 is onderzoek gestart naar het organisatieklimaat, de discretionaire ruimte van de professional en effecten hiervan op de hulpverlening. Harry Rorije (promovendus aan de Open Universiteit) en Bert Vosselman (studeert af aan de Transfer groep Master begeleidingskunde) zijn in juli een onderzoek gestart binnen TriviumLindenhof. Het idee is om samen met medewerkers na te denken en te kijken hoe we het beste om kunnen gaan met het dilemma ruimte en verbondenheid. De keuze is gemaakt om het onderzoek uit te voeren op verschillende plekken en regelmatig met elkaar de dialoog aan te gaan over de bevindingen. Het doel hiervan is om met elkaar de beleving van ruimte, verbondenheid en organisatieklimaat te verbeteren. Om te zorgen voor voldoende inzicht in de ontwikkeling van betekenissen van professionals en hoe veranderingen optreden in het organisatieklimaat is het onderzoek langdurig van opzet. In 3 jaar tijd wordt er onderzoeksdata verkregen van vier verschillende organisaties waaronder TriviumLindenhof. Elk jaar worden de data besproken met managers en medewerkers. Doelstelling is inzicht krijgen in wat er leeft, welke gebeurtenissen relevant zijn geweest en wat TriviumLindenhof wel en niet moet doen om een optimale mix te vinden tussen ruimte en verbondenheid.
24
8. Knelpunten, kansen en dilemma’s 8.1. Knelpunten Decentralisatie Er is nog veel onduidelijk met betrekking tot de decentralisatie jeugdzorg van Provincie/Stadsregio naar gemeenten. Veel gemeenten zijn nog bezig zich te oriënteren op de transitie en hebben nog geen beleid geformuleerd. De financiële consequenties van de bezuinigingen zijn nu nog niet te overzien. TriviumLindenhof zal er alles aan proberen te doen om het belang van de klant overeind te houden en met de gemeenten het gesprek aangaan om er voor te zorgen dat cliënten de hulp krijgen die ze nodig hebben, ook al betreft het maar enkele cliënten in de betreffende gemeente. Daarnaast is er veel onzekerheid over de fasering van de stelselwijziging. Voor TriviumLindenhof is een gelijktijdige en integrale overgang van de jeugdzorg (inclusief jeugdbescherming), de jeugd GGZ en de zorg voor licht gehandicapte jeugd van Provincie/Stadsregio naar gemeenten een voorwaarde. Integrale en gelijktijdige decentralisatie van de jeugdzorg is noodzaak om de knelpunten goed op te kunnen pakken en om goede aansluitende trajecten voor kinderen en gezinnen in te kunnen zetten. Veel kleine gemeenten In het werkgebied van TriviumLindenhof hebben we te maken met erg veel CJG's en kleine gemeenten. TriviumLindenhof werkt al regionaal en is wat dat betreft goed voorbereid op de decentralisatie. Maar nu moet ook contact gelegd worden met veel kleine gemeenten en dat is enorm arbeidsintensief. Het is een uitdaging te zoeken naar een goede modus waarbij er contact is met de verschillende gemeenten, maar de tijdsinvestering in balans is. Samenwerkingsverbanden tussen gemeenten op het terrein van jeugdbeleid worden door TriviumLindenhof toegejuicht. Zo is er al samenwerking in de Drechtsteden in Zuid-Holland Zuid en heeft de coördinerend wethouder jeugd in Hendrik Ido Ambacht de bundeling van het jeugdbeleid in de regio op zich genomen. Verder vraagt TriviumLindenhof zich af wat de consequenties zullen zijn als tegelijkertijd met de decentralisatie de opheffing van de Stadsregio Rotterdam plaatsvindt. Ontschotting Samenwerking met de GGZ op het gebied van de residentiële zorg is nog niet voldoende. Veel kinderen zitten te lang in de jeugdzorg te wachten op een plek (‘bed’) bij de GGz; soepele aansluiting met GGZ wordt gemist. Het volledige hulpverleningstraject wordt zodoende onnodig verlengd. 8.2. Kansen • Door middel van de ´doorbraakmethode´laten we bestaande kaders vallen en door het formuleren van ´doorbrekende doelstellingen´zijn we op zoek naar efficiëntie verhoging binnen de hulpverlening waarbij de kwaliteit hetzelfde of hoger wordt. • Wanneer we meer zicht krijgen op doelgroepen en de perspectieven van de cliënten, kunnen we het behandelaanbod doorontwikkelen om zo te komen tot een effectief hulpaanbod dat het meest kosten/efficiënt is en aansluit op de vragen van zowel cliënten als de maatschappij. • De inzet van jeugd- en opvoedhulp in een vroeg stadium (kinderopvang en aansluiten onderwijs) zorgt ervoor dat je de aanwezige specialistische kennis gebruikt om sneller het passende aanbod te kunnen bieden. Dit creëert kansen voor het verkorten van doorlooptijden omdat je sneller de juiste hulp kan inzetten. Het effect van de hulp heeft daardoor een hoog rendement omdat cliënten nog niet hulpverleningsmoe zijn. • Het gezamenlijk organiseren van de zorg rond de cliënt (en met de cliënt), zoals in de samenwerking met Bureau Jeugdzorg en de diverse ketenpartners, verhoogt de kans op succesvolle trajecten: minder voortijdige uitval, hogere doelrealisatie, soepelere overgangen tussen lichtere en zwaardere hulpvarianten. • Door het ontwikkelen/implementeren van nieuwe interventies zorgen we voor een betere aansluiting met veranderende hulpvragen vanuit cliënten en een hulpaanbod dat gebaseerd is op actuele inzichten omtrent effectiviteit.
25
8.3. Dilemma’s • De stelselwijziging zorgt ervoor dat de jeugdzorg momenteel aan verandering onderhevig is. Organisaties moeten de aandacht richten op verschillende partijen, waarbij marktwerking een rol speelt. • Het perspectief zo snel mogelijk helder hebben, is noodzakelijk voor de cliënt. Het handelen, moet voortdurend hierop gericht zijn. Doordat organisaties met verschillende informatiesystemen en cliëntregistratiesystemen werken wordt de onderlinge uitwisselbaarheid van gegevens bemoeilijkt. Hierdoor is het lastig om bereikte resultaten goed zichtbaar te maken voor de buitenwereld en om structurele verbetermaatregelen hierin te kunnen benoemen. • Wanneer het perspectief helder is, hoe zorgen we ervoor dat dit perspectief dan binnen afzienbare tijd gerealiseerd kan worden? Hierin zijn we afhankelijk van het aantal beschikbare plaatsen en logistieke processen die in de jeugdzorg inzichtelijk gemaakt moeten worden. Van belang is dat elke organisatie de verantwoordelijkheid voelt voor het behalen van resultaten ten behoeve van elke cliënt.
26