Jaarplan DJI Datum 27 februari 2014

Jaarplan DJI 2014

Datum Status

27 februari 2014 Vastgesteld

VASTGESTELD | Jaarplan DJI 2014 | 27 februari 2014

Colofon

Afzendgegevens

Directie Finance & Control Business Control Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl

Pagina 3 van 49


Inhoud

Voorwoord 7 1 Managementafspraken DG JS – HDJI 9 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8

Masterplan DJI 9 Toekomstvisie JJI’s 9 Wet Terugkeer en vreemdelingenbewaring 9 Kwaliteitsbevordering tbs en invoering wet WFZ 10 Inkoop forensische zorg 10 Bekostigingssystematiek DBBC’s 11 Programma USB 12 Beheersmaatregelen risico’s 12

2

Doelstellingen 2014 13

2.1

Aanpak financiële problematiek 13

2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8

Uitvoering convenanten Forzo en maatregelen Rijks tbs en PPC 14 Efficiencymaatregelen JJI 14 Invoering ED 14 Inrichting regimes GW 15 Intensivering MPC 16 Afstoten capaciteit 17 Afbouwen personele omvang 17 Taakstelling hoofdkantoor 18

2.2

Gezaghebbende en toonaangevende partner (programma USB) 19

2.3

Stimulerend detentieklimaat 19

2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5

Terugdringen recidive (borging MGW) 20 Vergroten zelfredzaamheid 20 48-uurs screening 20 Individuele trajecten 20 Arbeid 20

2.4

Professionaliteit en vakmanschap 21

2.4.1 2.4.2

Detentie-specialisten vakmanschap 21 Vakmanschap hoofdkantoor 21

2.5

Verdere verbetering bedrijfsvoering 21

2.5.1 2.5.2

Verbeterplan financieel beheer 21 Verbeterplan inkoopbeheer 21

3

Risico’s en beheersmaatregelen 22

3.1 3.2 3.3

Vertraging implementatie Masterplan 22 Tempo uitstroom personeel 22 Oploop capaciteitsbehoefte 24

Pagina 4 van 49


3.4 3.5

Onvoldoende aandacht primaire proces en reguliere bedrijfsvoering 24 Implementatie ED en MPC 25

4

Capaciteit en productie 27

4.1 4.2 4.3 4.4

Gevangeniswezen 27 Forensische Zorg 28 Justitiële Jeugdinrichtingen 30 Vreemdelingenbewaring 32

5

Bedrijfsvoeringshygiëne 33

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7

Meerjarig budgettair kader 33 Betaalgedrag 33 Externe inhuur 33 Formatie en bezetting 33 Ziekteverzuim 34 Functioneringsgesprekken 35 Rechtmatigheid inkoop 35

6

Bedrijfsvoeringsstandaarden 36

6.1 6.2

Juridische kwaliteitsborging 36 Informatisering 37

7

Managementparagraaf 38

8

Aanbevelingen ADR, AR en Inspectie VenJ 39

8.1

Auditdienst Rijk en Algemene Rekenkamer 39

8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.1.5 8.1.6 8.1.7 8.1.8 8.1.9 8.1.10 8.1.11 8.1.12 8.1.13 8.1.14 8.1.15 8.1.16 8.1.17 8.1.18 8.1.19

Niet-financiële informatie 39 Jaarafsluiting 39 Voorzieningen 39 Activabeheer 39 Onderlinge leveringen 39 Overzicht kosten externe inhuur 39 I-control 40 AO/IC 40 Kasfunctie 40 Factuurverwerking 40 Betaaltermijnen DJI 41 Leonardo 41 Inkoop forensische zorg 41 Personeelsbeheer 41 Verzuim 41 Functioneringsgesprekken 41 Inkoopbeheer 41 Beheer huisvestingskosten 41 Declaraties gedragskundigen 41

8.2

Inspectie VenJ 42

Bijlage 1 Bijlage 2

Ontwikkeling capaciteit en financiën (meerjarig) 45 Afkortingen 48

Pagina 5 van 49


Pagina 6 van 49


Pagina 7 van 49

Voorwoord

De verdere implementatie van het Masterplan is in 2014 zonder twijfel de grootste uitdaging waar DJI voor staat. Het Masterplan bouwt voort op ontwikkelingen die al in gang waren gezet, maar bevat ook voornemens over vernieuwingen op het gebied van detentie, onder andere door in de toekomst meer persoonsgericht te werken, te kiezen voor een beveiligings-, zorg- en begeleidingsniveau op maat en meer uit te gaan van zelfredzaamheid van justitiabelen. Een aantal belangrijke elementen uit het traject Toekomstvast DJI is daarmee verwerkt in het Masterplan. In het kader van het Masterplan treft DJI maatregelen waarmee in 2014 een bedrag van € 145 mln. wordt bespaard. De besparingsreeks uit hoofde van het Masterplan loopt in de jaren daarna op tot € 336 mln. structureel vanaf 2018. Realisatie van deze opdracht vergt een enorme krachtsinspanning van DJI. Aanvullend op de hiervoor genoemde reeks is in de Rijksbegroting 2014 een bezuinigingspakket ter hoogte van € 6 miljard verwerkt, conform het begrotingsakkoord van de ‘constructieve oppositie’. Hieruit ontstaat voor DJI vanaf 2014 nieuwe financiële problematiek. Bovendien is in dit akkoord besloten dat de sluiting van FPC Veldzicht wordt teruggedraaid. Over de exacte invulling van deze afspraak moet nog besluitvorming plaatsvinden. De gevolgen van het begrotingsakkoord worden momenteel nader uitgewerkt en zijn daarom niet opgenomen in dit jaarplan. Het moge duidelijk zijn dat ook in 2014 weer veel aandacht uitgaat naar de bestrijding van de financiële problematiek van DJI. Ondanks de onzekerheid die dit meebrengt voor de hele organisatie blijft DJI tegelijkertijd de haar opgedragen taken met grote inzet en loyaliteit uitvoeren. Zorg voor het personeel en de kwaliteit van detentie hebben daarbij de voortdurende aandacht. Aldus wil DJI ook komend jaar weer een stevige partner zijn die berekend is op haar taak om vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen ten uitvoer te leggen en de aan haar zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen. Namens de Hoofddirectie van DJI, Peter Hennephof


Pagina 8 van 49


Pagina 9 van 49

1 Managementafspraken DG JS – HDJI

In dit hoofdstuk zijn de managementafspraken voor 2014 tussen DG JS en HDJI opgenomen. 1.1

Masterplan DJI DJI zorgt voor een beheerste implementatie van het Masterplan DJI. In de voortgangsrapportages in 2014 wordt door DJI afzonderlijk zichtbaar gemaakt wat de vorderingen zijn ten aanzien van de uitvoering van convenanten Forzo, maatregelen Rijks tbs en PPC, efficiencymaatregelen JJI, invoering ED, herinrichting regimes bij GW1, intensivering MPC, afstoten capaciteit, afbouwen personele omvang en de taakstelling op het hoofdkantoor. Daarbij wordt de relatie gelegd met de ontwikkeling van de financiële problematiek en de gevolgen voor het personeel in het kader van een zorgvuldig personeelsbeleid. Toelichting In de managementafspraak over het Masterplan DJI is een aantal DJI-onderdelen bij naam genoemd. Dat neemt niet weg dat geen enkel onderdeel van DJI gevrijwaard is voor de gevolgen van het Masterplan. In het volgende hoofdstuk is onder paragraaf 2.1 de hierboven geformuleerde managementafspraak over het Masterplan onder de noemer ‘Aanpak financiële problematiek’ nader uitgewerkt.

1.2

Toekomstvisie JJI’s DJI maakt een plan van aanpak voor de implementatie van de Toekomstvisie Justitiële Jeugdinrichtingen en geeft daarin aan welke delen van de visie in 2014 worden geïmplementeerd. Bij de implementatie wordt aansluiting gezocht bij de ketenpartners. Hieronder wordt ook de invoering van het adolescentenstrafrecht begrepen, in het bijzonder de aanpassingen die dit vergt van de JJI’s. Toelichting In 2013 is door de directie Justitieel Jeugdbeleid van DGJS gewerkt aan een toekomstvisie op de JJI’s. Hieruit is naar voren gekomen dat het eerder een agenda 2014-2018 is voor de JJI’s, dan een toekomstvisie. In deze agenda voor de JJI’s staat een paar hoofdpunten centraal: programmatisch aanbod, trajectbenadering, resultaten en imago en sturing. DJI zal de komende jaren met deze agenda aan de slag gaan. Dat resulteert in het opstellen van een plan van aanpak nadat de “Agenda JJI 2014-2018” door DG JS is vastgesteld. Dit zal in de eerste helft 2014 gereed moeten zijn. Hierbij zijn concrete acties op de hoofdpunten van de agenda uitgewerkt.

1.3

Wet Terugkeer en vreemdelingenbewaring DJI levert, in samenwerking met de beleidsdirecties DMB en DSP, een bijdrage aan de totstandkoming van de Wet Terugkeer en Vreemdelingenbewaring, toetst op uitvoeringsaspecten en draagt zorg voor de (voorbereiding van de) invoering voor zover deze het domein van DJI betreft. Daarbij dient zowel de vormgeving van de wet als de uitvoering ervan in overeenstemming te zijn met de daartoe beschikbaar gestelde middelen.

1

Herformulering van ‘Versoberen regime HvB’.


Pagina 10 van 49

Toelichting DJI gaat een bijdrage leveren aan de uitvoering van het nieuwe juridische kader “Terugkeer en vreemdelingenbewaring”. De vreemdelingenbewaring zal uit de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw) worden gehaald en komt in een nieuw juridisch kader, specifiek voor terugkeerbeleid en vreemdelingenbewaring. Invoering van dit nieuwe juridisch kader zal waarschijnlijk pas in 2016 plaatsvinden. Echter, DJI zal naast het bovengenoemde tevens de nieuwe wet toetsen op uitvoeringsaspecten en zorg dragen voor de voorbereiding van de invoering voor zover deze het domein van DJI betreft. DJI houdt tot aan de invoering van deze wet in de gaten dat een en ander past binnen de daartoe bestemde financiële middelen. 1.4

Kwaliteitsbevordering tbs en invoering wet WFZ DJI zet de eerder in gang gezette kwaliteitsbevordering in de tbs krachtig voort. Over de doorontwikkeling van de prestatie-indicatoren Doelmatigheid wordt periodiek gerapporteerd. De invoering van de Wet Forensische Zorg en de daaraan ontleende AMvB en MR worden geoperationaliseerd. Toelichting Door middel van verschillende trajecten krijgt DJI steeds beter zicht op de kwaliteit van zorg. De prestatie-indicatoren die in deze trajecten worden ontwikkeld, worden in de zorginkoop toegepast. De scores op de prestatie-indicatoren worden vanaf 2015 meegewogen. In de tbs-sector zijn twee trajecten van belang. Specifiek voor de tbs-sector is het ontwikkeltraject van de prestatie-indicatoren Doelmatigheid gestart in 2011. In samenspraak met vertegenwoordigers van de FPC’s is afgesproken indicatoren te ontwikkelen die toezien op een tweetal aspecten van de (effectiviteit van) de tbs-behandeling, namelijk (1) de doorlooptijd van de behandeling (behandelduur) en (2) maatschappelijke veiligheid (recidive/risico). De uitwerking van de eerste indicatoren, betrekking hebbend op de behandelduur, zijn begin 2012 en begin 2013 aan ieder FPC verstrekt en besproken tijdens de jaarverslaggesprekken. Daarnaast zijn in 2013 nog aanvullende indicatoren ontwikkeld op het gebied van de behandelduur, zodat het totale behandeltraject in beeld komt. Deze indicatoren worden naar verwachting begin 2014 voor de eerste keer verstrekt aan de FPC’s. Met betrekking tot het tweede aspect van de prestatie-indicatoren Doelmatigheid, de maatschappelijke veiligheid, heeft het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) in 2012 een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek had ten doel te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is de recidivecijfers op instellingsniveau te genereren. Uitkomst van dit haalbaarheidsonderzoek is onder andere dat bijkomende informatie, primair aanwezig binnen FPC’s, nodig is om te komen tot meer betrouwbare en interpreteerbare cijfers. Om dit verder te ontwikkelen zal het WODC in de tweede helft van 2013 het haalbaarheidsonderzoek met het veld continueren. Dit is des te meer van belang aangezien de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tijdens een algemeen overleg in de eerste helft van 2013 heeft toegezegd de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek naar de Tweede Kamer te zullen sturen. In 2013 worden de recidivecijfers per FPC nog anoniem verstrekt; in 2014 zullen de recidivecijfers naar verwachting op FPC-niveau aan de Tweede Kamer gerapporteerd worden. Hiernaast zal DForZo in 2014 voor de eerste keer de indicator risico-taxatie van de FPC’s ontvangen.

1.5

Inkoop forensische zorg DJI geeft uitvoering aan het meerjarenbeleid inkoop forensische zorg 2013-2017, rekening houdend met de uitgangspunten die zijn vastgelegd in het convenant.


Pagina 11 van 49

Toelichting Als gevolg van de taakstellingsopdracht van DJI zijn met de overkoepelende branche-organisaties in de forensische zorg gesprekken gevoerd over een agenda die enerzijds recht doet aan de inhoudelijke ambities en mogelijkheden, en anderzijds op verantwoorde wijze de bezuinigingen verwerkt. Het resultaat hiervan is een ‘Meerjarenovereenkomst Forensische Zorg 2013-2017’ ondertekend door het ministerie van Veiligheid en Justitie, GGZ Nederland en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. In dit convenant zijn afspraken gemaakt voor een gezamenlijke agenda om de forensische zorg kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar te houden. Met de speerpunten van DJI bij de inkoop van forensische zorg in 2014-2017 wordt getracht enerzijds de kwaliteit van de forensische zorg verder te verbeteren, en anderzijds een kader te bieden voor een beleidsrijke invulling van de bezuinigingsdoelstellingen. Dit leidt tot de volgende speerpunten voor de forensische zorg in de periode 2014-2017: meer ambulante en laag-beveiligde klinische zorg en minder hoog-beveiligde klinische zorg; inkoop en differentiatie op basis van kwaliteit; en bijdragen aan de verbetering van de continuïteit van zorg. 1.6

Bekostigingssystematiek DBBC’s DJI voert in 2014 de nieuwe bekostigingssystematiek (DBBC’s) verder in, inclusief de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC). DJI stimuleert daarbij tijdige en correcte facturering en draagt zorg voor een tijdige vastlegging en verantwoording (mede met het oog op correcte resultaatbepaling in de baten-lasten administratie). Dit vindt plaats conform de beleidsregels van de NZa. Toelichting Door de invoering van prestatiebekostiging in de forensische zorg in de vorm van DBBC’s nemen de transparantie, onderlinge vergelijkbaarheid, betaalbaarheid en doelmatigheid van de zorg toe. Ook verbetert hierdoor de aansluiting tussen de forensische en de reguliere geestelijke gezondheidszorg. In 2012 is ingestemd met de volledige invoering van de prestatiebekostiging in de forensische zorg. Voor de periode 2013 - 2015 geldt een transitiemodel. In 2013 en 2014 vindt de bekostiging voor 5% plaats op basis van de DBBC-systematiek, in 2015 voor 30% en in 2016 is de invoering van de prestatiebekostiging voltooid (100% DBBC-bekostiging). In 2013 is met het ministerie van VWS overeenstemming bereikt over de overheveling van middelen ten behoeve van de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC). Ook voor de invoering van de NHC is een transitiemodel vastgesteld. De bekostiging op basis van NHC-tarieven wordt geleidelijk opgebouwd. Met ingang van 2018 is de financiering op basis van de NHC volledig ingevoerd. DJI is al vanaf 2011 gestart met het werken met een ‘schaduwadministratie’ om ervaring op te doen met de werking en impact van DBBC-financiering. Door middel van het verder beperken van de reguliere bevoorschotting worden de zorgaanbieders in 2014 gestimuleerd tijdig en correct in DBBC’s te factureren. Mede als gevolg van de transitieperiode waarin bekostiging deels plaatsvindt op basis van de oude bekostigingssystematiek (NZa-budgetparameters) en deels op basis van de nieuwe bekostigingssystematiek (DBBC’s) is er sprake van extra complexiteit in de financiële administratie. Vanwege deze complexiteit en de ervaringen bij de jaarafsluiting 2012 is de tijdige vastlegging en verantwoording opgenomen in het Verbeterprogramma financieel beheer van DJI.


Pagina 12 van 49

De invoering van de DBBC-systematiek brengt een aantal specifieke risico’s met zich mee, waaronder het vaststellen van de tarieven door de NZa, de bepaling van het “onderhanden werk” per ultimo het boekjaar, de nieuwe vorm van de financiële administratie en het feit dat de intensiteit (in minuten) van de behandeling niet vooraf beperkt is. DJI probeert deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. Een deel van de daarvoor bedachte beheersmaatregelen is onderdeel van het Verbeterprogramma financieel beheer DJI. De uitvoering van de beheersmaatregelen en toekomstige ontwikkelingen aangaande de DBBCsystematiek wordt nauwgezet gevolgd. DJI rapporteert over voortgang van de beheersmaatregelen. DSP ziet er op toe dat, waar zich problemen voordoen, in overleg met interne en externe partners tijdig en adequaat wordt ingegrepen. 1.7

Programma USB DJI levert in 2014 de gevraagde bijdrage aan de realisatie van de doelstellingen van het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB) zoals aangegeven in de betreffende opdrachtbrief. Toelichting In het volgende hoofdstuk is onder paragraaf 2.2 de hierboven geformuleerde managementafspraak over het programma USB onder de noemer ‘Gezaghebbende en toonaangevende partner’ nader uitgewerkt.

1.8

Beheersmaatregelen risico’s DJI draagt zorg voor implementatie van toereikende beheersmaatregelen voor de uit analyse gebleken meest prioritaire risico’s (top 5 aanpak). Toelichting In hoofdstuk 3 is de hierboven geformuleerde managementafspraak over beheersmaatregelen risico’s nader uitgewerkt.


2

Pagina 13 van 49

Doelstellingen 2014

De grootste uitdaging waar DJI in 2014 voor staat is de verdere implementatie van het Masterplan. In dit kader treft DJI maatregelen waarmee in 2014 een besparing van € 145 mln. wordt behaald. Deze besparing wordt gerealiseerd door vijf typen maatregelen, te weten: ◊ goedkopere modaliteiten: invoering van een basisregime voor arrestanten en preventief gehechten, elektronische detentie, op grotere schaal gebruik maken van meerpersoonscellen en verkorting van de gemiddelde behandelduur tbs; ◊ reductie van capaciteit, waarbij voor de keuze van te sluiten locaties is gekeken naar de regionale arbeidsmarkt, de bedrijfsvoering, resocialisatie en specialismen; ◊ reductie van reservecapaciteit; ◊ het doorvoeren van tariefkortingen en kostprijsverlaging bij particuliere aanbieders; en ◊ overige maatregelen zoals kortingen op verschillende ondersteunende diensten en het hoofdkantoor. Direct na vaststelling van het Masterplan is gestart met de uitvoering van de taakstelling. Zo zijn sluitingsbrieven en aanzeggingen al in de zomer van 2013 verstuurd en is direct gestart met het opstellen van implementatieplannen per sector, dienst of maatregel. Het doel van de implementatie is meerledig. Ten eerste dient DJI zich als een goed en betrouwbaar werkgever op te stellen. Dat houdt in dat de boventallige medewerkers van werk naar werk worden begeleid. Ten tweede dient DJI haar financiële taakstelling te halen. Daarin is de oude problematiek deels meegenomen. Ten derde, en tot slot, dient na de jaren van de taakstelling een net en Toekomstvast DJI over te zijn. Dat betekent dat ook wordt gekeken naar de organisatie van DJI als geheel. Het jaar 2013 stond in het teken van planvorming, van opstarten én al de eerste resultaten halen. In 2014 staat voor DJI de (verdere) uitvoering van alle maatregelen centraal. 2.1

Aanpak financiële problematiek In deze paragraaf is managementafspraak 1.12 uit hoofdstuk 1 over het Masterplan onder de noemer ‘Aanpak financiële problematiek’ nader uitgewerkt. Op basis van het Masterplan 2013 - 2018 treft DJI maatregelen waarmee in 2014 een besparing van € 145 mln. moet worden behaald. De besparingsreeks uit hoofde van het Masterplan loopt op tot € 336 mln. structureel vanaf 2018. Momenteel werkt DJI de implementatieplannen uit. Tegelijkertijd zet DJI een monitoringssysteem op waarmee, langs de lijnen van geld, personeel en capaciteit,

2

DJI zorgt voor een beheerste implementatie van het Masterplan DJI. In de

voortgangsrapportages in 2014 wordt door DJI afzonderlijk zichtbaar gemaakt wat de vorderingen zijn ten aanzien van de uitvoering van convenanten Forzo, maatregelen Rijks TBS en PPC, efficiencymaatregelen JJI, invoering ED, herinrichting regimes bij GW, intensivering MPC, afstoten capaciteit, afbouwen personele omvang en de taakstelling op het hoofdkantoor. Daarbij wordt de relatie gelegd met de ontwikkeling van de financiële problematiek en de gevolgen voor het personeel in het kader van een zorgvuldig personeelsbeleid.


Pagina 14 van 49

de implementatie van de maatregelen uit het Masterplan kan worden gevolgd. De monitoring van de implementatie van het Masterplan wordt ingepast in de bestaande P&C-cyclus. DJI rapporteert via de reguliere P&C-cyclus in 2014, eveneens langs deze lijnen, aan de DG waarbij vanzelfsprekend ook wordt ingegaan op de specifieke onderwerpen die in de managementafspraak tussen de DG en HDJI over het Masterplan zijn opgenomen. 2.1.1

Uitvoering convenanten Forzo en maatregelen Rijks tbs en PPC De maatregelen uit het Masterplan DJI op het terrein van Forensische Zorg zien op de uitvoering van de convenanten en de maatregelen Rijks tbs en PPC. Concreet gaat het om reductie van tbs-, PPC-, FZG- en OFZ-capaciteit, tariefmaatregelen en de reductie van de gemiddelde behandelduur tbs naar 8 jaar. De capaciteits- en tariefmaatregelen worden door DJI gerealiseerd via de inkoop. Wat de reductie van tbs-capaciteit betreft wordt bovendien de afloop van de tenders benut en worden FPC’s gesloten. Met het Masterplan werd tot de sluiting van drie FPC’s besloten, maar de sluiting van Veldzicht is met het begrotingsakkoord van de ‘constructieve oppositie’ in oktober 2013 teruggedraaid. Over de exacte invulling van deze afspraak moet nog besluitvorming plaatsvinden. Voor de reductie van de gemiddelde behandelduur tbs wordt een Taskforce opgericht waarin het veld participeert. De Taskforce ontwikkelt ideeën en maatregelen. Effecten worden gemonitord via prestatie-indicatoren. Bij uitblijven van een verkorting, zal een generieke tariefkorting worden opgelegd. In 2014 worden efficiencykortingen uitsluitend als budgetkortingen opgelegd aan de zorgaanbieders.

2.1.2

Efficiencymaatregelen JJI De efficiencymaatregelen bij de sector JJI uit hoofde van het Masterplan zien in 2014 op de afstoot van de eerder buiten gebruik gestelde capaciteit van JJI Doggershoek en JJI Heuvelrug, locatie Overberg.

2.1.3

Invoering ED Deze maatregel betreft de tenuitvoerlegging van straf buiten de muren van de inrichting en is daarmee substantieel goedkoper. Invoering van ED maakt een reductie van bestaande capaciteit mogelijk: 375 intramurale plaatsen en 425 extramurale (PP) plaatsen. Het gaat om een gefaseerde invoering per 1 juli 2014. Activiteiten en resultaten 2014 ◊ Opstellen kader ten behoeve van implementatie De implementatiemanager ED en het projectteam werken het door het departement geleverde beleidskader verder uit. Een en ander moet resulteren in een operationeel kader dat bij de implementatie gebruikt kan worden. Aandachtspunt daarbij is dat vormgeving en uitvoering in overeenstemming dient te zijn met de daartoe beschikbare middelen. ◊ Opleveren producten ED Vanuit het project moeten de volgende producten worden opgeleverd: enkelbandjes, monitoringsysteem, operationele meldkamer, handboek ED, werkprocedures en protocollen. ◊ Voorbereiding invoering ED Het project draagt zorg voor een goede voorbereiding invoering ED. Dat betekent opleiden van medewerkers en proefdraaien. ◊ Invoering ED per 1 juli Uitgaande van het tijdig van kracht worden van het wetsvoorstel zal ED vanaf 1 juli 2014 gefaseerd worden ingevoerd. Dat betekent dat ZBBI-capaciteit volgens plan gesloten zal worden (zie onderdeel afstoten capaciteit).

Pagina 15 van 49


Financiële en capacitaire consequenties bij GW Er worden gefaseerd 800 ED-plaatsen gerealiseerd. Alles wat DJI minder doet gedurende het eerste deel van 2014, moet de organisatie opvangen met intramurale capaciteit. Dit betreft de vervanging van 375 intramurale plaatsen door ED en vervanging van 425 plaatsen Penitentiair Programma (PP) door ED. Dit levert in 2014 een besparing op van circa € 7,6 mln. oplopend tot structureel circa € 16 mln vanaf 2016. Wanneer het wetgevingstraject leidt tot een invoeringsdatum later dan 1 juli 2014, wordt de beoogde besparing in 2014 niet gehaald en zullen de opbrengsten van deze maatregel in tijd over de jaren naar achter schuiven. Omschrijving Omzetten intra- naar extramurale capaciteit ED Capacitaire consequenties: ED lichte variant ED midden/uitgebreide variant

2.1.4

2014 7,6

2015 15,5

2016 15,9

2017 15,9

443 182 625

435 365 800

425 375 800

425 375 800

(bedragen x 1,0 mln.) 2018 2019 15,9 15,9

425 375 800

425 375 800

Inrichting regimes GW Het doel is [1] het invoeren van een basisprogramma zonder arbeid voor arrestanten, [2] een gedeelte van het executieve personeel te vervangen door inzet van gedetineerden en [3] het realiseren van een verschuiving tussen PIW-ers en Bewa’s, door PIW-taken die vooral op beheersing zijn gericht door (goedkopere) BeWa’s te laten uitvoeren Activiteiten en resultaten 2014 Ad. 1. Invoeren basisprogramma zonder arbeid voor arrestanten. Vanaf 2014 worden arrestanten in de eerste 8 weken geplaatst op drie centrale locaties in 28-uurs-activiteitenprogramma’s zonder arbeid. Ad. 2. Deel van executieve personeel vervangen door inzet van gedetineerden. Activiteiten: benoemen van functies en taken die door gedetineerden kunnen worden uitgevoerd; het opstellen van een landelijk invoeringsplan; overleg met de GOR GW; het opstellen van een invoeringsplan per vestiging; overleg lokale OR en invoering 1 januari 2015; en uitwerken maatregel ‘inzet gedetineerden primair proces’ (zie hieronder). Ad. 3. Een nieuwe taakverdeling tussen BeWa’s en PIW-ers. Activiteiten: implementatie nieuwe taakverdeling; opstellen nieuw dagprogramma/lijnenspel; overleg lokale OR; maken nieuwe roosters; invoering 1 juni 2014; en uitwerken maatregel ‘minder differentiaties functies’ (zie hieronder). Naast de maatregelen zoals genoemd in het Masterplan treft de sector GW maatregelen ter afdekking van de structurele budgettaire problematiek. Twee maatregelen (minder differentiaties functies en inzet gedetineerden primair proces) hebben betrekking op de herinrichting regimes en zijn bij de betrokken doelstelling opgenomen.

Pagina 16 van 49


Ontwikkeltraject Doel: Het ontwerpen en invoeren van nieuwe motiverende en innovatieve detentievormen waarbij gedetineerden zelfredzaam zijn, zoveel mogelijk autonomie hebben, zelf verantwoordelijkheid nemen, ICT optimaal wordt ingezet en gedetineerden alleen worden beveiligd waar nodig. Daarmee wordt niet alleen een bezuiniging gerealiseerd, maar ontstaat ook minder detentieschade omdat gedetineerden minder ‘gehospitaliseerd’ worden. Het nieuwe detentieconcept dient uitgevoerd te worden binnen de financiële kaders. Activiteiten: ontwikkelen nieuw detentieconcept door bij drie/vier vestigingen te experimenteren; evalueren van de opbrengsten van het nieuwe detentieconcept; ontwerpen van het nieuwe detentieconcept (incl. financiële winst, uitvoerbaarheid en randvoorwaarden); opstellen invoeringsplan nieuw detentieconcept; adviesaanvraag indienen bij GOR; en implementatie nieuw detentieconcept. Financiële en capacitaire consequenties bij GW Omschrijving Invoeren sober regime voor arrestanten Invoeren goedkoper regime voor HvB Minder differentiaties functies Inzet gedetineerden primair proces

Capacitaire consequenties: Invoeren sober regime voor arrestanten Invoeren goedkoper regime voor HvB

2.1.5

2014 3,8 1,0 1,0 5,8

2015 3,8 3,0 2,0 1,0 9,8

2016 3,0 5,0 3,0 2,0 13,0

2017 3,0 5,0 3,0 3,3 14,3

905 4.500 5.405

905 4.500 5.405

905 4.500 5.405

905 4.500 5.405

(bedragen x 1,0 mln.) 2018 2019 3,0 3,0 5,0 5,0 3,0 3,0 3,3 3,3 14,3 14,3

905 4.500 5.405

905 4.500 5.405

Intensivering MPC Het meerpersoonscelgebruik (MPC) wordt maximaal ingezet en uitgebreid, wat zal leiden tot het plaatsen van ca. 50% van de populatie in een MPC-cel. Deze intensivering vormt een aanvulling op al lopende versoberingsprogramma’s (o.a. herinvoering arrestanten/sober regime) binnen de sector. Om flexibel te kunnen inspelen op veranderende capaciteitsbehoefte en om heenzendingen te voorkomen, blijft naast de vaste capaciteit een beperkte hoeveelheid reservecapaciteit nodig (zie ook het onderdeel sluitingen). Activiteiten en resultaten 2014 Uitwerking van de capacitaire maatregelen uit het Masterplan krijgt jaarlijks zijn beslag in een aangepaste penitentiaire landkaart (PLK). Het gaat binnen dit kader om de onderstaande maatregelen. ◊ Intensiveren inhuur DC Alphen Doel: Capaciteit die ingezet wordt voor Vreemdelingenbewaring en die niet meer nodig is voor vreemdelingen overnemen voor gedetineerden, waardoor duurdere capaciteit kan worden afgestoten. Het doel is namelijk op deze wijze meer MPCcapaciteit te organiseren. Overname vindt plaats per 1 juli 2014. Activiteiten: - inhuur verhogen naar 564 plaatsen (PLK 2014); - voorbereiding uitbreiding PI Alphen met capaciteit DC Alphen; en - gewijzigde inzet DC Alphen per 1 juli 2014.

Pagina 17 van 49


◊ Intensiveren inhuur DC Schiphol Doel: DBV-capaciteit die niet meer nodig is voor vreemdelingen in gebruik nemen voor strafrechtelijken, waardoor duurdere GW-capaciteit kan worden afgestoten. Activiteit: Inhuur verhogen naar 370 plaatsen (PLK 2014). ◊ Voorbereiden nieuwbouw Zaanstad Doel: Start bouw vervangende nieuwbouw realiseren voor duurdere GW-inrichtingen Activiteit: Voorbereidingen treffen/start bouw te organiseren door consortium (PPS). ◊ Afronden businesscase Veenhuizen/opstellen businesscase Scheveningen Doel: Op basis van business case bezien of ver- of nieuwbouw van de capaciteit van de PI Veenhuizen gewenst is, gericht op een zo efficiënt mogelijke exploitatie. Activiteit: Oplevering en besluitvorming over business case Veenhuizen en Scheveningen. ◊ Bouw MPC Doel: Eénpersoonscellen (EPC) ombouwen naar goedkopere meerpersoonscellen (MPC), zodat duurdere GW-capaciteit kan worden afgestoten (kostenreductie per celplaats). Activiteit: Realiseren MPC volgens tijdpad in onderstaande tabel. Om het gehele proces van verbouwen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, door optimaal van de huidige leegstand gebruik te maken, zullen de verbouwplannen voor 2015 en 2016 – waar mogelijk en verantwoord – naar voren worden getrokken. Financiële en capacitaire consequenties bij GW Omschrijving Intensivering MPC Projectkosten PPS aanbesteding Investeringen nieuwbouw* Verbouwingskosten MPC * Verbouwing ter Apel*

Capacitaire consequenties: Intensivering MPC

2014 5,2

2,1 3,5 10,8

2016 28,0

217,0

32,1

31,1

31,1

31,1

527

1.465

1.629

1.629

1.629

271

2017 31,1

(bedragen x 1,0 mln.) 2018 2019 31,1 31,1

2015 10,1 10,0 182,0 14,9

4,1

* betreft de investering die meerjarig in de huurreeks wordt verwerkt.

2.1.6

Afstoten capaciteit Voor het onderdeel capaciteit wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van dit Jaarplan.

2.1.7

Afbouwen personele omvang In onderstaande tabel staat de opbouw van de post ‘personele kosten’ van DJI. De kolom 2012 is identiek aan de kolom 2012 uit de verantwoording (jaarverslag) over de agentschapsbegroting 2012. Zoals vermeld in het Masterplan DJI van 19 juni 2013, is sprake van een afbouw van 2.000 fte tot en met 2018. Door aanvullende problematiek zal dit aantal naar verwachting hoger uitvallen. Uit het proces van interne besluitvorming aan de hand van de door de sectoren ingediende implementatieplannen, jaar- en bestedingsplannen, volgt in het kader van de voorjaarsbesluitvorming een bijgestelde reeks voor alle DJI-geledingen, dit in aanloop naar de agentschapsbegroting 2015.

Pagina 18 van 49


Personele kosten en FTE x € 1.000 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

- Gemiddelde loonsom (x € 1,-)

57.000

57.000

57.000

57.000

57.000

57.000

57.000

- Aantal fte’s

16.140

15.988

15.500

15.000

14.500

14.140

14.140

932.121

911.339

914.507

762.194

757.953

749.528

759.495

Reiskosten woon-/standplaats

23.145

23.000

20.000

19.000

18.000

17.000

17.000

Overige personele kosten

-5.494

49.000

46.000

141.000

154.000

59.000

32.000

Externe inhuur

59.386

42.000

39.000

35.000

33.000

30.000

30.000

1.039.512

1.025.339

1.019.507

957.194

962.953

855.528

838.495

Ambtelijk personeel:

Ambtelijk personeel

Totaal

Uitgangspunt bij de krimp is om zo veel mogelijk medewerkers doelgericht en doelmatig van werk naar werk te begeleiden en daarmee de frictiekosten zo laag mogelijk te houden. De medezeggenschap is betrokken conform de wet op de Ondernemingsraden. 2.1.8

Taakstelling hoofdkantoor Op 19 december 2013 is een adviesaanvraag voorgelegd aan de Ondernemingsraad van het hoofdkantoor DJI, getiteld ‘Schets van een toekomstvast hoofdkantoor DJI, vernieuwing en krimp’. In het kader van het Masterplan zet het hoofdkantoor DJI in op een reductie van 6% budget en personeel per 2014. Uiteindelijk moet in 2018 een krimp van tenminste 17% zijn gerealiseerd. Deze krimpdoelstelling wordt gerealiseerd door een fundamentele heroriëntatie op de functie van het hoofdkantoor DJI. Er is niet gekozen voor een zgn. ‘kaasschaaf-aanpak’. De belangrijkste elementen van de heroriëntatie van het hoofdkantoor zijn: ◊ duidelijkere aansturing vanuit het hoofdkantoor naar het veld; ◊ duidelijke betrokkenheid van lijndirecteuren op het hoofdkantoor bij besluitvorming; en daardoor ◊ een betere aansluiting van het hoofdkantoor en het veld, ook in relatie tot het bestuursdepartement, de schakelfunctie van het hoofdkantoor. In het besturingsmodel worden taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden helder en eenduidig belegd. Centraal staat het adagium: de lijn stuurt, de staf ondersteunt daarbij. De nadruk ligt op sturing op resultaat. Op centraal niveau worden duidelijke kaders gesteld waarbinnen directeuren in het veld hun verantwoordelijkheid kunnen invullen. Gelijksoortige werkprocessen worden zo veel mogelijk geïntegreerd. De hoofddirectie is eindverantwoordelijk voor DJI als geheel. DJI gaat werken in vijf divisies. In die divisies is het primaire proces van DJI georganiseerd. Daarnaast bestaan enkele stafdiensten die werken voor DJI als geheel. De directeuren van de divisies hebben ieder een DJI-brede portefeuille. Deze portefeuilles zijn: zorg, inkoop, klimaat, plaatsing en beveiliging. De heroriëntatie op het hoofdkantoor DJI zal in 2014 nader worden uitgewerkt. Het gaat daarbij niet alleen om een wijziging van de structuur maar ook zal gericht aandacht worden besteed aan de nieuwe manier van werken die nodig is in dit besturingsmodel.


2.2

Pagina 19 van 49

Gezaghebbende en toonaangevende partner (programma USB) In deze paragraaf is de managementafspraak 1.73 uit hoofdstuk 1 over het programma USB onder de noemer ‘Gezaghebbende en toonaangevende partner’ nader uitgewerkt4. Sinds eind 2011 participeert DJI in het departementale programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB). De te realiseren verbeteringen staan in het teken van de volgende ketendoelen: • het versnellen van de start van tenuitvoerlegging; • het verzekeren dat de straf of maatregel daadwerkelijk en op een consequente manier ten uitvoer wordt gelegd (en daarmee het voorkomen van uitval); en • het verbeteren van de informatievoorziening in het kader van informeren slachtoffers, nazorg en bestuurlijke informatievoorziening. In 2013 is de veranderagenda USB door DJI in uitvoering genomen. De in gang gezette activiteiten worden in 2014 voortgezet en uitgebreid: • Samen met het CJIB worden de activiteiten uitgevoerd die voortkomen uit de in 2013 opgestelde impactanalyse ten behoeve van de overdracht van administratieve taken (en bijbehorende kennis) door DJI aan het AICE (CJIB). • DJI bereidt zich voor op de mogelijke overdracht van het stellen van voorwaarden bij v.i. (voorwaardelijke invrijheidstelling) door het OM aan de Minister van V&J (lees: DJI). Er zijn veel raakvlakken met het onderwerp electronische detentie (ED). De portefeuillehouder ED van DJI wordt daarom nauw bij de ontwikkelingen betrokken. • Met ketenpartners wordt een (nieuw) ketenwerkproces voor informatieoverdracht tussen ketenpartners in de strafrechtsketen ontwikkeld en gerealiseerd zodat er zorgvuldige besluitvorming kan plaatsvinden over tijdelijke en/of voorwaardelijke terugkeer van justitiabelen, die een risico vormen, in de maatschappij. • In samenwerking met JustID wordt invulling geven aan de businesscase ‘Informatieportaal Justitiabelen fase 2’, die inzichtelijk maakt op welke wijze, per wanneer, tegen welke kosten en met welke baten het Informatieportaal Justitiabelen kan worden doorontwikkeld. Zo worden Jeugd en Forensische Zorg in fase 2 in INJUS opgenomen. • In samenwerking met ketenpartners wordt bij een positief besluit op de pilots ‘Versterken executie door slimmer vervoeren’ verder gewerkt aan de overdracht van het binnenarrondissementale vervoer door de politie aan DV&O (DJI). • Binnen DJI wordt invulling gegeven aan de bedrijfsvoeringsconsequenties van USB, zoals organisatiewijzigingen, personele maatregelen, administratieve organisatie, ICT, etc. In het geval dat besloten wordt het programma USB uit te breiden met JJI zal DJI de uitvoering hiervan in haar activiteitenplanning van 2014 opnemen.

2.3

Stimulerend detentieklimaat In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op de onderwerpen terugdringen recidive (borging MGW), vergroten zelfredzaamheid, 48-uurs screening, individuele trajecten en arbeid.

3

DJI levert in 2014 de gevraagde bijdrage aan de realisatie van de doelstellingen van het

programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB) zoals aangegeven in de betreffende opdrachtbrief. 4 De tekst over USB in dit jaarplan kan nog wijzigen als gevolg van de inhoud van de nu nog niet beschikbare opdrachtbrief voor 2014.


2.3.1

Pagina 20 van 49

Terugdringen recidive (borging MGW) Het programma MGW is per 1 juli 2013 beëindigd. De staande organisatie zal de activiteiten die in MGW zijn begonnen voortzetten en versterken. Teneinde de borging goed te ankeren in de organisatie zal onder meer aandacht zijn voor nazorg, re-integratie, tra-activiteiten en het D&R-plan. De invoering van elektronische detentie per 1 juli 2014 noopt tot het goed functioneren van het met MGW ingevoerde primaire proces. GW ontplooit in dit kader in 2014 de volgende activiteiten: ◊ Communiceren regelgeving Dagprogramma, Beveiliging en Toezicht op Maat; ◊ Implementeren van het Dagprogramma, Beveiliging en Toezicht op Maat; ◊ Landelijk beoordelen van de kwaliteit van de D&R plannen; ◊ Organiseren van bijeenkomsten detentie en re-integratie voor medewerkers DJI en ketenpartners; ◊ Herzien van samenwerkingsmodel nazorg in samenwerking met DSP/BD; ◊ Aanpassen DPAN naar privacy wetgeving; ◊ Aan laten sluiten van aanbod van Reflector en Kies voor Verandering bij vraag; en ◊ Ontwikkelen ondersteunende ICT. Om een beeld te krijgen van het succes van DJI op het terrein van re-integratie van gedetineerden geldt de volgende indicator: “Het aandeel gedetineerden met een verblijfsduur van meer dan 10 dagen voor wie een D&R-plan is opgesteld”. De norm die GW hanteert voor 2014 is is een score boven de 90%.

2.3.2

Vergroten zelfredzaamheid De in 2013 in gang gezette activiteiten in het kader van Toekomstvast DJI worden in 2014 voortgezet en uitgebreid. Vanaf 2013 is het toekomstbeeld via de zogenaamde ‘workout methode’ in de praktijk getoetst. De praktijktoetsen worden afgerond in 2014. Waar mogelijk worden (elementen uit) de proeftuinen in 2014 geïmplementeerd en gerealiseerd. De resultaten betreffen: Vergroten zelfredzaamheid: dit wordt gerealiseerd door een (bredere) inzet van bestaande en nieuwe technologische toepassingen, 48-uurs screening (zie 2.3.3), Individuele trajecten (zie 2.3.4) en Detentie-specialisten vakmanschap (zie 2.4.1).

2.3.3

48-uurs screening Dit betreft het ontwikkelen van een effectieve en efficiënte wijze waarop screening en plaatsing binnen 48 uur praktisch vorm kan krijgen, rekening houdend met benodigd niveau van beveiliging, zorg en zelfredzaamheid.

2.3.4

Individuele trajecten Dit betreft de in de keten beschikbare informatie en expertise beter gebruiken voor een plaatsing van de justitiabele in een voor hem geschikt individueel traject vanuit een centrale of regionale voorziening waarmee recidive worden voorkomen en herstel richting samenleving plaatsvindt.

2.3.5

Arbeid Vanaf januari 2014 is het programma Modernisering Penitentiaire Arbeid formeel beëindigd. Daarmee zijn nog niet alle ambities rond de arbeid gerealiseerd. In 2014 ligt de focus op de verhoging van de productie. Ten eerste wordt het portfolio van de arbeidsbedrijven uitgebreid. Ten tweede gaat Arbeid verder met de realisatie van inbesteding van het Rijk bij In-Made. Daarnaast wil de sector GW vakscholing voor gedetineerden verder afstemmen op de vragen van het bedrijfsleven en de verblijfsduur en inzet van gedetineerden. Invoering van een nieuwe PBW is voorzien voor de tweede helft van 2014. Daarna is arbeid niet langer een recht of een plicht, maar een voorrecht. De invoering van elektronische detentie maakt gedrag en prestatie bij de arbeid belangrijk als selectiecriterium. Hiervoor zijn vormen van penitentiaire arbeid beschikbaar die buiten de deur door kunnen gaan.


Pagina 21 van 49

2.4

Professionaliteit en vakmanschap

2.4.1

Detentie-specialisten vakmanschap Hierbij wordt beoogd de expertise van DJI als detentie-specialisten beter af te bakenen, beschikbare kennis daarover te bundelen (via de kennisagenda) en te vertalen naar het benodigde vakmanschap.

2.4.2

Vakmanschap hoofdkantoor De doelstelling van het project Vakmanschap hoofdkantoor DJI is het bijdragen aan vakmanschap van leidinggevenden en medewerkers om te komen tot een sterk hoofdkantoor. De kern van het project Vakmanschap hoofdkantoor DJI ligt in het inrichten en borgen van de cyclus in beeld brengen, ontwikkelen en meten van vakmanschap onder verantwoordelijkheid van de lijn. Het jaar 2013 staat/stond in het teken van het in beeld brengen van vakmanschap door middel van het opstellen van individuele portfolio’s/POP’s en teamontwikkelplannen en de start van de uitvoering van de ontwikkeling van vakmanschap. In 2014 (en 2015) wordt de volledige Vakmanschapscyclus geëffectueerd. Per directie/afdeling wordt op basis van een ontwikkelplan 2014-2015 individuele en teamgerichte ontwikkeling van vakmanschap uitgevoerd. Meting van de effecten van de ontwikkeling vindt met name plaats aan de hand van gesprekken tussen leidinggevende en medewerker en gesprekken binnen het team. Ook andere instrumenten worden ingezet om het effect op het functioneren van leidinggevenden, medewerkers en teams te meten: evaluatie van individuele en teamontwikkelactiviteiten, (vergelijking van) P-gesprekken, 360 graden feedback en medewerkerstevredenheidsonderzoeken.

2.5

Verdere verbetering bedrijfsvoering

2.5.1

Verbeterplan financieel beheer DJI heeft in 2013 een start gemaakt met het Verbeterprogramma financieel beheer. Belangrijkste doelstelling van dit programma is het in control krijgen van enkele hardnekkige problemen betreffende het financieel en inkoopbeheer. Het beoogde resultaat is een goedkeurende verklaring over 2013 van zowel de Auditdienst Rijk (ADR) als de Algemene Rekenkamer (AR). In hoofdstuk 8 wordt nader ingegaan op een aantal onderdelen van het Verbeterplan die deels ook doorlopen in 2014. In het Verbeterplan wordt onder meer een voorstel uitgewerkt waarbij de administratieve structuur van DJI (circa 60 administratieve eenheden) wordt gereduceerd naar slechts één administratieve eenheid. In combinatie met andere maatregelen (denk aan reductie onderlinge leveringen) is de verwachting dat de administratieve beheerslasten worden gereduceerd. Het eventuele besluit tot uitvoering leidt tot een deelproject in 2014 welke naar verwachting in januari start.

2.5.2

Verbeterplan inkoopbeheer De uitvoering van het Verbeterplan inkoopbeheer (de gouden driehoek) is in 2013 afgerond. Dit betekent echter niet dat in 2014 alle aandacht op inkoopgebied afneemt. Vanuit de stafdirectie FHI is het nieuwe inkoopbesturingsmodel uitgewerkt waarbij een duidelijke beschrijving van de taken, rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de actoren binnen het inkoopproces van DJI beschreven zijn. In de uitwerking zijn onder meer de volgende verantwoordelijkheden in het inkoopproces aan de orde gekomen: kaderstelling, behoeftestelling, uitvoering van de inkoop, het toezicht en de sturing op het inkoopproces. Hierbij is een nadere invulling gegeven aan demand-, portfolio- en categoriemanagement binnen DJI. Met de opstart en inrichting van het IUC DJI en de veranderde werkwijze bij de demandorganisatie van FHI, wordt in 2014 gewerkt aan de verdere optimalisering van de processen en de werkwijzen.


Pagina 22 van 49

3 Risico’s en beheersmaatregelen

In dit hoofstuk wordt managementafspraak 1.85 uit hoofdstuk 1 over de beheersmaatregelen risico’s nader uitgewerkt. 3.1

Vertraging implementatie Masterplan Risico: Doordat in de uitvoering blijkt dat er intern (eigen personeel) of extern (lokale overheden, ketenpartners e.d.) onvoldoende draagvlak bestaat voor de voorgestelde acties uit het Masterplan, wordt vertraging opgelopen en worden taakstellingen niet gerealiseerd. Toelichting/beheersmaatregelen Het ontbreken van draagvlak voor de voorgestelde acties uit het Masterplan is een risico dat constante aandacht vergt binnen alle geledingen van DJI. Alle sectoren en diensten hebben direct na vaststelling van het Masterplan implementatieplannen opgesteld en zijn aldus nauw betrokken bij de uitwerking van de maatregelen. Het Masterplan heeft grote consequenties voor de werkgelegenheid binnen de organisatie. Om het draagvlak onder het eigen personeel te behouden en verder te vergroten, vindt de implementatie van het Masterplan plaats in nauw overleg met ondernemingsraad. In het kader van goed werkgeverschap spant DJI zich in om alle boventallige medewerkers van werk naar werk (VWNW) te begeleiden. Voor een toelichting op het VWNW-beleid wordt verwezen naar paragraaf 3.2 in dit Jaarplan. Onder andere via de samenwerking in de Veiligheidshuizen onderhoudt DJI relaties met lokale overheden en ketenpartners. Mede langs die weg blijft DJI ook in nauw contact met haar partners over de implementatie van het DJI Masterplan. Mocht het draagvlak voor één of meerdere maatregelen uit het Masterplan desondanks onvoldoende blijken en consequenties hebben voor het tijdig uitvoeren van de maatregelen, dan zal in overleg met de DG worden bezien welke alternatieve maatregelen worden ingezet. In paragraaf 3.5 is bijvoorbeeld ten aanzien van ED en MPC een aantal mogelijke beheersmaatregelen opgenomen.

3.2

Tempo uitstroom personeel Risico: Ofwel door het niet realiseren van doelstellingen omtrent het van werk naar werk begeleiden van personeel vindt uitstroom niet snel genoeg plaats, waardoor de kosten van een/de reorganisatie ongewenst oplopen. Ofwel door een te snelle uitstroom van (kwalitatief goed) personeel ontstaat een ongewenste druk op de continuïteit en kwaliteit van het primaire proces van bestaande en te sluiten inrichtingen/onderdelen. Toelichting/beheersmaatregelen Het beschreven risico bestaat uit twee onderdelen: Deel A Door het niet realiseren van doelstellingen omtrent het van werk naar werk begeleiden van personeel vindt uitstroom niet snel genoeg plaats, waardoor de kosten van een/de reorganisatie ongewenst oplopen.

5

DJI draagt zorg voor implementatie van toereikende beheersmaatregelen voor de uit analyse

gebleken meest prioritaire risico’s (top 5 aanpak).


Pagina 23 van 49

Hieraan liggen drie mogelijke oorzaken ten grondslag: 1. Lokale en regionale arbeidsmarkt biedt onvoldoende arbeidsplaatsen. 2. Overige partijen binnen de (Rijks)overheid bieden onvoldoende geschikte arbeidsplaatsen. 3. Er is sprake van een groep lastig bemiddelbare medewerkers. Beheersmaatregelen die worden ingezet om deze problematiek aan te pakken: Ad. 1. Oorzaak 1 is niet rechtstreeks beïnvloedbaar, Ad. 2. Oorzaak 2 is indirect, langs interdepartementale weg, beïnvloedbaar, Ad. 3. Oorzaak 3 is deels beïnvloedbaar: Bij de groep lastig bemiddelbare medewerkers is altijd sprake van individuele problematiek. Er is in verschillende mate sprake van niet kunnen en/of niet willen. De oplossing moet dan ook altijd gevonden worden in maatwerk. NB: het lijnmanagement moet hiervoor dan ook de financiële ruimte hebben/krijgen. Ervaring bij Jeugd leert dat het oplossen van deze problematiek een zeer langdurig proces is, dat veel sturing en aandacht vergt van management en begeleiding. Het verdient aanbeveling in de begeleiding van de personele mobiliteit gebruik te maken van risico analyse modellen, waarbij per individu een profiel wordt opgesteld op basis van een analyse van plaatsbaarheid en problematiek, en de te nemen stappen daarop gebaseerd kunnen worden. BBA beschikt over deze methodiek en modellen. Aangezien succes op dit gebied afhangt van de mate waarop het management zicht heeft op de individuele medewerkers is het essentieel dat bijvoorbeeld P dossiers op orde zijn, functioneringsgesprekken worden gehouden, het verzuimprotocol correct wordt gehanteerd etc. Monitoring risico door middel van periodieke rapportage VWNW (DPMO/SSC). Sturing: het te langzaam plaatsvinden van voldoende uitstroom alsmede de te nemen maatregelen wordt gerapporteerd en besproken binnen de A3-systematiek. Deel B Door een te snelle uitstroom van (kwalitatief goed) personeel ontstaat een ongewenste druk op de continuïteit en kwaliteit van het primaire proces van bestaande en te sluiten inrichtingen/onderdelen. In te zetten beheersmaatregelen om deze problematiek te voorkomen: 1. Sturing op de personeelscomponent: Men kan in het aanwijzen van VWNW kandidaten voor de vrijwillige fase bepaalde strategisch belangrijke groepen medewerkers uitsluiten. Hierdoor kan uitstroom enigszins beperkt worden. Ervaring leert echter dat het vertrek van de hoogste kwaliteit zeer moeilijk valt tegen te houden. Hiervan is vrijwel altijd sprake binnen reorganisatie trajecten. 2. Opvangen van capaciteitsproblemen door inhuur externe medewerkers. 3. Sturing op de gedetineerdencomponent: Verplaatsen van ingeslotenen indien garanderen kwaliteit primair proces niet meer reëel is. Monitoring risico door middel van periodieke rapportage VWNW (DPMO/SSC). Het te snel plaatsvinden van uitstroom en daaruit voortvloeiende capacitaire problematiek alsmede de te nemen maatregelen wordt gerapporteerd en besproken binnen de A3 systematiek.


Pagina 24 van 49

Beheersmaatregel risico’s A en B: De personele mobiliteit en complexiteit van het begeleiden van medewerkers VWNW binnen DJI is een uitvloeisel van de beleidswijzigingen en de taakstelling, vastgelegd in het Masterplan. De loop van dit proces (uitvoering van gehele Masterplan) bepaalt o.a. het proces (onder andere medezeggenschap en vakorganisaties) en de hoeveelheid tijd en ruimte die beschikbaar is voor de uitvoering van de personele mobiliteit. Eventuele vertragingen in het (voor) proces leiden onherroepelijk tot meer (tijds)druk op de uitvoering van alle personele consequenties en acties. De centrale regie op dit gehele proces van de uitvoering van het masterplan is cruciaal voor het welslagen van de operatie. Wellicht dat ook de ervaringen bij Jeugd nog aanleiding geven om in dit proces verbeteringen aan te brengen. 3.3

Oploop capaciteitsbehoefte Risico: Door een toename van voorziene aantallen justitiabelen in de PMJ-raming, ontstaat toch meer behoefte aan capaciteit met als gevolg heenzendingen, onverwachte investeringen of het niet behalen van taakstellingen. Toelichting/beheersmaatregelen Dit risico behelst zowel een outputcomponent (niet halen doelstelling insluiten) als een financiële component. Door DJI wordt de ontwikkeling van de bezetting nauwlettend gemonitord. Dit maakt tevens deel uit van de P&C-cyclus met DGJS. Naast de huidige capaciteitsmarge kent DJI diverse beheersmaatregelen om heenzendingen te voorkomen. Naast temporiseren sluitingen, gebruik maken van capaciteit van onder andere DBV en de mogelijkheid om gedetineerden vervroegd voorwaardelijk in vrijheid te stellen is ook het verruimen van Elektronische Detentie een beheersmaatregel.

3.4

Onvoldoende aandacht primaire proces en reguliere bedrijfsvoering Risico: Door focus op het Masterplan is er onvoldoende aandacht voor risico’s in het primaire proces en de bedrijfsvoering, waardoor de beheersing van de DJIorganisatie (inclusief het veld) teveel in het gedrang komt. Toelichting/beheersmaatregelen Als gevolg van alle aandacht die binnen DJI in 2014 e.v. zal uitgaan naar het Masterplan, ontstaat het risico dat andere belangrijke aandachtsgebieden in het primaire proces en de bedrijfsvoering daarbij ondergesneeuwd raken. Specifiek kan hierbij gedacht worden aan verminderde aandacht voor het terugdringen van recidive, verminderde aandacht voor (financiële) uitvoeringsproblematiek (naast het Masterplan) en het onvoldoende aangehaakt blijven bij (inter)departementale ontwikkelingen zoals SGO5. Om de aandacht voor het primaire proces en de bedrijfsvoering ondanks het Masterplan voldoende te borgen, zullen deze onderwerpen ook in 2014 gevolgd worden in de P&C-cyclus en besproken in de A3-gesprekken tussen de Hoofddirectie DJI en de directeuren van de diverse geledingen. Voor de genoemde specifieke aandachtsgebieden zijn/worden daarnaast de volgende beheersmaatregelen genomen: ◊ Recidive: door middel van motiverende bejegening blijft GW inzetten op het terugdringen van recidive. Ook in Toekomstvast DJI wordt – door een toenemende focus op risicobepalende factoren – het onderwerp recidivevermindering nadrukkelijk betrokken. Tenslotte is binnen DJI besloten om meer naar outputsturing (waaronder recidivevermindering) toe te groeien. In 2014 moeten hiervoor de randvoorwaarden worden gecreëerd. ◊ Financiële uitvoeringsproblematiek: naast de besparingsopdracht uit het Masterplan wordt DJI geconfronteerd met financiële uitvoeringsproblematiek, met


Pagina 25 van 49

name bij GW en DV&O. Zowel GW als DV&O hebben inmiddels plannen ontwikkeld waarmee niet alleen invulling wordt gegeven aan de opgaven uit het Masterplan maar ook de lopende financiële problematiek met maatregelen wordt belegd. In 2014 zal de voortgang hiervan nauwlettend worden gevolgd. GW is tevens bezig om leegstand te concentreren. Daarnaast wordt bezien of in 2014 de druk met betrekking tot de financiële sturing bij GW lager in de organisatie kan worden gelegd (op vestigingsniveau). ◊ SGO5: om voldoende aangehaakt te blijven bij belangrijke (inter)departementale ontwikkelingen zoals SGO5 – die mede bepalend zijn voor de sturingsmogelijkheden van DJI op haar belangrijkste bedrijfsmiddelen in de toekomst – zal DJI in 2014 voldoende capaciteit vrijmaken om op strategisch niveau volwaardig mee te participeren in deze trajecten. 3.5

Implementatie ED en MPC Risico: Door onvoldoende toepassing van Elektronische Detentie en MPC worden taakstellingen niet gerealiseerd. Toelichting/beheersmaatregelen Vertragingen in oplevering op de vastgestelde data waardoor er een capaciteitstekort ontstaat Risico MPC: Vertraging in dan wel het gedeeltelijk uitblijven van de oplevering van de te realiseren (MPC)capaciteit (bouw MPC in bestaande GW-vestigingen, overname/inhuur van MPC-rijke DBV capaciteit of verbouw/nieuwbouw in Zaanstad en Veenhuizen) en geen tijdige communicatie hierover waardoor capaciteitstekorten ontstaan omdat de compenserende maatregel (sluitingen van locaties) wel is of wordt doorgevoerd. Beheersmaatregelen • Preventief: tweewekelijks monitoringsoverleg tussen GW, RGD en FHI; • Inventariseren binnen welke locaties een verdere intensivering van MPC mogelijk is ter compensatie van niet geleverde MPC capaciteit; • Temporiseren van de voorgenomen sluitingen van locaties; • Leeg/buitengebruikstaande capaciteit binnen de DBV/JJI gebruiken; • Intensiveren van art.15.5 / 43.3 PBW plaatsingen; • Intensiveren Electronische Detentie (ED); • Vervroegde voorwaardelijke invrijheidstelling (artikel 15 WvS). Risico ED: Vertraging in dan wel het geheel of gedeeltelijk uitblijven van de van de te realiseren detentiemodaliteit Electronische Detentie (ED) en geen tijdige communicatie hierover waardoor intramurale capaciteitstekorten ontstaan omdat de compenserende maatregel (sluitingen van locaties) wel is of wordt doorgevoerd. • Temporiseren van de voorgenomen sluitingen van locaties; • Handhaven bestaande regelgeving inzake Penitentiaire Programma's en ten opzichte van de huidige aantallen (462 op meetmoment week 40) intensiveren van het aantal programma’s. • Leeg/buitengebruikstaande capaciteit binnen de DBV/JJI gebruiken; • Intensiveren van art.15.5 / 43.3 PBW plaatsingen; • Vervroegde voorwaardelijke invrijheidstelling (artikel 15 WvS). Regionale personeelstekorten als gevolg van vertragingen elders Risico: Indien er vertraging ontstaat in de oplevering zal te sluiten capaciteit operationeel moeten blijven. Dit brengt met zich mee dat duurdere capaciteit langer operationeel is en de planning personeelsstromen wordt verstoord zodat er niet


Pagina 26 van 49

tijdig voldoende personeel beschikbaar is op de gewenste plaats en de geplande capaciteit niet tijdig in gebruik genomen kan worden. Beheersmaatregelen • Preventief: tweewekelijks monitoringsoverleg tussen GW, RGD en FHI; • Temporiseren van de voorgenomen sluitingen van locaties; • Tijdelijk inhuur van G4S en/of DV&O personeel toestaan. Kostenbeheersing Risico: In de planontwikkeling kunnen binnen locaties verborgen gebreken aan het licht komen welke ten tijde van het inventariseren van de mogelijkheden niet bekend waren en realisatie van geplande capaciteit door te hoge bouwkosten onmogelijk maken. Beheersmaatregel • Preventief: twee wekelijks monitoringsoverleg tussen GW, RGD en FHI. • De RGD heeft de opdracht gekregen om de voor- en nadelen van een mechanische luchtverversing te onderzoeken en hierover te rapporteren. • Inventariseren binnen welke locaties een verdere intensivering van MPC mogelijk is ter compensatie van niet geleverde of elders te dure MPC capaciteit; • Kritische toetsing door hoofdkantoor en veldorganisaties van het Programma van Eisen betreffende meerpersoonscellen Prognose & bezetting Risico: Als er sprake is van een maximale bezetting conform PMJ kan de te verbouwen capaciteit gedurende enkele maanden niet worden leeg gezet ten behoeve van de benodigde verbouwingen. De strategische reserve capaciteit is immers minimaal (256 plaatsen) en te klein in verhouding tot de (ver)bouwopgave in Veenhuizen en/of de te realiseren 842 MPC. In dat geval zal er vertraging in de oplevering ontstaan. Zie hiertoe de toelichting onder “vertragingen in oplevering op de vastgestelde data waardoor er een capaciteitstekort ontstaat“ Beheersmaatregel • Preventief: tweewekelijks monitoringsoverleg tussen GW, RGD en FHI; • DGW heeft de opdracht uitgegeven waar dat mogelijk is, versneld de MPC te realiseren. Hiermee optimaal gebruik makend van de huidige leegstand binnen het GW; • Temporiseren van de voorgenomen sluitingen van locaties; • Leeg/buitengebruikstaande capaciteit binnen de DBV/JJI gebruiken; • Vervroegde voorwaardelijke invrijheidstelling (artikel 15 WvS); • Intensiveren Electronische Detentie (ED); • Intensiveren van art. 15.5/43.3 PBW plaatsingen.

Pagina 27 van 49


4 Capaciteit en productie

4.1

Gevangeniswezen Totaaloverzicht capaciteit GW De onderstaande tabel geeft de aansluiting weer tussen de Begroting 2013 en 2014.

Intramurale capaciteit Reservecapaciteit PPC-plaatsen GGZ-plaatsen Penitentiaire programma's (PP's) Totaal capaciteit begroting 2013

2013 11.346 569 680 210 455 13.260

2014 11.396 572 680 210 450 13.308

2015 11.411 577 680 210 442 13.320

2016 11.406 578 680 210 432 13.306

2017 11.404 580 680 210 432 13.306

2018 11.404 580 680 210 432 13.306

PMJ 2014 intramurale capaciteit PMJ 2014 reservecapaciteit PMJ 2014 extramurale capaciteit

0 0 0

129 26 -7

129 26 -7

129 26 -7

129 26 -7

129 26 -7

Vervangen intramurale capaciteit door ED Vervangen penitentiaire programma's door ED Reduceren reservecapaciteit Neerwaartse bijstelling PPC-plaatsen Neerwaartse bijstelling GGZ-plaatsen

0 0 0 0

182 443 -342 -60

365 435 -342 -60

375 425 -342 -60

375 425 -342 -60 -48

375 425 -342 -60 -48

11.346 569 680 210 455 0 13.260

11.228 256 620 210

11.235 261 620 210

11.220 262 620 210

11.266 264 620 162

11.266 264 620 162

625 12.939

800 13.126

800 13.112

800 13.112

800 13.112

Intramurale capaciteit Reservecapaciteit PPC-plaatsen GGZ-plaatsen Penitentiaire Programma's (PP's) Elektronische detentie (ED) Totaal capaciteit begroting 2014

De maatregelen zoals genoemd in het Masterplan leiden tot sluiting van (locaties van) inrichtingen. De voorgenomen sluiting zal fasegewijs plaatsvinden in de periode 2013 – 2018. Bij de (voorgenomen) sluiting is het van belang dat te allen tijde voldoende sanctiecapaciteit beschikbaar is om te voldoen aan de geldende opdracht conform PMJ 2014. Dit betekent dat toekomstige sluitingen alleen plaatsvinden wanneer en voor zover de actuele capaciteitsbehoefte en de financiële middelen deze ook daadwerkelijk mogelijk maken. Activiteiten en resultaten 2014 ◊ Opstellen en uitvoeren lokaal sluitingsplan De vestigingsdirecteuren van de te sluiten inrichtingen zijn verantwoordelijk voor het opstellen en na goedkeuring uitvoeren van het lokale sluitingsplan (aan de hand van centraal beschikbaar gestelde richtlijnen en formats). Onderdeel van dat plan is de gefaseerde uitstroom van gedetineerden. Vanuit de vestiging zal een portefeuillehouder aangewezen worden die verantwoordelijk is voor het coördineren van het gehele sluitingsproces. De portefeuillehouder wordt bijgestaan door een werkgroep met vertegenwoordigers van de vestiging en het hoofdkantoor (IZ, bedrijfsvoering, SSC, BBA). ◊ Uitvoeren nulmeting Door de huisvestingsadviseur van DJI/DFHI wordt per te sluiten inrichting een zogenaamde nulmeting georganiseerd. Tijdens deze nulmeting worden in overleg met de inrichting en de RGD, RVOB afspraken gemaakt over de opleveringsstaat van het gebouw, incl. afspraken over installaties, etc. De huisvestingsadviseur

Pagina 28 van 49


hanteert hierbij een checklist, die ook ter beschikking van de inrichting wordt gesteld. De accountmanager GW is bij deze nulmeting aanwezig en bewaakt dat partijen SMART-afspraken maken. ◊ Reduceren van reservecapaciteit Ten opzichte van de 5,1% marge (PMJ) wordt de reservecapaciteit gereduceerd met 342 plaatsen, waardoor structureel 256 plaatsen resteren (gedeeld met de Vreemdelingenbewaring). Financiële en capacitaire consequenties In 2014 te sluiten locaties

Aantal plaatsen reductie

PI PI PI PI PI PI PI PI PI PI

Ca. 28 plaatsen (ZBBI) Ca. 28 plaatsen (ZBBI) Ca. 27 plaatsen (ZBBI) Ca. 38 plaatsen (ZBBI) Ca. 24 plaatsen (ZBBI) Ca. 30 plaatsen (ZBBI) Ca. 120 plaatsen (BBI) Ca. 72 plaatsen (PPC) Ca. 287 plaatsen Ca. 214 plaatsen

Haaglanden, locatie ZBBI Scheveningen Zuid Oost, locatie Te Roer Middelburg, locatie Nederhof Almelo, locatie Niendure Veenhuizen, locatie Fleddervoort Grave, locatie De Marstal Veenhuizen, locatie Bankenbosch* Limburg Zuid, locatie Overmaze Hoogeveen Amsterdam, locatie Havenstraat

*Sluiting in het kader van het masterplan Gevangeniswezen 2009 – 2014 Omschrijving Frictieproblematiek: Afkoop boekwaarden Afkoop/versnelde afschrijving inventaris etc.

4.2

2014

2015

40,5 2,0 42,5

104,7 7,9 112,6

2016

2017

(bedragen x 1,0 mln.) 2018 2019

Forensische Zorg Op grond van het Masterplan DJI en de Meerjarenovereenkomst Forensische zorg die de Staatssecretaris van VenJ heeft gesloten met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en GGZ-Nederland, zullen de komende jaren capacitaire maatregelen worden doorgevoerd bij alle productsoorten van de Forensische zorg. De maatregel “beperken gemiddelde behandelduur tbs tot 8 jaar” zal leiden tot minder behoefte aan tbs-capaciteit en extra behoefte aan capaciteit in de overige forensische zorg, omdat patiënten eerder zullen doorstromen naar minder zware voorzieningen. TBS In het Masterplan DJI is voor de tbs een viertal capacitaire maatregelen opgenomen, waardoor de capaciteit per 2018 met 352 plaatsen wordt gereduceerd. De capaciteitsreductie zal deels worden gerealiseerd door sluiten van twee particuliere FPC’s. Het gaat hierbij FPC Oldenkotte per ultimo 2014 en FPC 2Landen per ultimo 2015. De resterende capaciteitsreductie zal zo veel mogelijk worden gerealiseerd middels het herbestemmen van tbs-plaatsen tot FPK-capaciteit. De reservecapaciteit wordt als gevolg van maatregel 2 volledig afgebouwd.

Pagina 29 van 49


Ontwikkeling capacitaire taakstelling tbs gemiddelde capaciteit

2014

2015

2016

2017

2018

1.888

1.817

1.751

1.691

1.691

1. uitgaan van 100 opleggingen i.p.v. 110

-16

-25

-34

-41

-41

2. afbouwen reservecapaciteit

-90

-87

-83

-81

-81

3. beperken gem. behandelduur tot 8 jaar

-52

-75

-133

-160

-210

Stand ontwerp begroting 2013 Maatregelen masterplan

4. herplaatsingen op bepaalde momenten Stand ontwerp begroting 2014 Vertraging gem. tbs-beh.duur 8 jaar Stand jaarplan 2014

0

0

-10

-20

-20

1.730

1.630

1.491

1.389

1.339

1.630

1.491

1.389

1.339

52 1.782

Met betrekking tot de maatregel “gemiddelde behandelduur tbs verlagen tot 8 jaar” wordt een taskforce ingesteld. Deze gaat ideeën en maatregelen ontwikkelen om de behandelduur te verkorten. De effecten zullen worden gemonitord via prestatieindicatoren doelmatigheid zoals doorlooptijd tbs behandeling. Voor 2014 wordt nog geen effect van deze maatregel verwacht. Dit betekent dat de verlaging van 52 tbsplaatsen moet worden teruggedraaid. Daar staat tegenover dat ook het veronderstelde “waterbedeffect” in de Overige forensische zorg ook niet zal optreden, waardoor 52 FPK-plaatsen minder benodigd zijn. Inkoop intramurale overige forensische zorg in het strafrechtelijk kader Bij de intramurale forensische zorg vindt enerzijds reductie van de capaciteit plaats als gevolg van een MP-maatregel, anderzijds groeit de capaciteit vanwege het toekennen van autonome groei per 2013, de overheveling van DSP van de 24-uurs nazorgplaatsen en het “waterbedeffect” als gevolg van het beperken van de gemiddelde behandelduur tbs tot 8 jaar. Per saldo is sprake van een toename van de capaciteit met 264 plaatsen per 2018. Inkoop intramurale overige forensische zorg bedragen x € 1.000 Stand ontwerp begroting 2013

2014

2015

2016

2017

2018 1.376

1.376

1.376

1.376

1.376

Autonome groei OFZ (2,5%)

34

34

34

34

34

Overboeking 24-uurs nazorg

198

176

153

108

108

-35

-35

-35

-35

-35

52

75

133

160

157

1.625

1.626

1.661

1.643

1.640

1.626

1.661

1.643

1.640

Maatregelen Masterplan 1. Reduceren OFZ-capaciteit 2. Waterbedeffect gem. tbs-beh.duur 8 jaar Stand ontwerp begroting 2014 Vertraging gem. tbs-beh.duur 8 jaar Stand jaarplan 2014

-52 1.573

Inkoop ambulante forensische zorg in het strafrechtelijk kader Voor de ambulante forensische zorg geldt een productietaakstelling in geld. De beschikbare middelen voor ambulante forensische zorg nemen de komende jaren per saldo toe als gevolg van autonome groei, indexering en maatregelen uit het Masterplan en de Meerjarenovereenkomst.

Pagina 30 van 49


Inkoop ambulante forensische zorg bedragen x € 1 mln.

2014

2015

2016

2017

2018

Stand ontwerp begroting 2013 (p.p. 2013)

54,4

54,0

54,0

54,0

54,0

Autonome groei (2,5%)

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

OVA 2013

1,2

1,2

1,2

1,2

1,2

1,0

1,0

1,0

1,0

1,0

-2,4

-3,1

-3,5

-3,5

-3,5

Maatregelen Masterplan Waterbedeffect gem. tbs-behandelduur 8 jaar Uitbreiding ambulante zorg in PI's (door verlagen PPC ) Tariefsmaatregelen

0,5

Maatregel Meerjarenovereenkomst Opbouwplan ambulante zorg (zoals For FAC T) Stand jaarplan 2014

2,0

3,0

4,0

5,0

5,0

57,5

57,4

58,0

59,0

59,5

Forensische zorg voor gedetineerden In het kader van de Masterplanmaatregelen wordt de forensische zorgcapaciteit in het gevangeniswezen (PPC’s) vanaf 2014 structureel met 60 plaatsen verlaagd tot 620 plaatsen. De forensische zorgplaatsen in de GGZ zijn tot en met 2016 gecontracteerd. Vanaf 2017 wordt de capaciteit teruggebracht met 48 plaatsen tot 162 plaatsen. 4.3

Justitiële Jeugdinrichtingen Het Capaciteitsplan JJI waarin de maatregelen worden beschreven die noodzakelijk zijn om de leegstand in de JJI’s terug te dringen is in 2011 in uitvoering genomen. Dit plan betrof in eerste instantie de afbouw van de operationele capaciteit van 1.626 plaatsen naar circa 800 plaatsen. Aanvullend daarop is in 2011 het besluit genomen de operationele capaciteit van de JJI’s met ingang van 2014 te verminderen van 800 plaatsen naar 650 plaatsen. Tenslotte worden in het kader van het Masterplan maatregelen genomen die er toe leiden dat de operationele capaciteit verder wordt verlaagd naar 600 plaatsen in 2017. Capaciteiten bestedingsplan JJI 2013 e.v. Intramurale capaciteit per begin Operationele capaciteit Reservecapaciteit Verhuurde capaciteit aan derden In stand te houden capaciteit (buiten gebruik) Reeds afgestoten capaciteit Totale capaciteit voor cap. plan/masterplan

2013

2014

2015

2016

2017

800 150 166 278 232

650 127 166 36 647

650 127 166 36 647

650 127 166 36 647

600 89

1.626

1.626

1.626

1.626

1.626

De operationele capaciteit is de capaciteit die op basis van de geldende taakstelling het gehele jaar fysiek (inclusief de benodigde menskracht) beschikbaar en inzetbaar moet zijn. Bij de toedeling van (reguliere) capaciteit aan de inrichtingen is rekening gehouden met de regionale capaciteitsbehoefte zodat de afstand tussen de woonplaats van de jeugdigen en de vestigingsplaats van de JJI's zoveel mogelijk wordt beperkt. Daarnaast worden per 2014 nog 127 reserveplaatsen aangehouden bij operationele inrichtingen, bestaande uit groepen die op kortere termijn (tot 6 maanden) operationeel kunnen worden gemaakt en tegen een lagere prijs worden gefinancierd (onder meer ter dekking van de huisvestingskosten, beveiliging en overhead). De vermindering van het aantal reserve capaciteitsplaatsen in 2014 ten opzichte van 2013 heeft vooral te maken met de afstoot van de locatie Kralingen en van JJI De Kolkemate. De verdere verlaging naar 89 plaatsen in 2017 houdt

202 735

Pagina 31 van 49


verband met de sluiting van de Heuvelrug. Tot 2017 worden in totaal 166 plaatsen verhuurd aan derden. Het betreft verhuur van 108 plaatsen van de nieuwbouw in Teylingereind aan de gesloten jeugdzorg (VWS), 20 plaatsen in de Doggerij aan Lijn 5 (een zorginstelling voor LVG-jongeren) en 38 plaatsen van Den Hey-Acker aan gemeente Breda ten behoeve van de opvang van verslaafden. Het aantal in stand te houden (c.q. buiten gebruik gestelde) capaciteitsplaatsen loopt per 2014 sterk terug met de definitieve afstoot van de locaties Maasberg, en Overberg en van JJI de Doggershoek. Voor de jaren 2014 tot en met 2016 resteren 36 plaatsen. Dit is beperkt beveiligde capaciteit van de nieuwbouw Teylingereind die niet is verhuurd). De stijging van de in stand te houden capaciteit in 2017 e.v. naar 202 plaatsen, is het gevolg van de afloop van de verhuurovereenkomst met VWS en de terugkeer van deze capaciteit naar DJI. Per 2014 zijn door de sectordirectie in totaal 647 capaciteitsplaatsen definitief afgestoten. Met de sluiting van de Heuvelrug vanaf 2017 zal dit aantal zijn opgelopen naar 735 plaatsen. Onderstaande tabel geeft de aansluiting tussen de standen in de begrotingen 2013 en 2014 van de operationele en de reservecapaciteit.

Omschrijving

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Capaciteit JJI in Begroting 2013 Reductie operationele capaciteit JJI Reductie reservecapaciteit JJI

950

800

800

800

-23

-23

-23

800 -50 -61

800 -50 -61

Totaal capaciteit JJI

950

777

777

777

689

689

De capacitaire taakstelling zal volgens de huidige planning worden verdeeld over Rijks- en particuliere inrichtingen als aangegeven in onderstaande tabel. Tabel geplande gemiddelde intramurale capaciteit 2013 e.v. Gemiddelde capaciteit Rijkssector: Reguliere groepen FOBA/(V)IC, ITA, Zeden Reserve capaciteit (binnen operat. inrichtingen) Buiten gebruik gestelde capaciteit Verhuur aan derden (loopt vooralsnog eind 2016 af) Reeds afgestoten capaciteit Particuliere sector: Reguliere groepen (V)IC, ITA en FORCA Reserve capaciteit (binnen operat. inrichtingen) Buiten gebruik gestelde capaciteit Verhuur aan derden (loopt vooralsnog eind 2016 af) Reeds afgestoten capaciteit

Totale omvang voor cap.plan/masterplan

2013

2014

2015

2016

2017

260 49 99 242 58 121

270 49 60

270 49 60

270 49 60

208 49 34 58

58 363

58 363

58 363

451

800

800

800

800

800

332 42 51 89 108 204

297 34 67 36 108 284

297 34 67 36 108 284

297 34 67 36 108 284

309 34 55 144 0 284

826

826

826

826

826

1.626

1.626

1.626

1.626

1.626

Pagina 32 van 49


4.4

Vreemdelingenbewaring In het Masterplan DJI is de capaciteit voor vreemdelingenbewaring voor de komende jaren vastgesteld. Deze worden in onderstaande tabel weergegeven. Capacitaire effecten vreemdelingenbewaring en uitzetcentra

2014

2015

2016

2017

2018

C apaciteit vreemdelingenbewaring en uitzetcentra in Begroting 2013

2.081

2.081

2.081

2.081

2.081

Reductie capaciteit vreemdelingenbewaring

-169

-512

-758

-758

-758

Reductie reservecapaciteit

-150

-390

-390

-390

-390

1.762

1.179

933

933

933

Totaal capaciteit vreemdelingenbewaring en uitzetcentra

Gelet op de dalende trend in de bezetting van DBV-capaciteit in de afgelopen tijd en rekening houdend met de benodigde capaciteitsmarge en de ontwikkeling van alternatieven voor vreemdelingenbewaring, is een afbouw naar een beschikbare capaciteit van 933 plaatsen vastgesteld. Door deze daling is ook de behoefte aan reservecapaciteit afgenomen. Ter invulling van de financiële taakstelling wordt de reservecapaciteit bij DBV geheel afgebouwd. Indien er behoefte aan (tijdelijk) uitbreiding ontstaat, zal gebruik worden gemaakt van de reserve bij GW. De DBV zal naast deze taakstelling ook capaciteit leveren aan GW, de IND en de KMar. Deze verhuur is hier buiten beschouwing gelaten. Het gebouw van DC Alphen zal naar GW overgaan. Tevens zullen in het detentiecentrum Schiphol veel plaatsen ten behoeve van GW worden gerealiseerd. Van de 16 afdelingen die op het detentiecentrum zich bevinden, zijn er 6 afdelingen voor de IND. Alle DJI afdelingen zijn capacitair ingepland. In 2013 is gebleken dat DBV enige PPC plaatsen nodig heeft. DBV huurt bij de Individuele Zorgvoorziening (IZV) van 12 PPC plaatsen. De afname van capaciteit wordt vooral gerealiseerd door het overdragen van het detentiecentrum Alphen aan den Rijn aan GW en de verhuur van een groot deel van de capaciteit van detentiecentrum Schiphol aan de sector GW. Daarnaast wordt 2016 in detentiecentrum Zeist gebouw 4 volledig afgestoten. De vreemdelingenbewaring zal zich vooral in detentiecentrum Rotterdam en detentiecentrum Zeist concentreren. Doordat de DT&V het uitzetproces vanaf 1 januari 2014 uitvoert vanuit alle locaties waar vreemdelingen verblijven, zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk, komt het onderscheid in vreemdelingenbewaring en uitzetcentra te vervallen.

Pagina 33 van 49


5 Bedrijfsvoeringshygiëne

5.1

Meerjarig budgettair kader Het meerjarig budgettair kader van DJI is op genomen in onderstaande tabel. bedragen x € 1.000 Stand Ontwerpbegroting 2014

2014

2015

2016

2017

2018

2.081.329

2.088.558

2.038.584

1.926.591

1.894.819

5.2

Betaalgedrag Het contractenregister wordt in 2013 in zijn geheel opgeschoond. In het kielzog daarvan worden van die contracten waarbij het meerwaarde heeft, de bijbehorende inkooporders vastgelegd. In 2013 is de afdeling Inkoop van het SSC DJI gestart met het op deze manier vastleggen van de contracten inhuur ICT personeel. Deze manier van registeren heeft positieve gevolgen voor zowel de doorlooptijd alsmede de rechtmatigheid van betalingen. Bovendien wordt er optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het systeem. De verwachting is dat gehele traject 1 juni 2014 is afgerond. Op dit moment wordt ongeveer 70% van onze facturen binnen 30 dagen betaald; de overgrote meerderheid van deze facturen kent geen inkooporder. Om dit te doorbreken worden facturen vanaf 1 december 2013 waaraan een inkooporder ten grondslag had moeten liggen niet meer in behandeling genomen door het SSC DJI. Met deze, en andere, maatregelen moet per 1 april 2013 50% van onze facturen voorzien zijn van een inkooporder. In 2014 wordt 90% van onze facturen binnen 30 dagen betaald. Dit percentage wordt vanaf januari gerealiseerd.

5.3

Externe inhuur In het kader van “Verantwoord begroten” is in de Agentschapsbegroting 2014 een bedrag van € 39 mln. geraamd voor kosten externe inhuur. Dit bedrag is € 3 mln. lager dan de raming voor 2013, in een aflopende reeks die vanaf 2017 structureel € 30 mln. bedraagt. Dit is een ambitieuze maar realistische raming wanneer het alleen om de kosten ter (directe) ondersteuning van het primaire proces gaat. De afgelopen jaren zijn de kosten voor deze externe inhuur ten behoeve van sectoren en een aantal landelijke diensten met meer dan € 10 mln. verlaagd. Een stringenter beleid en sturende acties liggen hieraan ten grondslag. DJI heeft een ambitieuze agenda op het gebied van de informatievoorziening. In het ICT-Deltaplan heeft DJI de ambitie vastgelegd om binnen zeven jaar o.m. het totale applicatielandschap (ketengericht) te ontwerpen en te vervangen en het rekencentrum te moderniseren. Het hiervoor benodigde specialistische personeel wordt hiervoor deels ingehuurd. Voor de benodigde expertise op dit gebied is niet in de formatie van de betrokken organisatieonderdelen voorzien. Verder is daarbij, gelet op de aard van de activiteiten, veelal interne (aan)sturing noodzakelijk is zodat uitbesteding geen optie is. Meer dan in het verleden zal bij de besluitvoering omtrent de uitvoer van ICTprojecten de keuze voor externe inhuur dan wel uitbesteding een bewuste keuze moeten zijn. Waarbij het effect van overschrijding van een norm voor externe inhuur dan een weloverwogen optie is.

5.4

Formatie en bezetting In paragraaf 2.1.7 van dit Jaarplan is (meerjarig) de opbouw van de post ‘personele kosten’ opgenomen alsmede het aantal fte zoals opgenomen in de begroting van DJI. In het kader van de voorjaarsbesluitvorming volgt begin 2014 een bijgestelde reeks.

Pagina 34 van 49


5.5

Ziekteverzuim DJI heeft in 2012 en 2013 een slag gemaakt in het terugdringen van het ziekteverzuim. Er is veel energie gestoken in het vervolmaken van het zogenaamde “Eigen Regiemodel”; beleid dat uitgaat van het principe dat de regie op het ziekteverzuim bij de leidinggevende ligt. Ter ondersteuning kunnen leidinggevenden gebruik maken van de expertise van verzuimcoaches en re-integratie-adviseurs en beschikken zij over de spelregels rondom ziekmelden en ziekteverzuim, waaronder het verzuimprotocol en de verzuimprocedure. Nadat ten behoeve van de plannen voor 2013, in samenwerking met de inrichtingen, in eerste instantie is gekozen voor een verscherping van de verzuimnormcijfers, heeft DJI het vizier nog verder verlegd en wordt er ingezet op de Verbaannorm. In de navolgende tabel is de ambitie om het verzuim binnen DJI te verlagen zichtbaar gemaakt. Organisatie (eenheid)

Norm 2012

Resultaat 2012

Norm 2013

DJI GW JJI DForZo DBV LD HK

7,1% 7,3% 8,5% 6,0% 8,4% 5,0% 5,5%

6,9% 7,0% 10,6% 6,8% 7,7% 5,0% 6,2%

6,2% 6,3% 7,5% 6,0% 7,3% 5,3% 5,0%

Voort schrijdend gemiddelde t/m juli 2013 6,5% 6,7% 9,7% 6,1% 6,7% 4,6% 5,9%

Norm 2014 (Verbaannorm)*

4,6% 4,7% 4,5% 4,4% 4,6% 4,3% 3,8%

* De Verbaannorm is vooralsnog gebaseerd op de norm zoals gesteld in 2013. De mogelijkheid bestaat dat deze norm in de komende periode nog wordt bijgesteld. In de Verbaannorm wordt slechts beperkt rekening gehouden met substantiële bezwarendheid in functies. Het is dan ook niet reëel om onderdelen waar veel executief personeel werkt strikt langs de Verbaannorm te meten.

Om deze ambities te bewerkstelligen is consequente sturing een vereiste. Daarom maakt het verzuimbeleid ook in 2014 structureel deel uit van de P&C-cyclus en de A3-gesprekken. In aanvulling op het reeds ingezette beleid is het vervolgens van belang dat de inrichtingen zowel binnen de sectoren als sectoroverstijgend “best practices” delen. Vanuit DPMO zal dit ook worden uitgedragen richting met name de verzuimcoaches. Indachtig het beleid van DJI zal de aandacht niet alleen gericht zijn op een curatieve aanpak, maar zal er ook meer ingezet worden op preventieve maatregelen. Hiervoor zijn in de afgelopen jaren binnen DJI al veel instrumenten ontwikkeld. Het MTO staat gepland in 2014. Uitkomsten kunnen een rol spelen bij het komen tot arbeidsomstandigheden die leiden tot een daling van het verzuimpercentage. Datzelfde geldt voor conclusies en aandachtspunten die naar voren komen in functioneringsgesprekken. Leidinggevenden en werknemers kunnen samen, naar aanleiding van deze gesprekken, werken aan een veiligere en gezondere werkomgeving met een lager verzuim tot gevolg. Naast deze organisatorische instrumenten zijn er op dit terrein tot slot ook instrumenten als bijvoorbeeld de Fysieke Vaardigheids Toets (FVT) beschikbaar. Instrumenten die helpen bij het bevorderen van de vitaliteit van medewerkers. Hoewel DJI zich langs de hiervoor aangegeven lijnen stevig inzet voor verdere terugdringing van het ziekteverzuim, is het niet uit te sluiten dat vanwege de onrust


Pagina 35 van 49

binnen de organisatie door de komende sluitingen en de reductie van personeel dat de gestelde norm niet op alle onderdelen wordt gehaald. 5.6

Functioneringsgesprekken In het kader van goede personeelszorg dient iedere leidinggevende minimaal één keer per jaar een formeel personeelsgesprek te voeren met zijn medewerkers en dit gesprek vast te leggen in P-Direkt. Het percentage personeelsgesprekken binnen DJI heeft de afgelopen jaren een stijgende lijn laten zien, resulterend in een percentage van 78% over het jaar 2013. Ook in 2014 heeft het (tijdig) voeren en vastleggen van de personeelsgesprekken binnen DJI prioriteit, is het opgenomen in de P&C-cyclus en staat het steevast op de agenda van de A3-gesprekken. Verder kan worden gemeld dat het onderwerp personeelsgesprek een vast onderdeel is van de P-Direkt training voor (nieuwe) leidinggevenden, dat HR-adviseurs van het SSC DJI op locatie een instructie ‘personeelsgesprekken registreren’ kunnen geven en dat het Opleidingsinstituut DJI trainingen aanbiedt voor leidinggevenden, waarin zowel aandacht wordt besteed aan de benodigde instrumenten als aan de gespreksvoering.

5.7

Rechtmatigheid inkoop Evenals voorgaande jaren blijft de inzet van de Commissie Rechtmatigheid Europese Aanbestedingen (CREA) ook in 2014 actief. De continue controle op de gedane uitgaven, per crediteur, werpen evenals de aandacht van het lijnmanagement op onrechtmatigheden hun vruchten af. Door het vroegtijdig inzetten van controlemechanismen, zoals Tapir en BOO binnen het SSC DJI, wordt voorkomen dat een aangevangen onrechtmatigheid lang doorloopt. DJI verwacht dat, hoewel we de nullijn aan fouten nastreven dit in de praktijk niet haalbaar zal zijn. Op een inkoopvolume van grofweg € 400 miljoen (exclusief de inkoop van Forensische Zorg) zal een bedrag dat uitkomt rond de € 10 mln. naar alle waarschijnlijkheid de ondergrens zijn.


Pagina 36 van 49

6 Bedrijfsvoeringsstandaarden

6.1

Juridische kwaliteitsborging Juridische Kwaliteitsborging is een nieuw terrein voor zowel het bestuursdepartement van VenJ als de taakorganisaties. Hierbij is het enerzijds zoeken naar de afbakening van het begrip Kwaliteitsborging versus “juridisch in control zijn” (de vragen die gesteld worden, liggen met namen op het terrein van risicobeheersing en daarmee op het terrein van juridisch control), anderzijds de ontwikkeling van reële prestatie-indicatoren op dit gebied. Daarnaast moet ook nog worden afgestemd hoe de opdracht van juridisch control/advisering van de DG door de afdeling JIZ zich verhoudt tot de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de taakorganisatie. Vanuit DGJS wordt in het najaar gewerkt aan een “raamwerk juridisch control DGJS”. Dit zal in samenspraak met de taakorganisaties gebeuren door middel van een aantal bijeenkomsten. Het raamwerk zal in december ter besluitvorming worden voorgelegd aan het MT DGJS (DG en alle directeuren). Risicobeheersing Ten aanzien van mogelijke juridische risico’s binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen, is het zinvol om een onderscheid te maken tussen de primaire processen en de secundaire processen. Binnen de primaire processen (de kerntaken van DJI) beschikkingen de vestigingen over voorgeformuleerde beslissingen waarin bijvoorbeeld standaard gronden van een beslissing, eventuele duur van de beperking en standaard beklag- en beroepsclausules zijn opgenomen. Daarnaast beschikken de verschillende lokaties (inrichting of vestiging) over een jurist die de (vestigings)directie bijstaat in beklag. Bij vragen kunnen deze juristen bij de afdeling Juridische Zaken van de dienst terecht (tweedelijns ondersteuning). Met het inzetten van juridische deskundigheid op de aangewezen momenten worden de juridische risico’s voor een groot deel voorkomen. De afdeling Juridische Zaken heeft een belangrijke taak bij de secundaire processen (te denken valt daarbij aan bedrijfsvoeringprocessen als inkooptrajecten, sluiten van overeenkomsten, handhaven van termijnen bij Wob-verzoeken, aansprakelijkstellingen, claims schadevergoedingen, klachten). Wat instrumenten betreft, kan gedacht worden aan centraal begeleiden van juridische civiele procedures tegen DJI, behandeling van klachten, klachtenanalyse, verplichte inzet van juridisch adviseur bij diverse procedures. Dit is binnen DJI ingericht. De onderwerpen waarbij aangegeven moet worden welke risico’s en/of innovaties extra aandacht behoeven, betreffen de afbouw van subsidies, de Wet openbaarheid van bestuur en de mandaatregelingen. Afbouw subsidies Afbouw van subsidies vindt plaats onder rechtstreekse begeleiding van de afdeling Juridische Zaken. Wet openbaarheid van bestuur (Wob) Uit de praktijk blijkt dat het juridisch risico bij de Wob-verzoeken bij DJI klein is; enerzijds door de geringe aantallen (enkele tientallen) van ingediende Wobverzoeken (in de praktijk is het nog niet voorgekomen dat er verbeurde dwangsommen uitgekeerd zijn o.b.v. niet tijdig beslissen), anderzijds omdat er binnen DJI de afgelopen jaren is ingezet op bekendmaking van de Wob in het veld (Wob-circulaire), brede scholing en inzet van de juristen in het behandelen van Wob-verzoeken; gebruik van standaardbrieven en de mogelijkheid tot consultatievragen bij de afdeling juridische zaken. Ten behoeve van de


Pagina 37 van 49

verslaglegging en verantwoording in de P&C-cyclus is het van belang om dit ook in de interne rapportage tussen het veld en het Hoofdkantoor als rapportage punt op te nemen. Mandaatregeling De juridische kwaliteit van de mandaatregeling is gegarandeerd door een toetsende rol van de afdeling juridische zaken bij de totstandkoming en het actualiseren van de interne mandaatregeling bij de Directie Personeel, Management en Organisatieontwikkeling. Vanuit centraal niveau wordt naar de taakorganisatie gestuurd op actualisering indien aan de orde door wijzigingen op centraal niveau. Intern worden veranderingen in de eigen organisatie als signaal gezien om de mandaatregeling te actualiseren. In de dagelijkse correcte toepassing van de mandaatregeling wordt door het P-Portaal en de inrichting van het financiële systeem Leonardo, voldoende geborgd, dat de besluiten worden genomen door de bevoegde medewerker. Dit wordt ook nog jaarlijks getoetst d.m.v. de accountantscontrole. 6.2

Informatisering Projecten met een I-component binnen DJI worden opgenomen in het informatieplan. Jaarlijks wordt dit informatieplan vastgesteld door de I-board. Tijdens de looptijd van het informatieplan wordt de realisatie van het informatieplan gemonitord (en zonodig bijgestuurd) middels portfoliomanagement. Voor het informatieplan 2013-2015 is een scherpe prioritering nodig omdat – onder meer als gevolg van het Masterplan - de ambities en verwachtingen ten aanzien van de informatievoorziening verhoogd zijn en het budget is afgenomen. Het opstellen van het informatieplan is een gezamenlijke activiteit tussen de Directie Informatievoorziening (DI) en de sectoren/staven en landelijke diensten. De gewenste IV-projecten worden verzameld en een afgestemde prioritering (noodzakelijk of wenselijk) vastgesteld. Een project is noodzakelijk als het: ◊ benodigd is voor de continuïteit van het primair proces; ◊ invulling geeft aan wettelijke verplichtingen/politieke toezeggingen; ◊ invulling geeft aan ketenafspraken; ◊ onderdeel van de realisatie van het Masterplan is. In de I-board, waarin vertegenwoordigers van de sectoren, staven en landelijke diensten zitting hebben, wordt het informatieplan vastgesteld. Daarmee is bepaald welke projecten gerealiseerd gaan worden.


Pagina 38 van 49

7 Managementparagraaf

De Managementparagraaf 2012 bevatte geen aan de DGJS te melden knelpunten, alleen een rapportage over de verplichte specifieke aandachtspunten. Onderwerpen die intern DJI op onderdelen niet volledig ‘in control’ waren, zijn opgenomen in een verbetermatrix en worden gemonitord in de P&C-cyclus van de betreffende geleding. Naast de knelpunten uit de managementparagraaf, bevat de hiervoor genoemde verbetermatrix ook tekortkomingen die door de ADR en AR zijn geconstateerd en knelpunten uit de (interne) Managementletter financieel- en inkoopbeheer. Een groot aantal punten hiervan komt ook terug in het Verbeterplan Financieel Beheer DJI. In de matrix wordt daar naar verwezen. De voortgang van de verbetermaatregelen komt in de interne P&C-cyclus aan de orde. Omdat ten tijde van de behandeling van dit jaarplan in het DGO van 5 december 2013 de eventuele tekortkomingen uit de managementparagraaf 2013 nog niet bekend waren, wordt de P&C-cyclus bij eerste interne rapportagemoment in 2014 hierop bijgesteld.


Pagina 39 van 49

8 Aanbevelingen ADR, AR en Inspectie VenJ

8.1

Auditdienst Rijk en Algemene Rekenkamer Voor dit deel van het Jaarplan van DJI is aangesloten bij de Verbeterpuntenmatrix die DJI hanteert om de acties naar aanleiding van de aanbevelingen van de ADR en AR te monitoren. Dat leidt er bij een aantal onderwerpen toe dat ten aanzien van 2014 geen acties te melden zijn.

8.1.1

Niet-financiële informatie Om de betrouwbaarheid van de niet-financiële managementinformatie te verbeteren is een aantal stappen gezet. Er is een aanpak opgesteld, waarmee DJI zou voldoen aan het normenkader voor beleidsinformatie zoals dat volgt uit de Rijksbegrotingsvoorschriften. De aanpak gaat er van uit dat de toetsing aan het normenkader via een zelfevaluatie door de informatie-eigenaren wordt uitgevoerd. Omdat de rol van informatie-eigenaar niet eenduidig belegd is, zal dit eerst helder worden vastgelegd. Deze stap moet ook gezet worden in het kader van de ICTvernieuwing, via de verdiepingseigenaren in “Het DJI Informatiehuis”. Na borging van de huidige en toekomstige informatie-eigenaren kan de zelfevaluatie bij hen uitgezet worden. Daarnaast wordt – hieraan gerelateerd – nu invulling gegeven aan het programma verbetering managementinformatie.

8.1.2

Jaarafsluiting De introductie van Leonardo heeft een grote druk gelegd op de uitvoering van de maanden jaarafsluiting. Door technische problemen in het systeem is het in augustus 2013 voor het eerst gelukt een volledige technische afsluiting uit te voeren. Om begin volgend jaar een kwalitatief goede jaarafsluiting 2013 uit te voeren, wordt per 30 september 2013 een complete harde proefafsluiting uitgevoerd. Hierbij worden eveneens alle balansdossiers worden opgesteld. Indien de kwaliteit onder de maat is, wordt per 30 november 2013 wederom een complete proefafsluiting uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de algehele proefafsluiting, die op dit moment nog niet bekend zijn, wordt vastgesteld welke aanvullende maatregelen worden getroffen voor 2014.

8.1.3

Voorzieningen Op 31 oktober 2013 zal de handleiding voorzieningen volledig zijn aangepast voor wat betreft het percentage werkgeverslasten.

8.1.4

Activabeheer De impact van de invoering van Leonardo heeft geleid tot verminderde aandacht voor de inventarisatie van activa. Inventarisatie wordt in 2014 weer uitgevoerd conform circulaire. DJI gaat niet over tot de aanschaf van een scantool. De baten hiervan wegen niet op tegen de kosten die deze tool met zich meebrengt.

8.1.5

Onderlinge leveringen In 2013 is een inventarisatie uitgevoerd van alle interne leveringen binnen DJI. Op basis daarvan worden op dit moment enkele alternatieven uitgewerkt die vanaf januari 2014 worden geëffectueerd. In 2014 wordt bezien of het aantal onderlinge facturen verder gereduceerd kan worden.

8.1.6

Overzicht kosten externe inhuur In juli 2013 zijn er extra bijeenkomsten georganiseerd voor de medewerkers van het SSC DJI waarbij het handboek kostencodering centraal stond. Op basis van de resultaten van de proefafsluitingen (zie: 8.1.2) vindt er het laatste kwartaal 2013


Pagina 40 van 49

een evaluatie plaats. Tevens wordt er in het eerste kwartaal 2014 geëvalueerd op basis van de jaarafsluiting 2013. 8.1.7

I-control Per 1 maart 2013 is een I-controller aangesteld binnen DJI voor de duur van één jaar. De opdracht voor de I-controller is tweeledig, te weten: 1. Aanbevelingen voor aanpassing van de P&C-cyclus (ICT), incl. ‘spelregels’ 2. Controller I-board (processen en werking) De ICT spelregels zijn uitgewerkt en worden op korte termijn geaccordeerd door het HDO. Om invulling te geven aan het versterken van de regie rol en de sturing op de ICT uitgaven door DI is een herijking van de organisatie- en formatie rapporten uit 2008 in gang gezet. Implementatie hiervan moet eind 2013 c.q. begin 2014 plaatsvinden. De huidige processen en werking van de iBoard zijn beoordeeld middels een Gateway onderzoek. De uit het onderzoek voorgestelde aanbevelingen worden in het 4e kwartaal van 2013 geïmplementeerd. De I-controller monitort de voortgang op de gedefinieerde actie- en verbeterpunten

8.1.8

AO/IC Door de Hoofddirectie DJI is op 19 november 2012 het besluit genomen dat voor de zomer van 2014 de Administratieve Organisatie van DJI geactualiseerd is. In 2013 is, met de directeur directie Finance & Control als opdrachtgever, een project gestart. Het project heeft de volgende opdracht: het beschrijven van de Hoogrisicovolle processen op het Hoofdkantoor, gezien vanuit het HDO richting de sectoren, directies en de landelijke diensten en het beschrijven van de Hoogrisicovolle processen van de Directie Finance en Control. De directies, sectoren en landelijke diensten dienen hun eigen AO beschrijvingen te maken. Daarmee is in het 3e kwartaal van 2013 gestart. Bijna alle sectoren, directies en landelijke diensten zijn inmiddels gestart met de samenstelling van de procesformats. Met de vertegenwoordigers van de sectoren, directies en landelijke diensten wordt door het project maandelijks overleg gepleegd over de voortgang van de procesbeschrijvingen. Problemen, knelpunten en afwijkingen in het tijdpad worden besproken. Ook de afdeling Business Control rapporteert naar aanleiding van de ingediende de Voortgangsrapportage over de voortgang van de procesactiviteiten binnen de sectoren, directies en landelijke diensten. De prognose is dat aan de uiteindelijke projectopdracht op de afgesproken datum kan worden voldaan. De procesformats en procesbeschrijvingen worden vastgelegd en gepubliceerd in MAVIM.

8.1.9

Kasfunctie Het SSC DJI controleert kasmutaties integraal bij verificatie boeking in het kasboek. Ten aanzien van kastellingen worden aanvullende maatregelen genomen.

8.1.10

Factuurverwerking Door optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van Leonardo wordt de factuurverwerking verbeterd. Vanaf 1 december 2013 worden facturen waaraan een inkooporder ten grondslag had moeten liggen, niet meer in behandeling genomen door het SSC DJI. DJI beoogt daarmee dat per 1 april 2014 50% van de DJIfacturen is voorzien van een inkooporder. Voor deze 50% geldt dat optimaal gebruik wordt gemaakt van het systeem waardoor positieve effecten worden gerealiseerd op doelmatigheid (snelheid van betalen) en rechtmatigheid (systeemcontrole op prijsen hoeveelheidsafspraken).


Pagina 41 van 49

8.1.11

Betaaltermijnen DJI In paragraaf 5.2. (betaalgedrag) van dit jaarplan is ingegaan op de wijze waarop DJI gaat voldoen aan de norm betreffende de tijdige betaling van facturen.

8.1.12

Leonardo Het project Leonardo is in 2013 beëindigd.

8.1.13

Inkoop forensische zorg In 2014 zal DForZo onverminderd doorgaan met het verbeteren van de beheersing van het hele proces van begrotingsuitvoering en –verantwoording. De in 2013 gestarte samenwerking met F&C en de ADR zal worden gecontinueerd, evenals de deelname en bijdrage aan het verbeterplan financieel beheer, waar in 2013 al grote stappen in zijn gezet. In de eerste maanden van 2014 zal de jaarafsluiting plaatsvinden, waaruit zal blijken dat de ingezette stappen tot verbetering hebben geleid in accuratesse en tijdigheid als het gaat om het afsluitingsproces. Verder zal ten aanzien van de transitie naar DB(B)C bekostiging met alle betrokken partijen worden afgestemd en zal het proces verder worden geborgd. De audit materiële controle draagt bij aan de beheersing van het proces.

8.1.14

Personeelsbeheer Noodzakelijke control en controle op P-beheer processen is met de komst van PDirekt (nog) niet afgenomen. Zoals ook in 2012, houdt DJI zich in 2013 aan (het uitvoeren van) de controles die zijn opgenomen in het met Bestuursdepartement vastgestelde basis controle plan. In augustus 2013 heeft de SG van VenJ een aantal verbeterpunten op het gebied van P-beheer processen opgedragen. In afstemming met DP&O (en de SG) geeft DJI hier vorm en inhoud aan. Een voorbeeld hiervan is de uitvoering van een spoedactie op verplichte documenten in een aantal personeelsdossiers. DPMO heeft DP&O van VenJ om tijdige afstemming en vaststelling van het basis controle plan op de P-beheer processen voor 2014 verzocht, waarin ongetwijfeld de ‘SG verbeterpunten P-beheer’ worden geïntegreerd.

8.1.15

Verzuim In paragraaf 5.5 van dit Jaarplan is ingegaan op dit onderwerp.

8.1.16

Functioneringsgesprekken In paragraaf 5.6 van dit Jaarplan is ingegaan op dit onderwerp.

8.1.17

Inkoopbeheer In subparagraaf 2.5.2 is ingegaan op het verbeterplan inkoopbeheer van DJI.

8.1.18

Beheer huisvestingskosten DJI heeft per sector (GW, JJI, DForzo en DBV) een projectenadministratie middels infra overzichten opgesteld. Dit totaaloverzicht wordt minimaal per kwartaal geactualiseerd en geeft inzicht in de kosten per projectfase. Over de E lijst en facturatie van de Rgd is een regulier afstemmingsoverleg ingericht. Hiermee bestaat inzicht in de afgeronde dan wel onderhanden projecten. Middels het contractenmanagement ontstaat daarmee het DJI brede overzicht aan huur- en projectkosten op gebied van huisvesting.

8.1.19

Declaraties gedragskundigen Naar aanleiding van de audit naar declaraties van gedragsdeskundigen binnen DJI heeft het NIFP een actie gecoördineerd waarmee alle mogelijke onregelmatigheden voor hoor en wederhoor zijn teruggelegd bij een beperkt aantal betrokkenen. Vervolgens hebben op basis van de reacties individuele gesprekken plaatsgevonden.


Pagina 42 van 49

Daaruit is gebleken dat er geen sprake is geweest van fraude, maar van slordigheid en/of onhelderheid over de regels ten aanzien van rondreizen. De gesprekken hebben geleid tot opheldering van de onregelmatigheden of tot de afspraak onterecht gedeclareerde kosten terug te betalen. Met de uitgevoerde deelwaarneming over 2012 is dezelfde aanpak ingezet. Inmiddels zijn ook structurele oplossingen in gang gezet. In 2014 wordt steekproefgewijs een aantal declaraties getoetst op naleving van de regelgeving. 8.2

Inspectie VenJ Uit een in 2013 uitgevoerde analyse op de door IVenJ, aan penitentiaire inrichtingen gedane aanbevelingen blijkt dat 52% hiervan is uitgebracht op 8 van de 31 inspectiecriteria. Gezien de frequentie van de uitgebrachte aanbevelingen op deze ‘rode draden’ criteria wordt er vanuit gegaan dat deze niet alleen inrichtingspecifieke maar ook sectorbrede aandacht behoeven. In 2014 zullen de DJI-brede ‘rode draden’ in beeld worden gebracht. Het in beeld hebben van de rode draden stelt de organisatie nog beter in staat om vroegtijdig bij te sturen.

Pagina 43 van 49


9 Informatieprotocol Informatieprotocol 2014 DJI-DGJS Sectoren Stuurindicatoren Nr

Omschrijving

1 2 2a 2b 2c 2c 2d 3 4 5 6 7 8 9 14 15 16

Prijs* Capaciteit** verdeeld naar: Rijksinrichtingen Particuliere inrichtingen Inkoop GGZ en gehandicapten zorg Intramurale forensische zorg zorg in hetinGW Intramurale capaciteit inkooplaatsen Forensische GGZinstellingen/Gehandicaptenzorg Bezettingsgraad Aantal ontvluchtingen Aantal overige onttrekkingen (per 100 justitiabelen) Aantal geweldsincidenten onderling (per 100 justitiabelen) Aantal geweldsincidenten tegen personeel (per 100 justitiabelen) Aantal gegronde klachten (per 100 justitiabelen) % Ziekteverzuim Europese aanbestedingen*** Betaaltermijnen Verbaal geweld****

Nr

Omschrijving

20 22 22a

% bruikbare capaciteit Uitstroom STP: Aantal equivalenten STP's

22b 22c 22d 23 24 25 28 29

Aantal uitgestroomd met STP's succesvol afgerond Aantal afgebroken STP's t.ov. gestarte STP's Aantal uitstroom zonder STP Gemiddelde behandelduur TBS Gemiddeld aantal TBS passanten Gemiddeld aantal TBS passanten dat langer dan 4 maanden passant is Gemiddeld aantal personen in PP Aantal doorplaatsingen vanuit GW op basis van art 15.5 en 43.3 Aantal gerealiseerde DEMO-plaatsingen i.h.k.v. een PP, art. 43.3 PbW en ISD % jeugdigen dat binnen vier maanden is geplaatst op een langverblijfgroep % gedetineerden dat op basis van het regionaliteitsbeginsel in een inrichting verblijft: % preventieven % kortverblijvenden % Jeugdigen dat niet regionaal wordt geplaatst: Vanwege aanwijzing OM Overig Aantal plaatsingen op long-stay afdeling Gerealiseerde productie ambulante zorg (in euro's) Aantal verlofmachtigingen % optimaal geplaatst % passende plaatsingen % bereikbaarheid Vergelijking geprognotiseerde (PMJ) en ingekochte zorg

GW Strafrechtelijk intramuraal

32 33 33a 33b 34 34a 34b 35 36 40 41 41a 41b 42

DBV*****

€ 64

€ 596

€ 526

€ 188

€ 188

11410

450

319 331

1352

120

≥96,2 0 <6,1 <10 <10 <4,8 ≤4,7% geen norm ≤90% geen norm

n.v.t.

≥90% <5 <24,0 <65,0 <40 <12,0 ≤4,5% geen norm ≤90% geen norm

362 1368 210 620 1427 ≥91,3 0 <1,7 <3 <5,9 <7,9 ≤4,4% geen norm ≤90% geen norm

≥91,3 <2 0 <15,0 <15,0 <2,0 ≤4,6% geen norm ≤90% geen norm

n.v.t. <2 0 <15,0 <15,0 <2,0 ≤4,6% geen norm ≤90% geen norm

GW Strafrechtelijk intramuraal 100%

JJI

DForZo

DBV

Strafrechtelijk Intramuraal Extramuraal Intramuraal Vreemdelingenbewaring Uitzetcentra extramuraal rijks/particulier 100% 100% 100% 100% 40% 60% geen norm geen norm <8 jaar geen norm 0 435 248 100% ≥80%

>65% >65%

Niet van toepassing voor deze sector / dienst Vijfmaandsrapportage + twaalfmaandsrapportage Twaalfmaandsrapportage/jaarverslag * ** *** **** *****

DForZo

Strafrechtelijk Intramuraal Extramuraal Intramuraal Vreemdelingenbewaring Uitzetcentra extramuraal rijks/particulier

€ 240

Beleidsinformatie

31

JJI

Prijzen zijn onder voorbehoud van wijzigingen Masterplan 2.0 Capaciteitscijfers zijn exclusief reserve capaciteit en onder voorbehoud van wijzigingen Masterplan 2.0 Hier geldt een algemene DJI norm van < € 10,1 mln. Verbaal geweld valt onder de definitie van PI nr 7 geweldsincidenten tegen personeel Vanaf 2014 zal er geen onderscheid tussen Vreemdelingenbewaring en UC meer zijn.

<20% <20% geen norm € 50 mln geen norm nnb nnb nnb

Pagina 45 van 49


Bijlage 1

Ontwikkeling capaciteit en financiën (meerjarig)

1. Ontwikkeling capaciteit In hoofdstuk 4 van dit Jaarplan is ingegaan op het onderwerp capaciteit. 2. Ontwikkeling dagprijzen In de volgende tabel worden de dagprijzen gepresenteerd zoals deze zijn opgenomen in de ontwerpbegroting 2014. Sector

2014

2015

2016

2017

2018

GW - operationele capaciteit - reserve capaciteit - ED - PPC

€ 244 € 66 € 65 € 389

€ 237 € 66 € 76 € 386

€ 235 € 66 € 77 € 386

€ 235 € 66 € 77 € 386

€ 234 € 66 € 77 € 386

DForZo - operationele capaciteit - inkoop FZ

€ 527 € 344

€ 526 € 348

€ 526 € 349

€ 531 € 357

€ 537 € 358

DBV - operationele capaciteit - reserve capaciteit

€ 191 € 122

€ 189 -

€ 192 -

€ 192 -

€ 192 -

JJI - operationele capaciteit - reserve capaciteit - in stand te houden capaciteit

€ 600 € 135 € 137

€ 595 € 135 € 137

€ 591 € 135 € 137

€ 588 € 135 € 135

€ 588 € 135 € 135

Bovengenoemde prijzen zijn inclusief de toerekening van DJI-brede overhead. In verband met de vergelijkbaarheid van de dagprijzen zijn incidentele kosten (bijvoorbeeld afkoop boekwaarde) hierin niet opgenomen. 3. Ontwikkeling baten en lasten Onderstaand overzicht omvat de informatie over de meerjarige begroting van baten en lasten, zoals opgenomen in de agentschapsbegroting 2014. De gevolgen van het begrotingsakkoord van de ‘constructieve oppositie’ worden momenteel verwerkt en zullen nog tot wijzigingen leiden van de onderstaande reeksen.

Pagina 46 van 49


Meerjarige begroting van baten en lasten

x € 1.000 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2.145.851

2.215.224

2.089.729

2.096.959

2.046.985

1.934.992

1.901.314

0

0

0

0

0

0

0

112.889

100.402

59.791

59.494

59.487

59.054

59.054

205

250

250

250

250

250

250

4.216

0

0

0

0

0

0

2.263.161

2.315.876

2.149.770

2.156.703

2.106.722

1.994.296

1.960.618

Apparaatskosten

1.258.738

1.310.883

1.224.694

1.160.549

1.163.247

1.054.753

1.032.632

Personele kosten

1.039.512

1.025.339

1.019.507

957.194

962.953

855.528

838.495

- waarvan eigen personeel - waarvan externe inhuur Materiële kosten

980.126

983.339

980.507

922.194

929.953

825.528

808.495

59.386

42.000

39.000

35.000

33.000

30.000

30.000

219.226

285.544

205.187

203.355

200.294

199.225

194.137

91.969

102.400

100.300

109.500

107.900

107.400

107.100

9.279

10.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

956.501

945.112

1.021.079

957.261

992.372

859.816

850.986

Baten Omzet moederdepartement Omzet overige departementen Omzet derden Rentebaten Vrijval voorzieningen Bijzondere baten Totaal baten Lasten

- waarvan ICT - waarvan bijdrage aan SSO’s (excl. bijdrage aan RGD voor justitiële inrichtingen) Materiele programmakosten Rentelasten

2.299

2.644

2.409

2.302

2.161

2.010

1.827

Afschrijvingskosten

49.801

48.024

47.343

42.428

39.347

36.407

35.363

- materieel

45.015

43.411

42.997

38.482

35.723

32.964

32.063

- waarvan ICT

7.201

6.512

6.450

5.772

5.358

4.945

4.809

- immaterieel

4.786

4.613

4.346

3 946

3.624

3.443

3.300

55.063

14.113

15 .345

33.263

32.795

46.210

39.810

Overige kosten - Dotaties voorzieningen - Bijzondere lasten Totaal lasten Saldo van baten en lasten Saldo baten en lasten als % totale baten

0

0

0

0

0

0

0

2.322.401

2.320.776

2.310.870

2.195.803

2.229.922

1.999.196

1.960.618

-59.240

- 4.900

- 161.100

-39.100

- 123.200

-4.900

0

-2,6%

-2,1%

-7,5%

-1,8%

-5,8%

-0,2%

0%

De ontwikkeling in de meerjarenraming van baten en lasten wordt in belangrijke mate verklaard door de capaciteitsmutaties volgend uit het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ), het DJI-aandeel in de diverse kortingen en taakstellingen (onder andere Regeer- en Begrotingsakkoord). Op 19 juni 2013 is de Kamer geïnformeerd over het Masterplan DJI (Kamerstukken TK, 24 587 nr. 535). In het Masterplan wordt onder meer ingezet op elektronische detentie en uitbreiding van het aantal meerpersoonscellen. De uitvoering van het Masterplan DJI heeft tot gevolg dat een aanzienlijk aantal justitiële inrichtingen wordt gesloten. Dit brengt frictiekosten ten aanzien van het vastgoed met zich mee. Deze kosten worden volledig gedragen door VenJ en op de begroting ingepast door middel van een kasschuif. Vooralsnog staan de benodigde middelen gereserveerd op de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën, zie ook de verticale toelichting (internetbijlage 2 bij de Miljoenennota) van hoofdstuk 86 algemene post algemeen. Doordat de benodigde middelen vooralsnog bij het Ministerie van Financiën staan gereserveerd en niet op de VenJ-begroting, ontstaat een negatief saldo van baten en lasten. Besluitvorming

Pagina 47 van 49


over het toevoegen van deze reservering aan de begroting van VenJ vindt jaarlijks plaats in de Najaarsnota. Onderstaand wordt de beschikbare reeks voor DJI op de aanvullende post weergegeven.

Beschikbaar op aanvullende post x € 1mln. (hoofdstuk 86)

2013

2014

2015

2016

2017

2018

106,0

158,6

34,1

58,3

0

0

4. Ontwikkeling bijdrage bestuursdepartement (kasbijdrage) In onderstaande tabel is aangegeven hoe de bijdrage van het bestuursdepartement zich heeft ontwikkeld van de stand ontwerpbegroting 2013 tot de stand ontwerpbegroting 2014. bedragen x € 1.000

Stand Ontwerpbegroting 2013

2014

2015

2016

1.948.591

Beleidsintensiveringen

36.857

35.867

34.697

32.687

32.687

(Inter)departementale overboekingen

-4.799

-9.799

-12.799

-12.799

-12.799

Overige mutaties

Stand Ontwerpbegroting 2014

1.923.666

2018

2.003.932

Kortingen en taakstellingen

1.937.512

2017

1.923.666

8.002

14.259

-14.796

-53.417

-68.007

37.337

99.640

93.970

36.454

19.272

2.081.329

2.088.558

2.038.584

1.926.591

1.894.819

5. Financieel gerelateerde ontwikkelingen vanaf 2014 Dit deel van bijlage 1 behandelt de ontwikkelingen en het financiële beeld van DJI sinds de vaststelling van het Masterplan DJI door de Tweede Kamer. Sinds de vaststelling van het Masterplan is nieuwe problematiek ontstaan. Dit heeft geleid tot een schadelijst. Met de opdrachtgever is afgesproken dat de middelen die vrijvallen bij DBV als gevolg van extra besparingen worden ingezet om deze problematiek gedeeltelijk af te dekken. Structureel kan deze problematiek hiermee worden afgedekt. In 2014 resteert van deze schadelijst nog een tekort van 14,3 mln. en in 2015 van 0,8 mln. Daarnaast heeft door het kabinet nog besluitvorming plaatsgevonden over het aanvullende bezuinigingspakket van 6 miljard. Dit leidt ook voor DJI tot nieuwe financiële problematiek. Bovendien hebben zich recent nog een aantal financiële risico’s geopenbaard. Deze nieuwe schade- en risicoposten worden momenteel nader uitgewerkt en meegenomen in het opstellen van het bestedingsplan 2014.


Bijlage 2

Pagina 48 van 49

Afkortingen

ADR AICE AMvB AO/IC AR BBA BD BEWA CJIB CREA D&R DBBC DBV DC DEMO DForZo DG JS DGW DJI DMB DPAN DSP DP&O DPMO DT&V DV&O ED EPC EVC F&C FHI FOBA FPC FPK FTE FVT FZG GGZ GOR GW HDJI HDO HR HvB ICT IND ISD ITA IUC IVenJ

Auditdienst Rijk Administratie- en Informatiecentrum Executieketen Algemene Maatregel van Bestuur Administratieve Organisatie/Interne Controle Algemene Rekenkamer Bureau Bevordering Arbeidsparticipatie Bestuursdepartment Bewaarder Centraal Justitieel Incassobureau Commissie Rechtmatigheid Europese Aanbestedingen Detentie- & Reïntegratie Diagnose Behandel- Beveiligings Combinatie Directie Bijzondere Voorzieningen Detentiecentrum Door, Exodus, Moria, Ontmoeting Directie Forensische Zorg Directeur-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Directeur Gevangeniswezen Dienst Justitiële Inrichtingen Directie Migratiebeleid Digitaal Platform Aansluiting Nazorg Directie Sanctie- en Preventiebeleid Directie Personeel & Organisatie (VenJ) Directie Personeel-, Organisatie- en Managementontwikkeling (DJI) Dienst Terugkeer & Vertrek Dienst Vervoer & Ondersteuning Elektronische detentie Eenpersoonscel Erkennen van Verworven Competenties Finance & Control Directie Facilitaire Zaken, Huisvesting en Inkoop Forensische Observatie- en Begeleidingsafdeling Forensisch Psychiatrisch Centrum Forensische Psychiatrische Kliniek Full-time equivalent Fysieke Vaardigheids Toets Forensische Zorg Gedetineerden Geestelijke Gezondheidszorg Groepsondernemingsraad Gevangeniswezen Hoofddirecteur DJI Hoofddirectie Overleg (DJI) Human Resources Huis van Bewaring Informatie- en Communicatietechnologie Immigratie- en Naturalisatiedienst Inrichting Stelselmatige Daders Individuele Traject Afdeling Inkoopuitvoeringscentrum Inspectie Veiligheid en Justitie


JJI JustID Kmar LVG MGW MP MPC MR MTO NHC NIFP NZa OM OR P&C Pbw PI PIW PLK PMJ POP PP PPC PPS RGD RVOB SG SSC(-I) SGO5 SMART STP TBS TK TRA USB VenJ VWNW VWS Wob WFZ WODC WvS ZBBI

Pagina 49 van 49

Justitiële Jeugdinrichting(en) Justitiële Informatiedienst Koninklijke Marechausse Licht Verstandelijk Gehandicapt Modernisering Gevangeniswezen Masterplan Meerpersoonscel(gebruik) Ministeriële regeling Medewerkerstevredenheidsonderzoek Normatieve Huisvestingscomponent Nederlands Instituut voor Forensische psychiatrie en psychologie Nederlandse Zorgautoriteit Openbaar Ministerie Ondernemingsraad Planning & Control Penitentiaire Beginselenwet Penitentiaire inrichting Penitentiair Inrichtingswerker Penitentiaire Landkaart Prognosemodel Justitiële Keten Persoonlijk Ontwikkelingsplan Penitentiair Programma Penitentiaire Psychiatrische Centra Publiek-private samenwerking Rijksgebouwendienst Rijksvastgoed- en ontwikkelbedrijf Secretaris Generaal Shared Service Center (ICT) Herinrichting Governance Bedrijfsvoering Rijk Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden Scholing- en Trainingsprogramma Ter Beschikkingstelling Tweede Kamer Terugkeeractiviteiten Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen Veiligheid en Justitie Van Werk Naar Werk Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet openbaarheid van bestuur Wet Forensische Zorg Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum Wetboek van Strafrecht Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting

Jaarplan DJI Datum 27 februari 2014

Recommend Documents