JAARPLAN CWI 2005
Amsterdam, 1 oktober 2004
INHOUDSOPGAVE TEN GELEIDE 1.
OMGEVINGSFACTOREN .................................................................................................... 6 1.1 Ontwikkelingen wet- en regelgeving.................................................................................. 6 1.2 Arbeidsmarktontwikkelingen.............................................................................................. 7 2. PRODUCTIEKENGETALLEN............................................................................................... 8 3. PRESTATIES ...................................................................................................................... 11 4. AANPAK .............................................................................................................................. 14 4.1 Hoofddoelstelling: CWI draagt zorg voor een transparante arbeidsmarkt...................... 16 4.1.1 Subdoelstellingen ..................................................................................................... 16 4.1.2 Diensten.................................................................................................................... 16 4.1.3 Uitwerking ................................................................................................................. 16 4.2 Hoofddoelstelling: CWI verleent diensten aan werkgevers ............................................ 18 4.2.1 Subdoelstellingen ..................................................................................................... 18 4.2.2 Diensten.................................................................................................................... 18 4.2.3 Uitwerking ................................................................................................................. 18 4.2.3.1 Vervullen van vacatures .................................................................................... 18 4.2.3.2 Juridische dienstverlening................................................................................. 19 4.3 Hoofddoelstelling: CWI stimuleert de ontwikkeling en benutting van talent voor de arbeidsmarkt en voorkomt dan wel bekort de uitkeringssituatie................................................ 23 4.3.1 Subdoelstellingen ..................................................................................................... 23 4.3.2 Diensten.................................................................................................................... 23 4.3.3 Uitwerking ................................................................................................................. 23 4.3.3.1 Indicatiestelling WSW ....................................................................................... 24 4.3.3.2 Poortwachtersrol CWI voor specifieke groepen op de arbeidsmarkt............... 25 4.4 Hoofddoelstelling: CWI is ketenpartner Werk, Werkvoorziening en Inkomen ............... 29 4.4.1 Subdoelstellingen ..................................................................................................... 29 4.4.2 Diensten.................................................................................................................... 29 4.4.3 Uitwerking ................................................................................................................. 29 4.5 Managementdoelstelling: CWI is een effectieve, doelmatige, klantgerichte, innovatieve en transparante organisatie ........................................................................................................ 31 4.5.1 Subdoelstellingen ..................................................................................................... 31 4.5.2 Uitwerking ................................................................................................................. 31 4.5.2.1 Raad van Advies ............................................................................................... 31 4.5.2.2 Effectiviteit, doelmatigheid en transparantie..................................................... 31 4.5.2.3 Cliënt- en klantgerichtheid................................................................................. 33 4.5.2.4 Innovatieve organisatie ..................................................................................... 34 5. TRANSFORMATIEPROJECTEN 2005 .............................................................................. 36 6. BEGROTING CWI 2005...................................................................................................... 37 6.1 Inleiding............................................................................................................................ 37 6.2 Gehanteerde uitgangspunten .......................................................................................... 37 6.3 Exploitatiebegroting 2005 ................................................................................................ 38
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
3
BIJLAGE A: KETENPROGRAMMA 2005...................................................................................... 41 BIJLAGE B: ERKENNING VERWORVEN COMPETENTIES....................................................... 42 BIJLAGE C: ARBEIDSMARKTONTWIKKELINGEN ..................................................................... 43 C.1 Inleiding............................................................................................................................ 43 C.2 Sociaal-economische omgeving...................................................................................... 43 C.3 Kerncijfers arbeidsmarkt 2004......................................................................................... 44 C.4 Ontwikkelingen aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt................................................. 44 C.5 Vacatureontwikkeling....................................................................................................... 45 C.6 Ontwikkelingen aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt ............................................. 45 BIJLAGE D: PLANNING SONAR................................................................................................... 47 BIJLAGE E: FINANCIELE TABELLEN .......................................................................................... 49 E.1 Categorale verdeling en vergelijking met realisatie 2003 en begroting 2004................. 49 E.2 Balans .............................................................................................................................. 50 E.3 Liquiditeitsbegroting 2005................................................................................................ 50 BIJLAGE F: INVESTERINGSRAMING 2005................................................................................. 51 BIJLAGE G: HUISVESTINGSPLAN 2005 ..................................................................................... 53
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
4
TEN GELEIDE In 2005 legt CWI de lat weer hoger. We willen meer vacatures vervullen en meer cliënten uit een WW- of WWB-/bijstandsuitkering houden. De inmiddels opgebouwde waardering bij werkgevers willen we verder benutten. Belangrijk zijn de stappen die we in het kader van het meerjarenbeleidsplan in 2005 willen zetten, om onze werkwijze effectiever te maken en de lange termijn ambities te realiseren. CWI kiest er steeds voor om de samenwerking te zoeken, uiteraard met gemeenten en UWV, maar ook met andere publieke en private partners. In co-makership zien we een sleutel voor succes. Samen met andere intermediaire organisaties, met partners uit onderwijs en bedrijfsleven, kunnen we werken aan arrangementen die het beste aansluiten bij de actualiteit van de arbeidsmarkt en bij de specifieke behoefte van werkgevers en werkzoekenden. Ook in 2005 wil CWI partner zijn van werkgevers, werkzoekenden, intermediairs, UWV, gemeenten, onderwijsinstellingen en andere samenwerkingspartners. De ontwikkeling van de sluitende aanpak voor jongeren (met banen, leerwerkplekken, stageplaatsen en dergelijke) is daar een goed voorbeeld van. De interne organisatie van CWI willen we zo inrichten dat zoveel mogelijk prikkels en ruimte worden geboden om lokaal en regionaal maatwerk te ontwikkelen. 2005 is ook het laatste jaar voor de evaluatie van SUWI in 2006 en het laatste jaar om de transformatieprojecten met resultaat af te sluiten. Om de arbeidsmarkt verder transparant te maken -de eerste doelstelling van CWI- willen we in 2005 de digitale dienstverlening fors verbeteren. Werk.nl moet de website worden waar werkzoekenden en werkgevers nog meer dan nu informatie en advies kunnen halen, vacatures en kandidaten kunnen vinden, maar ook kunnen inschrijven en vergunningen aanvragen. We sluiten daarmee aan bij de ambities van de “Andere overheid” en de wensen en werkwijzen zoals die zich ontwikkelen bij werkzoekenden en werkgevers. Ondertussen bereiden we ons ook voor op nieuwe taken in 2005: de indicatiestelling voor de WSW en de bedrijfsbezoeken ten behoeve van de beslissing over werktijdverkorting. De arbeidsmarkt zal er ook in 2005 nog weinig rooskleurig uitzien. De groei van het aantal vacatures zal niet genoeg zijn om het aantal werkzoekenden fors te reduceren. Zeker onder die omstandigheden is het zaak dat we geen kans onbenut laten om het arbeidsaanbod in beweging te houden. Dit jaarplan bevat veel cijfers over capaciteit, productie en resultaten. Wat ons betreft is wat hier wordt gepresenteerd het beste haalbare resultaat dat onder de te verwachten omstandigheden en met de beschikbare middelen kan worden geleverd.
drs. R. de Groot Voorzitter Raad van Bestuur
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
5
1. OMGEVINGSFACTOREN
1.1 Ontwikkelingen wet- en regelgeving De volgende ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving zijn van invloed op de dienstverlening CWI: • CWI gaat vanaf 1 januari 2005 de indicatiestelling WSW uitvoeren. De doelstellingen van het onderbrengen van de indicatiestelling WSW bij CWI zijn een onafhankelijke en uniforme uitvoering en een sluitende aanpak. • De bedrijfsbezoeken ten behoeve van aanvragen om werktijdverkorting gaan in 2005 over van de Arbeidsinspectie naar CWI. In 2005 gaat CWI samenwerken met de Arbeidsinspectie van het ministerie van SZW bij de behandeling van aanvragen van werkgevers voor werktijdverkorting. CWI gaat op verzoek bedrijfsbezoeken afleggen bij werkgevers om bedrijfsinformatie te verzamelen over de noodzaak van werktijdverkorting. CWI rapporteert over deze bezoeken aan de Arbeidsinspectie, die de beslissing neemt op de aanvraag. • Op 1 januari 2005 treedt de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten (Walvis) en de Aansluitingswet Walvis in werking. Het loon waarover loonbelasting is verschuldigd gaat met ingang van 1 januari 2005 als basis dienen voor het heffen van de premies voor de sociale verzekeringen en met ingang van 1 januari 2006 ook als basis dienen voor het verstrekken van sociale zekerheidsuitkeringen. Naast de introductie van één loonbegrip is het ook de bedoeling dat per 1 januari 2006 de belastingdienst werkgeverspremies gaat heffen en innen. CWI maakt in 2005 een impactanalyse naar de effecten van de Wet Walvis op de dienstverlening door CWI. Naar verwachting biedt deze wet mogelijkheden om en de uitvraag van gegevens bij cliënten te vereenvoudigen en om het doorsturen van gegevens binnen de keten te beperken. • Het kabinet werkt aan een herziening van het inburgeringstelsel. Het adagium is “arbeid boven inburgering”. Het is de verwachting dat de regelgeving in 2005 wordt ingevoerd (hierdoor is mogelijk de raming van het aan 20.000 inburgeraars dienstverlening geven te laag). • Het kabinet werkt aan de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA). CWI heeft op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een uitvoeringstoets uitgevoerd (brief van 16 juli 2004 met kenmerk CWI/2004/3939). Tengevolge van deze wetgeving zullen zich cliënten bij CWI melden met lichamelijke en/of psychische beperkingen voor informatie & advies en/of bemiddeling. Hiervoor gaat CWI een plan van aanpak opstellen en zoekt daarbij de samenwerking met het UWV (in dit jaarplan zijn de kosten van deze wetgeving niet meegenomen). • Het kabinet heeft het voornemen om per 1 januari 2006 het Schattingsbesluit aan te passen. Het gevolg hiervan is naar verwachting dat de groep arbeidsongeschikten, die nu een gedeeltelijke WAO-uitkering ontvangen al dan niet gecombineerd met een WW-uitkering, voor een groot deel aanspraak gaan maken op de WW (reïntegratie na herbeoordeling). Tevens zijn de regels om volledig arbeidsongeschikt te worden verklaard aangescherpt. Ook van deze groep cliënten (nu 80-100%) zal een deel de WW instromen. Voor CWI betekent dit een toename van cliënten met arbeidsbeperkingen. CWI zal hiermee in zijn dienstverlening rekening moeten gaan houden. In dit jaarplan is daarin nog niet voorzien.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
6
•
•
Het kabinet heeft het voornemen om twee nieuwe maatregelen in te voeren met betrekking tot de preventieve ontslagtoets door CWI: (1) Beëindiging van de toetsing door CWI van de bedrijfseconomische noodzaak van een collectief ontslag, als de werkgever en de betrokken vakorganisaties hierover overeenstemming hebben bereikt. Het doel van deze maatregel is een lastenverlichting voor werkgevers te bereiken. (2) Heroverweging van het “last in, first out” beginsel (of dienstjarenbeginsel) bij collectief ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen. In het huidige criterium vervullen kwaliteit en arbeidspotenties van werknemers geen expliciete rol. Het doel van deze maatregel is te komen tot een nieuwe selectiemethode, waarbij er voor de werknemer zoveel mogelijk helderheid is over de rechtspositie en waarbij de werkgever invulling kan geven aan de verantwoordelijkheid voor een evenwichtige opbouw van het personeelsbestand wat betreft leeftijd en kwaliteit. De minister van SZW heeft aan CWI gevraagd om de uitvoerbaarheid van deze voornemens te toetsen. CWI heeft dit in voorbereiding. Met betrekking tot ontslag gaat het kabinet ook de WW-uitkering gedeeltelijk anticumuleren met de ontslagvergoeding (hierdoor ontstaat mogelijk een groter beroep op de ontslagprocedure via CWI). Per 1 mei 2004 is de Europese Unie (EU-15) uitgebreid met 10 nieuwe lidstaten (EU-25). Het kabinet heeft besloten de Nederlandse arbeidsmarkt voor personen afkomstig uit deze nieuwe lidstaten beperkt toegankelijk te maken (met uitzondering van Cyprus en Malta) om arbeidsmarktverdringing door werknemers uit de nieuwe lidstaten te voorkomen. De nieuwe regels gelden tussen 1 mei 2004 en 1 mei 2006.
1.2 Arbeidsmarktontwikkelingen Enkele verwachte ontwikkelingen op de arbeidsmarkt: • Het Centraal Planbureau (CPB) voorziet voor 2005 in de meest recente raming, die is gebruikt voor de Rijksbegroting, een economische groei van 1,5%. In dit jaarplan is de vorige raming van het CPB van 1,25% economische groei nog als basis genomen. Voor 2004 is de verwachting dat de groei uitkomt op 1,25%. • De werkgelegenheid stijgt in 2005 met 0,75% ofwel 75.000 arbeidsjaren (2004: 1% daling). • De beroepsbevolking neemt in 2005 toe met circa 100.000 personen (2004: 46.000 personen). De personen die toetreden tot de beroepsbevolking zullen niet steeds passen op de banen die beschikbaar komen. • CWI verwacht dat ultimo 2005 het aantal ingeschrevenen bij de CWI’s met 758.100 ongeveer gelijk blijft aan het niveau van 757.000 ultimo 2004. • CWI raamt de vacaturemarkt in 2005 op 738.000 vacatures en de uitzendvacaturemarkt op circa 543.000 vacatures. • In 2005 stijgt naar verwachting de vacaturegraad weer naar 1,05 vacature op elke 10 banen. • De werkloze beroepsbevolking neemt in 2005 toe van 515.000 tot 550.000, dat is circa 7% van de beroepsbevolking.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
7
2. PRODUCTIEKENGETALLEN1 In 2005 is de verwachting dat circa 786.500 cliënten zich melden bij CWI voor dienstverlening. Op basis van de beschikbare budgettaire ruimte ontvangen deze cliënten gemiddeld 4 uur dienstverlening. Hiervoor is een uitvoeringsformatie beschikbaar van circa 3825 fte2 inclusief de dienstverlening op de beursvloer (circa 350 fte), de dienstverlening aan werkgevers (circa 465 fte’s) en de indicatiestelling WSW (circa 147 fte’s). De prestaties die CWI nastreeft binnen de budgettaire ruimte en met deze uitvoeringsformatie zijn beschreven in hoofdstuk 3. Dienstverlening WW in 2005 Standaardpakket (65%) (gemiddeld 4 uur dienstverlening) Pluspakket (10% w.v. 32.000 jongeren zonder startkwalificatie) Minimumpakket (25%) TOTAAL
313.300 48.200 120.500 482.000
Dienstverlening WWB in 2005 Pluspakket (60% w.v. 11.000 jongeren zonder startkwalificatie) Minimumpakket (40%, fase 3/4)) TOTAAL
154.200 102.800 257.000
Dienstverlening WSW
17.500
Herintredende vrouwen
30.000
Elektronische dienstverlening CWI stimuleert zelfwerkzaamheid door het aanbieden van instrumenten voor elektronische dienstverlening (multichanneling). CWI biedt de cliënt ook op de beursvloer mogelijkheden voor elektronische dienstverlening, bijvoorbeeld als de cliënt zelf geen Internetverbinding heeft. Alle bedrijfsverzamelgebouwen en CWI’s beschikken over een beursvloer. Op de beursvloer zijn adviseurs van CWI aanwezig om daar waar nodig persoonlijke dienstverlening te geven. Minimumdienstverlening WW (minimumpakket WW) De gemiddelde normtijd van dit dienstverleningspakket bedraagt 2,5 uur, inclusief de werkintake en de uitkeringsintake. Dit pakket is van toepassing voor de cliënt die de competenties heeft om in belangrijke mate zelfwerkzaam (weer) deel te kunnen gaan nemen aan het arbeidsproces. In de regel is er één keer in de drie maanden een gesprek over het sollicitatiegedrag van de cliënt. Minimumdienstverlening WWB (minimumpakket WWB) De gemiddelde normtijd van dit dienstverleningspakket bedraagt 2 uur. Dit pakket is van toepassing voor de cliënt waarvan deelname aan het arbeidsproces pas weer kansrijk is na de 1
De ramingen van de klantstromen en de aantallen diensten zijn vastgesteld door of in overleg met het ministerie van SZW op basis van de eerdere voorspellingen van het Centraal Planbureau (CPB) – een economische groei van 1,25% - en de ramingen van UWV. 2 Een uitvoeringsformatie van 3825 fte is effectief, gecorrigeerd voor klantstromen en nieuw beleid, 100 fte minder dan in 2004 vanwege de efficiencytaakstelling gedurende het Transformatieprogramma 2002 - 2006.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
8
inzet van een reïntegratietraject door de gemeente. Het dienstverleningspakket bestaat uit het opstellen van het klantprofiel, de uitkeringsintake en een reïntegratieadvies; er zijn geen bemiddelingsactiviteiten opgenomen in dit pakket. Standaarddienstverlening (standaardpakket) De gemiddelde normtijd van dit dienstverleningspakket bedraagt 4 uur, inclusief het opstellen van het klantprofiel, de werkintake, de uitkeringsintake en eventueel een reïntegratieadvies. Het standaardpakket is een mix tussen zelfwerkzaamheid van de cliënt en persoonlijke dienstverlening door CWI, inclusief activering en controle. Gemiddeld is er één keer in de vier weken een bemiddelingsgesprek of deelname aan een workshop. Intensieve dienstverlening (pluspakket) De gemiddelde normtijd van dit dienstverleningspakket bedraagt 6 uur, inclusief het opstellen van het klantprofiel, de werkintake, de uitkeringsintake en eventueel een reïntegratieadvies. Dit pakket is van toepassing voor de cliënt waarvan de competenties vragen om intensieve dienstverlening van CWI om (weer) deel te kunnen gaan nemen aan het arbeidsproces. Gemiddeld is er één keer in de twee weken een bemiddelingsgesprek of workshop. Daarnaast wordt vanuit de cliënt actief naar vacatures gezocht en wordt de cliënt waar nodig begeleid bij sollicitatiegesprekken. De dienstverlening van CWI aan WWB-cliënten is gebaseerd op de competenties van de cliënten, die door middel van een klantprofiel worden vastgesteld. Als het aanbieden van dienstverlening pas zinvol is na de inzet van een reïntegratietraject door de gemeente, dan zal CWI een minimumpakket aanbieden, waarbij de cliënt snel wordt overgedragen naar de gemeente. Als tijdens het klantprofiel wordt vastgesteld dat de cliënt een pluspakket nodig heeft, dan biedt CWI intensieve dienstverlening aan en wordt de cliënt nog niet overgedragen aan de gemeente. De achterstand op de arbeidsmarkt van WWB-cliënten en het financiële belang dat gemeenten hebben bij uitkeringsverstrekking vereisen van CWI maximale inzet, zoals vormgegeven in het pluspakket, met als doel zo snel mogelijke toeleiding naar werk teneinde de uitkeringsinstroom te beperken. De intensiteit van de dienstverlening van CWI aan jongeren is afhankelijk van de kansen van de jongere op de arbeidsmarkt. Jongeren zonder startkwalificatie krijgen altijd een maatwerkarrangement op basis van het pluspakket. CWI verwacht aan circa 100.000 jongeren dienstverlening te geven, circa 75.000 WW-cliënten en circa 25.000 WWB-cliënten. Een nieuwe taakopdracht van CWI is de indicatiestelling WSW. CWI verwacht 17.500 indicaties WSW af te geven (inclusief herindicaties). De benodigde uitvoeringformatie voor deze nieuwe taak bedraagt circa 147 fte. De gemiddelde normtijd voor de dienstverlening aan WSW’ers bedraagt 10 uur. Herintredende vrouwen (circa 30.000) krijgen altijd een maatwerkarrangement op basis van het standaardpakket. Naast de dienstverlening aan werkzoekenden verleent CWI diensten aan werkgevers. Met de beschikbare uitvoeringsformatie heeft CWI de ambitie om 220.000 vacatures actief te werven en 82.000 vacatures te vervullen (inclusief het Vacatureoffensief).
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
9
Een aparte taakopdracht van CWI is het behandelen van aanvragen voor ontslag en tewerkstelling. CWI verwacht in 2005 100.000 ontslagaanvragen te behandelen en 40.000 aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen. Ook verwacht CWI 170.000 informatievragen te behandelen en adviezen te geven over ontslag en tewerkstelling. De benodigde uitvoeringsformatie voor de juridische dienstverlening bedraagt circa 345 fte.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
10
3. PRESTATIES Het ambitieniveau van de voorgenomen prestaties moeten worden beoordeeld tegen de achtergrond van de (voorgenomen) beleidskeuzen van de regering, de verwachte arbeidsmarktontwikkelingen, de toegekende budgettaire ruimte en de toenemende professionaliteit van de zich verder ontwikkelende organisatie.
BALANCED SCORECARD CWI 2005
1. 1.1. 1.2. 1.3.
CWI draagt zorg voor een transparante arbeidsmarkt Aantal beschikbare vacatures CWI (standcijfer maand) Aantal beschikbare CV's werk.nl (standcijfer maand) Aantal gebruikerssessies
2. 2.1.1. 2.1.2. 2.2. 2.3.
CWI verleent diensten aan werkgevers Aantal ingediende vacatures met verzoek voorwerk CWI Aantal vervulde vacatures met verzoek voorwerk CWI Tijdigheidsquote ontslagvergunningen (% binnen 6 weken) Tijdigheidsquote tewerkstellingsvergunningen (% binnen 5 weken)
3. 3.1.1. 3.1.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.3.1. 3.3.2. 3.4.1. 3.4.2.
CWI stimuleert ontwikkeling en benutting van talent voor de arbeidsmarkt en voorkomt dan wel bekort de uitkeringssituatie Preventiequote WW Preventiequote WWB Uitstroomquote WW fase 1 Uitstroomquote WWB fase 1 Poortwachtersquote WW Poortwachtersquote WWB Tijdigheidsquote indicatie WSW (% binnen 16 weken) Tijdigheidsquote herindicatie WSW (%, binnen 16 weken)
4. 4.1.1. 4.1.2. 4.2.1. 4.2.2.
CWI is ketenpartner Werk, Werkvoorziening en Inkomen Tijdigheidsquote aan UWV overgedragen uitkeringsaanvragen WW (%, 8 dagen) Volledigheidsquote aan UWV overgedragen uitkeringsaanvragen WW (%) Tijdigheidsquote aan gemeenten overgedragen uitkeringsaanvragen WWB (%, 8 dagen) Volledigheidsquote aan gemeenten overgedragen uitkeringsaanvragen WWB (%)
5.
CWI is een effectieve, doelmatige, klantgerichte, innovatieve en transparante organisatie Waarderingscijfer werkgevers (1-10) Waarderingscijfer werkzoekenden (1-10) Waarderingscijfer intermediairs (1-10) Ziekteverzuim (%, inclusief langdurig ziekteverzuim en exclusief bevallingsverlof) *) % Stafpersoneel Uitputting regulier budget (%) Uitputting incidenteel budget (%) Medewerkerstevredenheid (1-10)
5.1.1. 5.1.2. 5.1.3. 5.2.1. 5.2.2. 5.3.1. 5.3.2. 5.4.
REALISATIE 2003
REALISATIE 2004 1E HALFJAAR
STREEFWAARDEN 2004
STREEFWAARDEN 2005
nieuwe indicator 306.738 18.746.902
nieuwe indicator 348.940 14.910.472
nieuwe indicator 375.000 15.000.000
75.000 375.000 20.000.000
185.628 62.738 77,4% 82,3%
119.921 43.780 78,3% 91,8%
210.000 74.250 77% 84%
220.000 82.000 77% 90%
17,3% 45,6% 51,0% 50,4% 60,8% 87,3% nieuwe indicator nieuwe indicator
19,5% 45,9% 57,8% 59,4% 66,9% 87,7% nieuwe indicator nieuwe indicator
18% 40% 50% 50% 60% 75% nieuwe indicator nieuwe indicator
20% 45% 55% 55% 65% 85% 85% 85%
81,1% 90,1% 95,6% 86,6%
85,8% 98,1% 96,3% 97,1%
80% 85% 96% 80%
80% 85% 96% 85%
7,1 6,7 nieuwe indicator 8,0% 12,6% 96,0% 44,0% PM 2004
7,1 6,7 PM 5,3% 13,5% 45% 32% PM
7 7 7 6% 12% kleiner gelijk 100% kleiner gelijk 100% 7
7 7 7 6% 12% kleiner gelijk 100% kleiner gelijk 100% 7
*) Realisatie 1e halfjaar 2004 en streefwaarde 2004 exclusief langdurig ziekteverzuim en exclusief bevallingsverlof
CWI draagt zorg voor een transparante arbeidsmarkt: • CWI raamt de vacaturemarkt in 2005 op 738.000 vacatures. CWI streeft op deze vacaturemarkt naar een marktbereik van circa 50%3. De streefwaarde voor het aantal via CWI inzichtelijke vacatures is daarom 370.000 vacatures, dit zijn circa 75.000 vacatures op maandbasis (standcijfer). Hierbij is er rekening mee gehouden dat sommige vacatures langer dan een maand openstaan. • CWI streeft naar 375.000 beschikbare CV’s in werk.nl (standcijfer op maandbasis). Deze streefwaarde is ambitieuzer dan de realisatiecijfers in 2004. • CWI streeft naar 20 miljoen gebruikerssessies in 2005. Dat is fors hoger dan de streefwaarde in 2004. 3
CWI neemt het marktbereik niet meer op als prestatie-indicator omdat dit cijfer niet voldoende betrouwbaar is te meten. In de noemer maakt CWI gebruik van prognosecijfers over de vacaturemarkt. Deze cijfers worden periodiek bijgesteld. Daarnaast is in de totale vacaturemarkt geen rekening gehouden met de uitzendmarkt terwijl in de teller wel uitzendvacatures zijn meegenomen. Hierdoor ontstaan een discrepantie tussen de teller en de noemer. CWI rapporteert in de verantwoording overigens wel over het marktbereik (transparantiebereik).
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
11
CWI verleent diensten aan werkgevers: • Zoals gezegd streeft CWI naar 370.000 beschikbare vacatures. CWI wil daarvan 220.000 vacatures zelf actief werven en verwacht dat werkgevers 150.000 zelfwerkzaam aanleveren in werk.nl. Het aantal van 220.000 te werven vacatures door CWI is iets hoger dan de streefwaarde 2004 en ongeveer gelijk aan het realisatiecijfer in de eerste helft van 2004. • CWI heeft de ambitie om in 2005 voor werkgevers meer vacatures te vervullen dan in 20044: 82.000 ten opzichte van de streefwaarde van 74.250 in 20045. Naast deze 82.000 werkzoekenden die rechtstreeks door CWI bemiddeld worden naar een baan vinden ook grote aantallen werkzoekenden zelf via het instrumentarium van CWI een baan (door werk.nl, workshops, handhaving, bemiddelingsactiviteiten enzovoorts). Dit komt tot uitdrukking in de preventiequote en in de uitstroomquote. • CWI handhaaft de streefwaarde voor de tijdigheid van ontslagvergunning op het niveau van 2004 (77%). Het realisatiecijfer in de eerste helft van 2004 bedraagt 78,3%. De ontslagprocedure omvat diverse formele processtappen die de behandeltijd van CWI bekorten. Als de werknemer gebruik maakt van zijn recht op verweer worden de termijnen langer. De ervaring leert dat in ongeveer 20% van de procedures verweer wordt gemaakt. Een streefwaarde van meer dan 80% is daarom niet mogelijk. Verder verwacht CWI een toename van het aantal ontslagvergunningen via CWI in plaats van de ontslagprocedure via de kantonrechter. Het kabinetsbesluit om de ontslagvergoeding gedeeltelijk te anticumuleren met de WW-uitkering kan deze toename versterken. Ook verwacht CWI dat deze anticumulatie tot gevolg kan hebben dat werknemers geprikkeld worden tot sterker verweer. Door beide aspecten kan de tijdigheid onder druk komen te staan. Om deze redenen is de ambitie van CWI om de streefwaarde 2004 als basis te nemen voor de streefwaarde 2005 in plaats van het huidige iets hogere realisatiecijfer. • CWI verhoogt de streefwaarde voor de tijdigheid van tewerkstellingsvergunningen van 84% in 2004 naar 90% in 2005. CWI stimuleert ontwikkeling en benutting van talent voor de arbeidsmarkt en voorkomt dan wel bekort de uitkeringssituatie: • CWI ambieert in 2005 hogere streefwaarden voor de quotes (preventie, uitstroom, poortwachter) dan in 2004. Deze ambitiewaarden liggen niettemin iets onder de realisatiecijfers in de eerste helft van 2004. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de realisatie van de quotes niet lineair doorgerekend kunnen worden vanwege seizoensinvloeden. Ook is relevant dat de quotes voor circa de helft bepaald worden door exogene factoren waar CWI geen invloed op heeft. CWI verfijnt het beschikbare effectiviteitsmodel om exogene verklaringsfactoren te onderkennen en te begrijpen. De ambitie is dat met dit model ook inzichtelijk is te maken welke onder- en bovengrens er is aan de quotes. • CWI gaat in 2005 voor het eerste jaar de indicatiestelling WSW uitvoeren. CWI neemt daar als prestatie-indicatoren voor op de tijdigheidsquote van de eerste indicatie en van de herindicatie. De norm voor beide quotes ambieert CWI op 85%.
4
CWI hanteert als prestatie-indicatoren het werven en vervullen van vacatures. De vervullingsquote is de verhouding tussen deze twee indicatoren. De quote zelf is geen prestatie-indicator. 5 In deze streefwaarden is rekening gehouden met een additionele bijdrage door het vacatureoffensief (negen maanden in 2004 en nog zes maanden in 2005).
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
12
CWI is ketenpartner Werk, Werkvoorziening en Inkomen: • De prestatie-indicatoren van CWI hebben voor een deel betrekking op het realiseren van beleidseffecten (outcome) en voor een deel op de kwaliteit van het ketenproces. Voorbeelden van beleidseffecten zijn de quotes, die aangeven wat de bijdrage van CWI is aan het voorkomen dan wel beperken van schadelast, en de klanttevredenheidscijfers. Voorbeelden van kwaliteitsindicatoren zijn volledigheid en tijdigheid van de dossieroverdracht aan de ketenpartner. CWI probeert bij het stellen van streefwaarden een evenwicht te bereiken tussen de prestatie-indicatoren over beleidseffecten en de kwaliteitsindicatoren. CWI wil hiermee voorkomen dat de sturing zich te eenzijdig richt op of de beleidseffecten of de kwaliteitsindicatoren (een te eenzijdige sturing op bijvoorbeeld een snelle uitkeringsoverdracht biedt minder tijd voor bemiddeling voor de overdracht aan de ketenpartner en gaat dan ten koste van de preventiequote). CWI verhoogt de streefwaarde voor de volledigheid van de dossieroverdracht aan gemeenten van 80% naar 85%. Voor de overige kwaliteitsindicatoren handhaaft CWI de streefwaarden in 2004 ook voor 2005. CWI is een effectieve, doelmatige, klantgerichte, innovatieve en transparante organisatie: • CWI handhaaft de ambitie om als waarderingscijfer van onze cliënten een 7 te realiseren. • CWI ambieert een verzuimpercentage van 6%. Ten opzichte van vorige jaren is de definitie nu inclusief langdurig ziekteverzuim (en exclusief bevallingsverlof). Vorige jaar was het ziekteverzuim 8,0% exclusief langdurig ziekteverzuim.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
13
4. AANPAK Dit jaarplan vloeit voor uit het meerjaren beleidsplan CWI 2005 – 2009, waarin de meerjaren visie van CWI is beschreven. In dit hoofdstuk wordt de aanpak om de doelstellingen te bereiken uitgewerkt. Elke doelstelling kent één of meerdere subdoelstellingen die de rol en toegevoegde waarde van CWI in de keten van werk en inkomen concreet maakt. HOOFD- EN SUBDOELSTELLINGEN CWI 1. CWI draagt zorg voor een transparante arbeidsmarkt 1.1. CWI maakt informatie over beroepen, competentieprofielen, opleidingen en arbeidsmarktperspectieven transparant 1.2. CWI maakt het actuele aanbod van vacatures en arbeidsaanbod (tot op Europees niveau) transparant 1.3. CWI maakt rechten en plichten inzake uitkeringen, ontslag en tewerkstelling transparant 1.4. CWI voorziet in informatie omtrent vraag- en aanbodontwikkelingen op de arbeidsmarkt 1.5. CWI stimuleert de totstandkoming van 1 virtueel loket voor burgers inzake sociale zekerheid en arbeidsmarkt gerelateerde vraagstukken 2. CWI verleent diensten aan werkgevers 2.1. CWI biedt werkgevers informatie en advies terzake van arbeidsrecht, werving, selectie, ontslag en arbeidsmarktomstandigheden 2.2. CWI draagt op verzoek van werkgevers actief bij aan de vervulling van vacatures 2.3. CWI ondersteunt branche- en koepelorganisaties bij specifieke acties 2.4. CWI behandelt aanvragen voor ontslagvergunningen tijdig en correct 2.5. CWI behandelt aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen tijdig en correct 3. CWI stimuleert ontwikkeling en benutting van talent voor de arbeidsmarkt en voorkomt dan wel bekort de uitkeringssituatie 3.1. CWI voorkomt onnodige en onterechte instroom van direct kansrijke werklozen dan wel bekort de uitkeringsduur 3.2. CWI ondersteunt op verzoek niet direct kansrijke werkzoekenden 3.3. CWI stimuleert werkloze jeugdigen, (her-)intreders en ouderen tot arbeidsparticipatie door middel van specifieke acties en arrangementen 3.4. CWI werft vacatures om de slaagkans van werkzoekenden te vergroten 3.5. CWI werkt samen met instellingen voor praktijkgericht onderwijs 3.6. CWI borgt de onafhankelijke en uniforme uitvoering van de indicatiestelling WSW 3.7. CWI borgt een sluitende aanpak bij de aansluiting van de sociale werkvoorziening op de reguliere arbeidsmarkt
4. CWI is ketenpartner Werk, Werkvoorziening en Inkomen 4.1. CWI levert tijdig en volledig intake-, reïntegratie- en indicatiegegevens 4.2. CWI levert actuele en betrouwbare arbeidsmarktinformatie aan lokale overheden en
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
14
regionale arbeidsmarktplatforms 4.3. CWI participeert pro-actief in ontwikkeling en functioneren van bedrijfsverzamelgebouwen 5. CWI is een effectieve, doelmatige, klantgerichte, innovatieve en transparante organisatie (MANAGEMENTDOELSTELLING CWI) 5.1. CWI richt de werk- en evaluatieprocessen in op doelbereiking 5.2. CWI optimaliseert voortdurend de kosten-effectverhouding 5.3. CWI stelt de cliënt-werkzoekende en de klant-werkgever centraal met inachtneming van wet- en regelgeving 5.4. CWI zoekt pro-actief naar nieuwe concepten en instrumenten 5.5. CWI is volstrekt transparant naar de opdrachtgever en de samenleving
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
15
4.1 Hoofddoelstelling: CWI draagt zorg voor een transparante arbeidsmarkt 4.1.1 Subdoelstellingen De subdoelstellingen bij het zorgdragen voor een transparante arbeidsmarkt zijn: • CWI maakt informatie over beroepen, competentieprofielen, opleidingen en arbeidsmarktperspectieven transparant. o CWI profileert de Beroepen en Opleidingentabel als authentieke bron. o CWI ontwikkelt competentieprofielen in samenwerking met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen om de aansluiting tussen vraag en aanbod te verbeteren. • CWI maakt het actuele aanbod van vacatures en arbeidsaanbod (tot op Europees niveau) transparant. o CWI stelt Werk.nl als portal beschikbaar voor commerciële actoren op de arbeidsmarkt. o CWI ontwikkelt Partnermodules in samenwerking met branches. • CWI maakt rechten en plichten inzake uitkeringen, ontslag en tewerkstelling transparant. • CWI voorziet in informatie omtrent vraag- en aanbodontwikkelingen op de arbeidsmarkt. • CWI stimuleert de totstandkoming van één virtueel loket voor burgers inzake sociale zekerheid en arbeidsmarkt gerelateerde vraagstukken.
4.1.2 Diensten De diensten bij het zorgdragen voor een transparante arbeidsmarkt zijn: • Dienstverlening op de vestiging, via telefonie of internet (www.werk.nl). • Beursvloeractiviteiten, geven van informatie en advies en workshops.
4.1.3 Uitwerking CWI draagt zorg voor een transparante arbeidsmarkt omdat werkgevers en arbeidskrachten elkaar dan sneller en gemakkelijker kunnen vinden. Tevens stelt een transparante arbeidsmarkt beleidsmakers in staat om doelgericht te interveniëren. Hierdoor nemen de mogelijkheden toe om fricties op de arbeidsmarkt te bestrijden. CWI ziet kansen voor werkloze cliënten om deel te gaan nemen aan het arbeidsproces door de mogelijkheden te stimuleren om aan de slag te gaan als zelfstandige zonder personeel (zzp-er) of als (kleinschalig) zelfstandig ondernemer. CWI gaat in 2005 samen met de Kamers van Koophandel onderzoeken welke mogelijkheden er zijn in voorlichtende, arrangerende en ondersteunende zin. Daarnaast wil CWI met het ministerie van SZW verkennen welke mogelijkheden er zijn op het gebied van fiscale maatregelen, starten met behoud van uitkering of ondersteuning via poolconstructies. Ook ziet CWI kansen om de werkgelegenheidsgroei te verhogen door de ontplooiingsmogelijkheden van werkloze cliënten te stimuleren en meer beroep te doen op de eigen initiatieven van werkloze cliënten.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
16
CWI streeft in 2005 naar een transparantiebereik (marktbereik) vacatures van 29% bij een geraamde vacaturemarkt in 2005 van circa 1,3 miljoen opengestelde vacatures (inclusief uitzendvacatures)6. In absolute aantallen is dit een transparantiebereik van circa 370.000 vacatures. Deze streefwaarde is niet opgenomen als prestatie-indicator. Een belangrijk instrument dat CWI inzet om de arbeidsmarkt transparant te maken is de internetsite www.werk.nl. Werk.nl vormt de basis voor de dienstverlening door CWI. Werk.nl is een publieke marktplaats met een uitgebreid informatiedeel om de zelfwerkzaamheid van cliënten te bevorderen. Specifiek voor jongeren heeft CWI een jongerenmodule ontwikkeld op met interactieve componenten, zoals een forum, een interactief Europees CV en een helpdesk om rechtstreeks contact te leggen met de jongerenadviseurs op de CWI’s. In 2005 ontwikkeld CWI nieuwe interactieve componenten zoals een assessmenttool en een beroepeninteressetest. CWI stelt ook informatiemodules op Werk.nl beschikbaar voor etnische minderheden, ouderen, herintredende vrouwen en voor Europese vacatures. Marktonderzoek heeft aangetoond dat werkgevers naast transparantie van het beschikbare aanbod tevens behoefte hebben aan informatie over het vinden van geschikt personeel en het omgaan met personeel (starten met personeel, werving en selectie, ziekte, doelgroepinformatie). De werkgeversmodule op Werk.nl voorziet in deze informatiebehoefte. CWI stelt ook actuele arbeidsmarktinformatie beschikbaar op Werk.nl die de werkgever kunnen ondersteunen in het zoeken naar geschikt aanbod. CWI werkt actief samen met uitzendorganisaties en intermediairs door werkzoekenden naar hun te verwijzen en vacatures van en verwijzingen naar uitzendorganisaties en intermediairs op te nemen in Werk.nl. CWI organiseert in 2005 circa 400 banenmarkten. CWI organiseert in elk geval één landelijke banenmarkt, die in 2003 uitermate succesvol is verlopen. Ook in 2004 organiseert CWI een landelijke banenmarkt. Daarnaast organiseren de CWI’s diverse banenmarkten in samenwerking met ketenpartners, uitzendorganisaties en intermediairs. CWI gaat ook in 2005 samenwerkingsrelaties aan met sectoren en brancheorganisaties. Op Werk.nl maakt CWI bijvoorbeeld vacatures zichtbaar van de branche of de sector via de ‘look and feel’ van de sites van sectoren en branches (de zogenoemde partnermodules). CWI verleent Europese dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers in Nederland en in de Europese Economische Ruimte (EER). Enkele activiteiten op dit gebied zijn: • In Werk.nl zijn Europese vacatures beschikbaar voor Nederlandse werkzoekenden. • In Werk.nl is een informatiemodule beschikbaar voor Europese werkzoekenden over werken in Nederland, opgesteld in vier talen. • Ontwikkelen van EURES workshops voor werkzoekenden en werkgevers. • Uitvoeren van EURES crossborder (dat zijn projecten met buurlanden in de grensstreken). CWI is hoofdaannemer van EURES Scheldemond.
6
Tot op heden ging CWI uit van een marktbereik exclusief uitzendvacatures. Omdat CWI in de teller wel uitzendvacatures meetelt wordt dit nu ook meegeteld in de noemer.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
17
4.2 Hoofddoelstelling: CWI verleent diensten aan werkgevers 4.2.1 Subdoelstellingen De subdoelstellingen bij het verlenen van diensten aan werkgevers zijn: • CWI biedt werkgevers informatie en advies terzake van arbeidsrecht, werving, selectie, ontslag en arbeidsmarktomstandigheden. o CWI draagt zorg voor een actueel en toegankelijk CV-bestand. o CWI ondersteunt regionale samenwerkingsverbanden voor personeelsuitwisseling tussen werkgevers. • CWI draagt op verzoek van werkgevers actief bij aan de vervulling van vacatures. o CWI is in staat de personeelsbehoefte van werkgevers om te zetten naar beschikbaar c.q. beschikbaar te maken aanbod. o CWI levert op verzoek een voorselectie van geschikte of geschikt te maken kandidaten. • CWI ondersteunt branche- en koepelorganisaties bij specifieke acties. • CWI behandelt aanvragen voor ontslagvergunningen tijdig en correct. • CWI behandelt aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen tijdig en correct.
4.2.2 Diensten De diensten aan werkgevers zijn: • Werven van vacatures (streefwaarde van 220.000 vacatures). • Vervullen van vacatures (streefwaarde van 82.000 vacatures; inclusief het Vacatureoffensief). • Behandelen van ontslagaanvragen (raming van 100.000 aanvragen). • Behandelen van aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen (raming van 40.000 aanvragen).
4.2.3 Uitwerking 4.2.3.1 Vervullen van vacatures CWI zet in 2005 de werkaanpak voort rondom Focus op Werk, het Vacatureoffensief en de benadering van grote werkgevers. De inspanningen van CWI aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt leveren een positieve bijdrage aan de doelstelling van werk boven uitkering en renderen aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt. CWI draagt zorg voor hoog gekwalificeerde en servicegerichte dienstverlening aan werkgevers, om hen te helpen bij het snel en effectief vervullen van vacatures met goed geschikt personeel. Kernpunten van de dienstverlening aan werkgevers op het gebied van het vervullen van vacatures zijn: • Snelle opvolging van een vacaturemelding, 72-uurs service met concrete afspraken over de vervulling van de vacature. • Persoonlijke dienstverlening in de vorm van een bedrijfsbezoek, bij voorkeur gecombineerd met de introductie van sollicitanten. • Matchen van vacatures en sollicitanten. • Actieve bemiddeling van CWI door middel van introductie van sollicitanten bij werkgevers.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
18
• • •
Advisering ten aanzien van de juiste werving en selectiemethode, het functieprofiel en het inwerkprogramma. Gericht bekend maken van vacatures. Nazorg bij plaatsing, die zo mogelijk een structureel karakter heeft.
CWI is in 2003 gestart met een eerste tranche van het Vacatureoffensief. Het doel van het offensief is om bij oplopende werkloosheid in combinatie met een nog altijd groot aantal openstaande vacatures, in een aantal daarvoor geselecteerde sectoren, door middel van extra bemiddelingsactiviteiten al dan niet relatief moeilijk vervulbare vacatures te vervullen. Het Vacatureoffensief richt zich op de sectoren detailhandel, groothandel, horeca, bouwnijverheid, zorg en welzijn en zakelijke dienstverlening. In 2004 is de tweede tranche van het Vacatureoffensief van start gegaan voor de periode tussen 1 april 2004 en 30 juni 2005. In de tweede tranche van het Vacatureoffensief realiseert CWI 13.750 extra vacaturevervullingen, 8.250 in 2004 en 5.500 in 2005.
4.2.3.2 Juridische dienstverlening Een aparte taakopdracht voor CWI is het behandelen van ontslagaanvragen en tewerkstellingsvergunningen. Deze wettelijke taken, alsmede een aantal andere juridische taken, worden uitgevoerd door de bedrijfseenheid juridische zaken. Rechtmatigheid en uniformiteit zijn belangrijke uitgangspunten bij de juridische dienstverlening. Dit vereist een neutrale toetsing en het rechtens beslissen in geschillen tussen werkgevers en werknemers (ontslagtaak). Adequate voorlichting is daarbij van belang. Het adviseren van partijen kan niet indien dat raakt aan subjectief betrokken belangen. CWI is daarom terughoudend in de advisering. Behandelen van ontslagaanvragen CWI verwacht 100.000 ontslagaanvragen te behandelen in 2005. Dat is vergelijkbaar met de aantallen in 2004. De juistheid van de raming wordt mede beïnvloed door: • Een verscherpte toets door UWV op uitkeringsaanvragen voor werknemers die via de kantonrechtersroute werkloos worden. Dit kan leiden tot meer ontslagaanvragen bij CWI. • Wijziging van de ontslagcriteria: vervanging van het beginsel “last in, first out” door andere criteria (meer ruimte voor kwaliteitsontslagen enerzijds en de bescherming van lastig bemiddelbare groepen anderzijds). Dit kan leiden tot meer ontslagaanvragen bij CWI. • Het gedeeltelijk anticumuleren van de ontslagvergoeding met de WW-uitkering (hierdoor ontstaat mogelijk een groter beroep op de ontslagprocedure via CWI). CWI toetst ook ontslagaanvragen van personeel van UWV en COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers). Deze dienstverlening vindt plaats op contractuele basis tegen vergoeding van de kosten. In 2005 gaat CWI ook ontslagaanvragen toetsen van WSW’ers.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
19
Behandelen tewerkstellingsvergunningen (WAV) CWI verwacht 40.000 tewerkstellingsvergunningen te behandelen in 2005. Dit is een daling ten opzichte van vorige jaren door de stijging van het aanbod van arbeidskrachten (tengevolge van de laagconjunctuur). Het aantal tewerkstellingsvergunningen blijft relatief hoog omdat slechts voor ongeveer een derde van de aanvragen een toets geldt op prioriteitgenietend aanbod. Voor de andere aanvragen geldt de arbeidsvoorwaardelijke toets (bijvoorbeeld voor internationale concernverbanden, wetenschappers, onderzoekers en stagiairs). De juistheid van de raming wordt mede beïnvloed door: • De introductie van het begrip algemeen geaccepteerde arbeid in de WWB waardoor er meer prioriteitgenietend aanbod is. Dit kan leiden tot minder aanvragen. • Een verlichting van het toelatingsregime voor werknemers uit de landen die in 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Dit kan leiden tot minder aanvragen. • Het afschaffen van de plicht voor het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning voor kenniswerkers. Dit kan leiden tot minder aanvragen. • Een stijging van het aantal vacatures in de land- en tuinbouwsector. Dit kan leiden tot meer aanvragen. Het kabinet wil dat er voor werkgevers één loket komt waar zowel een werk- als een verblijfsvergunning kan worden aangevraagd. CWI is daarom in gesprek met de IND over het vormen van een gezamenlijk frontoffice, inzake de positionering van dat loket. Zoveel mogelijk worden de werkprocessen geüniformeerd, dubbelfuncties eruit gehaald, gezamenlijk voorlichting gegeven vanuit een centrale helpdesk en folders uitgegeven. De werkgever moet daarbij zo min mogelijk merken van het bestaan van verschillende backoffices, maar daarbij ook helder houden waar vragen het meest diepgaand kunnen worden beantwoord. Dienstverlening aan Midden en Oost Europese landen (MOE-landen) Per 1 mei 2004 is de Europese Unie (EU-15) uitgebreid met 10 nieuwe lidstaten (EU-25). Het kabinet heeft besloten de Nederlandse arbeidsmarkt voor personen afkomstig uit deze nieuwe lidstaten beperkt toegankelijk te maken (met uitzondering van Cyprus en Malta) om arbeidsmarktverdringing door werknemers uit de nieuwe lidstaten te voorkomen. De nieuwe regels gelden tussen 1 mei 2004 en 1 mei 2006. Werknemers uit de nieuwe lidstaten moeten nog steeds een tewerkstellingsvergunning aanvragen. Voor werkgevers uit sectoren/beroepsgroepen waarvan is vastgesteld dat er een tekort is aan arbeidskrachten kan CWI echter bepalen dat een vergunning versneld (binnen twee weken) wordt afgegeven zonder toets op prioriteitgenietend aanbod en zonder de eis van verplichte vacaturemelding. Met ingang van 1 mei 2004 geldt voor een periode van drie maanden een versnelde procedure voor internationale chauffeurs, matrozen en stuurmannen voor de binnenvaart, ok-assistenten, radiotherapeutisch laboranten en radiodiagnostisch laboranten, uitbeners en slachters. Per 1 juni 2004 geldt dit ook voor seizoenarbeid in de landen tuinbouw, waarvan de werkzaamheden starten voor 1 september 2004 en een maximale duur hebben van twee maanden. Als uit de arbeidsmarktmonitoring van CWI blijkt dat er weer voldoende aanbod van werknemers uit Nederland of de huidige EU-landen is, dan worden de voorwaarden voor het verstrekken van een tewerkstellingsvergunning weer aangescherpt en zal het reguliere toetsingskader weer van kracht worden.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
20
Toets verwijtbare werkloosheid Met UWV heeft CWI in 2003 (voor de periode van 1 september 2003 tot en met 31 december 2004) een contract afgesloten voor de inhuur van CWI-expertise voor de toets van UWV op verwijtbare werkloosheid van uitkeringsaanvragers wiens arbeidsovereenkomst door de kantonrechter is ontbonden, dan wel de arbeidsrelatie met wederzijds goedvinden is beëindigd. CWI geeft daarbij aan UWV aan in hoeverre voor deze werknemer volgens de regels van het Buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen 1945 is gehandeld. Vooral bij dossiers in het kader van collectieve ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen adviseert CWI vanuit haar expertkennis en ervaring over de bedrijfseconomische noodzaak bij de werkgever voor inkrimping van het personeelsbestand, over de juiste toepassing van anciënniteitregels en spreiding over het functiegebouw, alsmede herplaatsingsmogelijkheden. In de tweede helft van 2004 evalueren CWI en UWV de samenwerking en kunnen nieuwe afspraken worden gemaakt over de verdere uitvoering van de toets op verwijtbare werkloosheid, mede tegen de achtergrond van wettelijke aanpassingen, mogelijk gericht op een beperking van de verwijtbaarheidtoets WW in brede zin. Deze wettelijke aanpassingen worden (pas) ruim na 1 januari 2005 verwacht. Informatie, advies en voorlichting CWI verwacht in 2005 circa 170.000 klantcontacten voor Informatie en Advies over ontslagaanvragen en tewerkstellingsvergunningen. Werkgevers en werknemers vragen in de regel Informatie en Advies vooruitlopend op de start van een vergunningsprocedure. CWI organiseert periodiek voorlichtingsbijeenkomsten aan ketenpartner(-s), publieke organisaties, groepen van werkgevers, werkgevers- en werknemersorganisaties en aan leden van Ontslagadviescommissies. Tevens geeft CWI foldermateriaal uit voor werkgevers. Samen met de informatie op Werk.nl dient dit er toe om werkgevers correcte aanvragen voor ontslag en tewerkstelling te laten indienen waardoor het verwerkingsproces soepel kan verlopen en procedurefouten worden voorkomen. Andere juridische taken CWI verricht naast het behandelen van aanvragen voor ontslag en tewerkstelling ook nog een aantal andere (kleinere) juridische taken: • Dienstverlening aan de Arbeidsinspectie (SZW) bij werktijdverkorting. In 2005 gaat CWI samenwerken met de Arbeidsinspectie van het ministerie van SZW bij de behandeling van aanvragen van werkgevers voor werktijdverkorting. CWI gaat op verzoek bedrijfsbezoeken afleggen bij werkgevers om bedrijfsinformatie te verzamelen over de noodzaak van werktijdverkorting. CWI rapporteert over deze bezoeken aan de Arbeidsinspectie, die de beslissing neemt op de aanvraag. De verwachting is dat CWI 400 tot 500 bedrijfsbezoeken aflegt. • Verklaringen over de werkloosheidsstatus van potentiële werknemers: o Verklaring geen startkwalificatie (VSK): fiscale aftrek voor werkgevers bij het in dienst nemen van werklozen met een beperkt opleidingsniveau. CWI raamt circa 100 verklaringen te geven. o Verklaring ten behoeve van de Regeling schoonmaakpersoneel (RSP): een subsidie voor werkgevers in de schoonmaakbranche bij het in dienst nemen van langdurig werklozen. CWI raamt circa 500 subsidieaanvragen te behandelen. o Verklaringen Arbeidsmarkt en opleidingsfonds: een subsidie voor werkgevers bij het beschikbaar stellen van een werkervaringsplaats. CWI raamt circa 300 verklaringen te geven.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
21
De bedrijfsjuridische eenheid voert diverse juridische procedures uit, zoals voor geweigerde tewerkstellingsvergunningen, geweigerde indicatie WSW, geweigerde inschrijving bij CWI, schadeclaims en klachten. CWI raamt circa 1.000 procedures te voeren.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
22
4.3 Hoofddoelstelling: CWI stimuleert de ontwikkeling en benutting van talent voor de arbeidsmarkt en voorkomt dan wel bekort de uitkeringssituatie 4.3.1 Subdoelstellingen De subdoelstellingen bij het stimuleren van de ontwikkeling en benutting van talent voor de arbeidsmarkt en voorkomen dan wel bekorten van de uitkeringssituatie zijn: • CWI voorkomt onnodige en onterechte instroom van direct kansrijke werklozen dan wel bekort de uitkeringsduur. o CWI stelt (aankomende) werkzoekenden in staat vroegtijdig en zelfstandig gericht naar werk te zoeken. o CWI stimuleert werkzoekenden hun wensen en competenties af te stemmen op de actuele en toekomstige vraag. o CWI stelt de (potentiële) beroepsbevolking in staat (eerder) verworven competenties te ontdekken, te expliciteren en regelmatig te testen. • CWI ondersteunt op verzoek niet direct kansrijke werkzoekenden. • CWI stimuleert werkloze jeugdigen, (her-)intreders en ouderen tot arbeidsparticipatie door middel van specifieke acties en arrangementen. • CWI werft vacatures om de slaagkans van werkzoekenden te vergroten. • CWI werkt samen met instellingen voor praktijkgericht onderwijs. • CWI borgt de onafhankelijke en uniforme uitvoering van de indicatiestelling WSW. • CWI borgt een sluitende aanpak bij de aansluiting van de sociale werkvoorziening op de reguliere arbeidsmarkt.
4.3.2 Diensten In de dienstverlening staat maatwerk voorop; de individuele benadering van de cliënt. Elke ingeschreven cliënt heeft recht op een onafhankelijke diagnose en beoordeling van zijn of haar competenties, zoals dat in Nederland is belegd bij CWI. De dienstverlening is gebundeld in dienstverleningspakketten (standaardpakket, pluspakket en minimumpakket), die bestaan uit de verschillende diensten (zoals bemiddelingsactiviteiten). Binnen deze pakketten stelt CWI maatwerkarrangementen samen. CWI verwijst in de dienstverlening direct naar drie tot vijf uitzendbureaus of andere intermediairs op de arbeidsmarkt. CWI verwacht circa 769.000 werkintakes te doen, circa 257.000 voor WWB-cliënten, circa 482.000 voor WW-cliënten en circa 30.000 voor herintredende vrouwen.
4.3.3 Uitwerking CWI helpt mensen om de belemmeringen naar werk weg te nemen en hun deelname aan het arbeidsproces dan wel het verkrijgen van werk te bevorderen, waar mogelijk werk met een structureel karakter. CWI doet dit als poortwachter voor de WW en de WWB, stimulator voor arbeidsparticipatie en indicatiesteller voor de WSW.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
23
De rol van CWI als poortwachter bestaat uit drie elementen: 1. Bemiddelingsactiviteiten7; diverse vormen en arrangementen zoals workshops, werkgesprekken, inzet van duale trajecten, competentieprofielen en de Erkenning van (eerder/elders) Verworven Competenties8. 2. Verplichtingencontrole, cliënten hebben verschillende rechten en plichten. Indien de cliënt een beroep doet op een uitkering is het bemiddelingsproces van CWI niet meer vrijblijvend: verplichting tot inschrijving, aanvaarden van algemeen geaccepteerde of passende arbeid, meewerken aan de dienstverlening en nakomen van afspraken. Bij nalatigheid meldt CWI dat aan de ketenpartner. De melding, waarvan de datum door CWI wordt vastgelegd, is van een kwalitatief hoog niveau waardoor de ketenpartner er op kan bouwen bij een wettelijk voorgeschreven onderzoek naar verwijtbaarheid. 3. Gegevenscontrole. CWI vraagt de gegevens uit die nodig zijn voor het beoordelen van het recht op een uitkering en draagt die over aan de ketenpartner. De overdracht vindt zo plaats, dat de ketenpartner zonder onnodige klantcontacten de controlewerkzaamheden kan voortzetten. In 2003 is CWI in pilots begonnen met het ontwikkelen van competentieanalyses in het kader van aanbod- en vraagherkenning met het doel in de toekomst het matchen op basis van competenties mogelijk te maken. Matchen op competenties is vooral gericht op kwetsbare groepen en moeilijk vervulbare vacatures. In 2004 heeft CWI een competentiemodel ontwikkeld voor zowel de aanbodzijde (vooral voor jongeren zonder startkwalificaties) als de vraagzijde (met sectororganisaties en Kenniscentra Beroepsopleiding Bedrijfsleven; Kenteq en de horecasector). CWI zet eerder gestarte pilots in 2005 voort om verder te komen tot een stramien voor persoonlijke competentieprofielen en voor beroepscompetentieprofielen. Daarbij is afstemming met de EU-ontwikkelingen op dit terrein. Vanwege de beperkte budgettaire ruimte in de Rijksbegroting en daarmee ook in de begroting van het ministerie van SZW heeft het ministerie besloten om geen middelen meer ter beschikking te stellen voor de projectkosten van het bemiddelingsteam in de land- en tuinbouw om werkzoekenden (vooral WWB cliënten) te bemiddelen naar seizoensarbeid. CWI zal het project met het LTO daarom gaan afbouwen.
4.3.3.1 Indicatiestelling WSW CWI gaat vanaf 1 januari 2005 de indicatiestelling WSW uitvoeren. Deze nieuwe taak is volledig meegenomen in dit jaarplan. CWI stuurt het WSW indicatieproces tot eind 2006 centraal aan op een projectmatige wijze.
7
Vanwege de beperkte budgettaire ruimte in de Rijksbegroting en daarmee ook in de begroting van het ministerie van SZW heeft het ministerie besloten om geen middelen meer ter beschikking te stellen voor het dragen van de kosten door CWI van Internationale Diplomawaardering (IDW). Cliënten die verzoeken om een internationale diplomawaardering zal CWI doorverwijzen naar het informatiecentrum Colo. Het gevolg hiervan is dat cliënten voortaan zelf de kosten zullen moeten dragen voor een internationale diplomawaardering. 8 Zie verder over EVC bijlage B.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
24
In de Balanced Scorecard zijn de prestatie-indicatoren (onder 3.5.1. en 3.5.2.) opgenomen van de uitvoering van de indicatiestelling WSW. De klanttevredenheid maakt onderdeel uit van de bestaande klanttevredenheidsmetingen bij de ketenpartners. In de verantwoording maakt CWI transparant of CWI de doelstellingen realiseert van het onderbrengen van de indicatiestelling WSW bij CWI, zijnde een onafhankelijke en uniforme uitvoering en een sluitende aanpak. Voor de kwaliteitsborging en de verantwoording sluit CWI aan bij het bestaande kwaliteitssysteem van CWI en de reguliere planning- en controlcyclus. In het kwaliteitssysteem worden de uitvoeringsaspecten meegenomen zoals zorgvuldigheid en consistentie.
4.3.3.2 Poortwachtersrol CWI voor specifieke groepen op de arbeidsmarkt Zoals gezegd staat in de dienstverlening van CWI maatwerk voorop; de individuele benadering van de cliënt. Hieronder belicht CWI specifieke groepen op de arbeidsmarkt waarvoor CWI maatwerkarrangementen samenstelt. Het betreft: • De dienstverlening van CWI aan jongeren; • De dienstverlening van CWI aan ouderen; • De dienstverlening van CWI aan etnische minderheden en inburgeraars; • De dienstverlening van CWI aan herintredende vrouwen; • De dienstverlening aan laaggeletterden. Dienstverlening CWI voor jongeren: een sluitende aanpak De dienstverlening van CWI aan jongeren (Focus op Jongeren) is gericht op een sluitende aanpak waarbij zoveel mogelijk wordt voorkomen dat jongeren langer dan drie maanden werkloos zijn. Het betreft alle jongeren onder de 23 jaar die direct bemiddelbaar zijn. De dienstverlening heeft de vorm van een viertrapsraket: 1. Terug naar school als er nog geen startkwalificatie is behaald; 2. Actief bemiddelen naar een (leer)baan; 3. Actief bemiddelen naar een instapbaan of JOP9/werkstage; 4. Overdragen naar gemeente of UWV voor reïntegratie. De doelstellingen van CWI in de dienstverlening aan jongeren zijn: • Inzet om jongeren terug naar school te krijgen indien hij/zij niet over een startkwalificatie beschikt; • Jongeren niet langer dan drie maanden zonder werk of studie; • Intensieve bemiddeling op onder andere specifiek voor jongeren beschikbare (leer)banen. Om deze doelstellingen te realiseren verricht CWI de volgende activiteiten: • Jongeren zonder startkwalificatie krijgen maatwerkarrangementen samengesteld uit het pluspakket; • Jongeren komen in het werkbestand van jongerenadviseurs; • Bij voorkeur één keer in de twee weken is er een bemiddelingsgesprek of workshop; • Intensieve bemiddeling op vacatures; gerichte werving en vervulling van vacatures voor jongeren; 9
JOP is een Jongeren Ontwikkelings- of ervaringsPlaats.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
25
• •
• •
Benutten van de beschikbare instrumenten, zoals werken en leren, JOP en dergelijke; Na twee maanden wordt bij jongeren met een WWB-uitkering gevraagd aan de gemeente of een JOP of stage met behoud van uitkering mogelijk is, en bij jongeren met een WWuitkering wordt aan UWV gevraagd of een JOP na drie maanden werkloosheid mogelijk is; Na drie maanden vindt bemiddeling plaats naar een beschikbare JOP of naar een speciaal geworven stageplaats; Tijdens de plaatsing op een JOP onderhoudt CWI minimaal tweemaal telefonisch voortgangscontact met de werkgever en eenmaal met de jongere.
De doelstelling om jongeren zonder startkwalificatie te bewegen terug naar school te gaan doet CWI in samenwerking met VMBO’s, RMC’s (Regionale Meld- en Coördinatiepunten) en ROC’s (Regionale Opleidingscentra). Op steeds meer CWI’s is een RMC-coördinator aanwezig op een jongerenloket. Om de positie van jongeren op de arbeidsmarkt te verbeteren heeft het kabinet eind 2003 de Taskforce Jeugdwerkloosheid ingericht. De ambitie van de Taskforce is om nog deze kabinetsperiode 40.000 jeugdbanen te creëren. CWI werkt nauw samen met de Taskforce Jeugdwerkloosheid. Om de krachten voor het bestrijden van jeugdwerkloosheid te bundelen is JongActief ingericht, een samenwerkingsverband van CWI en de werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKBNederland en LTO-Nederland. Dienstverlening CWI voor ouderen Door de vergrijzing van de bevolking in de komende twintig jaar ontstaat er zonder passende maatregelen een aanzienlijk tekort aan werknemers. Nederland telt nu drie 65-plussers op tien werkenden. Als niet meer mensen aan de slag worden geholpen, zijn er in 2040 zes 65-plussers op tien werkenden. Daarom is het noodzakelijk de komende jaren zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden c.q. te helpen. Er is een cultuurverandering nodig bij werkgevers, werknemers en de samenleving als geheel om het mogelijk te maken dat ouderen langer doorwerken. CWI onderkent de maatschappelijke betekenis om bij te dragen aan het vergroten van de arbeidsmarktparticipatie van ouderen. De dienstverlening van CWI aan ouderen is afhankelijk van de kansen van de oudere op de arbeidsmarkt. Zoals uit de arbeidsmarktanalyse blijkt zal de arbeidsmarkt op korte termijn niet veel mogelijkheden bieden om ook ouderen weer op te nemen. In dit jaarplan is mede gelet op het beperkte financiële kader voor CWI niet voorzien in intensievere dienstverlening voor ouderen. Op termijn ziet CWI wel mogelijkheden om met inzet van extra middelen ouderen met succes weer in het arbeidsproces te helpen.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
26
Dienstverlening CWI voor etnische minderheden CWI differentieert de dienstverlening aan etnische minderheden door aandacht te geven aan (verborgen) competenties, teneinde het label “andere etnische herkomst” naar de achtergrond te dringen. Aanvang 2005 is naar schatting 30% van de cliënten CWI van een niet-Nederlandse herkomst. De intensiteit van de dienstverlening aan etnische minderheden is afhankelijk van het klantprofiel van de cliënt. Op basis van het klantprofiel stelt CWI een maatwerkarrangement samen uit één van de dienstverleningspakketten. CWI streeft daarbij naar een evenredige vertegenwoordiging van etnische minderheden in de prestaties. CWI werkt samen met de Commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen (PaVEM) voor het weer aan de slag helpen van allochtone vrouwen. Aan inburgeraars stelt CWI een arrangement samen uit het pluspakket waaronder het geven van een inburgeringsadvies. Door het realiseren van een uitgebreide intake maakt CWI de wensen en mogelijkheden van inburgeraars ten aanzien van arbeidstoeleiding, (bij)scholing en een duaal traject in een vroegtijdig stadium inzichtelijk tijdens het inburgeringsprogramma. CWI verwacht aan circa 20.000 inburgeraars dienstverlening te geven. Het kabinet werkt aan een herziening van het inburgeringstelsel. Het adagium is “arbeid boven inburgering”. Het is de verwachting dat de regelgeving in 2005 wordt ingevoerd (hierdoor is mogelijk de raming van het aan 20.000 inburgeraars dienstverlening geven te laag). Dienstverlening CWI voor herintredende vrouwen In mei 2002 is het uitvoeringsconvenant herintredende vrouwen ondertekend mede door CWI. Het convenant heeft een looptijd tot en met 2005. Het uitvoeringsconvenant heeft als doelstelling het verhogen van de arbeidsparticipatie van vrouwen van 51% in 1999 naar 65% in 2010. Met een herintredende vrouw wordt bedoeld: een vrouwelijke niet-werkende werkzoekende van 23 jaar of ouder zonder uitkering die geen schoolverlater is. CWI verwacht aan circa 30.000 herintredende vrouwen dienstverlening te bieden, door het samenstellen van een maatwerkarrangement uit het standaardpakket. Op Werk.nl is een informatiemodule beschikbaar voor herintredende vrouwen. Tevens is er een workshop beschikbaar, specifiek voor herintredende vrouwen. Uit onderzoek blijkt dat de inpassingmogelijkheden voor herintredende vrouwen in sterke mate conjunctureel bepaald worden. De arbeidsomstandigheden zijn in 2003 en 2004 ongunstig (geweest) voor het verhogen van de arbeidsparticipatie van herintredende vrouwen. De lage economische groei remt vrouwen af om actief op zoek te gaan naar een baan. In 2005 zou mogelijk weer enige ruimte kunnen ontstaan om de arbeidsparticipatie van herintredende vrouwen te verhogen.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
27
Dienstverlening CWI voor laaggeletterden De Stichting Lezen & Schrijven heeft onderzoek gedaan naar alfabetisme en laaggeletterdheid in Nederland. De stichting streeft er naar om analfabetisme onder de aandacht te brengen door middel van publiciteit en het stimuleren van projecten bij bedrijven en instellingen. Hoewel analfabetisme in Nederland in beperkte mate voorkomt (geschat op 250.000 mensen), komt het functioneel analfabetisme, het niet of onvoldoende kunnen lezen en schrijven en zelfredzaam zijn, ook in Nederland op grote schaal voor. Cijfers uit (OECD-)studies geven aan, dat op een schaal van 1 (on- en laaggeletterd) tot 5 (maximaal geletterd) 10% van de Nederlandse bevolking zich op niveau 1 bevindt en 27% op niveau 2. Voor niveau 1 komt dat neer op 1,5 miljoen mensen, waarvan 1 miljoen autochtonen. Van de beroepsbevolking hebben ruim 2 miljoen mensen (van de 7 miljoen) geen startkwalificatie. Omdat hieronder veel mensen zitten die tot de klantgroepen van CWI behoren hebben CWI en de Stichting Lezen & Schijven afgesproken om de stand van zaken verder te onderzoeken en op basis van een elektronische enquête een e-learning module voor medewerkers te ontwikkelen om hun bewustzijn voor laaggeletterdheid te vergroten. Daarnaast zullen de toegankelijkheid van werk.nl, de publicaties voor werkzoekenden en de CWI-locaties worden gescand.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
28
4.4 Hoofddoelstelling: CWI is ketenpartner Werk, Werkvoorziening en Inkomen 4.4.1 Subdoelstellingen De subdoelstellingen bij CWI als ketenpartner zijn: • CWI levert tijdig en volledig intake-, reïntegratie- en indicatiegegevens. • CWI levert actuele en betrouwbare arbeidsmarktinformatie aan lokale overheden en regionale arbeidsmarktplatforms. • CWI participeert pro-actief in ontwikkeling en functioneren van bedrijfsverzamelgebouwen.
4.4.2 Diensten De diensten aan de ketenpartners zijn: • Uitkeringsintake: CWI verwacht circa 575.000 uitkeringsintakes te doen, circa 165.000 voor WWB-cliënten en circa 410.000 voor WW-cliënten. • Voorbereiden reïntegratietaak: CWI verwacht circa 200.000 overdrachtsrapportages in de vorm van arbeidsmarktkansenanalyses op te stellen (in de loop van 2005 ter vervanging van het reïntegratieadvies).
4.4.3 Uitwerking Als sluitstuk van het ketenprogramma 2003-2004 worden in 2005 de elektronische werkproceskoppelingen CWI - UWV in gebruik genomen. Het gaat hier om de kennisgeving, de rapportage reïntegratie, de aanvraag WW en de terugkoppeling door UWV op deze berichten. De ketenpartners hebben naar aanleiding van de Tussenevaluatie SUWI in mei 2004 een gedeelde visie op de (toekomstige) ketensamenwerking geformuleerd. Daarin zijn ambities opgenomen die geconcretiseerd worden in een Ketenprogramma 2005. De uitvoering van dit Ketenprogramma zal integraal onderdeel uitmaken van dit jaarplan voorzover de beschikbare financiële middelen van CWI dat toestaan. In bijlage A zijn de ambities opgenomen. Aan het recht op een uitkering zijn verplichtingen verbonden. CWI speelt een rol bij de handhaving van deze verplichtingen met een actieve communicatie en signalering richting ketenpartners via de zogenoemde kennisgevingen verwijtbaar gedrag. Voorbeelden hiervan zijn zonder geldige redenen niet verschijnen op een afspraak, zodanig gedrag tonen dat inschakeling in het arbeidsproces wordt bemoeilijkt of onmogelijk wordt gemaakt, een voorstel voor passende of algemeen geaccepteerde arbeid afwijzen of geen gebruik maken van aangeboden werk en niet solliciteren op vacatures die CWI aandraagt. CWI had de ambitie om samen met de ketenpartners uitvoering te geven aan het concept van hoogwaardig handhaven en dit concept te integreren in de uitvoeringstaken. Het doel van hoogwaardig handhaven is dat (potentiële) cliënten de wet- en regelgeving uit zichzelf naleven. Vanwege de beperkte budgettaire ruimte in de Rijksbegroting en daarmee ook in de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het ministerie besloten om geen middelen meer ter beschikking te stellen aan CWI voor participatie in het programma Hoogwaardig Handhaven. CWI blijft wel uitvoering geven aan zijn reguliere handhavingstaken op het gebied van verplichtingencontrole en gegevenscontrole.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
29
CWI zal ook proberen om met de beschikbare financiële middelen het ontwikkelen van en werken met risicoprofielen voort te zetten. In 2005 gaat CWI in navolging van de modulaire aanvraag WWB de modulair ingerichte aanvraag WW implementeren. Deze aanvraag betekent voor de cliënt een vermindering van de hoeveelheid aan te leveren gegevens. In 2004 geeft CWI met de ketenpartners verder vorm en inhoud aan het reïntegratieadvies. In 2005 wordt het reïntegratieadvies omgevormd tot een overdrachtsrapportage en arbeidsmarktkansenanalyse. De cliënt heeft er baat bij wanneer gegevens en adviezen zonder ruis vanuit CWI bij ketenpartners terechtkomen. Bij een fysieke overdracht van een dossier heeft een korte persoonlijke toelichting meerwaarde (de zogenoemde ‘warme overdracht’). CWI gaat daarom dossiers in toenemende mate fysiek overdragen aan de ketenpartners. De minister van SZW heeft op advies van de Landelijke cliëntenraad en na instemming van de Tweede Kamer besloten tot het instellen van de functionaliteit van een adviespunt arbeidsintegratie. Bij dit adviespunt staat de cliënt c.q. de cliëntvraag centraal. De medewerker van het adviespunt arbeidsintegratie, de arbeidsadviseur, biedt de werkzoekende onafhankelijke informatie en onafhankelijk advies op basis waarvan de werkzoekende de regie over zijn reïntegratie kan voeren en, indien van toepassing, zelf zijn eigen reïntegratieplan kan opstellen. De ketenpartners zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de bezetting en het functioneren van de adviespunten arbeidsintegratie. Op lokaal niveau is de verantwoordelijkheid voor de functionele aansturing bij CWI neergelegd. Op circa 60 plekken worden de adviespunten arbeidsintegratie gevestigd. De Landelijke cliëntenraad bewaakt of de kwaliteit en de onafhankelijkheid van de adviespunten arbeidsintegratie geborgd is.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
30
4.5 Managementdoelstelling: CWI is een effectieve, doelmatige, klantgerichte, innovatieve en transparante organisatie 4.5.1 Subdoelstellingen De subdoelstellingen bij de managementdoelstelling zijn: • CWI richt de werk- en evaluatieprocessen in op doelbereiking • CWI optimaliseert voortdurend de kosten-effectverhouding • CWI stelt de cliënt-werkzoekende en de klant-werkgever centraal met inachtneming van weten regelgeving • CWI zoekt pro-actief naar nieuwe concepten en instrumenten • CWI is volstrekt transparant naar de opdrachtgever en de samenleving
4.5.2 Uitwerking 4.5.2.1 Raad van Advies De Raad van Advies CWI geeft adviezen over de voornemens van de Raad van Bestuur CWI en de wijze waarop deze het vastgestelde beleid uitvoert. De voorzitter en de vier leden van de Raad van Advies zijn benoemd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Raad adviseert onder meer over het jaarplan, het meerjarenbeleidsplan, de begroting en het jaarverslag van de organisatie. De Raad van Advies heeft in het nabije verleden ondermeer aangedrongen op een sterkere ICT-regie in de keten van werk en inkomen, het uitgangspunt "boter bij de vis" (voor extra taken van CWI moet ook extra geld beschikbaar komen) uitgedragen, mede invulling gegeven aan het integriteitsbeleid voor bestuurders van CWI en de pro-actieve houding van de Raad van Bestuur van CWI naar de keten van werk en inkomen in de uitgebrachte adviezen krachtig ondersteunt. In 2004 is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten om het geheel van "checks and balances" binnen de organisaties in het domein van werk en inkomen (CWI, UWV en SVB) beter te laten werken door de Raden van Advies van deze organisaties naast de bestaande adviesfunctie ook een signaleringsfunctie naar de Raden van Bestuur te laten ontwikkelen. Aanvullend op de openheid die er vanuit de Raad van Bestuur CWI al is over informatie inzake de bedrijfsvoering, resultaten e.d. zal door de Raad van Bestuur voortaan over de adviezen van de Raad van Advies kwartaalsgewijs worden gerapporteerd. Deze verantwoording zal vergezeld gaan van een bestuurlijke reactie van de Raad van Bestuur.
4.5.2.2 Effectiviteit, doelmatigheid en transparantie CWI evalueert frequent of beleidsdoelen en de streefwaarden bij de prestatie-indicatoren worden bereikt, en verklaart eventuele afwijkingen. CWI doet daarvan verslag in rapportages en de verantwoordingsverslagen. Verbetering van de effectiviteit heeft continu de aandacht. Effectiviteit (en de mate van doelmatigheid) is mede afhankelijk van de kwaliteit, houding en inzet van de medewerkers. Op personeelsgebied (HRM) heeft CWI de volgende operationele doelstellingen: • Professionalisering: o Ontwikkelen van methodieken voor opleidingsprogramma’s, competentiemanagement en certificering. o Invoeren van ontwikkelingsinstrumenten, zoals competentiemanagement, beoordelingssystemen, Persoonlijke Ontwikkelingsplannen en certificering.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
31
o
•
•
Uitvoeren van het op maat gemaakt ontwikkelingsprogramma ter ondersteuning van projecten, zoals Sonar, route A en route B en multichanneling. o Inbedden in de organisatie van coachend leidinggeven als dominante leiderschapsstijl. o Uitwerken en operationaliseren van een opleidingsinfrastructuur (CWI Academie). o Operationaliseren van een coherent stelstel van managementopleidingen. Aantrekkelijk werkgeverschap: o Invoeren van arbeidstijdenmanagement. o Ontwikkelen van loopbaanpaden zowel horizontaal, verticaal als naar leeftijd. o Ontwikkelen en invoeren van trajecten voor high potentials. o Invoeren van E-HRM waar onder een nieuw HRM-systeem. o Invoeren van een systematiek van resultaatgericht belonen. Bevorderen gezonde werkomgeving: o Invoeren van een geavanceerd ziekteverzuimbeleid gericht op aanpak c.q. veranderen van de verzuimcultuur. o Sturen op de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers voor het voorkomen en aanpakken van ziekteverzuim. o Nauwe samenwerking Arbo-dienst, reïntegratiebedrijven, UWV en werkgever ter bevordering van snelle reïntegratie. o Investeren in preventief arbobeleid door deskundigheidsbevordering op de grootste risicoterreinen (RSI en psychische uitval). o Meten van de medewerkerstevredenheid.
Vanwege de beperkte budgettaire ruimte in de Rijksbegroting en daarmee ook in de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het ministerie besloten om geen middelen meer ter beschikking te stellen voor beveiligingspersoneel in de CWI’s. Dit personeel dient ter beveiliging van zowel het eigen personeel als die van onze cliënten. CWI blijft hiervoor de verantwoordelijkheid houden richting eigen personeel en richting cliënten. Te treffen maatregelen mogen niet ten koste gaan van de intensiteit van de dienstverlening. CWI richt zich voortdurend op het verbeteren van de kwaliteit, toegankelijkheid en beschikbaarheid van de dienstverlening aan alle cliënten. Daartoe beschikt CWI over een kwaliteitssysteem en verricht CWI in 2005 verschillende interne kwaliteitsaudits. CWI heeft in 2004 zijn Management Control Systeem beschreven. Dit systeem omvat de gehele cyclus van plannen, benoemen van prestatie-indicatoren, transparant maken van de prestaties, analyseren van de prestaties, verbeteren, bijsturen en monitoren. Ook in 2005 past CWI het Management Control Systeem toe om te sturen, te beheersen en om intern en extern te verantwoorden. CWI is een transparante organisatie voor de (politieke) opdrachtgever en zijn toezichthouder de Inspectie Werk en Inkomen (IWI), voor de ketenpartners, voor de cliënten en hun raden, voor adviesorganen en voor de eigen interne organisatie. CWI geeft op eigen initiatief en op verzoek inzicht in zijn prestaties en plannen. Het Management Informatie Portaal (MIP) geeft wekelijks inzicht in de prestaties, de productie, de onderlinge ranglijst van de CWI’s en de analyses. CWI voert EDP-audits uit en valideert regelmatig de vastgestelde prestatie-indicatoren. Door middel van systeemverbeteringen
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
32
(definities, procedures, soft- en hardware), incidentenonderzoek en audits (in de vorm van intern toezicht10) tracht CWI permanent de betrouwbaarheid van de cijfers op peil te houden. CWI heeft voor de informatiebeveiliging een fundament neergezet voor de opzet en het bestaan van een stelsel van maatregelen voor de exclusiviteit, integriteit en beschikbaarheid van de gegevensverwerking binnen CWI en voor de gegevensuitwisseling met de ketenpartners. CWI streeft er naar om in 2005 te voldoen aan alle eisen die in de Wet Suwi zijn gesteld op het gebied van informatiebeveiliging, zodat hierover een goedkeurende verklaring wordt afgegeven. In 2004 is CWI lid geworden van de Handvestgroep Publiek Verantwoorden. Het primaire doel van de Handvestgroep is om, aanvullend aan de verticale verantwoording aan de betreffende minister van het zelfstandige bestuursorgaan, de meer horizontale, publieke verantwoording te intensiveren. Het tweede doel is het uitwisselen van informatie over algemene thema’s en onderwerpen die de organisaties raken. Deelnemers aan de Handvestgroep hebben hierbij de intentie zich publiekelijk te verantwoorden naar de waarden van het Handvest Publiek Verantwoorden en laten zich daarop door het onafhankelijke Visitatiecollege Publiek Verantwoorden toetsen. In 2004 heeft CWI daartoe een Zelfevaluatie opgesteld. Het Visitatiecollege zal naar aanleiding van de visitatie (begin 2005) een verslag met conclusies en aanbevelingen opstellen. De Raad van Bestuur zal zich hierover verantwoorden. In het kader van prestatievergelijking in de publieke sector heeft CWI in 2004 deelgenomen aan de Rijksbrede Benchmark (RBB). Het uiteindelijke doel is dat de deelnemers beter in staat zijn om te excelleren in de uitvoering van de taken. CWI blijft deelnemen aan de Rijksbrede Benchmark.
4.5.2.3 Cliënt- en klantgerichtheid In de dienstverlening stelt CWI de werkzoekende en de klant-werkgever centraal, waarbij uiteraard niet uit het oog wordt verloren dat CWI een effectieve en doelmatige organisatie moet zijn. Om de klantgerichtheid van de organisatie transparant te maken en te leren van de cliënten meet CWI periodiek (streven is tweemaandelijks) de klanttevredenheid van diverse klantgroepen. CWI verwerkt in de dienstverlening waar mogelijk de signalen die de cliënten aandragen. De vragen die CWI aan de cliënten stelt hebben betrekking op verwachtingen over de betrouwbaarheid van de organisatie, gelijke behandeling, responsiviteit of tegemoetkomendheid, de competentie van medewerkers, toegankelijkheid, communicatie, veiligheid en begrip voor de cliënt. Om het werkproces continu te verbeteren en klantgerichtheid te stimuleren benut CWI actief de mogelijkheden van cliëntenraden, het cliëntenstatuut, klantenpanels en de klachtenregeling. In het Meerjarenbeleidsplan is de visie van CWI op (elektronische) dienstverlening via meerdere kanalen opgenomen; multichanneling via Internet -www.werk.nl-, telefonie en fysiek op de CWI’s. In 2004 is CWI gestart met de mogelijkheid voor cliënten om elektronische formulieren voor de dienstverlening op het terrein van werk en inkomen in te vullen, te versturen en te verwerken (Eintake). In eerste instantie voor de inschrijving bij CWI en de WW-uitkeringsintake op de CWI’s zelf (Intranet) en later uitgebreid naar Internet (door een uitbreiding van Werk.nl). Door E-intake 10
Aan het einde van ieder jaar stelt CWI het auditprogramma vast voor het komende jaar. De operational audits zijn een vorm van intern toezicht.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
33
kan de cliënt zijn eigen verantwoordelijkheid nemen voor het inschrijven bij CWI, het doen van een uitkeringsintake en het bewaken van de juistheid van zijn gegevens. E-intake omvat: • Het informeren van de cliënt over ondermeer zijn rechten en plichten; • Het door de cliënt zelf op hoofdlijnen bepalen van het mogelijk recht op een uitkering; • Het verzamelen van gegevens voor de werkintake en de uitkeringsintake. In 2005 verkent CWI de mogelijkheden van E-intake voor elektronische aanvraag van de uitkeringsintake WWB, WAV en TWV. Er wordt gezorgd voor een goede ondersteuning van cliënten via de telefoon en de vestigingen. De huidige helpdeskfunctie verbreedt zich naar gerichte advisering via e-mail en telefonie, waardoor cliënten optimaal gebruik kunnen maken van de elektronische dienstverlening. Voor het telefoniekanaal wordt in samenwerking met UWV een Klanten Contact Centrum concept beproefd. Door deze samenwerking zijn kwaliteitsvoordelen te behalen. Die kwaliteitsvoordelen betreffen niet alleen toegankelijkheid en bereikbaarheid, maar ook een betere bewegwijzering naar en in de keten van werk en inkomen. In 2005 gaat CWI het concept van multichanneling verder uitbouwen en beproeven in de praktijk. CWI stelt een zogenoemde businesscase op die antwoorden moet geven op de impact van dienstverlening via meerdere kanalen (personele consequenties, beheersaspecten, informatiebeveiliging, controle op juistheid en consistentie, persoonlijke ondersteuning bij het invullen van formulieren). Elektronische dienstverlening vergroot de cliënt- en klantgerichtheid van CWI. Ook zijn er efficiencymogelijkheden, die bij aanvang met behulp van de businesscase zijn geraamd en die in het jaarlijkse normtijdenonderzoek worden gevalideerd. Eventuele efficiencywinst wendt het CWI aan om meer ruimte te ontplooien voor (intensieve) bemiddelingsactiviteiten ten behoeve van cliënten die dat nodig hebben.
4.5.2.4 Innovatieve organisatie CWI is een innovatieve organisatie. Ook in 2005 voert CWI diverse projecten uit om de dienstverlening te verbeteren, de klantgerichtheid te vergroten en de organisatie doelmatig te houden. Enkele voorbeelden zijn: • Vervangen van diverse primaire systemen (Sonar, HVS) op basis van moderne technologieën, zie bijlage de planning van Sonar. • Uitbouwen en beproeven van de mogelijkheden voor dienstverlening via meerdere kanalen (multichanneling). • Pilots en experimenten in de dienstverlening zoals voor de routering naar werk, matchen op competenties, werken met uitstroom en risicoprofielen, webcrawling en dergelijke. • Certificeren van het personeel.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
34
•
•
•
•
•
CWI zal meewerken aan het door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) geïnitieerde voorstel om met de Burgerpolis de sociale zekerheid dichter bij de burger te brengen. In de vorm van een elektronisch portaal op Internet, moet de burgerpolis de werkzoekende informatie over alle regelingen in de sociale zekerheid bieden, evenals inzicht in de status van individuele aanspraken en rechtsposities en daarmee wordt de burger op de hoogte gesteld van (eventueel) opgebouwde rechten. Gebruik van de Nationale Authenticatievoorziening (NAV). Eind 2003 heeft het kabinet in het actieprogramma “Andere Overheid” doelstellingen geformuleerd voor het verbeteren van de publieke dienstverlening en de administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven. CWI werkt actief mee aan de overheidsinitiatieven die volgen uit dit programma. Een concreet voorbeeld daarvan zijn de initiatieven van CWI op het gebied van elektronische dienstverlening en de toepassing van de NAV. Herinrichting van Werk.nl. In de afgelopen jaren is de internetsite www.werk.nl sterk uitgebreid, zijn er koppelingen gemaakt met andere vacature- en internetsites en is Werk.nl toegankelijker geworden. Om de toegankelijkheid ook in de toekomst te borgen en het beheer efficiënt te houden gaat CWI in 2005 Werk.nl herinrichten. Dit omvat onder andere het samenvoegen van de internetsites www.cwinet.nl en www.werk.nl tot www.werk.nl, het doorvoeren van verbeteringen naar aanleiding van klantonderzoek, het realiseren van een gepersonaliseerde informatie en adviesfunctie en het stapsgewijs realiseren van een (ketenbreed) klantendossier op werk.nl. De totale looptijd is tot 2008. Vernieuwen infrastructuur. In 2005 zet CWI de vernieuwing van de Infrastructuur voort. De activiteiten daarvoor zijn onder andere de uitrol van IP-Telefonie, het koppelen van telefonie aan kantoorautomatisering (agenda en mailbox), het scannen van documenten, de uitrol van nieuwe printers, de uitrol van TfT-schermen en het ontwikkelen van interactieve vacaturezuilen. Basisbedrijvenregister. CWI sluit zich aan bij de initiatieven om te komen tot een basisbedrijvenregister (BBR). De eerste versie van het BBR heeft nog geen toegevoegde waarde ten opzichte van de huidige mogelijkheden. CWI verwacht pas echt een toegevoegde in 2006 of 2007 na een wetswijziging in het handelsregister waardoor bedrijven die nu zijn vrijgesteld van melding dat niet langer meer zijn (zoals zelfstandigen zonder personeel en boerenbedrijven). Om deze termijn te overbruggen dient CWI gebruik te maken van een alternatief werkgeversbestand. Om de BBR te kunnen gaan gebruiken moeten er applicaties worden ontwikkeld voor de ontsluiting van gegevens.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
35
5. TRANSFORMATIEPROJECTEN 2005 CWI voert in de periode 2002-2005 tal van verbetermaatregelen door om een effectieve, doelmatige, klantgerichte, innovatieve en transparante organisatie te zijn. Naast de dagelijkse inspanningen tot kwaliteitsverbetering binnen het reguliere kader is voor de grotere projecten het Transformatieplan 2003 - 2005 leidend. Dit plan legt de basis voor belangrijke (éénmalige) verbeteringen op logistiek niveau, waarbij definitief afstand kan worden genomen van in het verleden veroorzaakte logistieke condities. Eind 2005 komen de transformatieprojecten tot afronding. CWI gaat in overleg met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het transformatieplan bijstellen vanwege de beperkte budgettaire ruimte in de Rijksbegroting en daarmee ook in de begrotingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en CWI. In de verantwoordingsverslagen legt CWI per project verantwoording af.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
36
6. BEGROTING CWI 2005 6.1 Inleiding De begroting 2005 is gebaseerd op de uitgangspunten en beleidsvoorstellen in de voorgaande hoofdstukken van het Jaarplan 2005.
6.2 Gehanteerde uitgangspunten De volgende financieel technische uitgangspunten zijn gehanteerd: • ESF In de eerste helft van 2005 loopt het gedeeltelijk met ESF-middelen gefinancierde vacatureoffensief nog door. In de begroting is geen rekening gehouden met de hiermee gemoeide (saldoneutrale) extra baten en lasten. • Overige baten Op aangeven van de externe accountant is de extern doorbelaste onderhuur onder overige baten gerangschikt en voor het eerst niet in mindering gebracht op de huisvestingskosten.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
37
6.3 Exploitatiebegroting 2005 Begrotingsjaar 2005
Baten CWI regulier Aanvulling voor huisvesting van SZW Loon-/prijscompensatie Subtotaal Aanvulling voor huisvesting van Arbvo CWI transformatie CWI claim boedel ABNL Uitvoering WSW indicatiestellingen Uitvoering werktijdverkorting Uitvoering UWV taken Onderverhuur Beschikbaar vanuit bestemmingsfonds Beschikbaar vanuit exploitatieoverschot 2004 Beschikbaar vanuit dienstverlening jongeren
305,8 6,0 5,3 317,1 4,4 2,7 1,6 18,3 0,2 1,3 4,4 10,6 21,2 8,0
Totaal Baten
389,7
Lasten Personeelkosten - Loonkosten - Externe personeelskosten - Overige personeelskosten
240,0 6,1 11,3 257,5
Huisvestingskosten
47,4
Automatiseringskosten
47,0
Overige materiële kosten - Kantoorkosten - Vervoerskosten - Overige beheerskosten
10,4 5,9 14,4 30,7
Afschrijvingskosten
7,1
Rentelasten
0,0
Totaal Lasten Exploitatie saldo
389,7 0,0
Door afrondingen kan het optisch lijken dat tellingen niet kloppen
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
38
Toelichting op de exploitatiebegroting 2005 Baten CWI regulier / aanvulling huisvestingslasten / loon- en prijscompensatie Het reguliere bedrag is conform de meibrief van het ministerie van SZW en conform de overige bedragen die zijn vastgesteld in overleg met het ministerie van SZW. Aanvulling voor huisvesting Arbeidsvoorziening (leegstand) Door het vertrekken van de vroegere bedrijfsonderdelen van Arbeidsbureau Nederland uit panden waar CWI bij de ontvlechting van Arbeidsvoorziening hoofdhuurder is geworden, is er leegstand ontstaan. Deze leegstand is toegenomen en neemt nog verder toe door de verhuizing naar bedrijfsverzamelgebouwen. Het ministerie van SZW en CWI hebben afgesproken dat deze leegstandproblematiek niet hoeft te worden opgelost uit de reguliere begroting van CWI, omdat deze kosten niet door CWI zijn te beïnvloeden. Het ministerie van SZW en CWI gaan samen op zoek naar financieringsmogelijkheden om de kosten voor leegstand structureel te dekken. Als eerste oplossingsmogelijkheid gaan het ministerie van SZW en CWI hiervoor een aanvullende claim leggen op de boedel van Arbeidsvoorziening. CWI Transformatie De hier opgenomen bate is conform het Masterplan Transformatie CWI van 17 december 2003. CWI Claim Boedel ABNL Bij de oprichting van CWI per 1 januari 2002 zijn een aantal bovenmatige kostenelementen overgegaan van Arbeidsvoorziening naar CWI. Deze kosten blijven voor een bepaalde periode voor rekening van de Boedel Arbeidsvoorziening. In de brief van 12 februari 2004 aan de minister van SZW heeft CWI aangegeven in 2005 € 1,56 miljoen ten laste van de boedel te brengen; € 1,0 miljoen voor de dekking van bovenmatige huisvestingskosten en € 0,56 miljoen voor de vervanging van het primaire systeem. Daarna resteert nog € 1,0 miljoen als declaratiemogelijkheid ten laste van de Boedel Arbeidsvoorziening. Uitvoering WSW indicatiestelling CWI gaat met ingang van 1 januari 2005 de Indicatiestelling WSW uitvoeren. Hiervoor zijn geoormerkte middelen ter beschikking gesteld. Uitvoering werktijdverkorting CWI gaat met ingang van 1 januari 2005 aanvragen werktijdverkorting beoordelen op verzoek van de Arbeidsinspectie. Hiervoor zijn aanvullende middelen ter beschikking gesteld. Uitvoering UWV taken CWI toets op verzoek van het UWV in bepaalde gevallen de verwijtbaarheid van werkloosheid.
Bestemmingsfonds In overleg met het ministerie van SZW wordt deze voorziening aangewend als dekking voor de begroting 2005.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
39
Exploitatieresultaat 2004 Om met een sluitende begroting 2005 te kunnen komen is met het ministerie van SZW afgesproken dat het exploitatieresultaat 2004 wordt aangewend als dekking voor de begroting 2005. Drempelslechting In overleg met het ministerie van SZW is afgesproken dat het beschikbare bedrag voor drempelslechting vanaf 2005 aangewend kan worden voor de dekking van de intensievere dienstverlening aan jongeren. Lasten Algemeen De lasten zijn berekend op basis van het kostenmodel CWI en in overeenstemming met de in dit jaarplan genoemde kengetallen. Huisvesting De feitelijke huisvestingskosten zijn opgenomen. Contractsanering In de begroting is rekening gehouden met efficiencyeffecten die optreden door Europese aanbestedingen en de door CWI ingezette contractsanering. Volume-effecten In de kosten is een volume-effect opgenomen ter hoogte van € 27,2 miljoen.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
40
BIJLAGE A: KETENPROGRAMMA 2005 De ketenpartners hebben naar aanleiding van de Tussenevaluatie SUWI in mei 2004 een gedeelde visie op de (toekomstige) ketensamenwerking geformuleerd. Daarin zijn gezamenlijke ambities opgenomen die geconcretiseerd worden in een Ketenprogramma: 1. Werk boven inkomen Het adagium van Suwi, werk boven inkomen, is het ijkpunt voor het programma. Belangrijke aandachtsvelden zijn het ontwikkelen van gezamenlijke klantprofielen en een gerichte aandacht voor werk. CWI heeft met route A en route B hiertoe het initiatief genomen. Via experimenten wordt de routering in de praktijk getoetst. 2. Cliënt is maat der dingen De cliënt krijgt steeds de dienstverlening aangeboden die aansluit bij zijn situatie en verantwoordelijkheid. Het moet voor de werkzoekende en werkgever duidelijk zijn wat hij wel en niet mag verwachten. Belangrijk aandachtspunt bij de invulling van de samenwerking is het streven om binnen de privacywetgeving optimaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden van gegevensuitwisseling. Gezamenlijke onderzoeken van de klanttevredenheid zullen integraal deel uit maken van het onderzoeksplan van CWI. 3. De keten is daar waar de cliënt hem ontmoet De keten begint en vormt zich daar waar de cliënt de keten tegenkomt op het eigen, lokale niveau. Cliënten komen aan het loket, maar hebben in toenemende mate ook telefonisch, via internet of langs andere elektronische wegen contact met de ketenpartners. CWI zal in 2005 niet alleen op fysieke locaties met partners samenwerken, maar ook voor telefonie en internet afstemming zoeken. 4. Ketenpartners zijn elkaars poortwachter De cliënt is afhankelijk van wat de ketenpartners gezamenlijk presteren, en dus van de kwaliteit van de ketensamenwerking. Voor CWI zijn prestatie-indicatoren op de eerste plaats ketenindicatoren. Bij het formuleren van gezamenlijke prestatie-indicatoren brengt CWI met partners afhankelijkheden en het gemeenschappelijke belang in beeld. 5. Centrale kaders, lokale ruimte CWI werkt met landelijke kaders, mede ingegeven door de toetsing ervan in de praktijk. Vervolgens is er ruimte voor maatwerk op lokaal niveau. In toenemende mate vindt afstemming plaats tussen landelijke en lokale kaders op regionaal niveau. CWI wil in 2005 lokaal de ruimte vergroten voor maatwerk voor cliënten op basis van best practices, van analyses van regionale arbeidsmarkten, van lokale initiatieven rond mobiliteit en scholing en lokale verordeningen WWB. 6. Opereren in een veranderende omgeving Het domein werk en inkomen is permanent in beweging. Wetten veranderen, nieuwe wetten komen erbij, de omgeving is dynamisch. Ketenpartners moeten snel kunnen inspelen op veranderingen. Dat vraagt om voortdurende uitwisseling van expertise op allerlei terreinen, en om een vroegtijdige ketenbrede analyse van de gevolgen van veranderingen. De ketenpartners hebben bij de minister van SZW een tijdige ketenbrede toets van voorgenomen wijzigingen in wetgeving en regelgeving bepleit. In 2005 kunnen ketenpartners zo op basis van een gezamenlijke impactanalyse processen herinrichten en cliënten en medewerkers consistent en tijdig informeren.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
41
BIJLAGE B: ERKENNING VERWORVEN COMPETENTIES Erkenning van (eerder/elders) Verworven Competenties (EVC) is een middel om te komen tot de herkenning en erkenning van verworven competenties, die niet op basis van formele diploma's afgedekt zijn. Op de arbeidsmarkt vindt een verschuiving plaats van kwalificaties naar competenties. In toenemende mate gaat het minder om kennis of kwalificaties en meer om het vermogen om kennis en vaardigheden als succesvol gedrag in de werksituatie toe te passen. CWI sluit aan bij de EU-standaard in het Europees CV, waarbij de volgende competenties als basis gelden: sociale, organisatorische, technische, computer, artistieke en andere vaardigheden en competenties. Het klantportfolio (het persoonlijke dossier van de cliënt) is een basis voor het zichtbaar maken van de persoonlijke competenties en competentieprofielen (PCP) en zonodig voor EVCprocedures. Daarnaast wordt met werkgevers gezocht naar de beroepscompetentieprofielen (BCP), waardoor het matchen op competenties mogelijk wordt. Daarbij staat afstemming en normstelling met Colo, de Kenniscentra Beroepsopleiding en Bedrijfsleven (KBB’s) voorop. Prioriteit voor CWI heeft de portfolio-ontwikkeling ten behoeve van de arbeidsmarktinpassing van jongeren. Het Kenniscentrum EVC heeft reeds eerder het initiatief genomen voor een Equalproject. Dit project richt zich vooral op werkzoekenden met een zwakkere arbeidsmarktpositie, waarvoor het Europees Sociaal Fonds middelen beschikbaar stelt. EVC is daarbij het hulpmiddel c.q. instrument om de toegangsmogelijkheden tot de arbeidsmarkt te vergroten. CWI neemt actief deel aan dit project.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
42
BIJLAGE C: ARBEIDSMARKTONTWIKKELINGEN
C.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat een analyse van de omgeving waarin CWI opereert en van de belangrijkste arbeidsmarktontwikkelingen. Er wordt een beeld geschetst van de sociaal-economische omgeving voor CWI in 2005. De kerncijfers voor 2005 worden gepresenteerd. Er wordt ingegaan op de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt naar de verschillende kenmerken: werkgelegenheid, vacatures, instroom in banen en de beroepsbevolking.
C.2 Sociaal-economische omgeving Het Centraal Planbureau (CPB) voorziet voor 2005 in de meest recente raming, die is gebruikt voor de Rijksbegroting, een economische groei van 1,5%. In dit jaarplan is de vorige raming van het CPB van 1,25% economische groei nog als basis genomen. Voor 2004 is de verwachting dat de groei uitkomt op 1,25%. Door de geringe groei van het BBP daalt de werkgelegenheid in 2004 licht. Het CPB verwacht een daling van ruim 1% in arbeidsjaren; in personen is dat lager vanwege de factor van deeltijdarbeid. In 2005 verwacht het CPB een werkgelegenheidsgroei in aantal arbeidsjaren van 0,75% en van 1% in aantallen personen. De beroepsbevolking stijgt de komend jaren licht met circa 100.000 in 2005 (prognose CPB). De personen die toetreden tot de beroepsbevolking passen niet steeds op de banen die beschikbaar komen. Hierdoor blijft in 2005 het aantal ingeschreven bij de CWI’s ongeveer gelijk op een niveau van 758.000. De werkloze beroepsbevolking is een ander begrip dan het aantal ingeschrevenen bij de CWI’s. Tot de ingeschrevenen behoren ook personen die niet direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (vanwege scholing, arbeidsongeschiktheid, reïntegratietrajecten) dan wel niet actief op zoek zijn naar een baan (geen sollicitatieplicht of zoeken naar een baan van minder dan 12 uur per week). De werkloze beroepsbevolking neemt in 2005 toe van 515.000 tot 550.000, dat is circa 7% van de beroepsbevolking.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
43
C.3 Kerncijfers arbeidsmarkt 2004 Kerncijfers arbeidsmarkt 2002-2005 (x 1000)11 Beroepsbevolking totaal w.v. werkzaam w.v. werkloos werkloosheidspercentage (CBS/CPB) Beroepsbevolking mannen Beroepsbevolking vrouwen Bruto Participatiegraad totaal 15-64 jr. w.v. mannen w.v. vrouwen Netto participatiegraad totaal 15 – 64 jr. Ingeschreven CWI (NWW, standcijfer) Ontslagaanvragen CWI Werkgelegenheid (banen werknemers) Werkgelegenheid (banen + zelfstandigen) Vacatures jaartotaal Instroom Uitzend- en flexibele krachten Uitkeringen WWB/WW in personen
2002
2003
2004
2005
7444 7142 302 4,1% 4366 3077 68,4 79,3 57,3
7511 7115 396 5,3% 4369 3142 68,8 79,1 58,2 67,0 678,5 86 7022,5 8033,4 644,9 278,4 643
7557 7042 515 6,8% 4369 3188 68,9 78,8 58,8
7653 7113 550 7,2% 4393 3261 69,6 79,0 60,0
757,0 100 7020,1 8031,0 626,1 296,7 765
758,1 90 7120,9 8139,2 737,8 315,7 815
547,3 71 7058,5 8075,5 735,1 322,1 572
C.4 Ontwikkelingen aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt De hoofdsectoren van de Nederlandse economie ontwikkelen zich in 2004 en 2005 als volgt: • In de agrarische sector is er een lichte daling van de werkgelegenheid door het verdwijnen van banen in landbouw en visserij. In de tuinbouw stijgt de werkgelegenheid. • De marktsector en de traditionele industriële sectoren staan onder druk door globalisering. Hierdoor daalt de werkgelegenheid in deze sectoren (zoals bij voedings- en genotmiddelen, textiel- en leer, meubel en hout, papier en grafisch, glas- en aardewerk). Ook in moderne sectoren zoals chemie en kunststof, machines en apparaten evenals de elektrotechnische industrie daalt de werkgelegenheid door internationale concurrentie. In de totale industrie verdwijnen in 2004 circa 26.000 banen en in 2005 nog eens circa 5.500. In 2005 is nog slechts 12% van het aantal banen in de industrie te vinden. • De bouwsector produceert hoofdzakelijk voor de binnenlandse markt. Thans zijn er bijna 396.000 banen in deze sector. In 2005 neemt de werkgelegenheid in de bouw naar verwachting iets toe. • In de commerciële diensten (zoals handel, horeca, vervoer en communicatie, financiële instellingen, ICT en overige zakelijke diensten) is de werkgelegenheid de afgelopen jaren sterk gestegen. In 2005 kan deze sector weer sterk gaan stijgen, met uitzondering van de financiële instellingen. • De werkgelegenheid in de collectieve sector (zoals het openbare bestuur, de zorg, de welzijnsector, het onderwijs en de cultuursector) stijgt naar verwachting enigszins. 11
Bronnen: CWI, Regionale Arbeidsmarktprognose 2004-2009, middenscenario; CPB, Centraal Economisch Plan 2004 (data uitkeringen); CPB, Centraal Economisch Plan, Den Haag 2004 (werkloze beroepsbevolking) en SZW, Nota Visie Arbeidsmarktbeleid, 27 april 2004.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
44
• •
In totaal is de werkgelegenheidsontwikkeling in 2005 positief. Hiermee komt een einde aan de daling van de afgelopen twee jaar. Naar verwachting stijgt in 2005 het aantal zelfstandigen met circa 8.000.
Een verdere detaillering van de ontwikkelingen aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt op basis van cijfers van CWI geeft het volgende beeld: • Door het (verder) bevorderen van de toeristische aantrekkelijkheid van Nederland ziet CWI in de sector toerisme en recreatie veel ruimte voor groei van de werkgelegenheid. • In de industriële sectoren daalt de werkgelegenheid met uitzondering van de voedings- en genotmiddelenindustrie en de optische en instrumentenindustrie. In deze subsectoren stijgt de werkgelegenheid licht met circa 1.000 banen. In de industriële sector zat in het verleden een grote potentie voor de ingeschreven werkzoekenden bij CWI. • In consumentendiensten zoals de detailhandel en de horeca is de verwachting dat de werkgelegenheid gaat stijgen. Dit biedt perspectieven voor de ingeschrevenen bij CWI. • In de sectoren transport, opslag en telecom gaat de werkgelegenheid naar verwachting pas groeien vanaf 2006. • In de sector banken en verzekeringen blijft de werkgelegenheid dalen. In deze sector had CWI in het verleden een beperkt aandeel. • De werkgelegenheid in de schoonmaaksector blijft groeien. Deze sector blijkt weinig conjunctuurgevoelig te zijn. In 2005 kunnen hier 7.000 extra banen ontstaan. • Ook in de overige zakelijke dienstverlening (zoals makelaars, onderzoeksinstellingen, juridische/economische dienstverlening, architecten/ingenieursbureaus, reclamebureaus, uitzendbureaus en beveiligings- en opsporingsdiensten) gaat de werkgelegenheid naar verwachting stijgen. • In de gezondheids- en welzijnszorg stijgt de werkgelegenheid naar verwachting met 23.000 banen.
C.5 Vacatureontwikkeling In 2003 is het aantal ontstane vacatures gedaald tot 645.000. In 2000 bedroeg de totale vacaturestroom nog 1.017.000 vacatures en in 2002 nog 735.000 vacatures. In 2005 raamt CWI de totale vacaturemarkt (exclusief uitzendvacatures) op 738.000 vacatures tengevolge van uitbreidingsvacatures en de toename van de arbeidsmobiliteit. Ruim twee jaar geleden waren er op elke 10 banen nog 1,05 vacature. In 2003 waren er op elke 10 banen nog slecht 0,9 vacature. Naar verwachting is het dieptepunt bereikt. In 2005 stijgt naar verwachting de vacaturegraad weer naar 1,05 vacature op elke 10 banen.
C.6 Ontwikkelingen aan de aanbodzijde van de arbeidsmarkt De beroepsbevolking stijgt de komend jaren licht met circa 100.000 in 2005 (prognose CPB). In 2004 bedraagt de groei circa 46.000 personen en in 2003 bedroeg de groei circa 67.000 personen. Een groeiende beroepsbevolking is een signaal van een omslag op de arbeidsmarkt. Bij de mannen stijgt de beroepsbevolking met circa 25.000 en bij de vrouwen met circa 75.000. De beroepsbevolking in de leeftijdscategorie tussen 25 en 44 jaar daalt met circa 13.000. De stijging van de beroepsbevolking komt grotendeels voor rekening van de oudste leeftijdsgroepen.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
45
Opvallend is dat de toename van de beroepsbevolking van vrouwen in de oudste leeftijdscategorie die van de mannen in deze categorie overtreft. Hier is sprake van een doorschuifeffect. Relatief hoge participatiegraden van vrouwen in voorafgaande leeftijdscohorten schuiven door in de tijd. Uit vorenstaande cijfers kan worden geconcludeerd dat de veroudering van de beroepsbevolking zich doorzet in 2005. De totale participatiegraad neemt iets toe, van 68,4% in 2002 naar 69,6% in 2005. In sommige regio’s (Noord-Holland Noord en Gooi en Vechtstreek) komt de participatie boven de 72%. In Zuid-Limburg bedraagt de participatiegraad echter slechts 65%. De stijging van de landelijke participatiegraad komt voor rekening van de vrouwelijke beroepsbevolking. In 2005 60% tegenover 57,3% in 2002 en 58,8% in 2004. Bij mannen stijgt de participatiegraad nauwelijks. Wat betreft opleidingsniveau is het aandeel laag opgeleide niet-werkende werkzoekenden veel hoger dan het aandeel hoger opgeleiden. Ultimo mei 2004 is dat voor het Basisonderwijs 22,4%, voor VBO/MAVO 14,9%, voor MBO/HAVO/VWO 7,0%, voor HBO 5,0% en voor WO 5,0%. In vergelijking met het gevraagde opleidingsniveau van de vacatures is een belangrijk deel van het ingeschreven NWW-bestand (te) laag gekwalificeerd. Deze discrepantie onderstreept het belang van een duale trajecten, waarbij werk(-ervaring) gelijktijdig wordt gecombineerd met scholing/training en begeleiding.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
46
BIJLAGE D: PLANNING SONAR Op 20 september 2004 is het nieuwe primaire werkprocessysteem van CWI (Sonar) in productie gegaan op de vestiging CWI Harderwijk. Op enkele kleine kinderziektes na kent het systeem geen problemen. Het project Sonar richt zich op de implementatie van het nieuw primair werkprocessysteem van CWI. Sonar gaat het primaire werkproces voor werkzoekenden volledig ondersteunen. Sonar vervangt de huidige informatiesystemen van CWI (PGI, digitale formulieren en andere tijdelijke hulpmiddelen). Sonar wordt gebouwd in een standaardapplicatie van Siebel12. De keuze voor Siebel is na een intensief selectietraject tot stand gekomen vanwege onder andere: • De hoeveelheid functionaliteit die is te realiseren in deze standaardapplicatie; • Het kunnen meegroeien met veranderingen in en rondom de CWI-organisatie. Sonar wordt in de eigen organisatie gekoppeld aan de vacaturematchingssystemen ABS, Werk.nl, de Beroepen en Opleidingen applicatie en aan Suwi-inkijk en het CWI rapportagesysteem. Sonar wordt extern gekoppeld aan de applicaties van de gemeenten en de systemen van het UWV. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de digitale gegevensuitwisseling tussen de ketenpartners. De fasering van het project Sonar kent een aantal proeftuinen in de periode van 1 oktober 2003 tot 1 oktober 2004, gevolgd door de implementatie op alle CWI’s en het inrichten van de beheerorganisatie. De implementatie op de CWI’s vindt eveneens gefaseerd plaats door eerst op één vestiging (CWI Harderwijk) uit te rollen, daarna op zes andere vestigingen en tot slot door elke week zes nieuwe vestigingen uit te rollen. De planning is: • Proeftuin 1: een werkend systeem opleveren op basis van het werkproces 2003 en de functionaliteit in de standaardapplicatie van Siebel. • Proeftuin 2: de realisatie van 18 koppelingen, waaronder de koppelingen met de systemen in de eigen organisatie en met de applicaties van gemeenten en het UWV. • Proeftuin 3: een werkend systeem opleveren op basis van het (te verwachten) werkproces in 2004 en in 2005, de functionaliteit in de standaardapplicatie van Siebel en met werkende koppelingen met de systemen van CWI, de gemeenten en het UWV. • Proeftuin 4: een werkend systeem met werkende koppeling in CWI Harderwijk. • Implementatie: implementatie van het nieuwe werkprocessysteem op alle CWI’s. Voortgang: • Proeftuin 1 is gerealiseerd in de periode 1 oktober 2003 – februari 2004 met als resultaat de eerste versie van het nieuwe werkprocessysteem. Aansluitend is extra functionaliteit gebouwd voor een verdere aansluiting op het werkproces naar aanleiding van bevindingen van een brede gebruikersgroep. • Proeftuin 2 is gestart op 1 maart 2004. De bouw van de koppelingen is gesplitst in twee delen vanwege de omvang van de hoeveelheid koppelingen. Deel 1 omvat de interne koppelingen en de koppelingen met gemeenten. Deel 2 omvat de koppelingen met het UWV 12
Siebel is een standaardapplicatie voor Customer Relationship Management (CRM) pakketten.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
47
•
•
•
en de koppelingen met de elektronische intake bij CWI en met GBA online. Op basis van de huidige planning worden de koppelingen met de elektronische intake en met GBA online eind 2004 opgeleverd. Vanaf 1 januari 2005 start de bouw van de koppelingen met het UWV. Volgens planning worden deze koppelingen in de loop van 2005 geïmplementeerd. De voorbereidingen voor de pilot bij CWI Harderwijk zijn gestart. Proeftuin 3 is vervallen omdat het niet mogelijk is geweest om de benodigde specificaties voor het werkproces 2004 en 2005 al voor 1 april 2004 beschikbaar te hebben. De redenen hiervan zijn dat landelijke experimenten met ketenpartners over wijzigingen in de werkprocessen na die datum nog doorlopen. Proeftuin 4, de start van de pilot bij CWI Harderwijk. Deze pilot vervult een belangrijke rol bij de voorbereiding van de landelijke uitrol. In deze vestiging wordt in een real-live situatie het nieuwe werkprocessysteem in de praktijk beproefd. De pilot omvat: o Het testen van alle basisfunctionaliteit inclusief de interne koppelingen. o Het integraal testen van Sonar met de ketenpartners. Tijdens deze activiteit worden alle onderdelen van Sonar getest. De koppelingen met de gemeenteapplicaties worden vanaf de tweede helft van augustus getest. De planning is om vanaf medio oktober digitaal gegevens uit te wisselen met de gemeenten Ermelo en Harderwijk. Dit wordt samen met deze gemeenten, het BKWI, het Inlichtingenbureau, het coördinatiepunt ICT en de ICT leverancier van deze gemeenten uitgevoerd. o Het converteren en migreren van de gegevens uit het oude systeem (PGI) naar het nieuwe systeem (Sonar). Tijdens het migratietraject is de dataconversie belangrijk. In de komende periode worden een aantal proefconversies gedaan die het de vestiging Harderwijk mogelijk maakt vooraf de kwaliteit van de te converteren bedrijfsgegevens te vergroten. o Het opleiden en trainen van de medewerkers van CWI Harderwijk. Alle medewerkers van deze vestiging zijn in september getraind. o Het inregelen van de operationele ondersteuning (de zogenoemde vliegende brigade) tijdens de pilot. Een team van CWI-medewerkers uit elk district wordt opgeleid om operationele ondersteuning tijdens de uitrol in het district te realiseren. Implementatie. De planning is dat de pilot bij CWI Harderwijk tot 1 november 2004 duurt. Daarna - begin november tot begin december - worden de volgende zes vestigingen uitgerold met dezelfde koppelingen als in CWI Harderwijk. Vanaf januari 2005 start de landelijke uitrol met iedere week zes nieuwe vestigingen.
HVS (Herstructurering Vacature Service) CWI heeft tevens de vacatureservice geherstructureerd. Het project HVS is naar verwachting in oktober/november volledig afgerond. Dit project richt zich op het verbeteren van het matchen van werkzoekenden en vacatures. Primair richt HVS zich op de ondersteuning van de werkgeversen de vacatureprocessen. Hiervoor is de applicatie ABS (Adviseurs Bemiddelings Service) ontwikkeld die stapsgewijs de bemiddelings-, werkgevers- en vacaturefunctionaliteit uit PGI vervangt. HVS hangt samen met het project Sonar. Tezamen ondersteunen deze twee projecten het primaire werkproces van CWI. Na afronding van beide projecten is PGI definitief vervangen.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
48
BIJLAGE E: FINANCIELE TABELLEN E.1 Categorale verdeling en vergelijking met realisatie 2003 en begroting 2004 De begroting 2005 is uitgesplitst naar de diverse bronnen waardoor een categorale kostenverdeling van de reguliere begroting 2005 zichtbaar wordt. Daarnaast is de reguliere begroting 2004 en de reguliere realisatie 2003 opgenomen waardoor een vergelijking mogelijk is met de reguliere kosten. Bij de vergelijking moet opgemerkt worden dat de huisvestingskosten een opwaarts effect ondergaan door een aflopende reeks van bedragen die met transformatiemiddelen gefinancierd werden. De afschrijvingslasten stijgen sterk vooral door investeringen in de vorming van bedrijfsverzamelgebouwen. * € 1 mln.
Categorie Personeelkosten
Categorale verdeling begroting 2005 incl. WSW, trafo en boedel
Loonkosten Externe personeelskosten Overige personeelskosten Huisvestingskosten *) ICT-kosten Overige materiële kosten Kantoorkosten Vervoerskosten Overige beheerskosten Afschrijvingskosten Rentelasten Totaal vergelijking *)
Waarvan cat. Waarvan verd. cat.verd. 2005 2005 UWV trafo
Waarvan cat.verd. 2005 WSW
240 6 11 47 47
8 1 0 1 1
1 0 0 0 0
10 6 14 7 0 390
0 0 6 0 0 18
0 0 0 0 0 1
1
Waarvan cat. verd. begroting 2005 regulier
Waarvan cat. verd. 2005 boedel
1 1
222 17 10 47 54
193 26 9 44 57
2
10 5 6 7 0 366
10 5 16 5 0 387
15 5 17 1 0 365
Verwerkte vrijval balans AP Verwerkte onderhuur (nu naar baten) SZW aanpassing op huisvesting Aansluiting naar originele presentatie
Categorale verdeling 2003 regulier
231 6 11 45 45
2
3
Categorale verdeling begroting 2004 regulier
-24 -4 -11 390
18
1
3
2
366
371
341
*) in 2003 is € 6,2 mln. huisvesting niet in de reguliere kosten verwerkt omdat deze door trafo werden gefinancierd in 2004 is € 3,9 mln huisvesting niet in de reguliere kosten verwerkt omdat deze door trafo worden gefinancierd in 2005 is € 0,7 mln huisvesting niet in de reguliere kosten verwerkt omdat deze door trafo worden gefinancierd Door afrondingen kan het optisch lijken dat tellingen niet kloppen
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
49
E.2 Balans Balansontwikkeling BALANS ACTIVA
31 Dec 2003
31 Dec 2004
31 Dec 2005
25,4 14,2 154,8
49,4 14,0 90,0
73,9 14,0 7,9
194,4
153,4
95,8
31 Dec 2003
31 Dec 2004
31 Dec 2005
14,4 67,8 19,5 3,4 89,2 194,4
15,0 40,6 20,0 77,8 153,4
15,0 -
Materiële vaste activa Vlot t ende act iva Liquide middelen Totaal activa (* € 1 mln) PASSIVA Eigen vermogen Beklemde reserve/voorziening Bestemmingsfonds Crediteuren Beleidsverplichtingen Overige schulden op korte termijn Totaal passiva (* € 1 mln)
20,0 60,8 95,8
De claim boedel Arbeidsvoorziening is in navolging van de jaarrekening verwerkt als niet uit de balans blijkend recht
E.3 Liquiditeitsbegroting 2005 Liquiditeitenbegroting 2005 Geraamd beginsaldo 1 januari 2005
90,0
Inkomsten Ontvangsten (waarin opgenomen rijksbijdrage 2005) Uitgaven Lasten exclusief afschrijvingen Investeringen Afname overige schulden op korte termijn
349,9
382,7 31,6 17,8 -432,0
Begroot liquiditeitssaldo eind 2005
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
7,9
50
BIJLAGE F: INVESTERINGSRAMING 2005 Financiering Door de afschrijvingssystematiek worden de lasten die veroorzaakt worden door de noodzakelijke investeringen gespreid over de periode waarin de activa daadwerkelijk wordt gebruikt. In de exploitatiebegroting zijn de afschrijvingskosten opgenomen. CWI streeft naar een zogenaamd ideaalcomplex waarbij er evenwicht bestaat tussen de afschrijvingskosten en de voor de investeringen benodigde financiële ruimte. Doordat CWI een jonge organisatie is, is de noodzaak tot investeringen en de daarmee samenhangende behoefte aan liquide middelen niet in evenwicht met de opgenomen afschrijvingskosten. De daardoor veroorzaakte discrepantie tussen de afschrijvingslasten en de benodigde liquide middelen moet worden (voor)gefinancierd. Deze financiering geschiedt door gebruikmaking van het beschikbare liquide saldo en zo nodig via de kredietfaciliteit bij de Bank van Financiën. Uit de toekomstige afschrijvingen vindt, vanuit de exploitatiebegroting, aanvulling van het liquide saldo c.q. aflossing van het opgenomen krediet plaats. De aan het krediet verbonden rentelasten worden opgenomen in de exploitatiebegroting. In begrotingsjaren waarin de investeringsbehoeften lager is dan de begrote afschrijvingskosten wordt de daardoor vrijkomende liquide ruimte gebruikt voor (versnelde) aflossing van een opgenomen krediet. Wanneer het krediet volledig is afgelost worden deze middelen gespaard voor toekomstige nieuwe investering. Investeringen ICT Huisvesting Meubilair Kantoormachines Overig Niet wettelijke taken
Totaal investeringen
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
2005 6.717.750 20.719.000 4.000.000 47.500 100.000 0
31.584.250
51
Toelichting ICT investeringen 2005 Hieronder wordt een toelichting gegeven op de geplande ICT-investeringen. De toelichting op de overige investeringen is opgenomen in het huisvestingsplan. ICT Bedragen Toelichting investeringen 2005 Renderende investeringen uitvoeringskosten: Scanners € 595.000 Het huidige proces van gegevensopslag en uitwisseling met ketenpartners wordt ondersteund door digitalisering. Investeringen effectiviteit werkprocessen: LAN€ 500.000 In 2005-2006 zal er nieuwe apparatuur worden infrastructuur uitgerold (waaronder Wireless Office), waarvoor aanpassing van de LAN infrastructuur noodzakelijk is. Vervangingsinvesteringen: TfT-schermen € 2.082.500 Als gevolg van de huisstijl bij de inrichting van de frontoffice bedrijfsverzamelgebouwen dienen er meer TfTschermen beschikbaar te komen. Deze investering gaat uit van 5.000 schermen. Beursvloer PC’s € 1.904.000 Vervanging huidige Beursvloer PC’s. Zuilen (banen € 1.191.000 Nieuw type zuilen met specifieke toepassingen voor de video) communicatie naar cliënten. Printers € 446.250 Elke vestiging wordt voorzien van een kleurenprinter. Totaal € 6.717.750
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
52
BIJLAGE G: HUISVESTINGSPLAN 2005 Het Huisvestingsplan is afgeleid van het Meerjarenbeleidsplan Huisvesting 2004 – 2009. Onderstaand worden de activiteiten voor 2005 op hoofdlijnen benoemd uitgaande van de elementen zoals gevraagd in bijlage 3 toetsingskader huisvesting bij de meibrief van het ministerie van SZW. Planning van de projecten Leegstand Door het vertrekken van de vroegere bedrijfsonderdelen van Arbeidsbureau Nederland uit panden waar CWI bij de ontvlechting van Arbeidsvoorziening hoofdhuurder is geworden, is er leegstand ontstaan. Deze leegstand is toegenomen en neemt nog verder toe door de verhuizing naar bedrijfsverzamelgebouwen. Het ministerie van SZW en CWI hebben afgesproken dat deze leegstandproblematiek niet hoeft te worden opgelost uit de reguliere begroting van CWI, omdat deze kosten niet door CWI zijn te beïnvloeden. Het ministerie van SZW en CWI gaan samen op zoek naar financieringsmogelijkheden om de kosten voor leegstand structureel te dekken. Als eerste oplossingsmogelijkheid gaan het ministerie van SZW en CWI hiervoor een aanvullende claim leggen op de boedel van Arbeidsvoorziening. BVG-vorming Vanwege de beperkte budgettaire ruimte in de Rijksbegroting en daarmee ook in de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het ministerie besloten om beperkt middelen ter beschikking te stellen voor de kosten die CWI (structureel) maakt bij de verhuizing naar bedrijfsverzamelgebouwen. Eventuele hogere huren tengevolge van het verhuizen naar bedrijfsverzamelgebouwen mogen niet ten koste gaan van de dienstverlening CWI. Dientengevolge zal CWI huurcontracten voor BVG’n toetsen aan zowel marktconformiteit als aan de huisvestingsnormen van CWI. Tot het maximum van de beschikbare gestelde middelen is CWI in staat om huurcontracten te sluiten die hoger liggen dan de eigen huisvestingsnormen. Boven dit maximum kan CWI alleen huurcontracten voor BVG’n sluiten die in overeenstemming zijn met de huisvestingsnormen CWI. Tot en met 2004 zullen naar verwachting ruim 40 bedrijfsverzamelgebouwen (BVG-en) zijn/worden gerealiseerd. Zoals uit het meerjarenbeleidsplan naar voren komt zullen in 2005 24 BVG-en worden gerealiseerd. Het betreft de CWI-vestigingen Zaltbommel, Arnhem Noord, Dordrecht, Haarlem Jansweg, Veghel, Alkmaar, Breda, Ede, Bergen op Zoom, Meerlanden, Peelland, Valkenswaard, Venlo, Walcheren, Goes, Steenwijk, Veendam, Amsterdam Centrum, Amsterdam Noord, Amsterdam Oost, Amsterdam Oud West, Assen, Hardenberg en Zutphen die (in voorkomende gevallen met JuZa-vestigingen) deel gaan uitmaken van nieuw te vormen BVGen.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
53
NB: deze opsomming is gebaseerd op planningsgegevens zoals die in april 2004 bekend waren. Op basis van de BVG-masterplanning versie augustus zal voor 2005 naar verwachting sprake zijn van realisatie van meer dan 24 BVG-en. Voor een deel betreft het locaties waarvan de oplevering over de jaargrens 2004-2005 zal heengaan, daarnaast is ook sprake van locaties waarvan de realisatie als het ware een versnelling zal ondergaan (BVG-en waren in eerste instantie later in de tijd gepland). Tevens zullen in 2005 de voorbereidingen worden getroffen voor de realisatie van BVG-locaties die in de daaropvolgende jaren worden gerealiseerd. In onderstaande grafiek wordt cumulatief het aantal BVG-en tot en met 2008 weergegeven.
BVG-ontwikkeling 2001-2008 140 120 100 80 60
aantal BVG-en
40 20 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
Centraal programma van eisen Ten behoeve van BVG-vorming wordt door CWI een Centraal programma van eisen gebruikt. Dit programma bevat onder andere de technische en functionele eisen. Ten behoeve van de onderdelen van Juridische Zaken is in verband met afwijkende functionaliteit een aanvullend programma van eisen opgesteld. Financiële planning BVG-vorming In onderstaand overzicht worden naast de investeringen (excl. meubilair) de reguliere huisvestingskosten voor de 24 BVG-en en de daarbij behorende verlaten CWI-panden weergegeven (alle bedragen x € 1.000).
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
54
2005 Investeringen BVG-en Exploitatie nw BVG Huur Inbouw Servicekosten Schoonmaakkosten Onderhoudskosten Kosten nutsvoorzieningen Totaal Exploitatie oude vestigingen Huur oude locaties Overige servicekosten
2006
2007
2008
2009
13.191
2.978 1.306 419 438 70 266 5.477
4.399 1.932 619 647 104 394 8.095
4.399 1.984 619 647 104 394 8.147
4.399 2.035 619 647 104 394 8.198
4.399 2.009 619 647 104 394 8.172
4.880 537 5.417
3.686
3.096
1.936
777
Voor wat betreft de huurkosten is rekening gehouden met bekende huurprijzen dan wel de gemiddelde verwachte huurprijzen. Ten aanzien van de andere componenten van de huisvestingskosten geldt dat is gerekend met de normbedragen zoals deze ook in het meerjarenbeleidsplan Huisvesting zijn gehanteerd. Voor wat betreft de huur van de oude locaties is gerekend met de maximale huurverplichtingen. Voor individuele panden zal worden getracht onderhuurders te vinden danwel de resterende huurverplichtingen af te kopen. Voortkomend uit het aanvankelijk trage tempo van BVG-vorming is het onderdeel Meubilair in 2004 losgekoppeld van het BVG-project. Dit betekent dat men voor locaties die eerst over een aantal jaren naar een BVG-locatie gaan indien noodzakelijk in 2004 en 2005 start met de aanschaf van vervangend meubilair dat zal worden meegenomen naar de nieuwe locatie. Doorontwikkeling CWI-panden Voortvloeiend uit het tempo van BVG-vorming is het noodzakelijk dat in 2004 / 2005 nog een aantal locaties wordt aangepast (bijvoorbeeld omdat het beschikbare vloeroppervlakte voor beursvloer en frontoffice ver beneden de norm is of omdat de inrichting niet ARBO-conform is en/of niet voldoet aan het Bouwbesluit). Volgens de huidige planning gaat het hier om 4 vestingen in 2005. Het doel van deze ingrepen is, naast het voldoen aan de genoemde normen, het dynamische bedrijfsproces van CWI mogelijk te maken. Gezien het “rendement” van de benodigde middelen wordt hierbij als uitgangspunt gehanteerd dat de het CWI nog minimaal 4 jaar op de huidige locatie zal blijven gehuisvest. Daarnaast zal in CWI-panden in voorkomende gevallen aandacht moeten worden geschonken aan het oplossen van klimaatklachten.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
55
Signing Het is belangrijk dat bedrijfsverzamelgebouwen voor cliënten duidelijk herkenbaar zijn, zowel inpandig (huisstijl) maar ook aan de buitenzijde van het gebouw (signing). Hierbij speelt voor CWI ook de uitstraling van de corporate identity een rol. Gezien het feit dat gevelreclame voor BVG-locaties een zaak is die in samenspraak met andere lokale BVG-partners dient te worden gerealiseerd, heeft CWI de ambitie om alle BVG-panden die tot en met 2005 zijn/zullen worden gerealiseerd in 2005 van passende reclame-uitingen te voorzien. In het meerjarenbeleidsplan is het financiële kader voor de huisvestingskosten weergegeven. Voor bovengenoemde projecten zijn onderstaande investeringsmiddelen in 2005 benodigd. Dit sluit aan bij de meerjaren investeringsbegroting Huisvesting. Hierbij wordt uitgegaan van het moment van oplevering/realisatie van het desbetreffende project en niet het tijdstip waarop behoefte is aan middelen (liquiditeitsplanning). Omschrijving
Bedrag 2005
1 BVG-vorming, advies- en inrichtingskosten, verhuizing
13.191.000
2 Meubilair
4.000.000
3 Doorontwikkeling CWI-panden
1.200.000
4 Programmamanagement
500.000
5 Herinrichting + klimaatverbetering
300.000
6 Signing
528.000
7 Implementatie huisstijl
5.000.000 24.719.000
In het meerjarenbeleidplan zijn de normgetallen voor huisvesting per m² vvo weergegeven. De huisvestingskosten 2005, uitgedrukt in een bedrag per m² vvo, blijven binnen dit kader. Vergelijking exploitatiekosten norm - 2005 300,0
250,0
bedragen in €
200,0 ko s ten n utsvoorz onde rhou dskosten sch oonma akkosten se rvicekosten ko s ten i nbouwpakket huurko s te n
150,0
100,0
50,0
norm
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
totaal CWI
56
Programmaorganisatie en AO-procedures Voor de uitvoering van huisvestingsprojecten (incidentele uitvoering) heeft CWI in de vorm van een projectorganisatie een beheersvorm ingericht. De kern hiervan bestaat uit een Stuurgroep Facilitair Management, waarbij een lid van de Raad van Bestuur als voorzitter optreedt. Aan de stuurgroep nemen alle voor het project van belang zijnde personen deel. De stuurgroep komt eenmaal per maand bijeen. Middels het Operationeel Overleg worden besluiten van de Stuurgroep c.q. van de Raad van Bestuur gecommuniceerd aan de districtsvertegenwoordigers belast zijn met decentrale huisvestingstaken. Andersom worden vanuit het Operationeel Overleg zaken aangedragen die door de centrale stafafdeling worden vertaald in voorstellen die ter besluitvorming worden voorgelegd aan de Stuurgroep. Uit het voorgaande blijkt dat de Raad van Bestuur zowel ten aanzien van de reguliere als van de incidentele uitvoering (projecten) een beheerstructuur heeft ingericht die verzekert dat de Raad van Bestuur zowel greep op de uitvoering houdt, als verantwoording hierover aflegt. De beheerstructuur voor de uitvoering van de projecten vormt de kern voor de sturing op, bewaking van en verantwoording over projecten. Via de reguliere kwartaalverslagen aan de minister van SZW wordt door CWI inzicht verschaft in de voortgang van de projectactiviteiten, de behaalde resultaten en wordt verantwoording afgelegd over de bestede financiële middelen. In het meerjarenbeleidsplan wordt daarnaast ingegaan op geldende procedures.
Jaarplan CWI 2005, versie 2.0
57