JAARPLAN 2015 Vastgesteld in DB 11 februari 2015

JAARPLAN 2015 Vastgesteld in DB 11 februari 2015

Inhoudsopgave

Leeswijzer .............................................................................................................................................. 3 1.

Visie en doelstellingen van Het Plein ........................................................................................ 4

2.

Ontwikkelingen .............................................................................................................................. 7

3.

Bedrijfsvoering............................................................................................................................. 12

4.

Ambitieniveau en speerpunten voor 2015 .............................................................................. 13

5.

Prestatie afspraken uitvoering 2015 ........................................................................................ 16

Bijlage 1: Hoofdlijnen Participatiewet, WMO en Jeugdwet .......................................................... 17 Bijlage 2: Verdeling Participatiebudget 2015 ................................................................................. 19 Bijlage 3: Begroting 2015 .................................................................................................................. 23

2

Het Plein Jaarplan 2015

Leeswijzer In dit Jaarplan staat beschreven hoe de taken, die de gemeente Lochem en Zutphen aan Het Plein hebben opgedragen, in 2015 worden uitgevoerd. De kaders hierbij zijn: de wet- en regelgeving, de door de gemeenten vastgestelde beleidskaders en verordeningen en de begroting 2015. Het Jaarplan is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 beschrijven we de visie en de doelstellingen van Het Plein. In hoofdstuk 2 gaan we in op de context waarin Het Plein opereert. We beschrijven de actuele economische ontwikkelingen en de invloed daarvan op de ontwikkeling van het klantenbestand. We geven de wijzigingen in wet- en regelgeving per 1 januari 2015 aan en sluiten het hoofdstuk af met een beschrijving van de ontwikkelingen in de maatschappelijke context van Lochem en Zutphen. Hoofdstuk 3 beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen in de bedrijfsvoering van Het Plein in 2015. De vertaling naar het ambitieniveau en de speerpunten van Het Plein vindt plaats in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zijn de prestatie-indicatoren en het ambitieniveau in een tabel samengevat. In bijlage 1 geven wij een korte beschrijving van de nieuwe Participatiewet, Wmo en Jeugdwet per 1 januari 2015. In bijlage 2 geven wij aan hoe de verdeling van het Participatiebudget eruit ziet. De begroting 2015 (inclusief begrotingswijziging 4 december 2014) vindt u in bijlage 3.

3


1. Visie en doelstellingen van Het Plein Iedereen doet mee Het Plein gaat in haar visie uit van een lokale samenleving waarin iedereen naar vermogen kan meedoen. Niemand is uitgesloten van participatie op het voor hem/haar hoogst haalbare niveau. Het Plein levert daaraan een bijdrage binnen de wettelijke en financiële mogelijkheden. Het Plein werkt nauw samen met lokale en regionale partners, waaronder Delta, UWV, onderwijs, werkgevers en maatschappelijke organisaties. Voor de burger is Het Plein dé lokale dienstverlener in de keten van werk, inkomen en participatie. We zijn uitvoerder van wetten in het kader van de sociale zekerheid en leveren een breed scala aan samenhangende diensten. Ons motto is “Iedereen doet mee”. Nieuwe taken voor Het Plein Per 1 januari 2015 hebben de gemeenten nieuwe taken en verantwoordelijkheden in het kader van de Participatiewet, de nieuwe Wmo en de Jeugdwet. Het draait niet (alleen) om het stroomlijnen van regels voor overlappende doelgroepen. Het gaat vooral om een andere wijze van kijken naar de problemen en ondersteuningsvragen van burgers: meer gericht op waartoe iemand in staat is, in plaats van op wat iemand niet kan en meer in samenhang met het netwerk en de leefomgeving waaruit iemand komt. Het gaat ook om een andere rolverdeling tussen burger en overheid en tussen overheid en organisaties. De gemeenteraden hebben op 13 oktober 2014 besloten de uitvoering van de Participatiewet op te dragen aan Het Plein. Daarnaast heeft Het Plein de opdracht gekregen om voor de gemeente Zutphen de nieuwe Wmo uit te voeren, alsmede de administratieve taken in het kader van de Jeugdwet. Deze nieuwe taken hebben grote gevolgen voor Het Plein als organisatie en voor de medewerkers van Het Plein. Het afgelopen jaar is hard gewerkt om ons daarop voor te bereiden. Het primaire werkproces is grondig aangepast en de financieel-administratieve organisatie is aangepast op de nieuwe taken en wetgeving. De medewerkers van Het Plein hebben trainingen gevolgd om in staat te zijn de nieuwe taken uit te voeren. Dit proces zal in 2015 volop voortgang krijgen. In dit Jaarplan geven wij daarin de speerpunten en ambities aan. In het licht van de nieuwe rollen en verhoudingen zal ook de relatie tussen de gemeenten als opdrachtgever en Het Plein als uitvoeringsorganisatie worden aangescherpt. We gaan hierover graag het gesprek aan met beide gemeenten om te komen tot een opdrachtverstrekking, die realistisch én uitdagend is. Toegang Burgers met een vraag of probleem kunnen terecht bij Het Plein. Zij krijgen informatie en advies, met als uitgangspunt de eigen verantwoordelijkheid, talenten en mogelijkheden om zelf of met hulp vanuit het eigen netwerk een oplossing te vinden. Medewerkers van Het Plein (de ‘generalisten’) verhelderen in het integrale aanmeldgesprek de vraag en helpen de burger bij het vinden van een oplossing. Zo nodig stellen zij een plan op, al dan niet in samenwerking met professionals van andere organisaties (één gezin - één plan- één regisseur). Als er geen mogelijkheden zijn om de problemen zelf op te lossen, dan wel met inzet van het netwerk of algemene oplossingen, dan vindt toeleiding plaats naar individuele ondersteuning. Daarvoor beschikt Het Plein over een breed scala aan mogelijkheden: re-integratie, inkomensondersteuning, schulddienstverlening en Wmo-voorzieningen, die in onderling verband wordt ingezet. Wij zorgen dat burgers goed worden geïnformeerd over hun rechten en plichten, onder andere in het Vier-weken programma, en hanteren een preventieve aanpak om fraude te voorkomen. In het kader van de toegang is er een nauwe samenwerking nodig met de andere hoofdtoegangen: de gebiedsgerichte teams en het Centrum voor Jeugd en Gezin in Lochem en Zutphen. Aansluiten bij gebiedsgerichte teams Nabijheid en preventie zijn sleutelwoorden in de drie decentralisaties. Wij sluiten met Het Plein hierop aan en gaan na hoe we onze dienstverlening nog meer in de nabijheid van burgers kunnen

4


organiseren. Wij blijven dit doen door huisbezoeken en gesprekken thuis, maar gaan ook spreekuren in centrale voorzieningen in wijken en/of kernen vorm geven. Zowel in de gemeenten Lochem als Zutphen intensiveren wij, in het kader van de Toegang, de huidige samenwerking met de bestaande wijkteams om zo burgers dicht bij huis complementaire dienstverlening te bieden. Werk voorop Het hebben van (betaald) werk betekent veel voor mensen: financiële zelfstandigheid, sociale contacten, een duidelijke dagstructuur, meer welbevinden en vooral: meedoen in de maatschappij en van betekenis zijn. De nieuwe wetgeving biedt daartoe kansen en nieuwe instrumenten. Hierdoor kan Het Plein haar ambitie, om mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt mee te laten doen in het arbeidsproces, beter waar maken. Specifieke aandacht krijgen jongeren die van school komen en geen werk kunnen vinden. Het is belangrijk dat zij niet thuis komen te zitten. Dit betreft met name de nieuwe doelgroep jongeren met een arbeidsbeperking. Daarover maken wij samenwerkingsafspraken met de scholen in het speciaal voorgezet onderwijs. Als er geen vervolg onderwijs mogelijk is, dan zetten we in op werk. Daar zetten wij onder andere de middelen van het Actieplan Jeugdwerkloosheid voor in. Regionaal Werkbedrijf Stedenvierkant Regionale samenwerking is noodzakelijk om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen, meer werkzoekenden aan een baan te helpen en vacatures snel en adequaat op te vullen. In het Sociaal Akkoord van april 2013 hebben sociale partners zich garant gesteld voor 125.000 extra banen (t/m 2026) voor mensen met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. In 2015 moet er in elke arbeidsmarktregio een Regionaal Werkbedrijf worden opgericht, die de schakel vormt tussen de garantiebanen en de mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen. Zutphen en Lochem vallen onder de arbeidsmarktregio Stedenvierkant, met als centrumgemeente Apeldoorn. In deze regio werken gemeenten, UWV en sociale partners al volop samen. Deze samenwerking wordt in 2015 geformaliseerd en leidt tot de oprichting van het Regionaal Werkbedrijf Stedenvierkant. Het Werkbedrijf is geen aparte juridische entiteit, maar een netwerkorganisatie van gemeenten, UWV en sociale partners op basis van een samenwerkingsovereenkomst. Onderdeel van het Regionaal Werkbedrijf is de werkgeversdienstverlening (WGD) Stedenvierkant, een samenwerking van de werkgeversteams van de vier Werkpleinen (waaronder Het Plein/Delta) en UWV. Gezamenlijk is een regionaal arbeidsmarktbewerkingsplan opgesteld. Samen met de lokale en regionale werkgevers willen we de taakstellingen halen die in het Sociaal Akkoord geformuleerd zijn. Deze samenwerking moet ons helpen de uitstroomdoelstellingen van Het Plein te realiseren. Samenwerken in de regio is ook belangrijk om landelijke en provinciale subsidiestromen optimaal te benutten. Op dit moment gaat het om: ESF-subsidies, sectormiddelen, Actieplan Jeugdwerkloosheid en middelen in het kader van het regiocontract met de provincie Gelderland. Omdat wij efficiency-voordelen zien, werken wij mee aan projecten om te onderzoeken of in de nabije toekomst bepaalde backoffice-taken en de Bbz-regeling regionaal uitgevoerd kunnen worden. Samen met de gemeente Lochem en Zutphen zoeken we eveneens naar een meer effectieve verbinding met de strategische board Stedendriehoek. De board heeft als doelstelling het bevorderen van werkgelegenheid en het duurzaam versterken van het functioneren van de regionale arbeidsmarkt. Meedoen op wijken kernniveau Voor burgers met weinig perspectief op betaald werk, bieden we mogelijkheden om in de eigen wijk of buurt maatschappelijk actief te zijn. Dit doen we vanuit onze uitvoeringstaak in het kader van de Wmo (bieden van maatwerkoplossingen) én in het kader van de Participatiewet. In beide gevallen gaat het erom dat burgers zoveel mogelijk kunnen meedoen in de samenleving. We verwijzen naar activiteiten in de eigen woon- en leefomgeving, om te voorkomen dat mensen vereenzamen en om te bevorderen dat ze zich betrokken en gewaardeerd voelen in de samenleving. Met inzet van het Participatiebudget ondersteunen wij projecten en initiatieven voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Een aantal van deze projecten, zoals de Buurtsuper Almen, het

5


Buurt-Onderhouds-Bedrijf Lochem en Buurtservice Waterkwartier willen wij doorontwikkelen naar algemene oplossingen, die toegankelijk zijn voor de alle doelgroepen van de Wmo, Participatiewet en de Jeugdwet. Dat betekent een andere (integrale) wijze van financiering van deze projecten, waarover wij met de gemeenten in gesprek zijn. In 2015 gaan we concreet aan de slag met de pilot Talent. Hiermee bereiken we een aanzienlijk deel van onze klanten, die (nog) niet aan betaalde activiteiten mee kunnen doen. Zij kunnen via meedoenplekken bij onder andere zorgorganisaties en sportverenigingen zichzelf ontwikkelen en een bijdrage aan de maatschappij leveren. De kennis van zorgaanbieders, om verbinding met arbeidsmatige dagbesteding te leggen, moet optimaal benut worden. Cliëntenparticipatie Het vastgestelde beleidskader Sociaal Domein gaat uit van meer burger en minder overheid. Dat geldt op het niveau van individuele burgers (meer eigen verantwoordelijkheid), maar ook op het beleidsniveau (meer invloed en betrokkenheid van burgers). Wij ondersteunen deze ontwikkeling graag door de Cliëntenraad Het Plein zo vroeg en zoveel mogelijk in de beleids- en planvorming te betrekken. Het Plein staat open voor signalen en adviezen die vanuit de Cliëntenraad naar voren worden gebracht. De actiepunten uit het klanttevredenheidsonderzoek nemen wij ter hand om de integrale dienstverlening te verbeteren. Dit gaat verder dan alleen de Participatiewet, maar betreft het brede terrein van het Sociaal Domein. Dat betekent dan ook meer samenwerking met andere wijken adviesraden in het sociaal domein. Dat vraagt veel van de leden van de Cliëntenraad Het Plein op het gebied van kennis en vaardigheden. Wij bieden actief ondersteuning aan de Cliëntenraad om hun adviesrol goed in te kunnen vullen. Cliëntenparticipatie op regionaal niveau maakt een belangrijke ontwikkeling door. Door het toenemende belang van de arbeidsmarktregio is het belangrijk de stem van cliënten ook op regionaal niveau een goede plek te geven. Mede dankzij initiatieven van de Cliëntenraad Het Plein zit in 2015 een vertegenwoordiging vanuit de lokale cliëntenraden aan (de regionale) tafel. Door regionaal mee te doen is de Cliëntenraad in staat om het DB van Het Plein integraal te adviseren, waarbij kennis en de impact van regionale zaken meer dan voorheen een rol van betekenis speelt. Kwaliteit van de dienstverlening In het Klanttevredenheidsonderzoek 2014 is een belangrijke rol weggelegd voor de Burgerservicecode om de kwaliteit van de dienstverlening van Het Plein te kunnen meten en zodoende met name inzicht te krijgen over hoe de burger/ cliënt de toegankelijkheid van Het Plein (als monopolist) waardeert. De Burgerservicecode is een gedragscode met tien kwaliteitseisen voor de relatie tussen burger en overheid in de moderne (digitale) samenleving waaraan een overheidsinstantie zich op basis van vrijwilligheid kan committeren. Deze eisen zijn geformuleerd als rechten van burgers en daarbij behorende plichten van overheden; Een voorbeeld: “Als burger kan ik zelf kiezen op welke manier ik met Het Plein zaken doe. Het Plein zorgt ervoor dat alle contactkanalen beschikbaar zijn (balie/ spreekkamer, brief, telefoon, e-mail, internet)”. De Cliëntenraad ziet graag dat Het Plein op de ingeslagen weg voortgaat en voortaan de Burgerservicecode als graadmeter voor de dienstverlening hanteert en daarop dan ook aanspreekbaar is. In 2015 willen we nagaan op welke wijze we hieraan uitvoering kunnen geven.

6


2. Ontwikkelingen In dit hoofdstuk beschrijven wij een aantal relevante ontwikkelingen die invloed hebben op het beleid en uitvoering van Het Plein. Achtereenvolgens komen aan bod de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zowel landelijk als regionaal, de ontwikkelingen in het uitkeringsbestand, de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de ontwikkelingen binnen Lochem en Zutphen in het kader van het Sociaal Domein. Arbeidsmarktontwikkelingen landelijk De Nederlandse economie lijkt geleidelijk uit het dal te kruipen. Dit blijkt uit de analyse van het Centraal Planbureau in de Macro Economische Verkenning 2015 met als titel ‘Broos herstel’. In 2014 was er sprake van een bescheiden economische groei. Naast de export dragen nu ook de investeringen van bedrijven en de consumptieve uitgaven van consumenten bij aan deze groei. In het derde kwartaal 2014 was er zelfs weer sprake van enige groei van de werkgelegenheid (na correctie voor het seizoen). Er zijn minder ontslagvergunningen, een lager aantal faillissementen, meer vacatures en meer uitzendmedewerkers. De verwachtingen van het Centraal Planbureau zijn echter heel onzeker. Internationale spanningen kunnen de wereldhandel en daarmee onze economie en arbeidsmarkt ongunstig beïnvloeden. Daarnaast zijn de voorspelde groeipercentages van de economie laag: ze liggen maar iets boven de verbetering van de arbeidsproductiviteit. Als de groei maar iets tegenvalt, betekent dat dus al snel opnieuw een daling van werkgelegenheid. Anderzijds is het natuurlijk ook mogelijk dat de economie in Nederland zich gunstiger ontwikkelt dan voorzien. Het CPB heeft voor 2015 de volgende verwachtingen voor de arbeidsmarkt:  De vraag naar arbeid reageert vertraagd op het economisch herstel. Bovendien is de economische groei klein en neemt de productiviteit van arbeid toe.  Overheidsorganisaties en de zorg zijn ook volgend jaar bezig met het uitvoeren van hervormingen, wat in deze sectoren neerkomt op minder werkgelegenheid.  Per saldo wordt voor 2015 een zeer beperkte groei van de werkgelegenheid verwacht. Het aantal vacatures stijgt, maar de beroepsbevolking stijgt ook.  De werkloosheid daalt zeer beperkt van 7% in 2014 naar 6,75% in 2015.  De langdurige werkloosheid is sinds 2009 verdrievoudigd en loopt in 2015 nog verder op. Langdurig werklozen hebben minder kans op werk doordat zij relatief oud zijn, een laag opleidingsniveau hebben, werkgevers soms een negatief beeld van hen hebben en omdat zij ontmoedigd kunnen zijn om te solliciteren door de vele negatieve afwijzingen.  Voor 2015 wordt nog een beperkte groei van het aantal bijstandsgerechtigden verwacht. De arbeidsmarktontwikkeling in de regio Stedenvierkant In deze paragraaf geven we een korte analyse van de arbeidsmarkt en de kanssectoren van de regio Stedendriehoek en Noordveluwe (tezamen de arbeidsmarktregio Stedenvierkant). De informatie is gebaseerd op het arbeidsmarktbewerkingsplan Regionale werkgeversdienstverlening Stedenvierkant. Werkgelegenheid per sector. In de regio Stedenvierkant is het aandeel banen in de zorg & welzijn en het openbaar bestuur groot ten opzichte van Nederland. Dit maakt de werkgelegenheid in deze regio extra gevoelig voor overheidsbeleid en bevolkingsontwikkelingen. Ook zijn dit de sectoren waarin sprake is van krimp van het aantal banen. De derde sector is Industrie. Ook in deze sector krimpt het aantal banen verder, door de voortgaande stijging van de productiviteit en verplaatsing van productie naar bijvoorbeeld lagelonenlanden. Een positieve werkgelegenheidsontwikkeling zien wij in deze regio vooral in de volgende sectoren:  Veel vraag naar technisch personeel op alle niveaus.  Veel vraag naar middelbaar en hoger economisch-administratief personeel.  Groeiverwachting in de Transportsector.  Groeiverwachting in de Groothandel. Aantal vacatures blijft beperkt Nu de economie wat aantrekt, leidt dit in eerste instantie tot een toename van arbeidsproductiviteit. Pas later zal dit leiden tot meer banen. Daardoor wordt in 2015 een zeer bescheiden banengroei in de regio Stedenvierkant verwacht. Door de aantrekkende economie is de verwachting dat de

7


uitzendsector in 2015 de sterkste banengroei van alle sectoren zal hebben. Bedrijven zijn nog terughoudend met het aannemen van vast personeel en doen een beroep op tijdelijke arbeid. De verwachting is dat het aantal vacatures ook het komende jaar laag blijft in vergelijking tot de jaren voorafgaand aan de crisis. De vraag naar arbeid verandert structureel Door de verdergaande automatisering, robotisering en informatisering, worden andere eisen gesteld aan de competenties en vaardigheden van personeel. Het gevraagde opleidingsniveau van veel beroepen stijgt en gedragscompetenties als probleemoplossend vermogen, flexibiliteit, initiatief en samenwerken, worden steeds belangrijker. Werkgeversdienstverlening afstemmen op de vraag De dienstverlening aan werkgevers is een belangrijke succesfactor om klanten uit het uitkeringsbestand toe te leiden naar werk. De dienstverlening wordt zichtbaar en dicht bij de werkgever georganiseerd. Belangrijk is om op lokaal en regionaal niveau een groot netwerk van werkgevers te ontwikkelen, contacten te onderhouden en bijeenkomsten te organiseren om werkgevers te informeren over de mogelijkheden. Nadat de (key-)accountmanagers het eerste contact hebben gelegd, zijn de consulenten Werk en Coaching voor werkgevers het eerste aanspreekpunt. Door klanten resultaatgericht te handelen en de werkgevers te ‘ontzorgen’ worden tegelijkertijd de belangen van werkzoekenden behartigd. In de Participatiewet komen nieuwe instrumenten beschikbaar om werkzoekenden met een arbeidsbeperking te ondersteunen naar een betaalde baan, zoals de loonkostensubsidie, de no risk polis, de voorziening beschut werk en jobcoaching. Ook scholing is een belangrijk instrument. De inzet van deze instrumenten stemmen we af in regionaal verband, zodat er binnen de regio geen concurrentie op doelgroepen ontstaat. Voor het vaststellen van de loonkostensubsidie, maken we gebruik van Dariuz. Dit is een (landelijk gevalideerde) methodiek om de loonwaarde te meten en daarmee kan ook de ontwikkeling van een werknemer zichtbaar worden gemaakt. Het is belangrijk om de lokale en regionale economie te stimuleren, om daarmee nieuwe werkgelegenheid te laten ontstaan. Via inkoopafspraken (Social Return On Investment) kunnen bedrijven worden aangemoedigd om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Belangrijk zijn de initiatieven, die vanuit het regionale bedrijfsleven worden ontwikkeld op het gebied van innovatie, energietransitie en duurzaamheid. De strategische Board Stedendriehoek beoogt deze initiatieven te stimuleren en te koppelen aan de doelstelling om de werkloosheid in deze regio zo laag mogelijk te laten zijn. Daarom willen wij samen met de gemeenten Lochem en Zutphen de relatie met de Board versterken. Ontwikkeling uitkeringsbestand Ondanks de aantrekkende economie en afvlakkende stijging van het klantenbestand ten opzichte van 2014, verwachten we voor 2015 een stijging van het uitkeringsbestand van zo’n 10%, waarvan 3% ten gevolge van de nieuwe doelgroepen Wsw en Wajong. Daarbij is rekening gehouden met het aangescherpte rijksbeleid, waaronder de invoering van de kostendelersnorm. Voor de financiële vertaling zie de gewijzigde begroting 2015, vastgesteld door het AB op 4 december 2014 (bijlage 3). Tabel 1: Ontwikkeling klantenbestand BUIG 2015 Ontwikkeling klantenbestand BUIG

Lochem

Zutphen

totaal

stand 31 december 2014

420

1574

1994

instroom

175

670

845

uitstroom

132

507

639

prognose 31 december 2015

463

1737

2200

gemiddeld aantal uitkeringen 2015

442

1656

2097

10%

10%

10%

% toename

uitstroomquote 0,75 0,76 0,76 Bron: begrotingswijziging 2015, vastgesteld in het AB van 4 december 2015.

8


Lochem en Zutphen zijn beiden nadeel-gemeenten. Dat betekent dat de Rijksbijdrage naar verwachting niet dekkend zijn voor de BUIG-uitgaven. Wij ondernemen samen met de gemeenten actie om via de vertegenwoordigende organen zoals de VNG en Divosa, hiertegen te protesteren. Tabel 2: verwachte BUIG-uitgaven 2015 BUIG 2015 gemiddeld aantal uitkeringen gemiddeld bedrag per uitkering BUIG-uitgaven

Lochem

Zutphen

totaal

441

1656

2097

€ 12.803

€ 12.666

€ 12.699

€ 5.651.276

€ 20.965.500

€ 26.616.776

Bron: begrotingswijziging 2015, vastgesteld door AB op 4 december 2014

De inzet van Het Plein is erop gericht om de BUIG-uitgaven in 2015 zoveel mogelijk te beperken. De dienstverlening ‘aan de poort’ is erop gericht mensen zo goed mogelijk te helpen met informatie en advies, en de toegang tot een uitkering te beperken tot degenen die daadwerkelijk inkomensondersteuning nodig hebben en daar recht op hebben. De dienstverlening in het primaire proces is erop gericht zoveel mogelijk mensen toe te leiden naar betaald werk, ook gedeeltelijk, tijdelijk betaald werk (bijvoorbeeld uitzendwerk), of een betaalde baan met loonkostensubsidie. Dit kunnen we niet alleen, daarvoor is de samenwerking nodig met alle partijen in de samenleving: Daar ligt dan ook de belangrijkste uitdaging voor Het Plein, om samen met de werkzoekenden, werkgevers en maatschappelijke organisaties, te bereiken dat zo min mogelijk mensen in onze samenleving een beroep hoeven te doen op een uitkering (zie hoofdstuk 4, Ambitieniveau en speerpunten voor 2015). Nieuwe wetgeving Participatiewet, Wmo en Jeugdwet per 1 januari 2015 Per 1 januari 2015 treden drie nieuwe wetten in werking: De Participatiewet, de gewijzigde Wmo en de Jeugdwet. Deze drie nieuwe wetten hebben grote betekenis voor burgers en klanten van Het Plein. De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze nieuwe wetten. Dat biedt kansen, maar ook risico’s, want de decentralisaties gaan gepaard met forse bezuinigingen op de betreffende budgetten. Het doel van de decentralisaties is om op lokaal niveau meer samenhang en maatwerk te realiseren in de ondersteuning van burgers die dit nodig hebben, vanuit het principe 1 gezin - 1 plan - 1 regisseur. De gemeente Lochem en Zutphen hebben de afgelopen jaren in een proces van co-creatie met burgers en maatschappelijke organisaties gewerkt aan de voorbereiding op de nieuwe taken in het sociaal domein. Daarmee is er een goede basis om per 1 januari iedereen die dit nodig heeft, goede zorg te verlenen. Maar dit is pas een eerste stap op weg naar de stip op de horizon. Een concreet beeld van die stip, over pakweg vijf jaar, is lastig te geven. Het gaat om een transformatieproces, met nieuwe rollen voor de burger, overheid en uitvoeringsorganisaties. Dat vraagt om veranderingen bij alle partijen. Ook voor de klanten en medewerkers van Het Plein hebben de drie nieuwe wetten grote impact. Een goede communicatie over de betekenis van alle wijzigingen is essentieel. Maar een veranderingsproces van deze omvang zal ook onrust en onzekerheden met zich mee brengen. Dat is onvermijdelijk en zelfs nodig in een transformatie. De vraag is hoe we hiermee omgaan, zowel naar onze klanten als naar de medewerkers. Belangrijk is om te accepteren dat dit onrust met zich meebrengt en niet alle risico’s dicht te timmeren. De beleidsplannen die zijn ontwikkeld geven de richting aan. Vanuit de kaders die zijn vastgesteld gaan we aan de slag. Onderweg leren we bij en staan open voor nieuwe inzichten vanuit onze omgeving. Want zeker is dat we de transformatie alleen met ketenpartners en burgers kunnen vormgeven. Platform Sociaal Domein Lochem - Zutphen Het Plein heeft de afgelopen jaren op de verschillende niveaus (directie-, management-, beleid- en uitvoerend niveau) een bijdrage geleverd aan de voorbereiding op de decentralisaties binnen het programmabureau Sociaal Domein Lochem en Zutphen. Vanuit het programmabureau is een Ontwikkelagenda opgesteld voor de vormgeving van het transformatieproces in de komende jaren. Daarin wordt voorgesteld om de nieuwe manieren van samenwerking die zijn ontstaan, uit te bouwen naar een Platform Sociaal Domein. Dit platform bestaat

9


uit burgers, uitvoeringsorganisaties en de gemeenten en heeft tot doel de transformatiebeweging te faciliteren en waar nodig vast te leggen, bijvoorbeeld in nieuwe of aangepaste overeenkomsten. Vanuit Het Plein zullen wij in dit Platform graag onze inbreng leveren. Uitvoeringsplan Toegang In november 2014 heeft het college van Zutphen het Uitvoeringsplan Toegang vastgesteld. In dit plan wordt beschreven hoe het proces rondom de toegang in Zutphen verloopt en op welke wijze de partners samenwerken om burgers die ondersteuning vragen zo goed mogelijk te helpen. Het uitvoeringsplan bevat tevens een doorontwikkelopdracht voor de drie hoofdtoegangen, namelijk Het Plein, het Centrum voor Jeugd en Gezin en de gebiedsgerichte sociale teams. Voor Het Plein is de opdracht om uit te werken op welke manier de consulenten met hun expertise ondersteunend kunnen zijn aan de gebiedsgerichte sociale teams, zodanig dat de dienstverlening aan de burger zo breed / integraal mogelijk is. Het is de bedoeling dat consulenten de beweging naar het gebiedsgerichte team en de burger in de wijk maken, dus dat zij in de wijk aansluiten bij de casus. Doorontwikkeling ligt ook in het vraagstuk op welke manier Het Plein het gebiedsgerichte team kan ondersteunen wanneer er sprake is van opstapeling van problemen in bepaalde wijken. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van grote schuldenproblematiek of specifieke ouderenvraagstukken. Concreet luidt de opdracht voor de doorontwikkeling van Het Plein:  Werk verder uit en versterk de functie van informatie en advies  Versterk en concretiseer de verbinding met de gebiedsgerichte sociale teams  Werk de aanpak uit van “erop af/aansluiten”  Benut de verbinding Jeugdwet, Participatiewet & Wmo 2015 zo optimaal mogelijk (vroegtijdig schoolverlaten, licht verstandelijk beperkten en psychiatrie) bijvoorbeeld door het ontwikkelen van meedoenplekken, (arbeidsmatige) dagbesteding en beschut werk gekoppeld aan algemene voorzieningen. Deze opdracht is verstrekt vanuit de gemeente Zutphen, maar geldt evenzeer voor de samenwerking van Het Plein in de gebiedsteams van Lochem. Businesscase Delta en Het Plein: samen sterker De veranderingen in omvang en samenstelling van doelgroepen, de nieuwe taken, de verlaging van de budgetten voor re-integratie en de toegenomen financiële risico’s voor de gemeenten maken een aanpassing van de uitvoeringsorganisaties Het Plein en Delta noodzakelijk. Dit proces verloopt langs twee parallelle sporen: de bestuurlijke besluitvorming en de praktische uitvoering. Voor het bestuurlijke spoor is een businesscase met aanbevelingen opgesteld, die begin dit jaar door de besturen van Delta en Het Plein moeten worden vastgesteld. Op basis daarvan kunnen de betrokken gemeenten een principebesluit nemen voor een te overwegen structuuraanpassing. Na dit besluit zal een bedrijfsplan worden opgesteld, om te komen tot de meest effectieve organisatievorm. Hierbij moet recht gedaan worden aan de wensen en optimale uitvoeringsmodaliteiten van de betrokken gemeenten. Dit is een ingewikkeld en tijdsintensief proces, omdat meerdere gemeenten hierbij betrokken zijn (bij Het Plein twee gemeenten, bij Delta vijf gemeenten). Doelen hierbij zijn:  One stop one shop voor inwoners voor gehele sociale domein  Behoud en versterking van alle benodigde expertise voor integrale uitvoering van de uit te voeren wetten  Bundeling en schaalvergroting toepassen zover die noodzakelijk zijn voor een betere dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden  Strakkere sturing op de processen voor vergroting participatie en uitstroom, zodat lagere uitkeringslasten gerealiseerd worden. De definitieve besluitvorming vindt plaats door de betrokken besturen. Het spoor van de praktische uitvoering is al volop ter hand genomen. De stroomlijning van de dienstverlening, een gezamenlijke werkgeversbenadering en het benutten van de kwaliteiten van beide organisaties is steeds meer zichtbaar in de praktijk. Ook het (deels) samenvloeien van de organisaties in een gezamenlijke huisvesting aan de Dunantweg 1-3 wordt dit jaar fasegewijs gerealiseerd. Eind 2015 zal duidelijk zijn hoe Het Plein en Delta uiteindelijk in 2016 verder gaan.

10


In 2015 werken we, zolang er geen nieuwe naam wordt vastgesteld, samen als Het DeltaPlein. Op deze wijze kunnen de organisaties, vanuit hun huidige organisatievorm, optimaal samenwerken. Deze samenwerking waarborgt:  de uitvoering van de Participatiewet  de verplichtingen voor de uitvoering van de (oude) WSW en beschut werk voor de vijf Deltagemeenten (cliënten merken niets van de organisatieveranderingen)  een zorgvuldige en stapsgewijze ontwikkeling van een toekomstige uitvoeringsstructuur.

11


3. Bedrijfsvoering In dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste ontwikkelingen in de bedrijfsvoering van Het Plein in 2015. Hiermee wordt het primaire dienstverleningsproces aan de burgers zo doelmatig en doeltreffend mogelijk ondersteund. Kwaliteit en interne controle Het kwaliteitsbureau is in 2014 van start gegaan met als taakaccent interne controle en het aanpassen van de primaire werkprocessen aan de nieuwe wetgeving (Participatiewet, Wmo en Jeugdwet). In 2015 gaan we extra investeren op het monitoren en bijsturen van de processen. Op basis van de bevindingen van de accountant is een verbeterplan opgesteld die tot doel heeft om de interne controle binnen het primaire proces te borgen. Op basis van dit verbeterplan kunnen het kwaliteitsbureau, de teammanagers en beleid hun werk optimaliseren. De taken die Het Plein heeft gekregen in het kader van de uitvoering van Participatiewet en voor de gemeente Zutphen de nieuwe Wmo en de backoffice van het Centrum Jeugd en Gezin, vergt een nog strakkere monitoring. Een goede informatievoorziening is van groot belang. De ontwikkeling van de ICT, het juist koppelen van systemen en het onderhoud en beheer van deze systemen is daarbij essentieel. Wij maken onderdeel uit van een groot landelijk netwerk en het up to date houden van sturingsinformatie is nodig. Samen met de opdrachtgevers willen wij komen tot goede formuleringen van de prestatie-indicatoren. Financiën De decentralisaties op het gebied van de jeugdzorg, de nieuwe Wmo en de Participatiewet brengen ingrijpende financiële gevolgen met zich mee. De financiële middelen die aan gemeenten ter beschikking worden gesteld, zijn beperkt. Het Plein en de gemeenten willen inzicht in de financiële stromen die gemoeid zijn met de uitvoering van deze extra taken. Met onze opdrachtgevers maken we afspraken over de financiële informatie die zij nodig hebben, om hierop te kunnen monitoren en sturen. Juridische zaken De burger is steeds beter op de hoogte van wet- en regelgeving en neemt minder snel genoegen met negatieve besluiten van de overheid. Het is daarom van belang dat wij op Het Plein zorgvuldig om gaan met het maken van beschikkingen, zodat bezwaar en beroep voorkomen wordt. Wanneer dit niet te voorkomen is hebben we een eigen kamer waar deze zaken behandeld worden. Dit is voor onze burger laagdrempelig, men hoeft niet meteen naar de rechter. Jaarlijks maken we een evaluatie verslag van de Bezwaarschriftencommissie. Personeel en organisatie In 2014 is veel aandacht uitgegaan naar het neerzetten van het primaire proces en de inzet van de medewerkers op de nieuwe rollen en taken die gevraagd worden. Met de inrichting van het HR-beleid en -instrumentarium is een kwalitatief goede basis neergelegd voor de noodzakelijke doorontwikkeling van de organisatie in het samengaan met Delta. Dit proces zal in 2015 een forse inzet vragen van de medewerkers, naast de reguliere werkzaamheden. Communicatie Het Plein gaat werken aan een betere naamsbekendheid. Burgers moeten Het Plein kunnen vinden voor de al bekende producten op het terrein van Werk en inkomen, maar ook voor diensten op het terrein van WMO en schulddienstverlening. De profilering in de richting van de werkgevers krijgt bijzondere aandacht. We gaan dit planmatig en doelgericht doen. Het in 2014 opgestelde communicatieplan wordt geactualiseerd en haakt aan bij actuele thema’s en ontwikkelingen. De uitvoering van dit plan berust bij alle medewerkers en bestuursleden. Beleid De agenda van de beleidsmedewerkers van Het Plein is het afgelopen jaar grotendeels bepaald door de drie decentralisaties Sociaal Domein. De gemeente Lochem en Zutphen hebben gezamenlijk de kaders ontwikkeld en vastgelegd in de beleidsplannen Participatiewet, Jeugd en Wmo. Vanuit Het Plein hebben wij daar een stevige bijdrage aan geleverd. De beleidsplannen met de bijbehorende verordeningen vormen een goede basis om vanaf 1 januari 2015 de nieuwe wetgeving uit te kunnen voeren.

12


4. Ambitieniveau en speerpunten voor 2015 Hier geven wij aan wat het ambitieniveau en de speerpunten zijn voor Het Plein in 2015 Laagdrempelige integrale toegang  Bieden van informatie, hulp en advies aan burgers met vragen of problemen op het gebied van werk, inkomen en participatie.  Inzetten van voorzieningen in de vorm van een uitkering, schulddienstverlening, re-integratie en/of individuele maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wmo, voor burgers die dit nodig hebben.  Samenwerken met andere organisaties, zoals UWV, onderwijsinstellingen (waaronder ROC Aventus), zorgen welzijnsorganisaties (zoals Perspectief en Stichting Welzijnswerk Lochem) en tal van andere partijen, om te zorgen dat burgers die dit nodig hebben snel de noodzakelijke ondersteuning krijgen.  Intensiveren van de samenwerking met de scholen voor speciaal voortgezet onderwijs (Praktijkonderwijs Zutphen, Anne Flokstraschool, Intermetzo) voor een naadloze overdracht naar de Wmo/Participatiewet  Doorontwikkelen van de toegang in samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin, het Wmo loket Lochem en de gebiedsgerichte teams, om de dienstverlening aan burgers zo laagdrempelig en integraal mogelijk in de eigen woon- en leefomgeving te organiseren. Re-integratie (nieuwe) doelgroepen, waaronder mensen met een arbeidsbeperking  Opstellen van plan van aanpak samen met de werkzoekende, waarin de stappen staan om weer aan het werk te komen.  Bieden van ondersteuning en inzetten van voorzieningen voor doelgroepen met een korte en lange afstand tot de arbeidsmarkt (zie bijlage 2 Verdeling Participatiebudget)  Bemiddelen en plaatsen van uitkeringsgerechtigden op vacatures en werkervaringsplaatsen, en zonodig coachen en begeleiden op de werkplek.  Bemiddelen en plaatsen van uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking op banen met loonkostensubsidie, beschut werk en meedoenplekken.  Aanpak laaggeletterdheid als belangrijke randvoorwaarde voor deelname aan de maatschappij, door het inzetten van web-middelen, de financiering van extra taaltrajecten vanuit het Participatiebudget en het ondersteunen van initiatieven van partnerorganisaties, zoals de Graafschapbibliotheken, Gilde en ROC Aventus (kerngroep laaggeletterdheid).  Realiseren van een sluitende aanpak voor jongeren in samenwerking met het onderwijs en rmc/leerplicht, om te bevorderen dat jongeren een startkwalificatie behalen. Daarbij specifieke aandacht voor jongeren met een arbeidsbeperking om te voorkomen dat zij geen werk kunnen krijgen en thuis komen te zitten.  Uitvoeren van lokale en regionale projecten en initiatieven die bijdragen aan het realiseren van uitstroom, zoals het Werkatelier Gorssel, de Werkcarroussel, de sectorplannen en het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Doorontwikkelen werkgeversdienstverlening  Ontwikkelen en onderhouden van een netwerk van lokale werkgevers, die zich verantwoordelijk voelen voor het aanbieden van werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.  Doorontwikkelen van de ‘scoort’ projecten, waarbij werkgevers als ambassadeurs zich inzetten voor het vinden van banen voor uitkeringsgerechtigden  Ontwikkelen en uitvoeren van projecten met het bedrijfsleven met als doel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen.  Acquireren van baanopeningen en werkervaringsplaatsen  Inzetten van loonkostensubsidies voor mensen met een beperking die niet op eigen kracht het minimumloon kunnen verdienen.  Bieden van begeleiding en nazorg bij het plaatsen van werkzoekenden op een werkplek  Samenwerken in het kader van de regionale werkgeversdienstverlening Stedenvierkant  Actieve bijdrage leveren aan bijeenkomsten en activiteiten voor en door het bedrijfsleven, om de dienstverlening van Het DeltaPlein beter bekend te maken bij ondernemers. Dit in samenwerking met de bedrijfscontactfunctionarissen van de gemeenten, waarbij ook bestuurders een belangrijke rol kunnen spelen.

13




Acquireren van meedoenplekken bij zorginstellingen, maatschappelijke organisaties en vrijwilligersorganisaties (zoals sportverenigingen), bij voorkeur binnen wijken en kernen, voor uitkeringsgerechtigden die (nog) geen uitzicht hebben op betaald werk.

Effectieve aanpak van fraude en handhaving  Informeren van burgers die een uitkering aanvragen over hun rechten en plichten, onder andere in het Vier-wekenprogramma.  Controleren van persoonsgegevens door het raadplegen van informatie die is opgeslagen bij verschillende organisaties of basisregistraties. Door gebruik te maken van gegevens van het Inlichtingenbureau en Suwinet-Inkijk belasten we de klant minder en hoeft de klant maar bij 1 overheidsinstantie de gegevens aan te leveren (eenmalige uitvraag).  Handhaven van de afspraken, die in het Plan van aanpak zijn gemaakt, door periodieke gesprekken met klanten over de voortgang, en het zo nodig toepassen van sancties.  Inzetten van sociale recherche bij vermoedens van fraude. Minimabeleid  Versterken van de activerende werking van inkomensondersteunende maatregelen.  Intensiveren van vroegsignalering en preventie armoede- en schuldenproblematiek.  Terugdringen van armoederisico’s onder gezinnen met kinderen (participatie, ondersteuning, onderwijs).  Versterken van de samenwerking tussen professionele organisaties en vrijwilligersorganisaties (deskundigheidsbevordering, kennisuitwisseling).  Doorontwikkelen van de collectieve zorgverzekering (betaalbare zorg, gezondheidspreventie). Schulddienstverlening  Voorkomen van een wachtlijst voor schulddienstverlening.  Doorverwijzen van burgers die niet in een traject bij Het Plein worden opgenomen naar de juiste zorgen welzijnsinstellingen of vrijwilligersorganisaties en het monitoren van deze doorverwijzingen. WMO  Het voeren van keukentafelgesprekken en het omzetten van Awbz-indicatie begeleiding naar begeleiding nieuwe Wmo.  Het indiceren ten behoeve van de nieuwe Wmo-taken en leggen van verbindingen met organisaties in wijken en kernen die activiteiten aanbieden op het gebied van dagbesteding en meer meedoen.  Het continueren van het huidige niveau van dienstverlening en klanttevredenheid bij het uitvoeren van de bestaande en nieuwe Wmo-taken. Faciliteren Centrum Jeugd en Gezin Zutphen  Het nieuwe CJG Zutphen c.q. de medewerkers hiervan optimaal faciliteren conform de afgesproken taken.  De registratie en de daaraan gekoppelde betalingsafspraken/facturering verantwoorden aan de opdrachtgever conform de daartoe gemaakte afspraken. Personeel en organisatie  Optimaal talentmanagement c.q. de juiste persoon op de juiste klus om tot optimaal resultaat te komen in de dienstverlening.  In 2015 hierop aansluiten met vitaliteitmanagement, gericht op een duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Evenals bij het sturen op talenten, gaan wij bij vitaliteitmanagement uit van het faciliteren van de medewerkers om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun duurzame inzetbaarheid.  Het ontwikkelen van deskundigheid bij de medewerkers in het primaire klantproces, oa in het herkennen van laaggeletterdheid, het herkennen en omgaan met (psychische) problematiek, het sturen op zelfredzaamheid en het samenwerken met professionals van andere organisaties. Het proces van samengaan van Het Plein en Delta tot één organisatie organiseren. Dit proces zal van veel collega’s, naast de reguliere werkzaamheden, forse inzet vragen.

14




Sociaal werkgever zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daaraan wordt in 2015 invulling gegeven door het aanbieden van werkervaringsplaatsen, stage mogelijkheden en traineeships.

Communicatie  Zorgen voor duidelijke en begrijpelijke communicatie aan de doelgroepen van Het Plein, zowel mondeling, schriftelijk als digitaal (via de website).  De zichtbaarheid van Het Plein in het sociale domein vergroten, om een laagdrempelige toegang te waarborgen en herkenbaar te zijn voor alle doelgroepen.  Verbeteren van de communicatie over de dienstverlening van Het DeltaPlein aan werkgevers. Beleid  Daar waar nodig de verordeningen nader concretiseren in beleidsregels. We zijn terughoudend met het ontwikkelen van gedetailleerde regelgeving. Dit om ruimte te laten aan professionals voor maatwerk.  Doorontwikkelen van beleid op basis van signalen vanuit de uitvoeringspraktijk, input vanuit de Cliëntenraad Het Plein en resultaten vanuit monitoringrapportages.  Ontwikkelen van nieuw beleid, onder andere in het kader van de aangescherpte taaleisen in de Participatiewet.  Deelnemen aan een innovatief lokaal armoededebat, waarbij het huidige armoedebeleid getoetst wordt aan de belangrijkste thema’s van de decentralisaties.  Opstellen van een voortgangsrapportage voor schulddienstverlening over de afgelopen twee jaar. Op basis daarvan heroverwegen van het aanbod van voorzieningen en dienstverlening tegen de achtergrond van een groeiende onoplosbare schuldenproblematiek en de dreigende onbeheersbaarheid van de kosten voor bewindvoering.  Deelnemen aan het Platform Sociaal Domein en het leveren van een bijdrage aan de realisatie van de Ontwikkelagenda. Daarbij met name aandacht voor het ontwikkelen van een samenhangend geheel van meedoenplekken, (arbeidsmatige) dagbesteding en beschut werk, gekoppeld aan algemene oplossingen.  Stevige inbreng leveren in het arbeidsmarktbeleid op regionaal niveau, met name in de ontwikkeling van het Regionaal Werkbedrijf Stedenvierkant en de Strategische Board. Kwaliteit en interne controle  Ontwikkelen van gegevensgerichte controle naar systeemgerichte controle.  Uitvoeren van het verbeterplan voor de interne controle, waarin de aandachtspunten van de accountant zijn meegenomen. Een belangrijk aspect daarbij is de invoering van certificering in het 1e kwartaal.  Doorontwikkelen van de driehoek rechtmatigheid - productie - methodiek van een procesgestuurde, lerende organisatie op basis van een borgingsplan voor de kwaliteit van de organisatie.  Het uitrollen van het primaire klantproces en het neerzetten van de functie van consulent werk & coaching, samen met Delta.  Het handboek Schulinck up to date houden en toegankelijk maken zowel intern als extern voor burgers en professionals van andere organisaties.  Met de gemeenten als opdrachtgevers afspraken maken over de prestatie-indicatoren in het kader van de nieuwe taken op het gebied van de Participatiewet, de nieuwe Wmo en de backoffice jeugdzorg.  Ontwikkelen van de ICT, het juist koppelen van systemen en het projectmatig organiseren van onderhoud en beheer, om de afgesproken informatie te kunnen leveren. Het plan hiervoor moet begin februari geactualiseerd zijn.  De afgesproken prestatie-indicatoren monitoren en verantwoorden via de P&C cyclus en deze bespreken met opdrachtgevers, onder andere in het directie-overleg met de bestuurders, het Strategisch BeleidsOverleg (SBO) en het financieel overleg.

15


5. Prestatie afspraken uitvoering 2015 Momenteel vinden er binnen de gemeente Lochem en Zutphen volop gesprekken plaats over nieuwe prestatie-indicatoren voor het Sociaal Domein op het gebied van Participatiewet, Wmo en Jeugdhulp. De raden hebben deze echter nog niet vastgesteld. Ook is er nog geen opdrachtverstrekking aan Het Plein op basis van de nieuwe taken. De bestuurlijke prestatie-indicatoren in dit hoofdstuk zijn daarom gebaseerd op de huidige doelstellingen van de gemeenten, zoals opgenomen in onder meer in de Strategische Agenda 2015. Monitoring vindt plaats via de bestuursrapportages. De specifieke indicatoren komen terug in de teamplannen, die we op managementniveau monitoren. Taken Participatie wet

Wat willen we bereiken Bevorderen van arbeidsinschakeling, participatie naar vermogen en deelname aan regulier onderwijs

Voorzien in inkomensonder steuning Minima beleid en schulddienstverle ning

Voorkomen en bestrijden langdurige sociale uitsluiting van kwetsbare burgers

 Bevorderen participatie van kinderen uit gezinnen met lage inkomsten

Betaalbare zorg voor huishoudens met een laag inkomen en hoge zorgkosten

Wmo

Klantgerich te en efficiënte dienstverle ning

16

Wat gaan we daarvoor doen?  Organiseren 4 weken programma  Opstellen plan van aanpak  Inzetten voorzieningen  Organiseren werkgeversdienstverlening  Creëren meedoenplekken  Jongerenaanpak gericht op deelname aan onderwijs  Verstrekken uitkeringen binnen wettelijke kaders  Tegengaan van fraude en oneigenlijk gebruik  Bevorderen gebruik van gemeentelijke minimaregelingen

 maatwerkvoorziening inkomensondersteuning chronisch zieken en gehandicapten

Preventie en  Samenwerken met vroegtijdige signalering gemeente, zorginstellingen, schuldenproblematiek vrijwilligersorganisaties, wijkteams en wooncorporaties Burgers in staat stellen  Informatie en advies bij (lichamelijke)  Verstrekken individuele beperkingen de regie voorzieningen in eigen handen te houden. Bevorderen van  Laagdrempelige informatie zelfredzaamheid van en advies burgers  Efficiënte dienstverlening  Klanttevredenheid


Hoe gaan we het meten?  % actief met (on) betaald werk  In/uitstroomratio

Verwacht ing 40%

 aantal uitkeringen  BUIG-budget

2.096 € 26,6 mln

 % minimahuishoudens dat gebruik maakt van (minimaal) 1 minimaregeling  Aantal kinderen dat gebruik maakt van Meedoenregeling en Leergeld  Verdubbeling verzekerden Menzis  Aanvragen tegemoetkoming zorgkosten  Monitor nader te ontwikkelen

75%

 Aantal voorzieningen

ntb

 Aantal aanmeldgesprekken  % toegekende aanvragen  Gemiddelde doorlooptijd  Klanttevredenheid

4.000

0,8

1000

1.000 1.000

90% 35 dagen indicator ntb.

Bijlage 1: Hoofdlijnen Participatiewet , Wmo en Jeugdwet Hoofdlijnen Participatiewet De Participatiewet heeft tot doel dat alle mensen als volwaardige burgers mee kunnen doen aan onze samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan. Maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving. Het kabinet wil kansen creëren, ook voor mensen met een arbeidsbeperking. In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 hebben sociale partners en kabinet afspraken gemaakt over de aanpak van de economie en de arbeidsmarkt. Deze afspraken verschillen op een aantal punten van het regeerakkoord. De voorgenomen Participatiewet is daardoor op een aantal onderdelen aangepast en de invoeringsdatum is 01 januari 2015 geworden. Uitgangspunt: meer kansen op participatie door één regeling De Wwb en de Wsw zijn met een deel van de Wajong samengevoegd. De Wajong is vanaf 1 januari 2015 alleen nog toegankelijk voor mensen die nooit zullen kunnen werken. Zij zijn cliënt van het UWV. Mensen die al in de Wajong zitten, worden herkeurd en gaan niet over naar gemeenten. Wanneer zij arbeidsvermogen hebben wordt hun uitkering vanaf 1 januari 2018 verlaagd van 75% naar 70% van het wettelijk minimumloon. De instroom in de Wet Sociale werkvoorziening is per 1 januari 2015 gestopt. De huidige Wsw’ers worden niet herkeurd en behouden hun inkomenspositie. Garantstelling banen en quotumregeling In het Sociaal Akkoord hebben werkgevers zich garant gesteld voor 100.000 extra banen (t/m 2026) voor mensen met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Daarnaast stelt de overheid zich garant voor 25.00 extra banen voor deze groep door, gerekend vanaf 2014, gedurende 10 jaar jaarlijks 2.500 extra banen open te stellen voor mensen met een beperking. Het quotum wordt per 1 januari 2015 vastgelegd in een wet. Als werkgevers onvoldoende banen realiseren, treedt na overleg met sociale partners en gemeenten alsnog de quotumwet in werking. De eerste beoordeling vindt plaats eind 2015. Regionale Werkbedrijven De dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden wordt vormgegeven in 35 arbeidsmarktregio’s. Wij vallen onder de regio Apeldoorn. Gemeenten en sociale partners zorgen ervoor dat er 35 Werkbedrijven komen. Het Werkbedrijf is niet een fusie van de bestaande Werkbedrijven of Swbedrijven. Het Werkbedrijf is de schakel tussen de werkgever en de mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen. Gemeenten hebben de lead en werken samen met UWV en sociale partners. Gemeenten en sociale partners werken het Werkbedrijf samen uit in de landelijke Werkkamer. Loonkostensubsidie De werkgever ontvangt een loonkostensubsidie om het verschil tussen de loonwaarde van de werknemer en het Wettelijke minimumloon te compenseren. De werkgever betaalt het gewone loon. Dit geldt zowel voor mensen die in een beschutte werkomgeving aan de slag gaan, als voor mensen die bij een reguliere werkgever gaan werken. De loonkostensubsidie komt daarmee in de plaats van het instrument van loondispensatie. Op basis van het sociaal akkoord stelt het kabinet 480 miljoen extra beschikbaar aan gemeenten ten behoeve van loonkostensubsidies. Beschut werk Gemeenten organiseren beschut werk voor mensen die door lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperking een zodanige mate van ondersteuning nodig hebben dat van reguliere werkgevers niet (zonder meer) kan worden verwacht dat zij deze mensen in dienst nemen. Deze groep komt in dienst van de gemeente. Beschut werk kan - met extra aanpassingen en begeleiding ook bij een reguliere werkgever worden georganiseerd. In de berekeningen gaat het kabinet uit van 30.000 beschut-werkplekken. Zij krijgen een beloning op cao-basis.

Gebundeld re-integratiebudget De re-ingratie- en begeleidingsbudgetten voor WWB, WSW en (gedeeltelijke) Wajong worden samengevoegd in een gebundeld re-integratiebudget en nemen de komende jaren verder af conform het regeerakkoord. De efficiencykorting op de WSW gaat in op 1 januari 2015 en wordt gespreid over zes jaar. Gemeenten hebben de vrijheid om dit budget in te zetten en te bepalen welke ondersteuning nodig is om burgers naar vermogen te laten participeren en zoveel mogelijk zelf in hun levensonderhoud te voorzien. Eigen verantwoordelijkheid staat voorop In de Participatiewet staat de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsontvangers voorop. De arbeids- en re-integratieplicht wordt aangescherpt en aangevuld met het verrichten van een tegenprestatie naar vermogen. Wie zich daar niet aan houdt, krijgt een sanctie opgelegd.

Hoofdlijnen Wmo Het Rijk wil de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning aanpassen aan de veranderende eisen en omstandigheden: mensen willen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen, de regie op hun eigen leven behouden en niet eenzaam zijn. De mogelijkheden tot het bieden van passende ondersteuning aan mensen in de eigen leefomgeving door het sociale netwerk of met behulp van gemeentelijke voorzieningen moeten beter benut worden. Daarvoor is belangrijk dat mensen met beperkingen zoveel mogelijk in staat worden gesteld op gelijke voet te participeren en deel te nemen aan het dagelijks leven. Dat is de kern van de Wmo 2015: het werken aan een inclusieve samenleving, waarin iedereen mee doet en gezien wordt. De gemeente heeft de opdracht gekregen de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten te bevorderen. Belemmeringen moeten worden weggenomen Het organiseren van zorg en ondersteuning dichterbij de burger, het meer benutten van de eigen kracht en het sociale netwerk van burgers en het zoveel en zo lang mogelijk thuis ontvangen van die zorg en ondersteuning, zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Door te investeren in innovatieve en integrale ondersteuningsarrangementen kunnen niet alleen betere resultaten worden bereikt in het versterken van de zelfredzaamheid en participatie van mensen, maar ook in het bieden van jeugdzorg en het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten of betaalde arbeid. Vanuit het ‘oude’ pakket (AWBZ en Wtcg) gaat het om de volgende voor de gemeente nieuwe activiteiten:  begeleiding (individueel en groepsbegeleiding, inclusief vervoer), kortdurend verblijf en een deel (5%) van de –niet medische- persoonlijke verzorging;  de doventolk, ondersteuning zintuiglijk gehandicapten en 24/7 hulpdienst;  beschermd wonen en de inloopvoorziening GGZ;  financiële middelen voor gemeentelijk maatwerk na afschaffing van de Wtcg en de CER;  cliëntondersteuning.  de waardering en ondersteuning van mantelzorgers Door alle maatregelen krijgen gemeenten te maken met een grotere groep mensen die langer thuis blijft wonen. Het aantal mensen dat in een instelling gaat wonen zal afnemen (afschaffing zorgzwaartepakketten in de intramurale zorg).

18


Hoofdlijnen Jeugdwet Met ingang van 1 januari 2015 zijn gemeenten tevens verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. Daarbij verschuiven de volgende taken naar de gemeente:  de huidige provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, inclusief de jeugdbescherming en de jeugdreclassering;  de jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg);  de geestelijke gezondheidzorg voor jeugdigen (jeugd-GGZ);  de zorg voor jeugd met een licht verstandelijk beperking (jeugd-LVB);  afstemming met passend onderwijs. Gemeente hadden daarnaast al:  het preventief lokaal jeugdbeleid;  de jeugdgezondheidszorg;  ondersteuning bij (lichte) opvoedingsvragen via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG);  voorschoolse voorzieningen;  de aanpak rond risicojeugd en criminele jongeren vanuit de veiligheidskamer. Doel van de overheveling is een vereenvoudiging van het jeugdzorgstelsel. Dat maakt een snellere, effectievere en samenhangende inzet van ondersteuning of hulp mogelijk. De jeugdzorg kan zo beter aansluiten bij de eigen kracht en de sociale netwerken van jongeren en hun ouders of verzorgers. En het voorkomt dat mensen ‘verdwalen’ in het systeem.

19


Bijlage 2 Verdeling Participatiebudget 2015 Onderdelen

klantstroom

aantal

bedrag

waarvan Lochem

totaal

waarvan Zutphen

Voorzieningen Meedoenplek

klantstroom 1

Beschut werk

klantstroom 2

Werkervaringsplaats

klantstroom 2 en 3

Participatieplaats

klantstroom 1 t/m 3

Sub totaal voorzieningen

100

€ 500

€ 50.000

€ 8.287

€ 41.713

5

€ 1.000

€ 5.000

€ 829

€ 4.171

200

€ 800

€ 160.000

€ 26.520

€ 133.480

100

€ 1.000

€ 100.000

€ 16.575

€ 83.425

405

€ 700

€ 315.000

€ 52.211

€ 262.789

8

€ 12.500

€ 100.000

€ 16.575

€ 83.425

ID-b anen oude stijl

klantstroom 2

loonkostensubsidie beschut werk

gemidd lw 30%

2

€ 15.500

€ 31.000

€ 5.138

€ 25.862

loonkostensubsidie structureel

gemidd lw 40%

30

€ 13.333

€ 400.000

€ 66.299

€ 333.701

€ 431.000

€ 71.437

€ 359.563

€0

€0

€ 25.000

€ 4.144

€ 20.856

€0

€0

sub totaal (overheveling vanuit de BUIG) Ondersteunende voorzieningen

32

klantstroom 1 t/m 4

persoonlijke ondersteuning

50

-

leer-werktraject

10

€ 2.500

no risk polis

80

loonkostensubsidie (tijdelijk)

gemidd lw 60 %

scholing

20

€ 9.120

€ 182.400

€ 30.232

€ 152.168

72

€ 1.500

€ 108.000

€ 17.901

€ 90.099

€0

€0

activeringssubsidies: uitstroombonus participatievoucher scholingsbonus

50

€ 500

€ 25.000

€ 4.144

€ 20.856

100

€ 100

€ 10.000

€ 1.657

€ 8.343

30

€ 250

€ 7.500

€ 1.243

€ 6.257

5

€ 250

€ 1.250

€ 207

€ 1.043

80

€ 1.000

€ 80.000

€ 13.260

€ 66.740

onkostenvergoedingen

450

€ 200

€ 90.000

€ 18.000

€ 75.083

sub totaal

947

€ 529.150

€ 90.788

€ 441.444

inburgeringsbonus kinderopvang

Flankerend b eleid

klantstroom 1 t/m4

AREA medische adviezen taalondersteuning

100

€ 800

€ 80.000

€ 13.260

€ 66.740

50

€ 3.000

€ 150.000

€ 24.862

€ 125.138

€ 50.000

€ 8.287

€ 41.713

licentie Dariuz, eportfolio, LDC

€ 40.000

€ 6.630

€ 33.370

€ 320.000

€ 53.039

€ 266.961

sub totaal voorzieningen en flankerend b eleid

€ 1.695.150

€ 284.050

€ 1.414.182

overheveling naar bedrijfsvoering

€ 1.083.000

€ 231.112

€ 851.888

overheveling naar algemene oplossingen (5%)

€ 127.629

€ 21.152

€ 106.477

overheveling naar uitvoeringsbudget Sociaal Domein (5 %)

€ 127.629

€ 21.152

€ 106.477

Totaal bestedingen

€ 3.033.408

€ 557.466

€ 2.479.024

Participatiebudget (specifieke uitkering Rijk)

€ 2.552.628

€ 423.093

€ 2.129.535

overig flankerend beleid (Meesterbeurs, SROI) sub totaal

overheveling vanuit BUIG tbv lks Totaal beschikbaar Tekort/ruimte

20


€ 431.000

€ 87.200

€ 343.800

€ 2.983.628

€ 510.293

€ 2.473.335

-€ 49.780

-€ 47.173

-€ 5.689

Toelichting bij de verdeling Participatiebudget Bij de verdeling van het Participatiebudget 2015 hanteren wij de kaders en uitgangspunten die zijn geformuleerd in het beleidskader Participatiewet en de uitgangspunten die het DB in september 2014 heeft meegegeven ten behoeve van de opstelling van het Jaarplan:  Uitname ten behoeve van de uitvoeringsorganisatie conform de begroting Het Plein 2015  5% voor algemene voorzieningen, waaronder de ondersteuning van burgerinitiatieven  5% ten behoeve van de uitvoeringskosten Sociaal Domein  Evenwichtige verdeling van middelen over doelgroepen en instrumenten: o Beperkte inzet van middelen op klanten die zelfredzaam zijn (klantstroom 4) o Focus op de inzet van middelen voor klanten die met tijdelijke of permanente ondersteuning een betaalde baan kunnen krijgen (klantstroom 2 en 3). o Beperkte inzet van middelen vanuit het Participatiebudget voor klanten die geen uitzicht hebben op betaald werk (klantstroom 1).  Verdeling van de middelen over Lochem en Zutphen op basis van de verhouding van de omvang van de specifieke Rijksuitkering Participatiebudget Lochem (17%) en Zutphen (83%).  De beperkte middelen voor klantstroom 1 ( (€ 500 per meedoenplek) veronderstelt cofinanciering vanuit het Wmo-budget ten behoeve van begeleiding. We gaan in gesprek met de gemeenten over de doorontwikkeling van een aantal projecten (waaronder Buurtservice Waterkwartier, Buurtonderhoudsbedrijf Lochem en Buurtsuper Almen) naar algemene oplossingen, waarbij de 5% van het uitvoeringsbudget Sociaal Domein ingezet kan worden.  Er resteert een beperkt tekort, dat wordt veroorzaakt door het extra beslag dat op het Participatiebudget is gelegd ten behoeve van de uitvoeringskosten Sociaal Domein van 5%. Dit tekort kan gedekt worden door een deel van de projectkosten die nu ten laste van het Participatiebudget komen ten laste te brengen van het budget voor algemene oplossingen. De indeling van het Participatiebudget is opgebouwd volgens de systematiek van de reintegratieverordening, die op 13 oktober 2014 is vastgesteld door de beide gemeenteraden. Deze indeling is een nadere verfijning van de indeling uit het Beleidsplan Participatiewet: werkgeversbenadering, beschut werk, meedoenplekken en incentives voor uitstroom. Met de inzet van middelen hebben we de ambitie om in 2015 een uitstroom te realiseren van minimaal 639 personen. We streven ernaar om in totaal 405 werkplekken te realiseren: 5 beschutte werkplekken, 100 meedoenplekken, 200 werkervaringsplaatsen en 100 participatieplaatsen. In werkelijkheid betreft dit naar schatting ruim 850 personen, omdat door het jaar heen doorstroming plaatsvindt van meerdere personen op één werkplek. We combineren het deelnemen aan voorzieningen waar nodig met de inzet van ondersteunende instrumenten, zoals scholing en taalondersteuning, zodat de betrokkene zijn arbeidsmarktpositie daadwerkelijk kan versterken en daardoor kan uitstromen naar een betaalde baan. Re-integratieverordening en beleidsregels Bij de inzet van instrumenten wordt in de re-integratieverordening onderscheid gemaakt in twee doelgroepen: a. Werkzoekenden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt (> 1 jaar). Zij komen in aanmerking voor :  Voorzieningen: beschut werk, meedoenplekken, werkervaringsplaatsen en participatieplaatsen.  Ondersteunende voorzieningen: persoonlijke ondersteuning (jobcoaching), leer-werktrajecten, loonkostensubsidies, scholing, no-risk polis, activeringssubsidies en overige vergoedingen. b. Werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt (< j1 jaar). Zij komen niet in aanmerking voor de voorzieningen, maar wel voor de ondersteunende voorzieningen. De beleidsregels bevatten op enkele onderdelen nadere specifieke bepalingen, zoals de hoogte van de bedragen voor de activeringssubsidies. Indeling naar klantstromen In het primair werkproces wordt een onderverdeling gemaakt naar klantstromen:  Klantstroom 4: zelfredzaam (perspectief trede 6)  Klantstroom 3: tijdelijke ondersteuning nodig (perspectief trede 5)  Klantstroom 2: permanente ondersteuning nodig (perspectief trede 4 en 5)  Klantstroom 1: meedoen naar vermogen, geen zicht op betaald werk (perspectief trede 1 t/m 3)

21


In de tabel van bijlage 2 is aangeven welke voorzieningen specifiek zijn bestemd voor een bepaalde klantstroom. De ondersteunende voorzieningen en het flankerende instrumenten kunnen conform de reintegratieverordening voor alle klantstromen worden ingezet. Werkzoekenden die geen uitkering hebben, maar wel als werkzoekend staan in geschreven bij het UWV komen op basis van dezelfde onderverdeling in aanmerking voor ondersteuning. Dit zijn de zgn. nuggers (niet-uitkeringsgerechtigden). Gekeken wordt naar de ondersteuning die iemand nodig heeft, en niet naar andere criteria. No risk polis De No Risk polis is voor werkgevers een belangrijk re-integratievoorziening die het werkgeversrisico bij ziekte en arbeidsongeschiktheid wegneemt. In november 2014 heeft Staatssecretaris Klijnsma besloten om de No Risk landelijk te uniformeren. Dat heeft als consequentie dat er één No Risk polis komt die het Uwv aanbiedt en waarvan de aantallen volgens nader te bepalen rekenmaatstaven toegedeeld worden aan (individuele) gemeenten. Daarom is voor de no-riskpolis geen bedrag gereserveerd. Loonkostensubsidies Het Plein zet de loonkostensubsidie in als re-integratie- instrument om de loonwaarde, als die (nog) geen 100% van het Wettelijk minimum loon (Wml) is, aan te vullen tot aan het niveau van 100% Wml . Op die wijze maken werkgever (verantwoordelijk voor de betaling van de loonwaarde) en Het Plein gezamenlijk een volwaardige baan mogelijk. Dat is winst voor de betrokken werkzoekende en de werkgever, die zijn vacature vervuld ziet. De nieuwe Participatiewet maakt het mogelijk om middelen vanuit de BUIG in te zetten voor loonkostensubsidies voor mensen met een arbeidsbeperking die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Wanneer de loonwaarde meer dan 40% Wml bedraagt, levert dit voor Het Plein op jaarbasis een besparing op van € 4.400 ten opzichte van een gemiddelde uitkering van € 13.000. Ingeval van beschut werk nieuwe stijl is de loonwaarde minimaal (30% Wml) en kost het iets meer dan de uitkering, maar heeft iemand wél een betaalde baan. Delta heeft vanuit de Wsw veel ervaring met het detacheren en aan het werk helpen van mensen tegen loonwaarde. Met behulp van deze deskundigheid willen we voor de nieuwe doelgroep in de Participatiewet, maar ook voor bestaande klanten de mogelijkheden van de loonkostensubsidies zo goed mogelijk benutten. Daarbij is het streven om in 2015 in totaal 100 mensen met een structurele loonkostensubsidie aan het werk te helpen en 20 mensen met een tijdelijke loonkostensubsidie. Het financieel beslag is veel lager, omdat deze taakstellingen pas in de loop van het jaar gerealiseerd worden. Beschut werk Zoals in het beleidskader Participatiewet is vastgelegd, realiseren wij beschut werk niet als aparte voorziening, maar binnen de setting van een reguliere werkgever. Dat betekent dat we daarbij afhankelijk zijn van de mogelijkheden en de bereidheid van werkgevers die een beschutte werkplek beschikbaar willen stellen. We gaan daarom voor 2015 uit van een bescheiden taakstelling van 5 werkplekken in het kader van beschut werk. Tegenprestatie In de Participatiewet is vastgelegd dat gemeenten beleid moeten ontwikkelen voor de tegenprestatie. De plicht tot tegenprestatie heeft tot doel om maatschappelijk nuttige werkzaamheden te doen in de samenleving als tegenprestatie voor het ontvangen van een uitkering. In het beleidskader Participatiewet is aangeduid op welke wijze de gemeenten Lochem en Zutphen uitvoering willen geven aan de tegenprestatie. Daarbij is het uitgangspunt het Plan van Aanpak, waarin de uitkeringsgerechtigde met Het Plein overeenkomt welke stappen hij zet om weer aan het werk te komen. Door medewerking te verlenen aan het plan van aanpak, voldoet de uitkeringsgerechtigde automatisch aan de verplichting tot tegenprestatie. In de Verordening Tegenprestatie wordt aangegeven onder welke voorwaarden eventueel toch expliciet een tegenprestatie opgelegd kan worden. Het betreft dan het verrichten van onbeloonde activiteiten, die aansluiten bij de talenten en mogelijkheden van de betrokkene en die niet leiden tot verdringing. Deze tegenprestatie wordt vervolgens opgenomen in het Plan van aanpak. Voor de uitvoering van de tegenprestatie zijn geen specifieke middelen opgenomen in het Participatiebudget.

22


Bijlage 3 Begroting 2015 (inclusief begrotingswijziging Algemeen Bestuur 4 december 2014) Primaire Wijziging AB 4 Begroting 2015 na begroting 2015 dec wijziging (bedragen x € 1.000) 33.542 Programma 1 Beter rondkomen 285 33.827 285 29.019 Bijstandsverlening 28.734 BUIG Zutphen 20.567 398 20.965 BUIG Lochem 5.886 -235 5.651 formatie + overhead Zutphen 1.816 101 1.917 465 formatie + overhead Lochem 21 486 Bbz 975 975 Bbz Zutphen 463 463 Bbz Lochem 239 239 formatie + overhead Zutphen 215 215 58 formatie + overhead Lochem 58 3.833 Gemeentelijk minimabeleid 3.833 Bijzondere bijstand/minimabeleid 1.550 1.550 Intensivering armoede- en schuldenaanpak 275 275 Schulddienstverlening 46 46 Maatwerkvoorziening chronisch zieken/gehandicapten 610 610 1.352 1.352 formatie + overhead Zutphen 5.096 Programma 2 Meer meedoen -394 4.702 -394 4.250 Participatiebudget 4.644 WWB-werkdeel Zutphen 1.336 1.336 WWB-werkdeel Lochem 246 246 Wet Inburgering (WI) Zutphen pm pm Wet Inburgering (WI) Lochem pm pm Volwasseneneducatie Zutphen 290 -290 0 Volwasseneneducatie Lochem 164 -164 0 formatie + overhead Zutphen 2.051 42 2.093 557 formatie + overhead Lochem 18 575 Kinderdagopvang 287 287 Kinderopvang Zutphen 102 102 Kinderopvang Lochem 40 40 formatie + overhead Zutphen 104 104 41 41 formatie + overhead Lochem Jongerenloket 165 165 Jongerenloket Zutphen 8 8 Jongerenloket Lochem 4 4 formatie + overhead Zutphen 99 99 54 54 formatie + overhead Lochem Programma 3 Zorgverlening Wmo Individuele hulpmiddelen (WRV) Huishoudelijke hulp (HH) formatie+overhead Zutphen Nieuwe Wmo Jeugdzorg backoffice Bijdragen gemeenten/bekostiging Bijdrage gemeente Zutphen Bijdrage gemeente Lochem Bedrijfsvoering (paragraaf) formatie + overhead Zutphen formatie + overhead Lochem

23

7.075 7.075 1.691 4.048 1.336

-45.713 -37.959 -7.754 8.148 6.973 1.175


p.m. p.m. 109 -251 360 182 143 39

7.075 7.075 1.691 4.048 1.336 p.m. p.m. -45.604 -38.210 -7.394 8.330 7.116 1.214

JAARPLAN 2015 Vastgesteld in DB 11 februari 2015

Recommend Documents