Jaarplan 2009 Wijzer in geldzaken
2 • Jaarplan 2009
Wijzer in geldzaken • 3
Inhoudsopgave 1
Samenvatting
4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Inleiding Doel Terugblik 2008 Vooruitblik 2009 Prioriteiten Leeswijzer
7 7 7 9 9 9
3 3.1 3.2 3.3
Basisvoorzieningen Structurele samenwerking met het Nibud Helpdesk voor omgaan met geld Onderzoek en evaluaties
10 10 11 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Programma 1: Financiën op orde Fase 1: preventieve activiteiten gericht op voorkomen schulden Fase 2: het vergroten van inzicht en overzicht in de huishoudfinanciën Fase 3: zelfhulp, wegwijzer bij financiële beslissingen Fase 4: financieel advies toegankelijker maken
13 13 14 15 16
5 5.1 5.2 5.3
Programma 2: Jong geleerd is oud gedaan Onderwijs Financiële opvoeding Jongerencommunicatie
18 18 19 19
6 6.1 6.2 6.3
Programma 3: Zorg voor de Toekomst Vergroting pensioenbewustzijn Promotie pensioenplanner Risico-groepen en life-events
21 21 22 23
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Communicatie en organisatie Communicatie Doelstellingen en publieksgroepen Interne communicatie Externe communicatie Organisatie
24 24 24 25 26 28
Bijlage I: Kernconclusies onderzoeken 2008
31
Bijlage II: CentiQ-partners
34
Bijlage III: Referenties
35
Bijlage IV: Clusters van consumenten
36
4 • Jaarplan 2009
1
Samenvatting Tweeduizendacht was een tumultueus jaar op de financiële markten. De crisis op de Amerikaanse woningmarkt sloeg over naar de Europese financiële markten. Verschillende banken werden genationaliseerd, gingen failliet, kregen kapitaalinjecties of werden overgenomen. Inmiddels zijn ook de effecten op de reële economie merkbaar. Naar verwachting zullen deze effecten gedurende een groot deel van 2009 voelbaar blijven. Deze ontwikkelingen zijn van wezenlijk belang voor CentiQ,Wijzer in geldzaken. In de eerste plaats bevestigen de ontwikkelingen het belang van verstandige financiële beslissingen door consumenten. In de tweede plaats neemt ook het belang van goed financieel beheer toe, omdat veel mensen de effecten van de crisis in hun portemonnee zullen merken. De toegenomen aandacht voor financiële zaken biedt kansen voor het platform, bijvoorbeeld om thema’s als pensioenbewustzijn onder de aandacht te brengen en om het thema ‘omgaan met geld’ een plek te geven in het onderwijs. In juni 2008 presenteerden de partners van CentiQ het Actieplan Wijzer in Geldzaken, waarin de koers voor de komende vijf jaar werd vastgesteld. De onderzoeken naar financieel inzicht onder volwassenen en jongeren boden een schat aan informatie om het financieel inzicht in Nederland te vergroten. In de tweede helft van 2008 werd al een aantal projecten uit het Actieplan opgestart. In 2009 komt de uitvoering van het Actieplan in een stroomversnelling. De partners van CentiQ staan in de startblokken om het Actieplan om te zetten in daden. Dit jaarplan vertaalt het Actieplan Wijzer in Geldzaken naar prioriteiten en projecten voor 2009. Het geeft daarmee richting aan de activiteiten van het platform CentiQ in 2009. De projecten en activiteiten zijn ondergebracht in de drie programma’s (Financiën op orde, Jong geleerd is oud gedaan en Zorg voor de toekomst) en een aantal basisvoorzieningen. De projecten en activiteiten uit dit jaarplan zijn niet uitputtend. Uiteraard kunnen in de loop van het jaar nieuwe initiatieven en projecten ontstaan. Onder Basisvoorzieningen zal een structurele samenwerking met Nibud worden opgezet om de kennis van Nibud op het terrein van huishoudfinanciën in te zetten voor het platform. Ook lanceren CentiQ en Nibud, in samenwerking met Postbus 51, een helpdesk waar mensen terecht kunnen met hun vragen over geld. Daarnaast wordt een aantal onderzoeken uitgevoerd om specifieke doelgroepen beter te kunnen bedienen of thema’s onder de aandacht te kunnen brengen. Bijvoorbeeld een monitor pensioenbewustzijn en onderzoek onder risicogroepen (zoals laagopgeleiden, jonge gezinnen, ZZP-ers, vrouwen en allochtonen).
Wijzer in geldzaken • 5
Voor het programma Financiën op orde wordt een aantal activiteiten opgestart gericht op het voorkomen van problematische schulden. Daarnaast wordt in samenwerking met een aantal banken gewerkt aan tools voor een brede groep om via internetbankieren grip te krijgen op de huishoudfinanciën. In de derde plaats worden mensen met beperkte interesse in financiële informatie uitgenodigd met hun eigen financiële situatie aan de slag te gaan, bijvoorbeeld via handzame checklists, compacte beslisbomen en handige tools. In de vierde plaats wordt gestart met financieel advies op de werkplek, om de drempel naar onafhankelijk financieel advies voor werknemers te verlagen. Binnen het programma Jong geleerd is oud gedaan worden de eerste stappen gezet om financieel inzicht en financiële vaardigheden een structurele plek te geven in het onderwijs. Bijvoorbeeld door bestaand lesmateriaal breder uit te zetten, door een debattoernooi op scholen en door een aantal pilots. Daarnaast zal materiaal worden ontwikkeld om ouders te ondersteunen bij de financiële opvoeding. De eerdergenoemde helpdesk heeft financiële opvoeding als startthema. Tenslotte wordt een jongerencommunicatiestrategie gemaakt en wordt een serious game ontwikkeld en verspreid. Het programma Zorg voor de toekomst heeft pensioen als belangrijk thema. CentiQ ondersteunt de Stichting Pensioenkijker bij het uitrollen van het pensioenspreekuur op hogescholen en universiteiten en bij het promoten van de pensioenplanner. Daarnaast wordt een aantal projecten uitgevoerd gericht op risico-groepen en life events. Zo worden Vrouw & Geld Cafés uitgerold en ontwikkelt ROC Den Haag een basiscursus financiën. Ook in 2009 is het van belang om de partners van CentiQ betrokken te houden en kennis en ervaring te delen. Daartoe zullen kennissessies en partnerbijeenkomsten worden georganiseerd en zal een regulier communicatie-overleg in het leven worden geroepen. Het extranet wordt verbeterd en ondergebracht bij de website www.wijzeringeldzaken.nl, zodat partners een virtuele ontmoetingsplek hebben. De externe communicatie zal primair gericht zijn op agendasetting. Er wordt een bewustwordingscampagne opgezet, die ervoor moet zorgen dat het thema omgaan met geld continu de aandacht heeft (agendasetting). Hierbij wordt op passende wijze de link gelegd met de actualiteit (lees: de situatie op de financiële markten). Deze campagne dient als rode draad voor de projecten in de diverse programma’s. De projecten uit dit jaarplan zijn projecten van en door partners. Het platform CentiQ brengt veel kennis en expertise bij elkaar op het terrein van financieel inzicht van de consument. In 2009 zetten de partners een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat Nederlanders Wijzer in geldzaken worden.
6 • Jaarplan 2009
Wijzer in geldzaken • 7
2
Inleiding 2.1 Doel Het Actieplan Wijzer in geldzaken – dat werd gepresenteerd in juni 2008 – beschrijft de strategische aanpak van de partners van CentiQ voor de periode 2008 tot 2010. Dit Jaarplan vertaalt deze aanpak naar prioriteiten en activiteiten voor 2009. Het geeft richting aan de activiteiten van het Platform CentiQ voor het komende jaar.
5. L aagdrempelig en praktisch. Het platform legt de nadruk op het praktisch helpen en ondersteunen van de consument, bijvoorbeeld via handzame tools en checklists. 6. Basisvoorzieningen voor CentiQ-partners. Het platform investeert in een aantal basisvoorzieningen, zoals een body of knowledge, een helpdesk, onderzoek en evaluaties.
In het Actieplan zijn de volgende missie en doelstelling geformuleerd:
2.2 Terugblik 2008
Missie: CentiQ-partners willen het financiële inzicht en de financiële vaardigheden van consumenten vergroten en willen bevorderen dat consumenten bewust financiële beslissingen nemen. Door hun krachten te bundelen in het platform CentiQ willen partners consumenten beter bereiken, informeren en helpen Wijzer in geldzaken te worden.
Doelstelling: Consumenten hebben hun financieel beheer – nu en met een lange termijn horizon – beter op orde. Ze zijn zelf actief betrokken en/of winnen deskundig advies in, om te komen tot weloverwogen financiële beslissingen die bijdragen aan het behalen van hun persoonlijke doelen.
Daarnaast bevat het Actieplan een aantal strategische uitgangspunten: 1. Huishoudfinanciën als basis. Huishoudfinanciën vormen de basis voor de projecten en activiteiten; onderwerpen worden steeds in het bredere perspectief van de huishoudfinanciën geplaatst. 2. De consument centraal. Het platform richt zich op het versterken van de positie van de consument in het financiële domein. 3. Voorkomen is beter dan genezen. Het platform richt zich op de doelgroep jongeren met het programma Jong geleerd is oud gedaan. Het platform richt zich op het voorkomen van problemen – nu en later – in de programma’s Financiën op orde en Zorg voor de toekomst. 4. Het gebeurt waar het al gebeurt. De partners zijn aan zet om activiteiten en projecten te initiëren en uit te voeren. Het platform richt zich op het bundelen van krachten om activi teiten van partners te versterken, evalueren en verbeteren.
In de eerste helft van 2008 werd het onderzoek ‘Financieel Inzicht van Nederlanders’ afgerond. Dit grootschalige onderzoek leverde veel waardevolle inzichten op voor de strategie van het platform. Ook werd een aantal inventarisaties afgerond, waaronder een quick scan naar budgetteringsinstrumenten, een inventarisatie onder docenten en een onderzoek naar commerciële informatieverstrekking over financiële onderwerpen. In bijlage I is een samenvatting van de kernconclusies uit deze onderzoeken opgenomen. In juni 2008 presenteerden de partners van CentiQ hun gezamenlijk Actieplan, getiteld Wijzer in geldzaken, waarin zij hun strategie voor de komende jaren uiteenzetten om het financieel inzicht in Nederland te vergroten. In oktober 2008 kwamen de resultaten beschikbaar van het onderzoek naar het Financieel inzicht van 8 tot 18 jarigen in Nederland. Ook dit onderzoek leverde belangrijke inzichten op, vooral voor het programma Jong geleerd is oud gedaan. Daarnaast werd in 2008 vanuit het platform een aantal projecten uitgevoerd, waaronder • De introductie van een nieuwe versie van de Geldkoffer (een uitgebreide leskoffer voor de bovenbouw van het basisonderwijs). • De Valentijnsdagactie van de stichting Pensioenkijker en FNV, die aandacht vestigde op het feit dat vrouwen (tijdig) in actie moeten komen als het om hun pensioenvoorziening gaat. • De campagne Hoe zit ’t van de stichting Pensioenkijker, gekoppeld aan de introductie van de Pensioenplanner, een tool waarmee mensen eenvoudig inzicht kunnen krijgen in hun persoonlijke pensioensituatie. • De productie door het Nibud, in samenwerking met het NIGZ en PODIUM, van een workshop-programma voor migranten over goed omgaan met geld. • De ontwikkeling door de stichting Leerplanontwikkeling (SLO), Sardes en Cito van een Basisvisie Financieel Inzicht, die de basis is voor de structurele inbedding van het thema ‘omgaan met geld’ in het onderwijs.
8 • Jaarplan 2009
• De verfraaiing en promotie van een Bufferberekenaar door het Nibud. Het tool maakt voor consumenten inzichtelijk hoeveel geld zij in hun situatie achter de hand zouden moeten hebben. • Een internationaal colloquium over financiële vaardigheden, financieel gedrag en huishoudfinanciën, georganiseerd door de Wageningen Universiteit. Ook is in de tweede helft van 2008 door CentiQ een aantal activiteiten in gang gezet, zoals: • De ontwikkeling van een Risicometer Lenen door het Nibud, waarmee voor consumenten inzichtelijk wordt hoe een lening past bij hun persoonlijk budget. • De verspreiding van de Tabbladenset Bewaren van het Nibud aan gemeentes, sociale diensten en kredietbanken. De tabbladenset is een praktisch en laagdrempelig hulpmiddel waarmee iemand zijn persoonlijke administratie kan ordenen en bijhouden. • De uitrol door E-quality van Vrouw & Geld cafés, die tot doel hebben om bewustwording te creëren van vrouwen wat hun levens- en loopbaankeuzes in financiële zin betekenen. • Aanpassing van de Methoden Omgaan met Geld (OMG) om gratis verspreiding aan professionals mogelijk te maken. • Inzet preventie-instrumenten gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit onderzoek is een opmaat voor een eventuele handreiking richting gemeentes en vrijwilligersorganisaties actief op het gebied van schuldpreventie (zie het programma financiën op orde). Het onderzoek bouwt voort op de inventarisatie van budgetteringsinstrumenten die eerder dit jaar is uitgevoerd. • De uitrol van het eerdergenoemde workshopprogramma voor migranten over omgaan met geld. • Een pensioenspreekuur van Pensioenkijker.nl en Hogeschool Zuyd, waarbij studenten van de Hogeschool pensioenvoorlichting geven aan inwoners van Sittard, Maastricht, Heerlen en Kerkrade.
Tenslotte voerden partners van CentiQ in 2008 een groot aantal activiteiten uit die de doelstellingen van het platform ondersteunen. Een greep uit deze activiteiten volgt hieronder: • De digitale kennistest van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) www.weetwatjeweet.nl werd uitgebreid met vragen over beleggingsverzekeringen en over pensioenen. • De Hogeschool Leiden en CentiQ-partner Pensioenkijker.nl organiseerden samen vier ‘pensioenspreekuren’. • De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft de folder ‘Verstandig Lenen’ uitgebracht . De folder wijst op zaken waar consumenten op moeten letten wanneer ze een lening aangaan. Daarnaast is de bestaande serie folders van de AFM geactualiseerd. In de folders staat in eenvoudige taal waar consumenten op moeten letten bij financiële beslissingen en welke stappen ze kunnen nemen bij problemen of als ze een klacht hebben. • Schooltv heeft in een aantal uitzendingen aandacht besteed aan items over geld. Dat was het resultaat van een samenwerking tussen NVB, Teleac en het Nibud. Deze uitzendingen werden ondersteund door een website, gesponsord door CentiQ. De website blijft de komende drie jaar in de lucht. • Een aantal partners heeft zijn consumentenwebsite vernieuwd, waaronder de AFM en de NBVA. • Een aantal partners van CentiQ heeft handige checklists gemaakt, waarmee consumenten kunnen nagaan of ze een financieel product nodig hebben en zo ja, welk product het beste bij hen past en welke risico’s er eventueel aan vast zitten. Er is een checklist Lenen, een checklist Sparen, een checklist Hypotheken, een checklist Verzekeringen, een checklist Beleggen en een checklist Pensioen. • De site www.uniformpensioenoverzicht.nl werd gelanceerd. Hier vinden pensioenfondsen en verzekeraars alle beschikbare modellen van het UPO met toelichtingen en handleidingen. Dit stelt de fondsen en verzekeraars in staat hun deelnemers van adequate informatie te voorzien over hun pensioenregelingen. De website werd opgericht door de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB), de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF), de Unie van Beroepspensioenfondsen (UvB) en het Verbond van Verzekeraars (Verbond). • Het Geldmuseum in Utrecht lanceerde de interactieve tentoonstelling ‘Geld en je leven!’, bedoeld voor jongeren van 12 tot en met 16 jaar. De boodschap van de tentoonstelling luidt: ’Ga bewust om met geldzaken. Geef het een plek in je leven. Denk vooraf na over de gevolgen van je beslissingen.’ Met andere woorden: Zorg nu dat het geen zorg wordt! • Nibud kwam met de uitgave ‘Voor boven de 18, alles wat je weten wilt over geld’. • Het Nibud ontwikkelde een methode voor professionele schuldhulpverlening. De methode bestaat uit een boek (‘Geld en gedrag, budgetbegeleiding voor de beroepspraktijk’) en een training. • Het jaarlijkse pensioenspreekuur van de Telegraaf werd verzorgd door Pensioenkijker.nl. • Verzekeraar Aegon heeft een indringende documentaire laten maken over het onderwerp pensioen. • Het Nibud bracht een nieuwe uitgave uit: ‘101 Goed met Geld Tips’. In dit boekje staat ‘vrolijk besparen’ centraal. • Om consumenten te helpen de juiste verzekering af te sluiten, heeft het Verbond van Verzekeraars productwijzers ontwikkeld voor respectievelijk inkomensverzekeringen, schadeverzekeringen en levensverzekeringen.
Wijzer in geldzaken • 9
• Het ministerie van SZW en Pensioenkijker.nl startte een brede campagne om bekendheid te geven aan de afschaffing van de partnertoeslag AOW in 2015. • De Nederlandsche Bank lanceerde een website die een handig overzicht geeft van allerhande informatie over het betalingsverkeer (www.allesoverbetalen.nl). • Gemeenten, kredietbanken en vrijwilligers van Humanitas krijgen dankzij CentiQ de beschikking over het Nibud hulpmiddel voor budgetbeheer ‘Waar blijft het Geld? Bewaren’.
2.3 Vooruitblik 2009 Zoals gezegd wordt 2009 een belangrijk jaar voor de partners van CentiQ. Het jaar 2009 is voor het platform CentiQ succesvol, als: • Consumenten zich meer bewust zijn van het feit dat ‘het belangrijk is om je geldzaken, nu en in de toekomst, op orde te hebben’. het thema ‘omgaan met geld’ heeft aandacht in de media. • Er een aantal substantiële projecten in gang is gezet en gerealiseerd, te weten: een helpdesk waarheen mensen kunnen bellen met hun vragen over huishoudfinanciën; tools voor financieel inzicht en overzicht via internetbankieren; structurele inbedding van financieel inzicht in het onderwijs; vergroting van het pensioenbewustzijn. • Partners hun expertise en ervaringen delen middels kennissessies, partnerbijeenkomsten communicatieoverleg en de extranet-omgeving en partners samen initiatieven nemen om de doelstellingen van het platform te realiseren.
2.4 Prioriteiten De onderstaande lijst vat de criteria samen die worden gehanteerd bij het bepalen van de prioriteiten: • Draagt in hoge mate bij aan de CentiQ doelstellingen. • Richt zich op een risicogroep. • Is breder inzetbaar/uitrolbaar door partners binnen het platform. • Biedt samenwerkingsmogelijkheden voor partners of bestaat uit een samenwerkingsverband tussen verschillende partners. • De effectiviteit is (op korte termijn) meetbaar. • Heeft een afgebakende tijdslijn; duidelijke begin- en einddatum. • De indieners van het voorstel leveren zelf een substantiële bijdrage. • Voldoet aan inhoudelijke criteria voor de desbetreffende programmalijn. • Geïnitieerd en uitgevoerd door CentiQ-partners. • Een evaluatie-plan maakt deel uit van het voorstel.
• Nog niet bestaande acties in het veld worden (bij voorkeur) eerst gepilot. • De als eerste te ondernemen activiteiten zijn opgenomen in het Actieplan van CentiQ. • Spreiding over activiteiten die op korte termijn zichtbaar resultaat opleveren als activiteiten met een meer structureel, langdurig karakter. • Spreiding over de programmalijnen. • Zichtbaarheid.
2.5 Leeswijzer Het jaarplan volgt in grote lijnen de opbouw van het Actieplan. Aan elk van de programmalijn is een hoofdstuk gewijd, waarin de doelstellingen, projecten en activiteiten voor de betreffende programmalijnen worden uitgewerkt. Hoofdstuk 3 is gewijd aan Basisvoorzieningen. Programma 1: Financiën op orde) staat centraal in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat over Programma 2: Jong geleerd is oud gedaan) en hoofdstuk 6 bevat de doelen, projecten en activiteiten voor Programma 3: Zorg voor de toekomst. Hoofdstuk 7 beschrijft hoe de doelen, activiteiten en projecten worden vertaald in communicatie en hoe de organisatie van CentiQ wordt vormgegeven. In bijlage I zijn de kernconclusies van de verschillende onderzoeken die in 2008 hebben plaatsgevonden opgesomd. Bijlage II bevat de lijst met CentiQ-partners. Bijlage III bevat een lijst met referenties. In bijlage IV is een korte beschrijving opgenomen van de clusters die naar voren kwamen uit het onderzoek Financieel Inzicht van Nederlanders.
10 • Jaarplan 2009
3
Basisvoorzieningen Uit diverse inventarisaties is gebleken dat er veel gebeurt voor consumenten in het financiële domein, maar dat partners vaak onvoldoende zicht hebben op elkaars activiteiten. Ook worstelen partners vaak met dezelfde vragen, zoals ‘hoe bereik ik moeilijk bereikbare doelgroepen?’ ‘hoe motiveer ik ze?’ en ‘wat zijn effectieve instrumenten en (hulp)middelen?’. Daarnaast blijkt uit inventarisaties en onderzoek dat veel mensen informatie over financiële onderwerpen niet kunnen vinden en dat zij niet weten waar zij terecht kunnen voor betrouwbare en onafhankelijke informatie. In het Actieplan is dan ook het volgende afgesproken: “CentiQ investeert [..] in een aantal basisvoorzieningen, waarbij vooral gebruik wordt gemaakt van bestaande voorzieningen, met name van het Nibud. [..] Het platform ondersteunt de uitbouw van de Nibud-helpdeskfunctie waar risicogroepen en niet-internetgebruikers terecht kunnen met hun vragen over financiële zaken.” De doelstellingen voor 2009 zijn: • De kennis en expertise van het Nibud wordt op structurele wijze ingezet voor de doelstellingen van het platform. • Er is een helpdesk beschikbaar, waar mensen terecht kunnen voor financiële vragen. • Nader onderzoek verdiept de kennis van doelgroepen en wordt vertaald naar concrete acties om deze doelgroepen (beter) te bereiken. • De effectiviteit van de activiteiten van het platform wordt consequent geëvalueerd; de lessons learned die hieruit resulteren worden gedeeld met de partners.
3.1 Structurele samenwerking met het Nibud Doelgroep: Partners en professionals. Doelstelling: Het opbouwen van een body of knowledge op het terrein van omgaan met geld en het vertalen van deze (complexe) gegevens naar begrijpelijke en bruikbare informatie. Partners: Nibud. Boodschap: Er is veel know-how en expertise, waar partners en professionals gebruik van kunnen maken. Communicatie middelen: Onderzoek, website, methoden voor professionals. Planning: Continu.
In het platform zijn partijen verenigd die kennis en expertise hebben op het terrein ‘consumenten en geld’. Om zeker te stellen dat deze kennis en expertise structureel kan worden ingezet voor de doelstelling van CentiQ, worden met een aantal van deze partijen structurele samenwerkingsverbanden opgezet, te beginnen met het Nibud. Het Nibud is in Nederland hét kenniscentrum op het gebied van de huishoudfinanciën en is als voorlichtingsorganisatie gespecialiseerd in het maken van de vertaalslag van complexe informatie naar voor consumenten begrijpelijke en toegankelijke informatie. Het Nibud zet haar kennis, expertise en infrastructuur in voor het opzetten en uitbouwen van de genoemde basisvoorzieningen, ondermeer middels de volgende activiteiten: • Vervolgonderzoek ‘basisschoolleerlingen en hun geld’. • Onderzoek naar financiële opvoeding en ondersteuning van ouders met kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar. • Inzet van expertise voor projecten van partners. • Beschikbaar stellen van de methode Omgaan met geld aan professionals. • De ontwikkeling van een Risicometer hypotheken. • Voorlichting aan docenten en leerlingen via De Digitale School. • De ontwikkeling en verspreiding van een Leentool studenten en leengedrag. • Ondersteuning en promotie Helpdesk Nibud/Wijzer in geldzaken.
Wijzer in geldzaken • 11
3.2 Helpdesk voor omgaan met geld Doelgroep: Ouders met kinderen; risicogroepen; groepen met een lage internet-penetratie. Doelstelling: Mensen kunnen terecht met hun vragen over financiële onderwerpen. Partners: RVD/Postbus 51, Nibud. Boodschap: Je kunt terecht met je vraag over geldzaken. Communicatiemiddelen: Helpdesk. Communicatie middelen voor eerste fase (ouders met kinderen): internet(fora), tijdschriften, radio. Planning: Eerste fase: mei 2009.
De kredietcrisis onderstreept het belang van goede toegankelijkheid van betrouwbare en onafhankelijke informatie. Er wordt een (telefonische) helpdesk opgezet, waar mensen terecht kunnen met hun vragen over financiële aangelegenheden. Daarbij wordt de samenwerking gezocht met Postbus 51 en Nibud. • De Postbus 51 Informatiedienst heeft veel expertise en deskundigheid op het gebied van publieksvoorlichting. Bovendien heeft zij een infrastructuur van een contactcenter voor het beantwoorden van vragen van burgers over beleidsterreinen van de rijksoverheid. Dit heeft als voordeel dat er geen nieuw contactcenter hoeft te worden opgezet en gebruik gemaakt kan worden van bestaande kennis en infrastructuur. • Het Nibud heeft veel kennis en expertise op het gebied van huishoudfinanciën en het vertalen van complexe informatie op dit gebied naar informatie die voor mensen begrijpelijk is. De helpdesk wordt gepositioneerd als ‘Nibud/Wijzer in geldzaken’. Het is een uniek voorbeeld van publiek-private samenwerking. De helpdesk wordt themagewijs opgebouwd. Het startthema is financiële opvoeding. De doelgroep voor het startthema is: ouders met kinderen in de leeftijd van 6-18 jaar. De kernboodschap hierbij is: Ouders leren hun kinderen omgaan met geld. Het Nibud en Wijzer in Geldzaken helpen hen daarbij. Daarna wordt de helpdesk uitgebouwd naar andere domeinen, zodat uiteindelijk een helpdesk ontstaat voor een brede doelgroep, waar iedereen terecht kan voor zijn vragen over geld. Voor de lancering van de helpdesk wordt door Nibud en CentiQ een gezamenlijk communicatieplan ontwikkeld.
3.3 Onderzoek en evaluaties De onderzoeken die in het afgelopen jaar zijn uitgevoerd, hebben veel nuttige inzichten opgeleverd. Het platform vervult een belangrijke rol bij het verzamelen van dergelijke inzichten. Bijvoorbeeld door onderzoeken op dit terrein in binnen- en buitenland beschikbaar te maken voor partners. Maar ook door zelf aanvullende onderzoeken te doen. Bijlage 1 bevat een overzicht van de kernconclusies van de diverse onderzoeken die CentiQ in 2008 heeft uitgevoerd. Onderzoeks-onderwerpen voor 2009 zijn: • Monitor Pensioenbewustzijn. Heeft tot doel om vast te stellen hoe het pensioenbewustzijn zich ontwikkelt en op welke wijze het pensioenbewustzijn kan worden verhoogd. • Monitor Financieel Inzicht Nederlanders. Een aantal aspecten uit het consumentenonderzoek wordt gemonitord om te bepalen welke trends zich hierin aftekenen. Hierbij wordt ook gekeken welke effecten de crisis op de financiële markten heeft op bewustzijn, kennis, vaardigheden en gedrag. Mogelijke onderwerpen voor additioneel onderzoek zijn: • Partners en geld. Mensen die gaan samenwonen lopen allemaal tegen de vraag aan: ‘Hoe gaan we onze financiën regelen?’. Onderzoek op dit terrein kan inzicht verschaffen in effectieve wijzen om met de gezamenlijke financiën om te gaan. • Risicogroepen. Naar bepaalde groepen uit het CentiQonderzoek is additioneel onderzoek gewenst om deze groepen beter te kunnen bereiken. Gedacht kan worden aan vrouwen, allochtonen, laagopgeleiden, jonge gezinnen, ZZP-ers, et cetera. Ook de monitor betalingsachterstanden zal hierbij worden gebruikt. Daarnaast heeft het platform een belangrijke rol bij het uitvoeren van evaluaties om de effectiviteit van projecten en activiteiten te meten. Uit de inventarisaties die in het afgelopen jaar door CentiQ zijn uitgevoerd, blijkt dat er weinig wordt gedaan aan effectmeting van voorlichtings- en educatie-activiteiten. In 2009 zullen op een aantal terreinen pilots worden uitgevoerd; aan deze pilots is een evaluatie gekoppeld. Het platform stimuleert partners daarnaast om al hun activiteiten consequent te evalueren. In evaluaties zitten immers vaak aanleidingen voor verbetering en verdere ontwikkelingen. Op basis van de lessons learned kunnen alle partners van CentiQ hun voordeel doen bij het verbeteren van hun activiteiten en materialen. Naast de evaluatie van individuele activiteiten en projecten, vindt in het voorjaar van 2009 een evaluatie van het platform plaats. Deze heeft tot doel om het functioneren van het platform te onderzoeken. Afhankelijk van de uitkomsten van deze evaluatie kan het nodig blijken om aanpassingen te maken in de strategie, structuur of werkwijze van CentiQ.
12 • Jaarplan 2009
Wijzer in geldzaken • 13
4
Programma 1: Financiën op orde Deze programmalijn richt zich op het bevorderen van goed financieel beheer. Goed financieel beheer ontbreekt bij een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking. Financieel beheer kan worden gedefinieerd als de mate waarin men goed georganiseerd met geld omgaat, geen uitgaven doet waar geen geld voor is, rekeningen op tijd betaalt en liever spaart dan schulden maakt. Goed financieel beheer is de belangrijkste bepalende factor bij het vaststellen of iemand een sterke of een zwakke financiële consument is. Dat het nodig is om Nederlanders bewuster met geld te laten omgaan, blijkt ondermeer uit de volgende onderzoeksresultaten1: • Eén op de vijf mensen in Nederland vertoont financieel zwak gedrag; 9% (ongeveer 1,1 miljoen mensen) heeft telkens aan het eind van de maand geen geld meer. • Ruim 5 miljoen mensen (41% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder) zijn niet voorbereid op een forse onverwachte inkomensdaling of uitgave.
Het programma voor 2009 is geslaagd wanneer: • Er zicht is op de preventieve maatregelen die organisaties in het sociale domein (kunnen)inzetten om problematische schulden onder burgers te voorkomen. • Nederlandse grootbanken concrete plannen hebben voor het implementeren van laagdrempelige boekhoudfunctionaliteiten binnen hun internetbankierprogramma’s. • CentiQ-partners meer doelgroepspecifieke financiële informatie effectief verstrekken door deze informatie toe te snijden op de doelgroep, breder te verspreiden en te brengen naar de plek waar de doelgroep komt. • Meer werknemers via hun werkgever toegang hebben tot een objectief en integraal financieel advies.
4.1 Fase 1 Preventieve activiteiten gericht op voorkomen schulden
Mensen zullen de gevolgen van de financiële crisis gaan merken in hun portemonnee. Dat vergroot de noodzaak om de financiën op orde te brengen/houden en daarmee ook het belang van goed financieel beheer. Uit het CentiQ consumentenonderzoek blijkt verder dat bij meerdere clusters2 vooruitgang op het gebied Financiën op orde is te boeken. De activiteiten binnen deze programmalijn kunnen vruchten afwerpen bij een breed publiek. Daarbij moet wel bedacht worden dat niet elk cluster hetzelfde nodig heeft en dat bij bepaalde clusters hulp meer nodig is dan bij andere. Ontbreekt in het ene cluster vooral het overzicht (1), in het andere cluster is vooral een prikkel nodig om beter rond te komen en/of (meer) te gaan sparen (3 en 5). Een ander cluster is vooral op zoek naar hulpmiddelen en bevestiging (4). Bij een aantal clusters is op al deze terreinen vooruitgang nodig (6 en 7). De projecten binnen deze programmalijn zijn ingedeeld in fases. De projecten in iedere fase zijn gericht op het ontwikkelen van specifieke ondersteuning en/of informatie en zijn gericht op verschillende doelgroepen. De fases hebben een logische opbouw; om iets te hebben aan een activiteit uit fase 2, is het handig als men fase 1 op orde heeft. Een zelfde mechanisme gaat op voor de volgende fases. In het Actieplan zijn de volgende doelstellingen van deze programmalijn geformuleerd: • Consumenten krijgen en/of houden hun financiën op orde. • Consumenten hebben overzicht over bestaande voorzieningen, hulpmiddelen en informatie. • Consumenten maken gebruik van voorzieningen, hulpmiddelen en informatie die hen helpen bij een betere financieel beheer, bij het maken van financiële keuzes en bij het nemen van financiële beslissingen.
Doelgroep: Deze activiteiten zijn gefocust op clusters 6 en 7 (financieel laconiek en financieel ongeletterd) uit het CentiQ-onderzoek. Deze risicogroepen zijn relatief lastig te bereiken via de gangbare kanalen. Doelstelling: Mensen ondersteunen zodat zij zelf grip op hun financiën krijgen, dit om te voorkomen dat men in problematische schuldsituaties terecht komen. Partners: CentiQ-partners SZW, Nibud, NVVK, MO-groep, Divosa, niet-CentiQ-partners VNG, Humanitas en eventueel andere vrijwilligersorganisaties. Boodschap: Geen paniek, als je het overzicht kwijt bent is er hulp. Zo krijg je (weer) grip op je uitgaven. Communicatiemiddelen: Onder andere Nibudmateriaal (bijvoorbeeld budgetcursussen, budgetadviezen, hulp bij aanvraag regelingen, opbergmappen voor administratie) breder inzetten en via de juiste kanalen bij de over het algemeen lastig te bereiken risicogroepen krijgen. Planning: - Migrantenworkshops: 1e kwartaal 2009. - Directe ondersteuning vrijwilligersorganisaties: 1e kwartaal 2009. - Inventarisatie preventie-instrumenten: 2de kwartaal 2009. - Handreiking richting gemeentes: 1e kwartaal 2010.
1
Bron: Financieel Inzicht in Nederland, onderzoek uitgevoerd in opdracht van CentiQ, 2008
2
O p basis van hun financieel gedrag en kenmerken zijn consumenten in het onderzoek Financieel Inzicht van Nederlanders ingedeeld in zeven clusters. Een overzicht en omschrijving van deze clusters zijn opgenomen in bijlage IV
14 • Jaarplan 2009
Ondersteuning schuldpreventie CentiQ zou een rol kunnen spelen in het stimuleren van preventieve maatregelen die op gemeentelijk niveau plaatsvinden en die moeten voorkomen dat mensen in problematische schuldsituaties verzeild raken. Het minnelijke schuldhulptraject wordt momenteel onder handen genomen vanuit het ministerie van SZW. De op preventie gerichte activiteiten zitten niet standaard in de traject. Er geen eenduidig beeld: sommige gemeentes besteden hier veel tijd en geld aan, andere gemeentes doen nagenoeg niets op dit vlak.Ook vanuit vrijwilligersorganisaties wordt er het nodige gedaan op het gebied van schuldpreventie Eerst zal er een inventarisatie worden gedaan waarin de soorten preventieinstrumenten worden omschreven. Deze inventarisatie vormt de opmaat voor ondersteuning op dit gebied, die in 2010 kan worden uitgerold in overleg met SZW, MO-Groep, Divosa, NVVK, Nibud (allen CentiQ-partner), VNG (geen partner) en enkele gemeentes Deze ondersteuning zou kunnen bestaan uit een productenboek: een omschrijving van de verschillende instrumenten, illustratie aan de hand van ‘best-practices’ en een concreet aanbod vanuit CentiQ, bijvoorbeeld: gratis modules van de Nibud-cursus ‘omgaan met geld’, korting op train-de-trainer-sessies, formats voor financiële fittest et cetera. Veel van het materiaal wordt nu nog op traditionele wijze aangeboden. Een deel van het materiaal zal worden gemoderniseerd in de vorm van bijvoorbeeld e-learning-modules. Ondersteuning vrijwilligersorganisaties Naast gemeentelijke activiteiten zijn vrijwilligersorganisaties als Humanitas actief in het ondersteunen van mensen die het overzicht over hun (financiële) administratie kwijt zijn. Zo hebben de plaatselijke afdelingen van Humanitas het project thuisadministratie waarbij vrijwilligers frequent bij mensen langs gaan die moeite hebben met hun administratie (b.v. doordat de partner is weggevallen). Ze helpen deze mensen totdat deze het (weer) zelf kunnen doen. Deze en andere initiatieven kunnen vanuit de CentiQ-partners, op kleine schaal worden ondersteund. De bij CentiQ aangesloten marktpartijen kunnen bijvoorbeeld (gesponsorde) hulpmiddelen (bewaarmap, rekenmachine, budgetboekje) schenken. Migrantenworkshops Het Nibud heeft in samenwerking met het NIGZ (Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie) en Podium materiaal ontwikkeld voor een workshopprogramma voor migranten over goed omgaan met geld. De bedoeling is dat er trainingen worden gegeven voor specifieke voorlichtingsnetwerken zoals het Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC) en voorlichters Bureau Jeugdzorg, buurtmoeders et cetera. Deze voorlichters zouden daarna een serie trainingen moeten geven waarbij binnen twee jaar zo’n 3000 migrantengezinnen worden bereikt.
4.2 Fase 2 Het vergroten van inzicht en overzicht in de huishoudfinanciën Doelgroep: Alle Nederlanders. In 2009 focus op mensen die bankieren via internet. Uit cijfers van het CBS uit 2007 blijkt dat 83% van de Nederlandse huishoudens een internetaansluiting heeft. 72% van de internetgebruikers bankiert via internet en dit aantal groeit gestaag. De doelgroep die men in potentie hiermee kan bereiken is zeer groot, vandaar de focus op internetbankieren. Doelstelling: Door overzicht en inzicht de grip op de huishoudfinanciën vergroten. Partners: De grootbanken (ING, Rabobank, ABN Amro/ Fortis Bank Nederland en SNS) en CentiQ-partner NVB. Boodschap: Kijk, hier gaat het geld naartoe. Overzicht kan vervolgens leiden tot aanpassen van gedrag. Communicatiemiddelen: Banken ontwikkelen func tio naliteiten, het CentiQ-projectbureau en de partners zullen stimuleren, input geven enmeedenken. Na implementatie kunnen CentiQ-partners een rol spelen door aandacht te besteden aan deze functionaliteiten. Banken tonen op deze manier hun maatschappelijke betrokkenheid: de samenwerking met CentiQ, Wijzer in geldzaken kan worden gemeld. Planning: Gezien omvang van project en prioriteiten banken is eind 2009, begin 2010 realistisch voor het hebben van een werkende basisfunctionaliteit bij een of enkele van de grootbanken. Initiële focus op ING en Rabobank vanwege omvang.
Budgetteren via internetbankieren De digitalisering van het betalingsverkeer wordt nogal eens genoemd als reden waardoor men grip op inkomsten en uitgaven kwijt raakt. Waar men vroeger chartaal geld en ‘potjes’ had, heeft men nu beperkt overzicht in welk geld waar naartoe gaat en ‘wat er nog in het potje zit’. Uitgesteld afrekenen via creditcard of kopen op afbetaling (‘koop nu, betaal in 2010’) maakt dit overzicht nog beperkter. Goed financieel beheer en een gezonde financiële huishouding vereisen een goed overzicht van inkomsten en uitgaven. Het ontwikkelen van boekhoudfunctionaliteiten binnen internetbankieren kan hier een grote bijdrage aan leveren. Denk hierbij aan maandoverzichten met voorgecodeerde incassanten, iedere maand ziet men waar het geld naartoe is gegaan (huis, boodschappen, auto, kleding et cetera). Eventueel kunnen de eigen uitgaven worden afgezet tegen gemiddelden. Ook kunnen fictieve potjes ontwikkeld worden om mentaal boekhouden te
Wijzer in geldzaken • 15
stimuleren (denk bijvoorbeeld aan afschrijving auto). Daarnaast kan het instellen van minima en maxima en in te stellen ‘alerts’ helpen roodstand te voorkomen en de spaardiscipline te vergroten. Een laatste idee is de ‘blik vooruit’ waarbij men het huidige saldo min de automatische incasso’s en periodieke overboekingen van een paar weken vooruit kan zien. Banken kunnen via ontwikkeling en implementatie van dergelijke functionaliteiten hun maatschappelijke betrokkenheid tonen.
4.3 Fase 3 Zelfhulp, wegwijzer bij financiële beslissingen Doelgroep: Jonge ouders, vrouwen, mensen van middelbare leeftijd, jongeren die op kamers gaan, ZZP-ers. Doelstelling: Mensen met beperkte interesse in financiële informatie via toegankelijke en toegesneden publicaties uitnodigen met hun eigen financiële situatie (uitgaven, belasting, sparen, pensioen, verzekeren) aan de slag te gaan. Dit bereiken via compacte beslisbomen, checklists en illustratieve verhaaltjes. Tevens lijstje met handige adressen, sites en telefoonnummers. Deze fase heeft overlap met de programmalijn Zorg voor de toekomst. Partners: Consumentenbond, Nibud, AFM, DNB, En niet-partners: gemeenten, woningcorporaties, notarissen, mediators. Boodschap: Bezig zijn met eigen financiën is noodzakelijk en kan ook leuk zijn. Communicatiemiddelen: Content van partners, vervolgens distributie. Voorbeelden distributie: - bijdrage in geboortekoffer - klein boekje meesealen met tijdschrift - informatie in huurderspakket aangeboden door woningcorporatie - informatie verstrekt door universiteit of hogeschool voor eerstejaars studenten - Informatie verstrekt door mediators bij scheiden - free publicity vanuit CentiQ / mediakosten of mediapartnerships Planning: Uitgaves Consumentenbond: 2e kwartaal 2009 Brede verspreiding Nibud-tools: 1e en 2e kwartaal 2009.
Publicaties Consumentenbond specifieke doelgroepen/ life events Er zijn groepen mensen die op momenten en fases in hun leven profijt zouden kunnen hebben van praktische informatie over de financiële consequenties die bij deze fases (life events) horen. Te denken valt aan jonge ouders, jongeren die op zichzelf gaan wonen en mensen die op het punt staan te scheiden. Los van fases kunnen ook specifieke groepen (bijvoorbeeld vrouwen) benaderd worden met handzame publicaties met tips, trucs en adressen. Er zijn tal van boeken in omloop (o.a. van de Consumentenbond en het Nibud) die mensen kunnen helpen bij hun financiële zaken. Deze boeken bieden vaak te veel informatie voor mensen die toch al een beperkte interesse hebben in de materie, bovendien kosten ze geld. Een deel van de content uit deze boeken (praktijkvoorbeelden, checklists, beslisbomen en handige adressen) kan gebruikt worden voor meer beknopte uitgaves gericht op een specifieke doelgroep. Met de Consumentenbond worden allereerst uitgaves ontwikkeld gericht op jonge gezinnen en vrouwen. Mede aan de hand van data van het CentiQ-onderzoek wordt gezocht naar welke informatie juist voor deze groepen interessant zijn. Bredere verspreiding Nibud-tools Het Nibud ontwikkelde eind 2008 een risicometer lenen en een buffertool. Voor 2009 staan de ontwikkeling van een risicometer hypotheken en een leentool voor studenten op de planning. Deze tools zullen via het CentiQ-platform (en de site www.wijzeringeldzaken.nl) breder worden verspreid.
16 • Jaarplan 2009
4.4 Fase 4 Financieel advies toegankelijker maken Doelgroep: Werknemers. In de pilot is de wens verschillende soorten bedrijven mee te nemen: naast zakelijke dienstverlening ook meer op productiegerichte bedrijven of zorginstellingen. Doelstelling: De brede doelstelling van het project is om de drempel naar integraal financieel advies te verlagen door overzicht te verkrijgen. Voor de pilot is de doelstelling dat 10-15% van de benaderde werknemers gebruik maakt van het aanbod. Deze fase heeft overlap met de programmalijn Zorg voor de toekomst. Partners: Pilot met Vereniging FFP (Vereniging Federatie Financieel Planners) en nader te bepalen werkgevers waarbij een groep van maximaal 300 medewerkers per bedrijf wordt benaderd. Vooralsnog worden er twee bedrijven gezocht om mee te doen met de pilot. Bij succesvolle pilots dit idee verder uitbouwen via werkgeversorganisaties (MKB / VNO-NCW) en vakbonden (FNV/CNV). Boodschap: Het vragen van financieel advies is niet eng. Ook hoeft men niet meteen producten af te sluiten. Zelfs mensen die vrij zeker van hun zaak zijn, hebben soms behoefte aan bevestiging. Aanbieden via de werkgever werkt drempelverlagend. Communicatiemiddelen: Variaties mogelijk in manier van aanbieden: alleen voor jonge/nieuwe werknemers of juist gericht op 50-plus (pensioen op orde?). Vereniging FFP rekent een gereduceerd tarief voor het totale advies per werknemer. Het deelnemende bedrijf kan zelf een verdeelsleutel maken tussen de eigen bijdrage van de werknemer en de bijdrage van de werkgever. Planning: Deelnemers pilot rond: 1e kwartaal 2009. Pilot draaien: 2e kwartaal 2009.
Pilot financiële scan op de werkvloer In 2009 wil CentiQ in samenwerking met CentiQ–partner Vereniging FFP, de beroepsorganisatie van gecertificeerd financieel planners, een pilot starten waarbij werkgevers hun personeel een ‘financiële scan’ aanbieden. Dit concept is in het buitenland al succesvol toegepast. De financiële scan kan worden gezien als link tussen Financiën op orde en ‘zorg voor de toekomst’. Werkgevers kunnen hun werknemers (tegen een geringe eigen bijdrage) een adviesgesprek met een financieel planner aanbieden. Doel van dit gesprek is een financiële scan: een integraal advies op hoofdlijnen over de financiële situatie van de werknemer. Een werknemer die zich aanmeldt voor de scan vult een vragenlijst cq. inventarisatieformulier in. De financiële scan spitst zich toe op de drie belangrijkste financiële thema’s: ‘Is mijn pensioen wel goed geregeld?’, ‘Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt/werkloos word?’ en ‘Is mijn hypotheek nog wel goed?’. Naar aanleiding van de vragenlijst komt een financieel planner naar het bedrijf om met de werknemer onder werktijd een adviesgesprek te houden van één à anderhalf uur. Het gaat daarbij om een integrale scan, rekening houdend met de volledige situatie van de werknemer. Er worden nadrukkelijk géén producten verkocht. Hooguit krijgt de werknemer het algemene advies om een bepaalde verzekering af te sluiten of een contract te laten aanpassen. Kwaliteit van het gegeven advies en vertrouwelijkheid zijn belangrijke aandachtspunten.
Wijzer in geldzaken • 17
18 • Jaarplan 2009
5
Programma 2: Jong geleerd is oud gedaan De programmalijn Jong geleerd is oud gedaan richt zich op de drie omgevingen waarin jongeren zich bewegen: thuis (financiële opvoeding), school (onderwijs) en in relatie tot andere jongeren (jongerencommunicatie). Het programma is bedoeld voor jongeren van 8 tot 18 jaar. De activiteiten op de drie gebieden worden op elkaar afgestemd, zodat zij elkaar aanvullen en versterken. Tweederde van de jongeren geeft aan moeilijk met geld te kunnen omgaan. Jongeren vanaf 12 jaar gaan meer geld uitgeven aan consumptieartikelen. Ook wordt er meer risicovol gedrag vertoond vanaf die leeftijd, zoals schulden maken, om geld spelen en aankopen te doen via internet. Tegelijk neemt de invloed van ouders af. Dit blijkt uit een grootschalig onderzoek onder 8 – 18 jarigen dat in opdracht van CentiQ is uitgevoerd door ITS (Radboud Universiteit Nijmegen). In dat onderzoek zijn zowel het financieel gedrag als financieel inzicht bij jongeren onderzocht en zijn er verbanden gelegd met de rol van ouders. Uit onderzoek blijkt verder dat met name (V)MBO- jongeren een risicogroep vormen. Zo blijkt uit de Peiling Jongeren en Schulden van het Nibud (2003) dat 34,7% van deze jongeren schulden heeft. Uit een onderzoek van Aromedia (2004), blijkt dat 31% van de (V) MBO- scholieren maandelijks niet kan rondkomen. In het Actieplan Wijzer in geldzaken staan voor deze programmalijn onder meer de volgende doelstellingen: • Financieel inzicht en financiële vaardigheden zijn tussen 2008-2013 benoemd en ingebed in het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs. • Financieel inzicht en financiële vaardigheden worden tussen 2010-2013 geïntegreerd in bestaande vakken, leermethodes en lesmiddelen. • Financieel inzicht en financiële vaardigheden worden op een structurele, aansprekende en praktische manier geleerd aan leerlingen. • In de financiële opvoeding wordt kinderen geleerd dat er grenzen zijn, dat ze leren keuzes te maken en vooruit te denken, dat ze leren reserveren/sparen/lenen en dat ze leren denken in transacties. • Financieel minder vaardige ouders worden actief ondersteund bij de financiële opvoeding van hun kinderen. • Financieel vaardige ouders wordt (actief) de weg gewezen naar beschikbare informatie en adviesmogelijkheden voor de financiële opvoeding van hun kinderen. • In de financiële opvoeding wordt waar mogelijk de relatie gelegd met huishoudfinanciën en met de andere arena’s (school/ jongerencommunicatie). • CentiQ-partners ontwikkelen een communicatiestrategie voor jongeren. Daarbij worden experts op het gebied van jongerenmarketing, jongerencommunicatie en jongeren zelf betrokken.
In 2009 wordt er voor gekozen om activiteiten in eerste instantie te richten op VMBO- scholieren en de onderbouw van HAVO en VWO. Dit programma is geslaagd voor 2009 indien de afzonderlijke doelstellingen van de drie deelprogramma’s worden behaald. In paragraaf 5.1 wordt verder ingegaan op het Onderwijs. De rol van de ouders komt aan bod in paragraaf 5.2. Paragraaf 5.3 gaat in op jongerencommunicatie.
5.1 Onderwijs Doelgroep: Docenten en leraren binnen alle onderwijssectoren, met hierbij specifieke aandacht voor docenten en leerlingen van het voorbereidend middelbare beroepsonderwijs (VMBO) en de onderbouw van HAVO en VWO. Partners: SLO, CITO, SARDES, Nibud, Kredietbank Utrecht, Fortis Foundation, Delta Lloyd Foundation, Codename Future, Hogeschool Arnhem Nijmegen. Communicatiemiddelen: - Inrichting van een projectorganisatie met het oog op implementatie van financiële educatie in het onderwijs, waarvoor een leerplankader als uitgangspunt dient. - Oprichting scholennetwerken. - Bestaande lesmiddelen ‘upgraden’ en breder verspreiden. - Uitvoeren en begeleiden van pilots op scholen waarbij aansprekende en praktische educatie centraal staat. - Kennisdeling tussen partners CentiQ en onderwijs(deskundigen), onder andere middels een website (onderdeel van CentiQ-website). Planning: Startbijeenkomst 22 april 2009, leermiddelenanalyse afgerond in juli 2009, vier pilots starten in september 2009.
Het ‘opleiden’ van jongeren die zich (financieel) staande kunnen houden in de samenleving mag tot de taak van het onderwijs worden gerekend. Het leren om zelfstandig (financiële) keuzes te maken en beslissingen te nemen, het leren plannen en vooruit te denken, het leren denken in transacties, zijn zaken die structureel aandacht moeten krijgen. Door financieel inzicht en financiële vaardigheden te integreren in bestaande vakken. En door goed aan te sluiten bij kerndoelen en eindtermen. In 2008 is een Basisvisie Financieel Inzicht (leerplankader voor het onderwijs) en een aanzet tot een implementatiestrategie voor inbedding van financiële educatie in het onderwijs voor 2009 en verder ontwikkeld. Dit leerplankader biedt een model welke financiële kennis en vaardigheden er binnen het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs aangeleerd kunnen/moeten worden.
Wijzer in geldzaken • 19
Dit leerplankader vormt het uitgangspunt voor de verankering in het onderwijs op de langere termijn. Ook kan de basisvisie als uitgangspunt dienen voor activiteiten binnen het onderwijs van zowel CentiQ-partners als van anderen. CentiQ zal in 2009 de eerste aanzetten tot implementatie van financiële educatie in het onderwijs realiseren. Doelstelling: • Financieel inzicht en financiële vaardigheden zijn benoemd en de eerste stappen worden gezet richting inbedding in het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs.
5.2 Financiële opvoeding Doelgroep: Ouders. Partners: Nibud, Consumentenbond, Ministerie Jeugd en Gezin, Gemeenten. Communicatiemiddelen: - Telefonische helpdesk voor financiële vragen richt zich eerst op de doelgroep ouders (beschreven bij Basisvoorzieningen) - Plan van aanpak voor maatwerk Ondersteuning van ouders met gerichte programma’s. - Verspreiding materialen. Planning: Geheel 2009.
Uit het ITS onderzoek blijkt dat de opvoedingsstijl van ouders vooral van invloed is op het financiële inzicht van jongeren. Ruim de helft van alle jongeren is van mening dat hun ouders hen de waarde van geld niet goed heeft bijgebracht. Goed financieel beheer door ouders heeft een positieve invloed op het aanleren van financiële vaardigheden. Vooral ouders die niet te vrijgevig zijn als jongeren geld te kort komen, stimuleren financiële verantwoordelijkheid. Doelstellingen • CentiQ-partners ontwikkelen een plan van aanpak om ouders met maatwerk te ondersteunen bij de financiële opvoeding van hun kinderen. • CentiQ-partners brengen de helpdesk voor financiële vragen nadrukkelijk onder de aandacht van met name ouders die financieel minder sterk en vaardig zijn. • Het platform zorgt voor verspreiding van middelen op het gebied van financiële opvoeding bij actoren die in hun dagelijkse werk te maken hebben met ouders/kinderen (zoals gemeenten en Centra voor Jeugd en Gezin).
5.3 Jongerencommunicatie Doelgroep: Leerlingen van het voorbereidend middelbare beroepsonderwijs (VMBO) en de onderbouw van HAVO en VWO (12- 15 jarigen). Communicatiemiddelen: - Jongerencommunicatiestrategie. - Plan MO- groep/ Nibud voor benadering jongeren via gemeenten. - Ontwikkelen serious game. - Spel AFM breder uitzetten. Planning: 2009 game ontwikkeld en communicatieactiviteiten richting jongeren uitgevoerd.
Zoals gezegd blijkt uit het ITS- onderzoek dat naast de ouders en het onderwijs ook jongeren onderling elkaar sterk beïnvloeden. Na het twaalfde jaar is deze invloed zelfs sterker dan de invloed van ouders. Uit andere onderzoeksresultaten (SLO- inventarisaties) blijkt dat simulaties en interactieve games (op school en op internet) de beste leereffecten hebben op jongeren. Daarnaast blijkt dat het zinvol is om jongeren niet alleen via reguliere kanalen te benaderen, maar juist gebruik te maken van lokaties waar jongeren vaak komen en van middelen die aanslaan bij jongeren. Met name dit laatste is belangrijk omdat nogal wat middelen voor jongeren momenteel aanbod- en kennisgericht zijn, terwijl het voor de meeste jongeren vooral fun moet zijn. De opgave is om fun, kennis en vaardigheden op een slimme en aantrekkelijke manier te verbinden, zodat jongeren uitgedaagd en verleid worden om ermee aan de slag te gaan. Doelstellingen • CentiQ ontwikkelt op basis van de resultaten van het CentiQonderzoek onder 8- tot 18-jarigen in de eerste helft van 2009 een communicatiestrategie voor jongeren. Daarbij worden experts op het gebied van jongerenmarketing, jongerencommunicatie en jongeren zelf betrokken. Het platform kan hierbij ondersteuning bieden. • CentiQ ontwikkelt, als onderdeel van de jongerencommunicatiestrategie, een (multilevel) interactieve game dat met meerdere personen op internet, zowel thuis als op school, gespeeld kan worden. • Jongeren worden naast het internet ook op andere manieren benaderd, via gemeenten conform een plan van de MO- groep en het Nibud. • Het spel ‘Meer keuze met geld’ van de AFM wordt geschikt gemaakt voor internet en breed uitgezet.
20 • Jaarplan 2009
Wijzer in geldzaken • 21
6
Programma 3: Zorg voor de Toekomst Het programma Zorg voor de toekomst wil consumenten bewust maken van de noodzaak van ‘levensloopdenken’ en ‘levensloophandelen.’ Ook wil het consumenten weerbaarder maken tegen de effecten van financiële risico’s, onverwachte gebeurtenissen met grote financiële consequenties en financiële zorg voor de oude dag. Het accent ligt op risicogroepen en levensgebeurtenissen met grote financiële consequenties. Uit onderzoek blijkt, dat: • 41% van de mensen niet is voorbereid om een forse inkomensdaling of uitgave op te vangen. • 38% van de mensen onvoldoende kennis heeft over financiële producten; dit geldt vooral voor pensioenen (47%). De langetermijndoelstelling van het programma is het tot stand brengen van een gedragsverandering bij consumenten. In het Actieplan Wijzer in geldzaken zijn de volgende doelstellingen voor dit programma opgenomen: • Consumenten zijn zich bewust van de noodzaak tot levensloopdenken en levensloophandelen. • Consumenten zijn weerbaarder voor financiële risico’s, zodat zij niet door onverwachte gebeurtenissen of bij bepaalde life-events in financiële problemen komen. Het programma stelt zich in 2009 tot doel om: • De bewustwording van consumenten te vergroten van de noodzaak zich financieel voor te bereiden op life events met grote financiële consequenties. • De samenwerking te stimuleren tussen partners die een rol kunnen spelen bij de voorlichting/educatie van consumenten op het terrein van levensloopdenken en -handelen.
6.1 Vergroting pensioenbewustzijn In het Actieplan Wijzer in geldzaken is de volgende activiteit aangekondigd: “Het platform ondersteunt de Stichting Pensioenkijker.nl bij het opschalen van activiteiten, zoals een uitrol van het Pensioenspreekuur op hogescholen en universiteiten”.
Pensioenscholing en pensioenspreekuur Doelgroep: Studenten, ouders, burgers Doelstelling: Vergroten pensioenbewustzijn Algemeen doel is de vergroting van het pensioen bewustzijn bij studenten, hun ouders (directe omgeving) en burgers in de regio. Partners: Hogeschool Zuyd, Pensioenkijker.nl. Communicatiemiddelen: Free publicity, website, flyers, advertorials h-a-h-bladen (als onderdeel van schoolproject), ondersteuning persvoorlichting CentiQ. Planning: Begindatum is december 2008, duur activiteit is 2 maanden. Daarna wordt het pensioenspreekuur verder uitgerold.
Aanleiding voor deze activiteit is een eerdere succesvolle, kleinschalige pilot van Pensioenkijker.nl. Begin 2008 heeft Pensioenkijker.nl bij wijze van pilot een pensioenopleiding verzorgd aan de Hogeschool Leiden en vervolgens een pensioenspreekuur opgezet waarbij de studenten werden betrokken. Op voorstel van CentiQ heeft Hogeschool Zuyd aangegeven geïnteresseerd te zijn een dergelijk project ook te laten plaatsvinden in Zuid Limburg. Het voorstel houdt het volgende in: • Studenten hebben in december pensioencollege van Pensioenkijker.nl gekregen. Hierbij is onder meer gebruik gemaakt van materiaal van SPO-pensioenopleidingen. Na afronding van de opleiding krijgen studenten een deelnamecertificaat van SPO-pensioenopleidingen. Doel van de opleiding is het verhogen van het pensioenbewustzijn en de pensioenkennis en specifiek het in staat stellen van studenten om burgers te kunnen helpen met vragen over hun pensioen. Tijdens de duur van het project is de brochure ‘Eerste baan en pensioen’ van Stichting Pensioenkijker ruim voorhanden op de Hogeschool. • Via de media en via het netwerk van studenten c.q. de Hogeschool worden burgers geïnformeerd over het feit dat er in januari pensioenspreekuren zijn op verschillende locaties in Limburg (Heerlen, Sittard, Maastricht, Kerkrade). Via Stichting Pensioenkijker.nl kan men een afspraak maken voor het spreekuur. • In januari wordt het feitelijke spreekuur gehouden en wordt extra media-aandacht gegenereerd door plaatselijke bekenden de aftrap te laten verzorgen. De studenten bemannen het spreekuur en op iedere locatie zijn deskundigen van Stichting Pensioenkijker.nl aanwezig die als achtervang dienen. • In februari volgt een evaluatie. Doelgroepen van de evaluatie zijn de studenten en de bezoekers van het spreekuur.
22 • Jaarplan 2009
Na deze pilot wordt het pensioenspreekuur verder uitgerold op hogescholen en universiteiten. Vanuit hogescholen in Nederland is er belangstelling voor pensioencollege en spreekuren. De Hogeschool van Amsterdam heeft reeds aangegeven graag begin 2009 te willen starten met een vergelijkbaar project
6.2 Promotie pensioenplanner In het Actieplan Wijzer in geldzaken is aangekondigd dat het platform de promotie ondersteunt van de online pensioenplanner van de Stichting Pensioenkijker. De Pensioenplanner is een rekenmodel dat inzicht verschaft in de hoogte van het pensioen. In een paar simpele stappen verschaft het een overzicht van het opgebouwde pensioen (en dat van de partner). Voor het invullen van de Pensioenplanner is een UPO nodig: het Uniform Pensioen Overzicht, dat jaarlijks door de pensioenuitvoerder wordt verschaft.
Communicatieondersteuning vanuit CentiQ Doelgroep: Nog te bepalen. Doelstelling: Verhogen aantal bezoekers www.pensioenkijker.nl. Verhogen aantal gebruikers van Pensioenplanner. Partners: Stichting Pensioenkijker, CentiQ en eventuele mediapartners. Communicatiemiddelen: Free publicity (BN-ers die hun pensioenplanner invullen, quiz, et cetera). Planning: In overleg met Pensioenkijker/CentiQ.
CentiQ ondersteunt Pensioenkijker bij de promotie van de Pensioenplanner. In december 2008 heeft CentiQ een concept persbericht opgesteld om de informatie over pensioenen en de kredietcrisis op de website van Pensioenkijker onder de aandacht te brengen. In dit persbericht is ook de Pensioenplanner onder de aandacht gebracht als tool om inzicht te krijgen in je eigen pensioensituatie. Een persvoorlichter van CentiQ heeft actief de media benaderd om aandacht te vragen voor het persbericht en de Pensioenplanner. Vanuit CentiQ zal ook in 2009 actief meegedacht worden om concrete aanleidingen te herkennen/benoemen om persaandacht te vragen voor de Pensioenplanner. In 2009 wordt werkt CentiQ actief samen met Stichting Pensioenkijker aan de promotie van de Pensioenplanner. Er komt een plan om de naamsbekendheid, het aantal bezoekers van de site en het aantal gebruikers van de Pensioenplanner te verhogen.
Wijzer in geldzaken • 23
6.3 Risico-groepen en life-events In het Actieplan Wijzer in geldzaken is de volgende activiteit aangekondigd: “Het platform stimuleert dat partners relevante thema-doelgroepcombinaties samenstellen, waarin een maatwerkbenadering wordt ontwikkeld voor bepaalde risicogroepen gekoppeld aan bepaalde levensgebeurtenissen”.
Vrouw & Geld Cafés Doelgroep: 300 vrouwen via 9 reguliere Vrouw & Geld cafés (per bijeenkomst komen naar schatting 35 vrouwen). Doelstelling: - Bewustwording van vrouwen wat hun levens- en loopbaankeuzes in financiële zin betekenen. - Leveren van input voor op te stellen beleidsaanbevelingen voor beleidsmakers en andere betrokken partijen hoe de economische zelfstandigheid van vrouwen bevorderd kan worden. Partners: E-Quality, Nibud, Stichting Pensioenkijker, FNV Vrouwenbond, Stichting Loonwijzer, Partoer (de laatste drie zijn geen partners). Communicatiemiddelen: Ondersteuning lokale PR vanuit CentiQ, in het bijzonder via vrouwennetwerken als CSR Chicks en Woman Inc. Planning: Er hebben reeds 2 pilots plaats gevonden in 2008. In 2009 worden 9 Vrouw & Geld cafés georganiseerd.
Voor de risicogroep ‘vrouwen’ is er door CentiQ-partner E-Quality een projectvoorstel ingediend waarbij de financiële risico’s van life-events worden belicht en vrouwen aan experts (werkzaam bij CentiQ-partners) vragen kunnen stellen over hun persoonlijke financiële situatie. Uit diverse onderzoeken blijkt dat vrouwen op een andere manier met geld omgaan dan mannen. Ook blijkt dat vrouwen een aantal zaken betreffende zichzelf en geld slecht hebben geregeld. Bij een scheiding gaan de meeste vrouwen er financieel op achteruit, mannen gaan erop vooruit. Vrouwen hebben vaker een pensioenbreuk dan mannen en krijgen een pensioen dat beduidend lager ligt dan dat van mannen. CentiQ-partner E-Quality is voornemens om in 2009 een serie bijeenkomsten te organiseren voor vrouwen over Vrouwen en Geld, de zogenaamde Vrouw & Geld Cafés. Op basis van de ervaringen wordt een format ‘Vrouw & Geld Cafés’ ontwikkeld, dat breder kan worden uitgerold.
Basiscursus financiën (‘financieel voorbereid op life-events’) Doelgroep: Consumenten in de regio den Haag. Doelstelling: - Bevorderen van bewustzijn en kennis omtrent life events met grote financiële consequenties. - Bevorderen van kennis omtrent financiële producten die gerelateerd zijn aan life events. Partners: ROC Mondriaan, en vervolgens andere hogescholen/universiteiten. Communicatiemiddelen: Nader te bepalen in overleg met ROC Mondriaan. Planning: Medio 2009, voor het ontwikkelen van de cursus heeft het ROC Mondriaan 8 weken nodig, de cursusduur bedraagt ook 8 weken. De cursus kan van start gaan bij voldoende deelnemers.
Uit CentiQ-onderzoek uit 2008 blijkt dat consumenten slecht voorbereid zijn op life-events. Het ROC Mondriaan (regio den Haag) biedt een uitgebreid programma aan leermogelijkheden voor volwassenen. De cursussen en trainingen worden aangeboden op verschillende locaties, bijvoorbeeld in een wijk- en dienstencentrum. ROC Mondriaan ontwikkelt een cursus voor volwassenen waarin wordt ingegaan op de belangrijkste financiële producten waar vrijwel alle consumenten in hun leven mee te maken krijgen, zoals hypotheek-, pensioen- en beleggingsproducten. Omdat deze financiële producten vaak gerelateerd zijn aan life-events sluit dit initiatief goed aan bij de doelstelling van het programma Zorg voor de toekomst. In overleg met CentiQ zou deze cursus zich specifiek kunnen richten op bepaald risicogroepen (bijvoorbeeld laaggeletterden). Vervolgens wordt op basis van de ervaringen in Den Haag gezorgd voor een bredere uitrol van de cursus.
24 • Jaarplan 2009
7
Communicatie en organisatie 7.1 Communicatie Terugblik 2008 In juni 2008 heeft CentiQ zich als platform naar buiten toe gepresenteerd. Daar zijn vele maanden van intensieve voorbereiding door projectgroepleden aan vooraf gegaan. Op 19 juni werden op een goedbezochte partnerbijeenkomst het Actieplan, website en het grootschalig onderzoek over het financieel gedrag van Nederlanders gepresenteerd. Vanaf januari 2008 verschijnt maandelijks CentiQ Nieuws, de digitale nieuwsbrief van CentiQ om kennis en informatie met en tussen partners te delen. Zo’n 300 lezers zijn inmiddels aangemeld als abonnee. De website www.wijzeringeldzaken.nl is in juni 2008 gelanceerd, maar niet actief onder de aandacht van consumenten gebracht. Vanaf augustus 2007 t/m juli 2008 heeft CentiQ media-analyses laten uitvoeren (dagbladen en tijdschriften). Daarin is zichtbaar dat de CentiQ onderwerpen in stijgende mate in de belangstelling staan. Landelijke dagbladen schrijven vooral over problemen en slecht nieuws. Regionale dagbladen en tijdschriften zijn genuanceerder. CentiQ en haar partners kwamen vooral in beeld naar aanleiding van de actualiteit. De actualiteit (kredietcrisis, woekerpolisaffaire, etc.) heeft ervoor gezorgd dat de CentiQ-onderwerpen meer in de belangstelling staan. Ook op radio en televisie. Helaas zijn over de laatste 2 media geen resultaten bekend. CentiQ zocht zelf de pers op met de publicaties van haar onderzoeken (Financieel inzicht van Nederlanders, Financieel inzicht van 8-18 jarigen en Overeenkomst in financieel gedrag tussen kind en ouders). Deze publicaties hebben een golf aan publiciteit opgeleverd. Inmiddels heeft CentiQ een behoorlijk intern en extern communicatienetwerk en medianetwerk ontwikkeld, dat ook in de toekomst verder ontwikkeld zal worden.
Vooruitblik 2009 De invloed van de kredietcrisis zal ook in 2009 een rol spelen; consumenten lijken meer geïnteresseerd en betrokken bij het domein. Daarop zal CentiQ aansluiten met middelen en boodschappen richting consumenten, waar mogelijk met partners, waar nodig onder eigen vlag. De samenwerking binnen het netwerk is essentieel voor het succes van CentiQ om de doelstellingen - die een breed bereik vereisen - te realiseren. Er zal daarom verder worden gebouwd op het in 2008 gelegde fundament van interne communicatie. Door meer samenwerking met marktpartijen kan CentiQ haar distributie en communicatiekracht vergroten.
7.2 Doelstellingen en publieksgroepen Communicatiedoelstellingen CentiQ Bij de algemene communicatiedoelen is een onderscheid gemaakt tussen bewustwording, kennis, houding en gedrag. De doelen worden in projectplannen verder uitgewerkt en geconcretiseerd naar (sub)thema’s en specifieke doelgroepen (thema-doelgroepcombinaties).
• Bewustwording: consumenten zijn zich ervan bewust dat het belangrijk is om hun geldzaken, nu en in de toekomst, op orde te hebben. • Kennis: consumenten weten de weg te vinden naar beschikbare informatie, hulp(middelen) en adviezen en weten wat financiële producten en diensten voor hun betekenen en welke consequenties eraan vastzitten. • Houding: consumenten zijn gemotiveerd om hun geldzaken, nu en in de toekomst, op orde hebben en voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen financiën. • Gedrag: consumenten maken gebruik van beschikbare informatie, hulp(middelen) en adviezen.
Wijzer in geldzaken • 25
7.3 Interne communicatie Publieksgroepen Onder haar publieksgroepen onderscheidt CentiQ doelgroepen en stakeholders. Doelgroepen zijn de groepen waarmee CentiQ direct communiceert. Stakeholders zijn partijen die relevant zijn voor de omgeving waarin CentiQ opereert. Het is belangrijk om de diversiteit aan betrokkenen goed in beeld te hebben bij de opzet van het jaarplan en de ontwikkeling van communicatiemiddelen. Doelgroepen • Consumenten (subdoelgroepen per programmalijn en project uitgewerkt) • Partners (ondertekenaars convenant t/m medewerkers en stuurgroep/managementgroep) • Marktpartijen • Potentiële partners • Professionals • Media • Ambassadeurs / opinionleaders Stakeholders • Decentrale overheden • Leveranciers (onderzoek, bureaus) • Overige betrokkenen • Tweede Kamer (leden) • Politieke Partijen • Maatschappelijke organisaties
Interne communicatie is een basisbehoefte voor netwerkorganisatie CentiQ. De interne communicatiemiddelen en -kanalen zijn bedoeld om richting partners, tussen partners en mét partners te communiceren. Om dit succesvol te kunnen doen is een actieve houding van alle partners noodzakelijk. Hieraan moet in 2009 verder worden gebouwd. Daarom staan er naast de bestaande middelen (stuurgroep, managementgroep, nieuwsbrief, persoonlijk contact, website en samenwerkruimte rijksweb) voor 2009 diverse aanvullende initiatieven op de rol: formele kennissessies en partnerbijeenkomsten en een informeel communicatieoverleg. Dit moet samenwerking en kennisdelen stimuleren. Ook wordt de samenwerkruimte van het Rijksweb verplaatst naar een extranet omgeving zodat partners gemakkelijker digitaal met elkaar kunnen communiceren en informatie sneller gedeeld kan worden. Daarnaast worden de huidige interne communicatiemiddelen tegen het licht gehouden en waar mogelijk verbeterd. Partners kunnen vanuit het projectbureau ook ondersteund worden om het ‘CentiQ verhaal’ bij hun achterban te presenteren. Om de relaties met partners op effectieve manier te beheren, uit te bouwen en te bewaken wordt er een relatiebeheersysteem opgezet. Doelstellingen interne communicatie 1. Faciliteren van platform 2. Verbeteren wederzijds begrip 3. Stimuleren kennisdeling 4. Ontwikkeling initiatieven 5. Vergroten effectiviteit van samenwerking 6. Doelstellingen CentiQ realiseren Doelgroepen Partners (ondertekenaars convenant t/m medewerkers en stuurgroep/managementgroep) Onderliggende marktpartijen Potentiële partners Professionals (wetenschap, onderwijs, media, overheid) Projectbureau Ambassadeurs / opinionleaders
26 • Jaarplan 2009
Middelen 1. Kennissessies De kennissessies hebben tot doel om kennis en expertise rondom thema’s uit het Actieplan bij elkaar brengen, om betrokkenheid van partners te creëren en om uitwisseling van ervaringen en ideeën te stimuleren. De uitgangspunten die hierbij gehanteerd worden, zijn: • Partners zijn (mede)verantwoordelijk voor het opzetten en draaiend houden van de kennisgroepen. • Roulatie- of estafettesysteem: elke themasessie wordt georganiseerd door/bij één van de partners. • Voor elk thema verschillende disciplines (communicatie, onderzoek, beleid) bij elkaar brengen. • De kennisgroepen zijn breed van opzet: eenieder die kennis en expertise op het betreffende thema heeft en geïnteresseerd is, is welkom. • De kennisgroepen zijn niet vrijblijvend; ze leveren resultaat op (bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe projecten/activiteiten of samenwerkingsverbanden). • Kennissessies bieden ruimte voor interactie en voor netwerken. • Frequentie: 3 á 4 maal per jaar. 2. Partnerbijeenkomsten Tweemaal per jaar zal er een partnerbijeenkomst voor alle CentiQ leden worden georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle bij CentiQ betrokken medewerkers van de partnerorganisaties. Het doel is informeren, betrekken en binden van partners. Waar mogelijk worden deze bijeenkomsten gekoppeld aan de realisatie of presentatie van een actueel CentiQ project. Ook hier geldt dat partners (mede)verantwoordelijk zijn voor realiseren van deze bijeenkomsten. 3. Communicatieoverleg Informeel overleg van een communicatieadviseurs van CentiQpartners om elkaar op regelmatige basis te spreken en zodoende initiatieven en ideeën uit te wisselen, krachten te bundelen waar mogelijk en elkaar te inspireren en informeren. Het overleg vindt iedere 2 maanden plaats op een wisselende locatie, bij voorkeur bij één van de partners 4. Extranet (website) Het Rijksweb, waar nu de gezamenlijke vertrouwelijke bestanden staan, krijgt een plek op de website van CentiQ in de vorm van een afgesloten gedeelte: het extranet. In 2008 werd het Rijksweb vooral in januari en in juni bezocht (respectievelijk 120 en 60 bezoekers per maand). Verder werd het nagenoeg niet gebruikt. Daarmee ontbreekt het tot nu toe aan een laagdrempelig digitaal intern platform. Daarom wordt het extranet in 2009 gerealiseerd. Het idee is dat naast het projectbureau ook de partners kunnen publiceren, oproepjes kunnen doen en er de digitale nieuwsbrief ‘CentiQ Nieuws’ nog eens kunnen nalezen. Alle projectbestanden, verslagen en andere publicaties kunnen hier ook met elkaar worden gedeeld. Kortom, het wordt dé virtuele ontmoetingsplek van het platform. Hiervoor wordt begin 2009 een plan van aanpak geschreven, om het in het tweede kwartaal te realiseren. De belangrijkste reden voor de verhuizing van Rijksweb naar een extranet is gebruiksvriendelijkheid. Andere voordelen zijn de versimpelde toegangsprocedures, meer mogelijkheden tot
interactiviteit (delen van nieuws en informatie en eventueel een forum), het teruglezen van (oude) nieuwsbrieven en meer gerichte publiciteit. 5. Nieuwsbrief De digitale Nieuwsbrief zal ook in 2009 maandelijks verschijnen om partners te informeren en inspireren. De vaste rubrieken daarin zijn: nieuws van partners, nieuws van CentiQ en ‘spraakmakend’. In het eerste kwartaal van 2009 zal de nieuwsbrief worden geëvalueerd op inhoud, vorm en effectiviteit. Ook zal de redactiesamenstelling en verspreiding worden geoptimaliseerd. Daarnaast zal er in 2009 indien relevant een ‘nieuwsflits’ verschijnen. Dit is een korte nieuwsbrief over één actueel onderwerp. Verder wordt er in 2009 gewerkt aan de synchronisatie van berichtgeving op de site en in de nieuwsbrief en aan de koppeling van de bijbehorende databases
7.4 Externe communicatie Het jaar 2008 stond vooral nog in het teken van opbouw van het CentiQ-netwerk. Nu het platform ingericht is, is het tijd om ook direct met consumenten te gaan communiceren. Tot op heden is er vooral indirect, via de media / pers over het platform gecommuniceerd. In 2009 is het wenselijk meer sturing in de berichtgeving te hebben (agendasetting). Consumenten krijgen een positieve impuls met een duidelijk handelingsperspectief. Er zal daarom op basis van de onderzoeksresultaten strategie worden ontwikkeld om de bewustwording te vergroten als basis voor de (programma)projecten. Hiervoor wordt een integrale aanpak ontwikkeld, waarbij de afzonderlijke communicatie-, marketing- en promotie-activiteiten in samenhang worden ontwikkeld en uitgevoerd. In deze aanpak wordt invulling gegeven aan de positionering van de platform-boodschap Wijzer in geldzaken. Activiteiten en campagnes sluiten daardoor niet alleen beter op elkaar aan, maar versterken elkaar ook. En bij de consument wordt duidelijk dat het om gezamenlijke inspanningen van verschillende organisaties gaat (overheid, consumentenorganisaties en marktpartijen). Tevens wordt het communicatie-budget op deze manier kostenefficiënt ingezet. Voor alle externe communicatie geldt dat er afwegingen moeten worden gemaakt tussen free publicity en reclame of sponsoring, tussen massamediaal versus 1op1 communicatie, tussen halen versus brengen, en dergelijke. Kortom het is noodzakelijk ons te verdiepen in de benodigde communicatietechnieken, kanalen, doelgroepen en bijbehorend gedrag. Daarnaast moet er ook een overbrugging gemaakt worden tussen de CentiQ clusterprofielen en mediagedrag (mediaconsumptie) bij doelgroepen om tot een effectieve communicatie te komen met een optimale middeleninzet. Planning, analyses en evaluaties zijn onmisbare stappen in dit proces.
Wijzer in geldzaken • 27
Middelen 1. Agendasetting en bewustwording Uit het CentiQ-onderzoek komt naar voren dat bewustwording een belangrijke succesfactor is voor het realiseren van het hoofddoel van CentiQ. Zonder agendasetting en bewustwording dat ‘het belangrijk is om je geldzaken, nu en in de toekomst, op orde te hebben’, zal het moeilijk zijn om (groepen) consumenten te motiveren en aan te zetten tot een verandering in kennis, houding of gedrag. Het breed ‘in de markt zetten’ van deze boodschap is zowel naar consumenten als naar intermediairs van belang. Ervaring leert ons dat als een thema op de ‘agenda’ staat en (massamediale) aandacht heeft, andere partijen zoals leraren, gemeenten, maatschappelijke organisaties en profit-organisaties eerder bereid zijn om ook aandacht aan dit thema te besteden. Aangezien verantwoord sparen en lenen kenmerkend zijn voor sterk financieel gedrag wordt in hier concreet aandacht aan besteed. Dus niet als een apart programma, maar als integraal onderdeel van het geheel. Hiervoor worden bestaande middelen (website, free publicity, interne communicatie en lopende projecten) ingezet. Mocht het nodig of wenselijk zijn dan kunnen in aanvulling op lopende projecten andere communicatiemiddelen worden ontwikkeld. Wijzer in geldzaken zal de bindende factor zijn ter ondersteuning van de programmalijnen en zal zorgen voor rode draad waarop partners kunnen aanhaken. Ter voorbereiding is moet er eerst grondig gekeken worden naar doelstelling (concreet), doelgroep en boodschappen. Daarvoor is meer kennis nodig over consumentengedrag dan er nu voor handen is. Er wordt daarom eerst een brainstorm sessie met deskundigen gehouden.
Doelgroep: Nederlands publiek, met name zwakke clusters lenen en sparen. Doelstelling: Bewustwording (kennis en houding) verbeteren. Handelingsperspectief (kennis, gedrag) bieden. Partners: Nog te bepalen. Communicatiemiddelen: - De projecten zijn de basis van de bewustwording, ondersteund door een free publicity beleid om de bewustwording op gang te brengen in combinatie met opinionleaders, rolmodellen, ambassadeurs. - De website www.wijzeringeldzaken.nl is de basis en centrum van de communicatie. - Ondersteuning door betaalde media om basisbekendheid te creëren. - Eén duidelijke visuele herkenbaarheid hebben en faciliteiten (kant en klare communicatiemiddelen) om door iedereen makkelijk te gebruiken. Planning: Aanvang april 2009 (als voorbereiding / kader van introductie helpdesk).
2. Website / wegwijsfunctie Uit de inventarisaties die het platform in 2007 heeft uitgevoerd blijkt dat er in het ‘financiële domein’ eerder teveel dan te weinig informatie beschikbaar is. Consumenten zien door de bomen het bos niet meer en weten vaak ook niet welke informatie betrouwbaar en onafhankelijk is. Ook uit het CentiQ-onderzoek blijkt dat 1 op de 5 consumenten niet weet waar ze informatie kunnen vinden. Besloten is dat de website Wijzer in geldzaken consumenten de weg wijst naar beschikbare informatie van CentiQpartners. Sinds juni 2008 is deze website operationeel. Via thema’s en life-events vinden consumenten hun weg naar specifieke informatie op sites van partners. Daarnaast staan er verschillende ‘tools’ die partners beschikbaar hebben (rekenmodules, checklists) op de site. In 2008 is de website niet actief gepromoot. Sinds juni bezochten zo’n 15.000 bezoekers de site. Op basis van de bezoekersinformatie wordt de site de komende periode geanalyseerd en verbeterd.
28 • Jaarplan 2009
Voor 2009 staat er een aantal concrete plannen in de steigers: • De site wordt geactualiseerd en zodanig uitgebreid dat ook direct op de actualiteit kan worden ingespeeld en gereageerd. • De site wordt geschikt gemaakt en van informatie voorzien voor specifieke gebruikers zoals jongeren, consumenten, pers en professionals. • Er wordt een redactiestatuut opgesteld en een redactie gevormd bestaande uit medewerkers van het projectbureau en de partners. De redactie zal zich vooral richten op de inhoud van de site. • De site zal aansluiten bij de lopende campagnes en promotieactiviteiten onder CentiQ-vlag (een voorbeeld hiervan is de recent ontwikkelde landingspagina www.wijzeringeldzaken. nl/verantwoordlenen). • Het aantal bezoekers / gebruikers van de site moet flink toenemen in 2009. Groei van het aantal bezoekers moet worden gerealiseerd door meer en betere links te plaatsen bij partners, media en relevante fora, door de communicatiecamapgnes in 2009 maar ook door actieve zoekmachinemarketing. • Uiteindelijk streven is de dynamiek van CentiQ ook op www.wijzeringeldzaken.nl zichtbaar te maken en zo de doelstellingen te helpen realiseren. 3. Free publicity CentiQ zal in 2009 een pro-actief persbeleid voeren waarbij de actualiteit en de CentiQ doelstellingen / projecten centraal staan. Naast projecten en actuele media-issues zijn onderzoeksresultaten een geschikt vehikel om aandacht te krijgen voor CentiQonderwerpen. Vooral als onderzoeken van verschillende CentiQpartners met elkaar in verband worden gebracht kan dit extra en sterker nieuws genereren. De free publicity activiteiten zijn gericht op achtergronden, toelichting, uitleg en tips rond financiële onderwerpen. Ook zal CentiQ als platform meer prominent zichtbaar moeten zijn richting stakeholders, bijvoorbeeld door interviews met Bernard ter Haar in vakbladen, maar ook zeker in consumentenbladen of op radio of tv.
Financiële onderwerpen staan vaak negatief in de schijnwerpers (media-analyse) en worden door consumenten ook als negatief ervaren. Het is van belang om een kanteling teweeg te brengen van negatief naar positief. Dit kan bijvoorbeeld door consequent aan problemen ook oplossingen te verbinden (bieden van handelingsperspectief, geven van tips, aanbieden van tools, etc). Per keer zal er beken worden welke CentiQ-partner de meest aangewezen afzender is van een bepaalde boodschap naar een bepaalde doelgroep. De impact en geloofwaardigheid van de boodschap kan daarmee aan kracht winnen en daarmee een groter effect sorteren bij de doelgroep. Randvoorwaarden voor een effectieve PR zijn een goede planning in de vorm van de gewenst agendasetting en korte en snelle lijnen om reactief op kansen in te gaan. Ook goede samenwerking met regionale en gratis bladen en met tijdschriften is essentieel. Met name media met ‘vaste rubieken’ en stakeholders zijn in dit verband interessant. Ook wordt actief samenwerking gezocht met tv-, radio- en internetmedia, omdat uit het CentiQ-
consumentenonderzoek blijkt dat deze media voor bepaalde doelgroepen relevante informatiebronnen zijn. Doorverwijzingen uit ons eigen netwerk blijken daarbij zeer nuttig. Er is inmiddels een abonnement op de perslijst genomen en er komt een overzicht van alle relevante media en stakeholders. Eens per kwartaal zal er een PR analyses gemaakt worden n.a.v. de berichtgeving in de media over CentiQ onderwerpen. Daartoe abonneert CentiQ zich op een knipselkrant. Voor media-coverage op radio en televisie is CentiQ aangewezen op haar eigen netwerkbronnen.
7.5 Organisatie Inleiding CentiQ is een platform met partners die hun krachten bundelen en ‘achter de schermen’ samenwerken om de consument Wijzer in geldzaken te maken. ‘CentiQ’ wordt niet actief naar de consument gepositioneerd, Wijzer in geldzaken wel. Het ministerie van Financiën vervult als initiatiefnemer een stimulerende rol en draagt verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van het platform. Partners hebben een eigen rol en verantwoordelijkheid als het erom gaat bij te dragen aan een beter financieel inzicht en betere financiële vaardigheden van consumenten en werken waar mogelijk / noodzakelijk samen in het platform CentiQ. Samenwerking en afstemming zorgen voor samenhang, focus en een grotere effectiviteit. Een ondersteunend projectbureau brengt partijen bij elkaar, stimuleert het delen van kennis en fungeert als katalysator en coördinator van programma’s en projecten.
In juni 2008 werd het Actieplan Wijzer in geldzaken gepresenteerd. Daarmee kwam het platform CentiQ in een nieuwe fase, waarin het initiëren en uitvoeren van projecten centraal staat. Bij deze fase past ook een nieuwe organisatiestructuur. Hieronder wordt de organisatie zoals die er eind 2008 uitziet kort toegelicht.
Wijzer in geldzaken • 29
Stuurgroep De stuurgroep heeft de volgende taken: • Bepaalt de strategie. • Stuurt bij op strategisch niveau. • Besluit over jaarplan (inclusief begroting). • Stelt een afwegingskader voor projecten vast. • Besluit over projecten die buiten de gestelde kaders vallen.
Per 31 december 2008 is de stuurgroep als volgt samengesteld:
Partners Eén van de strategische uitgangspunten van het platform is ‘het gebeurt waar het al gebeurt’. Dit betekent ondermeer dat de partners van CentiQ primair verantwoordelijk zijn voor het initiëren en uitvoeren van projecten. De partners: • Voeren projecten uit en vervullen de rol van projectleider voor de individuele projecten. • Dienen voorstellen in voor projecten. • Brengen kennis en expertise in in kennisgroepen.
In de bijlage is de partnerlijst per 31 december 2008 opgenomen. Harman Korte: Directeur Autoriteit Financiële Markten (AFM) Rob Dorscheidt: Manager maatschappelijke belangenbehartiging algemeen, Consumentenbond Bernard ter Haar: Directeur Financiële markten Plv. Thesaurier-Generaal, Ministerie van Financiën Mike van den Tillaart: Hoofd financiële afdeling VO, Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap Petra Lugtenburg: Directeur Re-integratie en Participatiek, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rob Groenemeijer: Voorzitter NBVA Wim Mijs: Directeur, Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) Gerjoke Wilmink: Directeur Nibud Fred van Raaij: Hoogleraar economische psychologie, Universiteit van Tilburg Richard Weurding: Algemeen directeur, Verbond van Verzekeraars Marjolein Zaal: Manager communicatie en public affairs, Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen
Projectbureau Het projectbureau heeft een aanjagende, coördinerende en faciliterende functie in het platform. Het heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: • Is de linking pin tussen stuurgroep, managementgroep, partners. • Heeft het dagelijks contact met partners over nieuwe projecten en over de voortgang van lopende projecten. • Bereidt bijeenkomst van stuurgroep en management groep voor. • Geeft de managementgroep inzicht in de stand van zaken (voortgangsrapportage).
Het projectbureau is ondergebracht bij het Ministerie van Financiën en is per 15 januari 2009 als volgt samengesteld:
Susan Groen: Projectmedewerker Marloes van den Heijkant: Senior Beleidsmedewerker, verantwoordelijk voor het programma Zorg voor de toekomst Henriëtte Raap-Scheele: Senior communicatie-adviseur3 Wilna van Rossum: Senior Beleidsmedewerker, verantwoordelijk voor het programma Jong geleerd is oud gedaan Olaf Simonse: Projectleider Sander Verbaan: Senior Beleidsmedewerker, verantwoordelijk voor het programma Financiën op orde
Managementgroep De managementgroep heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: • Vertaalt het Actieplan (strategie) in projecten (uitvoering), prioriteiten en begroting. Dit krijgt zijn beslag in een jaarplan. • Doet een voorstel voor afwegingskader projecten. • Besluit over projecten (en de toekenning van geld) binnen de kaders (jaarplan, begroting, afwegingskader). • Bewaakt de voortgang van projecten en rapporteert hierover aan de stuurgroep. • Bewaakt de samenhang tussen activiteiten (bijvoorbeeld op het gebied van campagnes en onderzoeken). • Fungeert als klankbord voor het projectbureau.
De samenstelling van de managementgroep is per ultimo 2008 als volgt:
Moniek Wolters: Plaatsvervangend hoofd Marktgedrag en Effectenverkeer, Ministerie van Financiën Jan Vermeer: Hoofd Re-integratie Specifiek en Activering, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jasper Kat: Hoofd Consumentenzaken en Ondernemingsklimaat, Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) Dolf Sanbulte: Secretaris Algemene Beleidszaken, Verbond van Verzekeraars
3
Tot 15 januari is deze functie a.i. vervuld door Marianne Wildenberg
30 • Jaarplan 2009
Wijzer in geldzaken • 31
Bijlage I: Kernconclusies onderzoeken 2008 1. Onderzoek financieel inzicht Nederlanders Uit het CentiQ-onderzoek is informatie beschikbaar gekomen over kennis, informatiebehoefte en geraadpleegde informatiebronnen van (clusters van) consumenten. Hieronder de belangrijkste resultaten en inzichten. Deze inzichten kunnen helpen om de informatie en communicatie te verbeteren en effectiever te maken. • Er is onvoldoende kennis bij consumenten over de producten die ze bezitten. • Er is beperkte interesse in financiële informatie. • Bij de meeste groepen is het verstrekken van betrouwbare informatie, het geven van een goed advies en het ondersteunen bij de besluitvorming gewenst. • Consumenten zoeken financiële informatie en producten om persoonlijke doelen te realiseren (vermogensgroei, bescherming tegen tegenvallers, financieel plan voor de toekomst, beter omgaan met dagelijkse uitgaven, zich ontwikkelen tot onafhankelijke consument). • 43% raadpleegt familie, vrienden, kennissen bij het nemen van een financiële beslissing. • 24% raadpleegt intermediairs/tussenpersonen/financieel adviseurs, m.n. over lijfrente, hypotheken en pensioen. Voor pensioen is de werkgever een belangrijke bron. • 27% raadpleegt de bank/verzekeraar/pensioenfonds. • 20% raadpleegt internet. • Relatief weinig geraadpleegd worden verschillende onafhankelijke bronnen zoals consumentenorganisaties, de overheid, vergelijkende sites, televisieprogramma’s (radar/kassa). Bij elkaar opgeteld worden in 35% van de gevallen tenminste 1 van deze bronnen geraadpleegd. • 30% heeft moeite goede en relevante financiële informatie te vinden (de informatie is te veel, te moeilijk te begrijpen, onduidelijkheid over betrouwbaarheid van de informatie). • Meest voorkomende momenten waarop gezocht wordt naar informatie zijn: een grote aanschaf of verplichting (44%), aanschaf nieuwe financiële producten (26%), verandering in het leven (20%). • Met name via internet, folders en televisieprogramma’s (25%) wil men informatie ontvangen. • Persoonlijk advies van een adviseur is het minst populair. Ruim 50% heeft weinig tot geen vertrouwen in de financieel adviseur. • Financiële voorlichting wordt verwacht van financiële instellingen (69%), onafhankelijke instellingen (61%) en van de overheid (61%).
2. Onderzoek financieel inzicht 8 – 18 jarigen • 30% van de jongeren vertoont problematisch of risicovol gedrag. Zoals het kopen zonder nadenken en het hebben van schulden. • 50% van de jongeren is niet van mening dat hun ouders hen de waarde van geld goed heeft bijgebracht. Het leren van financiële verantwoordelijkheid wordt niet bevorderd doordat ouders te vrijgevig zijn als jongeren geld te kort komen. • Jongens laten zich vaker door leeftijdsgenoten beïnvloeden dan meisjes. Meisjes staan meer onder invloed van reclame. • 50% van de scholieren vanaf 15 jaar heeft geen controle over geldzaken. Niet leren van ouders hoe met geld om te gaan en niet zelf kunnen beslissen worden als belangrijkste redenen voor dit gebrek aan controle genoemd. • Tweederde van 8 tot 18 jarigen vindt sparen belangrijk. Sparen wordt naar mate de leeftijd vordert steeds minder belangrijk. • De financiële motivatie is over het algemeen beperkt (slechts een kwart van de jongeren wil meer weten over financieel gerelateerde zaken). Jongens hebben iets meer financiële motivatie dan meisjes. • 60% van de jongeren heeft een tekort aan financiële vaardigheden. Dit tekort in financiële vaardigheid is onafhankelijk van leeftijd. • Financieel gedrag ontwikkelt zich. Naar mate men ouder wordt, wordt het meer gericht op uitgeven. Dit overkomt meisjes vaker dan jongens. Komt ook vaker voor bij allochtone jongeren.
32 • Jaarplan 2009
• De gerichtheid op uitgeven hangt samen met een gedragspatroon van uitgaan en communicatie. • Extra geld aan de ouders vragen bij geldtekort en geld lenen bij anderen komt bij de helft van de scholieren in het voortgezet onderwijs voor.
3. Overeenkomst financieel gedrag kind en ouders • Als ouders veel spaarzin vertonen, hebben hun kinderen dat ook. • Kinderen van financieel zwakke ouders zijn vooral gericht op het uitgeven van geld en niet op sparen. Bij kinderen van ouders met een sterk financieel inzicht ligt dat juist andersom; zij zetten het geld dat over is opzij. • Goed financieel beheer door ouders wordt teruggevonden bij kinderen: deze kinderen ervaren minder vaak problemen met rondkomen met geld en hebben minder vaak schulden. • Kinderen van ouders die niet sterk zijn in het beheren van hun financiën vragen hun ouders vaker om extra geld als zij tekort komen en ze hebben vaker schulden. • Financieel zwakkere ouders (ouders die in financieel opzicht onzeker, zoekend, laconiek of ongeletterd zijn) zijn in de ogen van hun kinderen vrijgeviger. Kinderen van financieel sterke(re) ouders beleven hun ouders minder vaak als vrijgevig: zij krijgen niet zo snel extra geld als zij er om vragen in geval van geldtekort. • Kinderen van ouders die financieel zoekende zijn (niet kunnen rondkomen en sparen), vertonen iets vaker voortekenen van problematisch gedrag dan kinderen van financieel degelijke ouders. • (Mogelijk) risicovol gedrag bij kinderen, zoals het hebben van schulden het spelen om geld, wordt naar verhouding vaker aangetroffen bij kinderen van wie de ouders een benedengemiddelde financiële vaardigheid hebben en bij kinderen van ouders die moeilijk kunnen rondkomen. • Risicovol financieel gedrag heeft echter niets te maken met het feit of ouders en hoog of laag kennisniveau hebben en of zij zich meer op de korte of lange termijn oriënteren. • Kinderen van ouders die beroepsmatig bezig zijn met financiële zaken gedragen zich niet anders dan kinderen van wie de ouders niets met financiën te maken hebben. • Invloed van leeftijdsgenoten op het financieel gedrag lijkt groter dan de invloed van de ouders (zie ook de resultaten van het eerste onderzoek), maar ouders spelen wel een rol door hun invloed op het financieel inzicht van hun kinderen en, in mindere mate, ook op hun gedrag.
4. Communicatie-instrumenten van commerciële financiële aanbieders NB Het onderzoek is via deskresearch gedaan spitste zich toe op website, rtv commercials en telefonisch nabellen. Veelgebruikte communicatiemiddelen als direct mail en persoonlijk advies zijn derhalve buiten beschouwing gelaten evenals communicatie via GEA, bankafschriften, telemarketing en dergelijke. • Onderzochte informatie is meer gericht op de financiële producten van aanbieders dan op life events van consumenten. • Weinig informatie over nadelige gevolgen van financiële keuzes. • Aanbieders maken allemaal gebuik van internet en campagnes om producten en het merk (imago) onder de aandacht te brengen. • Communicatie is gericht op traffic naar kantoren of site (of beide). • Leningverstrekkers zijn agressiever in communicatie en concurreren op snelheid, gemak en rentepercentage; Hypotheekverstrekkers richten zich meer op kennis en betrouwbaarheid. • Campagnes vaak gericht op naambekendheid. • Grotere aanbieders beschikken allemaal over min of meer dezelfde instrumenten in. • Meeste aanbieders hanteren doelgroepbeleid. • Internet heeft steeds meer centrale rol in informatievoorziening. • Zoekopdrachten leveren consumenten een woud aan (betrouwbare?) informatie op. Niet commerciële aanbieders sneeuwen onder. - zichtbaar maken dat informatie onafhankelijk is (keurmerk?) - handvatten aanreiken om producten te beoordelen (state of the art informatie te downloaden op www.wijzeringeldzaken.nl)
Wijzer in geldzaken • 33
In 2007/2008 zijn ook vanuit de eigen kennis en ervaring van partners en tijdens discussies in de projectgroep communicatie verschillende aandachtspunten en lessons learned naar voren gekomen. Deze uitgangspunten zullen als referentie dienen bij het opstellen van communicatieplannen en het uitvoeren van communicatieactiviteiten in 2009. De belangrijkste daarvan zijn: • Zet niet per se in op inhoudelijke kennis, maar zorg dat consumenten ‘toegerust’ zijn zodat ze inzicht hebben/krijgen in hun eigen (financiële) situatie en in financiële producten en de juiste vragen kunnen stellen zodat ze hun eigen oordeel kunnen vellen. • Richt je op segmenten en niet op consumenten en verbind met thema’s/concrete onderwerpen (thema-doelgroep combinaties). - Communiceer vraaggericht i.p.v. aanbodgericht en houd rekening met de informatiebehoefte en het informatiezoekgedrag van consumenten. - Richt je op de specifieke financiële (totaal)situatie van de consument en zijn (on)mogelijkheden. - Benut media, kanalen en locaties waar consumenten al gebruik van maken en verbind ‘financiële boodschappen’ met andere ‘boodschappen’ vanuit de gedachte: geld ≠ doel, maar middel. - Wees positief: communiceer vooral oplossingen (handelingsperspectief) en kies voor een positieve grondtoon. • Zet in op jongerencommunicatie en verbind met educatie (onderwijs) en financiële opvoeding (door ouders) tot een logische rode draad. - Zet in op bekendheid en vindbaarheid van bestaande communicatieactiviteiten en –kanalen van CentiQ-partners. - Maak gebruik van bestaande, sterke ‘merken/afzenders’ waar consumenten vertrouwen in hebben. • Zet in op communicatie die consumenten helpt om zich voor te bereiden op financiële (levens)situaties en op de aankoop van financiële producten. • Laat de vaste volgorde B > K > H > Gedrag los. Ook via gedrag kun je aan bewustwording werken.
5. Kernconclusies 1 jaar media-analyse CentiQ (periode augustus 2007 t/m juli 2008) • Er wordt regelmatig geschreven over financiële onderwerpen en vanaf november 2007 is een stijgende lijn te zien. • Onderwerpen waarover geschreven wordt zijn voor een belangrijk deel gerelateerd aan actuele issues (woekerpolis, kredietcrisis, dalend consumentenvertrouwen, nieuwe wet- en regelgeving, uitspraken bewindslieden) en aan onderzoeksresultaten (hypotheekadvies, verzekeringspremies, leengedrag, jongeren). • De ‘frames’ (invalshoeken) die media in hun berichtgeving kiezen zijn vooral ‘kennis van consumenten’ en ‘problemen van consumenten’. ‘Gedrag van consumenten’ en ‘oplossingen voor financiële problemen’ komen minder voor. ‘Gedrag van consumenten’ wordt de laatste kwartalen steeds vaker als ‘frame’ gekozen (invloed kredietcrisis?). • Omdat het ‘probleemframe’ vaak dominant is, is het niet verwonderlijk dat de berichtgeving over financiële onderwerpen meestal negatief is. • In de landelijke media wordt dit negatieve beeld versterkt omdat voor hen geldt dat ‘goed nieuws, geen nieuws’ is. • Regionale bladen, gratis bladen en tijdschriften zijn genuanceerder in hun berichtgeving en er is ook meer aandacht voor achtergronden, uitleg en tips. • Platformleden van CentiQ zijn niet prominent in beeld en hun zichtbaarheid is sterk afhankelijk van ‘de aanleiding’ waarom zij in het nieuws komen (woekerpolisaffaire - Verbond van Verzekeraars en onderzoek hypotheekadvies - AFM). Nibud en Consumentenbond komen ook los van ‘een aanleiding’ relatief vaak èn positief in de media. • In verschillende media zijn vaste rubrieken en bepaalde ‘stakeholders’ (redacteuren, deskundigen, columnisten) die regelmatig aandacht besteden aan financiële onderwerpen.
34 • Jaarplan 2009
Bijlage II: CentiQ-partners Autoriteit Financiële Markten www.afm.nl
Maatschappelijke Ondernemers Groep www.mogroep.nl
Stichting Leger des Heils, Welzijns-en Gezondheidszorg www.legerdesheils.nl
Beroepsvereniging van beleggingsdeskundigen www.bsem.nl
Ministerie van Financiën www.minfin.nl
Stichting Ondernemings pensioenfondsen www.opf.nl
Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) www.ouderenorganisaties.nl
Ministerie van Financiën/ Belastingsdienst www.belastingdienst.nl
Citi www.citi.nl
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid www.szw.nl
Cito www.cito.nl Consumentenbond www.consumentenbond.nl De Nederlansche Bank www.dnb.nl Delta Lloyd Groep www.deltalloydgroep.com Divosa www.divosa.nl Dutch Securities Institute www.dsi.nl E-Quality www.e-quality.nl Fortis Foundation Nederland www.fortisfoundation.nl Geldmuseum www.geldmuseum.nl Hogeschool van Amsterdam www.hva.nl Hogeschool Arnhem Nijmegen www.han.nl Koninklijk Nederlands Instituut van Register accountants www.nivra.nl
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting www.nibud.nl Nederlands Instituut voor het Bank-, Verzekerings- en Effectenbedrijf (NIBE-SVV) www.nibesvv.nl Nederlandse Centrale Vereniging van Beleggings studieclubs www.ncvb.nl Nederlandse Vereniging van assurantieadviseurs en financiële dienstverleners www.nva.nl Nederlandse Vereniging van Banken www.nvb.nl Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet www.volkskrediet.nl Stichting Financiële dienstverlening www.stfd.nl Stichting Leerplan Ontwikkeling www.slo.nl
Stichting Pensioenfonds ABP www.abp.nl Stichting Pensioenkijker.nl www.pensioenkijker.nl Unie van Beroepspensioen fondsen www.uvb.nl Verbond van Verzekeraars www.verzekeraars.org Vereniging Eigen Huis www.eigenhuis.nl Vereniging FFP www.ffp.nl Vereniging van Bedrijfstak pensioenfondsen www.vb.nl Vereniging van Effectenbezitters www.veb.net Vereniging van Onafhankelijke Financiële en Assurantieadviseurs (NBVA) www.nbvanet.nl Vereniging van Vermogens beheerders en Commissionairs www.vvenc.nl Wageningen Universiteit www.wageningenuniversiteit.nl
Wijzer in geldzaken • 35
Bijlage III: Referenties Zie www.wijzeringeldzaken.nl Actieplan Wijzer in Geldzaken, juni 2008 Bijdrage van docenten aan vergroting van financieel inzicht van leerlingen, SLO, januari 2008 Communicatie-instrumenten van commerciële financiële aanbieders, Quatro, september 2008 Communicatie-instrumenten van commerciële financiële aanbieders, september 2008 Handreiking instrumentontwikkeling en effectmeting budgetteren, KWIZ, april 2008 onder scholieren uitgevoerd in opdracht van CentiQ Onderzoek naar vergroting van financieel inzicht in onderwijsmethoden, een analyse in het onderwijs voor leerlingen van 8 tot 18 jaar, SLO Overeenkomst in financieel gedrag van kind en ouders, dr. A. Claassen (ITC), mw. dr. J. Polman (ITS), dr. H. Katteler (ITS), september 2008 Resultaten Financieel inzicht van 8 tot 18 jarigen in Nederland, Onderzoek onder 3.941 scholieren uitgevoerd in opdracht van CentiQ, dr. A. Claassen (ITC), mw. dr. J. Polman (ITS), dr. H. Katteler (ITS), augustus 2008 Resultaten Financieel Inzicht van Nederlanders, Publieksonderzoek over 4280 consumenten uitgevoerd in opdracht van CentiQ, Prof. dr. G. Antonides (Universiteit Wageningen), Dr. I.M. de Groot (Universiteit van Tilburg), Prof. dr. W.F. van Raaij, (Universiteit van Tilburg), juni 2008 Samenvatting Actieplan Wijzer in Geldzaken, juni 2008 Samenvatting Financieel inzicht van 8 tot 18 jarigen in Nederland Samenvatting Financieel Inzicht van Nederlanders, publieksonderzoek onder 4280 consumenten uitgevoerd in opdracht van CentiQ, juni 2008 Voorstel criteria keuze CentiQ-activiteiten, oktober 2008
36 • Jaarplan 2009
Bijlage IV: Clusters van consumenten Op basis van aspecten als motivatie, kennis en vaardigheden zijn consumenten ingedeeld in zeven clusters, van niet tot zeer financieel problematisch. Deze clusters geven houvast bij het formuleren van beleid. 1. Financieel onbekommerd (15%, circa 1,9 miljoen Nederlanders van 18 jaar of ouder). Kenmerken: kunnen het beste rondkomen, sterk financieel beheer, kunnen goed sparen, benedengemiddeld overzicht en lage betrokkenheid. Dit cluster loopt geen noemenswaardig financieel risico. In dit cluster zitten relatief veel ouderen, vooral mannen, gemiddelde leeftijd 53,7 jaar, met een hoog inkomen, groot vermogen en weinig schulden. 2. Financieel ambitieus (17%, circa 2,2 miljoen personen van 18 jaar en ouder). Kenmerkend voor dit cluster: sparen het beste, sterk financieel beheer, kunnen zeer goed rondkomen, hebben goed overzicht en de meeste financiële kennis. Door hun risicogeneigdheid (risicovolle beleggingen) kunnen ze in de problemen komen. In dit cluster is 64% man, gemiddelde leeftijd 43,3 jaar, hoog opgeleid en in de hoogste inkomensklasse. 3. Financieel degelijk (14%, circa 1,7 miljoen personen van 18 jaar en ouder). Kenmerkend zijn sterk financieel beheer, rondkomen en overzicht, benedengemiddeld sparen, lage betrokkenheid. Lopen risico bij inkomensdaling of onverwachte grote uitgaven omdat ze benedengemiddeld sparen. In dit cluster zitten relatief veel vrouwen, gemiddelde leeftijd 51,2 jaar, modaal inkomen en middelbaar opleidingsniveau. 4. Financieel onzeker (16%, circa 2 miljoen personen van 18 jaar en ouder). Kenmerken: bovengemiddeld sparen, zwak in financieel beheer, rondkomen en overzicht. Het risico zit vooral in hun onzekerheid over informatie, zichzelf en hun beslissingen. Ondersteuning in besluitvorming, betrouwbare bronnen en informatie zijn voor hen belangrijk. Gemiddelde leeftijd van dit cluster is 44,4 jaar, middelbaar opleidingsniveau, modaal inkomen, meerpersoonshuishoudens, zowel met als zonder kinderen. 5. Financieel zoekend (18%, circa 2,2 miljoen personen van 18 jaar en ouder). Kenmerkend zijn zwak financieel beheer, rondkomen en sparen, wel goed overzicht. Lopen risico door hun onzekerheid, spijt en hun zorg dat ze niet over de juiste informatie beschikken. Ze zijn wel actief, betrokken en gemotiveerd. Juiste informatie op tijd aangeleverd krijgen is voor hen belangrijk. In dit cluster zitten relatief veel vrouwen (60%) en jongeren. Gemiddelde leeftijd 45,3 jaar, laag opleidingsniveau, modaal inkomen en relatief veel allochtonen. 6. Financieel laconiek (15%, circa 1,9 miljoen personen van 18 jaar en ouder). Problematisch cluster: slecht financieel beheer, rondkomen en sparen, zeer slecht overzicht. Zij lopen risico doordat zij beschikken over weinig kennis en relevante informatie. Ze weten niet wat ze niet weten en hebben niet met geld leren omgaan. De kans op verkeerde financiële beslissingen is groot. Dit cluster heeft meer vrouwen met middelbaar opleidingsniveau. Gemiddelde leeftijd 45 jaar. Modaal inkomen, eenderde heeft schulden en geen vermogen, meerpersoonshuishoudens met kinderen. 7. Financieel ongeletterd (5%, circa 600.000 personen van 18 jaar en ouder). Meest problematische cluster: zeer zwak financieel beheer en financieel gedrag. Grote kans op verkeerde financiële beslissingen, door gebrek aan kennis, zekerheid, activiteit in financiële zaken. Hebben niet met geld leren omgaan en weten niet wat ze zouden moeten weten. Wel betrokken. Advies van belang. Cluster met relatief veel jongeren, middelbaar/laag opgeleid, laag inkomen, weinig vermogen, relatief veel schulden en relatief veel allochtonen.
Wijzer in geldzaken • 37
38 • Jaarplan 2009
Wilt u meer weten? Bezoek de CentiQ-website: www.wijzeringeldzaken.nl Opmerkingen of vragen kunt u sturen aan ons e-mailadres
[email protected] Adresgegevens: CentiQ Ministerie van Financiën Korte Voorhout 7 Postbus 20201 2511 CW Den Haag