Met Máxima wijzer in geldzaken
Nederlandse Vereniging van Banken
Bank|Wereld Kwartaalblad, nummer 1, april 2011
Ruimte voor Code Banken Vrouwen aan de top Vuist tegen internetfraude
Bank|Wereld
2
Vuist tegen internetfraude
Uitgesproken
Het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), het Landelijk Parket en de banken slaan de handen ineen in het voorkomen en aanpakken van digitale criminaliteit, zoals fraude met internetbankieren. Minister Opstelten ondertekent onder toeziend oog van bankbestuurders het convenant.
In de Electronic Crimes Taskforce (ECTF) komt unieke en specifieke kennis, informatie en expertise vanuit deze organisaties samen. Onderdeel van de samenwerking in het ECTF is het delen van publiek-private informatie en zorgen voor betere analyses en versterking van de informatiepositie om cybercrime aan te vallen. De opsporing en vervolging van verdachten en/of criminele organisaties zijn een belangrijk onderdeel van de aanpak. Met deze vorm van samenwerking is Nederland niet uniek, ook in onder meer Amerika en het Verenigd Koninkrijk wordt met succes in taskforces cybercriminaliteit bestreden. Om de samenwerking te formaliseren ondertekenden op maandag 14 maart minister Opstelten van Veiligheid en Justitie, voorzitter Boele Staal van de Nederlandse Vereniging van Banken en de bestuurders Chris Vogelzang van ABN AMRO, Nick Jue van ING, René Steenvoorden van Rabobank, korpschef KLPD Ruud Bik en Hoofdofficier Van de Burg hierover een convenant. Fraudecijfers internetbankieren Zo’n tien miljoen klanten bankieren tegenwoordig via internet. Daarmee is het digitale betalingsverkeer een aantrekkelijk doelwit geworden voor criminelen. De (potentiële) opbrengsten en impact van deze vorm van criminaliteit kunnen hoog zijn en het slachtofferschap kan wijdverbreid zijn. Veilig en betrouwbaar betalingsverkeer is van groot belang voor stabiliteit en de integriteit van het financiële stelsel. De afgelopen jaren is de financiële schade, die financiële instellingen en consumenten hebben geleden,
toegenomen. De schade wordt met name veroorzaakt door phishing-aanvallen. De Nederlandse Vereniging van Banken maakte op 14 maart bekend dat in 2010 de schade als gevolg van fraude met internetbankieren € 9,8 mln bedroeg. In 2009 was dit nog € 1,9 mln. Preventieve maatregelen Naast de strenge beveiligingsmaatregelen die banken nemen en hun voortdurende monitoring is het ook belangrijk dat klanten
zelf bepaalde maatregelen nemen om te voorkomen dat anderen toegang krijgen tot de bankrekening. Om klanten alert te maken is in oktober 2010 de succesvolle campagne ‘Veilig Bankieren’ gestart. Dit was een vervolg op de campagne ‘3x kloppen’. Via deze campagne worden klanten onder meer geïnformeerd over het fenomeen phishing (geef nooit inlog- en/of betaalcodes af!!) en worden adviezen gegeven hoe de kans te verkleinen dat computers worden besmet met malware.
[email protected]
Kenmerken van internetfraude zijn onder meer: phishing van (inlog)gegevens, spoedoverboeking, meestal naar een rekening bij dezelfde bank (snelheid) gevolgd door contante opnames bij geldautomaten. Phishing is het met behulp van social engineering ontfutselen van persoonlijke informatie, waaronder inlogcodes. Dit gebeurt telefonisch of door het sturen van (bulk)mail waarbij criminelen zich voordoen als een betrouwbare instantie/ bank om klanten te verleiden om persoonlijke informatie af te geven of om op een knop te drukken en zo de computer te besmetten. Dit is ook de reden waarom de NVB een aantal maanden geleden de campagne Veilig Bankieren is gestart. Zie hiervoor: www.veiligbankieren.nl Hoewel het voor een klant heel vervelend is als hij/zij slachtoffer wordt van fraude met internetbankieren, is het
2008
2009
2010
2,1 mln
1,9 mln
9,8 mln
Ontwikkeling fraude met internetbankieren
aantal daadwerkelijke slachtoffers nog heel laag. In 2010 waren er 1383 geslaagde fraudes (2009: 154, eerste halfjaar 2010: 514). Op 10 miljoen klanten die internetbankieren is dat dus zeer beperkt: 0,014% van de klanten was daadwerkelijk slachtoffer. Ten aanzien van de schade geldt dat in de regel klanten schadeloos gesteld worden, tenzij iemand onvoorzichtig of nalatig is geweest. Voor de meeste vormen van internetfraude zijn katvangers nodig die hun rekening ter beschikking stellen om het frauduleuze geld op binnen te laten komen. In 2010 zijn hiervoor minimaal 5.000 katvangers door criminelen geronseld. 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0
Q1
Q2
Q3
Q4
Schade als gevolg van fraude met internetbankieren 2010
Bank|Wereld
Inhoudsopgave Oogpunt
4
Vrouwen aan de top
8
Belastingdienst & banken ondertekenen VIA-convenant
8
Startschot Nieuwe Pinnen
9
Onze man in Brussel
9
Nummerportabiliteit en overstapservice
10
Ruimte voor Code Banken
12
Jong geleerd, oud gedaan
16
Kort
17
Boeken
16 18
Kort
19
Nieuwe gedragscode hypothecaire financieringen
20
Nawoord
Bank|Wereld is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Banken Redactieadres: Gustav Mahlerplein 29 – 35, 1082 MS Amsterdam Postbus 7400, 1007 JK Amsterdam t 020 5502896 e
[email protected]
Oogpunt
3
3
Vrouwen In de aftermath van een financiële en economische crisis die zijn weerga niet kende, zijn we als maatschappij, sector en politiek op vele fronten bezig om een volgende crisis te voorkomen. Als bancaire sector gaan we door roerige tijden, die ons voor vele uitdagingen stellen. Deze gaan we niet uit de weg, sterker nog, met man (en vrouw, zoals in deze Bank|Wereld blijkt) en macht wordt er keihard gewerkt aan een blijvend stabiele en betrouwbare bancaire sector. Wat de crisis ons heeft aangetoond is dat een internationaal raamwerk van crisismanagement (recovery and resolution) nodig is waarbij internationale uitgangspunten moeten worden vastgesteld. Als Nederlandse Vereniging van Banken zijn we voor een early intervention-fase: om problemen te kunnen voorkomen, begint preventie bij het afgeven van de bankvergunning. Ook moet vooraf duidelijk zijn wie nationaal en internationaal verantwoordelijk zijn en hoe verschillende autoriteiten met elkaar samenwerken. Het is in het geval van een bank die over de grenzen werkt, onmogelijk om alle betrokken toezichtsautoriteiten te betrekken. Toezichtscolleges die ook knopen kunnen doorhakken over home en host supervisors helpen hierbij. Ook ten aanzien van het verdelen van lasten. Het Europese toezichtsraamwerk dat sinds 1 januari van dit jaar van kracht is, draagt bij aan het voorkomen van nieuwe problemen in de financiële sector. Nationaal dragen we hiertoe bij middels een bankspecifieke code die zich richt op versterking van de governance binnen banken, risicomanagement, audit en beloningsbeleid: de Code Banken. Een onafhankelijke Monitoring Commissie ziet toe op de naleving van de Code en rapporteert hierover in dit najaar. Banken participeren vanuit hun maatschappelijke rol in nauwe samenwerking met het ministerie van Financiën in CentiQ, wijzer in geldzaken. In deze editie van Bank|Wereld koninklijk bezoek van prinses Máxima die zich vanuit haar rol als erevoorzitter van CentiQ, wijzer in geldzaken vol overgave stort op financiële educatie. Een beter boegbeeld dan de Prinses kan je je niet wensen. Over haar betrokkenheid en inzet spreekt zij uitgebreid (vanaf pagina 12). Daarnaast delen enkele vrouwen in hogere functies hun ervaringen over werken in een overwegend mannelijke (bankiers)omgeving. Ik wens u veel leesplezier! Wim Mijs | directeur Nederlandse Vereniging van Banken
[email protected]
Hoofdredactie: Michel Noordermeer, Nienke Leenstra (adj) Redactie: Floris Mreijen, Aleid van der Zwan, Ivo Bolluyt, Bart van Leeuwen, Sofia van de Ven Fotografie: Marcel Molle, Michel Wielick Overname van artikelen uit deze uitgave of delen daarvan is toegestaan, mits met bronvermelding. Voor meer informatie over de inhoud van dit nummer kunt u terecht bij de redactie. Vormgeving: Gijs Sierman, Amsterdam Productie: Yardmen, Amsterdam
3
Bank|Wereld
Vrouwen aan de top
Dossier
Het aantal vrouwen in topfuncties is gegroeid. Bij de 100 grootste bedrijven in Nederland nam het aandeel vrouwen in topfuncties toe van 7% in 2007 naar 9% in 2009. Verschillende organisaties hebben de Charter Talent Naar de Top getekend, dat een hogere toestroom, doorstroom en behoud van vooral vrouwelijk talent in topfuncties bereiken. Bank|Wereld gaat in gesprek met drie vrouwen in topfuncties.
4
Bank|Wereld Gerlinde Silvis, lid Raad van Bestuur van Rabobank Nederland Ook dat gaat verder dan de man-vrouwdiscussie. In welke mate zijn masculiene en feminiene eigenschappen gerepresenteerd?’
Hoe serieus word je genomen als je benoemd wordt op basis van een quotum? U zit op een toppositie. En u bent vrouw... ‘De discussie zou over meer moeten gaan dan enkel de man-vrouwverhouding. In wezen gaat het om het ontwikkelen van talent in de meest brede zin. Naast de doorstroming van vrouwelijk talent gaat het bijvoorbeeld net zo goed om jong talent en om allochtonen. Hoe zorg je voor diversiteit? Want ik ben ervan overtuigd dat diversiteit en complementariteit in teams ontzettend belangrijk is voor organisaties. Daar werken we ook hard aan. En daar praat ik liever over dan over mij persoonlijk.’ Waarom is het zo belangrijk dat ook in de hogere functies die diversiteit toeneemt? ‘Het is voor banken belangrijk dat de medewerkers de maatschappij reflecteren. Als je kijkt naar de samenleving, dan bestaat die uit mannen en vrouwen, maar ook uit allochtonen en autochtonen, jongeren en ouderen. Als je dicht bij klanten wilt staan moet je ook realistische afspiegelingen daarvan willen zijn, op alle niveaus. Daarnaast blijkt dat teams beter presteren als de mensen complementair zijn in kennis, in competentie en in de rollen die ze spelen.
Ook bij uw bank is de diversiteit minder naarmate het functieniveau hoger is. ‘De spoeling is dun in de top van de organisatie. Dat komt, denk ik, omdat we voor die diversiteit in het verleden te weinig aandacht hebben gehad. Het ontwikkelen van mensen vraagt tijd. Maar wij hebben nu een hele duidelijke doelstelling om te komen tot meer diversiteit. Zo zorgen wij ervoor dat we van meet af aan vrouwen in talentprogramma’s en traineeprogramma’s krijgen. Bij nieuwe instroom kijken we veel meer naar diversiteit. Daar hebben we intern ook afspraken over. En we zien dat die instroom en doorstroom op gang komt.’ Hoe zien die interne afspraken eruit? ‘Wij hebben bijvoorbeeld afspraken dat bij de traineeprogramma’s maximaal de helft een witte man mag zijn. Ook bij talent-ontwikkelprogramma’s, die er zijn voor mensen op alle niveaus, sturen we heel gericht op het selecteren van vrouwen in die programma’s. Die afspraken maken wij in onze benoemingscommissie, met onze eigen commissarissen, in de raad van bestuur en in onze verschillende directoraten. Je ziet inderdaad wel een vertragend element in de richting van de top, omdat we indertijd minder vrouwen ontwikkeld hebben in het midden- en hoger kader. Maar daar sturen we heel gericht op en je ziet dat het resultaten oplevert. De afgelopen jaren benoemen we gestructureerd vrouwen binnen alle posities die er vrijkomen. Met voldoende energie krijg je het beeld gedraaid.’ De overtuiging en de energie is er. Maar de verhouding is nog scheef. ‘Je kunt bij de instroom aan de knoppen draaien. Maar je hebt ook te maken met de populatie die je hebt. Die probeer je wel door te ontwikkelen vanuit de oriëntatie dat je complementaire teams wilt, dus meer diversiteit, maar dat kost tijd.’ Hoeveel tijd kost het voordat die achterstand – uit het verleden – is weggewerkt? ‘Achterstand? Dat zijn uw woorden, zo kijk ik er niet naar. We voeren gericht beleid op ontwikkeling van vrouwelijk talent in de organi-
satie. Maar zo’n talent-ontwikkelprogramma is een continuüm, iets waar we voortdurend mee bezig zijn, op alle niveaus in de organisatie. Dat is overigens iets wat we nog niet zo lang hebben, pas een aantal jaren. Maar het werpt wel al vruchten af. Dat is goed nieuws, denk ik.’ Een quotum – zoals bijvoorbeeld het Europees Parlement wil – is voorbarig? ‘We ontwikkelen de diversiteit in onze organisatie met veel gestructureerde energie. Natuurlijk kan het altijd beter en verfijnder, maar we zijn er continu mee bezig. In toenemende mate benoemen we vrouwelijke talenten in de hogere functieschalen. En daar gaan we gestaag mee door, gestructureerd en collectief. Een quotum vind ik een versmalling van de discussie. Het gaat om het ontwikkelen van diversiteit in je organisatie. Het geldt ook voor allochtonen, ook voor vrouwen, ook voor jongeren. Daarmee krijg je een balans in je organisatie. Waar wil je naartoe werken? Houd je elkaar daaraan? Is het een actueel thema in je organisatie op de momenten dat het ertoe doet, aan de tafel met mensen die erover gaan? Het is zo logisch dat je eraan werkt dat het niet eens meer een spannend onderwerp is. En als er een quotum komt, dan is er een quotum. Punt. De vraag is of je het wenselijk vindt. Ik vind het niet nodig. Wij ontwikkelen een actief beleid en het vordert gestaag. En als we nu een quotum krijgen en we kunnen alleen nog maar vrouwen benoemen, dat kan toch niet de bedoeling zijn? Het gaat toch om een afgewogen proces? Ik ben benoemd in de Raad van Bestuur van de Rabobank en ik ben blij dat dat niet is gebeurd vanwege een quotum. Dat is weliswaar heel persoonlijk, maar hoe serieus word je genomen als je benoemd wordt op basis van een quotum?’ Bent u zelf ook een rolmodel? ‘Ik was in de zomer in kantoor New York en stapte in de lift. Ik stond naast een jonge vrouw, die keek mij aan en zei: “Ik vond het zo leuk dat u was benoemd in de raad van bestuur.” Dus ja, voor jonge mensen ben je waarschijnlijk wel een rolmodel. Maar om dat over jezelf te zeggen...’
5
Bank|Wereld Joanne Kellermann, directie De Nederlandsche Bank (DNB)
Ik heb geen andere rentevisie dan de mannen... Het toezicht verandert, net als de verhouding DNB en de politiek. Maar ik spreek u nu over ‘vrouwen naar de top’... ‘Het is een heel ander soort onderwerp. Maar óók belangrijk. Ik vind het –vooral conceptueel– een probleem dat de ene helft van de bevolking niet optimaal wordt benut. Weliswaar is van de vijver waaruit wordt gevist voor topfuncties nog niet de helft vrouw, maar wel is meer dan de helft van de studenten aan de universiteit inmiddels vrouw. En je zou toch mogen verwachten dat je dat gaat terugzien in de top.’ Ziet u in uw omgeving wel een verandering? ‘Ja. Wij scoren bij DNB vrij goed op het gebied van vrouwen in hoge posities. Nu is DNB geen gewone bank en zie je bij ons misschien eerder een ontwikkeling zoals die bij de overheid ook plaats heeft, maar ik zie hier om me heen de vrouwen oprukken. En dat is zeker nog niet in alle geledingen van de maatschappij zo.’ Toch is ook bij DNB de verhouding man-vrouw niet gelijk, zeker op uw niveau. ‘Nee. Dat is 75-25.’
U noemt dat ‘goed scoren’. Maar is het voldoende? ‘Wij hebben het Charter Talent Naar de Top getekend en daar hebben we streefgetallen. En daar zitten we bijna. Ik geloof dat we voor de derde managementlaag nog niet op ons streefgetal zitten, maar het gaat wel de goede kant op.’ Op de universiteit is meer dan de helft vrouw, zegt u zelf. Hoe komt het dat die doorstroming niet wat sneller gaat? ‘Daar zijn boeken over vol geschreven. Maar wat je in ieder geval kunt zeggen, is dat je veel uitstroom ziet van vrouwen. Als werkgever moet je dus proberen die uitstroom te voorkomen. En je kunt de doorstroom naar boven stimuleren. Wij hebben gemerkt dat het percentage vrouwen omhoog schiet sinds we vrouwen daadwerkelijk uitnodigen mee te doen aan high potential-programma’s. Vrouwen hebben vaak niet uit zichzelf het gevoel dat ze ervoor in aanmerking komen, dat ze het kunnen. Maar als je ze even de hand reikt en zegt: “Goh, maar is jouw mannelijke collega dan geschikter dan jij?”, dan lukt het wel. Het is buitengewoon effectief ze daar persoonlijk op aan te spreken, ze persoonlijk te stimuleren.’ Vervult u zelf een voorbeeldfunctie? Heeft u een coachingsrol? ‘Ik doe mee aan een cross/mentoring-programma, daar coach ik mensen van buiten de organisatie. En binnen de bank hebben wij een heel actief vrouwennetwerk. En in mijn portefeuille zit ook het hele interne bedrijf, dus naast de beveiliging en de facilitaire dienst, hoort daar ook personeelsbeleid bij. Dus ik ben ook verantwoordelijk voor dat onderwerp, maar het is vooral iets wat je persoonlijk moet doen en dat doe ik dus ook.’ U heeft in Londen als jurist gewerkt. Wordt daar anders naar topvrouwen gekeken? ‘Ik had inderdaad verwacht dat er een verschil was, maar ik heb dat niet zo gemerkt. En het percentage vrouwen dat in de City werkt is ook niet zo hoog. Wat ik in Londen wel heb gemerkt is dat daar de nadruk veel meer ligt op de economische noodzaak van werken, de materiële drive. In Nederland praten we daar nooit zo over. Maar vrouwen die in Engeland op hogere posities werken, doen dat voor een belangrijk deel ook om hun kinderen naar een dure school te kunnen sturen en in een mooi huis in het centrum van Londen te kunnen wonen.’
6
Maakt het voor het werk uit dat u een vrouw bent? Maakt het uit of er een vrouw in de directie zit of niet? ‘Ja en nee. Voor de meeste inhoudelijke onderwerpen maakt het niet uit of je man of vrouw bent. Ik heb geen andere rentevisie dan de mannen... Maar meer in z’n algemeenheid, is diversiteit zinvol. Zeker als je een lerende organisatie bent, als je open moet staan voor allerlei krachten van binnen en van buiten – uit de maatschappij – geeft iedereen die komt uit een positie waarin het allemaal niet vanzelfsprekend is, dus ook vrouwen, een andere invalshoek. Als je allemaal een gelijksoortige achtergrond hebt, een gelijksoortige opleiding, gelijksoortig leven et cetera, is het risico op tunnelvisie groter dan wanneer je diversiteit hebt. Dat kan te maken hebben met vrouwen, met leeftijd, met etnische achtergrond... Ik geloof wel dat dat heilzaam is. En een quotum? ‘Ik vind de gedachte van quota heel verleidelijk. Sinds ik werk, bijna dertig jaar, is er te weinig veranderd. Er is wel wat veranderd, maar lang niet zoveel als je zou hebben verwacht... Als je kijkt naar de cijfers die in het nieuws komen, dan zie je dat die cijfers bijna onveranderd blijven. Toch ben ik er per saldo niet voor, omdat het denk ik heel contraproductief zal zijn. Het zal leiden tot kinnesinne, daarmee raak je denk ik alleen maar verder achterop. Als er een wettelijk quotum is, zal het percentage vrouwen toenemen. ‘Ja, maar het gaat mij niet om het percentage. Het gaat mij erom of ze serieus worden genomen. Ik ben bang dat het in dat opzicht contraproductief zal werken.’ U zegt dat er bij DNB volop aandacht is voor vrouwen naar de top. Hoe is dat elders in de financiële wereld? ‘Ik heb het gevoel dat het onderwerp recentelijk een beetje naar de achtergrond aan het verdwijnen is. Dit kabinet heeft dit onderwerp een stuk lager op de agenda geplaatst. En dat heeft z’n uitwerking in de maatschappij, want de overheid heeft een belangrijke voorbeeldfunctie op dit gebied.’ Heeft u een tip voor vrouwen die twijfelen of ze de top ambiëren? ‘Het is belangrijk die dingen aan te kaarten. Blijf niet wachten tot je wordt gevraagd.’
Bank|Wereld Annerie Vreugdenhil, directeur ING Commercial Banking Nederland
een congres, of als we een diner hebben met twintig man en ik ben de enige vrouw, zeg ik: ‘Zullen we vandaag om en om gaan zitten?’ Zou het anders kunnen, anders moeten? ‘Ik denk dat het goed zou zijn als het wat meer fifty/fifty zou zijn. Überhaupt als we wat meer diversiteit hebben op de hogere niveaus. Het gaat niet alleen om de man/ vrouwverhouding, maar ook om mensen met verschillende etnische of culturele achtergronden. De praktijk leert dat op het moment dat je een diversere groep aan tafel hebt je andere gesprekken krijgt met een beter resultaat, dan wanneer je allemaal met eenzelfde blik naar een topic kijkt. Dus zou het anders en beter kunnen? Ja, absoluut.’
Ik vind quota een laatste redmiddel U bent nog steeds een uitzondering, als vrouw, in zo’n hoge functie bij een bank. ‘Het is niet gewoon, maar je bent gewend om in een bepaalde omgeving te opereren. Ik loop al vijfentwintig jaar in dit vak rond. En het gaat alleen maar beter: ik zie steeds meer vrouwen om mij heen. En dat is best leuk.’ Op uw niveau zijn er toch nog steeds heel weinig vrouwen? ‘In de directie Nederland, waar ik in zit, zijn het drie op de elf. Het is niet fifty/fifty, maar ik ben ook weer niet de enige vrouw. Er zijn nog twee vrouwen. Dus het valt nog mee. En in de top-200 van ING ben ik zéker niet alleen. Volgens mij zitten we daar op 12,5 procent vrouw.’ Zijn er momenten dat u denkt: wat zijn er toch weinig vrouwen om me heen? Of bent u daar helemaal niet mee bezig? ‘Ik doe in principe gewoon mijn werk. Voor mijzelf ben ik daar niet zo mee bezig. Maar veel vrouwen die wat lager in de organisatie zitten, zien mij als rolmodel. En die rol probeer ik ook wel te vervullen. Ik vertel ze dan hoe het werkt op een hoger niveau. En het overkomt me wel eens, dat ik in een zaal zit en dan denk: wat zie ik weinig vrouwen. Ik maak er wel eens een grap over. Bij
Collega’s zien u als rolmodel. Hoe ziet uw coachingsrol eruit? ‘Ik doe daar veel voor, ook omdat wij als ING het heel belangrijk vinden dat wij meer diversiteit krijgen. We stimuleren dat heel actief. Zo organiseren we programma’s om vrouwen te trainen. Maar ook om mannen te trainen. Als spreker vertel ik dan vaak over mijn eigen ervaringen. En dat doe ik ook één op één. Maar omdat best veel vrouwen dat graag willen, zet ik ze vaker met z’n tienen bij elkaar tijdens een lunch of zoiets. Dat doe ik zeker tien keer per jaar.’ Wat vertelt u aan de mannen? ‘Een van de dingen die ik vertel is hoe het werkt bij vrouwen. Als je een vrouw vraagt voor een functie, dan zal ze altijd kijken of ze alles helemaal aankan, werkelijk honderdtwintig procent gekwalificeerd is. Een man vindt tachtig procent wel genoeg, die denkt: de rest leer ik wel bij. Vrouwen moet je dus vertellen: het geeft niet als je niet alles kan, dat leer je wel on the job. De mannelijke manager moet expliciet zeggen: ‘Joh, ik begrijp wel dat dit voor jou promotie is, dus ik verwacht niet dat je alles kan, ik weet dat je hier en hier goed in bent, en daarom vraag ik je voor de functie.’ Dit soort dingen moet je van elkaar weten om te voorkomen dat het in zo’n fase al fout gaat. Zo zorg je dat de doorstroming van vrouwen verbetert, omdat deze barrière is weggenomen.’ Praten. Begrip voor elkaar kweken. ‘Het begint met het creëren van awareness. En laat ze het zelf maar een keer ervaren. Dan merk je dat het werkt. Ik heb het zowel van mannen als van vrouwen gehoord: ‘Je had gelijk. Ik heb het anders gedaan en het gaat veel beter.’
Veel vrouwen ambiëren misschien helemaal geen topfunctie. ‘Ik denk dat vrouwen zeker ambitieus zijn, maar misschien minder status-gedreven en minder macht-gedreven. Voor vrouwen betekent ambitie niet per se de top van de piramide bereiken; je kunt namelijk ook op andere plekken excelleren. Vrouwen zeggen vaak het leuk te vinden om een team te managen en om met mensen bezig te zijn. Omdat ze te weinig rolmodellen hebben die ze ook enthousiasmeren, zien zij helemaal niet hoe waanzinnig leuk zo’n toppositie is. Het helpt heel goed om hen dat te laten zien. Voor mij was dat acht jaar geleden ook een enorme trigger, toen ik een paar keer meeliep met iemand op het hoogste niveau. Je hebt op niveaus daaronder vaak geen goede indruk wat zo’n toppositie inhoudt. Dat geldt voor mannen ook, maar die zijn van nature wat meer gedreven om toch voor die topposities te gaan.’ Bij de Eerste Kamer ligt een wetsvoorstel voor een quotum: dertig procent vrouwen in topfuncties. Ook het Europees Parlement pleit daarvoor. ‘Ik vind quota een laatste redmiddel. Ik denk dat het de voorkeur verdient om het op een andere manier te doen. Een organisatie als de onze moet uiteindelijk zorgen voor gelijke aantallen, vanaf de basis. En je moet het, denk ik, accelereren. Maar we beginnen niet bij nul. En als ik zie hoeveel aandacht er binnen ING voor is, dan denk ik niet dat het erg veel verschil zal maken als er door de wetgever een quotum wordt bepaald. We hebben inmiddels in onze Key Performance Indicators voor alle management lagen targets of diversity. Zo hanteren wij de regel dat je in al je opvolgingsanalyses zorgt dat er altijd een vrouw op de lijst komt. Daardoor verandert het denken en komen er meer vrouwen die promotie maken. En voor de management council hebben we streefaantallen. We maken er met iedereen afspraken over. Maar het is nog niet zo dat het per se dertig procent moet zijn over vier jaar. Aan een quotum zitten ook risico’s, vooral voor de vrouwen zelf. Als er het gevoel gecreëerd wordt dat allerlei vrouwen bepaalde functies krijgen omdat het quotum gehaald moet worden en niet omdat ze goed zijn, dan zullen ze nog harder moeten opboksen tegen zo’n vooroordeel, zich nog meer bewijzen dat ze we degelijk echt goed zijn. Die energie kunnen ze beter in het bedrijf steken.’ Daan van Seventer
7
Bank|Wereld
De belastingaangifte wordt vanaf 2012 nog makkelijker. De Belas tingdienst en de banken vullen volgend jaar ook de betaalde hypotheekrente en ingehouden dividendbelasting vooraf in. In 2013 worden ook de saldi van spaar- en beleggingsrekeningen vooraf ingevuld. Dat maakten staatssecretaris van Financiën Frans Weekers en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken Boele Staal op 2 maart in Amsterdam bekend. Met deze vooringevulde informatie kan de belastingaangifte nog sneller, makkelijker en met minder fouten worden ingediend. De banken en de Belastingdienst hebben in een convenant vastgelegd welke gegevens in de vooraf ingevulde aangifte worden opgenomen. Staatssecretaris Weekers: ‘Ik ben blij dat hiermee de belastingaangifte weer wat makkelijker wordt.’ Boele Staal benadrukte het voordeel voor klanten: ‘De banken zien het voorinvullen van bankgegevens voor de belastingaangifte als uitvloeisel van de maatschappelijke functie die banken vervullen en als een belangrijke service aan hun klanten. Door de goede samenwerking tussen de banken en de Belastingdienst wordt dat vanaf volgend jaar mogelijk.’
[email protected]
Startschot Nieuwe Pinnen Op 2 maart heeft minister De Jager (Financiën) het startsein voor de landelijke uitrol van het nieuwe pinnen gegeven. Daarmee gaf De Jager aan dat het nieuwe pinnen echt gaat beginnen. Voor het einde van het jaar heeft overal in Nederland het nieuwe pinnen het oude PIN, met de magneetstrip, vervangen. Na de succesvolle proef in Amsterdam en Leidschendam gaat Nederland vanaf heden de betaalpas insteken in plaats van doorhalen. Momenteel beschikken alle consumenten over een betaalpas die geschikt is voor het nieuwe pinnen. Van alle 260.000 betaalautomaten in winkels is ruim 90% aangepast. Wachten op een 100% dekking is niet nodig en daarom krijgen consumenten steeds vaker te maken met het nieuwe pinnen. Ondernemers die nog geen nieuwe betaalautomaten hebben aangeschaft, gaan dit binnenkort doen, omdat na 31 december 2011 het merk PIN ophoudt te bestaan. Daarmee komt een einde aan het magneetstriptijdperk. Door de voortschrijdende techniek was de magneetstrip gevoelig voor skimming. Boele Staal, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken, licht toe: ‘De overgang naar het nieuwe pinnen is de meest ingrijpende verandering sinds de introductie van het pinnen. Het Nederlandse publiek zal de betaalpas gaan insteken en gedurende de gehele transactie de pas in de betaalautomaat laten zitten. De commercial, die deze overgang van doorhalen naar insteken visualiseert, is tot 13 april op alle Nederlandse televisiezenders te zien. Naar verwachting is één keer uitproberen voldoende om de nieuwe betaalhandeling onder de knie te krijgen.’
Henk van den Broek, bestuurder Detailhandel Nederland, zegt: ‘Wij zijn blij met deze nieuwe vorm van pinnen. Het maakt het elektronisch betalingsverkeer een stuk veiliger; niet alleen is het goed tegen skimmen, ook in winkels brengt pinnen veiligheid!’ De Consumentenbond stelt in een reactie van algemeen directeur Bart Combee: ‘Het is een goede zaak dat de consumenten nu veel veiliger en in heel Europa op dezelfde manier kunnen pinnen.’
[email protected]
Toegelicht
Belastingdienst & banken ondertekenen VIA-convenant
8
Bank|Wereld
Onze man in Brussel Sinds 1 januari werkt Martijn Vliegenthart voor de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) waar hij verantwoordelijk is voor de Europese belangenbehartiging.
Voor zijn start bij de NVB was Vliegenthart werkzaam als beleidsmede werker voor Europarlementariër Corien Wortmann-Kool in het Europees Parlement (EP). In die hoedanigheid bereidde hij onder andere de economische en monetaire dossiers voor. Onze man in Brussel aan het woord. ‘Werken bij de NVB in Brussel is voor mij een fantastische uitdaging, niet alleen mijn studie economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam komt hierbij van pas, maar ook omdat ik het Europese besluitvormingsproces van binnen en van buiten ken. In mijn vorige werkzaamheden in het EP besefte ik al te goed hoe belangrijk de belangenbehartiging is in het besluitvormingsproces. In die vijf jaar in het EP heb ik met vele lobbyisten aan tafel gezeten. Je kunt echt invloed hebben, mits je de dossiers serieus aanpakt en daarmee een sterk inhoudelijk verhaal hebt. Dat vergt een goede afstemming van het standpunt dat wordt bepaald door de leden. Voor mij is het daarom essentieel om intensief contact te houden met onze leden en adviseurs. Zij zijn uiteindelijk de inhoudelijke experts. Ik ben elke week in Amsterdam en heb al verschillende banken bezocht. De andere 4 dagen van de week werk ik vanuit ons kantoor in Brussel. Op lange termijn zit in Brussel voor de banken het grootste belang, 70% van de financiële wetgeving komt uit Brussel. Aanwezigheid in Brussel is belangrijk om te weten hoe de hazen lopen. Juist wanneer je mee wilt praten moet je de Brusselse dynamiek en de timing kennen. Ook is het ontwikkelen en onderhouden van relaties met stakeholders, die relevant zijn voor de besluitvorming, essentieel. Met alle cultuurverschillen en verschillende nationale visies is dit een mooie uitdaging. Nederland is een klein land en alleen redden we het niet altijd. In Brussel is het van cruciaal belang om allianties te sluiten met partners uit eigen land maar ook uit andere landen. Daarom trekt de NVB onder meer op binnen de European Banking Federation (EBF). Onze doelstelling van een effectieve prikkel in het Europese onderhandelingsproces, is dan ook niet los te zien van een nauw samenspel tussen leden, adviseurs en stakeholders uit de financiële sector en Europese politiek.’
[email protected]
Nummerportabiliteit & Overstapservice De Tweede Kamer nam begin maart een motie aan over het behoud van je bankrekeningnummer bij het overstappen naar een andere bank, de zogenaamde nummerportabiliteit. Minister De Jager (Financiën) gaf hierbij aan dat deze motie pas op langere termijn kan worden uitgevoerd, omdat dit een dossier is dat in Brussel moet worden opgepakt. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is voorstander van eenvoudig van veranderen van betaalrekening. Niet voor niets is in Nederland de Overstapservice ingevoerd. De Overstapservice functioneert goed, wordt doorlopend gemonitord en deze zomer wordt een nieuwe evaluatie van de NVB en Consumentenbond aangeboden aan het ministerie van Financiën. Een betaalrekeningnummer meenemen klinkt gemakkelijk en aantrekkelijk maar is technisch zeer complex. Het is dan ook niet te vergelijken met het overdragen van mobiele-telefoonnummers. Invoeren van nummerportabiliteit kan niet met het nieuwe Europese rekeningnummer (zogenoemde IBAN en BIC) waarin bank- en landcode zit.
Nederland voorloper in Europa De Overstapservice is een initiatief van de gezamenlijke banken in Nederland. Deze service maakt veranderen van betaalrekening van de ene naar de andere bank eenvoudiger en zorgt ervoor dat uw betalingsverkeer soepel doorloopt. De Overstapservice leidt namelijk dertien maanden lang bij- en afschrijvingen op uw oude betaalrekening door naar uw nieuwe of bestaande betaalrekening bij een andere bank. Ook worden bijvoorbeeld bedrijven waarvan incasso’s worden ontvangen, automatisch geïnformeerd. De Nederlandse service is daarmee uniek in Europa. Mede op aandringen van de Nederlandse overheid zit men in Europa niet stil: afgesproken is dat alle landen eerst switching services (overstapservices) moeten inrichten. En als dat rond is, dan kan gekeken worden naar nummerportabiliteit. Meer weten: www.overstapservice.nl.
[email protected]
9
Bank|Wereld
De Commissie De Wit is ingesteld op 24 juni 2009 en heeft op 10 mei 2010 haar rapport gepresenteerd. Door de komst van een nieuwe regering zijn debatten over dit rapport in de Tweede Kamer uitgesteld naar begin dit jaar. Afgelopen maanden werden deze debatten overschaduwd door felle discussies over het beloningsbeleid. Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport van De Wit riep de Kamer de banken op de Code volledig na te leven (‘comply’) en daarnaast de Code uit te breiden (motie Mulder TK 31980 nr.13). De Nederlandse Vereniging van Banken heeft gereageerd door te vragen om tijd voor een goede implementatie van de Code. Uit de reeds gepubliceerde jaarverslagen over 2010 blijkt inmiddels dat banken de Code serieus ter hand hebben genomen. Naast het rapport De Wit heeft de Monitoring Commissie Code Banken, onder leiding van Anthony Burgmans, een voorrapportage gemaakt over de naleving van de Code Banken. Deze is in december 2010 gepubliceerd. Dit rapport vormde samen met het rapport van Commissie- De Wit het vertrekpunt voor het Rondetafelgesprek van Kamerleden met de CEO’s van 10 banken begin februari dit jaar. Vooral het onderdeel beloningen (bonussen) voerde tijdens dit gesprek de boventoon, waarbij duidelijk werd dat Kamerleden geen ruimte willen laten voor ‘explain’.
In de verschillende debatten die volgden op het Rondetafelgesprek blijkt dat Kamerleden kritisch zijn over het gedrag van de banken en geluiden over het terugkeren van hoge bonussen. Dit bleek bijvoorbeeld uit het morele appèl dat het CDA deed aan het bestuur van ING naar aanleiding van de publicatie van het jaarverslag en de roep van de SP om te komen tot consumentenacties gericht tegen dezelfde bank. Overigens voldoen de beloningen van het bestuur van ING aan de Code Banken en het beheerst beloningsbeleid van De Nederlandsche Bank (DNB). Het gaat in het maatschappelijke en politieke debat over de vraag of er sprake is van matiging van beloning en of hier wetgeving noodzakelijk voor is. CEO van ING Jan Hommen reageerde op de maatschappelijke commotie dat hij ‘tot zijn grote spijt moet constateren dat de variabele beloning voor de raad van bestuur over 2010 het herstellende vertrouwen van onze klanten en de samenleving (...) hernieuwde schade dreigt toe te brengen’. De Raad van Bestuur van ING Groep heeft daarom besloten af te zien van de aan hen over 2010 toegekende variabele beloning, alsmede de voor 2011 aangekondigde verhoging van het vaste salaris met 2%. Er volgden meteen veel reacties op Twitter, waaronder die van de minister van Financiën die sprak van een ‘zeer goede stap van ING’. Daarmee loopt de bank volgens
Reportage
Ruimte voor Code Banken
Sinds de invoering van de Code Banken per 1 januari 2010 is er in de Tweede Kamer discussie over dit zelfregulering instrument. Zo komt de Code uitvoerig aan bod in het rapport van de Commissie De Wit (formeel de Tijdelijke Commissie Onderzoek Financieel Stelsel, rapport Verloren Krediet – mei 2010).
10
Bank|Wereld 11
September 2009
Publicatie Code Banken
Mei 2010
Rapport ‘Verloren Krediet’ Commissie De Wit
December 2010
Voorrapportage Monitoring Commissie Code Banken
Februari 2011
Rondetafelgesprek CEO’s
Maart 2011
Notitieoverleg in de Tweede Kamer
Maart 2011
Stemmingen over ingediende moties
minister De Jager vrijwillig vooruit op zijn aangekondigde wetgeving. Bovendien is dit een ‘signaal dat zelfregulering/publieke reactie wel degelijk kan werken’, zo twittert de minister. Moties en effect Op 7 maart vond een Notitieoverleg plaats tussen de Tweede Kamer en minister Jan Kees de Jager over de aanbevelingen van Commissie De Wit. Aanvullend hierop vond op 16 en 17 maart plenaire afronding plaats en op 22 maart de stemmingen over de moties die tijdens deze debatten waren opgesteld. Van de 18 moties die zijn voorgesteld tijdens de plenaire zitting zijn er drie aangehouden en drie verworpen. Dat betekent dat 12 moties zijn aangenomen. De belangrijkste aangenomen moties gaan over het voorbereiden van wetgeving in afwachting van de rapportage(s) van de Monitoring Commissie Code Banken. Verder wordt verzocht de reikwijdte van de Code Banken en de beloningsprincipes van Autoriteit Financiële Markten en DNB uit te breiden naar de gehele organisatie en moet de moreelethische verklaring gekoppeld worden aan de betrouwbaarheidstoetsing door DNB. Ook heeft de Tweede Kamer verzocht om een gesprek vanuit de regering met de Nederlandse Vereniging van Banken over maatregelen die genomen kunnen worden om spaargeld uit het depositogarantiestelsel geen risico te laten lopen door zakenbank-activiteiten. Er is een motie aangenomen waarin wordt verzocht om voor 1 mei 2011 met voorstellen te komen ter invulling van duurzaam aandeelhouderschap en nummerportabiliteit moet zo snel mogelijk worden doorgevoerd. Bij die laatste moet in acht worden genomen dat de minister hiervan al heeft aangegeven dat zo snel mogelijk niet heel snel is. Dit zal namelijk op Europees niveau geregeld moeten gaan worden (in verband met het Europese betalingsverkeer - SEPA).
Een in het oog springende motie is de motie waarin wordt verzocht om alle financiële bonussen die vanaf 2008 bij ABN AMRO, ASR Verzekeringen, ING, SNS Reaal en AEGON zijn uitgekeerd, eenmalig tegen het tarief van 100% te belasten in de loonheffing, danwel aftrek van het totale bonusbedrag in de vennootschapsbelasting te weigeren. Van deze motie heeft de minister al aangegeven dat deze onuitvoerbaar is. Ook de Nederlandse Vereniging van Banken heeft aangegeven deze motie te betreuren. De Nederlandse Vereniging van Banken vindt dit een onuitvoerbare motie en dat daarmee dus een verkeerde verwachting wordt gewekt. Een belangrijke conclusie uit de discussies van de afgelopen maanden is dat de Code Banken tijd wordt gegund. De Tweede Kamer wacht immers het rapport van de Monitoring Commissie Code Banken af. Een tussenrapportage over beloningen wordt in september verwacht en het totale rapport in december 2011. Uitkomst Kamerleden zijn kortom kritisch over het gedrag van banken en geluiden over de terugkeer van hoge bonussen. De Nederlandse banken krijgen tot het najaar de tijd om aan te tonen dat zij zich houden aan de Code Banken. Als de zelfregulering niet blijkt te werken, is wetgeving aan de orde, aldus de Kamer. De reden om de Code in zelfregulering te houden met een mogelijkheid voor comply or explain is destijds afgewogen genomen toen de Code Banken werd geschreven. De explain zal in uitzonderingsgevallen ook nodig zijn. Dit betekent echter niet dat dit de norm gaat worden, zoals sommige politici beweren. Als er afgeweken gaat worden van de Code zal dit goed uitgelegd moeten worden en deze uitleg zal beoordeeld worden door de onafhankelijke Monitoring Commissie Code Banken. Zij zal ook gaan letten op de kwaliteit van de
uitleg. Politici manen tot spoed, waarbij uit het oog wordt verloren dat gedegen onderzoek tijd kost en het inzetten van onafhankelijk onderzoek aan een tijdpad is gebonden. Uiteraard is vanwege het sentiment in de samenleving de neiging tot spoed en wetgeving aanwezig, maar juist dan is het zaak het hoofd koel te houden en de juiste beslissingen te nemen. Uiteindelijk voorkomt dat overhaaste wetgeving en komt dat tegemoet aan het herstel van vertrouwen.
[email protected] /
[email protected]
Bank|Wereld
12 De ontmoeting
Bank|Wereld
Jong geleerd, oud gedaan ‘Financiële educatie gaat verder dan alleen controle over je dagelijkse financiën’
'Wijzer in geldzaken' is een initiatief van ruim 40 partijen uit de financiële sector, de overheid, voorlichtings- en consumenten organisaties en de wetenschap die gezamenlijk de consument wijzer in geldzaken willen maken. Als één van de 'founding fathers' dragen zowel de Nederlandse Vereniging van Banken als haar leden op verschillende manieren bij aan de financiële educatie van de consument. Boegbeeld van Wijzer in geldzaken is Prinses Máxima.
Sinds 1 september 2010 bent u erevoorzitter van CentiQ, Wijzer in geldzaken. Waarom heeft u voor deze functie gekozen? Financiële educatie is een onderwerp waar ik me al lange tijd mee bezighoud, ook toen ik zelf nog bij een bank werkte. Geldzaken zijn steeds ingewikkelder geworden en mensen vinden het moeilijk om goede financiële beslissingen te nemen. Het ís ook lastiger dan vroeger. Geld is onzichtbaarder geworden en vind maar eens de juiste weg in het woud van complexe financiële producten. Dat red je niet zonder hulp en heldere informatie. Daar komt bij dat er in dit digitale tijdperk zoveel meer verleidingen zijn en het zo makkelijk is om dingen te kopen. Alles lijkt bereikbaar: digitale gadgets, smartphones, de scooter, vakanties. Dat is vooral een valkuil voor jongeren. Veel jongeren geven veel geld uit, hebben geen overzicht en maken schulden. Ik ben geschrokken van de verhalen over jongeren die soms al enorme schulden hebben, van 30.000 of 40.000 euro. Dat is zo’n slechte start! Als je bedenkt dat er nog zoveel bepalende momenten in je leven komen, zoals een gezin stichten, of bijvoorbeeld een huis kopen, dan begin je met een grote achterstand. Er ligt echt een taak om daarmee af te rekenen. Daarom is het belangrijk vroeg te beginnen om kinderen te leren omgaan met geld. Dan voorkom je misschien ook situaties dat een kind van 12 een telefoonrekening bij elkaar belt en sms’t van 300 euro, zoals een moeder mij laatst vertelde. Ik heb het verzoek om erevoorzitter te worden geaccepteerd om het belang van het initiatief te onderstrepen. Het platform is een prachtig instrument van een groot aantal partijen die de krachten bundelen om de consument wijzer te maken in geldzaken. De rol sluit ook goed aan bij mijn VN-adviesfunctie voor Inclusive Finance, waarbij financiële bewustwording ook een belangrijk aandachtspunt is. Hoe kijkt u terug op uw eerste maanden als erevoorzitter? Ik ben blij om te zien dat het onderwerp ‘omgaan met geld’ enorm leeft. Er gebeurt heel veel op dit gebied, in allerlei disciplines. Ik heb de afgelopen periode onder andere veel gesproken met mensen uit de financiële wereld, de wetenschap en het onderwijs over finan ciële zelfredzaamheid en hoe je dat kunt vergroten. Telkens blijkt uit de gesprekken hoe noodzakelijk dat is. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat financiële educatie en bewustwording geen hype zijn, maar een
13
Bank|Wereld
14 De ontmoeting
kwestie van lange adem. Het onderwerp hoort blijvend op de agenda en iedereen zal zijn best moeten blijven doen om resultaten te boeken. Een mooi voorbeeld van de effectieve aanpak van het platform is de ‘Week van het geld’. Afgelopen september was ik bij de start van de eerste editie. In die week is er veel aandacht geweest voor het onderwerp omgaan met geld en het succes heeft er intussen toe geleid dat de voorbereidingen voor de volgende editie alweer in volle gang zijn. En deze keer met nog meer partners en scholen die zullen deelnemen. De gemiddelde Nederlander heeft relatief weinig financiële kennis. Ziet u voor zichzelf een rol weggelegd om deze kennis te vergroten? Het aantal financiële producten is de afgelopen jaren enorm gestegen. Het is niet eenvoudig om daaruit de juiste keuze te maken. Dat is niet alleen een kwestie van kennis, het gaat ook om vaardigheden en gedrag. Mensen moeten vertrouwd raken met sparen, budgetteren, vergelijken, etc. Ik denk dat we met zijn allen, partners binnen het platform, ouders, scholen, financiële instellingen, kunnen bijdragen aan financiële educatie. Door de krachten te bundelen kunnen we meer bereiken. Wijzer in geldzaken ontwikkelt samen met de verschillende platformpartners voortdurend acties om aandacht voor het onderwerp te genereren. Financiële educatie zal altijd en overal aandacht moeten krijgen, op allerlei niveaus, maar zeker in het onderwijs. Als speciaal adviseur praat ik met belanghebbenden over de manier waarop financiële vaardigheden kunnen worden vergroot en richt ik me specifiek op acties om vooral jongeren te bereiken.
Wanneer is iemand financieel bewust? Dat begint in mijn optiek bij inzicht en overzicht. Je moet weten wat er binnenkomt en wat er wordt uitgegeven. Financieel bewustzijn is meer dan alleen controle over je dagelijkse financiën. Het gaat erom dat mensen zich realiseren dat bepaalde gebeurtenissen en ontwikkelingen in je leven – zoals samenwonen, verandering van baan of het krijgen van kinderen – enorme impact kunnen hebben op je financiële situatie. Je moet je dus bewust zijn van alle voor- en nadelen van een financiële keuze. Kortom, het gaat om kennis en zeker ook om gedrag. Hoe kunnen banken hier een rol in spelen? Het begint ermee dat financiële instellingen klanten laagdrempelige informatie bieden en hulpmiddelen om goede financiële beslissingen te nemen. Zo ben ik een groot voorstander van digitale huishoudboekjes, die mensen in één oogopslag overzicht geven in hun inkomsten en uitgaven. Banken kunnen hun kennis en expertise inzetten om kinderen op jonge leeftijd te leren omgaan met geld, bijvoorbeeld door gastlessen te geven op de basisschool. Afgelopen september, in de Week van het geld, is dat al veel gebeurd. Dat vind ik fantastisch en ik zou het echt willen stimuleren dat bij de komende editie nog veel meer bankmedewerkers op die manier een bijdrage leveren. Voor de doelgroep jongeren van 13 tot 18 jaar is de themacampagne ‘Cash’ ontwikkeld. Met een hoofdrol voor een
Bank|Wereld 15
virtueel character dat jongeren helpt slimme financiële keuzes te maken op allerlei terreinen. ‘Cash’ biedt hun op een positieve manier hulp op momenten en plekken waar ze geld uitgeven en kiest daarbij telkens voor een thema dat jongeren aanspreekt, zoals mobiele telefonie. Het zou geweldig zijn als ook de banken het character ‘Cash’ adopteren en inzetten in hun communicatie naar jongeren. Hoe kunnen ouders hun rol zo goed mogelijk invullen? De waarde van geld bijbrengen is één, maar kinderen zitten ook in een ‘wedloop’: klasgenootjes hebben Playstations en dragen UGGs of de nieuwste Nikes. Als je als kind daarin niet meedoet, val je erbuiten. Hoe ga je daar als ouders en school mee om? Ik spreek graag van een gedeelde verantwoordelijkheid, maar de rol van ouders is cruciaal. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die op jonge leeftijd van hun ouders de waarde van geld meekrijgen, als volwassene hun financiële zaken beter op orde hebben. Daarom is het ook belangrijk om al vroeg met zakgeld te beginnen. Kinderen moeten eigenlijk vanaf hun zesde jaar een eigen spaarpot hebben. Op die leeftijd beginnen ze wat meer te begrijpen van de waarde van geld. Ze leren er spelenderwijs mee om te gaan. Ga ik die euro uitgeven aan snoep, of stop ik hem in de spaarpot om er later wat groots mee te kopen? Afspraken maken over de besteding van zakgeld is ook heel belangrijk. Wat moet ik van mijn zakgeld doen en wat niet? Als kinderen ouder worden is kleedgeld ook heel nuttig. Zo kun je als ouders zakgeld en kleedgeld gebruiken als leergeld. Kinderen leren hierdoor keuzes maken, te sparen en prioriteiten te stellen. Natuurlijk mogen en moeten ze hierbij ook fouten maken. Van fouten leer je immers het meest. Belangrijk is dan wel dat ouders bijvoorbeeld niet inspringen als het zakgeld op is: op is op! Ook u bent kind geweest. Waar heeft u als eerste voor gespaard? Ik was heel spaarzaam als kind. Ik weet niet meer precies wat mijn eerste aankoop was van het spaargeld, maar ik weet nog wel dat ik altijd voor een doel spaarde. Uw dochters hebben alle drie een spaarpot. Op welke wijze stimuleert u het spaargedrag van uw kinderen? De jongste is nog wat te klein, maar Amalia neemt het sparen al heel serieus. Ze krijgt anderhalf euro zakgeld per week en we hebben afspraken gemaakt wat ze daarmee mag doen. Persoonlijk vind ik het wel leuk dat ze niet meteen alles wil uitgeven, maar ook graag spaart. Ze moet inderdaad sparen voor een doel, want daar leer je het meeste van. Ik kijk soms samen met haar op internet om prijzen te vergelijken van dingen die ze graag wil hebben. Zo leert ze keuzes maken. En Alexia heeft al een spaarpot en verzamelt muntjes, maar als ze 6 jaar oud wordt dan beginnen we met 1 euro per week! U heeft regelmatig contact met jongeren over geldzaken, zoals vorig jaar maart in een chatsessie via Hyves. Wat blijft u hiervan bij en waarvan kijkt u het meest op? Onlangs was ik te gast bij het programma ‘De Nationale Geldtest’ van BNN. Er waren veel jongeren in de studio en een meisje vertelde over haar schuld. Ik kijk er van op hoe snel schulden kunnen oplo-
pen tot echt grote bedragen, en dat op jonge leeftijd. Maar ik zie ook hoe jongeren van hun fouten kunnen leren en zelf inzien dat geld lenen tot grote problemen kan leiden. Ik zie ook dat jongeren veel van elkaar opsteken en elkaar positief beïnvloeden. De boodschap dat overzicht houden en budgetteren ongelofelijk belangrijk is, kun je niet vaak genoeg herhalen. Want met zo veel keuzes en verleidingen is het niet eenvoudig in deze tijd om grip op je geld te houden. Leren omgaan met geld is geen vak op school. Op welke wijze denkt u het onder de aandacht te blijven houden? Wijzer in geldzaken spant zich in om scholen te laten zien dat je het onderwerp op een eenvoudige manier kunt inpassen in bestaande vakken, zonder dat het takenpakket wordt verzwaard. Vakken als maatschappijleer, economie en rekenen lenen zich daar goed voor. Zo kun je bij rekenen heel mooi inspelen op de belevingswereld van kinderen met aansprekende rekensommen: je hebt nog drie euro beltegoed en een gesprek kost 20 cent per minuut. Hoelang kun je dan nog telefoneren? Of wat kost nou eigenlijk een ‘gratis’ mobiele telefoon? Wijzer in geldzaken heeft bijvoorbeeld speciaal voor het onderwijs Handreikingen ontwikkeld om leren omgaan met geld te integreren in de bestaande onderwijssystemen en daar wordt veel gebruik van gemaakt. De Week van het geld is een groot succes geweest. Belangrijke factor hierin waren de gastlessen. Wat zou er in zo’n gastles op de basisschool moeten worden behandeld? Het gaat om een combinatie van kennis, vaardigheden en bewustzijn. Welke precies hangt af van de leeftijd van de kinderen. Voor groep 7 en 8 moeten kinderen in ieder geval weten waar geld vandaan komt, hoe je er aan komt, en waar het aan wordt uitgegeven, welke verschillende manieren er zijn om te betalen, hoe een bank globaal werkt. Maar ook leren budgetteren is wat mij betreft een goed onderwerp voor een gastles. Hoe maak je keuzes als je niet veel geld hebt? En natuurlijk is het nut van sparen voor een groter, langetermijndoel, een thema dat niet mag ontbreken. De directeur van de Nederlandse Vereniging van Banken en diverse directieleden van banken hebben in de Week van het geld een gastles verzorgd. Zou u bereid zijn om ook een gastles te verzorgen? Dit jaar zal ik ook zeker weer betrokken zijn bij de Week van het geld, hoe precies dat weet ik nog niet. Verder bezoek ik regelmatig scholen die deelnemen aan projecten over geld. Onlangs was ik op een basisschool in Den Haag die meedoet aan het project ‘BizWorld’. Leerlingen in groep acht leren spelenderwijs een eigen bedrijf op te zetten en om te gaan met geld. Het is erg leuk om te zien dat ze op die manier spontaan financiële vaardigheden opdoen.
[email protected]
Bank|Wereld Bank|Wereld
16 Kort
Interesse Van Lanschot voor Theodoor Gilissen Van Lanschot Bankiers heeft nog steeds interesse voor een overname van Theodoor Gilissen Bankiers. In maart werd duidelijk dat de verkoop van KB Lux, de moeder van Theodoor Gilissen, aan het Indiase Hinduja niet doorgaat, waarmee zich mogelijk een nieuwe kans aandient voor Van Lanschot. In het verleden heeft de bank laten blijken interesse te hebben voor Theodoor Gilissen. Bestuursvoorzitter Floris Deckers zei op 18 maart dat deze interesse nog steeds bestaat. ‘Het is iets waar we met belangstelling naar kijken. We moeten even afwachten wat het tempo is en wat de eisen zijn.’ Hij voegde toe dat Van Lanschot zich daarbij niet alleen richt op Theodoor Gilissen. ‘Onze strategie gaat verder dan Nederland. We hebben belangstelling voor meer onderdelen dan Theodoor Gilissen alleen.’
‘Europol te soepel bij verstrekken bankdata’ Europol geeft veel te gemakkelijk toe aan Amerikaanse verzoeken om gegevens over internationale banktransacties van Europese burgers. Dat heeft de voorzitter van de raad van toezicht van de Europese politieorganisatie gezegd voor een commissie van het Europees Parlement. Europarlementariërs dreigen nu verdere afspraken met de VS over uitwisseling van persoonsgegevens in de strijd tegen het terrorisme te blokkeren. De Amerikaanse verzoeken om financiële informatie zijn vaak te algemeen geformuleerd. De EU en de VS spraken eerder dit jaar na moeizame onderhandelingen af dat verzoeken gedetailleerd moeten zijn en toegespitst op concrete verdenkingen. Maar Europol, dat de verzoeken moet beoordelen alvorens de bankgegevens worden doorgesluisd, krijgt daarvoor te weinig gegevens. Toch wordt meestal ingestemd met de Amerikaanse verlangens, aldus de toezichthouder. Met de uitwisseling van bankgegevens hopen de VS en de EU de geldstromen achter het internationale terrorisme bloot te leggen. De bankgegevens zijn afkomstig van Swift, de wereldwijde organisatie die het geldverkeer van de banken regelt. Het Europarlement had er vanaf het begin problemen mee vanwege de gebrekkige bescherming van de persoonsgegevens. Het ging pas akkoord nadat een eerdere versie van de overeenkomst was afgewezen.
Meer hypotheek bij koop ‘groen’ huis Mensen die een woning kopen met een hoog energielabel, ofwel een huis dat relatief energiezuinig is, kunnen in de toekomst mogelijk meer hypotheek krijgen. Minister Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken) wil een voorstel hierover van de PvdA gaan bespreken met minister Jan Kees de Jager van Financiën. Donner zei dit op 16 maart tijdens een Kamerdebat over energiebesparing in woningen. PvdA-Tweede Kamerlid Jacques Monasch bracht in dat aan mensen die een ‘groen’ huis kopen meer hypotheek gegeven kan worden, omdat ze geld overhouden wegens de lagere energierekening. Monasch wil de hogere hypotheeksom laten samenvallen met een verruiming van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Donner was terughoudend over de koppeling met de NHG, maar noemde de gedachte van een ruimere hypotheeksom bij een zuinig huis ‘plausibel’.
MKB krijgt makkelijker lening Het midden- en kleinbedrijf (mkb) krijgt weer makkelijker financiering van banken. Het percentage toegekende kredieten vertoont een stijgende lijn. Dat bleek op 7 maart uit een rapport van onderzoeksbureau EIM. Werd eind 2008 nog 72 procent van de aangevraagde financieringen toegekend, tijdens de crisis daalde dit naar 33 procent. In december 2010 was het percentage weer opgelopen tot 48. Banken scherpten tijdens de crisis hun kredietvoorwaarden flink aan. In de loop van 2010 zijn ze weer wat soepeler geworden in het toekennen van kredieten. Hoewel banken de voornaamste bron voor financiering vormen, is het aantal ondernemers dat informele bronnen aanboort, zoals familie en vrienden, licht gegroeid. De mkb-bedrijven hadden zelf in de periode december 2008 tot december 2010 ook een afnemende behoefte aan bedrijfsfinanciering. De percentages schommelden tussen de 19 en 11. Deze vraaguitval was groter dan tijdens de vorige crisis, in 2003. Bedrijven vragen onder andere krediet aan voor groei, investeringen of herfinanciering. Ruim 60 procent van de aanvragen betreft bedragen onder de € 100.000. De verkrijgbaarheid van een krediet hangt nauw samen met de solvabiliteit van de ondernemingen. Een hogere solvabiliteit leidt tot een betere verkrijgbaarheid van financiering. Het loont volgens EIM dan ook de moeite meer aandacht te besteden aan eigen vermogen.
Bank|Wereld
Financiële schandalen en speculatie in Nederland door de eeuwen heen
Titel: Grof geld - Financiële schandalen en speculatie in Nederland door de eeuwen heen Auteur: Roel Janssen Pagina’s: 240 Verschijningsdatum: 27 januari 2011 Uitgever: De Bezige Bij Prijs: € 19,90 ISBN: 978902345645
Nederland is de afgelopen jaren hardhandig wakker geschud door financiële crises en schandalen. Roel Janssen laat in Grof geld zien dat deze schandalen van alle tijden zijn: onze voorouders deden niet onder voor de roekeloze bankiers, oplichters en speculanten van tegenwoordig. Sterker: Nederland heeft niet alleen aan de wieg gestaan van het moderne financiële kapitalisme, het is ook de bakermat van financiële schandalen en crises. De eerste manipulatie met de geldmarkt, de eerste speculatie op dalende aandelenkoersen, de eerste speculatieve luchtbel, de eerste beurscrash en de eerste Europese bankencrisis vonden in Nederland plaats. Grof geld gaat over schandalen, speculaties en verbijsterende staaltjes van oplichterij. Van een bankiersmoord in 1304 tot en met de affaire-Reijtenbagh in 2009 rond het schilderij De bocht van de Herengracht. Van de tulpengekte van 1636-1637 en de windhandel van 1720, tot en met minder bekende gebeurtenissen zoals de bijna-val van de NHM in 1936, het bankroet van Teixeira de Mattos in 1966 en de manipulaties bij de beursgang van World Online in 2000. Roel Janssen (1947) is financieel-economisch journalist en thrillerschrijver. Van zijn hand verschenen vijf succesvolle actuele thrillers: De Struisvogelcode, Het Mercator Complot, Karaktermoord, De stem van het volk en De tiende vrouw. De laatste werd bekroond met de Gouden Strop. Hij heeft voor NRC Handelsblad verslag gedaan van de grote financiële crises van de afgelopen dertig jaar.
The EU Fiscal Crisis
Forcing Eurozone Political Union?
Titel: The EU Fiscal Crisis: Forcing Eurozone Political Union? Auteur: Graham Bishop Pagina’s: 104 Verschijingsdatum: 31 januari 2011 Uitgever: Searching Finance Ltd Taal: Engels Prijs: £ 45,00 ISBN: 9781907720147
The end of the euro would be the end of Europe - only tough collective action from eurozone leaders can prevent financial meltdown. But do political leaders fully realise the enormous scale of what is required and the frightening consequence of failure, and that intense financial and economic pressures are forcing far-reaching political changes in the eurozone? This searching and timely new study examines the driving forces and potential outcomes of the eurozone debt crisis. In early 2011, the eurozone debt crisis looks likely to take a dramatic turn for the worse - raising the intensity of the search for enduring solutions as the markets now price six states as ‘risky’. The eurozone leaders have collectively affirmed “that they stand ready to do whatever is required to ensure the stability of the euro area as a whole. The euro is and will remain a central part of European integration.” Chancellor Merkel of Germany and President Sarkozy of France also sent New Year messages to their citizens that cast the issue in terms that were both stark and historic. It is increasingly clear that the eurozone will take tough collective action on the economic governance of its members. However, in The EU Fiscal Crisis: Forcing Eurozone Political Union in 2011?, Graham Bishop argues that the eurozone leaders have yet to truly grasp the huge challenges they face and the implications of failure. Furthermore, intense pressures from the interactions of financial markets, economics and politics are forcing the creation of a genuine eurozone political union. The eurozone now faces several options for its future actions. Three scenarios are considered: an inflationary debt spiral; default; or the emergence of a collectively strong, federal eurozone. Graham Bishop convincingly argues that the visionary approach of the latter option is the only way forward for Europe.
Uitgelezen
Grof geld
17
Bank|Wereld Bank|Wereld
Het Hooggerechtshof in Bangladesh heeft op 8 maart bepaald dat Nobelprijswinnaar en een van de grondleggers van het microkrediet, Muhammed Yunus, terecht uit zijn functie is gezet als directeur van de Grameen Bank, die hij in 2000 oprichtte. De Indiase centrale bank liet de 70-jarige Yunus op 2 maart weten dat hij moest opstappen bij de bank, die groot is geworden met het verstrekken van microkredieten aan arme mensen. Yunus moest weg omdat hij te lang in zijn functie was blijven zitten, lang nadat hij de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Bankdirecteuren moeten in Bangladesh op de leeftijd van 60 jaar met pensioen. De 70-jarige Yunus lag de laatste tijd onder vuur van de regering. Die liet onlangs een onderzoek uitvoeren naar de beschuldiging dat de bank zou hebben gesjoemeld met ontwikkelingsgeld uit Noorwegen. Een Noors onderzoek bracht geen bewijzen van corrupt gedrag aan het licht. Yunus staat bekend als een politieke tegenstander van premier Sheikh Hasina.
Aantal banken daalt gestaag Het aantal banken in Europa is in 2010 verder gedaald. In de eurozone nam het aantal zogenoemde monetaire financiële instellingen (MFI's) met 2,6 procent af. Op 1 januari van dit jaar waren er 211 banken minder dan in 2010, zo blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank (ECB). In de Europese Unie als geheel hebben 271 banken het veld geruimd. De eurozone telt nu nog 7.856 MFI's, waaronder naast bijvoorbeeld commerciële banken en spaarbanken ook de centrale banken vallen. De toetreding van Estland tot de eurolanden leverde op 1 januari weer 37 nieuwe banken op. In de gehele EU zijn 9.921 banken te vinden. In Frankrijk zijn de meeste banken verdwenen, namelijk 92, een daling van 7,1 procent. Relatief gezien zijn ook in Griekenland veel banken teloorgegaan; het door de schuldencrisis geplaagde land telt nu 6,7 procent minder banken dan een jaar geleden. In Nederland is het aantal banken sinds 1999 afgenomen met 55,1 procent, de grootste daling binnen de eurozone, terwijl ook in Duitsland en Frankrijk veel instellingen zijn verdwenen. In Spanje, Portugal en België valt de afname daar entegen mee. In Nederland zijn op dit moment nog 300 banken te vinden, tegenover 305 een jaar geleden. Dat is een daling van 1,6 procent. Duitsland en Frankrijk zijn tezamen goed voor 40,8 procent van alle monetaire financiële instellingen. Opvallend is verder dat het aantal banken in Ierland de afgelopen 12 jaar met 600 stuks is uitgedijd.
'Nederlander overschat eigen begrip financiën' Nederlanders denken goed te scoren op een financiële kennistest, maar overschatten hun eigen financiële kennis en vaardigheden. Dat blijkt uit de resultaten van een internationaal onderzoek naar financiële kennis en vaardigheden dat ING heeft laten uitvoeren in tien landen. Bij het onderzoek werd gebruikgemaakt van een FQ-test, een financiële IQ-test. Bij deze test verwacht driekwart van de Nederlanders goed te scoren, terwijl in werkelijkheid slechts een kwart een goede score neerzet. De geheimen van succes van mensen met een hoge FQ zijn: het actief bijhouden van het budget op de computer, gedisciplineerd zijn om binnen budget te blijven en om onderzoek te doen voordat financiële beslissingen worden genomen. Nederlanders hebben vergeleken met inwoners van andere landen relatief weinig interesse in geldzaken en financiën, zo merkt ING op. Het merendeel van de Nederlanders (59 procent) kent wel de basis van geldzaken en financiën, maar de wens om beter te worden met geldzaken blijft bij hen, wereldwijd gezien, achter. Uit het onderzoek van ING, uitgevoerd in tien landen met 500 respondenten per land, kwam ook naar voren dat Japanners het meest gedisciplineerd zijn in hun financiële huishouden. Indiërs zijn het meest positief zijn over hun financiële toekomst terwijl Amerikanen het meest gemotiveerd zijn om goed met hun geld om te gaan.
Katvangers gevangen De politie Haaglanden heeft eind januari bijna zestig personen aangehouden in verband met een grote bankfraudezaak. Tientallen jonge vrouwen zijn geronseld om tegen beloning hun pas en pincode af te geven. De zaak kwam in 2010 aan het rollen na de aangifte van vier gedupeerden die bij elkaar € 170.000 verloren via online bankfraude. De cybercriminelen sluisden het geld via rekeningen van katvangers weg. Katvangers of money mules zijn mensen die, tegen betaling, hun bankrekening en pinpas ter beschikking stellen aan cybercriminelen. Zo kunnen die eenvoudig hun online geoogste buit omzetten in contant geld. Drie van de gedupeerden waren in phishing mails getrapt en hadden internetbankiergegevens aan de criminelen losgelaten. Bij de vierde waren de bankgegevens ontvreemd bij een inbraak. De politie heeft in totaal 37 jonge vrouwen aangehouden, zestien ronselaars en zes bendeleden die de zaak aanstuurden. De top van de waarschijnlijk internationaal opererende bende is echter niet achterhaald.
Kort
Ontslag 'bankier voor de armen' terecht
18
Bank|Wereld 19
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft een nieuwe Gedragscode Hypothecaire Financieringen opgesteld die consumenten nog beter beschermt, zonder de woningmarkt te schaden.
Directe voordelen zelfregulering op lange termijn Met deze nieuwe Gedragscode, die in nauwe samenwerking met de Autoriteit Financiële Markten en het ministerie van Financiën tot stand is gekomen, start de laatste episode van een bijna twee jaar durend stuk met een happy end. De eerste episode dateert van 2009. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) presenteerde toen haar eerste plannen om bestaande normen voor verantwoord lenen aan te scherpen. In deze plannen werden de kosten koper uitgesloten van hypothecaire financiering. Later introduceerde de toezichthouder onder meer strengere normen voor gezinnen. Deze onderdelen achtte de NVB niet in het belang van de klant, waarna na overleg met de AFM deze normen uit de plannen werden gehaald. Meer algemeen heeft de NVB de AFM ondersteund in zijn streven om verantwoord lenen ook op langere termijn mogelijk te maken. De uiteindelijke voorstellen daartoe moesten wat de NVB betreft wel in de Gedragscode worden vastgelegd. Dat is nu gebeurd. Voor het zover was, werd in de afgelopen maanden nog een laatste horde genomen. In plaats van de door de AFM voorgestelde verplichte aflossing van de kosten koper in zeven jaar, wilde de NVB graag het aflossen van de schuld bevorderen tijdens de gehele looptijd van de hypotheek. Dit kan beter door voor alle nieuwe hypotheken het percentage dat maximaal ‘aflossingsvrij’ kan worden afgesloten te beperken tot 50% van de marktwaarde van de woning. De NVB ziet drie voordelen in dit alternatief: — Ten eerste dient het de zorgplicht op langere termijn, onder meer relevant gelet op de te verwachten pensioenontwikkeling.
— Ten tweede wil de NVB schadelijke effecten voor de woningmarkt zoveel mogelijk beperken. Aanscherping van normen in de eerste, voor huishoudens juist meest kwetsbare jaren, is dan onverstandig. Het alternatief gericht op beperking van het percentage aflossingsvrij heeft een sterk risicodempend effect. — Ten slotte geeft het voorstel tot maximering van het percentage aflossingsvrij minder administratieve lasten. Uiteindelijk is ook dit onderdeel overgenomen door de minister en de AFM op voorwaarde dat het eerder gestelde maximum van 112% verlaagd zou worden naar 110% van de woningwaarde. Daarmee resteert een pakket bestaande uit: — Een maximale hypotheek van 110% van de aankoopwaarde van de woning. — Een begrenzing van het aflossingsvrije deel van de lening tot maximaal 50% van de aankoopwaarde van de woning. — Een inperking van de mogelijkheden voor gemotiveerde afwijking van de financieringsnormen. — Een verbeterde aansluiting tussen de gedragscodes voor hypothecaire en consumptieve financieringen. Met dit alles is de nieuwe gedragcode bijna een feit. Gelet op de steun voor het huidige concept van Financiën, de AFM en de sector, rekent de NVB op instemming door de Tweede Kamer. Daarmee kan de politiek een belangrijk voordeel van zelfregulering helpen realiseren: snelheid. Als de Tweede Kamer akkoord gaat, treedt de nieuwe Gedragscode Hypothecaire Financieringen al in werking op 1 augustus 2011. Zo wordt verantwoord lenen op lange termijn al op korte termijn bereikt.
[email protected]
Uitgesproken
Nieuwe gedragscode hypothecaire financieringen
‘Eerst namen we het banken kwalijk dat ze in onroerend goed hadden geïnvesteerd, toen dat ze in aandelen hadden belegd en nu nemen we het ze kwalijk dat ze staatsobligaties hebben gekocht. Er blijft straks niets over! Banken moeten wel hun werk kunnen blijven doen.’ Jan Kees de Jager, minister van Financiën, Elsevier, 5 februari 2011
‘Het zou mij niet verbazen als de kwaliteit bij kleinere adviseurs, de kleine vermogensbeheerders, groter is dan bij de adviseurs die voor banken werken. Bij banken is toch eerder sprake van een soort eenvormige massa, met strakke richtlijnen.’ Theodor Kockelkoren, AFM bestuurder, Fonds.nl, maart 2011
‘Toezichtconcurrentie was een van de hoofdoorzaken van de kredietcrisis. Daarbij zie je dat landen met elkaar concurreren, met soepele regels proberen de financiële sector naar hun land te halen.’ Steven Maijoor, voorzitter European Security and Market Authority, het Financieele Dagblad, 9 maart 2011
‘Laat het duidelijk zijn dat er wat mij betreft nooit een moment komt waarop we de ervaringen rondom de kredietcrisis negeren of vergeten. Er waren veel terreinen waarop het belangrijk was om veranderingen door te voeren. Ik noem de kapitaaleisen van Basel en de discussie rondom beloning.’ Stephen Hester, Bestuursvoorzitter RBS, het Financieele Dagblad, 4 maart 2011
‘Ons handelsmerk is de relatie met de klant. Wij zijn geen productenbank. Wij zijn een relatiebank. Zo’n algemene vertrouwensbreuk komt bij een bank als de onze dan ook harder aan dan bij banken waarbij die persoonlijke relatie minder cruciaal is.’ Floris Deckers, CEO Van Lanschot, Management Scope, februari 2011
‘De beste manier voor de bankensector om “dankjewel” te zeggen zou zijn dat banken meer kredieten verlenen, een normaal beloningensysteem hanteren en een betere kapitaalpositie creëren.’ Christine Lagare, Franse minister van Financiën, World Economic Forum, 29 januari 2011