Financiële opvoeding 2010 Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken
Inleiding In deze peiling onder ruim 1000 respondenten is gekeken wat ouders belangrijk vinden dat hun kind leert over omgaan met geld, welke handvatten ze nodig hebben in de ondersteuning van de financiële opvoeding en welke kanalen ze daarvoor gebruiken. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met J/M voor ouders en CentiQ, Wijzer in geldzaken. De oproep voor de vragenlijst heeft twee weken in de nieuwsbrief en op de website van J/M voor ouders en op Nibud.nl gestaan. Achtergrondkenmerken Hieronder volgt een overzicht van de achtergrondkenmerken van de respondenten die deze vragenlijst hebben ingevuld.
Tabel 1: Achtergrondkenmerken respondenten
(%) Geslacht respondent Vrouw
98
Man
2
Huishoudsamenstelling (Echt) paar met kinderen
89
Eenouder met kinderen
10
Anders
1
Inkomen Minder dan modaal
11
Ongeveer modaal
29
Meer dan modaal
60
In deze rapportage zullen alleen de relevante verschillen naar achtergrondkenmerken beschreven worden. In de vragenlijst is aan de respondenten gevraagd één kind in basisschoolleeftijd in gedachten te nemen tijdens het invullen. Als de respondenten kinderen hadden in een andere leeftijdscategorie konden ze ook deelnemen aan deze peiling. In tabel 1 staan de achtergrondkenmerken van het kind wat de respondenten in gedachten heeft gehad tijdens het invullen.
financiële opvoeding 2010 / 2
Tabel 2: Achtergrondkenmerken kind
Geslacht kind
(%)
Meisje
50
Jongen
49
Leeftijd 3 t/m 5 jaar
9
6 t/m 8 jaar
29
9 t/m 11 jaar
43
12 t/m 15 jaar
17
16 t/m 18 jaar
2
De dataset is niet herwogen. De resultaten geven een trendmatig beeld van welke aspecten respondenten belangrijk vinden en welke handvatten zij nodig hebben in de ondersteuning. De resultaten van de peiling staan hieronder beschreven.
Zakgeld Uit deze peiling blijkt dat 79 procent van de respondenten zakgeld geeft. Hoe ouder de kinderen zijn hoe vaker ze zakgeld krijgen. Het Nibud adviseert ouders om met zakgeld te beginnen als een kind zes jaar oud is. Driekwart van de kinderen tussen de 6 t/m 8 jaar krijgt zakgeld.
Tabel 3: Geeft u uw kind zakgeld? Naar leeftijd
Ja
3 t/m 5 jaar
6 t/m 8 jaar
9 t/m 11
12 t/m 15
16 t/m 18 *
16%
75%
88%
95%
99%
*minder dan 50 waarnemingen 40 procent van de respondenten bepaalt de hoogte van het zakgeld door het Nibud te raadplegen. Zo’n 38 procent heeft bij ‘anders’ een ander antwoord gegeven. De meeste respondenten hadden bij deze categorie aangegeven dat ze zelf de hoogte hadden bedacht of dat ze die in overleg met het kind hebben vastgesteld.
3 / financiële opvoeding 2010
Tabel 4: Hoe heeft u de hoogte van het zakgeld bepaald? U kunt meerdere antwoorden geven.
(%) Via andere ouders/familie/vrienden Via vriendjes van mijn kind
25 4
Via school
<1
Via het Nibud
40
Via J/M (zakgeldcalculator)
13
Anders, namelijk
38
Bijna tweederde van de respondenten geeft aan dat het kind vrij is in het besteden van het zakgeld. Jonge kinderen mogen het zakgeld minder vaak vrij besteden dan oudere kinderen. Meer dan de helft van de kinderen van 6 t/m 8 jaar mag zijn zakgeld zelf besteden tegen 94 procent van de 16- t/m 18-jarigen.
Tabel 5: Is uw kind vrij in het besteden van het zakgeld of mag hij bepaalde dingen niet kopen?
(%) Ja, mijn kind is vrij is het besteden van zakgeld
62
Nee, mijn kind is niet vrij in het besteden van zakgeld
38
In een open vraag hebben we de respondenten gevraagd wat kinderen niet mogen besteden van hun zakgeld. Snoep is door het merendeel van de respondenten genoemd.
Belang financiële opvoeding In de peiling is gevraagd wat ouders het belangrijk st vinden dat hun kind leert op financieel gebied. Leren sparen vinden respondenten het belangrijkst (88 procent), daarop volgt dat kinderen moeten leren dat ‘op ook echt op is’, met 72 procent. Zo’n 57 procent van de respondenten vindt het belangrijk dat kinderen leren dat er gewerkt moet worden voor geld. Er zijn geen relevante verschillen naar achtergrondkenmerken.
financiële opvoeding 2010 / 4
Tabel 6: Wat vindt u belangrijk dat uw kind leert op financieel gebied? U kunt meerdere antwoorden geven.
(%) Op is op
72
Leren sparen
88
Merkartikelen zijn niet belangrijk
28
Dat ze geen moeten lenen
48
Dat er gewerkt moet worden voor geld
57
Dat ze alleen iets moeten kopen als ze het nodig hebben
26
Dat ze kunnen omgaan met reclame
40
Anders, namelijk
15
Weet ik niet
<1
De respondenten met een inkomen lager dan modaal vinden het belangrijker dan gemiddeld dat hun kind leert dat merkartikelen niet belangrijk zijn, 42 procent tegen 28 procent. Ook vinden respondenten met een inkomen lager dan modaal het belangrijker dan gemiddeld dat hun kinderen leren dat ze alleen iets moeten kopen als ze het nodig hebben. In 2005 heeft het Nibud deze vraag ook aan ouders gesteld. De meeste resultaten waren hetzelfde alleen leren sparen en omgaan met reclame wordt nu belangrijker gevonden dan in 2005. In 2005 vond 62 procent leren sparen belangrijk en 20 procent vond leren omgaan met reclame belangrijk. Dit zijn onderwerpen die in het licht van de crisis meer in de aandacht staan dan voor de crisis. In de peiling is een aantal stellingen voorgelegd aan de respondenten. Zo’n driekwar t van de respondenten vindt het door de economische crisis belangrijker geworden om hun kind met geld om te leren gaan. Ze zien dat niet alleen als taak van de ouders, maar ook scholen moeten hen hierin ondersteunen. Driekwart van de respondenten is het eens met de stelling ‘niet alleen ouders, ook scholen moeten kinderen leren omgaan met geld’. Een derde van de respondenten zegt meer handvatten en kennis nodig te hebben om hun kind de waarde van geld bij te brengen. Respondenten met een lager inkomen dan modaal zijn het vaker eens met deze stelling dan gemiddeld, 45 procent tegen 34 procent gemiddeld.
5 / financiële opvoeding 2010
Tabel 7: Stellingen
Eens (%) Ik laat mij vaak door mijn kind overhalen om iets te kopen wat ik eigenlijk niet wil Door de economische crisis vind ik het nog belangrijker om mijn kind te leren omgaan met geld
16 74
Ik heb meer handvatten en kennis nodig om mijn kind te
34
leren omgaan met geld Niet alleen ouders, ook scholen moeten kinderen leren omgaan met geld
75
Ik vind het lastig om mijn kind iets te weigeren
25
Uit de peiling blijkt dat 86 procent van de respondenten vindt dat hun kind te veel wordt blootgesteld aan reclame. In een open vraag hebben we gevraagd aan welke verleidingen het kind te veel wordt blootgesteld. Reclames op televisie, via mobiele telefoon en in de supermarkt worden het meest genoemd. Ook de spaaracties in de supermarkten worden vaak vervelend gevonden door de respondenten.
Informatiebehoefte Als ouders op zoek gaan naar informatie over financiële opvoeding, laat bijna drie kwart van de ouders zich informeren door een tijdschrift over opvoeding. Dit antwoord is gekleurd, omdat de meeste respondenten lezers zijn van het blad en de nieuwsbrief van J/M voor ouders. Ook familie en kennissen zijn een favoriet kanaal om zich te laten informeren, namelijk 47 procent. Daarop volgt een zoekmachine (47 procent) en consumentenorganisaties (40 procent). Er zijn geen relevante verschillen naar achtergrondkenmerken. Tabel 8: Als u op zoek gaat naar informatie over financiële opvoeding, door wie of welk kanaal zou u zich laten informeren? U kunt meerdere antwoorden geven
(%) Tijdschriften over opvoeding
73
Familie, kennissen
47
Fora/blogs
8
Zoekmachine internet
47
School
10
Consumentenorganisaties
40
Anders, namelijk
11
Ook hebben we gevraagd over welke onderwerpen ouders meer informatie willen hebben. Het meeste genoemde onderwerp is zakgeld/kleedgeld en belgeld. 43 procent financiële opvoeding 2010 / 6
van de respondenten heeft aangegeven dat ze meer informatie wi llen over ‘Leren keuzes maken’.
Tabel 9: Over welke onderwerpen over financiële opvoeding wilt u meer informatie? U kunt meerdere antwoorden geven.
(%) Zakgeld, kleedgeld en belgeld
65
Leren sparen
33
Leren keuzes maken
43
Leren overzicht krijgen over inkomsten en uitgaven
35
Leren reclame de baas blijven
35
Geen informatie nodig
22
Anders
1
Aan het einde van de vragenlijst hebben we de respondenten nog gevraagd of ze nog tips hadden voor andere ouders. Hieronder een aantal leuke tips.
‘Een spaarpot aanschaffen die open kan en regelmatig samen tellen hoeveel erin zit, samen een groter doel vaststellen en af en toe iets meer geven zodat dat doel ook bereikt wordt.’ ‘Doe niet alsof je portemonnee een soort dromenbuideltje is, waar steeds weer wonderbaarlijke wijze geld uit lijkt te komen. Benoem de keuze die je maakt.’ ‘Zelf het goede voorbeeld geven.’
7 / financiële opvoeding 2010
Conclusies Uit de peiling die het Nibud samen met J/M voor ouders heeft uitgevoerd onder ruim 1000 ouders blijkt dat driekwart van de respondenten financiële opvoeding belangrijker is gaan vinden door de economische crisis. Een andere conclusie is dat driekwart van de respondenten financiële opvoeding niet alleen een taak van de ouders vindt, maar ook van de scholen. Er is ook aan de respondenten gevraagd wat ze het belangrijkst vinden om hun kind te leren over omgaan met geld. Bijna alle respondenten hebben aangegeven dat ze leren sparen het belangrijkste vinden. Dit heeft 88 procent van de respondenten aangegeven. Daarna volgt op=op. Bijna tweederde van de respondenten zegt meer informatie te willen hebben over zakgeld, kleedgeld en belgeld.
financiële opvoeding 2010 / 8