België – Belgique P.B. / P.P. 1700 Dilbeek Driemaandelijks contactblad van Natuurpunt Dilbeek – juli, augustus, september 2010 Retouradres: Louis De Leeuw, Vlinderstraat 362, 1700 Dilbeek Verantw. uitgever: Marc Bruneel, Brusselsesteenweg 639, 1731 Zellik
De boerenzwaluw boert achteruit p. 6
Ter Pede: nieuwe natuur op komst in Dilbeek p. 8
zaterdag 28 augustus, vanaf 18 u
Jaarlijkse barbecue zondag 12 september
Uitstap naar Planckendael weekend 18 & 19 september
Natuurweekend Saint-Hubert
BC - 31151 Afgiftekantoor: Dilbeek P908098
Zoek mee naar koestersoorten p. 4
activiteitenkalender
zondag 18 juli 2010
10 u - Inventarisatie Thaborberg 14 u - Wandeling Thaborberg Afspraak: Parking Zonnelied, Kattebroekstraat 199, 1700 Dilbeek, (Ring afrit 12, richting St-Agatha-Berchem)
zaterdag 28 augustus 2010 vanaf 18u30
Jaarlijkse barbecue
Afspraak: Castelhof, Molenstraat 101, Sint-Martens-Bodegem (station) Inschrijven vóór 25/8 bij Louis De Leeuw 02/569 27 28 •
[email protected] zondag 5 september 2010
10 u - Inventarisatie Thaborberg 14 u - Wandeling Thaborberg Afspraak: Parking Zonnelied (zie 18/7) zondag 12 september 2010
Daguitstap naar Planckendael Afspraak: Station Dilbeek, Stationsstraat Vertrek 8u30, terug 16u30 Inschrijven vóór 1/9 bij Ignes Verstraete 02/466 55 85 •
[email protected] weekend 18 & 19 september
Natuurweekend in de Ardense bossen bij Saint-Hubert
op zoek naar paddenstoelen, bevers en burlende herten... Inschrijven vóór 10/9 bij Louis De Leeuw 02/569 27 28 •
[email protected]
Een (te) select clubje van natuurliefhebbers maakte dit voorjaar kennis met merkwaardige natuur op ongewone plekken in Dilbeek. Vooral door het slechte weer ontbrak af en toe een aangekondigde soort op het appèl, maar de ontmoeting met onverwachte soorten maakte dat ruimschoots goed.
De afwezigen hadden ongelijk Voor de vroege voorjaarsklassiekers rond de verkeerswisselaar van Groot-Bijgaarden wat het op 18 april nog te koud. We troffen veel exoten aan onder de brug van de Ring, maar zochten tevergeefs naar de graslathyrus die tot voor enkele jaren geregeld werd waargenomen op een steil talud. Het zeldzame boswitje – een neefje van de koolwitjes – zorgde voor het hoogtepunt van de uitstap. Het boswitje laat zich elders in het land overigens ook meer en meer zien. Op 2 mei was iedereen present in en rond het wemelend water van de Vallenbospoel (aka de poel van de burgemeester): padden, bruine en groene kikkers – die van hieruit
In de bijenhal
Vallenbospoel
Kottee Natuur
Orchideeën onder de loep
de overstap maakten naar de Wolfsputten – kleine watersalamanders, alpenwatersalamanders, vinpootsalamanders, poelslakken, posthoornslakken, eendagsvliegen, waterjuffers, libellen, dansmuggen, zelfs een enkele steenvlieglarve, kenmerkend voor zeer zuiver water. Een genot voor groot en klein. En dat op een voormalige maïsakker. Het Dilbeeks poelenplan werkt. Op 16 mei bezochten we de bijenkasten van de Vlaamse imkersvereniging, opgesteld in de Wolfsputten.Vroeger nog een illegaal puinstort, vandaag verblijfplaats voor 400.000 bijen. De imker van dienst liet ons de koningin, de werksters en de darren zien en legde het belang van bijen voor mens en natuur uit. Nadien zochten we in de omgeving nog naar de bijenorchis, maar kregen die niet te zien. Wèl de grote ratelaar en verschillende soorten hommels. Op 30 mei waren we te gast aan het gemeentehuis – meer bepaald in de lokalen van Kind & Gezin – waar via websites diverse gierzwaluwennesten werden gewikt en gewogen. In de spleten van het gemeentehuis waren de vliegensvlugge vorkstaarten nog net niet aan broeden toe: het gure weer speelde parten. Dat is inmiddels wel het geval. De zeildoeken waren gelukkig tijdig van de stellingen voor het gemeentehuis verwijderd. De grootste gierzwaluwkolonie van Dilbeek lijkt dus gered. Een definitieve evaluatie volgt volgend jaar, als de renovatie helemaal voorbij is. Tenslotte genoten we op verkiezingsdag van de bosorchis, keverorchis en brede wespenorchis, prachtig verenigd in het mooiste stukje natuur van onze gemeente: een schijnbaar ordinair spoorwegtalud, op de juiste manier beheerd evenwel en gelukkig buiten de werkzone van het GEN-project gehouden. Ook hier liet de verhoopte bijenorchis zich niet zien. Maar hij is wel gesignaleerd op... de verkeerswisselaar van Groot-Bijgaarden. Zo is de cirkel rond.
28 augustus, vanaf 18u30, Castelhof – St-Martens-Bodegem
Geniet van onze zomerse barbecue Traditiegetrouw wuift Natuurpunt de zomer uit met een gezellige barbecue. Dé gelegenheid om kennis te maken of bij te praten met andere natuurliefhebbers uit de gemeente. We zorgen voor perfect gebakken lekkers van de grill begeleid door een rijk assortiment aan groente en slaatjes. En uiteraard hoort daar een lekker glaasje bij. We zorgen voor een ruime keus.
Hopelijk kunnen we er opnieuw een gezellig tuinfeestje van maken, maar als het weer niet mee wil, hebben we volop ruimte binnen. Geen enkele reden dus om dit evenement te missen... Bijdrage: volwassenen 12 €, kinderen 6 €. Drank tegen democratische prijzen. Adres: Molenstraat 101, Sint-Martens-Bodegem Schrijf in bij Louis De Leeuw vòòr 25 augustus 02/569 27 28 •
[email protected]
Je hebt meer buren dan je denkt!
De provincie Vlaams-Brabant pakt uit met de campagne “Je hebt meer buren dan je denk” in nauwe samenwerking met gemeenten, regionale landschappen en natuurverenigingen. De campagne werd onlangs voorgesteld aan de pers. Het is de bedoeling om gedurende 4 jaar intensief te sensibiliseren rond het biodiversiteitsthema. Het biodiversiteitscharter, dat Natuurpunt Dilbeek afsloot met de gemeente, sluit hier naadloos bij aan. Biodiversiteit is nog altijd teveel een thema voor ingewijden. De noodzaak om de dramatische daling van de soortenverscheidenheid in te dijken – wereldwijd is 1 soort op 3 bedreigd – is bij velen, inclusief beleidsmensen, nog onvoldoende doorgedrongen. De provincie wil daar verandering in brengen. Over 4 jaar moet de zorg om de biodiversiteit merkbaar zijn in het straatbeeld, zo staat het te lezen in de uitgebreide campagnemap, die door een reclamebureau werd aangemaakt. Dat bureau ontwierp ook campagnebeelden, -materialen en –middelen, waarmee ook Natuurpunt de straat op kan. De actie is opgehangen aan het begrip ‘koestenburen’: soorten die op provinciaal niveau bijzondere bescherming verdienen. Ze komen uit de wetenschappelijk onderbouwde lijst van provinciale prioritaire soorten (PPS). Dilbeek werkt rond 10 koesterburen. Deze soorten en hun leefgebieden zullen herhaaldelijk opduiken tijdens de campagne, figuurlijk
op papier en hopelijk ook af en toe letterlijk, tijdens natuuractiviteiten en als gevolg als natuurinrichtings- en beheerswerken. Bedoeling is uiteraard dat vele Dilbekenaren – niet enkel de leden van Natuurpunt – de koestersoorten gaat leren kennen én koesteren. Natuurpunt Dilbeek werd nauw betrokken bij de keuze van de koesterburen. In onze reeks ‘Countdown 2010’ hebben we niet toevallig al aandacht besteed aan sleedoornpage, ijsvogel, laatvlieger, bosorchis, eikelmuis en gierzwaluw. In dit nummer komt de boerenzwaluw aan bod. Papegaaizwammetje, veldleeuwerik en fijngeschubde aardtong volgen later. Al deze soorten komen voor in onze gemeente, maar wel in geringe of afnemende mate. Enkel de bosorchis maakt in bescheiden mate vooruitgang, dank zij gericht reservaten- en bermbeheer. Het is niet evident, maar wel noodzakelijk voor het maatschappelijk draagvlak dat niet
enkel een select clubje van natuurfeaks deze soorten leert kennen en waarderen. Pro Natura vzw, die voor de gemeente het landschapsplan voor de Broekbeekvallei uitwerkte, bewees onlangs tijdens de Dag van het Park dat sensibiliseren niet onmogelijk is. Door de buren persoonlijk uit te nodigen voor een zondagochtendwandeling in ‘hun’ vallei kon iedereen kennis maken met de ijsvogel en de eikelmuis. Voorlopig enkel via foto’s op een spandoek, maar na aanleg van o.a. een broedwand en een hoogstamboomgaard kan daar verandering in komen. Op enkele principiële malcontenten na waren alle 30 aanwezigen gewonnen voor meer natuur in hun buurt. Natuurpunt Dilbeek zet de volgende maanden en jaren graag de schouders mee onder de koesterburencampagne.
Zoek mee naar (koester)soorten Het is natuurlijk niet zo dat de biodiversiteit stijgt naarmate er meer naar planten- en diersoorten gezocht wordt, maar het is wel plezierig om steeds meer en nieuwe soorten te ontdekken in onze gemeente. Dilbeek is in diverse verspreidingsatlassen nog steeds een blinde vlek. Aarzel dus niet om je waarnemingen door te spelen. Als je vrijwel zeker bent dat je de soort hebt kunnen determineren, geef je die best meteen door op www.waarnemingen.be. Doe er liefst een digitale foto bij. Heb je twijfels, stuur dan je foto eerst naar
[email protected] en we zoeken met je mee. In het kader van onze biodiversiteitscampagne maken we er een erezaak van om alvast op zoek te gaan naar de Dilbeekse koestersoorten. En passant komen we zeker nog andere min of meer merkwaardige soorten tegen.
2.
3.
4.
5.
is een prachtig koppeltje, reeds druk in de weer met het renoveren van hun nestje. 6 april: vogelkenner Luc Platteau merkt in Schepdaal een wezel op. Hoe vaak zie je die nog ? 14 april : vogelkenner Elisabeth Godding ontdekt het vrij zeldzame heidelieveheersbeestje in Schepdaal: de eerste waarneming in onze gemeente. 17 april : twee Ooievaars vliegen over Itterbeek en landen even nabij Steenpoel. Lut Bruyninckx merkt ze op. 18 april : weer prijs voor Elisabeth: dit keer het zeldzame Boswitje, tijdens de KotteeNatuur-wandeling op een talud langs de Ring in Groot-Bjigaarden
Voortaan geven we in elk nummer een overzicht van 10 merkwaardige waarnemingen en feliciteren we graag de waarnemers, zeker de jongeren in het gezelschap. Het eerste overzicht, voor de periode van 31 maart tot eind mei 2010, ziet er als volgt uit. 1. 31 maart: onze penningmeester, Louis De Leeuw, noteert de aankomst van de eerste boerenzwaluwen (koesterburen!) in de vaarzenstal op het Neerhof. Het
Activiteiten op de Thaborberg Op 18 juli en 5 september gaan we opnieuw planten inventariseren op de Thaborberg. Bij de vorige studiedag telden we méér dan 150 keverorchissen. We zagen ook spekwortel en eenbes.Verder de ‘usual suspects’ voor de tijd van het jaar. We onderzoeken nu ook de minder bekende groepen zoals varens en grassen. De inventarisatie start om 10 u. Dezelfde dagen gaan we in de namiddag meteen al onze nieuwe aanwinsten tonen tijdens een open wandeling waarop iedereen welkom is. Afspraak hiervoor om 14 u op de parking van Zonnelied (voorheen Michielsheem), Kattebroekstraat 199, Dilbeek (Ring, afrit 12, richting Sint-Agatha-Berchem).
gouden tor
stijve wikke
6. 9 mei : de deelnemers van de Thaborwandeling schrikken zich een hoedje als conservator Lien van Besien één van de eikelmuiskasten opent, die sinds een paar jaar op de Thaborberg hangen, en die vooral door mezen en bosmuizen gebruikt worden. Uit die ene kast komen warempel twee Eikelmuizen (koesterburen!) te voorschijn. 7. 18 mei: Patrick Goossens, libellenkenner en ontdekker van o.a. de zuidelijke heidelibel in onze gemeente, begint nu ook andere merkwaardige insecten op te merken. In de verkavelde Rondenbos treft hij de zeldzame gouden tor aan. 8. 21 mei : in de Wolfsputten valt het oog van Fré Rampelbergh op een 14-stippelig lieveheersbeestje. Goed gezien. 9. 22 mei : Jochen Kempeneers merkt een paapje op in Sint-Ulriks-Kapelle. Ook goed gezien. 10. 29 mei : 100 exemplaren van stijve wikke groeien en bloeien in Itterbeek. Vicky Cockereaux weet waar.
Plantactie Milieuraad Dilbeek
De plantactie van de Milieuraad stimuleert dit jaar de aanplant van bodembedekkers.
gras dat niet goed groeit in de schaduw beter vervangen door bodembedekkers. Tussen bodembedekkers kan je ook voorjaarsbollen planten. Zo verleng je de bloei.
Voordelen • Vaste planten die elk jaar terug komen • Goede bodembedekking, waardoor het onkruid geen kans meer krijgt: 2x wieden in het voorjaar en klaar • Ideaal onder bladverliezende struiken (zeker de rotsooievaarsbek), langs de overgang tussen struiken en gazon • Trekken nuttige insecten aan die de ‘belagers’ in evenwicht houden • Zorgen voor variatie in de tuin of ‘meer biodiversiteit’: meer vlinders, meer insecten en meer vogels.
Soorten Zonnige standplaats: Perzische kruisjesplant Phuopsis stylosa (1€), Bloedooievaarsbek Geranium sanguineum (1,10€). Halfschaduw: Vrouwenmantel Alchemilla mollis (0,75€), Baskische ooievaarsbek Geranium endressii (1,30€), Blauw klokje Campanula portenschlagiana (1,10€). Schaduw: Kruipend zenegroen Ajuga reptans atropurperea (1,10€), Rotsooievaarsbek Geranium macrorhizum (1,30€), Lievevrouwebedstro Galium odoratum (1,10€)
Tips Hou bij de plantkeuze rekening met de bodem, vochtigheid en bezonning. Als je verschillende bodembedekkers naast elkaar zet, neem dan planten met dezelfde eisen en met dezelfde groeikracht. Geen sterke groeiers naast zwakke groeiers. Je kan het
Bestellen vóór 15/9 per mail: joris.bekaert@ eu.effem.com of brief: Joris Bekaert, Moestuin 23, 1702 Groot-Bijgaarden. Af te halen op zaterdag 9/10 tussen 9 en 12 uur bij Garden Center Moens, Itterbeeksebaan 172. Meer info: www.milieuraaddilbeek.be
12 september
naar Planckendael met de trein en de Likambote Wist je dat het olifantje Kai-Mook nu in Planckendael woont? En dat er dit jaar heel wat geboorten te vieren vielen? De familie van witwanggibbons breidde uit, de Indische leeuwen kregen vijf welpjes en er werd een snoezig sneeuwluipaardje geboren. Planckendael verandert voortdurend. Sinds vorig jaar lopen er op de savanne zeldzame WestAfrikaanse giraffen waarvan er nog maar 150 in het wild te vinden zijn. Maar er blijven ook klassiekers, zoals het bonobo-eiland. Ben je al dat dierenkijken even moe? Dan is er het klimparcours door de boomkruinen voor de avonturiers, het vlot voor de durvers en de metershoge olifantenglijbaan voor wie geen hoogtevrees heeft. En als de honger toeslaat dan kan je picknicken of iets afhalen bij de zelfbediening. Een perfect dagje uit voor het hele gezin.
Praktisch
B-dagtrip van de NMBS Met de trein tot Mechelen en dan per boot naar Planckendael Vertrek station Dilbeek om 9u30, terug om 16u30 Kostprijs: 20 € per persoon (groepstarief geldig voor alle leeftijdscategoriëen, inclusief verplaatsing en toegang) Reserveren bij Ignes Verstraete – 02/466 55 85 –
[email protected] – vóór 1 september. Minimum 15 deelnemers vereist.
in naam van de hygiëne. Het modderige erf kreeg een nette bedekking van beton of asfalt, waardoor het bouwmateriaal voor de nesten verdween. De graasweiden rond de boerderij zijn verlaten, want de koeien blijven het jaar door op stal. In de plaats komen akkers die intensief met insecticide worden bewerkt. Bovendien staan sinds de vogelpestepidemie van enkele jaren geleden sommige boeren argwanend tegenover de zwaluwen en versperren uit voorzorg de toegang tot hun gebouwen. Komt daar nog bij dat de trek alsmaar riskanter wordt. Als ze in Zuid-Europa niet worden afgeknald, krijgen de zwaluwen te maken met de oversteek van een alsmaar oprukkende Sahara. In de Afrikaanse winterkwartieren worden moerassen drooggelegd, bossen gekapt en alsmaar meer insecticiden gebruikt. Op dit ogenblik broeden in Vlaanderen jaarlijks nog amper 20.000-30.000 paren boerenzwaluw tegenover 100.000-200.000 in de periode 1973-1977. De toekomst van de boerenzwaluw ligt hoofdzakelijk in handen van de landbouw. Amper 4% van de populatie broedt niet op
Boerenzwaluw zkt. vr. mooie toekomst
Een zwaluw maakt nog geen lente, maar we zien ze toch graag komen. Eind maart is de boerenzwaluw doorgaans de eerste gevleugelde lentebode. Maar voor hoe lang nog? De aantallen lopen de voorbije decennia schrikbarend terug. En de enige die de boerenzwaluw kan redden is... de boer. Boerenzwaluw thuis bij de boer De mens en de boerenzwaluw leven sinds de oertijd zij aan zij. Oorspronkelijk deelden ze dezelfde grotten. Later, toen de mens eigenhandig kunstmatige spelonken leerde metselen – wat zijn gebouwen anders? – verhuisde de boerenzwaluw mee. Zijn geliefkoosde plekje is een donkere, warme veestal. Logisch. Het donker zorgt voor beschutting tegen predatoren. Door de warmte hoeven de jongen minder energie te verbruiken om op temperatuur te blijven en groeien ze sneller. En de aanwezigheid van vee trekt insecten
aan: de zwaluwen hoeven nauwelijks de deur uit om aan de kost te komen. Helaas is er veel veranderd op het boerenerf. Veel kleine landbouwbedrijven sluiten en worden omgebouwd tot hermetisch afgesloten luxe-villa’s. De grote boeren moderniseren. De koeien kregen open loopstallen en de varkensstallen gingen dan weer helemaal dicht. Het oude, ruwe metselwerk ruimde baan door veel gladdere materialen, waar geen nest aan blijft hangen. De mesthoop – een waar eldorado aan insecten – is verdwenen
een agrarisch bedrijf en 90% nestelt in stallen met vee. De boer kan heel wat doen om het broedsucces van de boerenzwaluw te
De moderne loopstal is minder geschikt voor boerenzwaluwen
verbeteren en zijn toekomst een stuk veiliger te stellen: • Toegang tot een duistere, beschutte ruimte van mei tot september is essentieel. De invliegopening hoeft maar een tiental cm hoog te zijn. • Bestaande nesten blijven best hangen: een nest restaureren kost veel minder energie dan een compleet nieuw bouwen. • Een strook vochtige klei of leem levert bouwmateriaal voor het nest. Misschien een stukje rand van een poel bloot leggen. Of een modderbadje op het erf: kan je ze mooi bezig zien. • Een grote spijker, een plankje of een richel, liefst op een donkere plaats dicht tegen het plafond geeft het nest steun. En in het slechtste geval kunnen kunstnesten opgehangen worden. • Rond vee in de wei hangen veel meer insecten dan rond vee op stal. Dus als het even kan: de koeien buiten. • Houtwallen, hagen en struwelen geven de boerenzwaluw beschutting om te jagen bij slechter weer. • Wilde akkerranden vormen een rijke bron van insecten. Via beheersovereenskomsten met de Vlaamse
. boer samen Landmaatschappij zijn de laatste twee maatregelen subsidieerbaar. Ook het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën ondersteunt landbouwers die zwaluwen te gast hebben op hun bedrijf. En de provincie Vlaams-Brabant maakte er een koestersoort van.
Portret van een luchtacrobaat De boerenzwaluw is makkelijk van zijn neefjes, de huiszwaluw en de oeverzwaluw, te onderscheiden door de lange zijpennen van zijn staart. Bij de mannetjes zijn ze langer dan bij de vrouwtjes. Hoe verder naar het noorden, hoe groter het verschil. De lengte van de staart blijkt vreemd genoeg een maatstaf te zijn voor de immuniteit tegen parasieten. Vandaar dat de wijfjes bij de paarvorming een duidelijke voorkeur voor lange staarten vertonen. Zelfs als ze als een partner hebben, durven ze nog wel eens een scheve schaats rijden met een knappe langstaart. Ze schrikt er ook niet voor terug om stiekem een eitje in het nest van de buurvrouw te deponeren.
De mannetjes spurten in het voorjaar voor de vrouwtjes uit terug naar de nestplaats van het jaar voordien. Elk bezet daar een klein territorium, waar hij wijfjes probeert te verleiden met staartgepronk en een eindeloos zacht kwetterend liedje. Als het paartje is gevormd, bouwen of restaureren ze samen een nest, vaak op dezelfde locatie als het jaar ervoor. Of ze een nest hergebruiken hangt vooral af van het aantal parasieten dat ze er aantreffen. Een boerenzwaluwnest bestaat gemiddeld uit 56,4% modder, 31,5% slik en slechts 11,9% klei. Daarnaast bevat het ook organische bestanddelen als gras, paardenhaar en veertjes, waarvan men aanneemt dat ze het bindende karakter en dus de duurzaamheid van het nest verhogen. De gemiddelde levensduur is 7 jaar, maar ooit werd een nest gemeld dat 48 jaar dienst deed! Het vrouwtje legt 4 of 5 eitjes die ze 14 dagen bebroedt. In Noord-Amerika broedt ook het mannetje, bij ons niet. Na nog eens drie weken vliegen de jongen uit. De ouders blijven ze nog een week voeden, maar dan moeten ze letterlijk en figuurlijk op eigen vleugels vliegen. De boerenzwaluw heeft twee of drie broedsels per jaar. De jongen van het eerste broedsel helpen vaak voedsel aanslepen voor hun broertjes en zusjes uit het tweede nest. Om die kroost groot te brengen zijn de ouders constant op jacht. In een broedseizoen met twee legsels vangt een zwaluwechtpaar ongeveer één miljoen insecten.Vooral grote vliegen zijn favoriet. Die worden vooral gevangen in een straal van 500 meter rond het nest. Een gratis insectenverdelger op het boerenerf... De meeste prooien vangt hij in de vlucht. De boerenzwaluw is dan ook een ware luchtacrobaat. Met zijn spitse, sikkelvorminge vleugels maakt hij makkelijk snelheid, terwijl zijn lange staart voor wendbaarheid blijft zorgen. Hij haalt met de vingers in de neus snelheden van 30 km/u en gaat daarbij heel zuinig om met energie: een roodborst heeft voor dezelfde snelheid bijna vijfmaal
zoveel energie nodig.. Bij een spurtje perst hij er vlot 70 à 80 km/u uit. Geen enkele andere zwaluwsoort durft zo laag tegen de grond te vliegen. Om te drinken scheren ze met open bek vlak boven het water en daarbij grissen ze vaak wat insecten mee. De uitgevlogen jongen verzamelen zich met duizenden in rietvelden en krijgen daar in de nazomer het gezelschap van de volwassen dieren. Vanaf augustus, maar meestal in de tweede helft van september, vertrekken ze weer naar hun wintergebieden in Midden-Afrika en Zuid-Afrika. Een trip va 4.500 tot 6.000 km. Ze nemen rustig hun tijd en vliegen ongeveer 200 km per dag. Zij overnachten gezamenlijk in rietvelden en na enkele maanden zijn ze ter plaatse. De keuze om overdag te reizen houdt risico’s in: natuurlijke predatoren en schotgrage jagers krijgen hen makkelijk in het vizier. Zij leggen geen vetvoorraad aan en moeten dus tijdens de trek voortdurend op zoek naar eten.Veel vogels overleven de overtocht van de Sahara dan ook niet. Slechts 20% slaagt erin om het jaar nadien weer op de broedplaats aan te komen. Sommige sterke exemplaren slagen er in om 5 tot 6 jaar na elkaar weer te keren naar hun broedplaats bij ons. Reden te méér om deze dapperen te koesteren!
Ter Pede nieuwe natuur op komst
Naast de spoorlijn 50 A in Itterbeek werden twee natuurcompensatiezones van samen ca. 20 ha voorzien. De ene ligt ten noorden van de spoorlijn tussen de Ninoofsesteenweg en de IJsbergstraat, de andere ten zuiden van de spoorlijn tussen de IJsbergstraat en de Roomstraat. Deze zones werden herbestemd tot natuurgebied als tegengewicht voor het natuurverlies dat ontstaat door de aanleg van 2 bijkomende sporen in het kader van het GEN. Compensatie was wel op z’n plaats, want er gaan belangrijke standplaatsen van bos- en keverorchis verloren. Uiteraard gaan die compensatiezones pas tot hun recht komen als er op het terrein een natuurgericht beheer wordt gevoerd. De zuidelijke zone bestaat nu nog in hoofdzaak uit een grote koeienweide. Gelukkig zijn niet alle houtkanten verdwenen en is er nog gemengd bos aanwezig, niet louter populierenbestanden met netels. Ook meandert de Pedebeek hier nog mooi door de vallei. De vegetaties in en langs de beek zijn echter sterk verruigd door vervuiling en bemesting.
De koeienweide is in ecologisch opzicht momenteel vooral een groot vossenstaartgrasland, kenmerkend voor voedelrijkere, relatief vochtige bodems. In de winter kan het lange tijd onder water staan, door grondwater dat in de laag gelegen komgronden boven het maaiveld stijgt. Naast grote vossenstaart komen gestreepte witbol, veldzuring, kropaar, beemdlangbloem, rode klaver, grote berenklauw en glanshaver, naast verruigingssoorten als brandnetel en kleefkruid, die welig tieren langs de beek .
Bij de aanleg van het GEN gaat een belangrijke standplaats van bosorchissen verloren. Gelukkig bleef die aan de overkant van de IJsbergstraat gespaard.
Op natte plekken in het weiland en in hooilandjes langs de talrijke grachtjes in de vallei , verraadt dit gebied echter zijn natuurpotentieel met o.a. zeggesoorten en echte koekoeksbloem. Noordwaarts sluit het gebied, dat door het onderbreken van voetwegen, moeilijk toegankelijk is, aan bij het ecologisch waardevolle spoorwegtalud. Het Agentschap Natuur en Bos beheerde er Deze weide aan de “17 bruggen” biedt ruimte voor natuurontwikkeling
tot voor kort de orchideeënvegetaties. Door het GEN-project is het talud echter helemaal op de schop gegaan. Bemalingswater uit de bouwputten loopt via de voormelde grachtjes naar de Pedebeek. Hopelijk leidt deze grondwaterverlaging niet tot blijvende verdroging en dus ecologische schade in de omgeving. Het talud zal wel beplant worden met streekeigen soorten. Een tweede grootschalige ingreep die dit eeuwenoude Breughellandschap sterk zal wijzigen, is de aanleg van een overstromingsgebied door de provincie – de Pedebeek is een provinciale waterloop. De aanleg past in een plan om overstromingen in woonkernen in de Pedebeekvallei definitief aan te pakken. Het plan omvat 3 deelprojecten: in Lennik komt er een retentiebekken opwaarts de Steenbergstraat, op de grens van Lennik en Schepdaal wordt van een knijpconstructie geplaatst op de Pedegracht en aan de Roomstraat te Sint-Anna-Pede komt er een tweede retentiebekken. De start van de werken aan de Roomstraat is voorzien voor het najaar. Enige vertraging is echter nog mogelijk. Het is immers een complex dossier, dat met veel onteigeningen gepaard gaat en dat is nooit evident. Ook dient rekening gehouden met het GEN-project en met de planning van Aquafin, de waterzuiveringsmaatschappij die ongeveer terzelfdertijd een afvalwatercollector in de vallei gaat aanleggen. Voor de aanleg van het retentiebekken aan de Roomstraat wordt de valleigrond tot een diepte van ca. 80 cm afgegraven over een afstand van ca. 300 m en een breedte van 20 tot 100 m. Zo kan het water tijdelijk gebufferd worden bij extreme neerslag.Verder komt er een constructie om het waterpeil te regelen en ook een dijk, te zien als een glooiing in het terrein. De beek krijgt ook nieuwe meanders. Door het verwijderen van de huidige bodem en vegetatie wordt de aanzet gegeven voor een nieuw – natuurgericht – beheer. Zo worden reliëfverschillen voorzien, met een poel en een terp, wat zorgt voor overgangen tussen diverse vegetatietypes. Op de terp kunnen dieren zich in veiligheid brengen als het bekken vol loopt. In de begeleidende ecologische studie wordt verwacht dat na de verwijdering van de huidige vossenstaart- en ruigtevegeaties de kale gronden eerst gekoloniseerd zullen worden door pionierssoorten van verstoorde gronden, waarschijnlijk gedomineerd door eenjarigen. Deze zullen plaats maken voor een grote diversiteit van natuurtypes, als gevolg van de ongelijke afgraving. Grote zeggenvegetaties, zilverschoongrasland, moerasspirea/ rietgemeenschappen, wilgenstruwelen en mesotroof tot eutroof elzenbroekbos mogen
verwacht worden. Op de aan te leggen dijken zullen droge vegetatietypes verschijnen zoals glanshavergrasland, kamgrasland, braamstruwelen en haagbeukbos. Rond en in het nieuwe beektracé kunnen moerasvegetaties met zeggen en riet tot ontwikkeling komen. Voorwaarde is uiteraard dat het overstromend water voldoende zuiver is. De Aquafinwerken (afvalwatercollectoren, overstortbezinkreservoirs) moeten hier dan ook aan voorafgaan, zo is uitdrukkelijk en terecht gesteld in de stedenbouwkundige vergunning. Natuurpunt tekende onlangs een compromis voor de aankoop van 3ha weiland, waarvan een stuk in het onverstromingsgebied ligt. Na aanleg zal het hele retentiebekken in beheer worden gegeven aan onze natuurvereniging. Dit is prachtig nieuws. Hoewel het nog te vroeg is voor natuurbeheersdoelstellingen, zeker voor de zone die niet in het retentiebekken wordt opgenomen, is het aannemelijk dat we gaan trachten nieuwe natuur te laten ontstaan, die vanop een nieuwe, ook reeds voorziene wandelweg langs het retentiebekken te bewonderen zal zijn. Daarnaast zijn er vele mogelijkheden om links te leggen naar andere natuurgebieden in de omgeving,
Compensatiezone Zuid
lichtgroen: herbestemd tot natuurgebied donkergroen: nieuw terrein Natuurpunt blauw: retentiebekken
zoals het IJsbos bijvoorbeeld. Ook culturele links met Sint-Anna-Pede via de Breughelroute zijn mogelijk. We hebben dit stukje nieuwe natuur « Ter Pede » genoemd, voor de hand liggend en ten voeten uit. U hoort er nog van.
Storten toegelaten Storten kan uiteraard niet in, maar enkel voor onze natuurgebieden! En wel op rekeningnummer 293-0212075-88. Uw bijdrage gaat ofwel naar de algemene pot voor de aankoop van natuurgebieden, ofwel naar een specifiek gebied als u het projectnummer opgeeft.Voor de Thaborberg is dat 9431 en voor het Begijnenborrebos 9919. Het nummer voor Ter Pede komt na de afhandeling van de aankoop. Vanaf 30 € krijgt een fiscaal attest voor belastingsaftrek.
natuurklussen
Zo bouw je een vleermuiskast Vleermuizen hebben nood aan holle ruimten als verblijf. En gezien ze die zelf niet kunnen maken, zijn ze aangewezen op wat er te vinden is. Sommige soorten vinden een plekje in onze huizen en gebouwen, andere zijn aangewezen op oude spechtenholen die naar boven toe zijn uitgerot. Beide groepen hebben het alsmaar moeilijker een onderkomen te vinden. Gebouwen worden veel beter afgedicht dan vroeger en bomen met geschikte holtes zijn er zo erg aan toe dat ze vaak voor de veiligheid worden omgehakt. Daarom kan het nuttig zijn een handje toe te steken door een vleermuiskast te plaatsen. Waar heeft het zin? Eerlijk gezegd: tot nu toe is daar weinig studie aan gewijd. Als je een kast hangt, ben je sowieso een pionier. In ieder geval zijn er tot nu toe geen gedocumenteerde gevallen van overwintering in vleermuiskasten in België of Nederland. Wel worden de kasten gebruikt door paargezelschappen in het najaar of heel soms als kraamkolonie. Het is logisch dat het voor houtbewonende soorten interessant kan zijn kasten op te hangen in naaldhoutbestanden, jonge loofboombestanden of in parken en grote tuinen waar weinig natuurlijke holtes aanwezig zijn. Ook kan het zinvol zijn een vleermuiskast te hangen aan huizen waar vleermuizen zijn waargenomen, maar niet langer welkom zijn b.v. omdat er isolatie is geplaatst. De kast moet dan worden opgehangen op de plaats van de vroegere invliegopening. Hoe bouw je een vleermuiskast? De kast moet tocht- en waterdicht zijn en goed isoleren. Neem dus planken met een dikte van minimaal 1,5 cm. Dikker is beter qua isolatie. Om goed houvast te geven, gebruik je best ongeschaafd hout. De breedte mag varieren van 20 tot 25 cm. De voorplank meet 30-40 cm, de acherplank 50-60 cm. In de achterplank zaag je om de 1,5 à 2 cm ondiepe groeven van 1 tot 2 mm. Aan de randen vul je de groeven op met houtlijm of vulpasta om tocht te vermijden. De zijplankjes lopen taps van 1 cm bovenaan tot maximaal 2 cm onderaan.Eventueel kan
je evenwijdig met de zijwanden om de 3 cm verticaal latjes van dezelfde afmetingen monteren om extra compartimenten te creëren. De bovenkant sluit je af met een latje van 1 cm breed. Onderaan monteer je een plankje om keuteltjes op te vangen, zodat je makkelijk kan nagaan of de kast bezet is. Schroef, spijker of lijm alles aaneen en zorg er voor dat er geen kieren zijn. Gebruik zonodig houtlijm of vulpasta om alles netjes dicht te maken. Verf of beits de voor- en zijkanten in een donkere kleur om zo veel mogelijk warmte te absorberen. De kant van de achterplank waar de vleermuizen tegen hangen mag je niet behandelen, ook niet het gedeelte dat onder de voorplank uit steekt. Bescherm de bovenkant tegen regen met een strook roofing, zink of rubber (oude binnenband van een fiets).
Waar hang je de vleermuiskast? Hang de vleermuiskast op minimum 4 meter hoogte op een windluwe plaats met de voorzijde naar het zonlicht: zuid of zuidoost. Vleermuizen zijn echte warmteliefhebbers. Zorg voor een vrije aanvliegroute. Geen takken of bladeren voor de invliegopening of direct onder de kast. Waak erover dat katten niet makkelijk bij de kast kunnen komen. Om ze tegen een boom te hangen, monteer je de kast best op een lat die je niet vastschroeft, maar spijkert. Gebruik spijkers met een brede kop: terwijl de boom in de breedte uitdijt, duwt hij de kast voor zich uit. Een vleermuiskast kan je het hele jaar door ophangen. Kans op succes? Volgens de literatuur, heb je de beste kans op succes in dreven en bomenrijen. Ook grote tuinen met waterpartijen zijn aantrekkelijk voor vleermuizen. Maar, zoals al aangegeven: in ieder geval ben je een pionnier en is het een goed idee je kast aan te melden bij Natuurpunt, zodat we de situatie kunnen opvolgen. Neem gerust contact met Marc Bruneel (
[email protected])
Natuurpunt op vakantie aan zee Een aantal jaren al organiseert Natuurpunt in juli en augustus een hele reeks natuurwandelingen aan de kust. Een mooie kans om te ontdekken hoe rijk en verscheiden onze schaarse resterende duingebieden toch wel zijn. Het is dan ook terecht dat de overheid de voorbije decennia flink investeerde in beheer en zelfs heraanleg van natuurgebieden in de kuststreek. Deze wandelingen doen ook gebieden aan die normaal voor bezoekers afgesloten zijn. Een aanrader dus.
De Panne/ De Westhoek
Elke donderdag, 10u30, infohuisje op het einde van de Dynastielaan Vlaams natuurreservaat, groots duinencomplex, wandeling binnen begrazingsraster met Schotse hooglandrunderen en Poolse konikpaarden, bloeiende orchideeën Kusttram: halte Esplanade + 30 min. te voet
De Panne/ Oosthoekduinen
Donderdag 15 en 29/7, 5 en 19/8, 15u, Vlaams Bezoekerscentrum ‘De Nachtegaal’, einde Olmendreef, zijstraat van de baan De Panne - Adinkerke (wegwijzers ter hoogte van de afslag) Vlaams natuurreservaat, begraasd door ezels, mooie overgang van duinen naar polders Honden: toegelaten Kusttram: halte Kerk + 5 min. te voet
Oostduinkerke/ Ter Yde
Vrijdag 16, 23 en 30/7 en 6, 13 en 20/8, 15u, kruispunt van de Albert I-laan (kustweg) en de Cottagelaan Vlaams natuurreservaat, begrazing door Shetlandpony’s, bloeiende orchideeën en parnassia Kusttram: halte Duinpark
Diksmuide/ De Blankaart
Zondagen 4/7, 1/8 en 5/9, 14u30,kasteel De Blankaart (baan Diksmuide-Ieper; 2 km voorbij de kerk van Woumen aan de rechterkant) ‘Parel van de IJzervallei’, uitgestrekte vijver met rietkragen, oud kasteelpark, vogelkijktoren, Vlaams Bezoekerscentrum ‘De Otter’ Honden: toegelaten
Nieuwpoort/ IJzermonding
Elke vrijdag,10u30, einde Halvemaanstraat, zijstraat van de Kustweg tussen NieuwpoortStad en Westende-Bad, ter hoogte van Lombardsijde (afslag Novus Portus) Slikken en schorren, grote vogel- en plantenrijkdom, natuurontwikkelingsproject ‘Plan Zeehond’ Kusttram: halte YMCA of halte Lombardsijde Dorp + 15 min. te voet
Middelkerke/ Warandeduinen
De Haan/Wenduine/ Zandpanne
Elke dinsdag,10u, parking naast het natuurreservaat (Wenduine-steenweg / Driftweg, ter hoogte van camping Ter Duinen) Glooiend duinlandschap met loofbosjes en poelen Kusttram: halte Zwarte Kiezel + 20 min. wandelen
Blankenberge/ Uitkerkse Polder
Elke Woensdag, 10u, bezoekerscentrum, Kuiperscheeweg 20 (wegwijzers vanaf de kerk van Uitkerke langs de Brugsesteenweg) Uniek polderlandschap, water- en weidevogels,vogelkijkhutten Honden: toegelaten
Blankenberge/ De Fonteintjes
Elke woensdag, 10u, ingang domein Duinse Polders (langs kustweg in Blankenberge, richting Zeebrugge) Zeldzaam duinmoeras Honden: toegelaten Kusttram: halte Duinse Polders
Knokke/ Het Zwin
Elke zondag, 10u, ingang Provinciaal Natuurpark Zwin (wegwijzers vanuit Knokke), betalende toegang! Slikken en schorren, uitzonderlijk rijk aan vogels en zoutminnende planten Kusttram: halte Station + bus lijn 13
Lissewege/ Ter Doest
Zaterdag 24/7 en 7 en 21/8, 14u30, kerk van Lissewege Zilte graslanden, grote vogel- en plantenrijkdom Honden: toegelaten
Damme/ Oude Stadswallen
Elke zondag, 10u, fontein op de Markt Vlaams reservaat, begraasd door ezels Kusttram: halte Centrum + 10 min. te voet
Elke zondag, 10u30, de witte watertoren tussen Westende & Middelkerke Bloemrijke duingraslanden, bloeiende orchideeën, oude ‘salamanderput’ Kusttram: halte Krokodiel
Koksijde/ Doornpanne
Bredene/ D’Heye
Dinsdag 20/7, 14u en zondag 22/8, 16 u; Fort Napoleon, Vuurtorenweg (Koninklijke Baan richting Knokke, afslaan ter hoogte van Earth Explorer.)Op zoek naar schelpen & andere strandvondsten!
De Panne/ Houtsaegerduinen
Elke zaterdag,14u30, bezoekerscentrum aan de Doornpannestraat (zijstraat van kustweg t.h.v. boothotel ‘La Péniche’, tussen Koksijde-Bad en Oostduinkerke-Bad) Uitgestrekt duinlandschap met rijke voorgeschiedenis Kusttram: halte Schipgat + 5 min. te voet
Zaterdag 10 en 24/7 en 7 en 21/8, 10u30, kruispunt van de Koerslaan (zijstraat van de Koninklijke Baan) met de Batterijstraat Zeldzaam fossiel duin, begrazing door Schotse Galloway-runderen en Poolse konikpaarden Kusttram: halte Renbaan + 15 min. te voet
Elke maandag, 10u, markt van Damme Verdedigingswallenen -grachten uit de 17de eeuw
Oostende/ Fort Napoleon
(Honden zijn niet toegelaten, tenzij expliciet anders aangegeven)
Beleef de hertenbronst!
18 & 19 september: een spannend herfstweekend diep in de Ardennen! Onze uitvalsbasis voor dit unieke weekend is Awenne, nabij Saint-Hubert. We verblijven er in een gerieflijke vakantiewoning met 24 bedden en alle comfort. De streek rond Saint-Hubert vormt werkelijk het hart van de Ardennen met eindeloze bossen, uitgestrekte veengebieden en klaterende riviertjes. Met een lokale gids gaan we op zoek naar de mooiste en boeiendste stukken natuur uit de streek. Zaterdagmorgen gaat de uitstap naar Mirwart. We vertrekken langs bloemrijke – al zal dat in september wat minder zijn – graslanden en wandelen door indrukwekkende eikenen beukenbestanden. Misschien lopen we everzwijnen tegen het lijf of horen we een raaf roepen. Om een taigaboomkruiper of een middelste bonte specht in het visier te krijgen zullen we veel geluk moeten heb-
ben. De namiddag brengen we rustig door, want de apotheose komt pas laat op de dag. Eerst gaan we op zoek naar bevers, want die gedijen na hun herintroductie uitstekend in de frisse Ardense riviertjes. Hun burcht krijgen we alvast te zien en hopelijk vangen we een glimp op van de dieren zelf. Net voor valavond trekken we naar de Fagne de Mochamps, waar we in het gezelschap van de roedels hindes wachten op het indrukwekkende spektakel van de burlende mannetjesherten. Contacten Natuurpunt Dilbeek Zondag staan er paddenstoelen op het menu. Niet letterlijk, maar onze gids belooft wel een mooie oogst aan waarnemingen. Als afsluiter bezoeken we het Waalse Bokrijk: de Fourneau Saint-Michel. Dit openluchtmuseum toont hoe de mens vroeger optimaal gebruik maakte van de lokale beschikbare materialen en energiebronnen. Een kunst die verloren is gegaan... Wie wat langer wil profiteren kan vrijdagavond al aankomen en pas maandagmorgen vertrekken... Inschrijven vóór 10 september bij Louis De Leeuw (02/569 27 28 –
[email protected]) Bijdrage: 55 €/persoon (inclusief maaltijden, gids en entreegeld)
Algemene zaken Marc Bruneel, voorzitter, 0474/41 48 25 –
[email protected] of Eric De Jonge, secretaris, 02/567 04 38 –
[email protected] Natuur•ket (jongerenwerking): Ignes Verstraete 02/466 55 85 –
[email protected] Beheerswerkgroep Lien van Besien 0497/83 43 39 –
[email protected] Beheersklusteam Marc Bruylandt 0486/73 69 70 –
[email protected] Vogelwerkgroep Elisabeth Godding 02/649 00 90 –
[email protected] Inschrijving voor activiteiten Louis De Leeuw 02/569 27 28 –
[email protected] rekening: 000-3250101-19 Natuur•contact, website, natuurstudie Marc Bruneel (zie hoger) Website www.natuurpunt-dilbeek.be