Jaargang 33 - nummer 5 en 6
Mei - Juni 2007
KONINKLIJKE VERENIGING VAN OPRUSTGESTELDE OFFICIEREN - KRING LIMBURG
Boottocht MAASTRICHT - LUIK met lunch aan boord
12 juni 2007 Cdt Urbain Paulissen 09.00 u. 09.15 u. 09.45 u. 10.00 u. 11.30 u.
RV Parking Cultuurcentrum Lanaken PV (150 m. voorbij de kerk) Vertrek met autocar “de Lijn” naar Maastricht Inschepen aanlegsteiger rederij “Stiphout” in de ruimte KVOO Vertrek - koffie en vlaai Warme lunch - In Ternaaien worden we van de Maas 15 m. hoger versast naar het Albertkanaal - intussen zijn we voorbij de St. Pietersberg - Eben-Emael en Visé. In Luik gaat het terug naar de Maas (monument Koning Albert I.) 12.30 u. We meren aan in het Centrum, wandelen 200m. en bezoeken en het Zoölogisch museum van de Univ. Luik (in een bassin van 66.000l. zwemmen hier oa. haaien - verder staan er skeletten van dinosaurussen)
14.30 u. einde bezoek en inschepen 15.00 u. Vertrek naar Maastricht waar we ontschepen 17.30 u. vertrek met de Lijn terug naar Lanaken Inschrijven : 011.228848 of per elektronisch formulier “juni” uiterlijk vóór 23 mei 07. De stortingen van €43 pp. (inbegrepen: de Lijn, boottocht, koffie-taart, lunch, museum en aquarium - dranken niet inbegrepen) met code “Maas” moeten vóór 03 juni toekomen op rekening 961-1951400-46 van KVOO LIMBURG. Kunstsmid en bronsgieter Urbain zal tussen de deelnemers een bronzen beeld van eigen creatie verloten.
19 juli - Barbecue - Millen LtKol Herman Schrijvers Donderdag 19 juli 1800 uur Hoeve Dewalleff Tikkelsteeg 13 - 3770 Millen (012.237089) Herman Schrijvers organiseert voor de negende opeenvolgende maal in dit prachtig kader onze jaarlijkse barbecue. Inschrijven enkel door storting van € 25 per persoon (aperitief, wijnen en frisdranken inbegrepen) met code ‘BBC/07’ vóór 07 juli op rekening 961-1951400-46 van KVOO LIMBURG.
Woordje van de voorzitter
V
andaag, 24 april, deadline voor het meinummer van onze Nieuwsbrief, heb ik mij lekker op het terras in het zonnetje genesteld voor het schrijven van deze lijntjes. Volgens de krant van deze morgen genieten we nu reeds voor de 24ste dag op rij van dit heerlijk lenteweertje, en de vooruitzichten voor de volgende dagen blijven goed. Indien dit nog een week aanhoudt, en die kans is reëel, dan zou het record van april 1893, als droogste maand sinds het begin van de metingen in 1833, gebroken worden. En ook voor de landbouw zouden er
Cdt Jules Neven
(Vervolg op pagina 2)
In dit nummer : Woordje van de Voorzitter 12 juni : boottocht Maastricht - Urbain Paulissen 19 juli : Barbecue - Herman Schrijvers ‘Luik’ - Guido Del Savio De legende van Tchantchês - J-P Dechesne Kinepolis voor KVOO - Louis Truyers “Geprogrammeerd voor 100 jaren ” - Jef Schoups “Islam en Jihad beter begrijpen” - Chris Vos “Barmhartige Samaritaan ” - Willy De Greeve
“De Belgen in Engeland” - Frank Decat
mei - juni 2007
K.V.O.O. - LIMBURG
Woordje van de Voorzitter (Vervolg van pagina 1)
voorlopig geen grote problemen zijn, daar de behoorlijk natte winter zorgde voor een voldoende grondwaterniveau. Allemaal positief nieuws dus, en het doet werkelijk deugd van gedurende een zo lange periode eens niet te moeten zeuren over dat trieste weer in onze contreien. Maar toch duiken er te pas en te onpas de eeuwige milieufanaten op die het niet kunnen laten het waarschuwende vingertje in de lucht te steken, en tot elke prijs menen ook nu weer de link te moeten maken tussen het mooie weer en het spookbeeld van de opwarming van de aarde. Nochtans zou een minimum aan gezond verstand toch moeten laten uitschijnen dat die redenering in dit geval echt niet opgaat. In 1893 waren er toch geen CO2-brakende auto’s, vliegtuigen, mazoutverwarmingen, elektriciteitscentrales en andere milieuonvriendelijke moderne uitvindingen, en desondanks werd men toch geconfronteerd met een minstens even droge en warme aprilmaand als nu. En het is niet omdat wij hier bij ons nu even geluk hebben met het weer dat dat overal zo is. Grote delen van de Verenigde Staten hadden de laatste tijd af te rekenen met langere periodes van extreme vrieskou en sneeuwstormen, en probeer maar eens wijs te maken aan de zeehondenjagers, die massaal moesten geëvacueerd worden van hun schepen die al een paar weken liggen vastgevroren in de noordelijke wateren van Canada en Alaska, dat er een abnormale opwarming is. Zelfs de ijsbrekers die hen probeerden te hulp te komen vroren hopeloos vast, en meerdere schepen zijn reeds gekraakt door de extreme ijsvorming. Nu is het ondermeer in die streken dat Al Gore ons wil doen geloven (Vervolg op pagina 3)
-2-
Met het nummer van juni 1995, nu juist twaalf jaar geleden, vervingen wij ons maandelijks rondschrijven door de u welgekende nieuwsbrief KVOO LIMBURG . Aan de layout hebben wij in de loop van de jaren geen essentiële wijzigingen aangebracht. Vanaf het nummer van deze maand zal de opmaak van de voorpagina er iets anders uitzien. Op voorschrift van MVL moeten vanaf nu immers alle drukwerken die op de persen van Landsverdediging worden gereproduceerd de twee kleurenlogo’s van de Krijgsmacht dragen. Hoe doen wij dit ? Wij drukken 300 bladen met de logo’s in kleur op onze printer - vervolgens wordt er in Saffraenberg de rest van de eerste pagina in zwart wit op gekopieerd - nadien alles in de drukmachine die de eerste pagina telkens oppikt en de overige bladzijden kopieert en toevoegt - Vrij omslachtig en met een meerkost van ± €16 per uitgave. Vakantietijd - vanaf 24 mei t.e.m. 10 juli is het secretariaat enkel bereikbaar via email. Aandacht voor volgende inschrijvingsmodaliteiten : Maastricht 12 juni 07 : 011.228848 of elektronisch formulier juni (om te openen Ctrl+klikken) uiterlijk vóór 23 mei 07 Barbecue 19 juli 07 kan enkel door storting van het bedrag van €25 pp. op de rekening KVOO vóór 07 juli 07. Te Deum 21 juli : formulier juni of 011.228848 enkel op 12 juli 07 Het bezoek aan Leopoldsburg met Cdt Vl. Julien Van Hurck (gepland op 07 augustus ) wordt verplaatst naar 14 augustus 07 - details in de volgende nieuwsbrief. De nieuwsbrieven van juli en augustus worden samengevoegd tot één nummer dat verschijnt rond 17 juli 07 De Toscanereizigers worden er aan herinnerd dat het 2de voorschot van 200 euro pp. diende gestort te worden vóór 05 mei 07. Het saldo moet worden overgemaakt vóór 05 augustus 07. Totaal aantal deelnemers voor Toscane : 41 Ziekenboeg : Simone Van Loenhout was een tijdje vrij van dienst maar stelt het nu beter, zij kon vorige week haar TD-activiteiten hernemen. De gezondheidstoestand van onze collega Frans Kenis kent momenteel ups en downs en vergt verdere behandeling. Wij wensen Frans veel moed en sterkte. Stel uw bezoek voorlopig uit maar moedig Frans aan door hem een kaartje te sturen op zijn adres : Driehoek 1, 3945 Ham. Frans zal dit gebaar erg op prijs stellen.
Wij betreuren het overlijden van
Mevrouw Marie-Josée VANDEURSEN echtgenoot van LtKolonel Eugene DEBRUYN
Bree 24.02.1929 Roeselaere 24.03.2007 °
De begrafenisplechtigheid vond plaats te Brugge op 24.03.2007 Namens KVOO Limburg hebben wij aan de familie onze gevoelens van deelneming aangeboden
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
Woordje van de Voorzitter (Vervolg van pagina 2)
dat onze planeet om zeep gaat door het massaal wegsmelten van de ijsschotsen; de realiteit doorprikt dus ook hier weer even zijn “slechtnieuws-show”. We kunnen er van hieruit alleen maar blij om zijn, en ook het feit dat door deze klimaatsafkoeling zovele snoezige zeehondjes hun pelsje en hun leven kunnen behouden zal velen niet onberoerd laten. Aangezien milieu en klimaat steeds meer worden betrokken bij het politieke opbod valt te vrezen dat we nog heel wat minder aangename poespas voor de voeten zullen geschoven krijgen. Naast milieuministers, energieministers, vervoerministers, enz., is er nu ook al sprake van het creëren van een klimaatminister, en een partijtje dat volgens insiders zelfs de verkiezingsdrempel niet zal halen eist dat postje nu al op. Benieuwd wat ons nog allemaal te wachten staat. Neem nu b.v. de CO2-onzin, om maar iets te noemen; ongelooflijk wat daaromtrent op de argeloze burger wordt losgelaten. Sinds vorige week heeft een bekende krant een website geopend, waar je met een “Klimatest” kan berekenen hoeveel CO2 en vergelijkbare gassen jij persoonlijk de atmosfeer injaagt, want niet de industrie, noch de landbouw zijn de grootste boosdoeners, maar wel jijzelf, door jouw vermaledijde levensstijl. Je moet dan allerhande gegevens ingeven omtrent je verplaatsingen (wagen, bus, trein), reizen (vliegtuig, bus), voeding (rundvlees = koe die methaangas u itstoot… ), w oning (vrijstaand huis = schadelijker dan appartement), enz. Ik bespaar je verdere details, maar intussen hebben reeds een 1200-tal Vlamingen de test gedaan, en nu blijkt dat de Limburgers de grootste vervuilers zijn, met gemiddeld 8,35 ton jaarlijkse CO2-uitstoot per kop, terwijl (Vervolg op pagina 4)
- 3-3--
FILMVOORSTELLINGEN KINEPOLIS Collega Louis TRUYERS, voorzitter van de Filmclub “Georges Méliès, nodigt de KVOO-leden uit op de speciale filmvoorstellingen in de KINEPOLIS TE Hasselt. De vertoningen vinden plaats op de eerste dinsdag van de maand om 2000 uur. U dient zich aan bij Louis aan de ticketcontrole (niet aan de reguliere kassa) en u betaalt slechts 3 euro. PROGRAMMA
Dinsdag 1 mei THE QUEEN Stephen Frears GB 100’ 2006 Niet te missen prachtig portret van de Engelse koningin met een flinke portie humor en politiek doorzicht. Helen Mirren onovertroffen in deze flink gelauwerde topper! Dinsdag 8 mei CALVAIRE Fabrice du Wetz B 94’ 2005 Wrange en angstaanjagende solotrip doorheen de diepe Ardennen. Laurent Lucas in de rol van een rondreizende en verdwaalde charmeanger die door een gestoorde herbergier wordt vastgehouden en op een psychologische en lichame-lijke manier geterroriseerd wordt. Calvaire is zijn cultstatus meer dan waard! Dinsdag 15 mei TRANSYLVANIA Tony Gatlif F 103’ 2006 Intens liefdesverhaal en muzikale reis doorheen het fascinerende Roemeense landschap naar het hart van de Zigeunercultuur. Schitterende rol van sekssymbool ARGENTO Dinsdag 22 mei EL METODO Marcello Pineyro ARg 115’ Indringende en meeslepende radioscopie van de menselijke psyche; Vijf mannen en twee vrouwen solliciteren voor een belangrijke kaderfunctie; begint als een pervers spelletje maar evolueert naar een boeiende suspense. Dinsdag 29 mei THE BLACK DAHLIA Brian de Palma VS 120’ 2006 Actrice Elizabeth Short werd in 1947 verminkt en vermoord. Dit onopgelost moordmysterie zorgt voor een fascinerende “afdaling in de hel” en een virtuoos spektakel. Hilary Swank en Scarlett Johanson zijn de hoofdvertolkers. Dinsdag 5 juni DAS LEBEN DER ANDEREN Henckel von Donnersmarck D 137’ Is behalve een subtiele goed geobserveerde karakterstudie ook een meeslepend verteld drama. Niet alleen een kritisch succes, is ook gelauwerd met heel wat internationale filmprijzen. Dinsdag 12 juni THE ILLUSIONIST Neil Burger VS 2006 109’ Sfeervol romantisch drama evenals een goochelaarsfilm waarin verleden en toekomst tegenover elkaar staan in een mysterieus en surrealistisch droomuniversum. Schitterende hoofdrol voor Edward Norton. Dinsdag 19 juni LES TEMOINS André Téchiné F 2006 112’ Filmmaker herdenkt zijn door aids gestorven vrienden met een werkstuk waarin de emoties even ruw en pakkend zijn als de beelden. Emmanuelle Béart, Michel Blanc en Julie Depardieu op hun best. Niet te missen Dinsdag 26 juni NUE PROPRIETE Joachim Lafosse B-F 2 006 92’ Ingetogen pleidooi voor vrijheid en ademruimte in intrigerend intimistisch drama rond vragen over relaties en individuen. Isabelle Huppert en de gebroedeer Renier zetten levensechte personages neer! In samenwerking met Vrijzinnig Centrum Hasselt
Louis
Danstee dinsdag 15 mei om 14u30 Inschrijvingen op het nummer 011.210615 vóór 12 mei De stortingen van € 4 per persoon met code TD/5 moeten toekomen vóór 12 mei op rekening 961-1951400-46 van KVOO LIMBURG
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
Woordje van de Voorzitter (Vervolg van pagina 3)
de Brusselaars slechts 5,78 ton CO2 zouden uitstoten. Besluit van de Bond Beter Leefmilieu en van een betrokken Leuvense hoogleraar: “Ziet er niet goed uit, minder verbruiken en een goed deel van ons hedendaags comfort afstoten”. Dat was natuurlijk te verwachten ! Maar hopelijk wil men ons niet zo drastisch aan banden leggen als twee Britse wetenschappers van de universiteit van Bristol, een paar maanden geleden. Zij berekenden dat een mens 20.000 keer per dag ademt en daarbij 800 gr CO2 uitstoot. Op jaarbasis zou dat voor de wereldbevolking de enorme vervuiling van 1,88 gigaton betekenen. En weet je wat hun doodernstig advies was, zonder humoristisch te willen zijn, zoals het een wetenschapper betaamt? Twee raadgevingen : minder sporten, want anders wordt er te veel extra geademd, en elke wereldburger zou per drie ademteugen er één moeten overslaan; met een beetje oefening moet dat lukken !… Zo zie je maar dat men vele kanten uitkan om het goed te menen met ons milieu; afwachten maar wat onze nieuwe verkozenen voor ons zullen in petto hebben na de verkiezingen van juni. Uw voorzitter, Marcel
Te Deum 21 juli 07 11.00 u. Quintinuskathedraal Hasselt Wij hebben 25 voorbehouden plaatsen ter beschikking. Inschrijven met formulier ’juni’ of tel: 011.228848 enkel op 11 juli 07 Copyright KVOO LIMBURG Er wordt aan herinnerd dat voor het kopiëren of reproduceren van artikels uit de nieuwsbrief KVOO LIMBURG steeds de toestemming van de verantwoordelijke uitgever vereist is. JH.
- 4-3--
LUIK - 27 MAART 2007 De uitstap naar Luik blijft in de smaak vallen bij de leden van KVOO Limburg. Ondanks het feit dat het reeds voor de 5de maal was dat er een excursie naar Luik op het programma stond mocht onze gids Jean Pierre DECHESNE 63 leden verwelkomen in zijn”vurige stede“. Bij de vorige bezoeken aan de stad LUIK werd vooral aandacht besteed aan het kunstpatrimonium, aan de historisch ontwikkeling, aan het architectonisch aspect van de stad maar bij dit bezoek ging, in een eerste gedeelte, onze aandacht vooral naar de Luikse staalindustrie en de grote uitvindingen. Het tweede gedeelte stond volledig in het teken van de Luikse folklore voornamelijk met de volksheld “Tchantchès”. Bij aankomst in “La Maison de la Métallurgie” – voormalig fabriek van Espérance-Longdoz - werden wij welkom geheten in de cafétaria van het museum. Wij kregen er onmiddellijk een lekkere tas koffie met croissant aangeboden. De groep werd opgesplitst in twee: de dames mochten meegaan met Jean Pierre en de heren kregen een gids (Alain) van het museum toegewezen. In de korte tijdspanne van anderhalf uur kregen wij niet alleen een zeer uitgebreid overzicht van de Luikse staalindustrie en aanverwante activiteiten maar tevens de geschiedenis van de diverse energiebronnen en van de grote uitvindingen. Bij de aanvang van onze rondgang kregen wij voornamelijk de nodige toelichting m.b.t. het vervaardigen van staal in Wallonië zo een 300 jaar geleden. In deze eerste zaal konden wij de oudste hoogoven van het land aanschouwen en 2de van de wereld (1693) en kregen wij informatie over de werking van al deze oorspronkelijke werktuigen. Het was indrukwekkend. De bezoekers konden zich een idee vormen van het zware manueel werk dat door de arbeiders, arbeidsters en kinderen werd verricht in zeer slechte hygiënische omstandigheden. (Opm: de dames kregen een andere volgorde). Het was niet alleen staal dat belangrijk was voor de Luikse industrie maar tevens de zinkindustrie. Deze industrie ontstond in het begin van de 19de E. In de zaal van de non-ferro metalen konden wij talrijke gebruiksvoorwerpen bekijken waaronder de zinken reisbadkuip van Napoleon I (1809). Deze eerste rondgang werd afgesloten met een filmvoorstelling over de hedendaagse staalfabrieken. De deelnemers weten nu allemaal wat staal is - hoe staal gemaakt wordt - het verschil tussen koud en warm walsen - de toekomst van de Waalse staalindustrie. Na de filmvoorstelling werden wij rondgeleid in diverse zalen waar vooral aandacht werd besteed aan de opeenvolgende ontwikkelingen in het aanwenden van energiebronnen. Daar de arbeidsprestatie steeds plaats vond in vermoeiende omstandigheden moest er gezocht worden naar mogelijkheden om het zware manueel werk gemakkelijker en aangenamer te maken. De eerste energiebron was dan ook de watermolen. Deze energiebron heeft haar nut bewezen tot het einde van de 18de E. In de zaal van de hydraulische energie werd ons een pronkstuk getoond: het schaalmodel van de ”Machine van Marly“, gebouwd door een Luikse timmerman (Rennekin Sualem), om de fonteinen van de tuinen van Versailles te bevoorraden. Een volgende stap in de ontwikkeling van de energiebronnen is de bouw van de stoommachine geweest, door ons beter gekend als de industriële (Vervolg op pagina 5)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 4)
revolutie van de 19de E. In de zaal van de stoommachines waren niet alleen schaalmodellen te zien maar tevens de oorspronkelijke machines (types James Watt), die dienst gedaan hebben in diverse Luikse fabrieken. o.a. suikerfabriek van Hannut. De 2de industriële revolutie vond dan haar oorsprong in de ontwikkeling van de ontploffingsmotor. Het was een uitvinding van de Belg (in Arlon geboren) Etienne Lenoir (1860). De ontdekking van aardolie en aardgas met de afgeleide producten zoals “kunststof (plastic)” gaven een enorme ontwikkeling aan de automobielindustrie. Dan hebben wij ook nog de ontwikkeling van de elektriciteit. Om het met de woorden van Zénobe Gramme te zeggen ”de 19de eeuw was de eeuw van de stoom en de 20ste eeuw zal de eeuw van stroom zijn”. Wij beleven momenteel de 3de industriële revolutie nl. de informatica en de spitstechnologie. Als afsluiter aan dit zeer leerrijk en bezielde bezoek werd onze aandacht nog gevestigd op een uiterst zeldzame tabelleermachine van Herman Hollerith met geperforeerde kaarten: gaatje = ja; geen gaatje = neen. Deze machine is de voorloper van de informatica en van de stichting van de firma IBM (1924). Per autocar deden wij de verplaatsing naar het kwartier “CX Log Sud” waar, dank zij onze collega Jules Neven, een smaakvolle lunch werd opgediend. In de namiddag bezochten wij de wijk “République Libre d’Outremeuse” waar de folkloristische figuur “Tchantchès” (François), volgens de legende althans, het levenslicht zag op 25 augustus 760, tussen twee kasseien. Deze folkloristische figuur Tchantchès (een marionet) is de prototype van de echte Luikenaar met als voornaamste kenmerken: wat tegendraads, opstandig, levensgenieter en vrijheidslievend maar met een gouden hart dat steeds bereid is zich in te zetten voor de goede zaak. Hij staat model voor de Cité Ardente en haar inwoners. Wij hebben de gelegenheid gekregen om de Luikse volksheld “in levende” lijve te mogen aanschouwen en te aanhoren tijdens een opvoering in het “Theâtre Royal Ancien Impériale du Musée Tchabtchès”. Tchantchès was de hoofdrolspeler in het poppenspel “Le Nouveau Prince-Evêque”. Dit poppenspel werd exclusief geschreven voor KVOO Limburg. Iedereen heeft van de voorstelling kunnen genieten ondanks het Luiks accent van Tchantchès. De laatste woorden van Tchantchès waren: “Asteûre (op dit ogenblik) le bar est ouvert et comme on dit chez nous “à r’vèye to l’monde et pwèrtez-ve todi bin”. De Gouden Boek werd getekend door onze voorzitter en enkele (Vervolg op pagina 6)
- 5-3--
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
(Vervolg van pagina 5)
leden. Wij zijn deze woorden indachtig geweest en hebben dan ook genoten van de laatste “Pèkèt” in de bar. Op onze terugweg naar de autocar, langs kleine steegjes met diverse eetgelegenheden kregen wij van onze gids nog wat plaatselijke anekdotes te horen. Tijdens de terugreis dankte onze voorzitter Kol Vl SBH Marcel Demot onze gids Cdt v/h Vlw Jean Pierre Dechesne voor zijn deskundige en enthousiaste begeleiding.
Del Savio Guido
DE LEGENDE VAN TCHANTCH S
Tchantchès (Francois) werd volgens een lokale traditie, opgesmukt door een aantal zeer naïeve anachronismen, op 25 augustus 760 te Luik op wonderbaarlijke wijze geboren. Hij kwam ter wereld tussen twee straatstenen van de stadswijk "Outremeuse", nu genoemd de "Vrije Republiek Djus d'la Moüse". De brave lieden die hem vonden waren zeer verbaasd hem bij zijn geboorte al te horen zingen „Kom moeder Gaspard, laten we nog een glaasje nemen". Het was een dikwandige en gulzige zuigeling die onophoudelijk lachte. Toch was het zien van water al voldoende om hem te doen pruilen en om hem helemaal tevreden te stellen liet zijn pleegvader hem aan een in jenever gedoopt koekje zuigen. Hij speende hem met zure haring waardoor zijn papil voor de rest van zijn leven aan een onlesbare dorst leed. Zoals velen, die voorbestemd zijn om beroemd te worden, heeft Tchantch ès tegenslagen gehad: bij het dopen werd zijn neus zo ongelukkig tegen de rand van de doopvont gestoten door de vroedvrouw dat dit aanhangsel buitensporig ging groeien. Het gezicht van het onschuldige slachtoffer werd daardoor zo belachelijk, dat het als voorbeeld voor carnavalsmaskers ging dienen. Later toen hij mazelen kreeg, werd de kleuter gedwongen ijzerhoudend water te drinken; ongeluksvogel die hij was, slikte hij per ongeluk een keer een stuk van een hoefijzer in dat in zijn keel bleef steken en vanaf dat moment kon hij zijn hoofd alleen maar van links naar rechts en van rechts naar links draaien. Om iets op de grond te zien moest hij plat op zijn buik gaan liggen en op zijn rug om naar de lucht te kunnen kijken. Door zijn groteske neus aarzelde Tchantchès aanvankelijk om zijn huis te verlaten, maar spoedig deed zijn vrijheidszin hem besluiten de mensen te trotseren. Hij bood zich aan om Sint- Måcrawe te spelen; d.w.z. geheel met roet besmeerd door alle kwajongens van de buurt op een draagstoel te worden rondgedragen. Deze gedenkwaardige gebeurtenis vond plaats op de vooravond van Maria Hemelvaart in 770. Het werd een grote triomftocht en hij bemerkte al gauw
- 6-3--
dat men ondanks zijn lelijkheid toch geliefd kan zijn, wanneer dat samen gaat met gevatheid en goedhartigheid. Op die dag werd hij tot prins van Outremeuse gekroond. Toen hij pp een dag langs de Maas slenterde ontmoette hij Bisschop Turpin en Roland, een neef van Karel de Grote. Roland werd door Turpin de les gelezen over zijn slechte cijfers voor Latijn. Tchantchès onderbrak met zijn gebruikelijke onbeschaamdheid het gesprek en om meester en leerling tot overeenstemming te brengen sprak hij de volgende gedenkwaardige zin uit: ja heer Ridder Roland, Latijn dient nergens voor maar het is toch wel zeer nuttig". "Wie is die boerenkinkel?" vroeg Roland. "Tchantchès, Prins van Outremeuse, om U te dienen, heer Ridder". Bisschop Turpin bekeek onze vriend welwillend. "Wel, Tchanchès, ik zal je aan Keizer Karel de Grote voorstellen en voortaan zal je de metgezel zijn van zijn neef Roland". En zo werd Tchantch ès bij het hof van Karel de Grote ingeleid. Toen kwam de glorierijke Spaanse krijgstocht. In de geschiedenis wemelt het van anekdotes die aantonen hoe intiem de betrekkingen tussen Tchantchès en Karel de Grote waren. Zo kwam hij op een dag zonder aarzelen de tent van de keizer binnen die een luisterrijke maaltijd aan het verorberen was en met volle mond zei: "Wat wil je Tchantchès? Laat mij mijn mosselen eten". Bij een andere gelegenheid diende hij als kamerneer van de befaamde krijgsman: " Sire Keizer, de afvaardiging van de zwarte koning Marsile wilde U graag spreken". "Met zijn hoeveel zijn zij?" "Zij zijn maar alleen". "Dat ze dan met z'n allen binnenkomen en dat de laatste de deur sluit". Tchantchès was dag en nacht bij Karel de Grote en zijn neef Roland. Onder alle omstandigheden, in besloten vergaderingen en op het slagveld, altijd was hij daar om hen te helpen met zijn wijze raadgevingen of afschrikwekkende kopstoten, want Tchantchès was in Outremeuse de kampioen van de "soukeus" (iemand die vecht door het geven van kopstoten in de borst). Zie hier zijn manier van vechten: zonder lans, spies of zwaard, met als vaandel zijn rode halsdoek, als schild zijn blauwe kiel, als helm zijn zwartzijden pet, die hij in een ommezien op zijn stevige hersenpan drukte. Hij spuugt in zijn handen, grijpt de tegenstander bij de schouders en pats ! een kopstoot pal op de borst, die hem de ribben breekt en hem naar de andere wereld, helpt. Zelfs een stevig borstharnas is niet bestand tegen deze ongeëvenaarde stormram. Een ieder die zo met Tchantchès in aanraking komt is ten dode gedoemd maar hijzelf is dankzij zijn gezegende neus onkwetsbaar. Gedurende de slag van Roncevaux, stuurde de al te roekeloze Roland Tchantchès naar bed, omdat hij gaapte tijdens het gevecht waar hij alleen al minstens drieduizend Sarazijnen de ribben had gebroken en dit nu was de enige (Vervolg op pagina 7)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 6) oorzaak van de ramp die volgde. Onze Luikse held en Karel de Grote werden met diep verdriet vervuld toen ze het levenloze lichaam van de koene Roland zagen. Om zijn droefheid nog duidelijker te maken, nam Tchantchès zijn pet af en trok zich de haren bij bosjes uit het hoofd (zoals dat toen gebruikelijk was) terwijl hij deze grafrede uitsprak: "Sire Keizer, Uw dappere neef heeft de genadeslag gekregen maar wij zullen hem wreken". Tchantchès vergezelde zijn meester tijdens het beleg van Zaragossa en het was hij die als allereerste over de vestingmuren van de stad klom. Met het keizerlijk hof te Aken teruggekeerd, woonde hij de bestraffing bij van de verrader Ganelon. Deze verrader zou worden gevierendeeld maar Tchantchès verzette zich daartegen. Hij wilde en verkreeg dan ook dat de ontrouwe graaf in een vat met gedistilleerd water werd verdronken, een terechtstelling die onze vriend onder de omstandigheden als de enig logische voorkwam, gezien zijn afgrijzen voor water. Ondanks aandringen van de keizer, keerde Tchantchès terug naar zijn geliefde stad Luik. Maar hij kon zich zelf niet vergeven dat hij gedurende de laatste fase van de slag bij Roncevaux had geslapen. Na een flinke braspartij, stierf hij aan de Spaanse griep en werd op het place de l'Yser begraven. Niets kon hem verslaan: noch de liefde - want hij bleef vrijgezel - noch de ouderdom, want hij stierf op veertigjarige leeftijd! Betreurd door de gehele bevolking is hij het toonbeeld gebleven van een echte Luikenaar; koppig, opstandig, drinkebroer, vijand van pracht en praal, vurig onafhankelijk, maar met een hart van goud en altijd bereid tot vechten voor een goede zaak. Jean BOSLY - 1939
- 7-3--
indescriptible !... Je précède de peu votre chef d'armée qui a été déclaré « persona non grata » dans cette ville par sa Majesté l'empereur !... Celui-ci ose espérer qu'en tant que fidèle vassal, vous ferez entendre justice auprès de votre chef d'armée dés son retour ! Prince : Rassurez-vous, mon cher ambassadeur, dès son retour, le Seigneur Demott sera privé de sucrerie pendant six mois ! Ambassadeur : Cela me semble bien léger, Monseigneur ! Prince : (Embarrassé) Heu... Voyons, voyons !... Ça va, je crois que j'ai trouvé !... Je vais faire envoyer illico des émissaires à Leffe et à Hoegaarden pour qu'ils ne le livre plus en bière pendant les même six mois !... Ça ira comme ça ? Een zending van onze voorzitter, met zijn Al II, naar Frankfurt waar hij een delegatie van VIP’s (generaal’s etc.) moest gaan halen en – zonder radio – door het drukke vliegveld met zijn formatie van 3 Al II vloog. Het was daar grote paniek. Dat zou de reden zijn waardoor onze Al II sinds toen met radio uitgerust zijn. En het schijnt dat hij graag Leffe en Hoegaarden lust. Ambassadeur : Cette fois-ci, c'est peut-être trop !... Enfin, comme dirait l'autre, c'est vous qui voyez !... A présent, si vous le permettez, je vais me retirer, Monseigneur ! Prince : Retirez-vous !... Retirez-vous et présentez mes salutations les plus plates et les moins sincères à mon suzerain unique et préféré, j'ai nommé le grand empereur de Germanie ! Ambassadeur : (En saluant) Tchuss !!!
Hieronder een paar uittreksels uit de tekst van het poppen- Platte-Nasse : (Essoufflé) Tchantchès !... Tchantchès !... I n'a les spel dat exclusief geschreven werd voor KVOO LIMBURG soldats du Prince Évêque qui sont en train de donner une ratatouille en waar Tchantchès prikjes geeft in onze richting. (= les) aux braves gens de Saint Léonard !... Par contre, nos frés Ambassadeur Je proviens de Bùtchenbach dans les Cantons redîmes, Monseigneur ! Prince : Ach, zo !... Ceci explique cela !... Parlez, à présent, je vous écoute ! Ambassadeur : C'est au sujet de votre armée extérieure, comme vous l'avez appelée, Monseigneur !... Celle qui se rallie à l'oriflamme bleue frappée d'une alouette géante ! Allouette = leeuwerik = light aviation Prince : Yaoul !... Celle qui est commandée depuis peu par le Seigneur Demott !... Et bien qu'y a t'il, mon ami ?... Ambassadeur : Et bien sous le prétexte de vouloir venir rechercher le Saint Doyen du Chapitre de la Cathédrale Saint Lambert pour l'escorter, il a fait peindre tous les casques de ses soldats en bleu en signe de paix !!! Prince : Des casques bleus comme soldats de la paix, quelle drôle d'idée ! ...Soit ! ...Et alors, mon ami ? Ambassadeur : Et bien ils sont entrés dans la place forte de Francfort sans autre avertissement, provoquant un branle bas de combat
(frères) de Saint Walburge i z'arrivaient ici dare-dare commandés par un courageux colonel de gendarmerie à la retraite qui était perdu tout seul au-dessus des escaliers de la citadelle !!! Herinnering aan onze collega Gd LtKol Verghote die tijdens ons bezoek in historisch hart (2005) die alleen de 374 treden van Montagne de Bueren op ging. Hij dacht dat wij allen dat ging doen. Hij was dus alleen naar boven voor niets… Tchantchès : Oh ! Oh !... I faudrait p't'êtes que tu ailles demander à Jos Hermans qu'i t'explique comment fait Kim, comme ça on pourra prendre les cavaliers du Prince à revers! Platte-Nasse : Je n'saurais pas hin Tchantchès, i paraît qu'i s'est coincé l'dos comme chaque fois quand c'est qui doit v'nir à Liège, hin ! Toen Jos zo blij was dat Kim won (welke match ??) sprong hij hoog uit zijn zetel en slecht terug viel. De dag vóór het bezoek aan Luik, 2006, stadsdeel Xhovémont, Hocheporte, stadswallen.
De volledige tekst van het poppenspel en het verhaal van de legende werd ons bezorgd door Jean-Pierre Dechesne, die zeer terecht door Tchantchès benoemd werd tot de beste gids van Luik
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
- 8-3--
Isl a m en Jih ad beter begrijpen (1)
Cdt Chris Vos Op verzoek van LtGen Jef Schoups debuteerde Chris in ons nummer van oktober 2006 met ‘Belevenissen van twee Belgen in Noorwegen’. In het kader van zijn opdracht bij het Nato Hoofdkwartier van Stavanger in Noorwegen maakte hij een studie over de Islam en Jihad. Uit dit werk en aan de hand van talrijke colleges die hij over dit onderwerp volgde, schreef hij voor ons een interessant artikel dat wij in twee afleveringen publiceren. Inleiding
diensten, de ideologische stromingen, de mens in zijn totaliteit,… - is ook de islam in volle verandering. De wereld lijkt wel “in overdrive” op zoek naar een nieuwe orde en een stabieler evenwicht. Een reden temeer om een inspanning te leveren om de verschillende stromingen en tendensen binnen de islam eens van nabij te bekijken evenals de boodschap die hij brengen wil. Daarbij worden de discussies vaak toegespitst op moeilijk te begrijpen gedrag zoals extremisme en fanatisme maar zelden wordt daarbij de ware boodschap uit de Koran naar voor gebracht. Misschien helpt het ons om de eigenlijke rol van de islam binnen deze mondiale veranderingsprocessen beter te begrijpen. En misschien kom je uiteindelijk wel tot de conclusie dat de overeenkomsten tussen de islam en het christendom veel groter zijn dan we vermoeden. Hopelijk draagt dit artikel ook bij tot een beter begrip van de Jihad, te pas en te onpas door het Westen, maar ook door splintergroeperingen binnen de moslimgemeenschap, gebruikt binnen terroristische context. Of is het zoals Mohamed Ajouaou het beschrijft in zijn boek “De moslim die ik ben”:”Voor veel moslims zijn de bronnen van de islam als een grabbelton, waaruit men naar believen neemt wat men ter ondersteuning van de eigen denkbeelden nodig heeft.”
Het Westen: economische, financiële en militaire grootmacht in een wereld die kreunt en kraakt onder het gewicht van een steeds sneller toenemende ecologische degeneratie, van een toenemend gevoel van onveiligheid, van bijna oncontroleerbare stresstoestanden en van nog nauwelijks beheersbare conflicten. Het Midden-Oosten: volgens sommigen een kruispunt van religies en beschavingen, volgens anderen de bakermat van het alomtegenwoordige dreigende terrorisme dat ons onafgebroken in de ban houdt en dat onze vrijheid onaangenaam en agressief op vele onvoorspelbare De islam algemeen. manieren aan banden probeert te leggen. De islam, wat “onderwerping aan de wil van God” of Na de aanslagen van 9/11 in de Verenigde Staten, de “vrede aangaan” betekent, begon ongeveer 1400 jaar moord op Theo Van Gogh in Nederland, de aanslagen in geleden in het huidige Saoedi-Arabië en werd toen geMadrid en in Londen, de commotie rond de Deense pam- sticht door de profeet Mohammed. De aanhangers van fletten en de turbulentie omtrent de gewraakte uit- de islam noemen we Moslims wat letterlijk betekent spraken van de paus tijdens zijn bezoek vorig jaar aan “iemand die zich overgeeft, iemand die vrede heeft Duitsland is tenminste één zaak duidelijk: de islam staat in het middelpunt van de belangstelling. Meestal wordt de islam hierbij gezien als de nieuwe vijand bij uitstek in een nakende botsing van beschavingen, soms wordt hij gezien als onverenigbaar met de democratie en dus als een obstakel voor integratie en ontwikkeling. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat het “beschaafde” Westen de islam heeft uitgeroepen als de agressor die we op alle manieren en met alle middelen dienen te bekampen. De conflicten, het geweld en de spanningen waar de islam deel van uitmaakt verwijzen eerder naar de aan gang zijnde mondiale evolutieprocessen. De islam is niet de centrale actor, hij stuurt de processen helemaal niet maar hij is er afhankelijk van. Zoals de hele wereld op dit ogenblik in verandering is – het ecologische sys(Vervolg op pagina 9) teem, de economie, de machtsverhoudingen, de gods-
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
- 9-3--
(Vervolg van pagina 8)
gesloten” waarmee men de “overgave aan God” bedoelt. De term “Mohammedaan” is verouderd en buiten gebruik geraakt omdat men vooral de indruk zou kunnen krijgen dat het zou gaan om volgelingen van Mohammed wat zeker niet het geval is. Ondertussen zijn er meer dan 1,2 miljard volgelingen (= ruim 20% van de wereldbevolking) voornamelijk in het Midden-Oosten, Indonesië, Pakistan, Bangladesh, Afrika, China en OostEuropa. Het aantal volgelingen neemt wereldwijd, zelfs in onze Westerse wereld, in steeds sneller tempo toe vooral onder invloed van heel strenge gelovigen die de oude en strenge ideeën van de islam weer willen invoeren. In Duitsland bijvoorbeeld bekeerden zich vorig jaar ongeveer 40000 mensen, vooral hoog opgeleide vrouwen en mannen zich tot de islam. Dit aantal neemt jaarlijks enorm toe. De teksten van de islam werden opgeschreven in de Koran en aangevuld met de soenna, de uitspraken van Mohammed die als het ware de leefregels vormen van de moslims naast de Koran. De moslims geloven in één God, in Allah. Hiermee bedoelt men dezelfde God als bij de Christenen, de Joden, de Boeddhisten,… Arabischtalige Christenen noemen God trouwens Allah om hun god aan te duiden. De Moslims geloven dat veel profeten door God zijn gezonden, waaronder ook Jezus Christus (maar niet als zoon van God), Adam, Abraham en Mozes, maar Mohammed was volgens hen de allergrootste. Het islamitische leven is gebaseerd op een reeks van regels die de vijf zuilen, sommige bronnen spreken van zes zuilen, van de islam worden genoemd. De moslims zijn er vast van overtuigd dat zij de hemel zullen bereiken als ze maar volgens deze regels leven. Er gelden ook strenge regels voor de omgang van de mensen onderling maar later meer hierover. De Kaäba, het huis van God, heeft Adam gebouwd in Mekka nadat de stad in de vijfde eeuw door de Koeraisjiten, de stam waartoe Mohammed behoorde, werd veroverd. Op dat ogenblik was Mekka een vruchtbare stad, een bloeiend handelscentrum en een beroemd bedevaartsoord. De islam is op dit ogenblik de snelst groeiende godsdienst ter wereld.
Stromingen binnen de islam. Deze godsdienst is ontstaan in de woestijn, rondtrekkende bedoeïnen die in tenten woonden en waardoor Arabieren steeds bij een stam horen. Zij vereerden oorspronkelijk meerdere goden waar verandering in gekomen is met de komst van de islam. Ondertussen bestaan er al verschillende stromingen binnen de islam: Soennisme, Sjiisme, Khawarij, Soefisme,… en nog vele andere. Een opvolgingsconflict een kleine dertig jaar na de dood van Mohammed had het ontstaan van de twee belangrijkste stromingen tot gevolg: het soennisme en
het sjiisme. Zij verschillen niet zozeer op het gebied van elementaire geloofsleer en religieuze verplichtingen dan wel op het gebied van niet-verplichte feesten, tradities en praktijken. Er worden verschillende versies van de Hadith gehanteerd. De Soennieten noemen zich de volgelingen van de politieke opvolgers van Mohammed. Zij spitsen zich toe op de gemeenschap en de traditie, zijn eerder gematigd en keuren het extremistisch geweld af. Zij geloven dat de moslim de profeet Mohammed zo getrouw mogelijk moet navolgen in onder meer eet- en leefgewoonten en ethisch gedrag. Dit maakt voor de Soennieten de betrouwbare Hadith die de leefgewoonten van Mohammed beschrijft, erg belangrijk. Het leiderschap van deze strekking ligt in handen van kaliefen. De overgrote meerderheid van de moslims zijn soennieten. (circa 90%) Binnen het soennisme bestaan er dan nog verschillende onderstromingen. De Sjiieten, een minderheid, beschouwen zich de volgelingen van de familie opvolgers van Mohammed. Zij zijn van mening dat het leiderschap over de gelovigen na de dood van de profeet Mohammed moest overgenomen worden door zijn schoonzoon Ali, wat uiteindelijk niet gebeurd is. Ze vereren de imams, afstammelingen van Ali, die de verborgen betekenis van de Koran zouden kennen. Sjiieten bevinden zich vooral in Iran en vormen een meerderheid in Zuid-Irak. Verder zijn zij terug te vinden in Koeweit, Pakistan, India, Libanon en enkele Golfstaten. Hun leiders noemt men Imams. Ook binnen deze strekking bestaan er verschillende substromingen. Beide stammen vechten op dit ogenblik onder elkaar verbeten om de macht in Irak. Hoe zijn dan deze verschillen in interpretatie van de Koran en de Soenna binnen de islam tot stand gekomen? Dit is eerst en vooral te wijten aan het feit dat het Arabisch een erg contextgevoelige taal is waar een woord doorgaans op meer dan tien verschillende manieren kan “vertaald” of geïnterpreteerd worden. Het is dan een koud kunstje om deze woorden en constructies te benadrukken die het best met je ideeën overeen komen (cfr. terroristen). Dan heeft (Vervolg op pagina 10)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
(Vervolg van pagina 9)
juni-– juni juli 1999 mei 2007
- 10-3--
verloren waren gegaan, veranderd werden of verdoezeld en om andere waarheden te prediken die nog niet eerder gepredikt waren maar noodzakelijk nu de mensheid zich verder had ontwikkeld. En om uiteindelijk het beste van iedere godsdienst in één geloof te bundelen.
zich ook nog de invloed van de verschillende stammen en hun stamhoofden met hun gebruiken en tradities van vòòr de tijd van de islam zich vastgezet in de interpretatie van de Koran (cfr. mannen mogen meerdere vrouwen hebben, vrouwen moeten hoofddoeken of buDe Koran. rka’s dragen, mannen zijn superieur aan de vrouwen, stammenoorlogen,…..) De goddelijke teksten die Mohammed doorgegeven heeft werden door zijn volgelingen opgeschreven op De profeet Mohammed. schouderbladen van kamelen, op dierenhuiden of op Mohammed wordt omstreeks 570 in Mekka geboren platte stenen. Zij vormen de teksten van de Koran maar werd vrij jong wees. Hij groeit op bij zijn oom en (=voordracht). Er zijn 114 hoofdstukken of soera’s. zijn neef Ali en werkt later voor een rijke weduwe, Behalve het eerste hoofdstuk zijn ze gerangschikt Khadida, waar hij leider is van haar handelskaravanen. naar hun lengte, te beginnen met de langste. De Koran Ze trouwen met elkaar wanneer zij 40 jaar is en hij 25. telt 6.666 verzen waarvan bijna een achtste of 750 Wanneer Mohammed op een nacht in 611 in een grot van verzen handelen over de natuur en de relatie tussen de de berg Hira, niet ver van Mekka ligt te slapen, mens en de natuur. De Koran verwijst ook dikwijls naar verschijnt de engel Gabriël aan hem met de boodschap de Bijbel: Mozes, Abraham, Jezus maar ook Maria dat hij de profeet van Allah is. Sindsdien ontvangt hij worden regelmatig genoemd. Soms komt de boodschap regelmatig een goddelijke boodschap. Zijn eerste overeen met die van de bijbel maar qua stijl en inhoud volgelingen zijn zijn vrouw Khadida en haar dochter zijn er aanzienlijke verschillen. De hadith, de bundeling Fatima. Hij spreekt ook tot de armen en zegt dat van de uitspraken en daden van Mohammed en zijn iedereen, onafhankelijk van zijn ras of huidskleur, mos- volgelingen, dienen we te beschouwen als leefregels lim kan worden. Hij moedigt de vernietiging van de af- (soenna) en zijn een belangrijke aanvulling op de Koran. goden aan maar ondervindt veel vijandschap in Mekka. De islamitische wetten of sharia zijn gebaseerd op de Mohammed emigreert in 622 met zijn volgelingen naar Koran en de Hadith, die met elkaar de basis voor het Medina, de stad van de profeten, op 350 Km van leven en de leer van de moslims vormen. Zo is de islam Mekka. Dit is tevens het jaar 1 van de Mohammedaanse tegelijkertijd godsdienst, moraalwet, levensstijl en jaartelling en betekent eveneens de breuk met het cultuur. stammensysteem. Mohammed voert verschillende Het Arabisch is de heilige taal van alle moslims in de oorlogen tegen de vijanden van Allah die ook wel heilige hele wereld. De moslims geloven dat het Arabisch van oorlogen of jihad worden genoemd. In 630 komt hij als God komt en dat deze hemelse taal niet goed genoeg in overwinnaar terug naar Mekka. Twee jaar later sterft een aardse taal kan worden omgezet. Daarom worden hij in Medina. vertalingen van de Koran gezien als minderwaardig en De moslims geloven dat God de Heilige Profeet onbetrouwbaar. Deze houding vormt wel een probleem Mohammed heeft gestuurd als Laatste Profeet, het omdat tegenwoordig de meeste moslims geen Arabisch Zegel van de Profeten, om de hele wereld één, perfecte spreken. Daarom wordt in de praktijk toch dikwijls een en eeuwigdurende godsdienst te geven, nl. de Islam. vertaling van de Koran gebruikt die dan wordt Zijn komst had tot doel om de originele principes van beschouwd als Koranuitleg en die niet de heilige status de godsdienst opnieuw in te stellen die geleidelijk aan heeft die de Arabische Koran wel heeft. Schriftkritiek van de Koran (kalam) komt tegenwoordig, in vergelijking met het christendom, in de islam veel minder voor. In sommige islamitische orthodoxe landen is dit verboden en kan de sharia zodanig geïnterpreteerd worden dat Korankritiek met de dood kan bestraft worden. In meer geliberaliseerde moslimlanden, zoals Egypte, wordt aan de universiteiten schriftkritiek geleverd. Maar door het zeer reële gevaar om in eigen land vermoord te worden door extremisten zijn sommige moderne islamitische geleerden naar het Westen uitgeweken. De moslims geloven dat de Koran de laatste en beslissende openbaringen van God bevat en dat de
(Vervolg op pagina 11)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 10)
andere heilige boeken veranderd en vervalst zijn. Koran betekent letterlijk “oplezing” wat inhoudt dat de tekst niet alleen moet worden bestudeerd maar vooral moet gereciteerd worden. Door een kundige recitatie komt pas de poëtische kwaliteit van de tekst tot uitdrukking. De Koran geeft ook voorschriften omtrent het gebruik van voedsel. Voedsel kan halal (toegestaan) of haram (niet toegestaan) zijn. Zo is het eten van vlees afkomstig van varkens verboden, maar de Koran verbiedt ook het drinken van alcoholische dranken. Moslims houden hun gezamenlijke erediensten in de moskee maar het verplichte gebed kan men op iedere reine plek verrichten. Zij richten zich tijdens het gebed naar de Kaaba in Mekka. Het hoogtepunt van de week valt voor de moslims op vrijdagmiddag vergelijkbaar met de zondag voor de christenen. Er wordt dan een preek gehouden, gevolgd door het gezamenlijk gebed. Deze dag is echter geen rustdag, er mag gewerkt worden. Tijdens onze ISAF-missie in Afghanistan konden we op vrijdag echter niet rekenen op de moslims die in het kamp tewerkgesteld waren.
De leer. God wordt door de moslims aanbeden als schepper van alle dingen. Hij is ver verheven boven de mens, soeverein, barmachtig, almachtig en alwetend. Zijn tekenen van bestaan zijn te herkennen in de pracht van de schepping. God is de enige die er werkelijk toe doet. Moslims geloven dat er traditioneel naast elke mens twee engelen zitten: één aan de rechterkant die zijn goede daden en woorden noteert, de ander aan de linkerkant die zijn zonden opschrijft. Net als in het christendom en het Jodendom staan geestelijke
- 11-3--
wezens die God niet willen volgen bekend als kwade geesten of demonen. De islam leert dat alle levende wezens op aarde op de Laatste Dag door God geoordeeld zullen worden op basis van hun daden. In tegenstelling tot het christendom leert de islam geen erfzonde maar wel de neiging van iedere mens om van het rechte pad af te dwalen. Adam wordt in de Koran net zo goed als Eva verantwoordelijk gesteld voor de zondeval. Hij had immers zijn partner maar moeten afhouden van de overtreding van God’s gebod. Ieders goede en slechte daden zullen tegen elkaar afgewogen worden op de “dag van het oordeel”. Door de vergevingsgezindheid van Allah kunnen de mensen de hemel bereiken. Soms kan een tijdelijke straf in de hemel volgen. Een positieve balans resulteert altijd tot een rechtstreekse toelating tot het paradijs. Eeuwige straf krijgen diegenen die het bestaan van God hebben ontkend en daarmee getornd hebben aan de inhoud van de geloofsbelijdenis. Het geloof in de komst van een Messiaanse figuur is algemeen aanvaard. Die zal de wereld gerechtigheid brengen en terugvoeren naar de ware islam. Maar omdat de Koran en de Hadith daar verder geen commentaar over geven, blijft de identiteit van deze figuur een discussie binnen de islam. Zo zou het kunnen gaan om de profeet Jezus als messias maar het zou ook kunnen gaan om de profeet Jezus die op deze dag de messias zal komen brengen. Op dit punt hebben de Sjiieten en de Soennieten heel afwijkende opvattingen. Het paradijs wordt in de Koran beschreven als een plaats waar geen moeite, verdriet of vermoeidheid is en waar de rechtvaardigen het aangezicht van de Godheid mogen zien. De paradijsbewoners liggen op zijden rustbanken aan de oevers van stromende rivieren terwijl zij genieten van hemelse spijzen en heerlijke dranken. Maar moslimgeleerden wijzen eerder op het allegorische karakter ervan en dringen erop aan het niet letterlijk op te nemen. Een ongelovige wordt in de Koran “kafir” genoemd, iemand die het bestaan van God ontkend. (Cfr. het Nederlandse “kaffer”). Ook een christen die in de drie-eenheid gelooft is volgens de leer van de Koran een kafir omdat hij deze andere wezens aan God gelijk stelt. Veel moslims kennen een sterke afhankelijkheid van het lot zoals God dat beschikt (insh’allah, zoals God het wil). De islam leert hen echter alles te doen wat binnen hun vermogen ligt om het kwade af te wenden en daarna pas op God te vertrouwen. Het gebruik van medicijnen bij ziekte is voor een moslim dan ook verplicht en hij moet niet op het lot vertrouwen zonder iets te ondernemen. Veel moslims beweren te streven naar het realiseren van één wereldomvattende islamistische staat. (Vervolg op pagina 12)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 11)
De islam kent geen priesterschap maar geestelijke en politieke leiders, theologen en rechtsgeleerden. Bij soennitische moslims wordt geestelijk en politiek leiderschap niet gecombineerd, bij de sjiieten wel. Een voorganger in de moskee noemt men imam en een strijder voor het geloof mujahid.
De vijf pijlers van de islam.
De islam kent vijf pijlers of zuilen voor iedere moslim: 1. Geloofsbelijdenis (shahada): “Er is geen God dan Allah en Mohammed is zijn profeet.” Hiermee erkennen de moslims het bestaan van de enige God en Mohammed als zijn boodschapper. Deze geloofsbelijdenis wordt bij baby’s direct na de geboorte in hun oor gefluisterd. 2. Het gebed (salat): Vijf maal per dag bidden in de richting van Mekka, de heilige stad: Ruim voor zonsopgang, op de middag net na de hoogste stand van de zon, ergens tussen drie en vijf uur in de namiddag, in de vroege avond net na zonsondergang tussen schemer en donker en uiteindelijk na de volledige zonsondergang. Het ritueel van het gebed kunnen moslims overal uitvoeren: op straat, thuis, op het werk, op kantoor,... maar bij voorkeur in de moskee. Het middaggebed moeten de mannen op vrijdag verplicht in de moskee uitvoeren. De vrouwen mogen daar ook bidden maar dan in een afgescheiden ruimte. De moslimgelovigen moeten hun gebeden uit het hoofd in het Arabisch opzeggen, zelfs als men deze taal niet spreekt. Zij mogen ook zand gebruiken voor de rituele reiniging als er geen water beschikbaar is zoals bijvoorbeeld in de woestijn. 3. Het geven van aalmoezen (zakat): Een deel van het inkomen van iedere Moslim, ongeveer 2,5% van het gespaarde bedrag wordt gegeven als steun voor de moskee en de armen. De essentie is dat zij geloven dat alle dingen aan God toebehoren en dat
- 12-3--
de mens de rijkdom enkel in bruikleen heeft gekregen. 4. Vasten (Saum): De gehele Ramadan, de negende maand van de moslimkalender, vasten de gelovigen van voor zonsopgang tot na zonsondergang. Tijdens deze periode is het verboden voor hen om te eten, te drinken, te roken of de liefde te bedrijven. Ook kwaadspreken en vloeken zijn dan niet toegestaan. Tijdens de nacht zijn deze beperkingen opgeheven wat tot gevolg heeft dat veel moslims vroeg opstaan voor een uitgebreid ontbijt en laat gaan slapen na een uitgebreid maal. Zwangere en ongestelde vrouwen, zieken, jonge kinderen en soldaten in oorlogstijd mogen het vasten overslaan. Het doel van het vasten is om geduld en zelfdiscipline te leren en als schuldderving van de gelovige ten opzichte van God. 5. Bedevaart (hadj): Iedere Moslim moet minstens eenmaal in zijn leven naar Mekka gaan tijdens de twaalfde maand van de islamitische kalender. Zij gaan dan gekleed in een eenvoudige witte kledij. Met deze zuilen worden zowel de persoonlijke discipline van elke gelovige als de onderlinge gemeenschap en de gehoorzame dienst aan God uitgedrukt. Tegelijkertijd dient hij te geloven in de Zuilen van geloof: de eenheid van God, de engelen, de geopenbaarde boeken, de profeten en de boodschappers, de wederopstanding en de Laatse Dag, en de voorbeschikking Gods. Het feit dat deze zuilen voor elke moslim noodzakelijk en verplicht zijn, betekent niet dat alle moslims dat ook daadwerkelijk doen. Voor moslims in westerse landen is het niet altijd mogelijk om vijf keer per dag te bidden of een maand lang te vasten. Anderen zijn dan weer gestopt met hun verplichtingen of doen bijvoorbeeld enkel nog het vasten. Soms dwingt de groepsdruk hen tot deelname aan religieuze rituelen zonder dat daar nog een innerlijke religieuze overtuiging aan de basis ligt. Wordt vervolgd …..
Chris
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
- 13-3--
“Barmhartige S amaritanen”..... LtKol W illy De Greeve voor zover die nog bestond en nog werkte, om van de kwaliteit ervan maar te zwijgen - moest er zeker niet gerekend worden. Kwam daar nog bij dat wij slechts enkele maanden na de Ruanda-clash vertrokken waren en daarom vond de Generale Staf het aangewezen om ons ook een dokter te laten meenemen. En die mannen – want er zijn er, gespreid over de volledige periode, twee meegeweest – hebben zeer zeker in belangrijke mate - zeker de laatste van de twee - meegewerkt aan het succes van de missie. En aan hen wil ik dit artikeltje wijden.
Waren het “Barmhartige Samaritanen”.....of was het De eerste dokter, Onderluitenant Luc Willems, vertrok “MASH”? samen met ons op 02 november voor de periode van Zoals eerder reeds gezegd bestond mijn detachement anderhalve maand en moest dan, zoals op voorhand geuit 36 Belgen, 15 Nederlanders, 7 Amerikanen – tolken pland was, terugkeren aangezien hij voorzien was om, van amerikaanse nationaliteit maar van haïtiaanse origi- internationaal, ingezet te worden in de Balkan. ne – 1 Amerikaan, onze ”logistics manager” van de orga- Hij had de opdracht om zich voornamelijk te concennisatie “DYNECORPS” en 3 Amerikanen, mecaniciens treren op de lichamelijke aanpassingsproblemen en de van de organisatie “BROWN & ROOT” die instonden eerste ziekteverschijnselen (vnl. het probleem van de voor het onderhoud en de herstellingen van ons voer- diarree) bij onze eigen mensen en de hygiënische toestand van de installaties waarin wij verbleven. Met uittuigenpark. zondering van de toestand in ons gebouw viel dat zeer De 36 Belgen waren niet enkel MP’s want in realiteit goed mee. Er waren in feite geen noemenswaardige probeschikte ik slechts over 27 MP’s in het detachement. blemen want iedereen verwerkte die eerste maand uitIk had namelijk versterking van twee LDSG-teams stekend. Hij zag immers nauwlettend toe op het inne(LDSG = Long Distance Signal Group), één team van 3 men van de medicaties, iets waarin de Belgen veel meer bij ons in PORT-DE-PAIX en één team van 2 in het zelfdiscipline hadden dan de meeste van onze Nederhoofdkwartier in PORT-AU-PRINCE met daarbij één landers. Hij kon zich dan ook bezighouden met de verliaisonofficier. zorging van de dagelijks terugkerende slachtoffers van vechtpartijen die zich op de politiepost aanboden voor Aangezien wij ter plaatse financieel volledig zelfstanhet neerleggen van klachten. Maar met veel medisch dig moesten kunnen werken kregen we een eigen budget naaigaren, haakjes en kleefverband kon hij de meeste – initieel 5 miljoen BFr – mee voor eventuele aankopen wonden verzorgen. en/of onkosten ten voordele van het detachement en Toch heeft Doc Willems zeer vlug ervaren dat zijn ook voor de uitbetalingen van een voorschot op de ver“haïtiaanse confraters” over het beroep van goedingen. Ook voor de Nederlanders hadden een anan“geneesheer” iets anders dachten dan wij hier in het loge som aan guldens meegekregen. We wisten immers westen..... niet of er banken beschikbaar zouden zijn, of die nog Op een dag trof een patrouille die uit de heuvels huiswerkten en of die ook internationale verrichtingen dewaarts keerde, in één van de omliggende gehuchtjes op den. Het geld moest natuurlijk ook beheerd worden en een tiental kilometer van de stad, een vader aan die bijgevraagd indien nodig ...kortom een hele boel problemet zijn driejarig dochtertje te voet naar het “Hôpital men waar een doorsnee militair geen weet van heeft en des Pauvres” stapte. Het kindje had zeer zware brandik kon dan ook niet anders dan een “payeur” – mijn eigen wonden opgelopen – op sommige plaatsen was het lide chef van het SecPers in de 4 Cie MP – meenemen. chaam verbrand tot in de derde graad – toen het nylonMaar dat was weer een mannetje minder voor het eikleedje dat het kind droeg vuur vatte. Beneden in het genlijk werk.... dorp stond het voertuig van de ploeg aan de lokale poliDe situatie van de medische steun ter plaatse was ook tiepost en hiermee werd het zieltogend kind in allerijl een zeer vaag gegeven. De toestand was eerder (Vervolg op pagina 14) “voorhistorisch” te noemen en op veel lokale steun –
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 13)
naar het hospitaal gebracht. Daar aangekomen zagen onze jongens hoe erbarmelijk de toestand van het materieel was: buiten een beetje snelverband en zalf voor lichte brandwonden was er hier niets! Ook de snelheid waarmee de dienstdoende arts zich over het kind ontfermde deed bij hen vragen rijzen en zij riepen, via de radio, de hulp van onze dokter in omdat zij vreesden voor de goede afloop. Dokter Willems ging onmiddellijk ter plaatse met onze eigen brandwonden-set. Via de radio contacteerde hij mij om te zeggen dat hij over het gepaste eigen materieel beschikte en kon trachten het kind te redden maar wees mij er ook op dat wij dan, gedurende een week – de tijd nodig voor herbevoorrading vanuit het US-Veldhospitaal in PORT-AU-PRINCE - zonder enig middel zouden zijn in geval van een probleem binnen het detachement. Maar het ging hier om een mensenleven en wie zegt dat wij iets zouden voorkrijgen, dus.... DOEN! Even later kwam hij opnieuw in het net: de haïtiaanse dokter weigerde de belgische hulp en had de dokter en de ploeg bedankt voor hun diensten!!!. Waarschijnlijk kon hij geen kosten aanrekenen en dus geen geld in zijn zakken steken indien hij de geboden hulp aannam. Dus moesten zij, onverricht ter zake, terugkeren. De volgende dag ging de ploeg eens kijken hoe het met het kind gesteld was. Via de radio kwam het bericht bij mij binnen dat het meisje overleden was aan haar verwondingen. Maar er was nog één klein detail te regelen met de dokter: 30 US $ - het maandloon van een arbeider in Haïti - diende betaald te worden door de vader vooraleer hij het lijkje mee naar huis mocht nemen! Onze jongens en de tolk van de ploeg wilden dat geld uit eigen zak wel betalen maar dat vond ik persoonlijk geen goede zaak en ik vroeg hen te wachten met betalen tot ik ter plaatse was want ik wilde dat doen samen met mijn Luitenant. Ik heb zelden zo snel gereden om ergens te zijn want dit “haïtiaans ballonnetje” zou niet opgaan.... Maar de ploeg was reeds vertrokken met de vader en het kinderlijkje toen we toekwamen. Zeer vriendelijk wachtte de hoofdgeneesheer van het “Hôpital des Pauvres” ons op en vond het “très généreux” van mijn mensen dat ze hem dat geld wilden betalen voor “ce pauvre malheureux citoyen” en daarom had hij het geld niet aanvaard. Maanden later kwam het uit: toen de man zag dat er naast de US-dollars ook plotseling Belgische GP’s op hem gericht waren – onze tolk zijn witte bolle ogen stonden, bij het zien van deze “overtuigende argumentatie om het geld ZEKER NIET aan te nemen”, wijd open van de schrik in zijn gitzwarte gelaat - koos de arts maar voor de “service gratuit”. Ik weet het: iemand bedreigen mag niet en dit was on-
- 14-3--
betamelijk maar hier telde de wet van de sterksten en dat waren, in dit geval, wij ..... Maar het had ook zijn effect want van die dag af werd iedereen die door dokter Willems of door de Moniteurs de Police afgeleverd werd voor verzorging in het hospitaal met de nodige zorg behandeld..... en gratis! Toen midden december dokter Willems vertrok en afgelost werd door Kapitein Geneesheer Mergny kreeg de taak van de geneesheer plots ook een andere dimensie. Hij was van mening dat het verstrekken van gezondheidszorgen aan leger en politie een positief beeld geeft . Daarom installeerde Kapitein Geneesheer Mergny zijn infirmerie in het hartje van het militaire complex. De vele malaria-, tuberculose- en tyfusslachtoffers en de extreme armoede in PORT-DE-PAIX en omgeving hadden onze Doc overtuigd. Hij zette een voor iedereen toegankelijk polikliniekje op. Verzorging en medicijnen zijn er gratis. De medische ploeg bestond uit: de Belgische dokter, en zijn twee MP-brancardiers, een Haïtiaanse verpleger, een Haïtiaanse werkman en een US “medic” die de tandheelkundige verzorging en de laboratoriumtesten op zich neemt. In de kazerne waren inmiddels aangepaste lokalen beschikbaar. Dokter Mergny had onmiddellijk bij zijn aankomst contact opgenomen met het US Miltary Field Hospital in PORT-AU-PRINCE en het nodige materieel laten overvliegen per transporthelikopter. De uitgedeelde medicijnen kwamen uit drie verschillende bronnen. Een deel werd geleverd via de Amerikaanse medische keten in PORT-AU-PRINCE, een ander deel zamelde “Marins sans Frontières” uit Bretagne in en verzond dit naar Haïti en de rest werd aangekocht met in België ingezamelde fondsen. Om het werk beter te kunnen verdelen werkte hij ook in een kliniek van “het Werk van Fatima” aan de andere kant van de stad. Hier werkten zij elke dinsdag- en donderdagvoormiddag en behandelen er dan ongeveer 80 patiënten. Het werk dat onze dokter deed ten voordele de lokale bevolking was internationaal bekend geraakt en werd ten zeerste gewaardeerd. Zo kregen we zelfs op een dag het bezoek van een delegatie van het Internationale Rode Kruis die zich ter plaatse wilden komen vergewissen van wat wij daar gerealiseerd hadden met een minimum aan middelen en praktisch geen personeel. De dokter werd voor zijn werk bijgestaan door twee MP’s - 1ste Sergeant Marc. DUBOIS en Caporal Philippe “Pépé” Fois - die, naast hun normale taak, ook nog dienst deden in de infirmerie. Iedereen van ons had vooraf een cursus “Eerste Zorgen” gekregen maar vaar wonden hechten hadden wij in de lessen niets gehoord. (Vervolg op pagina 15)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 14)
Voor deze mensen werd dat door “training on the job” aangeleerd en na enige tijd waren zij hierin ook zeer bedreven. “Oefening baart kunst” luidt een goed oud spreekwoord.... En zij hadden alle dagen veel werk. Ik zal nooit vergeten hoe ik op een morgen de kazerne binnenkwam en mij door een menigte nieuwsgierigen bij de ingang moest wringen. De infirmerie lag bij de hoofdingang en vlak tegenover de wachtdienst. Zoals gewoonlijk waren onze twee “free lance medics” - zo werden zij door de US Special Forces genoemd - in onze infirmerie aan het werk en een afgaande patrouille had net het eerste bloed van de dag voor onze mannen geserveerd: Marc en Pépé waren druk in de weer om een man dicht te rijgen die eruitzag alsof hij geoogst was met een pikdorser. Het gehavende lichaam behoorde toe aan een insluiper die door de buurtbewoners op heterdaad werd betrapt. De volkswoede die nadien op de man neerdaalde had hem een akelige asymmetrie van zijn aangezicht opgeleverd: zijn hoofd was door de bloeduitstortingen zo purper als een pruim en de rest van zijn vege lijf geleek op een maanlandschap van builen, bulten en kerven. Naast hem ligt zijn handlanger, die een gelijkaardige behandeling onderging, zieltogend op de grond. Boven zijn hoofd bengelt een infuus – ook hoe je dat moet aanbrengen hadden Marc en “PéPé” van onze dokter geleerd – en , als teken van leven, brengt de man zacht zoemende geluiden voort. In afwachting dat de dokter, weggeroepen voor een moeilijke bevalling in een huisje niet ver van de kazerne, terug zou zijn zijn onze gasten, stukje bij beetje, begonnen met het oplappen van de ander..... Tussendoor wordt er met de man gepraat en het blijkt, uit zijn verklaring, dat zij er met een broek wilden vandoor gaan – een kleine diefstal wordt natuurlijk in een arm land al vlug een groot vermogensdelict – maar iedereen is ervan overtuigd dat het hier het werk is geweest van de “vigilances”. Ondertussen bemerk ik, in de hoek van het permanentielokaal een kermende vrouw op een bank. Zij had “coups de roches” (lees: een steniging) gekregen .... een andere methode dan het gebruik van de machette om in Haïti meningsverschillen onder buren te regelen..... De sukkel wordt even later naar de andere kant van de gang gebracht bij Marc en Pépé voor verzorging want die weten hiermee wel raad ... als ze met de anderen klaar zijn..
- 15-3--
chettehouw op zijn schedel gekregen had. Hij had een fractuur en zijn hersenen lagen bloot. Of die andere keer toen een mecanicien die ruzie maakte met zijn baas een hak met de machette in zijn schouder kreeg. Het bovenste gedeelte van het bot was er af. En spijtig genoeg vond je daar in de streek geen orthopedisten... Of die keer met die twee Cubaanse bootvluchtelingen die ’s avonds bij ons in ons kwartier toekwamen en om politiek asiel – dat was ons verboden te verlenen – vroegen maar waarvan er één een enorme wonde aan het been had opgelopen tijdens een storm gedurende de oversteek in hun gammele bootje. Hij kon niet meer op zijn been staan en moest door de andere man ondersteund worden. De wonde – een gat in zijn kuit waar een kindervuist in paste, helemaal ontstoken en vol etter en de rand had een purperen kleur. Het stonk verschrikkelijk....dus geen goed teken...Zij werden met een voertuig afgevoerd naar de kazerne en onze Doc ging met zijn twee “assistenten” naar de infirmerie om te zien wat er voor de man in kwestie kon gedaan worden. Al vlug werd vastgesteld dat het om een wonde ging die aangetast was door gangreen en ontstoken was tot op het bot. De volgende dag werd de sukkelaar in de infirmerie door onze Doc en zijn team geopereerd gedurende vier uur. De US Medic en onze Marc Dubois assisteerden. Een infuus werd aangelegd door de Doc, hij liet de man inslapen en van dan af fungeerde Pépé Fois als een geroutineerd anesthesist. Met de stethoscoop in de oren en het luistergedeelte op het hart van de patiënt gedrukt, de bloeddrukmeter om de arm van de man gesnoerd en de chronometer van zijn armbanduurwerk nauwlettend in het oog houdend gaf hij op geregelde tijdstippen bloeddruk en hartslag door aan de Doc. “Donne-lui un peu plus” en dan loste Pépé de sluiting om de arm tot de polsslag hartslag weer gezakt was.....Je moet het maar doen!! Ze bleven nog een tijdje bij ons in de infirmerie voor verzorging maar ze zijn allemaal van hun verwondingen hersteld. Op enkele maanden tijd heeft Dokter Mergny met zijn team meer dan 2500 Haïtianen verzorgd. Hun werk was een werk van barmhartigheid waarvan ik achteraf pas goed beseft heb wat die man en zijn mensen, ten voordele van de lokale bevolking hebben gedaan.
Pittig detail tot slot. Twee weken voor zijn terugkeer naar België heeft dokter Mergny het “Monfortkliniekje” nog geopend. Het Zelfs de techniek van de “anesthesie” zouden zij later werd genoemd naar de armste wijk van PORT-DEbij dokter Mergny aanleren en tot zes keer toe hebben PAIX..... Het was dus zeker niet “MASH” maar zij waren wel zij onze dokter bij een operatie moeten assisteren. echte “Barmhartige Samaritanen” !! Zo werden zij eens naar de kazerne geroepen omdat een dief,die tijdens zijn actie betrapt werd een ma-
WDG.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
- 16-3--
Geprogrammeerd voor 100 – levensjaren , …
LtGen Jef Schoups 100 – nacht vol sterren brengt een blauwe fee het ventje tot leven. De pop moet nu bewijzen moedig, trouw en eerlijk te zijn. Zo zal hij een echte jongen worden. Meer Dat is wat we allen toch weet ik er niet van, maar een krekel kwam ook nog in hopen en of we dan bejaard of het verhaal. Ik vind dat prachtig – nu nog – na zovele oud zijn is een vraag die alleen jaren. Dikwijls aan dat ventje gedacht. Dat moet zo in een filosofisch brein kan ongeveer op het einde van de oorlog zijn geweest. rijzen. Iedereen vierde toen feest, nog zo’n schitterend lichtIk houd het liever bij de gewone punt. Maar “de grote mensen” schreven toen over “de Limburgse levenswijsheid van Toon Hermans: “als we grote zedenverwildering die zich van een groot deel van vandaag niet ouder zijn dan gisteren, waren we dood.” onze jeugd heeft meester gemaakt. De danswoede en Houden bij het leven dan maar .. voor zo’n 100-tal het flirten met vreemde soldaten blijft overal aan de jaren. Nu ik er deze maand een jaartje bij doe, geloof orde van de dag. Wat dat meebrengt aan gevaar voor ik dat ik juist twee-derden van mijn krediet heb lichaam en ziel laat zich licht indenken …” gebruikt – zegge en schrijve twee van de drie periodes (Het Belang van Limburg – 08.02.1945) van 33,3 jaar. Toynbee ziet de geschiedenis als een Ik wist toen nog niet dat hormonen ook op hol kunnen opeenvolging van cycli – maar geschiedenis is eeuwig en slagen. (sexuele opvoeding kwam op veel latere leeftijd) wij niet – dus stop maar bij drie. – maar toch … soldaten en meisjes waren populair. Ik Op die levensweg staan er vuurtorens; je kijkt zag dat eind 1950 in Antwerpen: de Kamina vertrok ernaar met verwachting, korter bij en verder af. Er naar Korea met 700 van “onze jongens”. Maar ik moest staan ook achteruitkijkspiegels; herinneringen zie je er niet lang wachten om zelf te ontdekken dat verliefdin. Het is uiterst merkwaardig hoe belevenissen die je heid de mooiste vorm van anarchie is. hebt meegemaakt soms lijken op die welke nog moeten Moet je nu niet verwachten dat ik in geur en kleur alles komen. in deze enkele paragrafen ga vertellen – en weet je … Mijn verste vuurtoren van de eerste cyclus stond de privacy van mijn toenmalige vlam wil ik eerbiedigen. in het jaar 1973-74. Ik begreep helemaal niet wat ik Geïnteresseerden zet ik op weg naar de Patisserie zag wanneer ik ernaartoe begon te varen. Het waren St. Joseph in Scherpenheuvel aan de basiliek. Een duistere oorlogsdagen. Hier en daar bewaar je een prentje erbij zegt meer dan woorden – alleen weet ik prentje van zo’n baken onderweg – gelukkig maar. niet of het wederkerig was. In ieder geval, een vuurIn de zomer van 1942 zat ik al te paard – was een voortoren met een felle rode gloed … Het was de tijd van teken van mijn latere cavalerieloopbaan (?) en dat was “Blackboard jungle”. goed zo … Ook mocht ik voor de eerste maal op TV – in 1957, preNu is er geen cies. (de Belgische TV was nog maar 7 jaar in uitzencavalerie meer, ding). laat staan een Een programma van Pol Van de Velde. Einde humaniora – houten hobbelwat met je vakantie – wat erna voor je toekomst. paard. Vertelde toen dat ik naar de KMS zou gaan (wat ik Ook herinner ik later tijdens de infectie regelmatig mocht slikken …); me nog heel vaag hield er 5.000 BF aan over, een heel bedrag in die tijd. mijn allereerste Ik ging er prompt mee op reis, per fiets: Moezel –Rijn – bioscoopbezoek, wijn – alte Kameraden. Toffe bende. Met de rest van een hele gebeurde centjes kocht ik een radio-meubel met platentenis. Dat was in draaier. Daarover later misschien meer … Ook fonode Capitol in Gent platen kunnen bakens in je leven betekenen. Op 23 jaar waar Pinokkio sta ik op eigen benen. werd vertoond. Alleen in Duitsland – Arolsen. Vroeger heb ik jullie Je kent nog wel daarover al verteld. Het was inderdaad met een blik die marionet van achteruit naar het houten paard uit de oorlog – naar de Geppetto. Op een (Vervolg op pagina 17) betoverende Geprogrammeerd levensjaren, …
Jong geleerd is oud gedaan
voor
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O. mei - juni 2007
- 17-3--
huis. Hij is een moedig, trouw een eerlijk beestje. Ik merkte dat onlangs tijdens een van onze wandelingen. Wanneer enkele weken terug bijna iedereen in het leger veteraan werd met een plastic credit-kaart zonder dekking merkte Chip-Chap dadelijk dat “veteraan” niet aan mij is besteed. Hij keek met een meewarige en begrijpende blik omhoog wanneer ik daarover piekerde, en eventjes verder, wanneer hij zijn pootje lichtte tegen een boom fluisterde hij: “Och – niet zo erg… voor mij ben je de beste. Zoek maar geen tweede mening.” In deze dagen, dacht ik, zijn er misschien nog wel collega’s die beter naar hun hondje zouden luisteren dan … Aan de tijd van mijn hobbelpaard moet ik nu ook
(Vervolg van pagina
16)
goede vuurtoren gevaren. Zeven jaar later stappen Alexa en ik in het huwelijksbootje. Geen mensen ook geen paard konden voorzien dat mijn liefje niet uit het militaire milieu, niet uit Duitsland en ook niet zo maar uit België kwam. Neen … ik ontdekte haar onder het bronsgroene eikenhout en wanneer een meisje en een jongen huwen eindigt hun roman en begint hun geschiedenis. We zijn dan maar naar Kansas vertrokken om die overgang niet te brutaal te maken. In de helft van 1973, Elisabeth, a daughter, was made in USA (we hadden al een zoon, vandaar … de koningswens). Dat werd de sprong naar de tweede levenscyclus.
tuinkabouter
dat is nog roman
Chip-Chap
Even kijken in de achteruitkijkspiegel om te zien welke vuurtorens we de voorbije jaren zijn voorbijgevaren. Vuurtorens lijken soms op elkaar – alleen de schijnwerpers verschillen. Beste mensen, Sedert twee jaar heb ik een hondje. Zijn naam is nogal simpel – kan moeilijk anders voor een gepensioneerd generaal – Chip-Chap heet hij, het engeltje van het
denken. St Joris viert feest in deze zomerse aprildagen. Ik heb er wel eens over gedacht de nostalgie van het hobbelpaard opnieuw te beleven in een schommelstoel maar vond dat ook maar niks. Dan terug naar mijn oude liefde … de tuin en de kruiwagen. Dat is nog zo’n constante in mijn bestaan: overal waar we gingen wonen kon ik steevast beginnen met een bijna verwilderde tuin. Je herinnert het misschien nog: “we move the w orld .” We hebben zo’n achttien maal verhuisd. Van een zedenverwildering bij de jeugd of het flirten met solRolandsbogen daten is er ook geen sprake (Vervolg op pagina 18)
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
- 18-3--
van Vlaanderen in Torhout – 100km – mooi rond getal. Sporten heb ik altijd gedaan: nu nog. Dat werpt vruchten af – ook op hoge leeftijd. Zie maar in dat jaar … ik was in de AMF in Heidelberg en had een US-crew en UH-1 Heli ter beschikking, met een knappe pilote. We vlogen over bijna alle landschappen in Europa en zaten dikwijls in de wolken. Ik blijf dat maar herhalen in deze tijd van hamburgers, coca-cola en barbecues allerhande: een goede conditie en een slanke lijn lonen. (ook Veerle is van dat gedacht.) Ik ga derhalve ook helemaal niet akkoord met de oude zienswijze “dat goed gereedschap altijd onder een afdak hangt.” Verhuizen zit er niet meer in – samen met de kinderen meer. Kan nog moeilijk: soldaten zie je niet meer in het op vakantie gaan ook niet meer. straatbeeld en de digitalisering heeft de jeugd naar de Het is dus de tijd voor thuis en moeder aan de haard. virtuele wereld geleid – of naar de koffieshops. En dat is maar goed ook na die tweede cyclus, De Kamina is er lang niet meer en de glorierijke terugkeer van onze para-commando’s uit Stan- waarin ik er op de laatste twaalf dienstjaren ongeveer leystad en Paulis in 1964 – met een uitbundige ont- tien niet thuis was. Maar ook dat sluit aan bij de logica van ons beroep. Als vangst in Brussel … allemaal oude verhalen. Bin Laden heeft het tijdperk van de nieuwe oorlogs- vrouw vraag je op je 20ste af wie wel je man zal worden, voering ingeluid. Net zoals we gewoon werden onder de op 30 kijkt ze uit naar wat hij zoal is en vele jaren lavoortdurende kernwapendreiging te leven in de Koude ter (keuze laat ik aan jullie over …) vraagt ze zich af Oorlog, ligt niemand nog wakker van een mogelijke waar hij wel is. atoombom in zijn straat of een aanslag in een school. Nu ben ik dus in Maasmechelen … thuis. Ons leger werd een grote caritatieve instelling zoals En plannen hebben we al om die derde periode van 33,3 jaar te beginnen. “Come, My Friends, it is not too late het werk van Moeder Theresa of Vredeseilanden. 1992 : 15 jaar geleden, liep ik nog in de Nacht to seek a newer word.” Op 07.07.07 (de dag dat vele koppeltjes trouwen) trekken we met z’n tweetjes naar het Vrijthof in Maastricht voor het optreden van André Rieu (nieuwjaarsgeschenk van onze kinderen voor “de oudjes”): een avondje de lichtklassieke muziek koppelen aan de Limburgse gezelligheid. De volgende vuurtoren waarop we afstevenen staat in Tirol : de roep van de bergen en de “Lederhose.” En daar heb je het dan: “de oudjes” gaan samen op stap – of zijn het bejaarden? Och man - ik hou het weer bij Toon Hermans: “er zijn goede en er zijn slechte dagen – en morgen is het één (Vervolg van pagina 17)
achteruitkijkspiegel
Aandenken USA - 1974
de lok van de bergen
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
- 19-3--
Een tijdje geleden bracht Kolonel Germain Vaneetvelde ons in contact met een van zijn ‘Prinsenrelaties’ die een opmerkelijk werk op het getouw had staan. Na overleg met zijn uitgever was de Heer Frank Decat bereid om een hoofdstuk uit zijn boek ”De Belgen in Engeland”, dat vorige week op 10 april 2007 is verschenen, te laten publiceren in de Nieuwsbrief van KVOO LIMBURG, waarvoor onze dank. De Belgen in Engeland 1940-1945 Frank Decat Het verhaal van de Belgische strijdkrachten die op Britse bodem de invasie van Europa mee hebben voorbereid Frank Decat is historicus en gespecialiseerd in militaire geschiedenis. In die hoedanigheid was hij onder meer verbonden aan de Koninklijke Militaire School in Brussel en de Dienst WOII van de VRT. Hij geeft geregeld lezingen, is een veelgevraagd radiocommentator en schrijft als freelancer voor het weekblad Knack. Nadat historicus Frank Decat in de jaren negentig voor de VRT meewerkte aan een documentaire over deze boeiende passage uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, liet het onderwerp hem niet meer los. In dit boek beschrijft hij het reilen en zeilen van de Belgische strijdkrachten tijdens de oorlog en de operaties waarbij zij waren betrokken. Hij heeft daarbij aandacht voor de land-, de zee- én de luchtmacht. Het leven van deze mannen was afgestemd op één enkel doel: D-Day en de herovering van het geliefde continent... Geïllustreerd met tientallen historische foto's over 'De Belgen in Engeland 1940-1945' ISBN : 978-90-209-6981-8
Verkoopprijs : 19,95 EUR
eerste hoofdstuk van het IIIde (en laatste) deel. machteenheid op dat ogenblik, al tijdens de eerste
Het heeft betrekking op de landing in Normandië en de uren en dagen van de invasie vernietigd zou worden. Bij vele manschappen heerste hoe dan ook ontgoocheling. bevrijding van Frankrijk. Dat de commando’s van kapitein Danloy wél al tegen de 1. Bestemming Normandië Duitsers gevochten hadden, kon de frustratie alleen maar aanwakkeren. Na de gevechtsacties in Italië (zie D-DAY Vlak voor ze in de vroege ochtend aan boord van de hoger) waren de Belgische commando’s in maart 1944 vliegtuigen stapten die hen boven Normandië zouden naar het eiland Vis, in Joegoslavië, gezonden, waar ze droppen, kregen de geallieerde paratroepers het vol- twee maanden lang aan de zijde van Tito’s partizanen streden. Het was een bijzonder avontuurlijke tijd met gende te horen: ‘U zult het vasteland van Europa binnendrin- soms erg spectaculaire raids in Motor Gun Boats, en Begin juni waren de gen en er in samenwerking met andere geallieerde na- met allerlei sabotageacties. commando’s weer in Groot-Brittannië, maar deelnemen ties operaties uitvoeren die tegen het hart van Duitsaan de landingsoperatie en de eerste fase van de strijd land en op de vernietiging van de Duitse strijdkrachten gericht zijn.’ Met die woorden maakte opperbevelheb- in Normandië zat er ook voor deze doorgewinterde miber Eisenhower duidelijk wat het ultieme doel was van litairen niet in. Om de schwung erin te houden, werd de allergrootste jointoperatie uit de geschiedenis. De dan maar verder getraind, onder meer samen met de verwachtingen waren bijgevolg hooggespannen: op deze Royal Marines. De commando’s vormden de enige Belgidag hadden ontelbare burgers en militairen gewacht. sche landmachteenheid die tijdens de eerste helft van Met veel geduld en mede dankzij een verbluffende 1944 in de strijd was geworpen. Want ook de para’s technische knowhow hadden de westerse geallieerden bleven, net als de militairen van Piron, aan de zijlijn een strijdmacht op de been gebracht die in staat was staan. Vanaf februari 1944 maakte de Belgische paraeenheid deel uit van de SAS (zie hoger) en gezien haar Hitlers Atlantikwall te bestormen. Bij de geallieerde troepen die op D-day aan land gingen, specifieke opdracht viel het wel te verwachten dat zij waren er geen Belgen. De Eerste Groepering was op 6 spoedig in actie zou komen. Bovendien spraken vele Beljuni immers nog niet volledig operationeel. Bovendien gische SAS’ers Frans, een enorm voordeel tijdens spewilden de Belgische én Britse legerleiding voorkomen dat Pirons eenheid, de enige grote Belgische land-
(Vervolg op pagina 20)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 19)
cial operations in Frankrijk. Het SAS-eskadron was trouwens al vanaf mei volop aan het trainen voor acties met kleine teams (‘squads’), elk met een eigen specialiteit. In de weken na D-day hielden de manschappen van kapitein Blondeel zich stand-by op de basis Fairford, en op 27 juli volgde de eerste opdracht. Drie groepjes van telkens zes man werden die dag in Noord-Frankrijk ver achter de Duitse linies gedropt. Het doel van de Operaties Bunyan, Shakespeare en Chaucer was drieledig: contact leggen met het Franse verzet, inlichtingen inwinnen en doorsturen naar Engeland, en sabotage plegen. Met succes voerden de Belgische militairen hun gevaarlijke missie uit. Om eventuele represailles tegen hun families te voorkomen, droegen ze allemaal een Canadese schuilnaam. Zo werd Blondeel aangesproken als ‘Captain Blunt’. Begin augustus kregen de drie teams bovendien versterking en er werden nieuwe operaties op touw gezet, zoals we verder nog zullen zien. Wie er op die historische zesde juni 1944 wél bij waren, waren de piloten van de Belgische Sectie bij de RAF. Zo vlogen de squadrons 349, 350 en 609 missies ter ondersteuning van de invasietroepen. In de weken vooraf hadden ze trouwens ook al hun steentje bijgedragen aan de voorbereiding van de landing, en doelen in Noord-Frankrijk bestookt. De Belgische smaldelen behoorden tot de Britse Second Tactical Air Force (2 TAF), die samen met de Amerikaanse Ninth Air Force het luchtoverwicht moest verzekeren. Een van de piloten die op D-day een gevechtsmissie boven de Normandische stranden vlogen, was Raymond Lallemant van 609 squadron. Vanuit de cockpit van zijn Typhoon had hij een schitterend uitzicht op wat zich aan de grond en op zee afspeelde: ‘6.55 uur. Plots begeven de landingsboten zich in een perfecte rij naar de stranden. De Duitse kanonnen blijven stil. Eén moment denken we dat de vijand zich heeft teruggetrokken. Onze oorlogsschepen, de pantserschepen Warspite en Ramillies en de kruiser Ajax vuren nog altijd op Lisieux en Caen om te voorkomen dat de Duitse versterking de kustlijn zou bereiken. Ze kanonneren ook de kustbatterijen en de blockhäuser. Op vijfhonderd meter van de kust wordt de stilte ondraaglijk. En dan breekt ineens de hel los. De boten en manschappen op het water worden zwaar onder vuur genomen. We zien de soldaten de stranden oplopen en in elkaar storten. Niemand verwachtte een dergelijke weerstand. De bommenwerpers hadden zich nochtans op de kustlijn gericht, maar het onnauwkeurige schietwerk spaarde veel bunkers. Daarom laten onze Typhoons zich tijdens de verdrijvingsoperaties van hun meest doeltreffende kant zien. Het zijn de enige toestellen van de geallieerde krijgsmacht die met raketten zijn uitgerust. Alles wat op onze troepen schiet, moet eraan geloven. De mitrailleursposten vliegen in stukken
- 20-3--
uit elkaar, de bunkers zwijgen en de vijandelijke militairen nemen de benen. Zeven uur ’s morgens. Vanaf de neergelaten valbruggen springen de soldaten met getrokken wapens in het water om naar het strand te stappen. Kogels van mitrailleurs doen het water opspatten. Ontploffingen zorgen voor onheilspellende rookpluimen. Ondertussen houdt een geraakte Typhoon zijn traject aan en stort neer op de mitrailleurspost die hem heeft geraakt. Alweer een tragisch einde voor een strijder, met het saluut van een bomexplosie. Het feit dat hij vandaag sterft, vereeuwigt hem. Voor hem geen trompetten of klaroenen, enkel een plaatsje in de geschiedenisboeken. Voor deze piloot geen ceremonie van de Royal Air Force waarbij tien fuseliers vijf salvo’s afvuren nadat zij een collega hebben begraven die tijdens de dienst om het leven kwam.’(1) Eén Belgische piloot verloor het leven tijdens Operatie Overlord. François Venesoen, veteraan van de slag om Engeland en topschutter van het 350ste, was in de vroege ochtend van 6 juni opgestegen vanaf de basis Friston, Sussex, voor een patrouille boven de ontschepingszone. Boven het Kanaal echter kreeg Venesoens Spitfire V motorpech, zodat de piloot gedwongen was het toestel te verlaten. Even nog zag zijn compagnon Lucien Siroux hoe Venesoen in de woeste golven probeerde zijn dinghy op te blazen. Maar tevergeefs. Venesoen kwam naar alle waarschijnlijkheid om door verdrinking, maar zijn lichaam werd nooit gevonden. De drie vaartuigen van de Air Sea Rescue die door Siroux gewaarschuwd waren, keerden onverrichter zake terug. Ondanks het tragische verlies van een van zijn beste piloten, voerde het 350ste die dag met succes vijfentwintig gevechtsopdrachten uit. Behalve de piloten van de ‘Belgische’ squadrons, waren er de Belgen die op D-day in een Brits squadron dienden. Een van hen was Charles Demoulin, een aas die na een jaar dienst in het 609de tijdelijk wat ongevaarlijk werk voor de Britten opknapte. Op 6 juni belandde Demoulin tijdens een routineklus, waarbij hij vliegtuigen van de fabriek naar de eenheid vloog, op de RAF-basis Tangmere. Wat er toen gebeurde, vertelt hij zelf in zijn boek Mes Oiseaux de Feu van 1982: ‘Wanneer ik in Tangmere aankom, bevind ik me tussen vrolijke en uitgelaten piloten die zonet landden, na de tweede opdracht van die voormiddag. Over een half uurtje vertrekken ze opnieuw. Ze bevestigen me dat de ontscheping normaal verloopt, hoewel het Duitse verzet hevig is. Ik krijg een gek idee: waarom vergezel ik hen niet tijdens de opdracht? Ik moet nog de nodige regelingen treffen, maar heb geluk dat de Australische CO (bevelvoerder) van de Spitfires bereid is een oogje (Vervolg op pagina 21)
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
(Vervolg van pagina 20)
dicht te knijpen. Ik stijg op met de Spitfires-XIV. Gedurende meer dan een uur patrouilleren we boven het bruggenhoofd op 16.000 voet (zo’n 4800 m). Het is een onvergetelijk spektakel. Tussen Zuid-Engeland en de Normandische stranden zien we lange rijen schepen, van pantserkruisers tot landingsvaartuigen. Op sommige plaatsen trekken sleepboten grote transportschepen voort, omringd door hun waakhonden, de torpedoboten en torpedobootjagers, en de fregatten. Ondertussen trekken mijnenjagers sleepnetten mee. Op het land gaan de gevechten gepaard met explosies. Het is moeilijk om je een duidelijk beeld te vormen, maar de rook lijkt erop te wijzen dat onze troepen zich al op een behoorlijke afstand van het strand bevinden. Ik heb nauwelijks tijd om het landschap te bewonderen aangezien tienduizend vliegtuigen het luchtruim vullen en je voortdurend moet oppassen dat je niet tegen elkaar vliegt. Af en toe zie ik de “flak”, die het heel druk heeft met de Typhoons die grondaanvallen uitvoeren. Mijn deelname op het laatste moment aan de ontscheping beperkt zich tot een vlucht en de deelname aan de verdediging op grote hoogte tijdens dit enorme gevecht. Ik heb niet één keer gevuurd. De terugkeer ’s middags verloopt vlekkeloos. Wanneer ik aan boord ga van de Anson, die me naar Aston Down moet terugbrengen, dwalen mijn gedachten af. Over enkele dagen keer ik terug naar het front. Ik zal één van de eersten zijn die voet aan wal zet in Frankrijk: met een beetje geluk leef ik lang genoeg om naar België terug te keren…’(2) Dat zou inderdaad gebeuren, zij het na een lange omweg. Op 5 december werd Charles Demoulin, die vanaf november 1944 CO van het 609de was, krijgsgevangen gemaakt, nadat zijn Typhoon door de Flak was neergehaald (zie ook hoger). Nauwelijks een half jaar later kwam hij vrij. Demoulin overleed in 1998 in Monaco. Ook in de dagen en weken na de ontscheping moest de geallieerde luchtmacht permanent interveniëren ter
HMS Buttercup
- 21-3--
ondersteuning van de landstrijdkrachten. Ze moest onder meer vijandelijke gronddoelen aanvallen in de nabijheid van de eigen troepen – CAS (Close Air Support) in moderne militaire terminologie. Gefundenes Fressen dus voor de met raketten uitgeruste Typhoons van 609 squadron. Vele geallieerde squadrons opereerden vanaf vooruitgeschoven vliegvelden dicht bij de Normandische kust. Een van de eerste smaldelen die op zo een geïmproviseerde basis gestationeerd werden, was 349 squadron, aangevoerd door Yvan du Monceau de Bergendael. Op 10 juni om 15.25 uur landde de eerste Belgische Spitfire in Sainte Croix du Mer, weldra gevolgd door de rest van het squadron. Diezelfde dag viel opnieuw een Belgische dode te betreuren. Bij het 350ste kwam flight lieutenant Robert Alexandre om het leven, nadat zijn toestel om een onduidelijke reden vuur had gevat. Ook Alexandres strijdmakker, de Brit Peter Allan Wilson, keerde niet meer naar zijn basis terug. Hij werd het laatst gezien terwijl hij een vijandelijk jachttoestel achternazat. Wellicht speelde zijn gebrek aan ervaring in zijn nadeel. Wilson had nog maar net zijn opleiding voltooid en bevond zich pas vanaf 1 juni in het Belgische squadron. Maar ervaring was geen garantie om het er heelhuids van af te brengen, zoals bleek in het geval van Venesoen en zovele anderen. Ook Henri Gonay, de Belgische bevelhebber van 263 squadron én een veteraan van de slag om Engeland, overleefde Normandië niet. Op 6 juni had hij zijn smaldeel met succes aangevoerd boven de invasiestranden, maar toen zijn Typhoon acht dagen later zwaar getroffen werd door luchtafweer, werd een crashlanding op het Kanaaleiland Jersey hem fataal. Ook de ‘Belgische’ korvetten Godetia en Buttercup waren op 6 juni 1944 van de partij. Ze werden ingezet in het kader van Operatie Neptune, het maritieme luik van Overlord. Samen met andere korvetten en destroyers stonden ze in voor de bescherming van de transportschepen én de slagschepen. De bemanningen van de zware oorlogsbodems werden immers volledig in beslag genomen door hun hoofdtaak: vuursteun geven aan de invasietroepen en de Atlantikwall beschieten. Hoewel de Kriegsmarine niet meer de slagkracht had van weleer, ging van de U-boten nog altijd een zekere dreiging uit. Ook voor kleine oppervlakteschepen en (kleine groepjes) vliegtuigen moesten de manschappen opletten. Zo nam de Godetia voor het Britse bruggenhoofd van Courseulles een Junkers 88-bommenwerper onder vuur. En met succes. Het toestel werd wel niet vernietigd, maar het moest zijn bommen lukraak droppen waardoor die geen schade aanrichtten. Daarop ging de bomenwerper ervandoor. Net zomin als de luchtmacht kon de geallieerde zeemacht na 6 juni op haar lauweren rusten. Van de twee Belgische korvetten droeg de Buttercup het zwaarste (Vervolg op pagina 22)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 21)
deel. In tegenstelling tot de Godetia, die tussen Engeland en Frankrijk pendelde, deed de Buttercup, met enkele onderbrekingen, tot 1 augustus patrouilles op het Kanaal. Het schip voerde er onder meer bewakingsopdrachten uit op de Trout Line, de defensieve zone voor Ouistreham. Dat het in en rond het bruggenhoofd Normandië allerminst veilig was, bleek op 14 juni. Toen vonden er zo veel Luftwafferaids plaats dat de Buttercup moest vuren tot de kanonslopen roodgloeiend stonden. Verder was er het permanente gevaar van de mijnen, waarvan er zich duizenden voor de kust bevonden. Een aantal werd door Belgische matrozen met het geweer tot ontploffing gebracht, maar dat was slechts een druppel op een hete plaat. Vele geallieerde vaartuigen liepen op een mijn en zonken, zo ook de Britse destroyer Swift. Behalve de vijand zorgden ook de storm en de plensbuien voor flink wat nervositeit. Door het noodweer bereikte op 21 juni zelfs geen enkel transport de Franse kust. Aangezien België in 1940 geen marine had, mag het verwondering wekken dat Belgische zeelui een bescheiden maar reële bijdrage konden leveren aan de gigantische militaire operatie in Normandië. Die bijdrage beperkte zich trouwens niet tot de inzet van de twee korvetten. Nadat hij een jaar gediend had als tweede in bevel op de Buttercup, kreeg lieutenant commander Georges Timmermans het commando over het Britse 202de Flottielje. Op D-day brachten zijn LCI’s het 48ste Regiment Royal Marines naar Juno Beach. De vaartuigen, waaronder Timmermans’ eigen LCI 525, werden zwaar onder vuur genomen, maar slaagden er toch in om de meeste marinecommando’s aan land te zetten. Urenlang werd er heen en weer gependeld tussen de grote transportschepen en het strand, voor alle troepen aan land waren – de LCI 525 deed vijfmaal ‘de navette’. De dag na de landing ging Timmermans in Courseulles aan land en daarmee was hij wellicht de eerste Belg die bevrijd Frankrijk betrad. Een week later kreeg de Belgische officier een bijzondere opdracht. Op 14 juni namelijk stapte generaal De Gaulle over van de torpedobootjager La Combattante in het landingsvaartuig van Timmermans. De Belgische gezagvoerder en zijn Britse bemanning brachten de leider van de Vrije Fransen na vier jaar afwezigheid terug naar zijn vaderland en waren zo getuige van een belangrijke historische gebeurtenis. Behalve Timmermans maakten nog enkele andere Belgen de invasie mee aan boord van een geallieerd schip. Zo ook de Joodse Belg Michel Brodsky, die op een escorteschip diende voor Gold Beach. In dezelfde sector was ook zeeloods E. Herreman actief, die voordien in opdracht van de Britse Admiraliteit in Sierra Leone had gewerkt. En vaandrig A. Jansen voerde op 6 juni het bevel over een van de motorboten die de landingsvaar-
- 22-3--
tuigen in de Amerikaanse sector Utah Beach beschermde. ‘VIVE LA BELGIQUE, MERCI, VIVE LA FRANCE!’ Tegen de verwachtingen in had de landing van 6 juni de geallieerden relatief weinig levens gekost, met uitzondering van de Amerikaanse troepen in de sector Omaha Beach en de luchtlandingsdivisies. Enkele dagen na Overlord echter waren de Duitsers erin geslaagd zich te hergroeperen en een efficiënte verdediging uit te bouwen. Het werd het begin van een bloedige strijd die meer dan twee maanden zou duren en de beide oorlogvoerende partijen tienduizenden mensenlevens kostte. Eind juli 1944 was de strijd in Normandië in een beslissende fase gekomen. De Amerikanen hadden het schiereiland Cotentin veroverd (Operatie Cobra) en stonden klaar om af te zwenken naar Parijs. In het oosten van het bruggenhoofd Normandië bereidden de Britse troepen zich voor op de opmars naar het estuarium van de Seine.(3) De Duitsers waren echter niet van plan de geallieerden ongehinderd door Frankrijk te laten trekken en zouden elke kluit grond krampachtig verdedigen. Er moesten dus nieuwe, goed getrainde troepen uit Groot-Brittannië worden aangevoerd. Voor de manschappen van Piron was de dag aangebroken waarop ze zo lang gewacht hadden. Op 31 juli scheepte de ‘Advanced Party’ in Tilbury in, richting Normandië. Deze voorhoede van enkele tientallen manschappen en hun pantservoertuigen moest de komst van de eenheid voorbereiden. Een week later, op 8 augustus, was het eindelijk zover en de hele Eerste Groepering ging aan land: de manschappen in Courseulles en de 500 voertuigen in Arromanches. Voor vele militairen was het een aangrijpende gebeurtenis, zoals Piron later treffend verwoordde in zijn memoires: ‘Hier vond een voorval plaats dat ik echt moet vermelden. Ik had als vleugeladjudant een man uit Dinant, kapitein-commandant Georges Houbion. Hij arriveerde begin 1942 in Engeland na een lange gevangenschap in de Spaanse gevangenis en het Camp Miranda de Ebro. Zijn gezondheid had daar erg onder geleden, maar dat had geen enkele invloed op zijn goede humeur en zijn geestdrift. De brug van het landingsvaartuig was nauwelijks neergelaten of hij sprong in het water om de enkele meters die hem nog van het strand scheidden, lopend te overbruggen. Daar viel hij op zijn knieën en nam een handvol zand dat hij aan de borst drukte. Deze spectaculaire geste kan misschien belachelijk lijken. Toch kwam het bij niemand op om te lachen, want met dat gebaar drukte hij uit wat wij allemaal voelden. Op dit bevriende Franse strand vonden wij immers een stukje buurland terug. Wij hadden ons land vele maanden geleden verlaten en nu vonden wij eindelijk de voldoening mee te kunnen helpen aan de bevrijding.’(4) Behalve de Eerste Groepering werden er begin augus(Vervolg op pagina 23)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 22) Commando-opleidingskamp Achnacarry
tus nog andere gemechaniseerde eenheden naar het Normandische front gezonden: de Franse 2de Pantserdivisie, de Poolse 1ste Pantserdivisie, een TsjechoSlowaakse Pantserbrigade en de Nederlandse Brigade Prinses Irene. Die laatste stond onder het bevel van kolonel de Ruyter van Steveninck, een leeftijdsgenoot van Piron die net als zijn Belgische collega een groot aandeel had in de uitbouw van zijn eenheid. Samen met de Belgen werden de Nederlanders ingedeeld bij de Britse 6de Luchtlandingsdivisie van generaal Richard Gale en ze namen stelling in langs de rivier de Orne en het daarmee verbonden zeekanaal. Tot 16 augustus beperkten de gevechtshandelingen voor de Belgen zich tot gewapende verkenningen op de rechteroever van de Orne. Daarbij viel ook de eerste dode: de twintigjarige soldaat Edouard Gérard. Op 17 augustus zette de hele Eerste Groepering zich in beweging om deel te nemen aan Operatie Paddle: de doorbraak naar de Seinemonding. Nadat de Duitsers in het zuiden van Normandië, tijdens de beslissende slag in de Falaise-Pocket, op de vlucht waren gedreven, beval het geallieerde opperbevel de troepen ten noorden van Caen om het offensief te openen. In het met riviertjes doorsneden kustgebied leverden de Britse luchtlandingstroepen, samen met de Nederlandse Brigade Prinses Irene en de Eerste Groepering Bevrijding, gedurende meer dan een week een zware strijd tegen de Duitsers. De langdurige en intensieve trainingen in GrootBrittannië wierpen duidelijk hun vruchten af. De Eerste Groepering manifesteerde zich van bij het begin als een goed geoliede vechtmachine – de Britten spraken meestal van de 1st Belgian Brigade, hoewel de eenheid maar de sterkte van een regiment had. Gesteund door het gerichte vuur van de artilleriebatterij zorgden de
- 23-3--
pantsertroepen en de gemotoriseerde infanterie voor de doorbraak. Dat kon vaak pas nadat de genie de talrijke mijnenvelden had opgeruimd of een noodbrug had gebouwd. Ook de inzet van andere eenheden en diensten, zoals de bevoorrading, bleek van vitaal belang. De dadendrang en successen van de pas uit GrootBrittannië aangekomen Belgische militairen verbaasden de Britten en niet het minst generaal Gale zelf. Zijn ervaren luchtlandingstroepen hadden na D-day immers vooral een verdedigingsoorlog gevoerd en nauwelijks terreinwinst geboekt. Al tijdens de eerste dag van het Britse offensief schakelden de Belgen de zwaar verdedigde bunker van Moulin du Buisson uit en daarmee zorgden ze voor een lokaal belangrijke doorbraak. Op 21 augustus slaagden ze erin Cabourg, aan de monding van de Dives, te veroveren en de rivier over te steken. Het was overigens in deze regio dat de Normandische hertog Willem de Veroveraar in 1066, aan de vooravond van de invasie van Engeland, zijn troepenmacht had samengetrokken. Na de inname van Cabourg bevrijdde de Belgische groepering nog verschillende andere dorpen en kleine steden, waaronder Deauville, op 22 augustus, en Trouville, op 24 augustus. Overal waar de Belgen langskwamen, gaf de burgerbevolking met kreten als ‘Vive la Belgique, merci, vive la France!’ uiting aan een intense vreugde en dankbaarheid na vier jaar bezetting. De groepering van Piron was inmiddels toegevoegd aan de Britse 49ste Infanteriedivisie en in de ochtend van 25 augustus bereikten Belgische eenheden de Seinemonding en trokken Honfleur binnen. Precies op dezelfde dag dus waarop Amerikaanse en Franse troepen die enkele dagen tevoren al de Seine waren overgestoken, Parijs bevrijdden. Deze belangrijke gebeurtenis wordt door vele historici beschouwd als het einde van de veldtocht in Normandië. Ook voor de Belgen zat de eerste gevechtsopdracht erop. In totaal verloor de Eerste Groepering tijdens de Normandische veldtocht 27 militairen, onder wie twee officieren. De laatste van hen was de negentienjarige infanterist François Mouchet. Hij sneuvelde op 26 augustus tijdens een schermutseling in het dorpje Conteville. De Duitsers boden weliswaar nog wat tegenstand toen de Eerste Groepering op 1 september op haar weg naar Le Havre de Seinemonding overstak, maar daarbij werd niemand gedood of gewond. Tijdens de eindfase van de strijd in Normandië verrichtte ook het SAS-eskadron van kapitein Blondeel belangrijk werk. Nadat op 27 juli 1944 de eerste groepjes in actie waren gekomen, werden vanaf 8 augustus andere teams her en der in Noord-Frankrijk gedropt. Bij een van deze operaties (Operatie Benson) wist het team van luitenant Gilbert Sadi Kirschen zelfs een document te bemachtigen met belangrijke informa(Vervolg op pagina 24)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
(Vervolg van pagina 23)
tie over de ontplooiing van de Duitse strijdkrachten achter de Somme. En tijdens Operatie Trueform volgden acht teams van elk tien man nauwgezet de bewegingen van de Duitsers tijdens hun terugtocht uit de Falaise-Pocket. Ook voerden ze guerrilla-acties uit om de vijand in verwarring te brengen. De acties in Noord-Frankrijk kostten het Belgische eskadron enkele gewonden en één dode: soldaat Roger Carette. Hoe tragisch ook, de dood van één militair was een lage prijs, gezien de talloze risico’s die aan de SAS -missies verbonden waren. Eén para, kapitein Etienne Delelienne, werd gevangengenomen nadat hij te midden van een SS-patrouille geland was. Maar net voor hij werd weggevoerd om te worden geëxecuteerd, werd de SAS-man door een officier herkend als de ruiter die in 1936 had deelgenomen aan de Olympische Spelen in Berlijn. Delelienne werd gespaard en bleef de gevangene van de Duitsers. Na de oorlog zou hij Blondeel opvolgen als bevelhebber van het regiment SAS. Veel tijd om te rusten werd het Belgische SAS-eskadron na de Normandiëveldtocht niet gegund. Al op 27 augustus, nog voor de geallieerde legers zich in beweging zetten om naar de Belgische en Duitse grens op te rukken, werden alle teams die in Frankrijk waren ingezet, boven België gedropt. Over die fase van de strijd in WestEuropa hebben we het echter uitgebreid in het volgende hoofdstuk. Terwijl miljoenen burgers vol ongeduld zaten te wachten op hun bevrijders, kreunde Groot-Brittannië onder de aanvallen van Hitlers V-wapens. Op 13 juni, precies een week na de geallieerde landing, werden vanuit Noord-Frankrijk de eerste V1’s afgevuurd. Er zouden er nog duizenden volgen – na de bevrijding van Frankrijk gebeurden de lanceringen vanuit Nederland. Vele tuigen misten hun doel, onder meer omdat ze door dwangarbeiders gesaboteerd waren, maar toch creëerden de ‘vliegende bommen’ een immense paniek. Nadat bijna 150 tuigen Londen en omgeving getroffen hadden, vloog Hitler op 17 juni naar Noord-Frankrijk om er de verantwoordelijke officier, kolonel Max Wachtel, persoonlijk te feliciteren. Tegelijk beval de Führer dat alle tuigen voortaan uitsluitend op Londen moesten worden afgevuurd. Aan de andere kant van het Kanaal
- 24-3--
bracht Air Chief Marshal sir Roderic Hill, verantwoordelijk voor de verdediging van het Britse luchtruim, alle beschikbare middelen samen om het gevaar te counteren: sperballons, luchtdoelartillerie en jachtvliegtuigen. Net als in 1940 werden tijdens deze ‘Tweede Blitz’ ook Belgische piloten ingezet om Londen te beschermen. Een van hen was Remy van Lierde, bevelhebber van achtereenvolgens 3 squadron (Hawker Tempest) en 164 squadron (Hawker Typhoon). In totaal vernietigde Van Lierde veertig vliegende bommen en al waren daar een aantal gedeelde overwinningen bij, het was toch een van de allerhoogste scores van de RAF. Het neerhalen van de met explosieven gevulde tuigen was een erg riskante klus. Bovendien moesten de jachtpiloten razendsnel reageren: het traject tussen ZuidEngeland en de dichtbevolkte hoofdstad duurde maar een tiental minuten en de bom mocht natuurlijk in geen geval op bewoond gebied terechtkomen. De meeste V1’s werden vernietigd door boordgeschut. Daarbij werden meerdere toestellen getroffen door rondvliegende brokstukken. Op 26 juli 1944 bijvoorbeeld kostte een ontplofte V1 kapitein-vlieger Eugène Seghers van 91 squadron het leven. In een aantal (urgente) gevallen gebruikten de piloten ook minder conventionele tactieken. Zo vlogen ze soms recht naar de V1 toe, waardoor het tuig in de slipstream van het vliegtuig kwam en uit de koers raakte. Ook als een van beide stabilisatoren met de vleugeltippen werd geraakt, raakte de V1 de koers kwijt. Een specialist als Van Lierde zou deze gevaarlijke truc echter maar één keer hebben toegepast. Ook sergeant-vlieger Paul Leva van 350 squadron haalde op die wijze een vliegende bom neer. Zijn smaldeel werd trouwens maar een korte tijd ingezet in de strijd tegen de V1’s, namelijk van 10 tot 28 augustus 1944. Dat in tegenstelling tot het Nederlandse 322 squadron. Dat vloog van 13 juni tot 10 augustus 1944 onafgebroken defensieve missies en haalde in totaal meer dan honderd vliegende bommen neer. Tegen de supersonische V2-raketten, die enkele maanden na de vliegende bommen operationeel werden, hadden de geallieerde luchtdoelartillerie en jachtvliegtuigen echter geen verweer. Vanaf oktober 1944 bestookten de Duitsers trouwens ook België met hun Vergeltungswaffen. Ons land was begin september 1944 opmerkelijk snel bevrijd, maar het ondervond nog lang de gevolgen van de ‘Furor Teutonicus’.
Frank Decat Spitfires van 350 Squadron voor take off
In de volgende nieuwsbrief brengen wij nog een fragment -
juni-– juni juli 1999 mei 2007
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
Bejaard
of
- 25-3--
oud... Cdt Jules Neel
Als je, zoals in mijn geval, op de vooravond van je vijftigste verjaardag staat, ben je niet oud en ben je niet jong. Maar je bent toch ouder dan jong. En die “5” in je leeftijd zet je toch wel aan tot nadenken. Ze zeggen wel dat de jonge wijnstokken de meeste vruchten opleveren, maar de oude wijnstok de beste wijn geeft. Maar wat koop je daarmee? Voor mijn veertigste verjaardag kreeg ik een kapstok ten geschenke, met daarop de originele tekst “Kein Grund zum aufhängen”. Dat was toen ik toetrad tot de ouderdom van de jeugd. Nu, op mijn bijna vijftigste ga ik toetreden tot de jeugd van de ouderdom. Beschouw je jezelf als bejaard of als oud? En jij, de jongere, hoe wens jij bejaard of oud te worden? Denk je dat bejaard en oud synoniemen zijn? Onlangs las ik in een Braziliaans tijdschrift de onderstaande, misschien wat emotionele tekst, maar zo zijn de Brazilianen nu eenmaal. Ik wou jullie die tekst, uiteengezet door een tachtigjarige knaap, toch eens laten lezen. Bejaard is een persoon die vele jaren achter zich heeft liggen. Oud is iemand die zijn opgewektheid heeft verloren. Je bent bejaard als je nog dromen hebt. Je bent oud als je de slaap nog moeilijk kunt vatten. Je bent bejaard als je nog steeds bijleert. Je bent oud als je niets meer bijleert. Je bent bejaard als je nog sport doet onder de ene of de andere vorm. Je bent oud als je alleen nog maar rust. Je bent bejaard als het woord “morgen” nog in je agenda staat. Je bent oud als alleen maar het woord “gisteren” in je agenda staat. De bejaarde is iemand die het geluksgevoel heeft van een lang en produktief leven te leiden en die nog steeds ervaring opbouwt. Hij is een brug tussen het verleden en vandaag, zoals een jongere de brug is tussen vandaag en de toekomst. Het is in de dag van vandaag dat de jongere en de bejaarde elkaar ontmoeten en vinden. De oude is degene die het gewicht der jaren voelt en die i.p.v. ervaring over te brengen op de jeugd, alleen nog maar pessimisme en desillusie overbrengt. Voor de oude bestaat er geen brug tussen verleden en vandaag, alleen een kloof die vandaag scheidt van het verleden door de geknochtheid eraan. De bejaarde hernieuwt zich aan het begin van elke nieuwe dag. De oude veroudert op het einde van elke nacht.
De bejaarde kijkt naar de horizon waar de zon opkomt en zijn hoop en moed verlicht worden. De oudere is bijziend en kijkt alleen naar de tijd die voorbij is. De bejaarde heeft plannen, de oude heeft heimwee. De bejaarde geniet van de rest van het leven, de oude lijdt onder de nabijheid van het einde. De bejaarde houdt zich op de hoogte en spreekt met de jeugd en probeert de nieuwe tijden te begrijpen. De oude verstokt in zijn tijd, sluit zich op in zijn schelp en zet zich af tegen de nieuwe tijd. De bejaarde heeft een actief leven vol projecten en hoop. Voor hem gaat de tijd vlug voorbij en hij heeft geen tijd om “heen te gaan”. De oude slaapt in de leegheid van zijn leven en zijn uren slepen zich verder, ontdaan van elk gevoel. De rimpels van de bejaarde zijn mooi, omdat ze door de lach werden gemarkeerd. De rimpels van de oude zijn lelijk, omdat ze verkreukeld zijn door bitterheid en droefheid. Samengevat zegt die 80-jarige dus: Alhoewel de bejaarde en de oude dezelfde leeftijd hebben in de dokumenten van de burgerlijke stand, hebben ze in hun hart een totaal verschillende leeftijd.
Op bijstaande foto zie je mijn honderdjarige peter en tevens fiere grootvader, met een foto uit zijn eigen legertijd als dienstplichtige. Tot zijn negenennegentigste levensjaar was hij “bejaard”, daarna werd hij “oud”. De goede man werd geboren in de negentiende eeuw (01/12/1899) en leefde tot in de eenentwintigste eeuw (april 2001). Tel maar uit. Toon Hermans is iemand die nooit oud werd en leefde zoals zijn eigen rijmgedicht met de titel “Impasse” dat (Vervolg op pagina 26)
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
juni-– juni juli 1999 mei 2007
hij schreef in “Fluiten naar de overkant”.
- 26-3--
tuin werd groen en toen weer grijs
en toen weer groen totdat hij godzijdank tenslotte “de man was moe, hij zag het leven niet meer zitten heeft begrepen dat er geen teken kwam ... dat hij het hij zag zichzelf alleen maar zitten op z'n stoel hij had geen kracht meer om z'n tuintje om te spitten zelf moest doen.” en kreeg een grenzeloos, vereenzaamd, leeg gevoel toen heeft hij heel lang aan zijn kamerraam gezeten Ik wens jullie een mooie zomer, een nog mooiere herfst alsof hij wachtte op een teken, een geluid van buitenaf, en een benadering van de leeftijd van mijn grootvader. dat hem weer nieuwe kracht zou geven maar tevergeefs keek hij er elke dag naar uit zo heeft hij héél lang aan dat stille raam gezeten de
Jules KVOO LIMBURG@LUIK – 27 MAART 2007 - 5DE EDITIE OP DVD.
WIE VÓÓR 01 MEI 2007 MET CODE ‘CONCERT’ OP REKENING 961-1951400-46 VAN KVOO INGESCHEVEN HEEFT VOOR DIT CONCERT ZAL AANVANG JUNI VIA HET PROVINCIECOMMANDO DE KAARTEN ONTVANGEN.
KVOO LIMBURG BIJ MUSÉE TCHANTCHÈS LUIK - 27 MAART 2007
57 minuten herinneringen, het volledige poppentheaterstuk speciaal voor ons geschreven: “Un Nouveau Prince évêque” inbegrepen. J.-P. Dechesne zal het per post opsturen na ontvangst van 4€ op zijn Rek. 001-0268103-71 (Dechesne-Decamp, Kampveld 21, 3800 Sint-Truiden), met melding “KVOO DVD” en uw adres DVD+doosje €1.5 + omslag €0.67 + drie zegels PRIOR (pakje meer dan 100g, namelijk… 104), €1.56 = €3.73 + papier, inkt, stroom, koffie, sandwiches, wijn, werk, belastingen, etc. = €4.00. De geschreven tekst van het toneel stuk kan ook bekomen worden. Een simpel vraag per mail aan J.-P. (
[email protected]). Hij heeft in Nederlands de nodige uitleg bijgevoegd, tussen de zinnen in.. Dat vergemakkelijkt het begrip van sommige Luikse uitdrukkingen en van enkele anekdotes.
UN NOUVEAU PRINCE EVÊQUE
Leopoldsburg 14 augustus 07 met Cdt Vl. Julien Van Hurck Programma : 1000 u. Museum 1200 u. Diavoorstelling 1230 u. Gamellenmaaltijd 1330 u. Briefing Aandacht voor de inschrijvingen - de nieuwsbrief met de uitnodiging verschijnt pas op 20 juli - de inschrijvingen worden afgesloten op 31 juli !
mei juni- –juni juli 2007 1999
K..V.O.O. -- LIMBURG LIMBURG K.V.O.O.
- 27-3--
Luik 2007 - foto’s : Guido Del Savio
Koninklijke Vereniging van Oprustgestelde Officieren v.z.w.
In de volgende nieuwsbrief : Verslag Maastricht Woordje van de voorzitter
K.V.O.O. - LIMBURG Nieuwsbrief Mei - Juni 2007 verschijnt maandelijks op 300 exemplaren
In en Uit document Artikel door : Luc Vandenborne Jef Schoups Willy De Greeve Veerle Vos Chris Vos Frank Decat Allerlei en Varia Deadline volgende nieuwsbrief: 28 Juni 07
Hoofdredacteur en Verantwoordelijke uitgever : Jos HERMANS Lay-out en verzending : Jos en Conny Hermans Helbeekplein 3 bus 7 3500 Hasselt Tel / Fax : 011.228848 GSM : 0472/825510 E-mail :
[email protected] Web-pagina : http://users.belgacom.net/kvoo.limburg
[email protected] http://users.skynet.be/kvoolimburg