WBL Nieuwsbrief
Uitgave van de stichting WBL
Werkgroep Behoud Lopikerwaard www.wbl-web.nl Secretariaat: Lekdijk West 8 3411 MT Lopik Jaargang 31, nr. 98 Februari 2011 In dit nummer o.a.: MOB-complex Benschop WBL-excursies 2011 Tweede deel cartograaf Von Derfelden Met de dierenarts op stap (1)
Van de redactietafel Jaargang 31 nummer 98, geeft „elck wat wils‟: cultuur, natuur, erfgoed, alles in verband met onze fraaie woonomgeving. Via de Dienst Landelijk Gebied (DLG), mocht een onzer leden een recente inventarisatie van het MOBcomplex Benschop, nu aangekocht door de Gemeente Lopik, de Redactie als primeur doen toekomen. Daar zijn we blij mee! Onze bioloog, Drs. T.A. Hattink, geeft hier commentaar op. Meer dan 50 jaar een met een hek afgezoomd gebied in de Lopiker polder. Is daar iets afwijkends ontstaan in die afzondering? In een volgend nummer zullen we op deze, uit de Koude Oorlog (1949-1991) stammende munitieopslagplaats, terug komen qua jong Erfgoed en suggesties. Het Bestemmingsplan geeft aan: “NA” = Natuurgebied. Yvet‟s „Jeugdrubriek‟ is aan het Lopikse en Ameidense(?) dialect gewijd. Johan Doornenbal uit Hollandsche Rading, vertelt over zijn architectonische bevindingen met “Huys te Capel” of “ Huys ten Vliete”. Tot op onze Nieuwjaarswandeling - 2011 (13 februari)! Agendeer deze en Uw excursies. Zag U op onze website, voor het eerst, ons digitale Bulletin 30/97 met Herman de Man voorop? Blader het nog eens door, nu op Uw computerscherm. Wat kleur krijgt ons Bulletin inmiddels.
Inhoud WBL Nieuwsbrief nr 98 Februari 2011 3 4 6 9 11 12 14 15 16 17 20 22 23
Van de Bestuurstafel Jaarvergadering WBL Gijsbert Franco Baron von Derfelden van Hinderstein (2) Het MOB-complex bij Benschop Nieuwjaarswens WBL-excursies 2011 De bouwhistorie van Huis te Vliet Oproep knotgroep Benschop-Lobeke Levenslustige lijsters Met de dierenarts op stap (1) Jeugdrubriek WBL-Uitgaven Colofon
Eise Jongsma, eindredacteur
Stichting WBL De Stichting WBL heeft ten doel: het behoud en de versterking van het eigen karakter van de Lopikerwaard en naaste omgeving: te weten de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden in samenhang met de leefomgeving. Zie artikel 2 van de statuten. Inschrijving K.v.K. te Utrecht onder nummer 41179802
Wilt U zo goed zijn uw mailadres via onze website, www.wbl-web.nl aan ons door tegeven. Dit voor flitsberichten. B.v.d. Uw secretaris. 2
Van de Bestuurstafel Het WBL-Bestuur is bezig met een subsidieaanvraag Landschapsbelevenis, voor het „Abrona‟- terrein. Bij een positieve beslissing, kunnen we een bijdrage leveren aan het etaleren van onze fraaie Lopikerwaard met cultuurhistorie: echt daadwerkelijk bezig zijn met zulke oude beroepen als teenschillen, touw twijnen, enzovoort. Wat betreft de aankoop van het MOB-complex Benschop: het natuurgebied kwam in goede handen! Met Maartensdijk was Lopik in 1973 de eerste Gemeente in de Provincie Utrecht, die een „Landschapscoördinator‟ aanstelde. Toen koesterde Lopik de natuur. Nu zullen ze dit Natuurgebied ook weer op waarde weten te schatten, in navolging van gemeentelijke voorgangers in de gemeenteraad en B. & W. We starten in Montfoort een ecologisch bermbeheer-project voor bloeiende planten. Vlindersoorten worden aangetrokken en weer wordt onze regio goed geëtaleerd. De Gemeente Montfoort levert met de WBL een substantiële bijdrage. Waarvoor dank. In de lokale pers konden we kennis nemen van een facet van de „Lopiker Meerwaarde Regeling‟ rond tuincentrum “Intratuin”, op de grens Lopik/IJsselstein. Het Bestuur heeft verzocht in gesprek te gaan over deze regeling: we vinden transparantie een vereiste. Ondernemerschap juichen we toe in de regio, maar wel als WBL landschappelijke waarden respecterend. In het verleden kon de WBL ter plekke al grenscompensatie bedingen met dijk en groene grens. S.v.p. meer duidelijkheid College B.& W.-Lopik. In Utrecht, hadden we een rechtszitting (Voorzitter + Secretaris) over ons bezwaar tegen een slootdemping te Polsbroek. De Provincie had daar ontheffing voor gegeven met als argument dat de cope-verkaveling in het bebouwingslint géén te beschermen cultureel erfgoed is. Op de zitting is duidelijk geworden, dat de Provincie een eind is opgeschoven naar de WBLzienswijze. In Jaargang 31/99 zal onze secretaris, Ir. Herman Boonekamp, deze rechtszaak verslaan. Wat bereikten we? Het gaat ons tenslotte om het behoud van het uniek verkavelingpatroon in het Utrechtse Cope-landschap. Wim Boesten, Voorzitter WBL
3
Jaarvergadering WBL, 24 november 2010 Verslag van de secretaris Inleiding De WBL zet zich in voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het karakteristieke landschap van de Lopikerwaard. Dat doet zij door belangenbehartiging, het verzorgen van excursies en natuureducatie. Dit kan zij al meer dan 30 jaar doen dankzij haar vrijwilligers en uw steun, waaronder uw financiële bijdrage en die van de gemeenten Lopik, Oudewater, Montfoort en IJsselstein. Zoals gebruikelijk op de jaarvergadering een kort verslag over de afgelopen twaalf maanden. De donateurs bleken ook dit jaar weer trouw te zijn aan de WBL. Door verhuizing en vergrijzing zijn er wel opzeggingen, maar er hebben zich ook nieuwe donateurs aangemeld. Per saldo is hun aantal dit jaar ongeveer gelijk gebleven. Voor het contact was er driemaal een uitgebreide WBL-Nieuwsbrief. Dit dankzij de auteurs, de redactiecommissie en de bladopmaker. Om het gedachtegoed van de WBL beter onder de aandacht te brengen willen we vaker contact met donateurs, belangstellenden en media. Dit willen we gaan doen via email. Tenslotte is te melden dat men de WBL heeft kunnen vinden op haar website www.WBL-web.nl. De actualiteit van deze website is verbeterd.
Belangenbehartiging De belangrijkste opdracht van de WBL is het opkomen voor het behoud van het culturele erfgoed en de natuurwaarden in ons mooie landschap. Dat doet de WBL door te adviseren en indien nodig het laten horen van een kritisch geluid. Daartoe nam de WBL deel aan: ● de Gebiedscommissie De Utrechtse waarden. Deze commissie fungeert de komende jaren als stimulator en klankbord voor plattelandsontwikkeling in de Lopikerwaard en de Linschoterwaard; ● de plaatselijk groep Weidse Veenweiden van Leader. De rol van deze groep is het enthousiastmeren en ondersteunen van partijen bij het maken van een door Europa te subsidiëren projectplan dat bijdraagt aan plattelandsontwikkeling; ● de werkgroep Oudewater van de stichting Hugo Kotestein. Deze stichting zet zich in voor het behoud van monumentale waarden in stad en landschap; ● het Platform kunst en cultuur in Lopik. Het cultureel erfgoed waaronder het landschap met haar lintbebouwing is van vitaal belang voor cultureel Lopik; ● bijeenkomsten over ontwikkeling van bedrijvigheid in de bebouwingslinten; ● bijeenkomsten over de ontwikkeling van toekomstvisies van IJsselstein en Lopik; ● inspraakbijeenkomst van de provincie over het vernieuwen van de verordening Natuur en Landschap.
4
De rode draad voor deelname van de WBL is het benutten van het landschappelijk cultureel erfgoed en natuurwaarden bij het vitaal houden van de Lopikerwaard en de Linschoterwaard. De WBL kan dat ook doen door zelf het initiatief te nemen het landschap te verfraaien. Een zo‟n initiatief is een proef met bloemrijk bermbeheer. In 2011 gaat dat plaatsvinden. Kritische geluiden laat de WBL horen bij plannen die kunnen leiden tot verlies van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteit. In de afgelopen periode betrof dat ondermeer: plannen voor het dempen van een kavelsloot te Polsbroek en in Benschop en de bomenkap op de provinciale wegen. Voor het dempen van de kavelsloot in Polsbroek heeft de provincie een vergunning afgegeven. Volgens de WBL was dat niet terecht. Daarom hebben we bezwaar gemaakt bij de rechtbank in Utrecht. Onze eerdere kritiek op de aanleg van een fietspad van de Vlist naar Hoenkoop en de plannen nabij de Steenoven te Willeskop hebben dit jaar geleid tot een bijstelling van die plannen. Tenslotte is te melden dat de WBL, wanneer nodig, overleg heeft met de gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater, IJsselstein, de Provincie, het Waterschap, de Milieufederatie, Landschap Erfgoed Utrecht en de Stichting Groene Hart.
Excursies, donateurdag en jaarvergadering Met excursies en lezingen wil de WBL het landschap met haar cultuurhistorie en natuur onder de aandacht brengen. Immers ´bekend maakt bemind´. In 2010 zijn in totaal 8 interessante excursies georganiseerd en begeleid; met dank aan het excursiegroepje Mieke Sinke, Willem Alsemgeest en Piet Mulder. De jaarvergadering op 20 november vorig jaar werd goed bezocht. Interessant was de lezing van Leo van der Berg over meer vogels in je tuin. Onze jaarlijkse goed bezochte donateurmiddag met traditionele barbecue, vond dit jaar op 28 augustus plaats op de zuivelboerderij van de familie Hoogenboom aan de Damweg te Oudewater. Er was uitleg over de boerderij en de productie van yoghurt en een mooie wandeling door de polder en over de kade van de Benschopper Molenvliet.
Natuureducatie In 2009 heeft alleen Theo Hattink namens de WBL natuurlessen gegeven in IJsselstein. De gemeenten Lopik, IJsselstein, Nieuwegein en Houten hebben voor de natuureducatie een samenwerkingsverband gesloten met het Milieu Educatie Centrum (MEC) te Nieuwegein. We hopen dat de bezuinigingen bij de gemeenten niet ten kosten gaan van natuureducatie. De WBL vindt het belangrijk dat de jeugd kennismaakt met de natuur en het landschap. Dit jaar zijn de eerste initiatieven genomen om oude ambachten en culturen die kenmerkend zijn voor het ontstaan van het landschap, door jong en oud te kunnen beleven.
Tot slot Het bestuur is dankbaar voor de inzet van de vrijwilligers en het vertrouwen van allen die de Lopikerwaard een warm hart toedragen. 5
Gijsbert Franco Baron von Derfelden van Hinderstein (1783-1857) (2) Hoogheemraad van de Lekdijk Benedendams en de IJsseldam In 1817 solliciteerde Von Derfelden naar de functie van Hoogheemraad. Hij voldeed aan de eisen die aan de functie werden gesteld: hij was ouder dan 25 jaar en hij bezat zelfs veel meer grond in de Lopikerwaard dan de eis van een stichtse hoeve aan onbezwaarde grond. [Een stichtse hoeve was een boerenbedrijf met 16 morgens grond en onbezwaard betekende dat die niet met hypotheek was belast.] Hij werd door de koning benoemd, en bleef Hoogheemraad tot 1828 toen hij om gezondheidsredenen ontslag vroeg uit deze functie. Vanouds werd het beheer en het onderhoud van de Noorderlekdijken toevertrouwd aan twee Hoogheemraadschappen: het ene was belast met het dijkgedeelte van Amerongen tot aan de IJsseldam [Bovendams] , het andere met het gedeelte vanaf de IJsseldam tot Schoonhoven [Benedendams]. In 1812 ging de IJsseldam waarvoor tot dan toe het Baroniebestuur van IJsselstein verantwoordelijk was geweest, over naar Benedendams.
Detail van de Kaart getekend door Daniel 't Hooft, 1738. Streepjes langs de oever bij Jaarsveld zijn stroomgeleiders. Rechtsboven een paar onbegroeide en twee grotere begroeide zandplaten in de rivier. In de uiterwaard houtgewas. [Kaartenverzameling Universiteitsbibliotheek Utrecht.]
Het Hoogheemraadschap Benedendams bestond uit een dijkgraaf en zeven Hoogheemraden. Dit college moest in het voorjaar de dijk controleren op schade die in de winter was ontstaan door hoog water en/of ijsgang, waarna tot rond 1800 de aangelanden de opdracht kregen tot herstel. Omdat dit voor hen zeer belastend kon zijn, werd in het begin van de negentiende eeuw besloten om dat voortaan te laten doen op kosten van het Gemene Land. Dat waren de gezamenlijke boeren van de Lopikerwaard, die per morgen [±0,85 ha.] een bepaald bedrag aan Lekdijksgelden moesten betalen. Langs de dijk lagen overal oeverwerken in de vorm van kribben die als stroomgeleiders dienden. Ook die moesten onderhouden worden. Daarvoor had het Hoogheemraadschap meestal een of meer militaire ingenieurs in dienst als adviseur. Het handwerk werd onder toezicht van een of twee dijkmeesters door een aantal dijkwerkers uitgevoerd. Vijf keer per jaar werd er geschouwd door een schouwcommissie die bestond uit twee of drie hoogheemraden. Tevoren hadden de dijkmeesters al een voorschouw gehouden en de commissie geïnformeerd over de stand van zaken. Zij rapporteerden o.a. waar de schade niet goed was hersteld, waar het dijkpad opnieuw bezand moest worden omdat er diepe sporen van karren of rijtuigen waren achtergebleven, waar de heggen niet waren geschoren of waar het gras niet was gemaaid op de dijkhellingen. Aan de hand van de keur kon dan de schouwcommissie optreden tegen de desbetreffende boeren. 6
Daarnaast was het Hoogheemraadschap verantwoordelijk voor de volgende werkzaamheden: 1. de tienjaarlijkse hoogtemeting, waarbij via waterpassing werd vastgesteld waar de dijk te laag geworden was door inklinking of uitzakking. Waarna de gewenste verzwaringen of andere verbeteringen werden aangebracht. 2. de jaarlijkse meting van de Middelwaard. De Middelwaard lag ten westen van de tegenwoordige Vianense brug aan de overkant van de Lek. De Middelwaard is ontstaan als een zandbank in de rivier, die zich tot een waard ontwikkeld heeft. Aan de Vianense kant bestond nog een zijstroom die de Hank of Kleine Lek werd genoemd, en die bij de 'staart' van de Middelwaard weer in de hoofdstroom uikwam. Op die waard stonden voorheen enige steenfabrieken. Rond 1800 was er nog één over. Misbaksels van de steenovens werden lange tijd in het water gekruid, en zo werd de waard steeds meer verbreed, en dus de rivier versmald. En dit juist op een plaats waar de Noorder-Lekdijk nagenoeg een schoordijk was, dat wil zeggen dat bij een schoordijk de rivier onder langs de voet van de dijk schuurde, en deze dus dreigde te ondermijnen. Aan het einde van de zeventiende eeuw wist het college van Benedendams te bereiken dat Vianen een overeenkomst wilde sluiten, waardoor het aan Benedendams werd toegestaan ieder jaar de waard te komen opmeten, en maatregelen te nemen bij overschrijding van de maat zoals die in het contract was vastgesteld. In de notulen van de Vergaderingen van het College in de tijd dat Von Derfelden hoogheemraad was, kan men ieder jaar de rapportage van die meting aantreffen. Deze meting werd dus nog steeds een belangrijk onderdeel geacht in het beheer van de eigen dijk. 3. de dijkbewaking in de winter. Doordat de winters in het eerste kwart van de negentiende eeuw strenger waren dan tegenwoordig, vroor de Rijn [en in het verlengde daarvan de Lek] vaak dicht. De problemen ontstonden als het begon te dooien. Verspreid over de gehele lengte van de Nederlandse rivieren lagen zandbanken en ondiepten waardoor het water maar langzaam naar zee afstroomde, en de ijsschotsen overal tegen obstakels Het oude Dijkmeestershuis, ook Dijkhuis en vast kwamen te zitten. Dijklogement genoemd. Het stond op de plaats waar Dit werd in hoge mate veroorzaakt doordat in 1903 te Jaarsveld het tegenwoordige dijkhuis werd gebouwd. Tekening door Anth. Grolman, 1903. iedereen langs de rivier volgens oud waterrecht zijn gang kon gaan. Nog tot 1805 mochten kribben/hoofden in de rivier worden gelegd waardoor het gedeelte erachter na een aantal jaren door slibneerslag deel ging uitmaken van de oever. Maar ook houtgewas dat in de uiterwaarden werd aangeplant, vesting- en andere bouwwerken die in de rivier insprongen, dat alles was niet bevorderlijk voor de goede afvoer van de ijsschotsen wanneer het dooide. Zo ontstonden er ijsdammen in de rivieren met het gevolg dat vóór zo'n dam het water hoog oprees. Wanneer er een ontstond in het Benedendamse riviergedeelte of verder stroomafwaarts, en ijsschotsen de kruin, en/of water via piping de dijk bedreigden, dan was dijkbewaking noodzakelijk. Dat was ook het geval wanneer stroomopwaarts zo'n ijsdam het plotseling begaf en een stortvloed van water het benedendamse riviergedeelte moest passeren. Dan kwam de wintercommissie in actie. Eerst ging het om verhoogde waakzaamheid wat betekende dat de commissie zelf de ontwikkelingen goed in de gaten hield, maar al snel kon het dijkleger worden opgeroepen. Daartoe behoorden alle gezonde mannen tussen de 18 en 60 jaar uit de gehele Lopikerwaard. Eerst werden dan de mannen uit de buurten langs de dijk 7
opgeroepen. maar als het dreigender werd, werden ook de "achterlanders" uit het noordelijke gedeelte van de waard gealarmeerd. Deze werden ingekwartierd in het Dijkmeestershuis te Jaarsveld en in negen boerderijen verspreid langs de dijk. Vanuit iedere boerderij werd dan de gehele periode dat het dijkleger actief was, telkens door twee personen wacht gelopen, die berichten over de toestand van de dijk aan de wachten van de volgende boerderij doorgaven zodat het hoofdkwartier in Jaarsveld op de hoogte werd gehouden. Wanneer er een dijkbreuk plaatsvond, of het waterpeil in korte tijd veel hoger werd, moest dat rechtstreeks via een boodschapper aan het hoofdkwartier gemeld worden. Tot in de jaren '30 van de negentiende eeuw moest iedereen die opgeroepen werd, een eigen stuk gereedschap meebrengen, zoals bijlen, schoppen, pikhouwelen, maar later zorgde het Hoogheemraadschap voor het gereedschap, en materialen als balken en zakken. Dat alles lag opgeslagen in de dijkmagazijnen bij de afrit van de Lage Dijk en de afrit van de Floris IVweg, en op de zolder en de schuren van het Dijkhuis. Wanneer het gevaar geweken was, werd het leger weer ontbonden. In de notulen van de Vergaderingen van het Hoogheemraadschap kan men lezen dat in de periode dat Von Derfelden zitting had in het College, hij regelmatig in de verschillende commissies optrad. ²) Maar hij was de enige van de collegeleden die zich bekwaamd had in de cartografie. Van deze kwaliteit maakte het Hoogheemraadschap dankbaar gebruik, toen het als eeuwenoud instituut regelmatig in aanvaring kwam met de Rijkswaterstaat, die in 1798 werd opgericht, en die zich nog aan het ontwikkelen was tot een nationaal opererende organisatie. Daarover meer in de volgende Nieuwsbrief. P.W.A. Broeders
²)
Zie P.W.A. Broeders. 2007. Gijsbert Franco Baron Von Derfelden van Hinderstein (1783-1857); leven en werk van 'eene ware specialiteit' in kaart gebracht, 73.
In samenwerking met de H.K.IJ. werd voor een volle zaal in het 'Dijkhuis te Jaarsveld' de lezing gegeven, waarbij hier, nogmaals de inhoud. Op de foto: Piet Broeders en Kameraar Henk Boer voor de kaart van de Lek in PowerPoint
8
Het MOB-complex bij Benschop In de Polder Lopikerkapel ligt, langs de N 210 bij Benschop (gem. Lopik), een voormalig militair opslagterrein: het MOB-complex. Jarenlang en tot op heden is dit terrein niet vrij toegankelijk geweest. Nu het zou worden aangekocht door de gemeente Lopik, was het nodig de natuurwaarden te kennen. Daarom heeft in januari 2009 de Dienst Landelijk Gebied aan Bureau van den Bijtel Ecologisch Onderzoek, opdracht gegeven die natuurwaarden te onderzoeken*). Met name moest worden gekeken naar planten- en diersoorten, die op een of andere manier beschermd zijn: zogenaamde Rode en Oranje Lijstsoorten. Rode Lijst soorten zijn in Nederland met uitsterven bedreigd of beschermd. De Oranje Lijst geldt specifiek voor de provincie Utrecht. Dat onderzoek werd in 2009 uitgevoerd, waarbij ook nog werd gekeken naar het mogelijke belang van het gebied voor aangewezen (vogel)soorten van nabijgelegen Natura-2000gebieden. Het langgerekte terrein heeft een oppervlakte van bijna 15 ha en vormt een bos-eiland in het verder open landschap. Volgens het bestemmingsplan heeft het “Natuurdoeleinden” en ”Primair Agrarisch Gebied, kleinschalig” toegewezen. Dat houdt in dat gestreefd moet worden naar behoud en bescherming van natuur- en cultuurhistorische waarden. Langs de noordzijde van het terrein ligt de ecologische verbindingszone nr. 28, die loopt van de Grote Kerkvliet (Polsbroek) naar de Kromme IJssel. De gedachte achter het instellen van verbindingszones is de kans kleiner te maken, dat een soort ter plekke uitsterft omdat het leefgebied te klein wordt of er door inteelt een te zwakke populatie ontstaat. Als soorten via die verbindingszones kunnen migreren (zelf of via zaden) komt er meer variatie in de erfelijke eigenschappen en ook kunnen eventuele verliezen door sterfte worden aangevuld met individuen uit nabijgelegen terreintjes. Het doel van een verbindingszone is ook, om door het creëren van bepaalde biotopen de leefomstandigheden zo te krijgen, dat bepaalde doelsoorten het gebied kunnen gaan bevolken. Voor de verbindingszone langs het MOBcomplex zijn de doelsoorten onder andere bittervoorn, vleermuizen, dwergmuis, ree, kleine marterachtigen (bunzing, wezel), het oranjetipje (een vlinder), de groene glazenmaker (een libel) en ringslang. De huidige regering denkt fors te gaan bezuinigen op de kosten voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waaronder ook de ecologische verbindingszones vallen. De Provincie Utrecht maakt zich sterk om tot 2018 toch ca 1500 ha EHS te realiseren. Onderhandelingen met de staatssecretaris staan op de planning. Het zou er op neer kunnen komen, dat de verbindingszone niet meer binnen de EHS valt, maar in een lagere, maar wel “groene”, categorie terecht komt. 9
Bij het onderzoek is gekeken naar de vegetatie (planten, ook mossen, varens en korstmossen), zoogdieren (met name ook vleermuizen), vogels, reptielen en amfibieën, insecten (dagvlinders, waterjuffers, libellen, sprinkhanen en krekels). Wat er is gevonden. Het grootste deel van het terrein is bos en bestaat uit essen-iepenbos. Ook is er een perceel griendhout (wilg). Verder zijn er struwelen met o.a. meidoorn, kardinaalsmuts, sleedoorn en kerspruim. Verder zijn er wat zoomvegetaties, droge ruigten rond de bunkers en graslanden. Er is één beschermde plantensoort (zwanenbloem) en een aantal plantensoorten die op de Rode of Oranje Lijst staan, aangetroffen en ook groeien er een groot aantal op die lijsten staande mossen. Zoogdieren zijn wat moeilijker waar te nemen. Reeën zijn door de omwonenden regelmatig gezien en ook warden keutels van vossen gevonden. Van de marterachtigen werden doodgereden bunzings langs de aangrenzende wegen en ook keutels aangetroffen; voorts werden wezels waargenomen. Vleermuizen zijn met een bat-detector geïnventariseerd (5 soorten, waarvan 3 waarschijnlijk alleen verblijvend om te fourageren). Kleine zoogdieren (muizen en spitsmuizen) zijn gedetermineerd aan de hand van uitgeplozen braakballen van de kerkuil: een van de vier uilensoorten op het terrein. Kerkuilen eten, als een van de weinige uilen, ook spitsmuizen. Verder zitten er ook “gewone” zoogdieren als haas, konijn en muskusrat. Er zijn 73 vogelsoorten aangetroffen, die een duidelijke binding hebben met het gebied (dus geen overvliegende ganzen bv.). Hiervan staan 8 soorten op de Rode of Oranje Lijst met aantekening “kwetsbaar” of “gevoelig”: koekoek, kerkuil, ransuil, groene specht, grauwe vliegenvanger, matkopmees, kneu en huismus. Er zijn, zoals verwacht geen reptielen waargenomen. Wel vier soorten amfibieën (gewone pad, bruine- en groene kikker en kleine watersalamander. In voorgaande jaren waren ook rugstreeppad en heikikker waargenomen. Er zijn 11 vissoorten aangetroffen, waarvan 2 beschermde soorten: bittervoorn en kleine modderkruiper. Voor insecten vormt het MOB-complex ook een goed terrein: 14 dagvlindersoorten (waarvan het bruin blauwtje op de Rode en Oranje Lijst staat), 15 soorten libellen en waterjuffers (de glassnijder en de grote keizerlibel staan op de Rode en/of Oranje Lijst) en vijf soorten sprinkhanen. Echt biologisch waardevol is het bos niet: er komen geen”bijzondere” of zeldzame bosbewonende soorten voor, omdat het gebied klein en jong is en zo afgelegen ligt, dat (met name planten-) soorten het moeilijk kunnen bereiken. Toch is het gebied landschappelijk waardevol, omdat het een van de weinige opgaande bossen is in de Lopikerwaard en het een 10
rustgebied is voor het wild. Via de ecologische verbindingsroute kan het als “springplank” dienen voor uitwisseling met de Hooge Grienden en het Vlistgebied. Er zijn plannen opgesteld voor het gebied. Het rapport concludeert, dat rekening moet worden gehouden met de natuurwaarden. Dus bepaalde stukken, met name in de buurt van broedplaatsen van roofvogels (er zaten 2 paar buizerds en 1 paar haviken) aanwijzen, waar niet mag worden “gestruind” en loslopende honden moeten worden geweerd. Bij gebruik van de gebouwen en bunkers moeten vleermuizen en uilen niet worden verstoord. Door bepaalde ingrepen kunnen de natuurwaarden worden vergroot: selectief kappen, planten van zoomvegetaties van met name besdragende heesters, aanleggen van een paddenpoel, één NATO-bunker inrichten als vleermuizenslaapplaats, enz. Ook aan recreatie wordt aandacht besteed: van mogelijke plannen, als de aanleg van een fietspad, recreatiemogelijkheden enz. worden ook de nadelen en oplossingen ervoor genoemd. In een volgende Nieuwsbrief aan we hier verder op in. *) De hierboven vermelde gegevens zijn ons beschikbaar gesteld door de Dienst Landelijk Gebied te Utrecht. Het genoemde artikel is van H.J.V. van den Bijtel en I.W. van Woersem: Ecologisch Onderzoek MOB-complex Benschop gemeente Lopik. Van den Bijtel ecologisch onderzoek, Driebergen-Rijsenburg. Augustus 2010. Theo Hattink
Nieuwjaarswens redactie. 2011 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot
“jaar van het bos”. Moge uw “ecologische voetafdruk” in 2011 weer zo groot zijn als die van deze bosbewonende egels!
11
WBL EXCURSIES 2011 Activiteitenoverzicht van de Werkgroep Behoud Lopikerwaard (WBL): zie ook www.wbl-web.nl Deelname aanmelden: bijvoorkeur per e-mail
[email protected] anders per telefoon 0348 557297 Mieke Sinke 0348 460723 Piet Mulder 0348 471083 Willem Alsemgeest Deelname is voor eigen risico
Zondag 13 februari
1 Oudewater - Hekendorp De winterwandeling gaat dit jaar van Oudewater naar Hekendorp en weer terug en gaat deels over onverharde paden. Het is een mooie wandeling van ca 11 km door het landschap van de Hollandsche IJssel. De totale wandelafstand bedraagt 11 km. Een wandeling van 5,5 km is ook mogelijk; de terugweg gaat dan per o.v. bus van Hekendorp naar Oudewater. De wandeling start om 13.00 uur bij de Heksenwaag te Oudewater. Goede wandelschoenen zijn aanbevolen. Deelname is gratis en aanmelden is niet nodig.
Vrouwe Justitia, schandpaal eind 17e eeuw; Hekendorp
Zaterdag 7 mei
3 Boerderij Rosenboom
Zondag 17 april
2 Landgoed Linschoten
Een van de oudste boerderijen in het hart van de Lopikerwaard is te vinden aan het Benedeneind Zuidzijde279 te Benschop en wordt beheerd door de familie Rosenboom. Recent is naast deze boerderij een Recreatielandschap en een gasterij aangelegd. Er is een rondleiding door de boerderij en een natuurwandeling door het recreatielandschap. Na afloop van de excursie is er gelegenheid voor het gebruik van een consumptie in de gasterij. Start 13.00 uur bij nr. 279 Benedeneind Zuidzijde. Kosten € 2,-. Opgave van deelname is gewenst.
Voorjaarswandeling over het landgoed Linschoten onder leiding van de natuurgids van het landgoed. Maak kennis met de unieke flora en fauna (o.a. reiger- en roekenkolonies) en cultuurhistorische elementen als duiventoren, koetshuis en ijskelder. Er kunnen maximaal 25 personen deelnemen. Zij dienen ouder te zijn dan 12 jaar. Laarzen worden aanbevolen. Start om 15.00 uur op de parkeerplaats bij de provinciale weg. Kosten € 4,- per persoon. Deelname vooraf aanmelden. 12
Zaterdag 28 mei
4 Natuurwandeling in de Zouweboezem De wandeling gaat van Salmsteke naar de Zouweboezem. Dit waterrijke natuurgebied is befaamd door vele soorten moerasvogels. Te vinden zijn ondermeer de blauwborst, snor, purperreiger, roerdomp. Ook huist er een kolonie van de zwarte stern. Het startpunt is het voetveer bij Salmsteke. Aldaar verzamelen om 14.00 uur. Deelname is gratis (pontje niet); vooraf aanmelden gewenst. Zaterdag 11 juni 5 GPS wandeling de Hoge grienden Wandelen in de natuur met het mobieltje als gids. Over deze nieuwe manier van kaartlezen gaat deze excursie. Eerst wordt er uitgelegd hoe GPS-wandelen werkt en vervolgens gaan we onder leiding van gespecialiseerde gidsen naar de Hoge Grienden. De tijd en plaats van aanvang is nog niet vastgesteld. Zie hiervoor onze website of de streekbladen in de week voorafgaand aan 11 juni.
De oude Sint Nicolaaskerk te IJsselstein
Zaterdag 17 september
8 Stadsexcursie IJsselstein IJsselstein heeft net 700 jaar gevierd en kent daarom een zeer rijke historie die nog goed zichtbaar is door het stratenpatroon en de bebouwing. Onder leiding van een gids bezoeken we het historische raadhuis en beide kerken. De start is om 14.00 uur voor het raadhuis. De deelname bedraagt € 4,- pp. In verband met het regelen van de gidsen aanmelden voor 10 september.
Zaterdag 2 juli
6 Bezoek aan de Fruitwaard We zijn te gast op het fruitbedrijf van de familie Stigter. Daar krijgen we een rondleiding en uitleg over de fruitteelt in de Lopikerwaard. De excursie start om 15.00 uur bij de Landwinkel aan de Oudeslootseweg 3-5 te Jaarsveld. De kosten voor de excursie, inclusief koffie en een schaaltje kersen, bedragen € 4,75. Opgave van deelname is gewenst.
Zondag 9 oktober 9 Herfstwandeling landgoed Beerschoten Ter afsluiting van het excursieseizoen is er een herfstwandeling op het landgoed Beerschoten te Bilt. Dit is een fraai bosgebied met waterpartijen en oude bomenlanen. Er zijn routes van 4 tot 12 km. Start om 14.00 uur bij het bezoekerscentrum, de Holle Bilt 6. De inrit van het landgoed is net voorbij het Van der Valkhotel de Biltsehoek (parallelweg nemen!). Eventueel aanmelden i.v.m. carpoolen.
Zaterdag 27 augustus
7 Donateursdag Dit jaar geen traditionele barbecue maar een bootexcursie over de IJssel en de Lange Linschoten met een Engelse High Tea te Oudewater. Het definitieve programma vindt u in de volgende nieuwsbrief.
13
De bouwhistorie van Huis te Vliet Op 30 oktober j.l. vond een lezing plaats in het buurthuis van Lopikerkapel over de bouwkundige geschiedenis van Huis te Vliet. Het huis heeft door de eeuwen heen diverse gedaanten gekend. Doordat van elke bouwfase nog sporen zijn terug te vinden, is de geschiedenis van het huis van Middeleeuwen tot op heden te reconstrueren. In 2009 hebben Christine Weijs, Eloy Schouten en Johan Doornenbal in het kader van hun afstuderen aan de HBO+ opleiding bouwhistorie, restauratie en monumentenzorg aan de Hogeschool Utrecht de bouwsporen in kaart gebracht en geanalyseerd. Aan de hand daarvan konden de verschillende bouwfasen en daarmee de bouwgeschiedenis worden gereconstrueerd. Huis te Vliet is ontstaan als versterkte woontoren. De kern dateert uit de 13e eeuw. Het was een omgrachte stenen toren van drie bouwlagen hoog, met in het gewelf een muurtrap en een waterput. De ingang lag op de eerste verdieping aan de noordzijde (de huidige achterkant) en was te bereiken via een houten brug over de gracht. In 1538 kreeg het huis de status van ridderhofstad. In 1556 wilde toenmalig eigenaar Gijsbert van Hemert die status weerspiegeld zien in het gebouw en hij transformeerde het tot een chique renaissancekasteel. De gracht werd aan de westzijde verlegd, zodat de Tekening Johan Doornenbal woontoren uitgebreid kon worden. Het huis kreeg een rechthoekige grondslag, een dubbel zadeldak en trapgevels. Het gebouw was symmetrisch met een hoge belvedèretoren in het midden en uitbouwtjes aan beide zijden. In het rampjaar 1672 werd Huis te Vliet (deels) verwoest door de Fransen. Het werd echter meteen herbouwd in classicistische stijl, waarbij de ingang werd verplaatst naar de zuidzijde. Ook deze nieuwe ingang kwam op de eerste verdieping te liggen en was bereikbaar via een bordes. Het omliggende terrein werd voorzien van een oprijlaan met bomen, een hek in Lodewijk XIV-stijl, een park met zichtassen en bijgebouwen (koetshuis, oranjerie en duiventillen). In de 18e eeuw heeft Huis te Vliet veel verschillende eigenaren gehad, maar de bouwmassa van het huis bleef grotendeels ongewijzigd. Wel werden dwars onder het gewelf extra bogen geplaatst ter ondersteuning van nieuwe muren op de bel-etage. In 1801 kocht Jonkheer Cornelis Gerard Barchman Wuytiers Huis te Vliet als renaissancekasteel. Rond 1815 werd een deel van de linkervleugel afgebroken, vermoedelijk vanwege een verzakking van het linkerdeel dat in 1556 gebouwd was op de gedempte gracht. In 1936 kocht fruithandelaar Gerrit van de Hoef het landhuis van de familie Barchman Wuytiers om er zijn bedrijf in te huisvesten. Hij splitste het huis in twee woningen. Om garageruimte te creëren halveerde hij het middeleeuwse tongewelf op de begane grond en verwijderde het bordes met de trap. Op de begane grond van het linker 19e-eeuwse bouwdeel kwam de voordeur voor de aparte woning. De tweede verdieping van het huis werd gesloopt 14
en de kap uit 1856 werd naar beneden gevijzeld. In 1995 is het huis aangekocht door het echtpaar Van Lent. Momenteel wordt nagedacht over de mogelijke toekomstige bestemming van het pand. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden. Een grote restauratie is in ieder geval noodzakelijk.
Foto uit ca 1900
Johan Doornenbal, 10 november 2010
Oproep van de Knotgroep Benschop-Lobeke De knotgroep Benschop-Lobeke is al meer dan 30 jaar actief in de Lopikerwaard. In de maanden oktober tot en met maart trekt zij er op uit om vooral wilgen en andere bomen te knotten. Door de jaren heen is het aantal leden langzamerhand teruggelopen naar 5 actieve leden. Er is nu ruimte voor nieuwe enthousiastelingen. Je hoeft geen ervaring te hebben met knotten; dat kun je snel genoeg leren bij ons. Een van onze leden zegt “Ik heb er altijd drie keer plezier van. In de winter ben ik lekker in beweging bij het knotten van bomen en de rest van het jaar kan ik van een mooi landschap genieten. Ik hoef dan ook niet naar een sportschool.” Wil je je aanmelden voor de knotgroep of het eens keer uitproberen? Meld je dan aan bij Wim van Seeters
[email protected] of ondergetekende
[email protected] Johan de Jong, Secretaris/ Penningmeester Knotgroep Benschop Lobeke
15
Levenslustige lijsters. Evenals de duizenden in ons land overwinterende ganzen zorgen kramsvogels „s winters voor het nodige leven in de brouwerij. Gewoonlijk arriveren ze al in de herfst, wanneer het in hun broedgebied in het hoge noorden niet meer aangenaam verpozen is. Ze gaan in de polders niet alleen op zoek naar spinnen, wormen en duizendpoten maar ze storten zich ook massaal op de bessen van meidoorn en andere vruchtdragende struiken. Afgevallen fruit is ook favoriet. Tijdens lange vorstperiodes zijn ze volop in de steden te zien. Een paar jaar geleden heeft een groep van 60 kramsvogels zich tijdelijk van mijn woonerf meester gemaakt. De poezen waren over deze nieuwe bewoners minder enthousiast…. Een kramsvogel is gemakkelijk herkenbaar: een forse lijster, lichtgrijze kop en stuit, kastanjebruine rug en zwarte staart. Zijn borst is prachtig goudgeel met ronde zwarte vlekken die op de flank subtiel in scherpe pijltjes over gaan. Wie het geluid eenmaal kent (tsuk, tsuk, tsuk) hoort het overal. Zijn waakzame en fiere houding straalt een zekere trots uit. Als persoonlijkheid beslist geen grijze muis. Afgelopen winter werd mijn tuin tijdens de vorstperiode dagelijks door deze lijster bezocht. Hij of zij (er is geen verschil te zien) at een appel per dag en duldde geen concurrenten in de buurt van “zijn” appel. De merels die al weken in mijn tuin woonden hielden gepaste afstand en durfden de appel alleen maar te benaderen als de kramsvogel even niet thuis was. Kramsvogels zijn koloniebroeders, wat voor een lijsterachtige ongebruikelijk is, maar wel de veiligheid verhoogt. Op YouTube (YouTube Fieldfare) is een prachtig filmpje te zien over het lot van een raaf die een bezoek brengt aan een kramsvogelkolonie. De raaf wordt al snel gespot en weggejaagd. Daar blijft het echter niet bij. De kramsvogels dwingen de raaf met veel gekrakeel op de grond, waar hij angstig blijft liggen. Daarna krijgt hij een waar bombardement van uitwerpselen over zich heen… Mission accomplished. Merkwaardige naam eigenlijk, kramsvogel. In het Engels heet hij fieldfare: hij die over de velden trekt. Niet bepaald verhelderend. De Duitse naam is Wacholderdrossel, jeneverbeslijster. In sommige streken in Duitland heette de jeneverbes „kramt‟ waaruit de naam „kramatsvogel‟ is ontstaan. Dat kramsvogels van jeneverbessen houden blijkt al uit een oud recept: “8-9 kramsvogels worden schoon geplukt, dan wordt het vel van de kop getrokken, de ogen uitgestoken, de vleugels en de poten in het eerste gewricht afgesneden en vervolgens geflambeerd, waarna men de pootjes kruisgewijs door de oogholtes steekt.” En als de lust tot verder lezen u nog niet is vergaan: “Omdat de vogels dikwijls jeneverbessen eten en men die bessen gewoonlijk in de maag vindt, doen sommigen er geen kruiden bij”. Toch maar niet uitproberen dit recept. Onze kramsvogels hebben wellicht nog duizendpoten en spinnen in hun maag… Everdien Smeenk 16
Met de dierenarts op pad Echografie op de boerderij. Niet meer weg te denken. Apparatuur, gebruik makend van ultrageluid, wordt al sinds 40 jaar gebruikt bij paarden, koeien, schapen, geiten en zelfs bij het varken. De belangrijkste reden voor het gebruik op de boerderij is voor het onderzoeken of deze dieren wel of niet drachtig zijn, en voor het vaststellen van de oorzaak, als ze dat niet blijken te zijn. Het grote probleem bij koeien en paarden is de enorme buikomvang. De geluidsgolven kunnen hooguit 20 cm. diep naar binnen kijken en dat is veel te weinig om de baarmoeder van deze dieren te kunnen waarnemen. Voor schapen, geiten en zeugen is dat geen probleem en kunnen deze dan ook van buiten af gescand worden. Ook voor kleine huisdieren zoals honden en katten is deze 20 cm. ruim voldoende. Gelukkig heeft zowel het paard als het rund een enorme endeldarm waarin je als dierenarts met wat oefening tot aan je schouder in kunt verdwijnen ( zie foto). De baarmoeder ligt vlak onder de endeldarm, dus neem je de probe (een soort micromicrofoon, die niet alleen de geluidsgolven uitzendt maar na terugkaatsing ook ontvangt) mee de endeldarm in en krijg je op het scherm een prachtig beeld van de vrucht. Die kun je zo binnen een maand na bevruchting, enkele mm. groot, al waarnemen. Het apparaat werkt met geluidsgolven van een zeer hoge frequentie die niet hoorbaar zijn voor het menselijke oor. Ze kunnen dus maximaal 20 cm het lichaam binnen dringen om daar weerkaatst te worden en vervolgens weer opgevangen te worden door het apparaat. Van die weerkaatste geluidsgolven maakt de scanner d.m.v. computertechniek weer een prachtig beeld dat wij op een klein televisieschermpje kunnen waarnemen. Zo kun je het eventuele vruchtje zien zitten maar ook allerlei andere organen zijn op deze manier bekijken.
Dierenarts Henk Soede scant een koe terwijl de boer deze in bedwang houdt. Een minischermpje zit op de pols van de dierenarts.
Het gebruik van ultrageluid is niet iets van de laatste jaren. Al sinds het echtpaar Curie in 1880 het piezo-electrisch effect van kristallen aantoonde is deze ontwikkeling van start gegaan. Dit piezo-effect houdt in dat een kristal begint te trillen als deze onder stroom wordt gezet. Door dat trillen worden geluidsgolven opgewekt die uitgezonden kunnen worden en na botsing tegen een object, bij terugkaatsing weer opgevangen kunnen worden. De grote doorbraak is in de 2de wereldoorlog gekomen bij de ontwikkeling van het sonar 17
systeem voor het opsporen van onderzeeboten. Daarvoor werd het al gebruikt om de diepte van de wereldzeeën in kaart te brengen. Je zendt een geluidsgolf uit en vangt het later weer op. Hoe langer de geluidsgolf wegblijft, hoe dieper de zee. Bij echografie bij mens en dier zijn computers niet meer weg te denken. Alleen dankzij deze techniek zien wij een prachtig beeld. De boer heeft veel belang bij een vroege waarneming van een dracht. Bij dieren die niet drachtig blijken te zijn, zal de eigenaar alert moeten zijn op het gedrag van deze dieren. Op deze manier moet hij kunnen waarnemen of het dier weer in haar vruchtbare periode is. Hij moet dat zelf doen omdat er meestal geen mannelijke dieren, zoal stier, hengst of beer dat voor hem kunnen doen. Zij kunnen dat wel veel beter maar loslopende stieren zijn gevaarlijk, hengsten schaars en beren ook wel wat knorrig. Die vruchtbare periode is maar een of twee dagen per maand, soms maar enkele uren en vaak ook nog maar gedurende bepaalde seizoenen. Bij het paard heet dat hengstigheid, bij de koe tochtigheid, het varken berigheid, de hond is loops en de kat wordt krols en tot slot worden het schaap en geit runs.Al deze dieren geven door middel van hun gedrag aan dat ze behoefte hebben aan een mannelijke partner. Bij kunstmatige inseminatie (k.i.) is dat gedrag van deze dieren voor de boer van wezenlijk belang, omdat hij dan de inseminator kan bellen om het met sperma gevulde rietje, door hem in de baarmoeder van deze dieren te laten inbrengen. In de natuur kunnen de mannelijke dieren vele malen beter waarnemen of zijn vrouwelijke tegenpool in de vruchtbare periode is dan de meest attente boer. Bij paarden wordt nog niet altijd k.i. gebruikt maar mag de hengst met veel kabaal zijn natuurlijke werk komen doen. Deze moet vaak in een grote vrachtwagen van ver komen. De meeste eigenaren geven de voorkeur aan een hengst met bijzondere kwaliteiten, het liefst met veel medailles, en deze zijn schaars. Deze waardevolle hengsten staan meestal bij een hengstenhouder die deze kostbare hengsten zo veel mogelijk probeert in te zetten. Ook bij varkens gaat in tegenstelling tot bij de schapen en geiten alles met kunstmatige inseminatie. Hetzelfde geldt voor runderen. Hierbij draait het alleen maar om k.i. en de laatste jaren wordt er zelfs ook embryotransplantatie toegepast. Er zijn al stieren die dankzij de k.i. zo meer dan een miljoen nakomelingen op deze aardbodem hebben rondlopen, niet alleen in Dierenarts Wim van der Putten scant een paard die daarvoor in een Europa maar ook ver kooi geplaatst wordt. Hier komt het beeld op een klein daarbuiten. Door deze computerscherm. Beide dierenartsen zijn werkzaam in embryotransplantatie zijn er Dierenartsenpraktijk Lopikerwaard te Lopik. nu succesvolle koeienmoeders die via de baarmoeder van minder melk producerende en daardoor waardeloze draagmoeders al vele duizenden zonen en dochters hebben gebaard. Een groot obstakel bij het scannen van dieren is dat deze behaard zijn. Tussen de haren zit lucht en lucht laat geen echo door. Er moet dus altijd flink geschoren worden. Bij landbouwhuisdieren zijn de werkomstandigheden niet altijd optimaal, zeker niet voor 18
deze kwetsbare geavanceerde echoapparatuur. Koeien schrikken soms of ze verzetten zich en je moet er niet aan denken dat die kostbare scanner uit je handen wordt geslagen. Maar ook daar heeft de industrie wat op gevonden. Het apparaat is gepantserd en het televisieschermpje zit goed vast op de pols van de dierenarts. De boer probeert intussen de koe of het paard in bedwang te houden. Nog wel geen MRI - of CT- scan maar toch een fantastische ontwikkeling die niet meer in de diergeneeskunde is weg te denken. Wim van der Putten
Hoog water aan de Lek
Peilhuisje voor het Dijkhuis van Jaarsveld met excursieleider Willem van Alsemgeest, net terug uit Queensland, Australië. Hier geen “wassend water”.
19
Jeugdrubriek Taal in de Lopikerwaard
Waarvoor gebruik je een „himphamp‟? Wat is een „knors‟? Waarom heb ik een hekel aan „meuzels‟? En wat is de weikèr? Zoals in elke regio spreken ze in de Lopikerwaard (en omstreken) een dialect. Het is al een heel oud dialect waarvan sommige woorden nog steeds worden gebruikt, maar veel woorden nauwelijks. Er zijn natuurlijk verschillende dialecten, maar in de Lopikerwaard alleen zijn al vier dialecten! Het antwoord op „waarvoor gebruik je een himphamp‟ is: om waterplanten uit de sloot te halen. Een „knors‟ is iemand die bij de boer thuis vee slachtte dat op een natuurlijke wijze was dood gegaan. En „meuzels‟, daar ben ik een beetje allergisch voor… Ik krijg namelijk heel grote bulten als ik gestoken word door een mug. Een weikèr is een melkkar, waar de melkbussen mee aan de weg werden gezet. De familie van mijn vaders kant komt al generaties lang uit de Lopikerwaard en mijn overgrootvader heeft ook meegewerkt aan het boek waar ik veel informatie uit heb gehaald over de taal van vroeger (Zuidutrechtswoordenboek). Mijn moeder heeft lang aan de zuidkant van de Lek gewoond. Een rivier lijkt misschien een scheiding bij dialecten, maar in dit geval is dat niet zo. Want mijn moeder kent veel woorden die heel „Lopiks‟ zijn. Ik heb een verhaaltje geschreven dat mijn overgrootvader (Jan Schep 1902-1993) heel gemakkelijk had kunnen lezen maar als ik het zou moeten lezen zonder het zelf geschreven te hebben zou ik er helemaal niets van snappen. Het is de bedoeling om eerst het verhaaltje „Hond jaar geleden…‟ te lezen en daarna „Honderd jaar geleden…‟. Hond jaar geleden…
Honderd jaar geleden…
Pa, moe, meue en om zaten aan tafel. Ze hadden net stukkekoffie met waitebrood op en nou gingen ze het opruimen. Och, daar liet pa het waitebrood vallen. Toen zei moe: „Ga het asverke halen, waarom moest je nou dat waitebrood verdistelewere. Gisteren al de èrepels. En vandaag zat het bord er ook nog bij, da‟s nou in hond en nog een dot kleine stukkies!‟, en ze dacht, och wat word ik daar toch pierig van! Pa flèrde de kruimels weg op de biggels en een Spaanse ekster, een huiskees en een jantunnissie vlogen er naar toe. Moe moest niet zo zeuren dacht pa. Zelf had die dweil gisteren een kop-en-schutteltie laten vallen tijdens het melkstuk. En wat had hij een meelij met de postbooi. Het was koeieweer en hij moest die brieven rondbrengen! Temee zou hij aan de dokter zijn! Gelukkig hattie net toen het nog droog was al gemolken. Na „t avondeten
Papa, mama, tante en oom zaten aan tafel. Ze hadden net koffie die de vorige avond gezet was en tarwebrood op en gingen het nu opruimen. O, nee papa liet het tarwebrood vallen. Toen zei mama: „Ga de stoffer eens halen, waarom moest je nou met dat tarwebrood zitten knoeien. Gisteren heb je ook al de aardappels laten vallen. En vandaag het bord er zelfs ook nog bij, en dat bord is nu in meer dan honderd stukjes!‟, en ze dacht, och wat word ik daar toch chagrijnig van! Papa gooide de kruimels op het grind en een Gaai, een Huismus en een Winterkoning vlogen er naar toe. Mama moest niet zo zeuren dacht papa. Zelf had die slechte vrouw gisteren een kop-en-schoteltje laten vallen tijdens de korte maaltijd na het melken. En wat had hij een medelijden met de postbode. Het was vies somber weer en hij moest gewoon brieven rondbrengen! Gelukkig had hij net al 20
moesten ik en m‟n zussies en jongste broertie op de biggels lopen met blôte voeten, wel tien minuten. Want de dokter zeej da je dan geen platvoeten kreeg! De dienstbode was zo streeng dat m‟n moe soms zeej stop maar ‟t is genoeg.
gemolken toen het nog droog was. Na het avondeten moesten ik en mijn zusjes en jongste broertje met blote voeten op het grind lopen; wel tien minuten. Dit was een recept van de dokter tegen platvoeten. Maar soms was de dienstbode zo streng dat mama ingreep en zei dat we minder lang op het grind hoefden te lopen.
Ik geef nu nog een paar voorbeelden van het dialect waarbij ik voorbeelden onderstreep. Bijvoorbeeld bracht wordt brocht. En als je zegt „daar ben ik tegen‟ word het daor bin ik teugen. En als je wil zeggen: „Ga maar even door met werken‟ is het zo dat door deur wordt. En „De kleine kinderen en het paard zijn al aan het slapen.‟ Is het „De klaine kijnderen en het pèèrd leggen al te slape. Alles bij elkaar is het een heel lastig dialect maar het is wel leuk er meer over te weten. En het is ook best raar dat een rivier niet heel veel uitmaakt! En… laat nooit een bordje of kop-en-schoteltje vallen!
Bronnen Rijma Boele, mijn oma die al haar hele leven in Lopik woont en kraamverzorgster is, heeft geholpen met woorden verzinnen voor het verhaaltje en andere dingen over het dialect. Zuidutrechts Woordenboek Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, H. Scholtmeijer, uitgeverij Matrijs, Utrecht, 1993.
Yvet Boele, 11 jaar 21
Willem van Bezooyen, de laatste machinist van het gemaal “De Batauwe”. 2006 -52 pagina's-cultuurhistorisch en persoonlijk verslag van de bemaling in de polder 'Batuwe' Lopikerkapel. Met foto's en oud kaartmateriaal. Door Lydia Blom. € 10,Ook via Lydia:
[email protected]
WBL-Uitgaven WBL-Natuurwijzer Dieren WBL-Natuurwijzer Planten Vouwkaart (6-vouws, geplastificeerd) of poster Ledenprijs € 4,00. (winkelprijs € 5,00)
Genoemde uitgaven zijn af te halen bij:
Mythe van het Groene Hart (2006) - 100 pagina's-in kleur Door Harm Hoogendoorn Ledenprijs € 10,00
- Het WBL secretariaat, Herman Boonekamp, Lekdijk West 8 te Lopik, 0348-553632; - Eise Jongsma, Frankrijkstraat 156, IJsselstein, 030-6874217; - Nel van der Waart, Waterlelie 31, Montfoort, 0348-752211. Graag eerst even bellen.
Dierenarts in de Lopikerwaard (2003) - 60 pagina's - fotoboek Door Gé Tielens en Peter Arno Broer Ledenprijs: € 5,00 Holland in Touw (2002) - 120 pagina's - 70 foto's Door B.R. Feis, H. Hoogendoorn en P. Stoppelenburg Ledenprijs: € 13,00 (winkelprijs € 15,75)
Linten in de Leegte (uitgave van De Utrechtse Waarden). Het boek “Linten in de Leegte” is voor € 18,95 verkrijgbaar bij de VVV’s in de regio (IJsselstein, Lopik, Oudewater, Montfoort), de boekhandels in de streek (zie www.lintenindeleegte.nl) en de Stichting Groene Hart (plus verzendkosten). WBL-leden krijgen reductie. Dan voor € 15,00. Alleen af te halen bij Eise Jongsma, Frankrijkstraat 156, IJsselstein. Graag eerst even bellen: 030-68 74217.
Oude Bedrijven in de Lopikerwaard 96 pagina's - 60 foto's Door B.R. Feis, deel 5 Waardenreeks Ledenprijs: € 8,00 (winkelprijs € 10,00) Tuinen in de Lopikerwaard 226 pagina's - 130 foto's Door P.A.W. Broeders Ledenprijs € 10,00 (winkelprijs € 15,00) Wandelen in Oudewater 45 pagina's Door C.J.H. Meijerink Ledenprijs: € 6,25 (winkelprijs € 7,50)
De contributie bedraagt minimaal € 15,00 per persoon of een gezinslidmaatschap van € 20,00. Wilt U het bedrag binnenkort overmaken op bankrekening 1053029, met vermelding “Penn. St. WBL”. Graag met opgave van naam en adres. Dat bespaart ons kosten voor de acceptgiro’s, envelop en postzegel.
Routekaart Lopikerwaard (€ 0,50)
Met dank voor uw medewerking
22
Contributie
Colofon
WBL donateurs betalen minimaal € 15,- per persoon of € 20,- per gezin (d.w.z. één woonadres). Het contributiejaar loopt van januari t/m december. U kunt uw bijdrage overmaken op bankrekening 1053029, ten name van “Penn. St. WBL”. Graag o.v.v. uw naam en adres. Indien u zelf uw bijdrage aan het begin van het jaar overmaakt dan bespaart dit ons kosten en kan de donatiebijdrage laag blijven. Donateurs ontvangen drie keer per jaar de Nieuwsbrief, uitnodigingen voor lezingen / excursies en korting op diverse uitgaven van de WBL.
WBL Nieuwsbrief De WBL Nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting WBL: Werkgroep Behoud Lopikerwaard
Bestuur WBL Voorzitter Wim Boesten Herman Boonekamp, secretaris Theo Hattink, penningmeester Eise Jongsma, tweede penningmeester Nel van der Waart Wim van der Putten Leo van den Berg
Opzegging Opzegging vóór 1 november van het lopende jaar, schriftelijk bij het WBLsecretariaat.
Secretariaat WBL Dhr. H.A.L. Boonekamp Lekdijk West 8 3411 MT Lopik Telefoon 0348 55 3632
[email protected]
Stichting De WBL (Werkgroep Behoud Lopikerwaard) is ingeschreven in het Stichtingenregister K.v.K. 41179802.
Vrijwilliger natuureducatie Theo Hattink (scholen IJsselstein)
Schutbladen. Voorblad: Het “Huis te Vliet”in de huidige staat. Achter: Het oude haventje van IJsselstein bij het Stadsmuseum
Redactie Nieuwsbrief
Foto’s: p. 9 en 10: Johan de Jong p. 16 Adri de Groot Overige foto‟s: WBL
Kopij en info aan: Redactie WBL Frankrijkstraat 156 3402 BJ IJsselstein 030 687 4217
[email protected]
Rectificatie: de onderste 2 tekeningen in de collage “700 jaar IJsselstein” in nr 30/97, p. 22 waren van Wim van Doorn, IJsselstein.
Samenstelling redactieteam Eise Jongsma Wim van der Putten Nel van der Waart Jeugdlid: Yvet
De volgende Nieuwsbrief verschijnt omstreeks mei 2011. Tekst max. 2 pag. in Word (incl. afbeeldingen: deze los als jpg-bestand aanleveren).
Vormgeving Nieuwsbrief Theo Hattink
WBL op internet: www.wbl-web.nl Mailadres:
[email protected] 23
24