Jaargang 24|Nummer 2|Februari 2013
De Ruimte De nieuwe koers van NASA Van ruimtepionier naar vrachtvaarder Space - the final frontier Orgaan van de Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen
Inhoud
Inhoudsopgave Ingezonden
Polemiek
Nanosatellieten, een nieuwe dier- 13 soort in de ruimte
Waar moeten we naartoe met Nederland en Europa? Een vervolg
Chris Verhoeven en Steven Engelen
Chris Wensink en Max van Tongeren
De koningin van de nacht
32
Sander Gommers
Opinie Historisch
Van ruimtepionier naar vracht- vaarder
Het Nederlands belang in de ruimte: kansen voor de toekomst! 6
Sigmund Jähn
“All those moments will be lost in time... like tears in rain”
Beschouwing De nieuwe koers van NASA
Recensie
23
Marianne Ravensbergen
4
Column
11
Thijs van Rijn
10
16
Els van Oosten
20
18
Maarten Rood
29
21
Jurgen Rinkel
39
Charlotte de Jong
Een menselijke kolonie op Mars? Floortje van Gameren
The world is not enough Lieke Feenstra
André Kuipers Floortje van Gameren
A spacey debate about ownership 25 and investment: the state or the business? Edwin van der Velden
Space - the final frontier Amber MacLean
Atlas - Februari 2013
37
Maarten Rood
Dominic Frauenfelder
Elke ruimte is te vervuilen
27
Kavish Sewnandan
Thijs Voets
2
30
35
Redactioneel
Colofon Atlas is het onafhankelijke orgaan van de Leidse Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen. Hoofdredactie Floortje van Gameren Thijs Voets Eindredactie Floortje van Gameren Thijs van Rijn Thijs Voets Maarten Rood Lay-out Maarten Rood Redactie Lieke Feenstra, Dominic Frauenfelder, Floortje van Gameren, Charlotte de Jong, Amber MacLean, Oskar ter Mors, Marianne Ravensbergen, Thijs van Rijn, Jurgen Rinkel, Maarten Rood, Kavish Sewnandan, Max van Tongeren, Edwin van der Velden, Thijs Voets, Chris Wensink Gastschrijvers Steven Engelen, Sander Gommers, Els van Oosten, Chris Verhoeven Redactieadres SIB t.n.v. redactie Atlas Kaiserstraat 25 Postbus 439 2300 AK Leiden Tel.: 071-5277559 Fax: 071-5277985 E-mail:
[email protected] De redactie heeft het recht ingezonden artikelen te weigeren, dan wel in te korten. De redactie stelt zich niet aansprakelijk voor de inhoud van het geschrevene.
Geachte lezer,
D
e mens kijkt al sinds zijn ontstaan omhoog naar de sterren, naar de onbekende wereld die boven hem zweeft. Relatief niet zo lang geleden geloofde hij nog dat hij op een platte planeet rondwandelde, waar de zon en andere sterren omheen draaiden. En het lijkt nog maar gisteren dat zwerfhondje Laika het eerste levende wezen was die een baan rond de aarde maakte. Niet veel later liep Neil Armstrong (1930-2012) als eerste mens op het maanoppervlak; een geweldig grote stap in de ontwikkeling van het vage concept ‘mensheid’. Met het thema De Ruimte worden de historische en huidige ontwikkelingen in onze grote ontdekkingsreis beschreven. In dit nummer wordt aandacht besteed aan de eerste pionier van deze reis, namelijk de Griekse astroloog Ptolemaeus (circa 87 – circa 150), om daarna een sprong te maken naar zijn Poolse collega Nicolaas Copernicus (1473-1543). Na veel theorie en discussie werd de reis dan eindelijk in de 20e eeuw in de praktijk gebracht dankzij de rivaliteit tussen twee grootmachten, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. En zo zijn we nu, in de 21e eeuw, nog steeds op reis. De eens zo machtige NASA verandert van strategie en enkele miljonairs of miljardairs zien hun kans schoon om zelf een ticket naar de ruimte te boeken. De planeet Mars, waar ooit water stroomde zoals op onze aarde, komt steeds dichterbij. Ook de Atlas is op reis. Als alles goed is gegaan, leest u deze Atlas net nadat u hem uit de brievenbus hebt gehaald, of van de deurmat hebt opgeraapt. Onze eigen astronauten en wetenschappers - de leden van de redactie - hebben dit nummer zelf naar u toegebracht. In onze eigen ‘Space Race’ is dit slechts een kleine stap voor de redactie, maar een grote stap voor onze vereniging. Namens de gehele redactie wensen wij u veel leesplezier, Floortje van Gameren Thijs Voets Hoofdredactie
Bronnen foto’s voorzijde www.tecnics.it; www.fanpop.com; www.funbaz.com; live.lewispr.com Afbeeldingen waarbij geen bron vermeld staat, zijn afkomstig van Wikipedia of van Flickr.
Als eerste levend wezen in een baan rond de aarde Atlas - Februari 2013
3
Beschouwing
De nieuwe koers van NASA Door Dominic Frauenfelder Het beleid van president Barack Obama rond ruimtevaartorganisatie NASA is een van de kwesties waarop hij de laatste jaren bekritiseerd is. Bezuinigingen en een vernieuwende, maar gebrekkige strategie rondom de ruimtevaartorganisatie zouden resulteren in kaalslag en onvermogen.
M
et het pensioen van de spaceshuttle Atlantis in juli 2011 kwam er na dertig jaar een einde aan het reizen met de iconische Amerikaanse ruimteveren. Doordat een vervanger op zich laat wachten, zijn de Russische Sojoez-ruimtecapsules het aangewezen alternatief voor bemande ruimtereizen. Dit was voor sommige Russische kranten reden genoeg om de komende jaren tot het ‘Russische ruimtetijdperk’ te bestempelen. De Amerikaanse nationale trots wordt verder gekrenkt door de vooruitgang van het Chinese nationale ruimteagentschap CNSA, die ambitieuze plannen heeft voor een Chinees ruimtestation, expedities op de maan als ook verkenningen van de diepe ruimte. In hoeverre is er daadwerkelijk sprake van een teloorgang van NASA, en in hoeverre is dit te wijten aan Obama dan wel de financiële problemen in de Westerse wereld? Een nieuwe koers Bij het aantreden van de huidige NASA-directeur Charles Bolden in 2009 kreeg hij van president B. Obama een nieuw beleidsplan voorgeschoteld. Als het nieuwe opperhoofd moet hij ervoor zorgen dat kinderen weer geïnspireerd worden om het pad van de wiskunde en wetenschap te verkiezen, internationale betrekkingen verbeteren en bovenal naar Islamitische landen een hand uitreiken om zo hun historische bijdrage aan ruimtevaart te eerbiedigen. Vooral dit laatste punt werd door velen veroordeeld: is dit wel een taak voor een ruimtevaartorganisatie? Op hetzelfde moment werd de ruimtevaartorganisatie door de Obama-administratie geëvalueerd. Deze evaluatie moest de koers van NASA, zoals eerder in het ‘Constellation’ programma was vastgelegd, beoordelen en diende daarbij de ambities aan de toekomstige begrotingen af te stemmen. Het Constellationprogramma kwam voort uit een eerdere evaluatie met betrekking tot ruimteverkenningen dat gestart werd na het
4
Atlas - Februari 2013
dodelijke ongeluk met het ruimteveer Colombia dat zeven astronauten in 2003 het leven kostte. De doelstellingen van het programma waren het ontwikkeling van een vervanger voor de spaceshuttle die in 2010 uit dienst zou treden, het opheffen van het internationale ruimtestation ISS en het verwezenlijken van nieuwe bemande missies naar de maan als ook naar Mars. De beoordeling van het Constellation programma werd in 2010 in een beleidsplan gepresenteerd. Binnen dit nieuwe plan werd de financiering voor het programma op basis van verschillende overwegingen beëindigd. Het programma zou te ver over haar budget heen zijn geraakt, te ver achter lopen op haar originele schema en zou volgens de Obama-administratie niet vernieuwend genoeg zijn. Het was gericht op de productie van nieuwe raketten en hardware op basis van bestaande technologie, waardoor er geen financiële middelen overbleven voor uitdagende en baanbrekende projecten (Bakker, 2011). Het feit dat het programma meer geld kostte dan in 2003 was voorspeld, leidde tot de conclusie dat de ambities de financiële positie van NASA overstegen. Afhankelijk van de Russen Besloten werd om het voornemen van het wederkeren van NASA-astronauten op de maan te vervangen voor een ambitie van bemande vluchten tot diep in de ruimte. Verder werd er besloten de uitdiensttreding van het internationale ruimtestation ISS met vijf jaar te vertragen, zodat het langer voor onderzoek en experimenten gebruikt kan worden. Tegelijkertijd kwam het besluit om de ontwikkeling van transportmiddelen en lanceercapaciteit voor ‘korte afstanden’ zo veel mogelijk aan de private sector over te laten. Hiermee is de NASA na 2011, na een extra dienstjaar van de spaceshuttle, afhankelijk geworden van de private sector om via commerciële transportdiensten hun astronauten de lage baan, de zogeheten Low Earth Orbit, in te sturen. Deze commerciële transportdiensten zijn tot dusverre nog niet in staat om onbemande vrachten, laat staan bemande last, op grote schaal de ruimte in te sturen. NASA is hierdoor afhankelijk het Russische Federale Ruimteagentschap en haar Sojoez-capsules om astronauten naar het internationale ruimtestation ISS te
Beschouwing zen, wist echter al vrij snel een samenwerking met het Russische Federale Ruimteagentschap Roskosmos te beginnen om de missie vooralsnog door te zetten. Ook dit was in de ogen van vele Amerikanen een nederlaag voor de Verenigde Staten, zeker omdat president Obama NASA eerder had voorgedragen om de internationale betrekkingen en samenwerking te verbeteren.
NASA is hierdoor afhankelijk van het Russische Federale Ruimteagentschap en haar Sojoez-capsules
Na het afscheid van de spaceshuttle staan bij NASA de hangaars er leeg en verlaten bij (hunterfreeman.com) vervoeren. Critici, waaronder ruimtewandelaars als Jim Lovell, stellen dat het ontbreken van een eigen ruimtetransportsysteem de ruimtevaartorganisatie vleugellam maakt. Doordat het van andere partijen afhankelijk is om deze capaciteiten te ontwikkelen, verliest het de controle over een belangrijk facet in ruimtevaart en tevens de vakkundigheid om dergelijke producten te vervaardigen. Financiële tegenvallers Financieel gezien is het verlies van capaciteiten echter eenvoudig te verklaren, daar de toegewezen begrotingen van NASA al jaren lager uitvallen dan de begrotingsverzoeken van de organisatie. In 2011 kondigde president Obama een vijfjarige bevriezing van het jaarlijkse budget van $18,7 miljard aan. Uiteindelijk viel het totale budget voor 2011 na het begrotingsakkoord nog $350 miljoen lager uit. Het bestedingspakket voor 2012 lag vervolgens $650 miljoen onder dat van 2011. In 2013 verdwijnt er nog eens $59 miljoen, waardoor er sprake is van een dalend proces als ook een historisch lage begroting. Doordat sommige projecten, zoals de James Webb-ruimtetelescoop, met kostenoverschrijdingen te maken hebben, moeten bepaalde doelstellingen worden bijgesteld (Boucher, 2012). Zo zou er voor de verkenning van Mars in de ramingen van 2013 sprake zijn van een financiële daling van bijna 40% in vergelijking tot het jaar ervoor. Hierdoor is de samenwerking tussen NASA en de Europese ruimtevaartorganisatie ESA met betrekking tot een orbiter en een rover op Mars reeds beëindigd. De ESA, die zelf ook haar begroting met twee jaar zag bevrie-
Toch valt er op financieel vlak de Obama-administratie weinig te verwijten. De toegekende begrotingen vallen na de begrotingsakkoorden met het Congres vaak lager uit dan de Obama-administratie gewenst had. Daarbij verkeren de Verenigde Staten zich in een tijdperk van bezuinigingen, waarbij de federale overheid haar uitgaven probeert te reduceren. Dit heeft als natuurlijk gevolg dat ook NASA haar capaciteiten moet inperken. Op het lange termijn hopen beleidsbepalers dat de marktwerking binnen de ruimtevaart veel geld zal besparen, waardoor er voor innovatieve projecten meer kapitaal wordt vrijgemaakt. Er zijn echter menig experts en deskundigen die dit betwisten, en van een rijkelijk gewaardeerde strategie is derhalve geen sprake. Bronnen
- Bakker, Hans. 2011. ‘‘Noord-Amerikaans Ruimtevaartbeleid -
Nieuwe Wegen en Oude Expertises.’’www.agentschapnl.nl (5 januari 2013).
- Boucher, Marc. 2012. ‘’Do Budget Cuts Mean an End to Flagship Programs?’’ spaceref.com/space-quarterly-magazine (4 januari 2013)
- Dutch Space BV. Editie 2013. ‘‘Internationaal Ruimtestation ISS.’’
- Committee on Science, Space and Technology. Editie 2013. ‘‘Timeline of How and Why the Constellation Program was Developed, and this Administration’s Actions in Cancelling the Program.’’ gop.science.house.gov (4 januari 2013).
- Netherlands Space Office. Editie 2013. ‘‘Hoge baan (High Earth Orbit).’’ www.spaceoffice.nl (3 januari 2013).
- National Aeronautics and Space Administration. 2012. ‘‘Financial Year 2012 Budget Estimates.’’ www.nasa.gov (4 januari 2013).
- White House; Office of Management and Budget. Editie 2012.
‘‘National Aeronautics and Space Administration.’’ www.whitehouse.gov (5 januari 2013).
Atlas - Februari 2013
5
Historisch
Van ruimtepionier naar vrachtvaarder De ruimtevaart van de Sovjet-Unie en de Russische Federatie Door Thijs Voets In het begin van dit jaar kondigde de Russische ruimtevaartorganisatie Roscosmos aan dat na bijna veertig jaar Rusland de maan weer zal bezoeken (RIA Novosti 2013). Volgens de planing zal de Russische ruimtevaart in 2015 opnieuw de maan bezoeken. Hoewel de Sovjet-Unie een lange tijd pionier in de ruimte was, is haar erfgenaam de Russische Federatie lang niet zo ambitieus - tot nu toe wellicht. Hoe komt dit?
D
e ruimteavonturen van de Sovjet-Unie beginnen na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Als de grootste overwinnaar van de oorlog belandt de grootmacht in een wapenwedloop met de andere nieuwe gigant op het wereldtoneel: de Verenigde Staten. De regering van de Verenigde Staten had niet alleen het verschrikkelijkste wapen ooit uitgevonden, de atoombom, ze had hem ook nog eens twee keer ingezet tegen het Japanse Keizerrijk. Als het Kremlin zijn nieuwe macht in Europa en Azië wilde behouden, dan moest het snel de Verenigde Staten in militaire kracht inhalen.
De lancering van Spoetnik I met daarin hondje Laika betekende een grote proverwinning De leider van de Sovjet-Unie Jozef Stalin (1878-1953) beval dan ook gelijk dat de gevangengenomen Duitse wapenwetenschappers aan het werk werden gezet. Hoewel de meeste belangrijke Duitse wapenwetenschappers al door de Verenigde Staten waren ‘ingepikt’ in de zogenoemde ‘Operatie Paperclip’, kon de Sovjet-Unie toch gebruik maken van een aardig aantal Duitse wetenschappers en gevonden wetenschappelijk materiaal. Zo weigerde Helmut Gröttrup (1916-1981) om met de Amerikanen mee te werken doordat hij persoonlijke conflicten had met zijn voormalige baas. Gröttrup was de persoonlijke assistent van de beroem
6
Atlas - Februari 2013
Sovjetpiloot Joeri Aleksejevitsj Gagarin, eerste man in de ruimte de raketingenieur Wernher von Braun (1912-1977). In plaats van in de schaduw van zijn voormalige baas te staan, besloot hij voor de Sovjets te werken en werd hij een van de leidinggevers van verschillende projecten. Hoogtepunten De inzet van zowel wetenschappers van eigen bodem als de ‘buit gemaakte’ Duitse wetenschappers wierp zijn vruchten af in 1949, toen de Sovjet-Unie haar eigen nucleaire bom ontwikkelde. Nadat dat obstakel overkomen was, kon de Sovjetwetenschap zich richten op de ruimte. Als eerste kon ze de eerste menselijke satelliet, de Spoetnik 1, in 1957 lanceren. Een maand later volbracht ze een ‘bemande’ missie rond de aarde in 1957; zwervershondje Laika was het eerste levende wezen dat een baan rond de aarde maakte in de zogenaamde Spoetnik 2. Helaas overleed Laika na een paar
Historisch
Weergave van het Apollo-Sojoez-testproject uur in de ruimte aan oververhitting en stress voordat de vierde omloop ten einde was, maar voor Moskou betekende dit een grote ‘pr-overwinning’ op de Verenigde Staten.
Het Apollo-Sojoeztestproject was een overweldigend politiek succes voor beide grootmachten De grootste overwinning kwam op 12 april 1961, toen Sovjetpiloot Joeri Aleksejevitsj Gagarin (1934-1968) als eerste mens een ruimtereis maakte en het zelfs levend terugbracht door vlakbij de stad Engels, midden in de Sovjet-Unie te landen. Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov (1894-1971) maakte hier gelijk gebruik van door in een antireligieuze campagne van het Centraal Comité van de Communistische Partij te melden dat “Joeri in de ruimte was geweest, en daar geen enkele God had gezien”, hoewel Gagarin deze woorden nooit uitgesproken zou hebben (Interfaks Religija 2006). De Sovjet-Unie zette wederom een record in 1966 door de eerste onbemande satelliet Loena-10 op de maan te zetten (‘Loena’ is het Russische woord voor ‘maan’).
‘Entente’ De voorsprong van de Sovjetruimtevaart zag zijn einde op 21 juli 1969 toen de Amerikaanse astronaut Neil Armstrong (1930-2012) als eerste mens voet op de maan zette. Zijn beroemde woorden “That’s one small step for man, one giant leap for mankind” sloegen in als een bom en waren de genadeklap voor de ambities van de Sovjetruimtevaart. Zich realiserend dat ze de ‘pr-oorlog’ met de Verenigde Staten niet meer kon winnen, richtte de Sovjet-Unie zich voortaan op het ontwikkelen van geavanceerdere satellieten. In 1974 landde de Loena-22, de laatste onbemande Sovjetsatelliet op de maan. Tijdens de verbetering van relaties tussen de SovjetUnie en de Verenigde Staten onder de regeerperiode van Leonid Brezjnev (1906-1982) werd de eerste gezamenlijke ruimtevlucht tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie gehouden in het zogenaamde ‘ApolloSojoez-testproject’ (Engels: ASTP, Russisch: EPSA) van 1975. Niet alleen werden technische moeilijkheden (bijvoorbeeld het rekenen in centimeters of inches) in dit project overwonnen, het was ook een overweldigend politiek succes voor beide grootmachten en zorgde voor een verbetering in wederzijds vertrouwen. Kapitalisme De focus van de Sovjet-Unie verplaatste zich langzamerhand naar een wetenschappelijkere aanpak en de Sovjetruimtevaart stierf uiteindelijk, samen met de Sovjet-Unie, in het begin van de jaren ’90. Na een Atlas - Februari 2013
7
Historisch
Interview met dr. Henk Kern, docent Russische geschiedenis aan de Universiteit Leiden Wat betekende de ruimtevaart voor het Sovjetleiding? ‘Veel natuurlijk. De wortels van de ruimtevaart vindt men in de jaren ’20, net na de Oktoberrevolutie. De intellectuelen van de jonge Sovjet-Unie dachten aan een nieuwe utopie, en dit liet men zien door middel van de revolutionaire kunst. In deze kunst waren veel verwijzingen naar raketten te vinden. De ruimtevaart werd het symbool van een nieuwe wereld en een nieuwe mens. Het werd dus al vroeg gekoesterd. In de jaren ’30 werd er ook actief nagedacht door Sovjetwetenschappers over ruimtevaart. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de ideologische motivatie naar een praktische en politieke: de wapenwedloop.
De leiding wilde zich tegenover de wereld bewijzen en nam de voorsprong. Maar nadat de Amerikanen een man op de maan hadden gezet, was de race voor haar niet meer te winnen en veranderden de prioriteiten; het bouwen van een ruimtestation, langdurige ruimtevluchten en ga zo maar door. Ze wilde nog steeds de wereldleider zijn door nieuwe records te zetten. In plaats van achter de Verenigde Staten aan te rennen, verlegde ze de focus zich op militaire doelen zoals spionagesatellieten.” En voor het Sovjetvolk? ‘In de jaren ’20 geloofde het net zoals de nieuwe Sovjetleiding in een nieuwe, betere wereld. Later functioneerde de ruimtevaart vooral om trots te zijn op het eigen land; het was de leider in ruimtevaart, het was het eerste land dat een man in de ruimte schoot. Tot de jaren ’70 geloofde het Sovjetvolk in de vooruitgang van de ruimtevaart als in de vooruitgang van de Sovjet-Unie.’ Wat betekent het nu eigenlijk nog voor Rusland? ‘De Russische Federatie is afgestapt van het doel van de ruimtevaart als prestige-object, en is nu een soort van ‘vrachtvaarder’ geworden. Het is een commercieel project dat zich nu voornamelijk concentreert op de zogenaamde ‘recreatieraket’, de ruimtereis als entertainment.’
korte pauze van een jaar nam de Russische Federatie het stokje over van haar voorganger en werd Roscosmos opgericht. In de geest van het kapitalisme dat zich aan het nestelen was in Rusland werden ruimtemissies voornamelijk gericht op onderzoek en com-
8
Atlas - Februari 2013
De Spoetnik kreeg natuurlijk een eigen postzegel (zazzle.nl) merciële ruimtevaart. Zo werd de eerste commerciële ruimtevlucht van de Amerikaanse miljonair Dennis Tito (1940- ) georganiseerd door Roscosmos in 2001. Dennis Tito betaalde twintig miljoen dollar om hierin deel te nemen als astronaut. Een jaar later ontving de Russische ruimtevaartorganisatie hetzelfde bedrag om de eerste Afrikaan, de Zuid-Afrikaanse Mark Shittleworth (1973- ) de ruimte in te schieten. Hierna volgden nog vijf ‘ruimtemiljonairs’, allemaal in Russische raketten.
De Sovjetruimtevaart werd vooral gedreven ter baat van de competitie met haar andere concurrent, de NASA En over twee jaar, in 2015, gaan de Russen wederom naar de maan. Het project is deel van het ‘Federale Ruimteprogramma’ van de Russische regering, die dit op het einde van de jaren ’90 ontworpen had maar niet kon implanteren door een gebrek aan fondsen. Nu de olie- en gasprijzen blijven stijgen, zit de Russische regering ieder jaar met een budgetoverschot en heeft ze een van de laagste staatsschulden ter wereld (CIA World Factbook). Het geld is er nu wel.
Historisch Redenen van nieuw maanbezoek De reden voor de missie naar de maan is officieel wetenschappelijk; de onbemande missie moet bodemmonsters gaan onderzoeken (RIA Novosti, 2013). Het is echter aannemelijk dat de missie een extra lading heeft. Onder het bewind van de eerste Russische president, Boris Jeltsin (1931-2007), was de buitenlandse politiek vooral gericht op samenwerking met de andere grootmachten in Washington D.C. en de Europese hoofdsteden. Onder het bewind van de presidenten Vladimir Poetin (1952- ) en Dmitri Medvedev (1965) wordt de nadruk meer gelegd op het distantiëren van de Verenigde Staten en de Europese Unie en het creëren van een ‘multipolaire wereldpolitiek’, wat betekent dat het zichzelf ziet als een van de wereldmachten, in plaats van een deel van een ‘unipolaire wereldpolitiek’ die onder leiding van de Verenigde Staten zou staan.
‘De ruimtevaart werd het symbool van een nieuwe wereld en een nieuwe mens’ Het opnieuw hervatten van een eigen ruimtevaart zou goed in dit programma passen, hoewel het nog steeds ver achter de missies van de NASA staat. Immers, de NASA is al missies naar Mars aan het voorbereiden (NASA Mars Exploration Program). De Russische Federatie heeft wel recent tussen 2012 en 2011 het psychisch en fysiek experiment Mars-500 gehouden in Moskou, waarin drie Russische specialisten, één Franse, één Italiaanse en één Chinese specialist voor 520 dagen werden opgesloten in een replica van een ruimteschip ‘naar Mars’ (European Space Agency, 2011). Of de Russische ruimtevaart de glorie van haar voorganger de Sovjet-Unie opnieuw zal behalen, is nog de vraag. De Sovjetruimtevaart werd vooral gedreven ter baat van de competitie met haar andere concurrent, de NASA. Met het wegvallen van de competitie tussen de twee grootmachten is er ook geen reden om alles ‘zelf ’ te regelen. De kans is dan ook klein dat het Kremlin de strijd alleen aan zal gaan met de andere wereldmachten. Indien het Kremlin zich wil profileren tegenover de wereld, dan zal het als alles goed gaat in 2015 wel lukken.
Artikel in de Huntsvill Times over Sovjetpiloot Joeri Aleksejevitsj Gagarin (razorvine.net) Bronnen
- CIA World Factbook ‘Country Comparison: Public Debt’, op: https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/ rankorder/2186rank.html (Geraadpleegd op 19 januari 2013).
- European Space Agency ‘Welcome back and thank you,
Mars500’ (2011), op: http://www.esa.int/Our_Activities/Human_Spaceflight/Mars500/Welcome_back_and_thank_you_ Mars500 (Geraadpleegd op 17 januari 2013).
- Interfaks ‘Ja gorzjus’ obvinenijami v tom, shto vvel Joerija Ga-
garina v pravoslavie’ (2006), op: http://www.interfax-religion. ru/orthodoxy/?act=interview&div=73&domain=1 pleegd op 17 januari 2013).
(Geraad-
- National Aeronautics and Space Administration ‘Mars Explora-
tion Program’, op http://mars.jpl.nasa.gov/ (Geraadpleegd op 19 januari 2013).
- RIA Novosti ‘Russia to Launch Lunar Mission in 2015’ (2013), op: http://en.ria.ru/science/20130115/178786154.html (Geraadpleegd op 16 januari 2013).
- The Red Stuff 2000 [VHS], Leo de Boer. Pieter van Huystee Film and Television, Amsterdam, Nederland.
Atlas - Februari 2013
9
Column
Aliens versus Human Beings Thijs van Rijn
D
e ruimtewezens hebben de wereld vorig jaar niet overgenomen, de mensheid heerst nog steeds over deze planeet. Hoewel ondertussen iedereen ervan doordrongen is dat alle mensen dezelfde rechten hebben, stellen deze voor flora en fauna nog weinig voor: ook dit jaar zullen bossen gekapt worden en diersoorten uitsterven. Terwijl het doden van mensen zelfs internationaal als ‘maatschappelijk incorrect’ wordt gezien, worden dieren nog altijd opgefokt, opgesloten en opgegeten. Dit kan worden gerechtvaardigd door te stellen dat de mens, hoewel een diersoort, toch hoger aangeslagen dient te worden. Gewapend met begrippen als ‘taal’, ‘moraal’ en ‘verstand’ verdedigt hij zijn trede op de evolutieladder en schopt de wezens die eronder staan. Tot zover is er geen probleem, want for the sake of the argument kan gesteld worden dat het gebruiken van een computer toch wat meer vergt dan het porren met een stok en dat het liberalisme in mierenkolonies ook niet echt aanwezig is. Het is dan ook niet de bedoeling te pleiten voor restricties op de invoer van dieren- of plantenproducten buiten de EU. Men zou zelfs kunnen stellen dat het niet aan het rijke Westen is om uit te maken hoe andere landen om moeten gaan met hun flora en fauna en dat dit ‘moreel imperialisme’ de (economische) ontwikkeling van veel derdewereldlanden hindert.
Aliens bestaan uiteraard wel
Terug naar de aliens, want die bestaan uiteraard wel. Althans, in een gedachte-experiment ontleend aan het werk van Amerikaans libertair filosoof Robert Nozick vestigen ruimtewezens zich op deze planeet en vragen de mensheid keurig of zij gedomesticeerd wil worden. De aliens staan op een veel hoger beschavingsniveau dus de mens is verworden tot niet veel meer dan een middelmatige diersoort. Het kan wat trucjes, dat zullen de ruimtewezens niet ontkennen, maar erg veel heb je er niet aan. Ze wordt dus ingedeeld in dezelfde categorie als katten en honden, minder waardevol dan een koe waarvan je kan eten, maar leuk als huisdier. Hoe kan de mensheid zich verdedigen? Een mogelijkheid is te betogen dat alleen de mensheid op deze wereld kan beslissen wat moreel aanvaardbaar is omdat de aarde uniek is. De mens kent de aarde het beste, heeft hem honderden jaren bestudeerd en bereisd en kan dus het beste aangeven hoe de aarde bestuurd moet worden. Het is een pragmatisch argument, maar nog altijd beter dan te betogen dat de mens ‘dicht bij de natuur staat’ (want zelfs al zou dat zo zijn, dan staat elke andere inheemse levensvorm daar nog dichter bij) of dat de mens het gewoonterecht aan zijn kant heeft. Voor alle drie geldt dat ons track record aangaande onze soort prima is, maar dat de aarde en andere soorten er niet veel mee opgeschoten zijn.
Veel beschaving heb je niet nodig om een atoombom te laten vallen
Er is een oplossing uit het bovenstaande, maar dat is wel een cynische. Veel beschaving heb je niet nodig om een atoombom te laten vallen, en een gebrek eraan is misschien wel een pre. Ervan uitgaande dat ruimtewezens het niet leuk vinden uit elkaar te knallen zullen ze, ook al zouden ze uiteindelijk winnen, proberen de mensheid tevreden te stellen met een minimum aan rechten om zo oorlog te voorkomen. Het probleem voor heersers is dat men zwakkere groepen toch vaker nodig heeft dan verwacht. Steden kregen van heersers landsrechten om zo de troon voor opvolgers veilig te stellen. In de achttiende eeuw wilden Franse boeren best voor het revolutionaire land vechten, maar dan wilden ze wel burger worden. Zuid-Europa kan niet gedumpt worden omdat dat de economieën van Noord-Europa te zeer zou schaden. Het is ook indirect de manier waarop dieren aan hun rechten zijn gekomen: om het electoraat van dierenliefhebbers tevreden te stellen, probeert de overheid dieren wat meer ruimte te bieden. Dieren zouden zelf deze rechten nooit verkregen hebben omdat ze geen enkele bedreiging vormen. Ruimte-invasies tonen zo de onzin van moraal en rechten: geweld blijkt de enige echte universele waarde te zijn.
10
Atlas - Februari 2013
Beschouwing
Elke ruimte is te vervuilen Door Charlotte de Jong Ruim 5,5 ton aan puin zweeft er rondom de aarde en vormt een steeds groter wordend probleem. Satellieten en ruimteschepen raken er door beschadigd en moeten steeds vaker van koers wijken om stukjes puin te ontwijken.
R
uimteaval is ontstaan op het moment dat de mens zich voor het eerst in de ruimte bevond. Het begon met het lanceren van de eerste kunstmaan Spoetnik I door de Sovjets in 1957. Met iedere ruimtemissie die daar op volgde, kwam er meer afval in de ruimte. Het afval is niet onder een noemer te scharen, zo zwerven er brokstukken rond van oude satellieten, maar ook handschoenen van astronauten. Dit artikel gaat in op wat ruimteafval is, waarom het een probleem is en bovendien, hoe het kan worden opgelost. Het gevaar Ruimteafval zweeft in banen rondom de aarde. Per stuk afval verschilt het hoe dicht het bij de aarde zweeft. Brokstukken in een lagere baan worden door wrijvingskracht steeds wat afgeremd, waardoor het afval steeds dichterbij de aarde komt en uiteindelijk in de dampkring zal verbranden. Het afval dat verder weg van de aarde zweeft heeft minder te maken met wrijvingskracht. Volgens de NASA duurt het nog zeker honderd jaar voordat deze brokstukken in de dampkring zullen verbranden. Ruimteafval bezorgt NASA en het Amerikaanse ministerie van Defensie een dagtaak. Ruim een half miljoen brokstukken worden dagelijks in de gaten gehouden. Het merendeel hiervan zijn oude satellieten (ESA 2012). In sommige situaties kan ruimteafval een gevaar vormen. Ruimteafval beweegt met een enorme snelheid om de aarde. Als een stuk – hoe klein ook – op een ruimteschip of satelliet botst is de schade enorm, juist door de hoge snelheid van het brokstuk. Het gevolg is dat ruimteschepen gedwongen zijn te wijken voor een stuk afval. Als een brokstuk met een diameter groter dan tien centimeter binnen een straal van vijftig kilometer langs het ruimteschip komt, moet het ruimteschip al uitwijken. Soms komt het voor dat een brokstuk te laat wordt gesignaleerd en er geen tijd meer is om de koers te wijzigen. In dit geval moeten de be-
Het is een schrootkerkhof rond de aarde (nrcnext.nl) manningsleden zich klaar maken voor een evacuatie. Dit gebeurde bijvoorbeeld toen André Kuipers aan het werk was in het ISS en een brokstuk op vijftien kilometer afstand langs het ruimteschip zoefde. De hoeveelheid aan ruimteafval vormt nog een ander gevaar (Wetenschap 24 2012). Hoe meer afval, des te groter de kans dat brokstukken op elkaar botsen wat vervolgens weer voor meer brokstukken zorgt die elk een eigen richting op bewegen. Volgens een rapport van het Amerikaanse National Research Council (NRC), een non-profit organisatie die advies geeft over wetenschappelijke onderwerpen, wordt de dreiging van de rommel in de ruimte steeds groter. Als er niet snel iets wordt gedaan, bestaat er de kans dat de onderste baan rondom de aarde onbruikbaar wordt door alle troep. Het NRC roept de NASA dan ook op om snel tot een oplossing te komen. De organisatie roept de Amerikaanse regering op om samenwerking met andere landen aan te gaan en zo gemakkelijker tot een oplossing te komen voor het afval. Volgens een voormalige NASA-wetenschapper zullen er steeds vaker botsingen in de ruimte ontstaan, niet alleen tussen ruimteafval maar ook tussen afval en ruimteschepen: ‘‘Het zijn niet alleen astronauten die een risico lopen, ook satellieten die miljoenen dollars hebben gekost kunnen onbruikbaar worden als ze in Atlas - Februari 2013
11
Beschouwing botsing komen met rondzwevend puin. Dat zorgt dan weer voor een vicieuze cirkel, want hoe meer botsingen er gebeuren, hoe meer puin er gecreëerd wordt.’’ De oplossing Wat kan er aan het probleem van ruimteafval worden gedaan? Dat het een steeds groter probleem wordt, is duidelijk. Betere detectie of het huidige afval opruimen zijn manieren om het probleem op te lossen. Verschillende landen zijn bezig met verschillende oplossingen. Zo zijn de Verenigde Staten bezig met het ontwikkelen van een beter detectiesysteem, waardoor NASA eerder kan waarschuwen voor naderend ruimteafval. Volgens de planning moet dit systeem in 2017 in werking worden gesteld. Zwitserland is bezig met het ontwikkelen van opruimsatellieten die de naam CleanSpace One gaan dragen. Het idee is dat zo’n satelliet wordt gelanceerd en in een baan rond de aarde komt en daar zijn snelheid aanpast aan die van het brokstuk. De satelliet heeft een grijparm, die het brokstuk uit zijn baan grijpt. De satelliet zal zich vervolgens samen met het brokstuk in de dampkring storten, waardoor ze beide worden vernietigd. Vernieuwde versies van deze satellieten zouden uiteindelijk meerdere brokstukken moeten kunnen opruimen. Het lanceren van de CleanSpace One staat gepland voor het jaar 2016. De Zwitsers willen het als eerste gebruiken om een oude Zwitserse satelliet te vernietigen. Landen werken ook samen op het gebied van het opruimen van het afval. Zo heeft de EU het European Space Agency (ESA) opgericht waarvan de kraamkamer zich bevindt in Noordwijk. ESA heeft op zijn beurt weer het Space Debris Office opgezet, dat zich bezighoudt met het onderzoeken van het ruimteafval. Zo worden brokstukken gemeten en wordt naar nieuwe beschermingstechnieken gezocht. Alle activiteiten van het Space Debris Office worden gecoördineerd door nationale ‘space agencies’. Een voorbeeld is het Italiaanse ASI en in het Britse BNSC. Sinds 1993 worden er door de Inter-Agency Debris Coordination Committee (IADC) vergaderingen georganiseerd tussen deze space agencies. Deze vergaderingen gaan uitsluitend over het ruimteafval en hoe dit probleem op te lossen. Het IADC is internationaal erkend als ruimteafval expert (ESA 2012). Helaas werken niet alle landen samen. Rusland en China, die beiden een grote bijdrage hebben geleverd aan het rondzwervende puin, zijn hier een goed voorbeeld van. Wetenschappers zijn er over eens dat ruimteafval een gezamenlijk probleem is en niet door één land of actor kan worden opgelost. Iedereen die iets
12
Atlas - Februari 2013
doet aan ruimtevaart, zal te maken krijgen met ruimteafval en zal hier rekening mee moeten houden. Echter, samenwerking en bewustwording lijkt tot op heden alleen maar mogelijk via het IADC en door machtige landen in de ruimtevaart zoals Rusland en China te beïnvloeden (NRC 2012). De vraag die nu nog rest is: Wat gebeurt er met het afval in de toekomst? De ruimtevaart heeft de eerste stappen gezet naar
In deze metingen uit 2010 is te zien welke landen de grootste veroorzakers zijn van ruimteafval (ESA) commercie. Het is al mogelijk dat burgers voor een groot bedrag een ruimtereis kunnen kopen. De commercialisering van de ruimtevaart is voor bedrijven een kans om veel geld te verdienen. De aanwezigheid van ruimteafval zorgt dan voor een probleem. Om een ruimtereis veilig te laten verlopen zullen bedrijven, die ruimtereizen aanbieden, moeten investeren in maatregelen om de band om de aarde ‘schoon’ te maken en te houden. Dit is uiteraard één van de mogelijkheden wat zou kunnen gebeuren. Tot op heden blijft een serieuze aanpak van het ruimteafval uit. Een van de redenen hiervoor zijn de hoge kosten. Zo liggen de kosten voor de ontwikkeling van de Zwitserse opruimsatelliet op acht miljoen euro. De complexiteit van het probleem speelt ook een rol in het uitblijven van een serieuze oplossing. Het is een probleem dat elk land aangaat waardoor diplomatie op het hoogste niveau gevraagd is. Kortom, een probleem maar ook tegelijkertijd een uitdaging. Bronnen
- ESA. 2012. “Regulations and Treaties.” www.esa.int - ESA. 2012. “ESA Space Debris Office.” www.esa.int
- NRC. 2012. “VS en EU willen regels voor ruimteafval.” nrc.nl
- Wetenschap 24. 2012. “André Kuipers schuilt voor ruimteafval.” www.wetenschap24.nl
Ingezonden
Nanosatellieten, een nieuwe diersoort in de ruimte Door Chris Verhoeven en Steven Engelen In 2005 werd er in Nederland geld beschikbaar gesteld ter stimulering van wetenschappelijk onderzoek in het kader van de BSIK regeling, een subsidieregeling van de Nederlandse regering ter versterking van de kennisinfrastructuur. Een van de organisaties die toen het licht zag was MicroNed. Het doel van MicroNed kan, erg kort, opgevat worden als een poging om microsystemen vanuit de onderzoekslaboratoria in voor de maatschappij nuttige toepassingen te brengen en dit ook daadwerkelijk in de praktijk te demonstreren.
M
icrosystemen zijn extreem geminiaturiseerde mechanische systemen. Heel vaak gaat het dan om mechanische systemen die zijn gemaakt op (of misschien beter gezegd ‘in’) een chip zoals we die al kennen van de microprocessoren en de geheugens. Daar waar vroeger de chip in een systeem terecht kwam als radio, rekenprocessor of geheugen, zien we hem nu ook verschijnen als bijvoorbeeld versnellingssensor of gyroscoop. Dat heeft er onder andere voor gezorgd dat mobiele telefoons die vroeger alleen een radioverbinding konden maken, nu bijvoorbeeld ook kunnen voelen wat hun stand is en hoe ze bewegen. De huidige smartphones kunnen niet meer zonder dit soort sensoren, zowel bij het uitvoeren van meer professionele taken als navigatie en het juist configureren van het display als bij de besturing van vele games. De beschikbaarheid van de sensoren heeft zelfs de ontwikkeling van vele nieuwe apps gestimuleerd. Bij de start van MicroNed bestond het idee dat, wanneer dit soort sensoren in hun micro-mechanische gedaante erg klein en goedkoop zouden worden (iets wat op dit moment dankzij de smartphone-industrie waarheid blijkt te zijn geworden) dit ook tot een enorme miniaturisatieslag in de ruimtevaart zou kunnen leiden (NANO and Smart Systems 2005). Dit was de aanleiding tot het definiëren van het onderzoekscluster MISAT binnen MicroNed. MISAT zou onderzoeken op welke manier microsystemen het ontwerp van satellieten zouden kunnen beïnvloeden. Die invloed bleek onverwacht groot te zijn. Tijdens de loop van MISAT bleek het mogelijk te zijn een professionele
Nanosatellieten werken als een zwerm bijen samen (tudelft.nl) extreem geminiaturiseerde satelliet te bouwen en in 2008 te lanceren tegen voor ruimtevaartbegrippen ongeëvenaard lage kosten. Deze nanosatelliet, Delfi-C3, was niet groter dan een flink melkpak (10cmx10cmx30cm), maar was (en is nu na vijf jaar nog steeds) in staat om zinvolle wetenschappelijke experimenten te doen voor Dutch Space op het gebied van zonnecellen en TNO op het gebied van draadloze sensoren (Delfispace). Delfi-C3 heeft daarna het onderzoek een revolutionaire richting gegeven en ook geleid tot de start van het inmiddels zeer succesvolle bedrijf ISIS dat van nanosatellieten hun core business heeft gemaakt (Isisspace). Zwermen Het revolutionaire in de veranderde denkrichting zit hem in de ontdekking dat nanosatellieten compleet nieuw zijn en geen geminiaturiseerde versies zijn van grote satellieten. In eerste instantie was de focus volledig gericht op het gelanceerd krijgen van Delfi-C3 en het bewijs dat deze satelliet de lancering zou overleven en betrouwbaar zou kunnen functioneren in de ruimte. Over toepassingen werd niet echt nagedacht. Delfi-C3 werd gezien als een onderwijsproject waarin de beste Atlas - Februari 2013
13
Ingezonden ingenieurs werden opgeleid. Professioneel gebruik werd hooguit vermoed in de sfeer van technologiedemonstraties, iets wat Delfi-C3 zelf ook al deed. Na de euforie en opluchting bij het horen van de eerste signalen van Delfi-C3 vanuit de ruimte werd de vraag om professionele toepassingen echter dringender. Daarbij werd het al snel duidelijk dat nanosatellieten geen ‘geminiaturiseerde grote satellieten’ zijn. Er zou geen revolutie komen waarbij op grote schaal de nanosatellieten de taken zouden gaan overnemen van de grote satellieten. Nanosatellieten hebben niet voldoende elektrisch vermogen – dat de grote satellieten wel hebben – voor sterke zenders en veel instrumenten voor bijvoorbeeld aardobservatie. Een nanosatelliet is compleet iets anders dan een grote satteliet en heeft daarom een ander doeleinde.
Nanosatellieten van het Delfi-programma (tudelft.nl) Kortom, een extreem geminiaturiseerde Hubble is geen Hubble meer. Dat geldt ook in de natuur. Een extreem geminiaturiseerde olifant is geen olifant meer, maar wordt een mier. Deze laatste gedachte bracht het onderzoeksteam erop dat nanosatellieten eerder insecten zijn. Niet langer werden grote satellieten gebruikt als inspiratiebron voor het bedenken van toepassingen voor nanosatellieten, maar insecten. Insecten zijn relatief domme reflexautomaten met weinig en in sommige gevallen zelfs geen leervermogen. Complexe taken worden meestal niet uitgevoerd door één enkel exemplaar, maar door een zwerm of kolonie. Intelligent en complex gedrag, aanpassingsvermogen en eventueel leergedrag wordt vertoond door de zwerm via de interactie tussen de insecten. Hoewel deze ‘kort door de bocht’ beschrijving biologen mag doen gruwelen, blijkt intussen door in deze richting te denken de unieke toepassingen voor nanosatellieten gevonden te worden. Er zijn nogal wat insectachtige eigenschap-
14
Atlas - Februari 2013
pen die goed passen bij nanosatellieten. Het voordeel aan deze satelliet is dat de kosten per satelliet zo laag zijn dat het uitstekend mogelijk is om veel satellieten tegelijk te hebben in één overkoepelend systeem. Wat één insect niet alleen kan wordt opgelost via de grote aantallen in de zwerm. Zo ook bij nanosatellieten. Wat één nanosatelliet niet kan, dat kunnen grote aantallen in een zwerm misschien wel. Dat is overigens nog steeds niet het overnemen van taken van grote satellieten. Mieren nemen ook geen taken over van olifanten. Het gaat om een andere diersoort. Dit maakt het bedenken van toepassingen voor nanosatellieten – de serieuze ‘killer-applicaties’ – aan de ene kant eenvoudiger, maar tegelijkertijd lastig. Dat laatste betekent dat er geen klanten zijn voor nanosatelliet-zwermen: er is geen markt. Niemand zit erop te wachten en het idee van grote zwermen ‘ruimteschroot’ jaagt de gebruikers van de bekende systemen nogal wat schrik aan. Toch zijn er een aantal eigenschappen van nanosatelliet-zwermen die iedereen wel aanstaan. Zwermen zijn robuust. Er mogen satellieten uitvallen zonder dat de zwerm aan kracht inboet. Zwermen kunnen een groot oppervlak bestrijken. Zwermen zijn in staat om over een groot gebied simultaan waarnemingen te doen. De resolutie van de beelden die een nanosatelliet kan leveren mag dan wel laag zijn in vergelijking met standaardsystemen, maar er wordt wel overal tegelijkertijd waargenomen. Zwermen kunnen zo veel beter veranderingen waarnemen dan enkelvoudige grote satellietsystemen die een zelfde plek op aarde soms maar om de paar dagen waarnemen. De informatie die van een zwerm komt is dan ook anders: de spatiale resolutie is laag, de tijdresolutie is hoog. Snelle veranderingen worden gezien, maar de fijnere details in het beeld gaan verloren. Zwermtoepassingen De eerste echte zwermtoepassing ontstond in een discussie tussen onderzoekers van de TU-Delft en onderzoekers van ASTRON. ASTRON is een gerenommeerd instituut op het gebied van radioastronomie en is op dit moment verantwoordelijk voor een van de grootste radiotelescopen ter wereld, het LOFAR systeem. LOFAR bestaat uit een grote hoeveelheid antennevelden in Nederland en ook in de aan Nederland grenzende landen. Samen vormen deze velden één reusachtige radiotelescoop die geschikt is voor erg lage radiofrequenties. LOFAR kan zo tot erg ver in het heelal kijken. De ondergrens van de frequenties, lager dan ongeveer 30MHz wordt echter beperkt door de atmosfeer van de aarde en ook door radiostoring veroorzaakt door natuurlijke processen en de mens. An-
Ingezonden tennevelden aan de achterkant van de maan zouden een ideale oplossing zijn om LOFAR uit te breiden naar de lagere frequenties. Er is geen atmosfeer en er zijn geen storingen. Een groot probleem is daar dan het benodigde oppervlak. Er zijn veel antennes nodig, verdeeld over een voldoende groot oppervlak met een diameter van zo’n 100km. Tijdens de discussie leek het erop dat een zwerm nanosatellieten in een baan om de maan een interessante tussenoplossing zou kunnen zijn. Het gevraagde radiosysteem leek eenvoudig te passen en het zou wat kosten betreft niet uit de hand moeten lopen wanneer er grote aantallen satellieten gebouwd en gelanceerd zouden worden. Dit alles heeft geleid tot het OLFAR project (Orbiting Low Frequency Antennas for Radioastronomy). Op dit moment werken er bedrijven en universiteiten samen in een STW-onderzoeksproject om de eerste stappen richting OLFAR te zetten. OLFAR lijkt op dit moment de meest realistische manier om beelden te maken van het heelal bij extreem lage radiofrequenties. Een werkelijke zinvolle zwermtoepassing dus. Ook voor aardobservatie komen er steeds meer toepassingen in beeld. Hierbij moet gedacht worden aan simpele taken zoals een zwerm bijen een simpele taak heeft: het verzamelen van nectar, meer niet.
Een extreem geminiaturiseerde Hubble is geen Hubble meer Verwacht wordt dat nog dit jaar de eerste nanosatelliet gelanceerd gaat worden door het bedrijf ISIS. Het bedrijf probeert daarmee informatie te verzamelen over de snelheid en positie van schepen op de grote oceanen. Vanaf een bepaald tonnage zijn schepen verplicht een zogenaamd AIS signaal uit te zenden dat informatie geeft over de positie, de snelheid en de vaarrichting van het schip. Havenautoriteiten gebruiken deze informatie om te zien wat er rond de haven gebeurt. Schepen gebruiken deze informatie op de grote oceanen. Ze kunnen daarmee, als ze in elkaars buurt komen, zo op tijd maatregelen nemen om een aanvaring te voorkomen. De nanosatelliet gaat de AIS signalen boven de oceanen verzamelen en doorgeven aan de rederijen. Op deze manier krijgen reders beter inzicht in het reilen en zeilen van hun schepen ver weg. Een enkele nanosatelliet zal vanuit de verwachte baan misschien een paar keer per dag de posities kunnen meten en doorgeven en zo naar alle waarschijnlijkheid al geld opleveren. Zodra het systeem uitgebreid wordt tot
een grotere zwerm, dan zullen de reders min of meer real-time kunnen zien waar de schepen zijn. Zou de taak van een enkele nanosatelliet nog door een extra systeem op een grote satelliet gedaan kunnen worden, de real-time kwaliteit van een zwerm zeker niet. Hiermee is naast de wetenschappelijke zwermtoepassing OLFAR ook de eerste commerciële zwermtoepassing geboren. Het is nu wachten op de systemen die ook vliegtuigen kunnen gaan waarnemen en zo heel snel kunnen doorgeven wanneer er iets aan de hand is met een vliegtuig boven onherbergzame gebieden of oceanen. Conclusie Zoals wel vaker is gebeurd bij revolutionaire technologische ontwikkelingen zijn er vanuit het idee dat microsystemen gebruikt konden worden om grote satellieten te miniaturiseren compleet andere systemen ontstaan: nanosatellieten waar op dat moment geen vraag naar was en waarvoor eigenlijk geen serieuze unieke toepassingen bekend waren. Het desondanks bouwen en lanceren van nanosatellieten heeft het nadenken over unieke toepassingen afgedwongen en het kijken naar de praktische mogelijkheden en onmogelijkheden leverde een inspirerende analogie op met insecten. De nanosatelliet wordt ontworpen als onderdeel van een zwerm. Dat is uniek voor dit type satelliet en levert volkomen andere randvoorwaarden op met betrekking tot intelligentie, betrouwbaarheid, communicatiemogelijkheden, kosten etc. Vooral de lage kosten en ook de mogelijkheid om de kosten te spreiden door een zwerm geleidelijk op te bouwen, opent de deur naar de ruimtevaart voor nieuwe, veelal kleinere, razendsnelle opererende bedrijven die instaat (zullen) blijken te zijn met nieuwe applicaties en services nieuwe markten te veroveren. Het is aardig te constateren dat bijna niets van de inzichten van dit moment bestond op het moment dat MISAT gedefinieerd werd. Er was slechts een op ervaring uit het verleden gebaseerd vermoeden dat er wel iets moest zijn omdat de technologie revolutionair vernieuwd was. Bronnen
- Delfi-programma. 2012 http://delfispace.nl/ - ISIS. 2012. http://isisspace.nl/
- “The Dutch MST program MicroNed and its cluster MISAT”, Proceedings of international conference on MEMS, NANO and Smart Systems, 2005.
Chris Verhoeven en Steven Engelen zijn verbonden aan de TU-Delft
Atlas - Februari 2013
15
Beschouwing
Een menselijke kolonie op Mars?
Door Floortje van Gameren Is het in de nabije toekomst mogelijk om een menselijke kolonie op Mars te stichten? De Nederlandse Bas Lansdorp, oprichter van het Mars One-project, denkt van wel.
S
ciencefictionboekjes over reizen naar Mars behoren nu tot het verleden. Een realisatie om een reis te ondernemen naar de rode planeet is dichterbij dan ooit. Het Mars One project is een van die organisaties. Nadeel: een terugkeer naar de aarde voor de deelnemende astronauten is niet mogelijk. Hoe het allemaal begon Wernher von Braun (1912-1977) was de eerste die een gedetailleerde technische analyse maakte van de mogelijkheid om naar Mars te gaan. Hij maakte zijn plan bekend in 1952 door middel van zijn boek Das Marsprojeckt. Het project behelsde een vloot van tien ruimteschepen met elk zeventig mensen aan boord. Volgens de planning van Von Braun zou het project uitgevoerd moeten worden in 1965. Helaas heeft het plan nooit het levenslicht gezien door financiële en politieke tegenslagen. In de jaren daarop kwamen Amerika en de Sovjet-Unie met plannen voor bemande Marsmissies. Hoewel ook deze plannen nooit tot concrete voorstellen of projecten leidden, waren dit wel de eerste uitgewerkte analyses van wat er nodig was om een bemande reis naar Mars te kunnen volbrengen. Na de succesvolle maanlanding van Armstrong in 1969 ontstond er een heropleving in het onderzoek naar bemande ruimtemissies, met name naar Mars. Naast
16
Atlas - Februari 2013
deze heropleving zorgde ook de Koude Oorlog waarin Amerika en de Sovjet-Unie, die net als bij alle andere ruimtevaartprojecten tegen elkaar opboden, voor een forse groei in de ruimtevaart. Uiteindelijk lukte het de Sovjets op 2 december 1971 om als eerste een voertuig, genaamd Mars 3, op het Marsoppervlak te laten landen. Hoewel Mars 3 geen lang leven beschoren was, twintig seconden na de landing verloor men alle contact, was het pessimisme over de missie ver te zoeken. Dolenthousiast over het resultaat werkten de onderzoekers in de jaren daarna aan verbeteringen van de voertuigen. Nu, na ruim vijftig jaar ruimtevaart naar Mars, zijn er 38 ruimteschepen naar Mars gestuurd waarvan tweederde het oppervlak heeft bereikt. ‘Vloek van Mars’ De kosten van onderzoek naar Mars liepen enorm op doordat veel ruimtemissies op een mislukking uitliepen. Dit kwam grotendeels doordat de onderzoekers niet wisten van de omstandigheden op Mars en zo niet wisten waar ze de voertuigen op moesten aanpassen. Nu is bekend dat de omstandigheden op Mars enorm wisselvallig zijn en binnen een minuut kunnen veranderen naar extremen. Dit is ook wel bekend komen te staan als de ‘Vloek van Mars’. Deze natuurlijke factoren hebben het onderzoek naar Mars behoorlijk vertraagd. Naast de tegenwerking van natuurlijke factoren, hebben ook de bezuinigingen vanwege de economische malaise van de afgelopen tien jaar het onderzoek naar bemande Marsreizen belemmerd (National Geograp-
Beschouwing hic 2010). Vooral intergouvernementele organisaties zoals ESA, die grotendeels afhankelijk zijn van overheidsubsidies, worden hier de dupe van. Veel onderzoek is uitgesteld of afgelast. Naast deze twee problemen is er nog een derde factor te noemen die het onderzoek belemmert. De staat heeft geen belang bij bemande missies en eventuele kolonies op de Rode Planeet.
Planning van de missie 2013: 24 astronauten zullen worden geselecteerd en een replica van hoe het leven op Mars zal zijn wordt gebouwd zodat de astronauten aan hun training kunnen beginnen. 2014: De eerste satelliet voor communicatie op Mars zal gemaakt worden. 2016: Een supply mission zal gelanceerd worden met 2.500 kilogram aan voedsel. 2018: Een Marslander zal gelanceerd worden om een geschikte locatie voor de kolonie te vinden. 2022: De raket met de eerste groep ‘kolonisten’ zal vanaf de aarde vertrekken naar Mars. 2023: De kolonisten zullen landen op Mars. 2025: Een tweede groep van kolonisten zal aankomen. 2033: De kolonie zal al bestaan uit twintig kolonisten en zal gestaag verder groeien.
Een ander geluid Met de komst van de eenentwintigste eeuw werd een nieuw geluid hoorbaar, dat van de commerciële bemande ruimtevaart naar Mars. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan ruimtetoerisme, zoals Virgin Galactic van Richard Branson aanbiedt, maar ook aan bedrijven die gebruik maken van nieuwe technieken in de ruimte waardoor zij aantrekkelijke producten kunnen aanbieden aan de consument. Met de komst van commercie volgt de ruimtevaart een logische stap in zijn ontwikkeling. Vaak begint een nieuwe techniek met wetenschappelijk onderzoek dat gesubsidieerd wordt door de staat omdat hij daar belang bij heeft. Vervolgens wordt de techniek verfijnd en mogelijk gemaakt voor massaproductie. Als laatste stap bedenkt een slimme ondernemer hoe de techniek commercieel kan worden ingezet. Heel veel technieken zoals tv en internet hebben deze lijn van ontwikkeling gevolgd. Het internet bijvoorbeeld is begonnen om snel te kunnen communiceren
tussen CERN en universiteiten uit de hele wereld. Daarna is ARPANET opgericht zodat militaire eenheden snel konden communiceren met elkaar. Als laatste stap werd het internet openbaar gemaakt en namen bedrijven het in gebruik voor toepassingen in commerciële zin (TNO 2012). Met de ontwikkeling van de bemande ruimtevaart is het iets anders gegaan. Hoewel de wetenschap roept dat dit juist goed zou zijn voor het opdoen van kennis over het heelal, zien staten niet een direct voordeel om mensen op andere planeten te laten wonen en onderzoek te laten doen. Het belang van de wetenschap en de staat zijn op dit vlak niet hetzelfde. Bedrijven zien wel brood in bemande ruimtereizen naar Mars. Het nog maar in de kinderschoenen staande onderzoek naar bemande ruimtevaart, is grotendeels in handen van bedrijven. Een daarvan is het Mars One-project. Hoewel Mars One een stichting is en daarom niet uit is op winst, wordt het project wel volledig gefinancierd door bedrijven en particulieren. Het project is ondanks de ambitieuze planning om in 2022 de eerste astronauten al naar Mars te sturen, behoorlijk serieus. Dit jaar nog vindt de selectie plaats van astronauten en kan de training beginnen en volgens de organisatie zijn er al veel aanmeldingen binnen. Om de kosten op het project te drukken is een terugreis voor de astronauten naar de aarde niet mogelijk. Doel van het project is daarom ook echt onderzoek en kolonisatie (Mars One Project 2012). Angst Nu bemande reizen naar Mars dichterbij komen is er naast enthousiasme ook angst voor wat er komen gaat. Hoe zit het bijvoorbeeld met de psychologische en sociale gevolgen voor de astronauten die de levenslange missie ondergaan? Mensen dragen van nature bacteriën bij zich, de angst is dan ook dat deze ontsnappen en wat gebeurt er dan met de planeet? Andersom is natuurlijk ook mogelijk – als er natuurlijk al microben op Mars aanwezig zijn – wat gebeurt er dan met de astronauten? Het mag duidelijk zijn dat er meer bij een Marsmissie komt kijken dan de techniek alleen. Bronnen
- Mars One Project. 2012. ‘‘About Mars One.’’ www.mars-one.com (3 februari 2013).
- National Geograpic. 2010. ‘‘Mars.’’ www.nationalgeograpic.com (3 februari 2013).
- TNO. 2012. ‘‘Informatiemaatschappij.’’ www.tno.nl (3 februari 2013).
Atlas - Februari 2013
17
Beschouwing
The world is not enough De intergalactische verdragen die menselijke activiteit in de ruimte reguleren Door Lieke Feenstra Onderzoeken en verblijven in de ruimte vinden al geruime tijd plaats. Dit zijn handelingen die worden ondernomen door verschillende staten. En zoals bij vele activiteiten en gebeurtenissen waarbij meer dan één staat betrokken is, is ook ons universum onderworpen aan internationaal recht. In de vorige eeuw zijn dan ook diverse verdragen gesloten op dit rechtsgebied.
A
nd pray that there’s intelligent life somewhere up in space, cause there’s bugger-all down here on Earth De heren van Monty Python geven het in hun lied ‘Galaxy Song’ al aan: de mogelijkheid van het bestaan van buitenaards leven houdt de mens bezig. We willen hier zo snel mogelijk veel meer over ontdekken. Spoetnik Het universum. Een boeiende en een onuitputtelijke bron van vragen bevattende materie. Wat is het universum? Wat bevindt zich precies in de ruimte? Worden planeten wellicht bewoond door groene, onbekende wezentjes? Vraagstukken die de mensheid al een heel lange tijd bezighouden. Antwoorden zijn alleen te vinden in de ruimte zelf. Dat vraagt om onderzoeken. Onderzoeken die moeten worden verricht tijdens verblijven in de ruimte. De eerste buitenaardse activiteit van de mens ving aan met het lanceren van de Spoetnik 1 door de Sovjet-Unie in 1957. Vanaf dat moment namen de onderzoeken van de mens in de ruimte snel toe. Deze voortgangen zijn indertijd gerealiseerd door de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Nu, een ruime vijftig jaar later, zijn deze staten niet meer de enige mogendheden die actief zijn in de ruimte. Europa is met the European Space Agency (ESA) een belangrijke speler in de lucht- en ruimtevaartactiviteiten geworden. Maar ook wereldmachten als China, India, Zuid-Afrika en Brazilië hebben in rap tempo hun buitenaardse activiteiten ontwikkeld. Het Ruimteverdrag Door de snel toenemende aanwezigheid van verschillende staten in de ruimte werden in de jaren zestig tot
18
Atlas - Februari 2013
Het Comité komt bijeen voor de jaarlijkse vergadering in Wenen (www.oosa.unvienna.org) en met tachtig van de vorige eeuw verschillende verdragen en conventies gesloten. Hieronder waren: - The Agreement on the Rescue of Astronauts, the Return of Astronauts and the Return of Objects Launched into Outer Space, - The Convention on International Liability for Damage Caused by Space Objects, - The Convention on Registration of Objects Launched into Outer Space. Het eerste verdrag dat tot stand kwam en het belangrijkste wat betreft het aantal staten dat partij is, is The Treaty on Principles Governing the Activities of States in the Exploration and Use of Outer Space, including the Moon and Other Celestial Bodies (het Ruimteverdrag uit 1966). Het Ruimteverdrag is gebaseerd op de verklaring aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties: The Declaration of Legal Principles Governing the Activities of States in the Exploration and Use of Outer Space. Het Ruimteverdrag is van kracht gegaan in oktober 1967 en was op dat moment geratificeerd door de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en het Verenigd Koninkrijk. Inmiddels hebben ongeveer honderd staten het Ruimteverdrag geratificeerd, waaronder de eerder genoemde wereldmachten.
Beschouwing ‘Fly me to the moon’ Een ander bekend verdrag omtrent Ruimtevaart is de Agreement Governing the Activities of States on the Moon and Other Celestial Bodies, ook wel bekend als het ‘Maanverdrag’ (1979). Een groot verschil met het Ruimteverdrag is het feit dat slechts enkele landen het Maanverdrag hebben geratificeerd. Staten als Rusland, de Verenigde Staten en China hebben dit niet gedaan. Volgens zowel het Ruimteverdrag als het Maanverdrag hebben de ruimte en de onderdelen daarvan zoals de manen en de planeten de status van gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid (Hernalsteen 2006/2007). Dit begrip houdt in dat geen enkele staat eigendom van deze gebieden of onderdelen daarvan kan opeisen. Dit is interessant gezien de natuurlijke grondstoffen die de maan te bieden heeft. Volgens artikel 11 van het Maanverdrag vallen alle natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen onder het gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid. Maar in hoeverre wordt dit mondiaal erkend en heeft het gezag als vele belangrijke staten het Maanverdrag niet geratificeerd hebben? Al in 1959 heeft de VN een comité opgericht dat zich bezighoudt met ruimtevaart(recht) en de activiteiten van staten die daaromtrent worden ondernomen:
Het Ruimteverdrag Dit zijn de belangrijkste bepalingen: - The exploration and use of outer space shall be carried out for the benefit and in the interests of all countries and shall be the province of all mankind; - Outer space shall be free for exploration and use by all States; - Outer space is not subject to national appropriation by claim of sovereignty, by means of use or occupation, or by any other means; - States shall not place nuclear weapons or other weapons of mass destruction in orbit or on celestial bodies or station them in outer space in any other manner; - The Moon and other celestial bodies shall be used exclusively for peaceful purposes; - Astronauts shall be regarded as the envoys of mankind; - States shall be responsible for national space activities whether carried out by governmental or non-governmental entities; - States shall be liable for damage caused by their space objects; and - States shall avoid harmful contamination of space and celestial bodies.
The Committee on the Peaceful Uses of Outer Space (COPUOS). COPUOS bestaat uit twee subcomités: een wetenschappelijk/technisch subcomité en een juridisch subcomité. Het Comité houdt toezicht op de internationale samenwerking betreffende het vreedzame gebruik van de ruimte en werkt aan de ontwikkeling van onderzoeksprogramma’s die plaatsvinden onder de vlag van de VN. Een specifieke, juridische taak is weggelegd voor de United Nations Office for Outer Space Affairs. Dit is een onderdeel van het juridisch subcomité en houdt zich bezig met de ontwikkeling van ruimtevaartrecht. Zo doet UNOOSA onderzoek naar juridische vraagstukken van verschillende onderwerpen van ruimterecht. De uitkomsten hiervan staan ter beschikking aan staten die partij zijn bij COPUOS. Daarnaast geeft UNOOSA informatie en advies aan overheden en ngo’s in het kader van de promotie, uitleg, acceptatie en implementatie van internationaal ruimterecht. Met een aantal van 71 staten dat aangesloten is bij COPUOS is het een van de grootste comités van de Verenigde Naties. Het Comité heeft zeker gezag, de Verenigde Staten, China, India, Rusland en andere wereldmachten zijn partij bij het Comité (United Nations Office for Outer Space Affairs 2013). Wetenschappelijke en technische mogelijkheden ontwikkelen snel. Staten werken eraan om de mens langer, sneller en verder in de ruimte te krijgen. Steeds meer en uitgebreider onderzoek wordt gedaan naar het universum. Hoe meer de activiteiten van een oplopend aantal staten in de ruimte toenemen hoe meer handelingen en gebeurtenissen onderworpen zullen zijn aan internationaal ruimtevaartrecht. Dan zal blijken of de verdragen en andere bronnen van ruimtevaartrecht die we nu kennen voldoende zullen zijn om alle buitenaardse activiteiten uitgevoerd door staten te reguleren. Bronnen
- United Nations Office for Outer Space Affairs. 2013. “Space Law:
Frequently Asked Questions.” http://www.oosa.unvienna.org (7 januari 2013).
- Treaty on Principles Governing the Activities of States in the Exploration and Use of Outer Space, including the Moon and Other Celestial Bodies. 1966.
- Agreement Governing the Activities of States on the Moon and Other Celestial Bodies. 1979.
- Hernalsteen, W. 2006/2007. ‘Het Statuut van de Maan, Antar-
tica en de Diepzeebodem in het Internationale Recht.’ Jura Falconis 43 (4): 559-580 (7 januari 2013).
Atlas - Februari 2013
19
Column
Draaien
Els van Oosten
A
ls nieuwsgierige hoogopgeleide burger volg ik dagelijks de nieuwsbulletins, betaal ik voor het kunnen lezen van een papieren krant en ben ik een fervent gebruiker van de digitale krantendatabases. Over de meest verschrikkelijke zaken neem ik dagelijks kennis. De tsunami in land ‘x’ is nog niet voorbij of bij buurland ‘y’ breekt alweer de cholera uit. De verkiezingen in landje ‘z’ blijken doordrongen te zijn van corruptie en in niet-erkend staatje ‘w’ zijn de rebellen weer actief geworden. Zo gaat dat, dag in dag uit. Maar als nieuwsverslaafde neem ik er slechts kennis van. Ik trek het me niet aan. Ik lees en ik analyseer. Ik kijk niet naar korte termijn gevaren of problemen. Een watertekort? Het gaat toch om geopolitieke belangen? Een probleem aan de grens? Eens kijken wat de Veiligheidsraad zal zeggen. Zo lees ik ook de krant in de trein als ik afreis naar mijn neef Pieter. Door de economische crisis wordt er nog minder aandacht besteed aan de klimaatverandering lees ik op pagina vier. Terwijl de trein langs verlaten heidegronden zoeft vraag ik me af waar Al Gore, zelfbenoemd klimaatambassadeur, eigenlijk is gebleven. En die klimaattop in Doha laatst, zou daar nog iets gebeurd zijn? Werd er niet rumoer verwacht bij een nieuw rapport van het ICCP? Niets over gelezen, het zal wel zijn uitgesteld. Na een voorspoedige reis bel ik aan, Pieter springt in mijn armen. Wat is die vijfjarige krullenbol weer gegroeid! “Natuurlijk kom ik op jou passen” hoor ik mezelf zeggen. “Ben je aan het tekenen? O, wat mooi!” Aan de keukentafel lees ik weer verder. Tegenover mij tekent Pieter landen. Landen waar hij op vakantie is geweest, of landen die hij kent. Elk land krijg een vel papier. ‘‘Tante Elz? Hoe moet ik de aarde tekenen?’’ Ik kijk op. “Wacht, ik pak de wereldbol er bij schat. Kijk hier wonen wij, en deze zee ben je overgestoken, groot hè? Dat is een oceaan.’’ Hij luistert aandachtig terwijl hij met zijn handjes de globe lijkt te aaien. ‘‘En de aarde draait elke dag om de zon. Als dit de zon is dan...’’ wil ik vervolgen, maar Pieter is me voor: ‘‘Wordt de aarde niet misselijk?’’ Het wordt zwart voor mijn ogen. Ik zie met water overgelopen steden. Van Haïti tot New York drijven er auto’s door de stad, zitten mensen op hun Door de economische crisis wordt er daken en drijft er een lijk door de straat. Ik zie Fransen die een rechtsnog minder aandacht besteed aan de zaak beginnen omdat ze de marathon in New York niet kunnen lopen. Ik klimaatverandering zie Al Gore die door de lobby van de in het slob-zittende-autoindustrie is weggedrukt. Ogen prikken in mijn rug: Een ontelbaar aantal ontheemden uit China staan in een rij. En dan hoor ik een doffe klap, een ijsbeer overlijdt als zijn sneeuwhol als smeltwater neervalt. Opeens zit ik bij een vergadering van het ICCP. Op de dertiende verdieping van een dependance van een kantoor van de VN wordt vergaderd. “Zie je deze agenda?” “Uh ja?” zeg ik het zweet van mijn hoofd vegend.“Alleen hier staat het klimaat nog in. Wat staat er in jouw agenda? Had je Doha daar in gezet?”wordt door de hele tafel gevraagd. ‘‘Taaaannte Elzzzzzz!’’ hoor ik opeens. Het is Pieter. ‘‘Wat een goede vraag Pieter. Nee, de aarde wordt niet misselijk omdat hij elke dag om de zon draait. Fijn hè? Zullen we gaan knutselen? Kijk, ik heb al een oude krant.’’
20
Atlas - Februari 2013
Beschouwing
André Kuipers Portret van Nederlands grootste astronaut Door Floortje van Gameren ‘‘Astronaut André Kuipers grootste Nederlander van het jaar’’ kopte het AD afgelopen december. Kuipers is door de vele positieve media-aandacht omgedoopt tot een nationale held. Waarom kreeg hij eigenlijk al die aandacht?
I
n april 2004 wist in een klap heel Nederland wie André Kuipers (Amsterdam, 5 oktober 1958) was. In die maand stond Kuipers’ eerste ruimtereis gepland. In totaal verbleef de astronaut elf dagen in de ruimte en voerde in die korte tijd wetenschappelijke experimenten uit op o.a. het gebied van biologie en geneeskunde. Die elf dagen dat Kuipers zich ruim 350 kilometer boven het aardoppervlak bevond, veranderde zijn leven voorgoed. Amper drie weken na zijn terugkeer, ontving hij op 17 mei een Koninklijke onderscheiding en werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Een maand later, in juni, werd Kuipers gevraagd als ambassadeur van het Wereld Natuur Fonds en als klap op de vuurpijl benoemde de stichting Het Vrije Universiteitsfonds hem in oktober van datzelfde jaar tot bijzonder hoogleraar ruimtevaart en geneeskunde bij de Faculteit der Exacte Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam (Koenen 2012). De tweede ruimtereis van Kuipers was er niet minder om. Op 21 december 2011 vertrok hij met een Sojoezraket naar het internationaal ruimtestation ISS. Ruim vijf maanden later, op 1 juli, landde hij op de steppen van Kazachstan. Wederom ontving de astronaut huldigingen en onderscheidingen zoals een tweede Koninklijke onderscheiding waarbij hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Later dat jaar ontving hij de JFK Award 2012, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan een bekende man die het afgelopen jaar is opgevallen door zijn prestaties en carrière. Naast alle prijzen en huldigingen was ook de media behoorlijk op dreef rondom het fenomeen ‘Kuipers’. Zo werd Kuipers gevraagd de Top 2000 te openen vanuit de ruimte, raakte het Jeugd Journaal niet uitgesproken over het project ‘Seeds in Space’ waar de as-
Een poster die hing op de kamer van Wil Oosterveld, de leermeester van Kuipers. De spreuk op deze poster zou de lijfspreuk worden van de astronaut (ikstop.nl) tronaut aan mee werkte, en berichtten kranten, tv en radio regelmatig over zijn welzijn en de vordering van de experimenten. Het waren niet de experimenten, die Kuipers in de ruimte uitvoerde die de aandacht van heel Nederland trok. Vaak waren deze proeven zo ingewikkeld van aard, dat iemand zonder studie natuur – of geneeskunde te hebben afgerond zou begrijpen wat de astronaut aan het doen was. Het was Kuipers zelf die de aandacht trok. Wat sprak ons zo aan in Kuipers waardoor hij al deze aandacht kreeg en nog steeds met regelmaat krijgt? Working class hero Kuipers heeft ondanks zijn bijzondere baan en hoge opleiding de uitstraling van een working class hero. Atlas - Februari 2013
21
Beschouwing Een held van de arbeidersklasse die door hard werken en de lijfspreuk ‘Geef nooit op!’ zijn droom heeft kunnen verwerkelijken. In een uitzending van College Tour, een programma van de NTR waar Kuipers in augustus afgelopen jaar te gast was, vertelt de astronaut hoe zijn droom begon: ‘‘Ik kreeg toen ik een jaar of zeven was drie stripboekjes over de ruimte van mijn oma voor een gulden ofzo’’ (College Tour 2012). Kuipers is dus iemand die een droom had ondanks zijn bescheiden afkomst. Zijn familie kent geen traditie van artsen of andere hooggeleerden. Nee, Kuipers heeft het zelf voor elkaar gekregen, zonder springplank. Een inspirerend persoon is Kuipers dus wel degelijk. Naast zijn bescheiden afkomst, heerst er ook bescheidenheid in zijn karakter. Duidelijk werd dit vooral toen zijn vriend en leermeester Wil Oosterveld die te gast was in diezelfde uitzending van College Tour gevraagd werd om op te staan en zijn zegje opende met: ‘‘André, je ben weer als gewoon verschrikkelijk bescheiden. Je was een van de briljantste jongens uit de klas.’’ De bescheidenheid van Kuipers spreekt aan wat kenmerkend is voor een maaiveldcultuur waarin alles wat boven het gemiddelde uitsteekt kort wordt gehouden. Het is juist dat stuk ingetogenheid van Kuipers dat er voor zorgt dat we meer van hem willen weten en hem de ruimte bieden meer van zich te laten horen.
22
project ‘Seeds in Space’ om kinderen kennis te laten maken met ruimtevaart (ESA 2012). Het doel van het project was te onderzoeken wat de precieze invloed is van zwaartekracht op het ontkiemen van zaadjes van – heel toepasselijk – raketsla. Veel scholen deden mee en plantten de zaadjes. Kuipers deed hetzelfde, maar dan in de ruimte. Wekelijks deelde hij vrolijk via een webcam mee hoe het plantje zich ontwikkelde.
Kuipers heeft de uitstraling van een working class hero Ook in vrijwel elk interview dat Kuipers gaf na zijn ruimtereizen uitte hij zijn bezorgdheid over de bezuinigingen op onderwijs en maakte daarbij vaak subtiel de opmerking dat ruimtevaart essentieel is. Zo zei Kuipers in een interview met Nu.nl: ‘‘Voor Nederland is het van levensbelang dat hightech bedrijven gestimuleerd worden. Daar moeten we het van hebben. Wat betreft andere industrieën zijn we maar een kleine speler. We moeten het hebben van onze kenniseconomie. En wat betekent dat? Dat je moet investeren in onderwijs en in nieuwe technologieën. Dat doen we onder andere met ruimtevaart’’ (Nu.nl 2012).
Een normaal iemand dus die de beide benen op de grond wist te houden en zo zijn droom kon verwezenlijken. Een setting, waar iedereen zich wel mee kan identificeren en waar iedereen zich wel over kan verwonderen. Het zijn deze sympathieopwekkende factoren waar Kuipers zich niet aan kan onttrekken. Dit wetende doet het er eigenlijk niet meer toe dat Kuipers ambassadeur is van het Wereld Natuur Fonds en op die manier strijdt voor de goede zaak. Want dat de aarde een ‘‘levende cel is met een flinterdun membraam’’ en dat we daarom zuinig moeten zijn op onze planeet weten we inmiddels allemaal wel (College Tour 2012).
Het is slim van ESA om juist Kuipers op deze plek weg te zetten en hem alle ruimte te geven om met de media in contact te komen. Zo kreeg Kuipers toestemming om vanuit de ruimte mee te werken aan radioprogramma’s, schoolprojecten, een twitteraccount bij te houden en ga zo maar door. Van een man met zoveel passie voor zijn vak en daarbij zijn eenvoud en bescheidenheid nemen we het niet kwalijk dat hij voor de zoveelste keer zijn bezorgdheid uit over de toekomst van de ruimtevaart. Het is alleen maar natuurlijk wat hij doet.
De lobby van ESA De bezuinigingen als gevolg van de economische crisis zijn niet mis. Niemand lijkt eraan te ontkomen, zo ook ESA niet. Nederland bezuinigd en gaat nog meer bezuinigen op de ruimtevaart dan het al deed. ESA lijkt Kuipers te hebben opgeworpen als de spreekbuis van de organisatie die protesten uit tegen de bezuinigingen op technologie en ruimtevaart. ESA lijkt er alles aan te doen om zichzelf in positief daglicht te zetten en de bevolking ervan bewust te maken dat technologie en ruimtevaart essentieel zijn in het leven van de hedendaagse mens. Zo lanceerde de organisatie het school-
- AD. 2012. ‘‘André Kuipers grootste Nederlander van 2012.’’
Atlas - Februari 2013
Bronnen
- College Tour. 2012. ‘‘André Kuipers.’’ www.uitzendinggemist.nl (10 januari 2013).
- ESA. 2012. ‘‘Project: Seeds in Space.’’ www.esa.nl (10 januari 2013).
- Koenen, S. 2012. Droomvlucht. Amsterdam: National Geographic.
- Nederpelt, J. 2012. ‘‘Kuipers bezorgd over bezuinigingen kenniseconomie.’’ www.nu.nl (10 januari 2013).
Historisch
Sigmund Jähn Socialistische held in de Koude Oorlog Door Marianne Ravensbergen Biografieën over Neil Armstrong, de eerste man op de maan, of onze eigen André Kuipers zijn bij ons zeer bekend. Zij zijn onze ruimtehelden. Dit artikel gaat over Sigmund Jähn, een Duitse held uit de ruimtevaart. Interessant aan deze persoon is dat de Koude Oorlog een grote rol in zijn carrière gespeeld heeft.
I
n 1978 vloog Sigmund Jähn als eerste Duitser naar het Russische ruimtestation Saljoet 6. Hoewel de ruimtewedloop rond 1975 al op zijn einde liep, gezien het feit dat de Amerikanen en Russen dat jaar gezamenlijke experimenten uitvoerden, blijkt uit de berichtgeving van de ruimtevlucht van Sigmund Jähn in de Duitse media, dat de koude oorlog nog lang niet voorbij was. Sigmund Jähn wordt in de DDR tot de dag van vandaag als een held gezien. Vol trots meldde ‘Neues Deutschland’, de officiële communistische staatskrant uit die tijd, dat de eerste Duitser in de ruimte een burger van de DDR was. Of Sigmund Jähn deze rol nu mocht of niet, hij heeft een grote rol gespeeld in de koude oorlog tussen Oost- en WestDuitsland.
‘I never wanted to be made into a people’s hero’ Voordat Sigmund Jähn ruimtevaarder werd, werkte hij als piloot voor de Oost-Duitse luchtmacht. Daarnaast studeerde hij militaire wetenschappen. In 1976 werd hij door de Russen uitgekozen en gevraagd deel te nemen aan een opleiding tot kosmonaut. Achteraf bleek dat Erich Honecker hem hoog op een ranking list had gezet om zo voor de opleiding uitgekozen te worden. (Spiegel 2011). Sigmund Jähn vertelde in een interview dat het in de socialistische tijd niet mogelijk was je in te schrijven voor een opleiding tot ruimtevaarder, maar dat je gevraagd moest worden (Pritlove 2011). Naast de selectie op medische en cognitieve capaciteiten, speelde machtsverhoudingen in de Koude Oorlog dus een grote rol in de carrière van Jähn. Dit bleek pas goed op het moment dat Jähn in 1978 de ruimte in ging.
Der erste Deutsche im All – ein Bürger der DDR Invloed van het Centraal Comité Het Centraal Comité van de DDR had de ruimtevlucht van Jähn tot in de puntjes voorbereid. Iedere DDR-krant en radio had voor de vlucht drie enveloppen gekregen met daarin voorgeschreven foto’s en teksten voor in de verslaggeving van het evenement. Pas op telefonische aanwijzing mocht de eerste enveloppe geopend worden. Deze had de titel: ‘Der erste Deutsche im All – ein Bürger der DDR’. De andere twee enveloppen werden opgehaald en vernietigd. Ze bevatten teksten voor als de vlucht net anders verlopen was, bijvoorbeeld: ‘Der Kosmonaut ist tödlich verunglückt’ en ‘Das Raumschiff musste auf feindlichem Gebiet landen’ (Krause 2012) Waarom bereidde het Centraal Comité deze vlucht zo propagandistisch voor, ondanks dat de echte spacerace al voorbij was? Deze vraag moet in het licht van de ontwikkelingen vanaf de Tweede Wereldoorlog bekeken worden. Na de tweede wereldoorlog hielden Atlas - Februari 2013
23
Historisch zowel de V.S. als ook de Sovjet-Unie zich bezig met het ontwikkelen van de ruimtevaart en rakettechniek. In 1957 lanceerde de Sovjet-Unie de Spoetniksatelliet. Amerika, die zich tot dan toe superieur waande op het gebied van rakettechniek, schrok erg van deze capaciteiten van de Sovjet-Unie. Ze namen zich voor de achterstand in de ruimtevaart in te halen. Echter, de eerste mens die in een baan om de aarde vloog, Juri Gagarin, was een Rus.
ser tot in de ruimte gebracht had (BR 2012). Jähn zelf zegt echter in een interview: ‘I never wanted to be made into a people’s hero. […] For me, being in the spotlight was more exhausting than the space flight itself ’. (Spiegel 2011). Hieruit wordt duidelijk dat de staatspropaganda Jähn een bepaalde rol oplegde, of hem dat nu beviel of niet. Hij verzette zich deels tegen de propaganda, door bijvoorbeeld zijn eigen verhaal te vertellen op lezingen, i.p.v. de voorgeschreven tekst op te lezen. Daarnaast maakten mensen uit de DDR gewoonlijk duidelijk dat ze uit Oost-Duitsland en niet uit West-Duitsland kwamen. Sigmund Jähn zei daarentegen dat hij de eerste Duitse kosmonaut was, niet de eerste kosmonaut van de DDR.
‘From space, one thing is clear: This planet isn't so big that humans couldn't destroy it with their greed for profit’ Tot de dag van vandaag krijgt Jähn veel fanmail Dit was een tweede schok voor de Amerikanen. Vanaf toen stelden de Amerikanen alles op alles om de eerste mens naar de maan te vliegen. Dit lukte ze ook. De Russen konden de Amerikanen niet meer bijhouden, mede doordat hun financiële middelen niet toereikend waren. Toen Sigmund Jähn in 1978 de ruimte in ging, was dit weliswaar geen totale overwinning van de ruimtewedloop, maar wel een overwinning binnen het Duitse deel van de Koude Oorlog (Krause 2012). De DDR was op dit gebied superieur aan de BRD. Om het imago van de DDR te verbeteren greep het Centraal Comité dit evenement aan om als succesvolle staat uit de bus te komen. Volksheld van de DDR Sigmund Jähn werd een held in de DDR. Hij werd gevraagd voor lezingen, straten werden naar hem genoemd, er verscheen een postzegel met Jähn erop en hij werd geridderd in de Orde van Lenin, de hoogste onderscheiding in de Sovjet-Unie. Tot de dag van vandaag krijgt Jähn veel fanmail. Met zijn achtergrond was Jähn de perfecte volksheld: de zoon van een arbeider, die door harde inspanning het als eerste Duit-
24
Atlas - Februari 2013
Na de Wende werd Jähn gezien als bemiddelaar tussen de Amerikaanse en Russische ruimtevaart. Hij werkte voor DLR en ESA en leidde Duitse ruimtevaarders op. Hij fungeerde als tolk, opleider en raadgever tussen de twee ruimtevaarwerelden. Daarmee gaf hij uiting aan zijn bekende uitspraak: ‘From space, one thing is clear: This planet isn't so big that humans couldn't destroy it with their greed for profit’ (Spiegel 2011). De ruimte is groter dan conflicten die mensen op aarde creëren. Door de rol van bemiddelbaar op zich te nemen, hielp hij mee het conflict tussen Oost en West te verminderen. Zo kon hij zijn opgelegde rol als Oost-Duitse ruimtevaarder verwisselen voor die van Duitse ruimtevaarder (ESA 2003). Bronnen
- European Space Agency. 2003. „25 Jahre deutsche bemannte Raumfahrt.“ http://www.esa.int (8 januari 2013).
- Spiegel Online. 2011. „East German Cosmonaut Sigmund Jähn.
Capitalism now reigns in space.” http://www.spiegel.de (6 januari 2013).
- Krause, H. 2012. „Hammer und Zirkel im All. Zur Geschichte der Raumfahrt in der DDR.“ http://www.dlr.de (5 januari 2013).
- BR. 2012. “Sigmund Jähn. Der erste Deutsche im All.“ http:// www.br.de (8 januari 2013).
- Pritlove, T. 2011. “RZ012 Sigmund Jähn.“ http://raumzeit-podcast.de (8 januari 2013).
Beschouwing
A spacey debate about ownership and investment: the state or the businesses? By Edwin van der Velden Where there is space, there is opportunity. So, there is no bigger opportunity than space, the place you see when you look at the stars.
I
s an investment in space a good one for governments or large businesses? That is a question which is up to debate. While businesses and governments currently support each-other in space research, overall it is in the public’s best interest to rather have the state in ‘control’ of space and is managing all the space ventures. The government tries to provide you, its citizen, the benefits of space exploration. An example of a public organization that tries to do this is the intergovernmental organization European Space Agency (ESA). However, this organization – although it has many ties to the European Union – existed prior to the creation of the EU. The Netherlands is one of ESA’s members. In this article, ESA will be compared to Space X, a fledgling young non-governmental business.
Ownership by the government So why then should the government, the entity which everyone has signed an invisible social contract with, be the one to take the lead in terms of space ownership and exploration? Firstly, think of who the government represents, the people. ESA is the governmental organization which represents the people in Europe. So it is arguable then, that the ESA is not only performing space research for the benefit of the organization itself, but also to benefit the population of Europe. Maximizing the returns to the members of the European Union, and thus the welfare of the people is stated as one of ESA’s supposed goals. Although evidently they support the people through allowing anyone to use their products for a reasonable price, the fact stays that this could not be possible if the research was not heavily subsidized. A high price would lead to a decrease in the adoption of the technologies provided by ESA. Due to the low price, many
SpaceX launch site which had previously been used by the U.S. Air Force to launch Titan rockets (SpaceX.com) Atlas - Februari 2013
25
Beschouwing of the technologies could and already have had a direct impact on the people of Europe. ESA’s satellites are a good example of this. ESA launched many telecommunication satellites which facilitate the European society at large by allowing companies to provide services to the public that requires the usage of satellites (ESA-Enterprise and Industry 2013). Furthermore, governmental institutions tend more to follow the rules regarding to safety and sustainability because their first goal is to benefit the people and not to be commercial like companies do. In the vacuum that is space, safety is everything. If a saving on safety is possible, many businesses – especially in the past – would take the risk and could get away with it. The lack of safety does not only affect the company itself (the staff etc.) but also the ones around it. Space investigation is such a large project that if it goes wrong, it affects everyone.
What should come first is the welfare of the people and not the success of the investments that are made However, governments are not always very effective in terms of returns on investment. Governments are not stable because they change due to the difference in motivation between the different parties. So investment in space and return in investment depends heavily on the policy of the leading party or parties. A solution to this problem would be a strictly regulated development plan that is not so easily changeable like the leading parties in the government. But there is another problem. Without competition the drive to improve the product decreases. Ownership by companies On the other side, businesses like SpaceX do have something to offer if they invest and are able to own property in space in a reasonable way. This kind of companies is good at achieving the aims, marketing products, and at providing competitive pricing. The newly formed company, SpaceX, is a private business that aims to make space technologies that they are able to “develop quickly, test rigorously, and maintain tight control over” (SpaceX 2013). Businesses follow a policy of survival innovation which means innovating for the sake of taking down or being at the same level as the com-
26
Atlas - Februari 2013
petition. As businesses depend on ensuring they gain the maximum amount of profit per investment, continuously they have to strive hard to innovate products before their competition can take their market-share away. Since they are also marketing to a set consumer, many businesses invest greatly in trying to attract the greatest amount of consumers. As can be seen, space investments by companies is not that bad as it seems at first hand. Companies stimulate the development in new technologies otherwise they know they will not survive the competition from other companies. People will only benefit from this competition battle provided that there is no cartel. In conclusion, it is in the best interests of the public to support the government when it comes to space investigation. Everyone, including businesses, has the potential to benefit from having a government being in control of space. Reasons for this is that governments have the capability for long term investment in space investigation and encounter an ease in sharing the technologies they create. Governments are for the people and will therefore help them when side-effects of the space research occurs. As stated before, huge amounts of state money are necessary to keep the investigation going on and to keep the price low for the people. The question which must be asked here whether in times like these, when an economic crises rages, it is still saleable to the citizens and therefore responsible to invest so much money in research when at the same time savings must be made that affects all. Space investigation and space ownership stays a difficult topic. Both governmental ownership and ownership by private businesses has its downside. However, what should come first is the welfare of the people and not the success of the investments that are made. Sources
- ESA Enterprise and Industry. 2013. ‘‘Space-European space policy.’’ www. ec.europa.eu (6 January 2013).
- Spacex.com. 2013. ‘‘Space Exploration Technologies Corporation Company.’’ www.spacex.com (6 January 2013).
Opinie
Het Nederlands belang in de ruimte: kansen voor de toekomst! Door Kavish Sewnandan Tegenwoordig is er veel discussie over de vraag of Nederland nu wel of niet wat te zoeken heeft in de ruimte. In dit artikel probeer ik duidelijk te maken waarom voor Nederland ruimtevaart steeds belangrijker wordt en dat we onze positie dienen te versterken.
R
uimtevaarder André Kuipers krijgt binnenkort een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij wordt onderscheiden omdat hij wetenschap en ruimtevaart voor een breed publiek toegankelijk heeft gemaakt. Volgens de UvA heeft Kuipers dit onder andere bereikt door het meewerken aan interessante projecten voor de jeugd. Zo heeft hij basisschoolleerlingen de groei van hun eigen planten laten vergelijken met de groei van planten in de ruimte. Tevens deed Kuipers mee aan tal van experimenten voor de European Space Agency (ESA). Hij deed onderzoek voor de wetenschap, onderwijs, geneeskunde en talloze andere vakgebieden (Van Kampen 2012). Wij kunnen geen dag zonder ruimtevaart. Het heeft een grote invloed op ons welzijn en welvaart en zonder dat we het beseffen, maken we er continu gebruik van. Hierbij kan men denken aan digitale communicatie, tv, weerberichten en navigatie. Ruimtevaart is vanwege het dagelijks gebruik van al deze technieken inmiddels ingebed in onze gehele samenleving. Honderden satellieten verzorgen de communicatie met een ieder op onze aardbol, het weerbericht wordt toegelicht met satellietbeelden en iedereen benut de navigatiesatellieten (NVR 2011). Elk jaar worden tientallen satellieten gelanceerd voor commerciële toepassingen. Hiermee worden vervolgens nieuwe diensten aangeboden voor mobiele communicatie, datavoorziening, verkeer en positiebepaling, luchtverkeer en scheepvaart. Het aantal satellieten met maatschappelijke en humanitaire doelstellingen groeit de laatste jaren aanzienlijk en overheden erkennen steeds vaker de grote waarde hiervan (NVR 2011). Zoals eerder opgemerkt, worden er door ruimtevaart vele technologische ontwikkelingen mogelijk ge-
Wat kunnen automobilisten nog zonder navigatiesatellieten? maakt. Volgens een notitie van de Space Cluster, een overkoepelende samenbundeling van vele direct in de Nederlandse ruimtevaart betrokken organisaties in de regio Noordwijk, Leiden en Delft, werken kennisinstellingen op dit moment aan hightech toepassingen op diverse gebieden. Voorbeelden zijn toepassingen op het gebied van precisielandbouw, waarbij op basis van steeds nauwkeuriger waarnemingen van vegetatie- en watercyclusparameters en steeds betere voorspelbaarheid van het weer, boeren beter in staat zijn om het land veel gerichter te bemesten en te bewateren. Andere ontwikkelingen zijn toepassingen op het gebied van ov-benutting en -management, waarbij ruimtewaarneming van het bewegende ov-net, gekoppeld aan de integrale dienstverlening beter anticiperen mogelijk maakt. Door zo aansluitingen te bewaken wordt reizen met het openbaar vervoer betrouwbaarder en aantrekkelijker (Space Cluster 2012). Een complete internationale industrie Nederlandse ondernemers profiteren flink van de Europese ruimtevaart, waar ook Nederland zijn bijdrage aan levert. De ontwikkeling van de Europese raket Ariane 5, het vanuit de ruimte analyseren van klimaat en luchtkwaliteit en het onderhouden van het ISSruimtestation dragen hieraan bij. Dankzij deze investeringen kunnen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen profiteren van ruimtevaartprogramma’s die in Atlas - Februari 2013
27
Opinie Europees verband worden uitgevoerd. De Nederlandse ruimtevaartsector omvat ongeveer zestig bedrijven en kennisinstellingen met een jaarlijkse omzet van ongeveer 140 miljoen euro. Deze Nederlandse kennisinstellingen behoren tot de top van de wereld op het gebied van ruimtevaarttechniek en hebben veel ervaring met het uitvoeren van geavanceerde ruimtevaartprogramma’s (Rijksoverheid 2012). Nederlandse ruimtevaart kan worden gezien als een complete industrie, met een breed scala aan instellingen. Zo maken wij bijvoorbeeld veel zonnepanelen, hoofdonderdelen voor satellieten en raketlanceringen en diverse meetinstrumenten. Nederlandse bedrijven ontwikkelen naast al deze instrumenten ook applicaties op basis van satellietdata. Deze zijn, ook wereldwijd gezien, zeer succesvol omdat Nederland van oudsher sterk is in het inwinnen, verwerken en toepassen van geo-informatie (Space Cluster 2012). Het technische centrum van de ESA, het European Space Technology Center (ESTEC) is in Noordwijk gevestigd. Andere ESA-landen kijken met argusogen naar deze Nederlandse positie. Van de in totaal circa 2.700 medewerkers zijn velen hooggekwalificeerde functionarissen, afkomstig uit en betaald door veelal andere Europese (ook niet-EU-)landen. ESTEC is de grootste vestiging van de ESA en representeert vijftig procent van alle faciliteiten. Er werken duizenden wetenschappers en technici die de belangrijkste Europese programma’s ontwikkelen. Daarbij wordt veelvuldig de samenwerking gezocht met Nederlandse universiteiten (waaronder Universiteit Leiden) en Industrie (Space Cluster 2012). Het is voor Nederland uitermate belangrijk om aan te haken bij belangrijke, internationale ontwikkelingen en opkomende economieën. Zo is op dit moment China een belangrijke opkomende ruimtevaartnatie. Een Chinese astronaut maakte al in 2003 een ruimtevlucht. China is nu volop bezig om een ruimtevaartprogramma te ontwikkelen om de maan te bereiken en werkt inmiddels aan een middelgroot ruimtestation, bestaande uit drie modules. Japan, Zuid-Korea en India worden ook steeds belangrijker op het gebied van ruimtevaart en ook Rusland heeft dankzij samenwerkingsverbanden met de Verenigde Staten nog steeds een goede positie. Hierbij kan men denken aan de Sojoez-missies naar het ISS en de lancering van Sojoez-raketten in Frans-Guyana. Het is duidelijk dat steeds meer opkomende economieën volop investeren in ruimtevaart en hun belang in de ruimte vergroten (NVR 2011).
28
Atlas - Februari 2013
Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zijn ook in de nabije toekomst hard bezig aan de bestaande contracten voor diverse satellieten. Tot op heden heeft Nederland een goede positie opgebouwd op vele terreinen, die we moeten behouden door een adequaat budget en deelname aan toekomstige ESA-programma’s. Op een aantal gebieden is Nederland nog steeds internationaal toonaangevend, waaronder astrofysica en atmosfeeronderzoek. Ook heeft ons land een goede positie op het gebied van producten zoals instrumenten, zonnepanelen, en componenten voor voortstuwingssystemen (NVR 2011). We moeten echter alert blijven. De investeringen in nieuwe technologieën moeten stijgen om onze concurrentiepositie te behouden en zelfs te laten groeien. De Nederlandse bijdrage aan de ESA is eigenlijk al aan de lage kant, namelijk drie procent. De Belgische bijdrage is bijvoorbeeld al bijna het dubbele hiervan. Nederland dient dus wel alert te blijven op de wereldwijde ruimtevaartmarkt. Nederland zal zeker op het gebied van gebruik en onderzoek de nodige initiatieven moeten nemen. Wij hebben door de jaren heen niet voor niets een naam hoog te houden als het gaat om ruimtevaart en het is dus zaak om deze positie vast te houden (NVR 2011). Conclusie We hebben kunnen zien dat ruimtevaart eigenlijk een deel van ons leven is geworden. Zonder dat we het door hebben, maken we er dagelijks gebruik van! Nederlandse ondernemers profiteren veel van ruimtevaart en tevens is duidelijk geworden dat Nederland op dit gebied hoog staat aangeschreven. Als wordt gekeken naar belangrijke internationale ontwikkelingen, dan wordt al gauw duidelijk dat ons land meer moet investeren om aan te haken bij opkomende economieën als China en India die ieder druk bezig zijn met een eigen ruimtevaartprogramma. Tegenstanders zullen vaak de hoge kosten aanhalen, maar op de lange termijn zullen de opbrengsten de kosten overstijgen. Nederland dient dus zijn belang in de ruimte te versterken, want de toekomst hangt letterlijk en figuurlijk in de ruimte! Bronnen
- Van Kampen, A. 2012. ‘André Kuipers krijgt een eredoctoraat van de UvA.’ www.nrc.nl (20 december 2102).
- Nederlandse Vereniging voor Ruimtevaart. Batenburg et al. 2011. Canon Ruimtevaart Nederland. Enschede: Gildeprint (4).
- Rijksoverheid. 2012. ‘Nederlandse ondernemers profiteren
van Europese ruimtevaart.’ www.rijksoverheid.nl (20 december 2012). - Space Cluster regio Noordwijk, Leiden, Delft. 2012. ‘De
Nederlandse Ruimtevaart: een notitie over kansen en bedreigingen van het Nederlandse ruimtevaartcluster.’
Column
Still Alive and Kicking... Maarten Rood
W
as dat even schrikken zaterdagochtend 22 december 2012: ik bestond nog. De wereld was niet vergaan, terwijl ik me er nog zo op verheugd had. Een flits, misschien wat explosies en dan met zijn allen naborrelen op de afterparty. Maar nee, vrijdag eindigde in een anticlimax toen bleek dat de Nieuw-Zeelanders de 21e gewoon overleefd hadden. De wereld draait gewoon door en wij draaien met zijn allen mee zoals we de afgelopen vijftig duizend jaar hebben gedaan. Wat is het toch in de menselijke aard dat ons keer op keer een einde aan de wereld doet verwachten? Er waren ook dit keer weer een paar serieuze gekken die zich op Project Armageddon hadden voorbereid door proviand in te slaan en hun huis inbreker-proof te maken. Andere figuren waren in grotten gaan zitten om te bidden. Beide methodes schijnen te helpen wanneer de wereld vergaat. Mij lijkt de tweede optie dan beter, niet alleen kost het minder moeite, het is ook logischer. Goden houden zich immers niet aan wetenschappelijk bewijs. Mocht een van hen het dan op zijn heupen krijgen, dan is het goed om een wit voetje te hebben. Nu even zonder gekheid, in mijn leven alleen al zou de wereld minstens een keer of drie vergaan moeten zijn. Dit jaar met het aflopen van de Mayakalender, in 2008 zou CERN een zwart gat veroorzaken en toen het nieuwe millennium begon in 2000. Ik krijg deze apocalypsen dus nog een keer te goed. Ook voor mijn geboorte is het einde der tijden al bij herhaling verwacht. Vooral religies schijnen er last van te hebben. Zo dachten christenen in Europa rond het jaar 1000 na Chr. dat de wereld zou vergaan, omdat het duizend jaar na de geboorte van Jezus Christus was en dan vergaat blijkbaar de wereld. Uit ervaring blijkt dus dat het einde van de wereld onzin is, althans op korte termijn. Over enkele miljarden jaren ontploft de zon, maar dan zijn wij al lang weggeschoeid door de toegenomen zonnewarmte. Toch blijft de onzekerheid over het lot van onze wereldbol. Misschien wel omdat we nooit met zekerheid kunnen zeggen dat de wereld niet vergaat. Het is tot nog toe, om met Popper te spreken, steeds gefalsificeerd, maar nooit definitief geverifieerd. Wie weet tuimelt er over twintig jaar wel een meteoriet door onze dampkring. Of ontploft er een supervulkaan in Yellowstone, USA. Je weet het niet.
Het heeft ook wel iets geruststellends zo’n einde van de wereld
Misschien zit het wel dieper. Iedereen maakt namelijk, op een gegeven moment in zijn leven, het einde van de wereld mee. Dat wil zeggen zijn of haar eigen wereld als hij of zij de eeuwige jachtvelden betreedt. Waarom geloven mensen in een einde van de wereld, is zo gezien een onderdeel van de grotere vraag: ‘wat is de zin van ons bestaan op deze aardkloot?’. Aangezien we het antwoord op die vraag niet weten, is het niet gek dat er mensen zijn die geloven in een dag des oordeels. Het heeft ook wel iets geruststellends zo’n einde van de wereld. Het impliceert namelijk dat we met zijn allen gaan in plaats van alleen, dat er godheid bestaat die hier voor verantwoordelijk is en dat er dus iets als een leven na de dood is. Game over en we beginnen het spel gewoon opnieuw, als het ware. We hoeven ons ook geen zorgen meer te maken over problemen die ons her en nu plagen. Een Apocalyps maakt een einde aan de burgeroorlog in Syrië, aan honger in Afrika, aan vuurwapens in de VS en aan de huidige Nederlandse regering. Toch zou ik iedereen in postapocalyptisch 2013 willen aanraden om niet te gaan zitten wachten op een nieuw einde, maar om te beginnen dit soort problemen eens, alive and kicking, aan te pakken.
Atlas - Februari 2013
29
Polemiek
Waar moeten we naartoe met Nederland en Europa? Een vervolg Door Chris Wensink en Max van Tongeren Max van Tongeren en Chris Wensink zijn verwikkeld in een polemiek over het welzijn van Nederland en de toekomst van Europa. In dit nummer opent Max en reageert op de reactie van Chris in het vorige nummer. Max verkondigt een pro-Europese mening waar Chris terughoudender en soms zelf somber over het voortbestaan van de Unie. Stukken uit het vorige nummer zijn terug te lezen in de digitale versie van de Atlas op de website van SIB-Leiden.
Reactie van Max van Tongeren Beste Chris,
E
r zijn inderdaad een groot aantal problemen in Europa, zowel op financieel als democratisch gebied. Bij mij is het glas echter half vol, en niet half leeg. Het Europees Parlement heeft inderdaad niet genoeg binding met haar kiezers, maar had daar tot kort geleden ook geen reële kans toe gekregen. Met de uitbreiding van haar bevoegdheden ten opzichte van de Europese Commissie, gloort er hoop aan de horizon voor deze veelbelovende, door het volk gekozen institutie. Daarnaast gaf je in je stuk aan dat er voortekenen waren dat het wel eens slecht zou kunnen uitpakken een gemeenschappelijke munt in te voeren. Dit zou in de vorige eeuw al uitgebreid uiteengezet zijn, voor de invoering van de gemeenschappelijke munt. Daar valt geen speld tussen te krijgen. Maar: het is te makkelijk om nu terug te grijpen op die artikelen, want er is een veelvoud aan artikelen die juist wijst op de gigantische kansen die een dergelijk stelsel een handelsnatie als Nederland te bieden had en heeft. Vandaag de dag laait de vraag op of er een referendum moet komen, zoals dat nu ook in Groot-Brittannië zal gebeuren. Ik ben absoluut voorstander van een referendum, omdat het een feest voor de democratie is. De manier waarop dit georganiseerd dient te worden heeft echter nogal wat voeten in de aarde. Zo bleek bij het vorige referendum (over het Verdrag van vaststelling
30
Atlas - Februari 2013
De nieuwe voorzitter van de Eurogroep: Jeroen Dijsselbloem. Wordt hij een politiek leider die over partijpolitieke grenzen durft heen te kijken? (www.bnr.nl) van een grondwet voor Europa) de opkomst erg laag te zijn en veel burgers schenen niet te weten waarvoor ze nu precies stemden. Een fout van de EU en de nationale regering samen, wat echter niets over de inhoud wil zeggen. Nederland kan niet zonder een sterk Europa en het afschilderen als ‘duur’ en ‘ondoordacht’ is ondoordacht en kan ons duur komen te staan. Dat neemt echter niet weg dat er een aantal dingen moeten gebeuren. Ten eerste moeten de leiders binnen de EU (Duitsland en Frankrijk) een eerlijk verhaal vertellen. Angela Merkel, een groot politica, loopt nu aan tegen het probleem dat ook zij herkozen zal moeten worden, een mogelijke Griekse exit uit de Euro kan zij niet verkopen aan haar kiezers dus zal zij deze exit uitstellen tot na de verkiezingen dit jaar. Er zullen leiders moeten opstaan die over de partijpolitieke grenzen heen durven te kijken en een Europees toekomstbeeld duidelijk schetsen. Ten tweede moeten er harde afspraken gemaakt worden betreffende het begrotingstekort. Een tekort van drie procent zou in uitzonderlijke gevallen toegestaan
Polemiek mogen worden, maar aan dit getal wordt nu alweer gerommeld. Een mooie kans voor Jeroen Dijsselbloem als nieuwe voorzitter van de Eurogroep lag in het verschiet, maar zijn angst om niet te worden goedgekeurd door de Fransen liet hem veel te snel concessies maken: een gemiste kans. Tot slot wil ik je nog een compleet ander scenario schetsen en ik ben benieuwd wat je ervan vindt. De Scandinavische landen krijgen het wel voor elkaar overschotten te creëren met hoge belastingtarieven en een uiterst sterk sociaal stelsel: Door in de vorige eeuw gedurende een aantal jaren flink te investeren in deze constructies staan er nu samenlevingen die heel goed functioneren. Nederland investeert nauwelijks en zet een neerwaartse trend voort door de economie kapot te bezuinigen. Waar moeten we naar toe met Nederland en Europa? Naar een streng begrotingsregime en voortkabbelen in de huidige situatie? Of investeren om beter uit de crisis te komen? Burgers hebben recht op duidelijkheid.
Reactie van Chris Wensink Beste Max,
O
ok ik geloof in de noodzaak van Europese samenwerking. Optimisme is goed, maar onze wegen scheiden zich waar het gaat om de mogelijkheid én wenselijkheid van een verenigd Europa. De drang om toe te werken naar ever closer union heeft veel van de huidige problemen veroorzaakt en zal in de toekomst voor problemen blijven zorgen. Het model van een verenigd Europa moet van tafel. De euro is een politiek project zonder economische rationale. Europese economieën verschillen fundamenteel van elkaar. Elementaire waarborgen om een schuldencrisis te voorkomen hebben vanaf het begin ontbroken en nog altijd is het de vraag of men hier gerust op kan zijn. Het kón slechts fout gaan. En het ging fout. De euro stond Zuid-Europese overheden een decennium lang toe om tegen ‘Duitse’ rentetarieven geld te lenen, met kunstmatige groei als gevolg. Via een politiek onhoudbaar proces van ‘interne aanpassing’ moet deze zeepbel nu eerst leeglopen voordat überhaupt aan hernieuwde groei kan worden gedacht. Nog altijd worden in Italië en Spanje niet de vereiste hervormingen doorgevoerd, terwijl de economische staat van Frankrijk twijfelachtiger wordt. Extra overheidsinvesteringen, op te brengen door Noord-Europa, zijn derhalve geen optie. Vandaag frustreert de euro
economische groei in Noord- én Zuid-Europa. En uit de prognoses van het Centraal Planbureau blijkt dat de eenheidsmunt Nederland ook in het verleden weinig heeft opgeleverd. Er is geen ontkennen aan: de euro is een fiasco. Een verenigd Europa vereist uiteindelijk democratie op Europees niveau. Maar er bestaat geen Europese demos, ook niet in de toekomst. Gloort er desondanks hoop voor het Europees Parlement? Het is onaannemelijk. Sinds de jaren ‘80 heeft het Parlement enorm aan macht gewonnen en dito aan mandaat verloren. Het Parlement werkt als een katalysator van ever closer union, terwijl het draagvlak hiervoor ontbreekt. Het is eigenlijk geen echt parlement. Steeds verdere overheveling van bevoegdheden naar ‘Brussel’ gaat ten koste van de reikwijdte van de democratie, terwijl de EU op veel beleidsterreinen te weinig toegevoegde waarde heeft. En een teveel aan Europese regelgeving verzwakt onze concurrentiepositie en roept onnodige weerstand op.
De drang om toe te werken naar ever closer union heeft veel van de huidige problemen veroorzaakt
Mijn toekomstbeeld van de EU, nogmaals, bestaat uit twee stappen. Ten eerste moet de eurocrisis worden opgelost. Dit zal nog lange tijd duren en op onderdelen gevoelige overdracht van bevoegdheden aan Brussel betekenen. De Commissie zal nationale begrotingen op enkele hoofdlijnen moeten kunnen overzien. Op bedachtzame wijze moet de bankenunie tot stand worden gebracht. Maar ten tweede dient een grondig debat te worden gevoerd over de verdeling van bevoegdheden tussen Brussel en de lidstaten. Zoveel mogelijk bevoegdheden moeten op nationaal niveau liggen en dus ook, waar mogelijk, terugvloeien van de EU naar de nationale parlementen. Ook om eerder genoemde redenen is een extra herverdelingsmechanisme binnen de eurozone onwenselijk. De EU zou zonder meer ‘bestand’ moeten zijn tegen referenda. Maar niettemin betwijfel ik of een referendum over het lidmaatschap een zinvolle exercitie is. Het is mijns inziens wel duidelijk wat kiezers met Europa willen: bescheidener, pragmatischer en waar nodig sterker. Het lijken mij geen onredelijke uitgangspunten. Atlas - Februari 2013
31
Ingezonden
De koningin van de nacht Door Sander Gommers De maan – onze naaste buur in de ruimte – trekt de aandacht van de mens al vele eeuwen. Een van de eerste bewijzen hiervan is een drieduizend jaar oud zegel uit Babylonië waarop een mens op de rug van een grote vogel op weg is naar de maansikkel.
B
ijna elke avond na zonsondergang is ze daar weer, soms in de vorm van een bol, soms in de vorm van een sikkel. Soms helder wit en soms goudkleurig. Als een zekerheid in het zwarte niets, de hemel die wij zien als we ’s nachts naar de sterren kijken, staat ze daar. Ongenaakbaar en trots. Tegelijkertijd geeft ze een gevoel van vertrouwen door het licht dat ze uitstraalt en de vastigheid door haar terugkeren elke nacht. Het is de maan, dezelfde planeet die onze voorvaders vele eeuwen geleden al aanschouwden en aanbeden. De satelliet van de aarde proberen we al te doorgronden sinds het begin der tijden. Een gevoel van aanwezigheid van een hogere macht en bewondering daarvoor – maar vooral de onbegrijpelijkheid – moet de houding zijn geweest van de mens toen zij nog maar weinig wist over dit hemellichaam. Vooral de steeds terugkerende verschijning – in een andere vorm weliswaar – moet deze houding nog verder hebben aangewakkerd. Het is daarom dat een groot aantal mythen en veel bijgeloof om de maan is ontstaan. Boeren lieten zich bijvoorbeeld eeuwenlang leiden door stelregels zoals ‘‘Plant bonen als de maan niet schijnt’’ of ‘‘Bomen mag men alleen bij nieuwe maan snoeien’’. Het is tot op heden nog niemand gelukt te bewijzen dat de maan iets te maken heeft met de oogst op onze aarde.
De maan was en is nog steeds iets waar je niet omheen kan, of nou wilt of niet
Al heel oud is het geloof dat de maan krankzinnigheid kan veroorzaken. Mensen die onder invloed van de maan krankzinnig werden, noemde men ‘maanziek’. Volgens een ander bijgeloof zou maanlicht blindheid
32
Atlas - Februari 2013
Zonder de maan zou het leven op aarde minder gastvrij ontvangen zijn veroorzaken. Maar aangezien het maanlicht niets anders is dan teruggekaatst zonlicht, zou het veel fellere zonlicht meer blindheid moeten veroorzaken dan het licht van de maan. Veel van deze mythen en bijgeloven zijn nog steeds niet de wereld uit geholpen. Zo geloven nog velen dat de maan invloed heeft op het weer. Naast het ontstaan van bijgeloof en mythen heeft de maan ook bij vele oude godsdiensten een belangrijke plaats ingenomen. Zij werd zowel door de Grieken en de Romeinen als door inheemse stammen in Azië, Afrika, Australië en Amerika als godin vereerd. Ook nu nog spelen bij de christenen en de joden de fasen van de maan een rol bij de vaststelling van de datum van bepaalde feestdagen. Vrezen of goddelijk? Toch is er iets vreemds aan de hand met deze mythen en bijgeloven rondom de maan. Er zijn namelijk twee soorten mythen en bijgeloven over dit hemellichaam: positieve en negatieve. Negatief is uiteraard het eerdergenoemde bijgeloof van krankzinnigheid veroorzaakt door de volle maan. Positief zijn vooral de maangoden, mythische of religieuze verpersoonlijkingen van de
Ingezonden maan. Er zijn ongeveer negentien maangoden bekend uit verschillende culturen zoals de Perzische mythologie maar ook de Egyptische- en Griekse mythologie. Hoewel een verafgoding vaak de connotatie heeft van iets positiefs, hoeft een bepaalde god niet altijd voor iets goeds te staan zoals vruchtbaarheid en liefde.
Onze voorvaderen stonden voor twee opties: er bang voor zijn of het aanbidden
Een god die verwijst naar de dood en heerst over de onderwereld, zoals Hades in de Griekse mythologie, is nou niet bepaald positief te noemen (Swab en Van den Brink 2008). Een analyse van de maangoden wijst uit dat over het algemeen zij vooral voor positieve zaken in het leven staan. Het geloof van de wicca is hier de overtreffende trap in. Zij beschouwen de maan – De Grote Moedergodin – als de belangrijkste god in hun geloof. De vraag die nu rest is waarom de maan niet als eenduidig ‘goed’ of als eenduidig ‘kwaad’ wordt betiteld. Het antwoord ligt in de lange geschiedenis van de onverklaarbaarheid van het hemellichaam zelf. Vandaag de dag weten we dat de maan een diameter heeft van 3476 kilometer, ongeveer een kwart van die van de aarde. Dat is een afstand die bijna even groot is als de lijn Moskou-Lissabon. Vandaag de dag weten we dat de massa van de maan niet meer is dan 1/81e van die van de aarde; zij bestaat dus uit een lichtere materie dan onze planeet. We weten dat op de maan de temperatuur overdag stijgt tot 130 graden en dat het kwik ’s nachts daalt naar 150 graden onder nul. We weten dat op de maan geen lucht en water voorkomen en dat het er niet waait en er geen wolken, beken, rivieren of zeeën zijn. De verschillende vormen van de maan zijn geen raadsel meer voor ons. Het maanlicht dat wij tijdens een heldere nacht zien, is teruggekaatst zonlicht. Daardoor komt het dat de maan van vorm lijkt te veranderen bij haar wenteling om de aarde. Kortom, vandaag de dag weten we veel over de maan, maar tot voor kort was dat nog totaal anders. Die lichtgevende bol aan de hemel was een groot raadsel voor onze voorouders. Zij stonden voor twee opties waarvan de eerste was dat ze er bang voor moesten zijn – juist omdat ze het niet begrepen – of om het te aanbidden om diezelfde reden. De overeenkomst bij beide stellingnamen is dat de maan iets van ontzag oproept. De maan was en is nog steeds iets waar je niet omheen kan, of je nou wilt of niet. Het is om die reden dat in
sommige geloven en culturen de maan als positief en goddelijk wordt benaderd en in andere als negatief en iets dat men moest vrezen. Goddelijk of vrezen, feit blijft dat men hoe dan ook rekening moest houden met het lichtgevende fenomeen aan de hemel. Essentieel voor het leven op aarde Doordat we vandaag de dag zoveel meer weten over de maan dan ooit te voren weten we nu pas hoe belangrijk het hemellichaam is voor het leven op aarde. Neil Comins van de universiteit van Maine in de Verenigde Staten maakte de verschillen kenbaar tussen een aarde mét en een aarde zonder maan. Zo zou een aarde zonder maan nog altijd getijden hebben ten gevolge van de invloed van de zon wat betekent dat de getijden drie keer minder hoog zouden zijn. Ook zou een dag op aarde slechts acht in plaats van 24 uur duren wat dramatisch zou zijn voor de ontwikkeling van leven wat voornamelijk gebouwd is op fotosynthese, een chemische reactie die getriggerd wordt door licht.
De maan zal verder van ons af komen te staan wat dramatische gevolgen heeft Op aarde zouden veel sterkere winden waaien en ze zouden vooral van oost naar west bewegen en minder van noord naar zuid, zoals nu. Er zouden krachtiger en meer orkanen zijn met windsnelheden die regelmatig 350 kilometer per uur halen. De atmosfeer van de aarde zou door deze ontwikkelingen een andere samenstelling hebben wat wederom gevolgen heeft voor de evolutie van het leven op de planeet. Hoe het leven zich wel zou ontwikkelen valt moeilijk te zeggen. Zelfs al zou onze aarde haar geschiedenis nog eens exact op dezelfde manier doormaken is het niet zeker dat de mens op onze planeet zou zijn verschenen. Al bij al blijkt een maanloze aarde in ieder geval een minder gastvrije plaats om te leven en om leven te laten ontstaan (Comins 2008). De toekomst? Nu we het verleden en heden uitgebreid besproken hebben, wordt het tijd om naar de toekomst van onze satelliet te kijken. De getijden die de maan veroorzaakt hebben als gevolg dat de aarde minder snel om haar as gaat draaien. Doordat miljoenen tonnen zeewater voortdurend door de zeeën heen en weer getrokken worden, wordt de omwentelingssnelheid van de aarde enigszins afgeremd. Binnen 100 000 jaar wordt daarAtlas - Februari 2013
33
Ingezonden
Al eeuwen is de mens nieuwsgierig naar de maan. Deze nieuwsgierigheid werd bekroond met de eerste maanlanding in 1969 (projectapollo.info)
34
door een dag een seconde langer. De getijden vormen dus een rem voor de rotatie van de aarde. De verlening van de dagen lijkt heel klein, maar als we berekeningen over een miljard jaar gaan maken, komen we al op ongeveer drie uren.
haar omlooptijd 110 dagen bedraagt; de aarde zal dan steeds met dezelfde kant naar de maan gewend zijn. En dan? Grote klimaatveranderingen zoals een ijstijd zijn dan het gevolg en hierdoor mogelijk zelfs verlies van al het leven op aarde (Montgomery 2009).
De aantrekkingskracht van de maan heeft waarschijnlijk de rotatie van de aarde al afgeremd toen onze planeet nog en halfvloeibaar lichaam was. De getijden moeten toen nog veel krachtiger zijn geweest. Geleerden nemen daarom aan dat de rotatie van de aarde vroeger veel sneller is geweest dan nu het geval is. Zij menen dat een aardse dag eens niet langer dan vijf tot zes uur heeft geduurd, maar in die tijd stond de maan aanmerkelijk dichter bij de aarde. Men verklaart met behulp van een natuurkundige wet – de wet van behoud van draaimoment – hoe het komt dat zij zich in de loop van de tijd verder van ons verwijderd heeft.
Tot het zover is moeten we onze maan, de koningin van de nacht, dankbaar zijn als we s’ avonds laat thuis komen en voor de zoveelste keer de sleutel op het tuinpad laten vallen maar door het licht van de maan gemakkelijk terug kunnen vinden. Maar bovenal moeten we haar blijven bewonderen voor wat zij is: een schitterend natuurfenomeen dat je kan helpen herinneren aan alle prachtige verhalen die eens geschreven zijn naar aanleiding van die mysterieuze, vriendelijk aura die aan haar kleeft.
Deze wet luidt dat de totale draaibeweging van een gesloten stelsel – dus het draaimoment niet kan veranderen. Als de aarde langzamer gaat bewegen, moet de beweging van de maan dus sneller worden, en door die snellere beweging wordt zij verder van de aarde getrokken. Volgens deze theorie zal de maan over enige miljarden jaren zo ver van de aarde verwijderd zijn, dat
W.H. Freeman.
Atlas - Februari 2013
Bronnen
- Comins, F. 2008. Discoverig the Essential Universe. New York: - Montgomery, S.L. 2009. De maan. Utrecht: Trion Natuur.
- Swab, G. en J.K. Van den Brink. 2008. Griekse mythen en sagen. Amsterdam: Spectrum.
Sander Gommers is derdejaarsstudent Sterrenkunde in Leiden.
Beschouwing
Space - the final frontier Door Amber MacLean De ruimte heeft de mensheid altijd op alle mogelijke manieren gefascineerd. Van cultuur tot de wetenschap en van de oudheid tot heden probeert ze de grootsheid van het heelal onder woorden te brengen. De manier waarop is voor iedereen verschillend.
A
long time ago in a galaxy far, far away …” Echte filmkenners weten al gelijk waar ik het over heb. Star Wars. Dé epische films over een historische oorlog in de ruimte. Dé strijd tussen goed en kwaad, tussen de Jedi en de Sith, tussen liefde en haat. Maar dit is niet de enige reden voor nerds om zich in de wonderlijke wereld van de ruimte te verdiepen. Zo kennen we ook bijvoorbeeld Star Trek, Star Gate, Alien, Third Rock From the Sun, Avatar, en de avonturen van Doctor Who. En niet alleen op de televisie houden wij ons bezig met de ruimte. In de negentiende eeuw schreef H.G. Wells (1866 – 1946) al over reizen en avonturen in de ruimte. Waar komt onze fascinatie met de ruimte vandaan? Ik heb rondgekeken in mijn omgeving en gezocht naar waar ik de obsessie – of fascinatie – van de ruimte kon terugvinden. Ik hoefde daarvoor niet ver te zoeken De aarde in het middelpunt Zolang de mens kan schrijven, verwondert hij zich al over de ruimte. Met weinig extra instrumenten dan een paar ogen en wat hersencellen werden in vroegere tijden al snel theorieën verzonnen over wat er allemaal af zou spelen in de ruimte. De bekendste oude sterrenkijker was Ptolemaeus (circa 87 – circa 150). Hij dacht dat de aarde in het middelpunt van ons sterrenstelsel stond. Immers, de planeten en sterren leken in een baan om de aarde te draaien. En waarom zou de aarde niet in het middelpunt staan? Het was toch gecreëerd door hogere machten? Een probleem met dit idee van hemellichamen die in een cirkelbeweging om de aarde draaien is dat het niet strookt met de feitelijk waar
De ruimte was een perfecte plek voor de romantici om zich een ander leven in te dromen
Ptolemaeus’ ideeën zijn zelfs tot in de zeventiende eeuw invloedrijk genomen bewegingen. Ptolemaeus loste dit probleem op door voor te stellen dat de planeten niet alleen een cirkelbaan rondom de aarde volgen, maar ook nog op die baan een extra cirkelbeweging, een zogeheten epicyclus, doorlopen (Leezenberg en De Vries, 36). Dit beeld veranderde in de middeleeuwen met de ontdekkingen en opvattingen van de Poolse astronoom Nicolaus Copernicus (1473 – 1543). In De revolutionibus orbium coelistium (‘Over de omwentelingen der hemelsferen’) stelde hij voor om Ptolemaeus’ geocentrische model van epicycli te vervangen door een eenvoudiger heliocentrisch model, dat de zon in het middelpunt zette. Volgens hem paste dit model beter op de waargenomen bewegingen van de hemellichamen (Leezenberg en De Vries 37). Maar dit is de wetenschappelijke en de wat ingewikkelde kant van naar de sterren kijken. Je kunt je ook op een andere manier met de ruimte bezighouden. Dit gebeurde met name tijdens een negentiende-eeuwse stroming, de romantiek. De maan als muze In de romantiek waren de maan en de sterren muzen voor veel van de melancholische poëten en schilders. Misschien is het bekendste gedicht wel Bright Star (1819) van de Engelse poet John Keats (1795-1821) “Bright Star, would I were steadfast as thou art not in lone splendour hung aloft the night
Atlas - Februari 2013
35
Beschouwing And watching, with eternal lids apart, Like Nature’s patient, sleepless Eremite, The moving waters at their priestlike task of pure ablution round earth’s human shores, or gazing on the new soft-fallen mask of snow upon the mountains and the moors […]” (NEAL 1075)
taat laat hij ook ziet dat wanneer je jong bent, je fantasie groter is. Je neemt nog rustig de tijd om je over de wereld te verwonderen. Hij meent dat als je oud bent, je je niet meer zo bezighoudt met de schoonheden van de wereld. De maan wordt echter niet altijd positief afgebeeld in de bekende literatuur. In Dracula (1897) van de Ier Bram Stoker (1847 – 1912) staat de maan gelijk aan de schaduwen in het leven en aan waanzin. Vaak wordt de maan ook geassocieerd met de duistere aspecten in het leven en met bovennatuurlijke wezens. Wij weten door de maanlanding van 1969 dat er niet veel te vinden is op onze maan – louter een paar kraters en wat rotsen. Maar vroeger was de maan juist hét symbool van de fantasie. Immers, niemand wist wat er op te vinden was.
Vroeger was de maan hét symbool van de fantasie
John Keats leidde een kort, maar intens leven. Hij wordt gerekend tot de belangrijkste dichters van zijn generatie De ruimte was een perfecte plek voor de romantici om zich een ander leven in te dromen. De avond stond gelijk aan hun diepe verlangen en de maan kon hen troosten in hun nachtelijke wandelingen. Kijk zelf eens op een heldere nacht omhoog. Het zal me niks verbazen dat je er zelf automatisch van gaat filosoferen over het leven. De Russische dichter Aleksandr Poesjkin (1799 – 1837) schrijft in zijn Jevgeni Onegin (1833) het volgende over de maan: “It was to the moon, Heaven’s icon lamp, that we used to consecrate those strolls we took through the dusk of evening and those tears with which we relieved our secret sufferings – though nowadays it’s no more to us than a standby for dim street lights’’ (190). Poesjkin was enigszins geobsedeerd door jeugd. In verschillende gedichten laat hij naar voren komen dat het beter zou zijn als je eeuwig jong kon blijven. In dit ci-
36
Atlas - Februari 2013
Zo blijkt dus dat onze fascinatie met de sterren haast menseigen is. We willen het begrijpen, of we willen ernaar ontsnappen. Onze hoop en dromen vestigen zich in de ruimte. Daar kan het antwoord op de zin van het leven liggen; daar kan een plek zijn die mooier is dan onze aarde; daar is God te vinden. De ruimte is niet alleen bedoeld voor nerds met een telescoop. Het kan evenveel betekenen voor ieder mens. Ik denk dat het ook belangrijk is dat de mens soms even stilstaat en naar boven kijkt. Ons leven hier op aarde is veel te druk. En misschien had Poesjkin wel gelijk, en kunnen we alleen tijdens onze jeugdige jaren zonder grijze haren ons verwonderen over de ruimte. Dus zetel jezelf lekker op de bank, pak een boek, dvd of telescoop, en verwonder jezelf over de magische ruimte! And may the Force be with you – always. Bronnen
- Keats, J. 1819. ‘‘Bright Star.’’ In The Norton Anthology of English Literature: Volume 1. Ed. Stephen Greenblatt. New York: Norton, 2006. 1075.
-Leezenberg, M. en De Vries, G. 2001. Wetenschapsfilosofie voor
de Geesteswetenschappen. Amsterdam: Amsterdam University Press.
- Poesjkin, A. 1833. Jevgeni Onegin. Vertaald door Boland, H. 2012. Amsterdam: Athenaeum, Polak & Van Gennep.
Recensie
“All those moments will be lost in time... like tears in rain” Recensie van Blade Runner (1982) Door Maarten Rood De ruimte spreekt niet alleen tot de verbeelding van politici en wetenschappers, ook schrijvers en filmmakers zijn door het onvoorstelbare universum geïnspireerd geraakt. Het resultaat hiervan is het sciencefictiongenre dat veel memorabele werken heeft voortgebracht, waaronder de film Blade Runner.
I
n een nummer gewijd aan ruimte, ruimtevaart en alles wat daarmee te maken heeft, mag sciencefiction natuurlijk niet ontbreken. Wat is dan beter dan een recensie van een van de beste films uit dit genre ooit gemaakt, Blade Runner? IGN plaatste deze film zelfs bovenaan hun top 25-lijst van beste scifi-films ooit gemaakt (www.ign.com 2010). Na zelf de film te hebben gezien, begrijp ik dit oordeel, Blade Runner is inderdaad een unieke film die iedereen die van films houdt in ieder geval moet proberen. Do Androids Dream of Electric Sheep? Voordat ik ga uitleggen wat Blade Runner nu zo’n goede film maakt, eerst wat over het boek waarop de film losjes gebaseerd is. Dit is een werk van een van de bekendste Amerikaanse sciencefictionschrijvers, Philip K. Dick (1928-1982). Dick schreef gedurende zijn leven 44 romans en meer dan 120 korte verhalen, bijna allemaal binnen het sciencefictiongenre. Terugkerende elementen in zijn werken zijn de focus op de vraag wat de ‘werkelijkheid’ is en identiteitsvorming van de karakters. Dit geld ook voor Do Androids Dream of Electric Sheep?, het verhaal uit 1968 waar het script van Blade Runner losjes op gebaseerd is. Het verhaal speelt zich af in een postapocalyptische wereld waarin het meeste leven is uitgestorven. De hoofdfiguur is een premiejager, Rick Deckard, die in deze wereld de opdracht krijgt om zes ontsnapte androids van het type Nexus-6 uit te schakelen. Het enige wat de androids van mensen onderscheidt, is dat zij geen empathie hebben. Natuurlijk leidt dit tot verwarring: karakters die android lijken zijn gewoon menselijk en vice versa.
Volgens IGN de beste sci-fi film ooit gemaakt Het verhaal is daarmee een metafoor voor de vraag wat nep is en wat de werkelijkheid. Wat is de betekenis van menselijkheid, van moraliteit en van empathie? Ter geruststelling: in Ridley Scotts adaptatie van het boek zijn deze diepzinnige vragen wel aanwezig, maar slechts op de achtergrond. De film is in eerste instantie een actiefilm waarin Harrison Ford als Rick Deckard de opdracht krijgt een groep buitengewoon sterke Replicants (androids) uit te schakelen. Deze androids worden geleid door Roy Batty, gespeeld door Rutger Hauer, en zijn op bloedige wijze naar aarde ontsnapt.
Atlas - Februari 2013
37
Recensie De focus op actie is niet het enige wat de film onderscheidt van zijn bronnenmateriaal. De titel verwijst naar Deckards beroep: hij is een Blade Runner. Blade runners zijn in de film speciale politieagenten die de taak hebben ontsnapte Replicants uit te schakelen. Een ander verschil tussen boek en film is de setting. Het boek speelt zich af op een postapocalyptische wereld, terwijl de film zich afspeelt in een dystopisch San Francisco in het jaar 2019.
Is alles aan de film goed? Nee, dat niet. Zoals eerder vermeld, schiet Blade Runner als actiefilm tekort, zeker vergeleken met hedendaagse actiefilms. Daarbij komt dat in de originele versie van de film de scènes begeleid worden door voice-overs van Rick Deckard die zijn gedachtegang voorstellen. Deze worden niet door iedereen gewaardeerd omdat ze vrij monotoon zijn. Sommige karakters komen ook niet erg uit de verf en het begin van de film is verwarrend.
Cult door complexiteit Toen de film uitkwam in ’82 deed hij het slecht bij het Amerikaanse filmpubliek, maar sindsdien is het een echte cultfilm geworden. Dat hij het aanvankelijk zo slecht deed, is te begrijpen: de film is als actiefilm erg traag en weinig spectaculair – hoewel de finale confrontatie tussen Deckard en Batty wel memorabel is. Wat de film goed maakt, is nu juist de complexe thematiek die grotendeels afkomstig is uit Dicks roman. De titel van deze recensie is een quote uit de film en geeft goed deze onderliggende thematiek aan.
Wat de film goed maakt, is nu juist de complexe thematiek die grotendeels afkomstig is uit Dicks roman
De Replicants zijn namelijk naar aarde gevlucht omdat hun model maar een levensspanne heeft van vier jaar, ze willen langer leven. Ze worden neergezet als zeer menselijke figuren, veel menselijker dan de echte mensen in San Francisco – waar het overigens altijd schijnt te regenen. Op een gegeven moment ging ik mezelf zelfs afvragen of Rick Deckard niet zelf een replicant is – dit is aan het einde van de film nog niet duidelijk. Blade Runner is een intelligente film die zijn kijker aan het denken zet, iets wat ik zelf kan waarderen in een actiefilm. Ook de muziek en het design van de film zijn zeer de moeite waard. De muziek is duister en atmosferisch, gemaakt door Vangelis – zo te vinden op YouTube. Erg film noir net als de rest van de film. Ook het design van de locaties waar het verhaal zich afspeelt is sterk beïnvloed door het film noir-genre, met veel licht-donker contrasten. Het design is verder een mix van futuristische en hedendaagse elementen die goed werkt en prachtig is om naar te kijken. Een aanrader want: - Het is complexe en dystopische sciencefictionfilm geïnspireerd door de Film noir - Het futuristische design is uniek en heeft de tand des tijds glansrijk doorstaan - De muziek van Vangelis - Het spel van Rutger Hauer
Ik raad iedereen die Blade Runner nog niet heeft gezien aan de film te proberen en zich niet te laten weerhouden door de bovenstaande kritiekpunten. Door de muziek en het voor de tijd unieke design is het absoluut geen gedateerde film. Sterker nog, veel hedendaagse films en games zijn duidelijk geïnspireerd door Blade Runner, voorbeelden hiervan zijn de Japanse anime Ghost in the Shell en het computerspel Deux ex Machina. Een laatste patriottistische reden om deze culthit te proberen is Rutger Hauer die een fantastische rol neerzet als replicant Roy Batty: gewelddadig, menselijk, maar bovenal complex – net als de rest van de film. -
Bronnen
www.ign.com/articles/2010/09/14/top-25-sci-fi-movies-of-
all-time
Een afrader want: - Het is complexe en dystopische sciencefictionfilm geïnspireerd door de Film noir - Is als actiefilm te traag - Het begin is verwarrend, bepaalde karakters komen niet uit de verf
Eindoordeel: 4 uit 5 sterren. Een absolute aanrader! 38
Atlas - Februari 2013
Column
Indië opgerakeld Jurgen Rinkel
O
ver sommige zaken kun je blijven schrijven. In een eerdere editie van de Atlas - jaargang 23, nummer 1 om precies te zijn - wijdde ik zowel een artikel als een column aan de oorlog tussen Nederland en Indonesië in de jaren 1945-1949, die leidde tot de erkenning van de soevereiniteit van het laatstgenoemde land. Ik dacht daarmee wel genoeg over dit onderwerp te hebben geschreven, maar kon toen niet voorzien dat het 65-jarig jubileum van de Eerste Politionele Actie in 2012 tot nieuwe aandacht - van mij en van anderen - voor dit onderwerp zou leiden. Eerst even een korte (her)introductie: de Politionele Acties waren de twee grootschalige militaire operaties tegen de Republiek Indonesië, die zichzelf kort na de Japanse capitulatie in 1945 onafhankelijk verklaard had, wat door kolonisator Nederland niet zonder meer geaccepteerd werd. De acties kregen hun naam om te verdoezelen dat het eigenlijk een oorlog was. Deze laatste term suggereert namelijk een conflict tussen twee staten en dat was Indonesië in de ogen van de Nederlandse regering niet. Beide operaties waren militair een succes, maar brachten Nederland in een diplomatiek isolement, waardoor Nederlands-Indië uiteindelijk toch opgegeven moest worden. Dit alles koste zo’n 5.000 Nederlandse soldaten het leven, terwijl aan de andere kant tussen de 50.000 en 200.000 Indonesische militaire en burgerslachtoffers vielen. De onafhankelijkheid lijkt door Indonesië dus duur betaald te zijn, maar hierbij moeten we niet vergeten dat veel van de Indonesische slachtoffers door interne twisten vielen, terwijl in de zogenaamde ‘bersiap’-periode in 1945 en 1946 duizenden Nederlandse burgers het slachtoffer werden van de rebellen. Feiten waar in discussies over het Nederlandse optreden in de Oost vaak makkelijk aan voorbij werd gegaan. Want discussie was er, maar ik zou er niet over hebben geschreven als mijn oog niet gevallen was op een artikel in de Volkskrant. Die berichtte op 15 december jl. namelijk over de mogelijke heropening van twee strafzaken uit het begin van de jaren ’50. Twee mannen werden toen door de Hoge Militaire Raad veroordeeld wegens dienstweigering in Nederlands-Indië. De reden, ze wilden geen onschuldige burgers doodschieten. Of zoals advocaat Liesbeth Zegveld het verwoordde: ‘‘Ze wilden geen oorlogsmisdaden begaan’’. Dat er vele onschuldige Indonesiërs onnodig omgebracht zijn, is al jaren duidelijk. De in 1969 gepubliceerde Excessennota geeft daarvan al een aardig overzicht en is wellicht nog maar het topje van de ijsberg. Geen van deze excessen is echter ooit aan een rechter voorgelegd. Ik vraag mij af of je dat dan al als ‘oorlogsmisdaden’ kan typeren. De woorden van Zegveld klinken mij dan ook vreemd in de oren. Vreemder nog vond ik de reden van het verzoek tot heropening. Volgens Zegveld zou nu pas duidelijk zijn over het ‘structurele geweld’ dat toegepast werd. De rechter kon dat indertijd niet weten en zou in de strafzaken niet tot veroordeling zijn overgegaan. Maar mij lijkt dat als de rechter dat niet kon weten, de betreffende dienstplichtigen dat ook niet konden en dus geen werkelijk steekhoudende reden hadden om te weigeren. Maar waar ik het meeste mee zit, is dat wanneer dit soort zaken heropend worden en de beklaagden met terugwerkende kracht vrijgesproken worden, zij daarmee in feite stellen dat al die mensen die wel zijn gegaan, direct of indirect schuldig zijn geweest aan oorlogsmisdaden. Zoals gezegd, het is inderdaad niet zo dat er geen excessen hebben plaatsgevonden en wat er bijvoorbeeld op Zuid-Celebes onder Westerling is gebeurd, zit ver over de grenzen van het oorlogsrecht. Maar de vraag is dan wie je daarvoor verantwoordelijk moet stellen. De dienstplichtige soldaten? Ik denk het niet. Uiteindelijk zijn het de heren in Den Haag die de soldaten hebben gestuurd, met het onvermijdelijke gevolg dat dit soort dingen plaats vinden. Maar wanneer eenmaal democratisch is besloten dat er ten strijde getrokken moet worden, dan valt dienstweigering in mijn ogen niet goed te praten. Hoeveel leed dat ook heeft veroorzaakt. Atlas - Februari 2013
39
s a l t A e d r a a j r e p r ? e n e e k g j Vier zorgd kri e b s i u th
Dat kan vanaf 2013! gratis l e e h e g is t n e m e n n o b a t e H n o o w t n e b id -l IB S n e e je g n la zo achtig in Leiden.
Meld je nu aan, stuur een mailtje naar
[email protected]!