JAARGANG 10 | NUMMER 1 | FEBRUARI 2008
Gratis schoolmate ontlast schoolleider
l a i c
el sbe d lei
Schoolaffaire wordt dorpsrel
S pe
Excellente scholen blij met erkenning
P e rs o n e
Godding & Co corporate communicatie
uw kracht
in het middelpunt
Naar een nieuwe beleving van uw school onderzoek beeldvorming maak waarden zichtbaar zorg voor een aansprekend verhaal kom creatief in contact
www.godding-co.nl
Tel (013) 518 61 58
De Re-integratie g AdviesDesk Onderwijs
045-579 8181 Voor V oor al a uw u vragen op het gebied van arb arbo, bo, verzuim en re-integratie E-mail:
[email protected]
6489/ARC2007
www.vfpf.nl
over onderwijs
Inhoud 8
Schoolmates ontlasten directeuren Zes Rotterdamse basisscholen hebben of krijgen gratis een schoolmate die de directie veel werk uit handen neemt. De kosten worden gedeeld door een woningcorporatie en de gemeente. Wethouder Leonard Geluk is enthousiast en ziet mogelijkheden voor een uitrol in het hele land.
10
Excellente scholen blij met erkenning Zo’n 30 leden van VOS/ABB hebben van de Inspectie van het Onderwijs voor een of meer van hun afdelingen het predicaat ‘excellent’ gekregen. Een blijk van erkenning. Over Onderwijs vroeg vier scholen hoe ze het doen.
12
Schoolaffaire wordt dorpsrel In de nieuwe rubriek ‘In de praktijk’ het verslag van een politieke rel in Drenthe. Aanleiding: het ontslag van een schooldirecteur. Hoe een arbeidsconflict uit de hand kan lopen en hoe belangrijk juridische ondersteuning dan is.
28
Special over P&O Acht pagina’s over personeelsbeleid. Een actueel thema, want er verandert veel op dat gebied. In deze special veel informatie en verhalen uit de praktijk. RENN4 in Groningen werkt aan een nieuw taakbeleid. Signum in Den Bosch voert een nieuw functiebouwwerk in en het Stedelijk College Zoetermeer werkt met prestatiebeloning.
En verder 0
4
05
In het kort
16
Commentaar
18
26
Geld voor Oost-Europese leerlingen
Facelift in Venlo
29
Leerkrachten verplicht aanwezig
Tevreden over Kleine Kamp
6
Superscholen in Slotervaart
20
Het gebouw: Nagele
31
Prestatiebeloning: cultuuromslag
7
Proeftuin voor mondige burgers
23
Gelijk en ongelijk
33
Meer loopbaanperspectief
Europees aanbesteden
24
De vijf vragen: Zwolle
35
Agenda P&O
15
over onderwijs
In het kort Start ATO Scholenkring feest voor schooljeugd De start van de nieuwe stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs ’s Hertogenbosch en omstreken werd in januari een feestelijke happening voor alle betrokken leerlingen. Met 99 bussen werden de ruim 5000 leerlingen van 21 scholen uit alle richtingen naar stadion De Vliert gebracht, waar ze ballonnen oplieten en meezongen met de Gebroeders Ko. Hoedemaker, lid van het College van Bestuur van de nieuwe stichting. De stichting ATO, ook genoemd ATO Scholenkring, is ontstaan uit een fusie tussen het openbaar onderwijs en het nutsonderwijs in Den Bosch. Het openbaar onderwijs viel tot nu toe onder een bestuurscommissie, die per 1 januari 2008 is verzelfstandigd. Bijna tegelijkertijd kreeg de fusie met de Stichting Nutsonderwijs zijn beslag. Joop van Lanen van het Nutsonderwijs is voorzitter van het nieuwe College van Bestuur geworden. De partners werkten al veel samen, zodat er in de praktijk niet zo heel veel verandert. De Stichting Nutsonderwijs beschikte over een bescheiden eigen vermogen, dat buiten de fusie is gehouden. “Maar het is heel leuk dat de nieuwe stichting dat geld mag gebruiken voor een fonds waar alle ATO-scholen een beroep op mogen doen. Het is bedoeld voor schoolactiviteiten die te maken hebben met maatschappelijke verantwoording”, aldus Hoedemaker. De nieuwe stichting bestuurt 12 openbare scholen, acht Nutsscholen en één algemeen toegankelijke school. “De oude scholen blijven hetzelfde, maar nieuwe scholen worden voortaan ato-scholen”, Feest in stadion De Vliert omdat het schoolzegt Hoedemaker. “De Groote Wielen is bestuur is verzelfstandigd en gefuseerd. de eerste”.
foto: Marla Smith Stevels
Het was een manier om de nieuwe stichting meteen in de schijnwerpers te zetten, zowel bij de ouders als bij de plaatselijke media. “De kinderen merken natuurlijk niets van een bestuursfusie, maar ze zagen in het stadion toch even welke scholen er nu allemaal bij horen. Voor ons werd het heel tastbaar: voor deze kinderen doen wij het”, zegt Titus
Twee docenten uit Emmen in nationale top 10 Het Esdal College scoort goed in een internetonderzoek naar de beste leraren van Nederland. Twee docenten van deze openbare school in Emmen staan in de nationale top 10. Leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs en mboinstellingen konden op www.beoordeelmijnleraar.nl aangeven wie volgens hen de beste en slechtste docenten zijn. De in december gepensioneerde docente Nederlands Betty van Kraaikamp van het Esdal College staat met een rapportcijfer 9,7 net boven haar collega Engels Joanna Alderlieste, die een 9,6 kreeg. Gemiddeld geven leerlingen hun leraar een 7,2. De leerlingen die aan de internetenquête meewerkten, noe
over onderwijs
men Van Kraaikamp een ‘topjuf’ die eerlijk is, goed kan luisteren, motiveren en uitleggen en bovendien humor heeft. Ze ervaren het als een gemis dat ze nu met pensioen is. Algemeen directeur Johan van der Veen van het Esdal College is er trots op dat twee van zijn docenten in de top 10 staan. “Het is natuurlijk geen breed opgezet en wetenschappelijk verantwoord onderzoek, maar het is wel mooi dat onze leerlingen zo enthousiast zijn over Betty en Joanna. Ze zetten er de school positief mee in de schijnwerpers!” De bedenkers van www.beoordeelmijnleraar.nl namen het idee over van www.ratemyteacher.com, een Amerikaanse site die sinds 2001 bestaat.
Kwaliteitsrichtlijn VO gratis voor leden Leden van VOS/ABB kunnen de Kwaliteitsrichtlijn VO-scholen, die 25 euro kost, gratis bestellen. Het gaat om de tweede herziene druk van deze uitgave van Adviesbureau Hevo voor projectmanagement. Het boek bevat praktische informatie voor iedereen die een scholenbouwplan voorbereidt. De Kwaliteitsrichtlijn gaat in op de kwaliteitseisen voor een schoolgebouw, rekening houdend met veranderende eisen aan schoolgebouwen, zonder daarbij de beschikbare budgetten uit het oog te verliezen. In de praktijk is gebleken dat scholen daaraan behoefte hebben, omdat er tot nu toe alleen wettelijke minimumkaders bestaan waaraan een gebouw moet voldoen. Voor het binnenklimaat is dat bijvoorbeeld niet voldoende. Daarom besteedt de herziene uitgave extra aandacht aan ventilatie.
Exploitatiekosten Ook nieuw in de Kwaliteitsrichtlijn is de aandacht voor exploitatiekosten. Mede door de hoge energieprijzen wordt dit steeds belangrijker. Bouwkosten zijn hoog, maar de kosten voor de exploitatie over de hele gebruiksperiode van het gebouw zijn nog veel hoger. Ontwerp- en materiaalkeuzes
Grote verzelfstandigingen in Rotterdam en Den Haag Rotterdam heeft sinds 1 januari het grootste verzelfstandigde bestuur voor openbaar onderwijs in Nederland. Ook het bestuur van het openbaar primair onderwijs in Den Haag is met ingang van het nieuwe jaar verzelfstandigd. Het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR) heeft 87 scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs, verdeeld over 134 locaties, met in totaal ruim 29.500 leerlingen. Bestuursvoorzitter Wim Blok ziet in de verzelfstandiging kansen om het openbaar onderwijs beter te profileren. BOOR heeft een nieuw strategisch beleidsplan opgesteld, waarmee het bestuur actief aan de slag gaat. Onderdeel van het beleidsplan is dat de openbare scholen weliswaar voor iedereen toegankelijk zijn, maar dat ze geen vergaarbak mogen zijn. “Er zijn huisregels waaraan iedereen zich moet houden. Daar kun je als ouder op worden aangesproken”, aldus Blok. Hij wijst er ook op dat het verzelfstandigde bestuur zich nadrukkelijker kan verantwoorden voor de gemeenteraad en daarmee voor de hele Rotterdamse samenleving. “Transparantie vinden wij als bestuur voor openbaar onderwijs heel belangrijk.” De bestuursoverdracht voor het openbaar primair onderwijs in Den Haag werd op 4 december ondertekend. De zelfstandige stichting heeft de naam Haagse Scholen gekregen. Er vallen 57 scholen onder met in totaal ruim 14.300 leerlingen. De Haagse onderwijswethouder Sander Dekker reageert enthousiast: “Door de verzelfstandiging kan het openbaar onderwijs zich beter profileren. De slagkracht neemt toe. Dat is een voordeel voor de scholen, ouders en leerlingen. De gemeente heeft vertrouwen in de toekomst van het openbaar onderwijs. Het stijgende leerlingenaantal van het afgelopen jaar is een voorschot op een mooie toekomst”, aldus Dekker op www.residentie.net.
hebben daar invloed op. Het kan soms aantrekkelijk zijn om extra te investeren in voorzieningen die zich in de exploitatiefase van een gebouw weer terugverdienen. De Kwaliteitsrichtlijn is een boek van 74 pagina’s, geschreven voor vo-scholen. Binnenkort verschijnt er ook een Kwaliteitsrichtlijn Primair Onderwijs en brede scholen. Als lid van VOS/ABB kunt u de Kwaliteitsrichtlijn gratis bestellen door een mailtje te sturen aan: Daniëlle Stellenaar,
[email protected] met uw naam, adres en gegevens over uw instelling. Zij regelt dan dat het boek naar u toe komt.
Commentaar Aan de slag met P & O Dit nummer van Over Onderwijs bevat voor het eerst een special: acht pagina’s over personeel en organisatie. Waarom P & O? Omdat elke organisatie staat of valt met goed personeel. Dat geldt zeker voor een school. Als uw personeel tevreden is, heeft dat immers effect op de sfeer, de uitstraling en het imago van de school, de kwaliteit van onderwijs en dus ook op de toeloop van het aantal leerlingen. Daar komt nog bij dat er voor het onderwijspersoneel tal van veranderingen op stapel staan. De inrichting van het taakbeleid en het functiebouwwerk bijvoorbeeld: scholen moeten ermee aan de slag. Ook het beloningsbeleid gaat op de schop. Minister Plasterk was er duidelijk over bij de presentatie van het Actieplan LeerKracht: hij wil naar prestatiebeloning in het onderwijs door de automatische, jaarlijkse periodiek af te schaffen. Ook VOS/ABB vindt sommige vanzelfsprekendheden achterhaald, maar hoopt dat onderwijswerkgevers vooral zélf werk maken van functie- en beloningsdifferentiatie. Onderwijspersoneel moet voor zowel werk als inzet een passende beloning krijgen. Dan moeten we verschil kunnen en dúrven maken. Professionaliseren, regelmatig evalueren en beoordelen van functioneren hoort daarbij. In de special in dit nummer een aantal verhalen uit die praktijk: hoe pakten de voorlopers het aan? En wat zijn de resultaten? Ook maakt u in dit nummer kennis met onze specialisten op dit gebied, die scholen kunnen helpen bij de vernieuwing van hun personeelsbeleid. Ik wens u veel leesplezier. Joop Vlaanderen over onderwijs
In het kort Superscholen in Slotervaart superbrede basisscholen waarin onderwijs, naschoolse activiteiten, inburgeringscursussen en andere maatschappelijke functies samenkomen. Het gaat om de Ru
Voor de drie betrokken scholen wordt nieuwbouw gerealiseerd. Meer informatie op www.stwt.nl. Wouter Bos tussen leerlingen van de Ru Paréschool.
Paréschool, de Professor Einsteinschool en de Huizingaschool van de bij VOS/ABB aangesloten Stichting Westelijke Tuinsteden. Voor de ondertekening van de afspraken voor de community centers kwamen de ministers Wouter Bos, Ella Vogelaar en André Rouvoet naar Slotervaart. Ook stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch en onderwijswethouder Hennah Buyne waren erbij. Wouter Bos zei dat er ‘wat moois te gebeuren staat’ en dat er ‘een heel bijzonder type school tot stand komt’. Het convenant is ook bedoeld om de bureaucratie terug te dringen. Bos sprak van ‘57 potjes geld, 57 regelingen en 57 rapportages, een bureaucratie om gek van te worden’. Er moet volgens hem één pot geld komen, zodat scholen hun tijd beter kunnen gebruiken.
7000OEFSXJKTQSJKT +POLIFFSNS7BO#FJKNBUIPF,JOHNBQSJKT In 2008 wordt de VOO-onderwijsprijs uitgereikt aan iemand in het openbaar onderwijs die zichtbaar heeft bijgedragen aan het -samen met leerlingenvormgeven van een veilige schoolcultuur.
XXXWPPOMPOEFSXJKTQSJKT %FXJOOBBSPOUWBOHUȽ FOIFUTQFDJBBMPOUXPSQFO CSPO[FOCFFMEKFA%BBOUKF %F7FSFOJHJOHWPPS0QFOCBBS0OEFSXJKT 700 SPFQUPQPN HFTDIJLUFLBOEJEBUFOWPPSUFESBHFO6LVOUPPL[JDI[FMG LBOEJEFSFO"BONFMEFOLBOUPUNBBSU WJBIFU700 CVSFBV 1PTUCVT "&"MNFSF %FKVSZCFTUBBUVJU NFWS4".%JKLTNB TUBBUTTFDSFUBSJT0OEFSXJKT EISEST&)5./JKQFMT DPNNJTTBSJTWBOEF,POJOHJOJO'SZTMÉO EISEST"1FDIUPME GSBDUJFWPPS[JUUFS% EIS8%SFTTDIFS WPPS[JUUFS"0C NFWS+(7MJFUTUSB WPPS[JUUFS704"## EIS3-JNQFS EJSFDUFVS700CVSFBV UPFHFWPFHETFDSFUBSJT
Start PO-raad leidt tot contributieverlaging VOS/ABB De oprichting van de PO-raad, die op 22 januari haar beslag heeft gekregen, leidt voor de leden van VOS/ABB op termijn tot een contributieverlaging. Dat komt doordat VOS/ABB een aantal belangenbehartigingstaken zal overdragen aan de nieuwe sectororganisatie. Als VOS/ABB die taken definitief niet meer uitvoert, worden de kosten daarvan in mindering gebracht op de contributie. Het jaar 2008 is een overgangsjaar, waarin de PO-raad stapsgewijs de belangenbehartiging namens de werkgevers in het onderwijs zal overnemen van de besturenorganisaties. Het gaat om CAO-onderhandelingen en belangenbehartiging op het gebied van bekostiging op macro-niveau. Eerst moet de huisvesting van de PO-raad nog op orde worden gebracht. De activiteiten van VOS/ABB en de PO-raad zullen elkaar aanvullen. VOS/ABB houdt haar expertise op het gebied van advisering en informatievoorziening. Leden kunnen blijven rekenen op advisering via de helpdesk, juridische dienstverlening en adviesdiensten van VOS/ABB Consulting, diverse vormen van informatievoorziening, waaronder digitale nieuwsbrieven, het blad Over Onderwijs en de actuele website inclusief het besloten deel met rekenmodules, en interessante ledenkortingen via collectieve contracten (onder meer energie, verzuimaanpak, inkoop en verzekeringen).
foto: Edwin van Eis, gemeente Amsterdam
Amsterdam-Slotervaart krijgt drie community centers:
Scholen proeftuin voor mondige burger Op negen basisscholen in Nederland wordt dit schooljaar geëxperimenteerd met democratisch burgerschap. Het doel is leerlingen al op jonge leeftijd te leren hoe ze in een democratische samenleving kunnen participeren. Wat zijn de bevindingen op een van deze scholen en hoe werkt onderwijsadviesdienst Eduniek aan dit project? van De Vreedzame School. Het nieuwe programma richt zich explicieter op democratisch burgerschap, en rust – naast conflictoplossing – op vier andere pijlers: kinderen leren gezamenlijk besluiten te nemen, verantwoordelijkheid voor de gemeenschap, open staan voor verschillen, en democratische geletterdheid. Het programma wordt niet als een apart vak gezien. Kinderen debatteren op obs De Kring in Maastricht. Zo leren ze vergaderen met een groep.
foto: Rob Oostwegel
“De leerlingen vinden het prettig over zaken in de groep of op school mee te mogen beslissen. Onder docenten zijn de meningen verdeeld. Iedereen onderschrijft de democratische gedachte maar velen vinden het moeilijk de inhoud van de methode te vertalen naar kinderen toe. Bovendien was de leerkracht altijd koning in eigen klas.” Ziehier de voorlopige conclusie van Har Bosch, docent op openbare basisschool De Kring in Maastricht en aanspreekpunt voor Eduniek. Bosch constateert dat het project Democratisch Burgerschap in de Basisschool goed aansluit op eigen initiatieven van De Kring. “Als school waren wij bijvoorbeeld al bezig van onderop klassenregels op te stellen.” In het project worden zoveel mogelijk zaken die in klassen spelen in overleg tussen docenten en leerlingen aangekaart. Op de Maastrichtse basisschool oefenen leerlingen met groepsvergaderingen en conflicthantering.
Groepsboek Bosch plaatst wel de kanttekening dat het concept-programma dat nu wordt uitgeprobeerd voor groep 3 wat hoog gegrepen is. “Het is geschreven voor groep 3 tot en met 8 als een geheel. Er worden op leesgebied dingen aan derdegroepers gevraagd die ze nog niet beheersen.” Daarentegen is hij onder de indruk van het fenomeen groepsboek. Per klas rouleert een boek dat elke avond mee naar huis kan gaan met een leerling. Die schrijft er een stukje in dat gaat over het gevoel van deze leerling. Een ouder mag daaraan meehelpen en de bedoeling is niet zomaar iets op te schrijven maar zaken die wat diepgaander zijn. Bosch: “Het gaat over een overleden vader of doodgeboren broertje. Dat slaat in in de groep. We zijn dan tot tranen toe geroerd. Het versterkt het groepsgevoel.”
Vreedzame School Het ontwikkelproject Democratisch Burgerschap in de Basisschool is een vervolg op De Vreedzame School. Dit programma begon vanuit Eduniek in 1999 om scholen te helpen bij het omgaan met de toenemende gedragsproblematiek, vooral in wijken in Utrecht waar het soms moeilijk was nog leerkrachten te vinden. Leo Pauw was voor Eduniek vanaf het begin betrokken bij De Vreedzame School. Hij ontwikkelde het onderwijsmateriaal. Tijdens een verblijf in de VS kwam hij in aanraking met conflictbemiddeling door leeftijdgenoten (peer mediation). Dit werd een van de pijlers van De Vreedzame School. Dit programma wordt nu op bijna 300 scholen in Nederland gebruikt. Democratisch Burgerschap is een versterking en verdieping
Bedoeling is dat het in alle lessen en vakken terugkomt. Vorig schooljaar is op drie scholen succesvol geëxperimenteerd. Pauw: “Vooral de groepsvergadering was op alle scholen een succes. Elke twee weken vergadert de groep onder leiding van een leerling-voorzitter over onderwerpen waar de leerlingen ook ècht een besluit over mogen nemen. Geen schijndemocratie maar echte onderwerpen die er toe doen. Omdat de consequenties iedereen aangaan is de betrokkenheid groot.” Eduniek streeft ernaar het Democratisch Burgerschap voor Basisscholen op 1000 basisscholen te implementeren. Informatie: www.burgerschapindebasisschool.nl Jurgen van Dijk over onderwijs
Brede school als centraal punt in de wijk
Schoolmates nemen directeuren veel Gratis ondersteuning voor de directie om contacten te leggen tussen de brede school en maatschappelijke organisaties in de wijk. Wie wil dat niet? Zes Rotterdamse basisscholen hebben of krijgen een schoolmate die de directie veel werk uit handen neemt. De kosten worden gedeeld
corporatie en de gemeente. Wethouder Leonard Geluk nodigt iedereen uit om te komen kijken hoe dit werkt.
Bestuursvoorzitter Martien Kromwijk van woningcorporatie Woonbron en de Rotterdamse wethouder Leonard Geluk (CDA) van Jeugd, Gezin en Onderwijs lanceerden het schoolmates-initiatief in november tijdens de presentatie van het Pact op Zuid. Dat is een breed maatschappelijk project om de leefbaarheid in Rotterdam-Zuid te verbeteren. Het initiatief voor de schoolmates was afkomstig van Woonbron, die in het kader van de wijkaanpak van minister Ella Vogelaar de positie van de scholen wil verstevigen. “Waar kun je deze mensen beter inzetten dan op basisscholen? De scholen zijn het meest logische centrale punt in de wijk. Schoolmates kunnen zorgen voor samenhang in de wijk en activiteiten organiseren”, aldus Kromwijk. Voorlopig gaat het om zes basisscholen die voor een periode van vier jaar gratis ondersteuning
‘Het initiatief komt van een woningcorporatie’
over onderwijs
foto: Jan van der Meijde
door een grote woning-
Wethouder Leonard Geluk: ‘Wij vonden het zo’n goed idee, dat we ook drie schoolmates voor onze rekening nemen’.
werk uit handen voor de directie hebben. De helft van die scholen is gevestigd in het gebied van het Pact op Zuid. Dat zijn de openbare basisschool De Kubus in IJsselmonde, de rooms-katholieke basisschool De Globetrotter in de Afrikaanderwijk en de protestants-christelijke basisschool De Akker in de Millinxbuurt. De drie scholen met een schoolmate buiten het gebied van het Pact op Zuid, zijn de openbare basisscholen Delfshaven in Rotterdam-West, De Kleine Wereld in Kralingen en De Notenkraker in Hoogvliet.
Maatschappelijk middenveld Wethouder Geluk is zeer enthousiast over het project, juist omdat het initiatief niet is bedacht door de gemeente Rotterdam maar afkomstig is uit het maatschappelijk middenveld. “Het is Woonbron die zijn schouders eronder heeft gezet. Ik vond dat zo’n goed idee, dat we besloten hebben om ook drie schoolmates voor onze rekening te nemen. We hebben hier in Rotterdam veel brede scholen. Die brengen veel bestuurlijke drukte met zich mee, omdat de school contacten moet leggen met allerlei organisaties en instanties. Dan is het erg handig als je als directeur kunt rekenen op hulp. Ze kunnen zelf bepalen waarvoor ze de schoolmates inzetten.” De financiering van ongeveer 50.000 euro per jaar per school is in elk geval voor een periode van vier jaar afgedekt. Het ideaalbeeld dat Geluk voor ogen heeft, is dat alle ruim 200 basisscholen in zijn stad een schoolmate krijgen, maar het mag duidelijk zijn dat dat om financiële redenen toekomstmuziek is. Een simpele rekensom leert dat er op jaarbasis zeker 10 miljoen euro nodig is om alle directeuren van Rotterdamse basisscholen een steun in de vaak overbelaste rug te geven. Dat geld is er simpelweg niet, maar toch probeert Geluk om het initiatief te verbreden. “In december hebben we alle andere woningcorporaties in de stad en alle bedrijven met meer dan 300 werknemers een brief gestuurd met het verzoek om ook aan dit project deel te nemen. Het is natuurlijk nog een groot gat van zes naar 200 scholen - ik erken ook dat het nog geen aanmeldingen regent - maar het is nu nog te vroeg om daar iets zinnigs over te zeggen. Ik hoop uiteraard dat het idee aanslaat! Misschien dat het op den duur wel landelijk kan worden uitgerold. Buiten de stad zijn bijvoorbeeld veel kapitaalkrachtige corporaties. Rotterdam is wel vaker een succesvolle proeftuin voor nieuwe initiatieven. Ik zou zeggen, kom eens kijken hoe dat hier met die schoolmates werkt!”
‘School bepaalt zelf wat schoolmate gaat doen’
Lesinhoud eerst De Rotterdamse wethouder vindt eigenlijk dat het de taak van de rijksoverheid is om voldoende geld beschikbaar te stellen voor ondersteuning, maar benadrukt dat dit voor hem niet een rechtvaardiging mag zijn om met de armen over elkaar te blijven zitten. “Ook op andere gebieden vind ik dat er te weinig geld van OCW komt, bijvoorbeeld voor 100 procent VVE, talentontwikkeling en de verlengde schooldag die wij graag willen. Sport is een ander speerpunt. Daar hebben wij het project Lekker Fit voor gelanceerd. Ook daar gaat veel geld van de gemeente naartoe. Daarnaast moet er natuurlijk ook veel gebeuren op het gebied van organisatorische ondersteuning. Het mag duidelijk zijn dat veel schooldirecteuren het veel te druk hebben. Daarom willen we conciërges voor alle scholen, en dus ook andere vormen van ondersteuning van het management. Maar – laat ik daar helder over zijn - lesinhoud blijft voor mij echt prioriteit nummer 1. Als de rijksoverheid daar meer voor over heeft, dan kan ik geld van de gemeente dat ik nu in allerlei onderwijsprojecten steek, voor andere dingen gebruiken. Bijvoorbeeld voor meer schoolmates.” Martin van den Bogaerdt
‘Extra hand meer dan welkom’ Jan Trommel is directeur van openbare basisschool De Notenkraker in Hoogvliet, een van de zes scholen met een schoolmate. “Dat vind ik fantastisch, want elke extra hand in de school is meer dan welkom. Wij zijn al sinds 1995 als brede school het kloppend hart van de wijk. Ik ben als directeur heel erg betrokken bij de wijk Oudeland en daar gaat gigantisch veel tijd in zitten. Als je ziet met hoeveel netwerken wij te maken hebben!” De schoolmate van De Notenkraker is een vrouw op hboniveau met ervaring in de jeugdzorg. Zij gaat voor 24 uur per week voor de school werken, en neemt dan met name de contacten tussen de school en andere instanties voor haar rekening. Trommel wil voor de resterende uren een tweede schoolmate op mbo-niveau. Vlak voor het drukken van dit nummer van Over Onderwijs was nog niet duidelijk bij wie de schoolmates in dienst zouden komen. “In januari is het ons nog niet gelukt om het cao-technisch helemaal rond te krijgen. Deze maand lukt ons dat waarschijnlijk wel. In ieder geval worden de schoolmates niet door ons bestuur aangesteld. Zoals het ernaar uitziet, komen ze in dienst van het WGI, het Werkgeversinstituut in Rotterdam.”
over onderwijs
Inspectie duidelijk over kwaliteit voortgezet onderwijs
Excellente scholen blij met erkenning De Inspectie van het Onderwijs is er niet gul mee, maar toch kregen enkele tientallen scholen voor voortgezet onderwijs dit jaar het predicaat excellent. Voor de betreffende scholen is dat een blijk van erkenning. Over Onderwijs vroeg vier leden van VOS/ABB hoe ze het voor elkaar kregen. Het is dit jaar voor het eerst dat de Inspectie een lijst met beoordelingen van alle vo-scholen op haar website publiceert. De scholen kunnen per afdeling onvoldoende, voldoende of excellent scoren. Het overgrote deel van de scholen scoort voldoende. Meer dan twintig leden van VOS/ABB blijken een of meer excellente afdelingen te hebben. Een van die excellente scholen is de Gemeentelijke Scholengemeenschap ´t Schylger Jouw op Terschelling. Het is de afdeling vmbo-tl die als excellent is beoordeeld. Volgens directeur Henk Neddermeijer is dat te danken aan de goede begeleiding van de leerlingen en de geringe klassengrootte. “Wij hebben bij uitzondering 24 of 28 leerlingen in een klas maar meestal 20. Dit is een kenmerk van een eilandschool. Wij hebben formatie voor meer leerlingen.” Een aantal leerlingen gaat na de eerste en tweede klas naar havo en vwo op de vaste wal. Volgens de directeur gaat het erom de leerlingen in kleine groepen een mix van ´zelfstandig werken en begeleiding´ te geven. “Bij deze benadering ontglippen ze ons niet.” Al vijf keer eerder kreeg ´t Schylger Jouw de onderscheiding excellent voor het vmbo tl. Toch serveert Neddermeijer geen taart als de rapportage van de Inspectie bekend wordt. “Daar zijn wij te nuchter voor.” Wel legt de directeur een print van de resultaten in de postvakjes van de docenten. ”Het is voor de docenten ook geen verrassing. Ze weten al dat de score goed is.” Meer leerlingen levert het predicaat excellent niet op bij deze school. Neddermeijer: “Onze school heeft al een goede naam door het grote aantal geslaagden. Dat ligt op 100 procent. Zo’n goede beoordeling zorgt er wel voor dat de stroom constant blijft.”
Overgangsregeling Op het Jac. P. Thijsse College in Castricum, met een excellente havo, blijkt de overgangsregeling van 4- naar 5-havo het ´geheime wapen´. Deze school streeft ernaar zoveel mogelijk leerlingen van 4- naar 5-havo mee te nemen, vertelt conrector René Vermeer, en deze leerlingen in de vijfde klas te laten slagen. ”De docenten gaan het gevecht aan om leerlingen goed te laten presteren. De havo-scholier werkt voor iemand en niet zozeer voor zichzelf. Er gaan bij ons veel meer leerlingen van 4- naar 5-havo dan op andere scholen. En het slagingspercentage ligt rond de 90 procent, het gemiddelde van Nederland.” De kracht ligt dus in een hoog rendement in de bovenbouw, aldus Vermeer. “Het gemiddeld verschil tussen het Centraal Examen (CE) en het School Examen (SE) is bij alle vakken 0,2 tot 0,5. Gering dus. Wij zijn er wel gelukkig mee dat het niveau van het SE zo hoog is.”
10
over onderwijs
Erkenning van buitenaf Vermeer is wel trots op de onderscheiding excellente havo. ”Je krijgt van buitenaf erkenning voor wat je aan het doen bent.” Hij verwacht dat het vwo ook naar een excellent niveau zal gaan. Nu staat deze afdeling van het Jac. P. Thijsse op voldoende. Ook daar wordt de overgangsmethode toegepast om zo weinig mogelijk leerlingen te laten blijven zitten. Het Scheldemond College in Vlissingen heeft maar liefst twee afdelingen die bij de Onderwijsinspectie excellent scoorden: vmbo-b en vmbo-k. Beide afdelingen hebben slagingspercentages van 95 tot 100 procent, vertelt Eugène Fagg, directeur onderwijs. “Ons vmbo krimpt niet, bij collega-scholen gebeurt dat wel. Het predicaat excellent heeft er zeker mee te maken, maar er zijn meer factoren die een rol spelen. De sfeer, vriendjes en vriendinnetjes, de afstand, de mogelijkheid van sportklassen.” Volgens Fagg is het succes te danken aan het gedreven team van docenten en worden de leerlingen centraal gesteld zodat ze zeer betrokken zijn.
Continu bezig Toch beseft hij dat je als school ook een beetje geluk moet hebben. “Dat je goede leerlingen en docenten krijgt. Soms zijn het de omstandigheden – bijvoorbeeld ziekte – waardoor het niet lukt. Ook moet je continu bezig zijn met de kwaliteit en de verbetering daarvan.” Volgens de directeur kreeg het Scheldemond College een impuls toen het een licentie kreeg voor lwoo (leerweg ondersteunend onderwijs). Toen konden lwoo-leerlingen zich optrekken aan andere afdelingen. Ze kwamen in kleine groepen (6 tot 7 leerlingen) bij andere leerlingen (maximaal 20) in de klas. Fagg: “Ze zijn als ploeg aan de slag gegaan. Toen is er een vuurtje gaan branden.” De onderscheiding excellent ziet directeur Fagg als ´een stukje beloning voor inspanningen die je gedaan hebt´. “Het is altijd leuk als je een keer een prijs pakt, maar je bent nog trotser als je kunt continueren.”
Geen geheim Peter Valk is rector van het Schoonhovens College in het Zuid-Hollandse stadje Schoonhoven, met een excellent vwo. ´Geweldig trots´ is hij, ‘ondanks de betrekkelijkheid van ranglijstjes.‘ Schoonhovenaren kennen de school van de affiches die na het eindexamen voor de ramen hangen: 100 procent geslaagd! Wat is hier het geheim van de smid? “Er is geen geheim,” antwoordt Valk. “Dat zou te simpel zijn. Het gaat om stabiliteit en zo weinig mogelijk toelaten van verkeerde
foto: Martin Droog Trots op hun excellente school: opgetogen vwo-leerlingen van het Schoonhovens College met hun rector Peter Valk en afdelingsleider bovenbouw Esther van Looijengoed.
energie in je school.” Daarmee bedoelt de rector geen onuitvoerbare veranderingen doorvoeren die zouden leiden tot verspilling van energie met als gevolg gemopper en geklaag. “Geef jezelf het recht om je eigen tempo te bepalen en doe dat dan ook.” Wat ook heel belangrijk is, vertelt Valk: onderzoek behaalde resultaten en betrek de leerlingen daarbij. En: “Let goed op de sfeer, het schoolklimaat. Zelfvertrouwen is goed voor
leerlingen en personeel.” Het kwaliteitsbeleid dat het Schoonhovens College hanteert geldt voor alle afdelingen. Havo en vmbo scoren voldoende. Alle afdelingen kenden jaren van 100 procent geslaagden, vaak enkele jaren achtereen. Gemiddeld was het percentage 96 tot 98 procent. Jurgen van Dijk
Excellente scholen De volgende leden van VOS/ABB hebben van de Onderwijsinspectie voor een of meer van hun afdelingen het predicaat excellent gekregen. Criteria zijn onder meer: rendement onderbouw, rendement bovenbouw en examencijfers. VWO OSG Singelland, Drachten Schoonhovens College, Schoonhoven Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt, Amersfoort Stedelijk Gymnasium, Leiden Porta Mosana, Maastricht Havo Jac.P. Thijsse College, Castricum GSG Leo Vroman, Gouda RSG Pantarijn, Wageningen Udens College, Uden ORS Lek en Linge, Culemborg SG Lelystad, Lelystad Vmbo-tg GSG ’t Schylger Jouw, Terschelling Dollard College, locatie Bellingwedde Esdal College, Klazienaveen Jan van Brabant College, Helmond
OSG De Driemark, Winterswijk Porta Mosana, Maastricht SG Groenewald, Stein Dendron College, Horst Blariacum College, Venlo Graaf Huyn College, Geleen Vmbo-k Nehalennia, Middelburg SG Scheldemond, Vlissingen Stedelijk College Eindhoven Het Kwadrant, Weert Dendron College, Horst Vmbo-b Lyceum Ypenburg, Den Haag SG Scheldemond, Vlissingen Het Kwadrant, Weert Dendron College, Horst
over onderwijs
11
In de praktijk
Schoolbestuur kiest juridisch juiste aanpak
Schoolaffaire wordt dorpsrel Het ontslag van een schoolleider in een klein Drents dorp groeit uit tot een politieke rel. Burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld treden af en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad stapt naar de Landelijke Geschillen Commissie. Een jaar later is de rust weergekeerd en zijn de ouders tevreden. Bovenschools manager Gerrit Rotman vertelt hoe het is gegaan. De affaire speelde zich af in Darp, dat met zijn 500 inwoners een van de kleinste kernen van de gemeente Westerveld is. De plaatselijke openbare basisschool telt 74 leerlingen en zes personeelsleden. De directeur is zelf geboren en getogen in Darp en werkt al 25 jaar op de basisschool. Iedereen kent hem, veel ouders van de huidige leerlingen hebben nog bij hem in de klas gezeten. Zij zijn verbijsterd als bovenschools manager Gerrit Rotman, die nog maar sinds 2006 in deze functie werkt, de medezeggenschapsraad (MR) meedeelt dat de directeur per direct wordt geschorst. “Daar hadden wij onze redenen voor”, vertelt Gerrit Rotman. “Er waren al langer spanningen op die school, binnen het team. De MR wist dat. Ook was bekend dat we onderzoek hadden laten doen door het Vervangingsfonds. De rapportage was zodanig dat wij tot schorsing van de directeur besloten. Dat hebben we hem zelf meegedeeld en nog op dezelfde dag hebben we ook de MR ingelicht.” “De oudergeleding was verrast dat juist de directeur op nonactief werd gesteld. De ouders voelden zich op het verkeerde been gezet. Achteraf bezien begrijp ik dat wel. Hoewel zij de rapportage ook gelezen hadden, kenden ze toch niet alle details over de verhouding tussen directie en personeel. Ik kon ook niet alles vertellen, omdat het over personen ging”.
Beroering
foto: Martin Droog 12
Heftig Ondanks de aanvankelijke negatieve reactie, stemde de MR toch met alle voorstellen van het bestuur in. Wel bleef de oudergeleding op het standpunt staan dat ze niet op het juiste moment en niet voldoende waren ingelicht. Rotman: ‘Ik heb gezegd: als we er zo’n diepgaand verschil van mening over hebben, leg het dan neer bij de Landelijke Geschillen Commissie. Maar dat gebeurde uiteindelijk pas aan het eind van de rit, toen alles onherstelbaar uit de hand was gelopen. Dit was een arbeidsconflict met een werknemer, dat uitgroeide tot een politieke rel in de gemeenteraad. Ook de sfeer in het dorp was verziekt. Het was echt heftig”. Burgemeester en wethouders raakten bij de zaak betrokken omdat het bestuur van het openbaar onderwijs bij de gemeente Westerveld ligt. B en W lieten opnieuw een onderzoek doen, waaruit kritiek kwam op de plaatselijke politiek, omdat de openbare orde in het geding was gekomen. De meerderheid van de gemeenteraad eiste door de reactie van B en W op het rapport het vertrek van de burgemeester, die verantwoordelijk is voor de openbare orde. Maar uiteindelijk stapte het gehele college op.
‘Het liep onherstelbaar uit de hand’
Rotman vervolgt: “Wij hadden wel ingeschat dat ons besluit beroering in het dorp zou wekken, maar het escaleerde naar een omvang die ook wij niet hadden voorzien. De MR verweet ons dat we haar eerst mr. Erik Brouwer
hadden moeten raadplegen over de schorsing. Wij vonden echter dat we niet met de MR over een persoon konden praten, als die persoon zelf nog niet was ingelicht. We hebben daarover juridisch advies ingewonnen. Ook al was het toen een spoedsituatie, bij VOS/ABB konden we direct terecht. Jurist Erik Brouwer heeft ons vanaf dat moment bijgestaan.” De schorsing van de directeur ging door en vervolgens werd een interim-directeur aangetrokken, die de problemen moest aanpakken. “Iemand met een frisse blik”, zegt Rotman. “Deze constateerde dat herstel van de personele verhoudingen nagenoeg onmogelijk was”. Een tweede interim-directeur kreeg de opdracht om de directietaak op zich te nemen. De schorsing van de directeur werd omgezet in ontslag.
Geen potje Intussen maakte de oudergeleding van de medezeggenschapsraad de zaak toch nog aanhangig bij de Landelijke Geschillen Commissie Medezeggenschap in het Onderwijs (LGC). Het werd het sluitstuk van de affaire. Het schoolbestuur werd op alle fronten in het gelijk gesteld omdat alle procedures op de juiste manier waren doorlopen. De MR had steeds gelegenheid gekregen van zijn advies- en/of instemover onderwijs
foto: Harry Tielman Gerrit Rotman in de gemeente Westerveld: ‘Met de school gaat het nu gelukkig weer goed’.
mingsrecht gebruik te maken. “De LGC stond ook stil bij de vraag of het mogelijk is dat alleen de oudergeleding van de MR een zaak kan aanspannen. Dat bleek in dit geval niet te kunnen. De klacht moest niet-ontvankelijk worden verklaard”, zegt Brouwer. “De LGC stelde dus vast dat wij er echt geen potje van hebben gemaakt”, zegt Rotman. “Dat komt ook doordat we in het gehele traject juridische begeleiding hebben gehad van Erik Brouwer. Vanaf het begin hebben wij onze strategie en aanpak met hem afgestemd. Hij heeft veel kennis van arbeidsgeschillen en van de Wet op de medezeggenschap. Wij hebben ons steeds aan de wet- en regelgeving van de overheid gehouden, maar ja, dat garandeert nog niet dat iedereen zich er goed bij voelt. Dat hebben we hier gemerkt. Ik vind wel dat een meer zakelijke en professionele benadering in onderwijsland wat meer cultuur mag worden.” Intussen is Rotman voortvarend doorgegaan met de vernieuwing van obs Darp. Alle personeelsleden zijn inmiddels overgeplaatst naar andere scholen en in Darp is een heel nieuw team aan de slag gegaan. De interim-directeur is bezig nieuw beleid uit te zetten en binnenkort gaat de werving van een nieuwe directeur van start. Er is ook een geheel nieuwe medezeggenschapsraad aangetreden. “Alles is dus veranderd. Met de school gaat het na al die perikelen nu gelukkig goed en de ouders zijn uiteindelijk ook tevreden,” constateert Rotman.
‘Strategie steeds afgestemd met jurist’
Vroeg stadium Volgens Erik Brouwer komen botsingen met de MR vaker voor op scholen. “Daarom is het van belang dat het schoolbestuur steeds in de gaten houdt op welke momenten een MR advies- en instemmingsrecht heeft”, zegt Brouwer. Ook voor een arbeidsconflict geldt dat alle voorgeschreven procedures nauwgezet gevolgd moeten worden. Brouwer, die regelmatig de training ‘Juridische aanpak van een arbeidsconflict’ verzorgt, zegt daarover: “Het bestuur moet al in een vroeg stadium herkennen waar eventuele problemen zitten en daar aandacht aan besteden. Soms lost zo’n probleem zich dan nog op, maar als dat niet het geval is, kan het bestuur aantonen wat er al aan gedaan is. Dossiervorming is belangrijk”. Lucy Beker
Juridische hulp nodig? Voor juridische ondersteuning bij een arbeidsconflict of een conflict met de MR belt u Erik Brouwer of een van onze andere juristen, via telefoonnummer 0348-404232. Mailen kan ook:
[email protected] of
[email protected]. over onderwijs
13
XXXPOEFSXJKTFOJDUPSH
.BOBHFNFOUDPOHSFT
3VJNTUBOEIPVEFST
%JHJUBBMLFOOJTQMFJO
/FUXFSLUFSSBT
(SBUJTTFNJOBSTFOXPSLTIPQT
6JUSFJLJOH$04"XBSET
,FOOJT5PVST
/ * 6 / 6 ' + * 3 )
4$
JB W M F O T O F (SBUJT KTFOJDUPSH J X S F E O P 5 $ * XXX T K XJ OEFS
PQ0 5PU[JFOT
)FUQMBUGPSNWPPS*$5UPFQBTTJOHFOFOEJFOTUFOJOIFUPOEFSXJKT
NBBSU+BBSCFVST6USFDIU "MTVPQFONBBSUJO+BBSCFVST6USFDIUCFOU XPSEUVJOnnOLFFSPQEFIPPHUFHFCSBDIUWBOEFOJFVXTUFNPHFMJKLIFEFO PQIFUHFCJFEWBOPOEFSXJKTWFSOJFVXJOHFO*$5#FOUVCFTUVVSEFS TDIPPMMFJEFS *$5NBOBHFS 0GCFOUVBMTDPzSEJOBUPSPG EPDFOUCFUSPLLFOCJKPOEFSXJKTWFSOJFVXJOHNFU*$5NJEEFMFO %BOJT0OEFSXJKT*$5WPPSVEFNFFTUDPNQMFUFWBLCFVSTNFU FFOVJUHFLJFOEQSPHSBNNBWBOTFNJOBST MJWFEFNPµT XPSLTIPQTFOFFONBOBHFNFOUDPOHSFT
.FEJBQBSUOFS
,FOOJTQBSUOFS
Aanbesteding schoolboeken kost maanden
Europese regels zetten scholen voor het blok foto: Archief VOS/ABB
De meeste scholen in het voortgezet onderwijs zullen er niet omheen kunnen: ze moeten de aanschaf van hun schoolboeken Europees aanbesteden. Die procedure duurt zeker vier tot zes maanden. Het is dus goed dat de scholen uitstel hebben gekregen tot 1 augustus 2009.
Europees aanbesteden is verplicht als de contractwaarde hoger is dan 206.000 euro. Omdat de contracten van schoolboeken vaak vier jaar lopen, zullen grotere scholen (ook in het primair onderwijs) die grens zeker overschrijden. Scholen die nu al eigen boeken hebben in een boekenfonds, hebben er eveneens mee te maken, want de regels gelden ook voor bestellingen bij vaste leveranciers. Dat is niet nieuw, maar tot voor kort werd niet altijd beseft dat ook scholen een aanbestedende dienst zijn.
‘Wassen neus’ ‘Europees aanbesteden houdt in dat de voorgenomen aanschaf officieel gepubliceerd moet worden, zodat alle leveranciers in heel Europa het weten. Zij kunnen er dan allemaal op inschrijven”, legt mr. Floris Koster van Inkoopkenniscentrum Pro Mereor uit. Hij vindt wel dat het in dit geval ‘een wassen neus’ is, omdat uitgeverijen in het buitenland waarschijnlijk geen Nederlandstalige boeken leveren. “Vermoedelijk schrijven dus alleen Nederlandse leveranciers in. Die brengen een offerte uit, gebaseerd op de criteria die de opdrachtgever in het aanbestedingsplan heeft geformuleerd”. “Het is verstandig om niet alleen een lage prijs als voorwaarde op te nemen, maar ook duidelijke kwaliteitscriteria”, raadt Koster aan. Op grond van de omschreven criteria moet de opdrachtgever de offertes beoordelen en een leverancier kiezen. Die keuze moet hij motiveren. Zo kan een school wel eens uitkomen bij een nieuwe leverancier, als die het beste voldoet aan de voorwaarden.
Valkuilen Volgens Koster is de procedure niet heel ingewikkeld, maar hij adviseert scholen toch om voor de eerste keer begeleiding te zoeken bij deskundigen. “Er moet een aanbestedingsdocument worden gemaakt en dat is de eerste keer best lastig. Er zitten wat valkuilen in de procedure en een school kan niet het risico lopen dat de hele klus over moet. Dan zijn de boeken er straks nog niet op tijd.” Lucy Beker Informatie: Helpdesk van VOS/ABB, 0348-405250 of Pro Mereor, 026-3701476
Boekengeld voorschieten In januari werd bekend dat het budget voor lesboeken in het voortgezet onderwijs komend schooljaar nog niet in de lumpsumbekostiging zit. In plaats daarvan krijgen de ouders in december 308 euro per kind als vergoeding voor de schoolboeken. In de praktijk moeten de ouders dat bedrag dus voorschieten, want de boeken moeten al in augustus worden gekocht. Bovendien zullen de boeken hiermee niet voor alle ouders gratis worden, want sommige boekenpakketten zijn duurder. Enkele scholen met een eigen boekenfonds hebben besloten een dusdanige regeling te treffen dat de boeken wel voor alle ouders echt gratis worden. Het Atlas College in Noord-Holland en RSG Slingerbos Levant in Harderwijk en Zeewolde kopen al jaren zelf de boeken in en komen uit met het gemiddelde bedrag. Dat geld gaan ze nu voorschieten totdat de ouders het binnen hebben.
Machtiging en borgsom VOS/ABB adviseert scholen die boekengeld voorschieten om de ouders in augustus een eenmalige machtiging te laten tekenen, zodat er in december geen problemen ontstaan bij de inning van het geld. Ook is het aan te raden om bij de verstrekking van de boeken een borgsom te vragen, zodat eventuele schade aan de boeken daarmee verrekend kan worden. over onderwijs
15
VOS/ABB biedt actief steun aan zeer zwakke scholen
Inspectie weer tevreden over Openbare basisschool De Kleine Kamp in Steenwijk was een zeer zwakke school, maar doet het na een ingrijpende reorganisatie weer goed. Bovenschools directeur Ans Weterings was blij met de ondersteuning die VOS/ABB haar bij de reorganisatie gaf. Senior beleidsmedewerker Sicco Baas van VOS/ABB neemt elke maand namens het Steunpunt Zeer Zwakke Scholen (ZZS) de door de Inspectie gepubliceerde lijst met bijzonder slecht presterende scholen door. Als daar scholen tussen zitten die via hun bestuur zijn aangesloten bij VOS/ABB, benadert hij hen om ondersteuning te bieden bij het weer op peil brengen van de leeropbrengsten. Sicco: “Daar zijn wij bij VOS/ABB heel actief in, omdat wij het als ledenorganisatie onze verantwoordelijkheid vinden scholen goed te laten functioneren, natuurlijk omdat alle kinderen goed onderwijs verdienen!” Baas benaderde bovenschools directeur Ans Weterings van de Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Steenwijkerland in 2006. “Ik was toen net begonnen en werd direct geconfronteerd met de Kleine Kamp, die het heel slecht deed”, aldus Weterings. “Als je net binnen bent, en je nog geen goed overzicht hebt van wat er allemaal moet gebeuren, is het heel fijn als je actief ondersteuning aangeboden krijgt!”
Veel mis
over onderwijs
Extern Baas werd voorzitter van de begeleidingsgroep, die van december 2006 tot september 2007 actief was om de reorganisatie samen met Weterings in goede banen te leiden. In de begeleidingsgroep zaten ook een oud-inspecteur, die vanuit haar vorige baan perfect op de hoogte was van de kwaliteitseisen van de Inspectie, en een onderwijsinhoudelijk deskundige. Baas wijst op het belang van een externe begeleidingsgroep, omdat die de situatie onbevooroordeeld in ogenschouw kan nemen. In het kader van de objectiviteit benadrukt Weterings dat het bovendien van groot belang was om onmiddellijk een andere schoolbegeleidingsdienst in de arm te nemen. “Ook die kon er met een verse, kritische blik tegenaan kijken. Je ziet toch vaak dat er te veel vertrouwen ontstaat als dezelfde begeleider steeds bij dezelfde school en dezelfde leerkrachten over de vloer komt.” Besloten werd om een extern bureau in te schakelen voor een stevig verbeterplan met controlcyclus. Elke maand controleerde Weterings of de reorganisatie op schema lag. De begeleidingsgroep kwam zes keer bijeen om haar te helpen en te kijken of alles volgens wens verliep. Afgelopen oktober kwam de Inspectie met een positieve evaluatie, waaruit blijkt dat er weer vertrouwen is in het functioneren van de school. Zo wordt de kwaliteitszorg nu als voldoende beoordeeld. De Inspectie constateert dat de leeropbrengsten voortaan systematisch worden geëvalueerd. Doelen, acties en resultaten zijn nu ook op De Kleine Kamp kernbegrippen. De school baseert haar meerjarenbeleidsplan, zoals het hoort, op een sterkte-zwakteanalyse. De Inspectie is ook positief over de wijze waarop de teamleden lesgeven, hoewel de interactie tussen de leerkracht en de leerlingen nog als verbeterpunt wordt gezien. Toch ziet de Inspectie ook dat het team goed gedifferentieerd onderwijs aanbiedt. De leerstof voor taal, rekenen en wiskunde is flink verbeterd. De leraren gebruiken systematisch de metho-
‘Direct een andere schoolbegeleidingsdienst’
Waarom stelde de Inspectie De Kleine Kamp onder toezicht van de minister van OCW, met als risico dat de geldkraan voor deze school kon worden dichtgedraaid? “Het belangrijkste was uiteraard dat de leeropbrengsten erg laag waren”, aldus Baas. “Er was wel een intern begeleider, maar geen planmatig handelen. Het ging op verschillende punten mis.” Weterings voegt daaraan toe dat de school had besloten in één keer het taal- en leesonderwijs aan te bieden via Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO). “Als je zoiets als OGO wilt invoeren, is het beter om dat stapsgewijs te doen, bijvoorbeeld eerst met aardrijkskunde of geschiedenis, en daarna met een of meer andere vakken, maar dus niet in één keer met zeer cruciale vakken als taal en lezen. Daar komt bij dat het team verouderde methodes gebruikte. Bijvoorbeeld de oude versie van Veilig Leren Lezen, terwijl daar toen al een nieuwe, veel betere versie van was. In de onderbouw werd bijvoorbeeld geen methode als Schatkist gebruikt. De leerkrachten verzonnen heel veel zelf en dat had te weinig structuur.” Weterings wil graag benadrukken dat het absoluut niet lag aan de inzet van het team. “De leerkrachten werkten heel hard en waren zeer betrokken bij de school en hun leerlin-
16
gen. Echt, daar heb ik geen moment aan getwijfeld! Alleen, er werd veel te weinig geleerd… Met de beste bedoelingen ging het dus mis. De gedachte van de teamleden was ook dat hun leerlingen niet zoveel aankonden, omdat De Kleine Kamp een achterstandsschool is. Ze hadden te lage verwachtingen.”
De Kleine Kamp
den met een dag-, maand- en jaarplanning en niet meer onafhankelijk van elkaar hun eigen lessen. Ook de zorgstructuur is volgens de Inspectie op een goed niveau gebracht, met een planmatig handelen waarbij de intern begeleider nauw betrokken is.
Voor meer informatie over de ondersteuning die VOS/ABB aan zeer zwakke scholen kan bieden, neemt u contact op met Sicco Baas, 0348-405231,
[email protected].
foto: Martine Sprangers
Onmenselijk Het is dus in korte tijd helemaal goed gekomen met De Kleine Kamp. Toch zegt Weterings, terugblikkend, dat ze het een eventuele volgende keer anders zou aanpakken. “Het was bijvoorbeeld heel moeilijk om met het bestaande team deze enorme ombuiging te maken. Dat kun je eigenlijk niet verwachten van mensen die met hun hele ziel en zaligheid iets hebben neergezet. Het is volgens mij echt beter om in zo’n situatie het team uit elkaar te halen, hoe moeilijk dat voor de betrokken personen ook kan zijn. Wat wij nu van het team van De Kleine Kamp hebben gevraagd, was bijna onmenselijk.” Wel werd de directeur direct overgeplaatst en vervangen door een interimmer, die inmiddels is vertrokken, maar nog wel de nieuwe directeur coacht. Weterings vindt ook dat de Inspectie in vergelijkbare gevallen eerder moet ingrijpen. “Dan hoeft de situatie niet zo uit de hand te lopen, maar hier hebben het bestuur en de bovenschoolse directie natuurlijk ook een heel belangrijke rol! Het bovenschools management moet goed in de gaten blijven houden wat er gebeurt. Het is mijn taak en de taak van de directeur van de school om te volgen en te sturen. Je mag je niet door de Inspectie laten verrassen. Dat is echt niet nodig!”
’Laat je niet verrassen door de Inspectie’
Martin van den Bogaerdt
Ans Weterings: ‘Wat wij van het team van De Kleine Kamp hebben gevraagd, was bijna onmenselijk’.
17
Frank Lambriks over roerige jaren in het onderwijs:
‘Adembenemende facelift in Venlo’ Na elf roerige jaren is er veel veranderd in het voortgezet onderwijs in Venlo. Zes schoolbesturen fuseerden tot één slagvaardig bestuur, dat kans zag om drie nieuwe scholen te bouwen. Frank Lambriks, de man die zich hiervoor jarenlang heeft ingezet, kan zich nu
foto: John Peters
terugtrekken. Hij is tevreden: “Het was een adembenemende facelift”. Frank Lambriks poseert bij het nieuwe Blariacum College: een ufo-achtig gebouw met veel glas.
In zijn laatste functie als voorzitter van het College van Bestuur van Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken (OGVO) heeft Lambriks duidelijk zijn stempel gedrukt op de vernieuwing van het voortgezet onderwijs. Daarbij was ‘nonsegregatie’ voor hem een uitgangspunt. “Daarmee bedoel ik dat we vmbo- en avo-leerlingen niet moeten scheiden”, legt hij uit. “Bij ons gaan leerlingen van alle sociale niveaus door dezelfde deur. Dat zie ik als een maatschappelijke opdracht”. Zelf zetelt hij in het bestuursbureau van de OGVO achter een nogal verveloze deur in een oud pand. “Inderdaad, het is een bewuste keuze geweest om eerst de scholen te vernieuwen. Het bestuursbureau komt als laatste, als er nog geld over is”, lacht hij. 18
over onderwijs
Aan het roer Lambriks is een onderwijsman pur sang. Begonnen als aardrijkskundeleraar in 1968, werd hij in 1980 conrector en in 1984 rector aan het toenmalige Thomas College in Venlo. Bij de grote bestuursfusie in Venlo in 1996, toen de samenwerkingsstichting OGVO werd opgericht, werd Lambriks voorzitter van de centrale directie, in 2001 voorzitter van het College van de Bestuur. Hij stond dus aan het roer toen de grote onderwijsvernieuwingen werden doorgevoerd. “Vóór 1996 hadden we hier in Venlo zes besturen voor voortgezet onderwijs, met acht scholen op vijftien locaties. Toen kwamen de invoering van de Tweede Fase, het vmbo
en de lumpsumfinanciering. Bovendien ging de overheid zich terugtrekken en kregen schoolbesturen veel meer taken. Wat op zich heel goed is, want de deskundigen zitten natuurlijk hier in het onderwijsveld en niet op het ministerie. Maar die kleine schooltjes en bestuurtjes konden al die veranderingen niet trekken. Daarom was een bestuursfusie de beste optie. Nu staat er een slagvaardige stichting met 750 personeelsleden en 6000 leerlingen”.
Verlekkerd De OGVO richt zich op Venlo en omgeving en is binnen die regio het enige vo-bestuur. “Dit is de perfecte omvang. Wij willen niet groter worden, omdat we ons richten op deze specifieke regio. Omdat al het voortgezet onderwijs hier onder ons bestuur valt, kunnen we zelf een gevarieerd onderwijsaanbod regisseren. We hebben ervoor gekozen al die kleine schooltjes, die in oude gebouwen zaten, te vervangen door totaalonderwijs op drie locaties. Op elke campus wordt onderwijs gegeven in alle niveaus, maar elke campus heeft ook zijn eigen specialiteiten. Zo blijft er wat te kiezen. Ons aanbod is zo gevarieerd dat iedereen er verlekkerd naar kijkt”. De drie locaties zijn College Den Hulster en het Valuas College in Venlo en het Blariacum College in Blerick. Den Hulster heeft een ‘technodome’, een topsportafdeling (LOOT) en tweetalig vwo in het Engels; het Valuas College heeft tweetalig vwo in het Duits, een vooropleiding dans en conservatorium en een vmbo transport/logistiek; Blariacum biedt Spaans en ict-leerroutes. Op alle locaties zijn alle leerwegen vmbo, havo en vwo te volgen. “En de leerlingen van de verschillende niveaus ontmoeten elkaar, ze leven niet gescheiden”, benadrukt Lambriks nog maar een keer.
‘Wij regisseren zelf een gevarieerd aanbod’
Volledige doordecentralisatie Centraal op bestuursniveau worden het personeelsbeleid en de financiën geregeld. Plus de huisvesting van de scholen, want daarover heeft de nieuwe stichting duidelijke afspraken gemaakt met de gemeente Venlo. Er is volledige doordecentralisatie overeengekomen. OGVO is eigenaar van de schoolgebouwen en volledig verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting. “Voor drie nieuwe gebouwen hadden we zeker 45 miljoen euro nodig. De gemeente had niet meer dan 20 miljoen beschikbaar. Maar toen de stichting OGVO eigenaar werd van de gebouwen én gronden, werden we meteen een interessante gesprekspartner voor financiële marktpartijen. Voor een stichting gelden andere regels dan voor een gemeente. Wij konden bij de bank hogere leningen afsluiten. Bovendien kunnen we eigen geld investeren nu de gebouwen ons
eigendom zijn. De bouw van drie nieuwe scholen is dus gelukt dankzij die doordecentralisatie”, aldus Lambriks. Niet zonder trots rijdt hij langs de nieuwe scholen in Venlo. Het Valuas College, dat is gevestigd in een monumentaal oud gebouw, heeft een compleet nieuwe achterbouw gekregen. Den Hulster, die de locatie deelt met een mbo-school, heeft diverse geschakelde gebouwen, waarbij het vmbo via het fraaie Technodome, met moderne praktijkruimtes, aansluit op het mbo. Het Blariacum College ten slotte heeft een ufoachtig rond gebouw gekregen voor de onderbouw, met een grote mate van transparantie. Lambriks: “We hebben drie verschillende architecten ingezet, want we wilden niet dat de gebouwen op elkaar zouden lijken”.
Governance De samenwerking met de gemeente verloopt prima, zegt Lambriks. “En dat kun je alleen bereiken als je vertrouwen opbouwt. Wij laten continu zien wat er gebeurt”. Dit brengt hem op zijn laatste stokpaardje: governance. “Wij doen niet alleen aan verticale verantwoording via de inspectie en de overheid, maar ook aan horizontale verantwoording. Wij praten met alle belanghebbenden bij ons onderwijs. Dat zijn niet alleen leerlingen, ouders en personeel, maar ook bedrijfsleven, zorginstellingen, jeugdzorg, noem maar op. We zijn nagegaan wat zij willen, we hebben verteld wat we gingen doen en wat niet en waarom. Vervolgens hebben we een beleidsplan gemaakt, dat wordt gedragen door alle belanghebbenden. Dat beleidsplan moet steeds worden bijgesteld en dat doen we in alle openheid. Ook de nieuwe Wet medezeggenschap scholen is bij ons al helemaal ingevoerd. Met leerlingen erbij”. Een goede verantwoording, good governance, is belangrijk voor grote schoolbesturen, vindt Lambriks. Zijn eigen ervaringen daarmee wil hij dan ook graag delen met andere schoolbesturen. Na zijn vertrek bij OGVO per 1 januari 2008 gaat hij zich daarvoor inzetten. Het past bij een bevlogen man als Lambriks: ook al is hij 62, van pensioen wil hij nog niets weten. “Ik word nu actief in het hele land. Ik wil scholen ondersteunen bij het opzetten van een goed governancebeleid”. Bij OGVO is Frank Lambriks intussen per 1 februari opgevolgd door Henk van den Heuvel, die directeur was van de Fontys Hogeschool Techniek en Bedrijfsmanagement. “Een goed bestuurder met gevoel voor Venlo”, zegt Lambriks. “Hij heeft ooit nog bij mij in de klas gezeten!”
‘Dit lukt alleen als er vertrouwen is‘
Lucy Beker over onderwijs
19
Obs De Ringloop in Nagele
foto’s: Martine Sprangers
Monument van het Nieuwe
Laagbouw midden in het groen
Obs De Ringloop is een van de drie basisscholen in het dorp Nagele in de Noordoostpolder die sinds oktober op de lijst van rijksmonumenten staan. De gebouwen werden in de jaren ’50 ontworpen door Aldo van Eyck (19181999). Hij was architect van het Nieuwe Bouwen, waarin licht, lucht en ruimte essentieel zijn.
20
over onderwijs
Bouwen Binnen zorgt veel glas voor transparantie ”Je weet dat je in iets bijzonders werkt”, zegt directeur Marjon Wilbrink. “We krijgen hier regelmatig studenten uit de hele wereld over de vloer. Onze leerlingen zijn daar al helemaal aan gewend.” Bij de bouw van het dorp Nagele waren naast Aldo van Eyck andere bekende architecten betrokken, zoals Gerrit Rietveld, Jo van den Broek en Jaap Bakema. Van Eyck nam onder meer het ontwerp van de drie basisscholen voor zijn rekening. De Noordoostpolder werd gezien als een afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Daar hoorde de verzuiling bij, vandaar dat de dorpen in de nieuwe polder zowel een openbare, protestantschristelijke als rooms-katholieke school kregen. In Nagele staan ze er nog alledrie. “De Ringloop is met 30 leerlingen de kleinste. In combinatie met een vloeroppervlak van bijna 1000 vierkante meter kunnen we goed vormgeven aan Teamonderwijs Op Maat. Er zijn veel werkplekken”, aldus Wilbrink. Veel glas integreert binnen en buiten met elkaar
Binnen buiten De directeur laat de ruime lokalen zien, waarin Van Eyck veel glas heeft verwerkt. “Hij integreerde binnen en buiten met elkaar. Alles wat buiten gebeurt, is vanuit de klas te zien, en andersom.” De integratie van binnen en buiten komt in de lokalen ook tot uiting in grote beweegbare ramen met opstapjes erbij. “Als het ’s zomers erg warm is, gaan we nog wel eens met de leerlingen buiten zitten. De school staat midden in het groen, we hebben hier alle ruimte. De kinderen vinden het heerlijk om door de ramen naar buiten gaan.” Het gebouw heeft net als alle andere huizen en gebouwen in Nagele een plat dak. Groot nadeel is het hoge energieverbruik. “In de jaren ’90 is voor een deel dubbelglas aangebracht, maar we betalen ons nog steeds scheel aan energie. Lokalen die we niet gebruiken, stellen we in op een lagere temperatuur. Er zijn extra tochtdeuren, anders zou de warmte zo naar buiten stromen.” De tochtdeuren zijn toevoegingen, maar de architect vond dat niet erg, vertelt Wilbrink. “Aldo van Eyck heeft nooit gezegd dat alles hetzelfde moest blijven. Hij ging mee met zijn tijd en zijn gebouwen dus ook. Helaas is op sommige plaatsen het vele glas deels vervangen door houten beplating, bijvoorbeeld in de gymzaal. Dat heeft te maken met de huidige veiligheidsvoorschriften.” Op het plein staan twee opmerkelijke overkappingen van wit beton. In het oorspronkelijke ontwerp waren vier van dergelijke elementen opgenomen, maar daar was geen geld voor. Toch zijn er twee gekomen, omdat Van Eyck ze uit eigen zak betaalde. “De leerlingen gebruiken de overkappingen elke dag”, zegt Wilbrink, “bijvoorbeeld om tikkertje te spelen of onder te schuilen.”
’Alles wat buiten gebeurt, is vanuit de klas te zien’
Leerlingen komen door beweegbaar raam lokaal binnen
Martin van den Bogaerdt over onderwijs Aldo van Eyck betaalde zelf de witte overkappingen
21
Kwaliteit maken scholen zelf. Kern van de zaak is: de voortdurende ontwikkeling van alle mensen die er werken. Wij kunnen u daarbij ondersteunen, zowel met opleidingen als met maatwerk. Een paar voorbeelden: Onderwijskundige en Didactische vormgeving Meer informatie en brochures: T 020 525 1241 F 020 525 1236 E
[email protected] www.centrumvoornascholing.nl
• • • •
Competetentiegericht leren Vakgerichte nascholing in onderbouw en tweede fase Uitdagende leerarrangementen in het VMBO Versterking Dalton- of Montessori-profiel
Coaching en begeleiding • Opleiding tot Coach in het Onderwijs of Supervisor in het onderwijs • Opleiding Begeleider in het Onderwijs (Leerlingbegeleiding en Schooldecanaat) • Supervisie, intervisie en (team)coaching • Omgaan met agressie en (on)veiligheid
Leiderschaps- en organisatieontwikkeling
Advertentie:01-print
25-06-2007
Oriëntatie op het schoolleiderschap Tweejarige ESAN opleiding voor schoolleiders PO Masteropleiding Integraal Leiderschap (NVAO geaccrediteerd) Advisering van managementteams bij organisatieontwikkelingsvragen
16:23
Pagina 1
Mobiliteitspool Een tijdelijk onderwijsmanager hoeft niet duur te zijn! De Mobiliteitspool biedt tijdelijk leidinggevenden om de continuïteit van het management in uw organisatie te waarborgen. Dit in tegenstelling tot interim-management waarbij het gaat om crisis- en veranderopdrachten. De Mobiliteitspool biedt leidinggevenden aan voor alle lagen van uw organisatie. De Mobiliteitspool is bij uitstek geschikt: ■ bij langdurige afwezigheid van een van de leidinggevenden; ■ bij plotseling vertrek van een leidinggevende zodat u ruim de tijd heeft voor een zorgvuldige sollicitatieprocedure;
■ als er behoefte is aan een tijdelijke
versterking van het management. Over de Mobiliteitspool zijn twee nieuwsbrieven (editie po en editie vo/bve/hbo) beschikbaar met daarin ervaringen van opdrachtgevers en tijdelijk leidinggevenden. Van deze nieuwsbrieven kunt u een elektronische of gedrukte versie aanvragen bij Corgwell De Roo, Milou Jansen, telefoon 070 - 363 00 16, e-mail
[email protected].
Informatie over de Mobiliteitspool vindt u op www.deroo.nl/mobiliteitspool
22
over onderwijs
de roo ■ Interim-management: hoogwaardige capaciteit bij crisis- en veranderopdrachten. ■ Mobiliteitspool: ervaren schoolleiders bij tijdelijke afwezigheid van de leiding, overbruggingscapaciteit en het waarborgen van de continuïteit van het management. ■ Herplaatsing: intensieve begeleiding naar een beter passende functie elders. ■ Werving en selectie van schoolleiders. ■ Praktijkassessment: zorgvuldige vervulling van vacatures door een innovatieve selectieprocedure. Wilt u meer weten over onze activiteiten op het gebied van onderwijs? Dan kunt u contact opnemen met een van de verantwoordelijke partners: Peter Kesteloo, 06 55 82 55 20,
[email protected] Koos van den IJssel, 06 51 16 21 92,
[email protected] Corgwell De Roo Dagelijkse Groenmarkt 4 2513 AL Den Haag Tel: 070 - 363 00 16 Fax: 070 - 360 03 53
1
ALGOO87
• • • •
Gelijk en ongelijk
Verwijdering leerling na agressie tegen docente foto: Martin Droog
VOS/ABB staat vaker scholen bij in geval van excessief agressief gedrag van leerlingen jegens docenten. Ernstig wangedrag van de leerling of de ouders kan een reden voor verwijdering zijn. Bijvoorbeeld bij intimidatie of agressief gedrag door een leerling (of ouders). Hoe ernstig dit moet zijn is niet in zijn algemeenheid te zeggen.1 Een leerling die het schoolreglement aan zijn laars lapte, kon niet worden verwijderd omdat een dergelijke sanctie disproportioneel werd geacht.2
Het geschil Wat echter indien sprake is van een leerling die zich buiten schooltijd jegens een docente agressief gedraagt? Advocaten van VOS/ABB ondersteunden in 2006 en 2007 een school waar dit was voorgevallen. Een docente werd in haar privésituatie door een leerling in groepsverband belaagd (vernieling van de picknicktafel in de tuin, met knikkers tegen de ramen gooien en telefonische stalking) en zij had hiervan aangifte bij de politie gedaan. Hoewel de leerling en zijn ouders het plegen van deze feiten ontkenden, besloot de school tot verwijdering van de leerling. De ouders en de leerling bestreden de verwijdering. Bovendien vonden zij dat medeleerlingen (mededaders) ten onrechte niet werden verwijderd. De zaak werd eerst behandeld door de rechtbank en daarna in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.3
De uitspraak De rechtbank stelde vast dat de feiten waarbij de leerling was betrokken (het medeplegen van vernieling en stalking) voldoende ernstig wangedrag opleverden in de zin van het Leerlingenstatuut. Daarin stond vermeld dat wangedrag een reden voor verwijdering vormde. Voor de rechter was duide-
lijk dat het belang van personeelsleden om in de toekomst niet meer te worden geconfronteerd met agressieve daden en vernielingen door deze leerling, zwaarder woog dan diens belang om op school te kunnen blijven. In hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak bleek dat de intussen verwijderde leerling door de kinderrechter strafrechtelijk was veroordeeld. De bewezen verklaarde feiten werden in hoger beroep evenmin betwist. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde net als de rechtbank dat er geen sprake was van ongelijke behandeling ten opzichte van de mededaders. In tegenstelling tot de verwijderde leerling hadden de andere leerlingen niet eerder een conflict gehad met de docente. Mr. drs. G.J. Heussen,advocaat VOS/ABB 1 De Voorzieningenrechter achtte op 15 mei 2007 (zie School en Wet, september 2007 nr.37) verwijdering wegens wangedrag van ouders slechts mogelijk indien bijv. de rust en orde in de school in het geding komen. In casu werd geoordeeld dat de onrust op school kon worden omgebogen naar een werkbare situatie. 2 Uitspraak Voorzieningenrechter Rb. Assen, procedurenummer (AWB 07/485). 3 Rechtbank Assen, 7 december 2006 en Afdeling bestuursrecht- spraak RvS, 5 december 2007.
over onderwijs
23
foto: Martine Sprangers
De vijf vragen
24
‘Jammer dat OCW zich druk
over onderwijs
maakt om paarse krokodil’ Waarom de overstap naar Zwolle? ”Het werk voor Effatha Guyot was heel leuk, met veel korte lijnen binnen de sector, OCW en de WEC-Raad. Het liep en loopt daar goed. Maar op een gegeven moment kreeg ik weer de kriebels, ook omdat ik een functie ambieerde meer in het noorden van het land, de regio waar ik mij het meeste thuis voel. Ik heb een heerlijke woonplek bij Groningen. Dat is goed te combineren met mijn werk in Zwolle. Het leek mij ook interessant om regionaal te gaan werken, met meer spelers op een kleiner speelveld. Ook hier vind ik weer die korte lijnen. De overstap van een landelijke naar een regionale club is geen stap terug. Niet status maar ambitie is mijn drive. Daarbij past een organisatie als Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio.”
Welke ambities hebt u? “Ik wil het Strategisch Beleidsplan 2007–2011 implementeren, met thema’s als doorgaande leerlijnen. We kunnen het voortgezet onderwijs veel meer betrekken bij het primair onderwijs. Wij brengen binnen OOZ het voortgezet onderwijs al de basisscholen in, bijvoorbeeld op De Octopus in Zwolle. Leerkrachten van ons Gymnasium Celeanum en onze scholengemeenschappen Thorbecke en Van der Capellen geven daar les over techniek en wetenschap. Ook lopen voleerlingen maatschappelijke stages op basisscholen. Ander speerpunt is het imago van het openbaar onderwijs. Dat moet een gezicht krijgen, kleurrijker en herkenbaarder worden. Nu zijn we nog te flets.”
Wat wilt u kwijt aan OCW? ”Het is heel jammer dat er niet op de eerste plaats aan kwaliteit wordt gedacht. Dat zie je in de discussie over de 1040 uur. Die gaat vooral over de kwantiteit en dat doet de scholen geen recht. Eerst hadden we de ophokplicht voor pluimvee en nu ook voor leerlingen. Nou, dan komt bij mij echt de paarse krokodil in beeld. Het lijkt langzamerhand alsof het voor de staatssecretaris meer een kwestie van gezichtsverlies is dan van inhoud. Het is ook niet goed te praten dat 16 scholen uit een steekproef een boete krijgen. Dat is volstrekte willekeur!”
Wat wilt u kwijt aan VOS/ABB? ”Het doet mij goed dat VOS/ABB samen met de andere besturenorganisaties de PO-Raad heeft opgericht. Uit mijn ervaring in de WEC-Raad weet ik dat gezamenlijke belangenbehartiging belangrijk is. Een ander punt is dat we passend onderwijs meer moeten laten aansluiten bij bestaande structuren, zoals de REC’s, WSNS en het LWOO. Het is niet verstandig om allerlei nieuwe initiatieven te ontplooien, want dan ontstaat er veel te veel bestuurlijke drukte en bureaucratie. Essentieel is samenwerking. Zo hebben wij met
Rita Damhof is sinds november directievoorzitter van Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio (OOZ). Onder dit bestuur vallen 29 basisscholen, vier scholen voor voortgezet onderwijs en één school voor speciaal (voortgezet) onderwijs. Ze staan in Zwolle, Dalfsen, Hattem, Ommen, Dedemsvaart, Elburg en Wijhe. Voordat Damhof naar Zwolle kwam, was ze algemeen directeur onderwijs van de landelijke Koninklijke Effatha Guyot Groep voor onderwijs en zorg aan doven, slechthorenden en leerlingen met ernstige spraak/ taalmoeilijkheden (ESM). De discussie over de 1040 uur lijkt volgens haar op de reclame met de paarse krokodil.
de andere besturen in onze regio een gezamenlijk orthopedagogisch en didactisch centrum gerealiseerd en dat loopt heel goed.”
Waarom wilt u op deze plek gefotografeerd worden? ”Ik heb gekozen voor basisschool Het Palet in Hattem. Hier bevindt zich een van onze diamantjes. Dat is het maatjesproject. Leerlingen van de groepen 7 en 8 begeleiden kinderen uit de groepen 1 en 2. Ze nemen ze letterlijk aan de hand mee, bijvoorbeeld voor een bezoek aan het theater, een musical of een sportdag. De kleintjes zien de groten als hun vrienden. Het is heel aandoenlijk om te zien hoe natuurlijk dat gaat. Dit is een mooi voorbeeld van goed burgerschap, ook een van onze speerpunten. Ook de doorgaande lijn, die ik zo belangrijk vind, komt hierin terug. Martin van den Bogaerdt over onderwijs
25
Kabinet doet alsof er niets aan de hand is
Roep om structureel geld voor Het kabinet is de grote afwezige bij de financiering van taalklassen voor leerlingen uit Oost-Europa. Dat merken basisscholen in de stad, maar ook op het platteland. Twee voor-
foto: Jan van der Meijde
beelden: uit de wijk Charlois in Rotterdam en het dorp Kerkdriel in de Bommelerwaard.
Bulgaars meisje in Rotterdamse taalklas. Onderdompeling in het Nederlands is niet overal te regelen door geldgebrek.
Met de uitbreiding van de Europese Unie en het toetreden in december van Polen en andere nieuwe lidstaten tot het Schengen-gebied waar geen grenscontroles meer zijn, neemt het aantal Oost-Europese werknemers in Nederland toe. Dit is niet alleen een ontwikkeling die in de steden te merken is, maar ook op het platteland. In een stad als Rotterdam, waar openbare basisschool De Kameleon de toestroom van Oost-Europese leerlingen gestaag ziet toenemen, wonen al duizenden Polen, Bulgaren en Roemenen, die werk vinden in de haven, de bouw en de kassen van het Westland.
26
over onderwijs
In de Bommelerwaard beperkt de toestroom van OostEuropeanen zich tot nu toe tot Polen, die vooral in de champignonteelt werken. Het gaat niet meer alleen om mannen, maar ook om vrouwen en complete gezinnen. Directeur Marjan de Willigen van openbare basisschool De Kameleon in de Rotterdamse wijk Charlois en haar collega Egon van Erven van obs De
’Deze mensen blijven in Nederland’
Oost-Europese leerlingen Meidoorn in Kerkdriel in de Bommelerwaard zijn het erover eens dat hier sprake is van een structureel gegeven: “Als je met je hele gezin naar Nederland komt, ga je echt niet meer terug. Deze mensen blijven in Nederland.”
Mont-tot-mondreclame De Kameleon is al sinds 15 jaar een instroompunt voor leerlingen die de taal nog niet spreken. “Wij hebben een wijkfunctie. De scholen uit heel Charlois verwijzen nieuwe leerlingen die nog geen Nederlands spreken naar ons. Er is in de wijk veel mond-tot-mondreclame, dus veel ouders komen ook uit zichzelf naar ons toe. Bij het inburgeringsloket van de gemeente worden ze ook wel naar ons toegestuurd”, aldus directeur De Willigen. Tot vorig schooljaar waren het vooral Marokkaanse, Turkse en Kaapverdiaanse kinderen die naar de schakelklas kwamen, maar sindsdien zien ze bij De Kameleon steeds meer Oost-Europese leerlingen komen. Inmiddels hebben ze 20 kinderen uit Polen, 15 uit Bulgarije en enkele kinderen uit Roemenië. In februari is een tweede schakelklas van start gegaan. Omdat de instroom doorgaat, is naar verwachting vanaf augustus een derde taalklas nodig is. De vraag is natuurlijk, wie dat gaat betalen. Omdat het opleidingsniveau van Oost-Europese ouders over het algemeen vrij hoog is, krijgt de school voor deze kinderen geen extra gewichtengeld. De grote afwezige in deze kwestie is het kabinet, benadrukt De Willigen. “Minister Donner zei op de Polentop - in december hier in Rotterdam - dat er geen probleem is en dat er dus ook geen extra geld komt, en staatssecretaris Dijksma geeft ook niet thuis.” De gemeente Rotterdam bleek na een intensieve lobby van de school en het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR) wel bereid om voor de tweede schakelklas van De Kameleon eenmalig 40.000 euro uit te trekken. “Wij hebben het geluk dat we in een grote stad zitten. Daar valt 40.000 euro op de gemeentelijke begroting niet zo op. Kleine gemeenten zullen zo’n bedrag waarschijnlijk niet kunnen uittrekken”. Omdat het om een eenmalige investering gaat, is de financiering voor het komend schooljaar erg onzeker. De school kan nog wel gebruikmaken van een specifieke regeling van OCW, maar die is onder bepaalde voorwaarden goed voor slechts 1182,30 euro per leerling. “Dat is natuurlijk mooi meegenomen, maar verre van voldoende”, aldus De Willigen.
Tot de zomervakantie Haar collega Van Erven van obs De Meidoorn in Kerkdriel zit met hetzelfde probleem. Ook hij maakt gebruik van de regeling van OCW, maar die levert met bijna 9500 euro te weinig op om de Poolse leerlingen in de gemeente Maasdriel in de oostelijke Bommelerwaard in speciale klasjes onder te dompelen in het Nederlands. De schoolbesturen in het gebied hebben daarom nog 10.000 euro uit een potje voor schoolbegeleiding gehaald.
“In totaal hebben we nu een kleine 20.000 euro, waarmee vanaf 1 januari tot de zomervakantie voor vier dagen per week een leerkracht hebben, die langs de verschillende scholen met Poolse leerlingen gaat. Per dagdeel bedient ze twee scholen, waar ze met groepjes van ongeveer vier leerlingen werkt.” Ook hier is vooralsnog sprake van incidentele financiering. De leerkracht is daarom tijdelijk aangesteld via Opmaat, het expertisecentrum van het plaatselijke samenwerkingsverband. Van Erven vraagt zich af hoe het na 1 augustus verder moet, omdat het incidentele geld dan op zal zijn en de groei van het aantal Poolse leerlingen aanhoudt. “Tot de vorige zomervakantie was er bij ons nog niets aan de hand. Ineens kreeg ik ook van andere scholen te horen dat er Poolse ouders waren die hun kinderen aanmeldden en dat worden er alleen maar meer.” Structurele financiering via de gemeente Maasdriel zit er volgens hem niet in. “We hebben hier een heel betrokken wethouder, die echt zijn best doet hoor, maar die heeft het geld gewoon niet. Hij heeft nog in Den Haag gelobbyd, maar zonder resultaat. Omdat het een structureel landelijk probleem is, zou het een logische conclusie zijn dat de rijksoverheid bijspringt.” Van Erven is bang dat het kabinet met de weigerachtige reactie van minister Donner tijdens de Polentop dezelfde fout maakt als voorheen bij de losse houding ten opzichte van de integratie van Marokkaanse en Turkse leerlingen. “We moeten niet weer de situatie uit de hand laten lopen en de problemen pas achteraf oplossen. Ik hoop echt dat we met veel publiciteit en met steun van belangenorganisaties als VOS/ABB en nu ook de PO-Raad het kabinet ervan kunnen overtuigen dat er structureel extra geld nodig is.”
‘We moeten het niet weer uit de hand laten lopen’
Martin van den Bogaerdt
Financiële vergoeding Scholen met meer dan vier vreemdelingen kunnen op grond van artikel 34 van de Regeling bekostiging personeel 2007-2008 voor de eerste opvang van kinderen die korter dan een jaar in Nederland zijn een aanvullende financiële vergoeding krijgen. Per leerling gaat het om € 1182,30. Meer informatie staat op www.minocw.nl (nieuwsbrief primair onderwijs nr. 15, oktober 2007).
over onderwijs
27
SPECIAL
Personeelsbeleid Eerste special in Over Onderwijs Op deze en volgende pagina’s van Over Onderwijs vindt u een special over personeelsbeleid. Het is de eerste special in een reeks van acht: elk nummer van Over Onderwijs krijgt dit jaar een aantal themapagina’s. Het thema zal steeds anders zijn. We beginnen 2008 met personeelsbeleid. Personeelsbeleid in al zijn vormen is een speerpunt voor onze leden en dus ook voor VOS/ABB. Goed personeelsbeleid heeft immers een duidelijke meerwaarde. Tevreden personeel dat goed functioneert, zorgt voor een goed werkklimaat in de school en daar varen uiteindelijk de leerlingen wel bij.
Rendement van P&O in onderwijs Het is zelfs zo dat goed personeelsbeleid een voorspeller kan zijn van succes. Aandacht voor personeel leidt tot werknemers die meer tevreden en gemotiveerd werken en die loyaal uitvoering geven aan het behalen van de schooldoelstellingen. Vaak wordt het verzuim substantieel lager. Uit onderzoek blijkt dat op zeer zwakke scholen zo’n ontwikkelingsgericht personeelsbeleid meestal ontbreekt. Ook is daar geen coachend leiderschap geweest. Er is dus een verband tussen goed personeelsbeleid en de prestaties van de school als geheel. Aandacht voor P&O werpt vruchten af. Een onderdeel van P&O is functiewaardering. Veel vo-scholen hebben daar inmiddels vorm aan gegeven. Zij kunnen ook al werken met gratificaties en toelagen. Merkwaardigerwijs gebeurt dit in de praktijk echter weinig. Het lijkt erop dat scholen nog moeite hebben dit nieuwe beleid in de praktijk uit te voeren. Hier ligt een uitdaging voor de schoolleiding.
Inzetten op SLOW VOS/ABB kan een bijdrage leveren met coaching, leiderschapsontwikkeling, begeleiding van veranderprocessen, cultuurverandering. Het is de moeite waard. Want de werkgever die er in slaagt zijn personeel te motiveren en beter te laten functioneren, zal daar op alle fronten van profiteren. VOS/ABB wil zich bij de ondersteuning van de ontwikkeling van personeelsbeleid de komende periode richten op Samenwerken, Leiderschap, Organisatie-ontwikkeling en Waarden (SLOW). De vereniging zet in op duurzaamheid en het negeren van hypes. Daadwerkelijk veranderen van mens en organisatie is een proces van lange adem waarbij het behalen van korte termijnsuccessen overigens wel belangrijk blijft.
De praktijk In deze special van Over Onderwijs worden diverse aspecten van P&O onder de loep genomen. Wat kunnen scholen bereiken met personeelsbeleid, hoe pak je het aan en hoe werkt het in de praktijk? Verschillende schoolbesturen vertellen over hun ervaringen.
In deze special:
28
over onderwijs
• • •
29. Leerkrachten verplicht aanwezig op school
• • •
31. Op weg naar prestatiebeloning
• • •
32. Stedelijk College Zoetermeer: ‘Het levert veel op’
• • •
33. Leerkrachten krijgen weer loopbaanperspectief
• • •
34. Help!? Ik mis de chemie in mijn team!
• • •
35. Deze experts staan voor u klaar special: personeelsbeleid
Maatregelen tegen hoge werkdruk en ziekteverzuim
Leerkrachten verplicht aanwezig op school Werken doe je overdag op school en niet ’s avonds of in de weekeinden thuis. Met dat uitgangspunt wil het Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland voor cluster 4-scholen (RENN4) de hoge werkdruk en het ziekteverzuim verlagen. Bovendien vindt RENN4 het voor de kwaliteit van het onderwijs nodig dat collega’s elkaar meer op het werk ontmoeten.
40 weken van 40 uur RENN4 werkt met jaarroosters waarbij leerkrachten die voltijds werken maximaal 930 uur lesgeven. Er is alleen nog compensatieverlof als iemand aanwijsbaar meer werkt. De jaartaak wordt verdeeld over 40 weken van 40 uur, met werkdagen van 8 uur. De overblijvende 59 uur op jaarbasis wordt in overleg op schoolniveau ingevuld, bijvoorbeeld door iets eerder te beginnen na de zomervakantie of mee te gaan op schoolkamp.
Margot Erkelens en Marcus Dirks: ‘Leerkracht heeft geen solo-functie’.
het nodig is dat leerkrachten vaker op school moeten zijn: “Een leerkracht is onderdeel van een team en heeft dus geen solo-functie. Daarvoor is het nodig om in een bepaalde mate aanwezig te zijn op school. Bij ons is dat een halfuur voor het begin van de les en tot een uur na afloop ervan. We vinden niet alleen lesgeven belangrijk, maar juist ook de niet-lesgebonden taken.” Veel thuiswerk komt volgens Erkelens en Dirks de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede. “Wij willen geen eilandenstructuur. Voor een goed functionerende organisatie en dus ook een school is het nodig om collega’s te kunnen ontmoeten voor overleg, om antwoord te geven op elkaars vragen.” RENN4 wil met de verplichte aanwezigheid van het personeel ook beter bereikbaar zijn voor ouders/verzorgers
Elf speciale scholen RENN4, het Regionaal Expertise Centrum Noord Nederland - cluster 4, is een samenwerkingsverband voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Het is een fusieorganisatie die in 2004 is ontstaan. Het stafbureau zit in de stad Groningen. Daar zijn ook vier van de elf scholen gevestigd. De andere scholen zitten in Leeuwarden (drie stuks), Drachten, Rijs, Smilde en Rolde. RENN4 biedt onderwijs aan ongeveer 2000 kinderen en ambulante begeleiding aan circa 3400 leerlingen, verspreid over de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. RENN4 is aangesloten bij VOS/ABB.
foto: Harry Tielman
P&O-adviseurs Margot Erkelens en Marcus Dirks van het stafbureau van RENN4 in Groningen leggen uit waarom
en externe organisaties, zoals instellingen voor jeugdzorg. “Die moeten met hun vragen bij de school terecht kunnen, het gaat tenslotte om het kind.” Erkelens vergelijkt scholen voor cluster 4-onderwijs met intensive care-afdelingen van ziekenhuizen. “Ook daar moet altijd personeel aanwezig zijn en is goede samenwerking van levensbelang.” Heldere afspraken over het taakbeleid zijn niet alleen noodzakelijk om over onderwijs
30 29
de kwaliteit van het onderwijs op een hoger peil te brengen, maar ook om de werkdruk die door veel werknemers als te hoog wordt ervaren, te verlagen. De zwaarte van het beroep houdt volgens Erkelens en Dirks direct verband met een hoger ziekteverzuim, een probleem waar veel schoolbesturen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs mee te kampen hebben. RENN4 vindt dat als medewerkers hun werk mee naar huis nemen en daar ‘s avonds en in het weekend tijd aan besteden, het niet anders kan dan dat er een hoge werkdruk wordt ervaren.
Klaverjassen “Wij hebben nu gezegd dat het grootste deel van de taken op school moet worden uitgevoerd, zodat niemand meer de dwang voelt om thuis te moeten werken. Daar moet je volgens ons gewoon kunnen doen waar je zin in hebt. Klaverjassen, tv-kijken, het maakt ons niet uit wat, als het maar geen werk is!”
’Thuis moet je gewoon kunnen doenwaar je zin in hebt.’
SPECIAL
Om de nieuwe manier van werken mogelijk te maken, gaat RENN4 investeren in flexibele werkplekken met computers. De verplichte aanwezigheid op school hoeft geen problemen te veroorzaken voor werknemers met kinderen. “Alle basisscholen moeten tegenwoordig vooren naschoolse opvang aanbieden als de ouders dat wensen, en er zijn ook nog andere opvangmogelijkheden, dus deze kwestie speelt bij ons niet meer dan bij andere werkgevers.”
30
Erkelens en Dirks benadrukken dat de GMR van RENN4, weliswaar na behoorlijk wat discussie, akkoord is gegaan met de nieuwe manier van werken. De ruimere aanwezigheid op de school wordt de komende twee schooljaren gefaseerd ingevoerd.
Veel gedoe tot vier cijfers achter de komma P&O-specialist Silvia Schouten van week moet gelden of voor één of VOS/ABB ziet dat in veel schooltwee dagen, bijvoorbeeld voor de besturen discussie woedt over de maandag en de dinsdag. Want voor normjaartaak en werktijdfactor in veel mensen is het juist aantrekkehet onderwijs. lijk om in het onderwijs te werken, “Ja, deze onderwerpen leven heel omdat ze hun werk flexibel kunnen erg! Het is ook vaak een heel gedoe inrichten, dat ze dus ook thuis hun met allerlei herverdeeleffecten. Met lessen kunnen voorbereiden of corde onderwijs-cao’s kan het echt een rectiewerk kunnen doen. Als je die lastige klus zijn om de inzet van mogelijkheid als werkgever niet je mensen goed te regelen. Denk meer biedt, zou het kunnen dat je vanwege de huidige krapte op de aan de 1659 uur op jaarbasis en het maximum arbeidsmarkt problemen van 930 lesuren, krijgt om de 166 voldoende uur voor gekwalifibekwaamceerd persoheidsbeneel binnen vordering te halen. Ik en het zeg niet dat restant voor dat dan niet niet-lesmeer lukt, gebonden maar je moet taken, verwel rekening Silvia Schouten: ‘Lastige klus’ houden met gaderingen, voorbereidat risico. ding en ga zo maar door. En dan Het is duidelijk dat RENN4 bewust de werktijdfactoren tot vier cijfers voor de verplichte aanwezigheid op achter de komma. Dat zie je buiten school heeft gekozen en dat onderhet onderwijs bijna nergens anders! bouwen ze met positieve argumenHet is heel positief dat RENN4 daar ten.” nu met het eigen personeel heldere afspraken over heeft gemaakt, buiLeergang ten de tijdrovende cao-discussies Silvia Schouten heeft voor de om, maar natuurlijk wel binnen de P&O’ers van de scholen van RENN4 regels die we met elkaar hebben in company de VOS/ABB-leergang afgesproken.” over de rechtspositie en de bekostiging van onderwijspersoneel gegeHele week? ven. Een van de modules van deze Schouten benadrukt dat in de cao leergang gaat over de inzet van perniets is geregeld over de verplichte soneel en de normjaartaak. RENN4 aanwezigheid op school. “Het is duiheeft voor de nieuwe werkwijze in delijk dat dit binnen het onderwijs informerende zin veel contact gehad buiten de lesgebonden uren niet met de Helpdesk van VOS/ABB. Meer de gewoonte is. Maar als je daar informatie over de leergang rechtsals bestuur met de GMR duidelijke positie en bekostiging onderwijsperafspraken over maakt, zoals ze bij soneel en over ondersteuning door RENN4 hebben gedaan, dan kun de Helpdesk van VOS/ABB, vindt u je het natuurlijk zo regelen dat je op www.vosabb.nl (dossier werkgeje mensen op school bijvoorbeeld verszaken > personeelsbeleid). ook hun lessen laat voorbereiden. Dat mag, dat kan, alleen kun je je Informatie: Silvia Schouten, wel afvragen of dat voor de hele 0348-405255,
[email protected].
Martin van den Bogaerdt
over onderwijs
special: personeelsbeleid
‘Uitdaging voor leiderschap’
Op weg naar prestatiebeloning: een cultuuromslag Scholen staan aan de vooravond van een complete cultuuromslag. Het ziet er naar uit dat er vormen van prestatiebeloning worden ingevoerd en dat is voor het onderwijs een nieuwe manier van werken en denken. Het betekent dat er beoordelingen moeten komen, die verzilverd kunnen worden. Scholen die het goed oppakken zullen zich ontwikkelen tot een professionele organisatie. De geluiden in de politiek zijn niet mis te verstaan. Minister Ronald Plasterk was er duidelijk over bij de presentatie van zijn Actieplan LeerKracht, waarmee hij de lerarentekorten in het voortgezet onderwijs wil bestrijden. “Het moet geen automatisme zijn dat hoger opgeleide leraren ook meer loon ontvangen. Een hoger opgeleide leraar is niet per definitie een betere leraar”, aldus Plasterk. Hij wil dat schoolbesturen gaan beslissen over loonsverhoging van leraren, in relatie tot prestatie. “Een goede zaak”, zegt Sjoerd Sol, consultant bij VOS/ABB. “Het vloeit vrij logisch voort uit de onderwijsvernieuwingen. Scholen worden autonomer. Ze mogen eigen doelen formuleren, een eigen visie ontwikkelen en het zou heel goed zijn als ze dan ook zelf de middelen voor personeel kunnen besteden. Vaak blijkt het echter lastig om nieuw, eigen beleid in de praktijk te brengen. De cultuur van een school, de werkwijze
zoals die in decennia is gegroeid, is niet eenvoudig te veranderen. Hier ligt een grote uitdaging voor het leiderschap”.
Nieuwe generatie Volgens Sol is het nu wel een goed moment om de schouders onder zo’n cultuurverandering te zetten. “We weten dat er veel oudere leraren werken in het voortgezet onderwijs. Die vergrijzing houdt dreigende lerarentekorten in, maar het betekent ook dat er over tien jaar een nieuwe generatie leraren aan het werk is. Een generatie die positief staat tegenover prestatiebeloning.” Ook Sol zelf vindt dat het onderwijs af moet van de automatische salarisgroei. “Salarisverbetering moet voortvloeien uit prestaties. Om dat te realiseren kun je bijvoorbeeld onderscheid gaan maken tussen basisleraren en excellente leraren. Daarmee bied je jonge leraren de kans om binnen hun beroep een ontwikkeling door te maken.” Excellente leraren krijg je niet alleen door prestatiebeloning. Het heeft met veel meer aspecten van personeelsbeleid te maken. “Het gaat om het motiveren van personeel. De werkgever die er in slaagt zijn personeel te motiveren en te verbeteren, is dezelfde die zijn strategische doelen zal halen. Het gaat om inspirerend leiderschap, maar het gaat ook om een handige praktische aanpak. Het is bijvoorbeeld van belang om afdelingsleiders te trainen in het houden van zinvolle functionerings- en beoordelingsgesprekken. Het is niet niks en het is voor veel medewerkers in het onderwijs compleet nieuw. Pas wanneer leidinggevenden het goed onder de knie hebben mag er aan prestatiebeloning worden gedacht. Anders ontstaat er ontevredenheid”.
VOS/ABB Consultant Sjoerd Sol begeleidt scholen bij verandertrajecten, vaak op het gebied van personeelsbeleid. Hij traint medewerkers in het houden van functioneringsen beoordelingsgesprekken (coaching-on-the-job) en ondersteunt het management bij de ontwikkeling van inspirerend leiderschap. “Nieuw beleid is vaak zo gemaakt, maar veel scholen blijven steken bij de uitvoering in de praktijk. Daar willen wij graag een impuls aan geven”, aldus Sol. Hij is bereikbaar via e-mail (
[email protected]) of via telefoonnummer 06-30365912. moet volgens Sol vooral een waarderende inhoud hebben. “Het moet niet alleen gaan over het functioneren van een personeelslid, maar ook over zijn talenten en wensen. Daarnaast is het van belang waardering uit te spreken voor een collega. Dat laatste blijkt in het onderwijs nog helemaal geen gemeengoed te zijn”. Voor de invoering van prestatiebeloning geldt hetzelfde als voor andere veranderprocessen, vindt Sjoerd Sol. “Je bent er niet met het ontwerpen van nieuw beleid, dat op papier zetten en dan zeggen: zo gaan we het doen. Laat de mensen experimenteren en leg hun bevindingen vast. Zorg dat ze getraind worden. Alleen zo krijgt modern personeelsbeleid in de praktijk gestalte”. “Uiteindelijk moeten we een imagoverbetering van het beroep zien te bereiken. Dat is de ultieme uitdaging voor management en bestuur,” besluit Sol.
‘Een beoordelingsgesprek is niet niks’
Zinvol functioneringsgesprek Een zinvol functioneringsgesprek Sjoerd Sol: ‘Onderwijs moet af van automatische salarisgroei’
‘Een impuls geven’
Lucy Beker Lees op pag.32 de ervaringen van het Stedelijk College Zoetermeer, dat al werkt met prestatiebeloning.
over onderwijs
32 31
Op weg naar prestatiebeloning Stedelijk College Zoetermeer: ‘Een cultuuromslag die veel oplevert‘ Het Stedelijk College Zoetermeer is een van de eerste scholen in Nederland die al werkt met prestatiebeloning. Zowel incidenteel, als structureel. “Het is zeker een cultuuromslag die tijd kost”, zegt Rien Schenk, voorzitter van de centrale directie. “Maar het levert wel veel op”. Met 2300 leerlingen op drie locaties en 240 personeelsleden is het Stedelijk College Zoetermeer een middelgrote organisatie. Een paar jaar geleden begon de school met incidentele extra beloning via gratificaties.“Onze locatieleiders maken elk jaar een voordracht van mensen die een bonus verdienen. Daar moet een concrete aanleiding voor zijn. Inmiddels is uit een enquête duidelijk geworden dat het personeel zo’n extraa tje in een envelop echt waardeert. Het stimuleert mensen dus ook om zich in te zetten voor de school”, aldus Schenk. Vervolgens is ook het structurele beloningsbeleid op de school aangepast. “Wij
geloven erin”, zegt Schenk, “omdat mensen niet hetzelfde zijn, niet hetzelfde zijn opgeleid, niet hetzelfde doen en niet allemaal even hard werken. Dat mag tot uiting komen in de beloning. Wij gebruiken het formatiegeld om kwalitatief te belonen”. Op het Stedelijk College zijn het de afdelingsleiders die een team aansturen, de teamleden beoordelen en eventueel voordragen voor een extra periodiek of promotie naar een LC- of LD-functie. De voorzitter van de Centrale Directie beslist over promoties. De mogelijkheden daar-
‘Mensen zijn niet hetzelfde en doen niet hetzelfde’
toe staan duidelijk in een beleidsplan. De afdelingsleiders zijn getraind om de beoordelingsgesprekken goed te voeren.
Koudwatervrees Volgens Schenk was er aanvankelijk wel koudwatervrees voor deze vorm van personeelsbeleid. “Maar nu de eerste ronde met succes is afgerond, ervaar ik het als een grote voorsprong op andere scholen. Natuurlijk kan dit alleen slagen als het zorgvuldig wordt ingevoerd. Je moet veel voorlichting geven, draagvlak creëren, formulieren ontwikkelen en mensen trainen. Maar dan zijn de opbrengsten ook groot”. “We zijn een aantrekkelijker werkgever geworden. Het overleg met de MR is professioneler. De leraren hebben meer binding met onze strategische doelen. En last but not least: op den duur verwacht ik hierdoor een verdere verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs”.
SPECIAL
foto: Martin Droog
Rien Schenk: ‘Extraatje stimuleert mensen’
32
over onderwijs
special: personeelsbeleid
Nieuw functiegebouw bij ondernemend schoolbestuur
Leerkrachten krijgen weer loopbaanperspectief werk dat past bij innovatief
Lilian van Amelsvoort: ‘Prestatiedrang verhoogt de kwaliteit’
foto: Marla Smith Stevels
Een modern functiebouwen ondernemend primair onderwijs. Beleidsmedewerker P&O Lilian van Amelsvoort van het bestuur SIGNUM in Den Bosch is er trots op. “Vanaf september hebben we aan een nieuw functiegebouw gewerkt en in januari is de gmr akkoord gegaan met de invoering ervan”, vertelt Van Amelsvoort met gepaste trots. Ze kon bij SIGNUM goed gebruikmaken van de ervaring die ze eerder in het bedrijfsleven en speciaal onderwijs met het functiebouwwerk had opgedaan. “Daar was het eerder actueel, omdat er in het bedrijfsleven en ook in het speciaal onderwijs meer verschillende functies zijn dan op reguliere basisscholen.” De strategische beleidskeuzen van SIGNUM lagen aan het kersverse bouwwerk ten grondslag. Het bestuur wil innovatief zijn, ook als dat risico’s met zich meebrengt. Het kernbegrip is ‘ondernemend’, wat Van Amelsvoort illustreert aan de hand van het nieuwe onderwijsconcept dat is geïntroduceerd op de school Wittering.nl, een van de twee zogenoemde academische basisscholen van SIGNUM. “Je kunt dat een beetje vergelijken met de academische ziekenhuizen. Er worden SIGNUM is het bestuur van 23 basisscholen en één sbo-school in Den Bosch, met in totaal circa 6600 leerlingen. Het rooms-katholieke bestuur huldigt het principe van algemene toegankelijkheid. Het richt zich op alle kinderen, ongeacht hun etnische, maatschappelijke of godsdienstige achtergrond. Sinds dit jaar is SIGNUM bij VOS/ABB aangesloten. special: personeelsbeleid
studenten opgeleid en nieuwe ontwikkelingen bedacht en uitgewerkt. Wittering. nl werkt met groepen leerlingen van verschillende leeftijden die aan de hand van bepaalde thema’s op hun eigen niveau werken. Die groepen hebben leerkrachten en ondersteuners. Wij willen dat alle scholen los kunnen zijn van het traditionele leren. Dan moet je ook de traditionele platte functiestructuur loslaten.”
Expertleraar Dit heeft ertoe geleid dat het nieuwe functiegebouw, dat los van het sbo zeven verschillende functies telt, onder meer onderscheid maakt tussen de groepsleraar en de expertleraar. Die laatste moet excellent functioneren volgens het competentieprofiel van SIGNUM. “Zij zijn het neusje van de zalm en kunnen de kar trekken bij vernieuwingen. Expertleraren hebben een rol die meerwaarde oplevert voor de hele school, dus niet alleen voor de eigen klas. Denk bijvoor-
beeld aan de rol van bouwcoördinator, begeleider van nieuwe medewerkers of intern begeleider.” De functie van expertleraar biedt werknemers meer loopbaanperspectief als zij voor de klas willen blijven en liever niet overstappen naar het management. Ook in financiële zin is er meer perspectief. Ze gaan als expertleraar van schaal 9 naar schaal 10, wat uiteindelijk bruto ongeveer 300 euro per maand meer kan opleveren. “Dat is natuurlijk niet genoeg voor mensen die het voor het geld doen”, erkent Van Amelsvoort, “maar áls zulke mensen er al voor kiezen om in het onderwijs te gaan werken, raak je ze vroeg of laat toch wel kwijt. Het gaat in het onderwijs immers niet om geld alleen, maar ook om waardering en een bepaalde bevlogenheid.” Opmerkelijk is dat de functie van adjunct-directeur uit het functiegebouw is verdwenen. “Adjuncts worden ook expertleraar. De huidige adjunct-directeuren 34 krijgen een salarisgarantie
‘Expertleraren zijn het neusje van de zalm’
over onderwijs
33
Betaalbaar
‘Wij worden hiermee als werkgever aantrekkelijker’
Herkent u dit? Stuk voor stuk hebben uw teamleden geweldige capaciteiten, maar toch wordt het werk niet altijd goed gedaan. Of ze werken wel samen, maar niet effectief. Tijd voor een teamanalyse. Dat kan Marlous Elstgeest doen. Elstgeest, adviseur van VOS/ABB Consulting, is sinds kort officieel gecertificeerd om volgens het Belbin Teamrolmodel een team te analyseren en samen met dat team te werken aan een meer effectieve en meer plezierige onderlinge samenwerking. Marlous hierover: “Kiezen voor samenwerking houdt in dat men de compleetheid van kwaliteiten niet zozeer in zichzelf als wel in de samenwerking met anderen probeert te bereiken.” De Belbin-methode gaat ervan uit dat iedereen naast een hiërarchische rol ook twee of drie natuurlijke teamrollen heeft op basis van persoonlijkheidskenmerken. Belbin heeft 9 teamrollen onderscheiden en Elstgeest kan ze binnen elk team herkennen. Het herkennen en erkennen van elkaars teamrollen, zorgt voor een soepelere samenwerking en meer chemie in uw team. Informatie: Marlous Elstgeest, 06-12921938 of
[email protected].
Vanaf 4 maart in de boekhandel Hoera, een conflict! Waarom teams conflicten nodig hebben Margreeth Kloppenburg & Jaco van der Schoor ISBN 978 90 5261 633 9 130 pagina’s € 24,95 Waar wordt samengewerkt, ontstaan conflicten. Gelukkig maar, zeggen de auteurs van dit boek, want conflicten kunnen van waarde zijn voor de ontwikkeling van een team. Echt samenwerken lukt alleen wanneer teams hun conflicten weten te benutten. Dit stelt wel de nodige eisen aan u als leidinggevende. De wijze waarop u met de conflicten in uw team omgaat, is van grote invloed op de ontwikkeling van het team. Het boek Hoera, een conflict! laat managers op een andere manier naar de conflicten in hun team kijken. De auteurs Margreeth Kloppenburg en Jaco van der Schoor hebben ervaringen met teammediation en teamontwikkeling en schreven dit boek vanuit hun praktijk. Lezers van Over Onderwijs krijgen 4 euro korting op dit boek.
4 euro korting op het managementboek 'Hoera, een conflict'.
Omdat er aan de ‘bovenkant’ van het functiegebouw voor leerkrachten loopbaanperspectief is gerealiseerd, moest er aan de ‘onderkant’ ook variatie worden aangebracht. “Dat moet je wel doen om het betaalbaar te houden. Behalve de gewone groepsleraren en expertleraren, krijgen we nu ook lerarenondersteuners en onderwijsassistenten. Met hetzelfde aantal mensen en dezelfde kosten hebben we dan meer differentiatie. We kunnen ons hiermee als werkgever aantrekkelijker maken.” “Een belangrijke consequentie is dat je niet meer traditioneel kunt werken met één leraar voor één klas. Je móet vernieuwend denken. Daar zit wellicht niet iedereen op te wachten. Een deel van onze scholen zal dan ook wel traditioneel blijven werken, maar het nieuwe functiebouwwerk past in de strategie van SIGNUM en de wil van veel van onze directeuren om het onderwijsleerproces anders te organiseren.” Van Amelsvoort gelooft niet dat er door functiedifferentiatie jaloezie op de werkvloer zal ontstaan, zoals binnen de vakbonden en bijvoorbeeld ook door de SP wel wordt gedacht. “Nee, dat vind ik onzin. Je moet gewoon kunnen zeggen wie er goed en minder goed zijn. Ik denk wat dit betreft net zo zakelijk als ons College van Bestuur. Er zullen best mensen gaan mokken, maar dat vind ik geen risico. Als je maar goed uitlegt waarom dit nodig is en welke voordelen het biedt. Prestatiedrang verhoogt de kwaliteit!”
Help!? Ik mis de chemie in mijn team!
en degenen die liever geen expertleraar genoemd willen worden, blijven gewoon adjunct als overgangsregeling. Daar moet je als werkgever niet moeilijk over doen. Maar er worden geen nieuwe adjunct-directeuren meer benoemd. ”
g bur pen hoor p o l c th K r S re e v a n d e g r Ma Jaco &
n e e , t! a r H o e n fli c co
Martin van den Bogaerdt
T 0348 - 405255 of
[email protected]
ISBN 978 90 5261 633 9
over onderwijs
Actienummer: 901-48569
special: personeelsbeleid
34
te n li c f n co ms bben a e Geldig tot 8 april in de boekhandel tegen inlevering t e om dig h r a o van bon. n Wa deze
Meer weten? Silvia Schouten VOS/ABB
SPECIAL
Actieprijs 20,95 euro
Colofon Over Onderwijs is het relatieblad van VOS/ABB, de vereniging van openbare en algemeen toegankelijke scholen en een van de grootste werkgeversorganisaties in het onderwijs. Bijna 400 besturen met circa 2800 scholen en ruim 850.000 leerlingen zijn aangesloten.
Onze experts staan voor u klaar
foto’s: Martin Droog
Vragen over personeelsbeleid? Plannen voor de invoering van functiedifferentiatie, prestatiebeloning, vernieuwd taakbeleid? Op zoek naar een persoonlijke coach? Deze experts van VOS/ABB staan voor u klaar. Zij kunnen u van dienst zijn bij praktische en beleidsmatige vraagstukken op het gebied van personeelsbeleid. Van links naar rechts: Ankie Knijnenburg, Sjoerd Sol, Jo Simons, Marlous Elstgeest, Ronald Dolfing en Silvia Schouten.
Het blad verschijnt achtmaal per jaar.
Redactie-adres: Over Onderwijs Postbus 162, 3440 AD Woerden
[email protected] tel: 0348-405270
Redactie: Lucy Beker (eindredactie) Martin van den Bogaerdt
Medewerkers aan dit nummer: Jurgen van Dijk Jack Heussen
Fotografie: Martin Droog, Edwin van Eis, Jan van der Meijde, Rob Oostwegel, John Peters, Marla Smith Stevels, Martine Sprangers, Harry Tielman.
Foto omslag:
Onze helpdesk Praktische vragen over werkgeverszaken? Snel informatie nodig? Bel of mail dan met de Helpdesk van VOS/ABB. Onze helpdeskmedewerkers (van links naar rechts) Harry van Soest, Myrna Houtman, Koos Roos en (niet op de foto) Elsbeth Monster-de Vogel zijn dagelijks bereikbaar via 0348-405250 of
[email protected]
Agenda P&O Met P&O als speerpunt organiseert VOS/ABB een reeks activiteiten voor leden en niet-leden. Nadere informatie over en aanmeldformulieren voor alle activiteiten vindt u op www.vosabb.nl (agenda). Vijfdaagse leergang rechtspositie en bekostiging onderwijspersoneel 19 en 26 februari, 4, 11 en 18 maart. Nog plaats voor deelnemers uit het voortge- zet onderwijs (po-groep is volgeboekt, nieuwe cursus begint op 9 september, inschrijven kan al). Themabijeenkomsten passend onderwijs en P&O 11 maart – Heerhugowaard 12 maart – Gilze Rijen 13 maart – Alphen aan den Rijn 20 maart – Groningen Contactgroep P & O 10 april – Utrecht (primair onderwijs) 17 april – Utrecht (voortgezet onderwijs) Congres Bedrijfsvoering met workshops over P&O 16 april - Eemnes
John Peters. Ard, Jordy, Ricky en Mike, leerlingen van het Blariacum College in Blerick.
Ontwerp en lay-out: Afdeling Vormgeving, Bussum
Druk: Giethoorn ten Brink, Meppel
Advertentiebureau: Recent, Amsterdam 020-3308998
[email protected] Contactpersoon: Ray Aronds
Abonnementen: Leden van VOS/ABB ontvangen een exemplaar per bestuur en per school gratis. Extra abonnementen mogelijk (zie www.vosabb.nl). Abonnement niet-leden: 63 euro per jaar.
Opgeven als abonnee bij: VOS/ABB, t.a.v. Irene Smit, tel: 0348-405203; e-mail:
[email protected]
Copyright: Alle rechten voorbehouden.
over onderwijs
35
Juridisch adviseurs voor bestuur en management in het onderwijs Wij juristen en advocaten van VOS/ABB Consulting: • staan u bij in het snel en efficiënt oplossen van lastige vraagstukken op het gebied van: disfunctioneren, langdurige arbeidsongeschiktheid, toelating en verwijdering, geschillen met ouders, fusie, bekostiging, huisvesting, medezeggenschap en het opstellen van beleidsstukken en contracten; • kennen het onderwijs en de specifieke regelgeving; • zetten in op conflict/geschiloplossing om langdurige en kostbare procedures zoveel mogelijk te voorkomen;
Juridisch adviseur: mr. V.G.A. Kellenaar
• staan u uiteraard ook bij, wanneer het toch tot een procedure mocht komen.
Juridisch medewerker: mw. F. Rab Advocaten: mr. H.J. Brouwer mw. mr. S.A. Geerdink mw. mr. H. van der Heide mr. drs. G.J. Heussen mw. mr. S. Ideler-Ouwens mr. J. Schutter
Wilt u meer informatie over onze juridische diensten? Neem dan contact op met ons secretariaat, Marjon van den Bosch (0348) 405 232, of stuur een e-mail naar
[email protected]. Zie ook www.vosabbconsulting.nl.
C
O
N
S
U
L T
I
N
G
Polanerbaan 15 | Postbus 162 | 3440 AD Woerden