01 Jaargang 1 nr. 1 juli ’09
Severenstraat 16, 6225 AR Maastricht | T: 043 - 604 55 55 E:
[email protected]
> EERSTE UITGAVE > DE AANPAK BIJ VERMOEDENS VAN KINDERMISHANDELING > WEGWIJZER CLIENTENRADEN JEUGDZORG AANGEBODEN AAN GEDEPUTEERDE > EEN HARTVERWARMEND BEDANKJE > INTERVIEW MET BESTUURDER BUREAU JEUGDZORG LIMBURG > HOE LEUK IS HET OM VOORZITTER VAN DE CENTRALE CLIENTENRAAD TE ZIJN? > CLARA GROEP OP ITALIAANSE WIJZE IN HET ZONNETJE GEZET
X-FILES, HET JONGERENKATERN > CHAT-SITE VOOR JONGEREN MET PROBLEMEN > SPECIALE SITE VOOR JONGEREN MET BETALINGSACHTERSTANDEN > DVD ‘BRANDVEILIGHEID VOOR JONGEREN, DOOR JONGEREN’ E > 4 LANDELIJKE CLI NTENDAG UTRECHT > ‘KAMERS MET KANSEN’ > COMPUTERS VOOR JONGEREN IN DE JEUGDZORG > WAT ZEG JE? TAALGEBRUIK IN DE HULPVERLENING IS NIET ALTIJD DUIDELIJK VOOR JONGEREN > OP VAKANTIE DANKZIJ NATIONAAL FONDS KINDERHULP > HARTELIJK DANK > WEDSTRIJD MET ALS THEMA VAKANTIE: MAAK KANS OP EEN LEUKE PRIJS
Hier is ie dan: de allereerste uitgave van XIGNAAL, de nieuwsbrief voor de cliënten van XONAR. We willen beginnen met 4 edities per jaar, met een mogelijke uitbouw naar 6 keer per jaar. In de nieuwsbrief besteden we aandacht aan alle mogelijke onderwerpen die voor cliënten van XONAR (ouders/ verzorgers en jongeren) interessant of misschien wel noodzakelijk zijn om hierover geïnformeerd te worden. Bijvoorbeeld de aankondiging van een themabijeenkomst of een in begrijpelijke woorden geschreven artikel over wetswijzigingen binnen de jeugdzorg en/of ontwikkelingen binnen XONAR en de gevolgen daarvan. Maar bijvoorbeeld ook een interview met een jongere die iets vertelt over zijn ervaringen met kamertraining.
Ten aanzien van de vormgeving is een knipoog gemaakt naar XPresse, de digitale nieuwsbrief voor de medewerkers van XONAR. Door de gelijkenis maken we duidelijk dat XPresse en XIGNAAL als het ware ‘broer en zus’ zijn. XIGNAAL is er voor en door de cliënten. Daarom hebben zij een belangrijke stem bij het bepalen van onderwerpen. Dat kan door hen deel te laten uitmaken van een redactiecommissie, waarin ook de interne ondersteuners van de Cliëntenraad en de medewerker Communicatie & PR van XONAR zitten.
In een gesprek met een aantal vertegenwoordigers van de Cliëntenraden afgelopen jaar werd duidelijk dat er veel behoefte was om via een speciale nieuwsbrief een aantal keren per jaar door XONAR geïnformeerd te worden over uiteenlopende items. Ook de bestuurder en RvT van XONAR juichen dit initiatief van harte toe. Zodoende werden in maart jl. de initiatiefnemers bij elkaar geroepen om een plan van aanpak te bespreken.
LEES VERDER OP PAG. 3 Jaargang 1 nr. 1 – juli 2009, pag. 1
In 2007 is binnen XONAR een protocol ingevoerd waarin beschreven staat wat er gedaan moet worden bij een vermoeden van Kindermishandeling. Tegelijkertijd zijn aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling aangesteld. Dit zijn Guido Akkermans, Riny van Cleef, Bart Jansen en Thea van Zeben. Hun taak is medewerkers te ondersteunen als er sprake is van een vermoeden van Kindermishandeling.
Deze medewerkers hebben een werkgroep opgericht die iedere twee maanden bij elkaar komt. Voorzitter is Albertine IJdema, contactpersoon kindermishandeling. Tijdens de tweemaandelijkse bijeenkomsten worden zaken besproken zoals casuïstiek, de voortgang van het protocol, het inzetten van scholing, het verspreiden van signaleringslijsten etc. In een van die overlegvormen verleden jaar is besloten dat wekelijks een inhoudelijk artikel over Kindermishandeling in de XPresse gepubliceerd zal worden. Nu dus ook in de XIGNAAL. Doel hiervan is de aandacht voor dit onderwerp levend te houden en de medewerkers en cliënten uitgebreid te informeren. De artikelen worden aangeleverd door zorgcoördinator en gedragskundige Bart Janssen en kinderarts Thea van Zeben, In deze eerste uitgave derhalve het eerste artikel van een reeks die in totaal 25 artikelen bevat. Mocht u vragen of opmerkingen over dit of toekomstige artikelen hebben, dan kunt u die mailen naar
[email protected] De redactie zorgt er dan voor dat uw vraag bij Bart Janssen en/of Thea van Zeben terecht komt.
In de literatuur zijn veel verschillende definities van Kindermishandeling te vinden. U kunt zich dan ook afvragen wat het belang van een definitie is. Er zijn verschillende redenen om als instelling, organisatie, beroepsgroep of landelijk orgaan zoals de Inspectie, met een vaste definitie te werken. Dit betekent dat je binnen je organisatie allemaal over hetzelfde praat als je het over het onderwerp Kindermishandeling hebt. Nog beter is het als je landelijk dezelfde definitie aanhoudt. Er is dan weinig kans op spraakverwarring. EENDUIDIGHEID Ook is er zo aandacht voor culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen. Bijvoorbeeld, wordt slaan wel of niet als een strafbaar feit gezien in een land? Verder zijn met een algemeen geaccepteerde definitie de gegevens uit wetenschappelijk onderzoek maar op één manier uit te leggen en onderling te vergelijken. Ook kunnen slachtoffers niet onterecht claimen dat ze slachtoffer zijn. WET OP DE JEUGDZORG Tenslotte houdt een definitie rekening met de intentie van bepaald gedrag. In Nederland wordt de laatste jaren algemeen gebruik gemaakt van de definitie die ook opgenomen is in de Wet op de Jeugdzorg. De definitie luidt: ‘Kindermishandeling is elke vorm van voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel" . Een aantal zaken in de definitie verdient extra aandacht. • het betreft minderjarigen • het gaat om interacties op fysiek, psychisch en seksueel gebied • er moet een afhankelijkheidsrelatie bestaan tussen kind en dader • er kan sprake zijn van actief berokkend letsel of letsel doordat het kind zaken onthouden wordt • er is sprake van schade, fysiek of psychisch WAT BETEKENT DIT VOOR XONAR? De grens voor minderjarigheid is 18 jaar. De grootste groep van onze cliënten valt hierbinnen. Bij het beoordelen van een situatie wordt echter ook rekening gehouden met het ontwikkelingsniveau van personen. Een zwakbegaafde 21-jarige kan in dit kader nog als minderjarig beschouwd worden.
Jaargang 1 nr. 1 – juli 2009, pag. 2
PSYCHISCH De onderverdeling in fysiek, psychisch en seksueel is heel belangrijk. Vaak wordt toch nog gedacht dat er alleen van kindermishandeling sprake is als je aan de buitenkant wat kunt zien aan een kind, bijvoorbeeld een blauwe plek of een gebroken arm. Dat is dus niet waar. Bij veel kinderen van XONAR zal het psychische zelfs meer op de voorgrond staan. AFHANKELIJKHEIDSRELATIE De afhankelijkheidsrelatie is cruciaal. Kindermishandeling valt niet onder ‘Zinloos Geweld' . Een situatie waarbij een kind overdag op straat door een vreemde in elkaar geslagen wordt, valt niet onder kindermishandeling. Een kind heeft een afhankelijkheidsrelatie met een pleegouder, dan is er dus wel sprake van kindermishandeling. Actief of passief, beschrijft in twee woorden, de verwaarlozing waar wij binnen XONAR vaak mee te maken krijgen. Onmacht zegt iets over de positie van de ouder, voor het kind is er sprake van verwaarlozing. Dus welk uitgangspunt kies je? Schade is een moeilijk te onderzoeken punt. Hoe breng je dat in beeld? Behalve fysieke letsels kan ook groei een goede parameter zijn, zowel het achterblijven in groei, lengte en gewicht
Op 29 april jl. vond bij Van der Valk in Maastricht de presentatie plaats van de Wegwijzer Cliëntenraden Jeugdzorg. De bijeenkomst, die georganiseerd werd door de Stg. Jeugd Zorgvragers Limburg, werd bijgewoond door vele leden van de diverse cliëntenraden van de jeugdzorginstellingen in Limburg en vertegenwoordigers van de Provincie Limburg. De Wegwijzer is opgesteld door Jacqueline van der Zwaard van het Service.JZ met subsidie van de Provincie.
EERSTE UITGAVE XIGNAAL (VERVOLG VAN PAG. 1)
De eerste uitgave van Xignaal wordt als geprinte versie aan alle cliënten verstrekt. Volgende edities zullen voornamelijk alleen als digitaal bestand beschikbaar zijn. Een uitzondering wordt gemaakt voor nieuwe cliënten. Zij ontvangen de laatst verschenen XIGNAAL als geprinte versie in het algemeen informatiepakket dat zij van XONAR krijgen. Bestaande cliënten zullen door hun contactpersoon erop worden gewezen als er weer een nieuwe nieuwsbrief is verschenen en waar ze deze kunnen raadplegen. Wij hopen dat Xignaal in een behoefte voorziet en zijn reuze benieuwd naar reacties, suggesties of input. De redactiecommissie P/a XONAR, afd. Communicatie & PR Severenstraat 16, 6225 AR Maastricht E-mail:
[email protected]
Mw. O. Wolfs heeft de eer om de eerste Wegwijzer Cliëntenraden Jeugdzorg in ontvangst te mogen nemen.
RECHTEN EN PLICHTEN
In deze Wegwijzer vind je allerlei informatie die handig is voor (leden van) cliëntenraden. Bijvoorbeeld wat een cliëntenraad is en doet. Wat de rechten en plichten van een cliëntenraad zijn. Hoe je de zaken die je als cliëntenraad tegenkomt het beste kunt regelen of aanpakken. Maar ook informatie over inhoudelijke thema’s die voor cliëntenraden interessant zijn. Verder werd de avond benut om informeel ervaringen uit te wisselen onder het genot van een hapje en een drankje. Joop Beckers en Igno Huntjens Ondersteuners Cliëntenraden XONAR
Jaargang 1 nr. 1 – juli 2009, pag. 3
Want het komt volgens hem nogal eens voor dat ouders hun kind afleveren bij Bureau Jeugdzorg en zeggen: zo, hier heb je ’m, ik hoef ’m niet meer. Als de veiligheid van het kind niet in het geding is, houdt jeugdzorg ouders aan de verplichting om voor hun kinderen te zorgen. Kiezen voor kinderen is namelijk niet vrijblijvend, ouders blijven verantwoordelijk, zegt Plitscher.
! "
Nico Plitscher stapte tweeënhalf jaar geleden over van het gevangeniswezen naar de jeugdzorg. De algemeen directeur van de penitentiaire inrichtingen in Limburg werd voorzitter van de Raad van Bestuur van Bureau Jeugdzorg Limburg. Hoewel ze hemelsbreed van elkaar verschillen, ziet Plitscher (51) ook overeenkomsten: „Ze staan in het brandpunt van de belangstelling en komen vooral met incidenten in het nieuws.”
De bestuurder kondigt voorts gepassioneerd aan dat jeugdzorg in de vijf Limburgse regio’s vaste lokale teams van zo’n twintig mensen gaat samenstellen. Het zijn jeugdhulpverleners (vrijwillige hulp), jeugdbeschermers (gezinsvoogden voor kinderen die onder toezicht zijn gesteld) en jeugdreclasseringwerkers (voor jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen), onder leiding van gedragsdeskundigen en teamleiders. Deze teams staan daadwerkelijk in directe verbinding met het leefmilieu van de jeugdige en werken samen met scholen, politie en welzijns- en zorginstellingen. Immers: it takes a village to raise a child, weet Plitscher inmiddels. Heeft u na tweeëneenhalf jaar een beetje door hoe jeugdzorg in Nederland in elkaar zit?
„Ik heb het geluk dat ik mij in die tijd fulltime heb kunnen inwerken. Er zijn zeker nog details die ik niet ken, maar ik denk dat ik voldoende weet hoe de hazen lopen.”
Het jargon beheerst hij in elk geval tot in de finesses. Multidisciplinair overleg, interventies, prestatieindicatoren, evidence-based behandelmethodes, resultaatgerichtheid, onbedreigde ontwikkeling, residentieel versus ambulant, verantwoordingsdruk en effectiviteitstrajecten rollen tijdens een drie uur durend interview moeiteloos uit zijn mond. Nico Plitscher wil wat kwijt, na tweeënhalf jaar jeugdzorg. Zoveel is zeker. Zo wil hij graag zeggen dat hij trots is op zijn ruim zeshonderd mensen, op de jeugdzorgwerkers, die „heel erg betrokken” zijn bij de kinderen en wat hem betreft zonder enige twijfel behoren tot de helden van de samenleving. Want door hun bijdrage aan de toekomst van deze jeugdigen heeft onze samenleving toekomst.
Waarom is jeugdzorg zo ingewikkeld? „Omdat de opdracht ook verschrikkelijk ingewikkeld is. Het is onze maatschappelijke opdracht ervoor te zorgen dat jeugdigen de kans krijgen zich onbedreigd te ontwikkelen, zodat hun talenten tot bloei komen. De bedreigingen zijn te vinden in een veelheid van factoren: ouders, vriendjes, een geestelijke beperking, een psychiatrisch probleem, een opvoedprobleem. Er is ook steeds vaker sprake van een complexe, meervoudige problematiek. Bovendien krijg je te maken met heel veel betrokkenen bij een kind, met mogelijk verschillende belangen. Met ieders belangen proberen wij rekening te houden, maar onze blik is echt gefocust op het kind. Tenslotte zijn er ook nog de zéér uiteenlopende vormen van hulpverlening en de drie verschillende financieringsstromen. Het is zo ingewikkeld omdat het leven ingewikkeld is. Ik denk niet dat de jeugdzorg veel simpeler georganiseerd zou kunnen worden.” U kunt zich dus wel vinden in het huidige systeem?
„Ik vind een vraaggericht systeem cruciaal. Bij minderjarigen heb je daarvoor een separate partij nodig die aan de kant van het kind gaat staan, met aan het eind een onafhankelijke rechter die toetst en beslist. Ik werk graag op basis van gezond vertrouwen. Maar wij leven in een klachtendemocratie; politiek en media richten zich vooral op de klagers. Dan krijg je een selectief wereldbeeld. Er zijn mensen die helemaal geen vertrouwen hebben in de politiek en in allerlei instituties. Daar hoor ik niet bij. Ik wil me niet laten leiden door die klaagcultuur.”
Dat er (oud-)cliënten zijn die daar heel anders over denken, weet hij, maar stelt daar tegenover dat het gros tevreden is. Ook grijpt hij de gelegenheid aan om een naar hij hoopt - brede discussie te entameren over de rol van ouders. Jaargang 1 nr. 1-juli 2009, pag. 4
# Er wordt ook best wat geklaagd over jeugdzorg. Het zou een weinig flexibele instantie zijn, die slecht luistert en kinderen zomaar, pardoes uit huis plaatst.
„Bijna al onze cliënten komen via de vrijwillige hulp binnen. Als we de conclusie trekken dat een kind onder toezicht moet worden gesteld en uit huis geplaatst, gebeurt dat multidisciplinair: het is nooit zo dat slechts één persoon beslist dat er een machtiging uithuisplaatsing wordt gevraagd bij de rechter. Het gaat erom dat kinderen zich onbedreigd kunnen ontwikkelen en ontplooien. Het belang van het kind is ook het belang van de maatschappij. Het is de ouderlijke plicht om kinderen te laten opgroeien tot volwaardige burgers. Als dat niet lukt, krijgen ouders inderdaad te maken met onze niet-vrijblijvende bemoeienis.” Wat vindt u ervan dat mensen soms met hun kind naar België of Duitsland verkassen om een dreigende uithuisplaatsing in Nederland te voorkomen?
„Deze keuze van ouders verbaast mij zeer en ik geloof ook niet dat het op grote schaal voorkomt. De ouders die dat doen, keren regelmatig weer terug, daar ben ik van overtuigd. Wij onderhouden ook contacten met de jeugdzorg over de landsgrenzen. Je moet je namelijk ook afvragen wat het betekent voor een kind, als je ouders mét jou, vanwége jou vluchten over de grens.” Hoeveel klachten krijgt u jaarlijks?
„Enkele tientallen. Dat is op een totaal aantal cliënten van zo’n twaalfduizend niet veel, vind ik. Wij zijn altijd uit op een partnership met de ouders, maar dat is niet hetzelfde als doen wat de ouder vraagt. Niemand bij ons heeft de intentie ouders te frustreren, maar het lukt nu eenmaal niet altijd om de dingen sámen te volbrengen. Soms moet je een ander het roer even laten overnemen, maar de ouder blijft de expert van zijn eigen kind. In Limburg zijn nu ongeveer 2200 kinderen, circa 1 procent van de Limburgse jeugd, onder toezicht gesteld. Het gezag blijft dan bij de ouders, ook als een kind tijdelijk uit huis wordt geplaatst. Er zijn daarnaast zo’n driehonderd kinderen met een voogdijmaatregel, waarbij de ouders niet meer het ouderlijk gezag hebben. Dat alles leidt wel eens tot spanning, ja, maar over het algemeen loopt het goed.” Dan is er iets ernstig mis met uw imago. Als het zo goed gaat, moet u dat meer laten zien.
„Dat willen we ook graag. Uit privacyoverwegingen kunnen we nooit ingaan op individuele kwesties, maar de algemene prestaties kunnen we wel uitdragen. We werken momenteel aan de introductie van een set prestatie-indicatoren, waarmee we hopen aan te kunnen tonen wat onze resultaten zijn. Wat levert jeugdzorg uiteindelijk op? Welke behandelmethode helpt daadwerkelijk? Hoe tevreden zijn onze cliënten? Naar deze laatste vraag doen we bijvoorbeeld ook nu al periodiek onderzoek, maar we maken nog te weinig inzichtelijk wat we doen, waarom en hoe.
$
De aanstaande herverdeling van rijksgeld voor de jeugdzorg ziet er vooralsnog weinig rooskleurig uit voor Limburg: als die zo doorgaat, krijgt Limburg vanaf volgend jaar bijna 25 miljoen minder, een kwart van het hele budget.
„Als dat ongewijzigd doorgaat - wat ik me niet kan voorstellen - kunnen we niet blijven doen wat we nu doen, dat is logisch. Maar de eerste vraag die je moet stellen, is volgens mij: hoe hoog moet het macrobudget zijn? De pot voor jeugdzorg is een gesloten pot: op is op. Misschien moet het Rijksbudget wel omhoog, moet die hele koek een stuk groter. Dan moet een gewetensvraag worden beantwoord: vind je als maatschappij àlle kinderen, die in hun ontwikkeling worden bedreigd, de moeite waard? Bij een ‘ja’ ontkom je niet aan een financiering, waarbij voor ieder kind met een indicatie van bureau jeugdzorg de benodigde hulp betaald wordt. En dat hoeft echt niet oneindig te groeien. Wil de maatschappij dat niet, dan moet bepaald worden welke problemen ze niet ‘hulpwaardig’ vindt.”
Bij die voorgestelde herverdeling speelt het aantal nietwesterse allochtonen een belangrijke rol. Daarom heeft Limburg, als tamelijk ‘witte’ provincie, het nakijken.
„En dat is raar. Ik vind dat je allereerst moet kijken naar de bestaande behoefte aan zorg. Het aantal jongeren met ernstige problemen is volgens mij in Limburg niet groter, maar het aantal jongeren dat hulp vraagt wel. De vraag naar jeugdzorg groeit naar mijn overtuiging de komende jaren nog harder dan dat het aantal kinderen en jeugdigen afneemt. En daarin wijkt Limburg niet af van de rest van Nederland.”
Limburg wijkt inderdaad wel af als het gaat om de vraag naar jeugdzorg: die is hier van oudsher groter. Volgens een recent onderzoek heeft dat onder meer te maken met de slechtere gezondheid, grotere armoede, de mijnhistorie en de Katholieke kerk. Wat vindt u daarvan?
„Ik denk dat sociaal-economische factoren een rol spelen. Je ziet ook dat met name de Oostelijke Mijnstreek minder goed uit zijn mijnverleden is gekomen. Als je het hebt over de kerk, is het mijns inziens juist de teloorgang daarvan die invloed heeft. Vroeger konden de mensen daar terecht met hun hulpvragen; de kerk stimuleerde ook de grote gezinnen en het ‘voor elkaar zorgen’. Nu de invloed van de kerk er nauwelijks meer is, zoeken gezinnen zelf hulp, buiten de deur. En ik ben blij dat ze dat doen. Want in andere delen van het land, en dat blijkt ook uit onderzoek, lopen veel jongeren rond met problemen zónder hulp te vragen.” Bron: Dagblad de Limburger, 25 april 2009
Jaargang 1 nr. 1-juli 2009, pag. 5
“Een prima initiatief”, begint Elita Corstjens enthousiast te vertellen als haar wordt gevraagd wat zij vindt van de nieuwsbrief voor cliënten. “Dat is een lang gekoesterde wens. Wij vinden het belangrijk dat we onze acherban voortaan op deze manier kunnen bereiken met informatie die voor hen van belang is, en omgekeerd dat de achterban ons ook weet te bereiken. Wij hopen op deze manier in contact te komen met een nog grotere groep mensen die we vertegenwoordigen.” Met ‘we’ bedoelt Elita de Centrale Cliëntenraad (CCR) van XONAR, waarvan zij voorzitter is.
Elita is al negen jaar nauw betrokken bij de Cliëntenraad van XONAR. De eerste zes jaar fungeerde zij als voorzitter van de Cliëntenraad voor de regio Westelijke Mijnstreek. Zij kwam destijds in contact met XONAR door zoontje Tom die op het MKD in Limbricht begeleiding kreeg. Inmiddels is Tom het MKD al lang ontgroeid en gaat het hartstikke goed met hem. Algemene belang versus individuele belang Vanaf het moment dat Tom niet meer bij XONAR in behandeling is, staat Elita anders in de Cliëntenraad. “Ik kan me neutraler opstellen en mij volledig richten op zaken die voornamelijk het algemene belang dienen, niet het individuele. Door mijn eigen ervaringen weet ik heel goed wat er speelt en hoe dat voor een kind of ouder/verzorger voelt.”
Voorbeelden van thema’s waarover de commissies van de CCR zich buigen, zijn de begroting, het jaarplan, internetgebruik onder jongeren bij XONAR en sinds kort ook XIGNAAL. In de aanloopperiode naar de eerste uitgave stond de nieuwsbrief voor cliënten regelmatig op de agenda. “Dat zal in de toekomst zo blijven, want het is de bedoeling om in de vergaderingen van de CCR mogelijke onderwerpen voor een volgende uitgave aan te dragen en te bespreken.” Vrijwilligerswerk Al met al gaat er behoorlijk wat tijd zitten in de Cliëntenraad, dat voornamelijk vrijwilligerswerk is. “Al gauw zo’n zes à zeven uur per week”, schat Elita in. “Het werk bestaat namelijk uit meer dan alleen het leiden of bijwonen van de vergaderingen. Er moeten stukken worden gelezen, adviezen voorbereid, e-mails beantwoord enz. Bovendien vinden de meeste vergaderingen buiten kantooruren plaats, ook wel eens in de weekenden. Dat kan ook niet anders, aangezien de meeste leden van de (jongeren)cliëntenraden naar school gaan of werken.” Belangrijk dat er een Cliëntenraad is Dat geldt ook voor Elita. Na 23 jaar gewerkt te hebben als apothekersassistente, vervolgens twee jaar als administratief medewerkster op een advocatenkantoor, draait ze sinds een jaar volop mee in het bedrijf van haar man. Een drukke baan, waardoor ze wel eens moet ‘schipperen’ met haar tijd. “Ik heb er dat echter graag voor over”, zegt ze vastberaden. “Ik ben er namelijk van overtuigd dat het werk van de Cliëntenraden er écht toe doet. Bovendien vind ik het heel leuk om te doen.” Huidige thema’s Een onderwerp dat momenteel ‘hot’ is tijdens vergaderingen van de Cliëntenraden, is de 18+ problematiek. Volgens de huidige wetgeving moet een jongere op het moment dat hij of zij 18 jaar wordt, weg bij XONAR (hulpverlening op vrijwillige basis is nog mogelijk tot 23, red.). “Maar wat gebeurt er dan met de jongere?”, vraagt Elita zich af. “Is de jongere voldoende geholpen? Moet er nog nazorg worden verleend? Zo ja, wie gaat dat dan doen?”
Commissies Als voorzitter van de CCR heeft Elita regelmatig overleg met de bestuurder van XONAR en met de interne ondersteuners, Joop Beckers en Igno Huntjens. Daarnaast leidt zij de vergaderingen van de CCR, die elke zes weken plaatsvinden. Verder zijn er een aantal commissies gevormd. Deze kunnen het beste gezien worden als werkgroepen die met bepaalde thema’s aan de slag gaan en vervolgens een voorstel voorbereiden dat in de vergadering van de CCR besproken wordt. “Dat werkt prettig en snel”, zegt Elita over de werkwijze met commissies.
Jaargang 1 nr. 1-juli 2009, pag. 6
Apetito, eveneens een veelbesproken onderwerp tijdens de vergaderingen van de cliëntenraden. Volgens Elita is het aanvankelijke enthousiasme getemperd en komen er van verschillende kanten klachten binnen. Een aantal jongeren heeft naar aanleiding hiervan zelf een enquête opgesteld. Bij het ter perse gaan van deze nieuwsbrief was de uitslag van de enquête nog niet bekend. Elita roemt de wijze waarop jongeren voor zichzelf opkomen en hoe doordacht zij hun mening formuleren. “Je merkt dat ze hun taak heel serieus nemen en goed over zaken nadenken, waardoor zij een zeer goede inbreng hebben.” Tijdschrijven Tot slot zou Elita graag willen weten hoe cliënten het zogeheten ‘tijdschrijven’ door de hulpverleners van XONAR ervaren. Misschien een idee om dit als poll in deze eerste uitgave van Xignaal op te nemen”, besluit Elita.
INSPRAAK XONAR vindt het belangrijk dat cliënten inspraak hebben. Zij weten immers het beste hoe de zorg, de hulp en begeleiding worden ervaren en welke eventuele verbeteringen wenselijk zijn. XONAR is zich daarvan heel goed bewust en stimuleert dat cliënten kunnen meepraten, meedenken en zelfs meebeslissen over alle zaken die voor hen belangrijk zijn. Daarom zijn er in iedere zorgregio cliëntenraden en jongerencliëntenraden actief. Daarnaast is iedere raad vertegenwoordigd in de Centrale Cliëntenraad XONAR.
Wat een bijzonder verhaal. Een pleegdochter die zo goed begrijpt hoe het voelt om niet thuis te kunnen komen, onderneemt actie voor meiden in een leefgroep: de CLARA groep. I.v.m. een project op school verdient ze, samen met haar vriendin, geld met de verkoop van pizza'’. En wat gaan ze met dit geld doen? Juist ja....met de groep naar een echte pizzabakker: samen pizza’s bakken! Lees het verhaal van de groep.
In het kader van een project voor brugklassers van het Sophianum in Gulpen kozen twee brugklassers, de 13jarige Maud Sturmans en de 12-jarige Marcia de Mollin, iets te gaan doen voor kinderen in een zorginstelling. Via een contact kwamen ze bij de Claragroep van XONAR uit. Het initiatief was afkomstig van Maud die zelf in een pleeggezin woont, maar de inspanning die nodig was voor dit project, kwam van beide meisjes. Via Maud’s buurman kregen ze 24 pizza’s, gesponsord door een fabriek. Door de verkoop van deze pizza’s op school aan leerlingen en leraren haalden ze 100,- op. In overleg met de Claragroep werd besloten om deze te besteden aan een leuke activiteit: pizza bakken in Bakhuis Lichtenberg te Sint Pieter. Op 4 juni was het zover. Na een kleine klimwandeling in een prachtige omgeving arriveerden we bij het Bakhuis, waar Maud en Marcia op ons wachtten. Na een korte uitleg van een echte pizzabakker over de oude pizzaoven, gevolgd door een demonstratie deeg maken voor pizza, mochten we beginnen met het uitrollen van de deeg. Voor ‘leken’ deden we dat toch allemaal vrij aardig. Hierna mochten we de pizza’s gaan bedekken met allerlei lekkere ingrediënten zoals prei, uien, paprika, champignons, spekjes, ananas en olijven. Natuurlijk mocht iedereen erop doen wat hij of zij zelf wilde. De groenten moesten we zelf snijden. Vervolgens gingen de pizza’s de oven in. De oven brandde op volle toeren, want de pizza’s waren in een mum van tijd klaar. Toen was het smullen geblazen. Een pupil uit de groep riep spontaan dat ze ook wel eens in de groep pizza wilde maken (YES). Dat is ook voor de groepsleiding erg leuk. Als dan gezegd wordt dat de pizza niet zo lekker is, kan de leiding antwoorden dat ze maar moeten klagen bij degene die de pizza gemaakt heeft, ha ha. De sfeer was over het algemeen gezellig en het is leuk om te zien dat iedereen zijn best doet om niet alleen een lekkere, maar ook mooie pizza te maken.
We zijn Maud en Marcia dan ook dankbaar voor hun inzet om dit voor de Claragroep te hebben willen doen. Maud en Marcia, jullie zijn topmeiden! GRAZIE!!!!!!
Jaargang 1 nr. 1 juli 2009, pag. 7
Jongeren uit de Westelijke Mijnstreek kunnen met allerlei problemen op internet terecht. De website www.klikvoorhulp.nl biedt steun bij onderwerpen als gepest worden, eenzaamheid, verslaving, mishandeling en seksualiteit.
Via chat of e-mail kunnen jongeren tussen de 12 en 23 jaar anoniem advies inwinnen. 13 Mei jl. gaf de organiserende stichting Partners in Welzijn (PIW) de officiële aftrap voor het project bij Trevianum Scholengroep in Sittard.
Stichting LearnCare lanceert een nieuwe site www.schuldenvrij.nl voor jongeren met toenemende betalingsachterstanden. Via deze site kunnen jongeren kosteloos hun schulden zelf regelen. Door het aanmaken van een eigen account komen jongeren op hun persoonlijke pagina terecht. Met eigen inlognaam en wachtwoord kunnen ze veilig werken aan hun dossier. Op deze persoonlijke pagina kunnen jongeren een eigen dossier aanmaken. Ze maken daar een eigen lijst van de schuldeisers met betalingsachterstanden per schuldeiser. Door het automatisch koppelen van schuldeisers aan standaard brieven en een betalingsvoorstel kunnen jongeren hun correspondentie uitvoeren. De tekst in de brieven is overigens heel eenvoudig aan te passen. Betalingen gedaan aan schuldeisers worden automatisch in mindering gebracht op de openstaande schuld. Er bestaat zelfs de mogelijkheid om een mail te ontvangen als er een schuldeiser betaald moet gaan worden. Ook opgenomen op deze persoonlijke pagina is een budgetkalender en een budgetmaandoverzicht. Alles is digitaal in te vullen en te bewaren. Op deze wijze houden jongeren dagelijks optimale bewaking op hun budget. Door zelf de schulden vroegtijdig te regelen kunnen jongeren de kosten van een deurwaarder of incassobureaus of de beslaglegging op het inkomen of uitkering voorkomen.
„Er is een grote groep jongeren met problemen, die niet bereikt wordt”, motiveert Chris Rozenboom. Zij is coördinator van het project. „Internet heeft een lage drempel, terwijl jongeren vaak moeilijker een gebouw binnen stappen om over hun problemen te praten. In Heerlen hadden we dit al en nu willen we ook de Westelijke Mijnstreek bereiken.”
COLOFON X-FILES IS DE VERZAMELNAAM VOOR DE ARTIKELEN EN RUBRIEKEN DIE VOORAL JONGEREN MOETEN AANSPREKEN. DE X-FILES IN DEZE EERSTE UITGAVE ZIJN VOORNAMELIJK DOOR DE REDACTIE AANGELEVERD. HET IS ECHTER DE BEDOELING DAT HET KATERN VOOR EN DOOR JONGEREN WORDT SAMENGESTELD.
De chat is elke schooldag van zes tot negen uur ’s avonds geopend. Rozenboom: „Een tijd dat jongeren thuis zijn, want zulke gesprekken voer je niet makkelijk op school. Bij succes willen we straks al om vier uur ’s middags beginnen.” „We hebben twaalf chatcoaches die per toerbeurt anderhalf uur achter elkaar beschikbaar zijn. Allemaal maatschappelijk werkers met een sociaal-pedagogische opleiding. Ze spreken de taal van de jongeren, want met volwassenentaal raak je ze kwijt. Naast het geven van tips, willen we hun vertrouwen winnen en, zoals de ouders of een leerkracht. En als de chat dicht is, kunnen ze altijd nog mailen.”
Jaargang 1 nr. 1 –juli 2009, pag. 8
%&
! " Jongeren binnen de kamertraining (KT) en Zelfstandigheidstraining (ZT) uitleg geven over brandveiligheid of over veiligheid in het algemeen is geen gemakkelijke opgave voor hulpverleners. Vaak wordt dit onderwerp als saai ervaren. Dit is binnen XONAR niet anders.
In 2007 hebben de bedrijfshulpverleners van XONAR van de KT-en ZT-locaties zich bezig gehouden met deze problematiek. Ze hebben hier afspraken over gemaakt. Deze afspraken worden sindsdien uitgevoerd en vastgelegd in het BHV / Calamiteitenplan van XONAR. Ter ondersteuning van deze afspraken heeft Sebastiaan Slokkers, destijds stagiaire binnen ZT Nuth, samen met een drietal jongeren van XONAR, een instructieDVD gemaakt voor alle jongeren van de ZT en KT panden van XONAR. Een intensieve klus waar veel tijd en energie in gestoken is, maar het resultaat mag er zijn. De DVD laat duidelijk zien op welke gevaren jongeren bedacht moeten zijn en hoe ze moeten handelen ingeval er toch brand uitbreekt.
Op zaterdag 16 mei jl. organiseerde het Landelijk Cliëne tenforum Jeugdzorg (LCFJ) de 4 Landelijke Cliëntendag in de Hogeschool Domstad te Utrecht. Deze dag is speciaal voor en van cliënten (ouders en jongeren). Het is de dag waar cliënten hun stem kunnen laten horen en mee kunnen werken aan verbetering van de kwaliteit van de jeugdzorg. De Cliëntenraden van XONAR waren hier ruim vertegenwoordigd. Het programma aanbod was zeer gevarieerd. Er was een informatiemarkt, diverse creatieve workshops en een mogelijkheid om te speeddaten met onder andere Minister Rouvoet.
Leden van de Jongerencliëntenraden XONAR op de foto met Minister Rouvoet.
Tijdens het ochtendgedeelte kreeg Minister Rouvoet het boekje “Achttien is de deadline” en het boek met de kwaliteitsstandaarden van Q4C (quality for children) overhandigd. Het mooie van dit laatste boekje is dat het uitgaat van het perspectief van de jongeren. Wat voor eisen stellen zij aan de zorg die ze ontvangen en wat vinden zij belangrijk? Deze boeken, met zeer veel nuttige informatie, zijn inmiddels in het bezit van de Cliëntenraden XONAR. Joop Beckers en Igno Huntjens Ondersteuners Cliëntenraden
Groepen die geïnteresseerd zijn in het zien van deze instructiefilm, kunnen een kopie van de DVD opvragen bij Hans Fokkens, de Arbocoördinator binnen XONAR. Samen met enkele leden van de brandweer heeft hij de jongeren begeleid bij de realisatie van de DVD. Hans Fokkens kun je bereiken via 043 – 604 53 72 of via
[email protected]
Jaargang 1 nr. 1 – juli 2009, pag. 9
!
"
Kamers met Kansen (KmK) Maastricht Noord-Oost, ook wel Jongerenfoyer Maris Stella is een samenwerkingsproject tussen Gemeente Maastricht, stichting Trajekt, Servatius en XONAR. In een pand bij de Geusselt in Maastricht wordt voor 10 jongeren tussen 18 en 25 jaar een vorm van begeleid kamerwonen ingericht. In het pand wonen twee toezichthouders als eerste aanspreekpunt voor de buurt en de jongeren op het moment dat er geen begeleiding aanwezig is. Het gebouw van Maris Stella wordt momenteel verbouwd en zal per 1 september a.s. operationeel zijn. Kamers met Kansen is een concept, een project en een stichting. Rode draad is dat partners uit verschillende branches samenwerken aan een gezamenlijk doel: meer jongeren op weg helpen naar een solide toekomst. De 4 pijlers van Kamers met Kansen zijn: Wonen: Jongeren met verschillende achtergronden leven samen met leeftijdgenoten en maken gezamenlijk gebruik van de aanwezige voorzieningen. Veiligheid en betaalbaarheid zijn essentieel.
(school)maatschappelijk werk. KmK Maastricht zorgt zelf voor een intake om te beoordelen of de jongere geschikt en gemotiveerd is en of de jongere in de groepssamenstelling past. Het is de bedoeling dat jongeren na anderhalf jaar uitstromen. Kamers met Kansen heeft meer projecten, verspreid door heel Nederland. Meer informatie hierover is in te zien op de algemene website: http://www.kamersmetkansen.nl
Het College van Gedeputeerde Staten stelt alle Limburgse kinderen en jongeren die in een jeugdinternaat wonen bij XONAR (Maastricht), Mutsaersstichting (Venlo) en Rubicon Jeugdzorg (Horn) in de gelegenheid dagelijks van een computer gebruik te maken. Voor iedere vier jongeren wordt één computer ter beschikking gesteld. Hierbij gaat het in totaal om een bedrag van 232.500,-. Gedeputeerde Staten doen dit bij deze instellingen omdat ze voor deze voorzieningen verantwoordelijk zijn.
Leren: De bewoners hebben niet altijd een stimulerende of belonende omgeving gehad. Kamers met Kansen prikkelt jongeren om de meest geschikte opleiding te volgen. Talenten worden benut, interesses worden gevolgd. Werken: Veel bewoners hebben (nog) geen baan, bijbaantje, een stage of vrijwilligerswerk. Kamers met Kansen helpt jongeren in contact te komen met verschillende werkgevers en banen. Omgeving: Leren koken voor je huisgenoten, boodschappen doen, rekening houden met anderen, een goed dagritme opbouwen. De meest basale dingen van het dagelijkse leven leren de jongeren door onder één dak te leven met anderen. De doelgroep De doelgroep van jongeren tussen 18 tot maximaal 25 jaar is gemotiveerd en heeft tijdelijk concrete extra ondersteuning nodig. De jongeren hebben een zinvolle dagbesteding in de vorm van werk of opleiding en heeft financiële middelen om de huur te kunnen betalen. Binnen de bewonersgroep wordt gestreefd naar een “magic mix”; een koppeling van sterkere en zwakkere jongeren die elkaar kunnen ondersteunen. Jongeren kunnen zichzelf aanmelden bij KmK of aangemeld worden via bijvoorbeeld een welzijnsinstelling of
Gedeputeerde jeugdzorg Odile Wolfs: “Moderne media spelen een belangrijke rol bij het opgroeien van jongeren. Niet alleen in het onderwijs maar ook in gaming en het onderhouden van sociale netwerken. Onze jeugd groeit immers op met bloggen, chatten, krabbelen en twitteren. Daarom is het van belang dat ook de kinderen uit de jeugdzorg een computer met internetverbinding binnen handbereik hebben”. Het beschikbaar stellen van computers aan kinderen en jongeren in de jeugdzorg, maakt deel uit van een breder provinciaal programma om ICT breder dan nu gebeurt in de jeugdzorg toe te passen. Zo zal eind dit jaar uitvoering worden gegeven aan een veilige en digitale koppeling van de dossiers van Bureau Jeugdzorg en de jeugdzorginstellingen. Nu worden dossiers nog per post aan elkaar verzonden.
Jaargang 1 nr. 1 – juli 2009, pag. 10
In dit woordenboek staan drie categorieën woorden opgenomen:
Als stagiaire van RCD de Erker heb ik vanuit de opleiding Pedagogiek voor mijn afstudeerproject onderzoek gedaan naar het taalgebruik binnen de instelling. Dit project heb ik opgestart naar aanleiding van het tevredenheidonderzoek van vorig jaar onder de jongeren en hun ouders/verzorgers. Bij de evaluatie van dit onderzoek gaven de jongeren van het RCD aan dat zij veel vragen niet begrepen en het daardoor moeilijk vonden deze te beantwoorden. De jongeren konden verschillende termen die in de hulpverlening veel worden gebruikt niet plaatsen.
• • •
Woorden die als jargon van de hulpverlening kunnen worden getypeerd, zoals ‘indicatiebesluit’, ‘ambulante hulp’ en ‘ hulpvraagspecificatie’. Algemene moeilijke woorden die veel in verslagen gebruikt worden, zoals ‘ acceptabel’, ‘relevant’ en ‘leeftijdsadequaat’. Als laatste categorie zijn er algemene afkortingen als ‘nvt’ en ‘ tzt’, maar ook die specifiek in de hulpverlening bestaan zoals ‘HVP’ en ‘BJZ’
Mocht er iemand vragen of interesse hebben, kan contact opgenomen worden met RCD de Erker via 0436045748 of per e-mail:
[email protected] TAALPROBLEEM De evaluatie van het onderzoek was aanleiding voor de medewerkers van het RCD om stil te staan bij dit probleem. Zij gaven aan vaker tegen dit taalprobleem aan te lopen in hun werk, bijvoorbeeld bij het doornemen van verslagen of hulpverleningsplannen samen met de jongeren. TAAL MOET BETER TE BEGRIJPEN ZIJN Deze situatie heb ik als uitgangspunt genomen om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een vertaalslag te maken van de gebruikte hulpverleningstaal binnen het RCD zodat dit voor de jongeren (en hun ouders) beter te begrijpen is. ONDUIDELIJKHEID OVER BETEKENIS VAN WOORDEN Uit het onderzoek kwamen verschillende zaken naar voren. Zo gaven de jongeren aan dat zij het taalgebruik in verslagen als een probleem ervaren. Ze begrijpen veel woorden en termen niet en vinden het ook moeilijk hiernaar te vragen of hebben hier op dat moment onvoldoende interesse in. Hierdoor blijft voor hen vaak onduidelijkheid over de betekenis van woorden bestaan. WOORDENBOEK Door met de jongeren hun hulpverleningsplan door te nemen op moeilijke woorden, kon ik een overzicht maken van veel gebruikte woorden in de hulpverlening die voor de jongeren een probleem vormen. Hiervan heb ik samen met de jongeren een woordenboek gemaakt.
Judie Dohmen.
Van het Nationaal Fonds Kinderhulp heeft XONAR een bedrag van maar liefst 31.175,- ontvangen. Dit bedrag is door XONAR aangevraagd en wordt gebruikt om (extra) vakantieactiviteiten te kunnen organiseren.
Vooral de kinderen die nergens anders op terug kunnen vallen, wordt hiermee een enorm groot plezier gedaan. Nationaal Fonds Kinderhulp geeft kinderen in bijzondere, moeilijke thuissituaties een beetje gewoon geluk. Het gaat om kinderen die professionele jeugdzorg nodig hebben, en die soms niet meer thuis kunnen wonen, maar in een tehuis of pleeggezin verblijven. In totaal krijgen in Nederland 250.000 kinderen te maken met jeugdzorg. Dat is 1 op de 20 kinderen.
Jaargang 1 nr. 1 – juli 2009, pag. 11
In de jeugdzorg gebeuren heel veel goede dingen. En wie kan daar beter over oordelen dan onze cliënten? Aan het onderstaande bedankje hoeft niets meer te worden toegevoegd.
Mijn leven in de Claragroep samengevat in het alfabet! A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z
Aankomst 1 september 2006 om 12.00 uur Boos was ik vaak op de leiding Clara is de naam van de groep waar ik 2 jaar, 8 maanden en 7 dagen heb gewoond Dromen had ik vaak, zowel leuke als minder leuke dromen Eten deed ik heel graag. Dat is ook wel te zien na die 2 jaar, 8 maanden en 7 dagen Zowel de leiding als mijn paarse fiets hebben veel geleden in de Clara Dat ik van Goud en roze houd, weet iedereen Huilen deed ik ook vaak als iets niet ging zoals ik het wilde Ideeën hebben jullie genoeg op mij uitgeprobeerd Nu Juicht de leiding dat ik eindelijk weg ga Koken deed ik graag, maar alleen wat ik zelf lekker vond en alles op mijn manier Lachen met de groepsleiding deed ik veel M....(*) is de naam die jullie nooit vergeten mogen Nadenken heb ik genoeg gedaan Opstaan was altijd een groot probleem Problemen waren er genoeg Pizza Quatre formaggi eet ik graag Ruzie maken met de leiding deed ik veel Schelden kwam daar ook bij te pas Ik ben heel Trots op wat wij samen allemaal bereikt hebben Uitgaan was vroeger een probleem, maar tegenwoordig heel normaal Vooruitgangen hebben wij genoeg geboekt door de jaren heen Wachten is en blijft een probleem XONAR ben ik eeuwig dankbaar IJsjes van Mc Donalds, daar was ik gek op Met Zulke geduldige mensen als jullie heb ik echt geluk gehad. Daarom: bedankt voor alles!
(*) Om privacy oogpunt niet ingevuld
Op het moment dat deze nieuwsbrief verschijnt, begint voor veel mensen de vakantie. Degenen die op vakantie gaan, worden opgeroepen een mooie vakantiefoto in te sturen naar de redactie van Xignaal. Zet er dan ook meteen bij waar de foto is gemaakt en waarom je juist die foto hebt uitgekozen. Aan de thuisblijvers wordt gevraagd om kort te beschrijven hoe jouw ideale vakantie eruit ziet. Welk land is jouw favoriete vakantieland en waarom? Reacties s.v.p. uiterlijk 1 september a.s. aanleveren via
[email protected] De mooiste, leukste en/of meest ontroerende inzendingen worden beloond met een leuke prijs. Ook zullen deze een plaats krijgen in de volgende editie van Xignaal. Veel succes allemaal.
Jaargang 1 nr. 1 – juli 2009, pag. 12