Schoolplan basisschool Het Speleon
“It takes a village to raise a child!” Juni 2015 Gegevens school: Instelling:
Basisschool Het Speleon
Email:
[email protected]
Adres:
Klarinetstraat 4
Directeur instelling:
Lambert van der Ven
Telefoon:
0413-332337
Brin. nummer:
13 CF
1
Inhoudsopgave Schoolplan 2015/2019 Het Speleon
Hoofdstuk 1
Inleiding
Hoofdstuk 2
Korte procesbeschrijving – hoe wordt er gewerkt met dit plan?
Hoofdstuk 3
Missie en waarden
Hoofdstuk 4
Visie
Hoofdstuk 5
Strategie en keuzes
Hoofdstuk 6
Uitwerking in veranderkaarten
Hoofdstuk 7
Opleidingsplan
Hoofdstuk 8
Financiën
Hoofdstuk 9
Verantwoording wettelijke eisen Inspectie
Bronverwijzing
2
Hoofdstuk 1
Inleiding
Basisschool Het Speleon is ‘n school met een rijke onderwijstraditie in het hart van de Udense Bitswijk. We zijn een gezellige wijkschool met ongeveer 250 leerlingen. Vanaf 2014 zijn wij gehuisvest in Ontmoetingsplein MuzeRijk, waardoor een doorgaande ontwikkeling van 0 tot 13 jaar in de voorschoolse, schoolse en buitenschoolse omgeving de sterke basis is van het uitwerken van onze missie. Vanuit die verbindingen vormen we samen met sport, zorg en wonen een verbindende plek, waar wat valt te beleven. We werken onder het motto: "Jij mag er zijn!", ongeacht leeftijden, achtergronden, culturen of talenten. De school behoort tot het bestuur van Kiem Onderwijs en Opvang een organisatie voor primair onderwijs met kindvoorzieningen voor opvang, voorschoolse educatie, onderwijs en naschoolse activiteiten. Kiem beheert 13 basisscholen, waarvan 1 sbo school (De Tandem), in de gemeente Uden (Uden, Volkel en Odiliapeel) en verzorgt daarnaast opvang in de wijk Uden-Zuid. Onze scholen met in totaal 280 enthousiaste medewerkers, verzorgen onderwijs aan zo'n 2.750 leerlingen. Zowel het algemeen bestuur als de directeuren worden ondersteund door het bovenschools management vanuit het stafbureau. Alle directeuren hebben zitting in het managementteam dat wordt geleid door de algemeen directeur. Tot bloei laten komen Hoewel elke school eigen accenten legt, zijn we verbonden vanuit een gedeelde overtuiging. Dankzij de juiste aandacht en zorg creëren de Kiem scholen een uitstekende voedingsbodem voor groei en ontwikkeling van leerlingen. Wij zien de kracht in ieder kind en zorgen ervoor dat die kracht ook tot bloei komt. In onze visie vormen kindcentra de optimale basis voor wat kinderen van 0 tot 12 jaar nodig hebben in opvang en onderwijs. In de Kindcentra van Kiem wordt bewust gekeken naar ontwikkelingsbehoeften van het individuele kind en wordt er ook naar gehandeld. Versterken van eigen kracht Kiem staat voor het ontwikkelen van wat aanwezig is, voor het eigen karakter en de eigen kwaliteiten van leerlingen die tot bloei willen komen. Om te kunnen ontkiemen is een gezonde voedingsbodem noodzakelijk. Wij geloven erin dat kinderen zich met de juiste aandacht en zorg ontwikkelen naar hun beste vermogen. Vandaar dat we veel energie steken in professionalisering van onze medewerkers en in het realiseren van integrale kindcentra waar kinderen maximaal tot hun recht komen. We zien wat kinderen kunnen Stimuleren groei en ontwikkeling Een positief zelfbeeld, Creatief denken, Kennis en vaardigheden, Samenwerken en respect, Verantwoordelijkheid Sterke wortels vormen de basis Een heldere visie, overtuiging en vakmanschap
3
Maar ook passie voor wat mogelijk is Ontdekken, leren en verwonderen Kansen aanreiken voor morgen We staan pal voor sterk onderwijs Vertrouwen op onszelf en elkaar KIEM, ONDERWIJS EN OPVANG; Wij zien de kracht in ieder kind
Mindmap Kiem – missie
Mindmap Kiem – waarden
4
Het schoolplan 2015-2019 komt op een mooi moment voor zowel de school, alsook voor de leidinggevende aan dit proces. De school verkeert in een nieuwe fase, nu alle ‘dromen’ uit de vorige schoolplan periode zijn gerealiseerd. De school heeft zich gehuisvest in een nieuw gebouw, met een compleet nieuwe inrichting met nieuwe materialen. De methodes zijn allemaal up to date. Hoogste tijd om de achterliggende periode te borgen, verbondenheid met de partners uit te breiden. Als schoolleider geef ik daarbij vorm vanuit mijn persoonlijke pedagogische opdracht: In de school waar ik als leider werk richt ik me op de verdere ontwikkeling van de leerkracht die beschikbaar is als mens, als persoon. De leerkracht, die in staat is om zonder oordeel naar een kind te luisteren en zich in zijn interventie te richten op een kans, waardoor het kind zich beter kan gaan voelen
Voor de komende jaren staan de volgende hoofdontwikkelingen 1) Democratisch burgerschap in de school – Micha de Winter (it takes a village to raise a child) a. Doorgaande lijn – een aansturing – een management voor heel MuzeRijk – kindfuncties b. Kinderopvang en BSO in eigen beheer Kiem opvang c. Structureel aanbod van groep 1 t/m 8 in jaarschema voor contacten met zorg en sport 2) Meer werken op leerlijnen, minder op methode (werken vanuit de behoeften van de leerling). a. Reflectie leerlingen – werken met portfolio. 3) 21st Century Skills, 4) meer ontwikkelen tot een betaschool, met accent op beta, maar ook op natuur (groene vingers) 5) Partnerschap van ouders
5
Hoofdstuk 2
Korte procesbeschrijving – hoe wordt er gewerkt met dit plan?
Een van de belangrijkste doelen van dit schoolplan, naast verantwoording afleggen binnen de wettelijke en bestuurlijke kaders, is een integraal plan vastleggen waar leerkrachten zich aandeelhouders van voelen. Het is vooral de bedoeling dat dit plan als levend en koersbepalend document wordt gebruikt en daarmee niet alleen door de directie als richtsnoer wordt gebruikt en na een paar weken definitief in de kast verdwijnt. Met betrekking tot kwaliteitszorg maken we met dit plan een concrete vertaalslag naar cyclisch leren en borgen. Zo is het meerjarenperspectief met de daaraan gekoppelde veranderkaarten opgezet. Ieder jaar vindt er een evaluatie plaats van de veranderkaarten en wordt getoetst of de ingeslagen richting nog overeenkomt met de visie en de keuzes die zijn gemaakt. Dit wordt vastgelegd in enerzijds een jaarverslag (terugblik op het schooljaar) en anderzijds in bijstelling dan wel vernieuwing van protocollen. Die protocollen zouden kunnen worden vergeleken aangevuld met de kwaliteitskaarten uit het WMK-model, zij het dat de protocollen gemaakt zijn voor en door de leerkrachten en directie en niet als meetinstrument zijn bedoeld, maar als instrument dienen voor het borgen van afspraken en beleid. Hoofdstuk 1 tot en met 5 zijn vaste hoofdstukken die niet per sé hoeven te worden bijgesteld, de andere hoofdstukken worden jaarlijks herzien en aangevuld. Naast de protocollen zullen algemene beleidsresultaten bijvoorbeeld op het gebied van vervanging, dyslexie en pedagogisch handelen in de klassenmap worden gedaan. De klassenmap en de zorgmap zijn in alle groepen aanwezig en vormen een doorgaande lijn in de klassenorganisatie. Het uitgangspunt voor dit schoolplan vormt de onderstaande tabel: EVALUEREN & BIJSTELLEN
K w a l i t e i t s z o r g De Piramide VERANDEREN EN DOEN BESCHRIJVEN & BORGEN (intern)
Analyse
Vierjaren perspectief
Protocollen De Piramide:
&
&
Zo doen we dat hier en zo doen we dat goed!
jaarlijkse terugblik (jaarverslag)
veranderkaarten (jaarplan) V i s i e – strategie - keuzes Missie Kernwaarden
VERANTWOORDEN (extern)
Plan volgens kaders: SKOGU WSNS Inspectie
6
Hoofdstuk 3
Missie en waarden
Schrijfwijzer voor directeuren: We beginnen met een algemeen gedeelte over ons denkkader binnen Kiem Onderwijs en Opvang. De opbouw van de volgende hoofdstukken is steeds hetzelfde. Je vertelt eerst wat je met een missie, met waarden, visie wil (wat betekent die taal voor jouw school) en dan geef je in woorden de hoofdlijnen weer. Schrijfstijl weer de WE vorm. Daarna voeg je de mindmap in van jullie missie en waarden. (weghalen in definitieve versie) Als we kijken naar de keuzes die op school en bestuursniveau zijn gemaakt, hebben we ons gebaseerd op het gedachtengoed van Daniel Kim. Kim heeft deze hiërarchie van keuzes in een piramide geplaatst, waarbij het vertrekpunt het onderzoek naar de waarden en identiteit van de organisatie is geweest. We hebben in alle scholen deze piramide als leidraad voor het ontwikkelen van het schoolplan genomen. Onder de gevonden missiestatements zijn de centrale waarden gezocht, die samen het uitgangspunt vormden voor de visiebeschrijving. Deze basale verkenning zijn praktisch uitgewerkt in strategie, tactiek en overige keuzes. Alle scholen hebben deze denkwijze gevolgd in hun proces. Schematisch ziet de piramide van Kim ziet er als volgt uit:
Activiteitenne i
ten
Tactiek: Waarmee gaan we aan de slag?
Strategie: Hoe gaan we dat doen?
Visie: Wat willen wij samen creëren?
Missie: Waarom zijn wij hier?
Identiteit en centrale waarden: Wie zijn wij?
7
Basisschool Het Speleon is ‘n school met een rijke onderwijstraditie in het hart van de Udense Bitswijk. De school maakt onderdeel uit van de Stichting Kiem Onderwijs en Opvang, welke dertien scholen in de gemeente Uden beheert. We zijn een gezellige wijkschool met ongeveer 250 leerlingen. Vanaf 2014 zijn wij gehuisvest in Ontmoetingsplein MuzeRijk, waardoor een doorgaande ontwikkeling van 0 tot 13 jaar in de voorschoolse, schoolse en buitenschoolse omgeving de sterke basis is van het uitwerken van onze missie. Vanuit die verbindingen vormen we samen met sport, zorg en wonen een verbindende plek, waar wat valt te beleven. We werken onder het motto: "Jij mag er zijn!", ongeacht leeftijden, achtergronden, culturen of talenten. Op deze manier ontwikkelen kinderen op onze school zich midden in de maatschappij. Basisschool Het Speleon wil kinderen ruimte bieden zich te ontwikkelen in diversiteit, waarbij zij kennis en vaardigheden verwerven, die hen ten dienste staan in de maatschappij. We willen dat onze kinderen in samenwerking met respect voor zichzelf en elkaar, bewust zijn van hun eigen rol in de wereld. De missie vormt het morele doel van de school. In een lerende school betekent dit onder meer dat het team zich de vraag stelt: Hoe kunnen wij de beste school zijn voor deze omgeving? Wat kunnen we kinderen meegeven? Hoe kunnen we de beste school zijn in deze omgeving? De missie en waarden het fundament onder de verdere ontwikkeling. De visie en de lagen daarboven moeten hun basis vinden in de gezamenlijke levende missie. In basisschool Het Speleon willen we kinderen ruimte bieden zich te ontwikkelen in diversiteit, waarbij zij basiskennis en vaardigheden verwerven, die hen ten dienste staan in de maatschappij. We willen dat onze kinderen in samenwerking met respect voor zichzelf en elkaar, bewust zijn van hun eigen rol in de wereld. We willen kinderen helpen zelfstandig te denken en keuzes maken, welke bijdragen aan een positief zelfbeeld.
8
De identiteit en de waarden geven aan vanuit welke overwegingen wij vorm geven aan onze missie en te werk gaan op weg naar onze visie. Waarden kunnen worden uitgedrukt in termen van gedrag of manieren van denken. Hoe gaan we met elkaar om? Hoe kijken we aan tegen onze kinderen en hun ouders? Welke grenzen willen we zeker niet overschrijden? Het is van groot belang dat er in een school sprake is van één waardenset die bij iedereen in de school bekend is en leidraad is voor het handelen en wat we binnen Kiem Onderwijs en Opvang belangrijk vinden. Basisschool Het Speleon werkt vanuit de kernwaarden plezier, verantwoordelijkheid, veiligheid en respect. Plezier Plezier is een basiswaarde van ontwikkeling. Plezier hebben vertegenwoordigd een goed welbevinden. Het toont dat je geniet van de zaken waar je mee bezig bent. Dit is een belangrijke basis voor optimale ontwikkelkansen. Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid betekent voor ons dat ieder mens verantwoordelijk is voor zijn eigen handelen. Vanuit je eigen keuzevrijheid binnen bestaande kaders, word je aangesproken op de manier waarop je je uit in woord, gebaar of gedrag. Je bent je bewust van je taken of plichten en voert deze naar behoren uit. Veiligheid Veiligheid is een basisbehoefte van kinderen. Het gevoel je veilig te voelen is voor kinderen belangrijk, b.v. door zich te kunnen hechten aan individuen of zich gehecht te voelen in een groep. Veiligheid wordt vertaald naar je zelfverzekerd voelen, maar ook je geborgen voelen in de ruimte van het schoolgebouw. Respect Vanuit het motto "Je mag er zijn!", hebben we respect voor elkaar en verwachten we dit ook omgekeerd terug van de ander. Daarnaast vinden we het vanzelfsprekend dat de gebruikers ook ons gebouw en de materialen met zorg en respect behandelen. We geven hierin zelf het goede voorbeeld.
Vanuit deze waarden werken wij met kinderen in een rijk ingerichte leeromgeving en stimuleren kinderen op een positieve wijze naar een volgende stap in de ontwikkeling.
9
Gedragsverwachtingen ruimtes Het Speleon: Plezier
Respect
Veiligheid
Verantwoordelijkheid
Ik ben zuinig op mijn en andermans spullen.
Ik loop rustig. Ik houd handen en voeten bij me.
Ik praat met schouderstem.
Ik speel met iedereen.
Ik laat een ander fijn spelen.
Ik ga goed met materialen om.
Ik houd het toilet netjes.
Ik laat een ander met rust.
Ik gebruik het toilet waar het voor bedoeld is.
Ik meld als er iets mis is.
Ik laat mijn werkplek opgeruimd achter
Ik zorg dat iedereen prettig kan werken
Ik schuif de stoel onder de tafel
Ik praat met een schouderstem
Ik help een ander
Ik praat zacht tijdens het omkleden
Ik hang mijn spullen aan de kapstok
Ik laat een ander met rust
Gang Ik laat een ander rustig werken. Plein
Ik houd de speelplaats netjes.
Toilet
Algemene ruimte
Kleedkamer
10
Hoofdstuk 4
Visie
Nadat de missie en de waarden helder en levend zijn gemaakt, zijn we aan de slag gegaan met de visie. Onder het begrip visie verstaan we binnen Kiem een beschrijving van het beeld van de toekomst die we willen creëren. Door het formuleren van onze visie laten we zien welke richting we willen inslaan en wat we zien als dat is gerealiseerd. Het woord visie komt van het Latijnse werkwoord visere. Dit betekent “zien”. Dit verband met “zien” is belangrijk: hoe duidelijker we het beeld van de toekomst helder hebben, des te dwingender ervaren we het. Hoe ziet onze school er over twee of drie jaar uit? Wat zie ik als ik dan binnenloop? Wat zie ik mensen doen? Wat hoor ik mensen zeggen? De gezamenlijke visie geeft vorm en richting aan de toekomst van de school en helpt de mensen deze toekomst voor de organisatie waar te maken. Ze geeft richting aan het handelen in de school. Sinds januari 2014 zijn we gehuisvest in Ontmoetingsplein MuzeRijk. Basisschool Het Speleon is een ambitieuze voortrekker in de samenwerking met de vijf kindfuncties binnen MuzeRijk en stelt haar samenwerking met andere partners als een prominent doel. Het Speleon wil haar kwaliteit verbeteren in relatie met anderen. Hiermee willen we ons sterk maken voor het ontwikkelen van een ‘civil society’. Kinderen ontwikkelen zich beter als de relaties tussen kinderen, ouders, de school en haar omgeving sterk zijn, waar meerdere volwassenen in het netwerk van kinderen actief zijn. Hiermee dragen we bij aan het inburgeren van onze kinderen in onze samenleving. We beogen een democratisch burgerschap voor onze kinderen, waarin respect, tolerantie, verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid kernbegrippen zijn. De zeven onderwijsprincipes van ‘het kind’ geven goed onze bedoelingen weer: hetkind draagt een visie die past bij de snel ontwikkelende samenleving én bij de wetenschappelijke kennis over leren en menselijke ontwikkeling. De visie van hetkind kent drie elementen: 1. Het zet de mens – en in dit geval het kind – centraal op grond van de overtuiging dat ieder kind/mens is toegerust voor zijn eigen ontwikkeling. 2. Er is een bepaalde leraar nodig en 3. (school)leiderschap om de randvoorwaarden te creëren. Met andere woorden: Het kind is…. volledig toegerust voor zijn eigen ontwikkeling en is hiervoor intrinsiek gemotiveerd, vanuit zijn behoefte aan relatie, competentie en autonomie. Het potentieel tot wasdom laten komen vraagt om uitdaging en ondersteuning.
11
Leren gebeurt in interactie. Daarvoor is een relatie nodig met de leraar die: beschikbaar is verbindt vertrouwt talent oproept werkt vanuit zijn eigen persoon en die uiteraard zijn vak verstaat. Leiderschap in scholen moet de randvoorwaarden creëren voor inspiratie, moreel kompas en het besef dat alles ertoe doet. hetkind omschrijft zeven leidende principes: 1. Goede onderwijspraktijk is talent- en ambitiegedreven Leerlingen krijgen de kans te laten zien wat ze kunnen en willen. Zij worden uitgedaagd en ondersteund, afhankelijk van hun kennelijke mogelijkheden. 2. Goede onderwijspraktijk daagt uit tot zelfkennis, zelfsturing en verantwoordelijkheid Ontwikkelen en leren doet een kind zelf, niet alleen, wel zelf. Goede onderwijspraktijk daagt leerlingen uit om van meet af aan zichzelf als kritisch en verantwoordelijk te zien en als eigenaar van hun ontwikkeling. 3. Leraar en leerling zijn full partners in leren De een is er niet zonder de ander. Zij zijn beiden verantwoordelijk voor proces en resultaat hoewel op verschillende wijzen. Een goede match van ‘vraag en aanbod’ vraagt om actieve leerlingen die hun leraren informeren over wat zij nodig hebben en die terugkoppelen. Het vraagt om leraren die hun leerlingen aanvaarden en verstaan. 4. Onderwijs en opvoeding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden Alle handelen in onderwijs is moreel handelen. Ouders en leraren zijn full partners. 5. De cultuur in groep en school verbindt en biedt een moreel kompas, ze is open, veilig en kent een toon van respect en vertrouwen Een praktische leidraad vormt het devies: zorg goed voor jezelf, zorg goed voor de ander, zorg goed voor je omgeving. 6. Goede onderwijspraktijk is deel van de samenleving, maar kenmerkt zich tegelijk door een zekere afstand en reflectie Goede onderwijspraktijk biedt daarom een curriculum met diepte en variatie en rijke ervaringsmogelijkheden in een vanzelfsprekende verbinding met de vele werkelijkheden buiten de school. 7. De onderwijspraktijk en zijn uitgangspunten en resultaten worden getoetst en gelegitimeerd, in de eerste plaats ten dienste van de leerling en de school Goed onderwijs vindt plaats in een lerende organisatie waarin leraren en ouders, maar ook de leerlingen zelf willen weten hoe zij ervoor staan. De keuzes die worden gemaakt ten behoeve van het onderwijsproces en de resultaten worden naar hen en naar overheden verantwoord.
12
Het onderwijs in de school zelf is beschreven vanuit negen onderwijspijlers, waar we graag naar toe willen werken. Om onze doelstellingen te bereiken werken we in onderwijsunits, waarbij zowel kinderen als leerkrachten gebruik maken van elkaars talenten en mogelijkheden. De centrale waarden die we kinderen willen meegeven en de missie die we onszelf stellen bepalen voor een belangrijk deel wat we uw kind na acht jaar basisonderwijs mee willen geven in zijn/haar rugzakje. Dit vraagt een vormgeving van onderwijs, welke we hebben vormgegeven in negen onderwijspijlers, waar we ons onderwijs mee inrichten. Pijler 1: Visie op het kind De ontwikkeling van het kind is een geheel. Een kind wat zich goed voelt heeft de beste mogelijkheden tot ontwikkeling. We maken daarbij gebruik van de intrinsieke motivatie van kinderen. We richten ons hierbij op het fenomeen van verbondenheid van het kind met zichzelf, de ander en zijn omgeving. Het kind is al iets en ontwikkelt zich in de school verder. Het kind stuurt het eigen leer- en ontwikkelproces op aangeven van de leerkracht, waarbij we uitgaan van de mogelijkheden van het kind. Het denkt hier zelf in mee. Kinderen maken gebruik van elkaars talenten. Kinderen maken keuzes door het werken met een taakbord en later met de weektaak. Er is vrijheid voor kinderen om het werk meer naar eigen inzicht te verdelen. Kinderen werken met het principe van zelfstandig werken, waarbij gewerkt wordt met uitgestelde aandacht van de leerkracht. Pijler 2: Visie op leren, de leerstof en het rooster Onderwijsleermethoden vormen de leidraad, waarmee de leerlijnen van kinderen worden ingevuld. Het lesrooster bestaat uit blokken, waarbinnen de verschillende leergebieden, bij voorkeur geïntegreerd, aan de orde komen. Dit geven we vormen door het werken in projecten. Steeds vaker worden methoden gehanteerd als bronnenboek, waarbij de instructiebehoefte steeds meer met het kind wordt afgestemd. We gebruiken hierbij een diversiteit aan materialen. We onderscheiden drie fases van leren in de basisschoolleeftijd. In de periode van 4 tot 7 jaar staat het magisch leren centraal, waarbij de nadruk ligt op het toevalligerwijs ontdekken en ontwikkelen van vaardigheden. Vanaf 7 jaar vindt het meer formeel leren plaats, waarbij we kinderen proberen nieuwe zaken te ontwikkelen. Het gaat hierbij om het uitbreiden van wat je al weet, kunt, begrijpt of vindt; het aanpassen van wat je al weet , kunt, begrijpt of vindt; en het vervangen van wat je al weet, kunt, begrijpt of vindt. Daarnaast is het informeel leren van belang, dat zijn de leerervaringen die je toevallig overkomen. Ook in de school willen we dit type leren voldoende kans geven. Het leren vindt dan plaats doordat de context voor kinderen betekenisvol is. De situatie lokt leren uit. Kinderen leren op hun eigen wijze. Waar mogelijk passen we het model van meervoudige intelligentie van Gardner toe, waarin we rekening proberen te houden met de verschillende leerstijlen van kinderen. In het leren gebruiken we graag coöperatieve werkvormen, werkenvormen waarin kinderen kunnen samenwerken. We passen de uitgangspunten van de 21st century skills toe, waarbij we de accenten voor kinderen leggen op samenwerking, communicatie, ICT-geletterdheid, sociale en culturele vaardigheden (burgerschap), creativiteit, kritische denken en probleemoplossende vaardigheden. Pijler 3: Visie op leerlingenzorg en differentiatie Extra zorg voor kinderen wordt in de reguliere leertaken verwerkt. Het aanbod van de leerkracht past binnen de individuele leerlijnen. Dit wordt verder vormgeven in de eigen groep. Er wordt gewerkt met groepsplannen, waarin de grootste groep leerlingen basisstof krijgt aangeboden. Daarnaast zal per basisvak een talentgroep ontstaan, waar kinderen met meer mogelijkheden hun aanbod krijgen. Voorts zal per basisvak een intensieve groep ontstaan, waar kinderen met minder mogelijkheden hun aanbod krijgen. Daar waar mogelijk zullen ook kinderen van verschillende leerjaren in gezamenlijke niveaugroepen aanbod krijgen. Er blijft indien noodzakelijk ruimte voor individuele leerlijnen voor kinderen aan de bovenkant of de onderkant van het aanbod. In de bovenbouwgroepen wordt op niveau gewerkt, door het oversteken naar een andere jaargroep bij bepaalde vakgebieden. Pijler 4: Visie op instructie Instructies worden door de leerkracht gegeven aan kleine groepen kinderen met ‘hetzelfde’ niveau. Hierin onderscheiden we instructies op maat (op verzoek van de leerkracht) en instructies naar behoefte (vraag vanuit kinderen). Er vinden grote en kleine groepsinstructies plaats voor de basisvakken. Er wordt gebruik gemaakt van het model van aflopende instructie, waar naargelang de onderwijsbehoeften kortere of langere instructietijden worden aangereikt.
13
Bij het evalueren van onderwijsprocessen richten wij ons primair op het proces. Het product is daaraan ondergeschikt. Pijler 5: Visie op de leerkracht en het team Leerkrachten in onze school zijn geïnteresseerd in het kind, geeft vertrouwen, inspireert, is open en eerlijk en leert ook van kinderen. Hij is als persoon beschikbaar om kinderen te helpen in hun ontwikkeling. De leraar is authentiek, de persoon en de professional zijn ondeelbaar. De persoon, die een relatie tot stand brengt voor de kinderen. De professional die het beroep van leraar met een bijzonder kennisdomein verstaat, werkt met een complex handelingsrepertoire en een morele opdracht ervaart. De leraar durft zich kwetsbaar op te stellen in relatie met zijn leerling. Hij probeert kinderen te verstaan in wat ze zeggen en wat ze in gedrag laten zien. Hierbij probeert hij te werken vanuit het perspectief van de ander. De leraar geeft het onderwijs zelf vorm binnen de geboden kaders. Hij is een ontwerper, eerder dan een uitvoerder. Hij heeft hierbij verschillende rollen, die situationeel worden toegepast. Hij is instructeur van leren, trainer van vaardigheden, begeleider van leerprocessen en coach van ontwikkelingsprocessen in een persoon. Kinderen krijgen vrijheid, waar ze verantwoordelijkheid kunnen dragen. Leerkrachten werken samen in units. Hierdoor kunnen zij meer gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Leerkrachten staan open voor elkaars ideeën en initiatieven. Leerkrachten geven elkaar feedback en komen gemaakte afspraken na. De leerkracht is in staat op zichzelf te reflecteren en past zijn leerkrachtgedrag aan op behoeften van kinderen. Dit vraagt van leerkrachten een bereidheid tot samenwerking en openheid. Leerkrachten werken vanuit leerlijnen en hanteren een grote rijkdom aan materialen. Leerkrachten werken vanuit het fenomeen van het pedagogische tact. Zij proberen de goede dingen op het juiste moment te doen, óók in de ogen van de kinderen. De leraar is zijn eigen instrument, met je hele persoon leraar zijn. Een tactvolle leraar verstaat de emotionele betekenis, waarin de leerling verkeert en richt zich op het gedrag. De leraar observeert en luistert zonder oordeel, heeft verstand van ontwikkeling, het toegang tot het leren van de leerling en is betrokken, maar met zekere afstand. Vanuit die observatie weet de leraar wat te doen én doet dat dan ook. Pijler 6: Visie op de leeromgeving Kinderen werken binnen de unit op daartoe bestemde plekken aan verschillende activiteiten. In projecten vinden ook buiten de school activiteiten plaats. Waar mogelijk zijn leervragen van kinderen leidend voor het aanbod. Materialen staan centraal opgesteld en kinderen kunnen hier zelfstandig uit kiezen. In de hoeken en kasten wordt het materiaal heel divers aangeboden op de verschillende intelligenties van kinderen. Naast cognitieve activiteiten is er ook aanbod voor drama, muziek, handvaardigheid, tekenen en schilderen. Ook ligt veel nadruk op doe-activiteiten. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de materialen en de ruimten. Waar mogelijk zullen ook anderen dan de leerkracht betrokken worden bij het verzorgen van aanbod in de leeromgeving. We werken vanuit een positief onderwijsklimaat met heldere gedragsverwachtingen. We willen kinderen positief stimuleren om er met elkaar een fijne werkomgeving van te maken, waar we goed kunnen samenwerken en waar voldoende ruimte is voor elk individu. We zoeken verbinding binnen MuzeRijk met partners die een meerwaarde vormen voor de ontwikkeling van kinderen. Ook buiten MuzeRijk zijn we gericht op het tot stand brengen en onderhouden van duurzame relaties met plekken in de wijk, die de ontwikkeling van kinderen in het kader van democratisch burgerschap kunnen versterken. Pijler 7: Visie op het gebouw en de voorzieningen Het gebouw bestaat uit klaslokalen en multifunctionele werkruimten. Er is een ruim aanbod van voorzieningen beschikbaar. In het creëren van de onderwijsruimen staat geborgenheid voor kinderen in kleinere groepen centraal, in combinatie met openheid voor grote groepen. Iedere onderwijsunit heeft drie of vier klaslokalen met een eigen speelleerplein. De eigen onderwijsunit is een veilige en geborgen omgeving. Alle ruimten in het nieuwe gebouw zijn functioneel ingericht met materialen en middelen, die zijn gekozen bij onze manier van werken.
14
In MuzeRijk werken we met vele partners samen. Vanuit het centrale motto: “Jij mag er zijn!” werken we samen aan ‘ontwikkelen, ontmoeten en bewegen’. Kinderen kunnen het tonen van respect ‘met elkaar doen’ door om te gaan met kinderen en volwassenen van verschillende leeftijden, vanuit verschillende culturen en met verschillen kunne. Pijler 8: Visie op leerlingvolgsystemen en toetsen Er is een individuele rapportage van toets- en resultaatgegevens, observaties en reflecties van kinderen en leerkrachten. Deze worden bijgehouden in een portfolio. Hierin worden de vorderingen op allerlei cognitieve vaardigheden vastgelegd, waarbij ook ruimte is voor opmerkingen over kennis en vaardigheden alsook over houdingsaspecten. De toetsgegevens worden gepresenteerd in een overzichtelijke ontwikkelingslijn. Kinderen helpen mee met het in beeld brengen van hun ontwikkeling door het invullen van vragenlijst van Zien!, waarbij we extra informatie krijgen over het welbevinden van kinderen, vanuit hun eigen perspectief. Pijler 9: Visie op ouders en de omgeving Een goede relatie tussen school en de ouders van de leerlingen levert een belangrijke bijdrage aan een positief en veilig schoolklimaat. Ouders voelen zich welkom in de school en voelen zich verbonden met de klas van hun kind en de leerkracht. We kiezen voor de mogelijkheid van dagelijks contact door het inloopmoment ’s ochtends en het uitlopen van de leerkracht aan het einde van de schooldag. Het versterkt de ontwikkeling van de leerling. De ouders worden actief betrokken bij het leerproces van de kinderen en is gebaseerd op partnerschap. Er wordt gewerkt met een pedagogische driehoek, waarbij ouders, leerkrachten en het kind samen bespreken wat het beste is voor de ontwikkeling van het kind. Ouders denken mee over het beleid van de school en beslissen mee in de uitwerking van het beleid. Kinderen ontmoeten op onze school een pedagogische en didactische omgeving, waarin zij worden aangesproken op hun talenten en verantwoordelijkheden.; een omgeving waarin ze zich kunnen inspannen en ontspannen; een omgeving waarin zij alleen én samenzijn; en een omgeving waarin zij nu leven en zich voorbereiden op de toekomst. Een professioneel pedagogisch netwerk met een pedagogisch kader voor 0 tot 13 jarigen, waar partners en professionals samenwerken binnen één gebouw, zodat een integraal kindcentrum MuzeRijk ontstaat. Vanuit MuzeRijk is er ook verbinding met andere pedagogische en didactische partners in de wijk in een brede school netwerk. Samen ontwikkelen we een afstemming voor onderwijs en opvang voor voor-schoolse en na-schoolse activiteiten. Daarnaast is er afstemming met pedagogische partners in het vrijwilligers- en jongerenwerk. De komende jaren krijgt de uitwerking van de negen onderwijspijlers vorm door het werken aan meer eigenaarschap bij de leerlingen, leerlingen meer laten reflecteren op hun eigen ontwikkeling. Het inpassen van de 21st century skills en het werken aan de ‘civil society’, waarin onze school het hart van MuzeRijk vormt, zoals MuzeRijk het hart van de wijk vormt.
15
Hoofdstuk 5
Strategie en keuzes
Schrijfwijzer voor directeuren: Neem de lezer mee in het proces van de afwegingen die je maakt: waarom doen we het een wel en het ander niet. Voorop staat de inspectierapportage als die er is en de analyse van jullie resultaten. Ook andere bronnen die je prioriteiten sturen, noem je. Geef aan wat de relatie is met de keuze en de actie. Vergelijk het met een handelingsplan in de klas: daarin maak je keuzes die je baseert op een analyse en op de beginsituatie. (weghalen bij definitieve versie) In dit hoofdstuk worden de uitspraken uit de missie en de visie onderbouwd door de (inspiratie) bronnen. Alle informatiebronnen die de school ter beschikking staan worden hierin verwerkt, bijvoorbeeld de verschillende tevredenheidsonderzoeken die zijn afgenomen, het bezoek van de Inspectie voor het Onderwijs en het scholenbezoek dat door de bestuurder en de kwaliteitscoördinator van KIEM zijn gebracht. In de conclusie worden de (inspiratie) bronnen vertaald naar doelen en gewenst gedrag voor de kinderen, leerkrachten en ouders / externen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met strategische uitspraken over wanneer de school in de ogen van zichzelf succesvol is. Vanuit de conclusie en deze laatste uitspraken is de verbinding naar de uitwerking naar de ‘kruisjeslijst’ met activiteiten in de komende jaren zowel intern als extern meer begrijpelijk.
Leerlingprognoses november 2014 Het VKO levert aan Kiem Onderwijs en Opvang tweejaarlijks een prognoses met betrekking tot de leerlingenaantallen.
16
Leerlingenspreiding over Uden voor bs Het Speleon
17
18
Bronnen rondom samenstelling wijk:
Leefbaarheidsonderzoek Area, 2014
19
20
Kort leefbaarheidsonderzoek bovenbouw In juli 2015 hebben we de kinderen van groep 6, 7 en 8 van onze school bevraagd op de lijst die jullie met Area hebben gemaakt met de smileys om een quickscan van de wijk te krijgen. Er deden 34 kinderen uit groep 6, 28 kinderen uit groep 7 en 30 kinderen uit groep 8 mee.
21
Het is duidelijk dat een viertal thema's eruit springen die zwak scoren bij de kinderen 1) Er zijn voldoende activiteiten in de wijk 2) Ik durf in het donker over straat 3) Ik wil samen werken aan een betere wijk 4) In de buurt spreken we elkaar aan op ongewenst gedrag Wat minder duidelijk komen in beeld als aandachtsvraagstukken 5) Als het nodig is krijg ik hulp uit de wijk 6) De wijk is schoon. Allen Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 Vraag 10 Vraag 11 Vraag 12 % tevreden
Zeer tevreden 13 10 37 11 40 25 15 29 15 25 47 23 24,17 28,46
Tevreden 50 44 34 33 30 25 19 24 32 34 37 30 32,67 38,47
Het gaat 25 27 18 34 15 26 24 19 30 29 6 28 23,42 27,57
Ontevreden 3 10 1 9 6 10 18 5 9 3 2 5 6,75 7,95
Zeer ontevreden 1 1 2 5 1 6 16 15 6 1 0 6 5,00 5,89
92 92 92 92 92 92 92 92 92 92 92 92
22
Uit onze eigen visie: Levenslessen – Kanamori – september 2012 Als een kind niet gelukkig is, is niemand gelukkig. Kanamori gaat in op het belang van het met elkaar zaken ondernemen en het leven feitelijk aan te gaan. Kanamori laat kinderen het echte leven ontmoeten. Kinderen zijn nieuwsgierig, ze vragen van alles. Kinderen moeten ontdekken wat voor henzelf het uitgangspunt is. Kinderen moeten het geluk kunnen voelen door op eigen kracht door het leven te gaan. De leraar en het kind kijken de zelfde kant op, zij aan zij. De leraar moet ruimte in zichzelf hebben. De ruimte die je zelf neemt, nemen kinderen ook. Kinderen willen vergelijken, ze zouden zich moeten vergelijken met hun vroegere zelf. Kinderen leven met de verwachtingen van ouders en leerkrachten. Het begint met elkaar zien, elkaar in de ogen kijken.
Kanamori wil de ruimte voor kinderen waarborgen, waarin het zelf voelen en leren op de eerste plaats staat. Dat het voorrang krijgt boven met woorden en methodes onderwijzen door volwassenen. Via hun eigen ervaring laten kinderen een schitterende gevoeligheid zien en tonen ze de eigen wil om te leren. Als kinderen in aanraking komen met een authentieke manier van leven, beginnen ze uit zichzelf te leren. It takes a village to raise a child – Micha de Winter – november 2012 Belang van sociale netwerken en de civil society. Als relaties goed zijn presteren kinderen beter. Opbrengstgericht werken moet breder dan taal en rekenen. Kinderen gedijen beter in rijke sociale netwerken, waarin meerdere volwassenen betrokken zijn bij de opvoeding, die ook samen beter communiceren. Je hebt anderen nodig en niet de experts die worden geraadpleegd als het mis is gegaan. Daarin zijn opvoedingsidealen belangrijk: opvoeding tegen polarisatie, relatie met democratische rechtstaat. Kinderen moet geleerd worden wat democratisch zijn betekend: verantwoordelijk zijn voor jezelf én voor anderen. Het onderwijs kan bijdragen aan de inburgering van kinderen in de samenleving met een pedagogische dimensie. Het mag zich tot doel stellen om democratisch burgerschap te bevorderen (respect, tolerantie, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid). We leren kinderen overeenkomsten zien tussen mensen. Kinderen steeds bijbrengen wat ze bijdragen aan de wereld. Kinderen hebben behoefte aan gezaghebbende gemeenschappen en betrokken volwassenen, rijke sociale netwerken en een coherente pedagogische omgeving. Daarin moeten meerdere generaties betrokken zijn en een lange termijn perspectief op ontwikkeling en democratisch burgerschap. Dit kan door een rijke sociaal verbonden omgeving te creëren, waarin kinderen opgroeien met de kenmerken: * waardering en respect, welkom zijn! * positieve verwachtingen; * non-discriminatie, * er ‘wat toe doen’ in je omgeving – actieve betrokkenheid, doorslaggevend voor maatschappelijk kansen, gezondheid en ontwikkeling.
23
Finnish Lessons – Pasi Sahlberg – januari 2013 Onderwijs in Finland vertrekt vanuit een aantal kernwaarden: Leraren genieten een hoog aanzien en zijn allemaal academisch geschoold. Er is groot maatschappelijk vertrouwen in het onderwijs door een hoge mate van professionaliteit, een groot probleemoplossend vermogen en veel creativiteit. Vier uitgangspunten in Finland: 1) Collobaration; dingen samen doen, netwerken, in plaats van competitie. 2) Trust-based responsibilitiy; vertrouwen en verantwoordelijkheid voor resultaten. Niet test-based. Meer eigenaarschap van leren, minder externe controle 3) Customization; passend maken, iedere school maakt zijn aanpak passend. Iedere leerling zijn eigen traject. 4) Social Capital; bevorderen van sociale netwerken, werken als community. Drie kernpunten voor onderwijs: 1) Equity first; kracht van de relatie tussen school en thuis. Versterken van de relatie is de belangrijkste opdracht van scholen. Waarde toekennen aan onderwijs. 2) Less is more; Teach less, learn more! Minder huiswerk meer spelen. Breinleren – Jelle Jolles – februari 2013 Het brein is breder dan alleen de hersenen. Het is het totaal van acteren, doordat je brein ontwikkeld. Hersenen met je organen vormen één systeem: Het brein. Het brein van het kind heeft sturing en emotionele steun nodig, maar ook inspiratie, kennis en ervaring nodig voor optimale ontwikkeling. Ouders, leerkrachten, maar ook de buurt hebben hier een rol in. Ervaringen opdoen geeft een kind veel strategieën. Vooral tussen de 8 en de 13 jaar opgedane ervaringen, pakken mensen later gemakkelijk op terug. Het onderwijs kan kinderen ervaringen op laten doen buiten de bekende routes; gedragsflexibiliteit bevorderen door meer vormen van aanpak; kinderen leren dat er meerdere scenario’s zijn; complexiteit van handelen aanbieden. Intrinsieke motivatie is te ontwikkelen. Motivatie is belangrijk om te leren. Je kunt het leren niet overlaten aan de instructie, je moet er zelf ten volle zijn. Door het aanbieden van ruimtelijke oriëntatie, creativiteit te ontdekken, positief en negatief te stimuleren en te werken met ruimtelijk inzicht. Talent is niet alleen cognitief. Het zijn ook psychologische en motivationele factoren. Ontwikkelen van talenten door een combinatie te maken tussen sociaal leren; cognitief leren; motorisch leren en emotioneel leren. Werken aan persoonlijke groei is je richten op de volgende kenmerken: speels, inspirerend, voorbeeldig, verkennend, vakkundig en emotioneel uitdagend. 21st century skills – Vincent Verstraten – studiedag juni 2013 21st Century Skills Doel van deze middag : Aanleiding studiemiddag 4 in balans enquete n.a.v. studie ICT Beleidsplan 2013-2019 Symposium nivoz De uitkomsten van de test lijken aan te geven dat mijn team het redelijk eens is met de opvattingen die passen bij een constructivistische wijze van leren en onderwijzen. Mijn team is het over het algemeen redelijk eens met de opvattingen die passen bij een wijze van leren en onderwijzen gebaseerd op kennisoverdracht. Vier in Balans Programma middag
24
7 skills die belangrijk zijn in de 21e eeuw : Communicatie Samenwerken ICT Geletterdheid Creativiteit Kritisch denken Probleemoplosvaardigheden Sociale en Culturele vaardigheden Pedagogische Tact – Stevens – augustus 2013 Pedagogische tact: Op het goede moment het juist doen, ook in de ogen van de leerling. Tact is geen competentie die je gebruikt, maar iets dat je bent. De leraar is zijn eigen instrument. Het leraarschap is meer dan bepaalde competenties hebben, het is vooral een kwestie van, met je hele persoon, leraar zijn, met huid en haar. Je moet je vakkennis als leraar bijhouden, je dagelijkse voorbereidingen moeten treffen, je zult jezelf moeten blijven aanspreken op je creativiteit, je nieuwsgierigheid, je persoonlijke discipline, je prioriteiten. Maar meer nog zal je er iedere dag weer moeten staan: open, kwetsbaar, aandachtig, sociaal en betrokken. De kracht van de leraar zit in het naar boven halen van het innerlijk weten van het kind. De werkelijke gebeurtenis vindt plaats in de relationele ruimte tussen leerling en leraar. Henk Oosterling noemt dit het intervidu. De samenleving is het totaal aan netwerken. De leraar handelt vanuit pedagogical understanding (van Manen): - begrijpen zonder oordeel; - met verstand van ontwikkeling; - met toegang tot het leren van de leerling; - betrokken maar mét afstand. De leraar en de leerling komen in een dialogische verhouding te staan. Handelt vanuit een zijnskwaliteit, waarin tactvol handelen in onverwachte situaties besloten ligt. De leraar is origineel, invoelend, doortastend, een persoon die zichzelf en de leerling kent en dicht bij zijn eigen bronnen staat. Kortom een leraar die authentiek is. Pedagogische tact is zien, verstaan, de betekenis doorzien, weten wat te doen en hoe, en het dan ook doen! Een goede leraar heeft geduld, toont toewijding aan zijn leerlingen, praat veel over de betekenis van onderwijs voor de leerlingen en gelooft dat iedere leerling leren kan. Het voelen van verbondenheid en de ervaring van veiligheid en respect daarbinnen is een levensnoodzaak voor een zich ontwikkelend jong mens. Leerlingen kunnen zich zelfstandig tonen als zij zichzelf kunnen sturen en verantwoordelijkheid kunnen nemen. Innerlijke motivatie vooronderstelt verbonden en vrijheid van handelen (autonomie), vertrouwen van de leraar in de leerling en zelfvertrouwen van de leerling. De leraar erkent daarbij de gevoelens van de leerling door het bieden van keuzes en het aanmoedigen van zelfinitiatief. Leerlingen gedijen (meer motivatie, meer zelfwaardering, meer en kwalitatief betere resultaten) een sfeer waarin hun beleving van de situatie door hun leraar belangrijk wordt gevonden, samen met de mogelijkheid van een leerlingen om zijn leraar te laten weten wat hij voor zijn werk nodig denkt te hebben en de keuzeruimte die hij krijgt. Teaching as an art – Stevens – september 2014 De kern van onderwijs is het verschil tussen zijn en worden. (Barenboim). Biesta heeft dit tot leven gewekt: er is sprake van wording. Niet de instructie en dan is het er. Maar het is er, maar het moet worden gewekt. Leerlingen moeten van de leraar het onvoorwaardelijke vertrouwen voelen dat het goed is. Door het vertrouwen in de werkelijkheid ontstaat ook de goede werkelijkheid. Dat kan alleen als de leraar actief participeert. Je bent als leraar deel van de ontwikkeling van de leerling. We moeten bij leerlingen eigenaarschap ontwikkelen en zelfvertrouwen. Dat zijn de sterkste zekerheden die je in het onderwijs kunt creëren. De leraar staat er middenin. Het is een wezenlijk kenmerk van bestaan met de kernwoorden engagement en responsiviteit. Een goede ontwikkeling kenmerkt zich door doorzettingsvermogen, spirit, jezelf kunnen motiveren, veerkrachtig zijn en behulpzaamheid.
25
Ontwikkeling is verbondenheid – geen competentie. Alle delen zijn verbonden. Het zijn niet de elementen die de werkelijkheid representeren, maar de relaties, de verbindingen. Het is een levend netwerk met veel onzekerheden. Een zekerheid is de relatie tussen mensen. Het onderwijs zou het terrein van de onzekerheden moeten betreden. Leraren zijn geen uitvoerders van opgedragen werk. De taak van pedagogen is om het potentieel in kinderen te wekken. Opvoeden is persoonlijk werk en daar lopen we risico’s. Laat de complexiteit van het leven intact. Daar begint het werk van de leraar, vanuit verantwoordelijkheid. Kennis verandert ons niet, als je geraakt wordt dan verander je. World Class Learners – Yong Zhao – oktober 2014 Leren is divergeren in plaats van consumeren. Onze kinderen moeten creatieve denkers worden, ondernemers. Zij vinden hun werk later in creatieve banen, waar ze geld verdienen door iets te creëren. Je moet nieuwe waarden creëren. De toekomst ontwerp je zelf. Don’t fix the past, but create the future. Creativiteit zorgt voor inventiviteit, discipline en doorzettingsvermogen. Creativiteit in combinatie met uniek talent brengt zoveel meer. Je wordt onderscheidend, dat wordt het nieuwe paradigma. Nieuwe medewerkers tonen eigenaarschap en leiderschap. Kenmerkend zijn vertrouwen, vrienden, risiconemen, passie, creativiteit, alert op kansen, global competent, uniek en empatisch. Leerlingen moeten leren andermans wensen in te vullen.
Pedagogisch kader – Anke van Keulen – april 2015 Kinderen hebben baat bij een pedagogische en educatieve omgeving waar zij worden aangesproken op hun talenten en verantwoordelijkheden; een omgeving waar zij zich inspannen en ontspannen; een omgeving waarin zij alleen én samenzijn; en een omgeving waarin zij nu leven en zich voorbereiden op de toekomst. Een professioneel pedagogische netwerk voor 0- tot 12jarige kinderen kan bijdragen aan zo’n omgeving voor kinderen en ouders. In een pedagogisch netwerk werken veel partners en professionals samen, binnen één gebouw of op diverse plekken bij elkaar in de buurt, in de vorm van een samenwerkingsverband, een brede school of een integraal kindcentrum. Een pedagogisch netwerk verlegt de focus naar de kracht en de cohesie van de omgeving en draagt zo bij aan de pedagogische civil society. Het pedagogisch netwerk onderscheid het formeel leren (school), het informeel leren (vrije tijd) en het levensecht leren (halfformeel leren) waarin een brug wordt geslagen tussen school en de maatschappij. Levensecht leren stelt kinderen in staat samen te leven en samen te leren en deel te nemen aan de pedagogische civil society. We werken vanuit een gezamenlijke taal, waarbij we kinderen binnensluiten, kinderen laten weten dat ze erbij horen en waar ze eigenheid en verbondenheid ervaren. Werken in partnerschap betekent vanuit een gelijkwaardige positie elkaar ontmoeten. Het gaat niet alleen om de betrokkenheid van ouders bij de kinderopvang of de school, maar ook om betrokkenheid van de school en de kinderopvang bij de ouders. Partnerschap tussen ouders en professionals verbindt de leefmilieus van het kind. Meervoudige intelligentie – Howard Gardner – 2011-2015 Gardner ontdekte dat er een verband bestaat tussen de plaats van de beschadiging in de hersenen en het verlies van functie dat ontstaat. Bijvoorbeeld beschadiging van de frontale hersenkwabben leidt wel tot moeilijkheden met het gebruik van grammatica tijdens het spreken maar heeft geen invloed op begrijpen wat er gezegd wordt. Bij nader onderzoek bleken veel specifieke vaardigheden verbonden te zijn met verschillende onderdelen van de
26
hersenen. Hij ontdekte bijvoorbeeld dat iemand wel zijn spraak kan verliezen maar bijvoorbeeld zijn muzikaliteit behouden kan en andersom. Gardner trok hieruit de conclusie dat er een biologische basis is voor gespecialiseerde intelligenties. Zijn definitie luidde: ‘intelligence is the ability to solve a problem or create a product that is valued in a culture’. Vanuit deze conclusie en op grond van deze definitie stelde Gardner een set criteria samen op grond waarvan een intelligentiesoort te onderscheiden was. Het voert hier te ver om deze criteria te bespreken. Gardner heeft na langdurig onderzoek vastgesteld dat er 8 soorten intelligentie zijn, een negende en tiende heeft hij in onderzoek. Iedere intelligentie heeft zijn eigen kenmerken en zijn eigen stijl van leren. De meervoudige intelligenties (MI) van Gardner zijn volgens hem op iedereen van toepassing. Het is dus geen exclusieve toepassing voor (hoog)begaafde leerlingen. Het laat direct zien dat ieder kind op een andere manier intelligent is. En daardoor ook dat het logisch is dat ook de (hoog)begaafde leerlingen niet allemaal gelijk zijn. Dat er dus verschillende werkmethoden moeten zijn en ieder kind op zijn eigen wijze moet worden aangesproken. In de afgelopen vier jaren hebben we doorlopend aandacht proberen te hebben voor de meervoudige intelligentie volgens Gardner. Gardner inspireert ons doorlopend met het denken over aanbod vanuit de verschillende intelligenties. Zo hebben we een inspiratiedag gehad over het werken met meervoudige intelligenties in de Knapvilla in Heelsum. Voorts hebben we voor de projectwerken een denkkader, wat op de meervoudige intelligenties is geënt.
Resultaten uit ontwikkelingen, onderzoeken en enquêtes Resultaten ouderenquête bs Het Speleon Het onderzoek geeft de situatie weer, zoals deze in juni 2014 door ouders is gescoord. In het huidige schooljaar zijn deze gegevens uitgebreid besproken en geanalyseerd in het schoolteam, het managementoverleg, het overleg met de bovenschoolse directie en de Medezeggenschapsraad. Deze gegevens vormen de onderlegger voor ons schoolplan 2015-2019, waarover u in de schoolgids 2015-2019 kunt lezen. Sommige onderdelen zijn door de tijd al achterhaald (b.v. de veiligheid rondom de school). Andere onderdelen hebben al tot nieuwe acties geleid. Ter informatie delen we deze gegevens aan u. Mocht u hier vragen over hebben, neem dan gerust contact op met de directie van de school of met de leden van de Medezeggenschapsraad. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat ouders aan de school van hun kind geven is 7.55. Basisschool Het Speleon scoort gemiddeld 7.09 op vraag 68. De waardering van de ouders voor Basisschool Het Speleon is daarmee 0.46 punt lager dan het landelijk gemiddelde. Schoolgebouw en omgeving Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Hygiëne en netheid binnen de school' (97% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Sfeer en inrichting schoolgebouw' (96%) en 'Uiterlijk van het gebouw' (93%). Relatief veel ouders zijn ontevreden ten aanzien van 'Veiligheid op weg naar school' (61%), 'Veiligheid op het plein' (46%) en 'Speelmogelijkheden op het plein' (41%). Begeleiding en sfeer Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Sfeer in de klas' (94% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Omgang leerkracht met de leerlingen' (92%) en 'Omgang van de kinderen onderling' (88%). Relatief veel ouders zijn ontevreden ten aanzien van 'Aandacht voor pestgedrag' (20%), 'Begeleiding leerlingen met problemen' (20%) en 'Rust en orde in de klas' (16%). Kennis- en persoonlijke ontwikkeling Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Aandacht voor gymnastiek' (95% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Aandacht voor creatieve vakken' (86%) en 'Aandacht voor uitstapjes en excursies' (86%). Relatief veel ouders zijn ontevreden ten aanzien van 'Aandacht voor goede prestaties' (21%) en 'Aandacht voor godsdienst/ levensbeschouwing' (18%).
27
Schooltijden, regels, rust en orde Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Duidelijkheid van de schoolregels' (96% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Huidige schooltijden' (88%) en 'Rust en orde op school' (86%). Leerkracht en contact met de school Onze school wordt door relatief veel ouders gewaardeerd ten aanzien van 'Mate waarin leerkracht naar ouders luistert' (96% van de ouders is hierover tevreden). Ook zijn relatief veel ouders tevreden over 'Inzet en motivatie leerkracht' (92%), 'Vakbekwaamheid leerkracht' (92%), 'Informatievoorziening over de school' (89%) en 'Gelegenheid om met de directie te praten' (88%). Relatief veel ouders zijn ontevreden ten aanzien van 'Informatievoorziening over het kind' (23%). In de figuur hieronder staan deze cijfers voor Basisschool Het Speleon weergegeven, in onderscheid naar onder- en bovenbouw of locatie. Tevens zijn de cijfers van de vorige deelname opgenomen (indien van toepassing). Ter vergelijking zijn ook de cijfers opgenomen van de referentiegroep. De rubrieken zijn geordend naar hoogte van het cijfer met de hoogste waardering op nummer 1. Onze school Referentiegroep Deze peiling
Bovenbouw
Onderbouw
Vorige peiling
Alle scholen
1. Schoolgebouw
8.2
8.2
8.1
0.0
7.0
2. De leerkracht
8.0
7.8
8.2
0.0
8.1
3. Sfeer
7.3
7.0
7.5
0.0
7.3
4. Schoolregels, rust en orde
7.2
7.0
7.5
0.0
7.1
5. Contact met de school
7.1
6.9
7.3
0.0
7.1
6. Begeleiding
7.0
6.9
7.2
0.0
7.2
7. Persoonlijke ontwikkeling
7.0
6.8
7.1
0.0
7.1
8. Schooltijden
6.8
6.8
6.8
0.0
7.3
9. Kennisontwikkeling
6.8
6.8
6.8
0.0
7.2
5.2
5.2
5.1
0.0
6.3
10. Omgeving van de school
Top 10 tevredenheid en ontevredenheid In onderstaande figuur wordt een overzicht gegeven van de hoogste tevredenheid- en ontevredenheidspercentages van Basisschool Het Speleon. Ter vergelijking worden ook de resultaten van de referentiegroep vermeld. In de tabellen wordt alleen de ‘top10’ weergegeven. In de groene top 10 wordt een overzicht gegeven van de onderwerpen die door veel ouders / verzorgers positief gewaardeerd worden, met de percentages tevreden respondenten. In de rode top 10 staan de onderwerpen waarover relatief veel ouders ontevreden waren, met de bijbehorende percentages.
28
‘Top 10’ Tevredenheid Pluspunten
Basisschool Het Speleon
Alle scholen
1. Hygiëne en netheid binnen de school
97%
72%
2. Mate waarin leerkracht naar ouders luistert
96%
91%
3. Sfeer en inrichting schoolgebouw
96%
91%
4. Duidelijkheid van de schoolregels
96%
89%
5. Aandacht voor gymnastiek
95%
90%
6. Sfeer in de klas
94%
89%
7. Uiterlijk van het gebouw
93%
87%
8. Omgang leerkracht met de leerlingen
92%
93%
9. Vakbekwaamheid leerkracht
92%
92%
10. Inzet en motivatie leerkracht
92%
92%
Basisschool Het Speleon
Alle scholen
1. Veiligheid op weg naar school
61%
40%
2. Veiligheid op het plein
46%
18%
3. Speelmogelijkheden op het plein
41%
26%
4. Informatievoorziening over het kind
23%
14%
5. Aandacht voor goede prestaties
21%
9%
6. Begeleiding leerlingen met problemen
20%
15%
7. Aandacht voor pestgedrag
20%
18%
8. Aandacht voor godsdienst/ levensbeschouwing
18%
9%
9. Rust en orde in de klas
16%
13%
15%
11%
‘Top 10’ Ontevredenheid Verbeterpunten
10. Aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling
29
Laatste inspectiebezoek – december 2011
Inspectie in het kader van VVE – november 2012
Resultaten leerlingenquête bs Het Speleon In juni 2014 heeft Basisschool Het Speleon deelgenomen aan de leerlingtevredenheidspeiling. Van onze school hebben 117 leerlingen de vragenlijst ingevuld, waarvan 54 uit groep 7 en 8. De responsgroep bestond uit 43% jongens en 57% meisjes. De enquête geeft een duidelijk beeld van de wijze waarop de leerlingen onze school waarderen. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat leerlingen aan de school geven is 8,03. Onze school scoort gemiddeld 7,88 op de vraag van het rapportcijfer. De waardering van de leerlingen voor onze school is daarmee 0,15 punt lager dan het landelijk gemiddelde. De gegevens van de leerlingenenquête zijn uitgebreid besproken en geanalyseerd in de leerlingenraad, het schoolteam, het managementoverleg, het overleg met de bovenschoolse directie en de Medezeggenschapsraad. Hieronder wordt een samenvatting weergegeven van de opvallendste punten per rubriek. Indien er in een rubriek geen opvallende punten zijn, wordt deze rubriek niet weergegeven. Door afrondingsverschillen is het mogelijk dat het genoemde percentage afwijkt van de percentages uit de betreffende vraag. Rekenen en taal Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Waardering taal' (34%) en 'Waardering rekenen' (27%). Werkvormen De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Waardering samenwerken' (81% van de leerlingen is hierover tevreden). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Waardering computerwerk' (70%). Wereldoriëntatie Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Waardering aardrijkskunde en topografie' (35%) en 'Waardering geschiedenis' (29%). Kunstzinnige oriëntatie
30
De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Waardering uitstapjes met de klas' (92% van de leerlingen is hierover tevreden). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Waardering gymnastiekles' (90%). De groep De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Naar de zin in groep' (79% van de leerlingen is hierover tevreden). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Veel schoolvriendjes/vriendinnen' (78%). Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Zitplaats is leuk' (20%). De klas De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Duidelijkheid regels' (85% van de leerlingen is hierover tevreden). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Vindt klaslokaal gezellig' (79%). Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Vindt het rustig in de klas' (28%). Omgang van leerlingen onderling De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Pest zelf weleens op internet' (98% van de leerlingen zegt zelf niet te pesten op internet). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Wordt gepest op internet' (92% zegt niet gepest te worden op internet). Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Verveelt zich' (17%) en 'Ruzie in de groep' (16%). Contact van de docent met leerlingen De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Juf/meester legt goed uit' (81% van de leerlingen is hierover tevreden). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Juf/meester is aardig' (79%). Feedback/ ondersteuning door docent De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Juf/meester biedt hulp' (79% van de leerlingen is hierover tevreden). Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Vertelt leerkracht over pesten' (29%) en 'Extra opdrachten' (17%). Schoolgebouw en omgeving De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Schoolgebouw van binnen mooi' (81% van de leerlingen is hierover tevreden). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Schoolgebouw van buiten mooi' (78%). Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Aantrekkelijkheid van schoolplein' (33%) en 'Veiligheid van de weg naar school' (26%). Welbevinden op school De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Veilig voelen in de school' (79% van de leerlingen is hierover tevreden). Relatief veel leerlingen zijn ontevreden ten aanzien van 'Inval leerkrachten' (21%) en 'Vaak moe op school' (18%). Algemene tevredenheid De school wordt door veel leerlingen gewaardeerd ten aanzien van 'Bang zijn op het schoolplein' (85% van de leerlingen is hierover tevreden). Ook zijn veel leerlingen tevreden over 'Leert veel op school' (79%). In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de tevredenheidscijfers voor de rubrieken waarover aan de leerlingen vragen zijn gesteld. De waardes in de tabel zijn van een 1 tot 3 schaal omgewerkt naar de meer gebruikelijke 1 tot 10 schaal.
31
Tevredenheid 1. Kunstzinnige oriëntatie 2. Contact van de docent met leerlingen 3. Algemene tevredenheid 4. De groep 5. Omgang van leerlingen onderling 6. Werkvormen 7. De klas 8. Schoolgebouw en omgeving 9. Feedback/ ondersteuning door docent 10. Welbevinden op school 11. Ouderbetrokkenheid 12. Rekenen en taal 13. Wereldoriëntatie
Deze peiling 9,4
Referentie Alle scholen 9,2
8,9
8,8
8,8 8,2 8,1
8,9 8,1 7,9
8,0 8,0 7,6
8,2 7,5 7,3
7,2
7,1
7,2 7,0 6,2 6,0
7,2 7,0 6,7 6,7
Top 10 tevredenheid en ontevredenheid
In onderstaande figuren wordt een overzicht gegeven van de plus- en verbeterpunten van Basisschool Het Speleon. Ter vergelijking worden ook de resultaten van de referentiegroep vermeld. In de tabellen wordt alleen de ‘top10’ weergegeven. In de tabel ‘Top 10 Tevredenheid’ wordt een overzicht gegeven van de onderwerpen die door veel leerlingen positief gewaardeerd worden, met de percentages tevreden respondenten. In de tabel ‘Top 10 Ontevredenheid’ staan de onderwerpen waarover relatief veel leerlingen ontevreden waren, met de bijbehorende percentages.
32
‘Top 10’ Tevredenheid
Pluspunten 1. Waardering uitstapjes met de klas 2. Waardering gymnastiekles 3. Waardering tekenen 4. Duidelijkheid regels 5. Mate van bang zijn op het schoolplein 6. Waardering handvaardigheid 7. Schoolgebouw van binnen mooi 8. Waardering samenwerken 9. Juf/meester legt goed uit 10. Naar de zin in groep
Basisschool Het Speleon 92% 90% 86% 85% 85% 84% 81% 81% 81% 79%
Referentie Alle scholen 90% 87% 79% 78% 85% 81% 54% 78% 80% 75%
Basisschool Het Speleon 35% 34% 33% 29% 29% 28% 27% 26% 26% 21%
Referentie Alle scholen 24% 24% 17% 24% 28% 26% 17% 9% 18% 21%
‘Top 10’ Ontevredenheid
Verbeterpunten 1. Waardering aardrijkskunde en topografie 2. Waardering taal 3. Aantrekkelijkheid van schoolplein 4. Waardering geschiedenis 5. Vertelt leerkracht over pesten 6. Vindt het rustig in de klas 7. Waardering rekenen 8. Veiligheid van de weg naar school 9. Waardering natuur en biologie 10. Inval leerkrachten
Resultaten personeelsenquête bs Het Speleon In oktober 2014 heeft Basisschool Het Speleon deelgenomen aan de personeelstevredenheidspeiling. Er werden gegevens verzameld van 17 (groeps)leerkrachten, 1 directielid en 1 lid van het onderwijs ondersteunend personeel. Van de personeelsleden die de vragenlijst ingevuld hebben geeft 44 procent les in de onderbouw en 47 procent geeft les in de bovenbouw. 5 procent van de respondenten is werkzaam als onderwijs ondersteunend personeel. Van de respondenten heeft 11 procent vijf jaar of minder onderwijservaring, 89 procent heeft zes jaar of langer ervaring in het onderwijs. Het responspercentage voor de peiling is 100%.
33
De gegevens van de personeelsenquête zijn uitgebreid besproken en geanalyseerd in de het schoolteam, het managementoverleg, het overleg met de bovenschoolse directie en de Medezeggenschapsraad. In de figuur hieronder staan de tevredenheidscijfers per vraagrubriek voor Basisschool Het Speleon weergegeven. Tevens zijn de cijfers van de vorige deelname opgenomen (indien van toepassing). Ter vergelijking zijn ook de cijfers opgenomen van de referentiegroep. De huidige referentiegroep bevat gegevens van 19494 personeelsleden van 1003 vergelijkbare basisscholen. De rubrieken zijn geordend naar hoogte van het cijfer, met de hoogste waardering op nummer 1. Tevredenheid 1. Management 2. Schoolgebouw 3. Interne communicatie 4. Schoolklimaat 5. Organisatie 6. Loopbaanmanagement 7. Leerstofaanbod & Leermiddelen 8. Externe communicatie 9. Werkklimaat 10. Secundaire arbeidsvoorwaarden 11. Pedagogisch klimaat 12. Primaire arbeidsvoorwaarden
Deze peiling 8.7 8.7 7.9 7.8 7.7 7.7 7.5 7.5 7.3 7.1 7.1 7.0
Referentie Alle scholen 7.3 6.7 6.9 7.4 7.1 7.1 7.0 7.4 6.8 6.7 7.6 6.7
34
Resultaten uit schoolbezoeken Februari 2014 door Frans en Martijn FOCUS 1: De adaptiviteit aan de leerlingpopulatie is een aandachtspunt. De taalmethode is moeilijk, veel leerkrachten volgen toch de methode, terwijl de kinderen in hun betrokkenheid aangeven af te haken. In gesprekken met leerkrachten komen onvoldoende signalen dat er in de aanpak écht rekening wordt gehouden met de populatie (b.v. voor groep 4 wordt er niet verwezen naar een bindingsactiviteit om de focus op leren te zetten, er wordt niet gesproken over passende interventies om de kinderen voor te bereiden op de start van de dag). FOCUS 2: De zorgleerling als aandachtspunt transformeren naar de zorgleerling als uitgangspunten. Hier moet Het Speleon het mee doen. En dan de AMBITIE oppakken om een veilige thuishaven te zijn en een goede plek te zijn waar kinderen kunnen leren. FOCUS 3: Opbrengsten van trendanalyses op schoolniveau aanbieden ter bespreking in kader van kwaliteitszorg en opnemen in veranderkaarten in het schoolplan. Werkgroepen helder relateren aan schoolplan en sturing vanuit directie op doelen van de werkgroep versterken. FOCUS4: Leerkrachten in kader van HGW zicht geven op welke knoppen beïnvloedbaar zijn in leerkrachthandelen. Dit n.a.v. groepsanalyse leeropbrengsten TL, BL, SP en REK
Februari 2015 door Frans en Martijn 1) Tracht transparantie aan te brengen in je verwachtingen van mensen in je organisatie met betrekking tot leren. Wat zijn de do’s van de leerkrachten en de kinderen op het Speleon. 2) Geef de leerkrachten de verantwoordelijkheid terug om vanuit die verwachtingen aan te geven wat ze (binnen het reële) nodig hebben om het wel te laten lukken. 3) Laat leerkrachten jouw positie en zorgen over het meekrijgen van de mensen die het moeilijk vinden omzetten naar hun uitdaging in de klas (wat zouden ze zelf doen als een kind in hun groep enz.). 4) Investeer in pedagogisch handelen – tact van je leraren als tegenhanger of aanvulling op het opbrengst gericht werken. 5) Differentieer in de mogelijkheden van leerkrachten met experimenten enz. waarin anderen kunnen worden meegenomen (en laat tijdens studiedagen zien hoe je leerkrachten hetzelfde benadert als je van hen verwacht in de klas naar kinderen – voorbeeld arrangeren ipv methode volgen). Hierdoor verandert het eigenaarschap van de leerkrachten wellicht sneller dan je zou denken in de richting die je wilt.
35
Conclusies: KINDEREN
We willen meer rekening houden met de verschillen tussen kinderen We willen de verantwoordelijkheid voor het leren meer bij kinderen leggen We willen dat kinderen meer rekening houden met de verschillen tussen mensen We willen dat kinderen muzerijk en de wijk als hun eigen omgeving beschouwen en dat ze hier respectvol mee omgaan. We willen dat kinderen positiever scoren op het omgaan van leerkrachten met pesten. We willen dat kinderen beter scoren op het tevredenheidsonderzoek waar het gaat om het didactisch aanbod.
LEERKRACHTEN - Kennis o o o o o -
We willen dat leerkrachten meer kennis hebben van de leerlijnen en dit als uitgangspunt nemen voor het aanbod We willen dat leerkrachten sterker werken vanuit analytische gegevens voor rekenen, taal, lezen. We willen dat leerkrachten beter kunnen omgaan met leerlingen met een meerbegaafdheidsprofiel We willen dat leerkrachten weten welke dingen bijdragen aan een beter resultaat bij leerlingen en welke dingen niet. We willen dat leerkrachten meer zicht hebben op de diverse rollen die spelen binnen een pestprobleem.
Vaardigheden o We willen dat leerkrachten vanuit Positief Gedrag Stimuleren een verdieping naar Pedagogisch Tact maken en vanuit hun persoonlijk biografie gaan werken met leerlingen o We willen dat leerkrachten een breder aanbod inzetten richting expressie en cultuur o We willen dat leerkrachten gaan werken vanuit hun eigen bekwaamheidsdossier in het kader van hun registratie leraar. o We willen dat leerkrachten samen met ouders ‘achter’ de ontwikkeling van kinderen gaan staan. o We willen dat leerkrachten sterkere leerkrachtvaardigheden hebben voor begrijpend lezen o We willen dat leerkrachten sterkere gespreksvaardigheden hebben om met ouders te spreken
-
ORGANISATIE – SYSTEEM – KWALITEIT o We willen dat de verschillende partners samen vanuit eenzelfde pedagogisch kader gaan werken o We willen dat we meer vanuit een geheel (MuzeRijk) samenwerken met de wijk en de natuurlijke partners o We willen dat de organisatie meer vanuit één hand en één organisatie wordt aangestuurd o We willen dat de veiligheid van ieder rondom school goed gewaarborgd is. o We willen dat voor personeel de secundaire arbeidsvoorwaarden verbeteren (o.a. werkdruk) o O UDERS – EXTERNEN o We willen dat ouders zich naast de leerkracht opstellen voor de ontwikkeling van het kind. o We willen dat ouders zich actief tonen in de ontwikkeling van het schoolbeleid en de uitvoering ervan
36
o o
We willen dat externen Het Speleon als een voorbeeldplek zien van volledige integratie van Onderwijs, Opvang, Sport, Zorg en wonen. We willen ouders die tevreden zijn over de informatievoorziening rondom hun kind.
WIJ ZIJN SUCCESVOL ALS… Onze kinderen 0,15 punt boven het landelijk gemiddelde score als eindwaardering in de monitor Scholen voor Succes De waardering voor de vakgebieden rekenen, taal, lezen niet boven de 25% ontevredenheid scoren in diezelfde monitor De indicator voor omgaan met pesten als een pluspunt in de tevredenheidsmonitor zichtbaar is in de top 10. De indicator ‘welbevinden op school’ 0,3 punt hoger scoort dan het landelijk gemiddelde. Bij alle gesprekken over hun ontwikkeling een zichtbare rol hebben. In groep 1 t/m 2 worden alle gesprekken door de leerkracht met het kind gevoerd. In groep 3 t/m 8 zijn de kinderen bij alle gesprekken over hun ontwikkeling aanwezig. Door leerkrachten gevolgd worden in hun ontwikkeling middels een helder analysemodel over hun ontwikkelingsvoortgang. Onze ouders Boven het landelijk gemiddelde score als eindwaardering in de monitor Scholen voor Succes Geen enkele verbeterpunt binnen scholen voor succes met een hoger percentage dan 25% scoort Het onderdeel informatievoorziening over het kind tenminste 80% tevredenheid scoort We een tweejaarlijkse ouderpanel hebben De oudervereniging twee keer per jaar een inhoudelijk thema organiseert, waarbij er een opkomt is van 50% van het potentieel aan ouders Onze medewerkers…… De arbeidsvoorwaarden in de monitor Scholen met Succes tenminste op het niveau scoren dat ze rond de 8.0 scoren in de tevredenheidslijst Het pedagogisch klimaat tenminste scoort op het niveau van het schoolklimaat in de bovenstaande monitor. Interne mobiliteit laten zien door elke vijf jaar te wisselen van groep en elke tien jaar te wisselen van bouw. Alle medewerkers zichtbaar in ontwikkeling zijn op hun taak of hun functies middels bewijslast in het bekwaamheidsdossier. In de jaarlijkse mobiliteitsactiviteit binnen de stichting een aantrekkelijke school is om te werken, waar mensen graag naar toe willen komen. Onder leiding van een LB-functionaris in onderwijskundige ontwikkelgroepen zich verantwoordelijk voelen voor het opzetten, ontwikkelen en borgen van beleid. Onze omgeving….. Het deelname percentage van kinderen uit onze wijk voor onze school hoger is dan 60% 70% van de kinderen van de peuterspeelzaal onze school gaat bezoeken We op de eindtoets basisonderwijs een gemiddelde score over vier jaar hebben van 533 met slechts één jaar onder de toegestane ondernorm. We bij de inspectie een basisarrangement hebben. We volledig bezette groepen kinderopvang hebben in MuzeRijk Onze school en daarmee het Ontmoetingsplein MuzeRijk maandelijks als voorbeeld geld in lokale, regionale of landelijke media (inbegrepen schoolbezoeken uit het land) We een sterke bijdrage leveren in een leerwerkplaats voor HBO en MBO opleidingen in de regio (hoog gewaardeerde opleidingsschool voor leerkrachten basisonderwijs en een multidisciplinair opleidingsaanbod voor het MBO vanuit zorg, welzijn, onderwijs, opvang en sport)
37
We onderscheiden de volgende vijf hoofdthema’s de komende jaren in onze school: Veranderthema
Eerste jaar 2015-2016
Tweede jaar 2016-2017
Derde jaar 2017-2018
Vierde jaar 2018-2019
O X O O
O O O # X # O O
# # #
#
O # # O
#
O X # X O # # # O X
O O
# O
O #
#
1. Democratisch burgerschap van onze leerlingen ** 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8. 2.
Verbindende activiteiten met partners MuzeRijk Verbinding en integratie met Bedir (zowel op personeel, kind als vlak van afstemming) Koppeling met wijkactiviteiten als buurttuin, kinderboerderij en nieuwe initiatieven Uitbouwen van contacten met Kinderclub, Frisparty Verbreding naar jeugd- en jongerenwerk o.a. Compass en de Nieuwe Pul Een pedagogisch beleidskader voor alle kindfuncties Pestprotocol updaten en verder uitwerken naar alle rollen Kindcentrum MuzeRijk met management uit één hand Eigenaarschap van leren
2.1. Reflectief vermogen van leerlingen (en de rol van de leraar een jaar later) 2.2. Kinderen werken met feedback – feedup en peer-feedback 2.3. Positief Gedrag Stimuleren * 2.4. Leerkrachten in groep 4 t/m 8 werken met leerlijnen 2.5. Implementatie Leesmethode lijn 3 * 2.6. Verbeteren van begrijpend leesvaardigheden * 2.7. Kinderen betrekken bij voortgangsgesprekken met ouders en leerkrachten 2.8. Positief Gedrag Stimuleren 2.9. Implementatie Snappet (het zicht op leerdoelen bij kinderen) * 2.10. Werken met Porftfolio voor kinderen (en ook van leerkrachten een jaar later) 3. Ouderparticipatie **
O X X X # O O O # O
# O
3.1. Ouders als full-partner in de gesprekken 3.2. Ouders meer actief betrekken bij activiteiten 3.3. Tijdiger communiceren over ontwikkeling kinderen 3.4. Kortere lijnen ouders-leerkrachten (leerkrachten pro-actief) 3.5. Via Website en app directer communiceren over de groepen en de activiteiten 3.6. Organiseren van ouderpanels 4. 21st Century Skills **
X O O O O X
O O O # O O
O # #
4.1. 21st century skills uitnutten op ICT gebied 4.2. Software gebruiken die zelf registreert en analyseert, werken met taakkaarten 4.3. Mediawijsheid (beleid foto, video verder vormgeven) 4.3. Virtuele presentatietechnieken uitwerkern 4.4. Verder verkennen van doelstellingen en schoolplan herformuleren
O O O O X
O # # # X
# # #
# O
O
#
#
O #
#
O
38
5. Ontwikkelen van een school gericht op bèta en natuur 5.1. Aandacht voor wetenschap en techniek in het basisonderwijs 5.2. Oriëntatie op groene school 5.3. Rekening houden met de bèta leerlingen in de bovenbouw 5.4. Verder verkennen van doelstellingen en schoolplan herformuleren
X X X
O O X X
X = onderzoeksfase (verkennen) O = ontwikkelfase (uitproberen) # = borgingsfase (integratie) * = kleine werkgroep voor één jaar ** = grote werkgroep voor meerdere jaren Elk thema wordt in hoofdstuk uitgewerkt met een veranderkaart. Deze veranderkaarten worden het komende kwartaal door de directie met ontwikkelgroepen gemaakt.
39
Hoofdstuk 6
Veranderkaarten jaar 1
Schrijfwijzer voor directeuren: Hier werk je het eerste jaar uit van het hiervoor gemaakte schema. Iedere werkgroep krijgt de kaart mee en heeft bijeenkomsten waar aan de activiteiten en de doelen wordt gewerkt. Dit heeft overigens een relatie met taakbeleid. (weghalen in definitieve versie) Veranderkaart 1.1 Wat is het algemene doel? (refereren aan inleiding) Wat is het smart-doel? (en wat is er dus over één jaar zichtbaar?) Welke activiteiten worden er uitgevoerd?
Wie voeren het uit? Of worden er bij betrokken? Wat zijn de personele kosten? Wie of waaruit worden de personele kosten gefinancierd? Wat is de belasting per leerkracht (in uren)? Wat zijn de materiele kosten? Wie of waaruit worden de materiele kosten gefinancierd? Hoe wordt er geëvalueerd? Toetsing, wanneer is het goed?
Wie is er verantwoordelijk voor de uitvoering? Opmerkingen - bijzonderheden
40
Hoofdstuk 7
Opleidingsplan
Schrijfwijzer voor directeuren: Hier maak je een koppeling met het scholingsplan wat je jaarlijks moet maken. We zouden een algemene inleiding kunnen meenemen waarin we verbinding maken met de KIEM missie/visie op vakmanschap en groei en ontwikkeling (mindmap) (Weglaten in definitieve versie) Een schoolorganisatie staat niet op zich. Kinderen zijn niet de enigen die zich ontwikkelen. Die ontwikkeling beperkt zich dan ook niet alleen tot de uren dat een kind op school zit. De oude invulling van scholing in het schoolplan past niet meer bij de huidige opvatting van KIEM over ontwikkeling. Professionalisering volstaat in deze tijd niet meer met een overzicht van de cursussen die individuele leerkrachten willen invullen. KIEM maakt sinds schooljaar 2014 – 2015 deel uit van het POS, het Partnerschap Opleiden in School, waarmee we ons verbinden aan de Fontys Hogeschool en middelen vrij maken voor een meer eigentijdse manier van opleiden en begeleiden van studenten. In schooljaar 2015 – 2016 wordt het beleid rondom kwaliteitsverbetering van het personeel van KIEM nader uitgewerkt. In het jaarverslag wordt teruggeblikt op de realisatie van de voorgenomen doelen binnen het ontwikkelen van professionele leergemeenschappen. Over de volgende thema’s kan worden ingegaan in dit hoofdstuk: a) nascholing & teamscholing b) opleiden in school c) functieontwikkeling d) ontwikkelen integraal kindcentrum Planning Tijdens de functionerings- en beoordelingsgesprekken worden de wensen en behoeften geïnventariseerd en vindt de verantwoording plaats van de invulling van de uren voor professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Tijdens de evaluatie van het schooljaar wordt jaarlijkse scholingsplan vastgesteld. Aan het einde van ieder schooljaar wordt de terugblik in het scholingsplan vastgelegd in het jaarverslag. Cursussen / opleiding 2015 – 2016
Uitvoeringsplan nascholing (In dit deel wordt, op basis van de bovenstaande criteria, zo concreet mogelijk aangegeven welke personeelsleden deelnemen, welke nascholingsinstituten de nascholing verzorgen, wanneer de scholing zal plaatsvinden en wat de inhoud van de nascholing is.)
41
Naam
Team
Nascholingsonderwerp Opleidings+ Verantwoording instituut Budget uit SB
Periode
Kosten
Kosten cumulatief
Schooljaar 20152016 Lid 2.a.
n.t.b.
Team
Teamtraining in kader van eigenaarschap van leren, zelfreflectie leerlingen
Ad Maarten Esther Paul
Herhaling BHV en EHBO BTB Fire and Medical (uitgebreid)
Lid 1
Volgens schema KIEM n.n.b.
Lambert, Irma, Toos en Miranda
Herhaling BHV en EHBO BTB Fire and
Lid 1
Volgens rooster KIEM 1 dagdeel n.n.b.
Lambert
Schoolleidernetwerk Zuid Scholing in het kader van IB
Lid 2.b.
Hele jaar door.
€ 250,00
5.446,70
Lid 2.b.
Hele jaar door
€ 0,00 (via KIEM)
5.446,70
€ 500
5.946,70
Lonneke en Margriet Lonneke en Margriet
n.t.b.
Criterium
Support
Medical Support
Fontys Pabo Eindhoven KIEM
Aanvullende scholing in KIEM het kader van de taak van IB Cursus IB ???
n.t.b.
Lid 2.b.
Hele jaar door
Lid 2.b
Wo 11-11-2015 en wo 12-01-2016
5.196,70
5.196,70
€ 0,00
42
Toos en Margriet
Scholing via Netwerk ICC
KIEM
Lid 2.a.
Toos en Maarten
Netwerk Schoolcontact- KIEM personen
Paul
Netwerk Techniek
Lonneke en Ely
Specialistenopleiding PGS
Ely
Paul en Chimène Allen Lambert
Hele jaar door
€ 0,00 (via KIEM)
5.946,70
Lid 2.a.
€ 0,00 (via KIEM)
5.946,70
KIEM
Lid 2.a.
5.946,70
SWPBS
Lid 2.a.
€ 0,00 (via KIEM) € 2200,00
€ 25,00 (attentie)
8.171,70
Geen
8.171,70
€ 1100,00
9.271,70
16 nov. 2015; 11 jan. 2016 en 7 maart 2016 n.t.b.
Uitwisseling met andere PBS school
Lid 2.a.
Trainingsdag voor VISIO remedial teachers en IB’ers voor slechtziende kinderen Reis naar Zweden incl. LEF Europees Platform onderwijsadvies
Lid 2.b.
11-11-2015 20-01-2016
Lid 2.b.
18 t/m 22 oktober 2015
Diverse workshops NIVOZ onderwijsavond PBS conferentie
Lid 2.b.
Diversen NIVOZ SWPBS
Hele jaar 12 en 13 nov.15
8.146,70
(zonder subsidie 2600,00)
€ 1.228,30 € 175,00
10.500,00
43
Hoofdstuk 8
Financiën
In dit hoofdstuk wordt de verbinding gelegd tussen de (meerjaren)begroting met investeringen en de plannen in de veranderkaarten. Scholingskosten maken daar een onderdeel van uit, met een verwijzing naar hoofdstuk 7. Bestuursniveau Het primair onderwijs heeft, net als zoveel andere sectoren, te maken met bezuinigingen. Het afschaffen van de bekostiging bestuur en management, toepassen van de groei regeling op bovenschools niveau, niet indexeren van de loonkosten en bezuiniging op het passend onderwijs zijn daarvan voorbeelden. Dit bovenop de eerder gemaakte afspraken over de functiemix, vraagt om een goed werkende planning & control cyclus. Een goed werkende P&C cyclus hangt nauwe samen met een goede samenwerking tussen de diverse leveranciers en gebruikers van de informatievoorziening en van optimaal werkende informatiesystemen van KIEM, Vyzir en het administratiekantoor. Instrumenten om dit te bereiken zijn o.a. de meerjarenbegroting, jaarrekeningen, jaarverslagen, dashboard / managementrapportages uit het Management Informatie Systeem (M.I.S.), begrotingen, investeringsoverzichten en audits. KIEM heeft zich in eerste instantie gericht op de invoering van een nieuw personeelssysteem, het verbeteren van de managementrapportages en de processen. Daarnaast is er gewerkt aan het verbeteren van overige instrumenten (o.a. (meerjaren)begroting / jaarrekening). Tijdens dit proces is nauwe samenwerking gezocht met Stichting Novum. De cultuur waarin we werken op het gebied van financiën is dat de middelen de plannen volgen. Dat wil onder andere zeggen dat als een directeur voor zijn school een onderbouwd plan heeft voor kwaliteitsverbetering, waarbij aanvullende middelen nodig zijn, KIEM op bestuursniveau te allen tijde zal onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de plannen van de school te ondersteunen. Schoolniveau In het schoolplan worden de onderwijskundige en organisatorische plannen voor de periode 2015 – 2019 beschreven. De beleidskeuzen die we maken, bijvoorbeeld in dit schoolplan, worden onder meer in opleidings- en investeringsplannen uitgewerkt en krijgen vervolgens de financiële vertaling in de (meerjaren) begroting. Naast de begroting zijn de kwartaalrapportages en jaarrekening voor de school belangrijke instrumenten in het kader van de planning & controle cyclus. De schoolbegroting valt integraal onder de verantwoordelijkheid van de schooldirecteur. Sponsoring
44
Sponsoring biedt kansen. Het kan een uitkomst zijn voor de extraatjes, echter er zijn ook risico’s aan verbonden. KIEM wil deze risico’s tot een minimum beperken en voert derhalve een terughoudend beleid ten aanzien van sponsoring. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft samen met onderwijsorganisaties en andere belangenorganisaties een convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair onderwijs zijn vastgelegd. KIEM onderschrijft dit convenant en handelt conform de gestelde richtlijnen. Enkele regels uit het convenant zijn: Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen. De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.
45
Hoofdstuk 9
Wettelijk kaders en documenten
Aangezien we in de inleiding de intentie uitspraken om een integraal plan te maken (waarin aspecten van zorg – ICT – techniek enz zijn opgenomen), gaan we in het schoolplan geen overbodige ballast vermelden die we elders al eerder hebben opgeschreven. Voor de inspectie geven we echter wel aan waar we de andere plannen kunnen vinden (niet alleen in je school, maar ook waar die informatie voor ouders toegankelijk is). Discussie punt in het MT is of de website voor alle scholen daarvoor het medium is. -
Onderstaande aspecten waarover verantwoording van inspectie moet worden afgelegd, zijn te vinden in op de website van Het Speleon o School Ondersteunings Profiel o Beleid burgerschap o Beleid sponsoring o Methode en werkwijzen (tevens in schoolgids)
Voorts zijn de te toetsen onderdelen als schooltijden, verlofregeling, klachtenregeling, schorsing en verwijdering etc. opgenomen in de schoolgids. Onderliggende beleidsstukken staan op de website of zijn bij de directie ter inzage. 1) De onderstaande methoden worden gebruikt voor de Nederlandse taal en rekenen & wiskunde: Vakgebied Taalstimulering Taal Spelling Technisch lezen Begrijpend lezen Rekenen & wiskunde Studievaardigheden Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur en techniek Verkeer Sociaal Emotionele ontwikkeling Bewegingsonderwijs
Methode Piramide als bronnenmateriaal Taal Actief versie 4 Taal Actief versie 4 Lijn 3 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Wereld in getallen versie 4 Blits groep 5 t/m 8 De Blauwe Planeet Speurtocht Natuniek Wijzer in het verkeer Jij- en ik club Planmatig bewegingsonderwijs – Raadsveld - Swijtink
46
2) Het systeem van zorg en begeleiding is uitgebreid beschreven in het zorgplan van de eigen school. Dit plan is als bijlage bij dit schoolplan gevoegd. Kenmerken van elke zorgsysteem op een KIEM school: Op alle scholen wordt er gewerkt met digitaal zorgdossier in Parnassys. Vanuit de zorg wordt op iedere school samengewerkt met het Basisteam Jeugd en Gezin; andere scholen uit het Samenwerkingsverband 30-06; met schoolmaatschappelijk werk; met een externe specialist voor consultaties, regionale aanbieders van extra psychologische zorg en hulpverlening binnen dyslexie. De effecten van de zorg worden tenminste twee keer per jaar geanalyseerd aan de hand van de Cito LVS toetsen op schoolniveau. De conclusies hieruit worden door de directie en het zorgteam vastgesteld en vastgelegd in het schoolanalyseformulier; Per groepsplanperiode vinden er groepsbesprekingen plaats op de scholen, waarin de intern begeleider een leidende rol speelt; Signalering geschiedt tweejaarlijks tijdens de analyse van de Cito LVS toetsen en op basis van de observaties in de groep. Uitgangspunt hierbij is het toetsprotocol van KIEM; Er wordt op alle scholen gewerkt met groepsplannen voor alle kinderen aan de hand van de HGW cyclus; Centraal in de groepsbesprekingen staat de groepsanalyses die de basis vormt voor het vormgeven van de onderwijsbehoeften van de groep en het individuele kind. 3) Binnen KIEM wordt op alle scholen middels een gesprekscyclus met leerkrachten gesproken over hun ontwikkeling en over de uitvoering van het onderwijskundige beleid. Leerkrachten onderhouden hun bekwaamheid op uiteenlopende manieren. In het programma Taakbeleid.nl is vastgelegd hoe leerkrachten hierin qua uren worden gefaciliteerd. Het bevorderen van deskundigheid en de vormgeving daarvan in een dossier, is momenteel een ontwikkelthema binnen KIEM. Een en ander wordt nader uitgewerkt. Scholing en nascholing van leerkracht geschiedt op alle scholen in verbinding met de onderwijskundige plannen zoals die in hoofdstuk 5 beschreven staan. 4) Beleid rondom de monitoring van kwaliteit op bestuursniveau is nog niet vastgelegd. In schooljaar 2014-2015 beschrijft de kwaliteitscoördinator het kwaliteitssysteem van KIEM, waarbij een opbrengstgerichte cultuur nadrukkelijk wordt betrokken. 5) In hoofdstuk 5 van dit schoolplan staat beschreven welke activiteiten er worden ondernomen voor het verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs.
47