Invulling witte vlekken in het dekkend netwerk van Berseba Randstad Beleidsplan S(B)O-scholen in Gouda. Kader Berseba heeft een beleidsnotitie opgesteld om te analyseren welke witte vlekken te benoemen zijn binnen een volledig dekkend netwerk aan onderwijsvoorzieningen voor het primair onderwijs. Elk samenwerkingsverband heeft de opdracht om dekkend te zijn, als dat niet met/binnen de aangesloten scholen kan dan dient samenwerking tot stand gebracht te worden met voorzieningen buiten het eigen samenwerkingsverband. Ambitie Berseba is een samenwerkingsverband passend onderwijs van de reformatorische scholen voor primair en speciaal onderwijs. Voor het reformatorisch onderwijs biedt dit mogelijkheden die voorheen niet denkbaar waren. We zijn er van overtuigd dat de Heere God dit bestuurd heeft en dat Hij ons deze nieuwe mogelijkheden geeft om alles te doen wat in ons vermogen ligt om zoveel mogelijk kinderen identiteitsgebonden onderwijs te bieden. Dat is dan ook onze opdracht en ambitie. Berseba beperkt zich bij het invullen van de speciale voorzieningen niet tot de strikte focus van passend onderwijs (namelijk SBO, cluster 3 en cluster 4), maar betrekt hierbij ook cluster 1 en cluster 2. En waar mogelijk worden ook structurele vormen van samenwerking met zorginstellingen gezocht. Korte samenvatting van de geduide witte vlekken. 1. voorzieningen voor cluster 1 en de bijbehorende AB-expertise 2. voorzieningen voor cluster 2 en de bijbehorende AB-expertise 3. voorzieningen voor SO en VSO cluster 3 ten behoeve van LG, LZK en ZMOLK en bijbehorende ABexpertise. 4. een combinatie van onderwijs en behandeling voor SO cluster 4-leerlingen 5. een combinatie van onderwijs en dagopvang (KDC) 6. een dekkend netwerk van ondersteuning binnen Berséba voor hoogbegaafde leerlingen. 7. Een woonvorm voor SO cl. 4 en ZMOLK leerlingen. Zoals ook bijv. Siloah biedt aan cl. 3 leerlingen (dit is niet een taak van Berséba, maar onze school wordt wel geconfronteerd met de vraag naar…) Geldt ook voor iets dergelijks voor de VO leeftijd en volwassenen. In deze is Eleos niet ingesteld op ZMOLK (zij gaan er geheel vanuit dat hun volwassen cliënten een hoog IQ hebben) Beleidskeuzes van De Ds. N.H. Beversluisschool (SBO) en De Samuelschool (cluster 3 en 4 ). Allereerst worden de keuzes beschreven voor de onderwijsvoorzieningen. De keuzes t.a.v. de ABexpertise worden in de volgende paragraaf weergegeven. Cluster 1 Als ouders samen met ons willen onderzoeken of hun kind met visuele problematiek onderwijs kan krijgen binnen één van onze scholen, zullen wij steeds alles doen wat in ons vermogen ligt. Onze ervaringen hiermee zijn echter heel beperkt. Momenteel hebben wij op de Samuelschool (cl.3) 1 leerling met deze problematiek, in een lichte vorm. De school heeft AB vanuit Bartimeus.
Bij Ds. N.H. Beversluisschool heeft men in het recente verleden 1 leerling met visus problematiek gehad, deze leerling is dusdanig vooruitgegaan inzake de problematiek en valt daardoor niet meer in de doelgroep. In het recente verleden is1 leerling met visus problematiek gecombineerd met cl. 3 Mytyl problematiek niet geplaatst binnen de SBO school, vanwege de begeleidingsvraag die erg intensief was. We schatten in dat de kans groot is dat de vraag ook niet echt zal toenemen. Daarom krijgt dit nu ook geen extra prioriteit.
Cluster 2 Onze SBO-school heeft de nodige ervaring in het werken met kinderen die een taalontwikkelingsstoornis hebben (TOS). Op dit moment zijn er weinig leerlingen met een TOS in de school. Wel krijgt taal onderwijs geïntegreerd met deskundigheid van logopedie prioriteit in de school, met name in de onderbouw. Op dit moment is het moeilijk om leerlingen met zware problematiek te plaatsen. Mogelijk is het dan een optie om die leerlingen dan eerst een periode door Auris te laten begeleiden (intern bij Taalplein) en later te laten overstappen naar onze SBO school. Wij merken dat Auris Gouda open staan voor samenwerking. Momenteel voor loopt er voor 1 leerling een PAB traject binnen onze SBO school om te kijken of aan deze leerling binnen SBO cl 2 onderwijs gegeven kan worden. Met het Auris Taalplein zijn de logopedisten aan het oriënteren hoe onderwijs aan kinderen met een TOS verder ontwikkeling kan krijgen op de school. Hierbij is de status van satelietschool van Auris een optie die open staat. Concreet werken wij dit als volgt uit:
Onze logopedisten uit de SBO-school hebben eind 2014 contacten gelegd met hun collega’s van het Auris Taalplein van in Gouda
De SBO school gaat op directie en IB niveau in overleg met Auris over het plaatsen, begeleiden en overplaatsen van leelringen.
De Samuelschool cl 3 heeft meerdere leerlingen met een IQ < 55 met een taal -spraakstoornis waarvan 1 leerling recent een begeleidingstraject vanuit Kentalis heeft gehad over haar totale communicatie. Dit was wat betreft de school een zeer deskundig traject! De vraag is of zo’n traject binnen Passend Onderwijs nog mogelijk is. Kentalis is hierin wel bezig met het zoeken naar mogelijke oplossingen binnen de gemeenten of zorgverzekeringen. Op dit moment zijn er binnen Kentalis wel mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering voor de leerkracht. De afgelopen jaren zien wij dat leerlingen die binnen komen met een cluster 2 problematiek (spraak- of taalmoeilijkheden zijn of een vorm van autisme waarbij de communicatie het belangrijkste probleem is) vooral behoefte hebben aan het ZML onderwijs. De cluster 2 problematiek was bij de aanmelding in verhoudingsgewijs meestal van onderschikt belang. Met dove leerlingen hebben we geen ervaring. Als ouders samen met ons willen onderzoeken of hun kind met cl 2 problematiek onderwijs kan krijgen binnen één van onze scholen, zullen wij steeds alles doen wat in ons vermogen ligt.
Cluster 3, specifiek voor LG en LZ Leerlingen die qua intelligentie niet thuishoren in het ZML-onderwijs, maar wel een LG- of LZ-indicatie hebben, zitten nu reeds op onze SBO-scholen. Dit aantal is de laatste jaren stabiel gebleven. Er zijn ook geen leerlingen bij ons aangemeld geweest die wij hebben moeten afwijzen. Wel is er 1 leerling niet geplaatst vanwege gecombineerde problematiek (zie kopje cl. 1). Op dit moment zijn er 4 LG leerlingen binnen onze SBO school. Maar er zullen zeker leerlingen zijn met ernstige lichamelijke problematiek, die wij niet kennen. Qua toegankelijkheid voor kinderen met motorische problematiek hebben de schoolgebouwen geen beperkingen voor de leerlingen die er op dit moment zijn. Mochten er in de toekomst leerlingen komen met een problematiek waarvoor aanvullende aanpassingen in de gebouwen nodig zijn dan behoort dit tot de mogelijkheden. Er zijn ook leerlingen met een combinatie van een lage intelligentie en LG- en LZ-problematiek. Deze zitten op de Samuelschool, in toenemende mate, wat ook mogelijk werd toen wij de MG-status verkregen. Een enkele leerling die aangemeld geweest is hebben wij moeten afwijzen. Maar ook hier geldt dat wij geen leerlingen kennen met ernstiger problematiek die daarom op bijvoorbeeld mythylof tyltylscholen zitten (dit zijn ook cluster-3-scholen, maar zij werken specifiek voor deze doelgroep). De afgelopen twee jaren zien we soms dat ouders een afweging maken tussen mythyl / tytlyt school onze school en dan toch kiezen voor de Samuelschool. De ervaringen hiermee zijn positief en terecht constateren de ouders dat hun kind bij ons op de goede plek zit. Dit zijn leerlingen met een relatief lichte problematiek op het gebied van LG en LZ. Voor kinderen die een zware problematiek LG en LZ hebben zijn onze mogelijkheden op dit moment beperkt. Qua expertise werken wij samen met een praktijk voor fysiotherapie (in de school), en soms zijn ook ergotherapeuten bij leerlingen betrokken. Onze ambitie is dat we door willen groeien naar een zoveel mogelijk dekkend aanbod voor het totale cluster-3-spectrum. We zouden heel graag de leerlingen willen kennen die nu op andere scholen zitten. We moeten hier echter wel een voorbehoud maken voor kinderen met een zeer ernstige problematiek, ons gebouw leent zich niet voor zeer specifieke aanpassingen. Er zal steeds per leerling die aangemeld wordt bekeken worden wat de mogelijkheden zijn van de school. Acties: 1. Wij denken dat er een (permanente) taak ligt bij Berseba om middels publiciteit de ‘verborgen’ doelgroep te bereiken. Dit geldt ook t.a.v. de publiciteit richting basisscholen, omdat ouders eerst langs een basisschool gaan, alvorens naar een SO school te gaan. Doen wij dat als scholen, dan lijkt dat teveel op het ronselen van leerlingen. 2. In de komende jaren bij het afgeven van TLV’s zullen meer leerlingen in beeld gaan komen die we nu niet kennen. 3. We moeten in de regio het contact zoeken (Berseba + scholen) met de belangrijkste cluster 3instituten, zoals RESPONZ in Den Haag. a. Bekendheid vergroten met onze mogelijkheden (bij de 3 genoemde leerlingen kwamen wij ‘toevallig’ in beeld).
b. Onderzoeken of zij leerlingen uit onze achterban kunnen traceren en dan de haalbaarheid beoordelen om leerlingen over te plaatsen op onze scholen. c. Afspraken maken over procedures bij het afgeven van (nieuwe en heroverwogen) TLV’s. d. Afspraken over de wijze waarop specialistische expertise ingekocht kan worden als wij die zelf niet in huis hebben (LG en LZ)). Cluster 3, specifiek voor ZMOLK. Met de combinatie van zeer moeilijk lerend en moeilijk opvoedbaar hebben wij nadrukkelijk te maken binnen de huidige praktijk binnen de Samuelschool. In de achterliggende jaren zijn twee leerlingen uitgestroomd naar onderwijs-zorg instelling in Rotterdam, omdat wij niet meer verder konden met deze leerling. Momenteel hebben wij groeiend aantal leerlingen in het SO en VSO die bijna 1-op-1begeleiding, vanwege hun gedrag, nodig hebben. De laatste jaren zijn we binnen de Samuelschool wel gegroeid in de begeleiding van deze leerlingen, door het toepassen van andere principes in de leerlingbegleiding. Ook zijn de ondersteunende diensten meer ingezet op deze leerlingen (orthopedagoog, begeleiding vanuit AWBZ). Op dit moment vindt een oriëntatie plaats op Triple-C. Berseba zou zich moeten bezinnen op de af te geven TLV voor deze doelgroep. Een categorie 1 is te licht voor deze doelgroep. Wij zien de nieuwe jeugdwet als een kans voor deze leerlingen, omdat nu veel nadrukkelijker dan in de huidige situatie gewerkt kan gaan worden met zogenaamde OZA’s (onderwijs-zorg-arrangement). Als gemeenten bereid zijn om de intensieve begeleiding voor hun rekening te nemen (of bekostiging geregeld kan worden via de WLZ), dan zien wij geen belemmeringen om deze leerlingen te handhaven binnen onze onderwijssetting. We zullen hiervoor de bestaande samenwerking met organisaties voor jeugdhulp uit onze achterban benutten. Als ambitie spreken we uit dat we geen leerlingen zullen verwijzen naar andere scholen. Dat betekent niet dat niet soms een leerling kan worden overgeplaatst naar een zorginstelling (maar dan is onderwijs dus niet langer gewenst). Combinatie van onderwijs en (deeltijd)behandeling voor cluster 4. In ons cluster 4 onderwijs in Gouda (betreft alleen SO) zie we regelmatig een enkele leerling die gebaat zou zijn bij een combinatie van onderwijs en (deeltijd)behandeling. Soms volgen leerlingen die bij het Curium in Gouda. Soms gaat een leerling tijdelijk naar een voorziening van het Curium in Oegstgeest. In de afgelopen jaren is er twee keer een leerling vanuit onze school naar een onderwijs – zorg instelling voor gedrag gegaan. Gezien het geringe aantal leerlingen dat een gecombineerde zorg nodig heeft is het de vraag of er voldoende leerlingen / cliënten zijn voor een onderwijs – zorg combinatie. Als directie voeren we hierover besprekingen met het Driestar College. We volgen de ontwikkelingen in regio Randstad waar het Barendrecht / Rotterdam betreffende een onderwijs – zorg combinatie door Eleos / Rank in de panden van de Hoop in Dordrecht. Van onze kant zouden we zo’n aanbod toejuichen. Ook onze ouders zouden dan binnen de Randstad een alternatief hebben voor een dergelijke instelling binnen de eigen identiteit. Wij merken dat, als het gaat om
intensief behandelen / (tijdelijke) uithuis behandeling, dat ouders identiteit zwaar laten wegen in hun keuze. “Al meer dan een jaar zijn we in de regio Randstad in gesprek over deze voorziening. Bij deze zoektocht zijn de VO-scholen, Berseba, De Rank en Eleos betrokken. Wij zijn ook in overleg gegaan met de Leliezorggroep (Agathos) en met Distinto. Door een recent voorstel van Eleos, in samenwerking met De Hoop te Dordrecht, dat nu (november 2014) in bespreking is, zal met prioriteit gewerkt gaan worden om deze combinatie te realiseren. Als realisatiedatum kiezen we voor 1-8-2015.” (citaat beleidsdocument Witte Vlekken Barendrecht) Nogmaals willen wij de noodzaak neerleggen van een woonvorm voor de cl.4 en ZMOLK doelgroep zoals we die eerder beschreven. Combinatie van onderwijs en dagopvang (KDC / MKD). We zijn enkele jaren geleden met Siloah in overleg geweest om een KDC te krijgen in Gouda. Dit is niet gelukt omdat Siloah geen medewerking kreeg van het zorgkantoor. De aanwezige partner in ons gebied is Adullam in Puttershoek (Waardheim). Daar zitten echter heel weinig leerlingen van de leeftijdsgroep waar we hier over spreken. In de afgelopen jaren, voor een deel parallel aan de besprekingen met Siloah, zijn verregaande plannen ontwikkeld om samen met ZML school de Ark (St. Klasse) en KDC Bloemendaal (St. Gemiva) een gezamenlijke huisvesting te betrekken aan de Winterdijk te Gouda. We zouden dan als ZML scholen nauw samenwerken met het KDC. Vanuit dit KDC komen jaarlijks ook leerlingen naar onze school. Dit project is om redenen vanuit de gemeente Gouda niet door gegaan. Ons bestuur heeft zich nadat oriëntatie op alternatieven, inzake gezamenlijke huisvesting, niets werd, teruggetrokken uit deze samenwerking. Kort daarna is onze school (Samuel cl.3) in een ander, gerenoveerd, schoolgebouw gegaan. Het bestuur heeft nu in principe haar handen vrij om met Siloah of Adullam te onderhandelen over een ref. KDC of MKD. De vraag is of we dit nog persé in samenwerking moeten doen met een bestaande voorziening. In feite is het beleid er nu op gericht om zoveel mogelijk kinderen bij het onderwijs onder te brengen, vanwege de kostenbesparing die dit geeft bij gemeenten. We zouden dus ook kunnen redeneren: kinderen die ‘deels’ onderwijs kunnen volgen zijn bij ons welkom, mits de gemeente dan wel de andere kant bekostigd. Hier spreken we dan dus ook weer van een OZA. Feit is dat we leerlingen jonger zien instromen en dat er steeds vaker de afweging is of onderwijs al (de hele week) mogelijk is. Samenwerking met een bestaande partij uit onze achterban is wel gewenst, ook al is deze dus nu niet aanwezig. Hierbij moet worden opgemerkt dat in Gouda zowel een KDC (Bloemendaal, van Gemiva) als een MKD (De Vlinder, van de Piloot) gevestigd is. Ouders die vanuit deze instellingen kinderen aanmelden zijn doorgaans tevreden over de kwaliteit van deze instellingen. Met name De Vlinder staat hoog aangeschreven. De kwaliteit van deze instelling zien wij ook terug in de samenwerking die wij vanuit de SBO school met hen hebben. Qua identiteit voelen ouders zich door het personeel van de Vlinder sterk gerespecteerd. Dit maakt de noodzaak van een ref. MKD / KDC dan ook minder hoog. Zeker als het zo is dat leerlingen relatief vroeg naar een school doorstromen.
In de afgelopen jaren hebben we met de belangrijkste KDC’s uit onze regio afspraken gemaakt over betere aanmeld- en instroomprocedures. Dit gaan we herhalen. Ook hier lijkt een combinatie van SWV en scholen het beste. Doelen zijn: 1. Bekendheid van onze scholen vergroten. 2. Procedure-afspraken. 3. Inventarisatie van kinderen uit de reformatorische achterban. 4. Inventarisatie ontwikkelingen bij de gemeenten in ons voedingsgebied Periode: tweede helft 2015. Inzet expertise van het S(B)O in brede AB-dienst voor regio Randstad. Dit betreft zowel het Goudse als het Barendrechtse deel van de regio. We hebben hier in de achterliggende 2 jaren al fors in geïnvesteerd. In het kader van de gedefinieerde witte vlekken is het volgende relevant. 1. De twee logopedisten die in het SBO meer worden ingezet om zoveel mogelijk de begeleiding van de leerlingen met TOS zelf uit te kunnen voeren, worden ook ingezet in de AB. 2. We hebben een sterk team aan AB-ers in cluster 3. Ook AB bij LG en LZ wordt bij veel leerlingen door hen reeds uitgevoerd. In feite zijn we hier nagenoeg dekkend. Wel zijn er soms hele bijzondere gevallen. De ervaring leert dat een goede raadpleging van en afstemming met medische specialisten nodig is, om een passende ondersteuning in de school in te richten. De ABers vervullen hierbij dan een belangrijke spilfunctie. 3. Voor cluster 4 hebben we de pretentie dat we de dekkend zijn. We hebben twee jaar geleden een ex-collega, die een aantal jaren werkzaam geweest is als gedragsspecialist in de AB-dienst van Yulius, weer voor 2 dagen per week in dienst genomen. Daarnaast is zij werkzaam in de cluster-4locatie van het Wartburgcollege. Zij is ook vraagbaak voor de andere collega’s die AB geven bij leerlingen met cluster-4-problematiek, die overigens in de eigen schoolpraktijk zelf ook werken met leerlingen die deze problematiek hebben. 4. In de AB-dienst van Randstad is een aantal jaren een specialist voor hoogbegaafdheid (vanuit een basisschool) aanwezig geweest. Zij is nu gestopt, maar in voorgaande jaren heeft zij een aantal collega’s uit de AB-dienst gecoacht om dit ook uit te kunnen voeren. Het gaat hier dan wel om de combinatie met leer-/gedragsproblematiek.