Invulling Podiumkwartier Venlo
Rapport Gemeente Venlo
BMC april 2011 drs. M.M. van Vulpen Projectnummer: 430114 Correspondentienummer: AD-0504-48012
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
INHOUD
HOOFDSTUK 1
AANLEIDING
3
UITGANGSSITUATIE
5
1.1
Theater de Maaspoort
5
1.2
Poppodium
6
1.3
Theater De Garage
7
1.4
Overige podiumkunst
9
HOOFDSTUK 2
AFWEGINGSKADER
10
2.1
Beoogde meerwaarden
10
2.2
Creatieve keten
11
2.3
Verkenning
12
2.4
Mogelijke scenario’s
13
HOOFDSTUK 3
SCENARIO STAND ALONE
14
3.1
Poppodium
14
3.2
Theater De Garage
18
3.3
Middenzaal Maaspoort
19
HOOFDSTUK 4
SCENARIO TAKE TWO
20
4.1
Positionering
20
4.2
Ruimtelijk
20
4.3
Organisatorisch
21
4.4
Financieel
21
HOOFDSTUK 5
SCENARIO BIG MIX
22
5.1
Positionering
22
5.2
Ruimtelijk
23
5.3
Organisatorisch
23
5.4
Financieel
24
1/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
HOOFDSTUK 6
VOORKEURSSCENARIO
25
6.1
Beoordeling scenario’s
25
6.2
Voorkeursscenario
26
6.3
Stand Alone en de motie Podiumkwartier
26
HOOFDSTUK 7
SAMENVATTING EN VERVOLG
28
BIJLAGE 1
MOTIE PODIUMKWARTIER
30
BIJLAGE 2
BRANCHEGEGEVENS POPPODIA
31
BIJLAGE 3
HUISVESTINGSPLAN THEATER DE GARAGE
33
BIJLAGE 4
GLOBALE PVE’S EN INVESTERINGRAMING
34
BIJLAGE 5
GLOBALE EXPLOITATIEOPZET POPPODIUM
39
BIJLAGE 6
INTENTIEVERKLARING SAMENWERKING
46
2/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Aanleiding In Venlo bestaat al jaren de wens om de infrastructuur aan stedelijke podiumvoorzieningen te versterken. Hierbij gaat het om een nieuwe multifunctionele middenzaal bij Theater de Maaspoort, een nieuw popcentrum ter vervanging van de huidige huisvesting van Perron 55 en een betere accommodatie voor Theater de Garage. In een eerder stadium is onder de titel ‘Made in Venlo’ verkennend onderzoek gedaan naar gezamenlijke huisvesting Perron 55, Theater de Garage, Filmtheater De Nieuwe Scene, optioneel in combinatie met (relevante onderdelen van) Kunstencentrum Venlo. ‘Made in Venlo’ had betrekking op een bundeling van initiatieven, groepen en organisaties, bedoeld als aanvulling op de meer gevestigde cultuurinstellingen als Theater De Maaspoort en die van het Museumkwartier. Hoewel het inhoudelijk concept van ‘Made in Venlo’ positief werd ontvangen, is deze clustering te complex gebleken en ontbeerde politiek draagvlak; daarmee was dit scenario van de baan. Inmiddels is besloten tot de bouw van de middenzaal bij Theater de Maaspoort. Ook is besloten een nieuw poppodium te realiseren in de directe nabijheid van de Maaspoort op de plaats van het vroegere stadskantoor. Bij motie van 30 juni 2010 (zie bijlage 1) heeft de gemeenteraad aan het college opdracht gegeven het project ‘nieuwbouw poppodium’ verder te ontwikkelen, indien mogelijk in combinatie met Theater de Garage. Daarbij is aangegeven dat de mogelijkheid tot intensieve samenwerking met Theater de Maaspoort (en de te bouwen multifunctionele middenzaal) nader moet worden onderzocht. Niet voor niets heeft de motie de naam ‘Podiumkwartier’ meegekregen. Anders dan de brede bundeling van uiteenlopende culturele voorzieningen in ‘Made in Venlo’, wordt nu uitgegaan van synergie tussen de belangrijkste stedelijke podiumfuncties: Theater de Maaspoort, Perron 55 en Theater de Garage. Thans is de vraag aan de orde hoe de samenhang tussen de drie podia moet worden vormgegeven en welke synergie daarmee kan worden bereikt, zowel functioneel (programma en publiek), als organisatorisch, ruimtelijk en financieel. Het initiatief om te komen tot samenwerking tussen de Venlose podiumvoorzieningen sluit goed aan bij de ambities van het nieuwe cultuurbeleid dat de gemeente in ontwikkeling heeft. Het nieuwe cultuurbeleid beoogt onder andere het versterken van de samenhang in het culturele veld. Deze hoofdlijn van beleid moet ertoe leiden dat programma’s van culturele instellingen beter op elkaar worden afgestemd en waar mogelijk en zinvol, organisaties en accommodaties worden gebundeld.
3/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
In de afgelopen periode zijn met de betrokken podiumorganisaties denkbare scenario’s en varianten verkend, waarin gekeken is naar mogelijkheden voor inhoudelijke, organisatorische en gebouwelijke krachtenbundeling. In deze rapportage geven wij aan tot welke inzichten deze verkenning heeft geleid en komen wij alles overwegend tot een voorkeursvariant, op basis waarvan naar onze mening besluitvorming kan plaatsvinden. Daarmee kan in termen van planontwikkeling de initiatieffase worden afgerond en na besluitvorming door betrokken organisaties en het gemeentebestuur worden overgegaan tot de volgende fase: de definitiefase. In de definitiefase wordt het voorkeursscenario uitgewerkt in een ondernemingsplan en een huisvestingsplan met een definitief programma van eisen en een definitieve kostenraming. In deze rapportage staan wij eerst stil bij de uitgangssituatie (hoofdstuk 1). In hoofdstuk 2 presenteren wij een afwegingskader aan de hand waarvan denkbare scenario’s en varianten kunnen worden beoordeeld. In de hoofdstuk 3, 4 en 5 beschrijven wij 3 denkbare scenario’s. In hoofdstuk 6 komen wij tot een voorstel voor een voorkeursscenario. Hoofdstuk 7 ten slotte bevat een samenvatting en een stappenplan voor het vervolgtraject.
4/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Hoofdstuk 1 Uitgangssituatie 1.1
Theater de Maaspoort De wens om voor Theater de Maaspoort te komen tot een multifunctionele middenzaal met een vlakke vloer dateert van de tweede helft van de jaren negentig. Aanleiding was de opkomst van het vlakke vloertheater in Nederland: zowel het publiek als de theatermakers kregen een voorkeur voor een theatervorm waarbij het publiek zich op hetzelfde niveau bevindt als de toneelvloer, dit in tegenstelling tot de situatie bij een lijsttheater waarbij de voorste rijen zich lager en de achterste rijen zich hoger bevinden. Doordat de acteurs bij een vlakke vloer dichtbij hun publiek kunnen komen, is het publiek meer betrokken bij de voorstelling.1 De plannen voor de renovatie en uitbreiding van de Maaspoort binnen het deelplan ‘De Luif’ voorzien in een middenzaal op de tweede verdieping met een flexibele capaciteit van 350 zitplaatsen op een inschuifbare tribune en balkon of 900 staanplaatsen, een nieuwe transparante entree op maaiveldniveau met daarin geïntegreerd een theatercafé met terrasfunctie, een theaterrestaurant en uitbreiding/toevoeging van foyerruimte, beiden op de tweede verdieping. Met de nieuwe zaal wil de Maaspoort nog uitdrukkelijker aandacht gaan besteden aan programmering voor jongeren (multimedia, cross-over, pop, urban, stand-upcomedy en dergelijke); met name hiervoor zal de nieuwe middenzaal worden ingezet en worden uitgerust. De vraag is dan, hoe de programmering van de middenzaal zich straks moet gaan verhouden tot het geplande popcentrum en de activiteiten die nu in en door de Garage worden ontplooid. Hierbij moet bedacht worden dat de Maaspoort op dit moment ook al pop programmeert. De Maaspoort werkt nu al samen met de Garage, onder meer voor wat betreft de programmering van de maandagavonden in de Garage. Voor de renovatie en uitbreiding van de Maaspoort was een investeringsraming van ! 20,7 miljoen opgesteld, waarvan de gemeente ! 15,7 miljoen beschikbaar zou stellen en De Maaspoort zelf zorg moet dragen voor ! 5 miljoen uit sponsoring en eigen exploitatie. Inmiddels is het ambitieniveau verlaagd; gelet op budgettaire beperkingen richt de renovatie zich in eerste instantie op de realisering van de middenzaal, versterking van de horeca/foyer (theatercafé/restaurant) en de meest noodzakelijke aanpassingen van het gebouw (installaties, brandveiligheidseisen en dergelijke); overige verbeteringen zijn als plusopties in beeld gebracht (zoals zakelijke entree, inrichting (kleine) congreszaal). Of de plusopties in uitvoering kunnen worden genomen hangt af van de budgettaire mogelijkheden. De feitelijke keuze wordt gemaakt wanneer de gemeente gaat aanbesteden, nu voorjaar 2011.
Veel vlakke vloertheaters zijn kleinere zalen tot 250 mensen. Boven het toneel is vaak geen trekkenwand maar een netwerk van buizen of bruggen aangebracht om de spots aan te hangen. Ook de hoogte is geringer dan in het toneelhuis van een lijsttheater en de techniek is meestal gewoon in beeld. 1
5/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Zowel uit artistieke als uit exploitatietechnische overwegingen is de realisatie van een flexibele middenzaal lange tijd door de Maaspoort bepleit. De eerste inschatting was indertijd (1997) dat de zaal kostendekkend geëxploiteerd zou kunnen worden en tot een aanzienlijke aanwas van (vooral jong) publiek zou kunnen leiden. Om deze redenen werd de middenzaal als cruciaal gezien voor de toekomst van de Maaspoort. Onderkend moet worden, dat de situatie inmiddels is veranderd. Juist nu de middenzaal op het punt staat gerealiseerd te worden, hebben zich donkere wolken boven de Theater de Maaspoort (en overigens ook boven vele andere schouwburgen in Nederland) samengepakt. Schouwburgen worden geconfronteerd met allerhande kostenstijgingen en recent is ook duidelijk geworden dat op het landelijke (gesubsidieerde) podiumkunstaanbod zal worden bezuinigd, een aanbod dat in belangrijke mate op het segment van de middenzalen is georiënteerd. Door deze ontwikkeling zal de exploitatie van Theater de Maaspoort en daarbinnen de nieuw te bouwen middenzaal bij ongewijzigd beleid onder druk komen te staan. Bekend is daarbij dat de Maaspoort geleidelijk aan ! 300.000,— minder exploitatiesubsidie gaat krijgen. Kort samengevat moet het theater straks een groter complex gaan exploiteren met minder subsidie. Uitgaande van een krapper financieel kader zal de Maaspoort in de toekomst meer eigen inkomsten moeten genereren, mogelijk door meer populaire programmering en meer activiteiten voor de zakelijke markt. 1.2
Poppodium Perron 55 organiseert momenteel zo’n 110 concerten per jaar, met een publieksbereik van circa 11.000 bezoekers. Behalve een concertzaal met een capaciteit van 275 staplaatsen, beschikt Perron 55 in de huidige accommodatie over een bovenruimte voor kleine concerten en twee oefenruimten, waarin circa veertig bandjes repeteren. De accommodatie is te klein en gedateerd. De organisatie bestaat uit een kleine professionele staf en een groot aantal vrijwilligers. De jaarlijkse subsidie bedraagt ! 380.000,—. De maatschappelijke betekenis van poppodia is het laatste decennium sterk toegenomen. Onder de maatschappelijke betekenis van poppodia kan het geheel van artistieke, sociale en economische functies die poppodia vervullen worden verstaan. Deze functies zijn versterkt. De toegenomen betekenis is niet los te zien van de ontwikkeling van popmuziek als vernieuwende kunstdiscipline, als belangrijke identiteitsdrager voor vooral jonge mensen en als bron van vermaak voor een steeds groter deel van de bevolking. Tegen deze achtergrond heeft Perron 55 samen met Kunstencentrum Venlo in 2009 het plan ‘Popstation’ ontwikkeld. Het plan ‘Popstation’ beoogt uitbreiding van het aantal popoefenruimten, versterking van het educatief aanbod (workshops, masterclasses) en opleidingsmogelijkheden en betere speelkansen in muziekcafe’s, podia en festivals. Om het plan ten uitvoer te brengen moet in een betere coördinatie van het veld worden voorzien.
6/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
De plek waar het nieuwe poppodium moet verrijzen maakt deel uit van blok ’t Schriksel (zuidkant) in Q4 waar ook grondgebonden woningen gaan komen. In dit blok is rekening gehouden met een stuk grond dat de gemeente zelf kan ontwikkelen ten behoeve van een te realiseren poppodium (opdracht formuleren, budget regelen, architect inschakelen). De plek die voor het poppodium beschikbaar is heeft een footprint van 1000 m2 en is gelegen aan de Peperstraat tegenover de Maaspoort (achterzijde). Het gemeentebestuur heeft ! 9,5 miljoen (inclusief grondkosten) gereserveerd voor de bouw van een nieuw poppodium. Bij voorkeur te realiseren in combinatie met Theater de Garage, aldus de motie Podiumkwartier. Vanuit de provincie is ! 1,1 miljoen als bijdrage in de investeringskosten van het poppodium beschikbaar. In totaal is dus aan dekking aanwezig: ! 10,6 miljoen. In het haalbaarheidsonderzoek ‘Made in Venlo’ werd uitgegaan van uitbreiding van het aantal concerten tot 140 en een verdubbeling van het publieksbereik (22.400). Het programma van eisen (PvE) voorzag in: • popzaal 450 staanplaatsen (2,5 bezoeker per m2); • muziekcafé 150 staanplaatsen; • vijf oefenruimten; • een popstudio; • kleedruimten, opslag, kantoor. Venlo is niet de enige gemeente waar een nieuw poppodium wordt gebouwd. Alleen al in de laatste vier jaar zijn in vijf Nederlandse steden nieuwe popcentra gebouwd; elf poppodia zijn in deze periode ingrijpend verbouwd. In meer dan tien steden bestaan plannen voor een nieuw poppodium (bron: VNPF). Podia en met name de nieuwbouwpodia, maar ook de gemeenten zijn vaak verrast door de gevolgen van een grotere accommodatie. Het blijkt in veel gevallen gemakkelijker om budgetten te verkrijgen voor de nieuwbouw/uitbreiding dan voor de daaruit volgende stijging in de exploitatiekosten. Omdat de popmuziek tot het domein van de populaire cultuur wordt gerekend en soms wordt geassocieerd met de entertainmentindustrie, wordt nogal eens gedacht dat poppodia op commerciële basis geëxploiteerd kunnen worden met inkomsten uit kaartverkoop en baromzet. Dit is echter vrijwel nergens het geval. Een enkele popzaal in Nederland weet kostendekkend of met een kleine winst te werken (Paradiso, Heineken Music Hall). Veruit de meeste zalen moeten met behulp van de inzet van vrijwilligers, het genereren van substantiële barinkomsten en met steun van de gemeente de exploitatie zien rond te krijgen. Venlo gaat voor het nieuwe popcentrum uit van continuering van de huidige exploitatiesubsidie aan Perron 55. Dit bedrag is ook taakstellend voor de nieuwe situatie. Op grond van bedrijfstakgegevens (zie bijlage 2) mag worden verondersteld dat deze subsidie toereikend zal zijn voor de nieuwe situatie. 1.3
Theater de Garage Theater de Garage is een succesvolle organisatie op het gebied van de amateurkunst, zowel als producent van jeugd- en jongerentheater als presentatieplek. Momenteel worden ongeveer 85 activiteiten per jaar georganiseerd, met een bezoekersaantal van circa 6.000. De exploitatiesubsidie aan de Garage bedraagt thans ! 75.000,—. De Garage is daarmee als organisatie kwetsbaar.
7/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Er is onvoldoende budget om een wenselijk geachte professionaliseringsslag mogelijk te maken. Veel werk binnen de organisatie gebeurt nu op basis van vrijwilligers, wat op zich zeer waardevol is, maar een onvoldoende basis biedt om de organisatie verder te laten groeien. Theater de Garage is gehuisvest in een ruimte die voorheen toebehoorde aan een technische school. De ruimte voldoet niet optimaal aan de vereisten voor het maken en tonen van theaterproducties: zo is er onvoldoende ruimte om te oefenen en decors te bouwen en is de klimaatbeheersing en de isolatie tegen geluid van buiten onvoldoende. Een knelpunt is ook de decentrale ligging van de Garage. De Garage heeft zelf een verkennend onderzoek gedaan naar aanpassing van haar huidige accommodatie. De belangrijkste ingrepen zijn het aanbrengen van een afzonderlijke repetitieruimte, verbetering van de publieksvoorzieningen en verbetering van de toneeltechniek. Een eerste inschatting van de investeringsbehoefte komt uit op circa ! 800.000,—. De gemeente heeft geen afzonderlijke investeringsmiddelen beschikbaar om de Garage van een betere of een andere huisvesting te voorzien: de hiervoor aanvankelijk gereserveerde ! 250.000,— is inmiddels gerealloceerd. Het voorstel voor verbetering en uitbreiding van de huidige accommodatie is bijgevoegd (bijlage 3). Recentelijk heeft de Garage een open brief aan het college gestuurd waarin het bestuur aangeeft primair met Perron 55, maar ook met Theater de Maaspoort te willen verkennen of er mogelijkheden zijn om in een gezamenlijk gebouw zowel inhoudelijk als organisatorisch samen te werken. Daarnaast houdt de Garage de optie open van renovatie van haar eigen pand. Aan de samenwerking met andere podiumorganisaties legt de Garage de volgende uitgangspunten ten grondslag: • voorkeur voor samenwerking met organisaties in de podiumkunsten die ook met vrijwilligers werken; • vrijwilligers moeten zich in die samenwerking kunnen herkennen; • voldoende ruimte voor uitvoering van het eigen beleid: het maken van theaterproducties; • samengaan in één gebouw betekent dat er voor de Garage ruimte moet zijn voor een theaterzaal en een repetitieruimte; • zichtbaarheid/uitstraling theater en eigen publieksingang. In het plan ‘Made in Venlo’ werd voor Theater de Garage uitgegaan van: • vlakke vloerzaal 150 zitplaatsen; • werkplaats, tevens te gebruiken als kleine theaterzaal met circa 75 stoelen; • kleedruimte, opslag, kantoor.
8/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
1.4
Overige podiumkunst De culturele infrastructuur van Venlo op het gebied van de podiumkunsten bestaat naast de genoemde instellingen voor het Podiumkwartier uit: • toneel- en muziekverenigingen (circa 100); • popbandjes (circa 60); • festivals en evenementen waarin (pop-)muziek, dans en theater een belangrijke rol spelen; • openluchttheater de Doolhof; • het cultureel centrum in Blerick met een podium van 450 stoelen; • particulier theaterinitiatief Domani in de voormalige Dominicanenkerk; • theater-, dans- en (pop-)muziekaanbod van het Kunstencentrum; • vooropleiding dans Valuascollege.
9/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Hoofdstuk 2 Afwegingskader 2.1
Beoogde meerwaarden De ambitie tot krachtenbundeling in het Podiumkwartier heeft in belangrijke mate te maken met samenwerking en clustering van betrokken voorzieningen bij elkaar. Het clusteren van culturele voorzieningen in een gebouw, complex of stadsdeel (‘kwartier’) heeft als doel om het geheel meer te laten zijn dan de som der delen. De beoogde meerwaarde kan betrekking hebben op: • Functionele meerwaarde. Het bijeenbrengen van programma’s kan leiden tot versterking van het aanbod (bijvoorbeeld het voorkomen van dubbellingen, betere afstemming, heldere profilering, thematische samenwerking, gezamenlijke festivals) en tot een beter/groter publieksbereik (aantallen, doelgroepen). • Ruimtelijke meerwaarde. Clusteren van voorzieningen kan leiden tot een efficiënt gebruik van accommodaties, waarbij specifieke ruimten worden gedeeld. In termen van culturele infrastructuur is de uitdaging erin gelegen tot een voorzieningenniveau te komen dat compact en daardoor beter betaalbaar is. • Organisatorische meerwaarde. In plaats van ieder voor zich kan het bijeen brengen van culturele voorzieningen leiden tot een krachtenbundeling van organisaties. Krachtenbundeling van organisaties kan als doel hebben de kwetsbaarheid van afzonderlijke instellingen te verkleinen en de beschikbare middelen (geld, menskracht, faciliteiten) efficiënter in te zetten. Krachtenbundeling van organisaties kan in een lichte vorm als samenwerkingsverband op specifieke onderdelen van de bedrijfsvoering, in een zware vorm (meest vergaand: fusie) en alles wat daartussen zit, bijvoorbeeld in de vorm van een shared service centre. • Financiële meerwaarde. Organisatorische meerwaarde en ruimtelijke meerwaarde laten zich vertalen in financiële meerwaarde. Het uiteindelijke resultaat van clustering moet leiden tot een aantrekkelijker voorzieningenniveau, voor minder geld. Over het algemeen leidt bundeling of clustering van soortgenoten (bijvoorbeeld musea bij elkaar, muziekschool en creativiteitscentrum bij elkaar, podiumfuncties bij elkaar) tot meer synergie dan clustering van geheel verschillende functies. In dit opzicht is de beweging die Venlo maakt door af te zien van een breed cluster op basis van het concept ‘Made in Venlo’ naar bundeling/clustering van soortgenoten (Podiumkwartier, Museumkwartier) kansrijk te noemen. Bij krachtenbundeling (samenwerking, clustering) van verschillende instellingen komt ook de identiteitsvraag om de hoek kijken. In zijn algemeenheid stellen wij: voorkom dat krachtenbundeling tot middelmaat en waterverf leidt. Positief geformuleerd in de Venlose situatie: de drie betrokken podia hebben elk een eigen identiteit, met een eigen programma en publieksbereik. Het is van belang deze identiteiten scherp te houden en op basis van herkenbare profielen te zoeken naar synergie.
10/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
2.2
Creatieve keten De creatieve keten heeft betrekking op de samenhang van functies binnen een werkveld, in dit geval het werkveld podiumkunst. De creatieve keten heeft zowel betrekking op professionele kunst als op amateurkunst. De functionele schakels van de creatieve keten zijn: Schakel Leren Produceren Presenteren Interesseren
Toelichting Kunstonderwijs, oefenen Voorstellingen, tentoonstellingen, kunstwerken Aanbod theaters, filmhuizen, musea, bibliotheken enzovoort Draagvlakvorming, marketing, cultuureducatie, sponsoring, mecenaat
Doelgroep Makers (amateur en professioneel) Makers (amateur en professioneel) Publiek Publiek, maatschappelijke partners
Wanneer we de Venlose podiumvoorzieningen in de huidige situatie plaatsen in de creatieve keten, dan ontstaat het volgende beeld: • De Maaspoort (ook middenzaal) richt zich vooral op de laatste twee schakels van de creatieve keten: presenteren en interesseren. De Maaspoort kan gekenschetst worden als een brede publieksvoorziening met een breed podiumaanbod van vooral professionele podiumkunst. • Theater de Garage beslaat alle schakels van de creatieve keten podiumkunst, maar dan in de dimensie amateurkunst. • Bij Perron 55 ligt nu het accent op presentatie en interesseren van professionele popmuziek, maar zou zijn functie willen uitbreiden tot alle schakels van de creatieve keten, dus ook leren en produceren. Samenwerking met het Kunstencentrum en het plan Popstation moet daarin voorzien. Geconcludeerd kan worden dat de creatieve keten op dit moment niet compleet is ten aanzien van de schakels leren en produceren professionele podiumkunst. Er zijn geen professionele orkesten, ensembles, theater- en dansgezelschappen. En dat moet voor Venlo ook niet de ambitie zijn. Wel is het interessant om op het grensvlak van amateur en professional te groeien, zowel ten aanzien van theater als ten aanzien van pop. Voor popmuziek betekent dit dat een nieuw poppodium stevig moet inzetten op uitvoering van het plan Popstation. Een nieuw poppodium moet dus ook voorzien in organisatorische, facilitaire en ruimtelijke randvoorwaarden om leren en produceren van lokale en regionale popmuziek mogelijk te maken. Bij Theater de Garage kan overwogen worden in de toekomst naast amateurprogramma’s, meer initiatieven te ontplooien op het snijvlak van amateur en professionele producties en op intensivering van educatieve programma’s waaronder het initiatief van een jeugdtheaterschool. Samenvattend ligt er een uitdaging om werkplaatsachtige initiatieven mogelijk te maken in de lokale theater- en popsector, op het snijvlak van amateur en professioneel.
11/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Behalve witte vlekken in de Venlose creatieve keten podiumkunst, is er ook sprake van (ofwel dreigt) enige overlap: • de Maaspoort (middenzaal) en Theater de Garage op het punt van: theaterprogrammering vlakke vloercircuit, amateurvoorstellingen; • de Maaspoort (middenzaal) en Perron 55 op het punt van: popprogrammering vlakke vloercircuit, professioneel aanbod. 2.3
Verkenning Functioneel De drie betrokken podia bedienen elk voor zich met een eigen programma een eigen publiek: • De Maaspoort bedient een algemeen theaterpubliek met een breed en gevarieerd programma. Met de realisering van de middenzaal dreigt enige overlap met het poppodium voor de grotere concerten. Hier is afstemming noodzakelijk. Met de middenzaal dreigt ook enige overlap met Theater de Garage op het punt van vlakke vloer theaterprogrammering/verhuur aan amateurverenigingen. Ook hier is afstemming noodzakelijk. • Bij Perron 55 is de uitdaging erin gelegen om te komen tot een op de Venlose maat gesneden popvoorziening die qua programmering en publieksbereik een schaalsprong maakt, niet alleen met popconcerten maar ook met eigentijdse programma’s die jongeren raken op het snijvlak van cultuur en uitgaan (mode, design, poetryslam, dance). Een popvoorziening die een aanjager wordt van het lokale en regionale pop- en cultuurklimaat voor jongeren en zich ontpopt tot een belangrijke samenwerkingspartner van de Maaspoort. • Theater de Garage staat voor de uitdaging met producties, cursussen, workshops en programmering het brede segment van amateurtheater en amateurdans duurzaam te bedienen in regionaal verband en verbinding te leggen tussen het amateurniveau en professioneel niveau. Ruimtelijk In ruimtelijk opzicht levert een eerste verkenning de volgende overwegingen op: • De bouwontwikkeling van de middenzaal bij de Maaspoort is gestart. Kleine aanpassingen in het PvE zijn nog denkbaar, maar grote wijzigingen niet meer. Hierdoor is het bijvoorbeeld niet meer mogelijk om te komen tot een volledige integratie van de huisvesting van de drie functies als dat al wenselijk zou zijn). Qua presentatiefunctie valt mogelijk nog wel te integreren, maar qua werkplaatsfunctie (leren, produceren) is dit niet mogelijk. • De footprint aan de Peperstraat (1.000 m2) levert ruimtelijke beperkingen op.
12/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Organisatorisch Een eerste verkenning op organisatorische aspecten levert de volgende modellen op: • De bestaande organisaties (Perron 55, De Garage, De Maaspoort) blijven onafhankelijk van elkaar bestaan en gaan een samenwerkingsverband aan. Deze samenwerking kan bestaan uit afspraken over de programmering (taakverdeling: wie doet wat), maar ook over het delen van bepaalde back officetaken en het benutten van elkaars expertise. Voordeel is dat de organisaties hun autonomie en eigen identiteit behouden. Daarbij kunnen de podia door de samenwerking en de taakverdeling een duidelijk eigen profiel krijgen. Nadeel is dat de samenwerking het gevaar in zich draagt van vrijblijvendheid en na verloop van tijd kan verwateren omdat de natuurlijke neiging van organisaties vaak toch is om zich op de eigen kernactiviteit terug te trekken. Voorts blijft het risico bestaan dat de drie instellingen ieder voor zich kwetsbaar blijven en onvoldoende gewicht in de schaal blijven leggen. • De bestaande organisaties richten samen een shared serviceorganisatie op, bij voorkeur geformaliseerd in een stichtingsvorm. In de shared serviceorganisatie kan worden samengewerkt ten aanzien van gebouwbeheer, ticketing, marketing, administratie, personeelsbeleid, automatisering, schoonmaak, gezamenlijke inkoop. De drie stichtingen blijven zelfstandig. Voordeel is dat er eenduidigheid bestaat over wie wat programmeert, terwijl anderzijds efficiencywinst wordt geboekt in de backoffice. De vrijblijvendheid verdwijnt. Ook worden de sterke kanten van de bestaande organisaties optimaal benut. • De bestaande organisaties worden gefuseerd in een stichting Exploitatie Podia Venlo, met daarbinnen drie werkmaatschappijen. Bestaande medewerkers van de Maaspoort respectievelijk Perron 55 en De Garage worden bij één van de werkmaatschappijen worden ondergebracht. De bestaande stichtingen worden ontbonden, maar organisatorisch blijven de drie bloedgroepen gescheiden. Voordeel van deze variant is dat de synergie tussen de podia op maximale wijze invulling kan worden gegeven. Niet alleen de backofficetaken worden gebundeld, maar ook de programmering en het in de markt zetten van de podia kan vanuit een management worden aangestuurd. Nadeel is dat de bestaande organisaties plaats moeten maken, hetgeen kan betekenen dat bestuursleden hun huidige positie verliezen, wat soms weerstanden oproept. In formeeljuridische zin gaat het in dit model om fusie. 2.4
Mogelijke scenario’s Op basis van de voorgaande verkenning hebben wij in overleg met de betrokken podia de volgende scenario’s benoemd en verkend: 1. Stand alone. Dit scenario gaat uit van de situatie dat elk van de drie podia afzonderlijk wordt gepositioneerd, met stand alone huisvesting en organisatie. 2. Take Two. Dit scenario richt zich op een bundeling qua huisvesting en organisatie van twee podia: Perron 55 en Theater de Garage, los van De Maaspoort. 3. Big Mix. Zo veel mogelijk versmelting van de drie podia (De Maaspoort, Perron 55 en Theater de Garage) qua huisvesting en organisatie.
13/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Hoofdstuk 3 Scenario Stand Alone In dit scenario wordt uitgegaan van drie afzonderlijk te positioneren podia: • Nieuwbouw Perron 55 op de locatie Peperstraat als zelfstandig popcentrum, inclusief zelfstandige horecafunctie in de vorm van een popcafé; • Verbetering/uitbreiding van Theater de Garage op de huidige locatie als centrum voor amateurtheater (dans en toneel); • Realisering van een vlakke vloertheater in De Maaspoort (Middenzaal), met een accent op professionele theater- en cabaretvoorstellingen. 3.1
Poppodium Positionering Perron 55 heeft een goede naam/bereik in de grotere regio (Helmond-NijmegenRoermond) en relatief weinig bereik in de thuismarkt Venlo. Uitdaging voor de toekomst is: investeren in de thuismarkt, met behoud van bereik in de regio. Aansluiting vinden bij de belevingswereld van inwoners van Venlo staat dus voorop. De thuismarkt is een lastige, ook voor andere culturele instellingen; Venlo is een MBO/werkstad met een traditie van vermaak en volkscultuur. Daarnaast is de uitdaging ook nadrukkelijker het Duitse achterland te bedienen. Het nieuwe poppodium zal doelbewust moeten werken aan publieksopbouw door: • Laagdrempelig te programmeren; • Te werken aan binding met bands uit stad en regio: oefenruimten, opnamestudio, bandcoaching; • Een permanente horecafunctie te bieden, gericht op de doelgroep (pop/cultuurcafé); • Acte de presence te geven op andere podia/manifestaties met een vast accent op Middenzaal van De Maaspoort; afspraken hierover vast te leggen in een convenant. • Een andere naam te kiezen (Perron 55 heeft geen goede naam in Venlo zelf). Het programma-aanbod voor het nieuwe poppodium kan als volgt worden getypeerd: • Veelzijdig poppodium met concerten, clubactiviteiten (dance, poetryslam), sfeercafé. Zoeken naar aansluiting bij de Venlose identiteit/state of mind: volkscultuur, carnaval, feestelijk, lichte muziek; daarbinnen zoeken naar kwaliteit. Ambitie: brede, laagdrempelige programmering van ca. 150 voorstellingen/publieksactiviteiten per jaar. Om mee te beginnen; later verder uit te bouwen en te differentiëren met eigentijdse en vernieuwende pop, gelijk op met de publieksopbouw. • Talentontwikkeling. Plan Popstation uitvoeren in samenhang met het bieden van oefen- en opnamefaciliteiten.
14/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Met het plan Popstation wordt de verbinding gelegd met de schakels Leren en Produceren van de creatieve keten. Voor wat betreft de schakel Leren kan worden samengewerkt met het Kunstencentrum en het voortgezet onderwijs in stad en regio. Voor wat betreft de schakel Produceren is van belang: bandcoaching en het aanbieden van oefen- en opnamefaciliteiten. Binnen de schakel Presenteren zal het nieuwe poppodium samenwerking en afstemming moeten zoeken met andere podia die pop presenteren, in het bijzonder De Maaspoort en podia in de regio. De schakel Interesseren vraagt om brede samenwerking met instellingen in de stad op het punt van promotie (uitagenda, website), marketing en cultuureducatie. De ambitie in de toekomstige situatie/accommodatie luidt: verdrievoudiging van het huidige bezoekersaantal, ofwel van 13.000 nu, richting 40.000 straks. Daarvoor is een opbouwperiode nodig van ca. 5 jaar. Als richtlijn voor de periode hanteren we: 15.000>20.000>25.000>30.000>35.000. Deze aantallen hebben betrekking op concertbezoek, regulier cafébezoek niet meegerekend. Ruimte/gebouw Onderdelen/modules van het nieuwe poppodium: • Concertzaal. Maximaal 500 staplaatsen (3 bezoekers per m2), inclusief balkon. Intiem te maken door balkon af te sluiten. Zaal met verschillende, in elkaar overlopende sferen/ met verschillende publieksdichtheden (hoge dichtheid bij podium, laag achterin/zijkanten). Kleedkamers, opslagruimte, expeditie, toiletten. • Popcafé met eenvoudig, flexibel podium. Aan de straatkant. Glazen gevel. Visitekaartje, referentie: Rotown. Ca. 75 zitplaatsen regulier, ca. 150 staplaatsen bij concertjes. Activiteiten groter dan 150 kunnen in de grote zaal plaats vinden, uitgaande flexibiliteit van de zaalcapaciteit. Keuken, opslag, expeditie, toiletten. • Faciliteiten popcultuur: 5 oefenruimen, waarvan 1 opnamestudio. Opslag, toiletten, expeditie. • Kantoren. Voor grotere concerten (meer dan 500 betalende bezoekers) wordt gebruik gemaakt van andere ruimten in de stad, met een vast accent Middenzaal Maaspoort. Afspraken over aard en omvang van de programmering in de Middenzaal worden vastgelegd in een convenant. Vooralsnog gaan we uit van ca. 10-20 concerten per jaar. De openbare ruimte in de directe nabijheid van het poppodium verdient bijzondere aandacht, en dient in het ontwerptraject van het poppodium zelf meegenomen te worden. Sfeer, beleving en een aantrekkelijke, open uitstraling zijn hierbij belangrijke steekwoorden. In bijlage 4 is een globaal programma van eisen opgenomen, voorzien van een investeringsraming. In totaal is voor dit plan een accommodatie nodig van 2350 m2 bvo. De footprint van 1000 m2 aan de Peperstraat is net aan toereikend.
15/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Investering/exploitatie De netto stichtingskosten (inclusief inrichting en exclusief BTW) van een nieuw poppodium van 2350 m2 aan de Peperstraat bedragen bij benadering: • Stichtingskosten exclusief grond: ! 8.649.000,• Grondkosten Peperstraat: ! 1.500.000,• Netto stichtingskosten ! 10.149.000,Het investeringsbudget van afgerond ! 10,6 miljoen lijkt dus toereikend voor realisering van bovenstaand poppodium. Er resteert dan nog een investeringsbudget te gebruiken als onvoorzien en/of als bijdrage aan verbetering van Theater de Garage. Het huidige exploitatiesubsidie (! 360.000,- exclusief huisvestingslasten en jaarlijkse indexering) betekent dat de gemeente thans ca. ! 30,- per kaartje toelegt. Met de gemiddelde beoogde 40.000 bezoekers na vijf jaar daalt de gemeentelijke bijdrage uiteindelijk tot onder de ! 15,- per kaartje (zie staatje onderaan). Hoewel dat in vergelijking tot het landelijk gemiddelde nog redelijk ruim bemeten is, zou de insteek moeten zijn: handhaven huidig exploitatieniveau, zodat er voldoende financieel buffer is om te gestadig te werken aan publieksopbouw en positionering van het nieuwe podium. De ontwikkeling in de verhouding tussen bezoekers en subsidie hebben we voor de eerste 5 jaar in onderstaand schema globaal weergegeven. Genoemde bedragen zijn exclusief huur/kapitaallasten van het nieuwe gebouw en inclusief indexering. Doelstelling is om vanaf jaar zes de gemeentelijke subsidie per bezoeker teruggebracht te hebben tot 11,71 per bezoeker (landelijk gemiddelde).
Perron nu Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5
Bezoekersaantal Streven 13.000 15.000 – 20.000 20.000 – 25.000 25.000 – 30.000 30.000 – 35.000 35.000 – 40.000
Jaar subsidie gemeente 360.000 370.000 380.000 390.000 400.000 410.000
Bezoek Minimum 13.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000
Per bezoeker 27,70 24,66 19,00 15,60 13,33 11,71
In bijlage 5 presenteren wij een globale exploitatie-opzet van het poppodium nieuwe stijl. Daarin is voorzien in stijging van huisvestingslasten, organisatiekosten, programmeringsbudget en formatie. Ook is formatie-uitbreiding meegenomen ten behoeve van de beoogde uitvoering van het plan Popstation. Voor wat betreft de horeca wordt uitgegaan van een bescheiden plus, vooral vanwege horecaopbrengst bij concerten. Op de volgende pagina geven wij wat referentiebeelden van Rotown Rotterdam en de zaal van Luxor Life in Arnhem
16/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
17/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
3.2
Theater De Garage Positionering Theater de Garage wil haar positie als centrum voor amateurtheater (toneel en dans) in stad en regio verder versterken. De activiteiten van Theater de Garage richten zich op: • Programmering van hoogwaardige toneel- en dansvoorstellingen van amateurgroepen (volwassenen, jongeren): doorgroei naar 90-100 voorstellingen per jaar. • Produceren van eigen voorstellingen: 2-3 per jaar (ca. 90 dagdelen repetitie). • Bieden van oefenfaciliteiten. • Deskundigheidsbevordering: - Advisering - Open podium (5 presentaties per jaar) - Workshops (grime, decor, kostuum; ca. 12 dagdelen per jaar) - Cursussen (spel, licht, audiotechniek, senioren; ca. 30 dagdelen per jaar). Theater de Garage levert een belangrijke bijdrage aan de creatieve keten van de amateurkunst, voor de onderdelen toneel en dans. Theater de Garage vult daartoe zelf alle schakels van de keten in: leren, produceren, presenteren en interesseren. Theater de Garage is niet alleen een spil in het veld van amateurtoneel en amateurdans, maar ook een belangrijke samenwerkingspartner voor het Kunstencentrum (o.a. vooropleiding dans) en organisaties als Stella Duce, Katarsis en Cross Town. Waar Theater de Garage nu ca. 6.000 gebruikers/bezoekers telt, is de ambitie om met geschetst activiteitenaanbod te groeien tot een publieksbereik van ca. 10.000 mensen per jaar. Ruimte/gebouw Voor Theater de Garage komt in beeld het renovatie- en uitbreidingsplan dat is opgesteld voor het huidige onderkomen (Saxenkampstraat 2). Dit plan voorziet in: • Uitbreiding met een afzonderlijke repetitie-/cursusruimte. • Verbetering van de publieksvoorzieningen. • Verbetering van toneeltechniek. In de bijlage zijn de beoogde verbeteringen opgenomen, zoals benoemd door Theater de Garage. Investering/exploitatie De investeringslast van de beoogde verbeteringen wordt geraamd op indicatief ! 800.000,-. Deze raming lijkt bij eerste beschouwing reëel. Wij geven in overweging deze investeringslast te betrekken bij de aanwending van het beschikbare budget van ! 10,6 miljoen.
18/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
3.3
Middenzaal Maaspoort Positionering Het huidige complex van Theater De Maaspoort bestaat uit: • Grote zaal met lijsttoneel en een capaciteit van 764 stoelen • Kleine zaal met een capaciteit van 200 stoelen • Restaurant en congresruimten. In De Maaspoort wordt een breed scala aan podiumkunstvoorstellingen geprogrammeerd (dans, theater, muziek). Theater De Maaspoort biedt ook onderdak aan voorstellingen op semiprofessionele en amateurbasis. Er vinden jaarlijks een kleine 300 podiumactiviteiten plaats. Tezamen met de zakelijke activiteiten zal De Maaspoort in totaal 130.000 tot 150.000 bezoekers trekken. Voor de nieuwe Middenzaal (350 zitplaatsen, 900 staanplaatsen) wordt uitgegaan van een brede, laagdrempelige programmering: • Klein toneel (13) • Midden toneel (3) • Klein cabaret (12) • Kamermuziek (8) • Speciale voorstellingen (10) • Popmuziek (8) • Familie-/kindervoorstellingen (15) • Schoolvoorstellingen (16) • Amateurmuziek (8) • Amateurtoneel (8) • Activiteiten carnaval (10) • Sociaal cultureel feesten/recepties (5) De popprogrammering kan in samenwerking met het poppodium worden samengesteld. Voor wat betreft de amateur(theater-)voorstellingen gaat het om grotere producties, die niet in de ruimte van Theater de Garage kunnen plaatsvinden. Naast de culturele programmering zal de Middenzaal worden benut voor zakelijke verhuur (congressen, bedrijfsfeesten, recepties). Ruimte/gebouw De plannen voor de renovatie en uitbreiding van het theater voorzien in: • Middenzaal op de tweede verdieping (westzijde van het complex)) met een flexibele capaciteit van 350 zitplaatsen op een inschuifbare tribune en balkon, maximaal 900 staanplaatsen. • Nieuwe transparante entree met daarin geïntegreerd een Theatercafé met terrasfunctie (zuidwest hoek). • Theaterrestaurant en uitbreiding/toevoeging van foyerruimte, beiden op de tweede verdieping. • Met de renovatie van de grote zaal wordt ook het aantal stoelen met 36 uitgebreid, waardoor de totale capaciteit uitkomt op 800 stoelen. Investering/exploitatie PM.
19/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Hoofdstuk 4 Scenario Take Two 4.1
Positionering Dit scenario richt zich op een krachtenbundeling van twee podia in het alternatieve circuit: een nieuw poppodium en Theater de Garage. Take Two wordt een nieuw podium voor eigentijdse popmuziek en theater/dans. Take Two zal een eigen plek innemen in de culturele infrastructuur van Venlo als subculturele aanvulling op het meer gevestigde aanbod van grote broer De Maaspoort. Kenmerkend voor de positionering van Take Two: • Alle onderdelen van de creatieve keten worden hier bediend: van leren, naar maken, naar presenteren, tot ontmoeten/binden. ‘Take Two’ is daarmee werkplaats, broedplaats, podium en ontmoetingsplek tegelijkertijd. Het zijn van werk- en broedplaats kan aan de popkant zal nog verder worden versterkt op basis van de uitgangspunten van het plan Popstation; Perron 55 en Kunstencentrum zullen op dit samenwerking moeten aanhalen. • Opererend op het snijvlak van amateurkunst en professionele kunst. Take Two combineert een professionele theater-, dans- en popprogrammering met programmering van eigen producties en onderscheidende amateurkunst uit stad en regio. • Het bloeiende amateurcircuit wordt gekoppeld aan de energie van (jonge) inwoners van Venlo. • Een onderscheiden popidentiteit en theateridentiteit, met op gezette tijden gezamenlijke festivals door de hele accommodatie. • Ingezet wordt op een stevige horecavoorziening: een popcafé en een theaterfoyer, die alleen gebruikt wordt bij voorstellingen. In de afstemming met De Maaspoort geldt dat de programmering van de middenzaal zal opschuiven naar meer commercieel/main stream en de zakelijke markt. In de middenzaal kunnen wel de grotere vlakke vloervoorstellingen en popconcerten worden geprogrammeerd. Take Two gaat verder de samenwerking aan met de belangrijke spelers in het regionale pop- en (amateur-)theaterveld en Kunstencentrum Venlo en het Valuascollege, voor wat betreft de leer- en productiefunctie (o.a. plan Popstation).
4.2
Ruimtelijk Het globale programma van eisen van Take Two luidt: • Vlakke vloertheaterzaal met 150 zitplaatsen; • Een theaterwerkplaats/repetitieruimte, ook te gebruiken als kleine zaal met circa 75 stoelen; • Theaterfoyer; • Grote popzaal met een capaciteit van 500 staplaatsen en horecabuffet in de zaal; • Popcafe voor maximaal 150 staplaatsen; • 5 popoefenruimten en een studio; • Bijkomende voorzieningen (kleedruimten, opslag, kantoren, laden/lossen).
20/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
In totaal vraagt dit scenario een ruimtebeslag van ca. 4000 m2 bvo. Op de locatie Peperstraat is dit alleen mogelijk wanneer meer m2 grondoppervlak beschikbaar komen. 4.3
Organisatorisch Theater de Garage en het nieuwe poppodium blijven zelfstandige rechtspersonen. Ten aanzien van de gecombineerd te bewonen accommodatie zullen het poppodium en Theater de Garage een gezamenlijke beheerorganisatie moeten opzetten die in ieder geval verantwoordelijk is voor: • Klein onderhoud van de accommodatie. • Schoonmaak. • Sleutelbeheer, beveiliging. Aan te bevelen is dat in deze gezamenlijke beheerorganisatie ook elementen uit de bedrijfsvoering worden gebundeld, bijvoorbeeld ten aanzien van gezamenlijke inkoop en administratie. De beheerorganisatie kan de vorm aannemen van een zelfstandige rechtspersoon. Ook is mogelijk een van de bestaande organisaties de taken van de beheerorganisatie te laten uitvoeren. Het ligt voor de hand deze taken onder te brengen bij de meest professionele organisatie. In de combi van Theater de Garage en het nieuwe poppodium, zal dat het poppodium zijn.
4.4
Financieel Take Two vergt een investering van ca. ! 16 miljoen. Hiervan is slechts ! 10.6 miljoen gedekt. Omdat het volume aan programma en organisatie in dit scenario niet wezenlijk verandert kan qua exploitatie in beginsel worden uitgegaan van de opzet zoals gegeven in scenario 1.
21/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Hoofdstuk 5 Scenario Big Mix Scenario Big Mix gaat uit van maximale verwevenheid tussen de drie podia, gegeven de ruimtelijke mogelijkheden. De presentatiefunctie in dit scenario wordt zoveel mogelijk geconcentreerd in de zalen van De Maaspoort. Op de locatie Peperstraat worden de overige functies van het poppodium en Theater de Garage gerealiseerd. De locatie Peperstraat komt er dan als volgt uit te zien: • Poppodium bestaande uit popcafé en oefenfaciliteiten, zonder popzaal; middelgrote en grote popconcerten te programmeren in de Middenzaal. • Theater de Garage bestaande uit theaterwerkplaats/repetitieruimte, zonder theaterzaal; de grotere theatervoorstellingen te programmeren in de Kleine Zaal en de Middenzaal van de Maaspoort. 5.1
Positionering Locatie Maaspoort In dit scenario wordt de Maaspoort een multifunctioneel podium voor theater en (pop-)muziek. De grotere popconcerten vanaf 300 staplaatsen vinden hier plaats. Hierbij kan het gaan om zo’n 50 concerten per jaar. Op theatergebied worden de theatervoorstellingen van Theater de Garage gepresenteerd in de kleine zaal van de Maaspoort. Ook hierbij kan het gaan om zo’n 50 voorstellingen per jaar. In totaal wordt de programmering in de Maaspoort in dit scenario dus met ongeveer 100 voorstellingen uitgebreid (50 pop, 50 theater). Locatie Peperstraat Op de Peperstraat wordt een werkplaats/productiehuis gerealiseerd waar liefhebbers en beoefenaren van theater en popmuziek een nieuwe accommodatie krijgen met repetitie- en ontmoetingsruimten. Voor de pop wordt ook in dit scenario uitgegaan van een popcafé volgens de formule Rotown (Rotown in Rotterdam is een succesvol popcafe zonder concertzaal, met podiumfaciliteiten in het café zelf). Naast de 50 grote concerten in de Maaspoort worden op de locatie Peperstraat zo’n 100 kleinere concerten geprogrammeerd, in het popcafé. Ten opzichte van het gedachte popcafé in de scenario’s Stand Alone en Take Two, gaat dit scenario uit van een wat forser popcafé: 100 zitplaatsen, maximaal 250 staplaatsen, omdat anders het verschil in zaalcapaciteit tussen de Middenzaal als poppodium en het popcafé te groot wordt. Ook de presentatiefunctie van Theater de Garage komt in dit scenario anders te liggen. De grotere theatervoorstellingen worden geprogrammeerd in de Kleine Zaal van de Maaspoort. Alleen de kleine voorstellingen, waaronder eigen producties, worden geprogrammeerd in de theaterwerkplaats/repetitieruimte. In de theaterwerkplaats/repetitieruimte kunnen ook de cursussen en workshops georganiseerd.
22/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Voor wat betreft het publieksbereik gaat dit scenario uit van dezelfde bezoekersaantallen als bij Stand Alone en Take Two. 5.2
Ruimtelijk Big Mix betekent voor de Peperstraat realisering van een cultuuraccommodatie, bestaande uit: • Een theaterwerkplaats/repetitieruimte, ook te gebruiken als kleine zaal met circa 75 stoelen; • Pop-/cultuurcafé voor 100 zitplaatsen en maximaal 250 staplaatsen; • 5 popoefenruimten en een studio; • Bijkomende voorzieningen (kleedruimten, opslag, kantoren, laden/lossen). Van dit scenario is nog geen globaal programma van eisen opgesteld. Op basis van extrapolatie van eerder opgestelde pve’s, leidt Take Two in dit scenario tot een indicatief ruimtebeslag van ca. 1650 m2 bvo. Dit is goed inpasbaar op de locatie Peperstraat, wellicht zelfs te klein. Het scenario Big Mix leidt tot de volgende aanpassing van de Middenzaal in De Maaspoort: • Flexibiliteit: de zaalgrootte van de Middenzaal zal zodanig flexibel moeten zijn dat een brede range van middelgrote en grote popconcerten kan worden geprogrammeerd (300 - 900 personen). Dit betekent o.a. een flexibel podium met meebewegende achterwand. • Sfeer: de Middenzaal moet voor popconcerten eenvoudig kunnen worden getransformeerd naar een rocksfeer. • Horeca: voor popconcerten moet voorzien worden in mobiele horecabuffetten in de zaal. • Akoestiek: de akoestiek/geluidsinstallatie van de Middenzaal moet geschikt zijn voor popconcerten tot 105 dba. • Toegankelijkheid: intensief gebruik van de Middenzaal voor popconcerten vergt een eigen opgang, bijvoorkeur vanaf de Peperstraat, zodat een (visuele/psychologische) verbinding kan worden gelegd met het popcafé. • De Kleine Zaal van De Maaspoort moet qua theatertechniek mogelijk verbeterd worden ten behoeve van (meer) theaterprogrammering.
5.3
Organisatorisch In dit scenario gaan we uit van verdergaande bundeling van nu nog afzonderlijke organisaties, niet alleen voor wat betreft beheer- en backofficetaken, maar ook de programmering en het in de markt zetten van de podia moet vanuit een management worden aangestuurd. Scenario Big Mix gaat uit van een fusieorganisatie: Stichting Exploitatie Podia Venlo, met daarbinnen drie werkmaatschappijen. In meer steden wordt gewerkt aan dit soort krachtenbundeling van podiumorganisaties. Zo is in Tilburg sprake van één organisatie voor alle podia in de stad.
23/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
5.4
Financieel Scenario Big Mix vergt voor wat betreft de Peperstraat een lagere investering dan bij de andere twee scenario’s. Uitgaande van 1650 m2 nieuwbouw, gaan we uit van een investering aan stichtingskosten van ca. ! 8,7 miljoen (inclusief grondkosten Peperstraat). Daarnaast zal geïnvesteerd moeten worden in de Maaspoort: • Aanpassingen Middenzaal ten behoeve van popconcerten. • Ingrijpende verbouwing Maaspoort, om een eigen opgang te creëren voor de Middenzaal ten behoeve van popconcerten. • Verbeteringen theatertechniek Kleine Zaal ten behoeve van bespeling amateurtheater. Wij hebben niet kunnen berekenen wat hiervan de kosten zijn. Redenerend vanuit het beschikbare budget, is na aftrek van de stichtingskosten aan de Peperstraat nog een budget beschikbaar van ca. ! 1,9 miljoen. Qua exploitatie gaan we uit van een vergelijkbare situatie als scenario Stand Alone en Take Two. Big Mix gaat namelijk uit van een eenzelfde volume programma en organisatie. Mogelijk kan enige besparing worden bereikt door het in elkaar schuiven van nu nog afzonderlijke organisaties.
24/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Hoofdstuk 6 Voorkeursscenario 6.1
Beoordeling scenario’s In hoofdstuk 2 Afwegingskader hebben wij aangegeven dat scenario’s voor krachtenbundeling en clustering kunnen worden beoordeeld op inhoud (programma/publieksbereik/identiteit), ruimte (gebouw, locatie, uitstraling), organisatie en geld (investering, exploitatie). Daarnaast hebben we aangegeven dat de creatieve keten een belangrijke invalshoek voor beoordeling is. Beoordeling op inhoud Bij elk van de drie scenario’s wordt voorzien in een uitbreiding van het programma. We constateren dat elk van de drie podia met de uitbreiding ook een substantieel groter publiek zal gaan trekken. Wij hebben geen aanleiding om te veronderstellen dat het ene scenario in dit opzicht beter of slechter is dan het andere. Qua identiteit verschillen de scenario’s wel. Vooral scenario Big Mix wijkt af, omdat hier eigenlijk een andere identiteit ontstaat; bij Stand Alone en Take Two blijft sprake van drie afzonderlijke identiteiten; Bij Big Mix kan een nieuw soort identiteit ontstaan waarbij de nieuwe accommodatie aan de Peperstraat vooral het karakter van een werkplaats-/productiehuis krijgt en De Maaspoort een verzamelpunt wordt van allerhande podiumvoorstellingen: van theater, dans, muziek tot pop, van amateur tot professioneel en van laagdrempelig tot experimenteel. Dat kan interessant zijn, maar draagt ook een risico in zich: kan het publiek zich vinden in zo’n breed profiel, waarbij alles letterlijk en figuurlijk door elkaar loopt? Beoordeling op ruimte De verschillen in ruimte zijn groot. Bij Stand Alone gaan we uit van opwaardering van bestaande accommodaties; alleen voor de pop komt complete nieuwbouw. Dit scenario is ruimtelijk goed haalbaar. Scenario Take Two is vanuit ruimtelijk opzicht niet mogelijk: de beschikbare footprint aan de Peperstraat is gewoon te klein. Big Mix is vanuit ruimtelijke overwegingen ook een lastig scenario, want alleen al de randvoorwaarde van het realiseren van een eigen opgang naar de Middenzaal is naar wij begrijpen niet goed mogelijk meer, vanwege de stand van zaken in de uitvoering van het renovatie- en uitbreidingsplan van de Maaspoort. Beoordeling op organisatie Ongeacht het scenario blijken de drie betrokken podia tot verdergaande samenwerking bereid. Dat biedt perspectief, want onafhankelijk van de keuze voor een van de scenario’s kan qua organisatie en samenwerking gehoor worden gegeven aan de motie Podiumkwartier. Beoordeling op geld Ook de financiële verschillen tussen de scenario’s zijn groot. Niet zozeer in exploitatie (de scenario’s voorzien in vergelijkbare programma’s, publieksaantallen en organisatiekosten), maar wel op investeringsniveau. Scenario Take Two is met kop en schouder de duurste (! 16 miljoen). Big Mix lijkt de goedkoopste, maar dat scenario bevat grote, nog niet geraamde kostenposten voor het geschikt maken voor multifunctioneel gebruik van de Middenzaal en de Kleine Zaal en de
25/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
randvoorwaardelijk te realiseren eigen opgang vanaf de Peperstraat naar de Middenzaal. Beoordeling vanuit de creatieve keten Kijkend vanuit de creatieve keten komen wat ons betreft alle drie de scenario’s er goed uit. Elk van de drie scenario’s voorziet in winst ten opzichte van de huidige situatie, want: • nieuwe voorzieningen voor de schakels Leren en Produceren (oefenstudio’s pop, uitvoering plan Popstation, werkplaats/studio Theater de Garage) • verbeteringen in de presentatiefunctie, lees: betere podia, zowel voor popmuziek, amateurtheater en professioneel theater. Misschien dat Big Mix hier wat minder scoort, omdat hier geen specifieke podia worden gerealiseerd, maar uitgegaan wordt van concentratie in (vooral de Middenzaal van) de Maaspoort. 6.2
Voorkeursscenario Van de drie scenario’s komt Take Two er als slechtste uit. Dit scenario is feitelijk niet mogelijk op de footprint aan de Peperstraat. De footprint zal ongeveer met de helft moeten worden uitgebreid om de gecombineerde nieuwbouw van het poppodium en Theater de Garage mogelijk te maken. Maar zelfs als zou die ruimte geboden kunnen worden, dan nog biedt dit scenario weinig meerwaarde. Van de drie scenario’s is Take Two ook verreweg de meest kostbare. De keuze gaat wat ons betreft tussen scenario Big Mix en Stand Alone. Beiden lijken financieel haalbaar. Scenario Stand Alone is de meest overzichtelijke en hanteerbare. Dit scenario biedt voor het poppodium en Theater de Garage een toekomstperspectief met sterk verbeterde eigen accommodaties. Scenario Big Mix is de meest avontuurlijke, omdat hier in essentie een geheel nieuwe podiumpropositie kan ontstaan, waarbij niet meer vanuit afzonderlijke instellingen wordt geredeneerd, maar vanuit functies. De keerzijde van de Big Mix-medaille is dat er nog veel ongewis is, niet alleen aan de kostenkant, maar ook inhoudelijk: zal een geheel nieuwe podiumpropositie aanslaan bij het publiek, of juist niet? Meer praktisch moeten we vaststellen dat Big Mix ingrijpende aanpassingen vergt in het renovatieen uitbreidingsplan; aanpassingen die eigenlijk niet meer mogelijk zijn gelet op de voortgang in de planuitvoering. Alles overwegend komen wij uit op een keuze voor het Stand Alone scenario. Dit scenario biedt zicht op een aanmerkelijke verbetering van de Venlose infrastructuur op het gebied van de podiumkunsten. Ook de betrokken organisaties kunnen zich alles overwegend goed vinden in scenario Stand Alone, waarbij door alle partijen wordt aangegeven dat zij bereid zijn tot intensivering van de samenwerking. Theater de Garage heeft als nuancering aangegeven in beginsel het meest te voelen voor Big Mix, maar ook met Stand Alone uit de voeten te kunnen, zeker wanneer voorzien in verdergaande samenwerking en op voorwaarde dat een oplossing gevonden wordt voor verbetering van haar huidige accommodatie.
6.3
Stand Alone en de motie Podiumkwartier Betrokken organisaties hebben aangegeven mogelijkheden te zien binnen het scenario Stand Alone te komen tot verdergaande samenwerking. Daarmee ingespeeld worden op de motie Podiumkwartier, die oproept tot samenhang en krachtenbundeling. Deze samenwerking kan zich richten op: • Verminderen van de kwetsbaarheid in de bedrijfsvoering van de afzonderlijke organisaties • Komen tot afstemming in aanbod en gezamenlijke publieksactiviteiten
26/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
• Vergroten van het publieksbereik Betrokken organisaties zijn bereid de mogelijke samenwerking concreet vorm en inhoud te geven en hebben daartoe een intentieovereenkomst ondertekend, die eveneens is bijgevoegd. Onderdeel van de intentieverklaring is een overzicht van nader te onderzoeken onderwerpen waarop kan worden samengewerkt, zowel in een minder vergaande variant als een verder gaande variant.
27/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Hoofdstuk 7 Samenvatting en vervolg Met de motie Podiumkwartier roept de gemeenteraad van Venlo op om; • De mogelijkheid te onderzoeken van nieuwbouw van een poppodium, mogelijk in combinatie met Theater de Garage op de locatie ‘oude stadskantoor’; • Daarbij te betrekken of de samenwerking tussen poppodium Perron 55, Theater de Garage en de Maaspoort verder kan worden geïntensiveerd; • Een en ander binnen de budgetten die voor het poppodium en Theater de Garage beschikbaar zijn. In de afgelopen periode hebben wij in overleg met de gemeente en betrokken organisaties een aantal scenario’s onderzocht: • Stand alone. Dit scenario gaat uit van de situatie dat elk van de drie podia afzonderlijk wordt gepositioneerd, met stand alone huisvesting en organisatie. • Take Two. Dit scenario richt zich op een bundeling qua huisvesting en organisatie van twee podia: Perron 55 en Theater de Garage, los van De Maaspoort. • Big Mix. Zo veel mogelijk versmelting van de drie podia (De Maaspoort, Perron 55 en Theater de Garage) qua huisvesting en organisatie. Alles overwegend stellen wij voor te kiezen voor het scenario Stand Alone. Dit scenario biedt zicht op een aanzienlijke verbetering van de Venlose podiuminfrastructuur en is financieel haalbaar. Het scenario Take Two biedt geen inhoudelijke of organisatorische meerwaarde, is ruimtelijk niet mogelijk (footprint locatie Peperstraat is te klein) en past ook niet binnen het financiële kader (! 16 miljoen investering versus !10,6 miljoen budget). Scenario Big Mix is nog wel een interessant alternatief dat zou kunnen voorzien in een herpositionering van zowel het poppodium en Theater de Garage, in combinatie met de Maaspoort, maar dit scenario kent teveel onzekerheden. Alle betrokken partijen zijn voorstander van Stand Alone, waarbij zij bereid zijn zich vast te leggen op een traject naar verdergaande samenwerking, met als doel: • Verkleinen van de kwetsbaarheid van de bedrijfsvoering; • Afstemming van programma’s en gezamenlijke publieksactiviteiten; • Vergroten van het publieksbereik. Betrokken organisaties hebben hiertoe een intentieverklaring ondertekend. Met de uitvoering van het haalbaarheidsonderzoek Initiatieffase Podiumkwartier Venlo, kan nu overgegaan worden tot besluitvorming bij de besturen van betrokken organisaties en het gemeentebestuur. Er van uitgaande dat die besluitvorming conform is, kan naar een volgende fase van planontwikkeling worden overgegaan: de definitiefase. In de definitiefase worden de volgende stappen gezet: • Uitwerking nieuwbouw poppodium Peperstraat (huisvestingsplan met definitief programma van eisen, vlekkenplan en definitieve kostenraming; ondernemingsplan met exploitatieopzet van het nieuwe poppodium)
28/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
• •
29/47
Uitwerking renovatie en verbouw Theater de Garage (huisvestingsplan met definitief programma van eisen en definitieve kostenraming); Uitwerking samenwerking de Maaspoort, Theater de Garage en het poppodium.
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Bijlage 1 Motie Podiumkwartier
30/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Bijlage 2 Branchegegevens poppodia In 2008 liet de Vereniging van Nederlandse Poppodia en –Festivals (VNPF) een veelomvattend onderzoek doen: Het Grote Poppodium Onderzoek (Vreeke & Van Dalen, Bussum/Amsterdam, januari 2009). Hieruit kwamen belangrijke gegevens over het functioneren van de poppodia in Nederland. Hieronder volgt een samenvatting, gevolgd door een tabel bedrijfsvoeringsgegevens uit het VNG handboek Poppodiumbeleid. De eigen inkomsten van de VNPF-leden maakten in 2007 gemiddeld 74% van de totale inkomsten uit. Van die eigen inkomsten kwam in dat jaar 31% uit kassainkomsten en ook 31% uit de horeca. De gemeentelijke subsidie bedroeg in 2007 gemiddeld 24% van de eigen inkomsten. Het verschil tussen grote en kleine podia is hierbij groot. Bij de grote poppodia is het aandeel van de totale subsidiebijdragen gemiddeld 13% van de totale inkomsten, bij de kleine podia is dit 47%. Figuur: Verhouding tussen de eigen inkomsten poppodia (VNPF 2008)
Historische vergelijking van het Poppodium Analyse Systeem (PAS) leert dat er slechts kleine verschuivingen zijn waar te nemen in deze relatieve verdeling van de inkomsten. Zo groeiden de gemiddelde inkomsten uit horeca en kassa kaartverkoop) van 59% in 2004 via 61% in 2005 en 2006 tot 62% in 2007. De totale subsidies (inclusief loon- en programmasubsidies) die poppodia ontvingen varieerden tussen 2004 en 2006 tussen 21 en 26 % van de totale inkomsten.2 Als over een langere periode wordt teruggekeken valt op dat het gemiddelde percentage exploitatiesubsidie in 12 jaar tijd nauwelijks is gewijzigd, terwijl de omzetten in dezelfde periode zijn verdubbeld (VNPF).
2
De vergelijking wordt wel wat vertroebeld doordat de categorieën in PAS door de jaren heen iets zijn verschoven.
Zo werd het onderscheid naar inkomsten uit verhuur pas in 2004 geïntroduceerd. Sponsoring en programmasubsidie deden hun intrede in 2007.
31/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Schaalvergroting en omzetstijgingen hebben dus niet geleid niet tot grotere marges en dus ook niet tot verlaging van het percentage subsidie. Er is bij de poppodia in de afgelopen jaren sprake van een gemiddeld ongeveer vaste verhouding tussen kosten en baten.3 Een saillant punt is het relatief grote deel horeca-inkomsten (43%) binnen het gemiddelde aandeel van de eigen inkomsten van poppodia in 2007 (73%). De merkwaardige paradox doet zich hierbij voor dat het overheidsbeleid er op gericht is het alcoholgebruik onder met name jongeren terug te dringen, terwijl de poppodia als gevolg van beperkte financiering door diezelfde overheid genoodzaakt zijn een zo hoog mogelijke horeca-omzet te realiseren. De gemiddelde omzet van een groot poppodium bedroeg in 2007 7,3 miljoen euro, de gemiddelde omzet van een klein poppodium bedroeg 0,4 miljoen euro. (PAS 2007). Bij de grote poppodia is het subsidiebedrag per bezoeker ! 3,65 en bij kleine podia ligt dit bedrag op ! 10,96. (PAS 2007).
3
Het gemiddelde podium besteedde in 2007 36% van de uitgaven aan de directe programmakosten.
Een vergelijkbaar percentage van 37% werd besteed aan personele lasten. Inkoop ten behoeve van de horeca (9%), huisvesting (10%) en de post divers (8%) vormden daarnaast de ongeveer gelijkwaardige laatste posten.
32/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Bijlage 3 Huisvestingsplan Theater De Garage
33/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Bijlage 4 Globale PvE’s en investeringraming
34/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Venlo - Podiumkwartier
STAND ALONE Theater de Maaspoort Poppodium Perron 55 Theater de Garage
TAKE 2 Theater de Maaspoort Poppodium Perron 55 / Theater de Garage
BIG MIX Theater de Maaspoort Aanpassingen middenzaal Aanpassingen kleine zaal Poppodium Perron 55 / Theater de Garage
35/48
Totale ruimtebehoefte in m2 bvo (afgerond) 2.350 500
Totale ruimtebehoefte in m2 bvo (afgerond)
4.010
Totale ruimtebehoefte in m2 bvo (afgerond)
Stichtingskosten exclusief grond ! 8.460.000 ! 800.000
Stichtingskosten exclusief grond
! 14.436.000
Stichtingskosten exclusief grond
Grondkosten ! 1.500.000 --
Grondkosten
! 1.500.000
Grondkosten
! 1.000.000 ! 300.000 1.640
! 5.904.000
Stichtingskosten incl. grond ! 9.960.000 ! 800.000
Stichtingskosten incl. grond
! 15.936.000
Stichtingskosten incl. grond
Grondopbrengst (opgave OB) ! 300.000
Grondopbrengst (opgave OB)
! 300.000
Grondopbrengst (opgave OB)
! 1.000.000 ! 300.000 ! 1.500.000
! 7.404.000
! 300.000
Stichtingskosten incl. grond en opbrengst p.m. ! 9.660.000 ! 800.000 ! 10.460.000
Huisvestingslasten eigenaar
Huisvestingslasten gebruiker
! 23.500 ! 5.000 ! 28.500
! 82.250 ! 17.500 ! 99.750
Stichtingskosten incl. grond en opbrengst p.m.
Huisvestingslasten eigenaar
Huisvestingslasten gebruiker
! 15.636.000 ! 15.636.000
! 40.100 ! 40.100
! 140.350 ! 140.350
Stichtingskosten incl. grond en opbrengst p.m. ! 1.000.000 ! 300.000
Huisvestingslasten eigenaar
Huisvestingslasten gebruiker
! 7.104.000 ! 8.404.000
! 16.400 ! 16.400
! 57.400 ! 57.400
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN STAND ALONE Op basis van Made in Venlo Ruimte omschrijving - Poppodium Perron 55 - conform ruimtelijk PvE BBN Publieksruimtes c.a. Poppodium Perron 55 Horeca, dienstruimtes Grote popzaal / Concertzaal Popcafe Oefenruimte muziek Backstage popzalen Beheer en organisatie, kantoorruimtes c.a. Perron 55 Ondersteunende functies c.a.
Oppervlakte m2 285 86 320 155 239 244 208 152
Subtotaal functioneel netto vloeroppervlakte Totaal bruto vloeroppervlakte (bvo)
1.689 2.347
Afgerond totaal bruto vloeroppervlakte
2.350
Stichtingskosten inclusief inrichting per m2 bvo Investeringskosten
36/47
! 3.600 ! 8.460.000
Afwijking t.o.v. Ruimtelijk Programma van Eisen Poppodium Perron 55
Maximaal 500 staplaatsen (3 bezoekers per m2) 5 i.p.v. 6 oefenruimtes
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN Take 2 Op basis van Made in Venlo - Alles onder 1 dak Ruimte omschrijving Publieksruimtes c.a. Theater de Garage Publieksruimtes c.a. Poppodium Perron 55 Theaterfoyer Theaterzaal Theaterwerkplaats / repetitieruimte Backstagevoorzieningen theaterzaal, studio Grote popzaal / Concertzaal Popcafe Oefenruimte muziek Backstage popzalen Beheer en organisatie, kantoorruimtes c.a. De Garage Beheer en organisatie, kantoorruimtes c.a. Perron 55 Ondersteunende functies c.a.
Oppervlakte m2 120 285 180 422 292 186 320 155 239 212 165 135 174
Subtotaal functioneel netto vloeroppervlakte Totaal bruto vloeroppervlakte (bvo)
2.885 4.010
Afgerond totaal bruto vloeroppervlakte
4.010
Stichtingskosten inclusief inrichting per m2 bvo Investeringskosten
37/47
! 3.600 ! 14.436.000
Afwijking t.o.v. Ruimtelijk Programma van Eisen Alles onder 1 dak Conform PvE Theater de Garage 150 personen
Maximaal 500 staplaatsen (3 bezoekers per m2) 5 i.p.v. 6 oefenruimtes Minus ruimten Kunstencentrum en Filmtheater
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN Big Mix Op basis van Made in Venlo - Alles onder 1 dak Ruimte omschrijving Publieksruimtes c.a. Theater de Garage / Perron 55 Theaterwerkplaats / repetitieruimte Backstagevoorzieningen theaterzaal, studio Pop-/cultuurcafe Oefenruimte muziek Beheer en organisatie, kantoorruimtes c.a. De Garage Beheer en organisatie, kantoorruimtes c.a. Perron 55 Ondersteunende functies c.a.
Oppervlakte m2 58 292 116 178 239 165 103 30
Subtotaal functioneel netto vloeroppervlakte Totaal bruto vloeroppervlakte (bvo)
1.181 1.642
Afgerond totaal bruto vloeroppervlakte
1.640
Stichtingskosten inclusief inrichting per m2 bvo Investeringskosten
38/47
! 3.600 ! 5.904.000
Afwijking t.o.v. Ruimtelijk Programma van Eisen Alles onder 1 dak Zeer beperkte publieksruimtes
100 zitplaatsen / 250 staplaatsen 5 i.p.v. 6 oefenruimtes
Opslag
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Bijlage 5 Globale exploitatieopzet poppodium
39/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Exploitatie Poppodium Venlo Begroting 2010 (IST)
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
! 75.000,00 ! 27.000,00 ! 102.000,00 ! 38.200,00 ! 130.000,00 -! 66.200,00
! 150.000,00 ! 27.540,00 ! 177.540,00 ! 44.277,27 ! 150.681,82 -! 17.419,09
! 172.550,00 ! 27.953,10 ! 200.503,10 ! 50.334,40 ! 171.295,09 -! 21.126,39
! 227.766,00 ! 28.512,16 ! 256.278,16 ! 55.008,31 ! 187.201,06 ! 14.068,79
! 295.681,68 ! 29.082,41 ! 324.764,09 ! 56.108,48 ! 190.945,08 ! 77.710,52
! 376.994,14 ! 29.664,05 ! 406.658,20 ! 57.230,65 ! 194.763,99 ! 154.663,56
! 116.300,00 ! 37.620,00
! 138.889,04 ! 48.611,16
! 402.500,43 ! 140.875,15
! 466.181,75 ! 163.163,61
! 525.694,32 ! 183.993,01
! 637.513,46 ! 223.129,71
! 78.680,00
! 90.277,88
! 261.625,28
! 303.018,14
! 341.701,31
! 414.383,75
! 12.000,00 -! 825,00
! 12.240,00 ! 24.225,00
! 31.059,00 ! 24.225,00
! 31.680,18 ! 24.225,00
! 32.313,78 ! 24.225,00
! 32.960,06 ! 24.225,00
! 23.655,00
! 109.323,78
! 295.782,89
! 372.992,10
! 475.950,61
! 626.232,37
Poppodium Perron 55 Popconcerten Opbrengst Projectsubsidies Subtotaal opbrengsten Directe kosten Kosten band Totaal theater Horeca Opbrengst Inkoopwaarde Directe kosten Totaal horeca Opbrengst huur Diverse opbrengsten Leegstand a.g.v. verbouwing, lager toegestaan tekort Aanpassen programmering Uitbouwen activiteiten op horeca en zakelijke markt Bruto-marge
40/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Personeelskosten Poppodium incl. 1 fte Popstation/Oefenruimte Personeelskosten Horeca Sociale lasten Afschrijving t.l.v exploitatie Overige personeelskosten Huurkosten Overige huisvestingskosten Publiciteitskosten Algemene kosten Diverse baten en lasten Kosten financiering Korting subsidie Frictiekosten Totale kosten Exploitatiesaldo Exploitatiesubsidie Huisvestingscomponent exploitatiesubsidie Compensatieloonstijging Compensatie lasten R/A lening Exploitatieresultaat Variabelen Directie/secretariaat/P&O Marketing Horeca
41/47
! 182.400,00 ! 13.117,00 ! 16.659,00 ! 4.700,00 ! 13.710,00 pm ! 47.860,00 ! 58.675,00 ! 39.450,00
! 228.375,00
! 284.009,69 ! 144.586,75 ! 37.402,14 ! 16.659,00 ! 6.225,50
! 17.117,69 ! 16.659,00 ! 6.133,50 pm
! 342.360,77 ! 184.348,11 ! 46.860,95 ! 16.659,00 ! 6.350,01 pm
! 350.063,89 ! 357.940,32 ! 188.495,94 ! 192.737,10 ! 48.501,08 ! 50.198,62 ! 16.659,00 ! 16.659,00 ! 6.477,01 ! 6.606,55 pm pm ! 85.153,43 ! 86.856,49 ! 88.593,62 ! 84.492,48 ! 86.182,33 ! 87.905,98 ! 56.808,32 ! 57.944,49 ! 59.103,38
! 82.250,00 ! 68.009,66 ! 45.726,14
! 83.483,75 ! 77.313,38 ! 51.981,47
! 376.571,00 -! 352.916,00
! 464.270,98 -! 354.947,20
! 701.661,68 -! 405.878,80
! 823.033,06 -! 450.040,96
! 841.180,23 -! 365.229,62
! 859.744,57 -! 233.512,20
! 380.877,00
! 360.000,00 ! 16.000,00
! 360.000,00 ! 16.000,00
! 360.000,00 ! 16.000,00
! 360.000,00 ! 16.000,00
! 360.000,00 ! 16.000,00
! 27.961,00
! 21.052,80
-! 29.878,80
-! 74.040,96
! 10.770,38
! 142.487,80
4
5
5
5
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Techniek Finance & Control Popstation / oefenruimtes Algemeen # FTE Poppodium Professionele voorstellingen Schoolvoorstellingen Amateurkunst Horeca & Commerciële zaken Carnaval Overige activiteiten # Bezoekers Voorstellingen Oefenruimtes Kaartprijs
3,5 3,5
1 3,5 4,5
1 1 3,5 9,5
2 1 3,5 11,5
2 1 3,5 11,5
2 1 3,5 11,5
13000
15000
17000
22000
28000
35000
25000
25000
25000
25000
13000
15000
42000
47000
53000
60000
110
125
140
150
150
150
2
2
5
5
5
5
! 10,00
Toelichting Bij het maken van de eerste indicatieve exploitatie voor het Perron 55 zijn een aantal aannames gemaakt. Deze zullen hieronder uiteengezet worden. Een verdere bestelling is noodzakelijk in de volgende fase van dit project (het schrijven van de business case). Deze eerste indicatieve exploitatie kan als input hierin fungeren. Prijsindex Bij het bepalen van de prijzen van kaartjes, prijzen in de horeca en salarislasten is de volgende indexatie gebruikt:
42/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Prijsindexering Jaar Inflatie in % 1 2 3 4 5
2,0 1,5 2,0 2,0 2,0
Rekenvariabele 1,02 1,015 1,02 1,02 1,02
Indexering Horeca Jaar Inflatie in % 1 2 3 4 5
3,5 3,5 3,5 3,5 3,5
Rekenvariabele 1,035 1,035 1,035 1,035 1,035
Salariskosten indexering Jaar Inflatie in % Rekenvariabele 1 1,5 1,015 2 1,75 1,0175 3 2,0 1,02 4 2,25 1,0225 5 2,25 1,0225
Jaren Het jaar 2010 (IST) vormt het uitgangspunt van de exploitatie (Jaar 0). Dit is afkomstig van uit de begroting 2010 van Perron 55. De realisatie van het nieuwe poppodium is in begin jaar 2. Popconcerten Opbrengst Voor het bepalen van de opbrengsten van het poppodium is uitgegaan van een gemiddelde prijs van een kaartje van ! 10,- (prijspeil 2011). Deze is voor de opvolgende jaren geïndexeerd. Directe Kosten De directe kosten van de popconcerten alsmede de kosten van de band zijn gekoppeld aan het aantal voorstellen. Voor de kosten is uitgegaan van de begroting van 2010 van Perron 55 (IST). De kosten zijn geïndexeerd. Horeca De opbrengsten van de horeca zijn gekoppeld aan het aantal bezoekers van het poppodium plus de bezoekers van het popcafé (vanaf jaar 2). Hierbij is een gemiddelde consumptieprijs genomen van ! 8,95 (prijspeil 2010). Dit getal is afkomstig uit de begrotingonderbouwing 2010 van de Maaspoort en getoetst met de heer Dick Te Winkel. De inkoopwaarde van de horeca bedraagt 35% van de omzet.
43/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Diverse opbrengsten Voor de verhuur van oefenruimtes is de omzetprijs van uit de begroting 2010 van Perron 55. Deze is vermenigvuldigd met het aantal oefenruimtes. (vanaf jaar 2 zijn er 5 oefenruimtes). Prijzen zijn geïndexeerd. Voor de post diverse opbrengsten is besloten om deze gelijk te laten. Personeelskosten Voor de personeelskosten van het poppodium is uitgegaan van een gemiddelde van ! 50.000,- (prijspeil 2010). Voor het horecapersoneel is uitgegaan van een gemiddeld salaris van ! 35.000,- conform CAO horeca 2010. De sociale lasten zijn gekoppeld aan het aantal fte dat in dienst is van het poppodium. Uitgangspunt is de begroting 2010 van Perron 55. Afschrijvingskosten De gemeente Venlo heeft ! 10.600.000,- beschikbaar gesteld voor het scenario Stand Alone. Hier hoeft niet op worden afgeschreven., omdat op bijdragen van derden, welk in directe relatie staan met desbetreffende investering, dienen op de waardering daarvan in mindering te worden gebracht. artikel 62, lid 2 BBV. Indien bijdrage uit reserves komen, dient de bestemmingsreserve cf de parameters van het bijbehorend actief periodiek via de resultaatbestemming vrij te vallen. Wanneer de investeringen binnen dit budget blijven hoeft er geen extra geld worden uitgetrokken en hoeft er dus niet worden afgeschreven. Zodoende staan alleen de afschrijvingskosten uit de begroting 2010 van Perron 55 in de exploitatie. Huurkosten Aangezien het nieuwe poppodium wordt gerealiseerd met geld van de gemeente, zal wellicht de gemeente een tegenprestatie in de vorm van huur terug willen zien. Bij het opstellen van de exploitatie had BMC geen zicht hierop. Zodoende staat deze post op p.m.. Huisvestingskosten De huisvestingskosten zijn gebaseerd op berekening omtrent de m2 prijs en bijkomende kosten. Publiciteitskosten en algemene kosten Publiciteitskosten en algemene kosten zijn gekoppeld aan het aantal voorstellingen. Uitgangspositie is de begroting 2010 van Perron 55.
44/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Exploitatiesubsidie Het uitgangspunt vormt de begroting 2010 van Perron 55, waarin werd gesproken over een bedrag van ! 380.877,-. In het rapport Made in Venlo van BBN wordt uitgegaan van een exploitatiesubsidie van ! 376.000,-, met daarin een huisvestingscomponent van ! 16.000,-. Deze bedragen zijn overgenomen in de exploitatie. Aantal bezoekers en aantal fte Het aantal bezoekers stijgt gestaag met een exponentiële groei in jaar 4 en 5. Het aantal medewerkers is redelijkerwijs bepaald aan de hand van het aantal bezoekers. Zo is te zien dat vanaf jaar 2 met een groter aantal medewerkers wordt gewerkt, omdat dan het nieuwe poppodium en popcafé operationeel is. Wanneer het popcafé operationeel is, is de verwachting dat dit 25.000 bezoekers per jaar zal trekken (bovenop de bezoekers van het poppodium). Deze 25.000 bezoekers maken alleen gebruik van het popcafé. Advies Aangezien de exploitatie op een aantal aannames is gebaseerd, brengt dit de nodige risico’s met zich mee. Wij adviseren daarom om een weerstandsvermogen op te bouwen. Dit dient in eerste instantie om tegenvallende resultaten op te vangen (bijvoorbeeld tegenvallende bezoekersaantallen of tegenvallende bezoekers van het popcafé). Het budget kan ook gebruikt worden ter financiering van het marketingbudget om de beoogde 35.000 bezoekers voor jaar 5 aan het poppodium te bewerkstelligen. Deze eerste indicatieve exploitatieopzet voorziet niet in dit advies, maar dient zeker in overweging te worden genomen in het schrijven van de business case.
45/47
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
Bijlage 6 Intentieverklaring samenwerking
46/48
INVULLING PODIUMKWARTIER VENLO
47/47