Provincie Limburg
lneok.<.
- 7 APK 2008
Afdeling:
Af stuk:
Fractie, Provinciale Statt p van T.imbnrp
INITIATIEFVO ORSTEL
Investeren in Duurzaam Huishouden (IDH) - Onder huishoudens worden niet alleen gezinshuishoudens verstaan, maar ook 'huishoudens' van allerlei instellingen. IDH komt op het volgende neer: Investeren in het bevorderen van duurzame huishoudens met maatregelen als - de aanschaf van een complete zonneboiler al of niet met nieuwe CV of zonnecellen
- het isoleren van de woning en/of plaatsen van isolatieramen - het plaatsen van een warmtekrachtcentrale - eventueel allerlei andere duurzame activiteiten na overleg/goedkeuring door GS door het verlenen/regelen van een renteloos voorschot met terugbetalingsregeling in termijnen. Eventueel ook als aanvulling op bestaande subsidies. Voor Wie: Huiseigenaren, instellingen zoals scholen, buurthuizen, welzijnsorganisaties e.d. die onvoldoende middelen hebben om een grote energiebesparende maatregel uit te voeren.
Welk doel: Mogelijke, naast eventuele subsidie, financiële belemmeringen alsnog weg nemen. Het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid een belangrijke impuls te geven.
Uitvoering: De provincie initieert het plan, de investeringen worden ondernomen door de provincie en de energiemaatschappijen, in samenwerking met het particulier bedrijfsleven en een financiële instelling. Alle belangrijke partners op een rijtje zijn dus: 1. Provincie 2. Energiemaatschappijen (Essent) 3. Particulier bedrij fsleven 4. eigenaren/(ver)huurders Het bedrag dat geïnvesteerd wordt voor de rentekosten: l miljoen euro in het eerste jaar.
TOELICHTING WAAROM DIT VOORSTEL Het idee van ecologisch verantwoord leven is waarschijnlijk zo oud als de mensheid dus niets nieuws. Toch zijn we in onze moderne postindustriële samenleving ver afkomen te staan van dit ideaal. Via ideeën als 'cradle to cradle in stead of cradle to grave' poogt men om dit oeroude idee nieuw leven in te blazen. Het bevorderen van meer duurzaamheid in het algemeen en van een duurzamer huishouden specifiek, behoort tot de taken van elke overheid op elk niveau, lokaal, provinciaal, landelijk, Europees en mondiaal. Op mondiaal niveau worden verdragen, zoals het Kyoto-verdrag, gesloten om bijvoorbeeld de uitstoot van gevaarlijke stoffen en kooldioxide tegen te gaan. Sommige landen weigeren deze verdragen te ondertekenen en doen weinig of niets vanwege economische belangen. Andere landen ondertekenen de verdragen netjes maar krijgen het niet klaar om afgesproken doelstellingen te halen. Op Europees niveau worden voor bepaalde projecten subsidies gegeven. Deze projecten hebben wel enig effect maar door andere nieuwe activiteiten worden de effecten vaak weer te niet gedaan. Op landelijk niveau is de laatste jaren niet zo veel toegevoegd aan, al eerder en elders genomen, initiatieven. Het streven blijft om Kyoto en andere mondiale verdragen na te leven maar dit lukt niet. Bijvoorbeeld de uitstoot van kooldioxide blijft te hoog. Op andere gebieden worden kleine successen geboekt. Overheden, zoals de landelijke, tonen weer voorzichtig de bereidheid om met subsidies duurzaamheid te stimuleren, iets dat goed aansluit bij dit initiatiefvoorstel IDH. Daarop wordt later nog kort ingegaan.
(
Op lokaal niveau komen de meeste overheden niet veel verder dan het stimuleren van spaarlampen, tochtstrippen en het scheiden van huishoudelijk afval. Bij bijvoorbeeld het plannen van nieuwe woningen wordt maar heel weinig aandacht besteed aan de mogelijkheden voor het benutten van natuurlijke energiebronnen zoals de zon welke al mogelijk is door het situeren van veel glaswerk op het zuiden. Terwijl met dit soort eenvoudige maatregelen veel winst geboekt zou kunnen worden. Toch zijn er nog enkele Limburgse gemeentes die haar inwoners een subsidie geven bij de aanschaf van duurzame apparatuur. De provinciale overheid, als tussenliggende bestuurslaag, heeft zo op het eerste oog weinig van doen met duurzaamheid. Toch is dit natuurlijk niet waar. Juist deze overheid, met het gezicht enerzijds naar de landelijke overheid en anderzijds naar lokale overheden en rechtstreeks naar de burgers, kan veel betekenen voor het bevorderen van duurzaamheid. Enkele voorbeelden: - stimuleren om 's nachts een aantal straatlantaarns te doven waar het niet nodig is dat ze blijven branden. - stimuleren van het inzamelen (gratis afgeven) van houtafval t.b.v. biobrandstof. - Samenwerking met locale overheden t.b.v. meer duurzaamheid.
- drang uitoefenen op lokale overheden bij de opzet van nieuwe bouwprojecten om te komen tot eenvoudige duurzame maatregelen zoals het eerder genoemde gebruik van zonlicht. - stimuleren van kleinere lokale krachtcentrales in rivieren, d.m.v. vergisting en m.b.v. warmte uit de bodem. - druk op de landelijke overheid uitoefenen tot het stimuleren van de hierboven genoemde en andere duurzaamheidmaatregelen. - educatieve projecten. Deze rij met voorbeelden is verre van compleet. Er zijn zoveel vormen van projecten op het gebied van duurzaamheid mogelijk, projecten die al lang het stadium 'pilootproject' gepasseerd zijn. Het pilootproject van de provincie Limburg voor het, uitgestreken over enkele jaren, uitvoeren van 1000 'nulwoningen', woningen die niet meer energie gebruiken dan dat ze zelf kunnen opleveren, is mondiaal gezien wat ontwikkeling betreft al lang het pilootstadium gepasseerd. Het is de bekende druppel op de gloeiende plaat oftewel de steeds heter wordende aardbol. Vanwege de verregaande kennis en uitvoeringsmogelijkheden zouden 'nulwoningen' eigenlijk al als standaard ingevoerd moeten en kunnen zijn maar overheden kunnen of willen blijkbaar met hun beleidsvoornemens de wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied nog niet volgen. Het voorliggende initiatiefvoorstel IDH van de SP-fractie wil bijdragen aan het bevorderen van duurzame huishoudens in de Provincie Limburg door middel van enkele eenvoudige maatregelen welke de provincie in principe weinig geld kosten. Het probeert tevens een stimulans te zijn voor verdere maatregelen op het gebied van duurzaamheid. Ze vormt immers inspiratie voor verdere maatregelen binnen huishoudens maar ook daar buiten. De SP-fractie is wel van mening dat, voor het uitvoeren van dit provinciaal initiatiefvoorstel IDH, enige daadkracht, creativiteit en toekomstvisie nodig is en dat vraagt bestuurlijke moed, moed om zelf nieuwe stappen te zetten en niet te wachten tot dat anderen starten. Hieronder enkele ideeën over hoe de verdere uitwerking zou kunnen zijn, hoewel deskundigen bij het ambtenarenapparaat mogelijk betere voorstellen hebben. Natuurlijk willen wij deze uitwerking aan hen over laten. l. De Provincie zal een aantal acties dienen te ondernemen. Deze acties passen volgens de SPfractie uitstekend m het coalitieakkoord zoals dat is opgesteld bij de vorming van de nieuwe coalitie in 2007.Hier wordt later nog op ingegaan. Zonder hier compleet te willen zijn denken we aan de volgende acties, waarbij we van mening zijn dat deskundige ambtenaren bij de provincie een vollediger beeld van hebben: - Regie voeren. - De precieze hoogte en passende regelgeving van de investering bepalen zoals de termijnen van terugbetaling. Natuurlijk zal dan de rente van deze investering afgetrokken dienen te worden. - Welke installatiebedrijven in aanmerking kunnen komen voor het uitvoeren van de, te nemen duurzame, maatregelen. Bijvoorbeeld bedrijven die officieel gecertificeerd zijn voor het uitvoeren van de maatregelen en correcte garantie verstrekken. - De installaties en andere materialen die in aanmerking komen bij de voorschotregeling aangeven. Hiervoor bestaan keuringscertifïcaten waarbij ook gelet kan worden op correcte garantieregelingen. - Duidelijke afspraken maken met partners. Welke investeringen leveren bijvoorbeeld de financiële instelling, energiemaatschappijen e.a.
- Aangeven van welke posten de provinciale investeringen afkomstig zijn. Het betreft hier voornamelijk de rente van de voorschotbedragen. Vanwege de economische stimulansen die van dit plan uit gaan behoeven de gelden zeker niet alleen van de post milieu afkomstig te zijn. Ook posten als de inkomsten uit dividend kunnen hiervoor in aanmerking komen. - De provincie zal, i.s.m. de energiemaatschappijen, het bedrijfsleven en de financiële instelling gezamenlijk een goede informatiecampagne dienen op te zetten waarbij enerzijds het rendement voor het milieu ruime aandacht krijgt maar anderzijds de (financiële) voordelen voor huishoudens en de stimulering van de werkgelegenheid optimaal worden verduidelijkt. 2. Een financiële instelling kan de uitvoering van het financiële gedeelte voor haar rekening nemen. Zij hebben immers al alles in huis voor deze uitvoering, zoals een systeem voor hypotheekinning e.d. Te denken valt aan de huisbankier. Als grote klant van deze bankier kan de provincie een goede onderhandelingspositie hebben voor een gunstig contract. Overigens is de SP-fractie van mening dat ook mens- en milieuvriendelijke banken benaderd zouden moeten worden, zoals ASN bank en Triodos, omdat zij juist op het vlak van duurzaamheid actief zijn. - Het terug betalen in termijnen geschiedt dan als bij andere leningen hoewel we hier spreken van een renteloos voorschot voor aanvragers. - De rentelasten zouden dan bij de provincie verhaald moeten worden, iets dat voor een financiële instelling geen probleem hoeft te zijn. De kosten voor aanvragers blijven op deze wijze nihil terwijl de kosten voor de provincie tot een minimum beperkt blijven (rentelast) - De bureaucratische last van de uitvoering ligt in handen van een financiële instelling die hiervoor al kant en klare systemen in gebruik heeft. Hierdoor is de bureaucratische belasting voor de provincie minimaal. - Niet alleen de provincie, maar ook een bank kan haar duurzaamheidsimago behoorlijk oppoetsen indien ze mee werkt met een, zo gunstig mogelijke, regeling. 3. Essent heeft dit jaar een campagne gestart, 'Bespaarplan' genaamd, mede bedoeld voor provincies, om o.a. de energierekening van huishoudens te verlagen en de uitstoot van CO2 te verminderen (Zie Essent, Bespaarplan). In totaal is 3,5 miljoen Euro beschikbaar. De SPfractie is van mening dat dit geld voor de uitvoering van het initiatiefvoorstel zeer effectief en efficiënt is. - Een gedeelte zou ingezet kunnen worden om de uitvoering IDH van de grond te krijgen door middel van het dragen van de rentelast. - Daarnaast dient het energiebedrijf, ter stimulering direct na uitvoering, de voorschotnota van huishoudens automatisch te verlagen met 15%. Immers, na de duurzaamheidmaatregel zal het huishouden minder energie gaan gebruiken. 3. Installatiebedrijven zullen een contract met partijen dienen aan te gaan om uitvoering zo eenvoudig mogelijk te laten verlopen. - Bijvoorbeeld met betaling in één keer, na aangetoond te hebben dat juiste materialen zijn gebruikt en dat uitvoering correct is verlopen. - Daarbij zal het installatiebedrijf als deskundige vooraf dienen aan te geven of de voorgenomen duurzaamheidmaatregel voldoende rendement heeft. 4. De aanvrager zal een contract dienen te tekenen. - Vooraf wordt het aantal termijnen bepaald waarop het renteloos voorschot terug betaald wordt, in bijvoorbeeld 48 a 72 termijnen. N.B. Verhuurders kunnen alleen in aanmerking komen indien ze kunnen aantonen dat ze niet over financiële reserves beschikken om zelfde uitvoering ter hand te nemen en indien de duurzaamheidsmaatregel geen extra huurlasten voor de huurder met zich mee brengt.
BEKOSTIGING VAN IDH De investeringskosten (voornamelijk renteverlies) vallen, in verhouding tot het rendement, erg positief uit. Ze lopen overigens parallel met het aantal aanvragers dat inschrijft voor IDH en daardoor is duurzaamheidrendement verzekerd. Het renteverlies als 'kostenpost' is zelfs zeer laag in verhouding tot het effect op de duurzaamheid. Reken dan ook de stimulering van de provinciale economie en de extra besteding die gezinnen/aanvragers op termijn krijgen (zie ook onder: argumenten) dan durft de SP-fractie te beweren dat IDH op meerdere vlakken een positief saldo voor de Limburgse gemeenschap zal opleveren. Hoewel wij helaas niet de mogelijkheden hebben om dit met cijfers te staven, waarvoor wij begrip vragen. Alleen al om die reden zou het goed zijn om bij de landelijke overheid en bij Europese fondsen een eenmalige subsidie aan te vragen voor de uitvoering van dit initiatief omdat dit project wel eens vergaande positieve gevolgen kan hebben, niet alleen voor Limburg en niet alleen voor het milieu. Onderzoek tijdens het invoeringsproces naar de resultaten is dan wenselijk. Immers indien deze investeringsvorm in duurzaamheid op Europees niveau zou slagen betekent het een geweldige stap vooruit in de strijd tegen de mondiale milieuvervuiling. Kostenposten zijn: - Opstartkosten, campagnekosten, controlekosten. - Investeringskosten, zijnde de rentelasten. Rekenvoorbeeld. Tijdelijke investering van bijvoorbeeld € 3000 per aanvrager welk bedrag in zijn geheel terug gestort wordt in bijvoorbeeld 48 maandelijkse termijnen. Dit levert de provincie een geschat renteverlies (5 %) op van ruim € 300 over 4 jaar, een zeer lage kostenpost vergeleken bij het resultaat. Zeker in verhouding tot een subsidie van een vergelijkbaar bedrag omdat het bedrag dan volledig zou verdwijnen. De provincie kan met haar partners bijvoorbeeld afspreken om elk jaar een bepaald aantal aanvragen voor een bepaald bedrag te realiseren. Op deze wijze houdt de provincie overzicht in het totaal aan investeringen. De SP fractie denkt dat een miljoen euro een goede start is. Hierna kan bekeken worden of dit bedrag toereikend is.
ARGUMENTEN VOOR IDH Eigenlijk zijn argumenten overbodig omdat iedereen bet grote belang van duurzaamheid inmiddels wel accepteert. Vervuiling van land, lucht en water zijn nog lang niet gestopt, integendeel. Opwarming van de aarde is een groot probleem dat wetenschappers nog niet helemaal in kaart hebben wat daarvan, op mondiaal niveau, de gevolgen van zijn, maar ernstige problemen voor de toekomst worden verwacht als niet snel iets gedaan wordt. Zelfs in de Verenigde Staten van Amerika begint men dit te begrijpen. Hieronder wil de SP-fractie een aantal specifieke en op provinciaal niveau interessante argumenten voor IDH opsommen ter ondersteuning ervan. De argumenten tonen niet alleen veelheid maar ook veelzijdigheid en daarmee de waarde van het initiatiefvoorstel: A. Financieel zeer rendabel. Financieel moeten de investeringen van IDH in een correcte verhouding staan tot het rendement dat verwacht wordt: - EDH voor huishoudens kost in verhouding weinig geld, er is sprake van een soort 'voorfinanciering'. - IDH kost aanvragers de eerste jaren nauwelijks iets extra's maar op langere termijn zijn zeer interessante besparingen mogelijk die tot enkele honderden euro's per jaar kunnen oplopen. - De resultaten van de duurzaamheidmaatregelen die IDH na streeft zijn al vele jaren beproefd en behoeven eigenlijk geen toelichting meer. Resultaten zijn opvraagbaar bij objectieve onderzoeksinstellingen als TNO te Delft maar ook bij buitenlandse 'TNO V. Dat geldt ook voor de financiële voordelen voor de samenleving op langere termijn. B. Investeren in economie en arbeid. Een bijkomstigheid, maar wel een zeer belangrijke, is de economische en werkgelegenheidimpuls die van IDH kan uit gaan: - Indien goed gebruik gemaakt wordt van deze IDH zullen veel uitvoerende particuliere installatiebedrijven een opdrachtirnpuls krijgen en mogelijk zullen op langere termijn bedrijven groeien of nieuwe bedrijven zullen ontstaan. - Een andere mogelijke economische impuls kan zijn dat grote productiebedrij ven die het materiaal (zoals zonnebpilersystemen) leveren voor IDH de provincie Limburg gaan zien als een interessante vestigings- of uitbreidingsplaats. Er is immers een afzetgebied met een positief ingesteld provinciebestuur. De provincie zelf is het visitekaartje voor deze bedrijven en de provincie ligt centraal in Europa. - De uitvoering van IDH kan zeer gunstige effecten hebben op de werkgelegenheid, van eenvoudig tot hoogwaardig geschoold werk. C. Verbinden aan onderwijs en wetenschappen. Vanwege onderlinge afhankelijkheid van bedrijfsleven en onderwijs kan er een interessante verbinding ontstaan die zowel het functioneren van de economie als het onderwijs versterkt: - In de directe omgeving zijn technische onderwijsinstellingen van lager tot universitair niveau van goed kwaliteit en kunnen door het toenemen van, op duurzaamheid gerichte, bedrijven een interessante impuls krijgen. - Hierdoor kan wetenschappelijk onderzoek op het gebied van duurzaamheidtechnieken in Limburg en Euregi o verband verder onderbouwd en uitgebouwd worden met daarbij de positieve invloeden van dien voor de duurzaamheid in de hele wereld. D. De provincie. De provincie heeft met de uitvoering van o.a. IDH vele troeven in handen: - Limburg heeft de mogelijkheid om zich in Europa nog beter te manifesteren als een stukje land dat niet achter de feiten aanholt maar koploper en trendsetter kan zijn op het gebied van investeren in duurzaamheid. - Provinciale Staten van Limburg laat haar inwoners zien dat zij zelf bereid is om initiatieven te nemen en te ondersteunen voor de nodige duurzaamheid.
- Provinciale Staten van Limburg laat haar burgers zien dat duurzamer leven eenvoudig uit te voeren is en dat het nu voor iedereen mogelijk is, - Provinciale Staten van Limburg laat haar burgers zien dat IDH geld kan besparen/opleveren omdat bezuinigd kan worden op energie, naast de positieve effecten voor het milieu. - Een belangrijk educatief neveneffect kan zijn dat mensen zich meer bewust worden van de milieuproblematiek maar ook mogelijkheden zien om nog meer te doen aan duurzaamheid. - De Provinciale Staten nemen met de aanname van IDH een belangrijke stap, niet alleen ten behoeve van duurzaamheid maar ook, in de richting van nieuwe economische en andere initiatieven en daarmee gaat dit initiatiefvoorstel veel verder dan alleen het investeren in een duurzame levenshouding van haar inwoners. E. Andere argumenten:
- IDH sluit naadloos aan bij bestaande subsidieregelingen. Het biedt mogelijkheden om het, anders onoverkomelijke, financiële gat te vullen tussen de subsidie en de resterende kosten. De investering mag niet groter zijn dan te feitelijke aanschafkosten na aftrek van de subsidies. - De, in dit initiatiefvoorstel, voorgestelde duurzaamheidmaatregelen zijn allen realistisch en eenvoudig uit te voeren bij nieuwbouw maar zeker ook bij de meeste bestaande bebouwing. Slechts bij een geringe hoeveelheid bouwwerken zullen de maatregelen mogelijk te weinig effectief zijn. - IDH is ook geschikt voor gebouwen van onderwijs- en weizijnsinstellingen, buurthuizen, sporthallen enz. Een positieve bijkomstigheid kan zijn dat deze instellingen besparingen kunnen realiseren die dan weer ten goed komen aan een betere uitvoering van hun doelstellingen. - Zonder IDH zullen zeer veel huishoudens niet over de drempel getrokken kunnen worden om daadwerkelijk duurzame maatregelen te nemen. Met behulp van een soort 'renteloos voorschot' dat in termijnen terug betaald wordt, kan de financiële pijn voor huishoudens met een kleine beurs gereduceerd worden. Op termijn zal dit huishouden merken dat er op energiekosten bespaard wordt waardoor het besteedbare inkomen groeit.
AANSLUITING BIJ HET COALITIEACCOORD 2007 - 2011 "INVESTEREN EN VERBINDEN" De praktijk van dit voorstel past perfect in de theoretische grondslagen van beleid zoals ze hieronder aangehaald worden: De nota 'Limburg Onderscheidend én Versterkend' (nota voor overleg met landelijke overheid) onder 'economische krachtenclusters en groeipotentie' (versnellingsagenda), bij pijler 2 en 3 (innovatieve, concurrerende en ondernemende economie én duurzame leefomgeving), vermeldt een aantal economische activiteiten welke verder uitgewerkt zijn in het hoofdstukje 'Limburg concentratiegebied voor nieuwe energie'. In het coalitieakkoord wordt te kennen gegeven een bestuur te willen zijn dat investeert in mens, omgeving en economie en dat duurzaamheid hoog in het vaandel voert. Doelstelling 6 en 7, van de 7 belangrijke doelstellingen, besteden enige aandacht aan het begrip 'duurzaamheid'. De doelstellingen plaatsen het begrip duurzaamheid voornamelijk in het kader van ruimte en economie, GS willen in de verschillende thema's van het coalitieakkoord investeren en deze thema's in haar beleid met elkaar verbinden. De SP fractie kan zich in deze gedachtegang vinden. Dit voorstel past volgens de SP dan ook uitstekend hierbij. Dit willen we nader toelichten: 1. 'Investeren in duurzaamheid' verbinden met 'investeren in mensen'. Een belangrijk duurzaamheidproject dat door de provinciale overheid de komende jaren ondersteund wordt is het pilotproject' 1000 nulwoningen', woningen die gemiddeld niet meer energie verbruiken dan dat ze zelf kunnen leveren. Een interessant project, maar het betreft slechts 1000 woningen over enkele jaren uitgestreken. IDH kan dit 'O energieverbruik' per woning niet waar maken maar omdat het zich richt op: - alle bestaande en nieuwe bouwwerken - hierbij 10 - 30 % energiebesparing zeker mogelijk is - veel meer dan 1000 woningen/gebouwen in aanmerking kunnen komen - de investeringen per bouwwerk voor de duurzaamheidmaatregelen veel lager liggen, zijn de uiteindelijke rendementen op energiebesparing in verhouding tot de investeringen zeer gunstig. Daarbij kunnen veel meer aanvragers van deze maatregel profiteren. Dit betekent dat IDH kostenbesparing voor beduidend meer mensen op termijn mogelijk maakt waardoor meer mensen meer te besteden zullen hebben. Tevens heeft IDH een praktijkgerichte educatieve waarde. Immers, de uitvoering laat mensen zien dat energiebesparing niet alleen milieuvriendelijk is maar het toont ook dat het geld kan opleveren. Dit geeft stimulansen om zelfbewust om te gaan met duurzaamheid. 2. Investeren in duurzaamheid verbinden met investeren in economie. Wat de lage kosten betreft door IDH is eerder al geschreven. Met het uitvoeren van dit project wordt, naast duurzaamheid, ook de economie gestimuleerd en wel de duurzame economie. GS zijn zeer actief bezig met het verder ontwikkelen van nieuwe industriële activiteiten in heel de provincie. Daarbij is het industriegebied *Avantis' vooral bedoeld om bedrijven aan te trekken die iets met duurzaamheid hebben. De SP staat hier vierkant achter. Mede door 'EAvantis' is een nieuwe lichtboller, de Solior, ontwikkeld die efficiënter, gebruiksvriendelijk en een lange levensduur heeft (mededeling in 'Duurzaam Limburg, 2e jaargang, nummer 3,
februari 2007). Juist deze producten, maar ook andere producten die op duurzaamheid gericht zijn, krijgen een extra stimulans welke de economische bedrijvigheid kan doen toenemen. Ook dit past precies in het beleid zoals GS zich dit voorstelt. IDH is als het ware tevens een investering in het bedrijfsleven omdat het de verdere ontwikkeling en afzet van de producten kan vergroten. Werkgelegenheid kan toenemen. 3. Investeren in duurzaamheid verbinden met investeren in (wetenschappelijk) onderwijs en 'hightech'-onderzoek. Ook op dit gebied zet de provincie hoog in, samen met Euregiopartners. De Euregio wil het centrum worden van 'hightech'-ontwikkelingen. De aanwezigheid van 'hightech'-bedrijven op het gebied van duurzaamheid zal een belangrijke stimulans zijn voor onderzoek. Temeer omdat er een afzetgebied van deze producten in de directe omgeving aanwezig is. Onderzoek- en Onderwijsinstellingen van hoog tot laag, kunnen zich op deze ontwikkeling instellen. Platform Duurzaam Limburg schrijft in haar inleiding aan de heren Frissen en Kersten ('Duurzame ontwikkeling, in naam van de koning', advies over duurzame ontwikkeling aan de Provincie Limburg, 3 maart 2007) dat het er om gaat een balans te vinden tussen 'People, Planet, Profit, zowel nu als in de toekomst en hier en elders in de wereld'. Het platform is van mening dat de verbinding van voornoemde 3 termen de beste garantie is voor het welslagen van een duurzame wereld, ook op provinciaal niveau en daarmee een taak voor de provincie.
AANSLUITING BIJ ANDERE BELEIDSVOORNEMENS VAN LANDELIJKE, PROVINCIALE EN LOCALE OVERHEDEN. Op alle niveaus geven overheden subsidies voor duurzame ontwikkelingen. Gelukkig ook weer aan huishoudens. Naast de landelijke overheid zullen verschillende gemeentes zoals ze al eerder deden ook nu weer mee gaan doen. Enkele extra bedenkingen en overwegingen: 1. Subsidie zijn volstrekt onvoldoende. Het gevaar dreigt dat slechts een klein aantal draagkrachtige gezinnen in Limburg kunnen profiteren van deze subsidies. Hierdoor en om nog meer redenen zijn deze voornoemde subsidieregelingen niet voor alle huishoudens gelijkwaardig toegankelijk. IDH maakt het wel mogelijk! Alle huishoudens kunnen gelijkwaardig profiteren van deze investeringen en profijt kan al vanaf de start plaats vinden. 2. Daarnaast zou de provincie moeten afstappen van het beginsel dat ze alleen subsidie geeft aan huishoudens waarvan de gemeente bereid is om hier ook aan mee te doen. Dit strookt niet met het gelijkheidsbeginsel dat alle inwoners van Limburg even veel kansen krijgen bij duurzaamheidsubsidi e. N.B. Extra aandacht zouden huurders van sociale woningen dienen te krijgen want juist daar is winst te boeken en zij hebben als huurder minder kansen op duurzaamheidmaatregelen. Verhuurders/woningcorporaties dienen actief benaderd te worden om duurzaamheidmaatregelen parallel aan IDH vanuit eigen reserves te bekostigen waarbij de maatregel in ieder geval niet mag leiden tot extra huurverhoging.
TOT SLOT: De SP-fractie hoopt met dit initiatiefvoorstel een wezenlijke bijdrage geleverd te hebben voor duurzaamheid ten behoeve van - People, welzijn voor de mensen in Limburg en daar buiten - Planet, duurzaamheid, niet alleen in de provincie Limburg maar in de hele wereld - Proflt, welvaart door een bloeiende Limburgse economie en werkgelegenheid De SP-fractie hoopt tevens Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten enthousiast gemaakt te hebben voor deze eenvoudig uitvoerbare investeringsmogelijkheden in duurzaamheid. Tevens dat ambtenaren en het Platform Duurzaam Limburg ook enthousiast gemaakt zijn en dat zij mee denken bij het praktisch uitvoerbaar maken van dit plan. SP-fractie van de Provinciale Staten van Limburg. Peter Visser
Stelling: Het denken over duurzaamheid is kunde, de uitvoering ervan is kunst.
Antwoorden van de SP fractie naar aanleiding van de behandeling van sonderend stuk 5.1 uit de vergadering van het fysieke domein van 29 februari 2008. Bij verschillende partijen kwamen vooral bedenkingen naar voren op een viertal punten: - uitvoeringsproblemen - bureaucratiebelasting - woningcorporaties - totaal te besteden bedrag Daarnaast hadden partijen nog enkele bedenkingen waarop hierna wordt ingegaan. Wat uitvoeringsproblemen betreft is de SP fractie van mening dat het niet haar taak is om voor het initiatiefvoorstel een volledig uitgewerkt beleidsplan te maken. Gedeputeerde Staten dienen bij aanvaarding een uitvoeringsprogramma te maken. Dat betekent dat, indien het initiatief aangenomen zou worden, GS de opdracht hebben om het plan^ aan de hand van de kaders van het plan en volgens hun kennis en inzicht, uitvoerbaar te maken. f
Wel hebben wij nog verder onderzocht op welke manier uitvoering zo eenvoudig als mogelijk zou kunnen zijn (niet dat deze oplossing voorwaardelijk dient te zijn, elke betere oplossing is ook goed). Financiële instellingen (zoals de huisbankier van de provincie, hoewel wij altijd graag opteren voor een echt duurzame bank zoals ASN bank of Triodos) hebben een volledig apparaat ontwikkeld voor een uitvoeringsconstructie, een constructie zoals dat bij hypotheken ook plaats vindt. De SP wil niet dat er een nieuwe financiële infrastructuur wordt opgezet, daarom kiezen we er voor om een financiële instelling zorg te laten dragen voor de uitvoering. Een grote klant als de provincie zou toch een prima onderhandelingspositie hebben bij deze bank, terwijl de bank hiermee haar duurzaamheidimago kan op vijzelen. Een zo laag mogelijke rentelast en effectieve overname van de administratie moet toch mogelijk zijn? Dit betekent dat uitvoering van het initiatief bijvoorbeeld zou kunnen met behulp van een hypotheekconstruct bij de bank waarbij de rentelast verhaald wordt bij de provincie. Wat bureaucratiebelasting betreft is met het hiervoor genoemde het grootste belastingsprobleem al opgelost. De hele financiële afwikkeling kan gebeuren door de financiële instelling, zij hebben alles al in huis en verdienen per slot van rekening ook er aan. Wat is de bureaucratische belasting die gemoeid is met de aanvraag, beoordeling, controle en afhandeling? Wat aanvraag betreft is de SP fractie van mening dat door middel van een eenvoudig standaardformulier, ondertekend door aanvrager (al of niet met installatiebedrijf) waarop de ondernomen duurzaamheidmaatregel, de feitelijke kosten en het aangevraagde renteloos voorschot vermeld is al een heel eind op weg is. Beoordeling zal inderdaad dienen te geschieden door ambtenaren van de provincie of kan uitbesteed worden. Wel zijn wij van mening dat er minimaal een bedrag van € 1000 renteloos voorschot aangevraagd dient te wórden om de verhouding tussen de investering en indirecte werkzaamheden voor uitvoering in evenwicht te brengen. Controle op de uitvoering kan geschieden door een 'klaar'-formulier ondertekend door de uitvoerder waarna eventueel controle aan huis kan plaats vinden. De uitvoerder (of de verkoper) zal bereid moeten zijn met betaling van het volledig bedrag achteraf. De provincie lijkt me betrouwbaar genoeg zodat dit geen probleem zal zijn. Afhandeling, met name de financiële, ligt zoals eerder geschreven bij de financiële instelling.Indien de provincie met de financiële instelling kan regelen dat de rentelast per jaar
of per kwartaal voldaan kan worden dan zijn hiermee ook nauwelijks bureaucratische belastingen mee gemoeid. De provincie hoeft dan ook slechts per jaar een relatief klein bedrag te reserveren voor de rentelast. De SP fractie denkt in eerste instantie aan een miljoen euro. Hiermee zou dan een bedrag van tussen de 15 en 20 miljoen euro geïnvesteerd kunnen worden, een bij zonder positief resultaat. Wij zijn van mening dat dit alles op deze wijze in verhouding niet veel bureaucratie hoeft te betekenen, mochten ambtenaren betere voorstellen ontwikkelen dan wil de SP fractie daar uiteraard graag bij aansluiten. Uw opmerkingen betreffende woningcorporaties vindt de SP fractie volledig juist. Vrijwel alle woningcorporaties hebben voldoende reserve opgebouwd om zelf duurzaamheidmaatregelen te ondernemen en op deze wijze te werken aan minder energieverbruik, minder uitstoot en kostenbesparing voor haar inwoners. Instellingen, zoals woningcorporaties, die zelf voldoende reserves hebben opgebouwd dienen niet de mogelijkheden binnen dit initiatief te krijgen. Wel zou het initiatief, indien aangenomen, een extra stimulans kunnen zijn voor bijvoorbeeld woningcorporaties om ook meer aan duurzaamheid te doen. Een goed voorbeeld doet volgen. Overigens, mocht er een instelling als een woningcorporatie glashard kunnen aantonen dat men niet over reserves beschikt dan kan alsnog overwogen worden om deze instelling te laten aansluiten bij dit initiatief, zeker als er mensen met lage inkomens bij betrokken zijn. Het totaal te besteden bedrag zou, wat de SP fractie betreft, per jaar l miljoen euro aan rentelasten mogen bedragen. Dat betekent dat er met dit bedrag continu 15 tot 20 miljoen euro in omloop zou zijn voor investeren in duurzaamheid, een geweldig rendement voor zo'n laag bedrag. Het afgeloste renteloos voorschot maakt dat er automatisch weer nieuwe aanvragers kunnen instromen wat het rendement uiteraard weer verhoogd. Indien resultaten zeer positief uitvallen heeft GS uiteraard de mogelijkheid om het bedrag op te hogen. Met bovenstaande beantwoording denk ik aan de vragen en opmerkingen van de WD, de heer Aarts, tegemoet gekomen ben. De SP fractie hoopt dat de WD, gezien het belang voor onder andere het bedrijfsleven en werkgelegenheid zoals in onze achterliggende motivatie is verwoord, het initiatiefvoorstel nu positief zal beoordelen. Een groot gedeelte van de vragen en opmerkingen van het CDA, de heer Van der Linden, zijn hiermee voldaan. De landelijke overheid heeft weer een subsidieregeling voor de aanschaf van panelen en boilers in het leven geroepen voor heel Nederland. Een goede zaak, hoewel hét bedrag dusdanig minimaal is dat er maar weinigen van kunnen profiteren. Daarbij komt nog, dat het subsidiebedrag bij lange na niet voldoet om alle kosten te dekken waardoor velen, vooral mensen die geen financiële reserves hebben, geen mogelijkheid hebben om deze subsidieregeling te gebruiken. Het initiatiefvoorstel van de SP biedt juist deze groep mensen de mogelijkheid om van de subsidieregeling gebruik te maken omdat via een renteloos voorschot het te kort gedekt kan worden. Of het verstandig is van dit soort initiatieven een gezamenlijke 'en gemeente en provincie en rijk' betwijfelt de SP fractie. De uitvoerbaarheid, organisatie e.d. wordt er alleen maar mee bemoeilijkt. Wel zullen initiatieven 'complementair' dienen te zijn zoals ik hier boven reeds aan gaf met de rijkssubsidie en het, in ons initiatief bedoelde, provinciaal renteloos voorschot. De heer Van der Linden sprak tevens over een initiatief van het CDA uit de vorige periode en was van mening dat het SP initiatief er erg veel op lijkt. Blijkbaar is er grote (politieke)
behoefte om huishoudens te ondersteunen bij het ondernemen van duurzame energiemaatregelen. Wij zijn daar uiteraard erg verheugd over. Met GroenLinks, mevrouw van Tulder, is de SP fractie van mening dat het geen Michtgetimrnerd' voorstel moet zijn. Er moet continu ingespeeld kunnen worden op nieuwe innovatieve ontwikkelingen in de 'duurzaamheidmarkt'. Zaken die in het initiatiefvoorstel genoemd zijn dienen slechts als voorbeeld. Uiteraard zou een subsidie in veel gevallen beter zijn, zeker als het mensen betreft met lage inkomens die hierdoor hun energiekosten zien dalen oftewel hun besteedbaar inkomen groter zien worden. Dit zal de SP fractie graag ondersteunen, maar het huidig initiatiefvoorstel biedt veel mogelijkheden voor veel mensen. De PvdA, bij monde van mevrouw Medendorp wijst op de breedte van de doelgroepen en waarom juist niet specifiek voor specifieke 'moeilijke' doelgroepen gekozen. Eerder is deze vraag al gedeeltelijk beantwoord. Het is moeilijk om een scheiding aan te brengen in 'moeilijke' en 'niet moeilijke' doelgroep. Daarbij willen we vooraf eigenlijk geen doelgroepen uitsluiten, behalve als eerder omschreven bij woningcorporaties. Mochten ambtenaren hiertoe rechtvaardige mogelijkheden zien bij de verdere praktische uitwerking van dit initiatief dan zullen wij hier tegenover niet negatief staan. De SP fractie wil dat ook de gemeente actiefis bij het nemen van duurzaamheidmaatregelen. Zij kunnen zich vooral ook richten op de kleinere maatregelen zoals tochtstrippen, spaarlampen en dergelijke. Het zijn vaak de kleinere investeringen maar u geeft terecht aan dat ook op dit vlak veel winst te behalen is. De SP fractie hoopt dat de provincie weer BANS contracten met gemeentes afsluit. Helaas zullen dan wederom niet alle gemeentes bereid zijn om aan dit project mee te doen waardoor er ongelijkheid bestaat russen de burgers in onze provincie. Overigens is een compliment op zijn plaats aan gemeentes die een actief subsidiebeleid ten aanzien van duurzaamheidmaatregelen hebben, het voorliggend initiatiefvoorstel sluit ook hier naadloos bij aan. D66, de heer Wessels, heeft mij zijn opmerkingen direct schriftelijk doen toekomen waarvoor mijn dank. Opmerkingen omtrent de keuze van de doelgroep(en), waarom geen subsidie en de knelpunten rond de uitvoerbaarheid zijn voor het grootste gedeelte bij het antwoord op de vragen/opmerkingen van de andere partijen besproken. Veel mogelijkheden voor het ondernemen van duurzaamheidmaatregelen komen in de knel omdat, bijvoorbeeld naast het verkrijgen van subsidie, er nog een kostenpost is die niet overbrugd kan worden. Ook hier probeert dit initiatiefvoorstel, naast de mensen die sowieso niet in aanmerking kunnen komen voor subsidie, de helpende hand te bieden. Daarbij komt ook nog dat, door deze wijze van investeren, veel meer mensen de kans krijgen om te investeren in duurzaamheid. Ook andere, in de achterliggende motivatie, genoemde doelen hebben bij een opzet zoals dit in het initiatiefvoorstel verwoord is veel meer baat. Tot slot wil ik allen danken voor hun inbreng dat ertoe geleid heeft dat dit voorstel nu sterk verbeterd is. Peter Visser
provincie limburg ONTWERPBESLUIT PROVINCIALE STATEN VAN LIMBURG
CasusrïF. ... 080211-0107 Docnr
080407-0251
Auteur
FA
Provinciale Staten van Limburg; gezien het initiatiefvoorstel van de heer drs. P.M.G. Visser, statenlid van de fractie van de SP, inzake "investeren in duurzaam huishouden"; besluiten: 1. in te stemmen met dit initiatiefvoorstel; 2. Gedeputeerde Staten op te dragen binnen de kaders van dit voorstel een uitvoeringsregeling vast te stellen en daarvoor de benodigde financiële middelen vrij te maken; 3. bij het niet of onvoldoende beschikbaar zijn van middelen de financiële consequenties te verwerken in de begrotingswijziging behorende bij de door Provinciale Staten nog te behandelen integrale voo rtgangsrapportage.
Aldus vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg in hun vergadering van
C
voorzitter,
griffier,
080407-0251
provincie limburg
Gedeputeerde Staten van Limburg
Afdeling Faxnummer Ons kenmerk Bijlag e{ n)
PSG (043) 389 88 33 2008/14143
div.
Behandeld Doorkiesnummer Uw kenmerk Maastricht
N. Steeghs (043)3898815 7 april 2008
Onderwerp Initiatiefvoorstel
Bijgevoegd stuur ik u het aangepaste Initiatiefvoorstel: Investeren in Duurzaam Huishouden (IDH) van de heer drs. P.M.G, Visser van de SP-fractie. Dit voorstel komt voor een 2e behandeling terug in de vergadering van de Statencommissie voor het Fysieke Domein op 9 mei 2008. Behandeling in Provinciale Staten is gepland voor 30 mei 2008.
C
Gelet op het bepaalde in artikel 143 van de Provinciewet stel ik u in de gelegenheid uw commentaar/reactie op het voorstel te geven. In verband met de toezending van de vergaderbundel van de commissie voor het Fysieke Domein stel ik het op prijs uiterlijk 24 april a.s. uw reactie te ontvangen.
Met vriendelijke groet
mr. J.B.J.M. Stijnen griffier
t ' .'.S'
Af styK;
080407-0237
Praat mee over Limburg! www.Iimburg.nl/burgerforum
Bezoekadres: Lirnburglaan 10 NL-6229GA Maastricht
Postbus 5700 NL-6202 MA Maastricht
[email protected]
Tel + 31 (0)43 389 99 99 Fax + 31 (0)43 361 80 99 www.limburg.nl
Bankrekening Rabobank 13-25.75.728 Let op: gewijzigd per 01/02/2008
Bereikbaar via: Lijn 1 (richting De Heeg) Lijn 3 (richting Heugem) Lijn 53 (richting Gulpen) Lijn 57 (richting Gulpen)