Inventarisatie projecten NoordHolland Noord 2013 Marktontmoeting Ondernemend aanbesteden
November 2012
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van: van:
Deelnemende overheden zijn:
De organiserende partijen bedanken de overheden voor hun inhoudelijke en financiële bijdrage om dit rapport en de marktontmoeting mogelijk te maken. 5
6
Inhoudsopgave Samenvatting
9
1
Voorwoord
11
2
Bouwen in Noord-Holland Noord in 2013
12
3
Vijf vragen over het aanbestedingsbeleid
20
4
De regio aan het woord
32
7
8
Samenvatting
De omzet en de werkgelegenheid in de bouw in de regio NoordNoord- Holland Noord zijn sterk teruggelopen, 2013 wordt nog een moeilijk jaar jaar -
-
-
in de afgelopen drie jaar zijn in Noord-Holland Noord 1.600 arbeidsplaatsen bij de bouwbedrijven verloren gegaan de teruggang in werkgelegenheid is iets sterker dan in geheel Nederland vooral de b&u is sterk getroffen, daarbinnen is het aantal timmerlieden en metselaars sterk gedaald het aantal openbare aanbestedingen in Noord-Holland Noord ligt met 20 à 25 per kwartaal nog steeds op een laag niveau, circa 30% minder dan twee jaar geleden de waarde van de bouwvergunningen in de woningbouw en utiliteitsbouw in NoordHolland Noord loopt sinds het vierde kwartaal van 2011 onder invloed van de laagconjunctuur weer terug landelijk gezien zal de bouwproductie, na de krimp met circa 5% in 2012, in 2013 nog verder dalen; in Noord-Holland Noord zal de situatie voor komend jaar naar verwachting niet gunstiger zijn veel overheden geven nadrukkelijk aan door de crisis te gaan bezuinigen op investeringen en/of onderhoud
De deelnemende overheden hebben in totaal bijna 200 projecten aangemeld voor aanbesteding aanbe steding in 2013 -
in totaal hebben tien overheden 189 projecten aangemeld, waarvan 170 in de gww 70% van de projecten komt voor rekening van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de gemeente Zaanstad en de provincie Noord-Holland de totale waarde van de projecten die in 2013 worden aanbesteed bedraagt € 700 à 800 miljoen, dat is enigszins lager dan in de vorige meting voorzover bekend wordt twee derde van de projecten in de eerste helft van 2013 aanbesteed en een derde in de tweede helft veel van de projecten zijn nog onderdeel van politieke besluitvorming over de invulling van bezuinigingen in de infrastructuur gaat het vooral om projecten in wegenbouw/riolering en civiele betonbouw, daarnaast bestratingswerk en water- en dijkenbouw in de b&u betreft het onder meer onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en werken aan scholen, zwembad en sporthal
Het aanbestedingsbeleid kenmerkt zich door meer innovatieve contracten, duurzaamheid en toepassing van social return -
-
de meeste overheden geven aan meer te willen doen met innovatieve contracten en EMVI, maar hebben tot nu toe nog weinig concrete projecten voor 2013 aangemeld enkele gemeenten hebben EMVI-projecten aangemeld, daarbij wordt vooral gekeken naar functionaliteit, uitvoeringstijd en duurzaamheid door de crisis willen overheden efficiënter gaan aanbesteden, bijvoorbeeld door meer samenwerking binnen en tussen gemeenten; dit leidt tot minder aanbestedingsmomenten en grotere projecten toepassing van social return is in opkomst waarbij vaak 5% van de aanneemsom wordt gevraagd, een enkele gemeente vraagt 10% enkele gemeenten werken samen in de praktische uitvoering van social return en streven naar een bovenregionale aanpak het regionale bedrijfsleven blijft een belangrijke rol spelen en zal bij onderhandse aanbestedingen worden uitgenodigd, maar geniet geen voorkeurspositie
9
10
1 Voorwoord
Overheden en marktpartijen hebben onder de titel ONDERNEMEND AANBESTEDEN AANBESTED EN het initiatief genomen om op regionaal niveau het gesprek aan te gaan en te werken aan meer vertrouwen, betere samenwerking en meer transparantie. Op de Marktdag op 1 november 2012 presenteren de overheden informatie over aan te besteden projecten in de regio Noord-Holland Noord. Overheid en markt wisselen ook hun gedachten en visies uit over ontwikkelingen in de aanbestedingspraktijk. Ook corporaties zijn hierbij aanwezig. Deze publicatie biedt een handzaam overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van aanbestedingen bij de overheden en van de projecten voor 2013 in Noord-Holland Noord. Bij dit boekje hoort ook een USB-stick met meer achtergrondinformatie. Onder meer staat daarop een OVERZICHT van de projecten die door de overheden in deze regio zijn aangemeld voor aanbesteding in 2013. De projecten zijn door de deelnemende overheden geïnventariseerd en in een online format opgenomen dat door het EIB is ontwikkeld. In totaal betreft het bijna 200 projecten. Vanuit dit projectenoverzicht kunt u zelf een selectie maken van projecten die voor u van belang zijn. Daarnaast bevat de USB-stick verwijzingen naar een groot aantal documenten en websites op het gebied van aanbesteden en samenwerking in de bouw. Op basis van deze publicatie en de USB-stick werken overheden en marktpartijen samen aan de verdere ontwikkeling van de sector in de regio Noord-Holland Noord. Hoofdstuk 2 van dit boekje schetst recente ontwikkelingen in de bouw in Noord-Holland Noord en blikt vooruit op het komende jaar. Daarbij onderscheiden we de infrastructuur, de utiliteitsbouw en de woningbouw. Dit hoofdstuk geeft een doorsnede van de PROJECTEN die de overheden voor aanbesteding in 2013 hebben aangemeld. In hoofdstuk 3 geven de deelnemende overheden in de regio aan waar zij in het AANBESTEDINGSBELEID het accent willen leggen en hoe de crisis ingrijpt op de aanbestedingen
in het komende jaar. Hoofdstuk 4 laat diverse partijen in de regio zelf aan het woord. Vertegenwoordigers van de opdrachtgevers, de opdrachtnemers, de werknemers en de opleidingen in de bouw geven aan wat aanbesteden in de praktijk voor hen betekent, waar de pijnpunten liggen en hoe we de samenwerking in de sector verder kunnen vernieuwen. De inventarisatie en het marktbeeld zijn vooral gebaseerd op de concrete informatie over projecten die door de overheden zijn aangeleverd. De aanlevering van de projectinformatie is afgesloten op vrijdag 26 oktober. Veel overheden zitten midden in de voorbereiding van de begroting voor het nieuwe jaar. Daarin zullen door bezuinigingen soms andere prioriteiten worden gelegd dan in de afgelopen jaren. In de loop van de komende tijd kunnen inzichten in de projecten en de planning daarom veranderen. Er kunnen aan de projectinformatie dan ook geen rechten worden ontleend. Niettemin geeft het projectenoverzicht een goed eerste beeld van de plannen die de overheden voor de komende jaren hebben. De ordening, analyse en interpretatie van de gegevens is volledig voor de verantwoordelijkheid van het EIB.
11
2 Bouwen in Noord-Holland Noord in 2013
Economische ontwikkelingen en de crisis De bouw in de regio Noord-Holland Noord wordt door de crisis sterk getroffen. Het aantal werknemers bij bouwbedrijven nam de afgelopen drie jaar af van 9.500 begin 2010 naar 7.900 per 1 oktober van dit jaar (figuur 2.1). De krimp is iets sterker dan het landelijke beeld. De krimp in de werkgelegenheid treft vooral de b&u-bedrijven. De werkgelegenheid bij deze bedrijven nam met een kwart af. De terugloop bij de timmerlieden en de metselaars was in de afgelopen kleine drie jaar 1.000 werknemers. De daling van de werkgelegenheid betekent niet alleen dat bestaande bedrijven met minder personeel actief zijn, ook zijn enkele van oudsher in de regio bekende bedrijven in de problemen gekomen. De malaise treft niet alleen de bouw zelf, maar ook partijen waarmee de bouwbedrijven veel zaken doen, zoals toeleveranciers en architecten.
Figuur 2.1
Werkgelegenheid in Noord-Holland Noord en Nederland (index 2010-I = 100)
105
100
95
90
85
80
75 2010-I
2010-II 2010-III 2010-IV 2011-I
2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I
Noord-Holland Noord
2012-II 2012-III
Nederland
110
100
90
80
70
60 2010-I
2010-II 2010-III 2010-IV 2011-I B&u
12
Gww
2011-II 2011-III 2011-IV 2012-I Gespecialiseerd
2012-II 2012-III Overig
Het zwaartepunt van de crisis ligt tot nu toe in de woningbouw en de utiliteitsbouw. Dit is een landelijk beeld. Tussen 2008 en nu is de nieuwbouw van woningen en andere gebouwen zoals kantoren sterk gedaald. In Noord-Holland Noord is de waarde van de bouwvergunningen in de woningbouw sinds eind vorig jaar weer aan het afnemen (figuur 2.2). Hetzelfde geldt voor de utiliteitsbouw. Voor geheel Nederland verwachtte het EIB medio 2012 een daling van de bouwproductie van ongeveer 5% in 2012, gevolgd door een half procent krimp in 2013. Het lijkt erop dat het nationale beeld sindsdien is verslechterd en voor 2013 een sterkere afname is te verwachten. Gezien de problemen in de regionale bouwsector, het conjuncturele sentiment en de ontwikkeling van bouwvergunningen en aanbestedingen verwachten we in de regio NoordHolland Noord geen positiever beeld dan gemiddeld.
Figuur 2.2
Waarde van bouwvergunningen in Noord-Holland Noord (dzd euro)
180000 160000 140000 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 2010-I
2010-II 2010-III 2010-IV Woningbouw
2011-I
2011-II 2011-III 2011-IV
2012-I
2012-II
Utiliteitsbouw
De gww-sector werd aanvankelijk minder getroffen door de crisis. Onder invloed van de aanhoudend slechte situatie in de woningbouw, waardoor minder bouwlocaties nodig zijn en minder infrastructuur hoeft te worden aangelegd, neemt ook de productie in de gww-sector af. Vooral voor de sector belangrijke opdrachtgevers als gemeenten en de nutsbedrijven hebben hiermee te maken. Daarnaast groeit de invloed van de slechte financiële positie van veel overheden op de sector, die sterk van de overheid afhankelijk is. Eerdere stimuleringsmaatregelen van bijvoorbeeld het Rijk en de provincies worden nu teruggedraaid en slaan om in bezuinigingen. Bij de overheden in Noord-Holland Noord is vanaf het vierde kwartaal van 2010 het aantal openbare aanbestedingen sterk lager geworden (figuuur 2.3). In het derde kwartaal van dit jaar is ook het aanbestede bedrag sterk gekrompen. Hier tegenover staat mogelijk een toename van onderhandse aanbestedingen, maar dit effect is tot nu toe niet goed in beeld gebracht. Per saldo verwachten we dat de uitgaven van de overheid aan de infrastructuur sterk onder druk blijven staan. Ook hier verwachten we voor 2013 een lager productieniveau dan in 2012.
13
Figuur 2.3
Aantal openbare aanbestedingen in Noord-Holland Noord en landelijk
45
800
40
700
35
600
30 500
25 400
20 300
15 200
10
100
5 0
0
I
II
III
2010
2010
2010
IV 2010 Gww
I
II
III
IV
I
II
III
2011
2011
2011
2011
2012
2012
2012
B&u
Landelijk beeld (rechteras)
Als we kijken naar de verwachtingen die de deelnemende overheden zelf hebben van het effect van de crisis, dan ziet het beeld er evenmin gunstig uit (tabel 2.1). Hoewel er verschillen bestaan tussen de overheden, valt bij de meerderheid van de overheden in de inventarisatie per saldo een daling van de uitgaven te verwachten. Dit komt overeen met het landelijke beeld. De situatie bij de gemeenten is daarbij wel veel ongunstiger dan bij provincies en waterschappen. In Noord-Holland Noord springt het hoogheemraadschap er gunstig uit. Met name grote projecten op het gebied van versterking van dijken (het Hoogwaterbeschermingsprogramma) betekenen een groeimarkt in de regio, ook al ligt het zwaartepunt van de uitvoering verder dan 2013. Tegenover deze impuls staat een verlaging van de budgetten van het hoogheemraadschap op het gebied van waterzuivering, omdat hier recent al grote investeringen zijn gepleegd. Daarnaast heeft de provincie een aantal projecten in de regio op het programma waarvan de Westfrisiaweg verreweg de grootste is. Bij de overheidsopdrachtgevers in de regio ligt het zwaartepunt sterk op de infrastructuur. Binnen de gww-sector zien we dat door de kleinere behoefte aan investeringsprojecten de aandacht aan het verschuiven is naar beheer en onderhoud. De gemeenten hebben hier ook een relatief veel sterkere betrokkenheid, zeker als directe opdrachtgever, dan bij woningbouw en utiliteitsbouw. Daarbij speelt dat de woningbouwmarkt, waar gemeenten middels planontwikkeling wel een grote betrokkenheid hebben, op korte termijn nog nauwelijks tekenen van groei zal vertonen. Ook bij de utiliteitsbouw met gemeentelijke invloed, bijvoorbeeld op het gebied van zwembaden en culturele instellingen, hebben de gemeenten nauwelijks projecten voor de komende tijd aangemeld.
14
Tabel 2.1
Effecten van de crisis op aanbestedingen en uitgaven
Alkmaar Beemster
Teruggang aantal projecten en investeringen Daling aantal aanbestedingen
Den Helder
Minder onderhoud
Heiloo
Minder bouw- en woonrijp maken
Hollands Kroon
Versobering wegonderhoud, minder groenonderhoud
Hoorn
Minder bouw- en woonrijp maken
Opmeer
Geen gevolgen
Uitgeest
Minder nieuwbouw en onderhoud
Zaanstad
Mogelijk 10% minder budget
Hoogheemraadschap
Toename dijken- en waterbouw
Provincie Noord-Holland
Aanbestedingsvolume neemt op middellange termijn af
Nieuwe werken redelijk stabiel
Beheer en onderhoud op peil
Afname bij waterzuivering
Bron: EIB
Projecten in 2013 De deelnemende overheden hebben in totaal bijna 200 projecten aangemeld voor 2013 (en verder). Het overgrote deel van deze projecten betreft infrastructurele projecten. Een klein deel van de projecten betreft woningbouw en utiliteitsbouw. Dit betekent niet dat er op dit gebied heel weinig gebeurt, het zijn ook andere opdrachtgevers dan de overheden die op deze markten een rol spelen, zoals woningcorporaties, projectontwikkelaars, semi-overheden en private bedrijven. Ook de woonconsumenten zijn belangrijk voor de woningbouw, met name verbouwen onderhoudsactiviteiten. In de inventarisatie zijn projecten aangemeld door de gemeenten Alkmaar, Den Helder, Heiloo, Hoorn, Opmeer, Uitgeest en Zaanstad, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat. Daarnaast is informatie over financiële budgetten ontvangen van de gemeente Hollands Kroon. De grootste opdrachtgevers in de regio zijn het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de gemeente Zaanstad en de provincie. Deze drie opdrachtgevers vertegenwoordigen 70% van het totaal aantal aangemelde projecten. Figuur 2.4 geeft een overzicht van de aantallen projecten per overheid per bouwsector. De projecten komen voor het overgrote deel tot aanbesteding in 2013. Van ruim de helft van de projecten is bekend wanneer de aanbesteding naar verwachting zal plaatsvinden. Ruim tien projecten komen nog dit jaar tot aanbesteding. Ruim 60 projecten staan voor de eerste helft van 2013 in de planning en circa 30 voor de tweede helft. Voor de periode na 2013 staat tot nu toe een beperkt aantal projecten op de rol. Hierbij speelt onder meer de heroriëntatie bij de overheidsfinanciën een rol. Het aantal projecten voor latere jaren zal in de loop van de tijd echter verder toenemen wanneer de beleidskeuzes zijn gemaakt en plannen concreter worden. Zoals in het voorwoord beschreven, kunnen er echter geen rechten aan deze informatie worden ontleend.
15
Figuur 2.4
Projecten naar opdrachtgever
70 60 50 40 30 20 10 0
Grond-, water- en wegenbouw
Utiliteitsbouw
Woningbouw
Projecten per deelmarkt Wanneer we de projecten in de gww verder bekijken, dan valt op dat hier een grote diversiteit bestaat(figuur 2.5). De belangrijkste deelmarkten binnen de gww zijn wegenbouw/rioleringswerk (totaal 47 projecten) en civiele betonbouw (totaal 35 projecten). In totaal vertegenwoordigen deze de helft van alle infrastructuurprojecten. Daarnaast vinden vrij veel activiteiten plaats op het gebied van bestratingswerk en water- en dijkenbouw. De overheden hebben slechts enkele projecten aangemeld op het gebied van bouw- en woonrijp maken. Enkele gemeenten geven expliciet aan dat de ontwikkeling van bouwlocaties naar achteren wordt geschoven. Dit tekent de slechte situatie op de woningmarkt. Tabel 2.2 geeft enkele specifieke projecten in de utiliteitsbouw, de woningbouw en de installatie. Dit betreft onder meer onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en werk aan scholen, zwembad en sporthal.
16
Figuur 2.5
Gww-projecten naar deelmarkt
Anders 17
Bestratingswerk 23 Bouw- en woonrijp maken 4
Wegenbouw (incl. rioleringswerk) 47
Water- en dijkenbouw/ baggerwerk 25
Tabel 2.2
Civiele betonbouw 35
Groen/cultuur/ sport Kabel- en 11 leidingwerk 1
Voorbeelden van projecten in utiliteitsbouw, woningbouw en installatie
Zaanstad Den Helder
Werk aan scholen (7 projecten) Onderhoud gemeentelijke gebouwen
Hoorn
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
Zaanstad
Werk aan zwembad/sporthal
Heiloo
Werk aan zwembad/sporthal
Opmeer
Nieuwbouw en onderhoud woningen
Heiloo
Vervanging openbare verlichting
Hoogheemraadschap
Onderhoud openbare verlichting
Hoogheemraadschap
Elektrotechnisch werk onderhoud kunstwerken
Bron: EIB
17
Wijze van aanbesteding De meeste projecten voor 2013 zitten nog in het stadium van voorbereiding. Gezien de status van de begrotingen voor 2013 op het moment van analyse is het mogelijk dat nog nadere keuzes zullen worden gemaakt en projecten zullen afvallen of anderszins worden aangepast. Van een beperkt aantal projecten zijn de aanbestedingsdetails bekend. Deze projecten zullen in meerderheid openbaar worden aanbesteed waarvan een deel met voorselectie. Bij deze voorselectie en bij de onderhandse projecten geven de overheden aan vier of vijf bedrijven te willen uitnodigen. Geïntegreerde contractvormen: meer ruimte voor de markt Recente ontwikkelingen in het aanbestedingsbeleid van de individuele overheden staan in het volgende hoofdstuk. Een algemene lijn is dat veel overheidsopdrachtgevers aangeven de weg in te slaan naar meer geïntegreerde contractvormen. Deze ontwikkeling is al enige tijd gaande, maar gaat een stuk minder snel dan bij bijvoorbeeld Rijkswaterstaat. Gemeenten geven daarbij aan dat innovatief aanbesteden geen doel op zichzelf is, maar een middel om een betere kwaliteit (of prijs/kwaliteitsverhouding) te bereiken. Ook tussen gemeenten bestaan verschillen in tempo. Evenals op landelijk niveau is te zien, gaan de grotere gemeenten hierbij wat sneller dan de kleinere gemeenten. Eén van de manieren waarop de uitvraag aan de markt duidelijk aan het veranderen is, is het aanbesteden van meerjarige contracten in de sfeer van beheer en onderhoud. In welke mate EMVI wordt toegepast bij de projecten voor 2013 is voor een beperkt aantal projecten bekend. In ieder geval de gemeenten Den Helder en Hoorn hebben een aantal projecten benoemd (in totaal 11) die via EMVI op de markt zullen worden gebracht. Vier van deze projecten omvatten uitsluitend de uitvoering van het project, bij de overige projecten worden meer activiteiten gevraagd. In ieder geval het ontwerp, maar soms ook de aanvraag van vergunningen en communicatie richting belanghebbenden. Bij dit type projecten wordt op een veelheid van criteria gegund, zoals functionaliteit en flexibiliteit, uitvoeringstijd, duurzaamheid en kwaliteitsborging. Andere overheden hebben in hun aanbestedingsbeleid wel aangegeven meer aan EMVI te willen gaan doen, maar hebben dit nog niet vertaald naar concrete projecten voor 2013. Crisis: meer efficiency in aanbesteding en omvangrijkere projecten De meeste overheden geven aan dat de crisis op zichzelf geen reden is om het aanbestedingsbeleid te wijzigen. Wel signaleren we dat de bezuinigingen die gemeenten moeten doorvoeren, voor een belangrijk deel worden gezocht in het verhogen van de efficiency, onder meer bij het ambtelijk apparaat. Dit betekent bijvoorbeeld vaker gezamenlijk inkopen door verschillende diensten binnen één gemeente of door samenwerking tussen gemeenten. Een belangrijk aspect voor het marktbeeld is verder dat gemeenten aangeven ook het aantal aanbestedingsmomenten te willen verminderen. Vermindering van het aantal aanbestedingen gaat dan gepaard met grotere projecten. In het algemeen is de lijn in het aanbestedingsbeleid, crisis of niet, dat de vraag aan de markt omvangrijker wordt en ook complexer. Meerjarige contracten, meer vraag om innovatieve aanbiedingen en grotere projecten leiden tot een andere marktvraag dan vijf of tien jaar geleden. Social return: in opkomst, maar sterk verschillende invulling Duurzaamheid en social return zijn thema’s die bij aanbestedingen aan belang winnen. Overheden vullen deze begrippen op verschillende manieren in, en met verschillende intensiteit. Nagenoeg alle partijen passen de algemene criteria van Agentschap NL voor duurzaam inkopen toe. Per project wordt gekeken hoe duurzaamheid kan worden gerealiseerd. Hierbij speelt ook het manifest professioneel duurzaam inkopen een rol. Social return is van recenter datum, veel overheden willen hier iets mee doen maar zijn nog in het proces van ervaring opdoen. De percentages die partijen voor social return eisen lopen daarbij vrij sterk uiteen. Zaanstad geeft aan 10% van de aanneemsom hiervoor te willen reserveren. Hoorn, Den Helder en Alkmaar zijn een pilot gestart met een 5% social returneis. Het hoogheemraadschap is nog niet van plan social returneisen te gaan opnemen bij de 18
aanbesteding, maar ziet ook andere mogelijkheden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te schakelen. Mkb: geen voorrangspositie, wel belangrijke rol in de regio De overheden geven aan geen exclusiviteit te creëren voor lokale en regionale bedrijven. Het belang van lokale en regionale bedrijven onderkennen de overheden echter wel. Dit belang ligt op verschillende terreinen, zoals het (werkgelegenheids)belang voor de regionale economie. Daarnaast kennen de bedrijven de lokale situatie goed wat voordelen geeft in de uitvoeringspraktijk. Ook geven de overheden aan dat bij de invulling van social return, voorzover dit wordt gevraagd, de lokale en regionale bedrijven een belangrijke rol kunnen spelen in de uitwerking hiervan. Overheden stimuleren de positie van het mkb op een aantal punten. In de eerste plaats door met name bij onderhandse aanbestedingen ook enkele regionale bedrijven uit te nodigen. In de tweede plaats door actief informatie aan deze bedrijven over te dragen die helpt bij de oriëntatie op (grotere) projecten bij de overheden. De marktdag ‘Ondernemend aanbesteden’ is één van de voorbeelden die in dit verband worden genoemd.
19
3 Vijf vragen over het aanbestedingsbeleid
Voor de markt is het interessant te weten hoe de overheden de projecten in de komende tijd op de markt willen gaan zetten. Het gaat daarbij over de aandacht die de opdrachtgevers hebben voor duurzaamheid bij de gevraagde aanbiedingen en over hoe zij handen en voeten gaan geven aan social return. Verder is van belang welke rol het midden- en kleinbedrijf kan spelen op de projecten in 2013. De richting en de accenten in het aanbestedingsbeleid hebben we in de vorm van vijf vragen aan de overheden voorgelegd. Deze vijf vragen zijn: 1. Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? 2. Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? 3. Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? 4. Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? 5. Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? Gemeente Alkmaar
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? Het aantal aanbestedingen zal naar verwachting lager zijn dan afgelopen jaren door teruggang in aantal projecten en investeringen. Door de crisis zal de wijze van aanbesteden niet veranderen, wel hebben wij oog voor andere aanbestedingsvormen zoals design & construct, ketensamenwerking en waar mogelijk functioneel specificeren. Ook al zijn de eerste ervaringen met D&C niet altijd om over naar huis te schrijven, gaan we hiermee wel door.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Toepassen van criteria Agentschap NL en eigen criteria voor duurzaamheid worden meegenomen in aanbestedingen. Het college heeft ook het manifest professioneel duurzaam inkopen ondertekend en verklaart daarmee de ambitie te hebben om de nieuwe aanpak ook uit te voeren.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Deelname aan pilot social return van Hoorn, Alkmaar samen met RPA, UWV en Sociale werkvoorzieningen op basis van de methode van de gemeente Amersfoort, met als uiteindelijk doel een bovenregionale eenduidige aanpak om via aanbestedingen mensen aan het werk te krijgen.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale regionale en lokale bedrijfsleven? Wij kiezen voor het bevorderen van deelname van lokale en regionale bedrijven door bij onderhandse aanbesteding in eerste instantie op zoek te gaan naar lokale en regionale ondernemers.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking betrekking tot innovatief aanbesteden? Zie het antwoord onder 1.
20
Gemeente Beemster
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? Het aantal aanbestedingen is minder geworden, de wijze van aanbesteden is echter niet veranderd. Bijna alle aanbestedingen zijn meervoudig onderhands volgens het inkoopen aanbestedingsbeleid van de gemeente Beemster. Hierbij worden zoveel mogelijk firma's uit de regio benaderd zoals ook is vastgelegd in de beleidsnota inkoop en aanbesteding.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Wij streven naar kwaliteit en duurzaamheid en verwerken dit in onze eisen. De gemeente Beemster stelt binnenkort een beleidsnota Duurzaamheid vast waarna de beleidsnota inkoop en aanbesteden aangepast zal worden.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Het ligt gezien de beperkte grootte van onze projecten niet in de lijn der verwachting dat hier voortvarend mee om wordt gegaan.
4.
Welke rol ziet zi et u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? Wij zijn conform onze nota inkoop- en aanbestedingbeleid verplicht één of meer lokale partijen te benaderen.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? Gezien het feit dat de gemeente Beemster per 1-1-2014 ambtelijk gaat samenwerken met de gemeente Purmerend, is er een redelijk tot grote kans dat pas na die datum meer wordt overgegaan tot innovatief aanbesteden. Dit zal dan in overleg met de gemeente Purmerend gaan die meer ervaring heeft met deze manier van aanbesteden.
21
Gemeente Den Helder
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? Met name in het onderhoud zal het aantal opdrachten teruglopen. Bij de nieuwe investeringen lijkt het redelijk stabiel te blijven. Wel gaan wij steeds vaker over op het afsluiten van "raamcontracten" en aanbesteden op basis van EMVI.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Wij hebben het convenant duurzaam inkopen van Agentschap NL ondertekend en wij passen de minimale eisen voor duurzaamheid toe in de bestekken. Tevens is recentelijk het Manifest professioneel duurzaam inkopen ondertekend, hiermee verbindt de gemeente Den Helder zich eraan bij een aanbesteding duurzaamheidswensen een zwaarder gewicht te geven. Daarnaast passen wij inmiddels ook de CO2-prestatieladder toe bij aanbesteding van werken op basis van EMVI.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? projecten? In het raamcontract voor "elementenverharding" en "borstelen & vegen" hebben wij afspraken gemaakt t.a.v. social return.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? Lokale en regionale partijen worden waar mogelijk en voor zover zij bekend zijn bij de gemeente, uitgenodigd mee te doen aan aanbestedingen.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? In 2013 worden een aantal werken aanbesteed op basis van Design & Construct (& Maintain).
22
Gemeente Heiloo
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? De gevolgen van de crisis op het aantal aanbestedingen is dat met name het bouw- en woonrijp maken in de tijd naar achteren is geschoven. In de GWW zijn er geen verschillen opgetreden in Heiloo.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Wij maken daar nog weinig gebruik van. Alleen bij bouwprojecten eisen wij een 7,5 in de EPC norm.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Social return wordt nog niet toegepast in Heiloo. We willen dit wel gaan opnemen in het aanbestedingsbeleid, maar pas over een langere periode van kracht laten worden.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? Wij nodigen vaak lokale bedrijven uit voor een aanbesteding, naast andere bedrijven zodat ze een kans maken. We geven ze echter geen exclusiviteit.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? We hebben hier nog geen concreet beleid voor.
Op de website van de gemeente staat een inkoopkalender waarop vooraankondigingen van uitbestedingen staan. Dit is nog niet volledig, maar wel een eerste aanzet om vooraf al bekend te maken wat de gemeente gaat aanbesteden zodat de marktpartijen de gemeente hiervoor kunnen benaderen.
23
Gemeente Hollands Kroon
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? Deze vraag is nog niet te beantwoorden omdat wij onvoldoende historisch vergelijkingsmateriaal hebben.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Wij maken gebruik van de duurzaamheidscriteria van Agentschap NL en bekijken per project welke duurzaamheidcriteria wij nog meer kunnen toepassen.
3.
Op welke wijze gaat u social so cial return toepassen bij de projecten? Wij onderzoeken de mogelijkheden per project.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? Er wordt extra aandacht ingeruimd voor het bedrijfsleven met name voor het mkb.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? Wij bekijken de mogelijkheden per project.
Hollands Kroon heeft nog geen concrete projectinformatie beschikbaar. Wel zijn indicatief de jaarlijkse lasten voor verkeer en vervoer bekend (uit de concept begroting 2013). Deze bedragen circa € 9 miljoen per jaar en zullen de komende jaren naar verwachting met enkele procenten afnemen.
24
Gemeente Hoorn
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? De verwachting is een daling van bouw- en woonrijpmaken van het nieuwbouwproject Bangert- en Oosterpolder (invloed van de markt). Gevolgen voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte voorzien wij niet in 2013 (collegeprioriteit: schoon, heel en veilig van de openbare ruimte). Beheer en onderhoud zijn in 2011 en 2012 meerjarig aanbesteed en lopen nog circa 2 tot 3 jaar. Vanaf 2007 zien we het werk verschuiven naar beheer en onderhoud, in 2011 is dit 70%.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen inkopen gebruikt u? Standaard toepassen van Agentschap NL.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Voor een proefperiode van een jaar past de gemeente Hoorn social return toe als geschiktheidseis van 5% van de aanneemsom. bij Europese aanbestedingen en waar mogelijk ook bij nationale aanbestedingen. De social return verplichting moet in verhouding staan tot de opdracht. De gemeente Hoorn doet mee aan de pilot Social Return in de regio Noord-Holland Noord (Alkmaar, Hoorn en Den Helder).
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? 70%-80% van de gww-aanbestedingen wordt uitgevoerd door regionale bedrijven. De gemeente Hoorn consulteert de markt over hoe aan te besteden. In de uitvoering van de werken blijven ze een belangrijke rol spelen (lokaal qua economisch belang, social return, innovatie en duurzaamheid).
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? Een bewuste afweging te maken over de wijze van aanbesteding. Bij voorkeur is dit innovatief. Hiervoor stelt de gemeente Hoorn zich vijf vragen over de aanbestedingswijze, deze vragen zijn: a. Wat willen we bereiken (tijd, geld, kwaliteit en risico)? b. Wat kunnen en willen we als gemeente Hoorn zelf doen? c. Wat kan de markt voor de gemeente doen? d. Welke contract- en aanbestedingsvorm past daarbij? e. Welk contractbeheer past daarbij? Voor 2013 doen we de volgende projecten: - Vervangen geluidsscherm Provincialeweg (UAV-gc) - Vaarroute Drachterveld (UAV-gc) - begraafplaats Zuiderdracht (UAV-gc) - aanleg hockeycomplex (UAV-gc) In 2011 zijn we gestart met het eerste UAV-gc project "De Strip". In 2011 met het bundelen van asfaltwerkzaamheden, het bundelen van elementenverhardingen (open postenbestekken) en het bundelen van vervangen, ontwerpen en aanleggen van speelvoorzieningen. De gemeente leert na te denken in functioneel omschrijven van de opdracht in plaats van standaard RAW-bestekken schrijven.
25
Gemeente Opmeer
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? aanbesteden? Geen gevolgen door de crisis, wel zijn een aantal plannen naar achter geschoven, maar dat had planologische oorzaken.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Het aanbestedingsbeleid meldt: “De gemeente Opmeer onderschrijft de doelstelling van de nationale overheid om duurzaamheid in al haar inkopen te integreren. Meer specifiek zal de gemeente Opmeer voor al die Werken, Leveringen en Diensten, waar het Agentschap NL duurzaamheidcriteria voor heeft ontwikkeld, deze voor ten minste 75% ook gaan toepassen.” In de praktijk wordt duurzaamheid meegenomen in productaanvraag. Bovendien staan we open voor alternatieven.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Het aanbestedingsbeleid meldt “De gemeente Opmeer ziet Social return als een onmisbaar instrument om samen met leveranciers vorm en inhoud te geven aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De gemeente gaat de mogelijkheden onderzoeken om bijstandsgerechtigden meer te betrekken bij aanbestedingen en samen met de WVG Opmaat alternatieven te ontwikkelen om haar klanten nog beter bij dit proces te betrekken.”
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? bedrijfsleven? Het aanbestedingsbeleid meldt: “De mogelijkheden die de wet biedt om de lokale economie te stimuleren worden toegepast. Met name bij onderhandse inkoopvormen ligt hierin een mogelijkheid, door bij offerteaanvragen maximaal 67% lokale leveranciers uit te nodigen.”
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? De gemeente Opmeer staat binnen de gestelde kaders open voor andere vormen van aanbesteding.
26
Gemeente Uitgeest
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? Er wordt minder geld beschikbaar gesteld voor exploitatie en investeringen. En de gemeente ontvangt minder subsidie van de provincie voor bepaalde projecten. Er wordt dan kritischer gekeken naar de noodzaak voordat besloten wordt tot uitgeven over te gaan, er wordt naar goedkopere en slimme efficiënte oplossingen gezocht, onderhoudswerken worden geprioriteerd en in kleinere delen op de markt gezet.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Geen antwoord beschikbaar.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Qua social return hebben we goede ervaring met de invulling hiervan in de vorm van een leerling bouwplaats verplicht te stellen in het programma van eisen.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? bedrijfsleven? De lokale en regionale ondernemers zijn altijd al belangrijk geweest voor gemeente Uitgeest. Bij het selecteren van de uit te nodigen aannemers bij een meervoudig onderhandse aanbesteding is altijd de overweging en wordt de keuze gemaakt voor meerdere lokale/regionale bedrijven. Uiteraard moet het wel doelmatig worden bekeken.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? Geen antwoord beschikbaar.
27
Gemeente Zaanstad
1.
wijze ijze Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de w van aanbesteden? De gemeente Zaanstad zal ook bezuinigen. Vooralsnog gaat het om circa 10 % op het budget. Projecten worden waar mogelijk groot aanbesteed, zoals grote rioolwijken en herinrichtingen. Daarnaast staat social return hoog in het vaandel.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? Duurzaam Inkopen staat als doelstelling in het Inkoopbeleid opgenomen. Hierbij wordt enerzijds aansluiting gevonden bij de landelijk ontwikkelde criteria (zie http://www.pianoo.nl/duurzaaminkopen/productgroepen) en anderzijds door samen met de beleidsafdeling voor Klimaatneutraliteit te kijken wat bij een specifieke aanbesteding gedaan kan worden aan het bereiken van de doelstelling om Zaanstad in 2020 klimaatneutraal te laten zijn. Zo is bij de aanbesteding van Energie de beleidsafdeling nauw betrokken geweest.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Voor social return zal de eis > 10% van de aanneemsom zijn. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk, maar vragen formele besluitvorming. Tevens zal waar mogelijk in 2013 gekeken worden naar punten toekenning bovenop de 10% eis.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? bedrijfsleven? Het regionale en lokale bedrijfsleven is als partij niet anders dan anderen. Uiteraard wordt door middel van overleg en zoals nu de marktdag getracht zoveel als mogelijk informatie beschikbaar te stellen zodat ook regionale aannemers zich kunnen richten op grotere aanbestedingen. Tevens wordt gekeken op welke wijze wij lokale aannemers kunnen betrekken in gesprekken en uitvoering kunnen geven aan punten zoals social return.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? Innovatief aanbesteden is geen doel op zich. Waar mogeljjk zal van deze contractvormen gebruik gemaakt worden, indien projecten zich hiervoor lenen. Bij projecten in Zaanstad is veel afstemming vereist in verband met participatie en afstemming met andere vakgebieden. Dit vraagt een andere overlegstructuur dan bijvoorbeeld bij sterke civieltechnische projecten zoals vervangen van een brug. Verder zal Zaanstad in 2013 meer gebruik gaan maken van EMVI.
28
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
1.
Wat zijn de gevolgen van van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? De crisis beïnvloedt niet zozeer het aantal aanbestedingen welke het hoogheemraadschap voornemens is in de markt te gaan zetten. De grote infrastructurele werken aan de primaire waterkeringen die voortkomen uit het Hoogwater Beschermings Programma (HWBP) staan de komende jaren op de rol en crisis of geen crisis, deze moeten uitgevoerd worden. Daar waar mogelijk worden de contracten volledig uitgenut en wordt er gebruik gemaakt van verlengingsmogelijkheden, maar als er geen opties meer zijn worden de producten en diensten opnieuw aanbesteed.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? HHNK past de duurzaamheidscriteria toe die zijn ontwikkeld door Agentschap NL ten aanzien van het duurzaam inkopen van een groot aantal verschillende inkooppakketten. Dat zijn criteria op het gebied van duurzaam hout (FSC), schonere motoren (strenge emissienormen), etc. Daarnaast is het hoogheemraadschap voornemens om de CO2-Prestatieladder te gaan toepassen bij grotere aanbestedingen van werken.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Vooralsnog zal het hoogheemraadschap social return niet gaan toepassen in haar inkoop- en aanbestedingsbeleid. De Europese aanbestedingsrichtlijnen voorzien al in de mogelijkheid om overheidsopdrachten voor te behouden aan sociale werkplaatsen en daarmee kan ook het doel bereikt worden om integratie in het arbeidsproces van mensen die op afstand tot de arbeidsmarkt staan, te bevorderen. Situationeel zal onderzocht worden of en welke aanbestedingsopdrachten HHNK op deze manier zou kunnen aanbesteden.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? bedrijfsleven? HHNK maakt veelvuldig gebruik van het lokale loon- en aanneembedrijf voor de uitvoering van allerhande uitvoeringswerken, zoals baggerwerkzaamheden in landelijk gebied, maai- en slootwerk, gladheidbestrijding, etc. Daar waar mogelijk zullen lokale of regionale ondernemingen benaderd blijven worden bij onderhandse aanbestedingen.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? HHNK zet de komende jaren sterker dan voorheen in op innovatieve aanbestedingsvormen. Zo worden de werken niet meer standaard op laagste prijs gegund op basis van een RAW-bestek, maar worden in toenemende mate geïntegreerde contractvormen zoals UAVgc-2005 toegepast, vaak in combinatie met het gunningscriterium Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Binnen het Ingenieursbureau van het HHNK ligt een doelstelling om per 2015 30% van onze werken middels geïntegreerde contracten aan te besteden. Bij EMVI aanbestedingen wordt ook vaker het middel van ‘gunnen op waarde’ gebruikt, waarbij de meerwaarde die een inschrijver kan bieden wordt gemonetariseerd en in mindering gebracht op de inschrijfsom.
29
Provincie Noord-Holland
1.
Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het aantal aanbestedingen en voor de wijze van aanbesteden? Te verwachten is een achteruitgang van het aanbestedingsvolume op middellange termijn: >3 jaar. Hoeveel die achteruitgang zal zijn is momenteel nog onderwerp van politieke besluitvorming en mede afhankelijk van de economische ontwikkeling. Of het aantal aanbestedingen terug zal lopen a.g.v. voorgaande is niet te zeggen. Wel is binnen de provincie een programma gestart dat inzet op traject- en gebiedsgericht werken, waarbij de markt meer verantwoordelijkheid krijgt. Deze ontwikkeling zal, ongeacht het aanbestedingsvolume, invloed krijgen op het aantal aanbestedingen en de wijze van aanbesteding. De wijze van aanbesteding zal de komende jaren veranderen. Meer geïntegreerde contracten voor bouw en beheer. Ook wordt geëxperimenteerd met Best Value Procurement.
2.
Welke mogelijkheden ter bevordering van duurzaam inkopen gebruikt u? In al haar aanbestedingen past de provincie minimaal de duurzaamheidseisen van Agentschap NL toe. Daarnaast denkt zij waar mogelijk na over verdergaande duurzaamheidsmogelijkheden.
3.
Op welke wijze gaat u social return toepassen bij de projecten? Op dit moment voert de provincie een onderzoek uit naar de mogelijkheden voor het toepassen van Social return bij haar aanbestedingen. Op dit moment is er nog geen beleid voor.
4.
Welke rol ziet u voor het regionale en lokale bedrijfsleven? bedrijfsleven? In ons Inkoopbeleid hebben we aandacht voor het MKB. Daarnaast volgen we de (toekomstige) nieuwe aanbestedingswet.
5.
Wat is uw inzet voor 2013 met betrekking tot innovatief aanbesteden? Zoals bij vraag 1 aangegeven: de wijze van aanbesteding zal de komende jaren veranderen. Meer geïntegreerde contracten voor bouw en beheer. Ook wordt geëxperimenteerd met Best Value Procurement. Deze ontwikkelingen gaan naar verwachting in de periode tot 2016 een stempel drukken op de manier waarop de provincie de markt zal benaderen. Voor beheercontracten zal medio 2013 gestart worden met het op de markt zetten van interdisciplinaire beheercontracten, als opmaat naar prestatiebestekken/gc-contracten. Bouwcontracten gaan meer en meer in de vorm van een D&B of E&C naar de markt. Deze ontwikkeling zal zich ook in 2013 versterkt voortzetten.
30
31
4 De regio aan het woord
De samenwerking tussen overheden en marktpartijen bij ondernemend aanbesteden moet leiden tot een gezamenlijk optrekken om de sector verder te helpen en de uitdagingen voor de toekomst op te pakken. Ondernemend aanbesteden betekent voor de overheid meer gebruik maken van de kennis van de markt. De bouwbedrijven zullen moeten investeren in klantgericht werken. Aan Onno van Veldhuizen (burgemeester Hoorn en vice-voorzitter Vernieuwing Bouw) en Klaas de Leeuw (voorzitter Federatie Bouwend Nederland NH-Noord) de vraag wat er aan vernieuwing is bereikt en hoe het nu verder moet met de bouwsector. ONNO VAN VELDHUIZEN: VELDHUIZEN: ‘VERNIEUWING IS NOG STEEDS DE UITZONDERING’ (burgemeester Hoorn en vice-voorzitter Vernieuwing Bouw) Wat is er aan vernieuwing gerealiseerd en wat blijft hiervan over in de crisis crisis? ? Van Veldhuizen: ‘Vernieuwing zit voor ons vooral in het anders naar de markt kijken. Wij hebben voor onze projecten een inkoopladder opgesteld waarmee we onszelf vijf vragen stellen over wat we bijvoorbeeld zelf moeten doen en wat we beter aan de markt kunnen overlaten. Mijn visie is dat het bedrijfsleven veel meer kan en moet gaan doen. Bij nieuwe projecten vragen wij als gemeente steeds vaker wat de bedrijven aan onderhoud daarbij kunnen doen. Kunnen we op energie besparen of efficiënter met grondstoffen omgaan? In de aanbesteding van de multifunctionele accommodatie in Bangert Oosterpolder hebben we ook het ontwerp meegenomen. Ook nieuw is dat we het groot onderhoud in de gemeente als één project aanbesteden. Maar eerlijk gezegd vallen de aanbiedingen uit de markt mij soms tegen, vernieuwing is nog steeds de uitzondering. Bedrijven zijn lang niet altijd klaar voor morgen. Ik heb daar wel begrip voor want het leidt tot meer risico en meer kosten voor de aanbieder. Maar als we verder willen komen moeten bedrijven, zeker richting overheid, meer met maatschappelijke belangen meedenken.’ Wat kan een gemeente doen met social return? Van Veldhuizen geeft aan dat Hoorn sinds kort als inschrijvingseis stelt dat aanbieders 5% van de aanneemsom moeten besteden aan de inzet van werklozen op bouwprojecten of aan leerlingwerkplaatsen. ‘Bij het project Oostereiland hebben we al een leerlingbouwplaats gerealiseerd. Dat hoeven geen mensen uit onze gemeente te zijn. Wij vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk gemeenten aan social return gaan meedoen omdat het maatschappelijke voordelen heeft. Het is vervolgens aan de markt om geschikte mensen te zoeken. Als de crisis voorbij is, hebben we goede vakkrachten hard nodig, dus we willen deze mensen zo kort mogelijk in de bakken van werkzoekenden hebben. De gemeenten en de scholen moeten hier ook gezamenlijk optrekken om de juiste mensen op projecten te krijgen. Wij willen de bedrijven daarin met een speciaal loket ondersteunen.’ Wat kunnen de bouwers uit de regio van de gemeente verwachten? Van Veldhuizen: ‘Heel veel, wij besteden 80% van het werk uit aan het mkb, dat veelal regionaal en lokaal actief is. Wij blijven ook veel kleine en middelgrote werken aanbesteden. Wel maak ik me zorgen dat de eisen uit de nieuwe Aanbestedingswet ons teveel gaan beperken. Vooral op het punt van de omzet en referenties van de aanbieders zouden we meer vrijheid willen hebben. Ik heb sterk het gevoel dat in de wet teveel het lied van het mkb wordt gezongen. De kern is natuurlijk gewoon dat we via aanbesteden goede concurrentie en innovatie blijven organiseren.’
32
Hoe komen we sterker uit deze crisis? crisis ? Volgens de burgemeester hebben alle partijen belang bij vooruitgang. ‘Wij willen vooral effectieve concurrentie organiseren. Voor mij is een succesvol bouwbedrijf een bedrijf dat goed omgaat met maatschappelijke doelen als social return en duurzaamheid, dat proactief de samenwerking opzoekt en daarbij een goed rendement weet te behalen. Het past in mijn visie niet meer om naar elkaar te wijzen. Wij willen daarbij de markt ‘zoveel mogelijk’ de ruimte geven. Wie binnen onze gemeente traditioneel wil aanbesteden, heeft voor mij dan ook wat uit te leggen. Maar daarnaast zal ook de ondernemer zich innovatiever moeten tonen’.
KLAAS DE LEEUW: LEEUW : ‘BOUWPROJECTEN MOETEN MOETEN BETER WORDEN VOORBEREID’ (voorzitter Federatie Bouwend Nederland NH-Noord) Wat is er aan vernieuwing tot stand gebracht in de afgelopen jaren? De Leeuw: ‘Onze ervaring is dat vernieuwing vooral daar plaatsvindt waar alle partijen gezamenlijk betrokken worden bij de voorbereiding en de uitwerking van een project. In bouwteamverband kom je tot nieuwe dingen en voorkom je problemen in de uitvoering. Ons bedrijf werkt veel voor private partijen en daar is veel meer mogelijk dan bij de overheid. Het komt bij gemeenten vaak voor dat zes, zeven partijen los van elkaar aan een project gaan rekenen en met totaal verschillende oplossingen komen.’Volgens De Leeuw ontbreekt het de overheid steeds vaker aan kennis om die projecten goed te beoordelen. ‘Gemeenten staan buiten de praktijk van elke dag, maar ook in onze sector zelf zie je dat kennis en vaardigheden soms tekort schieten.’ Wat betekent social return voor de bedrijven? bedrijven? De Leeuw juicht het toepassen van social return bij overheidsopdrachten toe. ‘Vooral het creëren van leerlingbouwplaatsen is essentieel. De leerlingen die we hiermee kunnen binnenhalen, hebben we in latere jaren hard nodig. Probleem is wel dat we weinig begeleiding kunnen geven. Ook is het lastig om leerlingen te plaatsen, als je aan de andere kant genoodzaakt bent in te krimpen en mensen moet laten gaan.’ Wat verwachten de bouwers van de gemeenten in de regio? regio ? ‘Social return is mooi voor de werkgelegenheid in onze regio. Veel baat zouden de lokale bedrijven daarnaast hebben als overheden meer oog zouden hebben voor het mkb en bij onderhandse aanbestedingen meer regionale bouwers zouden uitnodigen. Ik ben tegen protectionisme, maar in mijn ogen is er voor de meeste projecten voldoende kwaliteit in de regio. En met drie of vier offertes krijg je altijd een goede prijs en is het niet nodig om bedrijven uit het oosten van het land uit te nodigen, want dat zie je nog wel eens gebeuren.’ Hoe komen we sterker uit deze crisis? crisis ? De Leeuw: ‘Het eerste wat moet gebeuren is dat de financiële stroom weer op gang komt. Bedrijven en consumenten moeten weer vertrouwen krijgen en gaan investeren. Dit is goed voor de werkgelegenheid en voor de bedrijven. Vooral de regionale opdrachtgevers zouden hier veel kunnen betekenen. Daarbij gaat het wat mij betreft om samenwerken, samenwerken en nog eens samenwerken. In de markten waar ons bedrijf actief is, zie ik dat aantoonbaar grote financiële voordelen kunnen worden behaald, als beter wordt samengewerkt. Dat gaat niet alleen over samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, maar ook in de sector zelf: installateur, architect, toeleverancier moeten hierbij allemaal worden betrokken. Meer efficiency, minder faalkosten en een hogere klanttevredenheid is ook goed voor de gemeenten die met beperkte budgetten zitten. De eerste stappen in deze richting worden nu gezet.’
33
Ondernemend aanbesteden moet ook leiden tot nieuwe impulsen om mensen voor de bouw te blijven interesseren en het vakmanschap in de regio te behouden. Aan Henry Meijdam (Directeur ESPEQ Opleidingsbedrijven) en Ben Bleumer (Regiobestuurder FNV Bouw) de vraag wat de crisis betekent voor opleidingen en personeel en hoe we de bedrijfstak aantrekkelijk kunnen houden. HENRY HENR Y MEIJDAM: ‘DE BOUW BIEDT NOG STEEDS UITSTEKENDE CARRIÈREMOGELIJKHEDEN’ (Directeur ESPEQ Opleidingsbedrijven) Wat is het belang van vakmanschap en goede opleidingen? Meijdam: ‘Voor de bouwpraktijk is het ongelofelijk belangrijk om jonge mensen op te leiden. ESPEQ is daarvoor opgericht door bouwbedrijven uit de regio omdat zij vonden dat de reguliere opleidingen onvoldoende aansloten op de praktijk. Bij ESPEQ worden de leerlingen opgeleid tot bijvoorbeeld metselaar, timmerman of stukadoor en worden daarbij ook op projecten van de bedrijven ingezet. De meerwaarde van ESPEQ is de selectie op motivatie en werkhouding. Ook gevev we de leerlingen 25% meer kennis mee dan in het curriculum is vereist. Ook willen we dat leerlingen een volledig bouwproject meemaken, zodat ze alle facetten onder de knie krijgen. Met onze aanpak bereiden we de jongeren optimaal voor op een baan en zijn ze ook veel breder op projecten inzetbaar.’ Wat zijn de belangrijkste belangrijkste problemen op dit moment? Meijdam: ‘Voor ESPEQ is het belangrijkste probleem om de komende vijf jaar goed door te komen. Het aantal leerlingen is teruggegaan van 600 in het topjaar 2008 naar ongeveer 200. Dit komt vooral doordat we meer leerlingen dan we nu opleiden niet bij de bedrijven in de praktijk kunnen plaatsen. Het werk in de regio is door de crisis sterk teruggelopen en ook kunnen de bedrijven minder begeleiding bieden. Gelukkig is de loyaliteit van de bedrijven naar ESPEQ nog steeds groot, ook al gaat de financiële rek er wel steeds meer uit. Als de crisis eenmaal voorbij is, hebben we weer erg hard goed opgeleide mensen nodig, vooral omdat de komende tijd veel meer bouwvakkers met pensioen zullen gaan. In de tussentijd zoeken we bij ESPEQ ook naar nieuwe activiteiten zoals het bieden van administratieve ondersteuning aan het mkb.’ Wat kan social return bijdragen? Meijdam: ‘Social return is een wenselijke ontwikkeling maar in de praktijk leidt dit nog wel tot problemen. Als bouwbedrijven hierdoor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt moeten inschakelen, is er minder plaats voor de leerlingen die wij opleiden. Ik pleit er voor dat bij social return het opleiden van leerlingen een pré blijft. We hebben daar met een woningbouwproject in Purmerend goede ervaringen mee opgedaan. Leerlingbouwplaatsen zijn ook geschikt om jongeren met nieuwe bouwmethoden bekend te maken en ze zelfstandigheid op de bouwplaats bij te brengen. Daarmee sluiten we aan op de eisen van de markt.’ Hoe kunnen we de bedrijfstak aantrekkelijk houden? Volgens Meijdam moet er een herwaardering van het vakmanschap komen. ‘In de afgelopen dertig jaar leek alleen een universitaire opleiding te tellen. Ouders staan nog steeds niet te juichen als hun kind de bouw in wil, zeker niet in deze tijd van faillissementen en ontslagen. Maar als je nu begint aan de opleiding, heb je over drie of vier jaar vrijwel zeker een baan. Er gaan meer mensen met pensioen, dan dat de werkgelegenheid terugloopt. Vanaf 2016 ontstaat een tekort. Daarom halen we nu regelmatig basisschoolkinderen uit de regio naar ons opleidingscentrum om ze enthousiast te maken voor het vakmanschap. En ook het voortgezet onderwijs brengen we nadrukkelijk in contact met onze sector. Als bouw moeten we meer trots uitstralen en het imago van afvalputje van de arbeidsmarkt achter ons laten. Het is uiteindelijk een prachtig en trots vak.’
34
BEN BLEUMER: ‘VEILIGHEID OP DE BOUWPLAATS RAAKT ONDERGESNEEUWD BIJ LAAGSTE PRIJS’ (Regiobestuurder FNV Bouw) Wat is het belang van vakmanschap v akmanschap en goede opleidingen? Bleumer: ‘We hebben veel nieuwe werknemers nodig en die moeten goed zijn voorbereid op de eisen die de bouwsector de komende tijd stelt. De bouw staat voor belangrijke vernieuwingen, en veel opdrachtgevers willen dat bouwprojecten sneller worden uitgevoerd. Dat vraagt niet alleen om technisch vakmanschap, maar ook om mondige werknemers die goed communiceren. Met het grote aantal disciplines op de bouwplaats met ieder zijn eigen deeltje in het bouwproject liggen onveilige situaties snel op de loer. Werknemers moeten daarin beschermd worden maar hebben ook een eigen rol als het gaat om problemen signaleren. Daarin is nog veel te winnen.’ Wat zijn de belangrijkste problemen op dit moment? Bleumer: ‘De crisis heeft een aantal negatieve effecten. Allereerst natuurlijk de sterke daling van de werkgelegenheid in de bouw en de gevolgen daarvan voor collectieve voorzieningen in de bedrijfstak. Maar daarnaast zien we dat de focus op de laagste prijs bij de aanbesteding bedrijven ertoe aanzet hun vaste werknemers te ontslaan en te vervangen door zzp-ers (wat vaak weer dezelfde mensen zijn). Deze versnippering van werkzaamheden betekent dat iedereen alleen op de kwaliteit van zijn eigen onderdeel let en niemand verantwoordelijk is voor het geheel. Dit is slecht voor de veiligheid op het werk. Gebrekkige aandacht voor veiligheid heeft zijn prijs: jaarlijks zijn er meer dan 2.000 valongevallen in de bouw. Maar ook de kwaliteit van het werk staat daardoor sterk onder druk’. Wat kan social return bijdragen? Bleumer: ‘Social return kan een belangrijke bijdrage leveren in deze tijd, er is veel aanbod. Maar we moeten hier niet te krampachtig mee omgaan. Het is voor ons op dit moment vooral belangrijk om voldoende leerlingbouwplaatsen te creëren en daarmee anticyclisch op te leiden. Hoeveel ruimte er is voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, is moeilijk te zeggen. De bouw moet denk ik sowieso in een grotere vijver vissen en zich meer gaan richten op zijinstromers en ouderen. Social return is daarbij zeker een belangrijke stimulans voor bedrijven om over de personeelsvoorziening in de komende jaren na te denken.’ Hoe kunnen we de bedrijfstak aantrekkelijk houden? Bleumer: ‘Een aantrekkelijke bedrijfstak zorgt ervoor dat haar werknemers veilig kunnen werken en goede arbeidsvoorwaarden hebben. Dat is de basis. De sector zal daarbij de negatieve effecten van de versnippering op de bouwplaats tegen moeten gaan, bijvoorbeeld door in de voorfase veel beter na te denken over de afstemming van werkzaamheden: hoe kunnen met we z’n allen voor een veilige bouwplaats zorgen?’ Maar ook de opdrachtgever heeft hier een rol volgens Bleumer. ‘Er zou door de opdrachtgever veel meer moeten worden getoetst op de naleving van cao’s, bij hoofdaannemers én onderaannemers. En bij selectie van bedrijven moeten opdrachtgevers meer oog hebben voor hoe bedrijven met aspecten als naleving van de cao’s en veiligheid omgaan. Ook hier heeft aanbesteden op laagste prijs een negatief effect. Een goed voorbeeld is ProRail dat bedrijven die goed met veiligheid omgaan, een voorsprong geeft in de aanbesteding. Ook de gemeente Purmerend, die machinaal straatwerk stimuleert in de aanbesteding, is een goed voorbeeld en heeft daarvoor van de FNV de Gouden Straatsteen ontvangen. Meer opdrachtgevers zouden op deze wijze moeten gaan werken’.
35
Ondernemend aanbesteden haakt aan op de veranderingen in de aanbestedingsregels. Het aanbestedingsgedrag geeft daarbij nieuwe kansen voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Aan Joost Fijneman (Aanbestedingsinstituut Bouw&Infra) en Maarten Keijsper (Hoofd Ingenieursbureau Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) de vraag welke consequenties dit heeft voor de aanbesteding en welke opgaven er liggen voor de bedrijven. JOOST FIJNEMAN: ‘GIDS PROPORTIONALITEIT GAAT ONS VEEL OPLEVEREN’ (Aanbestedingsinstituut Bouw&Infra) Welke ontwikkelingen doen zich voor op de aanbestedingsmarkt? Fijneman: ‘We zien dat tijdens de crisis het aantal openbare aanbestedingen is gedaald, met name bij gemeenten en Rijk. Opdrachtgevers besteden vooral kleine werken minder vaak openbaar aan en dit komt volgens ons vooral door een verschuiving richting onderhandse aanbesteding. Wij maken ons sterk voor het verhogen van de drempels voor openbare aanbesteding. En als er dan openbaar aanbesteed wordt, dan zou de kwaliteit, naast de prijs, in veel meer gevallen mee moeten tellen. De provincie Overijssel is een goed voorbeeld van een opdrachtgever die een ommezwaai in beleid heeft gemaakt en veel meer ruimte aan de markt geeft. Dit initiatief is van onderop ontstaan, omdat de aanbestedende dienst in de praktijk werd geconfronteerd met de negatieve effecten van altijd maar gunnen op laagste prijs.’ Wat kan er worden verbeterd aan de aanbestedingspraktijk? Joost Fijneman signaleert bij EMVI-aanbestedingen dat de voorspelbaarheid van de score veel beter kan. ‘Als niet duidelijk is wat een opdrachtgever belangrijk vindt, is het onmogelijk voor inschrijvers om de beste aanbieding te doen. Ook zijn er nog veel problemen met de toepassing van de aanbestedingsregels, bijvoorbeeld de objectiviteit van de selectiecriteria en de toepassing van omzet- en referentie-eisen. Maar ik verwacht dat de Gids Proportionaliteit ons hierbij veel voordelen zal opleveren. De Gids beveelt aan om aan inschrijvende bedrijven competenties te vragen in plaats van algemene referenties. Per competentie moet je dan laten zien dat je haar in huis hebt, bijvoorbeeld doordat je bepaalde werkzaamheden eerder succesvol hebt afgerond. Je hoeft immers ook maar één keer je rijbewijs te halen’. Daarnaast kan er volgens Fijneman winst worden geboekt op het punt van social return. ‘Het heeft vooral voordelen als je dit per opdracht in gezamenlijk overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer gaat invullen. Het simpelweg stellen van een algemene eis heeft weinig zin. Bouwbedrijven hebben er voorts baat bij als bestaande inspanningen, zoals het invullen van leerlingbouwplaatsen, een plaats krijgen bij social return.’ Welke voordelen kunnen opdrachtgevers halen uit vernieuwing van de aanbesteding? Fijneman: ‘Veel voordelen liggen in harmonisering van het aanbestedingsbeleid. Als de opdrachtgevers meer één lijn trekken in selectiecriteria en drempelbedragen, ontstaat veel meer duidelijkheid voor de bedrijven. Maar ook de opdrachtgevers zelf hebben er direct baat bij omdat veel minder discussie ontstaat over de aanbesteding zelf. De positieve ervaringen in Overijssel geven aan dat een betere dialoog met de markt er ook toe leidt dat je als opdrachtgever krijgt wat je wilt hebben. Bij de waterschappen constateren we al dat de harmonisering in aanbestedingsbeleid veel heeft opgeleverd. We zouden graag zien dat gemeenten en provincies deze lijn ook gaan oppakken, ook in Noord-Holland. Wat betreft innovatieve contracten is er in deze regio nog een wereld te winnen. Met 28 innovatieve aanbestedingen op een totaal van 370 was de regio in 2011 hekkesluiter in Nederland.’ Welke kansen dienen zich aan voor regionale bedrijven? Fijneman: ‘Als meer overheden de Gids Proportionaliteit daadwerkelijk gaan toepassen en de aanbestedingsdrempels verhogen, ontstaat er meer ruimte voor de regionale bedrijven. Deze bedrijven hebben met hun grote betrokkenheid en hun wortels in de samenleving ook iets extra’s te bieden. Uiteindelijk zitten opdrachtgevers niet te wachten op de spelers van ver die werken komen kopen. De regionale partijen zullen zich nog wel meer klantgericht moeten opstellen, om zo het verschil te blijven maken. Vanaf dag 1 moet je hier als bedrijf je inspanning op zetten.’ 36
MAARTEN KEIJSPER: ‘AANNEMERS MOETEN MEER FEEDBACK OVER HUN INSCHRIJVING HALEN’ (Hoofd Ingenieursbureau Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) Hoe ontwikkelt zich het opdrachtenvolume opdra chtenvolume van het Hoogheemraadschap? Keijsper: ‘De komende jaren is er veel werk te doen voor het Hoogheemraadschap. Vooral voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma staan veel projecten op stapel, onder meer het versterken van de dijken in de regio. Op het gebied van waterzuivering hebben we net enkele grote projecten afgerond en zullen de uitgaven de komende jaren trendmatig lager liggen. Momenteel zien we dat bedrijven veel interesse hebben in onze projecten. We signaleren daarbij dat bedrijven ruim onder onze ramingen inschrijven. Vanuit de inkoop is het voor ons gunstig om nu aan te besteden. Aan de andere kant komt het nu wel vaker voor dat we met de laagste inschrijver om de tafel gaan zitten om te kijken of alles goed is begroot. Ook hebben we vaker te maken met faillissementen onder de bedrijven die voor ons werken. Te lage inschrijvingen zijn dus wel een zorgpunt voor ons.’ Welke trends zijn er in de aanbestedingspraktijk? ‘Bij het Hoogheemraadschap hebben we een omslag gemaakt naar meer innovatief aanbesteden. In 2015 willen we 30% van het werk met geïntegreerde contracten op de markt zetten. Deze overgang gaat wel met horten en stoten, niet alleen bij de bedrijven maar ook bij ons. Het vergt een heel andere manier van denken bij onze mensen. De opgave ligt vooral in het beschrijven welk resultaat je wilt hebben en in het voorbereiden van het contract. Uiteindelijk zijn deze contracten wel efficiënter en versnelt het de projecten, omdat er minder discussie is over meer- en minderwerk. Waar wij daarnaast sterk op willen inzetten in het beleid is prestatiemeting. Bij het aanbesteden van adviesdiensten werken we hiervoor samen met Rijkswaterstaat die al de prestaties van individuele ingenieursbureaus meet. Deze werkwijze helpt de bedrijven en onszelf te verbeteren en beloont bij aanbestedingen de bedrijven die in het verleden goed werk hebben geleverd.’ Wat kunnen bedrijven in de regio verwachten? Het aanbestedingsbeleid laat volgens Keijsper maar in beperkte mate ruimte voor een specifieke positie voor regionale bedrijven. ‘Juridisch gezien is dit vaak lastig. Waar het wel kan, is bij projecten die kunnen worden opgeknipt. Bijvoorbeeld bij baggerprojecten kijken we welke regionale spelers hiervoor in aanmerking komen. Voordeel is dat deze bedrijven het gebied goed kennen en dat de lijnen kort zijn mocht in de uitvoering iets misgaan. In de betonbouw hebben we een paar sterke spelers in de regio, maar ik betwijfel wel of vooral het mkb in NoordHolland klaar is voor innovatieve contracten met een andere werkwijze. De aandacht voor kwaliteit en het leveren van meerwaarde kan daar nog beter.’ Welke opgaven liggen er voor de bedrijven? Keijsper: ‘Ik vind dat de sector zelf goed moet nadenken over hoe kwaliteit bij de aanbesteding moet meetellen en hoe we een werkbaar systeem van prestatiemeting voor de aannemers kunnen opzetten. Dit is op dit moment nog een zoektocht. Wat mij daarbij verbaast, is dat bedrijven die een aanbesteding hebben verloren, zelden navraag komen doen over de achtergrond hiervan. Aannemers zouden volgens mij veel meer feedback bij ons moeten halen. Vraag ons waarom je de opdracht niet hebt gekregen, wij hebben serieus beoordeeld en zijn daar transparant in. Het lerend vermogen van de bedrijven lijkt nog beperkt. Terwijl daar veel voordeel is te halen als wij op termijn de geleverde prestatie van de bedrijven gaan meewegen.
37
38
39
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van: van:
Deelnemende overheden zijn:
40