Inventarisatie dagactiviteiten begin 2015 Aanbieders, gemeenten en mantelzorgers over veranderingen dagactiviteiten dementie
Maart 2015
Wendy Werkman (Alzheimer Nederland) Julie Meerveld (Alzheimer Nederland)
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
p. 3
1. Inleiding
p 5.
2. Veranderingen volgens aanbieders dagactiviteiten
p. 6
3. Veranderingen in dagactiviteiten volgens gemeenten
p. 8
4. Veranderingen in dagactiviteiten volgens mantelzorgers
p. 10
2
Samenvatting en conclusie Gemeenten starten meteen met bezuinigingen dagactiviteiten bij dementie Vanaf 2015 zijn dagactiviteiten voor mensen met dementie de verantwoordelijkheid van de gemeente (Wmo). Dit is een nieuwe taak voor de gemeenten en zij zullen dit naar eigen inzicht invullen. Doel van de veranderingen in de zorg is om het huidige aanbod meer af te stemmen op lokale wensen en behoeften, het aanbod te verbeteren en te bezuinigen. Veel gemeenten beloven 2015 als overgangsjaar te laten zijn, wat betekent dat de omvang en aanbod hetzelfde blijft. Lukt dat en wordt de verbetering in 2016 voorbereid? Alzheimer Nederland wil weten of er begin 2015 al iets is veranderd in de dagactiviteiten en wat de gevolgen zijn voor bezoekers en hun naasten. Om dit te achterhalen zijn er gesprekken gevoerd met aanbieders van dagactiviteiten (in totaal 67), aselect gekozen gemeenten (in totaal 25) en is er een online enquête onder mantelzorgers gehouden (aantal deelnemers 896) in de periode 1 februari – 1 maart. De belangrijkste resultaten uit deze inventarisatie zijn: Volgens aanbieders Meer dan de helft (55%) van de aanbieders van dagactiviteiten geeft aan dat het aanbod en omvang van dagactiviteiten is veranderd. Daarnaast geeft een groot deel aan dat er nog veel onduidelijk is en echte veranderingen en impact daarvan in de loop van 2015 duidelijk worden. Meest genoemde veranderingen volgens de aanbieders zijn het werken met meer vrijwilligers en daarmee samenhangend minder professionals. Dit wordt veroorzaakt door bezuinigingen van de gemeente die kort op de tarieven uiteenlopend van 25% tot soms wel 50%. Het werken met meer vrijwilligers kan ten koste gaan van de kwaliteit, aldus de aanbieders. Het vervoer van en naar de dagactiviteiten is vaak niet meer geregeld of veranderd (ook door bezuinigingen). Ook de samenwerking met andere partijen zoals de wijkteams en casemananagers wordt relatief vaak genoemd als veranderingen. Mantelzorgers worden meer betrokken; ze worden ingezet op de locatie en er is meer aandacht voor begeleiding. Het sluiten van locaties, het openen van nieuwe locaties of fusies komen nog maar weinig voor volgens de aanbieders van dagactiviteiten. Volgens gemeenten Ook ongeveer de helft van de gemeenten (44%) ziet veranderingen in de dagactiviteiten. Een derde zegt dat er pas veranderingen komen na de keukentafelgesprekken en nieuwe indicaties. De overige gemeenten geven aan dat het 2015 een overgangsjaar is en alles bij het oude blijft. De gemeenten noemen het meest dat er meer aandacht is voor begeleiding van mantelzorgers en er meer samenwerking is met andere partijen. Ook de inzet meer vrijwilligers en bezuiniging op vervoer wordt relatief veel genoemd als gevolg van de eerder genoemde bezuinigingen. Tevens noemen sommige gemeenten dat dagactiviteiten worden vernieuwd; er komen laagdrempelige vormen dichtbij huis. Volgens mantelzorgers Van de mantelzorgers die een naaste verzorgen die een dagactiviteit bezoekt, zegt slechts 15% dat ze veranderingen hebben opgemerkt in de dagactivteiten. De helft (49%) ziet geen wijzigingen en een derde (36%) weet het niet. Meest genoemde verandering is een hogere eigen bijdrage. Het is duurder geworden waardoor hun naaste met dementie minder naar de dagbesteding gaat met meer belasting voor de mantelzorger tot gevolg. Ook het vervoer van en naar de dagbesteding is vaak veranderd en dit is niet naar tevredenheid. Taxi leidt tot hogere kosten, zelf rijden kost tijd en het rijden door vrijwilligers is nog niet goed geregeld.
3
Overeenkomstig de gemeenten en aanbieders merken de mantelzorgers ook op dat er minder professionals werken en meer vrijwilligers zijn. Dit leidt onder meer tot minder aandacht voor hun naaste en het wegvallen van vertrouwde gezichten.
Conclusie Alzheimer Nederland Deze eerste inventarisatie begin 2015, één maand na het begin van de transitie, maakt duidelijk dat er al veel verandert in de dagactiviteiten voor mensen met dementie. Het gaat vooral om bezuinigingen op vervoer en personeel waarbij professionals worden vervangen door vrijwilligers.Het inzetten van vrijwilligers kan alleen na training, kennis van dementie is nodig en wordt door mantelzorgers bij andere voorzieningen genoemd als een belangrijke voorwaarde voor kwaliteit. Mantelzorgers merken gelukkig nog niet veel van deze personeelsveranderingen in de eerste maand. Dat is ook niet verwonderlijk. Wel merken mantelzorgers dat de kosten hoger zijn waardoor men minder gebruik maakt vandagactiviteiten. Positief is de ontwikkeling dat dagactiviteiten vaker samenwerken met wijkteams en casemanagers en er aandacht is voor de begeleiding van de mantelzorger. Tevens maakt een handvol gemeenten plannen of een start met nieuwe vormen van laagdrempelige activiteiten dichtbij huis. Alzheimer Nederland stelt vast dat gemeenten al in de eerste maand van 2015 voortvarend bezuinigen en maakt zich zorgen over de bezuinigingen in de rest van 2015. Alle reden om de ontwikkelingen goed te blijven. Ook zullen we gemeenten wijzen op het belang van getrainde vrijwilligers. Daarnaast zal Alzheimer Nederland vernieuwingen die aansluiten op wensen en behoeften van mantelzorgers steunen en delen met gemeenten en vrijwilligers.
4
1. Inleiding 1.1. Aanleiding voor de peiling Dagactiviteiten zijn belangrijk voor mensen met dementie en hun naasten. Zo bleek uit de laatste Dementiemonitor Mantelzorg onder ruim 3300 mantelzorgers dat activiteiten één van de belangrijkste vormen van hulp te zijn om langer thuis te kunnen blijven wonen. Voor dagactiviteiten zijn mensen met dementie sinds 2015 afhankelijk van de gemeente (Wmo). Veel gemeenten zeggen dat het overgangsjaar 2015 gewoon een voortzetting is van 2014. Dus dat er niks verandert in het aanbod van dagopvang. Maar is dat zo? Hoe reageren aanbieders van dagactiviteiten? En wat zeggen de verschillende gemeenten? En wat merken de bezoekers van de dagbesteding? Deze vragen vormden aanleiding voor Alzheimer Nederland om begin 2015 een inventarisatie te doen naar de stand van zaken van dagactiviteiten bij dementie. 1.2. Vraagstellingen: In deze inventarisatie stonden de volgende vragen centraal: Is er al iets veranderd in het aanbod van dagactiviteiten sinds 2015? Welke veranderingen hebben plaatsgevonden? Of welke veranderingen gaan er op (korte) termijn plaatsvinden? Welk effect hebben de veranderingen op de bezoekers en hun mantelzorgers?
1.3. Methode en respondenten Aanbieders dagactiviteiten en gemeenten Voor deze inventarisatie hebben vrijwilligers (meestal belangenbehartigers) van Alzheimer Nederland in de regio waarin ze werkzaam zijn enkele aanbieders van dagactiviteiten geïnterviewd evenals de betreffende gemeente(n). In totaal zijn er 67 aanbieders verspreid door het land geïnterviewd (meestal managers/teamleiders) en 25 gemeenten (meestal beleidsambtenaren). Op deze wijze hebben we een globaal beeld van de stand van zaken in Nederland proberen te verkrijgen. Deze interviews zijn zowel telefonisch als persoonlijk uitgevoerd. De vrijwilligers gebruikten een standaard gespreksrichtlijn voor de interviews en hebben hun bevindingen later verwerkt in een online enquêteformulier. Mantelzorgers Tevens is aan mantelzorgers gevraagd of ze (al) veranderingen hebben opgemerkt in de dagactiviteiten voor hun naaste met dementie. Ervaringen met de dagactiviteiten is één van de 1 onderwerpen in de vragenlijst in het kader van de Dementiemonitor Veranderingen in de zorg 2015 . In februari 2015 hebben 896 mantelzorgers een online vragenlijst ingevuld over hun ervaringen met 2 de (veranderde) zorg. Van de 896 respondenten waren 600 mantelzorgers uit het Alzheimerpanel , een respons van 50%. Daarnaast hebben 296 mantelzorgers deelgenomen die via andere kanalen zijn geworden (website, nieuwsbrief en social media van Alzheimer Nederland). Naast dagactiviteiten, is ook gevraagd naar ervaringen met casemanagement, huishoudelijke hulp, verzorging en/of verpleging thuis, de gemeente/Wmo loket en verblijf in een verzorgings- of verpleeghuis (de resultaten van deze complete vragenlijst worden in april 2015 gepubliceerd).
1
http://www.alzheimer-nederland.nl/over-alzheimer-nederland/wat-doen-wij/betere-zorg/dementiemonitorveranderingen-in-de-zorg-2015.aspx 2
www.alzheimerpanel.nl
5
Van de mantelzorgers die voor iemand zorgen die thuis woont (n=461), heeft bijna de helft (44%, n=213) aangegeven dat hun naaste met dementie een vorm van dagactiviteiten bezoekt. Aan hen zijn de vragen over eventuele veranderingen voorgelegd.
2. Veranderingen volgens aanbieders dagactiviteiten 2.1. Veranderingen in aanbod en omvang Aan de aanbieders van de dagactiviteiten, vaak de teamleiders, is gevraagd of er sinds 2015 wijzigingen zijn in het aanbod en omvang van de dagactiviteiten voor mensen met dementie. Zoals onderstaande tabel laat zien, meldt ruim de helft veranderingen. Tabel 1: Veranderingen dagactiviteiten (n=67) Veranderingen Ja
% 57%
Aantal 36
Nog niet
18%
12
Nee
25%
17
2.2. Aard van de veranderingen In de volgende tabel staan de veranderingen die de medewerkers van de dagactiviteiten melden; gerangschikt van meest naar minst genoemd. De meeste medewerkers melden meerdere veranderingen. Tabel 2: Aard veranderingen dagactiviteiten Veranderingen Meer vrijwilligers Samenwerking met andere partijen Minder professionals Minder verwijzing naar dagopvang Grotere groepen Meer aandacht voor begeleiding mantelzorgers Meer inzet mantelzorgers Ander vervoer van en naar dagopvang Vernieuwd aanbod activiteiten Heterogene groepen (bijvoorbeeld mensen met dementie en verstandelijke beperking bij elkaar) Meer verwijzing naar dagopvang Locatie(s) is/gaat verhuizen Andere professionals Geen vervoer van en naar dagopvang Locatie(s) is/gaat sluiten Frequentie: minder (lang) open Opening nieuwe locatie(s) Kleinere groepen Locaties gaan fuseren
Aantal 20 17 15 14 14 12 12 12 11 9 8 7 7 7 5 5 3 3 1
Meest genoemd worden het werken met meer vrijwilligers en daarmee samenhangend minder professionals. Ook de samenwerking met andere partijen dan voorheen wordt relatief vaak genoemd. Met deze andere partijen worden vooral de wijkteams en casemanagers bedoeld. Volgens 14 aanbieders van dagopvang is er minder verwijzing naar de dagopvang. Een even zo groot aantal meldt grotere groepen op de dagopvang. Tevens wordt nog relatief vaak gemeld dat de omgang met mantelzorgers is veranderd. Aan de ene kant is er meer aandacht voor begeleiding van de mantelzorgers, en tegelijkertijd wordt er meer verwacht van de mantelzorgers; worden ze meer
6
ingezet op de locatie van de dagactiviteiten. Het vervoer van en naar de dagopvang is ook gewijzigd, op sommige plekken (7) is er zelfs helemaal geen vervoer meer geregeld. Het sluiten van locaties, het openen van nieuwe locaties of fusies komen nog maar weinig voor.
2.3. Toelichtingen veranderingen Vele medewerkers geven in een toelichting aan dat er nog veel onduidelijkheden zijn bij de start in 2015 over de dagactiviteiten. De omvang en impact van de veranderingen zal in de loop van 2015 of begin 2016 duidelijk worden, als er nieuwe indicaties worden gesteld. “Veranderingen zijn nu nog niet zo groot, maar hoe het over 9 maanden is, is niet te voorspellen. Voor deze dagopvang/besteding heb je een indicatie nodig. De meeste herindicaties vallen in april 2015. Hoe dat gaat is afwachten.” Zoals ook al uit de voorgaande tabel blijkt, zijn er op veel locaties wel al veranderingen doorgevoerd. Een groot deel van die veranderingen heeft te maken met bezuinigingen vanuit de gemeente die kort op de tarieven, in het ene geval 25%, maar ook 30% en zelfs 50% wordt genoemd. Eén van de aanbieders heeft daardoor geen nieuwe cliënten aangenomen. De meesten lossen het op door met minder of andere professionals te werken. Om het gat op te vangen door het wegvallen van professionals wordt er gewerkt met meer vrijwilligers. Ook wordt er gekort op bepaalde activiteiten en voorzieningen zoals maaltijden en mantelzorgondersteuning. Een locatie meldt dat het naast het ontslaan van medewerkers ook minder open is, van 5 dagen naar 3 dagen. “De terugloop in het aanbod heeft te maken met de overgang naar de WMO. Er moet hetzelfde werk verzet worden maar de vergoeding is 50% minder dan voorheen, terwijl het aanbod aan cliënten die komen zwaarder en lastiger te behandelen is. Dat betekent dat vrijwilligers minder kunnen worden ingezet omdat zij deze zwaarte niet aankunnen. Waar mogelijk wordt inzet van mantelzorgers gevraagd maar de groep alleenstaanden is groot en dan is er geen mantelzorg beschikbaar.” “We hebben geen overeenstemming met de gemeente bereikt over tarieven. De geboden tarieven waren te laag. Sluiting dreigt aan end van jaar, tenzij nieuwe onderhandelingen starten.” “Er is bezuinigd door de gemeente met 25%, dit betekent dat er 2 1/2 FTE moet verdwijnen. Er zijn voor bepaalde activiteiten geen specialisten meer, zoals b.v bij Meer Bewegen voor Ouderen. Huidige professionals vullen dit in. Er is geen warme maaltijd meer,maar een broodmaaltijd. Warme maaltijd gebruiken gaat mogelijk worden tegen betaling. Gebruik maken van hulpverleners die uit andere middelen ,zorgverzekering of op eigen kosten betaald worden,is amper mogelijk omdat rekening gehouden moet worden met de inhoud van het pakket waarvoor de Gemeente betaalt, te denken valt aan fysiotherapie, pedicure, kapper. Er is geen gespreksgroep meer voor mantelzorgers, er zou voldoende mogelijkheid binnen de 1e lijn voor hen zijn.” De overige toelichtingen op de veranderingen komen samenvattend op het volgende neer: Zoals hierboven al beschreven zet men meer vrijwilligers in om te bezuinigen. Hierbij wordt opgemerkt dat het vinden van vrijwilligers lastig is en dat zij ook niet altijd deskundig genoeg zijn om met de (zware) doelgroep om te gaan. Dit gaat ten koste van de kwaliteit. “De medewerkers staan vaker alleen op de groep, alleen in de spitsuren staat men met 2 profs.Dit is sinds 1-1 2015. Daardoor zijn er meer stressmomenten als bijvoorbeeld een bewoner naar toilet moet, of iemand meer aandacht nodig heeft. Vrijwilligers worden ingezet voor koffie en hulp bij de maaltijd, maar werken nu meer mee met activiteiten, zijn hier soms niet voor toegerust. De activiteit valt stil en moet opnieuw opgestart worden, sfeer is daardoor minder en onrustiger. Ik maak me zorgen om verlies van kwaliteit, zeker als straks de herindicaties plaats gaan vinden.”
7
Samenwerking met andere partijen waarmee vooral casemanagers en wijkteams worden genoemd, maar ook welzijnsorganisaties, GGZ en andere zorginstellingen.
Heteregone/samengestelde groepen zoals PG en somatiek.
Meer aandacht voor mantelzorgers in het betrekken bij de dagelijkse gang van zaken, maar ook in ondersteuning “We nodigen ze uit om aan activiteiten deel te nemen en hebben meer oog voor overbelasting.”
Verandering in vervoer van en naar de dagactiviteiten. Sommige aanbieders zeggen dat het nu niet meer door de gemeente wordt betaald en er geen vervanging is geregeld. Anderen zeggen dat ze andere opties aan het overwegen zijn, bijvoorbeeld seniorentaxi. “Uitgangspunt is mensen zo nabij mogelijk in hun leefomgeving een plaats te bieden in de dagopvang. Daarnaast willen we in de nabije toekomst (2015 is een overgangsjaar) het gesprek met de cliënt aangaan m.b.t. vervoer; kunnen zij het zelf regelen of doen wij dat en welke kosten staan daar dan tegenover?”
3. Veranderingen in dagactiviteiten volgens gemeenten 3.1. Veranderingen in aanbod en omvang Aan de gemeenten, meestal beleidsambtenaren (zorg, welzijn, Wmo), is gevraagd of er sinds 2015 wijzigingen zijn in het aanbod en omvang van de dagactiviteiten voor mensen met dementie. Zoals onderstaande tabel laat zien, meldt bijna de helft veranderingen begin 2015. Een derde geeft aan dat er nog geen veranderingen zijn. Tabel 3: Veranderingen dagactiviteiten (n=25) Veranderingen Ja
% 44%
Aantal 11
Nog niet
32%
8
Nee
24%
6
8
3.2. Aard van de veranderingen In onderstaande tabel staan de veranderingen die de betreffende medewerkers van de gemeenten melden; gerangschikt van meest naar minst genoemd Tabel 4: Aard veranderingen dagactiviteiten Veranderingen Meer aandacht voor begeleiding mantelzorgers Samenwerking met andere partijen Meer vrijwilligers Vernieuwd aanbod activiteiten Heterogene groepen (bijvoorbeeld mensen met dementie en verstandelijke beperking bij elkaar) Meer inzet mantelzorgers Verhuizing locatie(s) van dagopvang Fusie van locatie(s) van dagopvang Geen vervoer van en naar dagopvang Sluiting locaties(s) van dagopvang Opening nieuwe locatie(s) Minder professionals Andere professionals Grotere groepen Kleinere groepen Minder verwijzing naar dagopvang Ander vervoer van en naar dagopvang Frequentie: minder (lang) open Meer verwijzing naar dagopvang
Aantal 7 7 6 5 5 3 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0
De gemeenten noemen het meest dat er meer aandacht is voor begeleiding van mantelzorgers en meer samenwerking met andere partijen. Ook de inzet meer vrijwilligers wordt relatief veel genoemd evenals een vernieuwd aanbod aan activiteiten en heteregone groepen. De overige aspecten worden nauwelijks of (nog) niet waargenomen door de betreffende gemeenten.
3.3. Toelichtingen veranderingen In de toelichting op de veranderingen geven veel gemeenten aan dat ‘alles nog in de kinderschoenen staat’ en de echte veranderingen wat betreft dagactiviteiten en de gevolgen ervan in de loop van 2015 zullen moeten blijken, vooral als mensen opnieuw geindiceerd worden. In het overgangsjaar 2015 heeft een aantal gemeenten er dan ook nadrukkelijk voor gekozen om alles bij het oude te laten. Enkele gemeenten geven aan de keukentafelgesprekken af te wachten, wanneer de behoefte aan dagactiviteiten duidelijk is. Desalniettemin zijn er zeker al veranderingen gaande, volgens deze peiling in 44% van de onderzochte gemeenten (zie tabel 3). “Deze gemeente gaat voor een zachte landing en in de loop van 2015 zal pas duidelijk worden wat de gevolgen zijn.” De veranderingen in de dagactiviteiten die nu al worden genoemd, hebben vooral vaak te maken met bezuinigingen: de aanbieders krijgen minder budget om de dagactiviteiten aan te bieden. Zo heeft een gemeente zich gebaseerd op het volume van 2013 plus een korting van 11,4%. Deze bezuinigingen leidt bij de aanbieders van dagactiviteiten tot de inzet van minder professionals, meer vrijwilligers, dagactiviteiten dichtbij huis en bezuiniging op vervoer. “Het inkoopbeleid heeft wel zijn effect. Er wordt meer ingekocht dichterbij want de vervoersvergoeding is lager en ook de vergoeding voor de dagbesteding is lager.”
9
“De gemeente werkt met dezelfde aanbieders als in 2014. Deze worden geacht dezelfde zorg te leveren maar dan wel met een korting van 15%.” Enkele gemeenten geven echter aan dat er juist wordt uitgebreid op de dagactiviteiten wat betreft dagen en professionals. “We hebben vanaf 2015 het aanbod van dagbesteding uitgebreid van 4 naar 6 dagdelen.” Een andere verschuiving die nog wordt genoemd is het inrichten van nieuwe, laagdrempelige vormen van dagactiviteiten dichtbij huis waar geen indicatie voor nodig is en vooral bedoeld is voor mensen met beginnende dementie. “We zoeken vernieuwing en uitbreiding van het aanbod vooral in meer informele dagactiviteiten in de nabije leefomgeving. Zo zijn er al enkele huiskamerprojecten gestart, waarbij vitale ouderen zich inzetten om de wat kwetsbaardere ouderen (soms ook licht dementerend) te ondersteunen.” De overige toelichtingen op de veranderingen komen samenvattend op het volgende neer: Samenwerking met andere partijen waarmee vooral casemanagers en wijkteams worden genoemd. Meer aandacht voor begeleiding mantelzorgers “Dat is een gemeentelijke taak. Dit wordt in het overleg met het Dorpsteam (wijkverpleegkundige) besproken.”
4. Veranderingen in dagactiviteiten volgens mantelzorgers 4.1. Bezoeken dagactiviteiten Aan de mantelzorgers die voor iemand zorgen die thuis woont, is gevraagd of deze persoon met dementie een vorm van dagactiviteiten bezoekt. Bijna de helft gaat naar dagactiveiten, zoals in onderstaande tabel staat. Tabel 5: bezoeken dagactiviteiten (n=461) Bezoek Ja
% 46%
Aantal 213
Niet meer
5%
25
Nee
47%
218
4.2. Veranderingen in aanbod en omvang Aan de mantelzorgers waarvan de naaste met dementie een vorm van dagactiviteiten bezoekt, is gevraagd of zij veranderingen in de aard en omvang hebben ervaren. Slechts een klein deel, 15%, noemt veranderingen. Een derde zegt het niet te weten, en de helft zegt dat er (nog) geen veranderingen hebben plaatsgevonden in de dagactiviteiten. Tabel 6: veranderingen dagactiviteiten (n=213) Veranderingen Ja
% 15%
Aantal 33
Weet ik niet
36%
76
Nee
49%
104
10
4.3. Aard van de veranderingen In onderstaande tabel staan de veranderingen die de mantelzorgers melden; gerangschikt van meest naar minst genoemd. Het merendeel noemt meerdere veranderingen. Tabel 7: Aard veranderingen dagactiviteiten Veranderingen Het is duurder geworden; een hogere eigen bijdrage Er werken minder beroepskrachten De groepen zijn groter geworden Er werken meer vrijwilligers Geen vervoer van en naar dagactiviteiten Ze verwachten meer inzet van mij als mantelzorger Het aanbod aan activiteiten is vernieuwd Locatie is verhuisd/gaat verhuizen Locatie(s) gaan fuseren Locatie is gesloten/gaat sluiten Er zijn groepen samengevoegd (bijvoorbeeld mensen met dementie en verstandelijke beperking bij elkaar) De groepen zijn kleiner geworden Er is meer aandacht voor begeleiding van mantelzorgers
Aantal 13 11 7 7 5 4 4 3 3 2 2 1 1
De mantelzorgers noemen het meest dat de dagactiviteiten duurder zijn geworden. Ook het werken met minder beroepskrachten wordt relatief vaak genoemd. Tevens zegt een deel van de mantelzorgers dat er meer vrijwilligers zijn gaan werken, groepen groter zijn geworden en er geen vervoer is van en naar de dagopvang.
4.4. Gevolgen veranderingen voor de mantelzorgers Aan de mantelzorgers die veranderingen hebben gemerkt wat betreft de dagactiviteiten, is gevraagd welk effect dit heeft op henzelf en/of hun naaste met dementie. Zoals in de vorige tabel is te zien, melden de meeste mantelzorgers dat dagactiviteiten duurder zijn geworden. Als gevolg daarvan geven de meeste mantelzorgers aan dat hun naaste met dementie daardoor minder naar de dagbesteding gaat. Een halvering van dagen of dagdelen wordt genoemd met meer belasting voor de mantelzorger als gevolg. Tevens levert het wegvallen van vervoer problemen op voor de bezoekers van de dagbesteding en de mantelzorgers. Het vervoer wordt nu vaak door mantelzorgers zelf gedaan of vrijwilligers en dit gaat niet altijd naar tevredenheid. Zo levert de verandering van vervoerder verwarring op voor de naasten met dementie en kost het de mantelzorger tijd en energie. Ook wordt er soms voor gekozen om dit per taxi te regelen, wat op zijn beurt weer zorgt voor hogere kosten. “Doordat de taxi niet meer wordt vergoed door de ziektekostenverzekering gaat mijn man nog maar 2 dagen in de week ipv 4 dagen. Hij moet nu opgehaald worden door een busje en zit nu 3 uur per dag daar in, vanwege de eigen bijdrage van 10 euro per dag werd dit allemaal te duur en te veel in het busje. Vandaar terug gebracht naar 2 dagen. Hierdoor merk ik dat ik toch overbelast raak ook omdat mijn man dementie met Lewy body heeft en ‘s nachts ook erg in de weer is.” “Meer belasting en kans dat ik mijn werk opzeg omdat het niet haalbaar is erbij te werken. Inkomensdaling.”
11
De andere gevolgen van de veranderingen komen samengevat op het volgende neer: De naaste met dementie gaat naar een andere locatie en moet daardoor opnieuw wennen of voelt zich niet thuis op deze nieuwe locatie. Door het wegvallen van professionals vallen er vertrouwde gezichten weg en is er minder aandacht en tijd voor hun naaste met dementie. De vrijwilligers hebben meer verantwoordelijkheid en de beroepskrachten hebben meer taken en minder tijd voor begeleiding.
12