20 september 2015 Begin van de vredesweek Lezingen: Evangelie naar Lukas 6: 41- 45 (Bijbel in gewone taal) Daarna zei Jezus: “Jullie letten goed op de fouten van anderen. Maar je eigen fouten zie je niet. Het is alsof je een splinter ziet in het oog van een ander, maar niet ziet dat er in je eigen oog een balk zit. Je zegt tegen die ander: 'Kom, ik haal die splinter wel even uit je oog.' Doe niet zo schijnheilig! Haal eerst die balk uit je eigen oog! Dan kun je zelf weer goed zien. En pas dan kun je de splinter uit het oog van de ander halen. Een goed boom herken je aan zijn vruchten. Een goede boom geeft geen slechte vruchten, en een slechte boom geeft geen goede vruchten. Van een doornstruik kun je geen vijgen of druiven plukken. Zo zegt een goed mens goede dingen omdat hij van binnen goed is. En een slecht mens zegt slechte dingen omdat hij van binnen slecht is. Je woorden laten zien hoe je van binnen bent!” Uit de brief van Jakobus 3: 1-13 (Bijbel in gewone taal) Vrienden, in de kerk moet niet iedereen leraar willen zijn. Jullie weten dat de leraren door God extra streng gestraft worden als ze verkeerde dingen doen. En verkeerde dingen doen we allemaal. Alleen als je nooit iets verkeerds zegt, ben je volmaakt. Want als je de baas bent over je tong, waarmee je spreekt, dan ben je de baas over je hele lichaam. De teugels van een paard zijn maar dun. Maar met die teugels kun je dat grote paard laten doen wat je wilt. Het roer van een schip is maar klein. Maar met dat kleine roer kan de stuurman het schip alle kanten op laten gaan. Ook als het schip heel groot is, ook als het heel hard waait. Net zo heeft ook onze tong veel invloed. De tong is maar een heel klein deel van ons lichaam. Maar o, wat heeft die tong van ons veel praatjes! Luister! Door een klein vlammetje kan een heel bos afbranden. Onze tong lijkt op een vlammetje, maar dan een vlammetje van het vuur van de hel!
Want onze tong doet veel verkeerd. Met dat kleine deel van ons lichaam maken we grote fouten. De slechtheid van onze tong maakt ons hele lichaam slecht. Het hele leven wordt erdoor verwoest. Mensen zijn de baas over alle dieren: grote en kleine dieren, over vogels en vissen. Maar niemand van ons is de baas over zijn tong. Want steeds weer zeggen we verkeerde dingen. Ja, met onze tong kunnen we zelfs mensen doden! We gebruiken onze tong om God, onze Vader, te danken. Maar we gebruiken onze tong ook om andere mensen te vervloeken. En die mensen zijn ook door God gemaakt, ze lijken op God, net als wij! Uit één mond komen dus mooie woorden, maar ook afschuwelijke woorden. Dat is niet goed, vrienden! Uit een bron stroomt nooit de ene keer zoet water en de andere keer bitter water. Uit een bron met zout water kan nooit zoet water stromen. Van een vijgenboom komen geen olijven, en van een druivenplant komen geen vijgen. Nee, vrienden, dat kan niet! Wie van jullie zijn er wijs en verstandig? Dat zijn de mensen die zich altijd goed gedragen, en vriendelijk zijn tegenover iedereen. Die mensen zijn wijs! Overweging Lieve gemeente, mensen van God, Vredesweek 2015 en het thema dit jaar is: Vrede verbindt. Het is een thema dat te denken geeft. Verbindt vrede? Ik moet de laatste tijd vaak terugdenken aan de jaren 80 van de vorige eeuw. De tijd van het conciliair proces: vrede, gerechtigheid, heelheid van de schepping. We gingen er de straat voor op. We? Niet iedereen. Met name het thema vrede bleek voor veel onvrede en conflicten te zorgen in kerkelijke gemeenten. Ik was in die tijd lid van de gereformeerde kerk in Deventer. Het IKV mocht de vredeskrant neerleggen bij de uitgang, maar alleen wanneer er op het tafeltje er tegenover het materiaal van het ICTO lag. (weet u nog waar de afkortingen voor stonden? IKV: Interkerkelijk Vredesberaad en ICTO: Interkerkelijk Comité Tweezijdige Ontwapening. De leuze van de een: alle kernwapens de wereld uit om te beginnen uit Nederland en de ander bracht daar tegenin: wij willen ook vrede maar die andere kant moet ook ontwapening. Anders staan wij straks weerloos tegenover het Rode Gevaar. Twee groepen christenen die elkaar kwijtraken, elkaar beschouwen als vijanden. De een zegt tegen de ander: “als je geen pacifist bent, ben je geen goede christen” en de ander zegt: “Wat zijn
jullie naïef!”) En ik heb begrepen dat het in doopsgezinde gemeenten niet anders was: ook daar zorgde de vrede voor polarisatie i.p.v. vrede. Het gevolg lijkt te zijn geweest dat de kerken het om de lieve vrede maar niet meer hebben over vrede. Want daar komt alleen maar narigheid van. Ik begrijp dat wel en toch is het naar mijn gevoel niet de weg die we moeten gaan: zwijgen over alle onderwerpen die gevoelig liggen of zouden kunnen liggen. Wat we nodig hebben is wijsheid, oefenen in verbindend communiceren (en dat gaan we volgende week doen). Maar om te beginnen moeten toch in alle nuchterheid concluderen dat het niet vanzelfsprekend is dat vrede verbindt; vrede kan polarisatie oproepen, scheiding teweeg brengen en ertoe leiden dat mensen binnen een geloofsgemeenschap nog amper door een deur kunnen. Waar is het misgegaan, toen, in de jaren 80? Kunnen we daar van leren; kunnen we nu op een andere manier met elkaar in gesprek raken? In onze tijd zijn er opnieuw nogal wat pittige onderwerpen die zich ook aan ons opdringen, wereldproblemen, maatschappelijke thema's waarover mensen zeer verschillend denken. Ook binnen kerken. Niet alleen vrede en alles wat daarbij hoort: de vraag of oorlog ooit gerechtvaardigd kan zijn, of geweldloze weerbaarheid in alle situaties mogelijk is, enz.; ook de vraag hoe om te gaan met al die op de vlucht geslagen mensen houdt ons dagelijks bezig. En dan is er de kwestie van hoe we omgaan met moeder aarde, een thema dat de huidige paus duidelijk op de agenda van de kerken heeft gezet. In niet mis te verstane bewoordingen bekritiseert hij de wijze waarop wij de aarde alleen maar gebruiken voor ons eigen gewin en het vooral de armen zijn die de rekening krijgen gepresenteerd. Op de vergadering van de landelijke raad van kerken waren deze maand de twee inhoudelijke thema's die besproken zijn de omgang met vluchtelingen en het milieu. Of we het leuk vinden of niet, ook in de kerk gaat het er weer over: over vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping. En het is terecht. Maar opnieuw de vraag: kunnen we nu, anders dan in de jaren 80 van de vorige eeuw met elkaar in gesprek raken? Kunnen we leren communiceren met mensen die fundamenteel anders denken dan wij, zonder de verbinding kwijt te raken? De lezingen die ik vandaag heb gekozen zouden ons misschien op weg kunnen helpen om niet dezelfde fouten te maken als in het verleden. In de evangelielezing gaat het over ons innerlijk, over goed en slecht in deze vertaling in gewoon Nederlands. Maar wat is goed, wat is slecht? Jezus merkt fijntjes op dat wij mensen er dikwijls heel goed in zijn de ander te wijzen op zijn/haar fouten; als jij het niet met me eens bent, dan zie jij het niet
goed. Ik zal het je eens uitleggen, ik zal die splinter even verwijderen. Dan zul je het goed gaan zien en zul je zien dat ik het bij het rechte eind heb. Dan zijn we het eens en is er enigheid. En juist daar gaat het mis. Want die ander heeft ook goede argumenten om te vinden wat hij/zij vindt, anders vond hij/zij wel iets anders. En die ander heeft er helemaal geen behoefte aan om door mij de les te worden gelezen. Als ik dat doe, dan komt geen werkelijk contact tot stand, geen verbinding. De ander wordt boos, sluit zich af, en dat doen wij ook als wij zo worden bejegend. Als de ander niet werkelijk wil luisteren naar ons verhaal, maar ons alleen maar duidelijk wil maken waarom we ernaast zitten. Dan worden deuren dichtgeslagen, kerkdeuren, deuren van harten. Wat van ons wordt gevraagd is te luisteren, zonder oordeel. Belangstelling te tonen. Vragen te stellen. En de ander de ander laten zijn. Zonder zo'n respectvolle grondhouding komt er geen contact, geen verbinding tot stand. Maar ons die grondhouding eigen maken, dat is een hele klus die je misschien ook nooit voorgoed kunt klaren. Juist wanneer een onderwerp ons zeer ter harte gaat is het gevaar groot dat we fel uithalen naar mensen die een andere visie hebben. Als iets ons koud laten, maken we ons niet druk, dan ontstaat er geen ruzie maar is er ook geen verbinding, alleen onverschillig naast elkaar leven. Het anders zijn van de ander accepteren en respecteren; de ander niet willen veranderen, niet oordelen. Maar is een oordeel dan nooit op z'n plaats? Is er geen goed, minder goed, kwaad? Dan zouden we het ook nooit ergens over hoeven te hebben. Dan wordt ondogmatisch of vrijzinnig: lege vrijblijvendheid. In de gemeente die zich noemt naar Jezus hebben we wel degelijk een toetssteen waaraan we ons gezamenlijk willen meten. En dat is het voorbeeld dat Jezus ons heeft voorgeleefd. Jezus of Christus is ons fundament. Maar ook dan kunnen we niet elkaar de maat nemen en simpelweg elkaar met bijbelteksten om de oren slaan, dat is iets wat een mens van vrede al helemaal niet past. We kunnen niet de bijbel gaan citeren en elkaar de les lezen. Wat we wel doen, daar zijn we gemeente voor: met elkaar in gesprek gaan om in het leven, in deze grote en complexe wereld, het goede te vinden, elkaar daar samen bij te helpen, te rade te gaan bij de teksten die wij als gezaghebbend aanvaarden, bij een Persoon die we als gezaghebbend aanvaarden. Onze eenheid bestaat in Jezus, dat is de grond waarop we samen staan en daarop bloeien vele bloemen.
Ook Jezus was daarmee bezig, op zoek naar de kern van zijn godsdienst, in gesprek met zijn tijd- en geloofsgenoten. En hij kwam uit op de liefde. Daarop mogen we onszelf en elkaar aanspreken. Of hetgeen we zeggen en doen voortkomt uit liefde, of uit iets anders. Uit angst. Maar het belangrijkste is toch dat we bezig zijn en blijven met onszelf; met onze balken. Of, om met Jacobus te spreken: met onze eigen teugels. Altijd staat er wel een Hugo aan de kant te blaffen, het gaat erom dat wij de teugels in handen houden. Of: het roer van het schip. Dat is onze zaak: onze eigen teugels, ons eigen roer. Daarvoor zijn we verantwoordelijk en daar hebben we toch onze handen aan vol. Hetgeen Jacobus ons voorhoudt staat lijnrecht tegenover wat we vandaag nogal eens horen: dat we het recht hebben om alles te zeggen wat we vinden en denken en dat dus ook maar doen. Jezus en Jacobus manen ons tot zelfonderzoek en tot het behoedzaam zijn met onze woorden. Zoals de psalmdichter aan God vraagt: zegt een wacht voor mijn lippen. En die wachter zegt: bedenk wel, die ander, ook de ander die jou niet zo ligt is door God gemaakt en beeld van God. Als we die woorden zouden bewaren in ons hart, ermee en eruit zouden leven, dan begint de vrede bij ons. Want het is niet de vrede die verbindt, vrede zelf kan niets. Wij zijn het, die door verbinding te zoeken, vrede tot stand kunnen brengen, hier en daar, af en toe. Het is moeilijk, het vraagt veel van ons, maar vrede begint in onszelf, of het begint niet. Mogen wij samen de wijsheid leren zodat we mild worden, mensen van vrede. Amen.