Risico Inventarisatie Gezondheid 2015
Inhoudsopgave Risico Inventarisatie Gezondheid Pagina Inhoudsopgave
2
Toelichting RIG 2015
3
Inleiding
5 6
1.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen
6
1.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
10
1.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
12
1.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen
2. Stamgroep dreumesgroep 2.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen 2.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu 2.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu 2.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen
3. Stamgroep peutergroep - montessori 3.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen
13 15 15 19 21 22 24
3.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
24
3.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
29
3.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen
31
4. Stamgroep peutergroep - atelier
33
4.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen
34
4.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
34
4.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
38
4.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen
Bijlage 1 t/m 12: Werkinstructies (op alfabetische volgorde): 1. Flesvoeding klaarmaken 2. Gebruik potje 3. Handen wassen 4. Hoesten en niezen 5. Houdbaarheid voedingsmiddelen 6. Schoonmaken speelgoed 7. Snuiten en/of afvegen neus 8. Tekenbehandeling 9. Toedienen van medicijnen 10 Toiletgebruik 11. Verschonen en opmaken beddengoed 12. Verschonen luier (op commode).
40 42
v.a. 43
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
1. Stamgroep babygroep
2
Toelichting op de Risico Inventarisatie Gezondheid (RIG) Per item wordt een risico aangeven. De risico’s zijn beoordeeld met de termen: klein, groot of uitgesloten en/of n.v.t. (niet van toepassing op de groep of op Mickey). Bij veel punten wordt een toelichting gegeven. Ook wordt er regelmatig verwezen naar werkinstructies en/of huisregels. Bij Mickey wordt meestal over leidster gesproken. Hiermee wordt de Pedagogisch Medewerker bedoeld. We gebruiken alleen de vrouwelijke vorm, omdat er momenteel alleen vrouwen bij ons werken. In dit document wordt af en toe de term “groepsleiding” gebruikt waarmee eveneens de leidster(s) wordt/worden bedoeld. Met de term leidster wordt in dit document eveneens een stagiaire bedoeld. In dit document wordt naar onze huisregels verwezen met afkortingen. Onze huisregels hebben de volgende afkortingen:
Huisregels Ouders Kinderen: - Huisregels Ouders - HO - Huisregels dreumesen - HD Huisregels peuters - HP Huisregels (Pedagogisch) Medewerkers, stagiaires, vrijwilligers, overige medewerkers: - Huisregels Pedagogisch Beleid - HPB - Huisregels (Pedagogisch) Medewerkers en Stagiaires - HMS - Aanvullende Huisregels Stagiaires - HS
Overige punten 2015: Nieuw buitenbed voor de baby’s. Jaarlijkse RIG-evaluatie in teamvergadering d.d. 7 april 2015 De leidsters hebben de RIG doorgenomen. Tijdens het overleg worden de voorstellen tot wijziging besproken. Naar aanleiding daarvan komt het volgende punt aan de orde: Babygroep Bij gebruik van speelmat op de babygroep toevoegen dat dit een kunststof speelmat is. Staat niet overal zo vermeld. Het woord ‘kleed’ of ‘speelkleed’ moet worden vervangen door ‘speelmat’. Als er over flessen van kinderen gesproken wordt dan betreft dit ook vaak de spenen. Dit specifieker maken in de RIG. Bij “Werkinstructie Flesvoeding klaarmaken” toevoegen dat flesjes borstvoeding niet geschud mogen worden. De “Werkinstructie hoesten en niezen” aanpassen voor de babygroep. Als je een baby vasthoudt tijdens het voeden, lopen en/of verschonen kun je niet in je elleboog niezen. Dreumesgroep De lijst over de houdbaarheidstermijnen van de voedingsproductenmoet aangepast worden: geen smeerkaas en leverworst meer. Zie bijlage 5 van de RIG. Er zijn nu op de dreumesgroep ook kinderen die borstvoeding krijgen.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Waar kunnen ouders en leidsters de RIG vinden? De RIG staat ook op onze website: http://www.kinderdagverblijfmickey.nl/ouders/documenten/ De leidsters kunnen deze inzien via de iPad op de groep.
3
Peutergroep Montessorigroep Er zijn geen potjes (plassen) meer op de peutergroepen. Alle peuters maken gebruik van het toilet. Bij “Werkinstructie: verschonen van een luier (op de commode)” als aandachtspunt meenemen dat een leidster altijd bij de commode blijft staan zolang daar een kind op ligt of zit. Atelier Luiers worden na verschonen meegenomen door de peuterleidster en worden in de prullenbak van de peutergroep gegooid met een zakje eromheen. Dit is om de geur. Tussen de middag wordt de vuilniszak uit het atelier altijd verschoond. Bij de babygroep pas aan het eind van de dag.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Buitenspeelruimte beneden Bij gebruik zandbak (buitenspeelruimte beneden) wordt altijd gecontroleerd op uitwerpselen van dieren.
4
Inleiding Gezondheid is een belangrijk goed voor een mens. Helemaal voor jonge kinderen is een gezonde, hygiënische omgeving van groot belang omdat jonge kinderen vrij kwetsbaar zijn. Ons doel met betrekking op gezondheid en hygiëne is voornamelijk het tegengaan en verspreiden van ziektekiemen zodat de kinderen gezond blijven. In dit document staat beschreven welke voorzorgsmaatregels wij treffen om een zo gezond mogelijk leefklimaat te creëren voor de kinderen die bij Mickey komen. De basis bij Mickey voor dit gezonde leefklimaat is om ruimtes en (speel)materialen zo schoon mogelijk te houden en om zo hygiënisch mogelijk te zijn in het contact met de kinderen en de omgeving. Dagelijks vinden er daarom schoonmaakwerkzaamheden plaats in iedere (groeps)ruimte in het pand. Tevens vinden wij het van belang om zo zorgvuldig mogelijk om te gaan met voedingsproducten. Overige aspecten die wij belangrijk vinden voor een gezonde opvoeding zijn het aanbieden van vers fruit en gezonde voeding, continue ventilatie in alle ruimtes en frequent buiten spelen. In onze pedagogische benadering leren wij kinderen ook diverse handelingen met betrekking tot de persoonlijke hygiëne, zoals: handen wassen na toiletgebruik of na gebruik van plaksel of verf, handen wassen voor en na het eten of als je ergens aan hebt gezeten wat een beetje ‘vies’ is. Er wordt met peuters ook gepraat waarom deze handelingen belangrijk zijn.
We kunnen echter niet voorkomen dat een kind op het kinderdagverblijf nooit iets oploopt in de vorm van een infectie. Ziektekiemen verspreiden zich immers gemakkelijk door de lucht. Kinderen bouwen hierdoor ook weerstand op wat eveneens belangrijk is. We hebben een ziektebeleid waarin staat hoe wij met diverse kinderziekten omgaan. Dit beleid wordt eveneens regelmatig in ons team en met de Oudercommissie van Mickey besproken. In dit document wordt verder niet op het ziektebeleid ingegaan. Ons team zet zich optimaal in voor een zo gezond en hygiënisch mogelijk speel- en leefklimaat waarbinnen elk kind zich op gezonde wijze kan ontwikkelen. Wij hopen bij kinderen een basis te zaaien voor een bewust , gezond leven.
Manja Haze Directeur montessori-kinderdagverblijf Mickey Risico Analyse Gezondheid versie 2015
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Veel details met betrekking op gezondheid en hygiëne hebben we als team geïnventariseerd. De uitkomsten kunt u in dit document lezen. Ieder jaar nemen wij met ons hele team de totale risicoanalyse weer onder de loep, zodat we scherp blijven op onze omgeving en op ons eigen gedrag. We checken jaarlijks zeer gedetailleerd en bewust hoe gezond en hygiënisch de omgeving van onze kinderopvang is en wat we eventueel nog kunnen veranderen of aanscherpen.
5
1. Stamgroep babygroep 1.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen 1. Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Handen wassen. 2. Kind komt via onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein De kans is klein dat een kind via onzorgvuldig gewassen handen van de groepsleiding in contact komt met ziektekiemen. Leidsters wassen, zoals in de werkinstructie Handen wassen staat beschreven, vaak hun handen. Dit kan een keer door o.a. drukte iets minder zorgvuldig gebeuren. 3. Kind komt in contact met ziektekiemen van zieke groepsleiding – klein De kans is klein dat een kind in contact komt met ziektekiemen van een zieke leidster. Als een leidster ziek is, zal zij niet aanwezig zijn op de groep. Bij een verkoudheid zorgt de leidster ervoor dat na het hoesten of het snuiten van de neus, de handen zorgvuldig worden gewassen en dat ze een kind niet kust of in het gezicht ademt. Leidsters niezen altijd in hun elleboogholte zodat er geen bacteriën op deze manier via de handen worden verspreid.
5. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door groepsleiding – klein Zie beschrijving van punt 3 en zie ook bijlage Werkinstructie Hoesten en niezen. 6. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door ander kind – groot In de babygroep is het lastig om de kinderen te leren een hand voor hun mond te doen als ze niezen. Dit is cognitief niet te begrijpen voor een kind onder de 14 maanden. Daarom is de kans aanwezig dat dit voorkomt. 7. Kind komt via snot van ander kind in contact met ziektekiemen – groot De kans dat een kind via snot van een ander kind in contact komt met ziektekiemen is groot. Dit omdat baby’s veel op de speelmat spelen en het speelgoed nog ontdekken met hun mond. De materialen waar kinderen mee spelen worden dagelijks schoongemaakt en bij ernstige vervuiling vaker. Maar de kans is groot dat een kind in de babygroep in contact komt met ziekte kiemen. Zie ook bijlage Werkinstructie Snuiten en/of afvegen neus. 8. Kind komt door gezamenlijk gebruik van zakdoek in contact met ziektekiemen – uitgesloten De kans is uitgesloten dat een kind door het gebruik van een gezamenlijke zakdoek in contact komt met ziektekiemen. Er wordt voor elk kind een aparte papieren tissue gepakt, die vervolgens na gebruik in de prullenbak wordt gegooid. De prullenbak zit in de lade van de commode die door kinderen niet te openen is.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
4. Kind komt in contact met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van ander kind – klein/groot Om het risico zo klein mogelijk te maken dat een kind in contact komt met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van een ander kind, plakken wij het blaasje en/of wondje af met een verbandje of een pleister. In periodes dat er waterpokken heerst is deze kans groter.
6
9. Kind komt via spuugdoekje of slab van ander kind in contact met ziektekiemen – klein Slab en spuugdoeken worden na gebruik direct in de wasmand gedaan, zodat kinderen hier niet mee gaan “spelen”. De wasmand zit in een lade in de commode. Deze lade is door baby’s niet te openen. 10. Kind komt via washandje waarmee handen of monden van meerdere kinderen ‘gewassen’ worden in contact met ziektekiemen – klein De handen en/of monden van de kinderen worden met washandjes schoongemaakt. Per kind wordt een apart washandje gebruikt. Deze gaan na gebruik in de wasmand in de commode. De kans is dus heel klein, maar kun je niet volledig uitsluiten, omdat een kind in onbewaakt ogenblik een washandje van een ander kind kan pakken. 11. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met ongewassen handen van toilet komt – uitgesloten/n.v.t. Het gaat hier om de babygroep. Deze categorie kinderen gaat nog niet zelfstandig naar het toilet. 12. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met onzorgvuldig gewassen handen van toilet komt – uitgesloten/n.v.t. Ook bij deze vraag gaat het hier om de babygroep. Deze kinderen gaan nog niet zelfstandig naar toilet dus wassen ook niet zelfstandig hun handen. 13. Kind komt door gebruik van grote closetpot in contact met ontlasting/urine – uitgesloten/n.v.t.
15. Kind komt door aanraken vuile luier in contact met ontlasting/urine – uitgesloten/n.v.t. Een kind komt door aanraken vuile luier in contact met ontlasting/urine achten wij uitgesloten omdat een baby wordt verschoond op de commode zodra de luier verschoond wordt door de leidster, wordt deze direct opgerold/dichtgevouwen en in de afvalbak gedaan. 16. Kind komt door verontreinigd(e) verschoontafel/aankleedkussen in contact met ontlasting/urine – klein Het kan een keer voorkomen dat een leidster of stagiaire de verschoontafel of het aankleedkussen niet goed heeft schoongemaakt of een plekje heeft overgeslagen. We doen dit zo zorgvuldig mogelijk waardoor we deze kans als erg klein schatten. Bovendien liggen de kinderen op een handdoek die na elke verschoning in de was wordt gedaan. 17. Kind komt door on(zorgvuldig) gewassen handen groepsleiding in contact met ontlasting/urine – klein De leidsters moeten na elke verschoning hun handen wassen. Het kan een keer voorkomen dat de leidster dit niet voldoende zorgvuldig heeft gedaan. 18. Kind komt via het afdrogen van handen aan een vuile handdoek of gebruik vuile kraan in contact met ziektekiemen – klein Leidsters volgen het kind soms op de commode, waardoor een kind wel eens aan de kraan komt waar leidsters af en toe aan zitten als ze de kraan bewegen. Leidsters gaan zelf zo zorgvuldig mogelijk om met hygiëne waardoor we de kans op ziektekiemen klein achten.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
14. Kind komt door aanraken vuil potje in contact met ontlasting/urine – klein. Kind komt door aanraken vuil potje in contact met ontlasting/urine lijkt ons klein omdat we zorgvuldig omgaan met het gebruik van het potje. Kinderen zitten altijd onder begeleiding van een leidster op een potje zodat zijzelf of andere kinderen niet met hun handen de ontlasting/urine kunnen aanraken. Zie ook bijlage Werkinstructie Gebruik potje.
7
19. Kind komt via speelgoed dat wordt meegenomen naar het toilet in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Dit is uitgesloten, omdat kinderen zoals eerder beschreven nog niet zelfstandig en/of nog geen gebruik maken van het toilet. 20. Kind komt door poetsen met zichtbaar vuile tandenborstel in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Dit punt achten wij uitgesloten omdat baby’s niet hun tanden poetsen op het kinderdagverblijf. Deze toelichting geldt ook voor punt 21 en 22 hieronder. 21. Kind komt door gebruik andermans tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uitgesloten/n.v.t. 22. Kind komt via onhygiënisch opgeborgen tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uit gesloten/n.v.t.
24. Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding – klein De kans dat een kind ziektekiemen binnen krijgt door het eten van bedorven voedsel lijkt ons klein. Uitsluiten kunnen wij dit niet. Door het werken met stickers die wij op geopende voedingsproducten plakken hebben wij hier goed zicht op. Zie ook bijlage Werkinstructie Houdbaarheid voedingsmiddelen. 25. Baby krijgt door niet gekoelde meegebrachte borstvoeding ziektekiemen binnen – klein De kans dat een baby door niet gekoelde meegebrachte borstvoeding ziektekiemen binnen krijgt achten wij klein omdat ouders altijd erg zorgvuldig met de borstvoeding omgaan. Ouders zetten de borstvoeding bij binnenkomst zelf in de koelkast. Leidsters geven kinderen alleen gekoelde borstvoeding of borstvoeding die net gekolfd is. 26. Baby krijgt ziektekiemen binnen door meegebrachte (thuis) bereide poedermelk – uitgesloten De kans dat een baby ziektekiemen binnen krijgt is uitgesloten, omdat ouders geen kant en klare flessen met poedermelk mogen meenemen naar het kinderdagverblijf. Alleen ouders van kinderen die speciale voeding nodig hebben, nemen dit zelf mee. Deze poeder wordt aangeleverd in kleine melkpoedercontainers. Poeder voor standaard flesvoeding wordt door ons verstrekt. 27. Baby krijgt ziektekiemen binnen via onhygiënisch bereide flesvoeding – klein De baby krijgt ziektekiemen binnen via onhygiënisch bereide flesvoeding achten wij klein omdat leidsters hier heel zorgvuldig mee omgaan. Zie ook bijlage Werkinstructie Flesvoeding klaarmaken.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
23. Kind krijgt door het eten van onhygiënisch bereid voedsel ziektekiemen binnen – klein Het voedsel dat bij Mickey aan de kinderen wordt gegeven is altijd vers. Alle eetbare producten worden voorzien van een sticker met datum van opening erop. Conform de richtlijnen voor houdbaarheid wordt dit gewaarborgd en gecontroleerd. Zie ook bijlage Werkinstructie Houdbaarheid voedingsmiddelen. Ouders geven kinderen soms zelf bereid eten mee. Wij gaan er vanuit dat dit eten hygiënisch bereid is. Hier hebben wij geen zicht op. Ouders zetten het eten ’s morgens in de koelkast. Het bereiden/opwarmen van het eten gebeurt zo hygiënisch mogelijk. Er worden schone materialen gebruikt en voor het bereiden wast de persoon in kwestie zorgvuldig haar handen.
8
28. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onzorgvuldig gereinigde fles/speen – klein De kans dat een kind ziektekiemen binnen krijgt via onzorgvuldig gereinigde fles/speen achten wij klein omdat alle flessen en spenen wekelijks worden uitgekookt, in een daarvoor bestemde uitkoker die wekelijks wordt gereinigd. Nieuwe flessen en spenen worden voor het eerste gebruik ook uitgekookt. 29. Kind krijgt door gebruik andermans drinkbeker, fles of bestek ziektekiemen binnen – klein Het kan gebeuren dat kinderen ziektekiemen binnen krijgen door gebruik van andermans fles, bv. als kinderen aan tafel zitten en opeens een fles van een ander kind pakken en er vervolgens uit drinken. De kans daarop is klein, er is altijd toezicht van de leidster als er één of meerder baby’s aan tafel zitten. 30. Kind komt door aanraken afval in contact met ziektekiemen – uitgesloten De prullenbak is geïntegreerd in de commode. Deze schuifla kan niet door een baby worden opengetrokken. 31. Kind komt via vuile vaatdoek in contact met ziektekiemen – uitgesloten tot klein Iedere gebruikte vaatdoek wordt direct in de wasmand gedeponeerd waar een kind niet bij kan komen. 32. Kind krijgt door gebruik vuile of andermans fopspeen ziektekiemen binnen – groot Leidsters zien er op toe dat een kind tijdens het spelen niet een speen van een ander kind afpakt. Helaas kan het in een onbewaakt moment wel gebeuren. De speen wordt dan direct met heet water afgespoeld. In de praktijk hebben kinderen over het algemeen geen speen in de mond tijdens het spel. Deze wordt enkel gebruikt bij behoefte of als troost indien ouders dat willen.
34. Kind komt via vuil speelgoed in contact met ziektekiemen – groot Het speelgoed wordt dagelijks goed schoongemaakt met allesreiniger. Toch kan het voorkomen dat kinderen die hetzelfde speelmateriaal gebruiken (en dit in hun mond stoppen) in contact komen met ziektekiemen. 35. Kind komt via vuile verkleedkleren in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Er zijn geen verkleedkleren aanwezig op de babygroep. 36. Kind komt via onzorgvuldig of niet gewassen stoffen speelgoed / knuffels in contact met ziektekiemen – klein De knuffels en/of andere stoffen speeltjes worden wekelijks gewassen. Bij vervuiling direct of dagelijks. 37. Kind komt via met ontlasting vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein Baby’s maken heel af en toe gebruik van een badje; alleen met erg warm weer. Op deze momenten kan het aantal baby’s dat gebruik van dit badje maakt verschillen, maar dit zal er één per leidster of stagiaire zijn. Baby’s gaan met blote billen in bad. Op het moment dat een kind ontlasting produceert en dit in het water komt, worden onmiddellijk elk kind eruit gehaald en wordt het water weggedaan waarna het eventueel wordt ververst. Het badje wordt grondig gereinigd.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
33. Kind komt door gezamenlijk gebruik van het beddengoed in contact met ziektekiemen – klein Hoeslakens worden dagelijks verschoond en bovenlakens wekelijks. Het kind heeft geen direct contact met deze deken. Bij vervuiling wordt het dekentje direct verschoond.
9
38. Kind komt door zichtbaar vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein Baby’s zitten maar kort in het badje bij ons en het water wordt altijd regelmatig ververst waardoor het water zo schoon mogelijk is. 39. Kind krijgt ziektekiemen binnen doordat waterspeelgoed aanzet tot het drinken van zwemwater – klein Over het algemeen is ons doel van het badje: kinderen laten ervaren en genieten van het water. Daarom is water-speelmateriaal niet altijd aan de orde. Is dit wel het geval dan zal de babyleidster zorgvuldig het materiaal kiezen. Stel dat zij voor een beker kiest en een kind drinkt hieruit, dan zal zij dit speelmateriaal vervangen om een kind zo weinig mogelijk badwater te laten binnenkrijgen. 40. Kind komt door eten, drinken, snoepen in het zwembadje in contact met ziektekiemen – uitgesloten Kinderen mogen niet eten of drinken tijdens een badmoment. 41. Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Wij hebben nog nooit ongedierte geconstateerd bij Mickey. Mochten leidsters toch uitwerpselen vinden, dan wordt dit direct schoongemaakt en er worden vervolgacties ondernomen. 42. Kind komt door bijten of krabben dier in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Er zijn geen dieren op het kinderdagverblijf.
1. Kind verblijft in een ruimte die bedompt ruikt – klein Als er meerdere poepbroeken achter elkaar zijn en worden verschoond, kunnen wij het helaas niet voorkomen dat de groep wat bedompt ruikt. Er wordt permanent geventileerd. In de ruimte staat altijd een raam open. 2. Kind verblijft in een te koude ruimte – klein De kans dat een kind in een te koude ruimte verblijft, achten wij erg klein omdat de leidsters de temperatuur goed in de gaten houden. Is de ruimte te warm dan wordt de ruimte extra geventileerd of wordt de airco aangezet. Als de ruimte te koud is, wordt een raam gesloten en/of de verwarming iets hoger gezet. 3.
Kind verblijft in een te warme ruimte – klein De kans dat een kind in een te warme ruimte verblijft, achten wij erg klein omdat de leidsters de temperatuur goed in de gaten houden. Is de ruimte te warm dan wordt de ruimte extra geventileerd of wordt de airco aangezet.
4.
Kind verblijft in een muf ruikende, vochtige ruimte – klein Net zoals bij punt 1.2.1. staat beschreven kan een ruimte tijdelijk bedompt of muf ruiken. Dit kan bijvoorbeeld door een poepbroek worden veroorzaakt. Onze babyruimte is niet vochtig. Mocht er een muffe lucht hangen, dan wordt er extra gelucht.
5.
Kind verblijft in een te droge ruimte – klein De babygroep wordt niet als een droge ruimte ervaren. Er wordt iedere dag, de gehele dag, geventileerd door een open raam.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
1.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
10
6.
Kind komt in aanraking met allergenen via stoffering van verblijfsruimtes – klein We hebben relatief weinig producten op de groep waar kinderen allergisch voor zijn. We hebben speelmatten op de grond (i.p.v. een kleed dat we eerst hadden) en veel speelmateriaal dat afneembaar is. Er zijn wel enkele speelmaterialen van stof, zoals stoffen blokken, stoffen boekjes, enkele boerenzakdoeken, een paar knuffels. Tevens hebben we enkele kleedjes die we in de box leggen. Deze stoffen materialen worden regelmatig gewassen op een hoge temperatuur. Materialen die een kind in de mond heeft gehad worden na gebruik direct in de wasmand gedaan.
7.
Kind verblijft in een ruimte met rook – uitgesloten Er geldt bij Mickey een algemeen rookverbod in het pand.
8.
Kind verblijft in een stoffige ruimte – klein De ruimte en de materialen worden elke dag schoongemaakt/afgestoft door de leidster en/of stagiaire. De vloer wordt dagelijks gedweild. De kans is dus klein dat het stoffig is. Er wordt in principe niet gestofzuigd in de aanwezigheid van kinderen omdat tijdens het stofzuigen zeer fijne stofdeeltjes via de uitgeblazen lucht in de ruimte terechtkomen. Tijdens het stofzuigen wordt er extra geventileerd.
9.
Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen door het gebruik van spuitbussen, lijm of terpentine – uitgesloten Deze producten gebruiken wij nooit in het bijzijn van kinderen. Als deze producten gebruikt worden, zijn er geen kinderen in het pand.
10. Kind wordt blootgesteld aan gassen uit (open) verbrandingstoestellen – uitgesloten/n.v.t.
12. Kind krijgt schadelijke stoffen binnen via ventilatievoorziening – uitgesloten/n.v.t. Er is geen ventilatievoorziening in de babygroep. Er is wel een airconditioning. Door het gebruik ervan komen geen schadelijke stoffen vrij. 13. Kind wordt blootgesteld aan lawaai – klein De kinderen in de groep maken meerdere, verschillende geluiden, zoals huilen of met speelmateriaal geluiden maken - zoals houten en roestvrijstalen bakjes tegen elkaar slaan of met de bakjes op de grond slaan of op het kruipplateau. Wanneer de kinderen al genoeg geluiden maken proberen wij de rest van de omgeving zo rustig mogelijk te houden, de leidsters praten zacht; ook tegen ouders. Heel af en toe staat er een CD op met rustgevende muziek. Het hardste geluid waar kinderen aan worden bloot gesteld zijn geluiden van sirenes die met enige regelmaat in het pand van Mickey te horen zijn en hard huilende baby’s in de groepsruimte. Leidsters proberen huilende kinderen, o.a. om de rust in de groep te bewaken, zo goed mogelijk te troosten zodat het huilende kind zelf en de kinderen in de ruimte zich zo prettig mogelijk voelen. 14. Kind drinkt water uit loden leiding – uitgesloten/n.v.t. 15. Kind verblijft in een ruimte met huisdieren die een allergie kunnen oproepen –uitgesloten/n.v.t. Dit achten wij uitgesloten omdat er geen huisdieren bij Mickey zijn. 16. Kind verblijft in een ruimte met planten die een allergie kunnen oproepen – klein Er zijn slechts een paar planten in de groepsruimte. Hier kunnen de kinderen zelf niet bij. We hebben niet het idee dat deze planten voor enige vorm van allergische reactie zorgen. Mocht dat wel het geval zijn bij een bepaald kind, dan halen we de betreffende plant onmiddellijk weg.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
11. Kind verblijft in een ruimte met asbest – uitgesloten/n.v.t.
11
17. Kind verblijft in een vervuilde ruimte doordat schoonmaak ontoereikend is – uitgesloten Er wordt dagelijks bij ons schoongemaakt. In de map van de babygroep staat wat er iedere dag en op welke dag wordt schoongemaakt. 18. Kind verblijft in een ruimte tijdens schoonmaakwerkzaamheden – groot Op rustige momenten, dus wanneer de meeste baby’s in bed liggen, worden er schoonmaaktaken verricht. Er wordt voor zorggedragen dat de overige kinderen op deze schoonmaakmomenten geen hinder ondervinden van de werkzaamheden. We houden de groep zo schoon en stofvrij mogelijk. Dagelijks wordt de groep schoongemaakt. Deze schoonmaakwerkzaamheden worden zowel door stagiaires als door leidsters verricht. Er is altijd een leidster die op deze momenten toezicht houden op de kinderen of met de kinderen bezig zijn. Er wordt op de babygroep niet gestofzuigd bij aanwezigheid van kinderen. 19. Kind komt in contact met allergenen via het beddengoed – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen via beddengoed achten wij klein omdat het hoeslaken dagelijks worden verschoond en de lakens wekelijks. Bijna alle kinderen hebben een slaapzak aan waardoor kinderen nauwelijks contact maken met het laken. Als het laken vies is, dan wordt deze direct verschoond. Alle beddengoed wordt op 60 C gewassen. 20. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via verkleedkleren – uitgesloten/n.v.t. 21. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via knuffels – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen of huisstofmijten via knuffels achten wij klein omdat de knuffels wekelijks worden gewassen en bij vervuiling vaker.
1. Kind wordt blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen die een allergie kunnen oproepen – klein Met baby’s wordt slechts zelden gewandeld. Baby’s komen wel af en toe op het dakterras. Hier is geen gras en zijn geen planten. 2. Kind komt via in zandbak aanwezige ontlasting (hond/kat) in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Baby’s spelen niet in de zandbak. Deze is niet aanwezig op het dakterras. We hebben nog nooit ontlasting van een dier gezien op het dakterras. 3. Kind wordt gebeten door een teek – klein Doordat wij af en toe met de kinderen wandelen en onder bomen lopen is de kans aanwezig. De leidsters controleren de kinderen na een wandeling op teken. Zie: Werkinstructie behandelen tekenbeet. 4. Kind wordt gestoken door bij of wesp – klein Een steek van bij of wesp kan tijdens een wandeling voorkomen; leidsters zijn hier echter wel erg alert op tijdens de periode dat er bijen en wespen zijn. 5. Kind krijgt zonnesteek – uitgesloten Zie ook UV-beleid kinderdagverblijf Mickey. Bij hitte gaan wij niet met de kinderen naar buiten.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
1.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
12
6. Kind droogt uit – klein De leidsters stimuleren de kinderen om bij warm weer extra te drinken. Ook worden baby’s niet in de zon gehouden, waardoor deze kans erg klein is. 7. Kind verbrandt door zon – uitgesloten Baby’s komen niet of nauwelijks in contact met de zon. Als het niet zo heel warm is, komen baby’s bij ons niet of nauwelijks buiten. Als het wel warm is dan is altijd het zonnescherm uit en worden kinderen ingesmeerd. Zie ook UV-beleid kinderdagverblijf Mickey. 8. Kind raakt onderkoeld – klein Leidsters voelen aan de kinderen of kinderen het niet te koud hebben. Leidsters weten dat baby’s snel kunnen afkoelen en houden dit in de gaten door een kind voldoende warm aan te kleden en/of weg te leggen. 9. Kind komt in contact met bestrijdingsmiddelen – uitgesloten/n.v.t. 10. Kind wordt blootgesteld aan chemisch vervuilde grond – uitgesloten/n.v.t.
1.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uit blijven van) medisch handelen 1. Kind krijgt medicatie verkeerd toegediend – klein Als een leidster een kind een medicijn moet toedienen is er vooraf met ouders gesproken over de toediening ervan. Het kan echter voorkomen dat een kind teveel medicatie binnenkrijgt of het medicijn verkeerd wordt toegediend. Maar door de grote verantwoordelijkheid van de leidsters achten wij deze kans heel klein. Zie ook bijlage Werkinstructie Toedienen van medicijnen. 2. Kind krijgt bedorven medicament toegediend – klein Er wordt altijd naar de datum gekeken die op het etiket van het medicijn staat. Wordt een medicijn zonder etiket, en dus zonder naam, gebracht, dan dienen wij dit niet toe. Zie ook bijlage Werkinstructie Toedienen van medicijnen. 3. Kind krijgt paracetamol zonder diagnose – klein Ouders moeten een handtekening zetten voor het toedienen van medicijnen door leidsters. Een paracetamol zal alleen gegeven worden wanneer een kind lichte symptomen van ziek zijn en/of pijn vertoond. Ook al hebben ouders een handtekening gezet, dan nog wordt aan ouders telefonisch gevraagd of op dat moment het toedienen van een paracetamol akkoord is. Zie ook bijlage Werkinstructie Toedienen van medicijnen.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
11. Kind wordt blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht – klein Baby’s zijn bij ons weinig buiten, deels omdat dit niet mag van de buurvrouw in verband met geluidsoverlast op het dakterras en deels omdat het weer dit niet zo vaak toelaat en wij baby’s niet telkens heel dik inpakken bij kou om wel even buiten te zijn. Ze ademen wel buitenlucht in door de lucht die in de groep naar binnenkomt. Het is in de wereld waarin wij leven en de plek waar Mickey staat niet uit te sluiten dat een kind geen verontreinigde lucht binnenkrijgt.
13
4. Kind wordt niet of onjuist medisch behandeld door onvolledige of onjuiste medische dossiers – klein De kans dat een kind niet of onjuist medisch behandeld wordt door onvolledige of onjuiste medische dossiers achten wij klein. Dit omdat de ouders en de leidsters hier erg alert op zijn en dit soort gegevens altijd up-to-date zullen zijn. Bij onduidelijkheden en/of onzekerheden zullen de leidsters altijd contact opnemen met de ouders. Zie ook bijlage Werkinstructie Toedienen van medicijnen. 5. Kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel – klein tot uitgesloten De kans dat een kind ondeskundig medisch behandeld wordt door personeel achten wij klein omdat de medische handelingen hier van kleine aard zijn. Voor grote medische handelingen zijn de leidsters niet bevoegd en/of opgeleid. Zie ook bijlage Werkinstructie Toedienen van medicijnen. 6. Kind komt via koortsthermometer in contact met ziektekiemen – uitgesloten Na het gebruik van een thermometer reinigt een leidster de koortsthermometer met 70 % alcohol. 7. Kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème – uitgesloten De kans dat een kind in contact komt met ziektekiemen via zalf of crème is uitgesloten, omdat een lik zalf of crème met een schone tissue uit een pot of tube wordt gehaald en met een tissue wordt aangebracht. Kind komt door onhygiënische wondverzorging in contact met andermans bloed of wondvocht – uitgesloten De leidsters zijn er alert op dat kinderen niet in contact komen met bloed of wondvocht van andere kinderen. Een leidster verbindt een wond(je) door deze af te dekken met een pleister of te verbinden met een verbandje.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
8.
14
2. Stamgroep dreumesgroep 2.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen 1. Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Handen wassen. 2. Kind komt via onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein De kans is klein dat een kind via onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding in contact komt met ziektekiemen. Leidsters wassen zoals in punt één beschreven vaak hun handen maar het kan een keer door drukte iets onzorgvuldiger gebeuren. Daarom sluiten wij dit niet uit dat een kind mogelijk een keer in contact komt met onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding. Zie ook bijlage Werkinstructie Handen wassen. 3. Kind komt in contact met ziektekiemen van zieke groepsleiding – klein De kans is klein dat een kind in contact komt met ziektekiemen van een zieke leidster. Als een leidster ziek is zal zij niet aanwezig zijn op de groep. Bij een verkoudheid zorgt de leidster ervoor dat na het hoesten of het snuiten van de neus, de handen zorgvuldig worden gewassen en dat ze een kind niet kust of in het gezicht ademt.
5. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door groepsleiding – klein De leidsters doen bij het hoesten en niezen hun ellenboog voor hun mond. Het kan echter een keer voorkomen dat je een kind met twee handen vast hebt en op dat moment even geen arm/ellenboog vrij hebt. Een leidster zal dan opzij hoesten of niezen. Dus niet in de richting van het kind. Zie ook bijlage Werkinstructie Hoesten en niezen. 6. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door ander kind – groot In de dreumesgroep proberen leidsters kinderen te leren een hand voor hun mond te houden als ze niezen. Dit is nog erg lastig voor jonge kinderen. 7. Kind komt via snot van ander kind in contact met ziektekiemen – groot Zie ook bijlage Werkinstructie Snuiten en/of afvegen neus. 8. Kind komt door gezamenlijk gebruik van zakdoek in contact met ziektekiemen – klein De kans dat een kind door het gebruik van een gezamenlijke zakdoek in contact komen met ziektekiemen is klein. Er wordt voor elk kind een papieren tissue apart gepakt, die vervolgens na gebruik in de prullenbak wordt gegooid. 9. Kind komt via spuugdoekje of slab van ander kind in contact met ziektekiemen – klein Slab en spuugdoeken worden na gebruik direct in de wasmand gedaan. Als een slab nog erg schoon is dan wordt deze soms een tweede keer gebruikt. De slab wordt dan in het mandje van het kind gelegd, zodat een kind zijn ‘eigen’ slab om krijgt en niet die van een ander kind.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
4. Kind komt in contact met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van ander kind – klein/groot Om het risico zo klein mogelijk te maken dat een kind in contact komt met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van een ander kind verbindt een leidster het blaasje en/of wondjes met een verbandje of plakt ze er een pleister op. In periodes dat er waterpokken heerst, is deze kans groter.
15
10. Kind komt via washandje waarmee handen of monden van meerdere kinderen ‘gewassen’ worden in contact met ziektekiemen – klein De handen en/of monden van de kinderen worden met noetjes (vochtige wegwerpdoekjes) schoongemaakt. Per kind wordt een noetje gebruikt. Deze gaat na gebruik in de prullenbak. Bij ernstige vervuiling maken leidsters de handen en/of monden met een natte washand schoon. Er wordt één washand per kind gebruikt en deze gaat na gebruik in de wasmand. De ene kant van de washand wordt gebruikt voor de mond de andere kant voor de handen. 11. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met ongewassen handen van toilet komt – klein Slechts een enkele dreumes is reeds begonnen met naar het toilet gaan. Een leidster gaat daarna met het kind zijn handen wassen, zodat een kind van jongs af aan leert dat dit hoort na een toiletbezoek. 12. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met onzorgvuldig gewassen handen van toilet komt – klein Leidsters zien er zoveel mogelijk op toe dat kinderen die van het toilet komen hun handen zorgvuldig wassen.
14. Kind komt door aanraken vuil potje in contact met ontlasting/urine – klein Het komt bijna niet voor dat een kind in de dreumesgroep op het potje gaat. De zindelijkheidstraining begint meestal bij de peuters. Als het wel voorkomt dan zal de leidster er op toezien dat dit zo hygiënisch mogelijk gebeurt en dat een kind niet in contact komt met zijn ontlasting en urine. Indien dit wel het geval is, dan zal de leidster de handen van het kind zorgvuldig gaan wassen en vervolgens haar eigen handen. Zie ook bijlage Werkinstructie Gebruik potje. 15. Kind komt door aanraken vuile luier in contact met ontlasting/urine – klein Deze kans achten wij klein. Na een verschoning wordt de luier direct in de luieremmer gedaan. 16. Kind komt door verontreinigd(e) verschoontafel/aankleedkussen in contact met ontlasting/urine – klein Er wordt telkens een schone handdoek gebruikt na een verschoning. Tevens wordt de commode vaak schoongemaakt met een desinfecterend middel. 17. Kind komt door on(zorgvuldig)gewassen handen groepsleiding in contact met ontlasting/urine – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Handen wassen. 18. Kind komt via het afdrogen van handen aan een vuile handdoek of gebruik vuile kraan in contact met ziektekiemen – klein Kinderen kunnen hun handen afdrogen aan een papieren handdoek. Er is geen stoffen handdoek aanwezig voor kinderen om hun handen aan af te drogen bij het toilet. De kraan wordt regelmatig schoongemaakt.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
13. Kind komt door gebruik van grote closetpot in contact met ontlasting/urine – uitgesloten De dreumes die reeds naar het toilet gaat, wordt altijd begeleid door een leidster. Zij houdt in de gaten dat dit niet gebeurt.
16
19. Kind komt via speelgoed dat wordt meegenomen naar het toilet in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. De leidster die de dreumes begeleidt naar het toilet, ziet er op toe dat het kind geen speelmateriaal meeneemt naar het toilet. 20. Kind komt door poetsen met zichtbaar vuile tandenborstel in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Kinderen poetsen niet hun tanden op het kinderdagverblijf. Deze uitleg geldt ook voor de punten 21 en 22 hieronder. 21. Kind komt door gebruik andermans tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uitgesloten/n.v.t. 22. Kind komt via onhygiënisch opgeborgen tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uitgesloten/n.v.t.
24. Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding – klein De kans dat een kind ziektekiemen binnen krijgt door het eten van bedorven voedsel lijkt ons klein. Uitsluiten kunnen wij dit niet. Door het werken met stickers die wij op geopende voedingsproducten plakken en het hanteren van de houdbaarheidsdata voorkomen wij dit zoveel mogelijk. Zie ook bijlage Werkinstructie Houbaarheid voedingsmiddelen. 25. Kind krijgt door niet gekoelde meegebrachte borstvoeding ziektekiemen binnen – klein De kans dat een dreumes door niet gekoelde meegebrachte borstvoeding ziektekiemen binnen krijgt achten wij klein omdat ouders altijd erg zorgvuldig met de borstvoeding omgaan. Ouders zetten de borstvoeding bij binnenkomst zelf in de koelkast. Leidsters geven kinderen alleen gekoelde borstvoeding of borstvoeding die net gekolfd is. 26. Kind krijgt ziektekiemen binnen door meegebrachte (thuis) bereide poedermelk – uitgesloten De kans dat een baby ziektekiemen binnen krijgt is uitgesloten, omdat ouders geen kant en klare flessen met poedermelk mogen meenemen naar het kinderdagverblijf. Alleen ouders van kinderen die speciale voeding nodig hebben, nemen dit zelf mee. Deze poeder wordt aangeleverd in kleine melkpoedercontainers. Poeder voor standaard flesvoeding wordt door ons verstrekt. Het komt ook maar zelden voor dat een dreumes nog ‘poedermelk’ drinkt. Meestal drinkt een dreumes gewoon verse melk uit de koelkast. 27. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onhygiënisch bereide flesvoeding – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Flesvoeding klaarmaken.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
23. Kind krijgt door het eten van onhygiënisch bereid voedsel ziektekiemen binnen – klein Het voedsel dat bij Mickey aan de kinderen wordt gegeven is altijd vers. Alle eetbare producten worden voorzien van een sticker met datum van opening erop. Conform de richtlijnen voor houdbaarheid wordt dit gewaarborgd en gecontroleerd. Zie ook bijlage Werkinstructie Houdbaarheid voedingsmiddelen. Ouders geven kinderen vaak zelf bereid eten mee. Wij gaan er vanuit dat dit eten hygiënisch bereid is. Hier hebben wij geen zicht op. Ouders zetten het eten ’s morgens in de koelkast. Het bereiden/opwarmen van het eten gebeurt zo hygiënisch mogelijk. Er worden schone materialen gebruikt en voor het bereiden wast de persoon in kwestie zorgvuldig haar handen.
17
28. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onzorgvuldig gereinigde fles/speen – klein Alle flessen en spenen worden in een daarvoor bestemde uit koker uitgekookt. 29. Kind krijgt door gebruik andermans drinkbeker, fles of bestek ziektekiemen binnen – klein Het kan gebeuren dat kinderen ziektekiemen binnen krijgen door gebruik van andermans fles, bv als kinderen aan tafel zitten en een kind een fles van een ander kind pakt en eruit drinkt. Een leidster let erop dat dit zo min mogelijk kan gebeuren. Er is altijd een leidster die de kinderen begeleidt tijdens het drinken. 30. Kind komt door aanraken afval in contact met ziektekiemen – klein De prullenbak staat op de grond. Het is mogelijk dat de dreumesen hierbij kunnen, maar als hij erg vuil of vol is wordt hij geleegd. De leidsters zien erop toe dat de dreumesen er niet aan zitten. Buiten op het plein staat geen grote afvalemmer (meer). 31. Kind komt via vuile vaatdoek in contact met ziektekiemen – klein Een vaatdoek ligt nooit binnen handbereik van de kinderen waardoor kinderen geen ziektekiemen kunnen oplopen. 32. Kind krijgt door gebruik vuile of andermans fopspeen ziektekiemen binnen – klein Leidsters zien er op toe dat een kind tijdens het spelen niet een speen van een ander kind afpakt. Helaas kan het in een onbewaakt moment wel gebeuren. De speen wordt dan direct met heet water afgespoeld. Kinderen hebben zo min mogelijk hun speen in op de dreumesgroep.
34. Kind komt via vuil speelgoed in contact met ziektekiemen – klein Het speelgoed wordt dagelijks goed schoongemaakt met interieurreiniger zodat kinderen hierdoor zo min mogelijk ziektekiemen binnenkrijgen. Zie ook bijlage Werkinstructie Schoonmaken speelgoed. 35. Kind komt via vuile verkleedkleren in contact met ziektekiemen – uitgesloten Op de dreumesgroep zijn geen verkleedkleren aanwezig. 36. Kind komt via onzorgvuldig of niet gewassen stoffen speelgoed / knuffels in contact met ziektekiemen – klein De knuffels en andere stoffen speelmaterialen worden wekelijks in de was gedaan. Bij vervuiling direct/dagelijks, bijvoorbeeld als een kind aan een stoffen materiaal heeft gesabbeld. 37. Kind komt via met ontlasting vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein Kinderen die niet zindelijk zijn, dragen een (zwem)luier als ze in het zwembad zitten. Door het contact met de luier met het water kunnen wij niet garanderen dat het water totaal ziektekiemenvrij is. 38. Kind komt door zichtbaar vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein In de zomer staan er buiten regelmatig zwembadjes gevuld met water dat elke dag ververst wordt. Wij achten de kans redelijk klein dat het water erg vervuild is. Hooguit met wat zand van het speelplein. Een beetje vervuild zal het water gauw worden. Leidsters zijn er zeer alert op dat er zo weinig mogelijk zwemwater gedronken wordt.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
33. Kind komt door gezamenlijk gebruik van het beddengoed in contact met ziektekiemen – klein Hoeslakens worden dagelijks verschoond. De dekbedden wekelijks. Bij ernstig vervuiling dagelijks.
18
39. Kind krijgt ziektekiemen binnen doordat waterspeelgoed aanzet tot het drinken van zwemwater – klein De kans dat een kind ziektekiemen binnenkrijgt doordat het waterspeelgoed aanzet tot drinken lijkt ons klein omdat er altijd een leidster bij de zwembadjes zit. Zij ziet erop toe dat dit niet gebeurt. 40. Kind komt door eten, drinken /snoepen in het zwembadje in contact met ziektekiemen – uitgesloten Kinderen mogen niet eten of drinken tijdens een badmoment. 41. Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte in contact met ziektekiemen – uitgesloten De kans dat een kind via uitwerpselen van ongedierte in contact komt met ziektekiemen achten wij heel erg klein. De kans kan aanwezig zijn dat een vogel op een van de speeltoestellen gepoept heeft. Mocht dit echter door de één van de leidsters opgemerkt worden, dan zal dit direct verwijderd/schoongemaakt worden. 42. Kind komt door bijten of krabben dier in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. Er zijn geen dieren op het kinderdagverblijf.
2.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
2. Kind verblijft in een te koude ruimte – klein De kans dat een kind in een te koude ruimte verblijft, achten wij klein omdat de leidsters de temperatuur goed in de gaten houden. Is de ruimte te koud dan wordt de verwarming tijdelijk iets hoger gezet. 3.
Kind verblijft in een te warme ruimte – klein De kans dat een kind in een te warme ruimte verblijft, achten wij klein omdat de leidsters de temperatuur goed in de gaten houden. Is de ruimte te warm dan wordt de ruimte extra geventileerd door een raam open te zetten of wordt de airco aangezet.
4.
Kind verblijft in een muf ruikende, vochtige ruimte – klein De dreumesruimte is niet muf of vochtig. Op sommige momenten kan de groepsruimte tijdelijk even muf ruiken doordat een kind een poepbroek heeft gehad. Zie ook punt 2.2.1.
5.
Kind verblijft in een te droge ruimte – klein De dreumesgroep wordt niet als een droge ruimte ervaren. Er wordt iedere dag geventileerd. Zie ook punt 2.2.1.
6.
Kind komt in aanraking met allergenen via stoffering van verblijfsruimtes – klein De kans dat een kind in aanraking komt met allergenen via stoffering van verblijfruimtes achten wij klein omdat wij zoveel mogelijk anti-allergene materialen gebruiken. Producten van stof worden vaak gereinigd.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
1. Kind verblijft in een ruimte die bedompt ruikt – klein Als er meerdere poepbroeken achter elkaar zijn, kan het niet voorkomen worden dat de groep tijdelijk wat bedompt ruikt. Er wordt de hele dag geventileerd door een rooster in de deur en via een ventilatiesysteem (nov. 2012). Meestal staat er ook een raam op een kier open. Als er een erg muffe lucht hangt door een poepbroek wordt een raam (verder) opengezet. Op momenten dat de dreumesen naar buiten gaan, wordt een raam opengezet om extra te ventileren.
19
7.
Kind verblijft in een ruimte met rook – uitgesloten/n.v.t. Er geldt een rookverbod in het pand bij Mickey.
8.
Kind verblijft in een stoffige ruimte – klein Elke week wordt de groepsruimte stofvrij gemaakt door een leidster/huishoudelijke hulp of stagiaire Helpende. Door vaak en goed details van de ruimte stofvrij te maken, voorkomen wij een stoffige ruimte. Er wordt in principe niet gestofzuigd in de aanwezigheid van kinderen omdat tijdens het stofzuigen zeer fijne stofdeeltjes via de uitgeblazen lucht in de ruimte terechtkomen. Tijdens het stofzuigen wordt er extra geventileerd.
9.
Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen door het gebruik van spuitbussen, lijm of terpentine – uitgesloten/n.v.t. Deze producten gebruiken wij nooit in het bijzijn van kinderen. Als deze producten gebruikt worden, zijn er geen kinderen in het pand.
10. Kind wordt blootgesteld aan gassen uit (open) verbrandingstoestellen – uitgesloten/n.v.t 11. Kind verblijft in een ruimte met asbest – uitgesloten/n.v.t.
13. Kind wordt blootgesteld aan lawaai – klein De kinderen in de groep maken meerdere, verschillende geluiden. Wanneer de kinderen al genoeg geluiden maken, proberen wij de rest van de omgeving zo rustig mogelijk te houden, bijvoorbeeld geen cd-speler aan op deze momenten. De leidster gebruikt telkens zoveel mogelijk een zachte stem, ook tijdens de ouderoverdracht. Ouders worden door leidsters soms ook op hard praten gewezen mocht dit de groepsrust storen. Door met een zacht volume tegen ouders te praten, gaan ouders vaak mee in dit zachte volumegebruik van hun stem. 14. Kind drinkt water uit loden leiding – uitgesloten/n.v.t. 15. Kind verblijft in een ruimte met huisdieren die een allergie kunnen oproepen –uitgesloten/n.v.t. Er zijn geen huisdieren op het kinderdagverblijf. 16. Kind verblijft in een ruimte met planten die een allergie kunnen oproepen – klein De planten die wij hebben, hebben nog niet geleid tot allergisch reacties bij kinderen. 17. Kind verblijft in een vervuilde ruimte doordat schoonmaak ontoereikend is – uitgesloten De leidsters houden de groep zo schoon en stofvrij mogelijk. Dagelijks wordt de groep schoongemaakt. Sommige dingen worden dagelijks schoongemaakt; andere dingen wekelijks. 18. Kind verblijft in een ruimte tijdens schoonmaakwerkzaamheden – groot Op rustige momenten, bijvoorbeeld wanneer de meeste dreumesen in bed liggen, worden er schoonmaaktaken verricht. Er wordt zorg gedragen dat de overige kinderen op deze schoonmaakmomenten geen hinder ondervinden van de werkzaamheden.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
12. Kind krijgt schadelijke stoffen binnen via ventilatievoorziening – uitgesloten tot klein Het is ons niet bekend dat er via het ventilatiesysteem in de dreumesgroep schadelijke stoffen vrijkomen. Wij hebben hier bij aanschaf op gelet om een ‘gezonde’ ventilatievoorziening te kiezen, maar dit kunnen wij niet 100% garanderen.
20
19. Kind komt in contact met allergenen via het beddengoed – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen via beddengoed achten wij klein daar de matrashoezen dagelijks worden verschoond en de dekbedhoezen wekelijks. Het beddengoed wordt op 60 C gewassen. Zie ook bijlage Werkinstructies Verschonen en opmaken beddengoed. 20. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via verkleedkleren – uitgesloten/n.v.t. Op dit moment zijn er geen verkleedkleren in de groep. Als deze er wel zijn worden deze bij zichtbare vervuiling in de was gedaan. 21. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via knuffels – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen of huisstofmijten via knuffels achten wij klein omdat de knuffels wekelijks worden gewassen en bij vervuiling vaker.
2.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu 1. Kind wordt blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen die een allergie kunnen oproepen – groot Doordat wij regelmatig met de kinderen buiten wandelen, worden de kinderen op die momenten blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen. Ook tijdens het buiten spelen komen kinderen in aanraking met pollen in de lucht.
3. Kind wordt gebeten door een teek – klein tot groot Doordat wij af en toe met de kinderen wandelen en onder bomen lopen is de kans aanwezig. De leidsters controleren de kinderen na een wandeling op teken. Zie ook bijlage Werkinstructie Tekenbehandeling. 4. Kind wordt gestoken door bij of wesp – klein tot groot Een steek van bij of wesp kan tijdens het buiten zijn voorkomen; leidsters zijn hier echter wel erg alert op tijdens de periode dat er bijen en wespen zijn. 5. Kind krijgt zonnesteek – klein Bij hitte gaan wij niet met de kinderen naar buiten. De leidsters zorgen voor voldoende schaduw. Kinderen die bij Mickey komen, worden niet gedurende lange tijd aan warmte blootgesteld. Zie ook UV-beleid kinderdagverblijf Mickey. 6. Kind droogt uit – klein De leidsters stimuleren de kinderen om bij warm weer extra te drinken. 7. Kind verbrandt door zon – klein De kinderen worden bij het naar buiten gaan ingesmeerd met zonnecrème en beschermd door de pergola. Zie ook UV-beleid kinderdagverblijf Mickey.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
2. Kind komt via in zandbak aanwezige ontlasting (hond/kat) in contact met ziektekiemen – klein Onze zandbak heeft een speciaal zandbaknet. Op deze manier kunnen katten en honden niet in de zandbak komen. Het is wel mogelijk om via het net er overheen te klimmen. De kans dat dit gebeurt, achten we heel erg klein omdat de gaten van de netten zo groot zijn en dit de wandelgang van een hond of kat zal bemoeilijken. Uitsluiten kunnen we dit echter niet.
21
8. Kind raakt onderkoeld – uitgesloten De leidsters zien erop toe dat een kind goed gekleed is. Bij extreme kou zal er niet, of niet te lang naar buiten worden gegaan. Binnen staat de verwarming aan. 9. Kind komt in contact met bestrijdingsmiddelen – uitgesloten/n.v.t. Dit lijkt ons uitgesloten omdat deze in het magazijn staan. Deze deur is altijd afgesloten. De bestrijdingsmiddelen staan hoog. 10. Kind wordt blootgesteld aan chemisch vervuilde grond – uitgesloten/n.v.t. 11. Kind wordt blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht – klein Kinderen kunnen altijd worden blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht die via het ventilatiesysteem, tijdens het openen van een raam of tijdens het buiten spelen via de lucht tot een kind komt. Wij kunnen als mens niet zien en weten of deze lucht verontreinigd is. De lucht zal zeker niet totaal schoon zijn.
2.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen
2. Kind krijgt bedorven medicament toegediend – uitgesloten Er wordt altijd naar de datum gekeken die op het etiket van het medicijn staat. Wordt een medicijn zonder etiket, en dus zonder naam, gebracht, dan dienen wij dit niet toe. 3. Kind krijgt paracetamol zonder diagnose – uitgesloten Ouders moeten een handtekening zetten voor het toedienen van medicijnen door leidsters op het intakeformulier. Een paracetamol zal alleen gegeven worden wanneer een kind lichte symptomen van ziek zijn en/of pijn vertoond. Ook al hebben ouders een handtekening gezet, dan nog wordt aan ouders telefonisch gevraagd of op dat moment het toedienen van een paracetamol akkoord is. 4. Kind wordt niet of onjuist medisch behandeld door onvolledige of onjuiste medische dossiers – klein De kans dat een kind niet of onjuist medisch behandeld wordt door onvolledige of onjuiste medische dossiers achten wij klein. Dit omdat de ouders en de leidsters hier erg alert op zijn en dit soort gegevens altijd up to date zullen zijn. Bij onduidelijkheden en/of onzekerheden zullen de leidsters altijd contact opnemen met de ouders. 5. Kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel – uitgesloten De kans dat een kind ondeskundig medisch behandeld wordt door personeel achten wij klein omdat de medische handelingen bij Mickey van kleine aard zijn. Voor grote medische handelingen zijn de leidsters niet bevoegd en/of opgeleid. Hiervoor wordt een dokter ingeschakeld.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
1. Kind krijgt medicatie verkeerd toegediend – klein Als een leidster een kind een medicijn moet toedienen is er vooraf uitgebreid met ouders gesproken over de toediening ervan. Het kan echter voorkomen dat een kind teveel medicatie binnenkrijgt of het medicijn verkeerd wordt toegediend. Maar door de grote verantwoordelijkheid van de leidsters achten wij deze kans heel klein. Zie ook bijlage Werkinstructie Toedienen medicijnen.
22
6. Kind komt via koortsthermometer in contact met ziektekiemen – klein/uitgesloten Voor en na gebruik reinigen de leidsters de koortsthermometer met 70 % alcohol. 7. Kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème – uitgesloten De kans dat een kind in contact komt met ziektekiemen via zalf of crème is uitgesloten, omdat een lik zalf of crème met een schone tissue uit een pot of tube wordt gehaald en met een tissue wordt aangebracht.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
8. Kind komt door onhygiënische wondverzorging in contact met andermans bloed of wondvocht – klein De leidsters zijn er alert op dat kinderen niet in contact komen met bloed of wondvocht van andere kinderen. Een leidster verbindt een wond(je) door deze af te dekken met een pleister of te verbinden met een verbandje.
23
3. Stamgroep peutergroep - montessori 3.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen 1. Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Handen wassen. 2. Kind komt via onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein De kans is klein dat een kind via onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding in contact komt met ziektekiemen. Leidsters wassen zoals in punt één beschreven vaak hun handen maar het kan een keer door drukte iets onzorgvuldiger gebeuren. Daarom sluiten wij dit niet uit dat een kind mogelijk een keer in contact komt met onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding. 3. Kind komt in contact met ziektekiemen van zieke groepsleiding – klein De kans is klein dat een kind in contact komt met ziektekiemen van een zieke leidster. Als een leidster ziek is zal zij niet aanwezig zijn op de groep. Bij een verkoudheid zorgt de leidster ervoor dat na het hoesten of het snuiten van de neus, de handen zorgvuldig worden gewassen en dat ze een kind niet kust of in het gezicht ademt.
5. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door groepsleiding – klein De leidsters doen bij het hoesten of niezen hun elleboog voor hun mond. Het kan echter een keer voorkomen dat je een kind met twee handen vast hebt en op dat moment even geen arm of elleboog vrij hebt. Een leidster zal dan opzij hoesten of niezen. Dus niet in de richting van het kind. Zie ook bijlage Werkinstructie Hoesten en niezen. 6. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door ander kind – groot In de peutergroep leren we de kinderen dat zij een hand voor hun mond moeten doen als ze hoesten en/of niezen. Dit wordt nog wel eens vergeten. De leidster blijft de kinderen hierop attenderen. De kans is aanwezig dat een kind in aanraking komt met ziektekiemen van een ander kind. Zie ook bijlage Werkinstructie Hoesten en niezen. 7. Kind komt via snot van ander kind in contact met ziektekiemen – groot Snotneuzen worden met een tissue meestal door de peuter zelf schoongemaakt. Dit gebeurt i.v.m. het bevorderen van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Wij attenderen kinderen om hun neus schoon te maken als ze dit niet uit zichzelf doen. Zie ook bijlage Werkinstructies Snuiten en/of afvegen neus. 8. Kind komt door gezamenlijk gebruik van zakdoek in contact met ziektekiemen – klein De kans dat een kind door gebruik van een gezamenlijke zakdoek/tissue in contact komt met ziektekiemen is aanwezig. Dit omdat de kinderen zelf een tissue pakken als ze een snotneus hebben. De kinderen kunnen uit speelsheid een tissue van een ander kind pakken. In de praktijk
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
4. Kind komt in contact met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van ander kind – klein/groot Om het risico zo klein mogelijk te maken dat een kind in contact komt met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van een ander kind verbindt een leidster het blaasje en/of wondjes met een verbandje of plakt ze er een pleister op. In periodes van waterpokken is deze kans groter.
24
zien we dit niet vaak gebeuren. De meeste peuters weten heel goed dat ze na het snuiten van de neus de tissue moeten weggooien in de prullenbak. De leidster houdt dit soort dingen goed in de gaten. 9. Kind komt via spuugdoekje of slab van ander kind in contact met ziektekiemen – klein Peuters hebben alleen met warm eten een slab om. Al ze klaar zijn met eten wordt de slab in de wasmand gedaan. 10. Kind komt via washandje waarmee handen of monden van meerdere kinderen ‘gewassen’ worden in contact met ziektekiemen – klein De handen en/of monden van de peuters worden door de peuters met noetjes (vochtige wegwerpdoekjes) en/of een washand schoongemaakt. Per kind wordt een noetje of washand gebruikt. Deze gaan na gebruik in de prullenbak of wasmand. Als een kind erg ‘vies’ is, maakt de leidster de handen en/of monden met een natte washand schoon. Er wordt één washand per kind gebruikt en deze doen ze na gebruik in de wasmand. 11. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met ongewassen handen van toilet komt – klein De leidsters zien erop toe dat de kinderen na het gebruik van het toilet hun handen wassen.
13. Kind komt door gebruik van grote closetpot in contact met ontlasting/urine – uitgesloten De peuters in de montessorigroep maken alleen gebruik van de kindertoiletten. Het toilet op de gang beneden is altijd op slot. Tevens is er bijna altijd een leidster of stagiaire aanwezig bij de kinderen als de kinderen in de gang zijn of spelen. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik. 14. Kind komt door aanraken vuil potje in contact met ontlasting/urine – klein Er zijn weinig peuters die gebruik maken van een potje. Zij maken meestal gebruik van de kindertoiletten. Als er een potje wordt gebruikt, dan zal de leidster dit begeleiden. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik en Werkinstructie Gebruik potje. 15. Kind komt door aanraken vuile luier in contact met ontlasting/urine – klein De leidsters ruimen de luier na de verschoning direct op. De luier wordt in de luieremmer gedeponeerd die in de afgesloten doucheruimte staat. 16. Kind komt door verontreinigd(e) verschoontafel/aankleedkussen in contact met ontlasting/urine – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Verschonen luier (op commode). 17. Kind komt door on(zorgvuldig)gewassen handen groepsleiding in contact met ontlasting/urine – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Verschonen luier (op commode) en Werkinstructie Handen wassen.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
12. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met onzorgvuldig gewassen handen van toilet komt – klein We leren kinderen dat ze na het gebruik van het toilet hun handen moeten wassen. De leidster houdt in de gaten of dit gebeurd is. Het kan een keer voorkomen dat het niet door de leidster wordt opgemerkt en een kind zijn handen niet of onzorgvuldig heeft gewassen. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik.
25
18. Kind komt via het afdrogen van handen aan een vuile handdoek of gebruik vuile kraan in contact met ziektekiemen – klein Kinderen drogen hun handen aan papieren handdoeken nadat ze naar het toilet zijn geweest. De kraan wordt regelmatig gereinigd. De handdoek wordt minimaal 2 keer per dag gewisseld voor een schone. Na eetmomenten maken kinderen hun handen meestal met een noetje of washand schoon. 19. Kind komt via speelgoed dat wordt meegenomen naar het toilet in contact met ziektekiemen – klein Leidsters zien erop toe dat een kind geen speelgoed meeneemt naar het toilet. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik. 20. Kind komt door poetsen met zichtbaar vuile tandenborstel in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. De kinderen poetsen hun tanden in principe niet op het kinderdagverblijf. 21. Kind komt door gebruik andermans tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uitgesloten/n.v.t. De kinderen poetsen hun tanden niet op het kinderdagverblijf.
23. Kind krijgt door het eten van onhygiënisch bereid voedsel ziektekiemen binnen – klein Het voedsel dat bij Mickey aan de kinderen wordt gegeven is altijd vers. Alle eetbare producten worden voorzien van een sticker met datum van opening erop. Conform de richtlijnen voor houdbaarheid wordt dit gewaarborgd en gecontroleerd. Zie ook bijlage Werkinstructie houdbaarheid voedingsmiddelen. Ouders geven kinderen vaak zelf bereid ‘warm’ eten mee. Wij gaan er vanuit dat dit eten hygiënisch bereid is. Hier hebben wij geen zicht op. Ouders zetten het eten ’s morgens in de koelkast. Het bereiden/opwarmen van het eten gebeurt zo hygiënisch mogelijk. Er worden schone materialen gebruikt bij het bereiden van voedsel. Voor het bereiden wast de persoon in kwestie zorgvuldig haar handen. 24. Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding – klein Het voedsel dat bij Mickey aan de kinderen wordt gegeven is altijd vers. Alle eetbare producten worden voorzien van een sticker met datum van opening erop. Conform de richtlijnen voor houdbaarheid wordt dit gewaarborgd en gecontroleerd. De kans dat een kind ziektekiemen binnen krijgt door het eten van bedorven voedsel lijkt ons klein. Uitsluiten kunnen wij dit niet. Door het werken met stickers die wij op geopende voedingsproducten plakken en het hanteren van de houdbaarheidsdata voorkomen wij dit zoveel mogelijk. Zie ook bijlage Werkinstructie Houbaarheid voedingsmiddelen. 25. Kind krijgt door niet gekoeld meegebrachte borstvoeding ziektekiemen binnen – uitgesloten/n.v.t. In de peutergroep krijgen kinderen geen borstvoeding meer. 26. Kind krijgt ziektekiemen binnen door meegebrachte (thuis) bereide poedermelk – uitgesloten/n.v.t.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
22. Kind komt via onhygiënisch opgeborgen tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uitgesloten/n.v.t. De kinderen poetsen hun tanden niet op het kinderdagverblijf.
26
27. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onhygiënisch bereide flesvoeding – uitgesloten/n.v.t. 28. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onzorgvuldig gereinigde fopspeen – klein Fopspenen worden wekelijks in een daarvoor bestemde uitkoker uitgekookt. De uitkoker wordt dan ook gereinigd. 29. Kind krijgt door gebruik andermans glas of bestek ziektekiemen binnen – klein Het kan gebeuren dat kinderen ziektekiemen binnen krijgen door gebruik van andermans glas, bijvoorbeeld als kinderen aan tafel zitten en een kind (per ongeluk) een glas van een ander kind pakt en eruit drinkt. Een kind likt wel eens (per ongeluk of om te ontdekken) aan zijn mes. Het kan een keer voorkomen dat een ander kind (per ongeluk) dit mes pakt en gebruikt. Leidsters begeleiden het eet- en drinkmoment en zij houden hier goed toezicht op dat dit zo weinig mogelijk voorkomt.
31. Kind komt via vuile vaatdoek in contact met ziektekiemen – klein Kinderen kunnen zelf vaatdoeken pakken als ze deze nodig hebben. Na gebruik wordt deze in de wasmand gedaan. De vaatdoeken die kinderen bij de werkjes gebruiken worden na gebruik door een kind, steeds verschoond. Een vaatdoek die door de leidster wordt gebruikt, ligt soms op het hoge aanrecht, daar waar kinderen er niet bij kunnen komen. Na gebruik wordt de vaatdoek meestal direct in de wasmand gedaan. 32. Kind krijgt door gebruik vuile of andermans fopspeen ziektekiemen binnen – klein Kinderen in de peutergroep hebben zelden een speen in; in ieder geval niet als ze aan het spelen zijn. Heel soms wordt een speen gebruikt als troost voor een kind. Dit gebeurt alleen in afstemming met de ouder. De leidster is op zo’n moment vaak bij het kind waardoor de kans erg klein is dat de speen wordt afgepakt. Peuters doen dit ook niet meer zo vaak als jongere kinderen. 33. Kind komt door gezamenlijk gebruik van het beddengoed in contact met ziektekiemen – klein De hoeslakens worden dagelijks verschoond. De dekbedden worden wekelijks verschoond. Kinderen slapen zoveel mogelijk in een vast bed. Hierdoor wordt deze kans ook verkleind. Zie ook bijlage Werkinstructie Bedden verschonen en opmaken. 34. Kind komt via vuil speelgoed in contact met ziektekiemen – klein Het speelgoed wordt volgens een vast schema (hangt in de kast van de montessori-peutergroep) wekelijks goed schoongemaakt met allesreiniger zodat kinderen hierdoor zo min mogelijk ziektekiemen binnenkrijgen. Zie ook bijlage Werkinstructie Speelgoed schoonmaken.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
30. Kind komt door aanraken afval in contact met ziektekiemen – klein De prullenbak staat op de grond zodat de peuters hier gewoon bij kunnen. Peuters gooien gebruikte materialen zelf weg. Peuters spelen over het algemeen niet met de (inhoud van de) prullenbak. Dit wordt niet toegestaan door de leidsters. De meeste peuters begrijpen het principe van een prullenbak. De leidster houdt hier toezicht op en spreken het kind erop aan mocht het wel gebeuren. De leidster zal het kind vervolgens uitnodigen om zijn handen te gaan wassen. Buiten op het plein staat geen grote afvalemmer (meer).
27
35. Kind komt via vuile verkleedkleren in contact met ziektekiemen – klein Bij de peuters zijn niet altijd verkleedkleren. We hebben in de poppenhoek schorten voor peuters hangen die geregeld worden gewassen. Op momenten dat er verkleedkleren zijn, dan worden deze regelmatig gewassen. 36. Kind komt via onzorgvuldig of niet gewassen stoffen speelgoed / knuffels in contact met ziektekiemen – klein Knuffels en ander stoffen speelmateriaal worden wekelijks gewassen. Bij vervuiling direct/dagelijks. 37. Kind komt via met ontlasting vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein Kinderen die niet zindelijk zijn, dragen een (zwem)luier als ze in het zwembad zitten. Door het contact met de luier met het water kunnen wij niet garanderen dat het water totaal ziektekiemenvrij is. Een kind dat wel zindelijk is en een zwembroekje draagt in het water kan ongezien in het water plassen. Ontlasting zie en ruik je snel, maar het is niet uit te sluiten dat het water hierdoor niet vervuild wordt. 38. Kind komt door zichtbaar vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein tot groot In de zomer staan buiten regelmatig zwembadjes/bakken gevuld met water. Het water zal vervuild raken door spelende kinderen en het zand van het speelplein. Wij achten de kans redelijk klein dat het water erg vervuild is. Leidsters zijn er alert op dat er geen zwembadwater gedronken wordt. Het water wordt elke dag ververst en soms nog een keer extra.
40. Kind komt door eten, drinken /snoepen in het zwembadje in contact met ziektekiemen – uitgesloten Kinderen mogen niet eten of drinken tijdens een badmoment. 41. Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte in contact met ziektekiemen – klein De kans is aanwezig dat een vogel op een van de speeltoestellen gepoept heeft. Mocht dit echter door een leidster worden opgemerkt, dan zal dit direct verwijderd/schoongemaakt worden. 42. Kind komt door bijten of krabben dier in contact met ziektekiemen – uitgesloten Wij hebben bij Mickey geen huisdieren.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
39. Kind krijgt ziektekiemen binnen doordat waterspeelgoed aanzet tot het drinken van zwemwater – klein tot groot De kans dat een kind ziektekiemen binnenkrijgt doordat het waterspeelgoed aanzet tot drinken lijkt ons gemiddeld omdat jonge kinderen heel graag, vaak en snel water drinken tijdens een badmoment. Er is altijd een leidster die het zwembadje in de gaten houdt. Zij ziet erop toe dat dit niet of zo weinig mogelijk gebeurt.
28
3.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu 1.
Kind verblijft in een ruimte die bedompt ruikt – klein Als er meerdere poepbroeken achter elkaar zijn, kunnen wij het helaas niet voorkomen dat de groep wat bedompt ruikt. De ramen boven de kindertoiletten staan de gehele dag open om te ventileren.
2. Kind verblijft in een te koude ruimte – klein De kans dat een kind in een te koude ruimte verblijft, achten wij erg klein omdat de leidsters de temperatuur goed in de gaten houden. Is de ruimte te koud, dan wordt de verwarming aangezet of er wordt een raam (tijdelijk) dichtgedaan. 3. Kind verblijft in een te warme ruimte – klein Er wordt de hele dag geventileerd in de groep door een open raam. De leidsters houden het klimaat in de groep qua temperatuur goed in de gaten. Op de verwarming zit een begrenzer, zodat de verwarming nooit heel hoog kan worden gezet. Als het warm is in de ruimte wordt de verwarming lager gezet en er wordt een (extra) raam opengezet. Als het heel warm is kan de airco worden aangezet. 4.
Kind verblijft in een muf ruikende, vochtige ruimte – klein De leidsters hebben de bovenste ramen bij niet te koud weer de hele dag open staan om te ventileren. Bij een muffe lucht wordt er extra geventileerd. De roosters staan dag en nacht open. In de koudere periodes wanneer de verwarming ook aan staat zien zij erop toe dat de ruimtes niet te warm zijn om droge lucht te voorkomen.
6. Kind komt in aanraking met allergenen via stoffering van verblijfsruimtes – klein De kans dat een kind in aanraking komt met allergenen via stoffering van verblijfruimtes achten wij redelijk klein omdat wij zoveel mogelijk anti-allergeen materialen gebruiken. Stoffen materialen worden regelmatig schoongemaakt of gewassen. 7.
Kind verblijft in een ruimte met rook – uitgesloten Er geldt een rookverbod in het pand bij Mickey.
8. Kind verblijft in een stoffige ruimte – klein De ruimte wordt regelmatig stofvrij gemaakt door de leidster/huishoudelijke hulp of stagiaire Helpende. Er wordt in principe niet gestofzuigd in de aanwezigheid van kinderen omdat tijdens het stofzuigen zeer fijne stofdeeltjes via de uitgeblazen lucht in de ruimte terechtkomen. Tijdens het stofzuigen wordt er extra geventileerd. 9.
Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen door het gebruik van spuitbussen, lijm of terpentine – uitgesloten Deze producten gebruiken wij nooit in het bijzijn van kinderen. Als deze producten gebruikt worden, zijn er geen kinderen in het pand.
10. Kind wordt blootgesteld aan gassen uit (open) verbrandingstoestellen – uitgesloten/n.v.t. 11. Kind verblijft in een ruimte met asbest – uitgesloten/n.v.t.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
5. Kind verblijft in een te droge ruimte - klein Ruimtes worden niet als droog ervaren. Er wordt goed geventileerd en de verwarming wordt niet heel hoog gezet.
29
12. Kind krijgt schadelijke stoffen binnen via ventilatievoorziening – uitgesloten/n.v.t. Er is geen ventilatievoorziening in deze ruimte. 13. Kind wordt blootgesteld aan lawaai – klein De kinderen in de groep maken meerdere, verschillende geluiden. Wanneer de kinderen al genoeg geluiden maken, proberen wij de rest van de omgeving zo rustig mogelijk te houden, bijvoorbeeld geen cd-speler aan op deze momenten. De leidster gebruikt telkens zoveel mogelijk een zachte stem, ook tijdens de ouderoverdracht. Ouders worden door de leidster soms ook op hard praten gewezen mocht dit de groepsrust storen. Door met een zacht volume tegen ouders te praten, gaan ouders vaak mee in dit zachte volumegebruik van hun stem. 14. Kind drinkt water uit loden leiding – uitgesloten/n.v.t. Bij Mickey zijn geen loden leidingen. 15. Kind verblijft in een ruimte met huisdieren die een allergie kunnen oproepen – uitgesloten Wij hebben bij Mickey geen huisdieren. 16. Kind verblijft in een ruimte met planten die een allergie kunnen oproepen – klein De planten die wij hebben, hebben nog niet geleid tot allergische reacties.
18. Kind verblijft in een ruimte tijdens schoonmaakwerkzaamheden – klein Op rustige momenten, dus wanneer de meeste peuters in bed liggen, worden er schoonmaaktaken verricht. Er wordt op gelet dat de kinderen op deze schoonmaakmomenten geen hinder ondervinden van de werkzaamheden. Omdat de montessorigroep uit twee ruimtes bestaat, wordt er vaak in de ene groep schoongemaakt als de kinderen in de andere ruimte zijn. Soms worden kinderen bewust betrokken om mee te helpen met huishoudelijke activiteiten. Dit gebeurt vanuit een pedagogisch oogpunt. 19. Kind komt in contact met allergenen via het beddengoed – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen via beddengoed achten wij klein daar de matrashoezen dagelijks worden verschoond en de lakens wekelijks. Het beddengoed wordt op 60 C gewassen. Zie ook bijlage Werkinstructie Verschonen en opmaken beddengoed. 20. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via verkleedkleren – klein Er wordt goed bekeken wanneer deze kleding mits deze in de groep aanwezig zijn gewassen moet worden. 21. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via knuffels – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen of huisstofmijten via knuffels achten wij klein omdat knuffels wekelijks worden gewassen en bij ernstige vervuiling vaker.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
17. Kind verblijft in een vervuilde ruimte doordat schoonmaak ontoereikend is – uitgesloten De groep wordt zo schoon en stofvrij mogelijk gehouden door leidsters, stagiaires en de huishoudelijke hulp. Dagelijks wordt de groep schoongemaakt. Sommige dingen worden wekelijks grondig schoongemaakt. Hiervoor hangt in de kast op de Montessori-peutergroep een schoonmaaklijst. Zie ook bijlage Werkinstructie Schoonmaken speelgoed.
30
3.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu 1. Kind wordt blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen die een allergie kunnen oproepen – groot Doordat wij regelmatig met de kinderen buiten wandelen, worden de kinderen op die momenten blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen. 2. Kind komt via in zandbak aanwezige ontlasting (hond/kat) in contact met ziektekiemen – klein Onze zandbak heeft een speciaal zandbaknet. Op deze manier kunnen katten en honden niet in de zandbak komen. Het is wel mogelijk om via het net er overheen te klimmen. De kans dat dit gebeurt, achten we heel erg klein omdat de gaten van de netten zo groot zijn en dit de wandelgang van een hond/kat zal bemoeilijken. Voor we de zandbak ‘open’ doen, controleren we hierop. Uitsluiten kunnen we dit echter niet helemaal. Schoolplein Weustinkstraat: Bij het grote schoolplein is kans op besmetting via de zandbak groot omdat deze zandbak niet is afgesloten met een net. Leidsters zien er op toe dat peuters niet in deze zandbak spelen. Dat is een huisregel van/voor de peuters. Peuters worden hierop gewezen. 3. Kind wordt gebeten door een teek – klein tot groot Doordat wij af en toe met de kinderen wandelen en onder bomen lopen is de kans aanwezig. De leidsters controleren de kinderen na een wandeling op teken. Zie ook bijlage Werkinstructie Tekenbehandeling.
5. Kind krijgt zonnesteek – klein Bij hitte gaan wij niet met de kinderen naar buiten. Een parasol beschermt hen eveneens tegen de zon. Kinderen worden niet een lange tijd aan warmte/hitte blootgesteld. Zie ook UV-beleid kinderdagverblijf Mickey. 6. Kind droogt uit – klein De leidsters stimuleren de kinderen om bij warm weer extra te drinken. 7. Kind verbrandt door zon – klein De kinderen worden bij het naar buiten gaan ingesmeerd met zonnecrème en beschermd door de pergola. Zie ook UV-beleid kinderdagverblijf Mickey 8. Kind raakt onderkoeld – uitgesloten De leidsters zien erop toe dat een kind goed aangekleed is. Bij extreme kou zal er niet, of niet te lang, naar buiten worden gegaan. Binnen staat de verwarming aan. Vooral koude handen worden in de gaten gehouden. Kinderen geven vaak zelf heel goed aan of ze het te koud vinden. Het ene kind heeft het heel snel koud; een ander kind heeft hier geen last van. 9. Kind komt in contact met bestrijdingsmiddelen – uitgesloten/n.v.t Dit lijkt ons uitgesloten omdat deze in het magazijn staan áls ze aanwezig zijn. De bestrijdingsmiddelen staan hoog. De deur van het magazijn zit altijd op slot. 10. Kind wordt blootgesteld aan chemisch vervuilde grond – uitgesloten/n.v.t
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
4. Kind wordt gestoken door bij of wesp – klein tot groot Een steek van bij of wesp kan tijdens een wandeling of het buiten spelen voorkomen. Leidsters zijn hier erg alert op tijdens de periode dat er bijen en wespen zijn.
31
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
11. Kind wordt blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht – klein Kinderen kunnen altijd worden blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht die via de lucht wordt verspreid, bijvoorbeeld tijdens het openen van een raam of tijdens het buiten spelen. Wij kunnen als mens niet zien en weten of deze lucht verontreinigd is. De lucht zal zeker niet totaal schoon zijn.
32
3.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen 1. Kind krijgt medicatie verkeerd toegediend – klein Als een leidster een kind een medicijn moet toedienen is er vooraf met ouders gesproken over de toediening hiervan. Door het grote verantwoordelijkheidsgevoel van de leidsters achten wij deze kans heel klein dat een kind medicatie verkeerd krijgt toegediend. Zie ook bijlage Werkinstructies Toedienen medicijnen. 2. Kind krijgt bedorven medicament toegediend – uitgesloten Er wordt altijd naar de datum gekeken die op het etiket van het medicijn staat. Wordt een medicijn zonder etiket, dus zonder naam, gebracht, dan dienen wij dit niet toe. 3. Kind krijgt paracetamol zonder diagnose – uitgesloten Ouders moeten een handtekening zetten voor toestemming als ze willen dat er paracetamol wordt toegediend door leidsters indien nodig. Deze handtekening dienen ouders op het intakeformulier van het kind te plaatsen. Een paracetamol zal alleen gegeven worden wanneer een kind lichte symptomen van ziek zijn en/of pijn vertoond. Ook al hebben ouders een handtekening gezet, dan nog wordt , voor het moment van toedienen, telefonisch aan ouders gevraagd of het toedienen van een paracetamol akkoord is.
5. Kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel – uitgesloten De medische handelingen die door leidsters worden verricht zijn van kleine aard. Voor grote medische handelingen zijn de leidsters niet bevoegd en/of opgeleid. Hiervoor wordt een dokter ingeschakeld. 6. Kind komt via koortsthermometer in contact met ziektekiemen – klein tot uitgesloten Voor en na gebruik reinigen de leidsters de koortsthermometer met 70 % alcohol. 7. Kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème – uitgesloten De kans dat een kind in contact komt met ziektekiemen via zalf of crème is uitgesloten, omdat een lik zalf of crème met een schone tissue uit een pot of tube wordt gehaald en met een tissue wordt aangebracht. 8.
Kind komt door onhygiënische wondverzorging in contact met andermans bloed of wondvocht – klein De leidsters zijn er alert op dat kinderen niet in contact komen met bloed of wondvocht van andere kinderen. Een leidster verbindt een wond(je) door deze af te dekken met een pleister of te verbinden met een verbandje. Eventueel gebruikte doeken/washandjes worden direct uitgespoeld en in de wasmand gedaan en eventueel gebruikte tissues worden direct weggegooid in de prullenbak.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
4. Kind wordt niet of onjuist medisch behandeld door onvolledige of onjuiste medische dossiers – klein De kans dat een kind niet of onjuist medisch behandeld wordt door onvolledige of onjuiste medische dossiers achten wij klein. Dit omdat de ouders en de leidsters hier erg alert op zijn en dit soort gegevens altijd up-to-date zullen zijn. Bij onduidelijkheden en/of onzekerheden zullen de leidsters altijd contact opnemen met de ouders.
33
4. Stamgroep peutergroep - Atelier 4.1. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen 1. Kind komt via ongewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Handen wassen. 2. Kind komt via onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding in contact met ziektekiemen – klein De kans is klein dat een kind via onzorgvuldig gewassen handen van de leidster in contact komt met ziektekiemen. Leidsters wassen zoals in punt één beschreven vaak hun handen maar het kan een keer door drukte iets onzorgvuldiger gebeuren. Daarom sluiten wij dit niet uit dat een kind mogelijk een keer in contact komt met onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding. 3. Kind komt in contact met ziektekiemen van zieke groepsleiding – klein De kans is klein dat een kind in contact komt met ziektekiemen van een zieke leidster. Als een leidster ziek is zal zij niet aanwezig zijn op de groep. Bij een verkoudheid zorgt de leidster ervoor dat na het hoesten of het snuiten van de neus, de handen zorgvuldig worden gewassen en dat ze een kind niet kust of in het gezicht ademt.
5. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door groepsleiding – klein De leidster doet bij het hoesten of niezen hun elleboog voor haar mond. Het kan echter een keer voorkomen dat je een kind met twee handen vast hebt en op dat moment even geen arm of elleboog vrij hebt. Een leidster zal dan opzij hoesten of niezen. Dus niet in de richting van het kind. Zie ook bijlage Werkinstructie Hoesten en niezen. 6. Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door ander kind – groot In de peutergroep leren we de kinderen dat zij een hand voor hun mond moeten doen als ze hoesten en/of niezen. Dit wordt nog wel eens vergeten. De leidster blijft de kinderen hierop attenderen. De kans is aanwezig dat een kind in aanraking komt met ziektekiemen van een ander kind. Zie ook bijlage Werkinstructie Hoesten en niezen. 7. Kind komt via snot van ander kind in contact met ziektekiemen – groot Snotneuzen worden met een tissue meestal door de peuter zelf schoongemaakt. Dit gebeurt i.v.m. het bevorderen van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Wij attenderen kinderen om hun neus schoon te maken als ze dit niet uit zichzelf doen. Zie ook bijlage Werkinstructies Snuiten en/of afvegen neus. 8. Kind komt door gezamenlijk gebruik van zakdoek in contact met ziektekiemen – klein De kans dat een kind door gebruik van een gezamenlijke zakdoek/tissue in contact komt met ziektekiemen is aanwezig. Dit omdat de kinderen zelf een tissue pakken als ze een snotneus hebben. De kinderen kunnen uit speelsheid een tissue van een ander kind pakken. In de praktijk zien we dit niet vaak gebeuren. De meeste peuters weten heel goed dat ze na het snuiten van de
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
4. Kind komt in contact met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van ander kind – klein/groot Om het risico zo klein mogelijk te maken dat een kind in contact komt met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van een ander kind verbindt een leidster het blaasje en/of wondjes met een verbandje of plakt ze er een pleister op. In periodes van waterpokken is de kans groter.
34
neus de tissue moeten weggooien in de prullenbak. De leidster houdt dit soort dingen goed in de gaten. 9. Kind komt via spuugdoekje of slab van ander kind in contact met ziektekiemen – klein Peuters hebben alleen met warm eten slab om. Al ze klaar zijn met eten wordt de slab in de wasmand gedaan. 10. Kind komt via washandje waarmee handen of monden van meerdere kinderen ‘gewassen’ worden in contact met ziektekiemen – klein De handen en/of monden van de peuters worden door de peuters met noetjes (vochtige wegwerpdoekjes) en/of een washand schoongemaakt. Per kind wordt een noetje of washand gebruikt. Deze gaan na gebruik in de prullenbak of wasmand. Als een kind erg ‘vies’ is, maakt de leidster de handen en/of monden met een natte washand schoon. Er wordt één washand per kind gebruikt en deze doen ze na gebruik in de wasmand. 11. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met ongewassen handen van toilet komt – klein De leidster ziet erop toe dat de kinderen na het gebruik van het toilet hun handen wassen. Als een leidster het niet heeft gezien, vraagt ze het kind of het zijn handen heeft gewassen.
13. Kind komt door gebruik van grote closetpot in contact met ontlasting/urine – klein De peuters in het atelier maken gebruik van het toilet in de gang. Als een kind alleen op het toilet is kan het in aanraking komen met ontlasting of urine. Peuters mogen pas alleen naar het toilet als ze een leidster op eerdere momenten heeft waargenomen dat een kind dit zelfstandig kan en dat het kind niet ‘speelt’ met het toilet. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik. 14. Kind komt door aanraken vuil potje in contact met ontlasting/urine – uitgesloten/klein Momenteel staat er geen potje op het toilet boven. Op die momenten is dit punt uitgesloten. Stel dat er toch een potje voor een bepaald kind komt te staan dan zal de leidster dit begeleiden. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik en Werkinstructie gebruik potje. 15. Kind komt door aanraken vuile luier in contact met ontlasting/urine – klein De leidster ruimt de luier na de verschoning direct op. De luier wordt in de prullenbak gegooid in het atelier. Om de poepluiers zit een extra plastic zakje dat is dichtgeknoopt. Leidsters zien er op toe dat peuters niet met de prullenbak ‘spelen’. 16. Kind komt door verontreinigd(e) verschoontafel/aankleedkussen in contact met ontlasting/urine – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Verschonen luier (op commode). 17. Kind komt door on(zorgvuldig)gewassen handen groepsleiding in contact met ontlasting/urine – klein Zie ook bijlage Werkinstructie Verschonen luier (op commode) en Werkinstructie Handen wassen.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
12. Kind raakt besmet met ziektekiemen via ander kind dat met onzorgvuldig gewassen handen van toilet komt – klein We leren kinderen dat ze na het gebruik van het toilet hun handen moeten wassen. De leidster houdt in de gaten of dit gebeurd is. Het kan een keer voorkomen dat het niet door de leidster wordt opgemerkt en een kind zijn handen niet of onzorgvuldig heeft gewassen. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik.
35
18. Kind komt via het afdrogen van handen aan een vuile handdoek of gebruik vuile kraan in contact met ziektekiemen – klein Kinderen drogen hun handen aan papieren handdoeken. De kraan wordt regelmatig gereinigd. Een enkele keer drogen kinderen hun handen af aan een stoffen handdoek. Deze wordt zeer regelmatig vervangen; tenminste een paar keer per dag. 19. Kind komt via speelgoed dat wordt meegenomen naar het toilet in contact met ziektekiemen – klein Leidsters zien erop toe dat een kind geen speelgoed meeneemt naar het toilet. Zie ook bijlage Werkinstructie Toiletgebruik. 20. Kind komt door poetsen met zichtbaar vuile tandenborstel in contact met ziektekiemen – uitgesloten/n.v.t. De kinderen poetsen hun tanden doorgaans niet op het kinderdagverblijf. 21. Kind komt door gebruik andermans tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uitgesloten/n.v.t. De kinderen poetsen hun tanden doorgaans niet op het kinderdagverblijf.
23. Kind krijgt door het eten van onhygiënisch bereid voedsel ziektekiemen binnen – klein Het voedsel dat bij Mickey aan de kinderen wordt gegeven is altijd vers. Alle eetbare producten worden voorzien van een sticker met datum van opening erop. Conform de richtlijnen voor houdbaarheid wordt dit gewaarborgd en gecontroleerd. Zie ook bijlage Werkinstructie houdbaarheid voedingsmiddelen. Ouders geven kinderen vaak zelf bereid ‘warm’ eten mee. Wij gaan er vanuit dat dit eten hygiënisch bereid is. Hier hebben wij geen zicht op. Ouders zetten het eten ’s morgens in de koelkast. Het bereiden/opwarmen van het eten gebeurt zo hygiënisch mogelijk. Er worden schone materialen gebruikt bij het bereiden van voedsel. Voor het bereiden wast de persoon in kwestie zorgvuldig haar handen. 24. Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding – klein Het voedsel dat bij Mickey aan de kinderen wordt gegeven is altijd vers. Alle eetbare producten worden voorzien van een sticker met datum van opening erop. Conform de richtlijnen voor houdbaarheid wordt dit gewaarborgd en gecontroleerd. De kans dat een kind ziektekiemen binnen krijgt door het eten van bedorven voedsel lijkt ons klein. Uitsluiten kunnen wij dit niet. Door het werken met stickers die wij op geopende voedingsproducten plakken en het hanteren van de houdbaarheidsdata voorkomen wij dit zoveel mogelijk. Zie ook bijlage Werkinstructie Houbaarheid voedingsmiddelen. 25. Kind krijgt door niet gekoeld meegebrachte borstvoeding ziektekiemen binnen – uitgesloten/ n.v.t. In de peutergroep krijgen kinderen geen borstvoeding meer. 26. Kind krijgt ziektekiemen binnen door meegebrachte (thuis) bereide poedermelk – uitgesloten/ n.v.t. 27. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onhygiënisch bereide flesvoeding – uitgesloten/n.v.t.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
22. Kind komt via onhygiënisch opgeborgen tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed – uitgesloten/n.v.t. De kinderen poetsen hun tanden doorgaans niet op het kinderdagverblijf.
36
28. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onzorgvuldig gereinigde fopspeen – klein Fopspenen worden wekelijks in een daarvoor bestemde uitkoker uitgekookt die wekelijks wordt gereinigd. 29. Kind krijgt door gebruik andermans glas of bestek ziektekiemen binnen – klein Het kan gebeuren dat kinderen ziektekiemen binnen krijgen door gebruik van andermans glas, bijvoorbeeld als kinderen aan tafel zitten en een kind (per ongeluk) een glas van een ander kind pakt en eruit drinkt. Een kind likt wel eens (per ongeluk of om te ontdekken) aan zijn mes. Het kan een keer voorkomen dat een ander kind (per ongeluk) dit mes pakt en gebruikt. De leidster begeleidt het eet- en drinkmoment en zij houdt hier goed toezicht op dat dit zo weinig mogelijk voorkomt. 30. Kind komt door aanraken afval in contact met ziektekiemen – klein De prullenbak staat op de grond zodat de peuters hier gewoon bij kunnen. Peuters gooien gebruikte materialen zelf weg. Peuters spelen over het algemeen niet met de (inhoud van de) prullenbak. Dit wordt niet toegestaan door de leidsters. De meeste peuters begrijpen het principe van een prullenbak. De leidster houdt hier toezicht op en spreken het kind erop aan mocht het wel gebeuren. De leidster zal het kind vervolgens uitnodigen om zijn handen te gaan wassen. De vuilniszak wordt regelmatig vervangen, minimaal twee keer per dag. Buiten op het plein staat geen grote afvalemmer (meer).
32. Kind krijgt door gebruik vuile of andermans fopspeen ziektekiemen binnen – klein Kinderen in de peutergroep hebben zelden een speen in; in ieder geval niet als ze aan het spelen zijn. Heel soms wordt een speen gebruikt als troost voor een kind. Dit gebeurt alleen in afstemming met de ouder. De leidster is op zo’n moment vaak bij het kind waardoor de kans erg klein is dat de speen wordt afgepakt. Peuters doen dit ook niet meer zo vaak als jongere kinderen. 33. Kind komt door gezamenlijk gebruik van het beddengoed in contact met ziektekiemen – klein De hoeslakens worden dagelijks verschoond. De dekbedden worden wekelijks verschoond. Kinderen slapen zoveel mogelijk in een vast bed. Hierdoor wordt deze kans ook verkleind. Zie ook bijlage Werkinstructie Bedden verschonen en opmaken. 34. Kind komt via vuil speelgoed in contact met ziektekiemen – klein Het speelgoed wordt dagelijks goed schoongemaakt met allesreiniger zodat kinderen hierdoor zo min mogelijk ziektekiemen binnenkrijgen. Zie ook bijlage Werkinstructie Speelgoed schoonmaken. 35. Kind komt via vuile verkleedkleren in contact met ziektekiemen – klein Er zijn niet altijd verkleedkleren aanwezig op de groep. Regelmatig is er in het atelier een mand met hoeden. Op momenten dat er verkleedkleren zijn, dan worden deze regelmatig gewassen. 36. Kind komt via onzorgvuldig of niet gewassen stoffen speelgoed / knuffels in contact met ziektekiemen – klein
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
31. Kind komt via vuile vaatdoek in contact met ziektekiemen – klein Kinderen kunnen zelf vaatdoeken pakken als ze deze nodig hebben. Na gebruik wordt deze in de wasmand gedaan. Een vaatdoek die door de leidster wordt gebruikt, ligt soms op het aanrecht, daar waar kinderen er niet bij kunnen komen. Na gebruik wordt de vaatdoek meestal direct in de wasmand gedaan.
37
Knuffels en ander stoffen speelmateriaal worden wekelijks gewassen. Bij vervuiling direct/dagelijks. 37. Kind komt via met ontlasting vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein Kinderen die niet zindelijk zijn, dragen een (zwem)luier als ze in het zwembad zitten. Door het contact met de luier met het water kunnen wij niet garanderen dat het water totaal ziektekiemenvrij is. Een kind dat wel zindelijk is en een zwembroekje draagt in het water, kan ongezien in het water plassen. Ontlasting zie en ruik je snel, maar het is niet uit te sluiten dat het water hierdoor niet vervuild wordt. 38. Kind komt door zichtbaar vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen – klein tot groot In de zomer staan buiten regelmatig zwembadjes/bakken gevuld met water. Het water zal vervuild raken door spelende kinderen en het zand van het speelplein. Wij achten de kans redelijk klein dat het water erg vervuild is. Leidsters zijn er alert op dat er geen zwembadwater gedronken wordt. Het water wordt elke dag ververst en soms nog een keer extra. 39. Kind krijgt ziektekiemen binnen doordat waterspeelgoed aanzet tot het drinken van zwemwater – klein tot groot De kans dat een kind ziektekiemen binnenkrijgt doordat het waterspeelgoed aanzet tot drinken lijkt ons gemiddeld omdat jonge kinderen heel graag, vaak en snel water drinken tijdens een badmoment. Er is altijd een leidster die het zwembadje in de gaten houdt. Zij ziet erop toe dat dit niet of zo weinig mogelijk gebeurt.
41. Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte in contact met ziektekiemen – klein De kans is aanwezig dat een vogel op een van de speeltoestellen gepoept heeft. Mocht dit echter door een leidster worden opgemerkt, dan zal dit direct verwijderd/schoongemaakt worden. 42. Kind komt door bijten of krabben dier in contact met ziektekiemen – uitgesloten Wij hebben bij Mickey geen huisdieren.
4.2. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu 1. Kind verblijft in een ruimte die bedompt ruikt – klein Als er meerdere poepbroeken achter elkaar zijn, kunnen wij het helaas niet voorkomen dat de groep wat bedompt ruikt. De ramen staan de gehele dag open om te ventileren. 2. Kind verblijft in een te koude ruimte – klein De kans dat een kind in een te koude ruimte verblijft, achten wij erg klein omdat de leidsters de temperatuur goed in de gaten houden. Is de ruimte te koud, dan wordt de verwarming aangezet of er wordt een raam (tijdelijk) dichtgedaan. 3. Kind verblijft in een te warme ruimte – klein Er wordt de hele dag geventileerd in de groep door een open raam. De leidsters houden het klimaat in de groep qua temperatuur goed in de gaten. Op de verwarming zit een begrenzer, zodat de verwarming nooit heel hoog kan worden gezet. Als het warm is in de ruimte wordt de verwarming lager gezet en er wordt een raam opengezet.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
40. Kind komt door eten, drinken /snoepen in het zwembadje in contact met ziektekiemen – uitgesloten Kinderen mogen niet eten of drinken tijdens een badmoment.
38
4. Kind verblijft in een muf ruikende, vochtige ruimte – klein Er staat vaak een raam open om te ventileren. Bij een muffe lucht wordt er extra geventileerd. In de koudere periodes wanneer de verwarming ook aan staat, ziet de leidster erop toe dat de ruimte niet te warm is om droge lucht te voorkomen. 5. Kind verblijft in een te droge ruimte - klein Het atelier wordt niet als droog ervaren. Er wordt goed geventileerd en de verwarming wordt niet heel hoog gezet. 6. Kind komt in aanraking met allergenen via stoffering van verblijfsruimtes – klein De kans dat een kind in aanraking komt met allergenen via stoffering van verblijfruimtes achten wij klein omdat wij zoveel mogelijk anti -allergene materialen gebruiken. Stoffen materialen worden regelmatig schoongemaakt of gewassen. 7. Kind verblijft in een ruimte met rook – uitgesloten Er geldt een rookverbod in het pand bij Mickey. 8. Kind verblijft in een stoffige ruimte – klein De ruimte wordt regelmatig stofvrij gemaakt door de leidster/ huishoudelijke hulp of stagiaire Helpende. Er wordt in principe niet gestofzuigd in de aanwezigheid van kinderen omdat tijdens het stofzuigen zeer fijne stofdeeltjes via de uitgeblazen lucht in de ruimte terechtkomen. Tijdens het stofzuigen wordt er extra geventileerd.
10. Kind wordt blootgesteld aan gassen uit (open) verbrandingstoestellen – uitgesloten/n.v.t. 11. Kind verblijft in een ruimte met asbest – uitgesloten/n.v.t. 12. Kind krijgt schadelijke stoffen binnen via ventilatievoorziening – uitgesloten/n.v.t. Er is geen ventilatievoorziening in deze ruimte. 13. Kind wordt blootgesteld aan lawaai – klein De kinderen in de groep maken meerdere, verschillende geluiden. Wanneer de kinderen al genoeg geluiden maken, proberen wij de rest van de omgeving zo rustig mogelijk te houden, bijvoorbeeld geen cd-speler aan op deze momenten. De leidster gebruikt telkens zoveel mogelijk een zachte stem, ook tijdens de ouderoverdracht. Ouders worden door de leidster soms ook op hard praten gewezen mocht dit de groepsrust storen. Door met een zacht volume tegen ouders te praten, gaan ouders vaak mee in dit zachte volumegebruik van hun stem. 14. Kind drinkt water uit loden leiding – uitgesloten/n.v.t. Bij Mickey zijn geen loden leidingen. 15. Kind verblijft in een ruimte met huisdieren die een allergie kunnen oproepen – uitgesloten Wij hebben bij Mickey geen huisdieren. 16. Kind verblijft in een ruimte met planten die een allergie kunnen oproepen – klein De planten die wij hebben, hebben nog niet geleid tot allergische reacties.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
9. Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen door het gebruik van spuitbussen, lijm of terpentine – uitgesloten Deze producten gebruiken wij nooit in het bijzijn van kinderen. Als deze producten gebruikt worden, zijn er geen kinderen in het pand.
39
17. Kind verblijft in een vervuilde ruimte doordat schoonmaak ontoereikend is – uitgesloten De groep wordt zo schoon en stofvrij mogelijk gehouden door de leidster, stagiaires en de huishoudelijke hulp. Dagelijks wordt de groep schoongemaakt. Sommige dingen worden wekelijks grondig schoongemaakt. Zie ook bijlage Werkinstructie Schoonmaken speelgoed. 18. Kind verblijft in een ruimte tijdens schoonmaakwerkzaamheden – klein Op rustige momenten, dus wanneer de meeste peuters in bed liggen, worden er schoonmaaktaken verricht. Er wordt op gelet dat de kinderen op deze schoonmaakmomenten geen hinder ondervinden van de werkzaamheden. De peuters die wakker zijn tussen de middag mogen dan meestal even (kort) televisie kijken (pedagogisch verantwoorde DVD voor peuters) zodat de leidster of stagiaire de groepsruimte kan opruimen en schoonmaken. Soms worden kinderen bewust betrokken om mee te helpen met huishoudelijke activiteiten. Dit gebeurt vanuit een pedagogisch oogpunt. Ook kan het zijn dat de leidster met de kinderen die opblijven, naar beneden gaat en dat de stagiaire dan de ruimte schoonmaakt. Grondige schoonmaak van de vloer, deuren en ramen wordt wekelijks gedaan als er geen kinderen in het pand zijn. 19. Kind komt in contact met allergenen via het beddengoed – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen via beddengoed achten wij klein daar de matrashoezen dagelijks worden verschoond en de lakens wekelijks. Het beddengoed wordt gewassen op 60 C. Zie ook bijlage Werkinstructie Verschonen en opmaken beddengoed.
21. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via knuffels – klein De kans dat een kind in contact komt met allergenen of huisstofmijten via knuffels achten wij klein omdat knuffels wekelijks worden gewassen en bij ernstige vervuiling vaker.
4.3. Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu 1. Kind wordt blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen die een allergie kunnen oproepen – groot Doordat wij regelmatig met de kinderen buiten wandelen, worden de kinderen op die momenten blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen. 2. Kind komt via in zandbak aanwezige ontlasting (hond/kat) in contact met ziektekiemen – klein Onze zandbak heeft een speciaal zandbaknet. Op deze manier kunnen katten en honden niet in de zandbak komen. Het is wel mogelijk om via het net er overheen te klimmen. De kans dat dit gebeurt, achten we heel erg klein omdat de gaten van de netten zo groot zijn en dit de wandelgang van een hond/kat zal bemoeilijken. Voor we de zandbak ‘open’ doen, controleren we hierop. Uitsluiten kunnen we dit echter niet helemaal. Schoolplein Weustinkstraat: Bij het grote schoolplein is kans op besmetting via de zandbak groot omdat deze zandbak niet is afgesloten met een net. Leidsters zien er op toe dat peuters niet in deze zandbak spelen. Dat is een huisregel van/voor de peuters. Peuters worden hierop gewezen.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
20. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via verkleedkleren – klein Er wordt goed bekeken wanneer deze kleding mits deze in de groep aanwezig zijn gewassen moet worden.
40
3. Kind wordt gebeten door een teek – klein tot groot Doordat wij af en toe met de kinderen wandelen en onder bomen lopen is de kans aanwezig. De leidsters controleren de kinderen na een wandeling op teken. Zie ook bijlage Werkinstructie Tekenbehandeling. 4. Kind wordt gestoken door bij of wesp – klein tot groot Een steek van bij of wesp kan tijdens een wandeling of het buiten spelen voorkomen. Leidsters zijn hier erg alert op tijdens de periode dat er bijen en wespen zijn. 5. Kind krijgt zonnesteek – klein Bij hitte gaan wij niet met de kinderen naar buiten. Een pergola beschermt hen eveneens tegen de zon. Kinderen worden niet een lange tijd aan warmte/hitte blootgesteld. Zie ook UV-beleid kinderdagverblijf Mickey. 6. Kind droogt uit – klein De leidsters stimuleren de kinderen om bij warm weer extra te drinken. 7. Kind verbrandt door zon – klein De kinderen worden bij het naar buiten gaan ingesmeerd met zonnecrème en beschermd door de pergola. Indien nodig, krijgen kinderen een petje op. Zie: UV beleid kinderdagverblijf Mickey.
9. Kind komt in contact met bestrijdingsmiddelen – uitgesloten/n.v.t Dit lijkt ons uitgesloten omdat deze in het magazijn staan áls ze aanwezig zijn. De bestrijdingsmiddelen staan hoog. De deur van het magazijn zit altijd op slot. 10. Kind wordt blootgesteld aan chemisch vervuilde grond – uitgesloten/n.v.t 11. Kind wordt blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht – klein Kinderen kunnen altijd worden blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht die via de lucht wordt verspreid, bijvoorbeeld tijdens het openen van een raam of tijdens het buiten spelen. Wij kunnen als mens niet zien en weten of deze lucht verontreinigd is. De lucht zal zeker niet totaal schoon zijn.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
8. Kind raakt onderkoeld – uitgesloten De leidsters zien erop toe dat een kind goed aangekleed is. Bij extreme kou zal er niet, of niet te lang, naar buiten worden gegaan. Binnen staat de verwarming aan. Vooral koude handen worden in de gaten gehouden. Kinderen geven vaak zelf heel goed aan of ze het te koud vinden. Het ene kind heeft het heel snel koud; een ander kind heeft hier geen last van.
41
4.4. Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen 1. Kind krijgt medicatie verkeerd toegediend – klein Als een leidster een kind een medicijn moet toedienen is er vooraf met ouders gesproken over de toediening hiervan. Door het grote verantwoordelijkheidsgevoel van de leidsters achten wij deze kans heel klein dat een kind medicatie verkeerd krijgt toegediend. Zie ook bijlage Werkinstructies Toedienen medicijnen.
2. Kind krijgt bedorven medicament toegediend – uitgesloten Er wordt altijd naar de datum gekeken die op het etiket van het medicijn staat. Wordt een medicijn zonder etiket, en dus zonder naam, gebracht, dan dienen wij dit niet toe.
4. Kind wordt niet of onjuist medisch behandeld door onvolledige of onjuiste medische dossiers – klein De kans dat een kind niet of onjuist medisch behandeld wordt door onvolledige of onjuiste medische dossiers achten wij klein. Dit omdat de ouders en de leidsters hier erg alert op zijn en dit soort gegevens altijd up-to-date zullen zijn. Bij onduidelijkheden en/of onzekerheden zullen de leidsters altijd contact opnemen met de ouders. 5. Kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel – uitgesloten De medische handelingen die door leidsters worden verricht zijn van kleine aard. Voor grote medische handelingen zijn de leidsters niet bevoegd en/of opgeleid. Hiervoor wordt een dokter ingeschakeld. 6. Kind komt via koortsthermometer in contact met ziektekiemen – klein tot uitgesloten Voor en na gebruik reinigen de leidsters de koortsthermometer met 70 % alcohol. 7. Kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème – uitgesloten De kans dat een kind in contact komt met ziektekiemen via zalf of crème is uitgesloten, omdat een lik zalf of crème met een schone tissue uit een pot of tube wordt gehaald en met een tissue wordt aangebracht. 8.
Kind komt door onhygiënische wondverzorging in contact met andermans bloed of wondvocht – klein De leidsters zijn er alert op dat kinderen niet in contact komen met bloed of wondvocht van andere kinderen. Een leidster verbindt een wond(je) door deze af te dekken met een pleister of te verbinden met een verbandje. Eventueel gebruikte doeken/washandjes worden direct uitgespoeld en in de wasmand gedaan en eventueel gebruikte tissues worden direct weggegooid in de prullenbak.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
3. Kind krijgt paracetamol zonder diagnose – uitgesloten Ouders moeten een handtekening zetten voor toestemming als ze willen dat er paracetamol wordt toegediend door leidsters indien nodig. Deze handtekening dienen ouders op het intakeformulier van het kind te plaatsen. Een paracetamol zal alleen gegeven worden wanneer een kind lichte symptomen van ziek zijn en/of pijn vertoond. Ook al hebben ouders een handtekening gezet, dan nog wordt , voor het moment van toedienen, telefonisch aan ouders gevraagd of het toedienen van een paracetamol akkoord is.
42
Bijlage 1 Titel: Werkinstructie: Flesvoeding klaarmaken Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 2 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur
Werkinstructie voor het verwarmen van borstvoeding Belangrijke informatie: Als een kind borstvoeding krijgt, brengen ouders voor één dag de afgekolfde borstvoeding in bewaarbekers of flesjes mee. Ouders zorgen ervoor dat deze borstvoeding koel aangeleverd wordt en zetten dit zelf in de koelkast. Als de borstvoeding in de bewaarbekers nog bevroren is, moet die op kamertemperatuur worden ontdooid. Pas als deze helemaal ontdooid is, mag de borstvoeding verwarmd worden. Let op: I. Borstvoeding mag je nadat het verwarmd is en weer is afgekoeld, niet nog een keer verwarmen. II. Borstvoeding mag niet geschud worden! 1. 2. 3. 4. 5.
Was je handen. Check of er een laagje water in de flessenwarmer zit. Zo niet, doe er een laagje water in. Zet de flessenwarmer aan door de stekker in het stopcontact te doen. Zet de fles met borstvoeding in een flessenwarmer . Let op: Zet deze nooit in de magnetron! Dit in verband met het mogelijk verloren gaan van de vitamines/voedingsstoffen. 6. Zet de flessenwarmer op de stand met het tekentje met een klein flesje. Er gaat een lampje branden. 7. Neem de fles uit de flessenwarmer als het lampje niet meer brandt. 8. Check de temperatuur.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Werkinstructie voor het bereiden en verwarmen van flesvoeding 1. Was je handen. 2. Pak de fles uit de kast in de babygroep (de flessen worden ‘s ochtends uit de koelkast gehaald en vervolgens in de kast van de groep gezet. ’s Avonds worden ze weer in de koelkast geplaatst). 3. Zoek in de kast op de binnenkant van het rechter kastdeurtje het juiste briefje van het kind. Hierop staat hoeveel cc water, welk water en welke voeding je nodig hebt. Let op!: Als op het briefje staat dat er ook Nutrix of Bambix in moet, mag dit pas na het verwarmen van de fles toegevoegd worden. 4. Pak het water dat je nodig hebt (de kan met afgekoeld gekookt water, Bar le duc of kraanwater). Schenk het aantal cc water in de fles. 5. Plaats alleen de fles in de magnetron. Niet het gedeelte met de speen! 6. Verwarm de fles 30 à 40 seconden in de magnetron. 7. Pak nu de benodigde en juiste voeding uit de kast + het juiste schepje. 8. Schep het aantal schepjes in de fles die het kind moet hebben. Dit doe je door de schepjes af te strijken aan de afstrijkrand van het melkpoederpak. 9. Leg het schepje in het bakje voor de afwas. 10. Draai de speen en dop op de fles en schud de fles licht. Zo mengt de voeding met het water. NB: Als een baby vaak last heeft van kramp, kun je het beste de inhoud mengen/roeren met een lepel of vork, omdat op die manier er minder lucht bij komt. 11. Check de temperatuur.
43
Werkinstructie om de temperatuur te checken: 1. Laat op de binnenkant van je pols enkele druppels melk druppelen. 2. Voel of de temperatuur op lichaamstemperatuur is. 1A. Is de melk goed van temperatuur? Ja 1. De fles is klaar om te geven aan het kind Nee Lees 2B en 2C en maak een keuze tussen deze twee. 2B. Is de melk nog te warm? 1. Houd de fles even onder koud stromend water of zet de fles even in een bakje met koud water. Let erop dat er geen water in de fles loopt. 2. Schud de fles licht zodat de warmte zich goed over de gehele vloeistof kan verspreiden. 3. Begin bij de eerste stappen van ‘Temperatuur checken’. 2C. Is de melk nog te koud? 1. Plaats de fles nog enkele seconden extra in de magnetron. 2. Schud de fles licht zodat de warmte zich goed over de gehele vloeistof kan verspreiden. 3. Begin bij de eerste stappen van ‘Temperatuur checken’.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Belangrijke regel voor flesvoeding Voeding die wordt meegenomen door de ouders mag alleen worden aangeleverd in poedervorm. Kant en klare flessen worden niet aan baby’s gegeven. Bij Mickey hebben wij standaard de volgende voeding: Nutrilon 1 + 2, Hero 1 + 2. De baby’s die andere voeding krijgen dan de standaard voedingen, moeten deze zelf meebrengen en krijgen dan de prijs van de standaard voeding vergoed.
44
Bijlage 2 Titel: Werkinstructie: Gebruik potje Datum versie: juni 2014 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur
Werkinstructie gebruik potje 1. Leg vooraf de spullen klaar die nodig zijn: potje, handdoek, luierdoekjes of toiletpapier, (eventueel) schone luier. 2. Bij de peuters zet je het potje op de grond voor het kindertoilet. Bij de baby- en dreumesgroep leg je een handdoek op de grond naast de commode en daar zet je het potje op. 3. Doe de eventuele luier bij het kind af. 4. Ruim de luier op in de hiervoor bestemde luieremmer. 5. Zorg dat de kleding van het kind goed “omhoog” is of trek kleding uit. 6. Laat het kind plaatsnemen op het potje, blijf altijd in de buurt en let erop dat het kind zelf of andere kinderen niet met hun handen de urine en/of ontlasting aanraken. 7. Als het kind klaar is met plassen en/of poepen, zet dan het potje meteen buiten het bereik van de kinderen. 8. Maak de billen schoon. 9. Doe het kind zo nodig een schone luier om. (Bij de dreumesen en peuters gebeurt dit vaak staand, bij de babygroep ligt het kind op de commode). 10. Kleed het kind aan. Laat het kind waar mogelijk zelf meehelpen. 11. Als het kind aangekleed is, laat je het kind de eigen handen wassen. 12. Leeg het potje op het toilet. 13. Spoel het potje na met water en gooi dit in het toilet. Evt. resten van ontlasting verwijder je met W.C.-papier en die spoel je weg in het toilet. 14. Besproei het potje met sanitair-reiniger en droog het met een papieren handdoek die je meteen in de luieremmer gooit. 15. Zet het potje terug op de vaste plaats. 16. Was je handen zorgvuldig. Zie ook bijlage Werkinstructie Handen wassen.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Over het algemeen zijn de kinderen die bij Mickey op het potje gaan, kinderen die bezig zijn met hun zindelijkheid. Meestal zijn dit dreumesen, soms een peuter en een enkele keer een baby.
45
Bijlage 3 Titel: Werkinstructie: Handen wassen (pedagogisch medewerker/stagiaire) Datum versie: 26 juni 2013 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur Veel micro-organismen worden via de handen overgedragen. Een goede handhygiëne is dan ook een van de meest effectieve manieren om besmettingen te voorkomen. Werkinstructie handen wassen 1. Maak de handen nat en voorzie ze van een beetje vloeibare zeep uit een zeeppompje. 2. Was de handen ongeveer tien seconden. Wrijf de handen over elkaar, wrijf eveneens over de vingertoppen, duimen en gebieden tussen de vingers. Neem ook het begingedeelte van de pols mee. 3. Spoel je handen af onder flink stromend water, waarbij het water van de pols naar de vingertoppen toe moet stromen. 4. Droog je handen en polsen af met, bij voorkeur, een papieren handdoek. Vergeet niet om ook tussen de vingers te drogen. 5. Gooi de papieren handdoek na gebruik in een afvalemmer met deksel.
Wanneer dien je sowieso je handen te wassen? na toiletbezoek voor het aanraken of bereiden van voedsel voor het eten of het helpen bij eten na het eten voor wondverzorging na de verschoning van een luier of het begeleiden van een toiletbezoek na eigen neus snuiten (en na per ongeluk hoesten in de handen) na neus snuiten/poetsen van kind na contact met afvalbak, luieremmer of vuile was na gebruik van schoonmaakmiddelen na contact met zand buiten na contact met lichaamsvloeistoffen zoals snot, braaksel, urine, ontlasting en bloed; na schoonmaakwerkzaamheden
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
NB: Indien er gebruik wordt gemaakt van katoenen handdoeken dienen deze meerdere keren per dag verschoond te worden, bij intensief gebruik vaker. Gebruik in geval van een besmettelijke ziekte, die via ontlasting en handen wordt overgedragen, altijd papieren wegwerphanddoeken en/of de Torkrollen. Zorg dat wondjes op de handen altijd zijn afgedekt met een waterafstotende pleister.
46
Bijlage 4 Titel: Werkinstructie: Hoesten en niezen Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur Informatie: Micro-organismen uit de neus, mond en keel kunnen zich op verschillende manieren verspreiden. Een van de verspreidingswegen is via de lucht. Bij niezen en hoesten ontstaan kleine vocht-druppeltjes die in de lucht blijven zweven. In deze vochtdruppeltjes kunnen micro-organismen zitten. Als deze vochtdruppeltjes door een ander worden ingeademd, nestelen de micro-organismen zich bij deze persoon in de neus, mond of keel met mogelijk ziekte tot gevolg. Een andere verspreiding weg is via snot of slijm. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een kind dat een snottebel wegveegt en speelgoed vastpakt wat direct daarna weer door een ander kind vastgepakt wordt. Het andere kind krijgt het snot aan de handen, steekt de hand in de mond en wordt zo besmet met de micro-organismen uit de neus van het eerste kind.
Werkinstructie: 1. Niet hoesten of niezen in de richting van een ander. Leer de kinderen het hoofd weg te draaien of het hoofd te buigen. 2. Tijdens het hoesten of niezen, hoofd opzij en hoest/nies in je elleboog. Dan voorkom je besmetting via de handen. Nies in de elleboog waar een kind niet met zijn hoofd ligt als je het voedt. Dit kan niet als je een kind vasthoudt met twee armen! 3. Na het niezen de neus snuiten met een papieren zakdoek en deze meteen in de afgesloten prullenbak doen. 4. Na hoesten, niezen of snuiten van je neus de handen wassen. 5. Zorg dat de kinderen op tijd de neus snuiten om snottebellen te voorkomen. 6. Ventileer voldoende in de ruimte.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Onderstaande maatregelen gelden voor de leidsters/stagiaires maar kunnen ook de kinderen aangeleerd worden.
47
Bijlage 5 Titel: Werkinstructie Houdbaarheid voedingsmiddelen Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 2 Doel van procedure: Voorkomen inname bedorven voedsel Eindverantwoordelijke: Directeur Voordat je met voedsel aan het werk gaat altijd eerst handen wassen. Zie: Werkinstructie handen wassen. Om te voorkomen dat er bedorven producten aan de kinderen gegeven worden geldt onderstaande: 1.
Als je de verpakking van een voedingsproduct voor het eerst opent, check je de houdbaarheidsdatum van de fabrikant op het pak. Er staat altijd een THT of een TGT melding.
THT-datum: THT staat voor 'ten minste houdbaar tot'. Een THT-datum staat op voedingsmiddelen die niet snel bederven. Na deze datum kan de kwaliteit, zoals smaak, geur of kleur van het product, achteruit gaan. Je kunt het vaak nog wel zonder gevaar eten. De fabrikant garandeert tot de THT datum een smaakvol en veilig product. Op ongekoelde en gekoelde producten kan een THT-datum staan. Hiervoor geldt het volgende: - Ongekoeld met THT-datum: Bij producten die je ongekoeld kunt bewaren gaat vooral de kwaliteit achteruit na de THT-datum. Denk aan meel, koffie, snoep en frisdranken. Deze producten kunnen vaak nog prima gegeten worden na de THT-datum. Het is hierbij belangrijk om zelf te beoordelen of een product nog gegeten kan worden door te kijken, ruiken en proeven. - Gekoeld met THT-datum: Er zijn ook producten met een THT-datum die je gekoeld moet bewaren. Vaak zijn dit bederfelijke producten, zoals vleeswaren, eieren, zachte kaas en gebak. Voor deze producten geeft de THT-datum wel goed aan hoe lang je een product veilig kunt bewaren.
2.
In zowel de keuken beneden als in de keuken bij het atelier op de 1e etage staan bakjes met dagstickers en een pen erbij. Zodra je bij Mickey een voedselproduct opent dat niet meteen (dezelfde dag) opgaat, plak je er een sticker op met de datum van die dag.
3. Als je een voedselproduct wilt gaan gebruiken dat al open is, check je de datum waarop het geopend is en bekijk je of het nog gebruikt kan worden. In de tabel hieronder staan de afspraken t.a.v. houdbaarheid voor de meest gangbare producten bij Mickey. Als het product dat je gebruikt niet op onderstaande lijst staat, kijk je naar de bewaaradviezen op de verpakking.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
TGT-datum TGT staat voor 'te gebruiken tot'. Een TGT-datum staat op voedingsmiddelen die je maar kort kunt bewaren, zoals vlees, vis, voorgesneden groenten, koelverse maaltijden of verse vruchtensappen. Deze datum is de laatste dag waarop je het product nog veilig kunt gebruiken. Na deze datum kunnen er namelijk ziekteverwekkers, zoals bacteriën gaan groeien. Deze kun je vaak niet zien, ruiken of proeven, maar je kunt er wel ziek van worden. Na de TGT-datum moet je het product dus weggooien.
48
Appelstroop
Bewaartermijn na opening 2 maanden
Babyvoeding/poeder Beschuit Borstvoeding Boter (= roomboter) Brood Chocopasta Crackers Diksap Fruit - zacht Fruit- hard Fruitpotjes Honing
1 maand ? 1 maand 3 dagen in koelkast 2 weken Zie TGT datum 2 maanden ? 1 maand 2 maanden 3 dagen 1 maand 1 dag (gekoeld) ? 3 maanden
Jam
? 1 maand
Kaas (jong) Kaas (oud) Kaas (plakken) Koffiepads Margarine/halvarine Melk (houdbare) Ontbijtkoek Plakjes vleeswaren (bijv. worst/kipfilet) Rijstwafels Roosvicee Rozijnen Sandwichspread Soepstengels Thee Theebiscuits Vleeswaren Vruchtenhagel
1 week 2 weken 4 dagen ? 6 maanden 4 weken 4 dagen 1 maand 4 dagen ? 1 maand 2 maanden ? 6 maanden 1 maand ? 1 maand Houdbaarheidsdatum ? 1 maand 4 dagen ? 2 maanden
Bijzonderheden Alleen met schoon mes in de appelstroop Luchtdicht afsluiten 6 maanden in de diepvries 4 weken in diepvries Luchtdicht afsluiten Na openen in koelkast bewaren
In koelkast bewaren Met deksel goed afsluiten buiten koelkast. Alleen met schoon mes in honing In koelkast bewaren Alleen met schoon mes in jam In koelkast bewaren In koelkast bewaren In koelkast bewaren In trommel bewaren In koelkast bewaren In koelkast bewaren Luchtdicht afsluiten In koelkast bewaren Luchtdicht afsluiten Na openen in koelkast bewaren Luchtdicht afsluiten In koelkast bewaren Luchtdicht afsluiten Luchtdicht afsluiten In koelkast bewaren
? = hier konden we geen advies vinden voor houdbaarheid na opening. De termijn is intern gemaakte afspraak.
4. Voedingsproducten (warm eten) die door ouders zijn bereid en mee worden gebracht zet je meteen in de koelkast (meestal doen ouders dit zelf). Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de versheid hiervan. Meegebrachte zelf bereide voeding wordt alleen gegeven op dezelfde dag dat het is meegenomen door de ouders. Kant en klare voeding wordt gecheckt op houdbaarheidsdatum en of de verpakking goed gesloten is voordat het aan een kind wordt gegeven. 5.
Als je schimmelvorming ziet of een vreemde geur ruikt bij voedingsmiddelen, deze altijd weggooien.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Voedingsproduct
49
50
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Bijlage 6 Titel: Werkinstructie: Schoonmaken speelgoed/speelmateriaal Datum versie: 26 juni 2013 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur Knuffels, doeken, kussens gaan wekelijks en wanneer nodig vaker in de wasmachine. Duplo-blokken, of overig materiaal waarvan er grote hoeveelheden zijn, worden in een dekbedovertrek in de wasmachine gedaan. Werkinstructie: 1. Maak een sopje met (lauw)warm water en doe hier een scheutje allesreiniger in. 2. Maak een vaatdoek vochtig door het in het sopje te dompelen. 3. Wring de vaatdoek uit. 4. Maak elk speelmateriaal stuk voor stuk schoon met een vaatdoek. 5. Maak iedere pagina van boekjes (van karton of plastic) van kinderen schoon. Maak speelmateriaal waarop gespuugd is, of die op andere wijze is vervuild (bijv. door een snotneus) direct schoon.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
51
Bijlage 7 Titel: Werkinstructie: Snuiten en/of afvegen neus Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen en zelfstandigheidbevordering peuters Eindverantwoordelijke: Directeur Werkinstructie voor baby- en dreumesgroep: 1. Veeg/maak de neuzen van kinderen bij een snottebel schoon met een papieren tissue. Plaats je hand eventueel ter ondersteuning zachtjes aan de achterkant van het hoofd van het kind en niet op het hoofd. 2. Gooi deze direct na gebruik in de prullenbak. 3. Verwoord je handelingen aan het kind. 4. Was je handen na het afvegen van de snottebel volgens de ‘Werkinstructie: Handen wassen’.
Werkinstructie zelfstandig neus poetsen door kind: 1. Laat een oudere peuter die dit wil en/of kan zelf een tissue pakken bij een snotneus. 2. Laat het kind als het dit wil en/of kan zelf zijn neus snuiten/afvegen. 3. Check of het kind zijn neus grondig genoeg heeft schoongemaakt. 4. Niet schoon genoeg? Zeg het kind dat het even in de spiegel mag/moet kijken om de neus nog beter te poetsen. Loop eventueel met het kind mee en check dit samen. 5. Check of de peuter de gebruikte tissue direct na gebruik weggooit in de prullenbak. 6. Gebeurt dit niet? Vertel het kind dat het zijn tissue dient weg te gooien. Wijs aan waar de prullenbak staat in het geval een kind dit niet weet of laat een ander kind de prullenbak aanwijzen. Check of de tissue daadwerkelijk wordt weggegooid. Werkinstructie neus snuiten/afvegen bij een kind: Zie werkinstructie hierboven voor baby- en dreumesgroep. Een kind dat dit niet nog niet zelf kan, kun je gaan leren hoe het dit stapsgewijs zelf kan doen. Denk aan de stappen als: voordoen, samen doen en ondersteunen door woorden.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Werkinstructies peutergroep: Werkinstructie controle tissues in groepsruimte: Zowel in de montessori groep als in het atelier staat een doos met tissues op een plek waar de peuter bij kan. 1. Check of er daadwerkelijk dozen tissues aanwezig zijn op de plekken waar peuters erbij kunnen. 2. Plaats een nieuwe doos tissues als de ander op is. Haal alvast een nieuwe doos tissues als de huidige doos bijna op is. 3. Als de doos leeg is, verwijder dan het plastic en gooi dit weg bij het afval voor plastic. Scheur de doos open, maak deze plat en breng deze naar het oud papier op het moment dat hier tijd voor is.
52
Bijlage 8
Werkinstructie verwijderen teek: 1. Pak uit de EHBO- doos in de groep (of de EHBO-doos in de keukenla) de tekentang of tekenlepel bij het ontdekken van een teek bij een kind (of bij jezelf of collega). 2. Vraag, indien nodig, assistentie van je collega. 3. Pak een bakje met water, een steriel gaasje en het flesje 70% alcohol of jodium. 4. Bekijk en/of lees de werkwijze van de tekentang of tekenlepel die op de verpakking van het product staat. 5. Volg de werkwijze die op de verpakking staat zorgvuldig. 6. Verwijder met de tekentang of tekenlepel de teek bij het kind. 7. Zodra de teek in de tekentang of tekenlepel zit leg je deze in het water. Dit om te beoordelen of de teek er volledig uit is. 8. Maak de wond schoon met 70% alcohol of jodium. 9. Schrijf de volgende informatie op bij het verwijderen van een teek: o Naam van het kind op o De datum o De plek op het lichaam waar de teek gezeten heeft o De geschatte duur dat de teek in de huid zat o De wijze waarop de teek is verwijderd. Dit om de juiste informatie aan ouders te geven. 10. Maak de tekentang of tekenlepel zorgvuldig schoon met alcohol. 11. Breng ouders op de hoogte. 12. Houd de huid op de plaats van de tekenbeet in de gaten voor het verschijnen van een erythema migrans (= rode kring op de huid) of andere huiduitslagen. Werkinstructie weggooien teek: 1. Als je de teek wilt testen op de aanwezigheid van Borrelia of andere mogelijke ziekteverwekkers, bewaar de teek dan in een afsluitend doosje/kokertje o.i.d. 2. Als je een teek weg wil gooien, gooi dan het (met plakband goed afgesloten) doosje/kokertje buitenshuis bij het vuilnis. 3. Je kunt de teek ook tussen dubbelgevouwen plakband doen en dit weggooien. Tip: Met plakband kan je ook teken verwijderen die op de huid of op kleding lopen. Let op: Ga de teek niet pletten, dit geeft het risico dat ziekteverwekkers uit de teek vrij komen. Spoel teken ook niet door de wc.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Titel: Werkinstructie: Tekenbehandeling en weggooien teek Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen ziekte van Lyme en voorkomen van verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur
53
Bijlage 9 Titel: Werkinstructie: Toedienen van medicijnen Datum versie: 26 juni 2013 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Op juiste wijze toedienen van medicijnen om risico’s uit te sluiten en voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur Als ouders willen dat hun kind medicijnen toegediend krijgt door een leidster in de tijd dat hun kind bij Mickey is, dan moeten ouders hier eerst voor tekenen. Dit tekenen gebeurt op het intakeformulier dat alle ouders dienen in te vullen. Voor homeopathische druppeltjes hoeven ouders geen toestemmingsformulier te tekenen. Let op: Medicijnen mogen uitsluitend door leidsters worden toegediend. Nooit door een stagiaire of vrijwilliger.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
1. Kijk op het intakeformulier van het kind of de ouder toestemming heeft gegeven dat een leidster een medicijn toedient. 2. Geef alleen een medicijn dat is voorzien van de naam van het kind (en geboortedatum). 3. Check de houdbaarheidsdatum van het medicijn. 4. Was je handen (zie: Werkinstructie: Handen wassen) als je een medicijn en/of het kind aan moet raken. 5. Geef het medicijn op de manier en tijd zoals voorgeschreven staat of zoals de ouder heeft aangegeven. 6. Bel een ouder als je toch vragen hebt over het toedienen van het medicijn. 7. Was, indien nodig, na het geven van het medicijn weer je handen. 8. Berg de medicijnen zorgvuldig op. 9. Noteer op welke tijd je het medicijn hebt gegeven en noteer eventuele bijzonderheden.
54
Bijlage 10 Titel: Werkinstructie: Toiletgebruik Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur
Werkinstructie net zindelijke peuter: 1. Wijs het kind er meerdere keren per dag op, om naar het toilet te gaan. 2. Blijf in de buurt als het kind naar het toilet gaat. Wees beschikbaar voor het kind. 3. Houd in de gaten wat het zelf kan en waar het hulp bij nodig heeft. 4. Bied hulp indien nodig of ondersteun met woorden waar nodig. 5. Check of het kind zelf doortrekt. 6. Zo niet? Wijs het kind dat het moet doortrekken als het een plas of hoop heeft gedaan. 7. Wacht af of het kind na het toiletgebruik zijn handen wast. 8. Zo niet? Vertel het kind dat het zijn handen moet wassen als het naar de wc is geweest. 9. Check hoe het kind zijn handen wast. Geef indien nodig een lesje ‘Hoe was ik mijn handen’ aan het kind. Zijn er meer kinderen die net zindelijk zijn? Geef een groepslesje ‘Hoe ga ik naar de wc’/of ‘Hoe was en droog ik mijn handen’. 10. Check het toilet op hygiëne. Maak dit schoon als het vies is. Gebruik voor het schoonmaken de daarvoor bestemde schoonmaakartikelen. 11. Was je eigen handen als je het kind geholpen hebt bij het toiletbezoek. Zie: ‘Werkinstructie: Handen wassen’. Regel: Speelgoed en/of overige materialen mogen niet meegenomen worden naar het toilet.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Werkinstructie zindelijke peuter of dreumes: 1. Laat een peuter die al geruime tijd zindelijk is, op eigen initiatief, op elk willekeurig moment, naar het toilet gaan. Wanneer een kind hulp nodig heeft, kan het de leidster of stagiaire roepen. 2. Help het kind bij die dingen die het niet zelf kan indien nodig. Help in eerste instantie bij een deelstap. Wellicht kan het een volgende stap zelf. 3. Ondersteun een kind met woorden indien nodig. 4. Check of het kind doortrekt. 5. Houd in de gaten of het kind na het toiletbezoek zijn handen wast. 6. Zo niet? attendeer het kind hierop. 7. Was je handen indien nodig volgens de ‘Werkinstructie: Handen wassen’.
55
Bijlage 11 Titel: Werkinstructie: Verschonen en opmaken beddengoed en schoonmaken
slaapkamers Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 1 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Proceseigenaar: Nancy De exacte dagen van het verschonen van bedden in de verschillende slaapkamers staan aangegeven op de takenlijst van de huishoudelijk medewerker.
Werkinstructie bed opmaken: 1. Plaats het bedzeiltje op het midden van de matras. 2. Plaats eventueel een matrasbeschermer om de matras. 3. Check of het bedzeiltje nog in het midden zit nadat je de matrashoes hebt geplaatst. 4. Plaats het hoeslaken om de matras. 5. Draai het dekbedovertrek binnenste buiten. * 6. Plaats je handen in de hoeken van de binnenstebuiten gekeerde dekbedovertrek. Pak de punten van het dekbedovertrek vast en schuif het dekbedovertrek over het dekbed. Het overtrek zit nu niet meer binnenstebuiten. 7. Maak de lussen onderaan het dekbedovertrek goed vast. 8. Leg het dekbed in het bed. 9. Let op: Sluit altijd een duo-bed i.v.m. het hang- en sluitwerk! * Op de babygroep worden lakens en katoenen dekens gebruikt i.p.v. dekbedden.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Werkinstructie verschonen van een bed: 1. Verschoon dagelijks de hoeslakens. 2. Haal al het beddengoed van de bedden van betreffende slaapkamer. 3. Neem de bedden af met een sopje. 4. Klop de matrassen uit en draai ze om. 5. Plaats een schoon hoeslaken op ieder bed (en indien nodig eerst een schone matrashoes). 6. Voorzie de dekbedden van een schoon dekbedovertrek. 7. Stofzuig en/of dweil de vloer van de slaapkamer op de dag dat je de bedden op die slaapkamer verschoont.
56
Bijlage 12 Titel: Werkinstructie: Verschonen van een luier (op de commode) Datum versie: 6 mei 2015 Aantal pagina’s: 2 Doel van procedure: Voorkomen verspreiding ziektekiemen Eindverantwoordelijke: Directeur
Werkinstructie verschonen liggend kind op commode 1. Leg vooraf de luier klaar en overige benodigdheden voor de verschoning. 2. Was je handen zorgvuldig. Zie: Werkinstructie Handen wassen 3. Trek de trap uit voor een kind dat kan lopen en laat het kind naar boven klimmen. Begeleid het kind indien nodig. 4. Laat het kind liggen. Let op: Blijf met minimaal een hand telkens in contact met het kind. Laat het kind geen onbewaakt moment alleen tot het einde van de handeling. 5. Communiceer tussendoor met het kind. Verwoord aan het kind wat je doet. Geef antwoord op de vragen van het kind en blijf in contact met het kind. Let op: Praat niet negatief over de ontlasting. Dit is gewoon en menselijk. Het is van groot belang om hier neutraal over te praten zonder een enkel oordeel. Door hier neutraal over te praten, is en blijft ontlasting voor een kind ook iets normaals. Dit is belangrijk voor de zindelijkheid en voor het zelfbeeld van het kind. 6. Maak kledingstukken open, indien nodig, of verwijder gedeeltelijk kledingstukken zodat je het kind gemakkelijk kunt verschonen. Laat het kind helpen bij die dingen die het zelf kan en wil. 7. Maak de plakgedeeltes van de luier los en plak deze tijdelijk weer vast aan de plakstrips. Dit zodat de plakgedeeltes niet aan het kind of de kleding blijven kleven. 8. Verwijder een deel van de luier aan de voorkant zodat je de billen van het kind goed kunt schoonmaken. 9. Pak een luierdoekje (deze staan op de commode) en maak de billen van het kind schoon. Gebruik indien nodig meerdere doekjes. 10. Wanneer een kind sudocrème op de billen moet (i.v.m. rode/schrale billen) pak dan eerst een tissue. Met deze tissue haal je de crème uit het potje. Deze tissue gooi je na gebruik in de prullenbak. 11. Stop de gebruikte luierdoekjes in de vuile/gebruikte luier als dit mogelijk is. 12. Pak een schone luier. 13. Doe het kind de schone luier om. 14. Kleed het kind aan. 15. Babygroep: Til het kind op en breng het naar een speelplek, naar bed of zet het in de kinderstoel als hier een collega bij is. Dreumes- en peutergroep: Trek de trap uit en laat een kind dat kan lopen naar beneden komen. Begeleid het kind indien nodig. Blijf ook bij het kind in de buurt staan dat al zelfstandig naar beneden kan komen. 16. Babygroep: Doe de luier in een oranje plastic zakje doen en gooi de luier in de prullenbak. Dreumes- en peutergroep beneden: Doe de luier in de luieremmer. 17. Verwijder de handdoek van de commode en doe deze in de wasmand. 18. Desinfecteer het verschoonkussen en het commodeblad indien nodig. 19. Was je handen zorgvuldig. Zie: Werkinstructie Handen wassen 20. Plaats een schone handdoek.
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Kinderen die nog een luier dragen, worden of op de commode liggend verschoond of staand op de grond. Dit laatste heeft onze voorkeur i.v.m. onze visie m.b.t. de zelfstandigheid en eigenwaarde van het kind.
57
Risico Inventarisatie Gezondheid 2015 Kinderdagverblijf Mickey
Wanneer een kind staand wordt verschoond heb je bijna dezelfde handelingen als het verschonen op de commode. Staand kun je het kind veel beter en gemakkelijker betrekken bij zelfstandigheidsaspecten.
58