Inventarisatie beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland
REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND
Inventarisatie beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland
Een rapportage van RAVON in opdracht van Waterschap Zuiderzeeland en de provincie Flevoland J. E. Herder & J. Kranenbarg december 2007 m.m.v. J. Janse & E. Brokkelkamp
STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN www.ravon.nl
Colofon © 2007 Stichting RAVON, Nijmegen Rapportnummer: 2007-15 Tekst: Jelger Herder & Jan Kranenbarg Met medewerking van: Jöran Janse & Elsa Brokkelkamp In opdracht van: Waterschap Zuiderzeeland en de provincie Flevoland. Foto omslag: rivierdonderpad - © Jelger Herder Wijze van citeren: Herder J.E. & J. Kranenbarg., 2007. Inventarisatie beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland. Stichting RAVON, Nijmegen.
2
INHOUD
1 INLEIDING ………………………………………………………………………………………………………………………………… 1.1 Achtergrond …………………………………………………………………………………………………………………………. 1.2 Doel en vraagstelling ………………………………………………………………………………………………………….
4 4 4
2 METHODE ………………………………………………………………………………………………………………………………… 5 2.1 Onderzoekslocaties …………………………………………………………………………………………………………….. 5 2.2 Inventarisatie methoden …………………………………………………………………………………………………… 5 2.3 Bemonsteringsstrategie en –inspanning ……………………………………………………………………… 6 2.4 Werven, opleiden en begeleiden van vrijwilligers …………………………………………………….. 7 2.5 Gegevensverwerking …………………………………………………………………………………………………………. 8 3 RESULTATEN ……………………………………………………………………………………………………………………………. 3.1 Aangetroffen soorten …………………………………………………………………………………………………………
9 9
4 Discussie & Aanbevelingen …………………………………………………………………………………………………. 4.1 Aangetroffen doelsoorten ………………………………………………………………………………………………… 4.2 Opzetten vrijwilligersnetwerk ………………………………………………………………………………………….. 4.3 Aanbevelingen voor de toekomst …………………………………………………………………………………..
15 15 16 17
LITERATUUR …………………………………………………………………………………………………………………………………. 20 BIJLAGE 1 – Monsterpunten …………………………………………………………………………………………………..
21
3
1
INLEIDING
1.1
Achtergrond Gezien de vereisten vanuit de Kaderrichtlijn Water en de Flora- & Faunawet willen het Waterschap Zuiderzeeland en de Provincie Flevoland meer inzicht krijgen in het voorkomen en de verspreiding van vissoorten in hun beheersgebied. De Kaderrichtlijn Water vraagt doelstellingen ten aanzien van het biologisch kwaliteitselement vis alsmede een monitoringsplan. De Flora- & Faunawet vereist inzicht in de verspreiding van beschermde soorten. Hiernaast wordt er voor de biodiversiteitsdoelstellingen vanuit het Ministerie van LNV aandacht gevraagd voor een aantal vissoorten. Op basis van verspreidingsgegevens kunnen het waterschap en de provincie zorgdragen voor de bescherming van soorten bij de planning van hun activiteiten en projecten. De in 2006 goedgekeurde gedragscode voor waterschappen biedt de mogelijkheden om een breed scala aan werkzaamheden uit te mogen voeren zonder dat hiervoor een ontheffing op de Flora- en faunawet hoeft te worden aangevraagd. Voorwaarde voor het gebruik van de gedragscode is dat er onderbouwd kan worden dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het duurzaam voortbestaan van beschermde populaties. Hiervoor is dus allereerst inzicht nodig in de verspreiding van de beschermde vissoorten. Momenteel worden inventarisaties uitgevoerd voor het opstellen van een vissenatlas van het beheersgebied. Dit gebeurt o.a. door vangstregistraties van beroeps- en sportvissers. Een aantal beschermde vissoorten zoals kleine en grote modderkruiper, bittervoorn, rivierdonderpad, kroeskarper en vetje zijn echter moeilijk vangbaar met de vistuigen van beroepsvissers en de hengel. Voor deze soorten zal dit daarom een onvoldoende beeld opleveren. Waterschap Zuiderzeeland en de Provincie Flevoland hebben Stichting RAVON daarom opdracht gegeven de verspreiding van genoemde vissoorten gedurende 2007-2010 in beeld te brengen. Dit jaar (2007) zijn er zowel door betaalde krachten als met behulp van vrijwilligers inventarisaties uitgevoerd naar het voorkomen van genoemde vissoorten. In de komende jaren zal het accent steeds meer verplaatst worden naar het werken met en begeleiden van vrijwilligers.
1.2
Doel en vraagstelling De doelstelling luidt als volgt:: Het uitvoeren van een grofschalige inventarisatie naar beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland. De visseninventarisatie zal zich richten op de doelsoorten die genoemd worden in de Flora- & faunawet en de biodiversiteitsdoelstellingen, en die op basis van hun levensstrategie en habitatvoorkeur in het gebied verwacht kunnen worden. Er loopt al een inventarisatie middels hengelsport- en beroepsvisserijgegevens. De soorten die hierdoor voldoende gedekt worden, zijn geen doelsoort in de door RAVON uitgevoerde inventarisatie. Op basis van bovenstaande criteria komen de volgende vissoorten als doelsoort voor de inventarisatie in aanmerking: Soorten die zijn opgenomen in tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet: • bittervoorn • Europese Meerval • grote modderkruiper • kleine modderkruiper • rivierdonderpad
4
Soorten die zijn opgenomen in de rode lijst: • kroeskarper • vetje • winde
2
METHODE
2.1
Onderzoekslocaties Het onderzoeksgebied bestaat uit de wateren die in beheer zijn bij Waterschap Zuiderzeeland. In de periode augustus tot en met okotober 2007 zijn de uurhokken die aan de randen van Flevoland liggen onderzocht. Vanuit het oogpunt van habitatdiversiteit en connectiviteit met de randmeren lijkt de trefkans voor veel van de doelsoorten in deze randhokken het hoogst. Bij de selectie van de randhokken is er rekening gehouden met reeds bestaande inlaatpunten van water waar mogelijk ook vis mee komt. Naast de randhokken zullen ook specifieke aandachtsgebieden onderzocht worden (voor zover deze niet al binnen de uurhokken aan de rand vallen). Specifieke aandachtsgebieden zijn ecologische verbindingen (provinciaal omgevingsplan 2006), Natura2000-gebieden (Vollenhovermeer, Oostvaardersplassen, Lepelaarsplassen), EHS-gebied (Kadoelermeer) en KRW-waterlichamen (o.a. Harderbroek, Weerwater, Bovenwater). Een volledige lijst van alle monsterpunten met beschrijving is opgenomen in bijlage 1. De nadere strategie voor het bemonsteren van de overige uurhokken (circa 60) in Flevoland voor de periode 2008-2010 zal mede worden vastgesteld op basis van de resultaten uit deze eerste grofschalige inventarisatie van de randhokken.
2.2
Inventarisatie methoden Tijdens dit onderzoek zijn er op drie manieren waarnemingen verzameld: •
•
•
Bemonstering door RAVON medewerkers. Uit ervaringen is gebleken dat veel soorten in niet te brede of te diepe wateren op adequate wijze met het schepnet gevangen worden (zie Kranenbarg & Herder 2007, bijlage 2). Tijdens dit onderzoek zijn de inventarisaties uitgevoerd middels het electrovisapparaat en het gebruik van schepnetten. Bemonstering met behulp van vrijwilligers. Er zijn een aantal excursies georganiseerd waarbij vrijwilligers onder begeleiding van RAVON medewerkers met het schepnet wateren hebben bemonsterd. Beroepsvisserij. Er zijn recente gegevens opgevraagd van beroepsvisser Jan Brokkelkamp die met fuiken vist in de Ketelhaven, Hoge Vaart en Lage Vaart.
Hieronder volgt een korte beschrijving van de vangtuigen en de wijze waarop ze zijn ingezet bij de visinventarisaties. Electrovisapparaat
5
In water tot 1,5 meter diep zijn visinventarisatie wadend met een draagbaar electrovisapparaat (DEKA) uitgevoerd. In het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland betreft dit voornamelijk sloten, smalle tochten en de oeverzone van vaarten en plassen. Bij sloten lopen 2 bemonsteraars door het water. Zo wordt het gehele dwarsprofiel bemonsterd. In diepere vaarten, tochten en plassen is zoveel mogelijk bemonsterd in de ondiepe oeverzone omdat de doelsoorten hier verwacht worden. Schepnet Het schepnet is goed bruikbaar in kleine wateren (beken, sloten, poelen, weteringen, afgesneden meanders) of in de oeverzone en ondiepe delen van grotere wateren. Een schepnet is met name geschikt voor het vangen van kleinere exemplaren of soorten. Het is in het bijzonder geschikt voor modderkruiperachtigen, rivierdonderpad, bittervoorn, vetje, stekelbaarzen en juveniele vissen (< 7 cm) van bijna alle soorten. Gedetailleerde informatie over het gebruik van het schepnet staat in de handleiding “Het waarnemen van zoetwatervissen” (Spikmans & de Jong 2006). Er is gebruik gemaakt van steeknetten. Het steeknet is 60 bij 40 cm groot en is gespannen om een metalen beugel. Het net heeft een maaswijdte van 6 mm. De metalen steel is ruim twee meter lang. Netbeugel en steel vormen samen een sterk schepnet dat niet verbuigt bij het vissen in sterk begroeide wateren en modderige bodems. Ook het netmateriaal is zo sterk dat het niet kapot gaat door prikkeldraad of doorns van bramen. Het net is speciaal ontwikkeld voor vissen- en amfibieëninventarisaties. Fuiken beroepsvisser Deze fuiken zijn oorspronkelijk bestemd voor de vangst van paling. Als bijvangst echter kunnen nagenoeg alle vissoorten worden gevangen, m.u.v. de kleine modderkruiper omdat deze zo klein is dat hij door de maaswijdte van de fuik kan ontsnappen. De fuiken staan in diep en groot water waar bemonstering met schepnet en elektrovisapparaat lastig is. Ze vormen daarom een mooie aanvulling op de andere vismethoden. 2.3
Bemonsteringsstrategie en -inspanning Alle doelsoorten (m.u.v. winde en Europese meerval) hebben een klein leefgebied, variërend van enkele meters tot hoogstens enkele honderden meters. Ook bij een eventuele migratie leggen deze soorten in de regel geen grotere afstanden af. De kans dat ze als gevolg van migratie tijdelijk afwezig zijn in een water is hierdoor klein. Daarom is de vangkans van de doelsoorten, als zij in een gebied voorkomen, groot. De bemonsteringsstrategie is erop gericht het voorkomen van de doelsoorten binnen de wateren vast te stellen. Hiervoor is op iedere locatie een dusdanig oppervlak bemonsterd dat de soort mocht deze er voorkomen met vrij grote zekerheid zal worden aangetroffen. Het niet aantreffen van een soort betekent dat deze er waarschijnlijk niet aanwezig is. Zoals in paragraaf 2.1 is aangegeven is het voorkomen van de doelsoorten eerst in de randzone en specifieke wateren van Flevoland. Voor een grofmazig overzicht is gekozen voor het bemonsteren van 1 á 2 km-hokken per uurhok afhankelijk van de binnen het uurhok aanwezige wateren.
6
In ieder te bemonsteren kilometerhok zijn twee monsterpunten bevist. Per monsterpunt is een stuk oeverlengte bevist van circa 75 meter. Met een dergelijke inspanning zal het voorkomen van een soort doorgaans voldoende vastgesteld kunnen worden. In totaal zijn er met de verschillende methoden 45 uurhokken bemonsterd waarbinnen 92 kmhokken zijn bemonsterd: • RAVON medewerkers: 42 uurhokken - 84 km-hokken • Excursies: 3 uurhokken – 6 km-hokken • Beroepsvisser: 3 uurhokken – 3 km-hokken 2.4
Werven, opleiden en begeleiden van vrijwilligers Het werk met de vrijwilligers is uitgevoerd in samenwerking met Landschapsbeheer Flevoland. Werven •
•
•
•
•
Bestaande netwerken: voor het werven van vrijwilligers is gebruik gemaakt van de bestaande vrijwilligersnetwerken van RAVON (180 potentiële vrijwilligers voor visinventarisaties) en Landschapsbeheer Flevoland (netwerk van 350 vrijwilligers). Deze vrijwilligers zijn door middel van een brief of email benaderd. Publieksactie: er is een oproep geplaatst in lokale kranten (o.a. Flevopost) en er is een kleurenpagina grootte prijsvraag Vissen van Flevoland in de Flevopost geplaatst. Daarnaast is aandacht besteed aan het project via de regionale radio. Begin volgend jaar komt de visatlas ook weer in het nieuws via het NCRVprogramma ‘Natuur in de stad’. Websites: op de website van RAVON is er een pagina aangemaakt: “Vissen in Flevoland” met daarop informatie over het project, de eerste resultaten, cursussen, excursies en een mogelijkheid tot aanmelden. Daarnaast is er op de websites van de Visatlas Flevoland en het Waterschap aandacht aan besteed. Nieuwsbrief: er is na afloop van de cursus en excursie een nieuwsbrief samengesteld door RAVON, Landschapsbeheer Flevoland en het Waterschap. Hierin stond een kort verslag van de cursus & excursie en informatie over komende excursies en het doorgeven van waarnemingen. Cursus visherkenning en excursies (zie hieronder bij opleiden)
Opleiden Soortherkenning en accuratesse in determinatie is van wezenlijk belang bij de visinventarisaties. Daarom is het belangrijk aandacht te besteden aan het opleiden en scholen van de vrijwilligers. •
•
Cursus visherkenning en schepnetonderzoek. De cursus is door RAVON gegeven in het gebouw van het waterschap te Lelystad. Op vrijdagavond 31 augustus is het theoretische deel gegeven met daarin informatie over de ecologie van vissen, de werkwijze van het vangen (aandacht schepnetmethodiek), het determineren en de registratie van de vangsten. Aansluitend is op zaterdag 1 september het praktische deel van de cursus gegeven in het Harderbos. Het praktische deel bestaat uit het vangen en determineren van vissen, waarbij de vrijwilligers begeleid zijn door een ervaren personen. Excursies: aanvullend op de cursus zijn er een 3-tal excursies verzorgt om vrijwilligers te motiveren en te stimuleren mee te doen aan het verspreidingsonderzoek. Deze excursies zijn gegeven onder begeleiding van twee ervaren personen zodat de kennis van de nieuwe
7
vrijwilligers verder vergroot wordt. Daarnaast hebben de excursies ook een bindende werking voor de reeds eerder aangemelde vrijwilligers.
Begeleiden De meeste nieuwe vrijwilligers hebben de eerste tijd begeleiding nodig voordat ze in staat zijn zelfstandig inventarisaties op te zetten en uit te voeren. •
• •
•
2.5
Werkpakket: de deelnemers aan de cursus hebben na afloop een werkpakket toegestuurd gekregen met hierin richtlijnen voor het vissen in Flevoland, een kaart met daarop potentieel geschikte hokken om zelf te onderzoeken, veldformulieren en de nieuwsbrief. Materiaal: vrijwilligers kunnen schepnetten en waadpakken in bruikleen krijgen die ze kunnen afhalen bij Landschapsbeheer Flevoland. Helpdesk: vrijwilligers kunnen per telefoon of email contact opnemen met RAVON of Landschapsbeheer Flevoland als ze inhoudelijke vragen of vragen over het project hebben. Website: op de RAVON website kunnen vrijwilligers zien welke hokken potentieel geschikt zijn om zelfstandig te onderzoeken. Verder kunnen ze hier de nieuwsbrief, richtlijnen, veldformulieren en excursieverslagen downloaden. En informatie vinden over geplande cursussen en excursies (inclusief aanmelding).
Gegevensverwerking De gegevens zijn vastgelegd op veldformulieren. Van ieder monsterpunt is een beschrijving gemaakt van algemene kenmerken (breedte, diepte, stroming, bodemsubstraat, oeverprofiel). Per monsterpunt is de lengte van het bemonsterde stuk vastgelegd en is er vastgelegd met welke methoden er gevist is. De data zijn ingevoerd in Spot (een door RAVON gebruikte invoermodule) waarna de data overzichtelijk in een Excel bestand kan worden weergegeven. Kaarten zijn vervaardigd met Stipt (een programma dat in samenwerking met Spot werkt). Zie voor meer informatie over Spot en Stipt: http://www.ravon.nl/Tellen/Waarnemingendoorgeven/Spot/tabid/266/Default.aspx
8
3
RESULTATEN
3.1
Aangetroffen soorten In totaal zijn er in de bemonsterde wateren 26 vissoorten aangetroffen (alle vangstmethoden samen). Deze soorten zijn onder te verdelen in 3 ecologische gilden: • • •
Eurytopen (14 soorten): dit zijn generalistische soorten die niet kieskeurig zijn wat betreft hun leefomgeving en een brede tolerantie hebben voor stromingscondities Limnofielen (6 soorten): dit zijn plantminnende soorten Rheofielen (4 soorten): dit zijn stromingsminnende soorten die voor het voltooien van hun levenscyclus (tijdelijk) stromend water nodig hebben.
Daarnaast zijn er nog twee exoten aangetroffen waarvoor geen ecologisch gilde is vastgesteld: (zonnebaars en Siberische steur) De meeste bemonsterde wateren bleken relatief soortenarm te zijn met vaak niet meer dan 5 of 6 gevangen soorten per water. Van de doelsoorten zijn er tijdens dit onderzoek waarnemingen verzameld van Europese meerval, kleine modderkruiper, rivierdonderpad, vetje en winde. Er is daarnaast nog een waarneming van een kroeskarper net buiten het beheersgebied van waterschap Zuiderzeeland. De Bittervoorn en grote modderkruiper zijn niet aangetroffen tijdens dit onderzoek. Onderstaande kaartjes geven een overzicht van de verzamelde waarnemingen van de doelsoorten. In de kaartjes worden alle monsterpunten aangegeven (met grijs) en wordt er daarnaast onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVON-medewerkers (met rood), tijdens de excursies (met groen) en door de beroepsvisser (met blauw).
9
Figuur 1: waarnemingen van Europese meerval tijdens dit onderzoek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVON-medewerkers (rode stippen), tijdens de excursies (groene stippen) en door de beroepsvissers (blauwe stippen). Grijze stippen zijn monsterpunten waar de betreffende soort niet is aangetroffen.
De Europese meerval (Silurus glanis) is tijdens dit onderzoek op twee locaties gevangen in de fuiken van de beroepsvisser (figuur 1). Beide locaties betroffen diepe wateren: de Ketelhaven en de Lage Dwarsvaart.
10
Figuur 2: waarnemingen van kleine modderkruiper tijdens dit onderzoek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVON-medewerkers (rode stippen), tijdens de excursies (groene stippen) en door de beroepsvissers (blauwe stippen). Grijze stippen zijn monsterpunten waar de betreffende soort niet is aangetroffen.
De kleine modderkruiper (Cobitis taenia) is tijdens dit onderzoek op 26 locaties verspreid over 23 km-hokken gevangen (figuur 2). De soort is zowel aangetroffen tijdens de bemonsteringen door RAVON medewerkers als tijdens de excursies. De soort is met name aangetroffen in sloten en kleine wetereringen (23 van de 26 locaties), daarnaast zijn er ook enkele waarnemingen gedaan in de oeverzones van plassen en grotere vaarten.
11
Figuur 3: waarnemingen van rivierdonderpad tijdens dit onderzoek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVON-medewerkers (rode stippen), tijdens de excursies (groene stippen) en door de beroepsvissers (blauwe stippen). Grijze stippen zijn monsterpunten waar de betreffende soort niet is aangetroffen.
De rivierdonderpad (Cottus gobio) is tijdens dit onderzoek op 12 locaties verspreid over 11 kmhokken gevangen (figuur 3). De soort is zowel aangetroffen tijdens de bemonsteringen door RAVON medewerkers als tijdens de excursies als in de fuiken van de beroepsvisser. De soort is zowel aangetroffen in (de oeverzone van) diepe wateren als in vaarten, weteringen en plassen. In de kleinere wateren is de rivierdonderpad met name aangetroffen op plaatsen met steenstort, betonnen matten en in de nabijheid van stuwtjes (stromend water).
12
Figuur 4: waarnemingen van vetje tijdens dit onderzoek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVON-medewerkers (rode stippen), tijdens de excursies (groene stippen) en door de beroepsvissers (blauwe stippen). Grijze stippen zijn monsterpunten waar de betreffende soort niet is aangetroffen.
Het vetje (Leucaspius delineatus) is tijdens dit onderzoek op slechts 3 locaties gevangen (figuur 4). De soort is enkel aangetroffen tijdens de bemonsteringen door RAVON medewerkers. Het betrof hier twee vaarten en een kanaal.
13
Figuur 5: waarnemingen van winde tijdens dit onderzoek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVON-medewerkers (rode stippen), tijdens de excursies (groene stippen) en door de beroepsvissers (blauwe stippen). Grijze stippen zijn monsterpunten waar de betreffende soort niet is aangetroffen.
De winde (Leuciscus idus) is tijdens dit onderzoek op 3 locaties in de fuiken van de beroepsvissers gevangen (figuur 5). De soort is enkel aangetroffen tijdens de bemonsteringen door RAVON medewerkers. Het betrof hier twee vaarten en een kanaal.
14
4
DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN
4.1
Aangetroffen doelsoorten Van de 8 doelsoorten zijn er 5 aangetroffen tijdens dit onderzoek. De doelsoorten die niet zijn aangetroffen zijn grote modderkruiper, kroeskarper en bittervoorn. De grote modderkruiper is een soort van stilstaand, langzaam stromend ondiep water. De soort heeft een voorkeur voor ondiepe verlandende slootjes met weelderige vegetatie (van Emmerik & de Nie 2006). De grote modderkruiper komt wel voor in de ondiepe oeverzones van de randmeren en het Ketelmeer (van Emmerik & de Nie 2006). Het is niet uit te sluiten dat deze soort in de toekomst in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland zal worden aangetroffen. De kroeskarper is tijdens dit onderzoek alleen net buiten het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland aangetroffen. Uit de visatlas Flevoland blijkt dat de kroeskarper wel in lage dichtheden voorkomt binnen het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland (visatlas, 2007). Op basis van huidig onder onderzoek mag geconcludeerd worden dat het een schaarse vis is in Flevoland. In 2006 zijn de eerste bittervoorns voor Flevoland vastgesteld bij een inventarisatie in Almere door van der Goes en Groot (Van der Goes en Groot, 2006). Dit jaar is de bittervoorn voor het eerst gevangen in de Noordoostpolder (de Bruin, 2007). De bittervoorn is een soort die zeer goed te vangen is met behulp van het schepnet. Het is dan ook opvallend dat de soort tijdens dit onderzoek niet is aangetroffen in de randzones van Flevoland. Bij een natuurlijke kolonisatie van Flevoland is het namelijk te verwachten dat de vissen vanuit omliggende gebieden Flevoland koloniseren. In de randzone zou je deze soorten dan juist als eerste verwachten. De herkomst van de populatie in Almere is onbekend maar het is niet uit te sluiten dat de bittervoorns in Almere zijn uitgezet. Van de doelsoorten blijkt de kleine modderkruiper het wijdst verspreid te zijn binnen het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland. De kleine modderkruiper is verspreid over heel Flevoland aangetroffen met uitzondering van het Noordoosten van zuidoost Flevoland. In de Noordoostpolder bleek de kleine modderkruiper algemeen en werd hij op bijna de helft van alle monsterpunten aangetroffen. De rivierdonderpad is verspreid over heel Flevoland aangetroffen met uitzondering van de Noordoostpolder waar de soort nog niet is vastgesteld. De rivierdonderpad komt algemeen voor in het IJsselmeer en de randmeren vanuit waar hij Flevoland kan koloniseren (zie ook figuur 7). Het vetje blijkt een schaarse soort te zijn binnen het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland. De winde en Europese meerval zijn eveneens slechts op enkele locaties waargenomen, dit heeft echter ook te maken met de leefwijze van deze soorten. Ze prefereren dieper en open water waardoor ze met het schepnet en elektrovisapparaat slecht te inventariseren zijn. De winde en Europese meerval zijn tijdens dit onderzoek enkel gevangen in de fuiken van de beroepsvisser.
15
4.2
Opzetten van vrijwilligersnetwerk Onderdeel van dit project was het opzetten van een netwerk van vrijwilligers die met behulp van schepnetten visinventarisaties uitvoeren. Naast het werven van vrijwilligers is ook het opleiden en begeleiden van deze vrijwilligers van groot belang. De eerste werving van vrijwilligers tijdens het project was zeer succesvol vergeleken bij soortgelijke projecten in andere regio’s. Tijdens de eerste activiteit voor vrijwilligers, de cursus visherkenning gevolgd door een excursie, waren ongeveer 35 vrijwilligers aanwezig. Het is vervolgens van belang deze vrijwilligers met andere activiteiten verder te motiveren en te binden. Daarvoor zijn er een aantal excursies georganiseerd. Tijdens de eerste twee excursie waren er steeds ongeveer 12 mensen aanwezig. Goede punten met betrekking tot het werven van vrijwilligers waren: • Werving: o De inzet van een lokale motivator/werver in de vorm van Jeroen Reinhold van Landschapsbeheer Flevoland bleek zeer goed te werken. Landschapsbeheer Flevoland bezit zelf een netwerk van lokale vrijwilligers die benaderd konden worden. Lokale contacten zijn zeer waardevol voor het succesvol werven van een grotere groep vrijwilligers. o Er is verder goed gebruik gemaakt van de verschillende media: brieven, website, nieuwsbrief en een stuk in de lokale krant. • De herkenningscursus: de cursus vormt voor veel mensen de eerste opstap naar het actief zelf inventariseren van vissen. Potentiële vrijwilligers zonder parate kennis willen graag nieuwe dingen leren en blijken geïnteresseerd te zijn in een dergelijke cursus gezien de hoge opkomst. (de herkenningscursussen van RAVON worden door het hele land altijd goed bezocht). • Mensen betrokken houden: door middel van het sturen van brieven, een nieuwsbrief en informatie op de website is getracht vrijwilligers die zich eenmaal hebben aangemeld actief betrokken te houden bij het project. Het is belangrijk om regelmatig wat van je te laten horen aan vrijwilligers. Verbeterpunten: • Informatievoorziening omtrent vervolgactiviteiten: het is belangrijk dat mensen na afloop van een cursus meteen een duidelijk overzicht krijgen wanneer er weer activiteiten gepland staan. Dit jaar konden we tijdens de cursus nog geen concrete informatie verstrekken, in de toekomst zou het goed zijn aan het begin van het jaar een programma voor het hele jaar te maken. • Vrijwilligers persoonlijk benaderen: samenhangend met bovenstaande punt zou het goed zijn tijdens of na afloop van een excursie of cursus de aanwezige vrijwilligers meteen al te vragen of ze op een volgende excursie weer van de partij zijn. Meteen ter plaatse de namen noteren van degene die toezeggen schept extra verbondenheid. In de toekomst moet ook nog beter gewerkt worden aan het verstevigen van sociale banden tussen de individuele vrijwilligers. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door na afloop van een excursie of het veldseizoen samen ergens wat te gaan drinken of eten. • Keuze van excursielocaties: om nieuwe vrijwilligers te motiveren is het van belang dat de wateren tijdens de excursies goed toegankelijk en bevisbaar zijn en dat er leuke vangsten te verwachten zijn. Aan de andere kant is het van belang dat er tijdens de excursies niet enkel op bekende locaties wordt gevist maar dat er ook nieuwe gebieden worden geïnventariseerd. Er zal iets meer tijd moeten worden uitgetrokken voor het selecteren van excursielocaties zodat het mogelijk is een goede balans te vinden tussen de
16
•
4.3
aantrekkelijkheid van de locatie voor vrijwilligers en het inventariseren van nieuwe gebieden. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het bezoeken van locaties waar in het verleden bijzondere waarnemingen zijn gedaan, veelal zijn deze locaties niet geheel bemonsterd en kunnen er ook nog aanvullende soorten worden vastgesteld. Verzelfstandigen van vrijwilligersgroep: De inzet van betaalde krachten van RAVON en Landschapsbeheer Flevoland met het stimuleren, faciliteren en motiveren van de vrijwilligers moet op de langere termijn afgebouwd worden. Alleen dan is een vrijwilligergroep te maken met langdurig bestaansrecht. Gezien de mensen die zich voor de cursus hebben aangemeld moet bekeken worden of de Hengelsportvereniging Poldervoorntje de basis kan gaan vormen voor de mensen die willen vissen in de Noordoostpolder. Dit vraagt nog wel het nodige overleg met het bestuur van het Poldervoorntje omdat niet alle deelnemers aan de viscursus, afkomstig van de Noordoostpolder, lid waren van deze vereniging. Voor de deelnemers uit Zuidelijk en Oostelijk Flevoland dient gezocht te worden naar deelnemers die belangstelling hebben om excursies te gaan organiseren. Uit gesprekken met de individuele deelnemers komt nog niet een groepje mensen bovendrijven die dat leuk zouden vinden. Hier moet in de komende tijd wel hard aan gewerkt worden. Een deel van de deelnemers aan de cursus zijn afkomstig van de KNNV-Lelystad. Wellicht dat daar een link te maken is. Mogelijk zouden we daarnaast kunnen kijken of we ook de hengelsportfederaties erbij kunnen betrekken om op die manier hun vele leden te bereiken.
Aanbevelingen voor de toekomst Uit de huidige inventarisatie blijkt dat van de doelsoorten de rivierdonderpad en kleine modderkruiper het meest algemeen zijn in Flevoland. Het wordt daarom aanbevolen om toekomstig onderzoek in eerste instantie te richten op het completeren van het verspreidingsbeeld van deze twee soorten. Bij de keuze van te bemonsteren gebieden zal er dan uitgegaan worden van lacunes in het verspreidingsbeeld van deze soorten en er zal gevist worden op locaties waar deze soorten te verwachten zijn. Daar de gebruikte methode (schepnet) niet soortspecifiek is, zal ook de kennis over de verspreiding van de overige doelsoorten hiermee toenemen. Figuren 6 en 7 laten de huidige kennis ten aanzien van het verspreidingsgebied van de kleine modderkruiper en rivierdonderpad in Flevoland zien. Voor de kleine modderkruiper wordt aangeraden toekomstig onderzoek te richten op het binnenland van het noordelijk deel van zuidoost Flevoland, het stedelijk gebied van Almere (om meteen ook de verspreiding van de bittervoorn daar in kaart te brengen) en het binnenland plus de randen van de Noordoostpolder. Voor rivierdonderpad wordt aangeraden toekomstig onderzoek te richten op de randen van de Noordoostpolder, met name op locaties waar er open verbindingen zijn met het IJsselmeer. De soort is hier langs de hele IJsselmeer kust aanwezig (zie oranje stippen figuur 7) en is daarom als eerste in de randzone te verwachten.
17
Figuur 6: bekende verspreiding kleine modderkruiper. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVON-medewerkers (rode stippen), tijdens de excursies (groene stippen) en door historische waarnemingen uit de RAVON-database (oranje stippen). Grijze stippen zijn monsterpunten waar de betreffende soort niet is aangetroffen.
18
Figuur 7: bekende verspreiding rivierdonderpad. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de waarnemingen verzameld door de RAVONmedewerkers (rode stippen), tijdens de excursies (groene stippen) en door historische waarnemingen uit de RAVON-database (oranje stippen). Grijze stippen zijn monsterpunten waar de betreffende soort niet is aangetroffen.
19
LITERATUUR Bonhof, G.H., 2005. Resultaten inventarisatie beschermde vissoorten Groenewoudse Tocht en Horstertocht. Ten behoeve van het project Ecotoets aanleg vaarroute in het Horsterwold te Zeewolde. Bureau Waardenburg, in opdracht van Gemeente Zeewolde. Bruin, A. de, 2007. Kansenkaart bittervoorn – onderzoek naar de verspreiding van de bittervoorn in relatie tot het WOT kansen model. Hogenschool van Hall Larenstein, Velp. Emmerik, W.A.M. van & H.W. de Nie, 2006. De zoetwatervissen van Nederland. Ecologisch bekeken. Vereniging Sportvisserij Nederland, Bilthoven. Kranenbarg J. & J.E. Herder, 2007. Inventarisatie vissen in de Harderbroek en de Stille Kern, Flevoland. Stichting RAVON, Nijmegen. Spikmans, F & T. de Jong, 2006. Het waarnemen van zoetwatervissen. Stichting RAVON, Nijmegen. Van der Goes & Groot., 2006. Beschermde flora en fauna Almere: Almeerderderhout. G&Grapport 2006-61 Visatlas Flevoland. 2007. Website: http://www.visseninflevoland.nl/
20
stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s)
0 0 2 2 1 1 0 1 1 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 1 2 3 0 0 0 2 3 2 0 1 0 0 0 1 0 3 1 0 0 3 3
0 2 1 0 0 0 2 1 1 0 3 2 0 0 0 0 2 0 1 0 0 0 0
3 1 1 1 3 2 2 1 1 2 2 1 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1
0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0
2 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0
matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s)
matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 c stilstaand (0 - 5 cm/s)
Oeverprofiiel *
Bladeren
0 1 1 0 0 0 1 1 0 0 0 1 3 0 0 0 1 0 1 4 1 0 1
Takken *
Diepte (Meter)
50 50 200 80 50 80 100 20 0 30 20 100 100 0 0 100 100 100 100 100 300 100 100
Modder *
Lengte (meter)
7 10 200 2 7 9 5 12 0 8 10 10 40 0 0 30 8 12 6 40 12 50 40
Klei *
Breedte (meter)
vaart-wetering vaart-wetering gegraven putten of plassen vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering groot kanaal (> 15 m breed) vaart-wetering vaart-wetering kanaal, niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering groot kanaal (> 15 m breed) vaart-wetering gegraven putten of plassen kanaal, niet nader gedefinieerd
Zand *
Watertype
503,750 482,270 500,420 495,310 506,940 508,330 517,520 535,300 537,620 496,610 479,240 519,610 487,100 488,700 489,500 510,140 506,510 520,160 527,420 510,000 493,737 533,490 531,780
Grind *
Y-coördinaat
186,060 159,090 156,090 180,380 179,070 173,990 184,900 177,290 175,930 181,990 153,170 189,250 170,400 170,700 170,800 180,170 161,310 191,450 186,980 180,000 167,560 182,670 184,720
Stenen *
X-coördinaat
Abberttocht Bosruitertocht Bovenwater Bremerbergtocht Colijntocht Elandtocht Enserdwarstocht Gemaaltocht Gemaaltocht en zijsloot Goortocht Gorzenveld Hertentocht Hoge Dwarsvaart Hoge Dwarsvaart Hoge Dwarsvaart Hoge Vaart Houtribtocht Kadoelertocht Kalenbergertocht Ketelhaven; Lage Vaart, Hoge Vaart Kuiltocht Kuinderplas Kuindervaart
Stroming
Naam Water
BIJLAGE 1
N G B B B N N G G B G B
N B B B B B G G
21
Lage Dwarsvaart Lage Vaart Larsertocht (bij stuw) Larsertocht (inham Wildwall Lemsterhop Lepelaar- of Roerdomptocht Luttelgeestervaart -dwarsstuk Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten) Naam onbekend (zie coordinaten)
157,300 144,430 167,541 167,300 177,750 156,290 186,430 161,040 140,880 141,120 140,850 147,470 147,520 147,560 143,880 139,300 165,060 165,220 144,090 139,670 143,860 141,390 171,030 143,960 179,720 186,720 182,080 163,640 166,470 165,010 172,020 180,570 179,440 179,010
501,600 491,600 493,707 494,000 539,690 492,290 528,910 475,200 483,710 483,710 483,900 484,720 484,740 484,920 485,550 486,070 488,540 488,560 489,630 490,180 490,370 490,870 491,040 491,860 493,630 503,880 504,240 506,890 507,410 508,440 512,200 534,090 535,310 535,820
kanaal, niet nader gedefinieerd kanaal, niet nader gedefinieerd vaart-wetering gegraven putten of plassen on sloot , niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering gegraven putten of plassen gegraven putten of plassen sloot , niet nader gedefinieerd vaart-wetering sloot , niet nader gedefinieerd kanaal, niet nader gedefinieerd kanaal, niet nader gedefinieerd gegraven putten of plassen vaart-wetering poelen vaart-wetering gegraven putten of plassen gegraven putten of plassen gegraven putten of plassen sloot , niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering gegraven putten of plassen sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd
40 30 10 15 5 15 10 10 0 2 10 2 2 45 2 15 20 2 2 2 2 2 2 2 5 2 15 8 7 8 100 0 3 5
100 100 30 75 100 100 20 20 70 10 60 70 80 0 60 20 80 50 60 80 100 50 80 15 50 30 50 25 25 50 100 0 20 20
3 1 1 1 0 1 0 1 0 0 1 0 1 0 1 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0
matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 c stilstaand (0 - 5 c matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s)
0 1 2 0 0 1 0 3 0 0 0 0 3 3 0 2 0 1 0 3 0 0 1 2 2 0 0 2 0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 1 3 1 3 2 2 0 0 0 0 0 0 0 3 2 1 1 2 0 0 0 2 2 1 0 0 0 0 0 2 3 0 3
0 1 1 3 0 2 1 0 3 2 2 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 1 0 0 0 0 2 3 0 0 0 1
0 1 1 1 1 0 1 3 2 2 2 3 1 0 0 2 2 1 0 0 0 3 2 0 2 3 3 1 2 1 2 1 0 1
0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 1 1 0 0 1 1 0 1 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0
B B G H B N G H G N N G N G G N B G G B G G N G N N B B B G G G G
22
Noordertocht Oldebroekertocht Ooievaarstocht Oostervaart Oosterwoldetocht Oosterwoldetocht Paardentocht Palentocht plas Knarbos plas Praambos Plas Wilgenbos Polentocht Rassenbeektocht Reigerplas Rendiertocht Revetocht Rivierduintocht Roggebottocht Schokkertocht Schotertocht Sloot Sloot (wateraanvoer) Sloot langs Schoterweg sloot langs spoorlijn Sloot Schokland Sloot wateraanvoer Spijkvijver Stadswater Lelystad (Kempenaar) Stadswater: Bisontocht (?) Stichtse Putten Strandgapertocht Swiftervaart Tocht in Waterloopbos Tocht langs Trekkersveld
173,080 180,100 163,150 164,210 184,260 182,260 190,150 180,100 162,730 157,300 144,400 174,450 155,340 156,380 175,700 185,870 169,810 183,090 183,660 181,070 158,960 186,460 181,050 156,470 181,500 183,830 181,370 160,180 172,620 151,470 170,900 177,540 191,180 162,040
510,980 496,400 490,110 506,610 497,970 498,810 519,800 516,900 490,560 495,500 491,700 533,090 477,110 492,790 507,220 504,560 511,530 508,990 517,740 533,100 475,890 528,920 533,130 495,140 518,500 533,090 495,860 502,930 509,140 480,400 489,900 508,310 521,050 484,970
kanaal, niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering gegraven putten of plassen gegraven putten of plassen gegraven putten of plassen vaart-wetering vaart-wetering gegraven putten of plassen vaart-wetering sloot , niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd sloot , niet nader gedefinieerd gegraven putten of plassen vijvers en grachten vaart-wetering gegraven putten of plassen vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering
20 12 8 8 9 14 8 5 75 10 50 15 8 100 8 7 9 6 8 10 1 2 3 2 4 3 100 20 9 50 0 20 8 5
40 100 100 100 80 75 20 100 125 100 100 20 100 100 100 30 80 100 100 20 20 20 20 20 100 100 300 50 50 100 0 40 100 100
0 0 1 1 0 2 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 2 1 1
stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s)
matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s)
0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 2 3 1 0 0 0 3 1 0 2 0 0 0 3 0 3 0 3 0 3 0 2 3 3 0 0 0 3 1 1
3 0 2 2 0 0 2 3 0 3 1 2 3 2 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 3 0 0 1 0 0 0 0 0 1
0 3 1 1 2 0 1 2 0 3 1 1 1 1 3 3 3 1 1 1 0 1 0 2 2 2 1 1 3 0 0 0 1 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 2 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 1 1
N N G B B N B G G G B B G N B B G N G N B G N G G B N G N N N
23
Tocht rand Rutten Uilentocht Vaart tussen Knardijk en Praambos Vaartplas Verbidingswater OVP en Wilgenbos Vollenhovermeer Vollenhovermeer - dijksloot Voorstertocht Vuurtocht Wielse Tocht Winkeltocht/Nijkerkertocht bij stuw Worstsloot zijvaart Oostervaart Zuidermeertocht Zuigerplas en Houtribtocht Zwemplas Larserbos Zwolse Vaart
176,280 164,828 157,420 153,040 144,490 193,320 193,270 189,170 173,180 158,080 159,030 183,420 163,060 174,500 160,840 167,200 191,710
535,510 498,938 496,020 490,960 492,710 522,950 522,990 522,940 530,440 475,580 480,240 536,320 503,420 514,900 505,360 494,600 520,230
vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering gegraven putten of plassen klein kanaal (3-15 m breed) natuurlijke plassen en meren sloot , niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering vaart-wetering sloot , niet nader gedefinieerd vaart-wetering vaart-wetering gegraven putten of plassen gegraven putten of plassen on vaart-wetering
15 6 25 50 5 100 2 15 12 8 8 3 10 5 100 100 50
20 300 100 100 20 100 100 100 20 100 100 20 20 100 200 100 100
0 1 1 1 1 1 0 1 1 2 0 0 0 1 1 1 0
stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 c stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) matig (5 - 30 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 cm/s) stilstaand (0 - 5 c matig (5 - 30 cm/s)
0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1
0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3 0 2 3 3 3 2 1 0 3 1 0 0 0 3 3 1
1 3 3 1 0 0 0 1 3 1 3 0 2 1 0 0 0
1 0 0 1 1 0 2 1 2 0 1 2 2 3 1 1 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0
0 0 0 0 0 0 0 0 3 1 0 0 0 1 1 0 0
G B B B B N G B N B N G N B G B
* Bij stenen, grind, zand, klei, modder en takken geven de getallen de hoeveelheid weer: 1 staat voor minder dan 10%, 2 staat voor 10% tot 50% en 3 staat voor meer dan 50%. Bij oeverprofiel staat de N voor normprofiel U of V, de G voor glooiend, de B voor beschoeid en de H voor holle oever.
24