INTERVENTIE WONEN EN ACTIE Studenten wonen in de wijk en zetten zich actief in voor de wijk
PROJECT/INITIATIEF 1. Springlevende wijkprojecten,Stichting Academie van de Stad, Amsterdam -
Springlevend Tugela, voorleesservice en straatportiers, Transvaalbuurt, Amsterdam
2. Landelijke schoonmaakdag, Maastricht 3. De Wijkstudent, Tilburg 4. Acties studenten in prachtwijken Korrewegwijk en de Hoogte, Groningen 5. Studenteninzet, De Hoogte, Groningen 6. Heijplaat, RDM campus, innovationlab, Rotterdam 7. Krachtwijkproject Voetbalclub, Eindhoven 8. Studentenflat de Druppel, Eindhoven 9. Inplaatsing, Woensel West, Eindhoven 10. Wonen in Nieuw Jeruzalem, Tilburg 11. Studentenkwartier, Dordstelaan, Rotterdam 12. VoorUit!, Osdorp, Amsterdam 13. Leefbaarder flatcomplex De Otterrade, Den Haag ZuidWest, Den Haag 14. 3x Win, Ede 15. Krachtwijkproject Take-off projecten + design, Eindhoven 16. H-spot, student+kunst, amsterdam zuid oost
1
Titel project Springlevende wijkprojecten van Stichting Academie van de Stad Locatie stadsbuurt/stad Transvaalbuurt, SuHabuurt, Van der Pekbuurt en Landlust in Amsterdam Duur project Sinds 2008 144 projecten, nieuwe springlevende wijkprojecten lopen in de periode: Februari 2011 t/m juni 2011 Initiatiefnemers Eind 2007 stelde Wilfred Fischer, werkzaam als aanjager bij de Hogeschool van Amsterdam, zichzelf de vraag: Hoe kunnen we studenten systematisch laten bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen in de stad? "Daar wordt de stad beter van en studenten leren van de stad, in échte opdrachten, met échte opdrachtgevers." Met deze droom startte de ideële stichting Academie van de Stad in 2008 met 5 projecten. Inmiddels hebben meer dan 2200 studenten gezamenlijk 285.000 uur aan totaal 144 maatschappelijke projecten besteed. Op dit moment lopen er 35 projecten in Amsterdam. AANGESLOTEN WONINGCORPORATIES De Key, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot, Ymere, De Alliantie ONDERWIJSINSTELLINGEN Hogeschool InHolland, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam SPONSORBIJDRAGEN de Roo Management & Advies (Organisatieontwikkeling), Diversion (Maatschappelijk projectbureau) Kennedy van der Laan (Advocaten- en Notarissen), Koppel belastingadviseurs (Administratie en belastingen) Studenten WO/HBO/MBO Projectbeschrijving Springlevende wijkprojecten in 4 wijken, waaronder allerlei projecten van studenten lopen. Het gaat om de wijken:Transvaalbuurt, SuHabuurt, Van der Pekbuurt en Landlust in Amsterdam. Thema: Integreren en Participeren Periode: Februari 2011 t/m juni 2011 In vier verschillende buurten in Amsterdam (Transvaalbuurt, SuHabuurt, Van der Pekbuurt en Landlust) is een Springlevende Wijk gestart. Vier tot acht studenten zijn door de Academie van de Stad geselecteerd per wijk om zich in te zetten voor de leefbaarheid door er te wonen en relevante projecten te starten. Die projecten begeleiden zij dan weer als studentcoördinatoren. Doordat de studenten wonen in de wijk, zijn zij spin in het web van bewoners, de woningcorporatie en het stadsdeel. Zij zijn de oren en ogen van de wijk en weten zodoende waar bewoners behoefte aan hebben en waaraan niet. Dit project is in samenwerking met woningcorporatie Ymere van start gegaan. Transvaalbuurt: In de Tugelawegblokken gaan er huizen gesloopt en gerenoveerd worden. Hierdoor is de leefbaarheid in het geding. Het TugelaTeam gaat die leefbaarheid waarborgen met Springlevend Tugela! Overigens is het TugelaTeam al langer actief werkzaam in de wijk op deze manier. Landlustbuurt: In het kader van Springlevend Landlust, het project waarbij Pabo-studenten wonen in de buurt en er relevante projecten opzetten, gaan studenten een ontmoetingsruimte voor ouderen ontwikkelen. In de buurt Landlust in Bos en Lommer (Amsterdam-West) is een ruimte beschikbaar waar een ontmoetingsplek voor ouderen gaat komen. Hier kunnen oudere bewoners van de buurt dan samenkomen om elkaar beter te leren kennen, een kopje koffie te drinken of een spelletje te spelen. De studenten die aan dit project meewerken zetten deze ontmoetingsruimte op en zorgen ervoor dat dit ook een bekende plek bij ouderen wordt. Bovendien gaan ze speciale samenkomsten organiseren
2
om de ontmoetingsplek in de buurt te stimuleren In het kader van Springlevend Van der Pek, het project waarbij studenten in de buurt zijn gaan wonen en er projecten opzetten, start nu het project de StraatPortiers. Spelenderwijs leren kinderen wat er voor nodig is om prettig samen te leven. Van der Pekbuurt: In de Van der Pekbuurt in Amsterdam-Noord gaat een tijdelijk vernieuwingsproces beginnen. Dit zorgt ervoor dat de buurt de komende jaren nog meer voor een uitdaging staat met betrekking tot de leefbaarheid. Het is in Amsterdam gebleken dat wanneer bewoners weten dat zij binnen een bepaalde termijn uit hun huis worden geplaatst, er minder aandacht wordt besteed aan de woonomgeving, zowel fysiek als sociaal. Om deze redenen zijn de Academie van de Stad in samenwerking met woningcoporatie Ymere in deze buurt een Springlevende Wijk gestart. Vier studenten wonen in de Van der Pekbuurt en fungeren als de oren en ogen van de wijk. In ruil voor hun maatschappelijke dienstverlening heeft woningcorporatie Ymere huurwoningen in de Van der Pekbuurt ter beschikking gesteld. De studenten van Springlevend Van der Pek hebben zichzelf de volgende vraag gesteld: Hoe kunnen we kinderen uit de buurt op een verrassende en aanstekelijke manier laten ervaren dat het leuk en zinvol is om je samen in te zetten voor een mooiere woonomgeving en een complex waarin het prettig wonen is? In dit project wordt op structurele wijze met kinderen uit de buurt gewerkt om ze bewust te maken van het belang om zorg te dragen voor hun woonomgeving. Schoon, heel, veilig en groen is hierbij de leidraad voor de activiteiten. Elke maandamiddag verzamelen de kinderen zich in herkenbare tenues bij 't Crat op het Meidoornplein. Vervolgens gaan zij samen de buurt in voor inspectie en ondernemen zij leuke activiteiten in de buurt. Zo leren de StraatPortiers de partijen in de buurt kennen, zoals bijvoorbeeld de buurtmeester van het stadsdeel en de buurtregisseur (politie). Op deze manier weten zij wat zij moeten doen als er bijvoorbeeld grof vuil op straat ligt of graffiti tegenkomen.
SuHabuurt: In dit project gaan studenten op twee manieren een analyse maken van de SuHa-buurt. Studenten van de minor Atelier Stedelijke Vernieuwing en Duurzame Gebiedsontwikkeling gaan bekijken wat de aanpak is van de woningcoraporatie Eigen Haard op het gebied van bewonersparticipatie. Wat maakt deze aanpak succesvol? En wat zijn andere best practices? De vier studenten van Springlevend SuHa zullen deze studenten ondersteunen door de behoeften van de bewoners te inventariseren. In het kader van Springlevend SuHa, het project waarbij studenten wonen in de buurt en er projecten opzetten, gaan studenten een Voorleesservice starten in de SuHabuurt. Dit is een samenwerking met woningcorporatie Eigen Haard. De studenten van Springlevend SuHa verzorgen huiswerkbegeleiding voor twaalf kinderen uit de buurt. De kinderen zitten in groep 4 tot en met 8 en zijn in groepjes verdeeld naar leeftijd. Iedere week worden de kinderen begeleid bij hun huiswerk van taal, begrijpend lezen en rekenen. Daarnaast brengen de studenten inspiratie bij het huiswerk maken door de kinderen spelenderwijs te laten leren.
3
Titel project Springlevend Tugela, voorleesservice en straatportiers, Transvaalbuurt, Amsterdam Locatie stadsbuurt/stad Tugelaweg, Transvaalbuurt, Amsterdam Doorlooptijd sinds 2 jaar Organisatie Academie van de Stad Partnerorganisaties (rol: investeerder/uitvoerder/netwerkpartners/incasseerder Investeerder: woningcorporatie Ymere, gemeentelijke diensten en stadsdelen, netwerkpartner HvA Uitvoerder: Academie van de stad, studenten Netwerkpartners: Woningcorporaties:De Key, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot, Ymere, De Alliantie, Onderwijsinstellingen:Hogeschool InHolland, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam Incasseerders: studenten, doelgroepen in de wijk (kinderen/ouders), Ymere (Academie van de Stad en de studenten zijn zo nu en dan actief bij evenementen die Ymere organiseert in de buurt, plus extra kennis en inzicht in de wijk), basisschool (taalverbetering kinderen) Context/schaal van het project: Academie van de Stad is een stichting die zich inzet voor de ontwikkeling en leefbaarheid van de stad. Samen met stadsdelen, woningcorporaties, het hoger onderwijs en universiteiten zet de Academie projecten op met thema’s als leren en opgroeien, integreren en participeren, jeugd, wonen en leven, economie en stedelijke ontwikkeling. Sinds de start in 2008 heeft de Academie van de Stad 144 maatschappelijke projecten tot stand gebracht. Circa 2200 studenten hebben 310.000 uren besteed aan de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van de stad. Elk onderwijssemester starten er ongeveer 40 nieuwe projecten. Er zijn 4 Springlevende wijkprojecten in 4 wijken in Amsterdam. Springlevend Tugela is een van de projecten waar studenten wonen in de wijk en zich actief inzetten binnen een maatschappelijk project. De voorleesservice is een dienst die de studenten uitvoeren binnen het project Springlevend Tugela. Er wonen in de transvaal buurt inmiddels 12 studenten die aan de projecten meedoen. De gemiddelde werklast per student is 8 uur per week. Ze krijgen hiervoor voorrang op een woning en ze hoeven geen huur te betalen. De servicekosten en gas/electra moeten de studenten wel zelf betalen. Er zijn niet direct studiepunten aan verbonden tenzij de studenten die in de wijk wonen het zelf aan hun studie linken. Er zijn 3 studentcoördinatoren betrokken die het voorleesproject hebben opgezet en die het coördineren. 15 stage studenten die het project uitvoerden (Pedagogiekstudenten van de HvA). Projectbeschrijving (activiteiten, doelgroep, wijk) De Transvaalbuurt is een vernieuwingswijk waar zowel gerenoveerd als gesloopt wordt. Dit geeft een zekere druk op de leefbaarheid in de wijk. Vier tot acht studenten worden per jaar door de Academie van de Stad geselecteerd binnen Springlevend Tugela om zich in te zetten voor de leefbaarheid door er te wonen en relevante projecten te starten. Het Tugelateam van studenten heeft eerst een behoeftenonderzoek gedaan onder bewoners in de wijk, met enkele voorstellen van projecten die ze zouden kunnen uitvoeren. Uiteindelijk zijn daar 2 projecten uit voort gekomen waarvan bewoners aangaven dat dit zou aanslaan in de wijk, namelijk de voorleesservice (studenten lezen voor aan kinderen in de buurt bij hen thuis of in het inloophuis) en de straatportiers (spelenderwijs leren kinderen wat er voor nodig is om prettig samen te leven). Deze twee projecten voeren de studenten uit het Tugelateam uit en zij coördineren het ook voor andere studenten die niet wonen in de wijk, maar wel binnen hun studie meewerken aan het project. De voorleesservice is een dienst die goed loopt in de wijk. Op woensdagmiddag wordt er gelezen in het buurtcentrum en daarnaast komen de studenten bij kinderen thuis om voor te lezen. Het jaar wordt over meerdere voorleesrondes verdeeld. Een gezin kan min 1 keer en max 3 keer per jaar
4
meedoen aan een ronde. Een ronde bestaat uit ongeveer 10 weken elke week een uur thuis voorlezen. Afgelopen jaar hebben er ongeveer 40 gezinnen aan het thuis-lezen meegedaan. Daarnaast kwamen er wekelijks tussen de 20-30 kinderen met moeders op de inloopmiddag. Door de hoge animo van deelnemers van de voorleesservice is er een wachtlijst ontstaan van ongeveer 5-10 gezinnen. Het is een gratis service, dat spreekt ouders aan en het is iets dat ouders zelf minder goed kunnen aanbieden aan hun kinderen. Het educatieve aspect van het voorlezen is een belangrijke motivatie om mee te (blijven) doen aan het project. Er is afgesproken met de deelnemers dat er altijd een ouder aanwezig is bij het voorlezen. Zogezegd is het daarmee geen verborgen ‘oppascentrale’ dat bij activiteiten gericht op ontspanning en sport wel meer het geval is. Het straatportierproject kent een wat lossere structuur qua aanbod van activiteiten. De deelname is daarmee ook wisselvalliger. Bij de straatportiers (ook buurtbikkels genoemd) worden 1 a 2 groepen gevormd van 10-12 kinderen waarmee de wijk ingegaan wordt om ze bewust te maken van hun omgeving. Aanleiding/Doel Academie van de Stad wil zich inzetten voor de ontwikkeling en leefbaarheid van de stad door studenten actief te laten leren en werken in de wijken. Studenten willen concreet een bijdrage leven aan het welbevinden van buurtbewoners. In het geval van de voorleesservice door kinderen te helpen hun taalprestaties te verbeteren. Onderliggend doel is dat er meer uitwisseling plaatsvindt tussen bewoners en studenten. Type interventie Individu X Individuele begeleiding leren-werken-wonen Individuele begeleiding zorg-welzijn-wonen Individuele begeleiding opvoeding-gezinssituatie Wijk Sociale, educatieve en culturele programma’s Gezondheid- en sportprogramma’s Fysieke verbetering woonomgeving Verbetering woningen Beheer en handhaving Accommodaties Bewonersparticipatie X Sociale cohesie Kosten (inschatting investeringen eenmaal uitvoering: eigen investering+ partners personele kosten, materiële kosten, btw etc, niet hele wijkaanpak) < € 5.000 € 5.000 – € 10.000 € 10.000 – € 25.000 □ € 25.000 – € 50.000 X € 50.000 – € 75.000 € 75.000 – € 100.000 > € 100.000 Onbekend Toelichting: De woningcorporatie investeert ongeveer 30 000 euro per jaar per wijk aan het project, daarvan wordt de procesbegeleiding van Academie van de Stad betaald. Verder is er sprake van 43 000 huurderving voor de woningcorporatie. De kosten voor het gehele project zijn ongeveer €15.000 per semester (halfjaar). Dit is zowel voor Voorleesservice, als de Buurtbikkels als de team werving en selectie en begeleiding.
5
Verwachte effecten, verwachte verandering Kinderen leren beter Nederlands door de contacten met studenten. Studenten zijn een positief voorbeeld voor hen. Ouders zijn meer betrokken bij de ontwikkeling van hun kind. Effecten van de interventie In de wijk is het project bij bewoners die niet tot de doelgroep horen niet bekend. De buitenwereld erom heen kent het project juist weer wel, doordat er vanuit de media bekendheid aan is gegeven. Binnen de professionele wereld (in de Amsterdamse wijkaanpak) is het project ook bekend. De netwerkpartners zijn goed op de hoogte van de studenten en hun acties in de wijk. Gesteld kan worden dat het effect van het project zich voornamelijk voordoet bij de deelnemers van het project. Het biedt de kinderen een zinvolle tijdsbesteding en leert hen extra vaardigheden aan. Ze leren ook mede bewoners kennen die iets positiefs willen doen voor anderen in de wijk. De uitstraling naar andere wijkbewoners is niet concreet waar te nemen. Verwacht wordt wel dat er een aantal studenten eerder geneigd zijn in de wijk te blijven wonen, doordat zij deze nu goed hebben leren kennen door het project. Wijk effecten:
Meer contacten tussen kinderen en hun ouders met studenten (moeders van de deelnemende kinderen hebben vaak weinig contact met goed Nederlands sprekenden, dus zij oefenen ook hun taalbeheersing); meer contacten tussen ouders onderling (bij de inloop zijn veel moeders met verschillende achtergronden aanwezig die elkaar ook leren kennen en met elkaar ervaringen uitwisselen).
Er ontstaat diepgaander contact tussen studenten die wonen in de wijk en deelnemers. Studenten betekenen meer voor de kinderen, doordat ze elkaar vaker tegenkomen en ook bij verschillende gelegenheden (student springt vaak even bij wanneer professionals iets organiseren in de wijk), waardoor er meer ‘spontane’ uitwisseling plaatsvindt (je loopt even langs, helpt ze met computerprogramma’s installeren, huiswerk maken, komt ze tegen bij andere buurtactiviteiten etc.)
De studenten hebben oog voor problemen die kinderen en hun ouders hebben en geven aandacht aan hen. Studenten hebben een signalerende functie en verwijzen sommige bewoners door naar een welzijnsorganisatie.
Een mogelijk langer termijn effect is dat studenten die door dit project zijn gaan wonen in deze wijk na hun studie eerder geneigd zijn in de wijk te blijven wonen na de vernieuwingsslag, doordat zij de wijk beter hebben leren kennen (potentiele kopers van de nieuwbouwwoningen?)
Project krijgt aandacht van professionals en media, onderdeel van de wijkaanpak
Individuele effecten:
Individuele ontwikkeling van deelnemers: vaardigheden ontwikkelen bij kind/ouders, zoals het nakomen van afspraken; het is leerzaam voor deelnemers dat ze zich echt moeten inspannen. Er is een wachtlijst voor de thuisgesprekken, dus sprake van commitment bij de
6
betrokkenen is er. Verbeteren van taalvaardigheid. Kennis van anderen in de samenleving. Studenten hebben een voorbeeldrol voor kinderen.
Persoonlijke ontwikkeling van de student; eigen vaardigheden vergroten, organisatievermogen, leren over de samenleving, Meer bewustzijn en inzicht in de samenleving. Studenten doen meer werkervaring op, leren in een team deel te nemen.
Werkzame bestandsdelen (incentive, motivatie, inzoomen op succes/faalfactoren)
Woningnood in Amsterdam zorgt voor een goede trigger om studenten geïnteresseerd te krijgen in het project. De woning is een trigger, maar daarnaast moet de student ook het vrijwilligerswerk leuk vinden om te doen, meestal zijn het studenten die zeggen dat ze dit beter vinden om te doen dan een bijbaantje in de horeca.
Gemotiveerde studenten zijn een voorwaarde voor het goed uitvoeren van het project, een sturende sollicitatieprocedure (door Academie van de Stad) is daarom noodzakelijk. Niet iedereen is geschikt, Academie van de stad zoekt mensen die goed kunnen organiseren, die passen in het team, verantwoordelijkheidsgevoel hebben, flexibel en zelfstandig zijn.
Projecten moeten een behoefte invullen bij bewoners, een educatief doel werkt het beste is de ervaring van Academie van de stad, als het gaat om de scholing van kinderen hebben ouders meer commitment dan bij activiteiten die gaan om sport en ontspanning.
Procesbegeleiding binnen het project door professionals is nodig, het maken van duidelijke afspraken is belangrijk voor studenten. Ook om bij problemen naar een professional te kunnen gaan.
Academie van de stad onderhoudt de contacten met de stakeholders (rond financiering, verhuur van woningen etc), zodat de netwerkpartners niet met steeds wisselende studenten te maken krijgen, ook om de kwaliteit binnen de geleverde diensten te borgen
Klik tussen student en doelgroep is noodzakelijk voor het slagen van het project
Behapbaar houden van het project, richten op één doelgroep en het maken van concrete doelstellingen.
Ervaring van de Academie van de Stad met de gang van zaken in het onderwijs, bekendheid
met
de
opleiding,
er
treedt
een
sneeuwbaleffect
op
doordat
de
studentcoordinatoren uit het Tugelateam andere studenten uit hun opleidingen erbij betrekken. Er wonen dus 6 studenten in de wijk en er worden 20 studenten extra erbij betrokken vanuit de opleiding.
Kennisoverdracht, inzichten in de wijk delen met netwerkpartners
Studenten kunnen blijven wonen in de wijk ook als ze niet meer actief meedoen aan het project (zo gaan de opgedane contaten niet geheel verloren).
Lessen/ tips (brede toepasbaarheid, welke andere interventies met studenten in wijken zijn nog mogelijk, kamermarkt) Projecten met een educatief doel voor kinderen werken goed in vergelijking tot projecten met een sportief, recreatief of opvoedingsgericht doel. Dit heeft er mee te maken dat er al een groot aanbod is op dit vlak.
7
Bron, contactgegevens, website http://www.academievandestad.nl/ coördinator Wilfred Fischer
8
Titel project Landelijke schoonmaakdag Locatie stadsbuurt/stad wijk Limmel Maastricht Duur project 2010 – 1 actie Initiatiefnemers Hoge Hotelschool Maastricht, studentenvereniging Amphitryon, Buurtraad Limmel Studenten HBO Projectbeschrijving De Hogere Hotelschool van Maastricht kampte met leefbaarheidsproblemen in de wijk waar de studenten intern hun opleiding volgen (Limmel). De studenten zijn bewust betrokken rondom het Maastrichtse Grote StedenBeleid (GSB). In het kader van de Landelijke Schoonmaakdag 2010 zijn 65 studenten van studentenvereniging Amphitryon, verbonden aan de Hoge Hotelschool Maastricht en allen woonachtig in de wijk Limmel, samen met de Buurtraad en enkele inwoners van de wijk gaan meewerken aan een schone wijk. Het initiatief is genomen naar aanleiding van een oproep vanuit het Team Handhaving, waar de studentenvereniging nauw mee samenwerkt. De disputen van de vereniging hebben zich toen bereid verklaard om samen met andere bewoners van de ‘Hotello-huizen’ in de wijk Limmel de wijk een schoonmaakbeurt te geven. Hierbij hebben de studenten de samenwerking met de bewoners opgezocht om zodoende de band met elkaar te verbeteren. De studenten hopen op deze manier een goede stap te zetten voor een leefbaarder Limmel. Eventuele beschikbare contactgegevens, website M. van Dijk, projectmanager gebiedsontwikkeling, www.maastricht.nl
9
Titel project De Wijkstudent Locatie stadsbuurt/stad Kruidenbuurt, Tilburg West Duur project Recent opgestart, vanaf half mei 2011 is er woonruimte voor zeven studenten in twee woningen. Initiatiefnemers Wonen BreBurg, gemeente Tilburg, De Twern (welzijnsorganisatie) en de MOM (Maatschappelijke Ontwikkelings Maatschappij) Studenten WO/HBO/MBO Projectbeschrijving In de Kruidenbuurt bieden woningcorporatie Wonen BreBurg, De Twern, De MOM en de gemeente Tilburg in ruil voor maatschappelijke werkzaamheden in de buurt huurkorting aan zeven studenten in twee woningen. Tilburg West staat bekend als een volkswijk waar het prima wonen is, al neemt het niet weg dat de wijk ook een aantal problemen kent. De Wijkstudent is een van de initiatieven om samen te werken aan de leefbaarheid in de wijk. De Wijkstudent fungeert als ‘goeie buur’ en voert maatschappelijke activiteiten uit die een link kunnen hebben met de lopende studie. De activiteiten kunnen verschillend zijn, bijvoorbeeld het opzetten en coördineren van een sporttoernooi voor de buurt, het organiseren van een muziekfestival of het geven van huiswerkbegeleiding of taallessen. Naast de vaste werkzaamheden van 10 uur per maand, zijn er per maand 5 uren flexibel in te vullen. Bron: Website Kences, linkedIn, Gemeente, Wonen Breburg
10
Titel project initiatief studenten in prachtwijken Korrewegwijk en de Hoogte Locatie stadsbuurt/stad Korrewegwijk en de Hoogte, Groningen Duur project sinds een jaar of 2 of 3 Initiatiefnemers gemeente Groningen & groep studenten Studenten WO Projectbeschrijving Aanleiding prachtwijken Korrewegwijk en de Hoogte. Hier wonen relatief veel studenten. De gemeente Groningen heeft een groep studenten uit de wijk initiatief laten nemen voor activiteiten. De groep bestond vooral uit vrouwen. Ze hebben bijvoorbeeld op 28 augustus met Bommen Berend (feestdag in Groningen) allerlei activiteiten georganiseerd in de wijk. Ook hebben zij 2 of 3 jaar achtereen met St. Maarten activiteiten georganiseerd. Zij wilden ook een borrel in de buurt organiseren om studenten dichterbij elkaar te brengen en zo ook meer voor elkaar te krijgen. In kader van wijkvernieuwing is er initiatief ingediend voor huiswerkbegeleiding. Dit is gestrand door verkeerde beeldvorming (organiseren borrel). Daarna zijn de activiteiten een beetje afgenomen. Het waren wel positieve projecten. Heeft over het algemeen een goede impact gehad. Eventuele beschikbare contactgegevens, website, bronnen De heer Tollenaar gemeente Groningen
11
Titel project Heijplaat, RDM campus, innovationlab, Rotterdam Locatie stadsbuurt/stad Heijplaat, Rotterdam Duur project RDM campus zit er 4 jaar, 2 jaar volledig draaiend Initiatiefnemers Hogeschool, Woonbron, gemeente, havenbedrijf, actieve bewonersgroep Studenten HBO Projectbeschrijving RDM Campus is een locatie voor onderwijs, bedrijven en evenementen op de oude werf van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) in Heijplaat, midden in de Rotterdamse Stadshavens. Onder het motto Research, Design & Manufacturing werken onderwijs en bedrijven hier samen aan duurzame en innovatieve oplossingen op het gebied van bouwen, mobiliteit en energie (Building, Moving & Powering). RDM Campus is een samenwerking tussen Albeda College, Hogeschool Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam. Hogeschool Rotterdam is met de Innovatielabs betrokken bij de gebiedsontwikkeling van de wijk de Heijplaat. Dit is een wijk die al sinds de jaren ‘83 op de slooplijst stond, het bevindt zich midden in de haven, unieke locatie, met boot ernaar toe, partners zijn al jaren plannen aan het maken (waaronder Woonbron), nu staan ze op het punt om projecten op te zetten, in september kick off georganiseerd door hoge school om studenten te koppelen aan professionals en bewoners, studenten gaan ook onderzoeken de effecten van de aanwezigheid van de campus. Er worden veel plannen bedacht, maar de belangen tussen partners zijn uiteenlopend en vorig jaar zijn studenten in de Minor aan de slag gegaan in de wijk, bij hen ontstond behoefte aan openheid en een soort van platform waar mensen bij elkaar konden komen. Hiermee gaan de Hogeschool van start in september (Kick off). De innovationlabs zijn hogeschool breed, met als effect dat elke student kan meedoen, waardoor er in 1 lab verschillende disciplines samenwerken. De groep van vorig jaar heeft zich ingezet om de samenwerking op te zetten, nu gaan ze het komende jaar meer projecten uit voeren. Studenten trekken op met actieve bewoners. Hogeschool participeert op verschillende wijze in de gebiedsontwikkling de heijplaat, ook in de vorm van een kennisinstituut die de ontwikkelingen volgt. Doel is om wijk klimaatneutraal te krijgen. Per trimester 14 studenten. Gezamenlijk doel: Duurzaamste wijk van de toekomst worden, corporatie Woonbron wil mee werken, evenals andere partners.
Bron H. Frederiks, minor Vernieuw je stad! http://www.rdmcampus.nl/
12
Titel project Krachtwijkproject Voetbalclub Locatie stadsbuurt/stad Doornakkers Eindhoven Duur project 2 jaar Initiatiefnemers Woonbedrijf Studenten WO/HBO/MBO HBO (Fontys) Projectbeschrijving De traditionle wijkvoetbalclub heeft het zwaar : slecht imago en ledenaantal is sterk gedaald de laatste jaren. De betrokkenheid van de wijkbewoners bij sport in het algemeen en de voetbalclub Tongelre is beperkt. Een studente heeft als opdracht om initiatieven te bedenken en uit te voeren met de bewoners van de wijk om de voetbalclub weer perspectief te geven. Naast haar reguliere stagevergoeding ontvangt zij van Woonbedrijf een aanvullende, te beschouwen als korting op de huur van haar twee-kamerappartement in de wijk. Eventuele beschikbare contactgegevens, website, bronnen Michel Driessen en Herman Klaas, Woonbedrijf
13
Titel project Buurtbarbecue Studentenflat de Druppel Locatie stadsbuurt/stad Eindhoven (krachtwijk de Doornakkers) Duur project Vooralsnog eenmalig (mei 2011) Initiatiefnemers Bewoners studentenflat De Druppel Studenten WO/HBO Projectbeschrijving Buurtbarbecue in Eindhoven, georganiseerd door de bewoners van studentenflat De Druppel. De heer R. ter Steege gemeente Eindhoven heeft met open mond naar dit project gekeken, hij vond het succesvol. Ook Woonbedrijf noemt activiteiten van studenten op eigen initiatief van hen. Woonbedrijf is actief met studentenhuisvesting. Vestide studentenhuisvester, in Doornakkers zijn zoiezo veel studenten woonachtig vanuit Vestide en woonbedrijf. Hieruit komen ook enkele initiatieven vanuit studenten voort. Ze vragen Woonbedrijf om sponsoring van bepaalde buurtactiviteiten. Voorjaar initiatief vanuit studenten. Budget gereserveerd vanuit de krachtwijk aanpak Bewustwording studenten vindt Woonbedrijf belangrijke reden om hen te betrekken in de wijk. Bron Contact Gemeente, Woonbedrijf
14
Titel project Studenteninzet, De Hoogte, Groningen Locatie stadsbuurt/stad Begonnen in de vogelaarwijken; wijk de Hoogte, na één jaar uitbreiding Korreweg wijk. Project is op verschillende locaties binnen wijk, kinderen en jongeren; samen 20.000 inw. Doorlooptijd Het project is omstreeks 2009 gestart, op twee locaties. Het wordt nu uitgebreid naar een derde locatie: Noorddijk/Beijum Organisatie Woningcorporatie De Huismeesters (locatie De Hoogte) Partnerorganisaties (rol: investeerder/uitvoerder/netwerkpartners/incasseerder Gemeente Groningen (investeerder): subsidie voor coördinatie uren Corporaties (investeerder): stellen woning beschikbaar voor studenten; De Huismeesters doet dit voor De Hoogte, Lefier voor de Indische Buurt en Nijestee voor Noorddijk/Beijum Stichting MJD (uitvoering) coördinatie in De Hoogte Stichting Kinderopvang stad Groningen (uitvoering) coördinatie Korreweg Speeltuinverenigingen in De Hoogte en Indische Buurt (incasseerder) Projectbeschrijving (activiteiten, doelgroep) Studenten werken minimaal 10 uur per week in de buurt, onder begeleiding van professionals, waardoor er veel meer kan gebeuren aan sport en spel activiteiten. Studenten worden ingezet bij alle typen activiteiten van de uitvoeringsorganisaties. In De Hoogte zijn 6 studenten actief, in de Indische Buurt 4. Ze wonen in de betreffende wijken in één woning (2 tot 4 per woning). Ze betalen geen huur, en ontvangen 100 euro per persoon per maand voor hun inzet. Begonnen is met activiteiten zoals een kookclub, extra activiteiten met de speeltuinvereniging, knutselen; nu is huiswerkbegeleiding in voorbereiding. Eerst is alleen bij de PABO geworven, nu ook bij andere HBO instellingen. Studenten Pedagogiek en Lichamelijke opvoeding blijken ook heel geschikt te zijn. Studenten worden geselecteerd en ingezet op grond van motivatie, kennis en ervaring. We werven ook bij beginnende studenten. In principe doen ze vier jaar lang dit werk. Bij stoppen vervalt ook de woonruimte. Inzet is op basis van een rooster (match lesrooster studenten en activiteiten). Professionals controleren de inzet en geven begeleiding (er is regelmatig contact). Over het algemeen is ervaring dat studenten meer uren besteden dan moet. Tenslotte is er een begeleidingsgroep van met corporaties, (venster)school, coördinatoren instellingen en gemeente; gezamenlijk evaluatie. Aanleiding/Doel Dubbele aanleiding: Hoe organiseren we in krimpende financiële situatie goed aanbod voor kinderen in achterstandswijken. En hoe kunnen we kinderen in een achterstandssituatie beter bereiken? Type interventie Individu Individuele begeleiding leren-werken-wonen Individuele begeleiding zorg-welzijn-wonen Individuele begeleiding opvoeding-gezinssituatie Wijk Sociale, educatieve en culturele programma’s Gezondheid- en sportprogramma’s Fysieke verbetering woonomgeving Verbetering woningen Beheer en handhaving Accommodaties
15
Bewonersparticipatie Sociale cohesie Het initiatief is voornamelijk wijkgericht, maar er ontstaan wel relaties tussen studenten en individuele kinderen; een lichte vorm van maatjes. Het gaat om kinderen die normaal gesproken niet naar sport gaan. Kind wordt soms van huis uit opgehaald! De interventie richt zich op betere sociale cohesie, maar ook op tegengaan van ongewenst groepsgedrag: Bepaalde groepen claimen het Krajicek veldje. Hoe gaan je met elkaar om? Kosten (inschatting investeringen eenmaal uitvoering: eigen investering+ partners personele kosten, materiële kosten, btw etc, niet hele wijkaanpak) Corporatie neemt huur voor haar rekening. Orde van grootte € 400 per woning per maand. Projectcoördinatie voor De Hoogte: 27.200 (inclusief activiteitenbudget + vrijwilligersvergoeding). Deze kosten werden tot 2010 uit externe en incidentele middelen gefinancierd, nu is de financiering door de gemeente regulier. Totaal aan jaarlijkse kosten 30 à 40 k€ per locatie; voor drie locaties omstreeks een ton. Verwachte effecten, verwachte verandering (uitleg keuze voor de type interventie) Verwachtingen die bij de initiatiefnemers leefden waren een positief effect over en weer (studenten en overige wijkbewoners) in beeldvorming. De kennis en motivatie van studenten zou een impuls geven aan activiteiten in de buurt. Bovendien zouden studenten een voorbeeldfunctie kunnen hebben: niet werkloos, maar beter toegerust in het leven. De inzet van studenten bij activiteiten zou kunnen bijdragen aan gedragsverandering van kinderen en betere prestaties op school. Effecten van de interventie (korte/langer termijn, individueel / collectief, succes faalfactoren, resultaten, bereik mensen, balans kosten/baten) Wijkeffecten Woonomgeving (schone buitenruimte, overlast) Wijkcultuur (imago, ontmoetingen, omgangsvormen) Individuele effecten Eigen leven (sociale vaardigheden, onderwijs, zelfredzaamheid) Sociaal leven (eenzaamheid, contacten in de wijk Woonleven (thuis voelen in de wijk, binding, woongenot Wijkeffecten Bekendheid bij bewoners is niet groot. Alleen direct betrokkenen, zoals vrijwilligers van de speeltuinvereniging, ouders van deelnemende kinderen en de buren van de studenten zijn hiervan op de hoogte. Over het algemeen is het contact met de buren goed, al komt het wel voor dat buren soms overlast ervaren, bijvoorbeeld als studenten in een portieketagewoning een feestje geven. Door inzet studenten zijn er meer uren kinderwerk beschikbaar per wijk. Activiteiten bedacht op vraag van kinderen. Studenten voeren dit uit. 3 tot 4 keer zoveel uitvoering. Er is begeleiding maar die hoeft niet ter plekke aanwezig te zijn. Er kan nu meer programma worden georganiseerd; voorbeeld Indische Buurt; programma met 130 kinderen en 8 volwassenen, waarvan 4 studenten. Op een normale woensdagmiddag zijn er zo’n 20 kinderen. Directe output is 60 uur per maand extra activiteiten per locatie.
16
Speeltuinverenigingen zijn erg blij met de studenten. Ze helpen bij kinderactiviteiten en organiseren deze soms ook zelf. Ook bij één keer per maand zwerfvuil actie in de wijk doen studenten mee. Andere activiteiten, ook door nieuwe ideeën studenten. Kinderen (t/m 12) komen breder in contact met andere kinderen. Ook ouders ontmoeten elkaar. Kinderen tot 6 spelen niet zonder begeleiding. Ouders blijven hangen en gaan bij elkaar zitten. Het publiek is gemengd. Kinderen zitten vaak bij elkaar op school. Kinderen leren beter met elkaar omgaan; niet schreeuwen, niet meteen vechten bij meningsverschillen. Er is minder vaak gedoe tussen kinderen onderling. Mogelijke effecten op langere termijn zijn: Meer perspectief voor de kinderen. Positief effect op sfeer in de wijk. Tegengaan van niet gewenste cohesie: gezinnen die de dienst uitmaken. Dit wordt hopelijk minder. Individuele effecten Effecten op kinderen zijn moeilijk meetbaar. Wel is de indruk dat je met dit soort activiteiten kinderen makkelijk bereikt, ook ‘moeilijke’ kinderen uit kwetsbare gezinnen. Ze krijgen structuur geboden en een uitlaatklep, fijne middag door leuke dingen met ze te doen. Gewoon lol maken en zichzelf zijn, en niet afgeblaft worden, zoals bij sommige kinderen thuis. Ook structuur; ‘veel kinderen zijn een beetje losgeslagen, dan moet je begrenzen, gedrag sturen, leren om niet door elkaar schreeuwen etc’.
Werkzame bestandsdelen (incentive, motivatie, inzoomen op succes/faalfactoren)
Gezamenlijkheid in de aanpak; corpo/gemeente/instellingen. Om het project heen is er contact met buurt- en jeugdagenten en sportleraren op school.
Dit is voor veel studenten een veel leuker bijbaantje dan vakken vullen. Maar ook het vinden van een kamer is een duidelijk incentive. Wonen in de wijk en continuïteit: Voor kinderen betekent dit een vast gezicht. Zij spreken studenten op straat aan. Studenten komen ouders bij de supermarkt tegen. De activiteiten zijn laagdrempelig, waardoor meer kinderen en ouders bereikt worden. Studenten staan qua leeftijd dichter bij de kinderen en dat vergemakkelijkt het contact.
Lessen/ tips (brede toepasbaarheid, welke andere interventies met studenten in wijken zijn nog mogelijk, kamermarkt) Er is professionele coördinatie nodig, al is het alleen al om activiteiten en wisselende roosters van studenten af te stemmen. De studenten hebben ook behoefte aan feedback. De opzet is breed toepasbaar, in wijken waar vrij veel studenten wonen en veel ‘doelgroepkinderen’ wonen. Deze wijken zijn het laaghangend fruit. Bron, contactgegevens, website http://www.dehuismeesters.nl/nieuws/gevraagd:-studenten-die-gratis-willen-wonen-in-ruil-voor-10uur-werken-per-week
17
Titel project Wonen in Nieuw Jeruzalem Locatie stadsbuurt/stad Tilburgse wijk Jeruzalem Duur project Sinds mei 2011 Initiatiefnemers Tiwos Studenten WO/HBO/MBO Projectbeschrijving Projectomschrijving artikel: Woonproject Wonen in Nieuw Jeruzalem Op woensdag 27 april 2011 ondertekenden René Scherpenisse, directeur woonstichting Tiwos, en vier vrijwilligers een contract waarin een afgesproken aantal uren inzet voor het project Nieuw Wonen in Jeruzalem wordt beloond met (bijna) gratis wonen. Renovatie woningen De wijk Jeruzalem ondergaat sinds een aantal jaren een flinke opknapbeurt. De renovatie van een groot aantal woningen is vorig jaar afgerond. De woningen die tijdens deze grootscheepse renovatie zijn gebruikt als wisselwoning, zijn afgelopen oktober gesloopt. Vier woningen zijn echter bewaard gebleven en twee daarvan worden nu door Tiwos aangeboden aan 4 geselecteerde vrijwilligers. Contract In het wooncontract is vastgelegd dat de vrijwilligers zich 12 uur per week inzetten voor de wijk. Voor 8 uur liggen de werkzaamheden vast; bijvoorbeeld deelname in het beheerteam van de speeltuin aan de Betuwestraat, ondersteuning voor het vrouwenwerk in het buurthuis, ondersteuning werkzaamheden voor het festival Koningshaven, mentoringtrajecten in het basis- en voortgezet onderwijs en het kindervakantie werk. Vier uur per week vullen de vrijwilligers zelf in. Samen met de bewoners in Jeruzalem zullen zij initiatieven opzetten en uitvoeren. Het wooncontract geldt in eerste instantie voor een jaar, bij een succesvolle invulling bestaat de mogelijkheid tot verlenging van het contract. Het project wordt begeleid door Tiwos en de partners in de Brede School Koningshaven. onen in ruil voor vrijwilligerswerk Beschikbare contactgegevens, website Peter Cival, Tiwos
18
Titel project VoorUit!, Osdorp, Amsterdam Locatie stadsbuurt/stad Osdorp, Amsterdam, Activiteiten in stadsdeel Bos en Lommer, Geuzenveld, Osdorp - De Punt, Osdorp - De Reimerswaalbuurt, Slotermeer, Slotervaart, Amsterdam Doorlooptijd Sinds voorjaar van 2007 Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam Partnerorganisaties (rol: investeerder/uitvoerder/netwerkpartners/incasseerder Investeerder: Vrije Universiteit Amsterdam, Karel Waagenaar, oprichter W&S Transition- en Interimmanagement uit Amstelveen Uitvoerder: Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, studenten Netwerkpartners: Woningcorporaties Ymere, Far West en Eigen Haard, Gemeente Amsterdam Incasseerders: studenten, doelgroepen in de wijk (kinderen/ouders), Gemeente, welzijn, woningcorporaties, basisschool Context/schaal van het project: Bij het project VoorUit kunnen studenten van de Vrije Universiteit, en ook van de UvA, in aanmerking komen voor gratis woonruimte in Slotervaart, Osdorp, Geuzenveld, Bos en Lommer en Slotermeer, in ruil voor tien uur maatschappelijke activiteiten per week in de wijken. In het voorjaar van 2007 is het project begonnen met zestien VU-studenten van o.a. de faculteiten Sociale Wetenschappen, Geneeskunde en Psychologie en Pedagogiek. Momenteel is het project uitgebreid naar zes wijken en wonen 56 studenten in sloop- en renovatiepanden in Amsterdam Nieuw-West en Amsterdam West. Deze woningen zijn van de woningcorporaties Ymere, Far West en Eigen Haard. In dit onderzoek richten we ons op de wijk Osdorp, waar twintig studenten actief zijn. 2 teams van 10 studenten, 20 studenten, 10 uur per week (minimum), er zijn 2 studenten die ook coordinator zijn, 2 wijkappartementen. De activiteiten vinden plaats op verschillende plaatsen in de wijk, bij de wijkappartementen, bij lokale organisatie, scholen, bij studenten thuis, bij gezinnen thuis. De studenten krijgen geen studiepunten, wel is er een plan om dit te organiseren, maar projectleider verwacht dat dit nog op zich kan laten wachten. Voorlopig wonen de studenten helemaal gratis (ze betalen wel servicekosten en gas), hier staan verplichtingen tegenover. De student maakt elke week een digitale rapportage, waarin staat wat de student heeft gedaan in hoeveel uur. De begeleiders en coordinatoren analyseren die gegevens om zo te leren wat nog beter kan in het project. Studentcoordinatoren krijgen een vergoeding voor hun extra werkzaamheden. Projectbeschrijving (activiteiten, doelgroep) Een ervaren projectleider en hoogleraren van de VU begeleiden studenten in hun werkzaamheden. De studenten krijgen scholing en cursussen aangeboden. 1 x per 2 maanden is er een workshop waarmee de studenten vaardigheden omdoen die zij nodig kunnen hebben binnen de maatschappelijke projecten in de wijk, bijv.: hoe ga je om met moeilijke kinderen? De doelgroepen zijn alle bewoners in de wijk die een ‘vraag’ hebben waar studenten aan zouden kunnen werken. Het is begonnen met taallessen (ook vanuit een vraag van bewoners). Nu is er een vast programma. De studenten organiseren activiteiten met kinderen van 4 tot 12 jaar oud en met
19
jongeren van 12 tot 16 jaar oud. De activiteiten variëren van huiswerkbegeleiding tot CITObegeleiding, leesclub, sport, PortiekPortiers, muziek, dans, tekenen, koken, knutselen, educatieve filmmiddag en straatspellen. Bij de CITO-begeleiding en huiswerkbegeleiding proberen de studenten ook leervaardigheden bij de kinderen te ontwikkelen. Door de kinderen die deelnemen aan de activiteiten worden ook de ouders bereikt. Met vrouwen worden vooral ochtendactiviteiten georganiseerd, zoals kranten lezen, Nederlandse taal en conversatielessen. Met mannen worden vooral middagactiviteiten georganiseerd, zoals internet- en computervaardigheden en Nederlandse les. Aanleiding/Doel De doelstelling van het project is de integratie van de verschillende bevolkingsgroepen in woonwijken te bevorderen. Het project creëert een ontmoeting tussen autochtonen en allochtonen. De activiteiten zijn er op gericht om de relaties tussen autochtonen en verschillende etnische groepen duurzaam op te bouwen. Iedere dag dit oel Type interventie Individu Individuele begeleiding leren-werken-wonen Individuele begeleiding zorg-welzijn-wonen Individuele begeleiding opvoeding-gezinssituatie Wijk X Sociale, educatieve en culturele programma’s Gezondheid- en sportprogramma’s Fysieke verbetering woonomgeving Verbetering woningen Beheer en handhaving Accommodaties Bewonersparticipatie X Sociale cohesie Kosten (inschatting investeringen eenmaal uitvoering: eigen investering+ partners personele kosten, materiele kosten, btw etc, niet hele wijkaanpak) < € 5.000 € 5.000 – € 10.000 € 10.000 – € 25.000 € 25.000 – € 50.000 € 50.000 – € 75.000 € 75.000 – € 100.000 X > € 100.000 Toelichting: Per jaar circa 100 000 aan begeleiding professionals, naast de huurderving van 8 woningen waar 20 studenten wonen. De stichting 1e jaar, privé gefinancieerd, 2 e jaar en derde jaar subsidies min. Vrom + gem. amsterdam, daarna subsidies van allerlei sponsors stichtingen, woningcorporatie en de universiteiten Verwachte effecten, verwachte verandering (uitleg keuze voor de type interventie) De verwachting is dat deelname aan de activiteiten zal groeien, dat de prestaties van kinderen op school aanzienlijk verbeteren (bijvoorbeeld leesniveau) en dat de jeugd minder op straat hangt en de vrije tijd constructiever besteedt. Als gevolg van de activiteiten met kinderen, vrouwen en mannen wordt de Nederlandse taal in toenemende mate gebruikt.
20
Effecten van de interventie (korte/langer termijn, individueel / collectief, succes faalfactoren, resultaten, bereik mensen, balans kosten/baten) Wijkeffecten
Meer contacten tussen allochtonen en autochtonen in de wijk. Een toename van de onderlinge betrokkenheid en kennis hebben van anderen in de wijk. Het opent voor bewoners vaak de ogen voor de Nederlandse maatschappij, naast het gebruik van de Nederlandse taal. Zo komen bewoners ook in contact met autochtone vrouwelijke studenten en hun wereld. Het brengt vaders dichter bij de wereld van hun kinderen en verbreedt het eigen gezichtsveld.
Studenten hebben oog voor problemen die kinderen en hun ouders hebben en geven aandacht aan hen. Studenten hebben soms een signalerende functie en verwijzen sommige bewoners door naar professionals in de wijk
Mensen weten dat het geen ‘gewone’ studenten in de wijk zijn. Ze zijn ervoor de wijk. Bekendheid is zo groot dat ouders er rekening mee houden. Ze weten wanneer hun kind naar een activiteit kan gaan (oppas).
Laagdrempeligheid van de projecten is groot, daardoor doen veel mensen mee. Het bereik is zo’n 700-900 mensen in alle wijken (6 wijken), die iedere week met bezig zijn in een activiteit van Vooruit
Er wordt meer Nederlands gesproken in de wijk.
Er zijn studenten die in de wijk blijven wonen, tussen 10 en 15 studenten.
Wereld wordt groter; studenten nemen kinderen ook mee naar plekken waar ze anders nooit komen, bv, maduradom, ook mee naar universiteit
Individuele effecten vaardigheden studenten versterken zich, het is zeer intensief voor hen, ze leren veel van de maatschappij, van het samenwerken, van andere wereld bewoners etc. Kinderen zijn minder op straat, horen we van leerkrachten dat ze beter presteren Taalvaardigheid omhoog, doelgroepen spreken meer nederlands met elkaar Werkzame bestandsdelen (incentive, motivatie, inzoomen op succes/faalfactoren)
Vooruit werkt veel samen met lokale organisaties, studenten helpen vaak andere organisaties die het zelf niet voor elkaar krijgen. Studenten doen heel veel activiteiten, coordinator maakt afspraken met andere organisaties, er is geen strijd, als iemand iets wil ‘vooruit doet bijna met alles mee’.
De studenten krijgen workshops om met problemen bij bewoners om te gaan, wij hebben contacten, buurtregisseur, discrete manier, sociale medewerkers
De organisatiestructuur is duidelijk en goed organiseert, vooruit is een stichting. We hebben een bestuur waar diverse professionals in vertegenwoordigt zijn.
in de wijk wonen en daar ook actief te zijn is succesfactor, luisteren naar wat mensen nodig
21
hebben en nauwe contacten onderhouden, op de hoogte zijn van wat er speelt, wonen is echt nodig om motivatie van de studenten hoog te houden en betrokken te blijven
goede begeleiding, veel aansturing
financiele borging (we proberen dat de gemeente een deel moet doen) sponsoren maakt het kwetsbaar, maar het lukt tot nu toe, structurele ondersteuning, universiteit doet veel
selectie is heel strak, meestal gaat de selectie goed, sommige studenten hebben
uiteindelijk toch extra begeleiding nodig en die geven we dan ook. Lessen/ tips (brede toepasbaarheid, welke andere interventies met studenten in wijken zijn nog mogelijk, kamermarkt) -
goede begeleiding, veel aansturing
-
echt luisteren naar wijkbewoners en organisaties in de wijk, contact langdurig aan gaan
Bron, contactgegevens, website Projectleider Liora Eldar
22
Titel project Studentenkwartier, Dortselaan, Rotterdam Locatie stadsbuurt/stad Rotterdam, Dortselaan Doorlooptijd Sinds 2008 Organisatie Woningcorporatie Woonstad Rotterdam en Gemeente Rotterdam Partnerorganisaties (rol: investeerder/uitvoerder/netwerkpartners/incasseerder Investeerder: gemeente Rotterdam, Woningcorporatie Woonstad Rotterdam, Deelgemeente Charlois (eenmalig) Uitvoerder: studenten, gemeente Rotterdam Netwerkpartners: Hogescholen Rotterdam en InHolland Rotterdam, deelgemeente Feijenoord, Deelgemeente Charlois Incasseerders: bewoners van de Dordtselaan, studenten (langer termijn wellicht Woonstad Rotterdam waarde vastgoed) Context De Dordstelaan ligt twee wijken in Rotterdam: Tarwewijk in deelgemeente Charlois en Bloemhof in deelgemeente Feijenoord. In het begin van het project is het vrij ambitieus opgezet en ook gesproken over de vrijwillige inzet van studenten (4 uur per week) die de wijk zou doen opleven. Hierdoor zijn de verwachtingen hoog opgelopen. Er ontstonden veel contacten tussen andere organisaties in de wijk die wel gebruik wilden maken van die inzet van studenten. De prikkel van 240 euro huurkorting op jaarbasis bleek echter niet genoeg te zijn voor studenten. Voor de studenten was het lastig om projecten op te zetten en er een continuiteit in te vinden. De begeleiders van het studentenkwartier zijn nu zoekende naar het bijstellen van die verwachtingen in de wijk. Er wonen nu 100 studenten in het studentenkwartier. Studenten kunnen kiezen of ze vrijwilligerswerk willen doen. 15 studenten kregen afgelopen jaar huurkorting, het jaar daarvoor 30 studenten. De inzet is dus zeer wisselend. Soms doen ze in een week veel vrijwilligerswerk, dan weer een paar weken bijna niets. Huurkorting betreft ongeveer 1 maand kale huur (circa 240 euro) per jaar, terwijl de studentent ongeveer 380 per maand aan huur kwijt is. Projectbeschrijving (activiteiten, doelgroep) Het studentenkwartier is een project in Rotterdam opgericht in 2008 waarbij studenten worden gehuisvest in woningen waarbij ze aan sociale activiteiten kunnen doen voor de wijk in ruil voor een huurkorting. Op dit moment wonen er ongeveer 100 studenten op de Dordtselaan verspreid over de hele laan samen met 1600 andere bewoners. De instroom van studenten verliep eerst niet zo spoedig. Er is flink campagne gevoerd met flyers en posters in de Hogescholen, veel mond tot mond reclame gevoerd. Daarnaast is er een website plus facebook en diverse filmpjes zijn er gemaakt. Inmiddels is het studentenkwartier geheel vol. Er is een studentenvereniging studentenkwartier opgericht en komen de studenten van het studentenkwartier geregeld samen om te praten over de huidige en toekomstige projecten. Ze hebben een maandelijkse borrel en gezamenlijke uitjes. Ze zijn momenteel actief in de volgende projecten:
Jongeren buurtbemiddeling: hierbij krijgen de studenten een vierdaagse training op het gebied van bemiddelen waarna de studenten in de buurt gaan bemiddelen tussen bewoners.
Oleander leest: bij dit project helpen de studenten om samen met kleine kinderen helpen met begrijpend lezen of voorlezen in een leesclub voor kinderen. Het animo is erg groot onder ouders van kleine kinderen, omdat steeds meer kleine kinderen het leuk vinden om samen met andere
23
kinderen beter te leren lezen.
De Katrol: Hierbij bieden studenten leerondersteuning aan huis voor kinderen uit groep 3 en 4. Andere projecten zijn: helpen en assisteren bij wijkevenementen, bewoners helpen meer te
bewegen, bewoners vragen wat ze graag zouden willen in de wijk. Daarnaast zetten ze zich in bij activiteiten en evenementen in de wijk die door andere organisaties worden opgezet. Bijvoorbeeld helpen bij Zuid on Ice, de grote ijshal op het Afrikaanderplein tijdens de kerstvakantie van 2010 en de gezondheidsmarkt van het gezondheidscentrum Tarwezigt in de zomer van 2011. Dit gebeurt op incidentele basis. Aanleiding/Doel Er was veel leegstand ontstaan in de wijk en ook was er een tendens naar meer kamerverhuur. De straat zag er wat ‘verrommeld’ uit met veel leegstand. Dit gaf aanleiding en mogelijkheid voor de gemeente en de corporatie om een nieuwe groep bewoners te aan te trekken. Woonstad Rotterdam kocht in 2008 woningen op in de Dordtselaan (straat tussen metrostation Maashaven en het Zuidplein) en renoveerde ze tot appartementen met kamers voor twee of drie studenten: eigen kamer en gedeelde badkamer, keuken en wasmachine; soms tuin of dakterras. Doel is: door introductie van een nieuwe groep (hoger opgeleide) bewoners een nieuwe impuls geven aan de straat en door het opknappen van de woningen aan binnen en buitenkant het aanzien van de straat verbeteren. Tezamen leidt dit tot het einddoel, een verbeterd woonklimaat aan de Dordtselaan. Type interventie Individu □ Individuele begeleiding leren-werken-wonen □ Individuele begeleiding zorg-welzijn-wonen Individuele begeleiding opvoeding-gezinssituatie Wijk □ Sociale, educatieve en culturele programma’s □ Gezondheid- en sportprogramma’s X Fysieke verbetering woonomgeving X Verbetering woningen Beheer en handhaving Accommodaties X Bewonersparticipatie X Sociale cohesie Kosten De kosten zijn hoog begonnen en lopen nu jaarlijks af. Gemeente Rotterdam begon met 2 ton per jaar (projectleiding, opzetten organisatie, bedrijfsvoering, promotie, budget Pact op Zuid, begeleiding studentenvereniging) en 10 miljoen door woningcorporatie Woonstad Rotterdam (opkopen en renoveren panden, financiele risico’s) Dit jaar is de gemeentelijke begroting onder 1 ton en dit wordt volgend jaar nog lager, omdat de gemeente de begeleidingsuren verlagen. Gemeente betaalt de huur van het kantoortje, inzet personeel, ondersteuning studentenvereniging, het organiseren van de opdrachten, promotionele activiteiten en het bijhouden van de administratieve zaken. Corporatie Woonstad, heeft geïnvesteerd in de aankoop en renovatie van de woningen en er is sprake van huurderving geweest tijdens de periode waarin niet alle kamers waren verhuurd. En ze hebben qua begeleiding er iets meer werk aan dan bij de reguliere verhuur. Verwachte effecten, verwachte verandering (uitleg keuze voor de type interventie) Door renovatie panden en nieuwe instroom studenten verandert de wijk ten goede. Effecten van de interventie (korte/langer termijn, individueel / collectief, succes faalfactoren, resultaten, bereik mensen, balans kosten/baten) Wijkeffecten
Fysieke verbetering van de panden door de renovatie zorgt ervoor dat de Laan een betere uistraling
24
heeft gekregen. Op termijn stijgt wellicht de vastgoed waarde daardoor. Particuliere bezit is rommeliger dan de panden van Woonstad Rotterdam.
Voor de ondernemers zijn de studenten extra klanten. Voor horeca ondernemers met name is het gunstig. Vb. de shoarmatent heeft zijn assortiment aangepast.
Direct omwonenden hebben meer contacten en meer ontmoetingen met studenten, veelal vinden bewoners dit prettig. De contacten via de projecten blijven vaak beperkt tot de activiteit waar het dan om draait, dus het blijft bij contact tijdens het project, bv. voorlezen, en leidt niet tot meer contacten daarbuiten. Wel helpen studenten mee met allerlei ad hoc evenementen in de wijk. Hier zijn organisaties in de wijk blij mee want het zijn extra ‘helpende handen’.
Studenten hebben in het algemeen niet een signalerende functie voor problemen bij bewoners. Enkel bij een situatie rond kerstbomen en wie voor de electriciteit moest betalen hebben de studenten dit probleem aangekaart bij de begeleiders. Hier vond daarna afstemming over plaats.
De vrijwillige inzet is dermate sporadisch en licht van aard dat er niet echt te spreken valt over effecten op de leefbaarheid in de wijk denkt projectleider. Op kleine schaal ziet ze dat bewoners het leuk vinden dat er een nieuwe groep bewoners de wijk in komt (‘eindelijk eens witte gezichten’ wordt wel eens gehoord), een heleboel bewoners zien dat al als winst. Voorheen gingen studenten niet op zuid wonen. Nu gebeurt dat wel, dus er is zeker sprake van een nieuwe instroom bewoners. De jonge gezichten vrolijkt de laan in zekere zin op.
Individuele effecten
Persoonlijke ontwikkeling en voldoening van de student; eigen vaardigheden vergroten, studenten doen meer werkervaring op, leren in een team deel te nemen, bijv. met de buurtbemiddeling (resultaten zijn wisselen).
Er zijn een vijftiental studenten die in de wijk blijven wonen, ook als ze stoppen met de projecten.
Werkzame bestandsdelen (incentive, motivatie, inzoomen op succes/faalfactoren) Eigen motivatie is moeilijk op aan te sturen door begeleiders. studenten moeten het zelf willen, anders werkt het niet. De incentive van 1 maand huur op jaarbasis is niet voldoende om studenten daarmee te motiveren om iets voor een ander te doen. Studenten zijn vaak in het begin erg enthousiast, maar dat kan omslaan en sommigen haken af. De begeleider stelt dat er telkens studenten nodig zijn die het echt willen doen en die tegelijk hun medestudenten enthousiast maken voor de activiteiten binnen het project. De oorspronkelijke doelstelling van 100 studente wonen in deze wijk is gehaald, de maatschappelijke bijdrage van de studenten is wisselend van aard. Alleen voor de huurkorting doen studenten het niet. Er zijn vrijwel geen strakke afspraken. Financiering is voor een paar jaar geborgd (pact op zuid) Personele continuiteit in de begeleidende professionals, persoonlijk contact heel belangrijk, maandelijkse borrel, contacten met stakeholders. Studenten wilden zelf een vereniging opzetten, we denken nu hoe sterker zo’n vereniging dan kunnen professionals meer weg trekken.
25
De maatschappelijke bijdrage is heel wisselend van aard. Er is geen heldere project structuur, per student worden er aparte afspraken gemaakt tussen begeleiders en opdrachtgevers. De studenten leveren wisselend een bijdrage aan projecten in de wijk, dat maakt het lastig voor de continuiteit van de projecten. Begeleiders stellen dat ze geen ‘pressiemiddel’ hebben om studenten achter hun broek aan te zitten. De huurvoordeel voor studenten is te laag om daar meer motivatie mee te genereren. Lessen/ tips (brede toepasbaarheid, welke andere interventies met studenten in wijken zijn nog mogelijk, kamermarkt) de samenwerking met partners is een essentiële voorwaarde als het project kans van slagen wil hebben. Er moet iets van een centraal aanspreekpunt zijn die bemiddelt tussen de studenten en de opdrachtgevers. Het is moeilijk dat studenten niet iets opgelegd kan worden, het blijft vrijwilligerswerk. Indammen van verwachtingen in het begin. De vraag van de projectbegeleiding is ‘kan je zoveel verwachten van studenten zonder dat er een groter financieel voordeel tegenover staat?’.
Een project lukt alleen als doelgroep zelf wil meewerken. Het kookproject werkte niet, aangezien de betrokken jongeren (op begeleidkamerbewoning) niet zo nodig hoefden te leren koken. De studenten wilden graag en stonden klaar, maar als de hulpverleners hun klanten niet kunnen
interesseren, werkt het niet. Zoek voor je projecten continu aansluiting bij dat wat bewoners willen. Welke projecten werken goed? Projecten die aansluiten bij de interesses van de studenten. Adhoc eenmalige snelle activiteiten werken ook heel goed, vb schaatsen op het Afrikaanderplein, samen met bewoners de straat opleuken. Geholpen met gezondheidsmarkt in de wijk.
Bron, contactgegevens, website http://www.studentenkwartier.nl/ Paula Koedijk, projectleider
26
Titel project Leefbaarder flatcomplex De Otterrade, Den Haag ZuidWest, Den Haag Locatie stadsbuurt/stad Den Haag Zuidwest, wijk Bouwlust. De locatie bestaat uit een flatbuurt, bestaande uit vijf blokken met ruim 300 woningen, gelegen aan onder andere de straten Otterrade en Wolvenrade Doorlooptijd Het initiatief is gestart in oktober 2009 en liep tot tot eind augustus 2011 Organisatie Vestia Den Haag Zuidwest Partnerorganisaties Stichting Boog; uitvoerder (ondersteuning contacten studenten en bewoners) Gemeente Den Haag; netwerkpartner (investeert samen met Vestia in aanpak Otterrade) Projectbeschrijving (activiteiten, doelgroep) Studenten van De Haagse Hogeschool en InHolland zetten zich in voor de leefbaarheid in wooncomplex ‘de Otterrade’. Het flatcomplex was qua onderhoud in slechte staat en er dreigde een neerwaartse spiraal. Het gaat om flats van eigenaar/bewoners in een wijk waar Vestia veel bezit heeft. Vestia en gemeente Den Haag hebben de handen ineen geslagen om deze buurt weer een positieve impuls te geven. De studenteninzet maakt deel uit van deze aanpak. In Otterrade heeft Vestia op verzoek van gemeente Den Haag een aantal woningen gekocht, om zo invloed te krijgen in de VVE. Na het verbetertraject worden de woningen weer verkocht en trekt Vestia zich weer terug uit de VVE. Om de woningen niet leeg te laten staan was tijdelijke verhuur een optie. Vestia heeft ervoor gekozen om de woningen te verhuren aan studenten, met een tijdelijk contract. De studenten zetten zich actief in voor de leefbaarheid, in ruil voor huurkorting. Afspraak was 10 uur per maand inzet, voor een huurkorting van 100 euro. Er zijn vijf woningen verhuurd aan studenten, met in principe 2 studenten per woning. In eerste instantie is gezocht naar studenten van een cultureel maatschappelijk opleiding. Toen het lastig bleek om om geschikte studenten te vinden is breder geworven. Inzet was dat studenten verschillende activiteiten zouden gaan organiseren, zoals bijvoorbeeld: huiswerkbegeleiding, website, filmavond, sinterklaasfeest, speelotheek. En verder: oud en nieuw/borrel nieuwjaarsreceptie; ontmoeting; op het moment dat je elkaar veel beter kent, dan is het makkelijker om elkaar aan te spreken. Door bewoners te betrekken bij activiteiten hoop je dit te veranderen. Aanleiding/Doel De studenteninzet is onderdeel van een bredere aanpak, waarin Vestia in de gebouwen investeert en de gemeente in de omgeving. Wat we hoopten dat de studenteninzet een katalysator zou zijn voor allerlei sociale activiteiten, zodat er meer bewustwording plaatsvindt. Veel mensen die er hebben gekocht redden het net en hebben weinig geld over. Ze begrijpen VVE niet. Als hun kinderen een ruit stuk maken betalen ze dat via VVE uiteindelijk zelf. Meer betrokkenheid, meer verantwoordelijk gedrag en meer sociale betrokkenheid. Bewustwording dat als je je niet aan de leefregels houdt, het voor jezelf minder prettig woning is en dat je eigen investering in je huis ook niet rendeert. Instructie aan de studenten. Haal eruit wat je eruit kan halen. Oriëntatie van studenten; wat valt op aan het gebouw. Idee was dat studenten meteen een voorbeeldrol vervullen; elkaar aanspreken. Hoe vraag je hier op een speelse manier aandacht voor?
27
Type interventie Individu Individuele begeleiding leren-werken-wonen Individuele begeleiding zorg-welzijn-wonen Individuele begeleiding opvoeding-gezinssituatie Wijk Sociale, educatieve en culturele programma’s Gezondheid- en sportprogramma’s Fysieke verbetering woonomgeving Verbetering woningen Beheer en handhaving Accommodaties Bewonersparticipatie Sociale cohesie Accent lag op beheer en handhaving. Het zag er vreselijk uit en is nu behoorlijk opgeknapt door investering van de gemeente, met een kleine bijdrage van eigenaar bewoners Kosten Studenteninzet is een klein deel van aanpak Otterade. Investering gemeente bedraagt orde van grootte van paar ton uit krachtwijken budget. Investering studenteninzet ongeveer € 10.000 per jaar in huurkorting en ééntiende FTE per jaar in begeleiding. Totaal 10 à 20 k€ per jaar. Verwachte effecten, verwachte verandering Keuze voor studenteninzet was vrij pragmatisch, vanuit tijdelijke verhuur woningen: We gaan gewoon en we zien wel. Wel was er een planning maar dit is nieuw voor ons. We gaan dit gewoon proberen en we zien hoe dit loopt. Oorspronkelijk was minimale begeleiding voorzien. Effecten van de interventie (korte/langer termijn, individueel / collectief, succes faalfactoren, resultaten, bereik mensen, balans kosten/baten) Wijkeffecten Woonomgeving (schone buitenruimte, overlast) Wijkcultuur (imago, ontmoetingen, omgangsvormen) Effect gehele aanpak Otterade. Merkbaar positief effect van inzet huismeester die strak handhaaft en stadstoezicht. Tijdsinvestering in VVE heeft tot bewustwording geleid. Waarde van woningen ging omhoog. Wel nog zorgen; Vestia blijft participeren in VVE tot er voldoende vertrouwen is dat het goed blijft gaan.
Van de geplande studentenactiviteiten is uiteindelijk alleen de speelotheek een succes geworden. Factoren die hierbij een rol speelden:
Het was lastig om studenten te vinden: studenten haakten af vanwege 2 per woning (niet iedereen had een maatje) en vanwege het tijdelijke karakter van de woonsituatie. Contract gold tot einde project. Uiteindelijk mogen de studenten er nu blijven wonen totdat hun studie is afgerond.
Studenten zijn zonder veel structuur en begeleiding aan de slag gegaan. Mochten zelf activiteiten bedenken. Zij zijn wel langs de deur gegaan om belangstelling van bewoners te
28
peilen (ook flyers), voor bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding. Kennelijk sprak het aanbod dat de studenten bedachten te weinig aan.
Geen/weinig interesse van bewoners voor aantal activiteiten, wat voor studenten demotiverend werkte.
Organisatie door studenten kenmerkte zich door veel dingen op laatste moment doen, waardoor bewoners niet op de hoogte waren. “Ver vooruit geven we aan dat er iets moet gebeuren; ze gaan dan pas 2 dagen van tevoren eraan werken; alles gaat op het laatste moment, bij activiteit bijvoorbeeld”.
Studenten hadden weinig tijd, en moeite om de 10 uur inzet te halen
Wat wel werkte: Met winnen van prijs voor een ideeenwedstrijd (15.000 euro) was er geld voor de speelotheek om echt aantrekkelijk speelgoed (skelters) aan te schaffen, op basis van voorkeur van kinderen. Vanaf dat moment liep deze beter: veel belangstelling van kinderen, en ook contacten met ouders. 2 x per week mochten kinderen speelgoed lenen. Soms 8, soms 20.
Drijvende kracht was een MBO student die hier 100% voor ging, en er was behoefte aan bij kinderen. Als je de kinderen hebt, heb je ook de ouders.
Gaandeweg kreeg de begeleiding van de studenten veel meer structuur; overleg om de voortgang te bewaken.
Inzet is dat speelotheek na afloop studenteninzet door bewoners wordt voortgezet. Dat lijkt te gaan werken.
De betekenis van de inzet van studenten voor de leefbaarheid als geheel is klein; er is geen merkbare toegevoegde waarde aan de andere ingezette middelen. Op kleinere schaal en individueel niveau heeft de speelotheek wel betekenis. Het leeft meer, in binnentuinen. Kinderen zijn lekker aan het spelen. Door speelmaterialen gaan kinderen iets anders doen dan voetbal. Moeders/ouders die je voorheen niet zag komen nu toezicht houden, zien elkaar, leren elkaar kennen. Individuele effecten waar dit betrekking op heeft Eigen leven (sociale vaardigheden, onderwijs, zelfredzaamheid) Sociaal leven (eenzaamheid, contacten in de wijk Woonleven (thuis voelen in de wijk, binding, woongenot Werkzame bestandsdelen (incentive, motivatie, inzoomen op succes/faalfactoren)
Woonpas is actief gebleven: normaal gesproken wordt woonpas beëindigd, nu punten behouden. Dit is gebruikelijk bij tijdelijke verhuur.
Vestia koos voor HBO, maar achteraf blijkt dat een MBO er ook heel geschikt is, beter zelfs misschien omdat zij veel praktischer zijn. MBO ers hebben vaak al stages gehad. HBO ers hebben minder praktijkervaring; “ze denken abstracter terwijl je wil dat er gewoon dingen gebeuren”.
Belangrijk is dat vrijwilligers enthousiast en actief blijven, doordat project bijvoorbeeld
29
aansluit bij opleiding/interesse.
Tijd is factor; studenten hebben weinig tijd. MBO meer, want minder tentamens.
Benut bijzondere kansen: Eén student was half Pools en dat maakte het makkelijker om Poolse bewoners te betrekken (ook ging Stichting Boog langs bij de Poolse bewoners): avond met Poolse hapjes; uitleg in het Pools over project/speelotheek. Daardoor sturen ze ook hun kinderen naar de speelotheek. Lessen/ tips (brede toepasbaarheid Op deze manier gaat er teveel tijd in zitten. Het zou concreter en meetbaarder moeten. Huurkorting koppelen aan urenverantwoording. Studenten zijn teveel als semi professionals beschouwd. Meer richten op MBO en activiteiten anders organiseren; initiatiefnemer bedenkt en studenten voeren uit. Meer structuur vanaf het begin. Op zich is deze werkwijze breder toepasbaar, bij sloopcomplexen die wat langer leegstaan bijvoorbeeld. Dit is een goed alternatief voor anti kraak. Bijvoorbeeld met om niet contracten met in ruil toezicht op de omgeving. Het is wel anders dan een sociaal project maar je kan hier mee spelen. Hier wat meer sociaal, daar wat meer praktisch. Klusjes voor geen of minder huur bijvoorbeeld. Bron, contactgegevens, website Vestia
30
Titel project Inplaatsing, Woensel West, Eindhoven Locatie stadsbuurt/stad Woensel West, Eindhoven Doorlooptijd Inmiddels 2 jaar Organisatie Woningcorporatie Trudo Partnerorganisaties (rol: investeerder/uitvoerder/netwerkpartners/incasseerder Investeerder: woningcorporatie Trudo Uitvoerder: woningcorporatie Trudo, (oud-)studenten ‘ingeplaatsten’, GgzE Netwerkpartners: Woningcorporaties Woonbedrijf, Domein, Welzijnswerk, bewonerscommissie Stichting WoenselWest, Gemeente Eindhoven, Design Academy Incasseerders: studenten en overige ingeplaatsten, doelgroepen in de wijk (kinderen/ouders/ouderen), Gemeente Eindhoven, welzijn, woningcorporaties, basisschool Context/schaal van het project: Woensel West is een wijk met ongeveer 3600 woningen, waarvan Trudo circa 800 woningen verhuurt. Woningcorporatie Domein verhuurt ook woningen in de wijk. Momenteel zijn er 175 personen ‘ingeplaatst’ in 124 huurwoningen middels deze regeling van Trudo. Projectbeschrijving De problemen in Woensel West worden bestreden met diverse interventies, zowel op fysiek vlak (Trudo, Woonbedrijf) en ook sociaal (Trudo en Domein). Een belangrijke pijler is het vrijwilligerswerk. Trudo heeft hiertoe het initiatief genomen middels de inzet van studenten. Met TU/e en Fontys is een project gestart met 20 studenten. Het project was in eerste instantie ‘ondergebracht’ bij Welzijn Eindhoven. Al snel heeft Trudo het zelf verder opgepakt en een medewerker (0,5 formatieplaats) vrijgemaakt om het project daadwerkelijk van de grond te krijgen. Trudo verhuurt nu in Woensel West geen woningen meer op de ‘normale’ manier, maar alleen nog via ‘inplaatsing’. Om de instroom van probleemhuurders een halt toe te roepen worden nieuwe huurders geselecteerd. Woningen die vrijkomen, worden enkel toegewezen aan huurders die op een of andere manier een maatschappelijke bijdrage willen leveren aan de wijk. Trudo verhuurt in Woensel West circa 800 woningen, waarvan er nu 175 personen ‘ingeplaatst’ zijn in 124 huurwoningen. In de speciale huurovereenkomsten die voor de ingeplaatsten zijn opgesteld, is vastgelegd dat de bewoners in ruil voor huurkorting deelnemen aan een zinvolle activiteit voor de wijk. Het project is na twee jaar self-fullfilling. Er hoeft geen reclame meer gemaakt te worden. De onderwijsinstellingen hebben er nauwelijks bemoeienis meer mee. Het praat zich rond onder jongeren en bewoners. Het project is nu gegroeid van 20 naar 175 vrijwilligers, waarvan de helft studenten zijn. De focus is verlegd van studenten naar bewoners in het algemeen die actief willen zijn in de wijk. Dit is ook in overleg met de bewonerscommissie besloten. Er wordt voorrang gegeven aan jonge bewoners (25+) die werken om zo meer balans te krijgen in de samenstelling in de wijk. Ook geeft Trudo in overleg met de bewonerscommissie voorrang aan bewoners van allochtone afkomst die actief willen zijn in de wijk. Het project is niet vrijblijvend: aanmelders ontvangen veel (woning, huurkorting, sociaal plan je bouwt huurrechten en duur op) en inmiddels status) maar verplichten zich tot minimaal 10 uur vrijwilligerswerk per maand. De ‘ingeplaatsten’ krijgen een 10-minutengesprek als het te vrijblijvend wordt. De activiteiten zijn onder andere: Huiswerkbegeleiding
31
Mentorengroepje (i.s.m. school, ingeplaatsten komen ook thuis bij bewoners) Sport & kinderen Beweging (dance) voor jongeren Seniorengym Administratiebegeleiding Tante Netty-galerie Communicatie ondersteuning buurtbewoners (buurtkrant) Klussendienst Maatjesproject (1 op 1 ondersteuning & welzijn) Taalles
Aanleiding/Doel Al sinds de jaren ‘80 wordt Woensel West gezien als een wijk met problemen. De dringendste problemen in Woensel-West waren de aanwezigheid van (straat-)prostitutie en drugshandel, overlast en een achtergestelde maatschappelijke positie van een grote groep be-woners. Op diverse manieren zijn deze problemen bestreden. Het project met ‘ingeplaatsten’ is een van de sociale interventies in de wijkaanpak. Het gaat onder meer om activering en emancipatie van bewoners, verbeteren sociale omgang in de wijk, het verbinden van ‘kansrijken’ aan ‘kansarmen’, hulp bij individuele problemen, ontwikkeling vaardigheden bewoners etc. Type interventie Individu X Individuele begeleiding leren-werken-wonen X Individuele begeleiding zorg-welzijn-wonen X Individuele begeleiding opvoeding-gezinssituatie Wijk X Sociale, educatieve en culturele programma’s X Gezondheid- en sportprogramma’s X Fysieke verbetering woonomgeving Verbetering woningen Beheer en handhaving Accommodaties X Bewonersparticipatie X Sociale cohesie Kosten (inschatting investeringen eenmaal uitvoering: eigen investering+ partners personele kosten, materiele kosten, btw etc, niet hele wijkaanpak) < € 5.000 € 5.000 – € 10.000 € 10.000 – € 25.000 € 25.000 – € 50.000 € 50.000 – € 75.000 € 75.000 – € 100.000 X > € 100.000 Toelichting: Trudo investeert 0,5 fte medewerker in de wijk, plus de huurderving van 100 euro per pand per maand. Momenteel 124 panden zijn bewoond door ingeplaatsten. Verwachte effecten, verwachte verandering (uitleg keuze voor de type interventie) Door de instroom van ‘krachtige’ bewoners verdunnen de problemen in de wijk. Effecten van de interventie (korte/langer termijn, individueel / collectief, succes faalfactoren, resultaten, bereik mensen, balans kosten/baten)
32
Wijkeffecten
Er zijn veel initiatieven en activiteiten in de buurt die worden gedragen door de ‘ingeplaatsen’. Er doen veel bewoners van verschillende leeftijden mee aan de sociale projecten
en
activiteiten
van
de
ingeplaatsten.
Mede
daardoor
zijn
betrokken
bewoners/deelnemers positief over de veranderingen in de wijk. De vrijwillige inzet is sterk gegroeid sinds de aanvang van het project. Daarmee is ook sprake van een verhoging van activering en emancipatie van bewoners. Steeds meer bewoners worden bereikt door de verschillende type activiteiten binnen het het project. Met 175 vrijwilligers en een hoge deelname van bewoners aan de activiteiten is er voldoende schaal en draagvlak van onderlinge contacten in de wijk. Er vinden ook allerlei dwarsverbanden plaats tussen bewoners en ingeplaatsten zonder dat de professionals dat weten. Buren wijzen elkaar bijvoorbeeld op ingeplaatsten die tuinen onderhouden of een mentor neemt ook een broer of zus extra mee in een mentortraject. Bewoners geven aan dat hun kinderen vaak mee doen in verschillende trajecten en dat hen dit ondersteunt bij hun opvoedkundige en zorgtaken.
Of er sprake is van imago- en waardeverbetering van de wijk is moeilijk aan te geven. Het lijkt erop dat bewoners zelf deze verbetering in de leefbaarheid ervaren; buiten de wijk krijgen ze echter nog vaak te horen dat Woensel West een slechte wijk is. Er zijn bewoners die aangeven dat ze hun kinderen op straat laten spelen en dat ze zich veilig voelen (meer dan voorheen). Tegelijk weten ze allemaal voorbeelden te geven van overlastgevende gezinnen/huishoudens waarvan men weet dat er problemen spelen. In de gesprekken met bewoners is enerzijds terug te horen dat ze te maken hebben bewoners die overlast veroorzaken, anderzijds willen ze juist van het ‘negatieve’ imago af van de wijk en ‘verdedigen’ ze hun wijk door te relativeren ‘iedereen kent elkaar en we houden elkaar in de gaten, in andere wijken in Nederland is het veel erger’.
Een negatief effect van het project is dat enkele bewoners die voorheen zeer actief vrijwilligerswerk deden in de wijk dreigen af te haken, omdat zij het oneerlijk vinden dat andere vrijwilligers (de ingeplaatsten) huurvoordeel krijgen voor hun maatschappelijke bijdrage terwijl zij niets ervoor terug krijgen.
Uit onderzoek door de begeleidende professional blijkt dat 20% van de ingeplaatsten echt heel veel doen voor andere wijkbewoners, 20% doet weinig, 60% houdt zich redelijk aan de 10 uur werk per maand en zet zich gemiddeld in voor de wijk. Bij de mensen die weinig doen wordt de huurkorting ingenomen.
Sturing op de instroom van de bewoners, mogelijke vermindering van bewoners die overlast veroorzaken, door instroom van bewoners die vrijwilligerswerk doen voorkom je instroom van bewoners met problemen die voorheen de wijk inkwamen
Vergroting van positieve contacten tussen bewoners (met eventuele problemen) en de ‘ingeplaatsten’, bewoners met taalachterstand doen mee aan activiteiten van studenten die taallessen organiseren, kinderen krijgen huiswerkbegeleiding, ingeplaatsten die
33
‘ervaringsdeskundig’ zijn met psychologische problemen worden gekoppeld aan bewoners die daar ook mee te maken hebben, ouderen die hun tuin niet meer kunnen verzorgen krijgen hulp van de ‘groene’ vrijwilligers. Studenten kunnen sommige zorgmijders makkelijker bereiken dan hulpverleners, omdat ze in hun rol als ‘goede buurman’ wel binnen komen en iets praktisch kunnen doen voor hen, bijvoorbeeld de tuin opknappen. Er wordt dan niks gedaan aan de specifieke problemen van de zorgmijder, maar de extra aandacht en hulp kan hen toch doen opleven en zich beter voelen in hun thuisomgeving.
Studenten/ingeplaatsten die binnen het maatjesproject bewoners ondersteunen geven extra aandacht en ondersteuning. Deze worden begeleid door zorg/welzijn professionals die zelf vaak het budget en tijd niet hebben om die extra aandacht te geven aan de betrokken bewoners. Het is voor hen goedkoop en effectief om vrijwilligers te begeleiden die extra dingen doen voor de zorgbehoevende bewoners. Professionals hebben vaak niet voldoende budget voor de extra tijd en zorg die vrijwilligers wel willen geven. De regie blijft bij de professionals. Het wordt gezien als een ‘extraatje’ (de slagroom op de taart). De zorg en welzijn professionals vragen regelmatig Trudo om de inzet van nieuwe vrijwilligers, dus ze kunnen hen goed gebruiken. De ingeplaatsten zetten niet zelf ‘diensten’ op maar springen daar bij waar hun professionele begeleiders denken dat het zinvol is.
Beleving van veiligheid is vergroot bij een deel van de bewoners, doordat ze meer mensen kennen, hebben ze het gevoel dat er meer op elkaar gepast wordt.
Bij activiteiten is de poel van vrijwilligers vergroot waar professionals uit kunnen putten. Bij de sport en ontspannigsactiviteiten is er geen sprake van een concurrentie met de gebruikelijke welzijnsactiviteiten, want de ingeplaatsten doen die dingen die vanuit welzijnswerk niet worden gedaan, zoals gitaarles bijvoorbeeld. Trudo geeft aan dat welzijn wel meer gebruik zou kunnen maken van de inzet van ingeplaatsten voor het organiseren van hun activiteiten.
De kinderen en jongeren kunnen nu meedoen aan activiteiten, omdat ze in de wijk plaatsvinden en goedkoop zijn. Ze zouden geen gebruik ervan maken als deze buiten de wijk plaatsvinden.
Instroom van ‘fijne’ buren betekent veel voor de bestaande bewoners, of ze nu wel of niet iets voor hen doen, een buur krijgen die geen overlast veroorzaakt is al een plus. Effecten van de nieuwe instromers liggen in de beleving van bewoners met name binnen de verbetering van de sociale omgang in de eigen straat, daarbuiten merken bewoners die niet mee doen aan een activiteit er niet zoveel van.
10% a 20% van de studenten zal na verwachting blijven wonen in de wijk terwijl ze niet meer meedoen in het project.
Individuele effecten Leren van vaardigheden (qua taal, leren, sportactiviteiten etc.) die de kinderen op weg helpen, voor ouders betekent het ondersteuning bij de opvoeding, aandacht en ondersteuning voor bewoners die het nodig hebben
Verrijking sociaal leven door contacten in de wijk, geldt zowel voor bewoners als ingeplaatsten
Vergroting binding met de wijk door de contacten met andere bewoners, deelname aan
34
activiteiten in de wijk vergroot het woongenot
Ontwikkeling weerstand bij een deel van andere vrijwilligers/huiszoekenden (waarom zij wel een woning en wij niet, of waarom krijgen zij huurvoordeel en ik niet terwijl ik ook veel doe voor de wijk?)
Studenten die op deze manier in contact komen met hun nieuwe buren in een achterstandswijk verruimen in dit project hun inzicht en begrip.
Werkzame bestandsdelen (incentive, motivatie, inzoomen op succes/faalfactoren)
Verbinden van individuele bewoners die iets over hebben voor een ander aan bewoners die aandacht kunnen gebruiken werkt sterk, vaak helpt het de vrijwilliger zelf ook in zijn ontwikkeling, zorgmijders ‘pikken’ de hulp van andere bewoners vaak wel en niet die van professionals.
Zoveel mogelijk vrij laten van ingeplaatsten werkt stimulerend en kost weinig, weinig professionele ondersteuning, via via gebeurt er veel waar een professional niets voor hoeft te doen, wel het bijhouden van een urenregistratie om een vinger aan de pols te houden (ook ter verdediging van het project bij bewoners die weerstand hebben tegen het project), door urenregistratie aantonen van resultaat, zo niet dan ingeplaatste uit het project.
Lessen/ tips (brede toepasbaarheid, welke andere interventies met studenten in wijken zijn nog mogelijk, kamermarkt) Leerpunt binnen het project: de levensfase van studenten past niet altijd bij het gestructureerd vrijwilligerswerk doen, mensen die iets ouder zijn hebben soms meer discipline en verantwoordelijkheidsgevoel dan de jongere vrijwilligers en kunnen zich ook makkelijker verbinden met oudere bewoners. Ook willen leden van de bewonerscommissie graag een evenwichtige samenstelling van bewoners binnen de wijk en daarom pleiten zij voor bewoners die al iets ouder zijn en daarom zich duurzamer aan de wijk verbinden. De instroom is nu dus niet meer alleen studenten, maar het gaat om de motivatie om mee te willen doen in het project. Bron, contactgegevens, website Projectleider Trudo is Nienke Bruisma
35
Titel project Project 3x Win,
Ede
Locatie stadsbuurt/stad Ede Duur project 2009-2010 Initiatiefnemers Ymere Studenten WO/HBO/MBO Projectbeschrijving Project 3x-win is een pilot-project dat plaatsvindt in een stedelijke vernieuwingswijk in Ede. Het doel van het project is de leegstand in de voorraad tegen te gaan en daarnaast iets bij te dragen aan de wijk gedurende het transformatieproces. Studenten wonen in de wijk en zijn tevens actief betrokken bij projecten voor de buurt. Het project is bottom-up ontstaan en is een samenwerkingsverband tussen woningcorporatie Woonstede, CHE (Christelijke Hogeschool Ede), Welstede, Huurdersbond Ede en Bewonerscommissie Uitvindersbuurt (Woonbond Ede, 2010 [online]). Door de stedelijke vernieuwing stonden woningen leeg en de corporatie wist niet goed wat ermee te doen. Als oplossing werd de komst van studenten aangedragen. Bij het project 3x-win stelt woningcorporatie Woonstede dan ook een aantal woningen ter beschikking voor studenten, die zich vervolgens 4 uur per week moeten inzetten voor diensten in de wijk. Deze diensten zijn ontstaan na rondvraag
bij
buurtorganisaties
en
bewoners
uit
de
wijk
en
kunnen
bijvoorbeeld
een
kennismakingsfeest, nieuwjaarsborrel en diverse hulpdiensten in de wijk bevatten. De hogeschool fungeerde als informatieverstrekker en levert de studenten, die elk door middel van een selectieprocedure zijn geselecteerd. De studenten hebben de mogelijkheid studiepunten te verkrijgen via de diensten in de wijk. Zij voeren deze uit onder toezicht van een opbouwwerker uit de wijk. De corporatie profiteert door middel van het tegengaan van leegstand, studenten krijgen woonruimte en doen ervaring op. Door de projecten die de studenten doen, wordt de bewonersparticipatie en de leefbaarheid in de wijk verhoogd. Door het transformatieproces vertrekken bewoners uit de buurt en vestigen nieuwkomers zich. De studenten fungeren door hun betrokkenheid bij activiteiten als bindmiddel tussen deze groepen. Eventuele beschikbare contactgegevens, website, bronnen http://hb-ede.woonbond.net/?mod=xopusview&view=pages/nieuws/3xwin.xml
36
Titel project Krachtwijkproject Take-off projecten Locatie stadsbuurt/stad Bennekel Gestel Eindhoven Duur project Langdurig Initiatiefnemers MEOS & Woonbedrijf Studenten WO/HBO/MBO 8 ROC-leerlingen Projectbeschrijving Het gaat om de zgn. voorzieningen(woon-werk)projecten, waarbij de leerlingen ook wonen in een huurwoning van het Woonbedrijf. Hiervoor is een convenant met MEOS afgesloten. De leerlingen voeren deze projecten uit in de betreffende wijk. Eventuele beschikbare contactgegevens, website, bronnen Sjanette Heins, Woonbedrijf
37
Titel project H-spot, amsterdam Locatie stadsbuurt/stad Heesterveld, amsterdam zuid oost Duur project
Initiatiefnemers Ymere Studenten WO/HBO/MBO Projectbeschrijving In Heesterveld verhuurt Ymere leegkomende woningen tijdelijk aan studenten. Daarnaast is een van de blokken H-spot ontwikkeld, waarbij we verhuurd/ingebruik hebben gegeven aan kunstenaars. Dit is interessante mix. Verhuur aan studenten en verder via een kunstproject de buurt stimuleren. Eventuele beschikbare contactgegevens, website, bronnen http://www.evadeklerk.com/H-spot.html
38
39
40