Interne geneeskunde
Zwangerschapsdiabetes
Inhoudsopgave Inleiding���������������������������������������������������������������������������������������5 Wat is zwangerschapsdiabetes?���������������������������������������������6 Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes?���������������������������������6 Gevolgen van zwangerschapsdiabetes����������������������������������7 Behandeling tijdens de zwangerschap�����������������������������������8 De diabetesverpleegkundige���������������������������������������������������8 Behandeling tijdens de bevalling���������������������������������������������9 Na de bevalling����������������������������������������������������������������������� 10 De toekomst��������������������������������������������������������������������������� 10 De materialen voor het meten������������������������������������������� 11 De diëtist��������������������������������������������������������������������������������� 11 Meer informatie��������������������������������������������������������������������� 13 Vragen?������������������������������������������������������������������������������������ 14
3
4
Inleiding U heeft in een korte tijd veel informatie gekregen over zwangerschapsdiabetes. Uw verloskundige, huisarts of gynaecoloog heeft u voorbereid en doorgestuurd voor een OGTT (Orale Glucose Tolerantie Test). Hierna bent u bij een diabetesverpleegkundige geweest en heeft u de internist gezien. In deze brochure kunt u alles nalezen: Wat is zwangerschapsdiabetes, hoe wordt het geconstateerd, wat betekent het voor u? Omdat iedere patiënt anders is, komt het voor dat er afgeweken kan worden van de onderstaande tekst. De diabetesverpleegkundige en internist hebben uw persoonlijke situatie met u besproken.
Wat is diabetes? Bij diabetes is de regeling van de bloedglucosespiegel in het bloed verstoord. De hoeveelheid glucose in het bloed wordt geregeld door het hormoon insuline. Onder invloed van insuline wordt het voor lichaamscellen mogelijk glucose op te nemen. Er is sprake van diabetes wanneer in het laboratorium is vastgesteld dat de bloedglucosewaarde te hoog is. Bij een zwangerschap is het van belang dat de glucosewaarde zoveel mogelijk binnen de normaalwaarden blijft.
5
Wat is zwangerschapsdiabetes? Tijdens de zwangerschap worden door hormonale veranderingen de lichaamscellen minder gevoelig voor de werking van insuline. Dit gebeurt bij elke zwangerschap. Door meer insuline te maken, kan het lichaam er voor zorgen dat de bloedglucose niet stijgt. Dit minder gevoelig worden van de cellen treedt op in het tweede deel van de zwangerschap. Dit is de reden dat de suikertest in het algemeen pas in de tweede helft van de zwangerschap wordt gedaan. Er kunnen natuurlijk omstandigheden zijn waardoor de test eerder of later uitgevoerd moet worden. Normaal kan het lichaam een zwangerschap goed aan, maar als de cellen erg ongevoelig worden en/of als de alvleesklier de extra insuline niet voldoende aan kan maken, kan de bloedglucose gaan stijgen. Mocht dit het geval zijn, dan wordt dit met behulp van de suikertest aangetoond.
Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes? Zwangerschapsdiabetes ontstaat doordat de zwangerschapshormonen de werking van insuline remmen. Overgewicht, emotionele stress of lichamelijke belasting kunnen invloed hebben op de werking van insuline. Normaal gesproken vangt het lichaam de verminderde werking van insuline op door extra insuline aan te maken. Bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat niet of onvoldoende. Daardoor wordt de glucosewaarde in het bloed te hoog.
6
Gevolgen van zwangerschapsdiabetes Kind Het kind krijgt via de placenta de glucose van de voedingstoffen van de moeder binnen. Een te hoge glucosewaarde bij de moeder leidt direct tot een verhoogde glucose toevoer bij het kind. Dit kan de groei van het kind zodanig beïnvloeden dat er een grotere kans op een verhoogd geboortegewicht (macrosomie) bestaat. Hierdoor kunnen er extra problemen ontstaan tijdens de bevalling. Hoge glucosespiegels tijdens de laatste periode van de zwangerschap kan bij het kind leiden tot een verhoogde insuline afgifte. Wanneer na de bevalling de toevoer van glucose vanuit de placenta wegvalt, heeft het kind in dat geval een groter risico op het krijgen van een te lage bloedglucose. Dit kan problematisch zijn voor het kind. Een goede en tijdige verbetering van de bloedglucose regulatie bij de moeder kan deze risico’s verkleinen. Bij sterke schommelingen in de bloedsuikerspiegel kan de rijping van de longen bij de baby langzamer verlopen.
Moeder Zwangerschapsdiabetes is een waarschuwing voor de toekomst. De kans op het krijgen van diabetes type 2 is 50% groter (in de eerste 5-10 jaar na uw zwangerschap). Bij een volgende zwangerschap is de kans op zwangerschapsdiabetes aanwezig.
7
U kunt de kans op diabetes zo klein mogelijk houden door: • Een gezond gewicht (passend bij uw leeftijd en lichaamsbouw) • Voldoende lichaamsbeweging • Een gezond voedingspatroon
Behandeling tijdens de zwangerschap De behandeling van zwangerschapsdiabetes wordt begeleid door de internist samen met de diabetesverpleegkundige en de diëtist. De internist is verantwoordelijk voor het goed reguleren van de bloedglucose van de moeder tijdens en na de zwangerschap. Om een goed beeld te krijgen van uw bloedglucose krijgt u van de diabetesverpleegkundige een bloedglucosemeter om zelf thuis u bloedglucose te kunnen meten. In eerste instantie wordt geprobeerd de bloedglucose te normaliseren door de voeding aan te passen. U gaat hiervoor naar de diëtist. Als de bloedglucose niet voldoende te regelen zijn met adviezen/aanpassingen van uw voedingspatroon en beweging, moet er een andere behandeling gestart worden. Dit betekent dat u insuline moet gaan spuiten, meestal alleen bij de maaltijden. Veel vrouwen zien hier begrijpelijk tegen op.
De diabetesverpleegkundige Na verwijzing heeft u een gesprek met de diabetesverpleegkundige. Deze geeft u informatie over zwangerschapsdiabetes en instructie over het meten van uw bloedglucose. Op die manier krijgen we een goed beeld van uw bloedglucose over de gehele dag. Dit komt de verdere behandeling ten goede. 8
Hoe vaak meet u de bloedglucose? Wij adviseren u minimaal twee tot drie maal per week een dagcurve te maken. Eén op een doordeweekse dag en één in het weekend.
Wat zijn de streefwaarden voor de bloedglucose? Streefwaarde nuchter voor het ontbijt: ≤ 5.3 mmol/l Streefwaarden 1,5 uur na de maaltijd: 4.0-7.0 mmol/l Wijken uw bloedglucosewaarden structureel af van deze streefwaarden dan is het mogelijk dat u insuline moet gaan spuiten. Dit gaat in overleg met het diabetesteam.
Behandeling tijdens de bevalling Zwangerschapsdiabetes kan betekenen dat u in het ziekenhuis moet bevallen. Na de geboorte wordt de bloedglucosespiegel van uw baby regelmatig gecontroleerd. Na de geboorte wordt de navelstreng met de moeder doorgeknipt en krijgt de baby zijn glucose via borst/flesvoeding. Uw baby krijgt indien nodig, voeding om daling in de bloedsuikerspiegel zo veel mogelijk te voorkomen. Als de extra voeding onvoldoende blijkt, neemt de kinderarts de zorg voor uw baby over. De baby gaat samen met u naar de couveuse-unit. Als u tijdens de zwangerschap insuline heeft gebruikt, kunt u daar meestal voor/tijdens de bevalling mee stoppen. Dit gaat in overleg met de internist, gynaecoloog of diabetesverpleegkundige. U krijgt bij 34-36 weken een format toegestuurd met de informatie die u nodig heeft tijdens/na de bevalling.
9
Na de bevalling In de meeste gevallen zal 24 uur na de bevalling de bloedglucose normaal zijn. Na de bevalling kunt u meestal stoppen met het spuiten van insuline. Dit is voor de bevalling met u besproken. • U mag in de week nadat u bevallen bent zelf twee bloedglucosedagcurves meten en deze doorbellen naar uw diabetesverpleegkundige. • Na de bevalling krijgt u een controle afspraak bij de internist. Deze afspraak zal ongeveer zes tot acht weken na de bevalling plaatsvinden. • Hierbij ontvangt u een laboratoriumformulier. We verzoeken u om één week voor het consult bij de internist bloed te laten afnemen en urine in te leveren bij het afnamelaboratorium.
De toekomst Wanneer tijdens een zwangerschap een verstoorde suikerstofwisseling wordt geconstateerd, bestaat de kans dat dit zich bij een volgende zwangerschap herhaalt. Daarom moet u in een volgende zwangerschap in een vroeg stadium getest worden (16-17 weken zwangerschap). Levert de OGTT geen afwijkende waarden op, dan wordt de OGTT bij 28 weken herhaald. Het hebben van zwangerschapsdiabetes betekent dat u een verhoogde kans op Diabetes Mellitus type 2 heeft. Dit bespreekt de internist met u tijdens het consult na de bevalling. De internist draagt u door middel van een brief over aan de huisarts. Het advies is om u jaarlijks te laten controleren op uw bloedglucosewaarden. 10
De materialen voor het meten De diabetesverpleegkundige heeft een machtiging bij Mediq (postorder bedrijf) verzorgd zodat u de teststrips, lancetten en eventueel andere materiaal kunt bestellen bij Mediq. Zij verstrekken u de materialen en u krijgt het via de post thuis bezorgd. Afhankelijk van uw zorgverzekeraar kan er een eigen bijdrage gevraagd worden.
De diëtist De diëtiste bespreekt uw voedingspatroon met u en geeft adviezen om de bloedglucose binnen normale waarden te krijgen en/of te houden. U krijgt uitleg over koolhydraten, waaruit het lichaam glucose maakt. Het blijft van belang dat u niet alleen gezonde voeding, maar ook voldoende voeding blijft gebruiken.
Algemene voedingstips bij zwangerschapsdiabetes Hierbij geven wij u algemene adviezen om mee te starten voorafgaand aan uw bezoek aan de diëtist. De diëtist geeft tijdens het consult voedingsadviezen op maat. Uitgangspunt van het voedingsadvies is een gezonde basisvoeding met voldoende voedingsstoffen voor moeder en kind.
Waar kunt u op letten? • Verdeel uw maaltijden over de dag. Gebruik liever zes kleine maaltijden dan drie grote maaltijden. • Voeg geen suikers toe aan thee of koffie. • Beperk het gebruik van suikerhoudende producten.
11
• Gebruik geen frisdrank, limonade met suiker. In plaats hiervan kunt u light frisdranken gebruiken(maximaal twee á drie glazen per dag). • Ongezoet of vers vruchtensap bevat vruchtensuikers en zijn geen goed alternatief voor frisdrank. • Gebruik twee keer per dag een portie fruit of een glas ongezoet vruchtensap, verspreid over de dag. • Kies hartig beleg op/bij het brood: kaas of vleeswaren, pindakaas, salades, sandwichspread, olijven, tapenades, vis etc. • Neem bij de warme maaltijd één zetmeelproduct: aardappels OF rijst OF pasta OF couscous OF bonen/peulvrachten OF brood. • Vermijd zoete tussendoortjes: chocolade, taart, koekjes, nagerechten met suiker, ijs, zuidvruchten(abrikoosjes en dadels) Om ervoor te zorgen dat de bloedglucose niet te hoog wordt, is het belangrijk de hoeveelheid koolhydraten goed over de dag te spreiden. Koolhydraten is een verzamelnaam voor suikers en zetmeel. Zetmeelrijke producten zijn brood, pasta, rijst en aardappelen. Koolhydraten uit de voeding komen via de maag in de darmen terecht. In de darmen worden de verschillende koolhydraten tijdens de spijsvertering afgebroken tot glucose en opgenomen in het bloed, waardoor de bloedglucose kan stijgen.
12
Meer informatie Voedingscentrum www.voedingscentrum.nl
Diabetes Vereniging Nederland www.DVN.nl
Ziekenhuis St Jansdal www.diabetescentrum-harderwijk.nl
Borstvoeding www.borstvoeding.com
13
Vragen? Mocht u vragen hebben of uw bloedglucosewaarden willen doorgeven, dan kunt u contact opnemen met uw diabetesverpleegkundige. Telefonisch spreekuur De diabetesverpleegkundige is telefonisch bereikbaar tussen 08.30-09.00 uur. De assistente van de diabetespolikliniek is telefonisch bereikbaar tussen 08.30-16.30 uur: (0341) 463747 Heeft u vragen voor de diëtist dan kunt contact opnemen met de afdeling Diëtetiek: (0341) 463720
14
Uitgave: Patiëntencommunicatie Harderwijk, september 2015
CAZ IN 120.09.15
Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 3844 DG Harderwijk Postbus 138 3840 AC Harderwijk Telefoon (0341) 463911 www.stjansdal.nl