Interne Geneeskunde | Allergologie
Immunotherapie met inhalatieallergenen Desensibilisatie
Interne Geneeskunde | Allergologie
Inleiding U reageert allergisch op stuifmeel, huisstofmijt, of huidschilfers van katten. Deze stoffen, die in de lucht voorkomen, heten inhalatieallergenen. Om uw klachten te verminderen heeft de arts u immunotherapie voorgesteld. In deze brochure leest u wat immunotherapie inhoudt en wat u van de behandeling kunt verwachten.
Immunotherapie Immunotherapie wordt ook wel desensibiliseren of specifieke allergievaccinatie genoemd. De behandeling is geschikt voor mensen met ernstige allergische klachten bij wie medicijnen niet of onvoldoende werken en die voor niet te veel verschillende allergenen (= stoffen die de allergie veroorzaken) gevoelig zijn. Hoewel de werking van immunotherapie vast staat, is het nog niet helemaal duidelijk hoe deze therapie de allergische klachten doet verminderen. Het is wel duidelijk dat immunotherapie ontstekings remmend werkt en dat deze werking ook nog lang aanhoudt na het stoppen van een kuur die enkele jaren gegeven is. Bij de immunotherapie wordt het stofje dat uw allergie veroorzaakt, opgelost in een vloeistof en vlak onder uw huid (= subcutaan) gespoten. Er wordt begonnen met een heel kleine hoeveelheid van dit allergeen, waarna u steeds een beetje meer allergeen krijgt ingespoten. In totaal duurt de gehele behandeling ruim drie tot vijf jaar. De behandeling bestaat uit twee fases: een instelfase en een onderhoudsfase.
1
Immunotherapie met inhalatieallergenen
De instelfase De instelfase is opgesplitst in twee delen. Voor het eerste deel van de instelfase wordt u een dag opgenomen (u komt ’s ochtends en gaat in de loop van de middag weer naar huis) op het dagcentrum van de afdeling Interne Geneeskunde. In de meegestuurde brief kunt u lezen wanneer u hiervoor wordt verwacht. Wilt u het dagcentrum zo spoedig mogelijk bellen als u: • na uw polikliniekbezoek op de afdeling Allergologie andere medicijnen (bijvoorbeeld via uw huisarts) heeft gekregen • denkt zwanger te zijn • op de geplande datum verhinderd bent • griep of koorts heeft gekregen enkele dagen voor of op de dag van de opname. Ons telefoonnummer vindt u achter in deze brochure.
Verloop van het eerste deel van de instelfase op het dagcentrum Nadat u zich heeft gemeld bij de balie van het dagcentrum van de afdeling Interne Geneeskunde op de 1e verdieping van Fontein straat 15, kunt u plaatsnemen in de wachtkamer. Een verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer. Hij/ zij zal u voorafgaand aan de behandeling uitleggen wat er op het dagcentrum gaat gebeuren. Als u nog vragen heeft, kunt u die stellen. Daarna brengt de verpleegkundige u naar de ruimte waar de behandeling zal plaatsvinden. Afhankelijk van wat voor u de prettigste houding is, kunt u gaan zitten of liggen. De verpleeg kundige plakt vervolgens elektrodes op uw borst om uw hartslag gedurende de behandeling te kunnen controleren. In verband met 2
Interne Geneeskunde | Allergologie
mogelijke bijwerkingen legt hij/zij een infuus bij u aan, zodat indien nodig direct medicijnen kunnen worden toegediend. Gedurende de behandeling is er steeds een verpleeg kundige bij u in de buurt. Een allergoloog is continu bereikbaar vanwege de mogelijke kans op een (heftige) allergische reactie. Voor de behandeling krijgt u vijf tot zes injecties met een zeer kleine hoeveelheid allergeen toegediend. Tussen de injecties zit steeds een half uur pauze. De concentratie allergeen in de injecties wordt stapsgewijs opgehoogd. Een uur na de laatste injectie koppelt een verpleegkundige het infuus af, het naaldje van het infuus blijft nog even zitten, en verwijdert de elektrodes op uw borst. Daarna moet u nog een uur wachten. Als u geen klachten heeft, verwijdert de verpleegkundige het infuus en mag u in de loop van de middag weer naar huis.
Het tweede deel van de instelfase Een week na het eerste deel van de instelfase begint het tweede deel van de instelfase. In deze fase wordt de hoeveelheid allergeen verder verhoogd, totdat u uiteindelijk de gewenste onderhouds dosering heeft bereikt. Uw eerste vervolgprik krijgt u op het functiecentrum van de onderafdeling Allergologie (kamer D0.218) van de polikliniek Interne Geneeskunde. In de meegestuurde brief kunt u lezen wanneer u hiervoor wordt verwacht. Op het functiecentrum krijgt u gedurende enige weken een keer per week een injectie. Na de injectie wacht u een half uur, om uit te sluiten dat een algemene allergische reactie optreedt. Er wordt naar gestreefd de concentratie van het allergeen wekelijks op te hogen. Na twee tot drie maanden is dan de hoogste concentratie bereikt en is de instelfase afgerond. Na de eerste vervolgprik worden de andere afspraken voor andere prikken in overleg met u gemaakt door een medewerker van het functiecentrum. 3
Immunotherapie met inhalatieallergenen
De onderhoudsfase In de onderhoudsfase komt u maandelijks naar de polikliniek Allergologie. U krijgt nu steeds een gelijke hoeveelheid allergeen toegediend. Als na twee jaar geen enkele verbetering van uw klachten is opgetreden, wordt de therapie beëindigd. Afhankelijk van uw klachten en de totale hoeveelheid allergeen die in de jaren toegediend is, duurt de onderhoudsfase drie tot vijf jaar. Is verlenging nodig, dan bespreekt de arts dat met u. In principe neemt de huisarts de behandeling over nadat u één pollenseizoen de onderhoudsinjecties heeft gehad. U komt daarna één keer per jaar op de polikliniek terug om de effecten van de behandeling te bespreken en om te beoordelen of de behandeling gestopt kan worden.
Meenemen van medicijnen Inhalatie allergeen Op het functiecentrum wordt u behandeld met het inhalatie allergeen. Dit medicijn is aanwezig in het ziekenhuis. U hoeft dit niet zelf mee nemen. Anti-histaminica Uit onderzoek is gebleken dat bepaalde medicijnen, antihistaminica, er voor zorgen dat de werking van de injecties met het inhalatie allergeen wordt verhoogd. Wij adviseren u daarom op de dagen dat u een injectie krijgt tenminste een uur voor de injectie een antihistaminicum te slikken. Een recept voor dit medicijn krijgt u samen met het recept voor het inhalatie allergeen.
4
Interne Geneeskunde | Allergologie
Start van de therapie De behandeling start, afhankelijk van het allergeen waar u gevoelig voor bent, in een bepaalde tijd van het jaar. • Huisstofmijt De meeste huisstofmijten zijn er in het najaar. Daarom start de immunotherapie voor huisstofmijtallergie bij voorkeur juist in het voorjaar. • Stuifmeel In Nederland zijn drie soorten stuifmeel: die van bomen, grassen en onkruiden. Bomen bloeien van februari t/m mei. De behandeling kan starten vanaf juli. Grassen bloeien van mei t/m september. De behandeling kan starten vanaf september/oktober. Onkruid bloeit vooral in augustus. De behandeling start bij voorkeur in het voor- of najaar. • Katten De allergie voor katten staat los van de seizoenen. Mits u geen kat in huis heeft kan de therapie het hele jaar door starten.
Voordeel van immunotherapie Als de therapie aanslaat, verminderen uw klachten en hoeft u minder medicijnen te gebruiken. Bovendien blijkt in veel gevallen dat als de behandeling werkt, deze ook na het afronden nog jaren blijft werken. Of dit ook bij u het geval zal zijn, is vooraf niet te voorspellen. Sommige mensen geven aan dat de klachten na de immunotherapie weer toenemen. Minimaal één keer per jaar bespreekt de allergoloog met u uw klachten om te bepalen of de therapie bij u aanslaat. Vooraf is dit namelijk moeilijk in te schatten. In het algemeen merkt eenderde 5
Immunotherapie met inhalatieallergenen
van de patiënten iets van de therapie en werkt bij eenderde van de patiënten de therapie heel goed. Bij eenderde van de patiënten slaat de therapie niet aan. Aan de hand van uw klachten van dat moment kan de allergoloog een inschatting maken over het effect van de behandeling. Immunotherapie is vooral effectief als het gaat om allergische klachten van de bovenste luchtwegen (= ogen, de neus en de keel). Ook kan immunotherapie worden ingezet bij allergische longklachten, hoewel het effect dan minder groot kan zijn. De mate van effectiviteit van de immunotherapie neemt toe naarmate u voor minder allergenen allergisch bent. In het algemeen geldt dus dat immunotherapie het meest effectief is bij oogklachten met één allergeen en het minst effectief bij astma (longklachten) en meerdere allergenen. De allergoloog bespreekt met u in hoeverre immuno therapie voor u een goede keuze is.
Eventuele bijwerkingen van de immunotherapie Sommige mensen hebben vooral aan het begin van de behandeling last van een plaatselijke zwelling, roodheid en warmte van de huid bij de injectieplaats. Anderen voelen zich de dag dat zij geprikt zijn niet helemaal lekker (te vergelijken met een grieperig gevoel). De klachten verdwijnen meestal in de loop van de behandeling en zijn meestal geen reden de behandeling te stoppen of te vertragen. Bij een kleine 10% van de mensen kan een algemene allergische reactie het gevolg zijn van de injectie. Dit is meestal een milde reactie, zoals galbulten, maar ernstiger klachten kunnen ook voor komen. Het doseringsschema wordt dan aangepast.
6
Interne Geneeskunde | Allergologie
De keuze voor immunotherapie Vóór u kiest om wel of niet immunotherapie te ondergaan, is het belangrijk dat u een aantal zaken in overweging neemt. Immunotherapie is een langdurige behandeling. Het is goed om u van te voren af te vragen of u in staat bent eerst wekelijks, later maandelijks, gedurende enkele jaren naar een arts (in het begin het UMCG, later de huisarts) te komen voor uw injectie. Als u opziet tegen de tijdsbelasting, maar ook als u opziet tegen de injecties, of het moeilijk vindt om u aan vaste afspraken te houden, raden we u af om aan de immunotherapie te beginnen. Verder kan immunotherapie een negatieve invloed hebben op het beloop van sommige bijkomende ziekten. Zo kan bijvoorbeeld een bestaand astma verergeren. Als u gedurende de behandeling te maken krijgt met een ernstig atopisch eczeem of met een ernstig en/of instabiel astma, kan dit betekenen dat u met de immunotherapie moet stoppen. Tenslotte betekent de keuze voor een immunotherapie bij kattenallergie dat u geen kat als huisdier kunt houden.
Immunotherapie en zwangerschap Tijdens de instelfase is de kans op een allergische reactie na een injectie het grootst. U mag in deze periode dan ook niet zwanger zijn. Als de onderhoudsfase is bereikt en probleemloos verloopt, is een zwangerschap geen probleem. De injecties zijn niet schadelijk voor de ongeboren baby.
7
Immunotherapie met inhalatieallergenen
Extra informatie - - -
- -
-
Op de dag van de injectie wordt het u ontraden om te sporten of zware lichamelijke arbeid verrichten. Injecties worden alleen gegeven wanneer u in een goede lichamelijke conditie bent. U mag geen koorts hebben. Tijdens een verkoudheid kan de injectie meestal wel doorgaan, maar het is mogelijk dat u er dan wel meer last van heeft. Om die reden kan het soms beter zijn de injectie een week uit te stellen. Bij vaccinaties (bijvoorbeeld griep) moet er minstens één week tussen de verschillende injecties zitten. Als u door ziekte de prik niet op tijd (interval van vier weken) heeft kunnen halen wordt de dosis (volgens schema) aangepast. Mocht de geplande prik midden in een vakantie vallen, dan is het advies deze injectie eerder te halen en vanaf dat moment weer vier weken verder te tellen.
Vragen Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, kunt u altijd contact opnemen met het dagcentrum van de afdeling Interne Geneeskunde, telefoonnummer (050) 361 30 33 of met de polikliniek Allergologie, telefoonnummer (050) 361 29 73.
8
Patiënteninformatie vlc 396/1011