Insulinepomp en CGM-systeem
Gebruikershandboekje Maak kennis met uw systeem
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 1
2/11/14 2:58 PM
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 2
2/11/14 2:58 PM
Welkom Hartelijk dank voor uw keuze van het Animas® Vibe™ systeem. Uw Animas® Vibe™ systeem kan een integrale rol spelen in het programma voor bloedglucoseregulatie (BG-regulatie) en continue insulinetoediening dat u samen met uw zorgverlener hebt opgesteld. Uw Animas® Vibe™ insulinepomp dient continu insuline toe, als hulpmiddel om de BG-streefwaarden te behalen die uw zorgverlener heeft aanbevolen. De insuline wordt op twee manieren toegediend: 1) continue ‘basale’ insulinetoediening en 2) ‘bolus’-insulinetoediening voor voedsel dat u hebt gegeten en/of om hoge BG-waarden te verlagen. In combinatie met de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender biedt uw Animas® Vibe™ systeem u zowel continue insulinetoediening als continue glucosemonitoring (CGM). Het kan zijn dat de optionele Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender in uw land of regio niet verkrijgbaar zijn. Met dit gebruikershandboekje leert u uw Animas® Vibe™ en het gebruik ervan optimaal kennen en begrijpen. Het gebruikershandboekje is zodanig samengesteld dat u de gezochte informatie kunt vinden wanneer u die nodig hebt. Het is eenvoudig te doorzoeken zodat u de informatie direct bij de hand hebt. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur om te zien of er een website is waarop u meer informatie kunt vinden over educatieve programma’s bij u in de buurt. De website heeft misschien ook andere informatie over diabetesregulatie. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. U kunt dit gebruikershandboekje raadplegen als u alleen de Animas® Vibe™ insulinepomp gaat gebruiken, of als u de pomp samen met de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender gaat gebruiken. Deel I van dit gebruikershandboekje geeft u instructies over het gebruik van de Animas® Vibe™ insulinepomp alleen. Deel II geeft u instructies over het gebruik van de Animas® Vibe™ insulinepomp samen met de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender. U kunt natuurlijk nog steeds vragen hebben. In dat geval zal uw plaatselijke Animas-distributeur uw vragen graag telefonisch beantwoorden. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Zorg dat u het patiëntenpasje bij de hand houdt voor toekomstig gebruik.
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 3
2/11/14 2:58 PM
INHOUD VOORD AT U BEGINT
I ®
™
DEEL I: DE ANIMAS VIBE INSULINEPOMP
HOOFDSTUK 1 - Overzicht van de insulinepomp
1
HOOFDSTUK 2 - Kennismaking met uw Animas ® Vibe ™ insulinepomp
5
HOOFDSTUK 3 - Uw pomp gereedmaken voor gebruik
11
HOOFDSTUK 4 - De functie Normale bolus gebruiken
23
HOOFDSTUK 5 - Basaalprogrammafuncties gebruiken
25
HOOFDSTUK 6 - De functie Onderbreken/Hervatten
33
HOOFDSTUK 7 - De geheugenfunctie
35
HOOFDSTUK 8 - De statusfunctie
41
HOOFDSTUK 9 - Geavanceerde functies/Instellen en activeren
45
HOOFDSTUK 10 - Geavanceerde functies gebruiken
57
HOOFDSTUK 11 - Veiligheidssysteem en alarmen van de pomp
77
HOOFDSTUK 12 - Verzorging en onderhoud van uw insulinepomp
89
HOOFDSTUK 13 - Instructies voor het aanbrengen van de displaybeschermfolie
91
HOOFDSTUK 14 - P roblemen oplossen met hypoglycemie, hyperglycemie en problemen met uw infusiesets/-plaatsen 93 HOOFDSTUK 15 - Richtlijnen voor ziektedagen
99
HOOFDSTUK 16 - Uw manier van leven
101
HOOFDSTUK 17 - G arantie en andere technische informatie voor de Animas ® Vibe ™ insulinepomp 103
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 4
2/11/14 2:58 PM
DEEL II: DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
HOOFDSTUK 1 - Overzicht van CGM
107
HOOFDSTUK 2 - CGM-instellingen
109
HOOFDSTUK 3 - De sensor en zender inbrengen
117
HOOFDSTUK 4 - Een CGM-sessie starten
125
HOOFDSTUK 5 - CGM-kalibratie
127
HOOFDSTUK 6 - CGM-informatie op uw pomp bekijken
131
HOOFDSTUK 7 - CGM-geschiedenisschermen
141
HOOFDSTUK 8 - Een CGM-sessie voltooien
145
HOOFDSTUK 9 - De zender en de sensor verwijderen
147
HOOFDSTUK 10 - CGM-veiligheidssysteem en -alarmen
149
HOOFDSTUK 11 - Verzorging en onderhoud van uw Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender
163
HOOFDSTUK 12 - Problemen met uw Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender oplossen
167
HOOFDSTUK 13 - Technische informatie Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender
171
BI JL AG E A: W OORDENLIJ ST
179
I ND EX 185
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 5
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
Overleg met uw zorgverlener welke individuele training u nodig hebt. Probeer de pomp niet aan te sluiten voordat u training met de pomp hebt gekregen. Tijdens uw training helpt uw zorgverlener u de juiste instellingen te selecteren voor uw insulinepomp en continue glucosemonitoring (CGM). Uw insulinepomp moet voor u persoonlijk worden geprogrammeerd, omdat uw insulinepompinstellingen de berekeningen voor insulinetoediening beïnvloeden. Zorg dat u het gebruik van uw pomp voor de toediening van uw insuline geheel onder de knie hebt, voordat u de functies voor continue glucosemonitoring (CGM) met uw pomp gaat gebruiken. Zie in de desbetreffende hoofdstukken van deel I hoe u te werk gaat om uw insulinepomp in te stellen en te gebruiken. De volgende insulines zijn door Animas getest en veilig bevonden voor gebruik in het insulinereservoir van de pomp: Humalog®, Novo Rapid®, NovoLog® en Apidra®. Controleer het medicatie-etiket op de insuline en uw gezondheidstoestand voordat u een ander type insuline met deze pomp gebruikt, om te verzekeren dat dit type met uw pomp kan worden gebruikt. Insulinepomptherapie wordt aanbevolen voor mensen met diabetes die: • Hun BG-waarden vier tot zes keer per dag testen of zo vaak als door hun zorgteam is geadviseerd • Het tellen van koolhydraten aantoonbaar onder de knie hebben • Goede zelfzorg voor hun diabetes toepassen • Hun zorgverlener regelmatig bezoeken • Goed genoeg kunnen zien en horen om te reageren op de Let op!-meldingen, waarschuwingen en alarmen van de pomp Voor kinderen die insulinepomptherapie gebruiken is toezicht door een volwassene nodig. U moet dit gebruikershandboekje en alle bijsluiters bij uw Animas® Vibe™ insulinepomp zorgvuldig lezen. U moet ook alle bijsluiters bij uw Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender lezen. Onthoud het volgende bij het lezen van dit gebruikershandboekje: • Weergegeven schermen in dit gebruikershandboekje zijn uitsluitend voorbeelden. Ze mogen niet worden beschouwd als aanbevelingen voor individuele programmering en zijn mogelijk niet representatief voor de huidige gezondheidstoestand. • De Animas® Vibe™ insulinepomp heeft een kleurenscherm, maar de schermen in dit gebruikershandboekje worden altijd in zwart-wit weergegeven. • De afkorting BG voor ‘bloedglucose’ wordt vaak gebruikt, zowel in de instructietekst als op de voorbeeldschermen. • Het decimaalteken dat op het pompscherm en in alle afbeeldingen van schermen in dit gebruikershandboekje wordt gebruikt, is een punt (.). In uw land of regio kan een andere conventie gevolgd worden, en wordt wellicht de komma (,) gebruikt om decimalen aan te geven. • ‘Insuline aanwezig’ wordt vaak, zowel op het pompscherm als in voorbeelden van de schermen, verkort weergegeven als IOB (Insulin On Board).
I
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 1
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
• Uw Animas® Vibe™ systeem bestaat uit een Animas® Vibe™ insulinepomp, een Dexcom G4 PLATINUM-zender en een Dexcom G4 PLATINUM-sensor. Vaak wordt uw Animas® Vibe™ insulinepomp kortweg ‘uw pomp’ genoemd. Uw Dexcom G4 PLATINUM-zender wordt vaak ‘uw zender’ genoemd. Uw Dexcom G4 PLATINUM-sensor wordt vaak ‘uw sensor’ genoemd. • De afkorting CGM voor ‘continue glucosemonitoring’ wordt vaak gebruikt, zowel in de instructietekst als op de voorbeeldschermen. • U ziet op bepaalde schermen en op veel plaatsen in dit gebruikershandboekje het woord ‘vingerprik’. Dit verwijst naar een test die met een bloedglucosemeter wordt afgenomen en waarbij een bloedmonster uit de vingertop wordt gebruikt. • Alle verwijzingen naar schermen, menu’s, knoppen, enz. in deel II betreffen de Animas® Vibe™ insulinepomp, tenzij anders wordt aangegeven. Let met name overal in dit gebruikershandboekje op Waarschuwingen, Let op!-meldingen, Voorzorgsmaatregelen en Veiligheidsinformatie. Deze worden aangeduid met het symbool m.
Beoogd gebruik Het Animas® Vibe™ systeem bestaat uit een Animas® Vibe™ insulinepomp gecombineerd met de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender. Het Animas® Vibe™ systeem is bedoeld voor exclusief gebruik door één diabetespatiënt. De Animas® Vibe™ insulinepomp is geïndiceerd voor continue subcutane insuline-infusie voor het reguleren van diabetes die met insuline moet worden behandeld, bij zowel volwassenen als kinderen. De pomp is ontworpen om gegevens van de glucosesensor over te nemen en weer te geven. Ook is het systeem een glucosemonitoring-apparaat, geïndiceerd voor het registreren van trends en het volgen van patronen bij diabetespatiënten (vanaf 2 jaar) met diabetes. Het systeem is bedoeld voor gebruik door patiënten in thuissituaties en in gezondheidszorginstellingen. Het systeem is geïndiceerd voor gebruik als apparaat ter aanvulling, niet ter vervanging, van informatie die is verkregen met behulp van een standaardbloedglucosemeter voor thuisgebruik. Het systeem helpt bij de detectie van perioden met een lage en/of hoge bloedglucosespiegel. Het systeem maakt daardoor zowel directe als lange-termijnaanpassingen van de behandeling mogelijk, waarmee deze schommelingen kunnen worden gereduceerd. Interpretatie van de resultaten van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender dient te gebeuren op basis van de trends en patronen die kunnen worden waargenomen na een periode met meerdere achtereenvolgende metingen.
II
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 2
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
m Belangrijke veiligheidsinformatie over uw Animas® Vibe™ systeem Voordat u uw Animas® Vibe™ insulinepomp in gebruik neemt, moet u eerst kennis nemen van alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in deze paragraaf Voordat u begint, en van de hele inhoud van deel I van dit gebruikershandboekje. Lees, indien van toepassing, ook zorgvuldig alle contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in deze paragraaf over de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender, en de hele inhoud van deel II van dit gebruikershandboekje. Als u iets niet begrijpt of vragen hebt, kunt u uw zorgteam raadplegen.
m Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen – Animas® Vibe™ insulinepomp m WAARSCHUWINGEN: • Overleg met uw zorgverlener welke individuele training u nodig hebt. Probeer de pomp niet aan te sluiten voordat u training met de pomp hebt gekregen. • Onjuist gebruik van uw pomp, negeren van de instructies in dit gebruikershandboekje en onjuiste/onvoldoende zelfzorg en probleemoplossingstechnieken kunnen overlijden of ernstig letsel tot gevolg hebben. Raadpleeg uw zorgteam of bel uw plaatselijke Animas-distributeur als u iets niet begrijpt of vragen hebt. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. • Uw pomp is ontworpen om betrouwbaar insuline toe te dienen, maar uw pomp gebruikt alleen snelwerkende insuline; u krijgt geen langwerkende insuline in uw lichaam. Om het risico van diabetische ketoacidose (DKA) of een zeer hoge BG te vermijden, moet u erop voorbereid zijn uzelf een insuline-injectie te geven als om een of andere reden de toediening wordt onderbroken. • Uw pomp is ontworpen en gekalibreerd voor de toediening van E100 insuline. Het gebruik van een insuline met een hogere of lagere concentratie kan ernstig letsel of overlijden tot gevolg hebben. • Start nooit het menu-item Voorvullen/Terugspoelen (‘Voorv/Terug’) op uw pomp terwijl de infusieset op uw lichaam is aangesloten. Het menu-item Voorvullen/Terugspoelen omvat stappen voor het terugspoelen van de pompmotor, het laden van een insulinereservoir en aandraaien van de reservoirdop en het voorvullen van de infusiesetslang. Als u uw infusieset niet van uw lichaam loskoppelt voordat u deze stappen uitvoert, kan te veel insuline worden toegediend. Dit kan letsel of overlijden tot gevolg hebben. Als uw pomp intern beschadigd raakt, kan een aanzienlijke hoeveelheid insuline onbedoeld worden toegediend. U kunt in dat geval ernstig letsel oplopen of zelfs overlijden door hypoglycemie. • Uw pomp en de toebehoren bevatten verschillende kleine onderdelen die voor kleine kinderen verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Indien ze worden ingeslikt, kunnen deze kleine onderdelen inwendig letsel of infecties veroorzaken. De batterijen bevatten bijvoorbeeld chemicaliën die specifiek schadelijk voor kinderen kunnen zijn. • De gebruiksduur van uw pomp eindigt op 31 december 2023. De laatste dag waarop u met een nieuwe sensor een nieuwe CGM-sessie kunt beginnen is 24 december 2023.
m Radiologieapparatuur Uw pomp is ontworpen om te werken in de nabijheid van algemene bronnen van elektrostatische en elektromagnetische interferentie, zoals winkelbeveiligingssystemen. Zoals voor alle draagbare elektronische apparaten geldt, mag uw pomp niet worden blootgesteld aan zeer sterke elektromagnetische velden zoals bij een MRI-scan, radiofrequente (RF) lasapparatuur of magneten waarmee auto’s worden opgetild. Zeer sterke magnetische velden, zoals bij een MRI worden toegepast, kunnen het deel van de motor dat de insulinetoediening regelt, hermagnetiseren. Als u een MRI-scan moet ondergaan, moet u uw pomp verwijderen en deze tijdens de procedure buiten de behandelruimte laten. III
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 3
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw Animas® Vibe™ insulinepomp gebruikt, moet u ook uw Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender verwijderen en ze tijdens de procedure buiten de behandelruimte laten. Raadpleeg de belangrijke veiligheidsinformatie betreffende MRI-scans in paragraaf Voordat u begint van dit gebruikershandboekje.
m Richtlijnen inzake het gebruik van het Animas® Vibe™ systeem tijdens
medische procedures m LET OP!: Bij bepaalde medische procedures wordt gebruik gemaakt van energievelden (bijv. ioniserende straling, magnetische straling) die het Animas® Vibe™ systeem kunnen beschadigen. Gebruikers van het apparaat mogen de pomp, de zender/sensor en bepaalde infusiesets NOOIT aan zulke energievelden blootstellen. Verwijder ALTIJD de pomp en de zender/ sensor voordat u een ruimte binnengaat waar een dergelijke procedure wordt uitgevoerd.
Medische procedure
Omvat uitvoering van de procedure door patiënt en/of zorgverlener en is van toepassing op de pomp, zender/sensor en infusieset • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
HARTKATHETERISATIE
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. COLONOSCOPIE
• De pomp, infusieset en zender/sensor kunnen aangesloten blijven. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
CT-SCANS
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. ECG
• De pomp, infusieset en zender/sensor kunnen aangesloten blijven. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
ELEKTROCAUTERISATIE
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. LASERCHIRURGIE
• De pomp, infusieset en zender/sensor kunnen aangesloten blijven. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
MRI
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd.
IV
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 4
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
Medische procedure
NUCLEAIRE STRESSTEST (beeldvorming van myocardperfusie)
Omvat uitvoering van de procedure door patiënt en/of zorgverlener en is van toepassing op de pomp, zender/sensor en infusieset • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
PACEMAKER/AICD herprogrammeren
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. THERAPEUTISCHE BESTRALING/ONCOLOGIE (bestraling voor de behandeling van kanker)
ECHOGRAFIE
• Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. • De pomp, infusieset en zender/sensor kunnen aangesloten blijven. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
RÖNTGENFOTO, FLUOROSCOPIE VAN HET LICHAAM (borst, nek, buik, romp, enz.)
wordt uitgevoerd, tenzij u tijdens de procedure een loodschort draagt dat de pomp geheel bedekt. Indien degene die de procedure uitvoert een pomp draagt, moet hij of zij zich tijdens de procedure terugtrekken in een geschikte beveiligde ruimte. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
RÖNTGENFOTO, BOTDICHTHEIDSMETING
wordt uitgevoerd, tenzij u tijdens de procedure een loodschort draagt dat de pomp en zender geheel bedekt. Indien degene die de procedure uitvoert een pomp of zender draagt, moet hij of zij zich tijdens de procedure terugtrekken in een geschikte beveiligde ruimte. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
RÖNTGENFOTO, TANDHEELKUNDIG
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. • Breng de pomp of zender/sensor niet in de ruimte waar de procedure
RÖNTGENFOTO, MAMMOGRAM
wordt uitgevoerd. • De teflon/plastic infusieset kan aangesloten blijven. Andere typen
infusiesets moeten worden verwijderd. V
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 5
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
m VOORZORGSMAATREGELEN • Uw pomp is verzegeld en mag ALLEEN door de fabrikant worden geopend. Als de verzegeling van de pomp door iemand anders dan een bevoegd technicus van Animas® wordt ontsloten, vervalt de garantie en is uw pomp niet meer waterdicht. Als het etiket op de achterkant van uw pomp is verwijderd of beschadigd, vervalt de garantie en is uw pomp niet meer waterdicht. • Als uw pomp tijdens het gebruik hoger wordt geplaatst dan de infusieplaats, kan een kleine extra hoeveelheid insuline worden toegediend. Om dit verschijnsel te beperken en de toedieningsnauwkeurigheid van de pomp te behouden mag de afstand tussen uw pomp en de infusieplaats niet meer zijn dan 30 centimeter. Als uw pomp lager geplaatst wordt dan de infusieplaats, hebt u geen last van dit probleem. • Controleer de infusieplaats op de juiste plaatsing en lekken. Door verkeerde plaatsing of lekken om de infusieplaats kan te weinig insuline worden toegediend. • Controleer van tijd tot tijd de infusieset tijdens het gebruik van de pomp op schade, lekken of knikken. Een beschadigde, lekkende of geknikte slang kan de insulinetoediening beperken of stoppen, waardoor te weinig insuline kan worden toegediend. • Gebruik uitsluitend Animas® reservoirs van 2,0 mL (200 eenheden/2 mL) en infusiesets met een standaard lueraansluiting. Een goede werking van de pomp kan niet worden gegarandeerd als andere reservoirs worden gebruikt dan reservoirs die zijn vervaardigd door Animas Corporation, of als reservoirs meerdere keren worden gebruikt. ooi gebruikte reservoirs en infusiesets altijd weg volgens de voorschriften in uw •G leefomgeving. Als dit advies wordt genegeerd, kan dat gevaar voor de gezondheid opleveren. • Controleer voordat u de batterijdop vervangt of de afsluitring goed past en niet is beschadigd. Een beschadigde afsluitring kan het contact met de batterij en/of de waterdichtheid van uw pomp beïnvloeden. Zie hoofdstuk 3 in deel I. • Controleer voordat u een reservoir in uw pomp plaatst of de afsluitringen op het reservoir niet zijn beschadigd. Door beschadigde afsluitringen kan te veel of te weinig insuline worden toegediend. ontroleer de ventilatieopeningen van tijd tot tijd op vuil en deeltjes. Zie hoofdstuk 12 in •C deel I. • Controleer van tijd tot tijd of uw persoonlijke instellingen op de pomp juist zijn. • Controleer van tijd tot tijd de geluidsignalen van de pomp om te verzekeren dat de pieptonen gemakkelijk te horen zijn en controleer of de trilfunctie goed werkt. U moet bijvoorbeeld de pieptonen en de trillingen altijd horen en voelen als u de batterij vervangt. • Houd bij het gebruik van de downloadfunctie het communicatievenster vrij van obstructies en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de draadloze downloadkabel. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur voor informatie over compatibele diabetesregulatiesoftware die u kunt gebruiken om uw pompgegevens op uw computer te volgen, na te kijken en te analyseren. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Het is mogelijk dat er geen compatibele regulatiesoftware in uw land of regio verkrijgbaar is.
VI
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 6
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
m VOORZORGSMAATREGELEN (vervolg) • Uw pomp verbruikt batterijvoeding om u Let op!-meldingen, waarschuwingen en alarmen te sturen. Als u het bericht niet bevestigt, blijft de pomp de batterij gebruiken voor het herhalen en voortzetten van de berichten. Dit kan de levensduur van de batterij bekorten en kan ervoor zorgen dat het alarmscherm Vervang batterij eerder dan verwacht wordt weergegeven. • Uw pomp is uitsluitend bestemd voor continue subcutane insuline-infusie (CSII). Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met andere toe te dienen stoffen. • Raadpleeg uw zorgteam voordat u uw pomp gebruikt, om te bepalen welke programmeringsfuncties voor u geschikt zijn. Sommige functies vereisen een bredere kennis over insulinepompen en geavanceerde vaardigheden voor zelfzorg. Bovendien is het voor de beste resultaten met sommige geavanceerde programmeringsfuncties nodig dat de basisinstellingen eerst volledig getest en fijn afgeregeld worden. Uw zorgteam zal u de specifieke training voor het programmeren en gebruiken van uw pomp geven. • Het gebruik van de functies Verlengde bolus, Combinatiebolus, Snel-KH (koolhydratencalculator), Insuline aanwezig en Snel-BG (bloedglucose-correctiecalculator) vereist input van uw zorgteam. Ga pas met deze functies aan het werk nadat u specifieke informatie voor uw zorgplan en specifieke training over alle programmeringsfuncties hebt gekregen. • Alleen uw zorgteam kan uw insuline-koolhydraatratio’s (I:K-ratio’s), insulinegevoeligheidsfactoren (IGF’s), BG-streefbereiken en de duur van Insuline aanwezig bepalen. • Basaaldoseringen die te hoog of te laag zijn kunnen de BG-waarden negatief beïnvloeden. Werk samen met uw zorgteam om de basaaldoseringen goed af te regelen. • De manier waarop uw lichaam insuline gebruikt, kan door veel dingen worden beïnvloed. Neem contact op met uw zorgteam over veranderingen in uw levensstijl, zoals met een fitnessplan beginnen of stoppen, of aanzienlijk gewichtsverlies of -toename. Uw basale doseringen moeten dan misschien worden aangepast. • Stop niet met het gebruik van uw pomp als u ziek bent, tenzij uw zorgverlener u daar instructie voor geeft. Uw lichaam heeft, ook als u ziek bent, insuline nodig. Zie hoofdstuk 15 in deel I. • Kijk als u pas begint de functie Audiobolus te gebruiken altijd op de display om de juiste programmering te bevestigen, totdat u zich helemaal op uw gemak voelt met het gebruik van deze functie. • Animas Corporation adviseert u, iemand in uw directe omgeving te vinden (familie, vriend, enz.) die diabetes en pomptherapie begrijpt, zodat deze persoon u in geval van nood kan helpen. Zorg dat deze persoon op de hoogte is van alle informatie die uw zorgteam u geeft.
m Pretparken In pretparkattracties met ‘vrije val’ worden soms zeer sterke elektromagneten gebruikt. De pomp moet worden verwijderd en mag niet worden meegenomen op deze ‘vrije val’-attracties. In sommige achtbanen kan sterke zwaartekracht worden ervaren. We raden aan uw pomp los te koppelen als u in een achtbaan bent (NIET onderbreken).
m Vliegtuig zonder cabinedruk Koppel de pomp los (NIET onderbreken) tijdens een vlucht in een vliegtuig zonder cabinedruk of in een vliegtuig dat voor luchtshows of gevechtssimulaties wordt gebruikt.
VII
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 7
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
m VOORZORGSMAATREGELEN (vervolg) • Voordat u naar bed gaat het vervangen van de infusieset rond een maaltijd, of één tot twee uur voordat u naar ˚ Pbedlangaat. Als uw set moet worden vervangen als u naar bed gaat, moet u uw BG één of twee uur later controleren. Controleer uw BG altijd één tot twee uur nadat de infusieset is vervangen.
ontroleer voordat u naar bed gaat altijd of uw reservoir genoeg insuline voor de hele nacht ˚ Cbevat. Stel voordat u gaat slapen het volume van alle waarschuwingen en alarmen in op hoog, tenzij uw zorgteam iets anders heeft geadviseerd.
• Verwijder altijd alle luchtbellen uit het reservoir en de slang voordat u begint met insulinetoediening. Luchtbellen kunnen de nauwkeurigheid van de toediening negatief beïnvloeden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in de verpakking van uw reservoir. • Mobiele telefoons kunnen de insulinetoediening door uw pomp beïnvloeden als ze te dicht bij de pomp worden gedragen. We raden u aan uw pomp op ten minste 15,2 centimeter afstand van uw mobiele telefoon te dragen. Mobiele telefoons beïnvloeden de CGM-functies van uw pomp niet. • Als u uw pomp ter reparatie hebt teruggestuurd en u hebt een vervangende pomp gekregen, mag u de vervangende pomp NIET gebruiken totdat alle instellingen van uw behandelingsplan geprogrammeerd zijn. • Inspecteer uw pomp als u hem hebt laten vallen of als de pomp ergens hard tegenaan is geslagen, om te verzekeren dat alles nog goed werkt. Controleer of de display nog werkt en helder is en of de reservoirdop, de batterijdop en de infusieset nog goed op hun plaats zitten. Controleer op lekkage rond het reservoir door een stukje vloeipapier rond de aansluiting te wikkelen. Barsten, afschilferingen of beschadigingen aan uw pomp kunnen het contact met de batterij en/of de waterdichtheid van uw pomp beïnvloeden. Bel uw plaatselijke Animas-distributeur als u schade aan uw pomp ziet of vermoedt. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. • Uw pomp is ontworpen voor gebruik in een omgeving waarin de temperatuur tussen 5 °C en 40 °C ligt. Als uw pomp wordt blootgesteld aan temperaturen buiten dit bereik, moet extra zorg worden besteed aan bescherming tegen extreme temperaturen. • Gebruik uw pomp nooit waar explosieve gassen aanwezig zijn, om het risico van explosie te vermijden. • Uw pomp is ontworpen voor optimale werking en levensduur van de batterij met een Energizer® Ultimate Lithium AA-batterij (1,5 V). Bij oplaadbare en koolstofzinkbatterijen ontbreken de benodigde kenmerken om uw pomp goed te laten werken. Deze batterijen mogen niet worden gebruikt. Sommige lithium AA-batterijen worden geleverd met andere voltages, zoals 3,6 V of 4,0 V. Gebruik deze batterijen niet. Het gebruik van een batterij met een ander voltage dan 1,5 V kan uw pomp permanent beschadigen en maakt de garantie ongeldig. • Gebruik geen huishoudreinigingsmiddelen, chemicaliën, oplosmiddelen, bleekmiddelen, schuursponsjes of scherpe instrumenten om uw pomp te reinigen. Doe uw pomp nooit in de afwasmachine en gebruik nooit erg heet water om de pomp te reinigen. • Gebruik nooit een haardroger, magnetron of bakoven om uw pomp te drogen. Gebruik een zachte doek.
VIII
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 8
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
m Contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen –
Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender m CONTRA-INDICATIES: • De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender vervangt de BG-meter niet. Voor beslissingen over uw behandeling, zoals hoeveel insuline u moet nemen, moet u altijd de BG-waarde van uw BG-meter gebruiken. • Voorafgaand aan magnetische-resonantiebeeldvorming (MRI), een CT-scan of diathermiebehandeling moeten de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender worden verwijderd. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender zijn niet getest tijdens MRI- of CT-scans of tijdens diathermiebehandelingen, en het is onbekend of er dan veiligheids- of werkingsproblemen zijn. • Het innemen van geneesmiddelen die acetaminofen (paracetamol) bevatten terwijl u de sensor draagt, kan de glucoseresultaten van uw sensor foutief hoger maken. Hoe onnauwkeurig ze worden, hangt af van de hoeveelheid acetaminofen (paracetamol) die in uw lichaam actief is.
m WAARSCHUWINGEN: • Gebruik de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender pas als u training hebt gekregen of het trainingmateriaal dat bij uw sensor/zender wordt geleverd, hebt doorgenomen. • Voor beslissingen over uw behandeling, zoals hoeveel insuline u moet nemen, moet de BG-waarde van uw BG-meter worden gebruikt. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender vervangen de BG-meter niet. BG-waarden kunnen verschillen van de sensorglucosewaarden. De richting en snelheid waarmee de glucosewaarden veranderen en de trendgrafiek van uw sensor/zender, die op uw pomp worden weergegeven, bieden u extra informatie om u te helpen bij beslissingen die u neemt om uw diabetes te reguleren. • Symptomen van hoge en lage glucose mogen niet worden genegeerd. Als uw sensorglucosewaarden niet bij uw symptomen passen, moet u uw BG met een BG-meter bepalen. • De glucoseresultaten van uw sensor kunnen onnauwkeurig zijn als u minder vaak dan om de 12 uur kalibreert. • Sensoren kunnen heel af en toe breken. Als een sensor is gebroken en er geen zichtbaar deel boven de huid uitsteekt, probeer de sensor dan niet te verwijderen. Roep professionele medische hulp in als u symptomen van infectie of ontsteking (roodheid, zwelling of pijn) op de inbrengplaats ondervindt. Meld een gebroken sensor altijd bij uw plaatselijke Animasdistributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. • De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender IS NIET GOEDGEKEURD VOOR GEBRUIK bij kinderen of adolescenten, zwangere vrouwen of mensen die dialyse ondergaan. • Plaatsing van de sensor is NIET GOEDGEKEURD voor andere plaatsen dan onder de buikhuid of, bij kinderen tussen 2 en 17 jaar, onder de buikhuid of in de bovenkant van de billen.
IX
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 9
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
m WAARSCHUWINGEN: • Als de behuizing van uw zender beschadigd of gebarsten is, mag u de zender niet gebruiken, omdat dit een elektrisch veiligheidsrisico of verkeerd functioneren kan veroorzaken. • De sensor en de zender bevatten onderdeeltjes die verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Houd de doos met de zenderkit op veilige afstand van kleine kinderen; er zit een magneet in en die mag niet worden doorgeslikt. • Uw Animas® Vibe™ systeem past uw insuline niet automatisch aan op basis van de CGMresultaten. U moet een vingerpriktest met uw BG-meter uitvoeren en die BG-waarde gebruiken om beslissingen te nemen over insuline en behandeling. Beslissingen over insulinedosering mogen niet uitsluitend worden gebaseerd op de resultaten van de Dexcom G4 PLATINUMsensor en -zender.
m VOORZORGSMAATREGELEN: • Voordat u de verpakking van de sensor opent, moet u uw handen met water en zeep wassen en ze afdrogen om besmetting te voorkomen. • Voordat u de sensor inbrengt, moet u de huid op de inbrenglocatie altijd reinigen met een lokaal aangebrachte antimicrobiële oplossing, zoals isopropylalcohol. Dit kan helpen infecties te voorkomen. Plaats de sensor pas als de gereinigde plaats droog is, voor een betere hechting. • Kies elke keer als u een sensor inbrengt een andere plaats, zodat uw huid tijd krijgt om te helen. • Vermijd bultige, ingedrukte of samengeknepen plaatsen, of plaatsen met littekens, tatoeages of irritaties; dit zijn geen ideale plaatsen om glucose te meten. • Injecteer geen insuline en plaats de infusieset van de insulinepomp niet binnen 7,62 cm van de sensor, voor het geval de insuline de glucoseresultaten van de sensor beïnvloedt. • De sensor is alleen steriel als de verpakking ongeopend en onbeschadigd is. Gebruik geen sensor waarvan de steriele verpakking eerder is beschadigd of geopend. • Om de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender te kalibreren, moet u de exacte BG-waarde invoeren die uw BG-meter aangeeft, binnen 5 minuten na een zorgvuldig uitgevoerde BG-meting. Het invoeren van onjuiste BG-waarden, of van waarden die langer dan 5 minuten geleden zijn bepaald, kan leiden tot onnauwkeurige glucoseresultaten van de sensor. • Zonder blokkeringen is het zendbereik van de zender naar de pomp maximaal 3,6 meter. Draadloze communicatie werkt niet goed via water; daarom kan het bereik beduidend minder zijn als u bijvoorbeeld in een zwembad, badkuip of op een waterbed ligt. Ook metalen objecten en elektrische dekens op korte afstand kunnen de draadloze communicatie verstoren. • Sensoren moeten gedurende de hele houdbaarheidstermijn worden bewaard bij een temperatuur tussen 2 °C en 25 °C. U kunt uw sensoren in de koelkast bewaren als de temperatuur daarin binnen dit bereik ligt. Sensoren mogen niet in een vriesvak of diepvriezer worden bewaard. OPMERKING: Alle wijzigingen en aanpassingen van de Animas® Vibe™ insulinepomp of de Dexcom G4 PLATINUMsensor en -zender die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Animas Corporation of Dexcom, Inc., kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen tenietdoen. X
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 10
2/11/14 2:58 PM
VOORDAT U BEGINT
Benodigdheden nabestellen Bij uw plaatselijke Animas-distributeur kunt u reservoirs, infusiesets, huidpreparatiemateriaal, batterijen, reservebatterijdoppen en allerlei pomptoebehoren bestellen. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Neem contact op met uw Animas-distributeur voor benodigdheden voor uw Dexcom G4 PLATINUMsensor en -zender. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
Noodkit Zorg dat u altijd een noodkit bij u hebt. Deze kit moet ten minste het volgende bevatten: • Snelwerkende glucosetabletten of -gel • BG-controlebenodigdheden, waaronder meter, teststrips, prikpen, lancetten, batterijen voor de meter • Testbenodigdheden voor bloed- of urineketonen • Snelwerkende en andere insuline, zoals aanbevolen door uw zorgteam • Extra infusiesets en Animas® reservoirs van 2,0 mL (200 eenheden/2 mL) • Gaas en pleisters, indien u die gebruikt • Een extra Energizer® Ultimate Lithium AA-batterij (1,5 V) voor uw pomp • Een extra batterijdop voor de pomp • Een extra reservoirdop voor de pomp • Glucagon Emergency Kit® • Noodtelefoonnummers • Een noodplan voor het verkrijgen en toedienen van insuline als u uw pomp niet kunt gebruiken Zorg dat u een familielid, collega en/of vriend vertelt waar u deze noodkit bewaart.
XI
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 11
2/11/14 2:58 PM
Deel I
De Animas® Vibe™ insulinepomp
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 1
2/11/14 2:58 PM
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 2
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN DE INSULINEPOMP
1
Deel I van dit gebruikershandboekje bevat informatie over het gebruik, programmeren en onderhoud van uw nieuwe pomp. Het is belangrijk dat u het zorgvuldig leest. Houd uw gebruikershandboekje als naslagwerk bij de hand, zelfs als u een ervaren pompgebruiker bent. Alle verwijzingen naar CGM hebben betrekking op de optionele Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender dat wordt behandeld in deel II. Het kan zijn dat de optionele Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender in uw land of regio niet verkrijgbaar zijn. Informeer bij uw plaatselijke distributeur over verkrijgbaarheid. U bent een nieuwe manier van leven begonnen met uw Animas® Vibe™ insulinepomp. Uw keuze om met pomptherapie te beginnen is een teken dat u van plan bent om uitstekend voor uzelf te zorgen. Uw pomp is speciaal ontworpen om u te helpen met behulp van geavanceerde veiligheidssystemen met uw diabetes om te gaan. Uw pomp wordt gebruikt voor insulinetherapie om u te helpen de door uw zorgteam aanbevolen bloedglucose-streefwaarden (BG-) te behouden. U programmeert de pomp voor toediening op twee manieren: 1) een continue 24-uurs ‘basale’ dosis en 2) ‘bolus’-insulinetoedieningen voor onmiddellijk toe te dienen doses voor voedsel dat u hebt gegeten en om hoge BG-waarden te verlagen. Het is belangrijk te onthouden dat een succesvolle pomptherapie een gelijkwaardige combinatie is van geavanceerde technologie en verantwoordelijke zelfzorg. Kijk op de achterkant van uw pomp en schrijf hier het serienummer op. Het serienummer van mijn pomp is: ______________________________________ ANIMAS® VIBE™ INSULIN PUMP
Patents pending
West Chester, PA
24/7 ondersteunings-hotline voor de pomp XXXXXXXXX
2011-01 S/N: XX-XXXXX-16 0086
Label P/N: 400-508-05rA Made in USA
Technische assistentie Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur als er iets in het gebruikershandboekje staat dat u niet begrijpt, of als u een vraag hebt over uw pomp of hulp nodig hebt met uw pomp. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. We begrijpen dat u vragen en problemen kunt hebben bij het gebruik van een nieuw product. Aarzel niet om te bellen als u hulp nodig hebt! Neem contact op met uw zorgteam als u problemen ondervindt bij het omgaan met uw diabetes.
1
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 1
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN DE INSULINEPOMP
Belangrijke opmerking Verwijder de in de fabriek aangebrachte plastic displaybeschermfolie niet. Uw pomp wordt nu geleverd met een nieuwe, in de fabriek aangebrachte plastic displaybeschermfolie. Deze beschermfolie is uiterst duurzaam en is bedoeld om de display van uw pomp tegen onvoorziene schade te beschermen. Probeer deze folie niet te verwijderen. Deze beschermfolie moet te allen tijde blijven zitten om de display van uw pomp tegen krassen en andere cosmetische schade te beschermen. Deze folie beschermt uw pompdisplay niet tegen misbruik. Als de aangebrachte beschermfolie beschadigd of los raakt van de display, moet de folie worden vervangen. Vervangende folie kunt u telefonisch bestellen bij uw plaatselijke Animas-distributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Denk eraan dat de beperkte garantie van de Animas® Vibe™ insulinepomp geen schade dekt die voortvloeit uit normale slijtage, ongelukken, onachtzaamheid of oneigenlijk gebruik en misbruik, inclusief krassen op de display. We raden u uitdrukkelijk aan uw pompdisplay tegen beschadiging te beschermen en te allen tijde een beschermfolie voor de display te gebruiken.
Inhoud van de Animas® Vibe™ insulinepompkit Uw Animas® Vibe™ insulinepompkit bevat uw insulinepomp en andere toebehoren die u nodig hebt om met insulinetoediening te beginnen. Controleer de inhoud van uw kit, om te zien of alle onderdelen aanwezig zijn. Bel uw plaatselijke Animas-distributeur als er items ontbreken. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Uw Animas® Vibe™ insulinepompkit bevat: a
a Animas® Vibe™ insulinepomp b. Eén Energizer® Ultimate Lithium AA-batterij (1,5 V) voor uw pomp c. Dunne bevestigingsklem d. Gebruikershandboekje* e. Beknopte handleiding* f. Oriëntatie-dvd*
b
c
*niet afgebeeld
2
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 2
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN DE INSULINEPOMP
Uitleg van de symbolen Hieronder ziet u de symbolen die u op uw Animas® Vibe™ insulinepomp of de verpakking aantreft.
Op de verpakking van de pompkit: 
Niet hergebruiken
Drukgrenzen
 
Breekbaar 
Droog bewaren
Relatieve-vochtigheidsgrenzen Temperatuurgrenzen

Let op! (Raadpleeg het gebruikershandboekje)
Gevaarlijk afval – Wegwerpen in overeenstemming met plaatselijke regelgeving

Uiterste gebruiksdatum
Partijnummer
Op de voorkant van uw pomp:
Knop pijl omhoog
Knop pijl omlaag
OK-knop
Op de bovenkant van uw pomp: Contrastknop/CGM-snelkoppeling
Op de achterkant van uw pomp: S/N
Serienummer
Catalogusnummer
Fabrikant
Raadpleeg het gebruikershandboekje
Fabricagedatum
IPX8

0086

Beschermd tegen onderdompeling in water –D e pomp is getest tot een waterdiepte van 3,6 meter gedurende 24 uur
Schokbescherming type BF medische apparatuur Niet dragen of bedienen in de nabijheid van MRI-apparaten. Verwijderen en buiten de MRI-ruimte laten voordat u naar binnen gaat.
Markering geeft aan dat het hulpmiddel voldoet aan Europese richtlijn 93/42/EEG 3
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 3
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN DE INSULINEPOMP
4
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 4
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 2 - KENNISMAKING MET UW ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
2
Een insulinepomp is een hulpmiddel waarmee u beter met uw diabetes kunt omgaan. Als uw pomp is aangesloten op een juist ingebrachte infusieset, dient uw pomp u, 24 uur per dag, een continue dosis insuline toe (basale dosis). U programmeert de toediening van een onmiddellijke dosis (bolus) insuline voor voedsel dat u hebt gegeten en om hoge BG-waarden te corrigeren. Uw pomp is ontworpen en vervaardigd volgens de hoogste kwaliteitsnormen.
Maak kennis met uw Animas® Vibe™ insulinepomp Contrastknop/CGM-snelkoppeling Knop pijl omhoog Knop pijl omlaag Knop Audiobolus/ ezBolus™ Display OK-knop
Belangrijkste functieknoppen Er zijn 4 knoppen voor de belangrijkste programmeringsfuncties. Met de knoppen en kunt u door de selecties op het scherm gaan en omhoog en omlaag scrollen om waarden in te voeren voor bijvoorbeeld een bolushoeveelheid. Met de knop kunt u een item selecteren of een functie activeren. Met de knop Audiobolus/ezBolus™ kunt u een bolus programmeren met geluiden (of trillingen) om de programmering en toediening te bevestigen.
Basiskennis voor het programmeren • Gebruik de knoppen / om naar de gewenste selectie te scrollen en druk dan op om te selecteren. Als de cursor knippert, betekent dit dat uw pomp in de modus Bewerken staat en door met de knoppen / te scrollen kunt u het knipperende veld bewerken. • Als u klaar bent met bewerken, drukt u op te sluiten.
om uw invoer te bevestigen en de modus Bewerken af
• Als de display van uw pomp wordt uitgeschakeld voordat u uw invoer hebt kunnen bevestigen, wordt die invoer niet opgeslagen. Controleer uw bewerkingen/invoer als u de pompdisplay weer inschakelt.
Display Alle programmerings- en bedieningsgegevens, waarschuwingen en alarmen worden op de display weergegeven. 5
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 5
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 2 - KENNISMAKING MET UW ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
Contrastknop/CGM-snelkoppeling Als u op deze knop drukt, wordt het contrast van de display aangepast. Er zijn drie contrastniveaus: donker, standaard en helder. Om de levensduur van de batterij te sparen wordt de display van uw pomp automatisch gedimd als er gedurende de helft van de ingestelde time-outduur voor de display geen knop is ingedrukt. Vanuit de modus Auto-dim kunt u het ingestelde standaardcontrastniveau herstellen door op de knop boven op uw pomp te drukken. Als u vanuit de modus Auto-dim op een functieknop drukt, wordt zowel het standaardcontrastniveau hersteld als de functie van de knop uitgevoerd. Tijdens een alarm Bel service moet u de knop gebruiken om het contrast aan te passen. Zie hoofdstuk 9 in deel I. Als u niet de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, werken de CGM-functies en -gegevens niet op de display van uw pomp. Als de pomp in de slaapstand staat, kunt u echter op de knop drukken. De pomp wordt dan geactiveerd en geeft een van de CGMtrendgrafiekschermen of het CGM-gegevensscherm weer. Vanuit een van deze schermen moet u terugkeren naar het scherm HOOFDMENU. Druk op op uw pomp om terug te keren naar het scherm CGM-menu en druk vervolgens nogmaals op terwijl HOOFDMENU is gemarkeerd om naar het scherm HOOFDMENU terug te keren. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, en de pomp staat in de slaapstand, drukt u op om de pomp te activeren. U ziet dan een van de CGMtrendgrafiekschermen of het CGM-gegevensscherm. Zie hoofdstuk 6 in deel II. OPMERKING: • Als u de pompdisplay in de volle zon wilt bekijken, is het raadzaam om de display af te schermen, of in de schaduw te gaan staan zodat u de display beter kunt zien. • Als uw pomp naar de slaapstand gaat en er is een foutmelding die nog niet is gewist, drukt u op de knop om de pomp handmatig te activeren. Het foutscherm wordt opnieuw weergegeven. Dit blijft doorgaan tot de fout is opgelost.
Audiobolus/ezBolus™ Met deze knop kunt u een bolus programmeren zonder naar uw pomp te kijken door pieptonen (of trillingen) te gebruiken om de programmering en toediening te bevestigen. Als u de functie Audiobolus niet activeert, werkt deze knop als snelkoppeling naar het scherm Normale bolus. OPMERKING: Kijk als u pas begint de functie Audiobolus te gebruiken altijd op de display om de juiste programmering te bevestigen totdat u zich helemaal op uw gemak voelt met het gebruik van de geluiden en trillingen bij het programmeren van een bolus. Zie hoofdstuk 9 in deel I.
m WAARSCHUWING: Door de knop Audiobolus/ezBolus™ te verwijderen kunt u de pomp
beschadigen. Het kan bovendien de integriteit en de waterdichtheid van de pomp in gevaar brengen.
6
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 6
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 2 - KENNISMAKING MET UW ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
Batterijdop/Ontluchtingsopening U kunt deze dop gemakkelijk met een munt losschroeven om de batterij te vervangen en vast te zetten. De dop heeft een afsluitring die voorkomt dat er water in de pomp komt. De batterijdop heeft ook een ingebouwde ontluchting waardoor lucht in de pomp kan komen om de druk te behouden, maar deze laat geen water door. Draai de batterijdop niet te strak aan. Zie hoofdstuk 3 in deel I.
Reservoirdop Primaire ontluchtingsopening
Primaire ontluchtingsopening Deze ontluchtingsopening maakt deel uit van het extra ontluchtingssysteem ter beveiliging, waarmee lucht in de pomp kan komen om het drukevenwicht te bewaren, maar waardoor water buitengesloten blijft.
Batterijdop/ Ontluchtingsopening
m WAARSCHUWING: U mag absoluut nooit een scherp object in de ontluchtingsopeningen steken. Als u dat wel doet, kan de waterdichtheid van de pomp in gevaar komen. Als u vermoedt dat de ontluchtingsopeningen zijn verstopt, dient u de batterijdop te vervangen.
Dop van het reservoircompartiment Met deze dop worden uw reservoir en infusieset in de pomp bevestigd.
m WAARSCHUWING: Draai de reservoirdop nooit vast terwijl de infusieset aan uw lichaam is bevestigd. Als u de reservoirdop aandraait terwijl de infusieset aan uw lichaam is bevestigd, kan onbedoeld insuline worden toegediend. Dit kan ernstig letsel of overlijden tot gevolg hebben.
IR-venster voor downloaden
ANIMAS® VIBE™ INSULIN PUMP
IR-venster
Geluidsignalen
West Chester, PA
Patents pending
Het IR-venster heeft een blauw kader. Dit is het infraroodcommunicatievenster dat wordt gebruikt voor het downloaden van uw pompgegevens.
24/7 ondersteunings-hotline voor de pomp XXXXXXXXX
2011-01 S/N: XX-XXXXX-16 0086
Label P/N: 400-508-05rA Made in USA
U kunt het volume van de pomp aanpassen of de trilfunctie gebruiken om u waarschuwingen en alarmen te melden en bepaalde insulinetoedieningen te bevestigen. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, kunt u CGM-alarmen en -waarschuwingen in het CGM-instellingenmenu instellen (zie hoofdstuk 2 in deel II).
7
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 7
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 2 - KENNISMAKING MET UW ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
Vergrendelfunctie tegen manipulatie Met de vergrendelfunctie tegen manipulatie kunt u voorkomen dat er per ongeluk op knoppen wordt gedrukt. Activeer hiervoor uw pomp en houd tegelijkertijd de knoppen en ingedrukt tot u op het scherm de volgende tekst ziet: ‘(VERGREND) Houd beide pijlknoppen ingedrukt om te ontgrend’. Hierdoor worden de pompknoppen vergrendeld. Als u de pomp weer wilt ontgrendelen, activeert u de pomp. U ziet op het scherm: ‘(VERGREND) Houd beide pijlknoppen ingedrukt om te ontgrend’. Houd de knoppen en tegelijkertijd ingedrukt totdat de display weer geactiveerd is.
Normale weergaveschermen Het scherm ‘Verifiëren’ Als u een batterij plaatst, is dit het eerste scherm dat u na de zandloper op de display ziet. Vanuit dit scherm controleert u de instellingen voor tijd, datum, taal en batterijtype. Zorg dat ‘Bevestig’ is gemarkeerd en druk vervolgens op om de instellingen te bevestigen en naar het startscherm te gaan.
VERIFIËREN 14:27PM Modus 124 Maand Jan 7 Dag Jaar 2010 NEDERL Batterij = Lith Bevestigen
OPMERKING: • Als u de instellingen niet bevestigt op het scherm VERIFIËREN, wordt u met een serie alarmpiepjes van uw pomp gewaarschuwd. Als u niet bevestigt, geeft de pomp om de drie minuten vier lange pieptonen/trillingen tot het scherm is bevestigd. • Het is belangrijk de juiste (huidige) datum en tijd op uw pomp in te stellen. Als de pomp de instellingen voor datum en tijd verliest doordat de batterij voor een langere tijd is verwijderd, kunt u pas naar het startscherm gaan (zie onder) nadat u de instellingen op het scherm Verifiëren hebt bewerkt en bevestigd. • Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt en er was een CGM-sessie actief toen u een batterij plaatste, blijft het verificatiescherm nog ongeveer 8 seconden zichtbaar nadat u ter bevestiging op hebt gedrukt. De CGM-sessie wordt hervat zodra het startscherm wordt weergegeven. Zie deel II.
Startscherm Zodra uw pomp is ingesteld, is het startscherm het eerste scherm dat wordt weergegeven als u de pomp activeert. Druk op de knop , of om de pomp te activeren. (Op het startscherm wordt het volgende weergegeven: kloktijd, geschatte levensduur van de batterij, of een verlengde bolus of een tijdelijk basaal momenteel actief is, de huidige basale dosis en hoeveel insuline in het reservoir resteert.) U kunt van hieruit naar het HOOFDMENU gaan of u kunt een snelkoppeling naar het statusmenu nemen. De invulling van de batterij-indicator geeft de resterende levensduur van de batterij aan.
14 : 27PM Basale dosis 0,025 E/uur Insuline: 105E Status Menu
Batterij-indicator
OPMERKING: De levensduur van de batterij hangt af van het type batterij, de opslagomstandigheden en hoe lang de batterij al is gebruikt. Als u de pompfuncties regelmatig gebruikt, is het raadzaam te verwachten dat de werkelijke levensduur van de batterij korter is dan wat de batterij-indicator aangeeft. Wees erop voorbereid de batterij te moeten vervangen als het batterijpictogram aangeeft dat de batterij minder dan volledig geladen (gearceerd) is.
Na een ingestelde tijdsduur waarin niet op een knop wordt gedrukt, schakelt de display van uw pomp naar ‘time-out’ om de batterij te sparen. Tijdens een time-out is de display leeg. 8
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 8
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 2 - KENNISMAKING MET UW ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
Scherm HOOFDMENU Dit scherm geeft alle opties van het HOOFDMENU weer.
Bolus Deze selectie brengt u naar het scherm Normale bolus. Als u geavanceerde bolusfuncties hebt geactiveerd wordt het bolusmenu weergegeven. In het bolusmenu kunt u het type bolus selecteren en de bolusdosis programmeren en toedienen.
HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
Onderbreken/Hervatten Met deze selectie worden alle insulinetoedieningen gestopt. Met Hervatten wordt de basale toediening opnieuw gestart.
Geschiedenis Met deze selectie kunt u de geschiedenis bekijken van de bolussen, totale dagelijkse dosis (TDD), alarmen, voorvullingen, onderbrekingen en basaalinformatie.
Basaal Met deze selectie krijgt u toegang tot uw basale dosis en kunt u deze programmeren. Deze continue dosis regelt uw BG tussen de maaltijden in. Deze dosis wordt door uw zorgteam vastgesteld. Het standaardbasaalmenu geeft één basaalprogramma weer en de optie Tijdelijk basaal. Met het menu Geavanceerde instellingen kunt u meer basaalprogramma-opties activeren.
Instellen Met deze selectie kunt u de instellingen en functies van uw pomp persoonlijk aanpassen en geavanceerde functies aan het menu toevoegen. Uw zorgteam zal u adviseren over de functies die het beste bij uw plan of behandeling passen en u training geven om de beste resultaten te behalen.
Voorvullen/Terugspoelen Met deze selectie kunt u het reservoir en de zuigerstang met elkaar uitlijnen. U kunt hier eveneens de infusiesetslang voorvullen en de canule of naald vullen voordat u die op de pomp aansluit.
Status Met deze selectie kunt u snel uw huidige/recentste instellingen en toedieningen door de pomp zien.
CGM (zie deel II) Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, opent deze selectie het scherm CGM-menu van waaruit u alle CGM-functies kunt openen die op uw pomp beschikbaar zijn. U kunt er bovendien BG-grenswaarden, alarmen, geluidsniveaus enz. instellen. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender niet in combinatie met uw Animas® Vibe™ insulinepomp gebruikt, werken de CGM-functies en -gegevens niet op de display van uw pomp.
9
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 9
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 2 - KENNISMAKING MET UW ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
10
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 10
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
3
m WAARSCHUWING: Voordat u met dit hoofdstuk verdergaat, moet u uw pomptraining hebben voltooid. Om dit deel te voltooien, hebt u het volgende nodig: • Animas® Vibe™ insulinepomp • Energizer® Ultimate Lithium AA-batterij (1,5 V) • Munt • Infusieset met standaard lueraansluiting • Animas® reservoir 2,0 mL (200 eenheden/2 mL) • Alcoholdoekje (om de bovenkant van de insulineampul af te vegen) • Ampul met E100 insuline (snelwerkend) op kamertemperatuur (zie toegestane insulinetypen in paragraaf Voordat u begint) • Huidpreparatiemateriaal, zoals IV PREP (om de inbrengplaats te reinigen en gereed te maken voor het inbrengen van de infusieset)
m LET OP!: U mag uw pomp nooit met een alcoholdoekje of huidpreparatiemateriaal reinigen.
Zie hoofdstuk 12 in deel I.
Batterijtype Uw pomp is ontworpen voor optimale werking en levensduur van de batterij met een Energizer® Ultimate Lithium AA-batterij (1,5 V). Controleer of u het juiste lithiumbatterijtype hebt, voordat u de batterij plaatst.
m LET OP!: Het is mogelijk uw pomp veilig op een conventionele alkaline AA-batterij (1,5 V) te laten werken, maar de levensduur van deze batterij is aanzienlijk korter. Zorg dat u bij het vervangen van de batterij het juiste batterijtype kiest in het verificatiescherm, om te verzekeren dat de waarschuwingen Batterij bijna leeg en Batterij vervangen accuraat zijn. Als u een alkaline AA-batterij moet gebruiken, wordt het volgende aangeraden: • Energizer® E91
m WAARSCHUWING: • Bij oplaadbare en koolstofzinkbatterijen ontbreken de benodigde kenmerken om uw pomp goed te laten werken. Deze batterijen mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van deze batterijen doet de garantie op uw pomp teniet. • U mag absoluut nooit proberen uw pomp met een hoge-energie 3,6 V AA-lithiumbatterij te laten werken. Het gebruik van deze batterijen kan permanente schade aan uw pomp veroorzaken en doet de garantie teniet. OPMERKING: Uw pomp gebruikt batterijvoeding om u meldingen, waarschuwingen en alarmen te sturen. Als u het bericht niet bevestigt, blijft de pomp de batterij gebruiken voor het herhalen en voortzetten van de berichten. Hierdoor kan de levensduur van de batterij korter worden en kan het alarmscherm Batterij vervangen eerder dan verwacht worden weergegeven. 11
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 11
2/11/14 2:58 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
De batterij vervangen Iedere keer als u de batterij vervangt: • Koppel de pomp altijd los van de infusieplaats voordat u de batterij vervangt. • Het menu-item Voorvullen/Terugspoelen moet volledig worden uitgevoerd. Zie Uw pomp en infusieset voorvullen in dit hoofdstuk. • De berekening voor de functie Insuline aanwezig begint weer bij 0 (0,00 E). • De combinatiebolus gaat terug naar de standaardduur en -splitsing die in de fabriek zijn ingesteld. • U moet de instellingen van uw basaalprogramma controleren.
m WAARSCHUWING: •D e waarschuwing Batterij bijna leeg betekent dat de batterij nog een resterende levensduur van minimaal 30 minuten heeft. • U kunt de batterij van de pomp maximaal 12 uur lang verwijderen. Als u de batterij terugplaatst, vraagt de pomp u de tijd en datum in te voeren. U moet de tijd en datum opnieuw instellen. • Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, worden alle CGM-functies gestopt als het alarm Batterij vervangen optreedt, en worden er geen CGM-resultaten meer weergegeven tot de batterij is vervangen. Zie deel II.
1. Koppel de pomp los van de infusieplaats. 2. Schroef met behulp van een munt de batterijdop linksom draaiend los. 3. Controleer de batterijdop op schade zoals scheuren of ontbrekende schroefdraad en controleer of de gekleurde afsluitring goed past en niet gescheurd of beschadigd is.
4. Controleer de ontluchtingsopening boven in de
batterijdop om te verzekeren dat er geen vuil in zit. Deze ontluchtingsopening handhaaft de druk, maar laat geen water in het compartiment. OPMERKING: De batterijdop moet iedere zes maanden worden vervangen, of eerder als de afsluitring of dop beschadigd is of als de ontluchtingsopening verstopt is. Zie hoofdstuk 12 in deel I.
Afsluitring
5. Plaats de Energizer Ultimate Lithium AA-batterij ®
(1,5 V) in het batterijcompartiment; breng de positieve kant (+) eerst in.
Ontluchtingsopening in batterijdop
Energizer® Lithium Ultimate AA-batterij (1,5 V)
6. Plaats de dop terug en draai deze rechtsom aan tot
u de afsluitring niet meer ziet. Draai vervolgens de dop langzaam vast tot hij gelijk ligt met de pomp zelf. OPMERKING: Door het gebruik van overmatige kracht bij het aandraaien van de batterijdop kan de behuizing van de pomp scheuren. Barsten, afschilferingen of beschadigingen aan uw pomp kunnen het contact met de batterij en/of de waterdichtheid van uw pomp beïnvloeden.
12
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 12
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
7. Iedere keer als u de batterij vervangt, doorloopt de pomp gedurende een paar seconden een serie zelftests. U ziet een zwart scherm met een zandlopersymbool, en vervolgens het scherm VERIFIËREN. Uw pomp geeft een piep om u te waarschuwen dat u de tijd/datum, de taal en het batterijtype moet verifiëren (of wijzigen).
8. Controleer de weergegeven tijd/datum, het batterijtype en de taal. Als alles juist is, scrollt u omlaag om Bevestigen te markeren en drukt u op de knop . Het startscherm wordt weergegeven. Zie voor meer informatie over het wijzigen van de tijd en datum Instellen – De tijd en datum instellen/ wijzigen in dit hoofdstuk. OPMERKING: De tijd en datum moeten geprogrammeerd zijn om het scherm VERIFIËREN te bevestigen.
14 : 27PM Basale dosis 0,025 E/uur Insuline: 105E Status Menu
9. Als u het batterijtype wilt wijzigen, markeert u het veld Batterij en drukt u op om de modus Bewerken te activeren (dit wordt aangegeven door een knipperende cursor).
10. Wijzig het batterijtype met behulp van de knoppen
op
/ en druk om te bevestigen en de modus Bewerken af te sluiten.
Let op! Uw actieve basaalprogramma is leeg. 0,000E/uur
OPMERKING: •U moet het juiste batterijtype selecteren om te zorgen dat de levensduur van Bevestigen Basaalmenu de batterij accuraat wordt aangegeven. Lith = lithium, Alkl = alkaline. • Het is belangrijk de juiste (huidige) datum en tijd op uw pomp in te stellen. Als de pomp de instellingen voor datum en tijd verliest doordat de batterij voor een langere tijd verwijderd is geweest, kunt u pas naar het startscherm gaan nadat u de instellingen op het verificatiescherm hebt bewerkt en bevestigd.
11. Scroll naar Bevestigen en druk op
. Het startscherm wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u uw pomp activeert, wordt het hier afgebeelde Let op!-scherm weergegeven totdat u een basale dosis hebt geprogrammeerd. Scroll naar Bevestigen en druk op om voorbij dit Let op!-scherm te navigeren.
12. Iedere keer als u de batterij vervangt, moet u het menu-item Voorvullen/Terugspoelen (‘Voorv/
Terug’) volledig uitvoeren (zie Uw pomp en infusieset voorvullen in dit hoofdstuk). U hoeft het reservoir niet te verwijderen als alleen de batterij en niet het reservoir wordt vervangen. Sla de stap Canule vullen over, tenzij u ook uw infusieplaats hebt veranderd.
Instellen De tijd en datum instellen/wijzigen Bij het vervangen van de batterij kunt u in het VERIFICATIESCHERM de tijd en datum bewerken. U kunt ook het instellingenscherm Tijd/Datum openen door in het HOOFDMENU Instellen te kiezen.
13
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 13
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
1. Druk in het startscherm op om Menu te selecteren. Scroll in het HOOFDMENU naar Instellen. Druk op .
2. Scroll in het menu INSTELLEN naar Tijd/ Datum. Druk op .
3. Druk op de knop
knipperende cursor).
14 : 27PM Basale dosis 0,025 E/uur Insuline: 105E Status Menu
HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Start Status
INSTELLEN Tijd/Datum Geluid Geavanceerd
Start
om de modus Bewerken te activeren (dit wordt aangegeven door een
4. Wijzig de gewenste instellingen met behulp van de knoppen / . Druk op de knop om uw instelling te bevestigen en de modus Bewerken af te sluiten. 5. Selecteer het volgende veld met behulp van de knoppen / . Herhaal het bovenstaande proces. Scroll naar HOOFDMENU om het te markeren en druk op de knop als u klaar bent. Het scherm HOOFDMENU wordt weergegeven.
INSTELLEN Tijd/Datum Uur:Minuten 14:27PM 24 u Modus Jan Maand 29 Dag 2010 Jaar Start
OPMERKING: • Het is belangrijk de juiste (huidige) datum en tijd op uw pomp in te stellen. Zorg dat u de datum en tijd bevestigt voordat u ze in uw pomp opslaat. • Als u de 12-uurs tijdsindeling selecteert, veranderen de indicaties AM/PM (voor/na het middaguur) als u scrollt om de tijd in te stellen. Zorg dat de selectie voor AM of PM juist wordt weergegeven als u de tijd instelt.
Zomer- en wintertijd aanpassen (kan in bepaalde landen of regio’s van toepassing zijn) Het kan nodig zijn de tijd in uw pomp aan te passen als de plaats waar u woont zomer- en wintertijd heeft. Als u het uur op uw pompklok na 11 uur ‘s avonds, maar vóór middernacht vooruit zet, moet u ook de datum handmatig een dag vooruit zetten. Als u de pompklok ná middernacht verzet, is de datum op de pomp automatisch al veranderd naar de goede datum. Geadviseerd wordt, de klok vóór middernacht op zaterdag, of na 1 uur ‘s nachts op zondag terug te zetten. Op die manier houdt uw pomp de juiste datum. Uw pomp registreert een extra uur in de geschiedenis Totale dagelijkse dosis, omdat de dag in feite is veranderd en 25 uur heeft. Als u de klok tussen middernacht en 1 uur ‘s nachts terugzet, moet u ook de datum veranderen. Daardoor komt er een dubbele invoer voor de datum in uw pompgeschiedenis. (Deze dubbele invoer bevat maximaal één uur toegediende insuline.)
Geluiden – Instellen/wijzigen Het geluidenmenu past alleen de geluiden aan voor functies die met de pomp te maken hebben. Het activeert de functies niet. Als bijvoorbeeld het geluid voor audiobolus in dit menu is aangepast, moet u om de functie Audiobolus in te schakelen naar het menu Geavanceerde instellingen gaan. Zie hoofdstuk 9 in deel I. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, raadpleegt u hoofdstuk 2 in deel II om de CGM-geluiden in te stellen. 14
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 14
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
Uw pomp wordt geleverd met voor de meeste Let op!-meldingen, herinneringen en alarmen een speciaal melodietje op de medium en hoge instelling. Dit speciale geluid wordt alleen voor het geluid van het eerste bericht gebruikt. Als u het bericht niet bij de eerste keer bevestigt, is het volgende geluid het standaardgeluid. Zonder bevestiging worden in de loop van één uur het geluid en de trilling van waarschuwingen en alarmen steeds sterker. De opties van het eerste menu GELUID INSTELLEN worden hieronder vermeld. Het geluid voor Normale bolus en Tijdelijk basaal kan als volgt worden ingesteld: Trillen (Tr.), Volume laag (L), Volume medium (M), Volume hoog (H) of Geen geluid (OFF). Om veiligheidsredenen kunnen sommige geluidsignalen niet worden uitgeschakeld. Geluid voor normale bolus Geluid voor audiobolus (OFF is niet mogelijk voor deze geluidsinstelling) Geluid voor Tijdelijk basaal De opties van het tweede menu Geluid instellen worden hieronder vermeld. Ze kunnen als volgt worden ingesteld: Trillen (Tr.), Volume laag (L), Volume medium (M), Volume hoog (H) of Geen geluid (OFF). Om veiligheidsredenen kunnen sommige geluidsignalen niet worden uitgeschakeld.
m LET OP!: Tenzij uw zorgverlener dit aanbeveelt, mag de trilmodus niet worden gebruikt als u slaapt. Stel voordat u naar bed gaat het alarmvolume in op hoog als u erg vast slaapt. Geluid voor Let op! Geluid voor herinnering (OFF is niet mogelijk voor deze geluidsinstelling) Geluid voor waarschuwing (OFF is niet mogelijk voor deze geluidsinstelling) Geluid voor alarm (OFF is niet mogelijk voor deze geluidsinstelling)
1. Scroll in het HOOFDMENU naar Instellen. Druk op de knop 2. Scroll naar Geluid. Druk op de knop 3. Scroll met behulp van de knoppen
.
om naar het scherm Geluid instellen te gaan. /
naar uw selectie. Druk op de knop
.
4. De cursor knippert om aan te geven dat u de selectie kunt bewerken. Ga met de knoppen naar de gewenste instelling. Druk op de knop om te bevestigen. HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Start Status
GELUID INST.
INSTELLEN Tijd/Datum Geluid
N-bolus A-bolus
H L
T-basaal
UIT
Geavanceerd
GELUID INST. Let op! L Herinn.
Vib
Waarsch.
M
Alarm Start
Start
/
H Start
5. Herhaal deze stappen voor de resterende selecties. 6. Scroll naar om het tweede menu Geluid instellen te openen of scroll naar Start als u klaar bent om terug te keren naar het startscherm.
15
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 15
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
Het reservoir Het reservoir vullen Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij uw reservoirs is geleverd.
De slang op het reservoir aansluiten Om dit deel te voltooien, hebt u het volgende nodig: • Gevuld Animas® reservoir van 2,0 mL (200 eenheden/2 mL) • Een voor uw Animas® Vibe™ insulinepomp geschikte infusieset (standaard lueraansluiting en voor insuline geschikte slang)
m WAARSCHUWING: De werkzaamheid van uw pomp kan niet worden gegarandeerd als andere reservoirs worden gebruikt dan die door Animas Corporation zijn vervaardigd. In combinatie met uw Animas® Vibe™ insulinepomp kunnen uitsluitend infusiesets worden gebruikt die speciaal bestemd zijn voor gebruik op insuline-infusiepompen met voor insuline geschikte slangen en een standaard lueraansluiting. De werkzaamheid van uw pomp kan niet worden gegarandeerd als andere typen infusiesets worden gebruikt. Raadpleeg uw zorgteam als u niet zeker weet of uw infusieset met uw Animas® Vibe™ insulinepomp kan worden gebruikt. Start nooit het menu-item Voorvullen/Terugspoelen (‘Voorv/Terug’) op uw pomp terwijl de infusieset op uw lichaam is aangesloten. Als u uw infusieset niet van uw lichaam loskoppelt voordat u het voorvul- en terugspoelproces begint, kan te veel insuline worden toegediend. Dit kan letsel of overlijden tot gevolg hebben. Als uw pomp intern beschadigd raakt, kan een aanzienlijke hoeveelheid insuline onbedoeld worden toegediend. U kunt in dat geval ernstig letsel oplopen of zelfs overlijden door hypoglycemie.
1. Reinig het werkblad waar u de infusieset aan het reservoir gaat bevestigen. Was uw handen grondig met water en zeep.
2. Open de verpakking van de steriele infusieset voorzichtig. Als de verpakking beschadigd of geopend is, gebruikt u een andere set en neemt u contact op met uw leverancier.
3. Schroef de dop van het reservoircompartiment
Lueraansluiting van de infusieset
linksom van de pomp af.
4. Verwijder het dopje van de infusiesetslang van de lueraansluiting. (Niet alle infusiesets hebben zo’n dopje.)
Compartimentdop boven op het reservoir
5. Als u het beschermdopje hebt verwijderd, steekt u de lueraansluiting van de infusieset door de bovenste (kleine) opening van de reservoircompartimentdop. Wees voorzichtig dat u de luertip niet met uw handen of het werkblad aanraakt.
Goed door de dop gehaald
16
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 16
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
6. Verwijder de dop van de bovenkant van het
gevulde reservoir. Om morsen van insuline en instroom van lucht in het reservoir te voorkomen, mag het reservoir nooit verder worden gevuld dan tot de 2,0 mL markering. De zuiger heeft de juiste positie voor de maximale vulling als de zwarte afsluitring die het dichtst bij de zuiger zit, midden op de 2,0 mL-markering ligt. Bevestig de lueraansluiting van de infusieset rechtsom draaiend aan de bovenkant van het reservoir totdat hij vingervast zit en draai vervolgens nog een kwartslag.
Sluit infusieset hier op reservoir aan
m WAARSCHUWING: Draai de lueraansluiting een extra kwartslag aan om een goede aansluiting
te verzekeren. Als de aansluiting niet goed is, kan insuline om het reservoir lekken, waardoor te weinig insuline wordt toegediend.
7. Leg het reservoir met de slang opzij. OPMERKING: • Controleer elke keer als u uw reservoir en infusieset vervangt op lekken, scheuren en schade. Draai de lueraansluiting goed aan, om lekkage te voorkomen. U kunt op vocht controleren door van tijd tot tijd een stukje vloeipapier tussen het reservoir en de infusieset om de lueraansluiting te wikkelen. • Zorg dat u bij het hanteren van het reservoir de zuiger niet in het reservoir verdraait. Als de zuiger goed uitgelijnd blijft, blijven de afsluitringen goed op hun plaats, waardoor de kans kleiner wordt dat lucht in het reservoir komt of insuline wordt gemorst.
Het reservoir vervangen 1. Koppel de infusieset los van uw lichaam. 2. Schroef de reservoirdop los, maar laat de slang aan het reservoir vastzitten. 3. Met de slang nog aan het reservoir bevestigd, trekt u het reservoir recht uit de pomp. 4. Maak de slang los van het reservoir en gooi hem weg. Ga verder met het vullen van het nieuwe reservoir zoals hierboven beschreven.
17
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 17
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
Uw pomp en infusieset voorvullen OPMERKING: Na het voltooien van elke stap wordt het selectievakje op het voorvulmenu ingekleurd.
m WAARSCHUWING: Vul nooit de slangen voor en draai nooit de reservoirdop vast terwijl de
infusieset aan uw lichaam is bevestigd. Als u uw infusieset niet van uw lichaam loskoppelt voordat u deze stap uitvoert kan te veel insuline worden toegediend, wat kan leiden tot letsel of overlijden. Als uw pomp intern beschadigd raakt, kan een aanzienlijke hoeveelheid insuline onbedoeld worden toegediend. U kunt in dat geval ernstig letsel oplopen of zelfs overlijden door hypoglycemie.
1. Het is belangrijk dat u van uw pomp bent losgekoppeld. HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
2. Selecteer in het HOOFDMENU Voorvullen/Terugspoelen (‘Voorv/Terug’).
3. In het voorvulmenu is Terugspoelen gemarkeerd. Druk op . Het scherm MOTOR TERUGSPOELEN wordt weergegeven.
4. Scroll naar ‘Naar terugspoelen’. Druk op
.
OPMERKING: Voordat het terugspoelen begint, voelt u de pomp trillen. De pomp voert dan een zelftest uit.
5. Als het terugspoelen is voltooid, wordt het
scherm TERUGSPOELEN VOLTOOID weergegeven. De pomp geeft één piepje om u te laten weten dat het terugspoelen voltooid is.
Positie: 160E <<----<<----<<----<<
MOTOR TERUG
Terugspoelen Laad reserv. Voorvullen Vul canule
Koppel infusieset los van uw lichaam! Naar terugsp
Hoofdmenu
De pomp spoelt de zuigerstang terug.
TERUGSPOELEN ACTIEF
Voorvulmenu
Annuleren
MOTOR TERUG
TERUGSPOELEN ACTIEF
Koppel infusieset los van uw lichaam!
Even geduld.
Naar terugsp Annuleren
Moet voll. terugspoelen <<----<<----<<----<<
OPMERKING: Als u een gedeeltelijk gevuld reservoir gebruikt, kunt u tijdens de functie Terugspoelen actief de selectie Stop gebruiken om het terugspoelen op de gewenste positie te stoppen. Na elke derde keer terugspoelen moet de pompfunctie ‘Volledig terugspoelen’ worden uitgevoerd en wordt de optie om de ‘Stop’-positie te selecteren niet aangeboden. Bij het plaatsen van een batterij moet ‘Volledig terugspoelen’ altijd worden uitgevoerd.
Stop
18
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 18
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
6. Plaats uw gevulde reservoir in het compartiment. 7. Plaats met een naar rechts draaiende beweging de dop van het reservoircompartiment op de pomp totdat deze vingervast zit, maar draai de dop niet te vast aan. m WAARSCHUWING: Draai de reservoirdop nooit vast terwijl de infusieset aan uw lichaam is
bevestigd. Als u uw infusieset niet van uw lichaam loskoppelt voordat u deze stap uitvoert kan te veel insuline worden toegediend, wat kan leiden tot letsel of overlijden. Als uw pomp intern beschadigd raakt, kan een aanzienlijke hoeveelheid insuline onbedoeld worden toegediend. U kunt in dat geval ernstig letsel oplopen of zelfs overlijden door hypoglycemie.
Voorvulmenu
Terugspoelen Laad reserv. Voorvullen Vul canule
Hoofdmenu
OPMERKING: • Als de display tijdens het laden van het reservoir is uitgeschakeld, selecteert u Voorvullen/Terugspoelen (‘Voorv/Terug’) in het HOOFDMENU en markeert u Laad reservoir in het voorvulmenu. Druk op om het scherm TERUGSPOELEN VOLTOOID weer te geven. Ga verder met stap 8. • U kunt Laad reservoir pas markeren in het voorvulmenu nadat het terugspoelen voltooid is. Dit is het geval voor alle opties in het voorvulmenu: u kunt pas doorgaan naar de volgende actie als de vorige voltooid is. TERUGSPOELEN VOLTOOID Koppel set los. Laad E100 reservoir. Bevestig dop.
8. Op het scherm TERUGSPOELEN VOLTOOID is
Doorgaan gemarkeerd. Druk op . De pomp lijnt de zuigerstang uit met het reservoir. Het scherm RESERVOIR LADEN ACTIEF wordt weergegeven, gevolgd door het scherm VOORVULLEN. Uw pomp geeft één piepje om u te laten weten dat het reservoir is uitgelijnd met de zuigerstang.
Doorgaan Annuleren
RESERVOIR LADEN ACTIEF Even geduld.
>>---->>---->>---->>
VOORVULLEN Zorg dat de set los is van uw lichaam.
9. Op het scherm VOORVULLEN is Doorgaan gemarkeerd. Druk op
.
VOORVULLING TOEDIENEN
Insuline: 200E Doorgaan Annuleren
Houd OK INGEDRUKT tijdens set voorvullen.
10. Het scherm VOORVULLING TOEDIENEN wordt weergegeven. Zorg dat u de
infusieset pas op uw lichaam aansluit als het voorvullen voltooid is.
Insuline: 200E Naar voorvul Annuleren
m WAARSCHUWING: U mag nooit voorvullen terwijl de infusieset aan uw lichaam is bevestigd.
Als u uw infusieset niet van uw lichaam loskoppelt voordat u deze stap uitvoert kan te veel insuline worden toegediend, wat kan leiden tot letsel of overlijden. Als uw pomp intern beschadigd raakt, kan een aanzienlijke hoeveelheid insuline onbedoeld worden toegediend. U kunt in dat geval ernstig letsel oplopen of zelfs overlijden door hypoglycemie. 19
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 19
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
11. Controleer of ‘Naar voorvullen’ gemarkeerd is. Houd de knop ingedrukt totdat u 5 druppels insuline uit het uiteinde van uw infusieset ziet komen. Dit betekent dat uw slang is voorgevuld. Het scherm VOORVULLEN ACTIEF wordt weergegeven, gevolgd door het scherm VOORVULLEN KLAAR.
VOORVULLEN ACTIEF Houd OK INGEDRUKT tijdens set voorvullen.
VOORVULLEN KLAAR 18E Voorgevuld 182E Resterend
Insuline: 182E >>------>>------>>------
OPMERKING: De maximale voorvulhoeveelheid is 20 E per keer. De hoeveelheid voorvulinsuline die op het scherm VOORVULLEN KLAAR wordt weergegeven kan met ongeveer 2 E verschillen van de hoeveelheid die tijdens het voorvullen wordt weergegeven. Als er meer voorvulling nodig is, selecteert u nogmaals Voorvullen in het scherm Voorvulmenu en herhaalt u de voorvulstappen tot u er zeker van bent dat er 5 druppels insuline uit het uiteinde van de infusieset komen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw infusieset voor richtlijnen over correct inbrengen. Zie De infusieplaats selecteren en de infusieset inbrengen in dit hoofdstuk. Voorvulmenu
12. In het voorvulmenu is ‘Vul canule’ gemarkeerd.
Druk op de knop weergegeven.
. Het scherm VUL CANULE wordt
OPMERKING: Deze stap is niet nodig voor naaldsets.
Terugspoelen Laad reserv. Voorvullen Vul canule
Hoofdmenu
VUL CANULE Hoeveelheid
0,00 E Doe nu Hoofdmenu
13. Voer met behulp van de knoppen
/ de benodigde hoeveelheid insuline in om de canule te vullen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw infusieset om te zien hoeveel insuline nodig is om de canule te vullen. Druk op . ‘Doe nu’ is gemarkeerd. Druk op om de canule te vullen. OPMERKING: De maximale hoeveelheid voor het vullen van de canule is 1 E per keer. Voorvulmenu
Als uw pomp is onderbroken, krijgt u hiervan een melding met het voorvulmenuscherm ‘Pomp onderbroken’. U moet de toediening door uw pomp hervatten om de voorvulfunctie te voltooien.
Pomp onderbroken. Voorvullen is uitgeschakeld. Terugspoelen Start
OPMERKING: De stap ‘Vul canule’ is niet nodig voor de werking van de pomp. Als u bijvoorbeeld uw pomp na het vervangen van de batterij voorvult en u plaatst geen nieuwe infusieset, dan is deze stap niet nodig. Onnodig vullen van de canule kan onbedoelde insulinetoediening tot gevolg hebben.
20
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 20
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
De infusieplaats selecteren en de infusieset inbrengen Uw zorgteam beoordeelt de juiste plaatsing en technieken voor het inbrengen op basis van uw lichaamstype. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw infusieset voor richtlijnen over correct inbrengen.
m WAARSCHUWING: • Probeer de infusieset niet in uw lichaam te brengen voordat u training hebt ontvangen van uw zorgteam. Een onjuist ingebrachte infusieset kan overlijden of ernstig letsel tot gevolg hebben. • Vermijd plaatsen op de huid met tatoeages, ruwe plekken of littekens die veroorzaakt zijn door uw pomp of door insuline-injecties.
m LET OP!: Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt,
moet u vermijden insuline te injecteren of een infusieset in te brengen binnen 7,62 cm van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor in verband met mogelijke beïnvloeding van de glucoseresultaten van de sensor.
Het reservoir en de infusieset vervangen
Reservoirs en infusiesets moeten worden vervangen en mogen niet opnieuw worden gebruikt. De infusieset moet ongeveer om de 2–3 dagen worden vervangen, of zoals uw zorgteam aangeeft. Raadpleeg het etiket op de insuline en volg de aanwijzingen van uw zorgteam over hoe vaak u het reservoir moet vervangen.
m WAARSCHUWING: Reservoirs zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik. Hergebruik van een reservoir kan de werking van het product negatief beïnvloeden en vergroot het risico van infectie, besmetting van de insuline en onderdosering van insuline.
m LET OP!: Controleer de infusieset van tijd tot tijd op schade, luchtbellen, lekken of knikken.
Dit kan de insulinetoediening beperken of stoppen, waardoor te weinig insuline kan worden toegediend.
21
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 21
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 3 - UW POMP GEREEDMAKEN VOOR GEBRUIK
22
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 22
2/11/14 2:59 PM
4
HOOFDSTUK 4 - DE FUNCTIE NORMALE BOLUS GEBRUIKEN In dit hoofdstuk wordt de basisinformatie behandeld voor een normale bolus, die wordt gebruikt om aan uw behoefte aan insuline te voldoen. Uw pomp heeft ook geavanceerde bolusfuncties. Zie hoofdstuk 9 in deel I. HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
1. Scroll in het HOOFDMENU naar Bolus.
NORM. BOLUS
2. De cursor knippert op het veld met de
hoeveelheid om aan te geven dat dit bewerkt kan worden. Voer met behulp van de knoppen / de bolushoeveelheid in. Druk op .
Hoeveelheid
0,00 E Doe nu Hoofdmenu
NORM. BOLUS Hoeveelheid
2,35 E Doe nu Hoofdmenu
NORM. BOLUS Hoeveelheid
3. Doe nu is gemarkeerd. Druk op
om de bolus toe te dienen.
2,35 E Doe nu Hoofdmenu
TOEDIENING
4. Het bolusscherm TOEDIENING wordt weergegeven. Als u in het menu
GELUID INSTELLEN het normale-bolusgeluid hebt geactiveerd, geeft uw pomp een piepje om het begin van de toediening te bevestigen, en een piepje als de toediening is voltooid.
OPMERKING: Tijdens de toediening van een bolus kunt u de toediening op elk gewenst moment stoppen door op een willekeurige knop op het voorpaneel van uw pomp te drukken. U ziet dan het hier afgebeelde waarschuwingsscherm. Druk op om de waarschuwing te bevestigen en controleer de toegediende hoeveelheid in uw bolusgeschiedenis.
2,00 E Druk op een functieknop om te annuleren.
Waarschuwing Bolustoediening geannuleerd: gebr. drukte op knop. Toegediend: 1,35E van 2,35E
Bevestigen
OPMERKING: U kunt in Geschiedenis of Status controleren wanneer u voor het laatst een bolus hebt gegeven. Deze functies worden later behandeld. Zie hoofdstuk 7 en hoofdstuk 8 in deel I.
23
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 23
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 4 - DE FUNCTIE NORMALE BOLUS GEBRUIKEN
OPMERKING: Als de functies Geavanceerde bolus en Herinneringen zijn ingeschakeld, ziet u het rechts weergegeven BOLUSMENU als u in het HOOFDMENU de optie Bolus selecteert. Selecteer Normaal en druk op . Volg stap 2 t/m 4 in dit hoofdstuk.
BOLUSMENU Normaal Snel-KH Snel-BG Comb.bolus Herinnering Hoofdmenu
24
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 24
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
5
U kunt uw pomp programmeren om 1 of 4 basaalprogrammaopties weer te geven. Basale insuline wordt continu toegediend om u te helpen uw BG-waarde tussen de maaltijden te regelen. Als u meer dan één vooraf ingesteld basaalprogramma hebt, kunt u gemakkelijker wisselen op basis van wat u nodig hebt, inclusief weekends, weekdagen, werkdienst en menstruatie. Als u een nieuwe pompgebruiker bent, kan uw zorgteam u aanraden eerst één programma onder de knie te krijgen, voordat u meerdere basaalprogramma’s gaat gebruiken. De fabrieksinstelling is één basaalprogramma en het tijdelijke basaalprogramma. Zie hoofdstuk 9 in deel I om meerdere basaalopties weer te geven.
m LET OP!: De kleinst mogelijke hoeveelheid voor basale toediening is 0,025 E/uur. De
mogelijke hoeveelheid voor basale toediening is 25 E/uur of de maximale basale hoeveelheid die u instelt in het menu Geavanceerde instellingen in hoofdstuk 9 in deel I. Dit is van toepassing op alle basale doses die zijn geprogrammeerd in alle basaalprogramma’s, en op alle aangepaste basale doses die u met de tijdelijk-basaalfunctie instelt (zie Tijdelijk-basaalfunctie in dit hoofdstuk).
Een basaalprogramma instellen Elk basaalprogramma kan worden ingesteld met maximaal 12 verschillende basale doses over een periode van 24 uur. Deze 12 begintijden kunnen worden ingesteld om tegemoet te komen aan uw veranderende basale behoeften in de loop van de dag. Uw lichaam kan bijvoorbeeld ‘s morgens meer insuline nodig hebben ter compensatie van het ‘dawnfenomeen’. U kunt het begin van de tijdsegmenten programmeren op elk heel of half uur. OPMERKING: Met de knoppen / kunt u van veld naar veld bewegen als de pomp niet in de modus Bewerken staat. Als de pomp in de modus Bewerken staat, wijzigt u met de knoppen / de waarde van het veld. Als de cursor knippert, kunt u de invoer bewerken. Gebruik de knop om de modus Bewerken te starten/stoppen.
1. Scroll in het HOOFDMENU naar Basaal. Druk op
HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Start Status
.
In het BASAALMENU wordt het volgende weergegeven: • De totale basale insuline die voor de periode van 24 uur is geprogrammeerd • Tijdelijk (als u een Tijdelijke basale dosis wilt programmeren)
BASAALMENU Totaal 0,00E
BASAALMENU Totaal 0,00E
• Het actieve basaalprogramma, aangegeven met nummer en naam, evenals een A om het actieve programma aan te geven. (Als u meerdere basaalprogramma’s hebt geactiveerd in het menu Geavanceerde instellingen, worden alle vier basaalprogramma-opties weergegeven zoals u rechts ziet.)
Tijdelijk A1-WEEKDAG
Tijdelijk A1-WEEKDAG 2-anders 3-weekend 4-oefening Hoofdmenu
Hoofdmenu
25
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 25
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
2. Scroll naar het programma 1-WEEKDAG en druk op
.
OPMERKING: U hoeft uw pomp niet te onderbreken om een actief programma te bewerken. Als u in het BASAALMENU Bewerken kiest, onderbreekt de pomp de toediening automatisch. Als u de modus Bewerken afsluit, wordt de toediening van het actieve programma automatisch hervat.
BASAALMENU Totaal 0,00E Tijdelijk A1-WEEKDAG
Hoofdmenu
3. Het scherm BASAALOPTIES wordt weergegeven. Bewerken is gemarkeerd. Druk op de knop . Vanuit het scherm BASAAL BEWERKEN kunt u de basaalsegmenten van het geselecteerde programma bewerken.
BASAAL BEW. Totaal 0,00E Begin
E
12:00 --:--
E/u
0,000 - - ,- - -
4. Scroll naar het gewenste veld E/uur. Druk op
om de modus Bewerken te activeren (aangegeven door de knipperende cursor).
BASAALOPTIES A1-WEEKDAG Totaal 0,00E Wissen Bewerken Nakijken Doe nu Hoofdmenu
Opsl./Nakijk BASAAL BEW. Totaal 0,60E Begin
E
12:00 --:--
E/u
0,025 - - ,- - -
5. Stel met behulp van de knoppen op
/ de gewenste basale dosis in. Druk om te bevestigen en de modus Bewerken voor dit veld af te sluiten.
Opsl./Nakijk BASAAL BEW. Totaal 0,60E Begin
E
E/u
0,025 - - ,- - -
12:00 04:00
Opsl./Nakijk
BASAAL BEW. Totaal 13,60E Begin
E
12:00 04:00 --:--
E/u
0,025 0,675 - - ,- - -
6. Scroll omlaag om het volgende begintijdveld te selecteren. Druk op de knop om de modus Bewerken te activeren (aangegeven door de knipperende cursor).
OPMERKING: Het volgende beschikbare lege basaalsegment wordt automatisch weergegeven als u het vorige segment programmeert. Als er geen volgend leeg basaalsegment wordt weergegeven, hebt u alle 12 mogelijke segmenten geprogrammeerd.
7. Wijzig het volgende begintijdveld zoals gewenst en druk op de knop om de modus Bewerken af te sluiten. De segmenten kunnen op het hele en halve uur beginnen. Als eindtijd van het huidige tijdsegment wordt altijd middernacht aangenomen. OPMERKING: Het 24-uurstotaal wordt automatisch gewijzigd als u de E/uurinstellingen wijzigt.
Opsl./Nakijk
26
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 26
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
8. Ga verder tot alle basaalsegmenten ingesteld zijn zoals uw zorgteam dat heeft aangegeven. 9. Als u klaar bent, scrollt u naar Opslaan/Nakijken en drukt u op
. Als u het actieve programma hebt bewerkt, wordt dit nu automatisch hervat. Het scherm BASAALOPTIES wordt weergegeven. Waarschuwing Basaalbew. niet opgesl. Basale toediening onderbroken.
OPMERKING: Als uw display is uitgeschakeld (time-out) of als tijdens het bewerken een alarm/waarschuwing wordt weergegeven voordat u Opslaan/Nakijken hebt geselecteerd, herinnert een waarschuwingsscherm u eraan dat uw basale bewerking niet is opgeslagen. Zie hoofdstuk 11 in deel I.
Basaal bew.
10. Nakijken is gemarkeerd. Druk op om te controleren of uw invoer correct is. Uw basaalsegmentinstellingen worden weergegeven (5 op het eerste scherm, 5 op het tweede scherm en 2 op het laatste scherm). Als u meer dan 5 segmenten hebt geprogrammeerd, scrollt u naar Volgende om desgewenst het tweede en derde scherm te zien.
11. Opties is gemarkeerd. Druk op
BASAALOPTIES A1-WEEKDAG Totaal 13,60E Wissen Bewerken Nakijken Doe nu Hoofdmenu
. Het scherm BASAALOPTIES wordt weergegeven.
a. Als u het actieve programma hebt bewerkt en opgeslagen/nagekeken,
wordt dit nu automatisch hervat. U kunt ook ‘Doe nu’ selecteren. Het startscherm wordt dan weergegeven met de huidige toedieningsdosis voor het actieve programma.
BASAALOPTIES A1-WEEKDAG Totaal 13,60E
b. Als u een inactief programma hebt bewerkt en het wilt activeren, selecteert
Wissen Bewerken Nakijken Doe nu Hoofdmenu
u ‘Doe nu’ in het scherm BASAALOPTIES. Als u ‘Doe nu’ selecteert, wordt het startscherm weergegeven met de huidige toedieningsdosis voor het actieve programma.
Segmenten toevoegen/wijzigen in een bestaand basaalprogramma 1. Selecteer het gewenste programma in het BASAALMENU. 2. Bewerken is gemarkeerd. Druk op
.
3. Scroll naar en markeer het veld dat u wilt wijzigen of naar de volgende beschikbare lege regel om een segment toe te voegen. Druk op om de modus Bewerken te activeren. (De cursor knippert om de modus Bewerken aan te geven.)
4. Stel met de knoppen
/
de begintijden en de E/uur-hoeveelheden in.
5. Controleer of de AM/PM-instellingen juist zijn.
27
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 27
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
OPMERKING: • Als u de begintijd van een segment programmeert op dezelfde tijd als een bestaand segment, wordt het eerder ingevoerde segment verwijderd. • Als u de begintijd van een segment programmeert op een tijd die vooraf gaat aan een bestaand segment, wordt het nieuwe segment automatisch op de juiste plaats ingevoegd. U moet dan naar het nieuwe segment scrollen, het bijbehorende veld E/uur markeren en desgewenst de hoeveelheid invoeren of wijzigen. 6. Als u klaar bent, scrollt u naar Opslaan/Nakijken en drukt u op . Als u het actieve programma hebt bewerkt, wordt dit nu automatisch hervat. Het scherm BASAALOPTIES wordt weergegeven.
a. Selecteer Nakijken op het scherm BASAALOPTIES om te controleren of wat u hebt ingevoerd correct
is. Uw basaalsegmentinstellingen worden weergegeven (5 op het eerste scherm, 5 op het tweede scherm en 2 op het laatste scherm). Als u meer dan 5 segmenten hebt geprogrammeerd, scrollt u naar Volgende om desgewenst het tweede en derde scherm te zien.
b. Als u een inactief programma hebt bewerkt, selecteert u het programma in het BASAALMENU. Druk op . Selecteer Doe nu in het scherm BASAALOPTIES om het programma dat u hebt geselecteerd te activeren. Als u ‘Doe nu’ selecteert, wordt het startscherm weergegeven met de huidige toedieningsdosis voor het actieve programma. (U kunt ook eenvoudig wachten tot uw pompdisplay uitschakelt. Als u dan op een willekeurige knop drukt, wordt de dosisinformatie van uw actieve basaalprogramma op het startscherm weergegeven.)
m LET OP!: Controleer de wijzigingen in uw basaalprogramma altijd om te verzekeren dat ze correct zijn. Een onjuiste basale dosis kan te veel of te weinig toegediende insuline tot gevolg hebben. Zie Basaalprogramma’s bekijken hieronder.
Basaalprogramma’s bekijken 1. Scroll in het BASAALMENU naar het gewenste programma en markeer het. Druk op
.
2. Scroll in het scherm BASAALOPTIES naar Nakijken. Druk op . Uw basaalsegmentinstellingen worden weergegeven (5 op het eerste scherm, 5 op het tweede scherm en 2 op het laatste scherm). Als u meer dan 5 segmenten hebt geprogrammeerd, scrollt u naar Volgende om desgewenst het tweede en derde scherm te zien.
3. Als u klaar bent, wordt Opties gemarkeerd. Druk op 4. Scroll naar HOOFDMENU en druk op basaalprogramma blijft doorgaan.
BASAALOPTIES A1-WEEKDAG Totaal 13,60E Wissen Bewerken Nakijken Doe nu Hoofdmenu
A1-WEEKDAG Totaal 13,60E Begin E/u 12:00 0,025 04:00 0,675 --: -- - ,- - Opties
Volg.
.
. Het scherm HOOFDMENU wordt weergegeven. Het actieve
5. Als u een inactief programma nakijkt en u wilt het activeren, selecteert u in het scherm BASAALMENU het programma dat u wilt activeren. Druk op
.
6. Selecteer Doe nu in het scherm BASAALOPTIES om het programma te activeren. Het startscherm
wordt weergegeven en geeft de huidige dosis per uur aan van het programma dat u hebt geactiveerd. 28
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 28
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
Basaalprogramma’s wissen Met deze functie kunt u alle informatie van een basaalprogramma wissen.
1. Scroll in het BASAALMENU naar het gewenste programma. 2. Scroll in het scherm BASAALOPTIES naar Wissen. Druk op
.
Als u op drukt om Wissen te selecteren, controleert de pomp of u zeker weet dat u alle segmenten van het geselecteerde basaalprogramma wilt wissen. U ziet het hier weergegeven Let op!-scherm. Als u alle basaalsegmenten van het geselecteerde programma wilt wissen, scrollt u naar Programma wissen en drukt u op . Als u niet alle basaalsegmenten wilt wissen, scrollt u naar Basaalopties en drukt u op . Het scherm BASAALOPTIES wordt weergegeven.
Als alle segmenten van uw actieve basaalprogramma ingesteld zijn op 0,000 E/uur, dient uw pomp geen basale insuline toe. Elke keer als u uw pomp activeert, ziet u het hier weergegeven Let op!-scherm. Als u het geluid voor Let op! hebt ingeschakeld, wordt dit ook gemeld met een piepje of trilling. Dit Let op!-scherm gaat niet verder naar steeds luidere alarmen. U kunt Bevestigen selecteren om snel naar het scherm HOOFDMENU te gaan of u kunt Basaalmenu selecteren om de doses van uw actieve programma opnieuw in te stellen. Zie voor meer informatie hoofdstuk 11 in deel I.
BASAALOPTIES A1-WEEKDAG Totaal 13,60E Wissen Bewerken Nakijken Doe nu Hoofdmenu
Let op! Progr. wissen verwijdert alle basaalsegmenten in dit progr.
Progr. wissen Basaalopties
Let op! Uw actieve basaalprogramma is leeg. 0,000E/uur
Bevestigen Basaalmenu
Tijdelijk-basaalfunctie Met deze functie kunt u uw actieve basale dosis verhogen voor bijvoorbeeld ziektedagen of verlagen bij bijvoorbeeld lichaamsbeweging. U kunt de basale dosis met maximaal 90% (in stappen van 10%) verlagen of de basale dosis met maximaal 200% (in stappen van 10%) verhogen. U kunt de functie ook uitschakelen (OFF). U kunt de duur instellen voor maximaal 24 uur in stappen van een half uur. (Als u meerdere basaalprogramma’s hebt geactiveerd in het menu Geavanceerde instellingen, worden alle vier basaalprogramma-opties weergegeven zoals u rechtsonder ziet.)
1. Scroll in het BASAALMENU naar Tijd. Druk op
.
BASAALMENU Totaal 0,00E
BASAALMENU Totaal 0,00E
Tijdelijk A1-WEEKDAG
Tijdelijk A1-WEEKDAG 2-anders 3-weekend 4-oefening Hoofdmenu
Hoofdmenu
29
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 29
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
2. Het veld Wijzigen % knippert om de modus Bewerken aan te geven. Voer met de knoppen / de gewenste wijziging in procenten in. Druk op de knop om de modus Bewerken af te sluiten.
A1-WEEKDAG TIJD. BASAAL
A1-WEEKDAG TIJD. BASAAL
Wijzigen: 0% Duur 4,0 uur Doe nu Hoofdmenu
Wijzigen: -40% Duur 4,0 uur Doe nu Hoofdmenu
A1-WEEKDAG TIJD. BASAAL Wijzigen: -40% Duur 2,0 uur Doe nu Hoofdmenu
3. Het veld Duur is gemarkeerd. Druk op activeren.
4. Voer met behulp van de knoppen af te sluiten.
/
om de modus Bewerken te
de gewenste duur in. Druk op
om de modus Bewerken
m LET OP!: De kleinst mogelijke hoeveelheid voor basale toediening is 0,025 E/uur. Als u een negatieve tijdelijke basale dosis instelt, piept uw pomp en geeft een Let op!-scherm weer om u te herinneren aan de minimum toedieningsdosis. Dit scherm wordt één keer gedurende 4 seconden weergegeven en geeft één geluidsmelding (als u de bijbehorende geluiden bij het instellen hebt ingeschakeld). Uw pomp dient geen tijdelijke basale dosis toe die lager is ingesteld dan 0,025 E/uur. Alle tijdelijke basale doses die lager worden ingesteld dan 0,025 E/uur, worden automatisch opnieuw ingesteld op 0,025 E/uur.
Let op! Tijd. actief Minimum basaalsnelh. beperkt tot 0,025E/u
Als u een tijdelijke basale dosis van minder dan 0,025 E/uur wilt toedienen, kunt u UIT selecteren voor het wijzigingspercentage in het scherm hierboven. Daarmee stelt u voor de geselecteerde tijdsperiode de tijdelijke basale dosis in op 0,0 E/uur.
5. Doe nu is gemarkeerd. Druk op
om Tijdelijk basaal te activeren.
6. Het startscherm wordt weergegeven en laat zien dat uw tijdelijke
basaalprogramma actief is, evenals de wijziging in procenten, de duur en de resterende tijd. Als de tijd verstreken is, hervat uw pomp automatische het actieve basaalprogramma.
OPMERKING: Als u het geluid voor Tijdelijk basaal hebt ingeschakeld bij de instellingen, piept uw pomp om de 30 minuten één keer om u aan de tijdelijkbasaalstatus te herinneren.
14 : 27 TIJD. BASAAL -40% 4,0 u Rest. tijd 3,2 u Insuline: 105E Status Menu
30
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 30
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
Een tijdelijk basaalprogramma annuleren 1. Selecteer TIJDELIJK BASAAL in het BASAALMENU. Druk op
.
2. De details van het huidige actieve tijdelijke basaalprogramma worden weergegeven. Scroll omhoog naar ANNULEREN en druk op
.
Uw eerder actieve basaalprogramma wordt geactiveerd. Het startscherm wordt weergegeven en geeft de huidige dosis per uur aan van het actieve programma.
OPMERKING: Als u uw pomp onderbreekt terwijl een tijdelijk basaalprogramma actief is, wordt het tijdelijke basaalprogramma geannuleerd en meldt een Let op!-scherm u dat het tijdelijke basaalprogramma geannuleerd is. Dit Let op!-scherm wordt één keer weer weergegeven en geeft één pieptoon (als u de bijbehorende geluiden hebt ingeschakeld bij het instellen). Tijdelijk basaal wordt ook geannuleerd als u de batterij vervangt en/of voorvult.
A1-WEEKDAG TIJD. ACTIEF 0,675 E/u -40% = 0,405 E/u Rest. tijd 1,2 uur ANNULEREN Hoofdmenu
Let op! Pomp onderbr
Indien actief, dan tijd. basaal & comb.bolus geannuleerd.
m LET OP!: Als u naar een ander basaalprogramma gaat of een tijdelijk basaalprogramma instelt, wijzigt u waarschijnlijk ook het totale aantal insuline-eenheden dat gedurende een bepaalde periode is toegediend. Controleer het totale aantal insuline-eenheden voordat u een ander basaalprogramma selecteert of een tijdelijk basaalprogramma instelt. Een totaal aantal eenheden dat te hoog of te laag is, kan hypoglycemie of hyperglycemie tot gevolg hebben.
31
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 31
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 5 - BASAALPROGRAMMAFUNCTIES GEBRUIKEN
32
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 32
2/11/14 2:59 PM
6
HOOFDSTUK 6 - DE FUNCTIE ONDERBREKEN/HERVATTEN Met deze functie kunt u de toediening snel en gemakkelijk stoppen en hervatten. De functie annuleert ook alle Tijdelijk basaal- of bolustoedieningen, inclusief combinatiebolussen die op dat moment actief zijn. De functie Combinatiebolus wordt beschreven in hoofdstuk 9 in deel I.
Toediening onderbreken HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
Pomp toediening
1. Scroll in het HOOFDMENU naar Onderbreken/Hervatten en druk op
2. Onderbreken is gemarkeerd. Druk op
.
.
Onderbreken
Hoofdmenu
Let op!
Het scherm geeft een bericht weer om u eraan te herinneren dat deze modus niet alleen uw actieve basale toediening onderbreekt, maar ook alle tijdelijke basaalprogramma’s of combinatiebolussen die actief zijn annuleert.
14 : 27
Pomp onderbr
Indien actief, dan tijd. basaal & comb.bolus geannuleerd.
3. Op het startscherm dat u vervolgens ziet, wordt gemeld dat de pomptoedieningen zijn onderbroken.
ONDERBR. Basale dosis 0,675E/uur Insuline: 105E Status Menu
33
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 33
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 6 - DE FUNCTIE ONDERBREKEN/HERVATTEN
m LET OP!: (Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt) • Tijdens de onderbreking van de insulinetoediening blijft uw CGM-sessie (zie deel II) actief, maar worden er geen CGM-resultaten geregistreerd of weergegeven. Zodra de insulinetoediening wordt hervat, worden de CGM-resultaten weer geregistreerd en weergegeven. • Als u de insulinetoediening tijdelijk wilt onderbreken, maar wel CGM-resultaten wilt zien, moet u de toedieningsfunctie niet onderbreken. In plaats daarvan kunt u Tijdelijk basaal op OFF (UIT) zetten voor de duur van de gewenste onderbreking van de basale toediening.
OPMERKING: • Van tijd tot tijd piept uw pomp (of trilt, als u die instelling hebt geselecteerd) om u aan de status Onderbreken te herinneren. Als ze niet worden bevestigd, worden de pieptonen in de loop van een uur steeds luider. U kunt de waarschuwing bevestigen om de geluidsterkte op normaal terug te zetten. Zie hoofdstuk 11 in deel I. • Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt en u onderbreekt de insulinetoediening tijdens de 2 uur durende CGM-kalibratieopstartperiode, gaat de kalibratiereeks verder en blijft de CGM-sessie actief, ondanks dat de insulinetoediening onderbroken is. • Zie deel II voor informatie over CGM-functies.
Waarschuwing Geen toedien Pomp is onderbroken.
Bevestigen
Toediening hervatten HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
Pomp onderbroken om 14:27 2 Okt, 2010
1. Scroll in het HOOFDMENU omlaag naar Onderbreken/Hervatten en druk op .
2. Hervatten is gemarkeerd. Druk op
.
Hervatten Hoofdmenu
3. Het startscherm wordt weergegeven en geeft aan dat uw pomp niet meer in de modus Onderbreken staat. Uw eerdere actieve basaalprogramma wordt automatisch hervat.
14 : 27PM Basale dosis 0,025 E/uur Insuline: 105E Status Menu
34
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 34
2/11/14 2:59 PM
7
HOOFDSTUK 7 - DE GEHEUGENFUNCTIE Op uw pomp worden belangrijke records opgeslagen, die u kunt bekijken. U kunt het geheugen van de pomp openen en het direct op de display bekijken of u kunt compatibele diabetesregulatiesoftware gebruiken om de geschiedenis van de pomp op uw computer te volgen, na te kijken of te analyseren. Raadpleeg hoofdstuk 7 in deel II als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, en de CGM-geschiedenis wilt zien. Op uw pomp worden basale doses, bolussen, alarmen en instellingen opgeslagen. Deze records blijven altijd op de pomp opgeslagen, ook als de batterijen worden verwijderd. HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
Selecteer Geschiedenis in het HOOFDMENU. Het menu GESCHIEDENIS wordt weergegeven.
Bolusgeschiedenis Uw pomp geeft de laatste 500 bolusrecords weer.
1. Selecteer Bolus in het menu GESCHIEDENIS. Het scherm geeft het volgende weer: GESCHIEDENIS Bolus Totale dagdosis (TDD) Alarm Voorvullen Onderbreken Basaal Hoofdmenu
• Recordnummer van de bolus • Datum van de bolus • Tijd van de bolus • Type toegediende bolus
Normaal ˚ Combinatie ˚ Audio ˚ • Geprogrammeerde en toegediende hoeveelheid van de bolus
BOLUS Record
1
23 Mrt 2010 13:13
NORMAAL
2,80E van 2,80E
VOLTOOID Snel-KH
• Status van de bolus ACTIEF ˚ VOLTOOID ˚ GEANNULEERD ˚ • Of Snel-BG of Snel-KH gebruikt is
2. Als u andere bolusrecords wilt zien, scrollt u eerst omhoog om het recordveld te markeren. Druk op om de controlemodus te activeren (aangegeven door de knipperende cursor).
35
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 35
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 7 - GEHEUGENFUNCTIE
3. Record 1 is de recentste record. Scroll met behulp van de knoppen 4. Als u klaar bent met nakijken, drukt u op 5. ‘
’ is gemarkeerd. Druk op
/
naar andere records.
om de controlemodus af te sluiten.
om terug te keren naar het menu GESCHIEDENIS.
Geschiedenis Totale dagdosis (TDD) Uw pomp geeft de laatste 120 TDD-records weer.
1. Selecteer Totale dagdosis (TDD) in het menu GESCHIEDENIS.
GESCHIEDENIS Bolus Totale dagdosis (TDD) Alarm Voorvullen Onderbreken Basaal Hoofdmenu
Het scherm geeft het volgende weer: • Recordnummer • Recorddatum
TDD Record
1
23 Mrt 2010
Tijdelijk Onderbr. Bolus Basaal
TOTAAL =
Nee Nee
6,200E 0,700E
6,900E
• Of Tijdelijk basaal op die datum actief was • Of Onderbreken op die datum actief was • Totale bolus van die datum • Totaal basaal van die datum • Totale dosis van die datum OPMERKING: Elk dagtotaal is het totaal dat sinds middernacht is toegediend.
2. Scroll omhoog om het recordveld te markeren. Druk op (aangegeven door de knipperende cursor).
om de controlemodus te activeren
3. Record 1 is de recentste record. Scroll met behulp van de knoppen 4. Als u klaar bent met nakijken, drukt u op 5. ‘
’ is gemarkeerd. Druk op
/
naar andere records.
om de controlemodus af te sluiten.
om terug te keren naar het menu GESCHIEDENIS.
36
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 36
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 7 - GEHEUGENFUNCTIE
Alarmgeschiedenis Het geschiedenismenu van uw pomp geeft de laatste 30 alarmrecords weer die met insulinetoediening te maken hebben. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, kunnen alarmen die met CGM-functies te maken hebben weergegeven worden onder de CGMmenuopties (zie hoofdstuk 7 in deel II).
1. Selecteer Alarm in het menu GESCHIEDENIS.
GESCHIEDENIS Bolus Totale dagdosis (TDD) Alarm Voorvullen Onderbreken Basaal Hoofdmenu
Het scherm geeft het volgende weer: • Recordnummer • Datum van het alarm • Tijd van het alarm
ALARM Record
1
23 Mrt 2010 13:13
Code X-XXXXXXXX LEEG RESERVOIR
• Alarmcode • Alarmtype
2. Scroll omhoog om het recordveld te markeren. Druk op (aangegeven door de knipperende cursor).
om de controlemodus te activeren
3. Record 1 is de recentste record. Scroll met behulp van de knoppen 4. Als u klaar bent met nakijken, drukt u op 5. ‘
’ is gemarkeerd. Druk op
/
naar andere records.
om de controlemodus af te sluiten.
om terug te keren naar het menu GESCHIEDENIS.
Voorvulgeschiedenis Uw pomp geeft de laatste 60 records weer voor Voorvullen en Canule vullen. Records voor Voorvullen en voor Canule vullen worden als aparte records opgeslagen.
1. Selecteer Voorvullen in het menu GESCHIEDENIS. Het scherm geeft het volgende weer: • Recordnummer • Datum van het voorvullen • Tijd van het voorvullen • Voorvullingshoeveelheid
GESCHIEDENIS Bolus Totale dagdosis (TDD) Alarm Voorvullen Onderbreken Basaal Hoofdmenu
2. Scroll omhoog om het recordveld te markeren. Druk op (aangegeven door de knipperende cursor).
VOORVULLEN Record 1 23 Mrt 2010
13:13
VRGEVULD Totaal 18,0E
om de controlemodus te activeren
37
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 37
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 7 - GEHEUGENFUNCTIE
3. Record 1 is de recentste record. Scroll met behulp van de knoppen naar andere records.
/
VOORVULLEN Record 2 23 Mrt 2010
Het scherm geeft het volgende weer:
13:15
Vul canule Totaal 1,0E
• Recordnummer • Datum van de canulevulling • Tijd van de canulevulling • Hoeveelheid van de canulevulling
4. Als u klaar bent met nakijken, drukt u op 5. ‘
’ is gemarkeerd. Druk op
om de controlemodus af te sluiten.
om terug te keren naar het menu GESCHIEDENIS.
Onderbrekingsgeschiedenis Uw pomp geeft de laatste 30 onderbrekingsrecords weer.
1. Selecteer Onderbreken in het menu
GESCHIEDENIS Bolus Totale dagdosis (TDD) Alarm Voorvullen Onderbreken Basaal Hoofdmenu
GESCHIEDENIS. Het scherm geeft het volgende weer: • Recordnummer • Datum en tijd waarop de pomptoediening werd onderbroken
ONDERBREEK Record 1 Onderbroken 23 Mrt 2010
13:13
Hervat
23 Mrt 2010
13:13
• Datum en tijd waarop de pomptoediening werd hervat
2. Scroll omhoog om het recordveld te markeren. Druk op (aangegeven door de knipperende cursor).
om de controlemodus te activeren
3. Record 1 is de recentste record. Scroll met behulp van de knoppen 4. Als u klaar bent met nakijken, drukt u op 5. ‘
’ is gemarkeerd. Druk op
/
naar andere records.
om de controlemodus af te sluiten.
om terug te keren naar het menu GESCHIEDENIS.
38
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 38
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 7 - GEHEUGENFUNCTIE
Basaalgeschiedenis Uw pomp houdt bij wanneer er een wijziging is geweest in de basale dosis en geeft de laatste 270 records van basale dosiswijzigingen weer.
1. Selecteer Basaal in het menu GESCHIEDENIS. Het scherm geeft het volgende weer: • Recordnummer • Datum en tijd waarop de basale dosis is aangepast • Aanpassing van de basale dosis
GESCHIEDENIS Bolus Totale dagdosis (TDD) Alarm Voorvullen Onderbreken Basaal Hoofdmenu
2. Scroll omhoog om het recordveld te markeren. Druk op (aangegeven door de knipperende cursor).
5. ‘
’ is gemarkeerd. Druk op
1
23 Mrt 2010
13:13 Snelh. = 0,670
om de controlemodus te activeren
3. Record 1 is de recentste record. Scroll met behulp van de knoppen 4. Als u klaar bent met nakijken, drukt u op
BASAAL Record
/
naar andere records.
om de controlemodus af te sluiten.
om terug te keren naar het menu GESCHIEDENIS.
OPMERKING: In de basaalgeschiedenis wordt elke wijziging van de basale dosis geregistreerd. Als er niet basaal wordt toegediend, geeft de basale geschiedenisrecord 0 toegediende eenheden weer. Dit kan de volgende redenen hebben: • Reservoir vervangen • Batterij vervangen • Onderbreken • Alarm • Basaalsegment ingesteld op 0,00 • Scherm Basaal bewerken geopend • Voorvulmenu geopend • Voorvulling verloren gegaan
39
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 39
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 7 - GEHEUGENFUNCTIE
40
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 40
2/11/14 2:59 PM
8
HOOFDSTUK 8 - DE STATUSFUNCTIE Deze functie biedt u gemakkelijk toegang tot een informatieoverzicht van de huidige programmering en werking van uw pomp. Er zijn zeven statusschermen.
1. Scroll in het HOOFDMENU of in het startscherm naar Status en druk op HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Menu Status
.
14: 27 Basale dosis 0,025E/uur Insuline: 105E Status Menu
Statusscherm 1 - Actief basaal
STATUS 1 ACT. BASAAL
Het scherm geeft het volgende weer:
A1-WEEKDAG 24-u Totaal 13,60E 0,675E/uur Insuline: 105E Start
• Welk basaalprogramma momenteel actief is • Het 24-uurstotaal voor het actieve basaalprogramma • Eenheden per uur die momenteel worden toegediend • Momenteel in het reservoir resterende insuline Om naar het volgende statusscherm te gaan, drukt u op gemarkeerd.
terwijl ‘
’ onderaan het scherm is
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Statusscherm 2 - Insuline aanwezig, Laatste bolus Het scherm geeft het volgende weer: • Hoeveelheid aanwezige insuline (aangegeven met IOB op het scherm). Zie voor meer informatie over deze functie hoofdstuk 9 in deel I. STATUS 2 IOB=1,70E LAATSTEBOLUS
• Type en hoeveelheid van de laatste voltooide bolus Normaal ˚ NC == Combinatie ˚ A = Audio (uitsluitend normale deel) ˚ • Tijd en datum van de laatste voltooide bolus
N 3,30E 09:55 8 Jul 2010 Start
Om naar het volgende statusscherm te gaan, drukt u op gemarkeerd.
terwijl ‘
’ onderaan het scherm is
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
41
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 41
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 8 - STATUSFUNCTIE
Statusscherm 3 - Toediening vandaag Op dit scherm ziet u de volgende informatie die vanaf middernacht tot de huidige tijd in de pomp is opgeslagen:
STATUS 3
VANDAAG TOEGED. E100 Tijd. Nee Onderbr. Nee
• Type insuline • Of Tijdelijk basaal actief is geweest
Bolus Basaal
• Of Onderbreken actief is geweest
TOTAAL Start
• Totale toegediende bolushoeveelheid
9,400E 0,200E 9,600E
• Totale toegediende basale hoeveelheid • Totale hoeveelheid toegediende insuline (exclusief hoeveelheden voor voorvullen) Om naar het volgende statusscherm te gaan, drukt u op gemarkeerd.
terwijl ‘
’ onderaan het scherm is
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Statusscherm 4 - Combinatiebolus
STATUS 4 COMB.BOLUS GEANN.
Het scherm geeft het volgende weer: • Status van de recentste combinatiebolus
23 Mrt 2010
Begin 07:23M Einde 07:31M Toegediend: 3,28/9,00E Start
of Voltooid of Geannuleerd ˚ Actief ˚ Startdatum ˚ Starttijd ˚ TEindtijd oegediende hoeveelheid (indien dit is geactiveerd, wordt de hoeveelheid weergegeven vanaf de ˚ huidige tijd zoals die in de pomp is opgeslagen) Zie voor meer informatie over de combinatiebolus hoofdstuk 10 in deel I. Om naar het volgende statusscherm te gaan, drukt u op gemarkeerd.
terwijl ‘
’ onderaan het scherm is
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
42
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 42
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 8 - STATUSFUNCTIE
Statusscherm 5 - Tijdelijk basaal Het scherm geeft het volgende weer:
STATUS 5 TIJD. BASAAL ACTIEF
• De recentste tijdelijk-basaalstatus
˚ Startdatum ˚ Starttijd ˚ Eindtijd ˚ Aanpassingspercentage ˚ Om naar het volgende statusscherm te gaan, drukt u op
23 Mrt 2010
Actief/Inactief
gemarkeerd.
Begin Einde Wijzig.
16:00PM 18:00PM -50%
Start
terwijl ‘
’ onderaan het scherm is
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Statusscherm 6 - Pompgegevens Het scherm geeft het volgende weer:
STATUS 6 POMP INFO S/N XXXXX-XX Tx S/N XXXXX Revs
•S erienummer van de pomp • Zenderidentificatienummer (zie hoofdstuk 2 in deel II).
M=XXX.XX.X P=XXX L=X.X D=XXX W=XXX G=XX.XX.XX.XX
• Softwareversies
Om naar het volgende statusscherm te gaan, drukt u op onderaan het scherm is gemarkeerd.
terwijl ‘
Start
’
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Statusscherm 7 - Meer pompcodes Het scherm bevat informatie die uw plaatselijke Animas-distributeur nodig heeft. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animasdistributeur. Om naar het volgende statusscherm te gaan, drukt u op onderaan het scherm is gemarkeerd.
terwijl ‘
’
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
STATUS 7 CODES ~XX ~XX ~XX ~XX X XX XX XX XX Y XX XX XX XX Z XX XX XX XX
Start
43
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 43
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 8 - STATUSFUNCTIE
44
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 44
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
9
U bent nu klaar met alle basishandelingen! Uw pomp heeft veel geavanceerde functies die u mogelijk kunnen helpen bij het reguleren van uw diabetes. Overleg met uw zorgteam welke geavanceerde functies en instellingen voor u geschikt zijn.
m WAARSCHUWING: Overleg met uw zorgteam welke geavanceerde functies voor u geschikt
zijn. Voor veel geavanceerde functies/instellingen hebt u het advies van uw zorgteam nodig voordat u de functie kunt gaan gebruiken. Het gebruik van onjuiste instellingen voor bepaalde geavanceerde functies kan te veel of te weinig toegediende insuline tot gevolg hebben. In dit hoofdstuk vindt u hoe u de geavanceerde functies instelt en inschakelt. Hoofdstuk 10 in deel I bevat informatie over het gebruik van elke geavanceerde functie. Selecteer Instellen in het HOOFDMENU. Selecteer vervolgens Geavanceerd in het scherm INSTELLEN en druk op .
HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Start Status
INSTELLEN Tijd/Datum Geluid Geavanceerd
Start
In de schermen INSTELLEN GEAVANCEERD 1 kunt u persoonlijke instellingen programmeren die worden gebruikt met de functies Snel-KH en Snel-BG.
Scherm Instellen geavanceerd 1 - Persoonlijke instellingen - Insulinekoolhydraatratio’s (I:K-ratio’s) Een insuline-koolhydraatratio (I:K-ratio) is de hoeveelheid koolhydraten waarvoor u met één eenheid insuline kunt compenseren. Uw zorgteam kan u verschillende insuline-koolhydraatratio’s (I:K-ratio’s) voor verschillende tijden van de dag aanraden. Als u de functie Snel-KH gebruikt, selecteert uw pomp automatisch de I:K-ratio voor de huidige tijd die in uw pomp is opgeslagen. In dit scherm kunt u verschillende I:K-ratio’s instellen voor 12 verschillende tijdsperioden. OPMERKING: Als u slechts één insuline-koolhydraatratio instelt, wordt deze voor de gehele periode van 24 uur gebruikt. .
I:K-ratio 1 van 12
/
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te
Tijd: 12:00 1E:
4. Ga met de knoppen 5. Druk op
IGF
Start
2. Het eerste segment begint altijd om middernacht. De laatste beschikbare tijd is 23.30 uur. Scroll met behulp van de knoppen naar het veld 1E: (gram). 3. Druk op activeren.
I:K-ratio
BG-streefw.
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 1 naar I:K-ratio.
Druk op
INST. GEAVANC.1
/
naar de gewenste instelling.
Klaar
13g
Start
als de instelling is gemaakt.
45
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 45
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
6. Scroll naar ‘ gaan.
’ en druk op
om naar het volgende scherm I:K-ratio te
7. Scroll naar het veld Tijd en druk op
modus Bewerken te activeren.
8. Gebruik de knoppen Druk op
.
/
om de knipperende cursor voor de
I:K-ratio 2 van 12
Tijd: 06:00 1E:
15g
om de starttijd van het segment te wijzigen. Klr
9. Scroll naar het veld 1E: (gram) en druk op te activeren.
Start
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken
10. Gebruik de knoppen / om het veld 1E: (gram) te wijzigen. Druk op . Herhaal deze stappen om de resterende segmenten volgens de aanbevelingen van uw zorgteam in te stellen. Markeer ‘ ’ om uw instellingen na te kijken en druk op Bevestig dat de tijden en waarde-instellingen juist zijn. Als u klaar bent, scrollt u naar Klaar en drukt u op terug te keren.
om door elk segment te scrollen.
om naar het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 1
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Scherm Instellen geavanceerd 1 - Persoonlijke instellingen Insulinegevoeligheidsfactor (IGF) Een insulinegevoeligheidsfactor (IGF) is de hoeveelheid waarmee u verwacht uw BG te verlagen met één eenheid insuline. Uw zorgteam kan u verschillende insulinegevoeligheidsfactoren (IGF’s) voor verschillende tijden van de dag aanraden. Als u de functie Snel-KH gebruikt, selecteert uw pomp automatisch de IGF voor de huidige tijd die in uw pomp is opgeslagen. In dit scherm kunt u verschillende IGF’s instellen voor 12 verschillende tijdsperioden. OPMERKING: Als u slechts één insulinegevoeligheidsfactor instelt, wordt deze voor de gehele periode van 24 uur gebruikt.
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 1 naar IGF. Druk op
INST. GEAVANC.1
.
I:K-ratio IGF BG-streefw.
Start
2. Het eerste segment begint altijd om middernacht. De laatste beschikbare tijd is 23.30 uur. Scroll met behulp van de knoppen naar het veld 1E: (mmol/L). 3. Druk op activeren.
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te
IGF 1 van 12
Tijd: 00:00 1E:
4. Ga met de knoppen 5. Druk op
/
/
naar de gewenste instelling. Klaar
als de instelling is gemaakt.
6. Scroll naar ‘
’ en druk op
2,3
mmol/L
Start
om naar het volgende scherm IGF te gaan. 46
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 46
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
7. Scroll naar het veld Tijd en druk op modus Bewerken te activeren. 8. Gebruik de knoppen Druk op
.
/
om de knipperende cursor voor de
om de starttijd van het segment te wijzigen.
IGF 2 van 12
Tijd: 06:00 1E:
9. Scroll naar het veld 1E: (mmol/L eenheden) en druk op
om de
knipperende cursor voor de modus Bewerken te activeren.
2,8
mmol/L
Klaar
Start
10. Gebruik de knoppen / om het veld 1E: (mmol/L eenheden) te wijzigen. Druk op . Herhaal deze stappen om de resterende segmenten volgens de aanbevelingen van uw zorgteam in te stellen. Markeer ‘ ’ om uw instellingen na te kijken en druk op Bevestig dat de tijden en waarde-instellingen juist zijn. Als u klaar bent, scrollt u naar Klaar en drukt u op terug te keren.
om door elk segment te scrollen.
om naar het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 1
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Scherm Instellen geavanceerd 1 - Persoonlijke instellingen BG-streefbereiken Een BG-streefwaarde is uw persoonlijke doel waarnaar u uw BG-waarden regelt. Een BG-streefwaarde kan worden ingesteld als een bereik (met een minimale en maximale waarde), of als enkele waarde. Uw zorgteam kan u verschillende BG-streefbereiken (of -waarden) voor verschillende tijden van de dag aanraden. De BG-streefwaarden (bereiken of waarden) die u in de pomp instelt, zijn belangrijk omdat ze gebruikt worden bij het berekenen van de voorgestelde hoeveelheden voor de BG-correctiebolus bij gebruik van de functies Snel-BG en Snel-KH op uw pomp (zie hoofdstuk 10 in deel I). Als de pomp een voorgestelde BG-correctiebolus berekent, begint de berekening met de bepaling van het verschil tussen uw huidige BG en de BG-streefbereik/waarde voor de huidige kloktijd die in de pomp is opgeslagen. Dat getal wordt dan samen met uw IGF gebruikt om de hoeveelheid voor een BG-correctiebolus te berekenen waarmee uw huidige BG in overeenstemming wordt gebracht met uw BG-streefbereik/waarde. Behalve de hoeveelheid voor de BG-correctiebolus zijn er voor de functies Snel-BG en SnelKH op uw pomp nog andere factoren die worden gebruikt bij het berekenen van voorgestelde insulinebolushoeveelheden. Dit zijn bijvoorbeeld de hoeveelheid Insuline aanwezig (in uw lichaam) van een vorige bolus, uw IGF, en uw I:K-ratio. Ga voor meer informatie over de functie Insuline aanwezig (IOB), inclusief het activeren van de functie op uw pomp, naar Het scherm Instellen geavanceerd 8 – Insuline aanwezig in dit hoofdstuk. Zie hoofdstuk 10 in deel I voor informatie over het gebruik van de functies Snel-BG en Snel-KH op uw pomp. OPMERKING: De BG-streefwaarden die hier worden beschreven, zijn anders dan de waarschuwingen Laag glucose en Hoog glucose die alleen betrekking hebben op CGM-resultaten die u krijgt bij gebruik van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp. Zie hoofdstuk 2 in deel II voor meer informatie over CGM-waarschuwingen.
47
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 47
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
In het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 1 (BG-streefwaarde) kunt u verschillende BG-streefwaarden/ -bereiken voor 12 verschillende tijdsperioden instellen. Elke BG-streefwaarde/-bereik wordt ingesteld door eerst een BG-streefwaarde te selecteren en dan een +/- hoeveelheid waarmee het minimum en maximum van het bereik wordt bepaald. Bijvoorbeeld: een BG-streefwaarde van 6,7 mmol/L en een +/- hoeveelheid van 0,6 mmol/L betekent dat het streefbereik wordt ingesteld op 6,1 – 7,3 mmol/L. Als u liever uw BG corrigeert aan de hand van één streefwaarde, stelt u de +/- hoeveelheid op 0 in. INST. GEAVANC.1
OPMERKING: Als u slechts één BG-streefwaarde instelt, wordt deze voor de gehele periode van 24 uur gebruikt.
I:K-ratio
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 1
IGF
naar BG-streefwaarde. Druk op
BG-streefw.
2. Het eerste segment begint altijd om middernacht.
Start
De laatste beschikbare tijd is 23.30 uur. Scroll met behulp van de knoppen / naar het veld BG-streefwaarde.
3. Druk op
activeren.
/
de modus Bewerken te activeren.
7. Wijzig met de knoppen
/
8. Scroll naar ‘
/
Start
/
BG-streefwaarde 1 van 12 Tijd: 00:00
+/-
6,7 mmol/L 0,3 mmol/L
Klaar
Start
om de knipperende cursor voor de
om de starttijd van het segment te wijzigen.
11. Scroll naar het veld BG-streefwaarde. Druk op cursor voor de modus Bewerken te activeren. 12. Ga met de knoppen
.
om naar het volgende scherm
9. Scroll naar het veld Tijd en druk op modus Bewerken te activeren. .
om de knipperende cursor voor
het bereik naar wens. Druk op
’ en druk op BG-streefwaarde te gaan.
13. Druk op
Klaar
als de instelling is gemaakt.
10. Gebruik de knoppen
6,7 mmol/L 0,6 mmol/L
naar de gewenste instelling.
6. Scroll naar het veld +/- (bereik). Druk op
Druk op
+/-
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te
4. Ga met de knoppen 5. Druk op
.
BG-streefwaarde 1 van 12 Tijd: 00:00
BG-streefwaarde 2 van 12 Tijd: 06:00
om de knipperende +/-
naar de gewenste instelling.
6,7 mmol/L 0,6 mmol/L
Klaar
Start
als de instelling is gemaakt.
14. Scroll naar het veld +/- (bereik). Druk op te activeren.
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken
15. Wijzig met de knoppen / het bereik naar wens. Druk op . Herhaal deze stappen om de resterende segmenten volgens de aanbevelingen van uw zorgteam in te stellen. Markeer ‘ ’ om uw instellingen na te kijken en druk op Bevestig dat de tijden en waarde-instellingen juist zijn. Als u klaar bent, scrollt u naar Klaar en drukt u op terug te keren.
om door elk segment te scrollen.
om naar het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 1
Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
48
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 48
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
Scherm Instellen geavanceerd 2 - Geavanceerde bolusfuncties en meerdere basaalprogramma’s U kunt uw pomp programmeren om het aantal beschikbare bolustypen en basaalprogrammaopties te vergroten. U kunt ook de snelheid van de bolusinsulinetoediening programmeren en de functie voor persoonlijke herinneringen in- of uitschakelen. In dit scherm kunt u: • Geavanceerde bolusfuncties (Snel-KH, Snel-BG, combinatiebolus) in- of uitschakelen
INST. GEAVANC.2
• De functie voor persoonlijke herinneringen in- of uitschakelen • De toedieningssnelheid van de bolus selecteren (NRML (normaal): 1 E per seconde of LNGZ (langzaam): 1 E per 5 seconden)
BOLUS Geav.bolus UIT Herinn. UIT Toediening NRML BASAAL Programma's 4 Start
OPMERKING: Een normale bolustoediening kan de gebruiker een prikkend gevoel geven. Als dit het geval is, zal de bolustoedieningssnelheid LNGZ dit prikkende gevoel misschien verminderen, in het bijzonder met zeer grote bolussen.
• Selecteren of u 1 basaalprogramma of 4 basaal-programma’s in het BASAALMENU wilt weergeven. Gebruikers vinden deze functie handig als hun activiteitenniveau door de week anders is dan in het weekend. Verschillende diensten op het werk kunnen ook aanleiding zijn om meerdere basaalprogramma’s in te stellen. Sommige gebruikers gebruiken een ander basaalprogramma tijdens de menstruatie. Naast het momenteel actieve basaalprogramma wordt links een A weergegeven als het scherm BASAALMENU wordt weergegeven. OPMERKING: Als een ander programma dan 1-weekdag actief is, kunt u deze instelling niet op de weergave van 1 basaalprogramma instellen. Het Let op!-scherm dat u hier ziet, wordt dan ter herinnering weergegeven.
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 2 naar het gewenste veld. 2. Druk op
activeren.
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te
3. Ga met de knoppen 4. Druk op
/
1-weekdag moet actieve programma zijn om basaaldisplayinstelling te wijzigen.
naar de gewenste instelling.
als de instelling is gemaakt.
Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan, scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
Let op!
Bevestigen
.
49
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 49
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
Scherm Instellen geavanceerd 3 - Insulinegrenzen U kunt uw pomp programmeren om de basale toediening, bolushoeveelheid, dagelijkse insuline en in een periode van 2 uur toegediende insuline tot een maximum te limiteren. Uw pomp waarschuwt u als u deze hoeveelheden overschrijdt. In dit scherm kunt u:
INST. GEAVANC.3
Bovengrenzen Basaal 10,00E/ur Bolus 35,00E
• De maximale basale toediening per uur instellen • De maximale bolushoeveelheid instellen • De maximale dagelijkse (24 uur) toegediende hoeveelheid instellen. Uw pomp controleert of de totale insulinetoediening voor elke periode van 24 uur (van middernacht de vorige dag tot middernacht) deze grens niet overschrijdt.
Dagel. 2 uur Start
200,00E 50,00E
• De maximale in 2 uur toegediende hoeveelheid instellen. Uw pomp controleert of de totale insulinetoediening over elke periode van 2 uur die voorbij gaat deze grens niet overschrijdt.
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 3 naar het gewenste veld. 2. Druk op
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te activeren.
3. Ga met de knoppen 4. Druk op
/
naar de gewenste instelling.
als de instelling is gemaakt.
Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
m LET OP!: Als u probeert meer toe te dienen dan het maximum dat u hebt ingesteld, waarschuwt uw pomp u en geeft de pomp een bericht weer. Zie hoofdstuk 11 in deel I voor meer informatie.
Scherm Instellen geavanceerd 4 - Taalinstelling, displaytime-out, contrast en batterijtype U kunt aanpassen hoe informatie op uw pomp wordt weergegeven en welk type batterij u gaat gebruiken. In dit scherm kunt u: •E en andere taal selecteren • Instellen hoe lang uw display ingeschakeld blijft voordat deze wordt uitgeschakeld (time-out) om de batterij te sparen 15, 30, 45 of 60 seconden ˚ • Een contrastinstelling selecteren
INST. GEAVANC.4 Taal NEDERL Time-out displ. na 60 sec. Contrast 8 Batterij Lith Start
• Een lithium- (aanbevolen) of alkalinebatterijtype selecteren. Als u het verkeerde batterijtype selecteert, werken de alarmschermen wellicht niet goed. U kunt het batterijtype ook in het scherm VERIFIËREN veranderen als u een nieuwe batterij plaatst. 50
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 50
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 4 naar het gewenste veld. 2. Druk op
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te activeren.
3. Ga met de knoppen 4. Druk op
/
naar de gewenste instelling.
als de instelling is gemaakt.
Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Contrastknop/CGM-snelkoppeling Druk op de knop op de bovenkant van de pomp om het contrast aan te passen. Er zijn drie contrastniveaus: donker, standaard en helder. Om de levensduur van de batterij te sparen wordt de display van uw pomp automatisch gedimd als er gedurende de helft van de ingestelde timeoutduur voor de display geen knop is ingedrukt. Vanuit de modus Auto-dim kunt u het ingestelde standaardcontrastniveau herstellen door op de knop op de bovenkant van uw pomp te drukken. Als u vanuit de modus Auto-dim op een functieknop drukt, wordt zowel het standaardcontrastniveau hersteld als de functie van de knop uitgevoerd. In de alarmmodus Bel service moet u de knop gebruiken om het standaardcontrastniveau te herstellen. Om de contrastinstelling terug te stellen op de oorspronkelijke fabrieksinstelling, drukt u tegelijk op en . Als u het woord Contrast op het scherm ziet, drukt u op een willekeurige knop om terug te gaan naar de standaardcontrastinstelling. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender niet in combinatie met uw Animas® Vibe™ insulinepomp gebruikt, werken de CGM-functies en -gegevens niet op de display van uw pomp. Als de pomp in de slaapstand staat, kunt u echter op de knop drukken. De pomp wordt dan geactiveerd en geeft een van de CGM-trendgrafiekschermen of het CGM-gegevensscherm weer. Vanuit een van deze schermen moet u terugkeren naar het scherm HOOFDMENU. Druk op op uw pomp om terug te keren naar het scherm CGM-menu en druk vervolgens nogmaals op terwijl HOOFDMENU is gemarkeerd om naar het scherm HOOFDMENU terug te keren. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, en de pomp staat in de slaapstand, drukt u op om de pomp te activeren. U ziet dan een van de CGMtrendgrafiekschermen of het CGM-gegevensscherm. Zie hoofdstuk 6 in deel II. OPMERKING: Als u de pompdisplay in de volle zon wilt bekijken, is het raadzaam om de display af te schermen, of in de schaduw te gaan staan om de display beter te kunnen zien.
51
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 51
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
Scherm Instellen geavanceerd 5 - De functie Auto-UIT U kunt uw pomp programmeren om automatisch de basale toediening te onderbreken en een alarm te laten horen als er gedurende een door de gebruiker geselecteerd aantal uren geen knop is ingedrukt. Deze functie kan dienen als veiligheidsmaatregel voor als de gebruiker bewusteloos is. Als het alarm wordt weergegeven/klinkt, betekent dit dat de insulinetoediening geheel is gestopt en u de pomp moet loskoppelen en opnieuw voorvullen. Zie hoofdstuk 11 in deel I voor meer informatie over het alarm Auto-uit.
m LET OP!: Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt,
en de insulinetoediening is onderbroken, omdat het alarm Auto-uit heeft geklonken of is weergegeven, blijft uw CGM-sessie (zie deel II) actief, maar worden er geen CGM-resultaten geregistreerd of weergegeven. Zodra de insulinetoediening wordt hervat, worden de CGMresultaten weer geregistreerd en weergegeven. In dit scherm kunt u de functie inschakelen en de tijd instellen voor controle of er al dan niet op knoppen is gedrukt.
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 5 naar het gewenste veld. 2. Druk op
activeren.
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te
3. Ga met de knoppen
/
naar de gewenste instelling.
INST. GEAVANC.5
AUTO-UIT Inschak. UIT Indien ingescha keld na 12 u zonder knopdruk onderbreken.
Start
4. Druk op
als de instelling is gemaakt. Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
Scherm Instellen geavanceerd 6 - Instelling voor de waarschuwing Reservoir bijna leeg en instelling voor afsluitingsgevoeligheid U kunt de pomp programmeren om u te waarschuwen als uw insulinereservoir bijna leeg is. De afsluitingsdetectie is automatisch. Een blokkering kan de insulineflow naar uw lichaam beperken. In dit scherm kunt u: • De waarschuwing Reservoir bijna leeg instellen op 10, 20, 30, 40 of 50 eenheden resterend in het reservoir. • U kunt de pomp instellen voor de detectie met hoge gevoeligheid (H) van een afsluiting of met lage gevoeligheid (L). Het gevoeligheidsniveau verwijst naar hoe snel de pomp de tegendruk van een afsluiting in de infusielijn voelt, waarbij H betekent ‘gevoeliger’ en L betekent ‘minder gevoelig’. Overleg met uw zorgteam wat uw instelling voor afsluitingsgevoeligheid moet zijn en zie hoofdstuk 17 in deel I voor meer informatie. INST. GEAVANC.6
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 6 naar het gewenste veld. 2. Druk op
activeren.
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te
3. Ga met de knoppen 4. Druk op
/
naar de gewenste instelling.
als de instelling is gemaakt.
Res. bijna leeg Waarsch.
20E
Afsluiting Gevoeligheid
L
Start
52
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 52
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
OPMERKING: • De waarschuwing Reservoir bijna leeg geeft u slechts één melding. U hebt bijvoorbeeld de functie ingesteld op 30 E en u hebt een waarschuwing gekregen. Vervolgens hebt u de instelling gewijzigd naar 20 E. U krijgt nu echter geen waarschuwing bij 20 E tot nadat het volgende reservoir is voorgevuld. • Als een bolus is toegediend die een waarschuwing Reservoir bijna leeg veroorzaakte, kan de resterende insuline minder zijn dan op het waarschuwingsscherm wordt weergegeven.
Waarschuwing Reservoir bijna leeg. 10E of min der resteert
Bevestigen
Scherm Instellen geavanceerd 7 - De functie Audiobolus U kunt de pomp op bolus toedienen instellen zonder naar de display te hoeven kijken door op de zwarte knop op de rechterzijkant van uw pomp te drukken. Alle bolussen die via de functie Audiobolus worden toegediend, worden als Normale bolus toegediend. In dit scherm kunt u: • De functie Audiobolus in- of uitschakelen
INST. GEAVANC.7
AUDIOBOLUS
Inschak.
UIT
Toedien. Stap
0,1E
Start
•D e toedieningsstappen van de audiobolus selecteren 0,1; 0,5; 1,0; 5,0 eenheden ˚ 1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 7 naar het gewenste veld.
2. Druk op
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te activeren.
3. Ga met de knoppen 4. Druk op
/
naar de gewenste instelling.
als de instelling is gemaakt.
OPMERKING: Als de functie Audiobolus is geactiveerd, kunt u de knop op de zijkant niet als snelkoppeling naar Normale bolus gebruiken. U kunt nog steeds een normale bolus via het HOOFDMENU toedienen. Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
53
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 53
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
Scherm Instellen geavanceerd 8 - Instelling Insuline aanwezig (IOB) Als u de functie Insuline aanwezig activeert en instelt, kan deze functie u helpen berekenen hoeveel insuline nog actief kan zijn in uw lichaam van een eerdere bolusdosis. De werkelijke hoeveelheid insuline die u nog in uw lichaam hebt, wordt bepaald door de snelheid waarmee uw lichaam insuline gebruikt, uw infusieplaats, uw activiteitsniveau en andere factoren. Uw pomp gebruikt een curvilineair algoritme dat de manier nabootst waarop insuline wordt gemetaboliseerd om Insuline aanwezig te volgen. De instelling Insuline aanwezig is belangrijk, omdat de hoeveelheden van de functie Insuline aanwezig meegenomen worden in de berekening van voorgestelde bolushoeveelheden bij gebruik van de functies Snel-BG en Snel-KH op uw pomp (zie hoofdstuk 10 in deel I). De hoeveelheden van de functie Insuline aanwezig zijn alleen van toepassing als de functie op uw pomp is geactiveerd, en u de functie Snel-BG of de functie Snel-KH gebruikt om een voorgestelde bolushoeveelheid te berekenen. Soms zal uw pomp een kleinere voorgestelde totale bolushoeveelheid berekenen waarbij de aanwezige insuline in de berekening is meegenomen.
Insuline aanwezig bij gebruik van de functie Snel-KH: Het scherm Snel-KH bolustotaal geeft een koolhydraatcorrectiehoeveelheid aan, een BG-correctiehoeveelheid, uw hoeveelheid Insuline aanwezig (indien de functie is geactiveerd) en een voorgestelde totale bolushoeveelheid. OPMERKING: De weergegeven hoeveelheden voor koolhydraatcorrectie, BG-correctie en Insuline aanwezig (indien de functie is geactiveerd), en de daaruit volgende totale bolushoeveelheid dienen uitsluitend als referentie. Ze vertegenwoordigen niet de werkelijke berekening die op de pomp wordt uitgevoerd. Als de functie Insuline aanwezig is geactiveerd, wordt uw Insuline aanwezig-hoeveelheid altijd als referentie weergegeven, maar wordt niet altijd toegepast op de voorgestelde totale bolushoeveelheid. Raadpleeg hoofdstuk 10 in deel I voor een voorbeeld van Snel-KH als de functie Insuline aanwezig (IOB) op uw pomp is geactiveerd.
Insuline aanwezig bij gebruik van de functie Snel-BG: Het scherm Snel-BG-totaal geeft een BG-correctiehoeveelheid aan, uw hoeveelheid Insuline aanwezig (indien de functie is geactiveerd) en een voorgestelde totale bolushoeveelheid. OPMERKING: De weergegeven hoeveelheden voor BG-correctie en Insuline aanwezig, en de daaruit volgende totale bolushoeveelheid dienen uitsluitend als referentie. Ze vertegenwoordigen niet de werkelijke berekening die op de pomp wordt uitgevoerd. Als de functie Insuline aanwezig is geactiveerd, wordt uw Insuline aanwezig-hoeveelheid altijd als referentie weergegeven, maar wordt niet altijd toegepast op de voorgestelde totale bolushoeveelheid. Als bijvoorbeeld de aanwezige insuline voldoende is voor de hoeveelheid die nodig is om een hoge BG terug te brengen binnen het streefbereik, wordt geen aanvullende hoeveelheid insuline voorgesteld om de hoge BG te corrigeren. Raadpleeg hoofdstuk 10 in deel I voor een voorbeeld van Snel-BG als de functie Insuline aanwezig (IOB) op uw pomp is geactiveerd.
54
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 54
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
m WAARSCHUWING: De functie Insuline aanwezig (IOB) is uitsluitend bedoeld voor gebruik met E100 snelwerkende insulineanalogen zoals Novo Rapid®, NovoLog®, Humalog®, of Apidra®. Als u een andere insuline gebruikt dan Novo Rapid®, Novolog®, HumaLog® of Apidra®, mag u deze functie niet gebruiken. Het gebruik van een insuline met een hogere of lagere concentratie kan ernstig letsel of overlijden tot gevolg hebben. In het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 8 kunt u: • De functie Insuline aanwezig (aangegeven met IOB op het scherm) in- of uitschakelen
Duur
• De duur selecteren van 1,5 tot 6,5 uur in stappen van een half uur.
4,0 uur
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 8 naar het gewenste veld. 2. Druk op
Start
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te activeren.
3. Ga met de knoppen 4. Druk op
INST. GEAVANC.8 Insuline aanwez UIT IOB-2
/
naar de gewenste instelling.
als de instelling is gemaakt.
Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
OPMERKING: Uw pomp houdt constant bij wat de hoeveelheid ‘Insuline aanwezig’ is, dus als u de functie inschakelt, houdt uw pomp onmiddellijk rekening met de huidige hoeveelheid die nog van eerdere bolusdoses in uw lichaam resteert binnen het tijdsbestek dat u hebt geselecteerd bij het instellen van de functie.
55
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 55
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 9 - GEAVANCEERDE FUNCTIES/INSTELLEN EN ACTIVEREN
Scherm Instellen geavanceerd 9 - Richtlijnen voor ziektedagen Uw zorgteam kan u richtlijnen geven om te volgen als u ziek bent, onder andere wanneer u uw BG of ketonen moet testen. Uw pomp heeft een handige manier om een aantal van deze richtlijnen op te slaan. Raadpleeg hoofdstuk 15 in deel I voor meer informatie over richtlijnen voor ziektedagen en neem contact op met uw zorgteam. In dit scherm kunt u:
INST. GEAVANC.9 Ziektedagen 13,3 BG boven
• Een BG-grenswaarde instellen als herinnering om bij ziekte te testen
mmol/L
• Instellen hoe vaak u bij ziekte ketonen moet testen • Instellen hoe vaak u bij ziekte uw BG moet controleren
1. Scroll in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 9 naar het gewenste veld. 2. Druk op
om de knipperende cursor voor de modus Bewerken te activeren.
3. Ga met de knoppen 4. Druk op
Contr. ketonen 4 uur om de Controleer BG 2 uur om de Start
/
naar de gewenste instelling.
als de instelling is gemaakt.
Om naar het volgende scherm Instellen geavanceerd te gaan scrollt u naar onder in het scherm en markeert u ‘ ’. Druk op . Om terug te keren naar het startscherm, markeert u Start en drukt u op
.
OPMERKING: • Dit scherm is uitsluitend als referentie bedoeld. Meldingen worden NIET op basis van de in dit scherm weergegeven waarden geactiveerd. • De BG-grenswaarde die in het scherm INSTELLEN GEAVANCEERD 9 instelt is anders dan de waarschuwingen Laag glucose en Hoog glucose die alleen betrekking hebben op CGM-resultaten die u krijgt bij gebruik van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp. Zie hoofdstuk 2 in deel II voor meer informatie over CGM-waarschuwingen.
56
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 56
2/11/14 2:59 PM
10
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN m LET OP!: Het gebruik van de functies in dit hoofdstuk vereist een uitgebreide kennis over insulinepomptherapie. Deze functies mogen niet worden gebruikt zonder training en advies van uw zorgteam. Voor optimale resultaten mogen sommige van deze functies pas worden gebruikt als u uw basale doses hebt getest en verfijnd en uw zorgteam uw individuele streefwaarden en ratio’s heeft vastgesteld. OPMERKING: Voordat u deze functies kunt gebruiken, moet u ze in het menu Instellen geavanceerd inschakelen. Zie hoofdstuk 9 in deel I.
Knop Audiobolus/ezBolus™ De knop Audiobolus/ezBolus™ aan de rechterkant van de pomp heeft twee doelen. Als u de functie Audiobolus activeert, kunt u een bolus toedienen zonder naar de display te kijken. Dat is handig als u de pomp onder uw kleding draagt. Als u pas begint met het gebruik van de functie Audiobolus, is het raadzaam de display te controleren tot u de programmeringsstappen onder de knie hebt. Als u de functie Audiobolus niet wilt activeren, werkt deze knop als snelkoppeling naar het scherm Normale bolus. Zie ezBolus™ in dit hoofdstuk.
m LET OP!: Kijk als u pas begint de functie Audiobolus te gebruiken altijd op de display om de juiste programmering te bevestigen tot u deze functie geheel onder de knie hebt. 1. Schakel in het menu Instellen geavanceerd de functie Audiobolus in en selecteer de stapgrootte die u wilt. Zie Scherm Instellen geavanceerd 7 – De functie Audiobolus in hoofdstuk 9 in deel I.
2. De knop Audiobolus is de zachte rubber knop op het einde van uw pomp. Druk er één keer op. De pomp piept (of trilt) om aan te geven dat u de modus Audiobolus hebt geopend en geeft de stapgrootte aan die u hebt ingesteld. Het aantal piepjes (of keren trillen) geeft de stapgrootte aan die u hebt ingesteld. • 1 piepje (of 1 keer trillen) betekent een stapgrootte van 0,1 E • 2 piepjes (of 2 keer trillen) betekent een stapgrootte van 0,5 E • 3 piepjes (of 3 keer trillen) betekent een stapgrootte van 1 E • 4 piepjes (of 4 keer trillen) betekent een stapgrootte van 5,0 E
3. Druk één keer op de knop Audiobolus voor elke geprogrammeerde
stapgrootte om de gewenste totale hoeveelheid te bereiken. Als u bijvoorbeeld een stapgrootte van 1,0 E gebruikt, en u wilt een bolus van 4 eenheden toedienen, drukt u 4 keer op de knop. Voor elke keer dat u op de knop drukt, hoort u een piepje of voelt u een trilling. Als u een stapgrootte van 0,5 E gebruikt, en u wilt een bolus van 4 eenheden toedienen, drukt u 8 keer op de knop.
Audiobolus Stapgrootte 1,0E/Druk Voer bolushoeveelh. in 0,00E Andere toets om te ANNULEREN
4. De pomp reageert binnen 5 seconden met een aantal bevestigingspiepjes dat gelijk is aan het aantal keren dat u op de knop Audiobolus hebt gedrukt.
OPMERKING: Druk pas op een van de functieknoppen nadat de serie bevestigingspiepjes is afgegeven. Na beëindiging van de serie bevestigingspiepjes kunt u de toediening annuleren door een willekeurige functieknop in te drukken, behalve de audiobolusknop en de contrastknop. 57
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 57
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
5. De pomp piept binnen 5 seconden twee maal om u te ‘vragen’ te
bevestigen dat u de toediening wilt activeren en op het scherm Audiobolus wordt Bevestigen weergegeven. OPMERKING: Om de toediening te annuleren kunt u een willekeurige functieknop indrukken, behalve de audiobolusknop en de contrastknop.
Audiobolus BEVESTIGEN
3,00E Andere toets om te ANNULEREN
6. Druk binnen 5 seconden opnieuw op de knop om de toediening te
activeren. Uw pomp piept twee maal om uw toedieningsopdracht te bevestigen. Het bolusscherm TOEDIENING wordt weergegeven en uw pomp piept één maal om het begin van de toediening aan te geven, en opnieuw één maal aan het eind van de toediening (als u de geluiden voor de normale bolus bij het instellen hebt ingeschakeld). OPMERKINJG: Om de toediening te annuleren kunt u een willekeurige functieknop indrukken, behalve de audiobolusknop en de contrastknop.
Als u een bolustoediening annuleert nadat u deze had geactiveerd, wordt het scherm rechts weergegeven. Zie hoofdstuk 11 in deel I.
TOEDIENING
3,00E Druk op een functieknop om te annuleren.
Waarschuwing Bolustoediening geannuleerd: gebr. drukte op knop. Toegediend: 2,00E van 3,00E
Bevestigen
OPMERKING: Als tijdens een bolustoediening het ingestelde niveau wordt bereikt voor Reservoir bijna leeg, ziet u die waarschuwing pas op de pomp als de bolus is voltooid. Het is dus mogelijk dat u minder insuline beschikbaar hebt dan het niveau dat is ingesteld voor Reservoir bijna leeg. Het maximale aantal keren dat u op de knop Audiobolus kunt drukken is 20. Bij een ingestelde stapgrootte van 0,1 E is daarom de maximale bolushoeveelheid 2 E. Bij een ingestelde stapgrootte van 0,5 E is daarom de maximale bolushoeveelheid 10 E en bij een ingestelde stapgrootte van 1 E is daarom de maximale bolushoeveelheid 20 E. Bij een ingestelde stapgrootte van 5,0 E kan het maximum niet groter zijn dan 35 E. Dit is de maximale hoeveelheid voor elk type bolus.
58
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 58
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
ezBolus™
NORM. BOLUS
ezBolus™ is een snelkoppeling van één knop naar het scherm Normale bolus, tenzij u de functie Audiobolus hebt geactiveerd.
1. Druk één keer op de zwarte knop aan de rechterkant van uw pomp. Het
scherm Normale bolus wordt weergegeven. Programmeer een normale bolus zoals u gewoonlijk doet.
Hoeveelheid
0,00 E Doe nu Hoofdmenu
Geavanceerde bolusfuncties •S nel-KH
BOLUSMENU Normaal Snel-KH Snel-BG Comb.bolus Herinnering
•S nel-BG •C ombinatiebolus •H erinneringen Alle geavanceerde bolusfuncties worden in het menu Instellen geavanceerd geactiveerd. Zie Scherm Instellen geavanceerd 2 – Geavanceerde bolusfuncties en meerdere basaalprogramma’s in hoofdstuk 9 in deel I. Als de geavanceerde bolusfuncties en herinneringen zijn geactiveerd, wordt het volledige BOLUSMENU weergegeven.
Hoofdmenu
m WAARSCHUWING: Kijk alle waarden die worden gebruikt in bolusberekeningen goed
na, om te zorgen dat ze juist zijn. U kunt altijd de insuline-eenheden omhoog of omlaag aanpassen voordat u besluit uw bolus toe te dienen. Als u een dosis insuline toedient die te hoog of te laag is, kan dit hypoglycemie of hyperglycemie tot gevolg hebben. Bespreek de bolusberekeningsfunctie en alle relevante persoonlijke instellingen met uw zorgverlener voordat u de berekeningsfunctie gaat gebruiken.
59
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 59
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
OPMERKING: Bij gebruik van de functie Snel-KH of Snel-BG om een ‘voorgestelde’ totale bolushoeveelheid te berekenen wordt die hoeveelheid ingesteld op 0,00 E als de uitkomst van die berekening een negatief getal is. Voordat u de functies Snel-BG en Snel-KH gaat gebruiken, moet u begrijpen hoe de pomp het verschil bepaalt tussen uw huidige BG en uw BG-streefbereik/waarde.
Als u een BG-streefbereik instelt, wordt het verschil tussen uw huidige BG en uw BG-streefbereik als volgt bepaald: • Als uw huidige BG boven uw BG-streefbereik ligt, trekt de pomp de middenwaarde van uw BG-streefbereik af van uw huidige BG. Bijvoorbeeld: als u een BG-streefbereik instelt van 5,6–7,8 mmol/L (middenwaarde is 6,7 mmol/L) en uw huidige BG is 8,9 mmol/L, is het verschil 8,9 mmol/L – 6,7 mmol/L = 2,2 mmol/L. • Als uw huidige BG onder uw BG-streefbereik ligt, trekt uw pomp de middenwaarde van uw BG-streefbereik af van uw huidige BG. Het verschil is dan een negatief getal. Bijvoorbeeld: als u een BG-streefbereik instelt van 5,6–7,8 mmol/L (middenwaarde is 6,7 mmol/L) en uw huidige BG is 4,5 mmol/L, is het verschil 4,5 mmol/L – 6,7 mmol/L = –2,2 mmol/L. • Als uw huidige BG binnen uw BG-streefbereik ligt, wordt het verschil automatisch ingesteld op 0 mmol/L. Bijvoorbeeld: als u een BG-streefbereik instelt van 4,5–6,1 mmol/L (middenwaarde is 5,3 mmol/L) en uw huidige BG is 5,0 mmol/L, wordt het verschil ingesteld op 0 mmol/L.
Als u een BG-streefwaarde instelt, wordt het verschil tussen uw huidige BG en uw BG-streefwaarde als volgt bepaald: • Als uw huidige BG boven uw BG-streefwaarde ligt, trekt uw pomp uw BG-streefwaarde af van uw huidige BG. Bijvoorbeeld: als u een BG-streefwaarde instelt van 5,8 mmol/L en uw huidige BG is 6,1 mmol/L, is het verschil 6,1 mmol/L – 5,8 mmol/L = 0,3 mmol/L. • Als uw huidige BG onder uw BG-streefwaarde ligt, trekt uw pomp uw BG-streefwaarde af van uw huidige BG. Het verschil is dan een negatief getal. Bijvoorbeeld: als u een BG-streefwaarde instelt van 5,9 mmol/L en uw huidige BG is 5,6 mmol/L, is het verschil 5,6 mmol/L – 5,9 mmol/L = –0,3 mmol/L. • Als uw huidige BG precies gelijk is aan uw BG-streefwaarde, wordt het verschil automatisch ingesteld op 0 mmol/L. Bijvoorbeeld: als u een BG-streefwaarde instelt van 5,0 mmol/L en uw huidige BG is 5,0 mmol/L, is het verschil 0 mmol/L.
60
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 60
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Snel-KH Met deze functie kunt u het aantal koolhydraten invoeren dat u hebt gegeten. U kunt dit handmatig doen of door items te selecteren uit de Snel-KH-voedseldatabase. Uw pomp berekent dan op basis van uw I:K-ratio, IGF, en BG-streefwaarde automatisch uw bolusdosis voor de huidige tijd die in de pomp is opgeslagen. Vraag uw zorgteam om uw persoonlijke I:K-ratio’s, IGF’s en BG-streefbereiken. Zie Scherm Instellen geavanceerd 1 in hoofdstuk 9 in deel I. Als de functie Insuline aanwezig (IOB) is geactiveerd neemt uw pomp de hoeveelheden van de functie Insuline aanwezig op in de berekening van een voorgestelde bolushoeveelheid. Als de functie niet is geactiveerd op uw pomp, ziet u streepjes (----) in plaats van een getal in het veld IOB. U kunt compatibele diabetesregulatiesoftware gebruiken om uw eigen voedseldatabase te maken en die dan naar uw pomp te uploaden. Op de volgende pagina’s vindt u voorbeelden van de manier waarop u de functie Snel-KH kunt gebruiken om een voorgestelde bolushoeveelheid te berekenen om een bepaald aantal koolhydraten te compenseren en een hoge BG te verlagen. In het eerste voorbeeld ziet u hoe u handmatig een koolhydraat invoert, en in het tweede voorbeeld ziet u hoe u een aantal koolhydraten uit de Snel-KH-voedseldatabase selecteert. In het derde voorbeeld ziet u hoe u een BG-correctiebolus aan een koolhydraatbolus toevoegt. OPMERKING: Aantallen koolhydraten die u met de functie Snel-KH invoert, worden samen met insulinetoedieningsgegevens in de pomp opgeslagen. U kunt compatibele diabetesregulatiesoftware gebruiken om de koolhydraat- en insulinegegevens van uw pomp op uw computer te volgen, na te kijken en te analyseren.
61
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 61
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Een Snel-KH-bolus berekenen door handmatig koolhydraten in te voeren 1. Scroll in het BOLUSMENU naar Snel-KH. Druk op
. Het Snel-KH-
BOLUSMENU Normaal Snel-KH Snel-BG Comb.bolus Herinnering
startscherm wordt weergegeven.
Hoofdmenu
2. De cursor knippert op het veld Koolhydraten om aan te geven dat u het
totale aantal koolhydraten dat u hebt gegeten, kunt bewerken. Voer met behulp van de knoppen / het aantal koolhydraten in. Druk op . BG toevoegen is gemarkeerd. (Zie Een BG-correctiebolus aan Snel-KH toevoegen in dit hoofdstuk.)
Snel-KH Start Koolh.: 34g [Werk. 0g] I:K 1E: 15g Voedsellijst Tot.nakijken BG toevoegen Resultaat Hoofdmenu
OPMERKING: • Het maximum voor het totale aantal koolhydraten dat in de bolusberekening wordt gebruikt, is 999 gram. • Het veld Werkelijk onder het veld Koolhydraten geeft het aantal koolhydraten aan dat vanuit de voedseldatabase is ingevoerd, en wordt op 0 g (gram) ingesteld voor de aantallen koolhydraten die u handmatig invoert.
3. Controleer of het aantal grammen koolhydraten en uw I:K-ratio boven aan het scherm correct zijn.
a. Als wat u hebt ingevoerd correct is, scrollt u naar Resultaat. Druk op ga naar stap 5.
en
b. Indien wat u hebt ingevoerd niet correct is, scrollt u omhoog om het veld te markeren en drukt u op om de modus Bewerken te activeren. Voer met behulp van de knoppen / uw I:K-ratio in en/of wijzig het aantal koolhydraten. Druk op .
4. Scroll omlaag naar Resultaat. Druk op
Snel-KH Start Koolh.: 34g [Werk. 0g] I:K 1E: 15g Voedsellijst Tot.nakijken BG toevoegen Resultaat Hoofdmenu
.
62
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 62
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
5. Het scherm BOLUS TOTAAL wordt weergegeven en de voorgestelde
Bolus totaal
(berekende) bolushoeveelheid van uw Snel-KH-bolus wordt in het veld Koolh 2,26E Totaal weergegeven. Boven het veld Totaal staan de drie onderdelen die BG + 0,00E IOB - -,- - E worden gebruikt in de berekening van de voorgestelde totale hoeveelheid. Tot. = 2,25E Koolhydraten verwijst naar de koolhydraatcorrectiehoeveelheid die berekend 0,00E was ter compensatie van de koolhydraten die u handmatig had ingevoerd. BG Doe nu verwijst naar een BG-correctiebolus die u misschien hebt toegevoegd. In dit Type Normaal voorbeeld hebt u geen BG-correctie toegevoegd, dus is de BG-hoeveelheid Hoofdmenu ingesteld op 0,00 E. IOB verwijst naar de hoeveelheid Insuline aanwezig (in uw lichaam) van een vorige bolus. In dit voorbeeld is de functie Insuline aanwezig niet ingeschakeld, zodat u streepjes ziet in plaats van een getal. Onder het voorgestelde Totaal ziet u het invoerveld voor de bolushoeveelheid. U kunt kiezen de voorgestelde hoeveelheid toe te dienen of naar behoefte aan te passen. In dit veld ziet u 0,00 E; het veld is gemarkeerd en knippert. Druk één keer op de knop om de hoeveelheid te wijzigen naar de voorgestelde bolushoeveelheid. Pas vervolgens zo nodig met behulp van de knoppen / de hoeveelheid aan. Als de gewenste hoeveelheid wordt weergegeven, drukt u op .
Bolus totaal Koolh 2,26E BG + 0,00E IOB - -,- - E Tot. = 2,25E 2,25 E Doe nu Type Normaal Hoofdmenu
OPMERKING: • Het berekende totale aantal eenheden wordt afgerond op de dichtstbijzijnde 0,05 eenheid. • Als de maximale bolushoeveelheid die u in de Geavanceerde functies hebt ingesteld minder is dan de voorgestelde totale bolushoeveelheid op het scherm Bolus totaal, verandert het invoerveld voor bolushoeveelheid in dat maximum (in plaats van de voorgestelde totale hoeveelheid) als u één keer op de knop drukt.
6. Doe nu is gemarkeerd. Als u een normale bolus wilt toedienen, drukt u op
om deze toe te dienen.
Bolus totaal Koolh 2,26E BG + 0,00E IOB - -,- - E Tot. = 2,25E 2,25E Doe nu Type Normaal Hoofdmenu
7. Als u een combinatiebolus wilt geven, scrollt u naar het veld Type en drukt u op
om het te bewerken.
8. Selecteer het bolustype met behulp van de knoppen (standaard) of Combinatie. Druk op . 9. Doe nu is gemarkeerd. Druk op
.
/
: Normaal
TOEDIENING
2,25E Druk op een functieknop om te annuleren.
Bolus totaal Koolh 2,26E BG + 0,00E IOB - - ,- - E Tot. = 2,25E 2,25E Doe nu Type Comb. Hoofdmenu
OPMERKING: Als u de optie Combinatiebolus kiest, wordt het scherm Combinatiebolus weergegeven. Zie Combinatiebolus in dit hoofdstuk voor instructies over het toedienen van de combinatiebolus.
63
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 63
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Een Snel-KH-bolus berekenen door koolhydraten met behulp van de voedseldatabase in te voeren U kunt compatibele diabetesregulatiesoftware gebruiken om uw eigen voedseldatabase te maken en die dan naar uw pompgeheugen te uploaden. Raadpleeg uw regulatiesoftware voor informatie over het uploaden van een voedseldatabase naar uw pomp. De voedseldatabase geeft u een gemakkelijke en nauwkeurige manier om een totaalaantal koolhydraten te verkrijgen bij het gebruik van de boluscalculator in het scherm Snel-KH-bolus. Met een speciale selectie van Favorieten in de voedseldatabase kunt u een aparte bibliotheek met voedingsartikelen en aantallen koolhydraten creëren voor de items die u het liefst en het meeste eet.
1. Scroll in het BOLUSMENU naar Snel-KH. Druk op 2. Druk in het Snel-KH-startscherm op gemarkeerd. Druk op
.
.
Snel-KH Start Koolh.: 0g [Werk. 0g] I:K 1E: 15g Voedsellijsts Tot.nakijken BG toevoegen Resultaat Hoofdmenu
om de modus Bewerken af te sluiten. Voedsellijst is
3. Het scherm Voedsellijst wordt weergegeven waar u 16 voedselcategorieën kunt openen. De eerste zes voedselcategorieën worden op het scherm ’ of ‘ ’ en druk op om de Voedsellijst weergegeven. Scroll naar ‘ andere voedselcategorieën weer te geven.
Voedsellijst Favorieten Babyvoedsel Bonen Dranken Brood Ontbijtgraan Snel-KH Start
4. Scroll naar de gewenste voedselcategorie en druk op
.
Favorieten Favorieten Babyvoedsel Bonen Dranken Brood Ontbijtgraan Snel-KH Start
5. er wordt een extra menu met voedingsartikelen (merkkeuzen)
weergegeven en de totaalaantallen koolhydraten voor een gebruikelijke portie. Scroll naar de gewenste merkkeuze en druk op . Scroll naar ’ of ‘ ’ om meer merkkeuzen voor deze voedselcategorie weer ‘ te geven en druk op .
OPMERKING: Om terug te keren naar de voedsellijst om een andere categorie te selecteren scrollt u omhoog. Vervolgens markeert u Lijst en drukt u op .
Ontbijtgraan Lijst KH Apple Jacks Blberr Morn Cheer HN Cheer MG Cheerios
1 (g) 27 43 44 24 23
Snel-KH Start
64
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 64
2/11/14 2:59 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
6. De voedingswaardegegevens worden weergegeven voor een standaard portie van die merkkeuze. Het veld Porties is gemarkeerd en knippert.
7. Pas met de knoppen
/ zo nodig de grootte van de portie aan en druk op . Als u de grootte van de portie wijzigt, worden de eenheden van de voedingswaarde automatisch herberekend.
8. Item toevoegen is gemarkeerd. U kunt maximaal negen voedingsartikelen
selecteren voor gebruik met de boluscalculator. Herhaal stap 2-6 om meer voedingsartikelen toe te voegen. Als u klaar bent met het toevoegen van voedingsartikelen, scrollt u met de knoppen / naar Totaal en drukt u op .
9. U ziet het scherm Snel-KH-totaal met al uw voedingsartikelen en hun
specifieke aantallen koolhydraten. Klaar is nu gemarkeerd. Als u meer dan ’ of ‘ ’ en drukt 5 voedingsartikelen hebt ingevoerd, scrollt u naar ‘ u op om uw andere geselecteerde voedingsartikelen na te kijken. OPMERKING: Het maximum voor het totale aantal koolhydraten dat in de boluscalculator wordt gebruikt, is 999 gram. Als het totaalaantal koolhydraten van artikelen uit de voedseldatabase meer dan 999 gram bedraagt, wordt het werkelijke totaal dat u hebt geselecteerd in het veld Totaal weergegeven. MAX koolhydraten = 999 (g) wordt weergegeven om u te laten weten dat het maximumaantal koolhydraten (999 g) in de boluscalculator wordt gebruikt.
Cheerios Porties Portie Koolhyd. Vet Eiwit Vezel
1,0 1 Cup 23 0 3 3
Item tv.
Tot.
Cheerios Porties Portie Koolhyd. Vet Eiwit Vezel
2,0 1 Cup 46 0 6 6
Item tv.
Tot.
Milk 1% Porties Portie Koolhyd. Vet Eiwit Vezel
2,0 4 oz 4 0 4 0
Item tv
Tot.
Snel-KH Totaal Item KH (g) Cheerios 46 Milk 1% 4 Totaal 50g Max. KH= 999g Item tv. Klaar Snel-KH Start
Snel-KH Totaal Plats KH (g) Cheerios 46 Milk 1% 4 Totaal 50g Max. KH= 999g Item tv. Klaar Snel-KH Start
65
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 65
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
10. Kijk de voedingsartikelen en aantallen koolhydraten na in het scherm Snel-KH-totaal. a. Als de voedingsartikelen en aantallen koolhydraten juist zijn, drukt u op terwijl Klaar is gemarkeerd. Het Snel-KH-startscherm wordt weergegeven met in het veld Koolhydraten het totaalaantal koolhydraten. Het veld Werkelijk onder het veld Koolhydraten geeft ook het aantal koolhydraten weer dat met behulp van de voedseldatabase is ingevoerd. Ga verder naar het hierop volgende deel Een BG-correctiebolus aan Snel-KH toevoegen om een BG-correctie toe te voegen of markeer Resultaat en druk op om de Snel-KH-bolus te berekenen. b. Als de voedingsartikelen en aantallen koolhydraten onjuist zijn, scrollt u omhoog naar het voedingsartikel dat u wilt wijzigen en drukt u op
.
Snel-KH Start Koolh.: 50g [Werk. 50g] I:K 1E: 15g Voedsellijst Tot.nakijken BG toevoegen Resultaat Hoofdmenu
Snel-KH Totaal Item KH (g) Cheerios 46 Milk 1% 4 Totaal 50g Max. KH= 999g Item tv. Klaar Snel-KH Start
De voedingswaardegegevens van dat voedingsartikel worden weergegeven. Het veld Porties is gemarkeerd en knippert. Pas met behulp van de knoppen / de waarden zoals nodig aan. Als u een voedingsartikel wilt verwijderen, wijzigt u de grootte van de portie in 0. Als u klaar bent, drukt u op terwijl Totaal is gemarkeerd. U keert terug naar het scherm Snel-KH-totaal en de aantallen koolhydraten die u hebt aangepast en het totaal worden weergegeven. Als u klaar bent met alles wat u wilde invoeren, markeert u Klaar en drukt u op om terug te keren naar het Snel-KH-startscherm.
Milk 1% Porties Portie Koolhyd. Vet Eiwit Vezel
2,0 4 oz 4 0 4 0
Item tv.
Tot.
OPMERKING: U kunt ook de aantallen koolhydraten nakijken van de voedingsartikelen uit de voedseldatabase door Totaal nakijken te markeren in het Snel-KH-startscherm en op te drukken. Het scherm Snel-KH-totaal dat is beschreven in stap 9, wordt weergegeven. Hier kunt u naar wens porties of voedingsartikelen wijzigen.
Snel-KH Totaal Item KH (g) Cheerios 46 Totaal 46g Max. KH = 999g Item tv. Klaar Snel-KH Start
66
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 66
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Een BG-correctiebolus aan Snel-KH toevoegen In het volgende voorbeeld ziet u hoe u een BG-correctiebolus aan een koolhydraatbolus toevoegt.
1. Voer in het Snel-KH-startscherm het aantal koolhydraten in. Druk op 2. BG toevoegen is gemarkeerd. Druk op weergegeven.
.
. Het scherm BG CORRECT wordt
OPMERKING: • Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, mag u geen CGM-resultaten als BG-waarden invoeren. CGMresultaten (zie deel II) mogen nooit worden gebruikt voor insulinedosering of andere behandelingsbeslissingen. Verifieer BG-waarden altijd met een BG-meter.
Snel-KH Start Koolh.: 34g [Werk. 0g] I:K 1E: 15g Voedsellijst Tot.nakijken BG toevoegen Resultaat Hoofdmenu
• De optie Voedsellijst op het Snel-KH-startscherm werkt nog niet met de Animas® Vibe™ insulinepomp die u bij dit gebruikershandboekje hebt ontvangen.
3. Het veld Werkelijk is gemarkeerd en knippert
BG CORRECT
om de modus Bewerken aan te geven. Voer met behulp van de knoppen / uw huidige (actieve) BG-waarde in. Druk op . Resultaat is gemarkeerd.
Werk. Doel
mmol/L 12,2 6,7 = + 5,5
BG CORRECT Werk. Doel
mmol/L 12,2 6,7 = + 5,5
IGF 2,1 mmol/L Resultaat Hoofdmenu
IGF 2,1 mmol/L Resultaat Hoofdmenu
BG CORRECT
BG CORRECT
4. Controleer of de BG-streefwaarde en IGF juist zijn. a. Als ze juist zijn, drukt u op gemarkeerd is.
terwijl Resultaat
b. Als ze onjuist zijn, scrollt u omhoog om de velden te markeren en drukt u op . Pas met behulp van de knoppen / de waarden aan. Druk op om de modus Bewerken af te sluiten. Scroll omlaag naar Resultaat. Druk op .
Werk. Doel
= +
mmol/L 12,2 6,7 5,5
IGF 2,1 mmol/L Resultaat Hoofdmenu
Werk. Doel
mmol/L 12,2 6,7 = + 5,5
IGF 2,1 mmol/L Resultaat Hoofdmenu
67
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 67
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
5. Het scherm BOLUS TOTAAL wordt weergegeven en de voorgestelde
(berekende) bolushoeveelheid van uw Snel-KH-bolus wordt in het veld Totaal weergegeven. Boven het veld Totaal staan de drie onderdelen die worden gebruikt in de berekening van de voorgestelde totale hoeveelheid. Koolhydraat verwijst naar de koolhydraatcorrectiehoeveelheid. BG verwijst naar de BG-correctiehoeveelheid die in het scherm BG CORRECT is berekend. IOB verwijst naar de hoeveelheid Insuline aanwezig (in uw lichaam) van een vorige bolus. In dit voorbeeld is de functie Insuline aanwezig niet ingeschakeld.
Bolus totaal Koolh 2,26E BG + 2,61E IOB - -,- - E Tot. = 4,85E 0,00E Doe nu Type Normaal Hoofdmenu
Onder het voorgestelde Totaal ziet u het invoerveld voor de bolushoeveelheid. U kunt kiezen de voorgestelde hoeveelheid toe te dienen of naar behoefte aan te passen. In dit veld ziet u 0,00 E; het veld is gemarkeerd en knippert. Druk één keer op de knop om de hoeveelheid te wijzigen naar de voorgestelde bolushoeveelheid. Pas vervolgens zo nodig met behulp van de knoppen / de hoeveelheid aan. Als de gewenste hoeveelheid wordt weergegeven, drukt u op . OPMERKING: • Het berekende totale aantal eenheden wordt afgerond op de dichtstbijzijnde 0,05 eenheid. • Als de maximale bolushoeveelheid die u in de Geavanceerde functies hebt ingesteld minder is dan de voorgestelde totale bolushoeveelheid op het scherm Bolus totaal, verandert het invoerveld voor bolushoeveelheid in dat maximum (in plaats van de voorgestelde totale hoeveelheid) als u één keer op de knop drukt.
6. Doe nu is gemarkeerd. Druk op
om als normale bolus toe te dienen of scroll naar het veld Type om Combinatiebolus te selecteren en selecteer vervolgens Doe nu. Als u de optie Combinatiebolus hebt geselecteerd, begint u met de stappen voor de toediening van de Snel-KH-eenheden als combinatiebolus (zie Combinatiebolus in dit hoofdstuk. De bolushoeveelheid die u in het scherm Bolus totaal in stap 6 hebt ingevoerd, wordt weergegeven in het veld Totaal op het eerste combinatiebolusscherm.
Bolus totaal Koolh 2,26E BG + 2,61E IOB - -,- - E Tot. = 4,85E 0,00E Doe nu Type Normaal Hoofdmenu
7. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp
gebruikt, wordt u nadat de bolus is toegediend op de display gevraagd te beslissen of de zojuist ingevoerde BG-waarde gebruikt moet worden om uw sensor/zender te kalibreren (zie hoofdstuk 5 in deel II). Selecteer Ja en druk op om deze BG-waarde voor CGM-kalibratie te gebruiken.
OPMERKING: • Dit scherm wordt alleen weergegeven als er een CGM-sessie actief is. Als u besluit de BG-waarde voor CGM-kalibratie te gebruiken, moet de waarde tussen 2,2–22,2 mmol/L liggen, bovendien moet de waarde van een vingerprik-BG-test komen en moet in de afgelopen 5 minuten zijn afgenomen. Gebruik geen BG-testresultaat van een alternatieve afnameplaats (bijv. handpalm of onderarm) voor de CGM-kalibratie.
Gebruik BG voor CGM Kalibratie? Moet met een vingerprik
Ja
Nee
• De display kan uitschakelen (time-out) voordat u de mogelijkheid had om het gebruik van de BG-waarde voor CGM-kalibratie te bevestigen. In dat geval wordt de BG-waarde niet voor CGMkalibratie gebruikt.
68
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 68
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Snel-KH-voorbeelden waarbij de functie Insuline aanwezig (IOB) is geactiveerd Als de functie Insuline aanwezig (IOB) is geactiveerd, wordt uw hoeveelheid Insuline aanwezig ter referentie op het scherm Snel-KH-bolustotaal weergegeven. Als de functie Insuline aanwezig is geactiveerd, is uw voorgestelde totale Snel-KH-bolushoeveelheid als volgt: • Als uw huidige BG hoger is dan uw streefbereik, en uw BG-correctiehoeveelheid is groter dan uw hoeveelheid Insuline aanwezig, is uw voorgestelde totale bolushoeveelheid uw koolhydraatcorrectiehoeveelheid plus uw BG-correctiehoeveelheid min uw hoeveelheid Insuline aanwezig. Dit wordt in het onderstaande voorbeeld 2 geïllustreerd. • Als uw huidige BG hoger is dan uw streefbereik en uw hoeveelheid Insuline aanwezig is groter dan uw BG-correctiehoeveelheid, is uw totale bolushoeveelheid uw koolhydraatcorrectiehoeveelheid. Dit wordt in het onderstaande voorbeeld 1 geïllustreerd. • Als uw huidige BG binnen uw streefbereik ligt, of gelijk is aan uw streefwaarde, is uw voorgestelde totale bolushoeveelheid uw koolhydraatcorrectie. • Als uw huidige BG lager is dan uw streefbereik, is uw voorgestelde totale bolushoeveelheid uw koolhydraatcorrectiehoeveelheid plus uw BG-correctiehoeveelheid min uw hoeveelheid Insuline aanwezig. De voorgestelde totale bolushoeveelheid is 0,00 E als de uitkomst van de berekening een negatief getal is. Een negatief getal betekent dat een extra insulinebolus tot de toediening kan leiden van te veel insuline en tot hypoglycemie. Bespreek de berekeningsfunctie met uw medische hulpverlener, zodat u een goed begrip hebt van de werking voordat u de functie gaat gebruiken. De volgende voorbeelden illustreren typische schermen die u kunt tegenkomen als u de Snel-KH-functie gebruikt terwijl de functie Insuline aanwezig is geactiveerd. Hoeveelheden voor Insuline aanwezig worden in het veld IOB weergegeven. Bolus totaal Koolh 2,26E BG + 2,71E IOB 3,00E Tot. = 2,25E 0,00E Doe nu Type Normaal Hoofdmenu Bolus totaal Koolh 2,26E BG + 2,71E IOB 1,00E Tot. = 3,95E 0,00E Doe nu Type Normaal Hoofdmenu Bolus totaal Koolh 2,26E BG 1,00E IOB 0,50E Tot. = 0,75E 0,00E Doe nu Type Normaal Hoofdmenu
Voorbeeld 1
In voorbeeld 1 wordt de hoeveelheid Insuline aanwezig ter referentie weergegeven, maar niet opgenomen in de voorgestelde bolushoeveelheid. In dit geval is er voldoende Insuline aanwezig in uw lichaam om de hoge BG te corrigeren, ook al is uw huidige BG hoger dan het streefbereik. Daarom is de enige voorgestelde hoeveelheid insuline ter compensatie van de koolhydraten die u eet. Voorbeeld 2
In voorbeeld 2 wordt de hoeveelheid Insuline aanwezig ter referentie weergegeven en is opgenomen in de voorgestelde totale bolushoeveelheid. In dit geval is uw huidige BG hoger dan uw streefbereik en is uw BG-correctiehoeveelheid meer dan uw hoeveelheid Insuline aanwezig. Daarom is de voorgestelde hoeveelheid insuline ter compensatie van de koolhydraten die u eet, evenals een BG-correctiehoeveelheid waarvoor de hoeveelheid Insuline aanwezig (in uw lichaam) niet toereikend is. Voorbeeld 3
In voorbeeld 3 is uw huidige BG-waarde lager dan uw streefbereik. Dit heeft een negatieve BG-correctiehoeveelheid tot gevolg. In dit geval moet uw hoeveelheid koolhydraten gecompenseerd worden door uw BG-correctiehoeveelheid, aangezien u al onder uw streefbereik bent. Daarom is de voorgestelde hoeveelheid insuline alleen om de koolhydraten die u eet te compenseren en waarvoor de hoeveelheid Insuline aanwezig en de negatieve BG-correctiehoeveelheid niet toereikend zijn. 69
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 69
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Snel-BG Met deze functie kunt u uw huidige (werkelijke) BG-waarde invoeren, waarna de pomp automatisch een BG-correctiebolus berekent op basis van uw IFG en BG-streefbereik die voor de huidige tijd in de pomp zijn opgeslagen. Als de functie Insuline aanwezig is geactiveerd, trekt uw pomp automatisch uw hoeveelheid Insuline aanwezig af van de BG-correctiehoeveelheid, alvorens de voorgestelde bolushoeveelheid te berekenen en weergeven.
1. Scroll in het BOLUSMENU naar Snel-BG. Druk op de knop 2. Het veld Werkelijk is gemarkeerd en knippert
om de modus Bewerken aan te geven. Voer met de knoppen / uw werkelijke BG-waarde in. Druk op de knop om uw invoer te bevestigen en de modus Bewerken af te sluiten. OPMERKING: Als u de Dexcom G4 PLATINUMsensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, mag u geen CGM-resultaten (zie deel II) als BG-waarden invoeren. CGM-resultaten mogen nooit worden gebruikt voor insulinedosering of andere behandelingsbeslissingen. Verifieer BG-waarden altijd met een vingerpriktest van uw BG-meter.
.
BOLUSMENU Normaal Snel-KH Snel-BG Comb.bolus Herinnering Hoofdmenu Snel-BG
Snel-BG Werk. Doel IGF
mmol/L 12,4 6,7 = + 5,7 2,1 mmol/L
Resultaat Hoofdmenu
Werk. Doel IGF
mmol/L 12,4 6,7 = + 5,7 2,1 mmol/L
Resultaat Hoofdmenu
Het verschil tussen uw huidige (werkelijke) BG en uw BG-streefwaarde wordt onder het veld Doel weergegeven. Het verschil wordt berekend aan de hand van uw huidige (werkelijke) BG en of dit binnen, onder of boven uw BG-streefbereik ligt. Zie het scherm Instellen geavanceerd 1 – BG-streefbereiken in hoofdstuk 9 en hoofdstuk 10 in deel I voor informatie over hoe uw BG-streefbereikinstellingen de berekening van een BG-correctiebolus beïnvloeden.
3. Controleer of uw BG-streefwaarde en insulinegevoeligheidsfactor (IGF) juist zijn. Uw zorgteam kan u die waarden geven. Als u deze velden wilt bewerken, scrollt u omhoog om het veld te markeren en drukt u op om de modus Bewerken te activeren. Wijzig de streefwaarde met de knoppen / . Druk op om te bevestigen en de modus Bewerken af te sluiten.
Snel-BG Werk. Doel IGF
mmol/L 12,4 6,7 = + 5,7 2,1 mmol/L
Resultaat Hoofdmenu
4. Resultaat is gemarkeerd. Druk op
.
Snel-BG Werk. Doel IGF
mmol/L 12,4 6,7 = + 5,7 2,1 mmol/L
Resultaat Hoofdmenu
70
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 70
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
5. Het scherm SNEL-BG TOTAAL wordt weergegeven en de voorgestelde
bolushoeveelheid van uw Snel-BG-bolus wordt in het veld Totaal weergegeven. Boven het veld Totaal staan de twee onderdelen die worden gebruikt in de berekening van de voorgestelde totale hoeveelheid. BG verwijst naar de BG-correctiehoeveelheid die in het eerdere scherm Snel-BG is berekend. IOB verwijst naar de hoeveelheid Insuline aanwezig (in uw lichaam) van een vorige bolus. Onder de voorgestelde totale hoeveelheid ziet u het invoerveld voor de bolushoeveelheid. U kunt kiezen de voorgestelde hoeveelheid toe te dienen of naar behoefte aan te passen. In dit veld ziet u 0,00 E; het veld is gemarkeerd en knippert. Druk één keer op de knop om de hoeveelheid te wijzigen naar de voorgestelde bolushoeveelheid. Pas vervolgens zo nodig met behulp van de knoppen / de hoeveelheid aan. Als de gewenste hoeveelheid wordt weergegeven, drukt u op . Controleer of Doe nu is gemarkeerd, en druk op om de bolus toe te dienen.
Snel-BG Tot. BG + 2,71E IOB - -,- Tot. = 2,70E 0.00E 0,00E Doe nu Hoofdmenu
Snel-BG Tot. BG + 2,71E IOB - -,- Tot. = 2,70E 2,70E Doe nu Hoofdmenu
OPMERKING: • Als het BG-getal op het scherm Snel-BG totaal een negatief getal is, wordt de voorgestelde totale hoeveelheid ingesteld op 0,00 E. • Het berekende totale aantal eenheden wordt afgerond op de dichtstbijzijnde 0,05 eenheid. • Als de maximale bolushoeveelheid die u in de Geavanceerde functies hebt ingesteld minder is dan de voorgestelde totale bolushoeveelheid op het scherm Bolus totaal, verandert het invoerveld voor bolushoeveelheid in dat maximum (in plaats van de voorgestelde totale hoeveelheid) als u één keer op de knop drukt.
TOEDIENING
2,70E Druk op een functieknop om te annuleren.
6. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp
gebruikt, wordt u nadat de bolus is toegediend op de display gevraagd te beslissen of de zojuist ingevoerde BG-waarde gebruikt moet worden om uw sensor/zender te kalibreren (zie hoofdstuk 5 in deel II). Selecteer Ja en druk op om deze BG-waarde voor CGM-kalibratie te gebruiken. Als de display wordt uitgeschakeld (time-out) voordat u Ja selecteert, wordt de BG-waarde niet gebruikt voor CGM-kalibratie.
Gebruik BG voor CGM Kalibratie? Moet met een vingerprik
Ja
OPMERKING: • Als u een BG-waarde lager dan 3,9 mmol/L of hoger dan 13,9 mmol/L invoert, meldt uw pomp dat u een BG hebt ingevoerd die buiten het bereik ligt. Druk op om de melding te bevestigen. Uw pomp neemt de BG-waarden die buiten het bereik liggen wel op in Snel-KH- en Snel-BG-berekeningen, maar u moet de buiten bereik liggende BG behandelen zoals uw zorgteam heeft aangeraden.
Nee
Let op!
Let op!
LAGE BG
HOGE BG
Behandel lage BG.Bolus niet aanbevolen. Monitor BG.
Bevestigen
Hoge BG behandelen. Controleer infuusplaats en ketonen. Monitor BG.
Bevestigen
• De meldingen LAGE BG en HOGE BG die hier worden beschreven, zijn anders dan de waarschuwingen Laag glucose en Hoog glucose die alleen betrekking hebben op CGM-resultaten die u krijgt bij gebruik van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp. Zie hoofdstuk 2 in deel II voor meer informatie over CGM-waarschuwingen.
71
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 71
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Snel-BG-voorbeelden waarbij de functie Insuline aanwezig is geactiveerd Als de functie Insuline aanwezig is geactiveerd, wordt uw hoeveelheid Insuline aanwezig ter referentie op het scherm Snel-BG totaal weergegeven. Als de functie is geactiveerd, is uw voorgestelde totale Snel-BG-bolushoeveelheid als volgt: • Als uw huidige BG hoger is dan uw streefbereik, en uw BG-correctiehoeveelheid is groter dan uw hoeveelheid Insuline aanwezig, is de voorgestelde totale bolus uw BG-correctiehoeveelheid min uw hoeveelheid Insuline aanwezig. Dit wordt hier onder in voorbeeld 1 geïllustreerd. • In alle andere gevallen is uw voorgestelde totale bolus 0,00 E. De volgende voorbeelden illustreren typische schermen die u kunt tegenkomen als u de Snel-BGfunctie gebruikt terwijl de functie Insuline aanwezig is geactiveerd. Hoeveelheden voor Insuline aanwezig worden in het veld IOB weergegeven. Snel-BG Tot. BG + 2,81E IOB 1,00E Tot.
In voorbeeld 1 wordt de hoeveelheid Insuline aanwezig ter referentie weergegeven en is opgenomen in de voorgestelde totale bolushoeveelheid.
= 1,80E 0,00E
Doe nu Hoofdmenu
Voorbeeld 1
Snel-BG Tot. BG + 0,00E IOB 1,00E
Snel-BG Tot. BG + 1,50E IOB 2,00E
Tot.
Tot.
=
0,00E
=
0,00E
0,00E
Doe nu Hoofdmenu
Doe nu Hoofdmenu
Voorbeeld 2
0,00E
Voorbeeld 3
In voorbeeld 2 en 3 wordt de hoeveelheid Insuline aanwezig ter referentie weergegeven, maar wordt niet opgenomen in de voorgestelde totale bolushoeveelheid. In voorbeeld 3 is er voldoende Insuline aanwezig in uw lichaam om de hoge BG te corrigeren, ook al is uw huidige BG hoger dan het streefbereik. Daarom wordt er geen hoeveelheid insuline voorgesteld om de hoge BG te corrigeren. In voorbeeld 2 is uw BG laag. Daarom wordt er geen insulinehoeveelheid voorgesteld.
72
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 72
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Combinatiebolus De functie Combinatiebolus wordt gebruikt om uw bolus onder te verdelen in een normale en een verlengde bolus. Deze functie is nuttig bij de consumptie van maaltijden met veel koolhydraten/ vet, zoals pizza, waarvan de koolhydraten over een langere tijd worden geabsorbeerd. De functie is ook nuttig als u verspreid over een aantal uren eet (grazen) of als u gastroparese hebt, waarbij voedsel langer dan normaal in de maag blijft zitten. U kunt een deel van uw bolus voor onmiddellijke toediening programmeren (het ‘normale’ deel) en een deel programmeren voor langzame toediening verspreid over maximaal 12 uur (het ‘verlengde’ deel). Uw zorgteam kan u helpen de bolus te splitsen in een ‘normaal’ en een ‘verlengd’ deel en de duur vast te stellen die het meest geschikt is voor u. BOLUSMENU Normaal Snel-KH Snel-BG Comb.bolus Herinnering
1. Selecteer Combinatiebolus in het BOLUSMENU. Als u de optie Snel-KH
hebt gebruikt om een bolus te berekenen en deze als combinatiebolus wilt toedienen, begint u met het scherm Combinatiebolus in stap 2.
Hoofdmenu
2. Voer de totale bolushoeveelheid in met behulp van de knoppen / . Druk op . ‘Doe nu’ is gemarkeerd. De standaardinstelling voor Duur is 30 minuten, en de ratio is 0% Normaal en 100% Verlengd. Als deze instellingen geschikt zijn, drukt u op om de bolus toe te dienen.
Comb.bolus Totaal 8,50E Duur 4,0u
3. Als u de duur of de ratio wilt wijzigen, scrollt u omhoog naar het gewenste veld en drukt u op de modus Bewerken te activeren.
om
Comb.bolus Totaal 8,50E Duur 0,5u Normaal: Verleng 0: 100% 0,00: 8,50E Doe nu Hoofdmenu
Normaal: Verleng 30: 70% 2,55: 5,95E Doe nu Hoofdmenu
4. Wijzig de instellingen met behulp van de knoppen / . Als u het percentage van de ratio wijzigt, wordt de hoeveelheid in de eenheden automatisch gewijzigd. U kunt de ratio niet met de eenheden veranderen, alleen met de percentages. 5. Als de instellingen juist zijn, drukt u op Bewerken af te sluiten.
om te bevestigen en de modus
Comb.bolus Totaal 8,50E Duur 0,5u Normaal: Verleng 30: 70% 2,55: 5,95E Doe nu Hoofdmenu
OPMERKING: Uw pomp is ‘slim’ en onthoudt de laatste duur en ratio (als percentages) die u hebt geprogrammeerd. Als u dus dezelfde duur en ratio voor bepaalde soorten maaltijden gebruikt, hoeft u de volgende keer als u deze functie gebruikt alleen de totale bolushoeveelheid te wijzigen. De laatste geprogrammeerde combinatiebolusinstelling wordt echter altijd gewist als u de batterij vervangt.
73
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 73
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
6. Scroll naar Doe nu en druk op
om te activeren. Op het startscherm wordt aangegeven dat de combinatiebolus actief is.
Comb.bolus Totaal 8,50E Duur 4,0u Normaal: Verleng 30: 70% 2,55: 5,95E Doe nu Hoofdmenu
Comb.bolus ACTIEF Duur 0,0 : 4,0uur Toegediend 2,55E : 8,50E ANNULEREN Hoofdmenu
14 : 27 BOLUS ACTIEF Basale dosis 0,675E/uur Insuline: 105E Status Menu
Om een actieve combinatiebolus in het BOLUSMENU te annuleren, selecteert u Combinatiebolus. De details van de actieve combinatiebolus worden weergegeven. Scroll naar ANNULEREN en druk op
om de combinatiebolus te annuleren.
OPMERKING: Als u de pomp onderbreekt, wordt elke actieve combinatiebolus ook geannuleerd en krijgt u daarvan een melding op de display. Combinatiebolussen worden ook geannuleerd als u de batterij vervangt en/of uw pomp voorvult.
Herinneringen Als u de functie Herinneringen hebt geactiveerd, kunt u deze functie gebruiken om persoonlijke herinneringen in te stellen (zie Scherm Instellen geavanceerd 2 – Geavanceerde bolusfuncties en meerdere basaalprogramma’s in hoofdstuk 9 in deel I). U kunt twee aparte herinneringen instellen om u op twee aangewezen tijdstippen gedurende de dag te waarschuwen en één herinnering om uw BG op een bepaald tijdstip na een bolus te controleren. Druk op om de herinnering te bevestigen. Als u de herinnering eenmaal hebt bevestigd, krijgt u er niet opnieuw melding van.
Bolusherinneringen op een bepaalde kloktijd BOLUSMENU Normaal Snel-KH Snel-BG Comb.bolus Herinnering
1. Scroll in het BOLUSMENU naar Herinneringen. Druk op
.
Hoofdmenu
2. Het veld Herinnering 1 is gemarkeerd. Druk op
om de modus Bewerken te activeren. Schakel de herinnering in of uit met de knoppen / . Druk op om te bevestigen en de modus Bewerken af te sluiten.
HERINNERING UIT 00:00 Tijd= UIT Herinn.2 00:00 Tijd= Herinn.1
BG-contr. Na bolus =
UIT 1 uur
Hoofdmenu
74
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 74
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
3. Het veld Tijd voor deze herinnering is gemarkeerd. Druk op
om de modus Bewerken te activeren. Voer met behulp van de knoppen / de tijd in dat u een herinnering wilt horen (of voelen als u ‘Trillen’ hebt geselecteerd in het menu GELUID INSTELLEN). Druk op om te bevestigen en de modus Bewerken af te sluiten.
HERINNERING UIT 00:00 Tijd= UIT Herinn.2 00:00 Tijd= Herinn.1
BG-contr. Na bolus =
UIT 1 uur
Hoofdmenu
Als de functie is ingeschakeld, geeft uw pomp het rechts afgebeelde scherm Herinnering weer op de geselecteerde kloktijd.
Herinnering 00:00
4. Herhaal deze stappen voor Herinnering 2.
Bevestigen
Herinnering BG controleren HERINNERING UIT Herinn.1 00:00 Tijd= UIT Herinn.2 00:00 Tijd= BG-contr. Na bolus =
UIT 1 uur
Hoofdmenu
1. Selecteer BG-controle in het menu HERINNERINGEN om u eraan te
herinneren uw BG te controleren. Druk op om de modus Bewerken te activeren om deze herinnering in of uit te schakelen. Druk op om te bevestigen en de modus Bewerken af te sluiten. OPMERKING: De Herinnering BG controleren die u hier instelt is onafhankelijk van de verzoeken om BG-waarden in te voeren die u krijgt als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt. HERINNERING UIT 00:00 Tijd= UIT Herinn.2 00:00 Tijd= Herinn.1
2. Scroll omlaag om het veld Na bolus te markeren. Druk op
om het veld te selecteren en de modus Bewerken te activeren. Voer met behulp van de knoppen / in hoe lang na een normale bolus u uw pomp wilt laten klinken (of trillen) om u te herinneren uw BG te controleren. U kunt de tijd voor de herinnering instellen op 1, 2, 3 of 4 uur.
BG-waarde Herinnering Controleer BG over 1 uur
Bevestigen
BG-contr. Na bolus =
AAN 1 uur
Hoofdmenu
Als deze functie is ingeschakeld, geeft uw pomp onmiddellijk na een bolus het herinneringsscherm BG-waarde weer. Op dit scherm kunt u met behulp van de knoppen / een ander tijdstip kiezen voor herinneringen (1, 2, 3 of 4 uur), of ervoor kiezen geen herinnering te krijgen door 0 in te voeren. Als u bijvoorbeeld ‘s avonds een bolus hebt toegediend, wilt u waarschijnlijk geen herinneringsgeluid horen terwijl u slaapt. Als de herinnering niet wordt bevestigd, wordt de gebruiksduur van de batterij verminderd en zult u het alarm Batterij vervangen eerder zien dan u had verwacht. OPMERKING: Het herinneringsscherm BG-waarde wordt niet weergegeven als u de functie Audiobolus gebruikt.
75
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 75
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
OPMERKING: Als u een tijdstip invoert, geeft uw pomp een geluid ter herinnering en ziet u dit scherm op dat tijdstip nadat een normale of audiobolus is toegediend, inclusief nadat het normale deel van een combinatiebolus is toegediend. Als u alleen een verlengde bolus programmeert, hoort u de herinnering alleen op het standaardtijdstip dat u hebt ingesteld.
Herinner
Contr. BG-waarde Laatstebolus 12:15
Bevestigen
3. Als u klaar bent met het instellen van herinneringen, scrollt u naar HOOFDMENU en drukt u op om het HOOFDMENU weer te geven.
76
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 76
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
11
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Uw pomp heeft een ‘progressief’ veiligheidssysteem voor waarschuwingen en alarmen. Dit betekent dat als u een waarschuwing of alarm niet bevestigt, het geluid steeds luider wordt, en uiteindelijk binnen een uur verandert in een aanzwellende toon met trilling. Als u een waarschuwing of alarm niet bevestigt, begint op het hoogste punt de aanzwellende toon die pas stopt als er passende maatregelen zijn genomen. OPMERKING: Uw pomp gebruikt batterijvoeding om u meldingen, waarschuwingen en alarmen te sturen. Als u het bericht niet bevestigt, blijft de pomp de batterij gebruiken voor het herhalen en voortzetten van de berichten. Hierdoor kan de levensduur van de batterij korter worden en kan het alarmscherm Batterij vervangen eerder dan verwacht worden weergegeven. Bovendien gaan bepaalde waarschuwingen (bijv. Reservoir bijna leeg, afsluitingsalarm) vóór op minder kritieke waarschuwingen (bijv. Batterij bijna leeg). Dat betekent dat als u de kritiekere waarschuwing niet bevestigt, de gebruiksduur van de batterij korter wordt en de pomp de waarschuwing Batterij bijna leeg kan overslaan en rechtstreeks naar het alarm Batterij vervangen gaat. Als meerdere meldingen, waarschuwingen of alarmen tegelijk optreden, geeft de pomp de meest kritieke eerst weer. Nadat de omstandigheid met de hoogste prioriteit (op dat moment weergegeven) is bevestigd, wordt de Let-op!-melding, alarm of waarschuwing met de daaropvolgende hoogste prioriteit weergegeven totdat deze wordt bevestigd. Elke Let op!-melding, alarm en/of waarschuwing moet apart worden bevestigd totdat alle gelijktijdig optredende omstandigheden zijn bevestigd. Let vooral goed op meldingen, alarmen en/of waarschuwingen die berichten bevatten over het doorgaan of stoppen van insulinetoediening, in het bijzonder als ze gelijktijdig op de pomp worden weergegeven. Het is mogelijk om het bericht Toediening gaat door te zien, gevolgd door het bericht Geen toediening. Het bericht Toediening gaat door betekent dat de insulinetoediening niet door de melding, alarm of waarschuwing wordt beïnvloed. Geen toediening betekent dat de insulinetoediening is gestopt en gestopt blijft tot het probleem dat de melding, alarm en/of waarschuwing heeft veroorzaakt, is opgelost. Meldingen (Let op!) worden automatisch weergegeven om u te herinneren aan een functie die u hebt ingesteld of aan een bestaande omstandigheid. Waarschuwingen kunnen om verschillende redenen worden geactiveerd. U moet waarschuwingen bevestigen door op te drukken en/of maatregelen te nemen om de waarschuwing te verhelpen. Alarmen kunnen worden veroorzaakt door verschillende omstandigheden. U moet voor alarmen altijd passende maatregelen nemen om de alarmomstandigheid te wissen. – Geeft aan dat het geluid van deze melding, waarschuwing of alarm op de medium en hoge volume-instellingen de eerste keer als melodietje gespeeld kan worden. De standaardinstelling van de pomp voor geluiden op de lage volume-instelling is een in de fabriek ingesteld geluid. Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor/zender met uw pomp begint te gebruiken, zult u een extra lijst met waarschuwingen, alarmen en meldingen zien of horen die te maken hebben met het gebruik van CGM-functies. Zie hoofdstuk 10 in deel II voor meer informatie over deze lijst. U kunt bepaalde CGM-waarschuwingen, -alarmen en -meldingen zien/horen op uw pomp als u CGM-gegevens invoert zonder van plan te zijn een geldige CGM-sessie te beginnen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als u een geldig zenderidentificatienummer invoert zonder een zender/sensor in te brengen. OPMERKING: Als de pomp werkt, worden op de alarm-, waarschuwings- en Let op!-schermen de werkelijke aantallen insuline-eenheden weergegeven, in plaats van de XX of XXX die u op sommige schermen in deze lijst bij de eenheden ziet.
77
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 77
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Let op!-melding: Actief basaalprogramma leeg Oorzaak
Actief basaalprogramma is leeg.
Gevolg
Geen basaaltoedieningen.
Bericht
Wordt één keer weergegeven totdat de melding wordt bevestigd of de pomp in de slaapstand gaat en iedere keer als de pomp wordt geactiveerd.
Maatregel
Niet nodig, maar u kunt bevestigen of basaalmenu selecteren.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, één keer, en vervolgens iedere keer als de pomp wordt geactiveerd. Wordt niet luider.
Let op!-melding: Minimumdosis tijdelijk basaal Oorzaak
Negatieve tijdelijk basale dosis geactiveerd.
Gevolg
Basale toediening kan niet minder zijn dan 0,025 E/uur.
Bericht
Eén keer weergegeven gedurende 4 seconden.
Maatregel
Niet nodig.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, één keer. Wordt niet luider.
Let op!-melding: Onderbreken (tijdelijk basaal/combinatiebolus geannuleerd) Oorzaak
Pomp onderbroken.
Gevolg
Elk actief tijdelijk basaalprogramma/combinatiebolus geannuleerd.
Bericht
Eén keer weergegeven gedurende 4 seconden.
Maatregel
Niet nodig.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, één keer. Wordt niet luider.
Let op! Uw actieve basaalprogramma is leeg. 0,000E/uur Bevestigen Basaalmenu
Let op! Tijd. actief Minimum basaalsnelh. beperkt tot 0,025E/u
Let op! Pomp onderbr
Indien actief, dan tijd. basaal & comb.bolus geannuleerd.
78
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 78
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Let op!
Let op!-melding: Lage BG-waarde Oorzaak
LAGE BG
Lagere BG ingevoerd dan 3,9 mmol/L.
Behandel lage BG.Bolus niet
Gevolg
Vereist bevestiging van gebruiker om door te gaan.
Bericht
Wordt weergegeven totdat de melding is bevestigd of de pomp in de slaapstand gaat.
Maatregel
Druk op
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, één keer. Wordt niet luider.
aanbevolen. Monitor BG.
Bevestigen
om te bevestigen.
OPMERKING: De Let op!-melding LAGE BG verschilt van de CGMwaarschuwing Glucosespiegel is onder lage gebr. limiet, die alleen van toepassing is op CGM-resultaten bij gebruik van de Dexcom G4 PLATINUMsensor en -zender samen met uw pomp. Raadpleeg hoofdstuk 2 in deel II voor informatie met betrekking tot CGM-waarschuwingen. Let op!
Let op!-melding: Hoge BG-waarde
HOGE BG
Oorzaak
Hogere BG ingevoerd dan 13,9 mmol/L.
Gevolg
Vereist bevestiging van gebruiker om door te gaan.
Bericht
Wordt weergegeven totdat de melding is bevestigd of de pomp in de slaapstand gaat.
Maatregel
Druk op
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, één keer. Wordt niet luider.
Hoge BG behandelen. Controleer infuusplaats en ketonen. Monitor BG.
Bevestigen
om te bevestigen.
OPMERKING: De Let op!-melding HOGE BG verschilt van de CGMwaarschuwing Glucosespiegel is boven hoge gebr. limiet, die alleen van toepassing is op CGM-resultaten bij gebruik van de Dexcom G4 PLATINUMsensor en -zender samen met uw pomp. Raadpleeg hoofdstuk 2 in deel II voor informatie met betrekking tot CGM-waarschuwingen.
79
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 79
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Let op!-melding: Basale segmenten van programma wissen Oorzaak
Opdracht Wissen geselecteerd in het scherm BASAALOPTIES.
Gevolg
Vereist bevestiging van gebruiker om door te gaan.
Bericht
Wordt weergegeven totdat een van de twee opties wordt geselecteerd of totdat de pomp in de slaapstand gaat.
Maatregel
Selecteer Programma wissen of Basaalopties.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, één keer. Wordt niet luider.
Let op!-melding: Wijziging in weergave basaalprogramma Oorzaak
Wijziging in de weergave van basaalprogramma’s van 4 naar 1, maar programma 1 is momenteel niet actief.
Gevolg
Vereist bevestiging van gebruiker om door te gaan.
Bericht
Wordt weergegeven totdat de melding is bevestigd of de pomp in de slaapstand gaat.
Maatregel
Druk op
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, één keer. Wordt niet luider.
Let op! Progr. wissen verwijdert alle basaalsegmenten in dit progr.
Progr. wissen Basaalopties
Let op! 1-weekdag moet actieve programma zijn om basaaldisplayinstelling te wijzigen.
Bevestigen
om te bevestigen.
Waarschuwing: Basale toediening onderbroken Oorzaak
Wijziging in basale toediening niet opgeslagen.
Gevolg
Basale toediening wordt gestopt.
Bericht
Wordt, totdat de waarschuwing is bevestigd, weergegeven als pomp wordt geactiveerd.
Maatregel
Druk op om Basaal bewerken te selecteren. Controleer de basale wijzigingen en selecteer Opslaan/Nakijken.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Waarschuwing Basaalbew. niet opgesl. Basale toediening onderbroken.
Basaal bew.
80
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 80
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Waarschuwing
Waarschuwing: Onderbreken Oorzaak
Pomp is handmatig onderbroken.
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden gestopt.
Bericht
Wordt altijd weergegeven als de pomp wordt geactiveerd. Wordt vervolgens om de 3 minuten weergegeven nadat het bericht is bevestigd, en om de 15 minuten als het niet in bevestigd, tot er maatregelen zijn genomen.
Maatregel
Druk op
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker; om de 3 minuten indien bevestigd, om de 15 minuten al dat niet het geval is. Wordt niet luider. Gaat alleen binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling als een bolus of basale toediening werd toegediend toen de pomp werd onderbroken.
Geen toedien Pomp is onderbroken.
Bevestigen
om te bevestigen. Hervat de toediening.
Waarschuwing: Geen reservoir gevonden. Toedieningen uitgeschakeld. Oorzaak
Geen reservoir gevonden na de stap ‘Laad reservoir’ tijdens het Voorvullen/Terugspoelen.
Gevolg
Geen insulinetoedieningen.
Bericht
Wordt, totdat de waarschuwing is bevestigd, weergegeven als pomp wordt geactiveerd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Controleer of het menuitem Voorvullen/Terugspoelen is uitgevoerd en of het reservoir goed op zijn plaats zit.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten. Wordt niet luider als de waarschuwing bij elke weergave wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Waarschuwing Geen reserv. gedetecteerd Toediening uitgesch.
Bevestigen
81
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 81
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Waarschuwing
Waarschuwing: Batterij bijna leeg Oorzaak
De resterende gebruiksduur van de batterij is nog minimaal 30 minuten.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door.
Bericht
Wordt als de pomp geactiveerd is, weergegeven totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Wordt weergegeven bij activering door een gebeurtenis (zoals een bolus) en indien handmatig geactiveerd.
Maatregel
Druk op batterij.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Batterij bijna leeg.
Bevestigen
om te bevestigen. Plaats een nieuwe
Waarschuwing
Waarschuwing: Reservoir bijna leeg Oorzaak
Niveau Insuline bijna op is bereikt.
Gevolg
Insulinetoedieningen kunnen doorgaan totdat het alarm Leeg reservoir wordt geactiveerd.
Bericht
Wordt, totdat de waarschuwing is bevestigd, weergegeven als pomp wordt geactiveerd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Vervang door gevuld reservoir.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Waarschuwing: Meer dan maximale bolus Oorzaak
Toediening audiobolus is meer dan door gebruiker ingesteld maximum.
Gevolg
Bolustoediening wordt gestopt.
Bericht
Wordt, totdat de waarschuwing is bevestigd, weergegeven als pomp wordt geactiveerd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Programmeer de maximale bolushoeveelheid opnieuw in het menu Instellen geavanceerd.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Reservoir bijna leeg. E of minder resteert
Bevestigen
Waarschuwing Overschrijdt max. bolus XX,XX E Geen toedien audio- of comb.bolus Bevestigen
82
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 82
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Waarschuwing: Meer dan maximale TDD Oorzaak
Bolustoediening is meer dan de door de gebruiker ingestelde maximale TDD (totale dagelijkse dosis).
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden gestopt. Alle combinatiebolussen of tijdelijk basaaldoses worden geannuleerd.
Bericht
Wordt, totdat de waarschuwing is bevestigd, weergegeven als pomp wordt geactiveerd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Programmeer de maximale TDD opnieuw in het menu Instellen geavanceerd. Als de waarschuwing niet is bevestigd als de pompklok voorbij middernacht gaat, blijft de pomp het bericht weergeven.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Waarschuwing: Meer dan 2 uur maximale toediening Oorzaak
Gecombineerde basale en bolustoedieningen zijn meer dan het door de gebruiker ingestelde maximum voor een periode van 2 uur.
Gevolg
Insulinetoediening wordt gestopt. Alle combinatiebolussen of tijdelijk basaaldoses worden geannuleerd.
Bericht
Wordt, totdat de waarschuwing is bevestigd, weergegeven als pomp wordt geactiveerd.
Maatregel Pieptonen/ trillingen
Waarschuwing Overschrijdt max TDD XXXE. Geen toedien Alle bolus en actieve tijd. basaal geannuleerd Bevestigen
Waarschuwing Overschr max 2 uur XXX E Geen toedien Alle bolus en actieve tijd. basaal geannuleerd Bevestigen
Druk op om te bevestigen. Programmeer de maximale 2-uur hoeveelheid opnieuw in het menu Instellen geavanceerd. Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
OPMERKING: Als de waarschuwing Meer dan de maximum TDD of Meer dan maximum 2 uur wordt weergegeven en niet wordt bevestigd, wordt de waarschuwing om de 3 minuten opnieuw weergegeven. Basale toedieningen wordt gestopt totdat de waarschuwing wordt bevestigd of totdat de tijdsperiode is verstreken. Bij de waarschuwing Meer dan maximum TDD worden de basale toedieningen de volgende dag hervat (te beginnen om middernacht). Voor de waarschuwing Meer dan maximum 2 uur worden de waarschuwingen bij de volgende periode van 2 uur hervat. 83
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 83
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Waarschuwing: Meer dan maximum basaal Oorzaak
Basale toedieningsdosis (of tijdelijk basale toedieningsdosis) is meer dan het door de gebruiker ingestelde maximum.
Gevolg
Basale toediening wordt gestopt.
Bericht
Maatregel
Pieptonen/ trillingen
Wordt weergegeven indien geactiveerd (door poging tot basale toediening om de 3 minuten of handmatig) totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Druk op om te bevestigen. Programmeer de maximale basale hoeveelheid opnieuw in het menu Instellen geavanceerd (of programmeer de tijdelijk basale dosis opnieuw).
Waarschuwing Overschrijdt max. basaal XX,XX E/u Geen basaaltoediening.
Bevestigen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Waarschuwing: Toediening geannuleerd: reservoir bijna leeg Oorzaak
De basale of bolustoediening is meer dan de resterende insuline in het reservoir.
Gevolg
Basale of bolustoediening wordt gestopt.
Bericht
Eén maal per optreden en iedere keer als de pomp wordt geactiveerd, totdat de waarschuwing wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Waarschuwing Toediening geannuleerd: reservoir bijna leeg.
Bevestigen
om te bevestigen. Vervang door vol reservoir.
Waarschuwing: Niet voorgevuld, geen toediening
Waarschuwing Pomp is niet voorgevuld. Geen toedien
Oorzaak
Pomp is niet voorgevuld.
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden gestopt.
Bericht
Om de 3 minuten of wanneer geactiveerd.
Maatregel
Druk op voor.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Bevestigen
om te bevestigen. Koppel los en vul opnieuw
84
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 84
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen Waarschuwing: Bolustoediening geannuleerd Oorzaak
Gebruiker heeft tijdens de bolustoediening op een functieknop op de pomp gedrukt.
Gevolg
Bolustoediening wordt gestopt.
Bericht
Om de 3 minuten of wanneer geactiveerd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Als de knop per ongeluk was ingedrukt, herhaalt u de stappen om de resterende insuline-eenheden toe te dienen.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
Alarm: Afsluiting Oorzaak
Afsluiting/blokkering gevonden in het insulinetoedieningstraject.
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden gestopt.
Bericht
Continu totdat alarm wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Koppel los en vul opnieuw voor om de afsluiting op te heffen. Optie om Onderbreken te selecteren (zie scherm Waarschuwing onderbreken in dit hoofdstuk).
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling. (Zodra het alarm is bevestigd, wordt een waarschuwing Niet voorgevuld geactiveerd, zie het scherm Waarschuwing Niet voorgevuld in dit hoofdstuk.)
Waarschuwing Bolustoediening geannuleerd: gebr. drukte op knop. Toegediend: X,XX E van X,XX E
Bevestigen
ALARM AFSLUITING GEDETECTEERD Geen toedien
Onderbreken Bevestigen
85
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 85
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen ALARM LEEG RESERVOIR Geen toedien
Alarm: Leeg reservoir Oorzaak
Reservoir leeg.
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden gestopt.
Bericht
Continu totdat alarm wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Vervang door vol reservoir. Optie om Onderbreken te selecteren (zie scherm Waarschuwing onderbreken in dit hoofdstuk).
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat de waarschuwing wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling. (Zodra het alarm is bevestigd, wordt een waarschuwing Niet voorgevuld geactiveerd, zie het scherm Waarschuwing Niet voorgevuld in dit hoofdstuk.)
Alarm: Vervang batterij Oorzaak
Batterij heeft een resterende gebruiksduur van minimaal 3 minuten.
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden gestopt.
Bericht
Continu, totdat de batterij is verwijderd of geheel leeg is.
Maatregel
Verwijder de batterij om het alarm te stoppen. Plaats een nieuwe batterij.
Pieptonen/ trillingen
MAXIMALE volume, om de 3 minuten totdat maatregelen zijn genomen. Gaat indien niet bevestigd door tot 4 lange tonen.
Vervang reservoir.
Onderbreken Bevestigen
ALARM VERVANG BATTERIJ Geen toedien Verw. batterij om alarm uit te schakelen.
86
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 86
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
Meldingen, waarschuwingen en alarmen ALARM BEL SERVICE
Alarm: Bel service Oorzaak
Hardware- of softwareprobleem gevonden.
Geen toedien XX-XXXXX
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden onderbroken.
Verw. batterij om alarm uit te schakelen.
Bericht
Continu totdat de batterij wordt verwijderd.
Maatregel
Druk op om het alarm gedurende 30 minuten te stoppen (het alarm kan slechts één keer worden gestopt). Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animasdistributeur.
Pieptonen/ trillingen
Vaste pieptoon/trilling. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling.
OPMERKING: Voor sommige alarmen van het type Bel service wordt een unieke geluids-/trillingserie gebruikt die niet kan worden gestopt door op te drukken. Voor deze alarmen wordt de normale voortgang vervangen door gedurende het eerste half uur om de 9 minuten drie korte pieptonen/trillingen. Dit wordt daarna gevolgd door 4 lange tonen/trillingen.
ALARM AUTO-UIT
Alarm: Auto-uit Oorzaak
Onderbroken omdat er in een door de gebruiker ingestelde periode geen knoppen zijn ingedrukt.
Geen toedien
Gevolg
Alle insulinetoedieningen worden gestopt.
Geen knopdruk in laatste XX uur.
Bericht
Continu totdat alarm wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Pas de duur aan in het menu Instellen geavanceerd.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker, om de 3 minuten totdat alarm wordt bevestigd. Gaat indien niet wordt bevestigd, binnen een uur over in aanzwellende toon met trilling. (Zodra het alarm is bevestigd, wordt een waarschuwing Niet voorgevuld geactiveerd, zie het scherm Waarschuwing Niet voorgevuld in dit hoofdstuk.)
Bevestigen
87
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 87
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 11 - VEILIGHEIDSSYSTEEM EN ALARMEN VAN DE POMP
88
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 88
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 12 - VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW INSULINEPOMP
12
Deel I van dit gebruikershandboekje bevat informatie over veiligheid, onderhoud, problemen oplossen, levensstijl en technische informatie over uw Animas® Vibe™ insulinepomp.
Verzorging en onderhoud van uw Animas® Vibe™ insulinepomp De ontluchtingsopeningen Uw pomp heeft een dubbelbeveiligd ontluchtingssysteem. Ontluchtingsopeningen hebben twee doeleinden. Ten eerste laten ze lucht in en uit de pomp, zodat de druk in evenwicht blijft onder een aantal verschillende omgevingsomstandigheden, zoals veranderingen van hoogte. Ten tweede zit achter de ontluchtingsopeningen een speciaal membraan dat voorkomt dat er water in de pomp komt.
Batterijdop met afsluitring en ontluchtingsopening De batterijdop heeft een afsluitring en een ontluchtingsopening. De ontluchtingsopening is een gaatje met daarachter een membraan waardoor wel lucht kan binnenkomen, maar geen water. De afsluitingring helpt uw pomp waterdicht houden. Het wordt aanbevolen de batterijdop met ontluchtingsopening om de zes maanden te vervangen. Als u in een stoffige omgeving werkt, zoals als bouwvakker, in een cementfabriek of andere industriële omgeving, of als u vaak gaat zwemmen, moet u de batterijdop om de 3 maanden vervangen. U kunt contact opnemen met uw plaatselijke Animas distributeur om een extra batterijdop te bestellen. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
Afsluitring
Ontluchtingsopening in batterijdop
m WAARSCHUWING: U mag absoluut nooit een scherp object in de ontluchtingsopeningen steken om ze te reinigen. Hierdoor kan de waterdichtheid van de pomp in gevaar worden gebracht. Als u vermoedt dat de ontluchtingsopeningen zijn verstopt, moet de batterijdop worden vervangen.
Reinigen m LET OP!: Gebruik geen huishoudelijke of industriële reinigingsmiddelen, chemicaliën,
oplosmiddelen, bleekmiddelen, schuursponsjes of scherpe instrumenten om uw pomp te reinigen. Doe uw pomp nooit in de afwasmachine en gebruik nooit erg heet water om de pomp te reinigen. Gebruik alleen een zeer mild schoonmaakmiddel (bijvoorbeeld een druppel vloeibare zeep in een glas water) en een pluisvrije doek. Droog uw pomp nooit in een magnetron of oven. Gebruik een zachte doek. Reinig nooit het batterij- of insulinereservoircompartiment.
89
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 89
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 12 - VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW INSULINEPOMP
Algemene slijtage Inspecteer uw pomp als u uw pomp hebt laten vallen of als de pomp ergens hard tegenaan is geslagen, om te verzekeren dat alles nog goed werkt. Controleer of de display nog werkt en helder is en of de reservoirdop, de batterijdop en de infusieset nog goed op hun plaats zitten. Controleer op lekkage rond het reservoir door een stukje vloeipapier rond de aansluiting te wikkelen. Barsten, afschilferingen of beschadigingen aan uw pomp kunnen het contact met de batterij en/of de waterdichtheid van uw pomp beïnvloeden. Bel uw plaatselijke Animas-distributeur als u schade aan uw pomp ziet of vermoedt. Zij helpen u bepalen of uw pomp moet worden vervangen. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
Afvoer De afvoer van apparaten zoals insulinepompen valt onder internationale regelgeving. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur voor hulp. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Voer batterijen af volgens uw plaatselijke milieuregelgeving.
90
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 90
2/11/14 3:00 PM
13
HOOFDSTUK 13 - I NSTRUCTIES VOOR HET AANBRENGEN VAN DE DISPLAYBESCHERMFOLIE De kit met displaybeschermfolie bevat 3 stukjes displaybeschermfolie, bevestigingsvloeistof voor de folie (901-002-01) en een rubber wisser.
Volg de onderstaande instructies voor de juiste bevestiging.
1. Was uw handen grondig met water en zeep.
2. Trek de oude displaybeschermfolie langzaam los.
•N iet verwarmen. Gebruik geen metalen instrumenten. OK
3. Reinig de display met een pluisvrije doek.
• De folie kan worden aangebracht zonder de pomp los te koppelen. OK
4. Spuit bevestigingsvloeistof, 901-002-01, op uw vingers.
• De vloeistof bevat isopropylalcohol. • Schudden voor gebruik. •N iet inslikken.
5. Verwijder de displayfolie van de papieren beschermstrook.
• Alleen met natte vingers aanraken. • Met de plakkende zijde omhoog houden. • Folie niet aan zichzelf laten plakken.
91
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 91
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 13 - INSTRUCTIES VOOR HET AANBRENGEN VAN DE DISPLAYBESCHERMFOLIE
6. Bespuit het hele oppervlak van de folie en de display met de vloeistof.
OPMERKING: Controleer voordat u verder gaat of de folie in dezelfde richting ligt als de display.
OK
7. Leg de folie op de display.
• Leg de folie met de plakkende zijde omlaag, naar de display toe. •N iet op de plaats aandrukken. • Indien nodig kunt u de folie verwijderen, opnieuw vloeistof aanbrengen en de folie opnieuw precies uitgelijnd aanbrengen.
OK
8. Trek de wisser stevig over de folie.
• Begin vanuit het midden van de display en trek de wisser in alle richtingen om vocht en blaasjes onder het oppervlak te verwijderen. • Trek de wisser over alle hoeken en randen om de folie goed vast te plakken.
OK
9. Verwijder extra vocht met een pluisvrije doek.
• Druk zo nodig direct bij de randen op de folie totdat deze op de display is geplakt. • U kunt de pomp onmiddellijk na het aanbrengen van de folie gebruiken. • Was uw handen goed nadat u de folie hebt aangebracht.
OK
BELANGRIJKE INFORMATIE: Het weergavegedeelte van de pompdisplay moet na het aanbrengen van de folie geheel helder zijn. Als u lucht of vocht ziet nadat de folie is aangebracht, trekt u de folie vanuit ten minste één hoek omhoog naar waar u de blaasjes ziet. Bespuit de hechtzijde van de folie en het oppervlak van de pomp opnieuw met vloeistof en breng de folie opnieuw met de wisser aan. Als de blaasjes niet verwijderd zijn, brengt u een nieuw stuk folie aan.
92
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 92
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 14 - P ROBLEMEN OPLOSSEN MET HYPOGLYCEMIE, HYPERGLYCEMIE EN PROBLEMEN MET UW INFUSIESETS/-PLAATSEN
14
Het is verstandig om een procedure voor problemen te hebben, die gebruikt kan worden als u vermoedt dat er iets niet in orde is. Overleg met uw zorgteam over richtlijnen voor als er problemen optreden.
Hypoglycemie m WAARSCHUWING: Een lage BG is een risico voor iedereen die met insuline wordt behandeld. U kunt een of meer van de volgende symptomen hebben: even, versnelde hartslag, zenuwachtigheid, transpiratie, koude, bezwete huid, zwakte, ˚ Bwazig of dubbel zicht, plotselinge honger, tintelingen in handen, lippen of tong, hoofdpijn en verwarring. • Als u symptomen hebt van hypoglycemie, moet u onmiddellijk snelwerkende koolhydraten innemen (glucosetabletten, vruchtensap, hard snoepje). • Als uw BG abnormaal laag is, mag u niet proberen de pomp zelf te programmeren. Zoek hulp. • Behandel hypoglycemie onmiddellijk. • Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, mag u niet op de CGM-resultaten vertrouwen als u symptomen hebt van hypoglycemie. Als u vermoedt dat u hypoglycemie hebt, moet u een vingerpriktest uitvoeren met uw BG-meter. Zie deel II.
Regel van 20* 1. Eet 20 gram snelwerkend koolhydraat 2. Wacht 20 minuten 3. Meet uw BG weer met de BG-meter 4. Als BG is <3,9 mmol/L, herhaal het bovenstaande
Problemen oplossen bij hypoglycemie: INSULINEPOMP MOGELIJKE OORZAAK VAN LAGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Basale dosis verkeerd geprogrammeerd
Controleer tijden en doses; denk eraan de basaalprogramma’s na te kijken als u wijzigingen aanbrengt.
Kloktijd onjuist.
Zet de klok op de juiste tijd, let zorgvuldig op de 12-uur- en 24-uur-indeling.
Pomp blootgesteld aan MRI
Koppel de pomp los. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
* Walsh JR & Roberts R., Pumping Insulin. 2006. San Diego: Torrey Pine Press. 93
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 93
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 14 - PROBLEMEN OPLOSSEN MET HYPOGLYCEMIE, HYPERGLYCEMIE EN PROBLEMEN MET UW INFUSIESETS/-PLAATSEN
Problemen oplossen bij hypoglycemie: VOEDSELINNAME MOGELIJKE OORZAAK VAN LAGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Bolus te groot
Controleer de bolushoeveelheden en -tijden. Dien niet meer toe in een bolus dan nodig is om uw BG tot een normale waarde te verlagen.
Te weinig koolhydraten genomen voor de bolus
Bereken uw koolhydraten nauwkeurig. Vraag uw diëtiste om het tellen van koolhydraten nog eens met u door te nemen. Een herberekening van de I:K-ratio kan nodig zijn; overleg met uw zorgteam.
Verkeerde timing van de bolus
Zorg dat de timing van de bolus overeenstemt met de inname van voedsel. Controleer uw BG vóór een maaltijdbolus en pas deze overeenkomstig aan.
Alcoholconsumptie
Kan hypoglycemie (maar ook hyperglycemie) veroorzaken. Eet altijd iets als u alcohol drinkt. Wees voorzichtig met de bolus voor het naar bed gaan. Controleer altijd uw BG voordat u naar bed gaat. Controleer uw BG om 3 uur ‘s nachts. Raadpleeg het zorgteam.
ACTIVITEIT MOGELIJKE OORZAAK VAN LAGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Pomp is niet onderbroken of Tijdelijk basaal is niet geactiveerd
Vraag uw zorgteam om richtlijnen voor het gebruik van een Tijdelijk basale dosis tijdens sporten of lichaamsbeweging.
Te weinig koolhydraten genomen vóór sporten of lichaamsbeweging
Als u de insulinetoediening niet vermindert vóór of tijdens het sporten, is het wellicht nodig om voor het sporten iets met koolhydraten te eten.
Ongeplande activiteiten (winkelen)
Eet een tussendoortje voordat u zich gaan inspannen als uw BG lager is dan 5,6 mmol/L. Test uw BG regelmatig voor, tijdens en na een activiteit.
Langdurige of intensieve lichaamsbeweging
De invloed van lichaamsbeweging kan nog uren nadat de activiteit is gestopt, aanwezig zijn. Vraag uw zorgteam om specifieke richtlijnen.
De insuline-infusieplaats is te dicht bij de inbrengplaats van de sensor (bij gebruik van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp)
Zorg dat deze plaatsen op een afstand van ten minste 7,62 centimeter afstand van elkaar liggen.
OPMERKING: Controleer BG-waarden altijd met een vingerpriktest van uw BG-meter.
94
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 94
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 14 - PROBLEMEN OPLOSSEN MET HYPOGLYCEMIE, HYPERGLYCEMIE EN PROBLEMEN MET UW INFUSIESETS/-PLAATSEN
Hypoglycemie voorkomen: • Controleer uw BG ten minste vier maal per dag, en vaker bij sporten of lichaamsbeweging. • Houd de koolhydraten in het voedsel dat u eet nauwkeurig bij. • Raadpleeg uw zorgverlener als u vaak last hebt van hypoglycemie of ernstige lage waarden waarbij u hulp nodig hebt van iemand anders. Het kan nodig zijn om uw basale doses of bolusdoses aan te passen, of uw BG-streefwaarden en uw dagelijkse voedings- en bewegingsplan bij te stellen. Volg de routine die uw zorgteam voor u heeft vastgesteld als u een lage BG hebt (hypoglycemie). • Het is belangrijk uw BG regelmatig te controleren, inclusief van tijd tot tijd ‘s nachts. • Onderzoek wat de oorzaak van de hypoglycemie kan zijn. • Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt, moet u regelmatig uw BG controleren als uw CGM-resultaten op mogelijke hypoglycemie of hyperglycemie wijzen.
Hyperglycemie Uw pomp gebruikt uitsluitend snelwerkende insuline, waardoor u geen reserve van langwerkende insuline in uw lichaam hebt. Dat betekent dat een onderbreking in de insulinetoediening al snel een sterke stijging van uw BG-waarden kan veroorzaken. Hyperglycemie (hoge BG) kan binnen twee tot vier uur na het stoppen van de insulinetoediening optreden, en binnen vier tot tien uur kan zich diabetische ketoacidose (DKA) ontwikkelen. Er zijn verschillende oorzaken voor een hoge BG. De meest voorkomende problemen en oorzaken van een hoge BG worden in de onderstaande tabel vermeld, met een aantal mogelijke oplossingen.
DKA (diabetische ketoacidose) Hyperglycemie kan tot DKA leiden. Als uw BG hoger is dan 13,9 mmol/L moeten uw bloed- of urineketonen volgens de aanwijzingen van uw zorgteam worden gecontroleerd. Onthoud dat de eerste tekenen van DKA vaak misselijkheid en braken zijn. En onthoud ook dat u, omdat u geen langwerkende insuline in uw systeem hebt, snel DKA kunt ontwikkelen als u de tekenen negeert en/of nalaat mogelijke problemen op te lossen.
95
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 95
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 14 - PROBLEMEN OPLOSSEN MET HYPOGLYCEMIE, HYPERGLYCEMIE EN PROBLEMEN MET UW INFUSIESETS/-PLAATSEN
Problemen oplossen bij hyperglycemie: INFUSIESET MOGELIJKE OORZAAK VAN HOGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Roodheid, irritatie, ontsteking, zwelling, afscheiding of ongemak
Vervang de infusiesetslang en verander van infusieplaats. Neem contact op met het zorgteam.
Bult of knobbel op de infusieplaats
Vervang de infusiesetslang en verander telkens van infusieplaats. Vermijd deze plek bij het kiezen van een infusieplaats.
Littekenweefsel
Vermijd deze plek bij het kiezen van een infusieplaats.
Katheter ingebracht op een plaats met wrijving
Vermijd de taille en wrijvingsplekken.
Knik in de slang/katheter
Vervang de infusiesetslang en verander van infusieplaats.
Infusieset niet voorgevuld (lucht in de slang)
Koppel de slang los van uw lichaam. Vul de slang geheel voor.
Canule niet gevuld
Controleer het vulvolume in de instructies van de fabrikant en programmeer die hoeveelheid als u dat wordt gevraagd op het scherm CANULE VULLEN.
Slang niet goed aan reservoir bevestigd
Bevestig de slangen beter aan het reservoir.
INSULINE MOGELIJKE OORZAAK VAN HOGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Troebele, klonterige, gekristalliseerde insuline of insuline waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken of die aan extreme temperaturen is blootgesteld
Verwijder de infusieset en het reservoir en gooi ze weg. Gebruik een nieuwe ampul met insuline.
VOEDSELINNAME MOGELIJKE OORZAAK VAN HOGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Bolus onvoldoende of weggelaten
Neem het tellen van koophydraten en instellingen van I:K-ratio nog eens door.
Veel eiwitten of vet in dieet
Raadpleeg diëtiste; u moet mogelijk eiwitten en vet gaan tellen.
Langdurige maaltijd, voortdurend tussendoortjes eten, langzaam opgenomen voedsel (vezelrijk), vertraagde spijsvertering (gastroparese)
Raadpleeg het zorgteam. U moet misschien de optie Verlengde bolus of Combinatiebolus gebruiken.
Verkeerde bolustiming
Raadpleeg het zorgteam. 96
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 96
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 14 - PROBLEMEN OPLOSSEN MET HYPOGLYCEMIE, HYPERGLYCEMIE EN PROBLEMEN MET UW INFUSIESETS/-PLAATSEN
Problemen oplossen bij hyperglycemie: ACTIVITEIT MOGELIJKE OORZAAK VAN HOGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Minder activiteit
Gebruik een hoger Tijdelijk basaal. Raadpleeg het zorgteam.
Vermindering van Tijdelijk basaal te vaak gebruikt
Noteer de tijdsperiode van veranderingen. Test uw BG regelmatig om veranderingen te documenteren.
BG is vóór sporten of lichaamsbeweging hoger dan 13,9 mmol/L met ketonen.
BG wordt hoger bij sporten of lichaamsbeweging als er ketonen aanwezig zijn. Ga niet sporten of bewegen als er ketonen aanwezig zijn. Vraag uw zorgteam om richtlijnen voor beweging.
m LET OP!: De infusieset moet om de 2 tot 3 dagen worden vervangen, of zoals uw zorgteam aangeeft. Ga altijd zeer hygiënisch te werk! Waarschuw uw zorgteam als u tekenen of symptomen van infectie opmerkt bij uw insulineinfusieplaats of de inbrengplaats van de sensor als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp gebruikt!
ANDERE MOGELIJKE OORZAAK VAN HOGE BG
VOORGESTELDE OPLOSSING
Medicatie (steroïden, terbutaline, paracetamol, andere hormoonbehandelingen)
Informeer uw zorgteam als u meer of andere medicatie hebt gekregen.
Infectie, ziekte, virus
Raadpleeg de richtlijnen voor ziektedagen in hoofdstuk 15 in deel I.
Premenstruatiecyclus
Raadpleeg het zorgteam. U moet misschien Tijdelijk basaal gebruiken of een extra basaalprogramma instellen.
Zwangerschap
Insulinebehoefte kan in het tweede en derde trimester groter worden. Raadpleeg het zorgteam.
Verandering in gewicht
Uw basale of bolusdoses moeten misschien opnieuw worden berekend. Raadpleeg het zorgteam.
m WAARSCHUWING: Raadpleeg uw zorgteam voordat u wijzigingen aanbrengt in uw basale
doses of instellingen voor bolusberekening.
Bij twijfel, altijd vervangen! 1. Volg de richtlijnen van uw zorgteam. 2. Vervang de infusieset. 3. Controleer op ketonen. 4. Dien een injectie met snelwerkende insuline toe.
97
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 97
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 14 - PROBLEMEN OPLOSSEN MET HYPOGLYCEMIE, HYPERGLYCEMIE EN PROBLEMEN MET UW INFUSIESETS/-PLAATSEN
Problemen met infusiesets, -plaatsen en -reservoir Er kunnen een aantal problemen optreden bij infusiesets en -plaatsen, waarvan de meest voorkomende in de onderstaande tabel worden genoemd, inclusief enkele voorstellen om deze problemen te verhelpen. MOGELIJKE PROBLEMEN
VOORGESTELDE OPLOSSING
Luchtbellen in slang
Vul uw pompreservoir altijd met insuline op kamertemperatuur. Controleer de lueraansluiting en slang; vervang de infusieset, indien nodig. Als u een loskoppelset gebruikt, verwijder dan de set van uw infusieplaats en spoel de luchtbellen eruit. Controleer of de reservoirzuiger recht staat en of het reservoir met niet meer dan 2,0 mL insuline is gevuld.
Geknikte slang
Trek zo nodig de slang weer recht; vervang zo nodig de infusieset.
Losgeraakte naald of canule
Vervang de infusieset en verander van infusieplaats. Overweeg het gebruik van een andere pleister of infusieset, of een ander verband. Een canule kan niet goed weer in de huid worden teruggeduwd.
Bloed in slang (insuline ziet er roze of rood uit)
Vervang de infusieset en verander van infusieplaats. Controleer de hoek van de naald/canule op de nieuwe infusieplaats.
Insulinelekkage
Controleer de lueraansluiting door er een doekje om te wikkelen en kijk of dit vochtig wordt; draai zo nodig het reservoir en de infusieset vast of vervang deze. Controleer of het reservoir met niet meer dan 2,0 mL insuline is gevuld. De reservoirdop mag nooit worden vastgedraaid terwijl de infusieset aan uw lichaam is bevestigd.
Roodheid, gevoeligheid, bulten, jeuk, warmte, afscheiding
Vervang de infusieset en verander van infusieplaats; ga hierbij hygiënisch te werk. Behandel de oude plaats zo nodig voor infectie. Raadpleeg het zorgteam.
Reservoir opnieuw gebruikt
Gebruik het reservoir niet opnieuw. Het reservoir is uitsluitend voor eenmalig gebruik.
98
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 98
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 15 - RICHTLIJNEN VOOR ZIEKTEDAGEN
15
In perioden met een lichte aandoening* kan het moeilijk zijn uw diabetes goed onder controle te houden. Voorbeelden van lichte aandoeningen zijn: tandchirurgie, verkoudheid, misselijkheid/braken, keelpijn, lichte infecties, diarree, koorts. U moet uw zorgteam echter bellen als: • de aandoening zonder verbetering gedurende 24-48 uur aanhoudt • uw lichaamstemperatuur stijgt tot boven 37,8 °C • u langer dan 4 uur last hebt van braken of diarree • er matige tot hoge concentraties ketonen in uw urine zitten • de BG-concentratie constant minder dan 3,3 mmol/L of meer dan 13,9 mmol/L (meer dan 7,2 mmol/L tijdens de zwangerschap) liggen nadat u extra bolusdoses hebt genomen zoals vooraf bepaald door uw zorgteam • u last krijgt van diabetische ketoacidose, uitdroging of andere ernstige problemen zoals: verhoogde sufheid, buikpijn of pijn op de borst, ademhalingsproblemen, een naar fruit ruikende adem, droge, gebarsten lippen, mond of tong. • u niet weet hoe u voor uzelf moet zorgen Sla nooit uw insulinetoediening over! Ook als u ziek bent en niet kunt eten, hebt u insuline nodig en kan uw insulinebehoefte ook stijgen. • Blijf uw gebruikelijke basale insulinedosis innemen samen met de insulinebolus voor het voedsel dat u hebt gegeten of om een hoge BG-waarde te corrigeren zoals vooraf bepaald door uw zorgteam. • Wellicht moet u uw basale dosis tijdelijk verhogen of verlagen door de functie Tijdelijk basaal te gebruiken zoals vooraf bepaald door uw zorgteam. * Mensing C., The Art and Science of Diabetes Self-Management Education. 2006. Chicago: American Association of Diabetes Educators.
Medicijnen Informeer uw zorgteam altijd over ALLE medicijnen die u inneemt. Ook medicijnen die u om andere redenen inneemt, kunnen gevolgen hebben voor de omgang met uw diabetes. Daarom is het belangrijk dat u uw zorgteam informeert over alle medicijnen die u inneemt.
m CONTRA-INDICATIES: Als u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp
gebruikt, kan het innemen van geneesmiddelen die acetaminofen (paracetamol) bevatten terwijl u de sensor draagt, de glucoseresultaten van uw sensor foutief hoger maken. Hoe onnauwkeurig ze worden, hangt af van de hoeveelheid acetaminofen (paracetamol) die in uw lichaam actief is.
Bloed- en urinetest • Controleer uw BG vóór uw gebruikelijke etenstijd en om de 2-4 uur als daar reden toe is. • T est uw bloed of urine op ketonen, ten minste 4 keer per dag, of volgens de instructies van uw zorgteam.
99
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 99
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 15 - RICHTLIJNEN VOOR ZIEKTEDAGEN
Vloeistoffen en dieet Volg altijd de richtlijnen voor ziektedagen van uw zorgteam. Bij elke aandoening is voldoende vochtopname van essentieel belang. Drink 240 mL vloeistof per uur. Drink om de 3 uur 240 mL van een natriumrijke vloeistof, zoals bouillon. U moet dagelijks 150-200 gram koolhydraten innemen. Neem bij een matige ketonconcentratie contact op met uw zorgteam. Ontwikkel samen met uw zorgteam een ziekteplan voor het geval dat u ziek wordt.
100
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 100
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 16 - UW MANIER VAN LEVEN
16
Lichamelijke activiteit en sport Er zijn vele opties voor het dragen van uw pomp tijdens lichamelijke activiteit en sport. Bij sporten met weinig lichaamscontact zoals wandelen, fietsen of fitness kan uw pomp aan de tailleband worden vastgeklemd of, voor extra beveiliging, in een sporttas worden gedaan. Bij contactsporten zoals honkbal, basketbal of hockey kan uw pomp maximaal één uur worden losgekoppeld. Volg altijd de individuele richtlijnen van uw zorgteam voor het loskoppelen van uw pomp, omdat u de gemiste basale insuline wellicht moet compenseren. Denk eraan dat u uw BG-concentratie moet controleren voordat en nadat u uw pomp enige tijd hebt losgekoppeld.
Zwemmen Uw pomp is getest op onderdompeling in water tot een diepte van 3,6 meter gedurende 24 uur onder normale zwemomstandigheden. U mag uw pomp niet tijdens scubaduiken of bij duiken vanaf hoge duikplanken dragen. U mag uw pomp niet meenemen in whirlpoolbaden, omdat de extreme temperatuur negatieve gevolgen kan hebben voor de insulinekwaliteit. Als u uw pomp hebt laten vallen, controleer deze dan zorgvuldig op barsten of andere tekenen van beschadiging. Als het etiket op de achterkant van uw pomp niet goed is bevestigd of als u vermoedt dat uw pomp beschadigd of om andere redenen niet meer waterdicht is, gebruik de pomp dan niet in water. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. In geval u de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender met uw pomp gebruikt, zijn de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender getest op IP28 (waterbestendig bij onderdompeling tot een diepte van maximaal 2,4 meter gedurende maximaal 24 uur). OPMERKING: Tijdens uw verblijf in het water is het mogelijk dat CGM-resultaten niet van uw sensor/zender naar de pomp worden gezonden.
Activiteiten op grote hoogte (skiën, wandelen, etc.) Uw pomp is getest op hoogtes tot 3048 meter bij standaard gebruikstemperaturen. Extreme hoogten, temperaturen of atmosferische omstandigheden kunnen negatieve gevolgen hebben voor de werking van de pomp. Raadpleeg hoofdstuk 17 in deel I voor meer informatie over de gebruiksomstandigheden van de pomp. De onderdelen van uw de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender zijn getest op hoogtes van maximaal 3657 meter. Raadpleeg hoofdstuk 13 in deel II voor meer informatie over de gebruiksomstandigheden van de sensor/zender. Raadpleeg de instructies die u bij uw BG-meter hebt gekregen voor meer informatie over de gebruiksomstandigheden van de meter.
Reizen Met een pomp wordt reizen minder gecompliceerd en aangenamer. Reizen vereist echter nog steeds een goede voorbereiding. Denk eraan uw pompbenodigheden vooraf te bestellen en pak de volgende zaken in: • Een brief van uw zorgteam waarin de noodzaak van de beschikbaarheid van insulinebenodigheden en het dragen van een pomp wordt uitgelegd. • Een recept voor insuline, zowel snelwerkend voor uw pomp als het type aanbevolen door uw zorgteam voor het geval een insuline-injectie vereist is (denk eraan dat uw pomp alleen is ontworpen en gekalibreerd voor toediening van E100 insuline. Het gebruik van een insuline met een hogere of lagere concentratie kan ernstig of letsel of overlijden tot gevolg hebben.) 101
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 101
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 16 - UW MANIER VAN LEVEN
• Benodigdheden voor noodgevallen, vermeld in het deel Voordat u begint. • Gemakkelijk bereikbare tussendoortjes. • Een fles water om uitdroging tijdens het vliegen te voorkomen. (Denk eraan om uw BG regelmatig te controleren om onderscheid te maken tussen uitdroging vanwege hoge BG en gewone uitdroging tijdens het vliegen.) • De naam van een verwijzend zorgteam op uw eindbestemming in een noodgeval. Denk ook aan het volgende als u reist: • Verpak uw insuline zorgvuldig zodat deze niet is blootgesteld aan extreme temperaturen of temperatuurveranderingen. (Lees de bijsluiter van uw insuline voor de juiste bewaaromstandigheden.) • Doe de pompbenodigdheden in uw handbagekoffer als u met het vliegtuig of de trein reist. Doe uw benodigdheden niet in uw ruimbagage. Informeer voordat u per vliegtuig reist bij uw plaatselijke luchthaven of beveiligingsinstantie naar handbagagevoorschriften voor medicijnen op recept en medische hulpmiddelen. • Uw pomp kan tijdens een beveiligingscontrole op de luchthaven de metaaldetector activeren. Daarnaast kan de pomp door luchthavenbeveiligingssystemen zoals röntgenapparatuur worden beschadigd. Het kan daarom noodzakelijk zijn uw pomp los te koppelen en te verwijderen voordat de beveiligingscontrole plaatsvindt. Informeer voordat u per vliegtuig reist bij uw plaatselijke luchthaven of beveiligingsinstantie hoe u uw pomp het best door de beveiligingscontrole op de luchthaven krijgt. • Vertragingen bij de douane kunnen ontstaan als een pomp defect raakt en moet worden vervangen. Bel uw plaatselijke Animas-distributeur voor informatie over hoe u een vervangende pomp kunt bestellen. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. • Wijzig de tijd van uw pomp als u naar andere tijdzones gaat. Meer informatie over reizen met pompen vindt u op de website van de American Diabetes Association (ADA) (www.diabetes.org) of bel uw plaatselijke luchthaven voor de toepasselijke beveiligingsrichtlijnen.
Intimiteit Uw pomp hoeft geen belemmering te vormen voor intimiteit. U kunt de meeste infusiesets loskoppelen. Volg altijd de richtlijnen van uw zorgteam bij het loskoppelen van uw pomp. Wellicht moet u de gemiste basale insuline compenseren. Denk er ook aan dat u uw BG-concentratie moet controleren voordat en nadat u uw pomp enige tijd loskoppelt.
102
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 102
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 17 - G ARANTIE EN ANDERE TECHNISCHE INFORMATIE VOOR DE ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
17
GARANTIE VOOR DE ANIMAS® VIBE™ INSULINEPOMP Animas garandeert dat de Animas® Vibe™ insulinepomp geen materiaal- en fabricagefouten bevat, voor een periode van vier (4) jaar na datum van aankoop door de oorspronkelijke koper. Deze beperkte garantie geldt alleen voor de oorspronkelijke koper in de detailhandel. Als er geen Animasvertegenwoordiger in uw regio is, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Animas-distributeur voor hulp met garantiekwesties. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Als de pomp tijdens de garantieperiode defect zou raken vanwege een materiaal- en/of fabricagefout, kan hij naar Animas worden teruggestuurd. Animas zal uw pomp repareren of door een nieuwe of opnieuw gecertificeerde pomp vervangen, naar goeddunken van Animas, zonder dat de koper kosten in rekening worden gebracht. In bepaalde omstandigheden en geheel naar eigen goeddunken kan Animas in plaats daarvan besluiten om de koopprijs van de pomp geheel of gedeeltelijk aan de koper terug te betalen. Eventuele verzend- en transportkosten voor het verzenden van een pomp die moet worden gerepareerd of vervangen volgens deze beperkte garantie zijn voor rekening van Animas. Als een pomp volgens deze garantie wordt vervangen of gerepareerd, zal de garantieperiode niet worden verlengd. Bij ontvangst van uw gerepareerde of vervangen pomp moet u uw originele pomp terugsturen naar Animas. Anders vervalt deze garantie en de gebruiker heeft in dat geval geen recht meer op vervanging of reparatie van de pomp. Deze beperkte garantie geldt alleen als de Animas® Vibe™ insulinepomp onder normale omstandigheden wordt gebruikt en volgens de instructies van de fabrikant zoals beschreven in het gebruikershandboekje dat u bij de aankoop hebt ontvangen. Deze beperkte garantie geldt niet voor schade die is veroorzaakt door: van de pomp door de gebruiker of een andere derde na de productiedatum • wijzigingen • onderhoud of reparatie uitgevoerd door een andere persoon of een ander bedrijf dan een door Animas erkend onderhoudstechnicus vermacht of een andere gebeurtenis waarop Animas geen invloed heeft •o nalatigheid, verkeerd gebruik of misbruik van de pomp door de gebruiker of een andere • ongevallen, derde, inclusief, maar niet beperkt tot verkeerde opslag of fysiek misbruik zoals laten vallen of anderszins beschadigen van de Animas® Vibe™ insulinepomp slijtage, inclusief, maar niet beperkt tot cosmetische schade zoals krassen op de display • normale en/of op de lak Deze beperkte garantie geldt alleen voor de pomp en niet voor batterijen, infusiesets, reservoirs, batterijdoppen of andere accessoires van de insulinepomp. Mits uitdrukkelijk vermeld in deze beperkte garantie worden alle andere garanties uitdrukkelijk afgewezen en uitgesloten, inclusief, zonder beperking, elke garantie van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel. De rechtsmiddelen die in deze garantie worden genoemd, zijn de exclusieve rechtsmiddelen die bij overtreding ervan beschikbaar zijn. Met uitzondering van deze rechtsmiddelen zijn Animas, haar leveranciers en haar distributeurs niet aansprakelijk voor verliezen, aansprakelijkheden, claims of schade in welke vorm dan ook, inclusief, zonder beperking, elke indirecte, gevolg-, incidentele of speciale schade die door een defecte insulinepomp wordt veroorzaakt of daarvan het gevolg is.
103
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 103
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 17 - G ARANTIE EN ANDERE TECHNISCHE INFORMATIE VOOR DE ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
GARANTIE VOOR ACCESSOIRES VAN DE ANIMAS® VIBE™ INSULINEPOMP Beperkte productgarantie voor accessoires van de insulinepomp (tasjes, klemmen, beschermskins, etc.) Wij garanderen dat uw Animas® Vibe™ insulinepompaccessoire geen materiaal- en fabricagefouten bevat gedurende een periode van DRIE (3) MAANDEN vanaf de datum van oorspronkelijke aankoop in de detailhandel. Bij een defect zal Animas Corporation, naar eigen keuze en in de wettelijk toegestane mate (1) het product gratis repareren met behulp van nieuwe of bewerkte onderdelen, (2) het product vervangen door een qua werking gelijkwaardig product dat nieuw of bewerkt is, of (3) de oorspronkelijke koopprijs terugbetalen. Deze garantie is alleen beschikbaar voor de oorspronkelijke koper en sluit schade uit die het gevolg is van misbruik, ongeval, wijzigingen of andere omstandigheden die geen materiaal- en fabricagefouten zijn. IN DE WETTELIJK TOEGESTANE MATE IS ANIMAS NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE DIE VEROORZAAKT IS DOOR HET GEBRUIK OF ONDERHOUD VAN HET PRODUCT. DE GARANTIE EN DE HIERBOVEN VERMELDE RECHTSMIDDELEN ZIJN EXCLUSIEF EN VERVANGEN ALLE ANDERE GARANTIES, RECHTSMIDDELEN EN BEPALINGEN, ONGEACHT OF DEZE MONDELING, SCHRIFTELIJK, EXPLICIET, WETTELIJK OF IMPLICIET ZIJN. IN DE WETTELIJK TOEGESTANE MATE WIJST ANIMAS ALLE IMPLICIETE EN WETTELIJKE GARANTIES AF, INCLUSIEF GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. ALS IMPLICIETE GARANTIES NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, DAN ZIJN DEZE GARANTIES BEPERKT QUA DUUR, NAMELIJK TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE. Elke vergoeding blijft beperkt tot de oorspronkelijke koopprijs. Niemand is bevoegd deze beperkte garantie te wijzigen.
GARANTIE VOOR ONDERHOUDSDELEN VAN DE ANIMAS® VIBE™ INSULINEPOMP Beperkte productgarantie voor onderhoudsdelen van de insulinepomp (batterijdoppen, reservoirdoppen, etc.) Wij garanderen dat het onderhoudsdeel van uw Animas® Vibe™ insulinepomp geen materiaalen fabricagefouten bevat gedurende een periode van ZES (6) MAANDEN vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop in de winkel. Bij een defect zal Animas Corporation, naar eigen keuze en in de wettelijk toegestane mate (1) het product gratis repareren met behulp van nieuwe of bewerkte onderdelen, (2) het product vervangen door een qua werking gelijkwaardig product dat nieuw of bewerkt is, of (3) de oorspronkelijke koopprijs terugbetalen. Deze garantie is alleen beschikbaar voor de oorspronkelijke koper en sluit schade uit die het gevolg is van misbruik, ongeval, wijzigingen of andere omstandigheden die geen materiaal- en fabricagefouten zijn. IN DE WETTELIJK TOEGESTANE MATE IS ANIMAS NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE DIE VEROORZAAKT IS DOOR HET GEBRUIK OF ONDERHOUD VAN HET PRODUCT. DE GARANTIE EN DE HIERBOVEN VERMELDE RECHTSMIDDELEN ZIJN EXCLUSIEF EN VERVANGEN ALLE ANDERE GARANTIES, RECHTSMIDDELEN EN BEPALINGEN, ONGEACHT OF DEZE MONDELING, SCHRIFTELIJK, EXPLICIET, WETTELIJK OF IMPLICIET ZIJN. IN DE WETTELIJK TOEGESTANE MATE WIJST ANIMAS ALLE IMPLICIETE EN WETTELIJKE GARANTIES AF, INCLUSIEF GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. ALS IMPLICIETE GARANTIES NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, DAN ZIJN DEZE GARANTIES BEPERKT QUA DUUR, NAMELIJK TOT DE DUUR VAN DEZE GARANTIE. Elke vergoeding blijft beperkt tot de oorspronkelijke koopprijs. Niemand is bevoegd deze beperkte garantie te wijzigen. Sommige landen staan geen beperkingen toe wat betreft de periode waarin een impliciete garantie geldig is, of uitsluitingen van incidentele of gevolgschade, zodat de bovenstaande beperkingen mogelijk niet op u van toepassing zijn. Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en u hebt mogelijk ook andere rechten die per land variëren.
104
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 104
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 17 - G ARANTIE EN ANDERE TECHNISCHE INFORMATIE VOOR DE ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
Technische specificaties – Animas® Vibe™ insulinepomp OPMERKING: Indien van toepassing is bij de tests de 23-inch Comfort™ infusieset gebruikt, bij een temperatuur van 23° C ± 1 °C Afmetingen: 8,26 x 5,08 x 2,18 cm Gewicht: ca. 105 gram Aantal basaalsegmenten: 12 per programma Aantal basaalprogramma’s: 4 Basale toedieningsfrequentie (basale doses van 0,2 E/uur of hoger): om de 3 minuten Tijdelijk basale bereik: -90% tot +200%, in stappen van 10%, OFF (uit) Tijdelijke basale duur: 0,0 uur tot 24 uur in stappen van 0,5 uur Verlengde bolusduur: 0,1 uur tot 12 uur, in stappen van 0,5 uur voor 0,5 uur tot 12 uur Batterytype: Energizer® Ultimate Lithium AA (1,5 V) (aanbevolen) of Energizer® E91 Alkaline AA (1,5 V) (optioneel) Aantal batterijen: 1 Levensduur batterij, normaal gebruik: ca. 3 tot 4 weken voor een Energizer® Ultimate Lithium-batterij (1,5 V) Einde gebruiksduur (van de pomp): 31 december 2023 Einde gebruiksduur (laatste dag waarop u een nieuwe CGM-sessie kunt beginnen): 24 december 2024 Maximumvolume geïnfundeerd bij enkelvoudige foutconditie: max 2,0 E Max. inhoud reservoir: 2,0 mL of 200 eenheden Opslagomstandigheden: -20 °C tot +60 °C 10% tot 100% relatieve vochtigheid, inclusief condensatie 500 Hpa tot 1060 Hpa Batterijen moeten worden verwijderd bij opslagperiodes langer dan 2 weken. Gebruiksomstandigheden: +5 °C tot +40 °C Buiten dit temperatuurbereik kunnen de flownauwkeurigheid en de tijd tot afsluiting negatief worden beïnvloed. 700 Hpa tot 1060 Hpa 20% tot 90% relatieve vochtigheid, inclusief condensatie tot 3048 meter Kritieke geluidsalarmen: 50 dB (A) bij 1 m min., volgens IEC 60601-2-24. Afvoer van de pomp: Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur voor informatie over het afvoeren van de pomp. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Audiobolusbereik: 0,1–2,0 E in stappen van 0,1 E 0,5–10,0 E in stappen van 0,5 E 1,0–20,0 E in stappen van 1,0 E 5,0–35,0 E in stappen van 5,0 E 105
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 105
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 17 - G ARANTIE EN ANDERE TECHNISCHE INFORMATIE VOOR DE ANIMAS ® VIBE ™ INSULINEPOMP
Werkingskenmerken Nauwkeurigheid flowsnelheid Toedieningsmodus
Nauwkeurigheid
Bolus
+/- 5%
Basaal
+/- 5%
Alarm Maximumtijd tot afsluiting* Basale/bolustoediening
Lage afsluitingsgevoeligheidsinstelling
Hoge afsluitingsgevoeligheidsinstelling
0,025 E/uur basaal
120 uur
72 uur
1,0 E/uur basaal
3 uur
1,5 uur
Bolus van 3 E of meer
30 seconden
8 seconden
*De maximumtijd tot afsluiting varieert afhankelijk van de toedieningssnelheden die de gebruiker heeft gekozen. Bepaalde factoren zoals de aanwezigheid van lucht in de infusieset of het reservoir en/of veranderingen van de omgevingstemperatuur, kunnen een vertraging van het afsluitingsalarm veroorzaken. Drempelwaarde afsluitdruk:
15 psi standaard, 35 psi max.
Bolusvolume na vrijgave afsluiting: (1,0 E/uur basaal)
• 1,0 E max met afsluitingsgevoeligheid ingesteld op hoog • 3,0 E max met afsluitingsgevoeligheid ingesteld op laag
Toedieningssnelheden:
• Bolus, minder dan 1 E: 1,1 tot 2,2 E/sec • Bolus, 1 E of meer (normale toedieningssnelheid): 0,5 tot 0,9 E/sec • Bolus, 1 E of meer (langzame toedieningssnelheid): 0,2 tot 0,4 E/sec • Voorvullen: 1,7 tot 3,3 E/sec
Gebruikte insulinetypes:
Snelwerkende E100 insuline
Basale-dosisbereik:
0,025–25 E/uur in stappen van 0,025 E/uur
Bolusbereik:
0,05–35 E in stappen van 0,05 E
Bescherming tegen apparaatfouten:
eer dan 1,5 miljoen uitgebreide veiligheidscontroles per dag M van de functionaliteit van zowel de hardware als software.
RF-specificaties: (bij gebruik van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender samen met uw pomp)
• Bereik tussen pomp en CGM-sensor/-zender: 3,6 meter • Frequentie: 2,4 GHz • Pompmodus: alleen ontvangen
Continu werkend apparaat met interne voeding Type BF medische apparatuur (patiënt geïsoleerd, defibrillator niet beschermd) Waterdichte apparatuur, IPX8 (beschermd tegen de gevolgen van onderdompeling, getest op 3,6 meter gedurende 24 uur). Infrarode communicatiepoort 106
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 106
2/11/14 3:00 PM
Deel II
Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 3
2/11/14 3:00 PM
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 4
2/11/14 3:00 PM
1
HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN CGM Deel II van dit gebruikershandboekje bevat instructies voor het gebruik van de Dexcom G4 PLATINUM CGM-sensor en -zender (CGM = continue glucosemonitoring) samen met uw Animas® Vibe™ insulinepomp. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender zijn optionele componenten die aan uw Animas® Vibe™ insulinepomp kunnen worden toegevoegd om CGM-rapporten op uw pomp te zien. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor- en zenderset wordt afzonderlijk verpakt en is afzonderlijk verkrijgbaar. Het kan zijn dat de optionele Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender in uw land of regio niet verkrijgbaar zijn. Als uw Animas® Vibe™ systeem samen met de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender wordt gebruikt, kan het systeem naast continu insuline toedienen ook continu uw glucosewaarden controleren. Na voltooiing van uw training met uw Animas® Vibe™ insulinepomp en de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender, en na activering van de RF-communicatieverbinding tussen de systeemcomponenten, biedt uw AnimasAnimas® Vibe™ systeem u een geïntegreerde benadering voor het beheren van uw glucosewaarden. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor is een wegwerponderdeel dat u onder de huid van uw buik inbrengt en dat maximaal 7 dagen continu uw glucosewaarden meet. De zender is een herbruikbaar apparaat dat u in de sensorhouder klikt. De sensor en de zender sturen samen draadloos om de 5 minuten CGM-resultaten naar uw Animas® Vibe™ insulinepomp, waar de gegevens op de kleurendisplay van de pomp kunnen worden bekeken en geanalyseerd. U kunt uw pomp zo instellen dat u een melding krijgt als uw CGM-resultaten te hoog of te laag zijn, of als ze te snel stijgen of dalen. Bepaalde oudere CGM-gegevens kunnen ook op uw pomp worden bekeken (zie hoofdstuk 7 in deel II voor meer informatie). U kunt compatibele diabetesregulatiesoftware gebruiken om de CGM-gegevens (van uw pomp) op uw computer te volgen, na te kijken en te analyseren. U moet de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender regelmatig kalibreren met vingerprikwaarden van een BG-meter. Elke in de handel verkrijgbare BG-meter kan worden gebruikt om vingerprikwaarden voor kalibratie te krijgen.
Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender
Dexcom G4 PLATINUMzender
Dexcom G4 PLATINUM-sensor en applicator
107
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 107
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN CGM
Symbolen op de verpakkingsetiketten van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender De volgende symbolen kunt u vinden op de verpakkingsetiketten van de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender. Deze symbolen informeren u over een juist en veilig gebruik van de sensor/zender. Deze tabel vermeldt wat elk symbool betekent.

Uiterste gebruiksdatum
Boven- en ondergrens temperatuur
Let op!
Tijdelijke onderdompeling
Niet hergebruiken
Volg gebruiksaanwijzingen
Serienummer
Fabricagedatum
Gesteriliseerd door bestraling
Fabrikant
Partijnummer
Boven- en ondergrens vochtigheid
Onderdeelnummer, catalogusnummer
Niet gebruiken als de verpakking is beschadigd
Type BF met patiënt in contact komend onderdeel
Uiterste verzenddatum
Richtlijn van de Europese Unie inzake afval van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) 2006-66-EG
0086
Markering geeft aan dat het hulpmiddel voldoet aan Europese richtlijn 93/42/EEG
Neem over het recyclen van de Dexcom G4 PLATINUM-zender contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
Over RF-communicatie (RF = radiofrequentie) Uw pomp en de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender hebben een ingebouwde RF-functie. RF is een van de vormen van draadloze communicatie. Mobiele telefoons gebruiken RF-technologie, evenals veel andere apparaten. Uw pomp en de sensor/zender communiceren en delen CGM-gegevens met behulp van RF. De RF-functie op uw pomp is nog niet geactiveerd als u de pomp ontvangt. Als u uw pomp en CGM tezamen als een systeem wilt gaan gebruiken, moet u eerst het identificatienummer van uw zender in de pomp invoeren om de RF-communicatie te activeren. De RF-communicatie tussen uw pomp en de sensor/zender werkt tot een maximale afstand van ongeveer 3,6 meter en gaat door kleding heen. Er hoeft voor RF-communicatie geen directe gezichtslijn tussen de apparaten te bestaan. Zolang er een goed RF-signaal is en u zich binnen het bereik bevindt, kunt u uw pomp gebruiken om CGM-gegevens weer te geven. Door uw pomp en CGM aan water bloot te stellen, of op een waterbed te liggen of door bepaalde objecten tussen de twee apparaten te plaatsen, kan de RF-communicatie worden gestoord. Ook metalen objecten en elektrische dekens op korte afstand kunnen de RF-communicatie verstoren. Als door omstandigheden of afstand de RF-communicatie verloren of verbroken raakt, stopt de gegevensoverdracht tussen de twee apparaten tijdelijk. Dit betekent dat u uw pomp pas weer voor weergave van CGM-gegevens of -resultaten kunt gebruiken als de RF-communicatie is hersteld. Zie hoofdstuk 12 in deel II voor meer informatie over omstandigheden die problemen met de RF-communicatie kunnen veroorzaken. 108
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 108
2/11/14 3:00 PM
2
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
Uw zenderidentificatienummer instellen Uw sensor/zender en pomp gebruiken RF-communicatie. De RF-communicatie wordt geactiveerd als u het unieke zenderidentificatienummer in de pomp invoert en uw CGM-sessie start. Zo wordt zekergesteld dat de communicatie plaatsvindt tussen uitsluitend deze pomp en deze zender. Als u de zender vervangt, moet u altijd het nieuwe zenderidentificatienummer in de pomp invoeren. En als de pomp wordt vervangen, moet u het actuele identificatienummer in de nieuwe pomp invoeren. OPMERKING: • Als de pomp is onderbroken, zijn de CGM-menuopties niet beschikbaar. • Verwijder de zender niet uit de tray voordat u klaar bent om hem te gebruiken. Terwijl de zender nog in de tray zit, staat hij in de slaapstand om de batterij te sparen. Als de zender de eerste keer uit de tray wordt gehaald, wordt hij permanent geactiveerd.
1. Haal de zender uit de verpakking als u het apparaat voor de eerste keer gaat instellen en wacht 10 minuten, zodat de zender wordt geactiveerd en klaar is voor gebruik.
HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
2. Scroll in het HOOFDMENU naar CGM en druk op
CGM-menu
3.Scroll in het CGM-menu naar Instellen en druk op
.
.
BG-kalibr. Trendgrafiek Start/Stop Geschiedenis Instellen Hoofdmenu
CGM instel. Geluiden Hoog alarm Laag alarm Stijgsnelh. Daalsnelh. Buiten ber. Zender CGM-menu
Zender
S/N
4. Scroll naar Zender en druk op . Het zenderscherm wordt weergegeven en CGM instellen is gemarkeerd.
#00000
CGM instel.
109
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 109
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
Zender
S/N
#60000
CGM instel.
Zender
S/N
#60000
5. Scroll naar het veld S/N (serienummer). Het laatste cijfer wordt
gemarkeerd. Scroll naar het eerste cijfer en druk vervolgens op eerste cijfer knippert.
zodat het
OPMERKING: • Het identificatienummer staat op de onderkant van de zender. • Het zenderidentificatienummer moet met 6 of 7 beginnen.
6. Gebruik de knoppen / om het eerste cijfer/de eerste letter van het zenderidentificatienummer in te voeren. Druk op om de cursor naar het volgende cijfer te verplaatsen en druk opnieuw op zodat het tweede cijfer knippert.
CGM instel.
Zender
S/N
#687AB
7. Herhaal deze stappen tot u alle 5 cijfers/letters van uw zenderidentificatienummer correct hebt ingevoerd. Druk op gemarkeerd.
als het laatste cijfer is
CGM instel.
Zender
S/N
#687AB
8. CGM instellen is gemarkeerd. Als u het zenderidentificatienummer dat u zojuist hebt ingevoerd wilt corrigeren, scrollt u naar het veldS/N en voert u het juiste zenderidentificatienummer in. Terwijl CGM instellen is gemarkeerd, drukt u op om terug te keren naar het scherm CGM instellen.
CGM instel.
OPMERKING: • Als dit de eerste keer is dat u een zenderidentificatienummer invoert, ziet u in het veld S/N alleen nullen (00000). • U kunt geen zenderidentificatienummer invoeren als er op dat moment een CGM-sessie actief is. • Als u een geldig zenderidentificatienummer invoert maar geen zender/sensor inbrengt, kan uw pomp bepaalde CGM-waarschuwingen, -alarmen en Letop!-meldingen laten zien/horen.
110
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 110
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
CGM-meldingen op uw pomp instellen U kunt uw pomp zo instellen dat een Let op!-melding wordt weergegeven en een pieptoon of trilling wordt afgegeven als: • uw CGM-resultaten buiten uw streefbereik vallen • uw CGM-resultaten te snel stijgen of dalen • uw zender niet binnen RF-bereik van uw pomp is • er andere CGM-problemen optreden die uw aandacht vereisen Bij sommige CGM-instellingen kunt u ook een ‘uitsteltijd’ selecteren. De uitsteltijd laat uw pomp, na bevestiging van een Let op!-melding, enige tijd wachten om dan de melding opnieuw af te geven als de oorzaak van de oorspronkelijke melding nog niet is verholpen. Overleg met uw zorgteam welke instellingen voor u het meest geschikt zijn. CGM-instellingen beïnvloeden hoe en wanneer uw pomp een Let op!-melding weergeeft/laat klinken, en hoe informatie op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen wordt weergegeven. U kunt pompgeluiden instellen voor:
Outputvormen van de pompgeluiden:
• Hoog alarm
• Alleen trillen
• Laag alarm
• Pieptoon en trillen met laag volume (L)
• Stijgingssnelheid
• Pieptoon en trillen met medium volume (M)
• Dalingssnelheid
• Pieptoon en trillen met hoog volume (H) (standaardinstelling)
• (Zender) Buiten bereik • Andere (meldingen) OPMERKING: Voor CGM-functies heeft uw pomp niet hetzelfde ‘progressieve’ veiligheidssysteem voor waarschuwingen en alarmen als voor insulinetoedieningsfuncties. HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start CGM-menu
1. Scroll in het HOOFDMENU naar CGM en druk op
2. Scroll naar Instellen en druk op
.
.
BG-kalibr. Trendgrafiek Start/Stop Geschiedenis Instellen Hoofdmenu
111
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 111
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
CGM instel. Geluiden Hoog alarm Laag alarm Stijgsnelh. Daalsnelh. Buiten ber. Zender CGM-menu
3. Scroll in het scherm CGM instellen naar Geluiden en druk op
CGM-waarsch. Geluiden Hoog alarm H Laag alarm H Stijgsnelh. H H Daalsnelh. H Bereik H Anders CGM instel.
4. Het veld Hoog alarm is gemarkeerd op het scherm CGM-waarschuwingen –
.
Geluiden. Druk op zodat de markering gaat knipperen. Selecteer met behulp van de knoppen en het gewenste geluid voor dit alarm. Druk op .
5. Herhaal stap 4 voor de andere meldingen (Laag alarm, Stijgingssnelheid, Dalingssnelheid, Buiten bereik, Andere).
6. Als u klaar bent, scrollt u naar CGM instellen en drukt u op
om naar het scherm CGM instellen
terug te keren.
(Grens)waarden instellen voor CGM-meldingen U kunt meldingen inschakelen/uitschakelen en CGM-(grens)waarden instellen voor: • Hoog alarm • Laag alarm • Stijgingssnelheid • Dalingssnelheid U kunt ook een ‘uitsteltijd’ instellen voor de grenswaarden voor Hoog en Laag alarm en de melding (Zender) Buiten bereik. Zie de volgende pagina’s voor meer informatie over CGM-meldingen. OPMERKING: • Als u een melding uitschakelt, hoort of ziet u deze niet op de pomp. • U kunt de CGM-waarschuwing die de pomp weergeeft/laat klinken als u recentste CGM-resultaat gelijk aan of lager is dan 3,1 mmol/L, niet uitschakelen.
112
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 112
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
Glucose hoog/laag-alarmen De meldingen Hoog alarm en Laag alarm (glucose) worden door uw pomp gegeven (geluid/display) als het laatste CGM-resultaat de grenswaarde bereikt of hoger of lager is dan de grenswaarden.
CGM instel. Geluiden Hoog alarm Laag alarm Stijgsnelh. Daalsnelh. Buiten ber. Zender CGM-menu Hoog alarm Waarsch bov. 6,7 mmol/L Uitsteltijd 0 minuten Inschakelen Ja CGM instel.
1. Scroll in het scherm CGM instellen naar Hoog alarm. Druk op
.
2. Terwijl het veld ‘Waarschuwing boven’ is gemarkeerd op het scherm Hoog alarm, drukt u op , zodat de markering gaat knipperen. Selecteer met behulp van de knoppen / het gewenste niveau voor het Hoog alarm en druk op . U kunt het Hoog alarm instellen van 6,7 mmol/L tot 22,2 mmol/L (standaardwaarde 11,1 mmol/L) in stappen van 1,1 mmol/L.
Hoog alarm
3. Het veld Uitsteltijd is gemarkeerd. Selecteer met behulp van de knoppen
Waarsch bov. 6,7 mmol/L Uitsteltijd 0 minuten Inschakelen Ja CGM instel.
/ de gewenste uitsteltijd voor het Hoog alarm en druk op . Met de uitsteltijd kunt u een tijd instellen waarop de pomp het Hoog alarm, nadat u het oorspronkelijke alarm hebt bevestigd, opnieuw laat weergeven/klinken, als de oorzaak van het oorspronkelijke alarm niet is verholpen. U kunt de uitsteltijd in stappen van 30 minuten instellen tussen 0 en 300 minuten (standaardwaarde is 0 minuten – geen herhaling van de melding).
Hoog alarm Waarsch bov. 6,7 mmol/L Uitsteltijd 0 minuten Inschakelen Ja CGM instel.
4. Scroll naar het veld Inschakelen en druk op
om de modus Bewerken te activeren. Met de instelling Inschakelen kunt u het Hoog alarm op uw pomp weergeven/laten klinken als het laatste CGM-resultaat op of boven dit niveau is. Als u Nee selecteert, wordt deze functie uitgeschakeld en hoort of ziet u geen Hoog alarm op uw pomp. De standaardinstelling is Ja/Inschakelen.
5. Als u klaar bent, scrollt u naar CGM instellen en drukt u op terug te keren.
om naar het scherm CGM instellen
113
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 113
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
Laag alarm Waarsch ond. 4,4 mmol/L Uitsteltijd 60 minuten Inschakelen Ja CGM instel.
6. Scroll naar Laag alarm op het scherm CGM instellen en herhaal deze stappen voor het laag (glucose-)alarm. U kunt het Laag alarm instellen van 3,3 mmol/L tot 5,5 mmol/L (standaardwaarde is 4,4 mmol/L) in stappen van 0,5 mmol/L, de uitsteltijd van 0 tot 300 minuten (standaardwaarde is 0 minuten – geen herhaling van het alarm) in stappen van 30 minuten, en het Laag alarm in- of uitschakelen (standaardinstelling is Ja (inschakelen)). Als u klaar bent, scrollt u naar CGM instellen en drukt u op om naar het scherm CGM instellen terug te keren.
OPMERKING: De waarden voor Hoog alarm en Laag alarm (glucose) die u hier instelt, worden als horizontale lijnen weergegeven op de grafieken van de CGM-trendschermen. Deze niveaus beïnvloeden ook de kleurcodering van de trendpijlen die u op de CGM-gegevens- en CGMtrendschermen ziet. Als u deze alarmen uitschakelt, ziet u de horizontale lijnen niet op de trendgrafiek en ziet of hoort u deze alarmen niet op de pomp. Zie hoofdstuk 6 in deel II voor meer informatie over de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen.
Meldingen Stijgingssnelheid en Dalingssnelheid Uw pomp geeft de melding Stijgingssnelheid of Dalingssnelheid als uw CGM-resultaten sneller beginnen te stijgen of dalen dan deze grenswaarden. CGM instel. Geluiden Hoog alarm Laag alarm Stijgsnelh. Daalsnelh. Buiten ber. Zender CGM-menu
Stijgsnelh. Waarsch bov. 0,17 mmol/L /min Inschakelen Ja
CGM instel. Daalsnelh. Waarsch bov. 0,17 mmol/L /min Inschakelen Ja
CGM instel.
1. Scroll in het scherm CGM instellen naar Stijgingssnelheid. Druk op
.
2. Terwijl het veld Stijgingssnelheid is gemarkeerd op het scherm Stijgingssnelheid, drukt u op om de modus Bewerken te activeren (markering knippert). Selecteer met behulp van de knoppen / de gewenste waarde voor de melding Stijgingssnelheid en druk op om terug te keren naar het scherm CGM instellen. U kunt de grenswaarde voor stijgingssnelheid instellen op 0,11 mmol/L of op de standaardwaarde van 0,17 mmol/L per minuut.
3. Scroll naar Dalingssnelheid op het scherm CGM instellen en herhaal deze stappen voor de melding Dalingssnelheid. Als u klaar bent, scrollt u naar CGM instellen en drukt u op om naar het scherm CGM instellen terug te keren. U kunt de grenswaarde voor stijgingssnelheid instellen op 0,11 mmol/L of op de standaardwaarde van 0,17 mmol/L per minuut. OPMERKING: U kunt de melding voor stijgingssnelheid en dalingssnelheid in- of uitschakelen (standaardinstelling is Ja (inschakelen)). Als deze functie is uitgeschakeld, ziet of hoort u geen meldingen voor stijgingssnelheid of dalingssnelheid op de pomp.
114
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 114
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
Melding (Zender) Buiten bereik De pomp geeft u de melding (Zender) Buiten bereik als uw zender niet binnen het RF-bereik van uw pomp is (3,6 meter). CGM instel. Geluiden Hoog alarm Laag alarm Stijgsnelh. Daalsnelh. Buiten ber. Zender CGM-menu
Buiten ber. Uitsteltijd 30 minuten Inschakelen Ja
CGM instel.
1. Scroll in het scherm CGM instellen naar Buiten bereik. Druk op
.
2. Terwijl het veld Uitsteltijd is gemarkeerd op het scherm Buiten bereik, drukt u op om de modus Bewerken te activeren (markering knippert). Selecteer met behulp van de knoppen / de gewenste uitsteltijd voor de melding en druk op . Met de uitsteltijd kunt u een tijd instellen waarop de pomp de melding Buiten bereik opnieuw laat weergeven/klinken, nadat u de oorspronkelijke melding hebt bevestigd, als de oorzaak van de oorspronkelijke melding niet is verholpen. U kunt de insteltijd in stappen van 3 minuten instellen tussen 21 en 201 minuten (standaardwaarde is 30 minuten).
3. Als u klaar bent, scrollt u naar CGM instellen en drukt u op terug te keren.
om naar het scherm CGM instellen
OPMERKING: U kunt de melding Buiten bereik in- of uitschakelen (standaardinstelling is Ja (inschakelen)). Als deze functie is uitgeschakeld, ziet of hoort u de melding Buiten bereik niet op de pomp.
115
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 115
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 2 - CGM-INSTELLINGEN
116
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 116
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
3
Om het Animas® Vibe™ systeem te gebruiken hebt u uw Animas® Vibe™ insulinepomp en een Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender noidig. U hebt ook een BG-meter nodig en teststrips om te kunnen kalibreren en alle beslissingen te nemen over uw behandeling. Als de sensor is ingebracht en gekalibreerd, blijft de CGM-sensor continu, gedurende maximaal 7 dagen (166 uur na de opstartperiode van 2 uur) uw glucoseresultaten meten en weergeven. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de sensor inbrengt en de zender bevestigt.
Overzicht van de sensor De sensor is een apparaatje dat continu uw glucosewaarden meet. U gebruikt een BG-meter om de glucoseresultaten van de sensor te kalibreren. De zender verzamelt de resultaten van de sensor en stuurt ze met behulp van draadloze RF-technologie (radiofrequentie) naar de pomp. Dit gebeurt elke 5 minuten gedurende maximaal 7 dagen.
Overzicht van de zender De zender stuurt uw glucoseresultaten draadloos van de sensor naar de pomp. De sensor en de zender zijn beide waterbestendig, mits ze goed zijn aangesloten. Gooi uw zender niet weg. Als u de sensor vervangt, blijft u dezelfde zender gebruiken. Zonder blokkeringen is het zendbereik van de zender naar de pomp maximaal 3,6 meter. Draadloze communicatie werkt niet goed via water; daarom kan het bereik beduidend minder zijn als u bijvoorbeeld in een zwembad, badkuip of op een waterbed ligt. Ook metalen objecten en elektrische dekens op korte afstand kunnen de draadloze communicatie verstoren. De zenderbatterij werkt ongeveer 6 maanden. Zodra u de waarschuwing Zenderbatterij bijna leeg op de pompdisplay ziet, moet u de zender zo spoedig mogelijk vervangen. Raadpleeg hoofdstuk 10 in deel II voor informatie over de waarschuwing Zenderbatterij bijna leeg.
Voordat u begint m LET OP!: Sensoren moeten gedurende de hele houdbaarheidstermijn worden bewaard
bij een temperatuur tussen 2 °C en 25 °C. U kunt uw sensoren in de koelkast bewaren als de temperatuur daarin binnen dit bereik ligt. Sensoren mogen niet in een vriesvak of diepvriezer worden bewaard. • Controleer of uw batterij voldoende lading heeft, om te vermijden dat de batterij tijdens het gebruik leeg raakt. • Controleer of de datum en tijd op de pomp juist zijn. • Controleer of het juiste zenderidentificatienummer in de pomp is ingevoerd (zie hoofdstuk 2 in deel II). • Controleer de uiterste gebruiksdatum op het verpakkingsetiket van de sensor. De indeling van de uiterste gebruiksdatum is JJJJ-MM-DD. De sensor moet worden ingebracht voor het einde van de kalenderdag die op het verpakkingsetiket van de sensor is afgedrukt. • Gebruik uw BG-meter volgens de instructies van de fabrikant, om te verzekeren dat u accurate BG-waarden krijgt voor kalibratie. • Reinig de onderkant van de zender met een uitgewrongen, enigszins met water bevochtigde doek of een alcoholdoekje. Plaats de zender op een schone, droge doek en laat hem 2–3 minuten aan de lucht drogen. • Controleer of de datum en tijd van de pomp overeenkomen met de datum en tijd op uw BG-meter. 117
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 117
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
Een nieuwe sensor en zender inbrengen De sensorapplicator bekijken Bekijk de onderstaande afbeelding van de sensorapplicator voordat u een nieuwe sensor gebruikt.
Zuiger
Veiligheidsvergrendeling
Applicatorhuls (bevat een naaldje en de sensor) Kraag Zendervergrendeling Sensorhouder Ontgrendelingspal
1. De sensor uit de verpakking verwijderen m LET OP!: De sensor is alleen steriel als de verpakking ongeopend en onbeschadigd is. Gebruik geen sensor waarvan de steriele verpakking beschadigd of geopend is (geweest). • Was uw handen goed en droog ze af. • Verwijder de sensor voorzichtig uit de verpakking. Controleer de sensor zorgvuldig op schade. • De applicator is een wegwerponderdeel voor eenmalig gebruik. De veiligheidsvergrendeling voorkomt dat u abusievelijk de naald vrijgeeft voordat u klaar bent. Het ontwerp van de applicator en de sensor maakt hergebruik onmogelijk.
118
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 118
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
2. Een inbrengplaats kiezen m LET OP!: • K ies elke keer als u een sensor inbrengt een andere plaats, zodat uw huid tijd krijgt om te helen. • V ermijd bultige, ingedrukte of samengeknepen plaatsen, of plaatsen met littekens, tatoeages of irritaties; dit zijn geen ideale plaatsen om glucose te meten. • I njecteer geen insuline of plaats de infusieset van uw insulinepomp niet binnen 7,62 cm van de sensor, voor het geval de insuline de glucoseresultaten van de sensor beïnvloedt. Kies een plaats om de sensor in te brengen: • Volwassenen (vanaf 18 jaar): in de buik inbrengen (frontaal, optie A). • Kinderen en jongeren (2–17 jaar): in de buik inbrengen (frontaal, optie A) of in de bovenkant van de billen (achterkant lichaam, optie B). Andere inbrengplekken zijn niet onderzocht.
Frontaal, sensorlocatie optie A (leeftijd vanaf 2 jaar)
Achterkant lichaam, sensorlocatie optie B (alleen voor leeftijd 2–17 jaar)
Uw ideale sensor-inbrenglocatie kan worden bepaald door uw postuur, activiteiten, gevoeligheden en andere persoonlijke kenmerken. U kunt een plaats boven of onder uw taille kiezen. De beste plaatsen voor het inbrengen van uw sensor zijn over het algemeen vlak en ‘knijpbaar’. Breng de sensor niet in op plaatsen waar de sensor kan blootstaan aan wrijving of druk. Bijvoorbeeld: vermijd bij het inbrengen de zone langs de tailleband en autogordels, in of bij de navel, op de bovenkant van de billen dicht bij de taille of te laag in de billen, op het zitvlak. • Kies een plaats op ten minste 7,62 centimeter afstand van de plek waar u insuline wilt injecteren of van de infusieplaats van de pomp. • Vermijd herhaald gebruik van dezelfde plek voor het inbrengen van de sensor. Wissel steeds van inbrengplaats en gebruik nooit dezelfde plek voor twee sensorsessies na elkaar. • Het kan nodig zijn de huid te scheren waar u de sensor wilt plaatsen, zodat de hechtpleister goed plakt. • Zorg dat er geen lotion, parfum of medicatie op de huid zit waar u de sensor inbrengt. Maak de huidplek schoon en droog voordat u de sensor inbrengt.
m LET OP!: Voordat u de sensor inbrengt, moet u de huid op de inbrenglocatie altijd reinigen
met een lokaal aangebrachte antimicrobiële oplossing, zoals isopropylalcohol. Dit kan helpen infecties te voorkomen. Plaats de sensor pas als de gereinigde plaats droog is, voor een betere hechting.
119
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 119
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
3. De sensor plaatsen a. Reinig de plaats eerst met een alcoholdoekje. Zorg dat de plaats geheel schoon en droog is voordat u de sensor inbrengt. OPMERKING: Naar eigen keuze kunt u een huidpreparatiemiddel of kleefproducten gebruiken. Als u een optioneel huidpreparatie- of kleefproduct gebruikt, moet u dat in een cirkeltje (met open middelpunt) op de huid aanbrengen op de plek waar u de sensorpleister gaat plakken. Breng de sensor via de gereinigde huid in op het middelpunt van het cirkeltje preparatie- of kleefmateriaal, waar de huid zelf vrij is van huidpreparatie of kleefproducten. Laat de huid drogen (kan plakkerig aanvoelen).
b. Verwijder met behulp van de witte lipjes aan de strook eerst de ene en dan de andere helft van de beschermstrook van de hechtpleister van de sensorhouder. Houd de sensor vast bij de applicatorhuls en vermijd aanraking met het klevende deel van de hechtpleister.
c. Plaats de sensor plat op de gekozen plaats, links of rechts van uw navel. Zorg dat de sensor in dezelfde richting als in de afbeelding wordt geplaatst. Zorg dat de sensor niet omhoog of omlaag wijst.
Verwijder de beschermstrook van de hechtpleister
Plak de sensor vast op de huid
d. Druk met uw vinger om de hechtpleister heen om te zorgen dat hij glad ligt. e. Houd de applicator vast. Trek vervolgens de veiligheidsvergrendeling recht uit de applicator, in de richting van de pijlen zoals in de onderstaande afbeelding.
De veiligheidsvergrendeling verwijderen OPMERKING: De veiligheidsvergrendeling kan later gebruikt worden om de zender te verwijderen. Bewaar dit onderdeel als hulpmiddel bij het verwijderen van de zender aan het eind van een CGM-sessie. Als uw CGM-sessie is afgelopen, volgt u de stappen in hoofdstuk 9 in deel II om de zender te verwijderen.
120
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 120
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
4. De sensor inbrengen Als u de applicator op uw buik hebt geplaatst en de veiligheidsvergrendeling hebt verwijderd, bent u klaar om de sensor in te brengen. Volg de onderstaande 4 stappen (a – d) om uw sensor in te brengen.
a. Plooi de huid (zo nodig) aan de rand van de witte hechtpleister met uw ene hand. Plooi de huid
niet in het middelste deel van de plastic basis. Plaats twee vingers van uw andere hand boven de kraag op de applicatorhuls.
b. Plaats uw duim op de witte zuiger. Druk de zuiger helemaal in totdat hij een sluitend geheel vormt met de applicatorhuls. Daarbij moet u 2 klikken horen. Met deze handeling worden de inbrengnaald en de sensor onder uw huid ingebracht. Trek de kraag niet terug terwijl u de zuiger indrukt.
2 KLIKKEN
Zuiger indrukken – inbrengnaald en sensor worden ingebracht
c. Om de sensorinbrengnaald te verwijderen knijpt u de huid met één hand in een plooi. Plaats twee vingers van uw andere hand onder de kraag. Houd uw duim lichtjes bovenop de witte zuiger en trek de kraag terug naar uw duim toe tot u 2 klikken hoort en niet verder kunt trekken. Door deze handeling blijft de sensor onder uw huid achter en verwijdert u de sensorinbrengnaald uit uw lichaam.
2 KLIKKEN
De kraag optrekken – de naald wordt teruggetrokken
d. Om de applicatorhuls te verwijderen knijpt u in de geribbelde ontgrendelingspalletjes aan de zijkanten van de sensorhouder (als u in het voorste deel van de ontgrendelingspalletjes knijpt, gaat het achterste deel van de palletjes wijder staan, zodat u de applicatorhuls eraf kunt trekken). Na deze stap blijft alleen de sensorhouder op uw lichaam achter.
• C ontroleer of de zendervergrendeling omlaag (tegen uw De applicatorhuls lichaam aan) is gedrukt om de applicatorhuls te kunnen ontgrendelen verwijderen. • Z org dat u in het midden van het geribbelde deel van de ontgrendelingspalletjes knijpt. • T erwijl u de ontgrendelingspalletjes inknijpt, beweegt u de applicatorhuls heen en weer en van uw lichaam af.
121
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 121
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
Bewaar de sensor en de applicator en neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur als u problemen ondervindt bij het inbrengen. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
m WAARSCHUWING: Sensoren kunnen heel af en toe breken. Als een sensor is gebroken en er geen zichtbaar deel boven de huid uitsteekt, mag u niet proberen de sensor te verwijderen. Roep professionele medische hulp in als u symptomen van infectie of ontsteking (roodheid, zwelling of pijn) op de inbrengplaats ondervindt. Meld een gebroken sensor altijd bij uw plaatselijke Animasdistributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Bij patiënten die een MRI-scan ondergingen terwijl er een afgebroken draad van een sensor was blijven zitten, heeft in-vitro-MRI-onderzoek geen veiligheidsrisico’s aangetoond. Er trad geen significante migratie of verhitting van de draad op en beeldvervorming bleef beperkt tot het gebied rond de draad. De pomp en metaalhoudende infusiesets, ongeacht van welk type, moeten vóór een MRI-scan worden verwijderd en tijdens de procedure buiten de behandelruimte worden gelaten.
5. De zender bevestigen Zodra u uw sensor hebt ingebracht, moet u de zender in de sensorhouder klikken. Ga als volgt te werk om uw zender te bevestigen.
a. Maak de onderkant van de zender vóór elk gebruik schoon met een vochtige doek of een alcoholdoekje en droog af. Zorg dat u de metalen cirkels op de onderkant van de zender niet aanraakt. Raadpleeg voor desinfectie-instructies hoofdstuk 11 in deel II. Zorg dat u de onderkant van de zender niet krast, omdat krassen de waterdichte afdichting kunnen beschadigen.
b. Plaats de zender met de platte kant omlaag in de sensorhouder.
Installeer de zender in de sensorhouder
c. Plooi de huid (zo nodig) aan de voorrand van de witte hechtpleister met uw ene hand.
• P laats één vinger op de zender om die op zijn plaats te houden terwijl u de zender in de sensorhouder bevestigt.
• T rek dezendervergrendeling over dezender om de zender op zijn plaats te klikken. De zender moet plat tegen de sensorhouder liggen. U hoort 2 klikken. Als u geen 2 klikken hoort, is de zender misschien niet goed bevestigd. U kunt nu de huidplooi bij de rand van de hechtpleister loslaten.
• C ontroleer of de zender goed vast zit door uw wijs- en middelvinger onder de vleugeltjes van de sensorhouder te schuiven, en met uw duim op de zender te drukken.
Zendervergrendeling
122
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 122
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
d. Houd de zender met één hand op zijn plaats. Haal met uw andere hand de zendervergrendeling eraf door het einde van de vergrendeling vast te houden en deze snel van uw lichaam af gericht los te draaien. OPMERKING: • O nthoud dat u 2 klikken moet horen als u de zender op zijn plaats klikt (zie stap c). Als de zender niet goed op zijn plaats zit, kan dit een slechte sensorverbinding veroorzaken en kunnen er vloeistoffen onder de zender komen. Daardoor kunnen de glucoseresultaten van de sensor onnauwkeurig worden.
Verwijder de zendervergrendeling
• Verwijder de zender nooit uit de sensorhouder terwijl de houder nog op uw huid vast zit.
m CONTRA-INDICATIE: Voorafgaand aan magnetische-resonantiebeeldvorming (MRI), een CT-scan of diathermiebehandeling moeten de sensor en zender worden verwijderd. De sensor en zender zijn niet getest tijdens MRI- of CT-scans of tijdens diathermiebehandelingen, en het is onbekend of er dan veiligheids- of werkingsproblemen zijn. De pomp en metaalhoudende infusiesets, ongeacht van welk type, moeten vóór een MRI-scan worden verwijderd en tijdens de procedure buiten de behandelruimte worden gelaten.
De sensorhouder met hechtpleister bevestigen De sensorhouder moet met de bijbehorende hechtpleister goed op uw huid bevestigd blijven. Mocht de hechtpleister echter opkrullen, dan kunt u een medische hechtpleister (zoals Tegaderm™) als extra bevestiging gebruiken. Als u hechtpleister gebruikt, mag u deze alleen aan alle kanten over de witte hechtpleister plakken, voor een gelijkmatige bevestiging. Plak geen pleister over de zender of over een van de plastic onderdelen van de sensorhouder. Plak geen pleister onder de sensorhouder en laat geen restanten van stoffen achter op de huid waar u de sensor inbrengt.
De sensor/zender en water Als de zender volledig is bevestigd, is de sensor waterbestendig bij het douchen, baden of zwemmen. De sensor is getest op waterbestendigheid bij onderdompeling tot 2,4 meter diep gedurende maximaal 24 uur.
m LET OP!: Zonder blokkeringen is het zendbereik van de zender naar de pomp maximaal 3,6 meter. Draadloze communicatie werkt niet goed via water; daarom kan het bereik beduidend minder zijn als u bijvoorbeeld in een zwembad, badkuip of op een waterbed ligt. Ook metalen objecten en elektrische dekens op korte afstand kunnen de draadloze communicatie verstoren.
123
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 123
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 3 - DE SENSOR EN ZENDER INBRENGEN
124
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 124
2/11/14 3:00 PM
4
HOOFDSTUK 4 - EEN CGM-SESSIE STARTEN
CGM-opstartperiode van 2 uur Als uw sensor is ingebracht en uw zenderidentificatienummer is ingevoerd, bent u klaar om een CGM-sessie te beginnen. Elke CGM-sessie duurt maximaal 7 dagen (166 uur na de opstartperiode van 2 uur); daarna moet u de sensor vervangen en een nieuwe CGM-sessie starten. Tijdens de opstartperiode van 2 uur maakt uw sensor/zender op basis van de biologische omgeving van uw lichaam de nodige aanpassingen. OPMERKING: Verzeker u ervan dat u de zender uit de verpakking hebt gehaald en daarna 10 minuten hebt gewacht tot de zender ingeschakeld en gebruiksklaar was.
HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
CGM-menu BG-kalibr. Trendgrafiek Start/Stop Geschiedenis Instellen
1. Scroll in het HOOFDMENU naar CGM en druk op
2. Scroll naar Start/Stop en druk op
.
.
OPMERKING: Als u Start/Stop selecteert terwijl er een actieve sessie aan de gang is, gaat u naar het scherm Stop CGM.
Hoofdmenu
Start CGM Start CGM sensor sessie
3. Scroll naar START en druk op om de opstartperiode van 2 uur te beginnen. Wacht ten minste 8 seconden voordat u andere knoppen op de pomp indrukt, zodat de CGM-sessie kan beginnen. Als u de start van de CGMsessie wilt annuleren, scrollt u naar ANNULEREN en drukt u op om terug te keren naar het scherm CGM-menu.
START ANNULEREN
CGM-waarsch. Ongeldige zender-id
OPMERKING: Als u een ongeldig zenderidentificatienummer hebt ingevoerd, wordt u gevraagd om het juiste zenderidentificatienummer in te voeren.
Opn.invoeren Annuleren
125
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 125
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 4 - EEN CGM-SESSIE STARTEN
4. Als u Start selecteert, ziet u een CGM-waarschuwingsscherm dat u eraan herinnert niet uitsluitend op CGM-resultaten te vertrouwen als u aanpassingen in uw behandeling maakt. Gebruik altijd een vingerprik-BG voor beslissingen over behandeling en CGM-kalibratie. Deze waarschuwing wordt altijd weergegeven als u een nieuwe CGM-opstartperiode van 2 uur begint. Druk op om de waarschuwing te bevestigen en ga verder met de opstartperiode van 2 uur. Nadat u op hebt gedrukt, gaat u naar het CGMtrendscherm (zie hoofdstuk 6 in deel II).
CGM-waarsch. Gebr. altijd vingerprikBG voor behandelings beslissingen en CGMkalibratie Bevestigen
Zodra u een CGM-sessie bent begonnen, kunt u met behulp van de CGMgegevens- en CGM-trendschermen de voortgang van de opstartperiode van 2 uur bekijken. Houd voor de beste communicatie uw pomp tijdens de opstartperiode van 2 uur binnen een afstand van 3,6 meter van uw sensor/zender. U kunt controleren of uw apparaten met elkaar communiceren door op de contrastknop/CGM-snelkoppeling van uw pomp te drukken terwijl de pomp in de slaapstand staat, om een van de CGM-informatieschermen weer te geven (zie hoofdstuk 6 in deel II). Als er een CGM-trendscherm wordt weergegeven, ziet u links boven in het scherm een voortgangsvakje dat de voortgang van de CGM-opstartperiode aangeeft. Als de CGM-sessie begint, is het vakje geheel ingekleurd, maar het gekleurde deel wordt in de loop van de 2 uur durende opstartperiode steeds kleiner. Het voortgangsvakje wordt ook op het CGM-gegevensscherm weergegeven.
15:06 1 hr 22,5 20,5 17,5 15,0 12,5 10,0 7,5 5,0 2,5
Ook is het grafiekdeel op de CGM-trendschermen in het begin donkergrijs gekleurd, maar het grijze gedeelte wordt in de loop van de 2 uur durende opstartperiode steeds kleiner. Zie hoofdstuk 6 in deel II voor meer informatie over het CGM-trendscherm. op een CGM-gegevens of -trendscherm ziet en/of uw pomp geeft het Als u het symbool waarschuwingsscherm Zender buiten bereik weer, communiceren uw CGM-waarsch. apparaten niet. Druk op om de waarschuwing te bevestigen. Problemen met de CGM-communicatie oplossen: • Controleer of uw pomp en de sensor/zender zich binnen 3,6 meter van elkaar bevinden. Plaats ze dichter bij elkaar als dat niet het geval is. Wacht 5-10 minuten om te zien of het voortgangsvakje op het CGM-gegevens- of verdwijnt). trendscherm zichtbaar wordt (
Zender buiten bereik
Bevestigen
• De communicatie tussen de pomp en de sensor/zender kan verloren gaan als ze zich dicht bij andere metalen objecten bevinden, of als u in een zwembad, in bad of op een waterbed ligt of een elektrische deken gebruikt. • Als het waarschuwingsscherm opnieuw wordt weergegeven, moet u controleren of u het juiste zenderidentificatienummer in uw pomp hebt ingevoerd. • Zie hoofdstuk 12 in deel II om problemen met CGM-communicatie op te lossen. • Als u het juiste identificatienummer hebt ingevoerd en het waarschuwingsscherm dan nog steeds wordt weergegeven, neemt u contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. OPMERKING: Nadat u een nieuwe sensorsessie bent begonnen, krijgt u geen glucoseresultaten van de sensor tot de opstartperiode van 2 uur is verstreken en u de eerste kalibraties hebt voltooid (zie volgende pagina).
126
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 126
2/11/14 3:00 PM
5
HOOFDSTUK 5 - CGM-KALIBRATIE Om uw sensor/zender goed te laten werken, wordt u tijdens een CGM-sessie op verschillende tijdstippen gevraagd uw sensor/zender te kalibreren met het BG-testresultaat van een vingerprik. U moet er dus op voorbereid zijn een of meer vingerpriktests af te nemen met uw in de handel verkrijgbare BG-meter, en de BG-waarden binnen 5 minuten nadat u dat wordt gevraagd in uw pomp in te voeren. Het doel van kalibreren is de resultaten van de sensor te relateren aan de referentie-BGmeter, om de goede werking van de sensor te behouden. Dit zijn de vereiste kalibratietijdstippen: • Opstartkalibratie – aan het einde van de CGM-opstartperiode van 2 uur. • Kalibratie-update – ten minste elke 12 uur tijdens een CGM-sessie. • Herkalibratie – kan nodig zijn als een van de vingerprik-BG-waarden die voor de opstartkalibratie of kalibratie-update is ingevoerd, niet door de pomp wordt geaccepteerd.
m CONTRA-INDICATIE: Het innemen van geneesmiddelen die acetaminofen (paracetamol) bevatten terwijl u de sensor draagt, kan de glucoseresultaten van uw sensor foutief hoger maken. Hoe onnauwkeurig ze worden, hangt af van de hoeveelheid acetaminofen (paracetamol) die in uw lichaam actief is. m WAARSCHUWING: De glucoseresultaten van uw sensor kunnen onnauwkeurig zijn als u
minder vaak dan om de 12 uur kalibreert.
m LET OP!: Om de sensor/zender te kalibreren, moet u de exacte BG-waarde invoeren die uw
BG-meter aangeeft, binnen 5 minuten na een zorgvuldig uitgevoerde BG-meting. Het invoeren van onjuiste BG-waarden, of van waarden die langer dan 5 minuten geleden zijn bepaald, kan leiden tot onnauwkeurige glucoseresultaten van de sensor. Ga als volgt te werk bij het gebruik van uw BG-meter om CGM-kalibratiewaarden te verkrijgen: • Gebruik altijd een vingerpriktest. • Gebruik geen alternatieve prikplaatsen (bijv. handpalm of onderarm). • Gebruik altijd dezelfde BG-meter voor de kalibratie van elke CGM-sessie. • Verander niet van BG-meter midden in een CGM-sessie. • Volg de instructies van uw BG-meter voor BG-tests. • Het is belangrijk dat u de juiste BG-testtechnieken volgt, om accurate kalibratiewaarden en CGM-resultaten te verkrijgen. Het kan zijn dat u dat u direct na het invoeren van een CGMkalibratiewaarde enkele seconden vertraging op het scherm waarneemt. Dit is normaal. Het verwerken van de kalibratiewaarde kost enige tijd.
127
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 127
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 5 - CGM-KALIBRATIE
Kalibratie voor CGM-opstartperiode van 2 uur CGM-waarsch.
Na de opstartperiode van 2 uur wordt u gevraagd 2 aparte vingerprik-BGwaarden in uw pomp in te voeren. Druk op om de waarschuwing te bevestigen.
2 opstartBG's inv.
Bevestigen CGM-menu BG-kalibr. Trendgrafiek Start/Stop Geschiedenis Instellen
1. Scroll op het scherm CGM-menu naar BG-kalibratie en druk op
.
Hoofdmenu
BG kalibr.
6,7
mmol/L
KALIBREREN ANNULEREN
2. Het veld BG-waarde wordt gemarkeerd en knippert op het scherm BG kalibreren. Voer met behulp van de knoppen / de eerste van 2 vingerprik-BG-waarden in. Druk op . ANNULEREN is nu gemarkeerd. Scroll naar KALIBREREN en druk op . Als u de BG-waarde moet annuleren, scrollt u naar ANNULEREN en drukt u op . In beide gevallen gaat u terug naar het scherm CGM-menu. OPMERKING: Als u de eerste keer kalibreert, begint de waarde op het scherm BG kalibreren bij 6,7 mmol/L, en als u al eerder hebt gekalibreerd bij het huidige CGM-resultaat.
3. Herhaal stap 2 om de tweede BG-waarde in te voeren. OPMERKING: Als u de insulinetoediening tijdens de CGM-opstartperiode van 2 uur onderbreekt, wordt de initiële kalibratiereeks niet beïnvloed en blijft de CGM-sessie actief.
CGM-kalibratie-update om de 12 uur Uw sensor/zender vereist dat u ten minste om de 12 uur een kalibratie-update uitvoert met een vingerprik-BG-waarde die u in de pomp invoert. Kalibratie-updates zijn nodig om te verzekeren dat de sensorresultaten accuraat blijven en dicht bij uw BG-meterwaarden. Volg de stappen onder het vorige deel Kalibratie voor CGM-opstartperiode van 2 uur om op elk gewenst moment een BG-waarde in te voeren. Elke vingerprik-BG-waarde die u in uw pomp hebt ingevoerd tijdens Snel-KH- en SnelBG-bolusberekeningen, kunnen dienen als BG-waarde om de kalibratie bij te werken (zie hoofdstuk 10 in deel I). U hebt voor elke CGM-kalibratie-update om de 12 uur maar één CGM-waarsch. vingerprik-BG-waarde nodig. Als u in een periode van 12 uur vergeet een BG-waarde in te voeren, wordt u eraan herinnerd. Druk op om de waarschuwing te bevestigen en volg de stappen om een BG-waarde in te voeren. De pomp blijft het CGMwaarschuwingsscherm weergeven tot u een nieuwe vingerprik-BG-waarde invoert die voor kalibratie wordt geaccepteerd.
Voer BG in
Bevestigen
128
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 128
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 5 - CGM-KALIBRATIE
CGM-herkalibratie CGM-waarsch. Voer BG in
Bevestigen
Als u een vingerprik-BG-waarde invoert om de kalibratie bij te werken, controleert de sensor/zender hoe goed deze functioneert in vergelijking tot andere BG-meterwaarden. Tijdens elke kalibratie-update kunt u om nog een vingerprik-BG-waarde gevraagd worden. U kunt ook tijdens de opstartperiode van 2 uur om nog een vingerprik-BG-waarde gevraagd worden. Druk als u daarom wordt gevraagd op om de waarschuwing te bevestigen en volg de stappen om een BG-waarde in te voeren. U blijft herinneringen krijgen om een geldige BG-waarde in te voeren, tot de BG-waarde voor de herkalibratie wordt geaccepteerd. Tot de BG-waarde is geaccepteerd, ziet u  op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen in plaats van uw huidige CGM-resultaat. U kunt er ook voor kiezen de CGM-sessie te beëindigen (zie hoofdstuk 8 in deel II) als uw pogingen tot herkalibratie herhaaldelijk niet slagen.
OPMERKING: • Voer geen BG-waarde in voor CGM-kalibratie als u of op de CGM-gegevens- of CGMtrendschermen op uw pomp ziet (zie hoofdstuk 6 in deel II). Dit betekent dat de communicatie tussen de pomp en de zender/sensor is verbroken. Zie hoofdstuk 12 in deel II om problemen op te lossen met CGM-kalibratie. • Elke BG-waarde die u op uw pomp invoert voor het gebruik van de functies Snel-BG of Snel-KH, kan voor een CGM-kalibratie-update of herkalibratie worden gebruikt. Als u wordt gevraagd of u de BG-waarde voor CGM-kalibratie wilt gebruiken, selecteert u Ja en drukt u op .
129
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 129
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 5 - CGM-KALIBRATIE
130
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 130
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
6
Uw vingerprik-BG-meter geeft u de BG-waarde van slechts één tijdstip (een momentopname). De CGMinformatie die op uw pomp wordt weergegeven, zal u echter helpen begrijpen hoe snel en in welke richting uw glucoseniveau verandert (zoals een videocamera). De sensor bevindt zich in de vloeistof onder uw huid, niet in uw bloed. De sensor berekent een glucoseresultaat van deze vloeistof als u uw sensor/zender kalibreert. Het glucoseresultaat kan dus anders zijn dan de vingerprikwaarde die u van uw BG-meter krijgt. Tijdens een actieve sessie worden om de 5 minuten CGM-resultaten van uw zender naar uw pomp gestuurd. U kunt uw pomp gebruiken om CGM-gegevens te bekijken en op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen te analyseren. CGM-resultaten tussen 2,2 en 22,2 mmol/L worden als de werkelijke waarde weergegeven op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen. CGM-resultaten die hoger zijn dan 22,2 mmol/L worden op CGM-gegevens- en CGM-trendschermen weergegeven als  en CGM-resultaten die lager zijn dan 2,2 mmol/L als . De schermen geven u belangrijke informatie over uw huidige en eerdere CGM-resultaten, of uw CGM-resultaten hoger of lager zijn dan de alarmwaarden voor Hoog en Laag glucose, en of uw glucosewaarden te snel stijgen of dalen. Het is belangrijk dat u zich meer concentreert op CGMtrends en de wijzigingssnelheden op uw pomp, dan op één CGM-resultaat. Zie hoofdstuk 2 in deel II voor CGM-instellingen die de weergave van informatie op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen bepalen.
m WAARSCHUWING: • Voor beslissingen over uw behandeling, zoals hoeveel insuline u moet nemen, moet de BG-waarde van uw BG-meter worden gebruikt. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender vervangen de BG-meter niet. BG-waarden kunnen verschillen van de sensorglucosewaarden. De richting en snelheid waarmee de glucosewaarden veranderen en de trendgrafiek van uw sensor/zender, die op uw pomp worden weergegeven, bieden u extra informatie om u te helpen bij beslissingen die u neemt om uw diabetes te reguleren. • Symptomen van hoge en lage glucose mogen niet worden genegeerd. Als uw sensorglucosewaarden niet bij uw symptomen passen, moet u uw BG met een BG-meter bepalen. • Als er CGM-resultaten ontbreken, moet u vertrouwen op de resultaten van uw BG-meter.
m LET OP!: Tijdens een onderbreking van de insulinetoediening blijft uw CGM-sessie actief, maar worden er geen CGM-resultaten geregistreerd of weergegeven. Zodra de insulinetoediening wordt hervat, worden de CGM-resultaten weer geregistreerd en weergegeven.
131
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 131
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
CGM-gegevensscherm Het CGM-gegevensscherm geeft u een momentopname van uw huidige glucosestatus. Elk CGM-gegevensscherm geeft de huidige tijd op uw pomp weer, uw huidige CGM-resultaat, de waarde Insuline aanwezig (aangegeven met IOB op het scherm) en trendpijlen die aangeven hoe snel uw glucosewaarden stijgen of dalen. Zie de overzichten op de volgende pagina’s voor de betekenis van de verschillende symbolen die op het CGM-gegevensscherm kunnen worden weergegeven.
Voorbeeld CGM-gegevensscherm Trendpijl*
Huidige tijd
12:34 Huidige CGMresultaat†
7,9
mmol/L
IOB 5,54E
Insuline aanwezig (IOB) (hoeveelheid verschijnt alleen als de functie Insuline aanwezig (IOB) op de pomp is ingeschakeld)
CGM-trendscherm Het CGM-trendscherm geeft u een gedetailleerdere weergave van uw glucosestatus en omvat een grafische weergave van uw CGM-resultaten over een door u geselecteerde periode (1, 3, 6, 12 of 24 uur). Elk CGM-trendscherm bevat ook de huidige tijd op uw pomp, uw recentste CGM-resultaat, instellingen voor hoog en laag (glucose-)alarm en de trendpijlen die aangeven hoe snel uw glucosewaarden stijgen of dalen. Zie de overzichten op de volgende pagina’s voor de betekenis van de verschillende symbolen die op het CGM-trendscherm kunnen worden weergegeven. U kunt tijdens een actieve CGM-sessie het CGM-trendscherm openen door op de knop Contrast/CGMsnelkoppeling te drukken om de pomp te activeren.
Voorbeeld CGM-trendscherm
Huidig CGMresultaat †
Trendpijl* Huidige tijd 7,5 ÜÜ mmol/L
15:06 1 uur
22,5
CGMresultaten van het afgelopen uur*
20,5
Grafiektijd Periode Hoog (glucose) alarmniveau
17,5 15,0
(verschijnt als deze Let op!-melding op de pomp is ingeschakeld).
12,5 10,0 7,5 5,0 2,5
Recentste CGM-resultaat
Laag (glucose) alarmniveau
(verschijnt als deze Let op!-melding op de pomp is ingeschakeld).
Als u op de knop Contrast/CGM-snelkoppeling drukt terwijl de pomp in de slaapstand staat, wordt het CGM-gegevens- of -trendscherm weergegeven dat zichtbaar was toen de pomp in de slaapstand ging.
* Trendpijlen (op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen) en CGM-gegevenspunten (resultaten) worden op het CGM-trendscherm met kleuren gecodeerd. Op de volgende pagina’s vindt u uitleg over de trendpijlen en de kleurcodering. † Er kan in plaats van uw huidige CGM-resultaat een symbool worden weergegeven op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen. Op de volgende pagina’s vindt u uitleg over deze symbolen.
132
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 132
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
Pijlen en kleurcodering op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen OPMERKING: De kleurcodering is van toepassing op de trendpijlen op de CGM-gegevens- en CGMtrendschermen en de CGM-gegevenspunten (resultaten) op de CGM-trendschermen.
Trendpijlen Deze pijlen geven aan of uw glucose stijgt of daalt, en hoe snel. Symbool
Omstandigheid
Snel stijgend: uw CGM-glucoseresultaten stijgen met meer dan 0,17 mmol/L per minuut.
Stijgend: uw CGM-glucoseresultaten stijgen met 0,11–0,17 mmol/L per minuut.
Langzaam stijgend: uw CGM-glucoseresultaten stijgen met 0,06–0,11 mmol/L per minuut.
Constant: uw CGM-glucoseresultaten blijven constant (stijgen/dalen met niet meer dan 0,06 mmol/L per minuut).
Langzaam dalend: uw CGM-glucoseresultaten dalen met 0,06–0,11 mmol/L per minuut.
Dalend: uw CGM-glucoseresultaten dalen met 0,11–0,17 mmol/L per minuut.
Geen pijl(en)
Snel dalend: uw CGM-glucoseresultaten dalen met meer dan 0,17 mmol/L per minuut. Geen informatie over veranderingssnelheid: de sensor/zender kan niet altijd berekenen hoe snel uw CGM-glucoseresultaten stijgen of dalen.
OPMERKING: • E r worden geen trendpijlen weergegeven als er CGM-resultaten ‘ontbreken’ op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen (zie Ontbrekende CGM-resultaten in dit hoofdstuk). • Als de trendpijlen ontbreken, en u vraagt zich af of uw BG-waarde stijgt of daalt, moet u een vingerprik-BG-test uitvoeren om de waarde te controleren. Het is belangrijk dat u de informatie van de trendpijlen samen met de grafieken op de CGM-trendschermen gebruikt. • Neem geen maatregelen uitsluitend op basis van informatie van de trendpijlen. Gebruik de informatie in de grafieken op de CGM-trendschermen en de resultaten van uw BG-meter als aanvulling op de trendpijlen om een geïnformeerde beslissing te nemen over uw glucoseregulatie. Kleurcodering Rode pijlen (of rode CGM-gegevenspunten in de CGM-trendschermen) betekenen dat uw recentste CGM-resultaat gelijk aan of hoger was dan de hoge (glucose-)alarmgrens die op de pomp is ingesteld. Groene pijlen (of groene CGM-gegevenspunten in de CGM-trendschermen) betekenen dat uw recentste CGM-resultaat tussen de hoge (glucose-) en de lage (glucose-)alarmgrens ligt die op de pomp is ingesteld. Blauwe pijlen (of blauwe CGM-gegevenspunten in de CGM-trendschermen) betekenen dat uw recentste CGM-resultaat gelijk aan of lager was dan de lage (glucose-)alarmgrens die op de pomp is ingesteld. 133
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 133
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
Symbolen die kunnen verschijnen in plaats van uw huidige CGM-resultaat Deze symbolen kunnen in plaats van uw huidige CGM-resultaat worden weergegeven op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen.
Symbool
Omstandigheid Er vindt geen actieve CGM-sessie plaats. Er is in de afgelopen 30 minuten een sensor ingebracht. Er zijn geen CGM-resultaten beschikbaar. Er is een sensor ingebracht tussen 30 en 60 minuten geleden. Er zijn geen CGM-resultaten beschikbaar. Er is een sensor ingebracht tussen 60 en 90 minuten geleden. Er zijn geen CGM-resultaten beschikbaar. Er is een sensor ingebracht tussen 90 en 120 minuten geleden. Er zijn geen CGM-resultaten beschikbaar. Sensorfout 0. Wacht 15 minuten en voer dan ten minste één vingerprik-BG-waarde in de pomp in om te herkalibreren. Sensorfout 1. Wacht 1 uur en voer dan ten minste één vingerprik-BGwaarde in de pomp in om te herkalibreren. Vingerprik-BG-waarden nodig voor kalibratie.
Het CGM-resultaat kan momenteel niet worden weergegeven. Er is gedurende de afgelopen 5 minuten geen communicatie geweest tussen de pomp en de zender. Het recentste CGM-resultaat was hoger dan 22,2 mmol/L.
Het recentste CGM-resultaat was lager dan 2,2 mmol/L.
134
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 134
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
CGM-gegevens- en CGM-trendschermen openen vanuit het CGM-menu HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
CGM-menu
1. Scroll in het HOOFDMENU naar CGM en druk op
2. Scroll naar Trendgrafiek en druk op
.
.
BG-kalibr. Trendgrafiek Start/Stop Geschiedenis Instellen Hoofdmenu
3. Het laatste CGM-trendscherm of -gegevensscherm wordt weergegeven (als u de pompdisplay net hebt geactiveerd). Scroll met behulp van de knoppen / door de CGM-trendschermen voor 1 uur, 3 uur, 6 uur, 12 uur en 24 uur, en vervolgens door het CGM-gegevensscherm. De CGM-resultaten (gegevenspunten) op de CGM-trendschermen gaan van rechts (recentste) naar links (oudste) voor de betreffende periode. Op de CGM-trendschermen kunt u zien waar uw glucosewaarden zijn geweest en in welke richting ze gaan. Als u naar het scherm CGM-menu wilt terugkeren, drukt u op terwijl het CGM-gegevensscherm of een CGM-trendscherm wordt weergegeven. 7,5 ÜÜ mmol/L
15:06 1 uur
7,5 ÜÜ mmol/L
15:06 3 uur
7,5 ÜÜ mmol/L
22,5
22,5
22,5
20,5
20,5
20,5
17,5
17,5
17,5
15,0
15,0
15,0
12,5
12,5
12,5
10,0
10,0
10,0
7,5
7,5
7,5
5,0
5,0
5,0
2,5
2,5
2,5
15:06
7,5
mmol/L
IOB 2,25E
7,5 ÜÜ mmol/L
15:06 24 uur
7,5 ÜÜ mmol/L
22,5
22,5
20,5
20,5
17,5
17,5
15,0
15,0
12,5
12,5
10,0
10,0
7,5
7,5
5,0
5,0
2,5
2,5
15:06 6 uur
15:06 12 uur
135
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 135
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
CGM-meldingen voor hoog/laag glucose-alarm en stijgings-/dalingssnelheid Het hoog (glucose-)alarm en het laag (glucose-)alarm laten u weten dat uw CGM-resultaten buiten de waarden vallen die u in uw pomp hebt ingesteld. De meldingen voor stijgingssnelheid en dalingssnelheid (snelheid waarmee ze veranderen) laten u weten dat uw CGM-resultaten sneller stijgen of dalen dan de grenswaarden die u in uw pomp hebt ingesteld. U kunt deze meldingen in- of uitschakelen en de (grens)waarden aanpassen op basis van de aanbevelingen van uw zorgverlener (zie hoofdstuk 2 in deel II). Deze meldingen zijn, naast de informatie op de CGM-gegevens- en CGMtrendschermen, een extra manier om u te laten weten als uw glucosewaarden gevaarlijk hoog of laag kunnen worden.
m WAARSCHUWING: • Voor beslissingen over uw behandeling, zoals hoeveel insuline u moet nemen, moet de BG-waarde van uw BG-meter worden gebruikt. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender vervangen de BG-meter niet. BG-waarden kunnen verschillen van de sensorglucosewaarden. De richting en snelheid waarmee de glucosewaarden veranderen en de CGM-trendgrafiek, die op uw pomp worden weergegeven, bieden u extra informatie om u te helpen bij beslissingen die u neemt om uw diabetes te reguleren. • Symptomen van hoge en lage glucose mogen niet worden genegeerd. Als uw sensorglucosewaarden niet bij uw symptomen passen, moet u uw BG met een BG-meter bepalen. OPMERKING: De CGM-alarmen die hier worden beschreven, zijn anders dan de meldingen LAGE BG en HOGE BG die uw pomp laat zien/horen als u een BG-waarde lager dan 3,9 mmol/L of hoger dan 13,9 mmol/L invoert. CGM-waarsch.
CGM-waarsch.
CGM-waarsch.
CGM-waarsch.
Glucosespiegel is boven hoge gebr. limiet
Glucosespiegel is onder lage gebr. limiet
Glucosespiegel daalt te snel
Glucosespiegel stijgt te snel
Bevestigen
Bevestigen
Bevestigen
Bevestigen
Let op!-melding dalings(veranderings) snelheid
Let op!-melding dalings(stijgings)snelheid
Alarm Glucose hoog
Alarm Glucose laag
In deze vier gevallen blijven insulinetoedieningen en uw CGM-sessie doorgaan. Druk op om door te gaan, maar wees er op voorbereid een hoge of lage BG te moeten behandelen volgens de aanbevelingen van uw zorgverlener. Uw pomp laat nóg een CGM-alarm zien/horen als uw recentste CGM-resultaat gelijk is aan of lager is dan 3,1 mmol/L. Dit is een vast alarm; u kunt het niet wijzigen of uitschakelen. U wordt om de 30 minuten opnieuw gewaarschuwd als uw huidige CGM-resultaat gelijk aan of lager dan 3,1 mmol/L blijft. Zie hoofdstuk 10 in deel II voor meer informatie over CGM-meldingen die op uw pomp te zien en/of te horen zijn.
CGM-waarsch. Glucosespiegel is onder 3,1 mmol/L
Bevestigen
136
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 136
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
Ontbrekende CGM-resultaten Van tijd tot tijd kunt u ‘ontbrekende’ CGM-resultaten opmerken op de CGM-gegevens- en CGMtrendschermen. ‘Ontbrekend’ betekent dat een of meer CGM-resultaten niet door uw pomp zijn ontvangen of begrepen en daarom niet kunnen worden weergegeven. U kunt de ‘ontbrekende’ gegevens identificeren aan het symbool dat wordt weergegeven in plaats van uw recentste CGMresultaat en trendpijl(en), of als er hiaten (geen gegevens) te zien zijn in de weergave van de CGMtrendgrafieken. Dit kan gebeuren als: • uw pomp en de sensor/zender niet communiceren • uw pomp het signaal van de sensor/zender niet herkent • uw pomp wacht tot u een vingerprik-BG-waarde invoert om de sensor/zender te herkalibreren • het CGM-resultaat niet kan worden weergegeven
m WAARSCHUWING: • Voor beslissingen over uw behandeling, zoals hoeveel insuline u moet nemen, moet de BG-waarde van uw BG-meter worden gebruikt. De Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender vervangen de BG-meter niet. BG-waarden kunnen verschillen van de sensorglucosewaarden. De richting en snelheid waarmee de glucosewaarden veranderen en de trendgrafiek van uw sensor/zender, die op uw pomp worden weergegeven, bieden u extra informatie om u te helpen bij beslissingen die u neemt om uw diabetes te reguleren. • Symptomen van hoge en lage glucose mogen niet worden genegeerd. Als uw sensorglucosewaarden niet bij uw symptomen passen, moet u uw BG met een BG-meter bepalen. • Als er CGM-resultaten ontbreken, moet u vertrouwen op de resultaten van uw BG-meter.
Ontbrekende CGM-resultaten – het symbool huidige CGM-resultaat 12:34
ANT
wordt weergegeven in plaats van het
Als het symbool wordt weergegeven op de CGM-gegevens- of CGMtrendschermen, heeft uw pomp het laatste CGM-resultaat niet ontvangen van uw sensor/zender. Dat is hoogstwaarschijnlijk het geval omdat de pomp en de sensor/zender zich niet binnen RF-bereik bevinden.
Probeer uw pomp en de sensor/zender dichter bij elkaar te plaatsen en wacht ten minste 10 minuten op de ontvangst van het volgende CGMIOB 5,54E resultaat. Controleer ook of het juiste zenderidentificatienummer in de pomp is ingevoerd. De communicatie tussen uw pomp en de sensor/ zender kan verbroken worden als u in een zwembad, in bad of op een waterbed ligt, een elektrische op de deken gebruikt of als er andere metalen objecten in de buurt zijn. Als het symbool display zichtbaar blijft, heeft de pomp nog steeds problemen met de ontvangst van CGM-resultaten. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur voor hulp. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. OPMERKING: ziet in plaats van een CGM-resultaat, zal het nemen en in de pomp invoeren van meer Als u vingerprik-BG-tests geen verdere CGM-resultaten op de display brengen. Alle vingerprik-BG-waarden wordt weergegeven, worden genegeerd. die u in de pomp invoert terwijl 137
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 137
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
Ontbrekende CGM-resultaten – het symbool huidige CGM-resultaat
Als u het symbool op de CGM-gegevens- of CGM-trendschermen ziet, heeft uw pomp een resultaat dat werd ontvangen van de sensor/zender, niet begrepen.
12:34
??? IOB 5,54E ???
wordt weergegeven in plaats van het
15:06 1 uur
22,5 20,5 17,5 15,0 12,5 10,0 7,5 5,0 2,5
Controleer of de sensor goed op uw huid plakt en of er niets tegen de sensorhouder wrijft, zoals kleding of de veiligheidsgordel in de auto. Controleer of de zender aan beide zijden is vastgeklikt in de sensorhouder. OPMERKING: • kan gedurende een aantal uren zichtbaar blijven op CGM-gegevensof CGM-trendschermen. Neem voor hulp contact op met uw plaatselijke meer dan een paar uur blijft zien. Zie het Animas-distributeur als u patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. • Als u ziet in plaats van een CGM-resultaat, zal het nemen en in de pomp invoeren van meer vingerprik-BG-tests geen verdere CGM-resultaten op de display brengen. Alle vingerprik-BG-waarden die u in de pomp invoert wordt weergegeven, worden genegeerd. terwijl
CGM-waarsch. CGM-sensorstoring Insulinetoediening gaat door.
Bevestigen
Soms wordt het -probleem vanzelf opgelost en blijft uw CGM-sessie gewoon CGM-resultaten geven. Andere problemen kunnen zo ernstig zijn dat de sensor faalt en uw CGM-sessie wordt beëindigd. Als dat gebeurt, meldt uw pomp dit op de display. Als de sensor faalt, blijft de pomp u insuline toedienen. Nadat u ter bevestiging op hebt gedrukt, belt u uw plaatselijke Animas-distributeur voor assistentie. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
CGM-waarsch. CGM-sessie gestopt
Bevestigen
138
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 138
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
Ontbrekende CGM-resultaten – het symbool huidige CGM-resultaat 12:34
BG
wordt weergegeven in plaats van het
Altijd als u het symbool op een CGM-gegevens- of CGM-trendscherm ziet, moet u een vingerprik-BG-waarde in uw pomp invoeren om de kalibratie bij te werken of te herkalibreren.
IOB 5,54E CGM-waarsch.
Er wordt ook een CGM-waarschuwingsscherm weergegeven om u eraan te herinneren een vingerprik-BG-waarde in te voeren.
Voer BG in
Bevestigen
Ga als volgt te werk om een vingerprik-BG-waarde in te voeren (zie hoofdstuk 5 in deel II). Nadat u een vingerprik-BG-waarde hebt ingevoerd, ziet u onmiddellijk een CGM-resultaat op de display en wordt het om de 5 minuten bijwerken van de CGM-resultaten hervat. Als er niet onmiddellijk een CGMresultaat wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen op het scherm en raadpleegt u hoofdstuk 10 in deel II om waarschuwingen, alarmen of Let op!-meldingen te verwerken. blijft op de CGM-gegevens- en CGM-trendschermen staan tot de update van de Het symbool kalibratie of herkalibratie geslaagd is. De pomp begint dan (weer) CGM-resultaten weer te geven.
139
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 139
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 6 - CGM-INFORMATIE OP UW POMP BEKIJKEN
140
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 140
2/11/14 3:00 PM
7
HOOFDSTUK 7 - CGM-GESCHIEDENISSCHERMEN U kunt bepaalde CGM-records in het geheugen van uw pomp nakijken, of u kunt compatibele diabetesregulatiesoftware gebruiken om de CGM-geschiedenis van de pomp op uw computer te volgen, na te kijken of te analyseren.
Geschiedenis CGM-sessiestart Deze selectie geeft de startdatum en -tijd van uw huidige CGM-sessie weer. OPMERKING: De Geschiedenis CGM-sessiestart is alleen beschikbaar als er op dat moment een CGMsessie actief is. HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
1. Scroll in het HOOFDMENU naar CGM en druk op
2. Scroll naar Geschiedenis en druk op
CGM-menu
.
.
BG-kalibr. Trendgrafiek Start/Stop Geschiedenis Instellen Hoofdmenu
3. Terwijl Sessiestart is gemarkeerd op het scherm CGM-geschiedenis, drukt
CGM-gesch.
u op
.
Sessiestart Ltste BG-kal Waarsch.
CGM-menu
CGM-sessie Record 17 Dec, 2010
1
12:17
Verstreken: 0d, 4u, 11m Resterend: 6d, 19u, 49m
De startdatum en -tijd van uw huidige CGM-sessie worden op de display weergegeven. Alleen de record van uw laatste (huidige) CGM-sessiestart kan worden bekeken. Markeer CGM-geschiedenis op een willekeurig sessiestartrecordscherm en druk op om naar het scherm CGMgeschiedenis terug te keren.
CGM-gesch.
141
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 141
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 7 - CGM-GESCHIEDENISSCHERMEN
CGM Let op!
Als er geen actieve CGM-sessie gaande is, wordt u daaraan herinnerd met een CGM-waarschuwingsscherm.
CGM-sessie niet actief
Geschiedenis laatste BG-kalibratie Deze selectie geeft de datum, tijd en waarde weer van de laatste BG-kalibratie die in uw pomp is ingevoerd.
1. Scroll in het scherm CGM-geschiedenis naar Laatste BG-kalibratie.
CGM-gesch.
Druk op
.
Sessiestart Ltste BG-kal Waarsch.
CGM-menu
CGM BG-kal. Record 17 Dec, 2010
1
14:52 BG 5,7 mmol/L
De BG-waarde, datum en tijd van uw laatste BG-kalibratie worden op de display weergegeven. Alleen de record van uw laatste (huidige) BG-kalibratie kan worden bekeken. Markeer CGM-geschiedenis op een willekeurig BG-kalibratierecordscherm en druk op om naar het scherm CGMgeschiedenis terug te keren.
CGM-gesch.
142
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 142
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 7 - CGM-GESCHIEDENISSCHERMEN
Geschiedenis CGM-waarschuwingen Deze selectie geeft de datum, tijd, meldingscode en de beschrijving weer van uw laatste 300 CGMwaarschuwingen. CGM-gesch.
1. Scroll in het scherm CGM-geschiedenis naar Waarschuwingen. Druk op
Sessiestart Ltste BG-kal Waarsch.
.
CGM-menu
CGM-waarsch.
Record
17 Dec, 2010
1
12:17 206-00000000 0000000000 Zender Buiten ber.
Het scherm CGM-waarschuwingen wordt weergegeven en CGM-geschiedenis is gemarkeerd. De meest recente CGM-waarschuwingsrecord wordt weergegeven, inclusief de datum, tijd, code en beschrijving van de waarschuwing.
CGM-gesch.
CGM-waarsch.
Record
17 Dec, 2010
1
12:17 206-00000000 0000000000 Zender Buiten ber.
2. Om naar andere alarmrecords te gaan, scrollt u eerst naar het veld Record boven in het scherm; vervolgens drukt u op zodat de markering op het nummer van de record knippert. Scroll daarna met behulp van de knoppen / naar andere CGM-alarmrecords.
CGM-gesch.
Markeer CGM-geschiedenis op een willekeurig waarschuwingsrecordscherm en druk op scherm CGM-geschiedenis terug te keren.
om naar het
143
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 143
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 7 - CGM-GESCHIEDENISSCHERMEN
144
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 144
2/11/14 3:00 PM
8
HOOFDSTUK 8 - EEN CGM-SESSIE VOLTOOIEN Elke CGM-sessie duurt maximaal 7 dagen (168 uur inclusief de opstartperiode van 2 uur); daarna moet u de sensor vervangen en een nieuwe CGM-sessie starten. U kunt desgewenst de CGM-sessie ook eerder beëindigen, of de CGM-sessie kan eerder dan de 7 dagen worden beëindigd als er een storing optreedt in de sensor.
Gebruikseinde van de sensor CGM-waarsch.
Vanaf 6 uur voordat de sessie verloopt, ziet u op uw pomp een serie herinneringen dat uw sessie binnenkort is afgelopen. U krijgt een herinnering bij een resterende sessieduur van 6 uur, van 2 uur en van 30 minuten. Druk op om de waarschuwing bij deze herinneringen te bevestigen.
CGM-sessie eindigt over 06:00
Bevestigen
CGM-waarsch.
Uw pomp blijft gedurende die tijd CGM-resultaten ontvangen. Zodra de laatste 30 minuten verstreken zijn, geeft de pomp een melding dat uw CGM-sessie afgelopen is. Druk op om de CGM-waarschuwing te bevestigen en terug te keren naar het scherm CGM-menu. U krijgt geen CGM-resultaten meer op uw pomp tot u de sensor hebt vervangen en een nieuwe CGM-sessie hebt gestart (zie hoofdstuk 4 in deel II).
Sensor verlopen. CGM-sessie beëindigd
Bevestigen
Een CGM-sessie beëindigen voordat de 7 dagen verstreken zijn U kunt op elk moment tijdens de CGM-sessie beslissen om de sessie vóór de geplande verlooptijd te beëindigen. HOOFDMENU Bolus CGM Onderbr/Herv Geschiedenis Basaal Instellen Voorv/Terug Status Start
CGM-menu
1. Scroll in het HOOFDMENU naar CGM en druk op
2. Scroll naar Start/Stop en druk op
.
.
BG-kalibr. Trendgrafiek Start/Stop Geschiedenis Instellen Hoofdmenu
145
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 145
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 8 - EEN CGM-SESSIE VOLTOOIEN
Stop CGM
3. Terwijl STOP is gemarkeerd op het scherm Stop CGM, drukt u op
.
Stop CGM sensor sessie
STOP ANNULEREN
CGM Let op!
Op de display van uw pomp ziet u een melding dat u de CGM-sessie hebt gestopt. Een paar seconden later gaat u terug naar het scherm CGM-menu.
CGM-sessie door gebr. gestopt
OPMERKING: Als u een CGM-sessie stopt, wordt de levensduur van de sensor niet langer dan 7 dagen. Uw sensorsessie eindigt 7 dagen nadat u een CGM-sessie bent begonnen.
Vroegtijdig gebruikseinde van de sensor In sommige gevallen eindigt de CGM-sessie voordat de 7 dagen geheel zijn verstreken. Zie hoofdstuk 10 in deel II voor meer informatie over de waarschuwingen die op uw pomp worden weergegeven bij een storing van de sensor.
m WAARSCHUWING: Sensoren kunnen heel af en toe breken. Als een sensor is gebroken en
er geen zichtbaar deel boven de huid uitsteekt, mag u niet proberen de sensor te verwijderen. Roep professionele medische hulp in als u symptomen van infectie of ontsteking (roodheid, zwelling of pijn) op de inbrengplaats ondervindt. Meld een gebroken sensor altijd bij uw plaatselijke Animasdistributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Bij patiënten die een MRI-scan ondergingen terwijl er een afgebroken draad van een sensor was blijven zitten, heeft in-vitro-MRI-onderzoek geen veiligheidsrisico’s aangetoond. Er trad geen significante migratie of verhitting van de draad op en beeldvervorming bleef beperkt tot het gebied rond de draad. De pomp en metaalhoudende infusiesets, ongeacht van welk type, moeten vóór een MRI-scan worden verwijderd en tijdens de procedure buiten de behandelruimte worden gelaten.
146
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 146
2/11/14 3:00 PM
9
HOOFDSTUK 9 - DE ZENDER EN DE SENSOR VERWIJDEREN Aan het einde van elke CGM-sessie moet u uw zender en sensor verwijderen.
De sensor verwijderen Als u klaar bent om de sensor te verwijderen, moet u de sensorhouder lostrekken terwijl de zender nog is bevestigd. Trek voorzichtig de hechtpleister van de sensorhouder los van uw huid. Zo trekt u uw sensor eruit.
m WAARSCHUWING: Sensoren kunnen heel af en toe breken. Als een sensor is gebroken en er geen zichtbaar deel boven de huid uitsteekt, probeer de sensor dan niet te verwijderen. Roep professionele medische hulp in als u symptomen van infectie of ontsteking (roodheid, zwelling of pijn) op de inbrengplaats ondervindt. Meld een gebroken sensor altijd bij uw plaatselijke Animas-distributeur. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Bij patiënten die een MRI-scan ondergingen terwijl er een afgebroken draad van een sensor was blijven zitten, heeft in-vitro-MRI-onderzoek geen veiligheidsrisico’s aangetoond. Er trad geen significante migratie of verhitting van de draad op en beeldvervorming bleef beperkt tot het gebied rond de draad. De pomp en metaalhoudende infusiesets, ongeacht van welk type, moeten vóór een MRI-scan worden verwijderd en tijdens de procedure buiten de behandelruimte worden gelaten.
De zender verwijderen Zodra de sensorhouder van uw lichaam af is, moet u de zender verwijderen (gooi de zender niet weg). Ga op een van de volgende twee manieren te werk om de zender te verwijderen:
Methode 1 U kunt de veiligheidsvergrendeling die u van de applicator hebt verwijderd, gebruiken als hulpmiddel om de zender te verwijderen.
1. Plaats de sensorhouder op een tafel. 2. Houd de ronde rand van de veiligheidsvergrendeling vast. 3. Zorg dat de uitsteeksels aan de rand van de veiligheidsvergrendeling omlaag wijzen (niet in de richting van de pijl), zoals hieronder is weergegeven:
Pijlrichting voor verwijdering
Veiligheidsvergrendeling (van applicator)
Vleugeltjes van de sensorhouder
Sensorhouder met veiligheidsvergrendeling vastgeklikt
Sensorhouderpalletjes
4. Steek de uitsteeksels in de sensorhouder, zodat ze over het brede einde van de zender vallen.
Duw de veiligheidsvergrendeling omlaag tot hij niet verder gaat; de zender springt dan uit de sensorhouder. 5. Verwijder de zender, reinig hem en bewaar hem op een koele, droge plaats tot uw volgende CGM-sessie. 147
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 147
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 9 - DE ZENDER EN DE SENSOR VERWIJDEREN
Methode 2 Als u de veiligheidsvergrendeling niet hebt bewaard, kunt u de palletjes met uw vingers op de achterkant (de kant het dichtst bij de vleugeltjes) van de sensorhouder uit elkaar duwen. De zender springt dan uit de sensorhouder.
OPMERKING: • Verwijder de zender nooit uit de sensorhouder terwijl de houder nog op uw huid vast zit. • Gooi uw zender niet weg. Hij is herbruikbaar. U kunt dezelfde zender voor meerdere CGM-sessies blijven gebruiken totdat de batterij van de zender leeg is. • Raadpleeg uw plaatselijke afvalverwerkingsinstantie voor aanwijzingen over het afvoeren van hulpmiddelen die elektronisch afval (zender) bevatten of van onderdelen die met bloed in aanraking zijn geweest (sensor en applicator).
148
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 148
2/11/14 3:00 PM
10
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN Uw pomp heeft voor CGM-functies NIET hetzelfde ‘progressieve’ veiligheidssysteem voor waarschuwingen en alarmen als voor insulinetoedieningsfuncties. Raadpleeg hoofdstuk 11 in deel I voor meer informatie over het progressieve veiligheidssysteem voor waarschuwingen en alarmen die niet met CGM-functies te maken hebben. In dit hoofdstuk worden de waarschuwingen en Let op!-meldingen met betrekking tot CGM-functies behandeld die op uw pomp te zien en/of te horen zijn. Zie hoofdstuk 11 in deel I voor informatie over waarschuwingen, alarmen en Let op!-meldingen die te maken hebben met insulinetoediening op uw pomp. Als meerdere CGM-Let op!-meldingen, -waarschuwingen of -alarmen tegelijk optreden, geeft de pomp de meest kritieke als eerste weer. Nadat de omstandigheid met de hoogste prioriteit (op dat moment weergegeven) is bevestigd, wordt de Let-op!-melding, alarm of waarschuwing met de daaropvolgende hoogste prioriteit weergegeven totdat deze wordt bevestigd. Elke Let op!-melding, alarm en/of waarschuwing moet apart worden bevestigd totdat alle gelijktijdig optredende omstandigheden zijn bevestigd. De CGM-waarschuwingen en Let op!-meldingen die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn alleen van toepassing op de Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender deel van uw Animas® Vibe™ systeem. Ze zijn niet van toepassing op andere Dexcom CGM-systemen. Waarschuwing: Na opstartkalibratie van 2 uur zijn 2 BG-waarden vereist Oorzaak
Er zijn geen BG-waarden in de pomp ingevoerd na afloop van de 2 uur durende CGM-opstartsessie.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM start niet.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd en maatregelen zijn getroffen.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Voer 2 vingerprik-BGtests uit en voer de waarden in de pomp in. Voer of geen vingerprik-BG-waarde in als op het CGM-gegevens- of CGM-trendscherm wordt weergegeven.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Indien bevestigd is de uitsteltijd 15 minuten. Wordt niet luider.
CGM-waarsch.
2 opstartBG's inv.
Bevestigen
149
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 149
2/11/14 3:00 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: Na opstartperiode van 2 uur is een tweede BG-waarde vereist Oorzaak
Slechts 1 van de 2 benodigde BG-waarden is in de pomp ingevoerd na afloop van de 2 uur durende CGM-opstartsessie.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM start niet.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd en maatregelen zijn getroffen.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Voer een vingerprikBG-test uit en voer de waarde in de pomp in. Voer of geen vingerprik-BG-waarde in als op het CGM-gegevens- of CGM-trendscherm wordt weergegeven.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Indien bevestigd is de uitsteltijd 15 minuten. Wordt niet luider.
Waarschuwing: BG-waarde vereist om kalibratie bij te werken Oorzaak
In de afgelopen 12 uur zijn er geen BG-waarden in de pomp ingevoerd.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd en maatregelen zijn getroffen.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Voer een vingerprikBG-test uit en voer de waarde in de pomp in. Voer of geen vingerprik-BG-waarde in als op het CGM-gegevens- of CGM-trendscherm wordt weergegeven.
Pieptonen/ trillingen
Stil (geen pieptonen of trillingen) Indien bevestigd is de uitsteltijd 15 minuten. Wordt niet luider.
CGM-waarsch. Voer nog 1 van de 2 opstart-BG's in
Bevestigen
CGM-waarsch. Voer BG in
Bevestigen
150
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 150
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: BG-waarde vereist voor herkalibratie Oorzaak
De ingevoerde BG-waarde is niet geaccepteerd voor opstartkalibratie of kalibratie-update.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door, maar mogelijk met hiaat in CGM-gegevens.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd en maatregelen zijn getroffen.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Voer nog een vingerprik-BG-test uit en voer de waarde in de pomp in. U blijft herinneringen krijgen om een geldige BG-waarde in te voeren, tot de BG-waarde voor de herkalibratie wordt geaccepteerd. Voer of geen vingerprik-BG-waarde in als op het CGM-gegevens- of CGM-trendscherm wordt weergegeven.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), maximaal 3 maal om de 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
Waarschuwing: Gebruik een vingerprik-BG voor beslissingen over behandeling en CGM-kalibratie Oorzaak
Wordt aan het begin van elke CGM-sessie weergegeven.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Voer een vingerprikBG-test uit voordat u uw insulinedosis aanpast, eet, sport, of een andere beslissing over uw behandeling neemt.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker (in de menuopties van CGM instellen), eenmaal. Wordt niet luider.
CGM-waarsch. Voer BG in
Bevestigen
CGM-waarsch. Gebr. altijd vingerprikBG voor behandelings beslissingen en CGMkalibratie Bevestigen
151
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 151
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: CGM-sessie eindigt over 6 uur Oorzaak
In de huidige CGM-sessie resteren nog 6 uur voordat de periode van 7 dagen eindigt.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd. Iedere keer dat de pomp wordt geactiveerd, wordt op het scherm de werkelijk resterende tijd weergegeven, in plaats van de oorspronkelijke 6 uur van de eerste waarschuwing.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Vervang de sensor over 6 uur en start dan een nieuwe CGM-sessie.
Pieptonen/ trillingen
Stil (geen pieptonen of trillingen), eenmaal. Wordt niet luider.
Waarschuwing: CGM-sessie eindigt over 2 uur Oorzaak
In de huidige CGM-sessie resteren nog 2 uur voordat de periode van 7 dagen eindigt.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd. Iedere keer dat de pomp wordt geactiveerd, wordt op het scherm de werkelijk resterende tijd weergegeven, in plaats van de oorspronkelijke 2 uur van de eerste waarschuwing.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Vervang de sensor over 2 uur en start dan een nieuwe CGM-sessie.
Pieptonen/ trillingen
Stil (geen pieptonen of trillingen), eenmaal. Wordt niet luider.
CGM-waarsch. CGM-sessie eindigt over 06:00
Bevestigen
CGM-waarsch. CGM-sessie eindigt over 02:00
Bevestigen
152
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 152
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: CGM-sessie eindigt over 30 minuten Oorzaak
In de huidige CGM-sessie resteren nog 30 minuten voordat de periode van 7 dagen eindigt.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd. Iedere keer dat de pomp wordt geactiveerd, wordt op het scherm de werkelijke resterende tijd weergegeven, in plaats van de oorspronkelijke 30 minuten van de eerste waarschuwing.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Vervang de sensor over 30 minuten en start dan een nieuwe CGM-sessie.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), maximaal 3 maal om de 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
CGM-waarsch. CGM-sessie eindigt over 00:30
Bevestigen
CGM-waarsch.
Waarschuwing: CGM-sessie verstreken Oorzaak
De huidige CGM-sessie is verstreken.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM-sessie wordt beëindigd.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Vervang de sensor en begin een nieuwe sessie.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), maximaal 3 maal om de 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
Sensor verlopen. CGM-sessie beëindigd
Bevestigen
153
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 153
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: Glucosewaarde hoger dan Hoog alarm-waarde Oorzaak
Laatste CGM-resultaat is gelijk aan of hoger dan de grenswaarde die in de pomp is ingesteld.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Controleer BG met vingerpriktest.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Indien bevestigd is het uitstel de door de gebruiker ingestelde uitsteltijd. Wordt niet luider.
Waarschuwing: Glucosewaarde onder Laag alarm-waarde Oorzaak
Laatste CGM-resultaat is gelijk aan of lager dan de grenswaarde die in de pomp is ingesteld.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Controleer BG met vingerpriktest.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Indien bevestigd is het uitstel de door de gebruiker ingestelde uitsteltijd. Wordt niet luider.
CGM-waarsch. Glucosespiegel is boven hoge gebr. limiet
Bevestigen
CGM-waarsch. Glucosespiegel is onder lage gebr. limiet
Bevestigen
154
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 154
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: Glucosewaarden dalen sneller dan de grenswaarde voor dalingssnelheid
CGM-waarsch.
Oorzaak
CGM-resultaten dalen sneller dan de grenswaarde voor dalingssnelheid die in de pomp is ingesteld.
Glucosespiegel daalt te snel
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bevestigen
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Controleer BG met vingerpriktest.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), maximaal 3 maal om de 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
Waarschuwing: Glucosewaarden stijgen sneller dan de grenswaarde voor stijgingssnelheid
CGM-waarsch.
Oorzaak
CGM-resultaten stijgen sneller dan de grenswaarde voor stijgingssnelheid die in de pomp is ingesteld.
Glucosespiegel stijgt te snel
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bevestigen
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Controleer BG met vingerpriktest.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), maximaal 3 maal om de 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
155
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 155
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
CGM-waarsch.
Waarschuwing: Ongeldige zender-id Oorzaak
Het zenderidentificatienummer dat in de pomp is ingevoerd, is ongeldig.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM-sessie start niet.
Bericht
Wordt weergegeven totdat de melding is bevestigd of de pomp in de slaapstand gaat.
Maatregel
Druk op om de juiste id in te voeren of selecteer Annuleren en druk op om naar het CGMmenu terug te keren. Raadpleeg hoofdstuk 2 in deel II voor informatie over het invoeren van het zenderidentificatienummer.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker (in de menuopties van CGM instellen), eenmaal. Wordt niet luider.
Waarschuwing: Pomp en sensor/zender niet binnen RF-bereik
Oorzaak
De pomp en de sensor/zender bevinden zich niet binnen 3,6 meter van elkaar. De pomp kan geen CGM-resultaten ontvangen en de sensor/zender kan geen BG-waarden ontvangen voor kalibratie.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. Hiaat in de CGMgegevens voor de periode dat de apparaten niet binnen RF-bereik waren.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Plaats de apparaten dichter bij elkaar en wacht 10 minuten.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Indien bevestigd is het uitstel de door de gebruiker ingestelde uitsteltijd. Wordt niet luider.
Ongeldige zender-id
Opn.invoeren Annuleren
CGM-waarsch. Zender buiten bereik
Bevestigen
156
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 156
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
CGM-waarsch.
Waarschuwing: CGM-sessie gestopt Oorzaak
CGM-sessie is gestopt als gevolg van een andere waarschuwing.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM-sessie stopt.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Vervang de sensor en begin een nieuwe sessie.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), maximaal 3 maal om de 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
CGM-sessie gestopt
Bevestigen
CGM-waarsch.
Waarschuwing: Sensorstoring Oorzaak
Sensorfout die aangeeft dat de sensor niet goed werkt.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM-sessie wordt beëindigd.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur voor hulp. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animasdistributeur.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), maximaal 3 maal om de 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
CGM-sensorstoring Insulinetoediening gaat door.
Bevestigen
157
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 157
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
CGM-waarsch.
Waarschuwing: Sensorfout 0 Oorzaak
Sensorfout die aangeeft dat de sensor niet goed werkt.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. Hiaat in de CGMgegevens in de perioden dat de sensor niet werkte.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Wacht 15 minuten en voer dan ten minste één vingerprik-BG-waarde in de pomp in om te herkalibreren. Indien er geen CGM-resultaten worden weergegeven nadat meer BG-waarden zijn ingevoerd, moet de sensor worden vervangen.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Indien bevestigd is de uitsteltijd 15 minuten.
CGM-sensorfout 0, Insulinetoediening gaat door.
Bevestigen
CGM-waarsch.
Waarschuwing: Sensorfout 1 Oorzaak
Sensorfout die aangeeft dat de sensor niet goed werkt.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. Hiaat in de CGMgegevens in de perioden dat de sensor niet werkte.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Wacht 1 uur en voer dan ten minste één vingerprik-BG-waarde in de pomp in om te herkalibreren. Indien er geen CGM-resultaten worden weergegeven nadat meer BG-waarden zijn ingevoerd, moet de sensor worden vervangen.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Indien bevestigd is de uitsteltijd 15 minuten.
CGM-sensorfout 1, Insulinetoediening gaat door.
Bevestigen
158
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 158
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: CGM-gegevensstoring Oorzaak
Er is een communicatieprobleem opgetreden tussen de pomp en de sensor/zender.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM-sessie stopt.
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Neem contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur voor hulp. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animasdistributeur.
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
CGM-waarsch. CGM-storing Insulinetoediening gaat door. Bel service XXX-XXXXXXXX XXXXXXXXXX Bevestigen
CGM-waarsch.
Waarschuwing: Zenderbatterij bijna leeg Oorzaak
De zenderbatterij is bijna leeg.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door, maar mogelijk met hiaten in CGM-gegevens.
Bericht
Wordt altijd weergegeven als de pomp wordt geactiveerd totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op
Pieptonen/ trillingen
Door de gebruiker geselecteerd (in de menuopties CGM instellen), iedere 3 minuten tot bevestiging. Wordt niet luider.
Vervang CGMzender.Bijna lege battery
Bevestigen
om te bevestigen. Vervang de zender.
159
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 159
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Waarschuwing: Glucosewaarde lager dan 3,1 mmol/L
CGM-waarsch.
Oorzaak
Het laatste CGM-resultaat was gelijk aan of lager dan 3,1 mmol/L (vast ingestelde grenswaarde in de pomp, niet door de gebruiker geselecteerd).
Glucosespiegel is onder 3,1 mmol/L
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bevestigen
Bericht
Wordt bij elke activering van de pomp weergegeven totdat het bericht wordt bevestigd.
Maatregel
Druk op om te bevestigen. Controleer BG met vingerpriktest.
Pieptonen/ trillingen
Om de 3 minuten totdat het bericht wordt bevestigd. Indien bevestigd is de uitsteltijd 30 minuten. Wordt niet luider.
Let op!-melding: CGM-sessie door gebruiker gestopt Oorzaak
De gebruiker heeft de huidige CGM-sessie gestopt.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM-sessie wordt beëindigd.
Bericht
Eén keer weergegeven gedurende 4 seconden.
Maatregel
Niet nodig.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker (in de menuopties van CGM instellen), eenmaal. Wordt niet luider.
CGM Let op! CGM-sessie door gebr. gestopt
160
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 160
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
CGM Let op!
Let op!-melding: CGM-sessie actief Oorzaak
Zenderidentificatienummer kan niet worden ingevoerd als de CGM-sessie actief is.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM gaat door.
Bericht
Eén keer weergegeven gedurende 4 seconden.
Maatregel
Niet nodig.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker (in de menuopties van CGM instellen), eenmaal. Wordt niet luider.
CGM-sessie actief
CGM Let op!
Let op!-melding: CGM-sessie niet actief Oorzaak
U probeert een BG-kalibratiewaarde in het CGMmenu van de pomp in te voeren, maar er is geen CGM-sessie actief.
Gevolg
Insulinetoedieningen gaan door. CGM niet.
Bericht
Eén keer weergegeven gedurende 4 seconden.
Maatregel
Start desgewenst een nieuwe CGM-sessie.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker (in de menuopties van CGM instellen), eenmaal. Wordt niet luider.
CGM-sessie niet actief
161
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 161
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 10 - CGM-VEILIGHEIDSSYSTEEM EN -ALARMEN
Let op!-melding: CGM-gegevens niet beschikbaar als pomp is onderbroken Oorzaak
Als de pomp is onderbroken, zijn de CGMmenuopties niet beschikbaar.
Gevolg
Insulinetoediening momenteel onderbroken. Actieve CGM-sessie wordt voortgezet, maar CGMgegevens zijn niet beschikbaar op de pomp. Als u de insulinetoediening tijdelijk wilt onderbreken, maar wel CGM-resultaten wilt zien, moet u de toedieningsfunctie niet onderbreken. In plaats daarvan kunt u Tijdelijk basaal op OFF (UIT) zetten voor de duur van de gewenste onderbreking van de basale toediening.
Bericht
Eén keer weergegeven gedurende 4 seconden.
Maatregel
Pomp weer inschakelen.
Pieptonen/ trillingen
Geselecteerd door de gebruiker (in de menuopties van CGM instellen), eenmaal. Wordt niet luider.
CGM Let op! Pomp onderbroken Hervat pomp om CGM-data te zien
162
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 162
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 11 - V ERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
11
Verzorging en onderhoud van uw Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender Gebruik met uw Animas® Vibe™ systeem alleen door Dexcom geleverde onderdelen (Dexcom G4 PLATINUM-sensoren en -zenders). Gebruik geen sensoren en zenders van andere bedrijven.
Reiniging en desinfectie Reinigen verwijdert vuil van het oppervlak van de zender. Bacteriën en virussen worden er niet door gedood. De zender moet worden gereinigd als hij zichtbaar vuil is en na elk gebruik. U hebt een zachte, met water bevochtigde doek of een alcoholdoekje nodig.
De zender reinigen 1. Reinig de buitenkant van de zender met een uitgewrongen, enigszins met water bevochtigde doek of een alcoholdoekje.
2. De zender is waterbestendig als hij in de sensorhouder geklikt zit, maar u mag de zender zelf niet in vloeistof weken.
3. Gebruik geen zeep, nagellakremover of verfverdunner. Gebruik alleen isopropylalcohol en water. 4. Gebruik geen doekjes die een hechtmiddel bevatten (bijv. IV PREP). 5. Plaats de zender op een schone, droge doek en laat hem 2–3 minuten aan de lucht drogen.
163
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 163
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 11 - VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
De zender desinfecteren Door desinfecteren verwijdert en vernietigt u micro-organismen en pathogenen van het oppervlak van de zender. Desinfecteer de zender regelmatig of wanneer u vermoedt dat er bloed of lichaamsvloeistoffen in contact met het oppervlak zijn geweest. Als iemand anders, bijvoorbeeld een zorgverlener, u helpt met het gebruik van de zender, moet hij worden gedesinfecteerd voordat de andere persoon hem gebruikt. U hebt handschoenen, schone, droge absorberende doekjes, 70% isopropylalcoholdoekjes en meerdere desinfecterende doekjes met een bleekmiddeloplossing van 6500 ppm die bedoeld zijn om virussen te doden (zoals Dispatch® desinfectiedoekjes met bleekmiddel voor ziekenhuizen of een vergelijkbaar product) nodig.
Voorbereiding:
1. Neem voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van producten die door iemand anders zijn gedragen of gehanteerd.
2. Was uw handen grondig. 3. Draag de juiste persoonlijke veiligheidsuitrusting (handschoenen, veiligheidsbril, schort, enz.). Desinfectie:
1. Draag handschoenen. 2. Verwijder al het zichtbare vuil van het oppervlak met een desinfectiedoekje (neem de voorkant, achterkant en alle vier zijkanten van het hulpmiddel af).
3. Maak het oppervlak met een tweede desinfectiedoekje goed nat om de voorkant, achterkant en alle vier zijkanten af te nemen.
4. Het oppervlak moet ten minste 1 minuut bij kamertemperatuur (21 °C) nat blijven om voldoende gedesinfecteerd te worden. Gebruik meer desinfectiedoekjes om te zorgen dat het oppervlak een hele minuut nat blijft.
5. Droog de zender af met een schone, droge, absorberende doek. 6. Neem de buitenkant van de zender af met een 70% isopropylalcoholdoekje om restanten van het desinfectans te verwijderen.
7. Droog de zender af met een schone, droge, absorberende doek. 8. Plaats de zender op een schone, droge doek en laat hem 2-3 minuten aan de lucht drogen. 9. Trek uw handschoenen uit en werp ze weg als biologisch gevaarlijk afval. 10. Was uw handen grondig.
164
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 164
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 11 - VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Opslag Sensor • Bewaar de sensor in de steriele verpakking tot u hem gaat gebruiken. • Breng geen sensoren in waarvan de uiterste gebruiksdatum op het verpakkingsetiket verstreken is. De indeling van de uiterste gebruiksdatum is JJJJ-MM-DD. De sensor moet worden ingebracht voor het einde van de kalenderdag die op het verpakkingsetiket van de sensor is afgedrukt. • De opslagtemperatuur moet tussen 2 °C en 25 °C liggen. U kunt uw sensoren in de koelkast bewaren als de temperatuur daarin binnen dit bereik ligt. Sensoren mogen niet in een vriesvak of diepvriezer worden bewaard. • Bewaren bij een relatieve vochtigheid tussen 0% en 95%. Zender • Bewaar de zender schoon en veilig als hij niet gebruikt wordt. • De opslagtemperatuur moet tussen 0 °C en 45 °C liggen. • Bewaren bij een relatieve vochtigheid tussen 0% en 95%.
Afvoer Raadpleeg uw plaatselijke afvalverwerkingsinstantie voor aanwijzingen over het afvoeren van hulpmiddelen die elektronisch afval (zender) bevatten of van onderdelen die met bloed in aanraking zijn geweest (sensor en applicator).
165
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 165
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 11 - VERZORGING EN ONDERHOUD VAN UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
166
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 166
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 12 - PROBLEMEN MET UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER OPLOSSEN
12
Problemen met het inbrengen van de sensor Tijdens het inbrengen van de sensor kunnen problemen ontstaan, en ook als de sensorhouder niet aan uw lichaam blijft vastzitten. De meest voorkomende problemen worden in de onderstaande tabel genoemd, inclusief enkele oplossingen daarvoor. MOGELIJKE PROBLEMEN
Veiligheidsvergrendeling komt niet los van de applicator
VOORGESTELDE OPLOSSING
• Zorg dat u de vergrendeling er recht uittrekt en gebruik de pijlen op de veiligheidsvergrendeling als richtlijn. • Beweeg de vergrendeling niet heen en weer.
Kraag op de applicator kan niet omhoog worden getrokken
• Zorg dat de zuiger helemaal omlaag is geduwd voordat u de kraag omhoog trekt. • Trek de kraag krachtig omhoog.
Applicator komt niet los van de sensorhouder
• Trek de kraag helemaal omhoog. Deze moet zich dicht bij de bovenkant van de applicator bevinden. • Zorg dat de zendervergrendeling omlaag staat voordat u de ontgrendelingspalletjes indrukt. • Knijp dan het middelste gedeelte van de geribbelde ontgrendelingspalletjes aan de zijkant van de sensorhouder in en til de applicator omhoog, van uw lichaam af.
Zendervergrendeling kan niet gemakkelijk worden verwijderd
• Houd de sensorhouder met de ene hand omlaag en draai de vergrendeling met de andere hand ervan af. • Probeer niet de vergrendeling in een rechte beweging los te trekken.
Sensorhouder blijft niet op het lichaam zitten
• Gebruik geen crème of lotion op de huidplek waar u de sensorhouder bevestigt. • Reinig de huid met alcohol en zorg dat deze helemaal droog is voordat u de sensorhouder bevestigt. Laat geen restjes van hulpstoffen e.d. achter op de huidplek waar de naald wordt ingebracht. • U kunt medische hechtpleister (zoals Blenderm™) over de witte plakstrook van de sensorhouder plakken, maar plak de hechtpleister niet over de zender of de kunststof onderdelen van de sensorhouder.
167
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 167
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 12 - PROBLEMEN MET UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER OPLOSSEN
Problemen met CGM-kalibratie/-herkalibratie Uw sensor/zender moet op diverse tijdstippen worden gekalibreerd met behulp van vingerprik-BGwaarden. Nadat u (een) BG-waarde(n) in uw pomp hebt ingevoerd, kan u worden gevraagd nog (een) andere BG-waarde(n) in te voeren. CGM-KALIBRATIEPROBLEEM
Herhaalde verzoeken om BG-waarden in te voeren tijdens de startkalibratie
VOORGESTELDE OPLOSSING
• U moet 2 afzonderlijke vingerprik-BG-waarden invoeren als u daarom aan het eind van de 2 uur durende opstartperiode wordt verzocht. • De BG-waarden moeten tussen 2,2 en 22,2 mmol/L liggen en moeten in de laatste 5 minuten zijn gemeten. • U kunt herhaalde herinneringen krijgen dat u (een) andere BG-waarde(n) moet invoeren als een of beide BG-waarden die u hebt ingevoerd, niet wordt (worden) geaccepteerd. De herinnering zal blijven verschijnen totdat beide BG-waarden zijn geaccepteerd en de startkalibratie is geslaagd.
Herhaalde verzoeken om BG-waarden in te voeren tijdens de updatekalibratie/herkalibratie
• Voor de updatekalibratie moet u om de 12 uur ten minste één vingerprik-BG-waarde invoeren. • De BG-waarden moeten tussen 2,2 en 22,2 mmol/L liggen en moeten in de laatste 5 minuten zijn gemeten. • U kunt herinneringen krijgen dat u (een) andere BG-waarden(n) moet invoeren als de door u ingevoerde waarde niet is geaccepteerd. De herinnering zal blijven verschijnen totdat de BG-waarde is geaccepteerd en de updatekalibratie/herkalibratie is geslaagd.
Continue verzoeken om BG-waarden in te voeren, zelfs nadat alle instructies zijn opgevolgd
• Uw pomp en de sensor/zender communiceren wellicht niet. Zorg dat de apparaten zich binnen het RF-bereik of bevinden. Controleer of het symbool verschijnt in plaats van uw huidige CGM-resultaat op het CGM-gegevens- of -trendscherm. Voer geen vingerprik-BG-waarden in voor de startkalibratie of of updatekalibratie/herkalibratie als verschijnt. Wacht 10 minuten om te zien of de apparaten beginnen te communiceren en voer dan een nieuwe vingerprik-BG-waarde in. • De BG-waarden moeten tussen 2,2 en 22,2 mmol/L liggen en moeten in de laatste 5 minuten zijn gemeten. • Als uw pomp en sensor/zender communiceren, en u wordt nog steeds verzocht om aanvullende vingerprikBG-waarden in te voeren, moet u contact opnemen met uw plaatselijke Animas-distributeur voor hulp. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur.
168
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 168
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 12 - PROBLEMEN MET UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER OPLOSSEN
Problemen met RF-communicatie Bepaalde omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de RF-communicatie tussen uw pomp en de sensor/zender verloren gaat of wordt onderbroken. Als de RF-communicatie verloren gaat of in plaats van uw huidige CGM-resultaat op het of wordt onderbroken, verschijnt CGM-gegevensscherm en het CGM-trendscherm. Als uw pomp en sensor/zender zich niet binnen het RF-bereik bevinden, kan ook de waarschuwing Zender buiten bereik verschijnen of klinken (zie hoofdstuk 10 in deel II). De meest voorkomende oorzaken van verlies of onderbreking van RF-communicatie worden in de onderstaande tabel vermeld, inclusief enkele voorstellen om deze problemen op te lossen. U moet 10 minuten wachten nadat de RF-communicatie is hersteld voordat de CGM-resultaten weer op uw pomp verschijnen. MOGELIJKE OORZAAK VAN RF-COMMUNICATIEPROBLEMEN
VOORGESTELDE OPLOSSING
Uw pomp en sensor/zender bevinden zich niet binnen het toegestane RF-bereik
Zorg dat uw pomp en de sensor/zender zich binnen 3,6 meter van elkaar bevinden.
Vochtige kleding
Trek droge kleding aan.
Elektrische dekens
Verwijder de deken.
Water in zwembad of badkuip
Ga uit het water.
Waterbedden
Gebruik een normaal bed.
Metalen voorwerpen in de omgeving
Verwijder de metalen objecten of ga zelf op voldoende afstand van metalen objecten staan.
Veel elektrische ruis
Neem afstand van de ruisbron.
169
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 169
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 12 - PROBLEMEN MET UW DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER OPLOSSEN
Storingen/fouten van de sensor Uw CGM-sessie kan zijn onderbroken of gestopt vóór het einde van een volledige periode van 7 dagen vanwege een storing of fout van de sensor. Sensorstoringen – U ziet/hoort de waarschuwing Sensorstoring of CGM-gegevensstoring (zie hoofdstuk 10 in deel II) en de CGM-sessie stopt. Neem voor assistentie contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur voordat u een nieuwe sensor inbrengt en een nieuwe CGM-sessie start. Zie het patiëntenpasje dat is meegeleverd met uw Animas® Vibe™ insulinepomp voor de contactgegevens van uw plaatselijke Animas-distributeur. Sensorfouten – U ziet/hoort de waarschuwing CGM-sensorfout 0/fout 1 (zie hoofdstuk 10 in deel II). Er kunnen CGM-gegevens ontbreken van de periode waarin de sensor niet goed werkte. Soms worden sensorfouten vanzelf opgelost. De CGM-sessie wordt dan voortgezet. De sensor dient te worden vervangen als na herkalibratie geen CGM-resultaten verschijnen. Volg de onderstaande richtlijnen voor de beste resultaten met uw sensoren. MOGELIJKE PROBLEMEN
Beschadigde sensoren of sensoren waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken, of zender/sensor niet of niet goed bevestigd
VOORGESTELDE OPLOSSING
• Gebruik geen sensoren waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken. • Bewaar sensoren bij een temperatuur tussen 2 °C en 25 °C. Zie hoofdstuk 11 in deel II voor het onderhouden en bewaren van uw sensoren. • Zorg dat uw zender goed is vastgeklikt. • Controleer of uw sensorhouder niet is losgeraakt of opkrult.
170
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 170
2/11/14 3:01 PM
13
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Technische specificaties – Dexcom G4 PLATINUM-sensor en -zender Dexcom G4 PLATINUM-sensor Weergegeven glucosebereik
2,2–22,2 mmol/L (40–400 mg/dL)
Levensduur sensor
Max. 7 dagen
Kalibratie
Vingerpriktest met in de handel verkrijgbare BG-meter
Kalibratiebereik
2,2–22,2 mmol/L (40–400 mg/dL)
Opslagomstandigheden
Temperatuur: 2 ˚C–25 ˚C Vochtigheid: 0%–95% RV
Sterilisatie
Gesteriliseerd door bestraling
 

171
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 171
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Dexcom G4 PLATINUM-zender Afmetingen (inclusief sensorhouder)
Lengte: 3,8 cm Breedte: 2,3 cm Dikte: 1,3 cm
Gewicht (inclusief sensorhouder)
10,0 gram
Communicatiebereik
3,6 meter
Frequentiebereik
2,425–2,477 GHz
Stroomvoorziening
Zilveroxidebatterijen (kunnen niet worden vervangen)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur: 10 °C–42 °C Vochtigheid: 10%–95% RV

Opslagomstandigheden
Temperatuur: 0 °C–45 °C Vochtigheid: 0%–95% RV

Werkingshoogte
–152 tot 3657 meter
Beperkte garantie
6 maanden
Bescherming tegen indringing van water
IP28: geschikt voor continue onderdompeling in water (24 uur bij 2,4 m diepte)
Bescherming tegen elektrische schokken
Type BF met patiënt in contact komend onderdeel


172
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 172
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Werkingskenmerken van de Dexcom G4 PLATINUM-zender PARAMETER
WERKINGSKENMERKEN
Frequentietoewijzing
ISM-band
Frequentiebereik van zender
2,425–2,477 GHz
Bandbreedte
270,833 kHz
Maximaal uitgangsvermogen
1,25 mW EIRP
Modulatie
MSK
Gegevenssnelheid
50 kbps
Totale pakket
224 bits
Verzendbedrijfscyclus
4,48 ms bij elk van de 4 zenderfrequenties, om de 5 minuten
Gegevensdetectiebereik
3,6 meter
173
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 173
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Elektromagnetische emissies De informatie in dit hoofdstuk is bedoeld ter ondersteuning van de juiste werking van het Animas® Vibe™ systeem wat betreft elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Het opvolgen van deze richtlijnen garandeert niet dat het apparaat probleemloos zal werken, maar verschaft daarvoor wel een redelijke zekerheid. De tabellen in dit hoofdstuk zijn vereist volgens de EMC-norm, IEC 60601-1-2. Medische elektrische systemen vereisen speciale voorzorgsmaatregelen voor elektromagnetische compatibiliteit (EMC) en moeten worden geïnstalleerd en in gebruik genomen volgens de EMCinformatie in dit Gebruikershandboekje. Draagbare en mobiele RF-apparatuur kan negatieve gevolgen hebben voor medische elektrische systemen. Het gebruik van kabels en accessoires die niet in de specificaties van het Animas® Vibe™ systeem van Animas worden genoemd, is niet toegestaan. Het gebruik van dergelijke niet-toegestane kabels of accessoires kan de veiligheid, werking en EMC (verhoogde emissies of verlaagde immuniteit) nadelig beïnvloeden. Wees voorzichtig als het Animas® Vibe™ systeem naast of bovenop andere elektrische apparatuur staat. Als dit niet te voorkomen is, moet door waarneming worden gecontroleerd of het ene product niet door de nabijheid van het andere product nadelig wordt beïnvloed.
Richtlijnen en fabrikantenverklaring voor elektromagnetische emissies Het Animas® Vibe™ systeem is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van het Animas® Vibe™ systeem moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Emissietest RF-emissies CISPR 11
RF-emissies CISPR 11 Harmonische emissies IEC 61000-3-2 Spanningsfluctuaties/ flikkeremissies IEC 61000-3-3
Conformiteit
Elektromagnetische omgeving – Richtlijnen
Groep 1
Het Animas® Vibe™ systeem gebruikt alleen RF-energie voor haar interne functies. Daarom zijn de RF-emissies zeer laag en is het onwaarschijnlijk dat deze storingen veroorzaken in nabijgelegen elektrische apparatuur.
Klasse B
Niet van toepassing
Niet van toepassing
174
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 174
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Richtlijnen en fabrikantenverklaring – elektromagnetische immuniteit Het Animas® Vibe™ systeem is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van het Animas® Vibe™ systeem moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest
IEC 60601 Testniveau
Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving – Richtlijnen
Elektrostatische ontlading (ESD)
± 6 kV contact
± 8 kV contact ± 15 kV lucht (pomp, IEC 60601-2-24)
IEC 61000-4-2
± 8 kV lucht
± 6 kV contact ± 8 kV lucht (Zender)
Snelle elektrische transiënt/burst
± 2 kV voor voedingskabels
IEC 61000-4-4
± 1 kV voor ingangs-/ uitgangskabels
Piekspanning
± 1 kV kabel(s) naar kabel(s)
IEC 61000-4-5
De vloer dient van hout, beton of keramische tegels te zijn. Indien de vloer met synthetisch materiaal is bedekt, dient de relatieve vochtigheidsgraad ten minste 30% te zijn.
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
400 A/m (pomp, IEC 60601-2-24)
De sterkte van de magnetische velden van de netfrequentie dient overeen te komen met de sterkte in een standaard commerciële of ziekenhuisomgeving.
± 2 kV kabel(s) naar aarde
Kortstondige spanningsdalingen en ‑onderbrekingen en spanningsvariaties in netspanningsingangsleidingen
<5% UT (>95% daling van UT) tijdens 0,5 cyclus
IEC 61000-4-11
70% UT (30% daling van UT) tijdens 25 cycli
40% UT (60 % daling van UT) tijdens 5 cycli
<5% UT (>95% daling van UT) tijdens 5 s Netfrequentie (50/60 Hz) magnetisch veld IEC 61000-4-8
3 A/m
3 A/m (Zender)
OPMERKING: UT is de wisselstroomspanning vóór inschakeling van het testniveau.
175
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 175
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Richtlijnen en fabrikantenverklaring – elektromagnetische immuniteit Het Animas® Vibe™ systeem is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van het Animas® Vibe™ systeem moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest
IEC 60601 Testniveau
Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving – Richtlijnen
Geleide RF
3 Vrms 150 kHz tot 80 MHz
Niet van toepassing
3 V/m 80 MHz tot 2,5 GHz
10 V/m
IEC 61000-4-6 Uitgestraalde RF IEC 61000-4-3
De afstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en enig onderdeel van de Animas® Vibe™ insulinepomp, inclusief kabels, mag niet kleiner zijn dan de aanbevolen scheidingsafstand die is berekend met behulp van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender. Aanbevolen scheidingsafstand: d = 0,35 √P 80 MHz tot 800 MHz d = 0,7 √P 800 MHz tot 2,5 GHz waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is (volgens de fabrikant) en d de aanbevolen scheidingsafstand in meter (m) is. De veldsterkte van vaste RF-zenders, zoals vastgesteld door een elektromagnetische testa, moet lager zijn dan het conformiteitsniveau in elk frequentiebereikb. Er kunnen storingen optreden in de buurt van apparatuur met het volgende symbool: 
OPM. 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hoogste frequentiebereik van toepassing. OPM. 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. De voortplanting van elektromagnetische straling wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en personen. a De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiel/draadloos) en landmobiele
radio’s, amateur-radio, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen kan niet nauwkeurig theoretisch worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste RF-zenders te beoordelen, moet een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de plaats waar het Animas® Vibe™ systeem wordt gebruikt het toepasselijke, hierboven aangegeven HF-conformiteitsniveau overschrijdt, moet het Animas® Vibe™ systeem worden geobserveerd om te controleren of het normaal werkt. Als blijkt dat het niet normaal werkt, kunnen extra maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het verdraaien of verplaatsen van het Animas® Vibe™ systeem. b Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz dient de veldsterkte minder dan 3 V/m te zijn.
176
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 176
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur en de Animas® Vibe™ insulinepomp Het Animas® Vibe™ systeem is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen worden beheerst. De klant of gebruiker van het Animas® Vibe™ systeem kan elektromagnetische storingen helpen voorkomen door de hieronder aanbevolen minimale afstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en het Animas® Vibe™ systeem in acht te nemen, overeenkomstig het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur. Scheidingsafstand overeenkomstig de frequentie van de zender (m)
Maximaal nominaal uitgangsvermogen van de zender W
150 kHz tot 80 MHz d = [3,5] √P V1
80 MHz tot 800 MHz d = 0,35 √P
800 MHz tot 2,5 GHz d = 0,7 √P
0,01
Niet van toepassing
0,035
0,070
0,1
Niet van toepassing
0,11
0,22
1
Niet van toepassing
0,35
0,70
10
Niet van toepassing
1,11
2,2
100
Niet van toepassing
3,5
7,0
Voor zenders met een maximaal nominaal uitgangsvermogen dat niet hierboven is aangegeven, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meter (m) worden berekend met behulp van de vergelijking die van toepassing is op de zender, waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is, volgens de fabrikant van de zender. OPM. 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hoogste frequentiebereik van toepassing. OPM. 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische golfvoortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie door gebouwen, voorwerpen en personen.
177
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 177
2/11/14 3:01 PM
HOOFDSTUK 13 - T ECHNISCHE INFORMATIE DEXCOM G4 PLATINUM-SENSOR EN -ZENDER
Flownauwkeurigheid van de pomp na de eerste start (volgens IEC 60601-2-24) Gemiddelde stroomsnelheid tijdens een periode van 30 minuten. De metingen werden uitgevoerd bij een tussenliggende basale dosis van 2,0 E/uur volgens 60601-2-24:1998 bij kamertemperatuur. 4,0
Flowsnelheid (E/uur)
3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0
Gem. flowsnelheid (30 min) Ingestelde snelheid
0,5 0,0 0,0
5,0
10,0
1,0
20,0
Tijd (uur)
Flownauwkeurigheid van de pomp na de eerste stabilisatieperiode (volgens IEC 60601-2-24) De Trumpet-curve geeft de nauwkeurigheid van de stroomsnelheid tijdens een periode van 5 uur (300 toedieningen) weer als een functie van een gemiddelde-venster. De gerapporteerde procentuele foutafwijking wordt berekend op basis van de algehele gewichtstoename gedurende de hele T2-periode. 30,00
Fout in gemeten flowsnelheid (%)
20,00 10,00 0,00 -10,00 -20,00 -30,00
% fout: 0,38%
Ep(max) Ep(min) % fout
-40,00 10
30
50
70
90
Observatie-interval (min) (Uit de bovenstaande pompflowtest blijkt dat de toedieningsnauwkeurigheid van de pomp 0,38% is.) 178
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 178
2/11/14 3:01 PM
Bijlage A: Woordenlijst
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 7
2/11/14 3:01 PM
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 8
2/11/14 3:01 PM
BIJLAGE A: WOORDENLIJST
afsluiting - Afsluiting betekent ‘blokkering’. De Animas® Vibe™ insulinepomp is zo ontworpen dat blokkering van de insulinetoediening, met welke oorzaak dan ook, wordt opgemerkt. De pomp stopt dan automatisch met het toedienen van insuline en activeert een alarm om u te vragen de afsluiting te verwijderen. Daarna start de pomp weer. afsluitring - Zowel de reservoir- als de batterijdop is voorzien van een O-vormige ring van zacht materiaal, die als afdichting fungeert als de ring wordt samengedrukt. Afsluitringen werken alleen goed als het oppervlak niet beschadigd is (sneden, krassen, schuurplekken). alfacellen - Alfacellen komen voor in de alvleesklier. Zij produceren het hormoon glucagon, waardoor de BG-concentratie stijgt. alvleesklier - De alvleesklier is een klierorgaan net achter de maag, naast de lever. Het produceert verteringsenzymen die worden gebruikt om eiwitten in het voedsel af te breken. Het bevat alfacellen, die glucagon produceren, en bètacellen, die insuline produceren. applicator - Zie Sensorapplicator. audiobolus - Uw pomp heeft een speciale functie waarmee u een bolus kunt toedienen zonder op het scherm te hoeven kijken. Dit is handig als u de pomp onder uw kleding draagt. Nadat u deze functie hebt geactiveerd en geprogrammeerd, hoeft u alleen de zachte rubberen knop aan de rechterkant van uw pomp in te drukken om een bolus toe te dienen. basale dosis - De basale dosis is de hoeveelheid insuline die continu door een insulinepomp wordt toegediend. Deze wordt gemeten in eenheden per uur (E/uur). De basale dosis is meestal ca. 40% tot 60% van de dagelijks in totale toegediende hoeveelheid insuline. bètacellen - Bètacellen komen voor in de alvleesklier. Ze produceren insuline, waardoor de BG-concentratie daalt. Bij diabetes mellitus type 1 zijn de bètacellen onherstelbaar beschadigd, zodat het lichaam geen insuline meer kan produceren.
BG-concentratie - De BG-concentratie geeft aan hoeveel glucose (suiker) het bloed bevat. Deze ligt normaal gesproken tussen 3,9 en 6,1 mmol/L. BG-meter - Elke in de handel verkrijgbare BG-meter is geschikt voor gebruik met uw Animas® Vibe™ systeem. (BG-)test op alternatieve plaats - Hierbij meet u de BG-waarden op een andere plaats op uw lichaam dan uw vingertop. Gebruik de BG-waarden gemeten op een alternatieve plaats niet voor de CGM-kalibratie. BG-waarde - Het resultaat van een vingerprik-BGtest met uw in de handel verkrijgbare BG-meter. bolus - Een bolus is de hoeveelheid insuline die in één keer wordt toegediend, meestal vóór een maaltijd of als de BG-concentratie hoog is. canule - Een canule is een buisje dat in uw lichaam wordt ingebracht. Sommige infusiesets zijn zo ontworpen dat alleen de canule in het lichaam achterblijft en de inbrengnaald wordt verwijderd. CGM-kalibratie - Deze kalibratie vindt plaats als u vingerprik-BG-waarden bij de allereerste start van het systeem in de pomp invoert en daarna ten minste één keer om de 12 uur. Kalibraties zijn noodzakelijk zodat uw Animas® Vibe™ systeem de continue glucosewaarden en -trends kan weergeven. (Gebruik geen alternatieve testplaats voor de CGM-kalibratie.) CGM-onderdelen - De sensor, zender en andere onderdelen die voor het inbrengen/verwijderen van de sensor worden gebruikt. CGM-opstartperiode - De 2 uur durende opstartperiode nadat u de pomp hebt aangegeven dat u een nieuwe sensor hebt ingebracht (in deze periode worden geen CGM-resultaten verstrekt). CGM-resultaat - De continue glucosemonitoringwaarde die uw pomp om de 5 minuten verzendt.
179
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 179
2/11/14 3:01 PM
BIJLAGE A: WOORDENLIJST
CGM-trendpijlen (veranderingssnelheid) Pijlen op het CGM-gegevensscherm en CGMtrendscherm die aangeven hoe snel uw CGMresultaten veranderen. Zeven verschillende pijlen geven aan hoe snel en in welke richting uw glucose verandert. CGM-trends - Trends geven u informatie over het verloop van uw bloedglucoseconcentratie in de tijd; u kunt zien wat uw glucoseconcentratie is geweest en in welke richting deze gaat. De pomp beschikt over vijf glucosetrendgrafieken: de 1-uur-, 3-uur-, 6-uur-, 12-uur- en 24-uur-grafiek. Elke trendgrafiek toont de bloedglucosetrends in op het scherm weergegeven periode.
diabetes - Diabetes is een gecompliceerde ziekte waarbij het lichaam geen gezonde BG-concentratie kan behouden omdat het lichaam niet genoeg insuline kan produceren of de insuline niet goed kan gebruiken. Bij type 1 diabetes kan het lichaam geen insuline meer produceren en bij type 2 diabetes kan het lichaam de insuline niet goed gebruiken. diabetes type 1 - Diabetes type 1 wordt veroorzaakt door vernietiging van de bètacellen in de alvleesklier. Mensen met diabetes mellitus type 1 moeten insuline gebruiken om hun BG-concentratie te regelen.
diabetes type 2 - Diabetes type 2 komt meestal voor bij mensen vanaf 40 jaar. Bij mensen met diabetes type 2 gaan mettertijd in toenemend CGM-veiligheidsvergrendeling - De tempo bètacellen verloren. Zij kunnen hun veiligheidsvergrendeling houdt de naald in de applicator voordat u deze gaat inbrengen. Deze is BG-concentratie soms regelen met een individueel ook handig om de zender uit de sensorhouder los maaltijdenplan, lichamelijk activiteiten en het innemen van antidiabetica. Maar velen hebben te klikken na afloop van uw CGM-sessie. voor een optimale BG-regeling insuline nodig. combinatiebolus - Uw pomp biedt de mogelijkheid een bolus in 2 delen op te splitsen, diabetische ketoacidose (DKA) - DKA ontstaat als er onvoldoende insuline beschikbaar is om een normaal deel en een verlengd deel. Het glucose in de cellen te laten binnendringen. normale deel wordt helemaal tegelijkertijd toegediend, terwijl het verlengde deel gedurende De glucose kan dan niet in de cellen in energie worden omgezet. Het lichaam op zijn beurt een langere, door u ingestelde periode wordt toegediend. Een combinatiebolus is handig als u verbrandt dan spierweefsel en vet om energie voedsel eet dat koolhydraten bevat die langzamer op te wekken. Een afvalproduct van deze vetverbranding is ketonen. Ketonen hopen zich worden geabsorbeerd. op in het bloed en passeren dan de urine en longen. Deze aandoening kan worden vastgesteld continue glucosemonitoring (CGM) door middel van urine- en/of bloedonderzoek. e automatische meting van de Mensen die lijden aan DKA moeten meestal bloedglucoseconcentratie om de paar minuten in het ziekenhuis worden opgenomen en DKA met behulp van een ander(e) methode/apparaat kan dodelijk zijn als het niet onmiddellijk wordt dan een traditionele BG-meter. behandeld. dawnfenomeen - Uw lichaam kan ‘s morgens gastroparese - Gastroparese is een vroeg tijdens uw normale slaap meer insuline diabetescomplicatie waardoor de maag vertraagd nodig hebben ter compensatie van de afgifte wordt geleegd, wat weer leidt tot onvoorspelbare van diverse hormonen die de BG-concentratie schommelingen van de BG-concentratie. verhogen. Deze verhoogde behoefte aan insuline staat bekend als het dawnfenomeen en kan ervoor glucagon - Glucagon is een hormoon dat door de zorgen dat iemand met diabetes ‘s morgens bij alfacellen in de alvleesklier wordt geproduceerd. het wakker worden een hogere BG-concentratie heeft. De basale dosis die door de Animas® Vibe™ Het hormoon verhoogt de BG-concentratie. insulinepomp wordt toegediend, kan zo worden glucose - Glucose is een koolhydraat en de geprogrammeerd dat compensatie voor het belangrijkste energiebron van het lichaam. Het dawnfenomeen plaatsvindt.
180
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 180
2/11/14 3:01 PM
BIJLAGE A: WOORDENLIJST
wordt geproduceerd bij de voedselvertering, door de normale werking van de lever, en wordt door het bloed en andere vloeistoffen door het hele lichaam vervoerd. Hiaten in CGM-gegevens - Dit kan gebeuren als de pomp een CGM-resultaat niet weergeeft dat door de zender is verzonden. In plaats van een CGMresultaat kunnen symbolen worden weergegeven om u te laten weten dat de pomp een resultaat niet kan weergeven. hyperglycemie - Hyperglycemie staat ook bekend als hoge bloedglucose (BG). Het ontstaat als de BG-concentratie stijgt tot meer dan 10,0 mmol/L, en het lichaam onvoldoende insuline heeft of kan gebruiken om voedsel te verwerken. Tot de symptomen van hyperglycemie behoren o.a. misselijkheid, braken, spier- en gewrichtspijn, wazig zien, overmatige dorst en frequente urinelozing. In de loop der tijd kan gewichtsverlies ontstaan. Hyperglycemie kan ontstaan zelfs als men een insulinepomp gebruikt en kan, als het niet wordt behandeld, leiden tot diabetische ketoacidose (DKA). hypoglycemie - Hypoglycemie staat ook bekend als lage bloedglucose (BG). Het ontstaat als de BG-concentratie daalt tot minder dan 3,9 mmol/L. Dit kan gebeuren als aan iemand met diabetes te veel insuline is toegediend of bij meer dan normale lichamelijke activiteiten. Tot de symptomen van hypoglycemie behoren o.a. duizeligheid, trillend gevoel, snelle hartslag, plotseling hongerig gevoel, koude of klamme huid, wazig zien, verwardheid, stemmingswisselingen en een tintelend of doof gevoel in de handen, armen, tong of lippen. Hypoglycemie kan zelfs ontstaan als men een insulinepomp gebruikt en kan, als het niet wordt behandeld, leiden tot bewusteloosheid of diabetische coma. infrarood - Infrarood is een draadloze methode waarmee de Animas® Vibe™ insulinepomp met externe apparaten communiceert via een optisch signaal dat voor het menselijk oog onzichtbaar is. infusieplaats - De infusieplaats is de plaats op het lichaam waar de naald van de infusieset in de huid wordt gestoken.
infusieset - Een infusieset bestaat uit een dunne kunststof slang (verkrijgbaar in diverse lengtes) met een lueraansluiting aan het ene uiteinde en aan het andere uiteinde een zeer kleine canule die onder de huid wordt aangebracht. De slang wordt aangesloten op de insulinepomp en wordt gebruikt voor de toediening van insuline aan het lichaam. insuline - Insuline is een hormoon dat door de bètacellen in de alvleesklier wordt geproduceerd. Het lichaam heeft insuline nodig om de productie en het gebruik van glucose te regelen. insuline aanwezig (IOB) - Geeft aan hoeveel insuline van een vorige bolus nog in uw lichaam aanwezig is. Als u weet hoeveel insuline er nog aanwezig is, kunt u uw volgende bolus daarop aanpassen zodat niet te veel insuline wordt toegediend. U kunt de functie Insuline aanwezig op uw pomp gebruiken als u rekening wilt houden met de nog aanwezige insuline als u de gewenste bolushoeveelheden wilt berekenen. ‘Insuline aanwezig’ wordt vaak, zowel op het pompscherm als in voorbeelden van de schermen, verkort weergegeven als IOB (Insulin On Board). insuline-tot-koolhydraat-ratio (I:K-ratio Geeft aan voor hoeveel koolhydraten u 1 eenheid insuline kunt gebruiken. Uw I:K-ratio is een van de vele factoren die u gebruikt voor het berekenen van de hoeveelheid insuline die moet worden toegediend bij een bepaalde hoeveelheid koolhydraten. Uw pomp gebruikt de I:K-ratio die u in uw pomp hebt geprogrammeerd bij het berekenen van voorgestelde bolushoeveelheden. insulinegevoeligheidsfactor (IGF) - Geeft aan hoeveel u uw BG (in mmol/L) met 1 eenheid insuline kunt verlagen. Uw IGF is een van de vele factoren die u gebruikt voor het berekenen van de hoeveelheid insuline die moet worden toegediend bij een hoge BG-concentratie. Uw pomp gebruikt de IGF(‘s) die u in uw pomp hebt geprogrammeerd bij het berekenen van voorgestelde bolushoeveelheden.
181
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 181
2/11/14 3:01 PM
BIJLAGE A: WOORDENLIJST
insulinegrenzen - Insulinegrenzen zijn een programmeerbare functie van de Animas® Vibe™ insulinepomp. Na overleg met uw zorgteam kunt u in het menu Instellen geavanceerd de maximumgrenzen instellen voor toediening van de basale dosis, bolustoediening, 2-uurtoediening en totale dagelijkse toediening.
opstartperiode - Zie CGM-opstartperiode. radiofrequentie (RF) - De manier waarop CGMresultaten van de zender naar de pomp worden gezonden.
insulinepomp - Een insulinepomp is een klein, door een batterij gevoed hulpmiddel dat afgemeten hoeveelheden insuline via een infusieset in het lichaam pompt. DE POMP WERKT NIET AUTOMATISCH. U programmeert en regelt de pomp, en u moet dagelijks vier tot zes BG-tests uitvoeren om ervoor te zorgen dat de juiste hoeveelheden insuline door de pomp worden toegediend. kalibratie - Zie CGM-kalibratie. ketonen - Ketonen, of ketonlichamen, zijn stoffen die normaal door de lever worden geproduceerd, en door het spierweefsel worden gebruikt. Bij ontregeling van de diabetes raakt dit proces uit balans en kunnen zich ketonen in het bloed ophopen, in de urine terechtkomen en uiteindelijk leiden tot diabetische ketoacidose (DKA). Let op!-meldingen voor stijging en daling - Zie Let op!-meldingen voor stijging en daling van de CGM-resultaten. Let op!-meldingen voor stijging en daling van de CGM-resultaten (veranderingssnelheid) - Let op!-meldingen die zijn gebaseerd op hoe snel uw CGM-resultaten stijgen/dalen. Lueraansluiting - Een Luer-Lock- of lueraansluiting is een gestandaardiseerde aansluiting met een speciale schroefdraad die wordt gebruikt om de infusieset op het insulinereservoir van de pomp aan te sluiten. mmol/L - mmol/L is de eenheid voor het meten van de bloedglucoseconcentratie. Het is de afkorting van millimol glucose per liter bloed. Voor omrekening van mmol/L in mg/dL moet u de waarde delen door 0,055 of vermenigvuldigen met 18,02.
RF-bereik - De toegestane afstand tussen de pomp en de sensor/zender, waarbinnen onderlinge communicatie mogelijk is. sensorapplicator - Een voor eenmalig gebruik bestemd hulpmiddel dat bij aflevering aan de sensorhouder is bevestigd en waarmee de sensorsonde onder de huid worden aangebracht. In de applicator zit een naald die u kunt verwijderen nadat u de sensorsonde hebt ingebracht. sensorhouder - De kleine basis van de sensor die aan uw buik is bevestigd en die de zender en sensorsonde op hun plaats houden. Tijdens het gebruik van de sensor blijven alleen de sensorhouder en zender op uw huid achter. sensorsonde - Het gedeelte van de sensor dat samen met de applicator onder uw huid wordt aangebracht. Hiermee wordt de glucoseconcentratie in de omringende weefselvloeistof gemeten. standaard - Een pompinstelling die automatisch wordt geselecteerd tenzij er een andere optie wordt gekozen. stresshormonen - Stresshormonen (of ‘reactiehormonen’) worden door het lichaam geproduceerd bij intensieve lichamelijke of emotionele stress. Deze hormonen zorgen ervoor dat het lichaam glucose produceert. Als de glucose niet als energie wordt gebruikt, kunnen hyperglycemie en ketoacidose ontstaan. subcutaan - Subcutaan betekent onderhuids. De infusieset wordt subcutaan geplaatst.
182
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 182
2/11/14 3:01 PM
BIJLAGE A: WOORDENLIJST
tijdelijke (of tijd.) basaal - Door het instellen van een tijdelijke basale dosis kunt u uw huidige basaalprogramma gedurende een bepaalde periode verhogen of verlagen. Uw huidige basale dosis is gebaseerd op het basaalprogramma dat momenteel in uw pomp actief is. Als u een tijdelijke basale dosis instelt, selecteert u een procentuele verhoging of verlaging en vervolgens de gewenste periode waarin de verhoging of verlaging actief moet blijven. trendpijl - Zie CGM-trendpijl. veiligheidsvergrendeling - Zie CGMveiligheidsvergrendeling. vingerprik - Een bloedglucosetest afgenomen met een bloedglucosemeter waarbij een bloedmonster uit de vingertop wordt gebruikt. waarschuwing voor toediening van maximaal 2 uur - U kunt uw pomp zo instellen dat u wordt gewaarschuwd als de basale en bolusinsulinedosis samen de maximale 2-uurdosis overschrijden die u in uw pomp hebt ingesteld. waarschuwing voor toediening van maximale totale dagelijkse dosis (TDD) U kunt uw pomp zo instellen dat u wordt gewaarschuwd als de basale en bolusinsulinetoediening samen een bepaalde maximale dagelijkse hoeveelheid overschrijden die u in uw pomp hebt ingesteld. zender - Het CGM-onderdeel dat in de sensorhouder wordt vastgeklikt en dat CGMresultaten draadloos naar uw pomp zendt. zenderidentificatienummer Zenderidentificatienummer dat in uw pomp wordt ingevoerd, zodat deze met de zender kan communiceren. zendervergrendeling - Het kleine voor eenmalig gebruik bestemde onderdeel waarmee de zender in de sensorhouder wordt vastgeklikt. Dit wordt verwijderd nadat de zender is vastgeklikt.
183
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 183
2/11/14 3:01 PM
BIJLAGE A: WOORDENLIJST
184
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 184
2/11/14 3:01 PM
Index
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 9
2/11/14 3:01 PM
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 10
2/11/14 3:01 PM
INDEX 2-uur-insulinegrenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
A Aanzwellende toon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Achtbanen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII Activiteiten op grote hoogte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Afsluitingsgevoeligheid instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 106 Afsluitring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VI, 7, 12, 17, 89 Afvoer, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165 Afvoer, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Afvoer, pompbatterijen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 AICD.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V Alarm afsluiting/insulinetoediening gestopt. . . . . . . . . . 85 Alarm Auto-uit/insulinetoediening gestopt. . . . . . . . . . . . 87 Alarm Bel service/insulinetoediening gestopt. . . . . . . . 87 Alarmen, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111, 149 Alarmen, insulinetoediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 77 Alarmgeschiedenis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Alarm Leeg reservoir/insulinetoediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Alarm pompbatterij vervangen/insulinetoediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Audiobolus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5, 6, 53, 57 Audiobolus, stapgrootte toediening.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Auto-dim. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6, 51
B Basaalgeschiedenis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Basaalprogrammafuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Basaalprogramma, nakijken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Basaalprogramma, tijdelijk basaal. . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 31 Basale insulinegrenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Basisinstelling, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Batterijdop/ontluchtingsopening, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7, 12, 89 Batterijen plaatsen, insulinepomp.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Batterij, insulinepomp.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Batterij vervangen, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Batterij, zender.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109, 159 Benodigdheden nabestellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . XI Beoogde toepassing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . II BG-kalibratie, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68, 71, 127, 168 BG-kalibratiegeschiedenis, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142 BG-streefwaarden/-bereiken, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47, 60, 67, 70 Bolus annuleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Bolus, audio. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5, 6, 53, 57 Bolus, combinatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 49, 59, 73 Bolus, ezBolus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5, 6, 57, 59 Bolusgeschiedenis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Bolusinsulinegrenzen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Bolus, normaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Bolus, snel-KH.. . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 49, 54, 59, 61, 67, 69 Bolustoedieningssnelheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Botdichtheidsmeting.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V
C Calculatorfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 59 CGM-alarmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111, 149 CGM-BG-kalibratiegeschiedenis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142 CGM-gegevensscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 CGM-geschiedenis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141 CGM-geschiedenis, BG-kalibratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142 CGM-geschiedenis, start CGM-sessie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 141 CGM-geschiedenis, waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 CGM instellen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 CGM-kalibratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68, 71, 127, 168 CGM kalibreren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68, 71, 127, 168 CGM-Let op!-meldingen, dalingssnelheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114, 136, 155 CGM-Let op!-meldingen, hoge glucose. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 136, 154 CGM-Let op!-meldingen, lage glucose. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113, 136, 154 CGM-Let op!-meldingen, stijgingssnelheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114, 136, 155 CGM Let op!-meldingen uitstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112, 113, 114, 115 CGM-Let op!-meldingen, zender buiten bereik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115, 126, 156 CGM-opstartperiode.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 CGM-opstartperiode van 2 uur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 CGM-schermen, gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 CGM-schermen, trendgrafiek.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 CGM-sessie beëindigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145 CGM-sessie starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 CGM-sessie voltooien.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145 CGM-trendgrafiekscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 CGM-trendpijlen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132, 133 CGM-uitsteltijden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112, 113, 114, 115 CGM-veiligheidsinformatie.. . . . . . . . . III, IV, IX, X, 77, 149 CGM-waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111, 149 Colonoscopie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IV Combinatiebolus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 49, 59, 73 Contrastknop/CGM-snelkoppeling.. . . . . . . . 3, 6, 51, 132 CT-scan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IV, IX
D Dagelijkse insulinegrenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Datum instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
185
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 185
2/11/14 3:01 PM
INDEX De zender bevestigen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 Displaybeschermfolie.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2, 91 Displaybeschermfolie aanbrengen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Displaycontrast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6, 50 Displaytaal.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8, 50 Display time-out instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 DKA.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, 95, 99 Downloadfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VI, 7
I
Fluoroscopie van het lichaam. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V Functie Auto-uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Identificatienummer, zender. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108, 109 Infusieset. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, IV, VI, VIII, X, 7, 11, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 96, 98 Instellen, CGM.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Insuline aanwezig (IOB).. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 12, 47, 54, 55, 61, 63, 68, 69, 72, 132 Insulinegevoeligheidsfactor (IGF). . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 46 Insulinegrenzen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Insuline-koolhydraatratio (I:K-ratio). . . . . . . . . . . . . . . . VII, 45 Insulinepomp reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Insulinereservoir.. . . . . . . . . I, III, VI, VIII, 7, 16, 17, 18, 19 Insulinereservoir vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 21 Insulinetoediening hervatten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Insulinetoediening onderbreken.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Insulinetoedieningsalarmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 77 Insulinetoedieningswaarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . 14, 77 Intimiteit.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 IR (infrarood)/IR-venster. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
G
K
Garantie, insulinepomp en accessoires.. . . . . . 103, 104 Garantie, zender. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172 Geavanceerde bolusfuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 59 Geavanceerde functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Gegevensscherm, CGM.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 Geluiden instellen, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Geluiden instellen, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 111 Geluiden, pomp.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 77, 111, 149 Geschiedenis, CGM.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141 Geschiedenis CGM-sessiestart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141 Geschiedenis CGM-waarschuwingen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 Geschiedenis, pomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Geschiedenis Totale dagdosis (TDD). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Kabel voor draadloos downloaden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VI Ketoacidose. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, 95, 99 Kitinhoud.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Koolstofzinkbatterijen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VIII, 11
E ECG. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IV Echografie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V Elektrocauterisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IV Elektromagnetische velden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, VII ezBolus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5, 6, 57, 59
F
H Hartkatheterisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IV Help. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Herinnering BG controleren.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Herinneringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 49, 59, 74, 145 Hoge bloedglucose (BG). . . . . . . . . III, 95, 96, 97, 99, 102 Hoofdmenuscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Hoogte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89, 101 Hyperglycemie.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . II, 31, 59, 94, 95, 96, 97 Hypoglycemie.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . II, III, 16, 18, 19, 31, 59, 69, 93, 94, 95
L Lage bloedglucose (BG).. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93, 94, 95 Laserchirurgie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IV Let op!-melding Actief basaalprogramma leeg/geen basale toediening.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Let op!-melding Basale programmasegmenten wissen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 80 Let op!-melding BG-kalibratiewaarde ingevoerd terwijl CGM-sessie niet actief was. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161 Let op!-melding buiten bereik, CGM.. . . . 115, 126, 156 Let op!-melding CGM-gegevens niet beschikbaar/pomp onderbroken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162 Let op!-melding CGM-sessie gestopt door gebruiker. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 Let op!-melding dalingssnelheid, CGM.114, 136, 155 Let op!-meldingen, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111, 149 Let op!-meldingen insulinetoediening. . . . . . . . . . . . . 14, 77 Let op!-meldingen uitstellen, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112, 113, 114, 115 Let op!-meldingen voor de pomp. . . . . 14, 77, 111, 149 Let op!-melding hoge BG, insulinepomp.. . . . . . . . . 71, 79
186
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 186
2/11/14 3:01 PM
INDEX Let op!-melding hoge glucose, CGM.. . . . 113, 136, 154 Let op!-melding, insulinetoediening.. . . . . . . . . . . . . . . 14, 77 Let op!-melding lage BG, insulinepomp.. . . . . . . . . . 71, 79 Let op!-melding lage glucose, CGM. . . . . . 113, 136, 154 Let op!-melding stijgingssnelheid, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114, 136, 155 Let op!-melding Tijdelijk basaal minimum dosis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Let op!-melding tijdelijke en combinatiebolus geannuleerd/pomp onderbroken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Let op!-melding Wijziging in weergave basaalprogramma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Let op!-melding zenderidentificatienummer ingevoerd tijdens actieve CGM-sessie. . . . . . . . . . . . . 161 Lichaamsbeweging en sport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Luchtbellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VIII, 21, 98
M Magneten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, VII Mammogram.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V Max. 2-uur-insulinegrenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Max. basale insulinegrenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Max. bolusinsulinegrenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Max. dagelijkse insulinegrenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Medische procedures.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IV Meerdere basaalprogramma’s.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 49 Mobiele telefoons.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VIII, 108 Modus Bewerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 MRI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, IV, IX
N Normale bolus.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Nucleaire stresstest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V
O Onderbrekingsgeschiedenis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Onderhoud, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 Onderhoud, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Ontbrekende CGM-resultaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Oplaadbare batterijen, insulinepomp. . . . . . . . . . . . VIII, 11
P Pacemaker. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V Pijlen op schermen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132, 133 Pompalarmen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 77, 111, 149 Pompgeschiedenis, alarmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Pompgeschiedenis, basaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Pompgeschiedenis, bolus.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Pompgeschiedenis, onderbrekingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Pompgeschiedenis, totale dagelijkse dosis (TDD).. 36
Pompgeschiedenis, voorvullen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Pompstatus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Pompveiligheidsinformatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, IV, VI, VII, VIII, IX, X, 77, 149 Pomp voorvullen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12, 13, 16, 18, 19, 20 Pompwaarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14, 77, 111, 149 Pretparken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII Primaire ontluchtingsopening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Problemen oplossen, CGM.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167 Problemen oplossen, insulinepomp.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Programmeerknoppen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
R Radiofrequentie (RF). . . . . . . . . . . . . . . . . . 108, 109, 117, 169 Radiologieapparatuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III Reizen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 Reservoir. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I, III, VI, VIII, 7, 16, 17, 18, 19 Reservoir bijna leeg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 RF activeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108, 109 RF-lasapparatuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III RF-storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108, 169 RF-verbinding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108, 109, 117, 169 RF-verbinding maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108, 109 Richtlijnen voor ziektedagen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 99 Röntgenstralen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V, 102
S Schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . III, IV, VI, VIII, IX, 2, 6, 11, 12, 16, 17, 18, 19, 21, 90, 101, 102, 103, 104, 118, 170 Sensor inbrengen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117, 118 Sensor, inbrengen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117, 118 Sensor, verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147 Serienummer, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1, 43 Snel-BG-bolus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 49, 54, 59, 70, 72 Snel-KH-bolus. . . . . . . . . . . . . . . . . . VII, 49, 54, 59, 61, 67, 69 Startscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Statusfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Symbolen, CGM-schermen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132, 134 Symbolen, CGM-verpakking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 Symbolen, insulinepomp/verpakking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
T Taal instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Tandheelkundige röntgenfoto’s.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V Technische en klinische hulp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Technische specificaties, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171 Technische specificaties, insulinepomp. . . . . . . . . . . . . . 105 Therapeutische bestraling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V Therapeutische oncologie.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . V
187
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 187
2/11/14 3:01 PM
INDEX Tijdelijk basaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 31 Tijd en datum instellen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Tijd instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Tijdsindeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Time-out. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Toedieningssnelheid.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Trendgrafiekschermen, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
U Uitdroging.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99, 102 Uitsteltijden, CGM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112, 113, 114, 115
V Veiligheidsinformatie, CGM. . . . . . . . III, IV, IX, X, 77, 149 Veiligheidsinformatie, pomp. . . . . . . . . . . . . . . . . III, IV, VI, VII, VIII, IX, X, 77, 149 Vergrendelde knoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Vergrendelfunctie tegen manipulatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Vervangende pomp.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VIII, 102, 103 Vliegtuig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VII Voorvulgeschiedenis.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Voorvullen/terugspoelen. . . . . . . . . . III, 12, 13, 16, 18, 81
W Waarschuwing batterij bijna leeg, insulinepomp. . . . 82 Waarschuwing batterij bijna leeg, zender. . . . . . . . . . . . 159 Waarschuwing BG-waarde vereist voor CGMherkalibratie.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151 Waarschuwing BG-waarde vereist voor CGMkalibratie-update. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 Waarschuwing Bolustoediening geannuleerd.. . . . . . . . 85 Waarschuwing CGM-gegevensstoring.. . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Waarschuwing CGM-sessie gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157 Waarschuwing CGM-sessie verloopt-dertig minuten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 Waarschuwing CGM-sessie verloopt over dertig minuten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 Waarschuwing CGM-sessie verloopt over twee uur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152 Waarschuwing CGM-sessie verloopt over zes uur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152 Waarschuwing CGM-sessie verloopt-twee uur. . . . . . 152 Waarschuwing CGM-sessie verloopt-zes uur. . . . . . . . 152 Waarschuwing CGM-sessie verlopen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 Waarschuwingen, CGM.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111, 149 Waarschuwingen, insulinetoediening. . . . . . . . . . . . . 14, 77 Waarschuwing geen reservoir gedetecteerd/ geen insulinetoediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 Waarschuwing geen toediening/pomp onderbroken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Waarschuwing laag CGM-resultaat.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 Waarschuwing Meer dan 2 uur max./ insulinetoediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Waarschuwing Meer dan maximum basaal/ basale toediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Waarschuwing Meer dan maximum bolus/ bolustoediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 Waarschuwing Meer dan max TTD/ insulinetoediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Waarschuwing ongeldig zenderidentificatienummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156 Waarschuwing pomp niet voorgevuld/ insulinetoediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Waarschuwing reservoir bijna leeg. . . . . . . . . . . . . . . . . 52, 82 Waarschuwing reservoir bijna leeg/basale en bolustoediening gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84 Waarschuwing reservoir bijna leeg instellen. . . . . . . . . . 52 Waarschuwing sensorfout. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 Waarschuwing sensorstoring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157 Waarschuwing twee BG-waarden vereist voor CGM-kalibratie.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149 Waarschuwing tweede BG-waarde vereist voor CGM-kalibratie.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 Waarschuwing vingerprik-BG gebruiken. . . . . . . . . . . . . . 151 Waarschuwing Wijziging basaal niet opgeslagen/ basale toediening wordt gestopt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Waarschuwing Zenderbatterij bijna leeg.. . . . . . . . . . . . . 159 Waterdicht. . . . . . . . . . . . VI, VIII, 6, 7, 12, 89, 90, 101, 122
Z Zenderidentificatienummer.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108, 109 Zender reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 Zender, verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147 Zomer- en wintertijd aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Zwemmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101, 123
188
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 188
2/11/14 3:01 PM
AANTEKENINGEN
189
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 189
2/11/14 3:01 PM
AANTEKENINGEN
190
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 190
2/11/14 3:01 PM
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 191
2/11/14 3:01 PM
200 Lawrence Drive West Chester, PA 19380, VS Voor klantenservice buiten de Verenigde Staten neemt u contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur. 0086
LifeScan Europe Division of Cilag GmbH International Gubelstrasse 34 CH-6300 Zug, Switzerland Tel: +41 58 231 50 50 Raadpleeg het gebruikershandboekje
Compatibel met
Dexcom, Inc. 6340 Sequence Drive San Diego, CA 92121 VS Voor klantenservice buiten de Verenigde Staten neemt u contact op met uw plaatselijke Animas-distributeur. 0086
 MediTech Strategic Consultants B.V. Maastrichterlaan 127-129 NL - 6291 EN Vaals Tel: +31 (0)43 306 33 20 Fax: +31 (0)43 306 33 38
Voor dit product gelden één of meer Amerikaanse octrooien, waaronder 6,656,148 en andere octrooien zijn aangevraagd. Dexcom en Dexcom G4 PLATINUM zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Dexcom, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Animas® en Vibe™ zijn handelsmerken van Animas Corporation. Glucagon Emergency Kit® is een handelsmerk van Eli Lilly and Company. Energizer® is een handelsmerk van de Eveready Company. Novo Rapid® en NovoLog® zijn handelsmerken van Novo Nordisk A/S. Humalog® is een handelsmerk van Eli Lilly and Company. Apidra® is een handelsmerk van Sanofi Aventis. Tegaderm™ is een handelsmerk van 3M. Alle andere handelsmerken en auteursrechten zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars. ©2013 Animas Corporation. Alle rechten voorbehouden.
41029856_RevA_OB_VIBE_PL_NL_mmolL_R2.indd 192
410-298-56 P/N: 410-298-56 Rev. A Revisiedatum: 02/2014
2/11/14 3:01 PM