INSTRUCTIEBOEKJE voor D-pupillen en D-leiders (vooral bedoeld voor de overstap van E- naar D-pupil)
16m
65m
9.15m
9.15m
100m
1
REGELS VOOR D-PUPILLEN D-pupillen spelen op een heel speelveld. De afmetingen van de velden kunnen iets verschillen. In Nederland is de breedte ongeveer 65 meter en de lengte 100 meter. Het doel is net zo groot als het doel voor volwassenen. Een D-pupillenteam bestaat uit een keeper en tien veldspelers (met een minimum van zeven spelers). Doorlopend wisselen is bij de D-pupillen toegestaan. De speeltijd voor D-pupillen is 2 x 30 minuten. Het spel begint en wordt hervat na de rust en na elke doelpunt op de middenstip van het veld. Beide teams bevinden zich dan op eigen helft. Spelers van het team dat de aftrap niet neemt, mogen niet in middencirkel staan (omdat de minimale afstand bij een spelhervatting altijd 9.15 meter moet zijn). De eerste bal bij de aftrap moet altijd enigszins vooruit worden gespeeld. Vanaf de D-pupillen geldt de buitenspelregel. De officiële regel luidt: “Een speler staat buitenspel als een speler zich dichter bij de doellijn van de tegenpartij bevindt dan de bal en de voorlaatste verdediger, op het moment dat de bal in zijn richting geschoten wordt.” Een keeper wordt ook als een verdediger beschouwd. Het klinkt moeilijker dan het is. De herhalingen op televisie laten vaak goed zien wanneer het buitenspel is en wanneer niet.
Geen buitenspel. Op het moment dat de bal wordt gespeeld (plaatje 1), heeft de aanvaller met nummer 9 nog twee spelers voor zich, te weten de keeper en de verdediger. Het moment waarop de bal wordt gespeeld is bepalend, niet het moment waarop de bal wordt ontvangen. 2
Vlak voordat de vrije trap werd genomen zijn de witte verdedigers naar voren gehold. Op het moment van spelen staan nu vier blauwe aanvallers buitenspel.
Het is géén buitenspel als: je op je eigen speelhelft staat wanneer bal wordt gespeeld je gelijk staat met de voorlaatste tegenstander (keeper is laatste verdediger) je de bal ontvangt uit een doelschop, inworp of hoekschop je de bal van een tegenstander ontvangt je de bal van een medespeler ontvangt en ‘achter de bal’ blijft
De scorende speler krijgt de bal uit een inworp en staat dus niet buitenspel.
De rechterspits blijft achter de bal op het moment dat hij wordt aangespeeld: geen buitenspel
3
Uit een directe vrije schop mag je direct scoren. Een directe vrije wordt gegeven bij hands en een lichamelijke overtreding (duw, onderuit halen tegenstander). Uit een indirecte vrije schop mag niet direct gescoord worden. Bij een indirect vrije trap steekt de scheidsrechter zijn hand op. Een indirecte vrije schop wordt gegeven indien er een overtreding is gemaakt zonder direct lichamelijk contact. Bijvoorbeeld bij buitenspel, bij commentaar op de scheidsrechter, bij een terugspeelbal die de keeper in zijn handen neemt. Een vrije schop voor de verdedigende partij, na een overtreding in het strafschopgebied, wordt bij de D-pupillen - net als de doeltrappen - vanaf de rand van het eigen strafschopgebied genomen. Een strafschop kan worden gegeven als er door de verdedigende een overtreding wordt gemaakt in het strafschopgebied. Dat moet een overtreding zijn met de kenmerken van een directe vrije trap. Hands, een duw, een ongeoorloofde tackel. Een doelschop wordt gegeven wanneer de aanvallende partij de bal naast of over het doel schiet. De doelschop wordt bij de D-pupillen van de rand van het 16-meter gebied genomen. Een hoekschop wordt bij de D-pupillen genomen bij het streepje dat zich op circa 10 meter van de cornervlag bevindt. Niet op elk speelveld is zo’n streepje te vinden. Een inworp wordt op normale wijze genomen. Uit de nek gooien, voeten op de grond houden. En de voeten op of achter de lijn. Bij alle vrije trappen moeten de tegenstanders een afstand van minimaal 9.15 meter van de bal aanhouden. Bij een terugspeelbal mag de keeper de bal niet in de handen nemen. Indien de keeper een terugspeelbal in de handen neemt, volgt op die plek een indirecte vrije trap. Indien de afstand van de overtreding tot de doellijn minder is dan 9.15 meter, moeten de verdedigers die het ‘muurtje’ vormen op de doellijn plaatsnemen. De scheidsrechter kan besluiten een speler een gele of rode kaart te geven. Bij een gele kaart volgt 5 minuten tijdstraf (m.u.v. de D1). Het is dan niet toegestaan de betreffende speler te vervangen. Bij een directe rode kaart (of twee keer een gele) mag de speler niet meer terugkeren, speelt het team met een speler minder en wordt melding gemaakt aan KNVB, wat veelal tot een schorsing leidt. 4
AANDACHTSPUNTEN VOOR LEIDERS D-TEAMS Behalve de verandering van de grootte van het veld en het aantal spelers is voor de leiders van D-elftallen het grootste verschil dat hij of zij een digitaal wedstrijdformulier moet invullen en moet zorgen dat de KNVB-spelerspasjes van het team in orde zijn. KNVB-pas D-pupillen zijn verplicht een KNVB-spelerspas te hebben. Deze pas wordt verzorgd door de ledenadministratie. De pasjes van alle spelers van een team zitten in een mapje. Deze mapjes worden bewaard in het wedstrijdsecretariaat, en moeten na afloop van de wedstrijd weer teruggebracht worden bij Jonathan. De pasjes moeten worden getoond voor de wedstrijd bij het invullen van het digitaal wedstrijd formulier.
ZONDER EEN GELDIGE SPELERSPAS MAG EEN SPELER NIET SPELEN! - Als een pasje zoek raakt, moet dit gemeld worden bij de secretaris/ledenadministrateur:
[email protected] - Bij uitwedstrijden: pasjes ophalen in wedstrijdsecretariaat en na afloop weer terugbrengen. Niet in eigen beheer houden! Dat gaat per definitie een keer fout! - Speler lenen van ander team: neem dan ook zijn/haar spelerspas mee, anders is die gastspeler niet speelgerechtigd. En na de wedstrijd de spelerspas weer in mapje van zijn/haar oorspronkelijke team terug. Overig: Zorg voor een grensrechter Verwelkom de tegenpartij bij thuiswedstrijden Bij aanvang van het seizoen ontvangen jeugdleiders een uitgebreid document met belangrijke informatie, tips en tricks over de begeleiding van een jeugdteam. Besteed s.v.p. ruim aandacht aan dat document.
5