SIMPLY CLE VER
Dodatek Návodu k obsluze Superb holandsky 12.09 S74.5612.10.32 3T0 012 025 HD
ŠkodaSuperb SUPPLEMENT VOOR INSTRUCTIEBOEKJE Technische wijzigingen 12/2009
sn4.4.book Page 1 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Inleiding
Inleiding
Rode symbolen
Deze aanvulling vult het instructieboekje SUPERB uitgave 05.09 aan (hierna instructieboekje genoemd).
Betekenis van de rode symbolen:
De informatie in dit supplement heeft voorrang op de informatie in het instructieboekje. De speciale uitvoeringen zijn met een * aangeduid.
Oververhitte koppelingen van de automatische versnellingsbak DSG*
⇒ bladzijde 1
Škoda Auto a.s. wenst u een goede reis
Temperatuur van de koppelingen van de automatische versnellingsbak DSG*
Multifunctie-indicatie (boordcomputer)*
Als de temperatuur van de koppelingen van de automatische versnellingsbak DSG te hoog is, wordt in de informatiedisplay* het symbool en de waarschuwingstekst weergegeven:
De multifunctie-indicatie (volgens de uitrusting) biedt volgende informatie:
•
Olietemperatuur
1
Gearbox overheated: Stop! Owner's man.! (Versnellingsbak oververhit: Stop! Instructieboekje!) Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal.
Aanwijzing Als de olietemperatuur lager is dan 50°C of als in het systeem voor de controle van de olietemperatuur een fout aanwezig is, worden in plaats van de olietemperatuur drie streepjes weergegeven.
Informatiedisplay* (Combi) Instellingen In het menu Setup (instellingen) kunt u (volgens de uitrusting) de volgende menupunten kiezen:
•
Autom. blind (Autom. rolgordijn)
Automatisch rolgordijn (Combi) U kunt hier de functie van het automatische oprollen van de rolafdekking voor de bagageruimte, bij het openen van de kofferklep, activeren/ uitschakelen.
ATTENTIE! Als om technische redenen moet worden gestopt, parkeer de auto dan op een veilige afstand ten opzichte van het verkeer, zet de motor af en schakel de alarmlichten in.
Voorzichtig! Als de koppelingen van de automatische versnellingsbak oververhit zijn, stop de wagen dan en schakel de motor uit. Wacht tot het symbool met de waarschuwingstekst dooft - gevaar voor schade aan de versnellingsbak! Na het doven van het symbool en de waarschuwingstekst kunt u de rit voortzetten.
sn4.4.book Page 2 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
2
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)*
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)*
Batterij in de radiografische afstandsbediening vervangen
Afb. 1 ESP-toets
Als het ESP-systeem helpt om het voertuig te stabiliseren, dan knippert de controlelamp snel.
Afb. 2 Radiografische afstandsbediening - deksel verwijderen
Het ESP-systeem kan men niet uitschakelen, door het indrukken van de toets ⇒ afb. 1 wordt alleen het ASR-systeem uitgeschakeld, de controlelamp knippert dan langzaam. Indien in het ESP-systeem een storing is, licht het controlelampje continu op. Als het controlelampje gelijk na het starten van de motor gaat branden, kan het ESP-systeem om technische redenen zijn uitgeschakeld. In dit geval kunt u het ESPsysteem door het uit- en inschakelen van het contact opnieuw inschakelen. Als het controlelampje uitgaat, is het ESP-systeem weer volledig bedrijfszeker.
Afb. 3 Radiografische afstandsbediening B ⇒ afb. 2 Elke radiografische afstandsbediening heeft een batterij die in het deksel A A ⇒ afb. 3 is ondergebracht. Als de batterij leeg is, knippert de de rode controlelamp A na het indrukken van een toets van de radiografische afstandsbediening niet. Vervang de batterij als volgt:
– Klap de sleutel uit. – Druk het deksel van het batterijvak er met de duim of met een vlakke schroeven1 ⇒ afb. 2 af. draaier op de plaatsen van de pijlen A – Verwijder de lege batterij uit de sleutel door de batterij naar beneden te drukken 2 ⇒ afb. 2. op de plaats van de pijl A
sn4.4.book Page 3 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
KESSY-systeem* – Plaats de nieuwe batterij. Let erop dat het ’+’ teken op de batterij naar onderen moet wijzen. De juiste polariteit is op de afdekking van het batterijvak weergegeven.
3
Auto ont- en vergrendelen
– Breng het deksel van het batterijvak op de sleutel aan en druk erop tot dit hoorbaar vastklikt.
KESSY-systeem* Beschrijving van het systeem Het KESSY-systeem (Keyless Entry Start Exit System) maakt een comfortontgrendeling en -vergrendeling van de wagen en een starten zonder actief gebruik van de radiografische afstandsbediening mogelijk. Het is voldoende om de sleutel bij het ont- en vergrendelen resp. bij het starten bij zich te hebben, bv. in een zak. Centrale vergrendeling, Safe-beveiliging* en alarmsysteem* komen in hun werking overeen met de voertuigen zonder KESSY-systeem. Alleen de bedieningselementen zijn anders. Bedieningselementen van het systeem:
1 ⇒ afb. 4 • Sensor aan de buitenkant van de deurgreep van het voorportier A dient voor het vergrendelen van de auto. 2 ⇒ afb. 4 • Sensor aan de buitenkant van de deurgreep van het voorportier A dient voor het ontgrendelen van de auto.
Afb. 4 KESSY: Benaming van de zones en ont- / vergrendelen van de auto A of A B ⇒ afb. 4 op Als zich een geldige radiografische afstandsbediening in de zone A de auto bevindt, is het mogelijk het betrokken portier van deze zone te ontgrendelen. A bevindt, kunt u het portier vooraan links D.w.z. als de sleutel zich in de zone A C , dan is het mogelijk om de ontgrendelen. Bevindt de geldige sleutel zich in de zone A achterklep te ontgrendelen.
Auto ontgrendelen – Neem de deurgreep van het voorste portier of bedek met het volledige handvlak 2 ⇒ afb. 4, de auto wordt ontgrendeld. de sensor A
Auto vergrendelen – Sluit het bestuurders- of bijrijdersportier. 1 met de vingers aan, de auto wordt vergrendeld (neem daarbij – Raak de sensor A de deurgreep niet vast, anders kan de auto niet worden vergrendeld).
Safe-beveiliging* uitschakelen 1 met uw vingers. – Bedek twee keer binnen de 5 seconden de sensor A
Kofferklep ont- en vergrendelen – Druk op de greep van de kofferklep, de klep wordt ontgrendeld. Als de wagen met het systeem elektrische kofferklep* is uitgerust, begint de klep na het indrukken van de greep te openen.
sn4.4.book Page 4 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
4
KESSY-systeem*
– Als u de kofferklep sluit, wordt deze vergrendeld.
Key not found (Sleutel niet gevonden.)
Vergrendeling controleren
De melding wordt weergegeven als het contact aan staat, of als de motor draait en het systeem geen geldige sleutel in de auto vindt.
1 ⇒ bladzijde 3, afb. 4 is Na het vergrendelen van de auto met behulp van de sensor A 2 te het 2 seconden lang niet mogelijk om de auto met behulp van de sensor A ontgrendelen. Daarmee is het mogelijk om te controleren of de auto vergrendeld is door aan de greep te trekken.
Aanwijzing Als de accu van de auto of de batterij van de radiografische afstandsbediening zwak of leeg is, kan het zijn dat de auto niet via KESSY kan worden ont- of vergrendeld. Gebruik in dit geval de noodontgrendeling resp. -vergrendeling van het bestuurdersportier, zie handleiding.
Andere vergrendelingsmogelijkheden Bescherming tegen ongewild ontgrendelen van de sleutel in de auto Als de sleutel waarmee de auto werd vergrendeld, na het vergrendelen en sluiten van D blijft, wordt de bescheralle portieren, inclusief de kofferklep, in de auto in bereik A ming tegen ongewilde opsluiting van de sleutel in de auto geactiveerd en wordt de auto terug ontgrendeld. Via de activering van de bescherming tegen ongewild opsluiten van de sleutel in de auto wordt u door knipperen van de knipperlichten en door een melding in het informatiedisplay* Key in vehicle (sleutel in auto.) geïnformeerd. Bij auto's die met een alarmsysteem* zijn uitgerust, weerklinkt bovendien een akoestisch signaal.
Meldingen in de informatiedisplay* Enkele waarschuwings- en informatieteksten van het KESSY-systeem op de informatiedisplay*: No key De melding No key (’geen sleutel’) verschijnt als u de motor wilt starten en het systeem in de auto geen geldige sleutel vindt. Dit kan gebeuren wanneer de sleutel zich buiten de auto bevindt, de batterij in de sleutel leeg is, de sleutel defect is, of als het elektromagnetische veld sterk is gestoord.
Keyless defective (Keyless defect.) Fout in het KESSY-systeem, zoek een atelier op. Renew key battery! (Sleutelbatterij vervangen!) Lage spanning in de batterij van de radiografische afstandsbediening, vervang de batterij.
Auto uitschakelen 1 Als de auto binnen de 60 seconden niet wordt ontgrendeld, worden de sensoren A 2 ⇒ bladzijde 3, afb. 4 in de greep van het bijrijdersportier automatisch uitgeen A schakeld. Voor een nieuwe activering moeten de volgende voorwaarden worden vervuld: 2 ontgrendeling van het bestuurdersportier met behulp van de sensor A ⇒ bladzijde 3, afb. 4,
druk op de greep van de kofferklep,
ontgrendeling van de auto met de toets op de radiografische afstandsbediening,
noodontgrendeling van het bestuurdersportier (zie handleiding).
1 Als de auto binnen de 90 seconden niet wordt ontgrendeld, worden de sensoren A 2 ⇒ bladzijde 3, afb. 4 in de greep van het bijrijdersportier automatisch uitgeen A schakeld. Voor een nieuwe activering moeten de volgende voorwaarden worden vervuld:
ontgrendeling van de auto met de toets op de radiografische afstandsbediening,
noodontgrendeling van het bestuurdersportier (zie handleiding).
Comfortschakeling ruiten 1 ⇒ bladzijde 3, afb. 4 langer dan 2 Als u uw vinger bij het vergrendelen van de auto A seconden op de sensor houdt, worden geopende ramen en het panorama-schuifdak 1 los, dan wordt de sluitprocedure onderbroken. Als u de gesloten. Laat u de sensor A
sn4.4.book Page 5 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Elektrische kofferklep* (Combi) 1 terug aanraakt, wordt de sluitprocedure van de ramen van het panoramasensor A schuifdak voortgezet.
Als u tijdens de sluitprocedure van de ramen en van het panorama-schuifdak door 1 en onmiddellijk sensor A 2 aanraakt, of aan de greep trekt, middel van de sensor A worden alle ramen en het panorama-schuifdak terug geopend.
Elektrische kofferklep* (Combi) Omschrijving
5
B aan de onderkant van de kofferkelp (alleen bij door middel van de toets A geopende klep toegankelijk),
door middel van de toets op de middenconsole ⇒ afb. 6.
ATTENTIE! Ga bij het sluiten van de klep nooit in het sluitbereik van de klep staan - gevaar voor ongevallen!
•
Voorzichtig!
In een kritieke situatie kan de klepbeweging door een korte, snelle beweging tegen de klep stoppen.
•
Controleer voor het openen resp. sluiten van klep of zich in het openings- resp. sluitbereik geen voorwerpen bevinden die de beweging kunnen hinderen (bv. lading op de dakbagagedrager of op de aanhanger, enz.). - Gevaar voor beschadiging van de klep!
•
Let erop dat boven de geopende kofferklep nog minstens 10 cm vrije ruimte is (bv. afstand van het plafond van de garage). Anders kan het gebeuren dat de vrije ruimte boven de geopende klep na een ontlasting van de auto (bv. na het uitladen) niet meer voldoende is - Gevaar van beschadiging van de klep!
•
Afb. 5 Bediening van de klep
probeer niet om de klep tijdens de elektrische sluitprocedure manueel te sluiten. Het systeem van de elektrische kofferklep kan daarbij worden beschadigd.
•
Als u de klep manueel sluit, let er dan op dat u bij het narukken van de klep in het slot op het midden van de kant boven het Skoda-logo drukt.
• Afb. 6 Bediening van de klep - Toets op de middenconsole
Voor de bediening van de elektrische kofferklep zijn er meerdere mogelijkheden: Druk gedurende circa 1 seconden op de toets voor de ontgrendeling van de kofferklep op de radiografische afstandsbediening,
A ⇒ afb. 5 boven het kenteken, met de greep A
Aanwijzing
Als het elektrische openen van de klep met de toets op de radiografische afstandsbediening of met de toets op de middenconsole werd uitgelokt, weerklinkt tijdens de beweging van de klep een onderbroken akoestisch signaal.
•
De elektrische kofferklep is met een krachtbegrenzing uitgerust. Als de klep bij het sluiten op een hindernis stoot, stopt ze en weerklinkt een akoestisch signaal.
•
Het manuele openen en sluiten van de kofferklep is slechts in uitzonderlijke gevallen, en weliswaar langzaam, zonder bruuske bewegingen - mogelijk in de buurt van het midden van de klep; door bediening aan de zijkanten van de klep kan de elektrische klep worden beschadigd.
sn4.4.book Page 6 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
6
Elektrische kofferklep* (Combi)
•
Als de klep is belast (bv. door een hoge sneeuwlaag), kan het openen van de klep onder bepaalde omstandigheden stoppen. Om de elektrische werking van de klep te waarborgen, moet u de klep ontlasten.
Bediening van de kofferklep met de radiografische afstandsbediening en met de toets op de middenconsole Actie
Beschrijving van de bediening
Opening Stoppen Sluiten
Afb. 7 Benaming van de bereiken
Bij de klepbediening onderscheidt het systeem 3 bereiken ⇒ afb. 7 waarin de werking van de individuele bedieningselementen verandert. Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen de eindposities van de klep - volledig gesloten in gezekerd slot en volledig geopend. Symbolenverklaring
Bereik
Gesloten klep
1 A
2 A
3 A
Geopende klep
Bij een ingeschakeld contact werkt de bediening van de kofferklep met de radiografische afstandsbediening niet. Als de auto van buiten werd vergrendeld, is de bediening van de kofferklep met de toets op de middenconsole ⇒ bladzijde 5, afb. 6 niet functioneel. A Bediening van de kofferklep met de greep A
Actie
Uitvoerbare actie
Opening
Niet uitvoerbare actie
Stoppen
Beweging in tegenovergestelde richting dan de vorige beweging
Sluiten
Bereik
Gesloten klep
1 A
2 A
3 A
Geopende klep
A ⇒ bladzijde 5, afb. 5 is alleen bij een De bediening van de kofferklep met de greep A ontgrendelde auto mogelijk.
sn4.4.book Page 7 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Elektrische kofferklep* (Combi) B Bediening van de kofferklep met de binnenste toets A
Actie
3 niet actief, de uitbreiding van het bereik A 2 verandert evenredig met de het bereik A ingestelde bovenste positie van de klep.
Bereik
Gesloten klep
1 A
2 A
3 A
Geopende klep
Opening Stoppen Sluiten
7
B ⇒ bladzijde 5, afb. 5 is De bediening van de kofferklep met de binnenste toets A alleen bij geopende kofferklep mogelijk.
Akoestische signalen Tijdens de elektrische bediening van de klep zijn akoestische signalen actief. Deze vervullen een veiligheidsfunctie en geven informatie over het succes van een uitgevoerde actie.
Bovenste positie van de klep instellen Bij begrensde ruimte voor de opening van de klep (bv. garagehoogte) of voor een comfortabelere bediening (bv. volgens de lichaamslengte) is een instelling van de bovenste positie van de kofferklep mogelijk.
Bovenste positie van de klep instellen – Houd de klep in de gewenste positie (elektrisch of manueel) tegen. B ⇒ bladzijde 5, afb. 5 en houd deze ca. 3 seconden – Druk op de binnenste toets A ingedrukt. De opslag van de positie in het geheugen van het regelapparaat wordt met een akoestisch signaal bevestigd.
Ingestelde kleppositie wissen – Til de klep voorzichtig manueel in de maximale openingsstand. B ca. 3 seconden ingedrukt. Er weerklinkt een akoesti– Houd de binnenste toets A sche signaal, de oorspronkelijk ingestelde hoogte wordt uit het geheugen van het regelapparaat gewist en de basispositie van de bovenst kleppositie wordt terug ingesteld.
Signalen
Status
Onderbroken toon
Openen (met de toets op de radiografische afstandsbediening of met de toets op de middenconsole ⇒ bladzijde 5, afb. 6)
1 Continue toon
Krachtbegrenzing
•
3 toenemende tonen
Bevestiging van de opslag van de kleppositie
•
3 gelijke tonen
Storing
Aanwijzing 3 ⇒ bladzijde 6, afb. 7 verandert evenredig volgens de De uitbreiding van het bereik A instelling van de bovenste positie van de klep ⇒ bladzijde 7, ’Bovenste positie van de 2 wordt klep instellen’. Bij instelling van de bovenste positie van de klep in het bereik A
Aanwijzing
De klep opent altijd op de hoogte die laatst in het geheugen van het regelapparaat werd opgeslagen. De bovenste positie die bij het automatisch openen van de klep wordt bereikt, is altijd kleiner dan de maximale bovenste positie die met de manuele opening van de klep te bereiken is.
Functiestoringen Als bij een geopende kofferklep de batterij af- en terug aangeklemd wordt, moet het systeem van de elektrische kofferklep worden geactiveerd. Onder activeren verstaat men de initialisering van het regelapparaat door manueel sluiten van de klep. Daar-
sn4.4.book Page 8 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
8
Noodontgrendeling van de kofferklep/achterklep (combi)
door wordt de eindpositie van de klep als volledig gesloten in het gezekerd slot opgeslagen. Mogelijke storingen van de elektrische kofferklep:
Noodontgrendeling van de kofferklep/achterklep (combi)
Voorbeelden van functiestoringen Beschrijving van de storing
Mogelijke oplossingen
De klep kan niet uit het slot worden getild Noodontgrendeling van de klep ⇒ bladzijde 8
De klep reageert niet op een openingssignaal
Verwijderen van de eventuele hindernis (bv. sneeuw), opnieuw openen van de klep ⇒ bladzijde 6, ’Beschrijving van de bediening’ drukken van de greep aan de onderkant van de kofferklep en de klep naar boven trekken
De klep blijft in de bovenste positie
Manueel sluiten van de klep (langzaam en zonder bruuske bewegingen)
Afb. 8 Noodontgrendeling van de kofferklep/achterklep
In geval van een storing aan de centrale vergrendeling kunt u de kofferklep/achterklep als volgt openen: – Klap de leuning van de achterstoel naar voren (zie handleiding). 1 ⇒ afb. 8 een schroevendraaier tot aan de aanslag. – Steek in de opening A
– Door de beweging in de pijlrichting ontgrendelt u de klep.
Aanwijzing
– Open van buitenaf de kofferklep.
Neem bij een storing aan de elektrische kofferdeksel tot een atelier.
Voorzichtig! De kofferklep kunt u ook met de autosleutel noodontgrendelen, maar alleen in een kritieke situatie - gevaar voor beschadiging van de sleutel.
Panorama-schuifdak* (Combi) Inleiding Het panorama-schuifdak met oprolbare zonwering kunt u alleen bij ingeschakeld contact met de draaischakelaar bedienen ⇒ bladzijde 9, afb. 9. De draaischakelaar heeft meerdere standen.
sn4.4.book Page 9 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Panorama-schuifdak* (Combi) Als het contact wordt uitgeschakeld, kan het panorama-schuifdak resp. de elektrische oprolbare zonwering nog ca. 10 minuten daarna worden geopend, gesloten of gekanteld. Zodra u echter één van de voorportieren opent, kunnen het panorama-schuifdak en de elektrische oprolbare zonwering niet meer worden bediend.
Panorama-schuifdak openen en kantelen
9
Voorzichtig! Tijdens de winter moet u vóór het openen eventueel ijs en sneeuw in de buurt van het panorama-schuifdak verwijderen om beschadiging van het openingsmechanisme te voorkomen.
Panorama-schuifdak sluiten Sluiten A ⇒ afb. 9. – Draai de schakelaar in stand A
Krachtbegrenzing
Afb. 9 Draaischakelaar voor het panorama-schuifdak
Het panorama-schuifdak is van een krachtbegrenzer voorzien. Het panoramaschuifdak en komt enkele centimeters terug als dit door een weerstand (bijv. ijs) niet kan worden gesloten. Het panorama-schuifdak kan zonder krachtbegrenzer geheel A ⇒ afb. 9 vooraan zo worden gesloten door de schakelaar aan de voorzijde in stand A lang in te drukken totdat het panorama-schuifdak volledig is gesloten ⇒ .
Comfortstand C ⇒ afb. 9. – Draai de schakelaar in stand A
Gedeeltelijk openen D . – Draai de schakelaar in een stand in bereik A
ATTENTIE! Sluit het panorama-schuifdak voorzichtig - gevaar voor verwondingen!
Oprolbare zonwering openen en sluiten
Volledig openen B en houd hem in deze stand (veerstand). – Draai de schakelaar in stand A
Kantelen en sluiten – Voor het kantelen, drukt u de schakelaar bij de inkeping in de richting van het dak. – Om te sluiten de schakelaar bij de inkeping naar beneden en naar voren trekken. Als het panorama-schuifdak zich in de comfortpositie bevindt, vermindert de intensiteit van het windgeluid.
Afb. 10 Toetsen voor de oprolbare zonwering
U kunt de oprolbare zonwering apart met behulp van de toetsen openen resp. sluiten ⇒ afb. 10.
sn4.4.book Page 10 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
10
Panorama-schuifdak* (Combi)
Opening
•
E ⇒ bladzijde 9, afb. 10 – Om de zonwering volledig te openen, kort op de toets A drukken.
Noodbediening
Het panorama-schuifdak kan niet via de comfortbediening worden geopend.
E drukken en – Om de zonwering in de gewenste positie te openen, op de toets A deze ingedrukt houden. Als de toets wordt losgelaten, wordt het openen gestopt.
Sluiten F ⇒ bladzijde 9, afb. 10 – Om de zonwering volledig te openen, kort op de toets A drukken. F drukken en – Om de zonwering in de gewenste positie te openen, op de toets A deze ingedrukt houden. Als de toets wordt losgelaten, wordt het openen gestopt.
Centrale bediening comfort
Afb. 11 Uitsnede van het dakraam: Breng voor het aanzetten een schroevendraaier (links) aan en de noodbediening (rechts)
U kunt het panorama-schuifdak en de oprolbare zonwering ook van buiten met de radiografische afstandsbediening of bij het KESSY*-systeem met behulp van de sensor 1 ⇒ bladzijde 3, afb. 4 bedienen. A
Bij een defect systeem kan het panorama-schuifdak met de hand worden gesloten, resp. worden geopend.
Panorama-schuifdak sluiten – Houd de vergrendelingstoets op de radiografische afstandsbediening ingedrukt of 1 ⇒ bladzijde 3, afb. 4 tot houd bij het KESSY*-systeem een vinger op de sensor A het panorama-schuifdak is gesloten. Het panorama-schuifdak en de oprolbare zonwering worden samen gesloten. 1 bij het KESSY*-systeem wordt de sluitNa het loslaten van de toets of van de sensor A procedure onmiddellijk onderbroken.
Panorama-schuifdak kantelen – Houd de ontgrendelingstoets op de radiografische afstandsbediening ingedrukt of 1 ⇒ bladzijde 3, afb. 4 tot houd bij het KESSY*-systeem een vinger op de sensor A het panorama-schuifdak is gekanteld. Samen met het kantelen van het panoramaschuifdak wordt de oprolbare zonwering geopend.
•
Aanwijzing De krachtbegrenzer werkt ook bij het comfortsluiten.
– Plaats een schroevendraaier met de plat blad voorzichtig tegen de achterzijde van A ⇒ afb. 11. de afdekkap voor de elektrische aandrijving A – Trek de afdekkap naar beneden toe los. B en sluit, resp. – Steek een 4-mm-inbussleutel tot aan de aanslag in de opening A open het panorama-schuifdak.
– Druk de afdekkap weer op zijn plaats door eerst de plastic nokjes op hun plaats aan te brengen en daarna de afdekkap naar boven te drukken. – Laat de storing door een dealer opheffen.
Aanwijzing Na elke noodbediening moet het dak worden geïnitialiseerd ⇒ bladzijde 11, ’Panorama-schuifdak initialiseren’.
sn4.4.book Page 11 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Dagrijlicht*
Panorama-schuifdak initialiseren
Leeslampjes achter* (Combi)
Na het af- en terug aanklemmen van de accu moeten het panorama-schuifdak en de oprolbare zonwering worden geïnitialiseerd.
Geldt voor auto's die met een panorama-schuifdak zijn uitgerust.
11
Voor het initialiseren van het panorama-schuifdak houdt u de draaischakelaar in de A ⇒ bladzijde 9, afb. 9 voor ca. 10 seconden. positie A F Voor het initialiseren van de oprolbare zonwering drukt u de schakelaar A ⇒ bladzijde 9, afb. 10 voor ca. 10 seconden in.
Als het panorama-schuifdak resp. de oprolbare zonwering bij het af- en terug aanklemmen van de accu niet volledig is gesloten, moet u eerst het panoramaschuifdak resp. de oprolbare zonwering sluiten ⇒ bladzijde 9, ’Panorama-schuifdak sluiten’ ⇒ bladzijde 9, ’Oprolbare zonwering openen en sluiten’. Pas daarna is het mogelijk om de initialisering uit te voeren.
Dagrijlicht*
Afb. 12 Uitsnede van het dakraam: Leeslampjes achter
Binnenverlichting inschakelen – Druk het afdekglas in het bereik van het symbool ⇒ afb. 12.
In enkele landen eisen de nationale wettelijke bepalingen dat bij geactiveerde functie dagrijlicht ook het standlicht samen met de lampen voor het dagrijlicht brandt.
Binnenverlichting uitschakelen
Interieurverlichting vooraan
Portiercontactschakeling
– Druk het afdekglas in het bereik van het symbool O.
– Plaats het afdekglas in de middenstand . In de interieurverlichting zijn twee diffuse lampen* geïntegreerd die de versnellingshendel en het middenstuk van het dashboard verlichten. Deze worden automatisch gelijktijdig met het inschakelen van het stadslicht ingeschakeld. Bovendien wordt na het inschakelen van het contact bij ingeschakeld stadslicht de verlichting portierhandgreep* ingeschakeld.
Portierwaarschuwingslampje* De waarschuwingslamp* bevindt zich in de onderste portierbekleding.
sn4.4.book Page 12 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
12
Kofferverlichting (Combi)
Kofferverlichting (Combi)
De lamp terug in de houder aanbrengen
Uitneembare lamp
– Breng de uitgeschakelde lamp eerst in de houder aan die zich aan de kant van de kofferklep bevindt en druk de lamp daarna naar de andere kant tot ze hoorbaar vastklikt. Bediening van de lamp
• • •
A een keer indrukken, de lamp brandt op 100% van de lichtintensiteit. Toets A A opnieuw indrukken, de lamp brandt op 50% van de lichtintensiteit. Toets A A nogmaals indrukken, de lamp dooft. Toets A
Voorzichtig! Afb. 13 Uitneembare lamp
Aan de linkerkant van de bagageruimte is een uitneembare lamp aangebracht. Deze lamp heeft twee functies:
•
B ⇒ afb. 13 (de lamp bevindt Verlichting van de kofferruimte - ze verlicht deel A zich in de houder),
•
C (de lamp is uit de houder genomen). Draagbare lamp - ze verlicht deel A
Als de lamp zich in de houder bevindt, wordt ze na het openen van de kofferklep automatisch ingeschakeld. Als de klep langer dan ongeveer 30 minuten geopend blijft, dan wordt de verlichting automatisch terug uitgeschakeld.
De uitneembare lamp is niet waterdicht, daarom moet ze tegen vocht worden beschermd.
•
Aanwijzing
Als de lamp niet correct in de houder is aangebracht, brandt ze niet bij het openen van de kofferklep en worden de accu's niet opgeladen.
•
Als u de lamp niet uitschakelt en deze correct in de houder aanbrengt, worden de C ⇒ afb. 13 van de lamp automatisch uitgeschakeld. lampen in het voorste deel A
•
De uitgenomen lamp kan maximaal 24 uur op 100% lichtintensiteit en maximaal 48 uur op 50% lichtintensiteit branden.
De lamp is uitgerust met drie oplaadbare accu's van het type AAA met een capaciteit van 600 mAh. De accu's worden bij een draaiende motor doorlopend opgeladen. Het volledige opladen van de accu's duurt ca. 3 uur.
Accu's van de lamp vervangen
De lamp is met magneten uitgerust. Na het uitnemen, is het daarom mogelijk deze bv. aan de carrosserie van de auto te bevestigen.
– Neem de lamp uit de houder.
De lamp uitnemen
Als u toch zelf lege batterijen wilt vervangen, ga dan als volgt te werk:
– Klik de accuafdekking met een smal, spits voorwerp vanaf de plaat van de vergrenF ⇒ afb. 13 los. delclips A – Verwijder de defecte accu's uit de lamp.
De lamp uitnemen
– Breng de nieuwe accu's aan.
D ⇒ afb. 13 en zwenk ze in de – Neem da lamp vast op de plaatsen van de pijlen A E uit de houder. richting van de pijl A
– Breng het deksel van het accuvak aan en druk erop tot dit hoorbaar vastklikt.
sn4.4.book Page 13 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Ruitenwissers
13
Achterruitenwisser*
ATTENTIE! Wees bij de omgang met het smalle, spitse voorwerp tijdens het vervangen van de accu voorzichtig - gevaar voor letsels.
6 ⇒ afb. 14, de ruitenwisser – Druk de hendel weg van het stuurwiel in de stand A wist elke 6 seconden.
Wis-/wasautomaat voor de achterruit* Voorzichtig! Wij adviseren om de defecte accu's door een servicedealer te laten vervangen. Als de lamp niet op de juiste manier wordt geopend, kan ze worden beschadigd.
Milieu
– Na het loslaten van de hendel stopt de ruitensproeier en wist de wisser nog 2 tot 3 keer (afhankelijk van de tijd dat de ruitensproeier was ingeschakeld). Na het 6 staan. loslaten blijft de hendel in de stand A
Verwijder de defecte accu's milieuvriendelijk.
• •
7 , – Druk de hendel van het stuurwiel helemaal naar voren toe in de verende stand A de ruitensproeierinstallatie sproeit direct, de ruitenwissers wissen iets later. Zolang de hendel in deze stand wordt gehouden, werken zowel de ruitenwisser als de ruitensproeier.
Aanwijzing Let op de juiste richting van de polariteit bij het vervangen van de accu.
De vervangaccu's moeten dezelfde specificaties hebben als de originele accu's. Het gebruik van andere accutypes kan het vermogen verminderen of kan tot een defect van de lamp leiden.
Na het inschakelen van de achteruitversnelling wordt bij ingeschakelde voorruitruitenwisser de achterruit eenmaal gewist.
Plaats van de achterruitwisser
Ruitenwissers
Bij elke tweede uitschakeling van het contact wordt het wisserblad gekanteld. Daarmee wordt de levensduur van het wisserblad verlengd. Deze functie is standaard geactiveerd en u kunt deze als volgt uitschakelen:
Automatische achterruitwisser (Combi)
Uitschakelen – Contact inschakelen. 6 – Druk de bedieningshendel vijf keer na elkaar binnen 5 seconden in de stand A ⇒ afb. 14.
– Contact uitschakelen. Na de volgende inschakeling van het contact wordt de stand van de achterruitwisser uitgeschakeld. De activering van de stand van de achteruitwisser voert u op dezelfde manier uit als de uitschakeling. Afb. 14 Ruitenwisserschakelaar
sn4.4.book Page 14 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
14
Buitenspiegel
Automatische achterruitwisser* (Combi) 2 resp. A 3 staat, voert de achterruitwisser bij Als de ruitenwisserhendel in de stand A een snelheid van meer dan 5 km/u om de 30 seconden, resp. 10 seconden een wisprocedure uit. 1 ) is de functie alleen actief Bij actieve regensensor* (de hendel staat in stand A wanneer de ruitenwisser voor in continu bedrijf werkt (geen pauzes tussen het wissen).
Activering/uitschakeling De functie van de automatische achterruitwisser wordt geactiveerd/uitgeschakeld in de informatiedisplay* in het menu:
Setup (instellingen)
– Houd de wisserarm met een hand bij het bovenste deel vast. 1 in de richting van de pijl A 2 en – Ontgrendel met de andere hand de borging A neem het wisserblad uit de wisserarm.
Wisserblad bevestigen 1 . – Plaats het wisserblad op de wisserarm en vergrendel de borging A
– Controleer of het wisserblad goed is bevestigd.
Buitenspiegel Het inklappen van de twee buitenspiegels is alleen bij ingeschakeld contact en bij een snelheid tot 15 km/uur mogelijk.
Lichten & Vision (licht & zicht)
Rear wiper (Achterruitwisser)
Voorstoelen elektrisch instellen*
Aanwijzing De functie van de automatische achterruitwisser geldt alleen voor Combi-wagens die met een informatiedisplay* zijn uitgerust. De functie is in de fabriek geactiveerd.
Wisserblad voor achterruit vervangen (Combi)
Radiografische afstandsbediening aan de geheugentoetsen toewijzen Bij auto's die met het KESSY*-systeem zijn uitgerust, is de procedure voor de toewijzing van de radiografische afstandsbediening aan de geheugentoetsen als volgt bij elektrisch instelbare voorstoelen en spiegels*. – Schakel binnen de 10 seconden na het opslaan van de instelling het contact uit. – Bestuurdersportier openen. – Druk binnen de 10 seconden op de ontgrendelingstoets van de radiografische afstandsbediening. Na de succesvolle toewijzing knipperen de knipperlichten en volgt een akoestische bevestiging. De instelling is onder de gekozen geheugentoets opgeslagen.
Afb. 15 Wisserblad voor achterruit
Wisserblad wegnemen – Klap de ruitenwisserarm weg van de ruit en zet het wisserblad haaks op de wisserarm ⇒ afb. 15.
sn4.4.book Page 15 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Achterbank
Achterbank
Bagageruimte
Achterzittingen opklappen (combi)
Bevestigingsnetten - netprogramma* (Combi)
15
Afb. 16 Zitting naar voren klappen Afb. 17 Bevestigingsnetten
Voor het vergroten van de bagageruimte kan de achterbankzitting worden neergeklapt, of kan de zitting naar voren worden geklapt.
Bevestigingsvoorbeelden van de bevestigingsnetten als langstas ⇒ afb. 17 links en dwarstas rechts.
Zitting naar voren klappen 1 ⇒ afb. 16 omhoog en klap hem in de – Trek de zitting in de richting van de pijl A 2 naar voren. richting van de pijl A
Aanwijzing Om een zo horizontaal mogelijk laadvlak te verkrijgen, kunt u voor het naar voren klappen van de zitleuningen de achterste hoofdsteunen uitnemen. Berg de uit de rugleuning getrokken hoofdsteunen zo op dat deze niet kunnen worden beschadigd of vuil kunnen worden.
Aanwijzing A , aan beide kanten van de bagageruimte, zijn bedoeld voor de bevestiging De haken A van het bevestigingsnet.
Inklapbare haken (combi)
Afb. 18 Bagageruimte: Inklapbare haken
Aan beide zijden van de bagageruimte bevinden zich inklapbare haken voor de bevestiging van kleinere bagagestukken zoals tassen e.d. ⇒ afb. 18.
sn4.4.book Page 16 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
16
Bagageruimte Oprollen
Aanwijzing Aan de haak kan een bagagestuk met een gewicht tot zo'n 7,5 kg worden opgehangen.
Vloerbedekking van de bagageruimte vastzetten (Combi)
3 ⇒ afb. 20, de – Druk de afdekking in het greepbereik in de richting van de pijl A 1 op. Door nogmaals te drukken, wordt de afdekking rolt automatisch in de stand A afdekking volledig opgerold.
Demontage – Voor het vervoeren van omslachtige bagage kunt u de volledig opgerolde koffer4 klep uitbouwen door aan de kant van de dwarsstang in de richting van de pijl A 5 te ⇒ afb. 20 te drukken en deze met een beweging in de richting van de pijl A verwijderen.
ATTENTIE! Op de hoedenplank mogen geen voorwerpen worden neergelegd. Afb. 19 Bagageruimte: Bevestiging van de vloerbedekking
Aan de onderkant van de vloerbedekking bevindt zich een haak. Bij de omgang met het reservewiel* kunt u de opgetilde bodembekleding met de haak aan het frame van de bagageruimte bevestigen.
Oprolbare hoedenplank (Combi)
Automatisch oprolbare hoedenplank* (Combi) Het automatisch oprollen van de oprolbare hoedenplank vergemakkelijkt de toegang tot de kofferruimte. – Open de kofferklep/achterklep. De oprolbare hoedenplank rolt automatisch op in 1 ⇒ afb. 20. de stand A – Door het indrukken van de afdekking in het greepbereik in de richting van de pijl 3 rolt de oprolbare hoedenplank volledig op. A Het automatisch oprollen van de oprolbare hoedenplank wordt bij het snel openen van de kofferklep door een tijdbeveiliging voor ca. 2 seconden geblokkeerd. De functie van het automatische oprollen van de oprolbare hoedenplank kan worden geactiveerd/uitgeschakeld in de informatiedisplay* in het menu:
Setup (instellingen)
Afb. 20 Bagageruimte: oprolbare hoedenplank
Eruit trekken 2 ⇒ afb. 20. – Trek de oprolbare hoedenplank tot aan de aanslag in de borgstand A
Autom. blind (Autom. rolgordijn)
sn4.4.book Page 17 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Variabele laadvloer* (Combi)
Variabele laadvloer* (Combi) Inleiding De variabele bodem maakt de omgang met grote bagage makkelijker.
• •
Aanwijzing De maximale belasting van de variabele bodem bedraagt 75 kg.
De ruimte onder de variabele laadbodem kunt u voor het opbergen van voorwerpen, bv. de fixeerset, de uitgebouwde oprolbare hoedenplank, de fietshouder en dergelijke gebruiken.
– Voor het inschuiven van de variabele laadbodem raakt u het achterste deel van de 1 en schuif hem bodem aan de greep aan, til hem wat in de richting van de pijl A tot aan de aanslag naar voren.
Voorzichtig! Let erop dat de opgetilde voorste rand van de variabele laadbodem niet wordt beschadigd.
Bagageruimte met variabele laadvloer onderdelen*
Variabele laadbodem gedeeltelijk uittrekken*
Afb. 22 Bagageruimte indelen
De bagageruimte kan m.b.v. de variabel laadvloer ingedeeld worden.
Afb. 21 Bagageruimte: Variabele laadbodem gedeeltelijk uittrekken
De variabele laadbodem kan boven de achterste bumper gedeeltelijk worden uitgetrokken. De op dit manier uitgetrokken variabele laadbodem dient uitsluitend als zit, bv. om andere schoenen aan te trekken. Bij het uittrekken van de variabele laadbodem wordt tegelijk de voorste rand (in de buurt van de achterbank) opgetild. Daarmee wordt verhinderd dat kleine voorwerpen in de ruimte vallen tussen de bodem van de bagageruimte en de variabele laadbodem. – Neem het achterste deel van de bodem aan de greep vast, til hem wat in de richting 1 ⇒ afb. 21 en trek hem over de bumper in de richting van de pijl A 2 van de pijl A C ⇒ afb. 21 vastklikt. tot hij in de opening A
17
– Neem het achterste deel van de bodem aan de greep vast, til deze in de richting 1 ⇒ afb. 21 en breng de achterste rand in een van de openingen A A van de pijl A ⇒ afb. 22 aan. A is de variabele laadbodem tegen beweging beveiligd. In de openingen A
Voor het onderverdelen van de bagageruimte met de variabele laadbodem kunt u deze nog wat uittrekken ⇒ bladzijde 17. Daardoor vergroot de ruimte tussen de achterste stoelen en de onderverdeling.
Voorzichtig! Let erop dat de opgetilde voorste rand van de variabele laadbodem niet wordt beschadigd.
sn4.4.book Page 18 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
18
Variabele laadvloer* (Combi)
Variabele laadbodem* (Combi) uit- en inbouwen
B ⇒ afb. 24 in de draagrails – Schuif de bodem naar voren tot hij in de openingen A klikt. C op de bodem, tot hij hoor– Druk voorzichtig op de plaatsen van de openingen A A . baar vastklikt, resp. druk op de vergrendelingstoetsen A
ATTENTIE! Let er bij de inbouw van de variabele laadvloer op dat deze juist is aangebracht. Is dit niet het geval, is er een gevaar voor verwonding aan de passagiers.
Afb. 23 Bagageruimte: Variabele laadvloer samenklappen
Fixeerset* (Combi)
Afb. 24 Bagageruimte: variabel laadvloer uitbouwen
Afb. 25 Telescopische stang en spanriem
U kunt de variabele laadbodem indien nodig uit- en terug inbouwen.
De fixeerset kan gebruikt worden om de kofferruimte onder te verdelen, of om de vervoerde voorwerpen vast te maken.
Variabele laadvloer uitbouwen – Neem het achterste deel van de bodem aan de greep vast, til hem wat in de richting 1 ⇒ afb. 23 en trek hem over de bumper in de richting van de pijl A 2 van de pijl A C ⇒ afb. 24 vastklikt. tot hij in de opening A 3 ⇒ afb. 23 klapt u de laadvloer samen. – Door in pijlrichting te bewegen A A ⇒ afb. 24 en verwijder de bodem. – Druk op de vergrendelingstoets A
Variabele laadvloer inbouwen – Klap de bodem samen en leg hem op de draagrails.
Telescopische stang – Breng de houder voor de telescopische stang links en rechts in de openingen van de draagrails aan. 1 ⇒ afb. 25 en – Druk het bovenste deel van de houder in de richting van de pijl A 2 . schuif hem tegelijk in de gewenste positie, pijl A
– Controleer of de houder goed is vastgeklikt is.
sn4.4.book Page 19 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Scheidingsnet* (Combi) Spanriem – Breng de houder van de spanriem in de opening van de linker of de rechter draagrail aan. 3 ⇒ bladzijde 18, afb. 25 en schuif hem – Druk de houder in de richting van de pijl A 4 . tegelijk in de gewenste positie, pijl A
– Controleer of de houder goed is vastgeklikt is. – Let het te bevestigen voorwerp achter de spanriem. 5 op de bovenkant van de houder en span de riem aan. – Druk op de toets A
19
In de bagageruimte bevinden zich vier verschuifbar sjorogen die bv. kunnen worden gebruikt om bevestigingsnetten aan te brengen. 1 ⇒ afb. 26 in en schuif de sjorogen in de gewenste positie, pijl A 2 . – Druk de toets A 3 ⇒ afb. 26 omhoog en breng bv. het bevestigingsnet aan. – Klap de beugel A
Scheidingsnet* (Combi) Gebruik van het scheidingsnet achter de achterzittingen
ATTENTIE! De voorwerpen in de bagageruimte moeten vast met de fixeerset gezekerd zijn, zodat ze niet vrij en ongecontroleerd kunnen verschuiven en zodat er geen voorwerpen worden beschadigd, of personen worden verwond.
•
Aanwijzing
Gebruik het fixeernet niet om voorwerpen te zekeren die de fixeerset kunnen beschadigen. 5 ⇒ bladzijde 18, • U kunt de spanriem ook door het indrukken van de toets A afb. 25 volledig oprollen.
Verschuifbare sjorogen* (Combi)
Afb. 27 Scheidingsnet lostrekken
Eruit trekken A ⇒ afb. 27 uit het huis A B in de richting van de – Trek het scheidingsnet met de lip A C . steunen A C en druk de dwarsstang naar – Plaats de dwarsstang in één van de opnamen A voren.
– Op dezelfde wijze wordt ook de dwarsstang aan de andere zijde bevestigd, C . opname A
Oprollen – Trek de dwarsstang eerst aan de ene en daarna aan de andere zijde iets naar C ⇒ afb. 27. achteren en neem de dwarsstangen uit de opnamen A Afb. 26 Verschuifbare sjorogen
– Houd de dwarsstang dusdanig dat het scheidingsnet langzaam en zonder beschaB kan oprollen. diging in het huis A
sn4.4.book Page 20 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
20
Scheidingsnet* (Combi)
Als u de gehele bagageruimte wilt gebruiken, kan de afdekking van de bagageruimte worden uitgebouwd ⇒ bladzijde 16.
ATTENTIE! C is Controleer of de dwarsstang in de voorste stand in de opnamen A gestoken!
Gebruik van het scheidingsnet achter de voorstoelen
•
ATTENTIE!
Na het terugklappen van de zitvlakken en leuningen moeten de gordelsloten en de gordels zich in hun oorspronkelijke posities bevinden - ze moeten direct kunnen worden gebruikt.
•
De rugleuningen moeten altijd goed zijn vergrendeld, zodat er bij plotseling remmen geen voorwerpen uit de bagageruimte naar voren kunnen glijden kans op letsel!
•
C is Controleer of de dwarsstang in de voorste stand in de opnamen A gestoken!
•
Let erop dat de achterbankleuning correct is vergrendeld. Alleen dan kan de driepunts-veiligheidsgordel voor de middelste zitting goed zijn werk doen.
Behuizing van het scheidingsnet uit- en inbouwen (Combi)
Afb. 28 Scheidingsnet lostrekken
Eruit trekken – Klap de achterbank naar voren (zie handleiding). A ⇒ afb. 28 uit het huis A B . – Trek het scheidingsnet met de lip A C eerst aan de ene zijde en druk de dwars– Plaats de dwarsstang in de opname A stang naar voren.
– Op dezelfde wijze wordt ook de dwarsstang aan de andere zijde bevestigd, C . opname A
Oprollen – Trek de dwarsstang eerst aan de ene en daarna aan de andere zijde iets naar C ⇒ afb. 28. achteren en neem de dwarsstangen uit de opnamen A – Houd de dwarsstang dusdanig dat het scheidingsnet langzaam en zonder beschaB kan oprollen. diging in het huis A – Klap de achterzitting terug in zijn uitgangspositie.
Afb. 29 Achterbank: scheidingsnetbehuizing
Demontage – Klap de achterbank naar voren (zie handleiding). – Open het rechter achterportier. A ⇒ afb. 29 in de richting van de pijl A 1 en – Schuif de scheidingsnetbehuizing A 2 . neem deze in de richting van de pijl uit de opnamen op de rugleuning A
Inbouwen – Plaats de uitsparingen van de scheidingsnetbehuizing in de steunen van de achterbankleuningen.
sn4.4.book Page 21 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Contactdoos in bagageruimte (combi) 1 tot aan de – Schuif de scheidingsnetbehuizing tegen de richting van de pijl in A aanslag.
Uitneembare doorlaadzak*
– Klap de achterzitting terug in zijn uitgangspositie.
De uitneembare doorlaadzak dient uitsluitend voor het transport van ski's.
21
ATTENTIE! Let erop dat de achterbankleuning correct is vergrendeld. Alleen dan kan de driepunts-veiligheidsgordel voor de middelste zitting goed zijn werk doen.
Contactdoos in bagageruimte (combi) Afb. 31 Zekering van de doorlaadzak
De uitneembare doorlaadzak is geschikt voor vier paar ski's. Het totale gewicht van de getransporteerde ski's mag niet meer dan 17 kg bedragen.
Vastzetten Afb. 30 Bagageruimte: Contactdoos
A ⇒ afb. 31 aan het vrije uiteinde rond de ski's voor de – Trek de trekband A bindingen vast.
– Open het afdekkapje van het stopcontact ⇒ afb. 30.
– Klap de rugleuning wat naar voren.
– Steek de steker van het elektrische apparaat in het stopcontact.
B door de opening in de rugleuning rond het bovenste deel van – Leid de borgband A de rugleuning.
Het stopcontact mag alleen voor de aansluiting van vrijgegeven elektrische accessoires met een vermogensafname van maximaal 120 watt worden gebruikt. Bij stilstaande motor wordt daarbij echter de accu ontladen.
– Klap aansluitend de rugleuning terug tot de vergrendelingsknop vergrendeltcontroleer dit door aan de rugleuning te trekken. B in het slot A C tot dat hoorbaar vastklikt. – Steek de borgband A B bij ingerold Bij auto's die met een scheidingsnet uitgerust zijn, leid u de borgband A scheidingsnet rond de scheidingsnetbehuizing. Na de bevestiging van het scheidingsnet is het niet meer mogelijk om het scheidingsnet uit te rollen.
sn4.4.book Page 22 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
22
•
Afsluitbaar zijvak* (Combi)
Niet afsluitbaar zijvak (Combi)
ATTENTIE!
Nadat de skizak is gevuld met ski's moet deze met behulp van de bevestiB worden geborgd. gingsriem A
• •
A moet de ski's vast omgeven. De trekband A
A de ski's voor de binding omgeeft (zie Let erop dat de bevestigingsriem A ook de opdruk op de uitneembare skizak).
Afsluitbaar zijvak* (Combi) Afb. 33 Niet afsluitbaar zijvak.
U kunt de afdekking van het zijvak verwijderen en daarmee de bagageruimte vergroten. – Neem de afdekking aan het bovenste deel vast en til ze voorzichtig in de richting van de pijl ⇒ afb. 33 uit. Afb. 32 Bagageruimte: Afsluitbaar zijvak
– Open het opbergvak door aan de greep te trekken in de richting van de pijl ⇒ afb. 32.
Voorzichtig! Let erop dat u de afdekking van het zijvak bij het in- resp. uitbouwen niet beschadigt.
Bagageruimte beladen
In dit opbergvak bevindt zich de cd-wisselaar*, TV-Tuner*. In dit vak kunt u ook een verbandkast* en een gevarendriehoek* opbergen.
Voorzichtig! Let erop dat vervoerde voorwerpen met scherpe kanten het volgende niet beschadigen:
• • •
Verwarmingsdraden in de achterruit, draden van de antenne die in de achterruit is geïntegreerd (Superb), draden van de antenne die in de zijruit achteraan is geïntegreerd (Combi),
sn4.4.book Page 23 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Starten en rijden - KESSY-systeem*
Starten en rijden - KESSY-systeem* Inleiding Het KESSY-systeem maakt het inschakelen / uitschakelen van het contact en het starten / uitschakelen van de motor zonder actief gebruik van de sleutel mogelijk.
Stuurinrichting ontsperren en sperren
23
Als de stuurinrichting is vergrendeld en het KESSY-systeem er bij de eerste keer niet in slaagt om de stuurinrichting te ontgrendelen (bv. als de wielen tegen de boordsteen rusten), wordt de poging door het systeem een tweede keer herhaald. Als de stuurinrichting ook daarna niet kan worden ontgrendeld, wordt u door het systeem via een melding in de informatiedisplay * Move steering wheel! (stuurwiel bewegen!) aangezet om stuurbewegingen te maken en na 2 seconden worden nog 3 ontgrendelingspogingen ondernomen. Kan de stuurinrichting daarna nog steeds niet worden ontgrendeld, dan wordt gedurende 10 seconden de melding in de informatiedisplay* Steering wheel still locked. (stuurinrichting niet ontgrendeld.) weergegeven. Het is noodzakelijk om de mogelijke oorzaak die de ontgrendeling verhindert, te verhelpen en daarna opnieuw te proberen om de stuurinrichting te ontgrendelen. Bescherming van de motor voor de elektrische vergrendeling van de stuurinrichting
Afb. 34 Startknop
Voor het ontsperren van de stuurinrichting is het nodig dat zich een geldige sleutel in de auto bevindt.
Stuurinrichting ontsperren – Open het bestuurdersportier en stap in de auto. – Sluit het bestuurdersportier, de stuurinrichting wordt ontgrendeld.
Stuurinrichting blokkeren – Stop de auto. – Schakel de motor uit resp. schakel het contact uit door op de startknop te drukken ⇒ afb. 34. – Open het bestuurdersportier, de stuurinrichting wordt vergrendeld. De stuurinrichting wordt na het vergrendelen van de auto eveneens vergrendeld.
De elektrische vergrendeling van de stuurinrichting is voorzien van een motorbeveiliging die de ver- en ontgrendeling van de stuurinrichting bij herhaald indrukken van de startknop met korte tussenpozen verlangzaamt.
•
Aanwijzing
Als de stuurinrichting is geblokkeerd, wordt de stuurinrichting na het indrukken van de startknop ontgrendeld, de elektrische verbruikers worden geactiveerd (bv. radio, navigatiesysteem enz.) en het contact wordt ingeschakeld.
•
Als u na het vergrendelen van de stuurinrichting, met de geldige sleutel niet wilt uitstappen en terug instappen, maar de stuurinrichting niettemin wilt ontgrendelen, druk dan op de startknop. Er worden gelijktijdig elektrische verbruikers geactiveerd (bv. radio, navigatiesysteem enz.) en het contact wordt ingeschakeld.
•
Als u door het indrukken van de startknop het contact of de motor uitschakelt en het bestuurdersportier is al geopend, dan wordt de stuurinrichting niet geblokkeerd. Voor het vergrendelen van de stuurinrichting het bestuurdersportier opnieuw openen en sluiten.
sn4.4.book Page 24 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
24
Starten en rijden - KESSY-systeem*
Schakel het contact in Voor het inschakelen van het contact is het nodig dat zich een geldige sleutel in de auto bevindt en dat de stuurinrichting ontgrendeld is.
starten van de auto met versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt en bij auto's met automatische versnellingsbak het rempedaal ingetrapt.
Benzinemotoren
– Druk kort op de startknop ⇒ bladzijde 23, afb. 34, het contact wordt terug ingeschakeld.
– Druk de startknop ⇒ bladzijde 23, afb. 34 in tot de motor is gestart.
Contact uitschakelen
– Druk op de startknop tijdens de hele voorgloeitijd, de motor start na het doven van de controlelamp .
– Druk kort op de startknop ⇒ bladzijde 23, afb. 34, het contact wordt uitgeschakeld. Het contact kan tot een snelheid van 2 km/uur worden uitgeschakeld. Bij auto's met schakelbakken mag voor het uitschakelen van het contact de koppeling niet worden ingetrapt. Anders zou het systeem proberen om te starten. Bij auto's met een automatische versnellingsbak moet de keuzehendel in de stand P of N staan en mag het rempedaal niet worden ingetrapt.
Nooduitschakeling van het contact In geval van nood is het mogelijk om het contact ook bij snelheden van meer dan 2 km/u uit te schakelen, de zogenaamde nooduitschakeling van het contact. – Druk de startknop ⇒ bladzijde 23, afb. 34 langer dan 1 seconde in of druk hem twee keer in binnen 1 seconde.
ATTENTIE! Schakel het contact nooit uit tijdens de rit, anders werkt de stuur- en remondersteuning niet meer - gevaar voor ongevallen!
Motor starten Voor het starten van de auto is het nodig dat zich een geldige sleutel in de auto bevindt, dat de stuurinrichting ontgrendeld is en het contact is ingeschakeld. Houd voor het
Dieselmotoren
U kunt ook de Dieselmotor starten door het indrukken van de startknop. Het contact wordt ingeschakeld en de voorgloei-controlelamp licht op. Wacht tot de voorgloeicontrolelamp dooft. Druk de startknop opnieuw in tot de motor is gestart. In geval van nood, als u snel moet starten (bv. in een kritieke situatie) kunt u de motor reeds starten voordat de voorgloei-controlelamp is gedoofd door de startknop opnieuw in e drukken.
ATTENTIE! Laat de sleutel nooit in de auto achter in het bereik van kinderen. Ze kunnen de auto eenvoudig starten - gevaar voor ongevallen!
Aanwijzing Als de stuurinrichting op het moment dat de motor wordt gestart, vergrendeld is, wordt deze bij het indrukken van de startknop ontgrendeld, de elektrische verbruikers (bv. radio, navigatiesysteem enz.) worden geactiveerd, het contact wordt ingeschakeld en de motor wordt gestart.
sn4.4.book Page 25 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Starten en rijden - KESSY-systeem*
Noodstart van de motor
25
Meldingen in de informatiedisplay* Als het elektrisch slot van het KESSY-systeem defect is, wordt in de informatiedisplay een foutmelding weergegeven. Steering column lock: Workshop! (Vergrendeling van de stuurinrichting: atelier!) Als in het informatiedisplay deze melding en het symbool worden aangeduid, kunt u de rit met verbeterde voorzichtigheid voortzetten. D wagen moet onmiddellijk naar een serviceatelier worden gebracht. Afb. 35 Noodstart van de auto
Bij een succesloze controle van de geautoriseerde sleutel wordt in de informatiedisplay* de melding No key (’Geen sleutel’) weergegeven en er moet een noodstart van de motor worden uitgevoerd. – Druk de startknop in ⇒ afb. 35 en houd daarna de sleutel aan de startknop of – druk de startknop direct met de sleutel.
Aanwijzing Bij de noodstart van de motor moet de juiste oriëntering van de sleutel worden nageleefd ⇒ afb. 35.
Motor afzetten – Stop de auto.
Steering column lock defective. (Vergrendeling van de stuurinrichting defect.) Als deze melding in de informatiedisplay en bijkomend het symbool worden weergegeven, moet de wagen worden uitgeschakeld en moet hij naar een serviceatelier worden gebracht. Na het uitschakelen van het contact is het dan niet meer mogelijk om de stuurinrichting te vergrendelen, de elektrische verbruikers te activeren (bv. radio, navigatiesystemen), om het contact terug in te schakelen en de motor te starten. Move selector lever to position P/N! (Keuzehendel in positie P/N brengen!)1) Deze melding wordt in de informatiedisplay weergegeven als de keuzehendel zich bij het vergrendelen van de stuurinrichting, het in-/uitschakelen van het contact of bij het starten van de motor niet in de standen P of N bevindt. Move selector lever to position P! (Keuzehendel in positie P brengen!)1) Deze melding wordt in de informatiedisplay weergegeven als de keuzehendel zich bij het openen van het bestuurdersportier en bij uitgeschakeld contact niet in de stand P bevindt, of als hij zich bij het uitschakelen van het contact, bij een geopend bestuurdersportier niet in de stand P bevindt. De melding dooft na enkele seconden, door het inschakelen van het contact, of door de keuzehendel in de stand P te plaatsen.
– Door het indrukken van de startknop ⇒ bladzijde 23, afb. 34 schakelt u de motor uit en wordt het contact gelijktijdig uitgeschakeld.
Aanwijzing Het KESSY-systeem is met een zekering tegen ongewild uitschakelen van de motor tijdens het rijden uitgerust, d.w.z. dat alleen een nooduitschakeling van de motor mogelijk is ⇒ bladzijde 24. 1)
Geldt voor auto's met automatische versnellingsbak.
sn4.4.book Page 26 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
26
Economisch en milieubewust rijden
Economisch en milieubewust rijden
Parkeren met behulp van de parkeerassistent en de parkeerprocedure uitschakelen
Afb. 36 Aanbeveling voor het veranderen van versnelling
Schakeladvies voor verandering van versnelling* Op de display van het combi-instrument wordt een informatie over de geschakelde A ⇒ afb. 36 weergegeven. versnelling A
Afb. 37 Informatiedisplay: Een parkeerplaats vinden
Om zo min mogelijk brandstof te verbruiken wordt op het display een advies tot het schakelen in een andere versnelling getoond. Als het regelapparaat herkent dat het gunstig is om van versnelling te veranderen, B weergegeven. De pijl wijst naar boven of naar wordt op de display een pijl A beneden, naargelang wordt aanbevolen om naar boven of naar beneden te schakelen. A de aanbeGelijktijdig word tin de plaats van de actueel ingeschakeld versnelling A volen versnelling aangeduid.
Afb. 38 Informatiedisplay: Parkeerprocedure afsluiten
De tijdlimiet voor het parkeren met behulp van de parkeerassistent bedraagt 180 seconden. Wanneer de parkeerassistent een gepaste parkeerplaats heeft herkend, A ⇒ afb. 37 getoond. wordt de parkeerplaats op de informatiedisplay* A – Rijd nog verder door, tot de aanwijzing voor het inschakelen van de achteruitverB ⇒ afb. 37 verschijnt. snelling A – Stop de auto voor minstens 1 seconde. – Schakel de achteruitschakeling in en respectievelijk stel de keuzehendel* in de positie R.
sn4.4.book Page 27 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Verdere waarschuwings- en informatieteksten van de parkeerassistent op het informatiedisplay*: – Zodra op het informatie display* de volgende melding wordt aangeduid: Steering interv. active. Monitor area around veh.! (Stuuronderbreking actief! Let op de omgeving!) laat u het stuurwiel los, de besturing wordt overgenomen door het systeem. – Let op de directe omgeving van de wagen en rij met een snelheid van max. 7 km/uur achteruit, gebruik daarbij de pedalen.
•
Ingrijpen van de bestuurder in het automatische stuurwiel procedure (stuurwiel behouden),
• •
ASR-systeem uitschakelen,
Achteruit respectievelijk keuzehendel* uit de positie R gedurende het achterwaarts parkeren verwijderen.
– In het geval dat er niet in een poging geparkeerd kan worden, ga dan verder met het parkeren in meerdere stappen. Als op de informatiedisplay* de pijl naar voren C ⇒ bladzijde 26, afb. 38 knippert, schakel dan de 1ste versnelling resp. de A keuzehendel* in de stand D.
Verdere waarschuwings- en informatieteksten van de parkeerassistent op het informatiedisplay*:
– Wacht tot het stuurwiel automatisch in de noodzakelijke stand draait en rijd daarna met een snelheid van max. 7 km/u voorzichtig wat naar voren, gebruik daarbij de pedalen.
Park Assist finished. ASR switched off (Parkeerassistent beëindigd! ASR uit.)
D ⇒ bladzijde 26, afb. 38 knip– Als op de informatiedisplay* de pijl naar achteren A pert, schakel dan opnieuw de achteruitversnelling in resp. plaats de keuzehendel* in de stand R.
ASR switched off. Please take over steering! (ASR uit. Svp neem de besturing over!)
– Wacht tot het stuurwiel automatisch in de noodzakelijke stand draait en rijd voorzichtig achteruit. Deze stappen kunnen zich meerdere keren herhalen. – Beëindig het parkeren op grond van de informatie van het systeem betreffende de afstand.
Het parkeren kan niet uitgevoerd worden, terwijl het ASR-systeem uitgeschakeld is.
Het parkeren wordt beëindigd, terwijl het ASR systeem gedurende het vooruit parkeren uitgeschakeld is. Park Assist finished. Trailer (Parkeerassistent beëindigd! Aanhangwagen) Het parkeren is niet mogelijk terwijl de aanhanger gekoppeld is en een stekker in de stekdoos van de aanhangeruitrusting steekt.
Zodra het parkeren uitgeschakeld is, klinkt een akoestisch signaal en op het op het informatiedisplay* wordt de volgende melding weergegeven: Steering interv. finished. Please take over steering! (Stuuronderbreking beëindigd! Neem de besturing over aub!).
System fault: Park Assist finished. (Parkeerassistent beëindigd. Systeemfout.)
Parkeerassistent uitschakelen
Park Assist defective. Workshop! (Parkeerassistent defect. Atelier!)
De parkeerassistent schakelt zich zelf uit in een van de volgende gevallen:
• • • • •
Snelheid van 30 km/u overschreden, Snelheid van 7 km/u overschreden gedurende het parkeren, Tijdlimiet van 180 seconden voor parkeren overschreden, Toets voor de parkeerassistent gedrukt, Parkeerhulp geactiveerd,
27
Het parkeren is niet mogelijk, terwijl er een storing in de auto is. Laat de storing door een Škoda-dealer opheffen.
Het parkeren is niet mogelijk, terwijl er een storing is in de parkeerassistent. Laat de storing door een Škoda-dealer opheffen. Steering interv. active. Monitor area around veh.! (Stuuronderbreking actief. Let op de omgeving!) De parkeerassistent is actief en neemt het stuurwiel over. Let op de omgeving en rij voorzichtig naar achteren en gebruik hiervoor het pedaal.
sn4.4.book Page 28 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
28
Automatische versnellingsbak DSG*
Please take over steering! Finish parking proc. manually (Besturing overnemen aub! Parkeerprocedure handmatig beëindigen!)
Keuzehendel-noodontgrendeling
Neem de besturing over. Beëindig de parkeerprocedure zonder gebruik te maken van de parkeerassistent. Park Assist: Stationary time not sufficient. (Parkeerassistent: Stilstaande tijd onvoldoende.) De stilstaande tijd van de auto was korter dan 1 seconde. Park Assist: Speed too low! (Parkeerassistent: Snelheid te laag.) De auto moet na het inschakelen van het contact ten minste eenmaal een snelheid van 10 km/h overschrijden. Afb. 39 Keuzehendel-noodontgrendeling
Automatische versnellingsbak DSG* •
Voorzichtig!
De dubbele koppeling bij de automatische versnellingsbak DSG is uitgevoerd met een overbelastingsbeveiliging. Als u gebruikmaakt van de functie up-hill, waarbij de auto stilstaat of langzaam bergopwaarts rijdt, staan de koppelingen bloot aan een hogere warmtebelasting.
•
Als het tot een oververhitting komt, verschijnt op de informatiedisplay* het symbool en een waarschuwingstekst ⇒ bladzijde 1. Stop in een dergelijk geval de wagen, schakel de motor uit en wacht tot de controlelamp en de waarschuwingstekst doven - Gevaar voor schade aan de versnellingsbak! Na het doven van het symbool en de waarschuwingstekst kunt u de rit voortzetten.
– Handrem stevig aantrekken. A ⇒ afb. 39 – Neem de afdekking van de keuzehendel op de plaatsen van de pijlen A en trek deze voorzichtig naar boven.
– Ontgrendel de afdekking ook aan de andere kant. B . – Druk met een vinger het gele kunststofdeel in de richting van de pijl A
– Druk gelijktijdig de vergrendeltoets in de handgreep van de keuzehendel en plaats de hendel in de stand N (als de keuzehendel terug in de stand P wordt geplaatst, wordt hij opnieuw vergrendeld).
Rijden door water op straten
Afb. 40 Dorpelrand van de wagen
sn4.4.book Page 29 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Milieuvriendelijkheid Om de wagen bij het rijden door water (bv. overstroomde straten) tegen beschadiging te beschermen, moet u op het volgende letten:
• Voor u door water rijdt, moet u vaststellen hoe diep het water is. Het water mag maximaal tot aan de dorpelrand van de wagen komen ⇒ bladzijde 28, afb. 40.
• Rij maximaal op stapvoetse snelheid. Bij een hogere snelheid kan zich voor de wagen een golf vormen die ertoe kan leiden dat het water in het luchtaanzuigsysteem van de motor, of in andere delen van het water binnendringt. •
Blijf in geen geval in het water staan, rijd niet achteruit en schakel de motor nooit
uit.
•
ATTENTIE!
Het rijden door water, slijk, modder en dergelijke kan de remwerking verminderen en kan de remweg verlengen - gevaar van ongevallen!
Aanwijzing Als u door water gereden bent, raden we aan om uw auto in een vakbedrijf te laten nakijken.
Milieuvriendelijkheid Terugname en verwerking van oude auto's Škoda Auto houdt zich aan de eisen die de markt stelt aan zijn producten met betrekking tot het milieu en zijn natuurlijke hulpbronnen. Alle nieuwe Škoda-auto's zijn voor 95 % recyclebaar (herbruikbaar) en kunnen in principe 2) worden teruggegeven. In vele landen worden landelijk dekkende terugnamesystemen opgebouwd waarbinnen u uw auto voor sloop kunt inleveren. Na de teruggave ontvangt u een bevestiging waarin de milieuverantwoorde verwerking wordt gedocumenteerd.
• Vermijd onmiddellijk na het rijden door water om plots te remmen of sterke remmanoeuvres te maken. •
Na het rijden door water moeten de remmen door interval-remmen zo snel mogelijk gereinigd en gedroogd worden. Rem de remmen alleen droog en schoon door vanaf een hogere snelheid af te remmen als de staat van het wegdek en de verkeerssituatie dit toestaan. Andere verkeersdeelnemers mogen niet in gevaar worden gebracht.
•
Aanwijzing Meerdere informatie met betrekking tot de terugname en de verwerking van oude auto's (sloopauto's) krijgt u van uw Škoda dealer.
Werkzaamheden aan de accu
Voorzichtig!
Bij het rijden door water kunnen onderdelen van de auto zoals b.v. de motor, de versnellingsbak, de catalystor, het onderstel of de elektronica zwaar beschadigd worden.
• Tegemoetkomende wagens veroorzaken golven die de toegelaten waterhoogte voor uw wagen kunnen overschrijden. •
Onder water kunnen gaten , slijk of stenen verborgen zitten die het rijden door water kunnen bemoeilijkheden of verhinderen.
• Rijd niet door zout water. Het water kan corrosie veroorzaken. Alle wagendelen die met zout water in contact gekomen zijn onmiddellijk met zoet water afspoelen.
29
Afb. 41 Motorruimte: Polyester afdekking van de accu
De accu bevindt zich in de motorruimte onder een polyester afdekplaat. – Klap de afdekkap van de accu in de richting van de pijl op ⇒ afb. 41. 2)
Onder voorbehoud van naleving van de nationale wettelijke voorschriften.
sn4.4.book Page 30 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
30
Gevarendriehoek*
– Het aanbrengen van de accuafdekplaat vindt in omgekeerde volgorde plaats. De rand van de accu-afdekking wordt bij het werken aan de accu tussen de accu en de zijwand van de accu-afdekking gestoken.
Gevarendriehoek* U kunt de gevarendriehoek met rubberbandjes bevestigen aan de bekleding van de achterwand.
Boordgereedschap Het boordgereedschap en de krik* zijn in een box in het reservewiel* of in de ruimte voor het reservewiel ondergebracht.
Wiel verwisselen Afsluitende werkzaamheden Verwissel de beschadigde band resp. informeer bij een vakbedrijf naar de reparatiemogelijkheden.
sn4.4.book Page 31 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Elektrische zekeringen
Elektrische zekeringen
31
A of A B met de lamp naar links tot de aanslag en verwijder deze. – Draai de steker A
Zekeringenoverzicht op dashboard (Combi)
– De lamp vervangen, de steker met de nieuwe lamp aanbrengen en tot aan de aanslag naar rechts draaien.
Enkele van de genoemde verbruikers behoren alleen standaard bij bepaalde modeluitvoeringen of zijn alleen voor bepaalde modellen als meeruitvoering leverbaar.
– Voor het inbouwen de mistlamp eerst met de nok aan de zijde plaatsen, die verder weg is van het nummerbord.
Pr.
Verbruiker
Ampère
20
KESSY
21
KESSY ELV
7,5
28
Elektrische kofferklep
30
41
Achterruitwisser
10
5
Mistlichten
– Druk de koplamp bij het kenteken liggende zijde aan. De springveer moet goed vastklikken. – Om de afdekkap weer in te bouwen, plaatst u eerst een deel van de afdekkap, te beginnen aan de kant met het mistlamp. Druk vervolgens de afdekking aan de kant van het kenteken dicht. De afdekkap moet goed vastklikken. A - Lamp voor dagrijlicht*. A B - Lamp voor mistlamp. A
Achterlichteenheid (combi)
Afb. 42 Voorbumper: Afdekking en mistlamp met dagrijlicht
Lampen vervangen
Afb. 43 Achterlichteenheid uitbouwen (Combi)
– Schakel het contact en de verlichting uit.
Achterlichteenheid uit- en inbouwen
– Pak de afdekking op de met een pijl gemarkeerde plaatsen ⇒ afb. 42 links vast en verwijder de afdekking.
– Schakel het contact en de verlichting uit.
– Steek uw hand in de opening, waarin de afdekking zich bevond en druk de springC ⇒ afb. 42 in. veer A – Verwijder de mistlampen.
– Open de kofferklep/achterklep. – Neem de stoppen ⇒ afb. 43 links uit en schroef met een Torx-sleutel de achteruitverlichting eenheid af 3) .
sn4.4.book Page 32 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
32
Kentekenplaatverlichting
– Verwijder het lamphuis voorzichtig. Trek niet de tule met de kabels uit de carrosserie. A in – Voor het hermonteren moet de achterlichteenheid eerst met de openingen A de uitsparing van de carrosserie worden geplaatst.
– Druk de achterlichteenheid in de carrosserie aan, tot ze hoorbaar vastklikt. – Schroef de achterlicht eenheid vast en druk de stoppen in.
5 - Stadslicht A
Voorzichtig! Let er bij het uit- en inbouwen van de achterlichteenheid op dat de lak en de achterlichteenheid niet worden beschadigd.
Kentekenplaatverlichting
1 ,A 3 en A 5 in de achterlichteenheid vervangen Lampen A
– Draai de fitting van de lamp tot aan de aanslag naar links en verwijder deze uit de behuizing. – Haal de defecte lamp uit de fitting en breng in de fitting een nieuwe lamp aan. – Plaats de fitting met de nieuwe gloeilamp in de behuizing en draai ze tot de aanslag naar rechts. 2 en A 4 in de achterlichteenheid vervangen Lampen A
– Draai de fitting van de lamp tot aan de aanslag naar links en verwijder deze uit de behuizing. – Druk de defecte lamp in, draai deze tot aan de aanslag naar links en verwijder de lamp. – Druk de nieuwe lamp in de fitting, druk ze erin en draai de lamp tot aan de aanslag naar rechts. – Plaats de fitting met de nieuwe gloeilamp in de behuizing en draai ze tot de aanslag naar rechts. Inbouwpositie van de lampen ⇒ bladzijde 31, afb. 43. 1 - Stadslicht / achteruitrijlamp A 2 - Achteruitrijlamp A 3 - Knipperlicht A 4 - Stadlicht / remlicht A
3)
De Torx-sleutel bevindt zich in de box van het boordgereedschap.
Afb. 44 Achterbumper: Kentekenplaatverlichting
– Breng een platte schroevendraaier in de opening op de plaats van de pijl aan ⇒ afb. 44 en druk voorzichtig naar het midden van de lamp. De lamp springt wat naar buiten. – Neem de lamp uit de houder. – Trek de defecte gloeilamp uit de houder en breng een nieuwe gloeilamp aan. – Breng het glas weer aan en druk deze tot aan de aanslag in - let op de juiste montagestand van het lampglas.
sn4.4.book Page 33 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Technische gegevens
Technische gegevens Afmetingen Afmetingen (in mm) Superb
Combi
Lengte
4838/4849a)
4838/4849a)
Breedte
1817
1817
Breedte incl. buitenspiegel
2009
2009
1462/1482b) 1447c)
1510/1529b) /1497c) /1495d)
139/158b) /123c)
141/159b) /127c) 126d)
Hoogte Vrije hoogte Wielbasis Spoorbreedte voor/achter a) b) c) d) e)
De waarde komt overeen met uitvoering met het optiek-pakket. De waarde komt overeen met uitvoering met versterkte vering/demping. De waarde komt overeen met uitvoering met het Sport-pakket. De waarde komt overeen met uitvoering met het Sport-pakket 3,6/191 kW. Geldt voor auto's met 3,6 l/191 kW FSI motor.
2761
2761
1545/1518
1545/1517
1537/1510e)
1537/1510e)
33
sn4.4.book Page 34 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
34
Technische gegevens
1,4 l/92 kW TSI - EU5 Kilometrages
Maximale snelheid Acceleratie 0 - 100 km/h
Superb M6
Combi M6
km/u
201
199
s
10,5
10,6
Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO2-uitstoot (in g/km) Superb M6
Combi M6
In stad
9,0
9,0
Buiten stad
5,4
5,6
Combinatie
6,8
6,9
CO2-uitstoot - combinatie
157
159
Inhouden (in liter) Reservoir ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers/met interieurvoorverwarming
3/5,5/4,5
sn4.4.book Page 35 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Technische gegevens Gewichten (in kg) Superb M6
Combi M6
Maximum toegelaten gewicht
2045
2067
Gewicht in lege toestand, rijklaar
1482
1504
Nuttige last
563
563
Nuttig laadvermogen bij gebruik van de trekhaak
483
483
Toelaatbare voorasbelasting
1200
1200
Toelaatbare achterasbelasting
1250
1250
1400a)
1400a)
1500b)
1500b)
650
650
Toegestaan aanhangwagengewicht, aanhangwagen geremd Toelaatbaar aanhangwagengewicht, aanhangwagen ongeremd a) b)
Hellingen tot 12 % Hellingen tot 8%
35
sn4.4.book Page 36 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
36
Technische gegevens
1,8 l/118 (112) kW TSI - EU5, EU2 Rijprestaties Superb M6
Combi M6
Superb DQ7
Combi DQ7
Superb M6 4x4
Combi M6 4x4
km/u
220 (216)a)
218 (214)a)
220 (216)a)
218 (214)a)
217 (213)a)
215 (211)a)
s
8,6 (8,9)a)
8,7 (9,0)a)
8,5 (8,8)a)
8,6 (8,9)a)
8,7 (9,0)a)
8,8 (9,1)a)
Superb M6
Combi M6
Superb DQ7
Combi DQ7
Superb M6 4x4
Combi M6 4x4
In stad
9,4
9,5
9,4
9,5
10,6/11,1a)
10,7
Buiten stad
5,9
6,0
5,7
5,9
6,6/6,7a)
6,7
Combinatie
7,2
7,3
7,1
7,3
8,1/8,3a)
8,2
170
189/198a)
191
Maximale snelheid Acceleratie 0 - 100 km/h a)
1,8/112 kW TSI
Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO2-uitstoot (in g/km)
CO2-uitstoot - combinatie a)
169
171
168
Auto's van de groep N1.
Inhouden (in liter) Reservoir ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers/met interieurvoorverwarming
3/5,5/4,5
sn4.4.book Page 37 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Technische gegevens Gewichten (in kg) Superb M6
Combi M6
Superb DQ7
Combi DQ7
Superb M6 4x4
Combi M6 4x4
Maximum toegelaten gewicht
2074
2096
2091
2113
2170
2192
Gewicht in lege toestand, rijklaar
1511
1533
1528
1550
1607
1629
Nuttige last
563
563
563
563
563
563
Nuttig laadvermogen bij gebruik van de trekhaak
483
483
483
483
483
483
Toelaatbare voorasbelasting
1200
1200
1200
1200
1200
1200
Toelaatbare achterasbelasting
1250
1250
1250
1250
1250
1250
1500a)
1500a)
1500a)
1500a)
1600a)
1600a)
1700b)
1700b)
1700b)
1700b)
1800b)
1800b)
700
700
700
700
750
750
Toegestaan aanhangwagengewicht, aanhangwagen geremd Toelaatbaar aanhangwagengewicht, aanhangwagen ongeremd a) b)
Hellingen tot 12 % Hellingen tot 8%
37
sn4.4.book Page 38 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
38
Technische gegevens
3,6 l/191 kW FSI - EU5 Rijprestaties
Maximale snelheid Acceleratie 0 - 100 km/h
Superb DQ6 4x4
Combi DQ6 4x4
km/u
250
247
s
6,5
6,6
Superb DQ6 4x4
Combi DQ6 4x4
14,7
14,4
Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO2-uitstoot (in g/km)
In stad Buiten stad
7,4
7,8
Combinatie
10,1
10,2
CO2-uitstoot - combinatie
235
237
Inhouden (in liter) Reservoir ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers/met interieurvoorverwarming
3/5,5/4,5
sn4.4.book Page 39 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Technische gegevens Gewichten (in kg) Superb DQ6 4x4
Combi DQ6 4x4
Maximum toegelaten gewicht
2285
2307/2297a)
Gewicht in lege toestand, rijklaar
1724
1746
Nuttige last
561
561/551a)
481/465a)
481/450a)
Toelaatbare voorasbelasting
1200
1200
Toelaatbare achterasbelasting
1250
1250
Toegestaan aanhangwagengewicht, aanhangwagen geremd
2000
2000
Toelaatbaar aanhangwagengewicht, aanhangwagen ongeremd
750
750
Nuttig laadvermogen bij gebruik van de trekhaak
a)
Auto's van de groep N1.
39
sn4.4.book Page 40 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
40
Technische gegevens
1,9 l/77 kW TDI PD - EU4 Rijprestaties Superb M5 Maximale snelheid Acceleratie 0 - 100 km/h
Superb M5 Green Line
Combi M5
km/u
190
193
189
s
12,5
12,5
12,6
Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO2-uitstoot (in g/km) Superb M5
Superb M5 Green Line
Combi M5
In stad
7,3
6,3
7,4
Buiten stad
4,8
4,0
4,9
Combinatie
5,7
4,9
5,8
CO2-uitstoot - combinatie
149
129
153
Inhouden (in liter) Reservoir ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers/met interieurvoorverwarming
3/5,5/4,5
sn4.4.book Page 41 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Technische gegevens Gewichten (in kg) Superb M5
Superb M5 Green Line
Combi M5
Maximum toegelaten gewicht
2076
2063
2098
Gewicht in lege toestand, rijklaar
1513
1518
1535
Nuttige last
563
545
563
Nuttig laadvermogen bij gebruik van de trekhaak
483
465
483
Toelaatbare voorasbelasting
1200
1200
1200
Toelaatbare achterasbelasting
1250
1230/1300a)
1250
1500b)
1500b)
1500b)
1700c)
1700c)
1700c)
650
650
650
Toegestaan aanhangwagengewicht, aanhangwagen geremd Toelaatbaar aanhangwagengewicht, aanhangwagen ongeremd a) b) c)
Auto's van de groep N1. Hellingen tot 12 % Hellingen tot 8%
41
sn4.4.book Page 42 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
42
Technische gegevens
2,0 l/103 kW TDI PD - EU4 Rijprestaties Superb M6
Combi M6
Superb DQ6
Combi DQ6
km/u
207
205
205
203
s
10,2
10,3
10,2
10,3
Superb M6
Combi M6
Superb DQ6
Combi DQ6
In stad
7,5
7,7
8,9
8,9
Buiten stad
5,0
5,1
5,5
5,6
Combinatie
5,9
6,1
6,8
6,8
CO2-uitstoot - combinatie
155
160
177
179
Maximale snelheid Acceleratie 0 - 100 km/h Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO2-uitstoot (in g/km)
Inhouden (in liter) Reservoir ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers/met interieurvoorverwarming
3/5,5/4,5
sn4.4.book Page 43 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Technische gegevens Gewichten (in kg) Superb M6
Combi M6
Superb DQ6
Combi DQ6
Maximum toegelaten gewicht
2110
2132
2132
2154
Gewicht in lege toestand, rijklaar
1547
1569
1569
1591
Nuttige last
563
563
563
563
Nuttig laadvermogen bij gebruik van de trekhaak
483
483
483
483
Toelaatbare voorasbelasting
1200
1200
1200
1200
Toelaatbare achterasbelasting
1250
1250
1250
1250
Toegestaan aanhangwagengewicht, aanhangwagen geremd
1800
1800
1800
1800
Toelaatbaar aanhangwagengewicht, aanhangwagen ongeremd
700
700
700
700
43
sn4.4.book Page 44 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
44
Technische gegevens
2,0 l/125 kW TDI CR - EU5 Rijprestaties Superb M6
Combi M6
Superb DQ6
Combi DQ6
Superb M6 4x4
Combi M6 4x4
km/u
222
220
220
218
219
217
s
8,8
8,9
8,8
8,9
9,0
9,1
Superb M6
Combi M6
Superb DQ6
Combi DQ6
Superb M6 4x4
Combi M6 4x4
In stad
7,7
7,7
7,8
8,0
8,3
8,4
Buiten stad
4,8
4,9
5,1
5,2
5,3
5,4
Combinatie
5,8
5,9
6,1
6,2
6,4
6,5
CO2-uitstoot - combinatie
153
155
159
162
168
169
Maximale snelheid Acceleratie 0 - 100 km/h
Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO2-uitstoot (in g/km)
Inhouden (in liter) Reservoir ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers/met interieurvoorverwarming
3/5,5/4,5
sn4.4.book Page 45 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Technische gegevens Gewichten (in kg) Superb M6
Combi M6
Superb DQ6
Combi DQ6
Superb M6 4x4
Combi M6 4x4
Maximum toegelaten gewicht
2118
2140
2135
2157
2210
2232
Gewicht in lege toestand, rijklaar
1555
1577
1572
1594
1647
1669
Nuttige last
563
563
563
563
563
563
Nuttig laadvermogen bij gebruik van de trekhaak
483
483
483
483
483
483
Toelaatbare voorasbelasting
1200
1200
1200
1200
1200
1200
Toelaatbare achterasbelasting
1250
1250
1250
1250
1250
1250
Toegestaan aanhangwagengewicht, aanhangwagen geremd
1800
1800
1800
1800
2000
2000
Toelaatbaar aanhangwagengewicht, aanhangwagen ongeremd
750
750
750
750
750
750
45
sn4.4.book Page 46 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
sn4.4.book Page 47 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
sn4.4.book Page 48 Tuesday, October 20, 2009 10:01 AM
Skoda Auto werkt continue aan de doorontwikkeling van alle typen modellen. Heeft u er alstublieft begrip voor, dat daarom ten alle tijde veranderingen van de levering in vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn. De gegevens met betrekking tot de leveringsomvang, het voorkomen, de prestaties, maten, gewichten, brandstofverbruik, normen en functies van de auto beantwoorden aan de stand van de informatie op het moment van sluiting van de redactie. Enkele van de uitvoeringen zijn mogelijkerwijs pas later leverbaar (informatie geeft uw Škoda-dealer) of worden slechts in bepaalde exportuitvoeringen aangeboden. Daarom kan er niet gereclameerd worden naar aanleiding van de aanduidingen, afbeeldingen en beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing.
Nadruk, kopiëren, vertaling of een ander gebruik, ook uitzonderingen, is zonder schriftelijk toestemming van Skoda Auto niet toegestaan. Alle rechten volgens het auteursrecht blijven uitdrukkelijk aan Skoda Auto voorbehouden. Onder voorbehoud van veranderingen van dit werk. Uitgegeven door: ŠKODA AUTO a.s. ©ŠKODA AUTO a.s. 2009
SIMPLY CLE VER
Dodatek Návodu k obsluze Superb holandsky 12.09 S74.5612.10.32 3T0 012 025 HD
ŠkodaSuperb SUPPLEMENT VOOR INSTRUCTIEBOEKJE Technische wijzigingen 12/2009