Instroomonderzoek naar achtergrond, verwachtingen en bevindingen van de eerstejaars Communicatiestudenten op de NHL in 2014
Opdrachtgever: Bernard Kramer Begeleidende docent: Geert-Jan van Dam Studenten: Johannes Arendz Nienke Kroon Lisa Meijer Maarten van de Molen Datum: 11-06-2014
Oorsprong van de stroming Instroomonderzoek naar achtergrond, verwachtingen en bevindingen van de eerstejaars Communicatiestudenten op de NHL in 2014
Opdrachtgever: Bernard Kramer Begeleidende docent: Geert-Jan van Dam Studenten: Johannes Arendz Nienke Kroon Lisa Meijer Maarten van de Molen Datum: 11-06-2014
2
Voorwoord De projectgroep Communication4U van de opleiding Communicatie aan de NHL Hogeschool heeft dit jaar onderzoek gedaan naar de beweegredenen van eerstejaars studenten om te kiezen voor de opleiding Communicatie. Deze opdracht is door ons geselecteerd, omdat dit voor ons een mooi leermoment is hoe je een goed rapport schrijft naar aanleiding van een voorafgaand onderzoek. Wij bevinden ons op dit moment alle vier in het tweede jaar van de opleiding Communicatie en hebben met succes het eerste jaar afgerond. Wij zijn alle vier met verschillende redenen en omstandigheden aan deze opleiding begonnen. Nu zijn wij natuurlijk erg benieuwd naar de redenen van andere eerstejaars studenten om deze opleiding op deze school te gaan volgen. Ook lijkt het ons interessant om te onderzoeken of er verbanden zijn tussen de verschillende uitkomsten. Alle vier hebben wij geprobeerd zo goed mogelijk aan dit project te werken en goed contact te houden met de opdrachtgever, begeleidende docent en natuurlijk met elkaar. De ruim 100 huidige eerstejaars Communicatiestudenten hebben dit onderzoek mogelijk gemaakt en wij willen ze dan ook hartelijk bedanken voor hun medewerking. Daarnaast willen we graag opdrachtgever Bernard Kramer bedanken voor de opdracht en onze begeleidende docent Geert-Jan van Dam voor de hulp en beoordelingen gedurende het gehele proces.
Leeuwarden,4 juni 2014
Johannes Arendz Nienke Kroon Lisa Meijer Maarten van de Molen
3
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Methode van onderzoek
6
3
Resultaten 3.1 Over de keuze van de studenten 3.2 Persoonskenmerken 3.3 Over de vooropleiding van de studenten 3.4 Over de opleiding
8 8 21 27 31
Grafiekenopgave Grafiek 1 Grafiek 2 Grafiek 3 Grafiek 4 Grafiek 5 Grafiek 6 Grafiek 7 Grafiek 8 Grafiek 9 Grafiek 10 Grafiek 11 Grafiek 12 Grafiek 13 Grafiek 14 Grafiek 15 Grafiek 16 Grafiek 17 Grafiek 18 Grafiek 19 Grafiek 20 Grafiek 21 Grafiek 22 Grafiek 23 Grafiek 24 Grafiek 25 Grafiek 26
5
Proces zoeken naar geschikte opleiding Hoe in contact gekomen met opleiding Invloed keuze opleiding Twijfel tussen opleidingen Twijfel tussen scholen Hulp bij keuze opleiding Waarom NHL? Belangrijke behoeften bij keuze studie Communicatie Rol internationalisering Rol praktijkgerichtheid Rol brede opleiding Rol creatieve insteek Rol positieve verhalen Leeftijd studenten Geslacht studenten van de afgelopen vijf jaar Wonen de studenten op kamers? Woonplaats tijdens keuze opleiding Schoolplaats voor NHL Huidige woonplaats studenten Vooropleiding studenten Eerste hbo-opleiding of niet? (Niet)- Afgemaakte opleidingen Indruk studenten voor opleiding Overeenkomst informatie: toen & nu Cijfer communicatie binnen de opleiding en de NHL Cijfer opleiding Communicatie
Conclusies en aanbevelingen
36
4
Bijlagen I Onderzoeksopzet II Enquête III Vragen diepte-interview IV Resultaten diepte-interviews V Codeboek VI Tabellen en frequenties (op bijgeleverde CD-rom) VII Debriefing VIII BIG-formulieren
38
5
1
Inleiding
Er melden zich elk jaar weer veel nieuwe studenten aan op de NHL Hogeschool. Een deel hiervan kiest voor de opleiding Communicatie. Het is erg belangrijk voor de opleiding om te weten wat de doorslag heeft gegeven bij deze studenten bij het kiezen van deze opleiding. Op bepaalde trends en ontwikkelingen kan afdeling Werving en Strategie namelijk de komende jaren inspelen bij het werven van nieuwe studenten. Ook is het belangrijk om erachter te komen of de verwachtingen van de studenten overeen komen met de huidige bevindingen. Dit wordt onderzocht door middel van een enquête die onder alle eerstejaars Communicatiestudenten is afgenomen. De aanleiding voor de opdracht is de toestroom van studenten die zich inschrijven voor de opleiding Communicatie op de NHL. De opdrachtgever is Bernard Kramer, hij gaf deze opdracht namens de afdeling strategie en werving van de NHL. Hij heeft behoefte aan inzicht in de verwachtingen van studenten. Ook wil hij weten of deze verwachtingen werkelijk vervuld zijn na het eerste half jaar van de opleiding. Elke twee jaar wordt er een onderzoek uitgevoerd naar deze verwachtingen en de werkelijke ervaring. De hoofdvraag van het onderzoek luidt; ‘Wat is de herkomst, de vooropleiding en motivatie van de studenten die zich inschrijven voor de opleiding Communicatie en de NHL Hogeschool en zijn deze verwachtingen na het eerste halfjaar waargemaakt?’ Om deze hoofdvraag goed te onderzoeken, is er een enquête opgezet. Deze enquête is afgenomen onder alle eerstejaars Communicatiestudenten. Daarnaast is er een aantal diepteinterviews gehouden om nog specifieker tot de beweegredenen van de studenten te komen. In hoofdstuk 2 wordt de methode van onderzoek beschreven. Hierin staat hoe de enquêtes afgenomen zijn en worden de gestelde vragen per onderdeel weergegeven. Vervolgens staan in het derde hoofdstuk de resultaten van het onderzoek. De resultaten betreffen de antwoorden op de vragen over de keuze van de studenten, de student zelf, hun vooropleiding en hun verwachtingen en mening over de opleiding. In dit hoofdstuk zijn ook de analyses van de afgelopen jaar van bureau Inschrijving opgenomen. Ook worden hier en daar bevindingen uit de diepte-interviews gebruikt om bepaalde resultaten toe te lichten. Ten slotte bevat hoofdstuk vier de conclusies en de aanbevelingen.
6
2
Methode van onderzoek
Dit hoofdstuk bevat de hoofdvraag en de deelvragen van het Instroomonderzoek 2014. Op basis hiervan is een methode van onderzoek bepaald die nader uitgelegd wordt. Hoofdvraag De hoofdvraag van het onderzoek is als volgt geformuleerd: ‘Wat is de herkomst, de vooropleiding en motivatie van de studenten die zich inschrijven voor de opleiding Communicatie en de NHL Hogeschool en zijn deze verwachtingen na het eerste halfjaar waargemaakt?’ Deelvragen De resultaten van het onderzoek zijn onderverdeeld in vier paragrafen die elk een ander deel tonen. De vier paragrafen behandelen de volgende deelvragen: 1. Wat kan gezegd worden over de keuze van de studenten voor de opleiding Communicatie wat betreft het zoekproces, de invloed, twijfel, hulp, etc.? 2. Wat kan gezegd worden over de studenten zelf wat betreft leeftijd, geslacht, woonsituatie, woonplaats keuze en huidige woonplaats? 3. Wat kan gezegd worden over de vooropleiding van de studenten op gebied van profiel, eerste hbo-opleiding en eventueel eerder gevolgde hbo-opleidingen? 4. Wat kan gezegd worden over de meningen van de studenten over de opleiding wat betreft hun eerste indruk, overeenkomst informatie toen en nu en cijfers voor de communicatie en de opleiding? Enquête, diepte-interviews, analyse data Bureau Inschrijving Om deze deelvragen te onderzoeken is er gekozen voor drie verschillende methodes van onderzoek. Ten eerste wordt er een enquête afgenomen onder alle eerstejaars Communicatiestudenten die op de dag van afname aanwezig zijn. Hiervoor is gekozen omdat op deze manier alle gegevens en meningen van de Communicatiestudenten meegenomen wordt. De enquête is opgesteld naar aanleiding van vragen uit voorgaande onderzoeken. Deze zijn aangepast om een nog specifieker beeld te schetsen en nog meer verbanden te kunnen ontdekken. De enquête bevindt zich in bijlage II. Vervolgens is opgezocht op welke dagen meerdere lessen van eerstejaars plaatsvonden en is er met de desbetreffende mentor overlegd of de enquête op dat moment kon worden afgenomen. Dit onderzoek is voornamelijk gebaseerd op de schriftelijk afgenomen enquêtes. Deze werden afgenomen tijdens bepaalde lesuren waar een groot aantal eerstejaars Communicatiestudenten werd bereikt. In totaal hebben 85 eerstejaars studenten van de in totaal 232 studenten de enquête ingevuld. De overige studenten waren of afwezig of zijn inmiddels gestopt met de opleiding Communicatie. Naar aanleiding van de resultaten van de enquête zijn vier studenten geïnterviewd. De vragen die als uitgangspunt dienen voor de interviews staan in bijlage III. Deze gegevens zijn meegenomen in de analyse van de resultaten in hoofdstuk 3. Ten slotte is de data van Bureau Inschrijving over de afgelopen vijf jaar geanalyseerd. Deze gegevens laten trends zien op het gebied van geslacht, vooropleiding en de locatie van de vorige scholen van de studenten. Randvoorwaarden Betrouwbaarheid Er wordt een enquête afgenomen onder alle eerstejaarsstudenten die in collegeweek 1 (21-04 t/m 2504 2014) in de uitgekozen les aanwezig zijn. Deze studenten worden 22 vragen gesteld over hun keuze, hunzelf en de opleiding. Op basis hiervan wordt onder vier studenten een diepte-interview 7
afgehouden. Deze bevindingen worden gebruikt om de resultaten van de enquête beter te analyseren. Ook wordt de data van Bureau Inschrijving geanalyseerd en meegenomen in het resultaten hoofdstuk. Validiteit Een onderzoek is valide wanneer er geen systematische fouten zijn. Het is belangrijk dat je meet wat je wilt meten. Het begrip zoals het bedoeld is en het begrip zoals het gemeten wordt moeten matchen. Dit wordt operationalisatie genoemd. Voor dit onderzoek worden diverse bronnen en methoden gebruikt (triangulatie).
8
3
Resultaten
In dit hoofdstuk worden alle resultaten van het onderzoek weergeven. Deze resultaten zijn onderverdeeld in de volgende vier paragrafen: de eerste paragraaf gaat over de keuze, de tweede over de student zelf, de derde over de vooropleiding van de studenten en de vierde betreft de opleiding Communicatie. De data van bureau inschrijving over de afgelopen vijf jaar zijn hierin meegenomen. Ook de bevindingen van de diepte-interviews zijn hier en daar gebruikt als uitleg van de resultaten.
3.1.
Over de keuze
In de eerste paragraaf staat de keuze van de studenten centraal. Onder andere hun zoekproces en de grootste invloedfactoren zijn onderzocht. Ook wordt getoond of de studenten getwijfeld hebben over opleidingen en scholen. 3.1.1 Onderzoek van studenten naar geschikte opleiding Grafiek 1 ‘proces zoeken naar geschikte opleiding’ geeft weer hoe uitgebreid de huidige eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie gezocht hebben naar een geschikte opleiding. In deze grafiek is te zien dat het grootste deel van 47 mensen uitgebreid onderzoek deed naar wat zij wilden. 27 van de eerstejaarsstudenten heeft er even over nagedacht, maar hebben er niet veel tijd aan besteed. Tot slot hebben 11 van de eerstejaarsstudenten amper nagedacht over dit onderwerp, omdat zij al wisten wat voor opleiding ze wilden gaan doen. Grafiek 1
Proces zoeken naar geschikte opleiding
Concluderend kan gezegd worden dat het merendeel van de studenten uitgebreid of even nagedacht heeft bij het zoeken naar een geschikte opleiding. Enkel 11 personen hebben hier amper over nagedacht.
9
3.1.2 Op welke manier zijn de studenten met de opleiding Communicatie in contact gekomen? Grafiek 2 ‘Hoe in contact gekomen met opleiding’ geeft weer hoe de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie in contact zijn gekomen met de opleiding Communicatie. Hieruit blijkt dat het grootste deel van de eerstejaarsstudenten door middel van het internet in contact zijn gekomen met de opleiding Communicatie, namelijk 56 studenten. Daaropvolgend zijn 44 studenten door middel van de open dag(en) in contact gekomen met de opleiding, 29 door middel van de meeloop dag(en), 29 door middel van hun vrienden/kennissen/familie, 14 door middel van de voorlichtingsdag(en) en 14 door middel van hun oude school. 12 eerstejaarsstudenten is in contact gekomen met de opleiding door middel van folders en de overige studenten door middel van een test en een gesprek met een studieadviseur. Geen van de eerstejaarsstudenten is in contact gekomen met de opleiding Communicatie door middel van advertenties/billboards. Grafiek 2
Hoe in contact gekomen met opleiding
Concluderend kan gezegd worden dat het internet, de open dag(en), de meeloop dag(en) en vrienden/kennissen en familie de grootste rol hebben gespeeld bij het in contact komen met de opleiding.
10
3.1.3 Wat heeft de studenten het meest beïnvloed in hun keuze voor de opleiding Communicatie? Grafiek 3 ‘Invloed keuze opleiding’ geeft weer wie/wat de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie het meeste heeft beïnvloed bij het maken van hun keuze. Hieruit blijkt dat met 26 studenten het meest zijn beïnvloedt door de open dag(en). 20 eerstejaarsstudenten is beïnvloed door de meeloop dag(en), 18 studenten zijn beïnvloed door hun vrienden/kennissen/familie, 16 studenten door het internet, 6 door voorlichtingsdagen en nog 6 zijn beïnvloed door hun oude school. De overige studenten zijn beïnvloed door folders, een test, via een andere opleiding of via een gesprek met een studieadviseur. Niemand van de studenten is bij het maken van hun keuze beïnvloed door advertenties/billboards. Grafiek 3
Invloed keuze opleiding
Concluderend kan gezegd worden dat het internet, de open dag(en), de meeloop dag(en) en vrienden/kennissen en familie de grootste beïnvloedingsfactoren waren bij de keuze voor de opleiding Communicatie.
11
3.1.4 Hebben de studenten getwijfeld tussen verschillende opleidingen? Zo ja, welke? Grafiek 4 ‘twijfel tussen opleidingen’ geeft weer of de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie getwijfeld hebben tussen verschillende opleidingen bij het maken van hun keuze. Hieruit blijkt dat 62 eerstejaarsstudenten getwijfeld heeft tussen verschillende opleidingen. Waarvan 9 tussen Journalistiek en Communicatie, 6 tussen een Docentenopleiding en Communicatie, 5 tussen CMD en Communicatie, 5 tussen Communicatie en andere Communicatieopleidingen en 37hebben getwijfeld tussen Communicatie en overige opleidingen. Tot slot hebben 23 studenten niet getwijfeld tussen verschillende opleidingen. Grafiek 4
Twijfel tussen opleidingen
Concluderend kan gezegd worden dat het grootste deel van de eerstejaarsstudenten getwijfeld heeft tussen verschillende opleidingen, maar liefst 62 personen. 23 personen geven aan niet getwijfeld te hebben.
12
3.1.5 Hebben de studenten getwijfeld tussen verschillende scholen? Zo ja welke? Grafiek 5 ‘twijfel tussen scholen’ geeft weer of de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie getwijfeld hebben tussen verschillende scholen bij het maken van hun keuze. Hieruit blijkt dat 41 eerstejaarsstudenten niet getwijfeld heeft bij het maken van hun keuze. 21 eerstejaarsstudenten heeft bij hun keuze getwijfeld tussen de NHL Hogeschool en Hanze Hogeschool Groningen. Uit de diepte-interviews is gebleken dat deze twijfel niet zozeer is gebaseerd op de scholen, maar veroorzaakt wordt door de verschillende steden. Groningen staat immers veel meer bekend als een studentenstad dan Leeuwarden (zie bijlage IV: Resultaten diepte-interviews). 8 eerstejaarsstudenten hebben getwijfeld tussen de NHL Hogeschool en Stenden en 7 eerstejaarsstudenten twijfelde tussen de NHL Hogeschool en Windesheim Zwolle. Tot slot hebben 8 eerstejaarsstudenten getwijfeld tussen de NHL Hogeschool en overige scholen. Grafiek 5
Twijfel tussen scholen
Concluderend kan gezegd worden dat het merendeel van 41 personen niet getwijfeld heeft tussen verschillende scholen. De overige eerstejaarsstudenten die wel hebben getwijfeld, hebben vooral getwijfeld tussen de NHL en Stenden, Windesheim Zwolle of Hanze hogeschool Groningen.
13
3.1.6 Wie hebben de studenten privé het meest geholpen bij hun keuze voor de opleiding? Grafiek 6 ‘hulp bij keuze opleiding’ geeft weer wie de eerstejaarsstudenten het meeste geholpen hebben bij het maken van hun keuze voor een opleiding. Het is voor de NHL Hogeschool belangrijk om te weten wie de studenten het meeste geholpen heeft bij het maken van hun keuze, want zo kunnen zij hun communicatie ook afstemmen op deze doelgroepen. In de grafiek is duidelijk te zien dat voor het grootste deel van de eerstejaarsstudenten geldt dat hun ouders het meeste geholpen bij het maken van hun keuze voor een opleiding. Dit gold namelijk voor 50 eerstejaarsstudenten. Uit de diepte-interviews (zie bijlage IV: Resultaten diepte-interviews) bleek dat de hulp van ouders vaak geraadpleegd wordt omdat zij de kinderen het beste kennen. Ook weten zij goed wat hun kind wel of niet kan en wordt hun advies op dit gebied ook erg meegenomen. 11 eerstejaarsstudenten geven aan dat hun vriend/vriendin het meeste geholpen heeft bij het maken van de keuze voor een opleiding en 9 studenten geven aan dat hun vrienden het meeste geholpen hebben bij het maken van deze keuze. 11 eerstejaarsstudenten hebben van niemand hulp gehad bij het maken van hun keuze en 3 studenten hebben hulp gehad van hun oude school. Tot slot heeft 1 eerstejaarsstudent hulp gehad van overige familieleden. Grafiek 6
Hulp bij keuze opleiding
Concluderend kan gezegd worden dat de ouders van de eerstejaarsstudenten privé het meeste hebben geholpen bij maken van een keuze voor een opleiding.
14
3.1.7 Waarom hebben de studenten gekozen voor NHL Hogeschool? Grafiek 7 ‘Waarom NHL?’ geeft weer waarom de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie gekozen hebben voor de NHL Hogeschool. Hieruit blijkt dat 36 studenten kozen voor de NHL Hogeschool omdat deze school hen het meeste aanspreekt. 32 studenten geven aan gekozen te hebben voor deze school, omdat het in de buurt ligt. 6 eerstejaarsstudenten heeft gekozen voor de NHL Hogeschool vanwege de goede resultaten bij onderzoeken. 3 studenten hadden geen andere keuze, 2 zaten hier al op school en 2anderen kozen voor de NHL Hogeschool vanwege de verschillende minors. Ook uit de diepte-interviews (zie bijlage IV: Resultaten diepte-interviews) blijkt dat studenten voor de NHL kozen omdat het in de buurt was, maar ook de noodgedwongenheid speelt hierin mee. Veel kiezen namelijk voor de opleiding Communicatie en volgen deze op de NHL omdat hij hier het beste gegeven wordt in hun ogen. Tenslotte speelt de sfeer van de NHL ook mee. De omvang van de school is niet al te groot en het is een beetje ons-kent-ons. Dit creëert een prettige sfeer om in te werken. Grafiek 7
Waarom NHL?
Concluderend kan gezegd worden dat de meeste eerstejaarsstudenten gekozen hebben voor de NHL Hogeschool, omdat deze in de buurt ligt en hen het meeste aanspreekt.
15
3.1.8 Welke behoeften vonden de studenten belangrijk bij de keuze voor de studie Communicatie? Grafiek 8 ‘belangrijke behoeften bij keuze studie Communicatie’ geeft weer welke behoeften de studenten hebben beïnvloed bij het maken van hun keuze voor de opleiding Communicatie op de NHL. Te zien is dat de behoefte voor zelfontplooiing het grootste deel van 67 studenten beïnvloed heeft. Vervolgens werden 41 beïnvloed door de behoefte aan bestaanszekerheid in de toekomst door het hebben van een goede baan. 22 studenten hebben behoefte aan sociale contacten en koos daarom voor de opleiding en 16 studenten hadden vooral behoefte aan zekerheid doordat de eerste levensbehoeften vervuld worden. Ten slotte hebben 13 studenten vooral behoefte aan erkenning. Grafiek 8
Belangrijke behoeften bij keuze studie Communicatie
Concluderend kan gezegd worden dat het merendeel van de eerstejaarsstudenten de behoefte ‘Zelfontplooiing’ en een ‘Bestaanszekerheid’ de belangrijkste behoeften vonden bij het maken van hun keuze voor de studie Communicatie.
16
3.1.9 Wat is de reden dat de studenten kiezen voor de opleiding Communicatie en tot in hoeverre spelen deze eigenschappen een rol? Onderstaande grafieken geven weer welke redenen belangrijk waren voor de studenten bij het maken van hun keuze voor de opleiding Communicatie. Ook geven de grafieken weer hoe sterk deze redenen meespelen. Deze vijf redenen waren: internationalisering, praktijkgericht, brede opleiding, creatieve insteek en positieve verhalen. Grafiek 9 ‘rol internationalisering’ betreft de internationalisering binnen de opleiding. Het merendeel van 32 studenten had tegenover deze reden een neutrale houding. Vervolgens speelde voor 21 studenten deze reden redelijk sterk mee. Voor 17 leerlingen had internationalisering een redelijk zwakke rol. Tenslotte speelde het voor 10 leerlingen sterk mee en voor de overige 5 studenten zwak. Grafiek 9
Rol internationalisering
17
Grafiek 10 ‘rol praktijkgerichtheid’ betreft de praktijkgerichtheid van de opleiding. Tot in hoeverre speelde deze factor mee? Ook in dit geval hebben 44 studenten een neutrale houding ten opzichte van deze reden. Het heeft hen niet zo erg beïnvloed. Voor 28 studenten was er sprake van een redelijk sterke beïnvloeding door deze factor. Voor 11 studenten speelde deze factor sterk mee. Ten slotte koos slechts 1 student voor zowel de optie redelijk zwak als zwak. Grafiek 10
Rol praktijkgerichtheid
18
Vervolgens werd gevraagd hoe sterk de reden ‘brede opleiding’ meespeelde bij het maken van een keuze. In grafiek 11 ‘rol brede opleiding’ is te zien dat voor 41 studenten deze reden niet zo sterk meespeelde. 41 studenten zeggen dat deze reden sterk meegespeeld heeft. Tenslotte speelde voor 16 studenten de reden op een neutrale wijze mee en voor 4 studenten was de beïnvloeding van de reden redelijk zwak. Grafiek 11
Rol brede opleiding
19
De vierde reden betreft de creatieve insteek van de opleiding. Grafiek 12 ‘rol creatieve insteek’ toont dat voor 34 studenten deze reden redelijk sterk meespeelde. Voor 28 studenten speelde deze reden sterk me en voor 18 studenten speelde de creativiteit een neutrale rol. Tenslotte was voor 5 studenten de rol van deze reden redelijk zwak. Grafiek 12
Rol creatieve insteek
20
De laatste reden bevat de positieve verhalen die de studenten hoorden van mensen in hun omgeving. Zoals bijvoorbeeld bekenden die al Communicatie studeren. In grafiek 13 ‘rol positieve verhalen’ is te zien dat voor een meerderheid van 43 studenten deze reden een neutrale rol had. Vervolgens was deze reden voor 19 studenten redelijk sterk en voor 13 studenten redelijk zwak. Slechts 2 studenten zeggen dat de reden sterk meespeelde en voor 8 studenten speelde de reden zwak mee. Ook uit de diepte-interviews (zie bijlage IV: Resultaten diepte-interviews) is gebleken dat de NHL het nog steeds moet hebben van de mond-tot-mondreclame. Een aantal studenten volgt deze opleiding omdat zij positieve verhalen van familieleden of vrienden hebben gehoord. Grafiek 13
Rol positieve verhalen
Concluderend kan gezegd worden dat de eigenschap ‘Brede opleiding’ en ‘Creatieve insteek’ de eigenschappen zijn die de grootse rol spelen voor de eerstejaarsstudenten bij het kiezen voor de opleiding Communicatie.
21
3.2.
Persoonskenmerken
In deze paragraaf staan de persoonskenmerken van de studenten centraal. Onder andere de leeftijd, het geslacht en de woonplaats van de studenten worden getoond. Ook worden gegevens uit de data van bureau inschrijving getoond
3.2.1 Wat is de leeftijd van de studenten? Grafiek 14 ‘leeftijd studenten’ geeft weer wat de leeftijden van de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie zijn. Hieruit blijkt dat het grootste deel van de studenten, namelijk 75, tussen de 17 en 21 jaar oud is. Het grootste gedeelte van de eerstejaarsstudenten, namelijk 19, is 20 jaar oud, 18 studenten zijn 19 jaar oud, 15 zijn 18 jaar oud, 13 zijn 21 jaar oud en 10 studenten zijn 17 jaar oud. De overige 10 eerstejaarsstudenten zijn tussen de 22 en 25 jaar oud. Grafiek 14
Leeftijd studenten
Concluderend kan gezegd worden dat het grootste deel van de eerstejaarsstudenten tussen de 17 en 21 jaar oud is.
22
3.2.2 Wat is het geslacht van de studenten? In grafiek 15 ‘geslacht studenten van de afgelopen vijf jaar’ is weergegeven hoeveel mannelijke en vrouwelijke studenten zich in de afgelopen vijf schooljaren inschreven voor de opleiding communicatie. Uit de grafiek komt naar voren dat 54 van de aanmeldingen voor schooljaar 2013/2014 mannelijk is. De overige 178 studenten zijn vrouwelijk. Voor het jaar 2012/2013 geldt dat 55 studenten mannelijk zijn, de overige 193 studenten zijn vrouwelijk. Vervolgens is te zien dat in het jaar 2011/2012 73 van de aanmeldingen op de opleiding Communicatie van eenman is, tegenover 193 vrouwelijke studenten. In het jaar 2010/2011 waren 72 van alle aanmeldingen voor de opleiding communicatie van mannelijke aard. 219 van de aanmeldingen waren dit jaar van het vrouwelijke geslacht. Tenslotte blijkt dat 75 van de aanmeldingen in jaargang 2009/2010 mannelijk was en 166 van de aanmeldingen van vrouwen waren. Geconcludeerd kan worden dat er een afname te zien is in de mannelijke aanmeldingen over de afgelopen 5 jaar. In 2009 waren nog 75 van de aanmeldingen mannelijk. Het laagste aantal aan mannelijke aanmeldingen was in 2013 met 54. De vrouwelijke aanmeldingen gestegen van 166 in 2009 naar 219 in 2011. Tot dan bleef dit aantal sterk stijgen, maar na 2011 nam het aantal weer af naar 178 vrouwelijke aanmeldingen. Grafiek 15
Geslacht studenten van de afgelopen vijf jaar
Concluderend kan gezegd worden dat het grootste deel van de eerstejaarsstudenten vrouwen zijn. Het aantal mannen is de afgelopen twee jaar ook afgenomen in vergelijking met de jaren 2011/2010/2009.
23
3.2.3 Wonen de studenten op kamers? Grafiek 16 ‘wonen de studenten op kamers?’ geeft weer hoeveel eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie op kamers woont. Hieruit blijkt dat het merendeel van 55 studenten niet op kamers woont en de overige 30 studenten wel op kamers wonen. Grafiek 16
Wonen de studenten op kamers?
Concluderend kan gezegd worden dat het grootste deel van de eerstejaarsstudenten niet op kamers woont. In totaal wonen er 30 eerstejaarsstudenten wel op kamers.
24
3.2.4 Waar woonden de studenten toen ze de keuze maakten om de opleiding Communicatie op de NHL Hogeschool te gaan doen? Grafiek 17 ‘woonplaats tijdens keuze opleiding’ geeft weer in welke provincie de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie woonde toen zij de keuze maakte voor hun opleiding. Hieruit blijkt dat het grootse deel van 64 studenten destijds in Friesland woonde, 6 in Overijssel, 5 in Groningen en 3 in Drenthe. 2 eerstejaarsstudenten woonde destijds in Noord-Holland en 2 in Flevoland. In zowel de provincie Utrecht als Gelderland en Brabant woonde destijds 1 eerstejaars Communicatie student.
Grafiek 17
Woonplaats tijdens keuze opleiding
Concluderend kan gezegd worden dat het grootse deel van eerstejaarsstudenten in de provincie Friesland woonde toen zij hun keuze voor de opleiding Communicatie aan de NHL Hogeschool maakte.
3.2.5 In welke plaats zaten de studenten voor het NHL op school? Grafiek 17 ‘schoolplaats voor NHL’ laat de herkomst van de scholen van de studenten zien over de afgelopen jaar. Binnen het onderwerp herkomst scholen zijn een vast aantal dorpen en steden gehandhaafd over de vijf jaren. Hier is voor gekozen om te laten zien wat de trends zijn. Deze dorpen en steden zijn uitgezocht op basis van de meest voorkomende dorpen en steden van het schooljaar 2013/2014. In 2013/2014 vertegenwoordigen de scholen uit Leeuwarden het grootste gedeelte met 110 studenten. Groningen komt als tweede met 25 studenten. Drachten en Heerenveen staan garant voor 11 en 10 studenten. Het jaar 2012/2013 bevat ook een merendeel van 78 studenten die in Leeuwarden op school zat. Groningen en Sneek staan beiden met 20 studenten op de tweede plaats. 25
Ook in het jaar 2011/2012 heeft het grootste deel van de studenten, namelijk 143, in Leeuwarden op school gezeten. Dit jaar stond Drachten op de tweede plek met 21 studenten. Vervolgens zaten 19 in Sneek op school en 17 in Groningen. Voor het jaar 2010/2011 geldt ook dat de meerderheid van 111 studenten in Leeuwarden op school zat. Groningen stond op de tweede plek met 32 studenten. Vervolgens zaten 19 studenten in Zwolle op school en 12 in Sneek. Het laatste jaar dat geanalyseerd is, is het studiejaar 2009/2010. In dit jaar zaten 82 studenten in Leeuwarden op school. Groningen stond eveneens op de tweede plek met 17 studenten. Vervolgens kwamen 11 studenten van een school in Zwolle en zaten 15 in Sneek op school. Zeer opvallend is dat in elk jaar het grootste gedeelte studenten vanuit een school uit Leeuwarden komt. Dit zijn zowel mbo scholen als middelbare scholen. Groningen heeft hierin een aanzienlijk kleiner percentage dan Leeuwarden maar staat bijna altijd als eerste achter Leeuwarden. Er is relatief gezien ook altijd een redelijke groep die in Zwolle op een school heeft gezeten naar de opleiding. Er is vervolgens duidelijk een laag aantal bij alle andere Friese steden of dorpen. Deze leerlingen gaan blijkbaar naar andere scholen aangezien daar ook scholen staan, bijvoorbeeld in Franeker, Harlingen en Heerenveen. Deze steden liggen ook relatief dichtbij Leeuwarden qua reistijd. Ook opvallend is dat de herkomst van de studenten uit Sneek wisselt in hoeveelheid per jaar met zo’n 10 aanmeldingen. Waren het er in 2012 nog 20 Snekers die zich inschreven, maar in 2013 daalt het naar slechts 7 aanmeldingen. Grafiek 18
Schoolplaats voor NHL
Concluderend kan gezegd worden dat het grootse deel van de eerstejaarsstudenten voor hun opleiding aan de NHL Hogeschool op school zaten in Leeuwarden. Ook een groot aantal heeft op school gezeten in Groningen, vooral in 2010 was hier sprake van. Na 2010 nam het aantal af, maar in 2013 is dit aantal weer gestegen. Daaropvolgende komt een groot aantal studenten van scholen uit 26
Zwolle naar de NHL Hogeschool, maar dit aantal is in vergelijking met 2009/2010/2011/2012 enorm gezakt in 2013. Dit zelfde is terug te zien bij studenten die op school hebben gezeten in Sneek, dit aantal is in 2013 ook enorm gezakt.
3.2.6 Wat is de huidige woonplaats van de studenten? Grafiek 18 ‘huidige woonplaats studenten’ geeft weer waar de studenten op dit moment wonen. Te zien is dat het grootste deel, namelijk 33 studenten, in Leeuwarden wonen. Vervolgens wonen 5 in Franeker, 4 in Harlingen, 3 in Groningen en 2 in Drachten. De overige 38 studenten wonen ergens anders. Grafiek 19
Huidige woonplaats studenten
Concluderend kan gezegd worden dat de huidige woonplaats van het grootse deel eerstejaarsstudenten Leeuwarden is.
27
3.3.
Vooropleiding
In deze paragraaf staat de vooropleiding van de eerstejaars Communicatiestudenten centraal. Onder andere hun profiel op de middelbare school wordt getoond. Ook wordt getoond of er studenten zijn die eerder een hbo-opleiding volgden en of zij deze afmaakten.
3.3.1 Wat is de vooropleiding van de studenten? Grafiek 19 ‘vooropleiding studenten’ bevat de vooropleidingen van de eerstejaars Communicatiestudenten over de afgelopen vijf jaar. Ook is te zien welk profiel de ex-havo leerlingen volgden en hoeveel procent van de studenten een toelatingstest heeft gedaan. Om te beginnen wordt er gekeken naar de meest voorkomende vooropleidingen in jaargang 2013/2014. In de analyse worden alle havo profielen gezamenlijk meegenomen. Havo voert dan ook de toon met 95 studenten. Daarna staat het mbo met 53 studenten op de tweede plek. 36 studenten hebben een hbo-propedeuse op zak. 14 studenten komen op de opleiding met het vwo als vooropleiding. Over het jaargang 2012/2013 kan gezegd worden dat de meeste studenten de havo hebben afgerond voordat ze aan de opleiding Communicatie begonnen. Dit zijn namelijk 106 eerstejaars Communicatiestudenten. De volgende groep van 88 studenten komt van het mbo af. 25 studenten hebben een hbo-propedeuse behaald aan een andere hbo-opleiding. 12 studenten zijn vanaf het vwo naar hbo Communicatie gegaan. Ook in het jaar 2011/2012 hebben de havo studenten het grootste aandeel in de aanmeldingen met 95 studenten. Het mbo levert 112 studenten aan de opleiding. 8 studenten hebben dit jaar een hbo-propedeuse op zak voordat ze aan de opleiding begonnen. 12 studenten zijn vanaf het vwo naar Communicatie gekomen. In het jaar 2010/2011 komt de grootste groep van 90 studenten van het mbo onderwijs. Met een klein verschil van één student staat de havo op de tweede plek met 89 studenten. De mensen met een hbo-propedeuse op zak wordt vertegenwoordigt door 13 eerstejaars Communicatiestudenten. Tenslotte levert in jaargang 2009/2010 de havo weer de grootste groep studenten, namelijk 98 studenten. Het mbo bracht dit jaar 89 studenten naar de opleiding. 12 studenten komen vanaf het vwo en enkel 4 studenten hebben dit jaar een hbo-propedeuse op zak. De onderstaande grafiek laat het overzicht zien met betrekking tot de herkomst van de vooropleiding. Op het jaar 2010 na hebben de studenten ieder jaar het vaakst de havo als vooropleiding. De afgelopen jaren komt het havo profiel cultuur en maatschappij erg in opmars en staat in 2013 gelijk qua aantal aan mbo met 53 studenten. De studenten met een mbo opleiding zijn afgenomen door de jaren heen en zijn in 2013 blijven hangen op 53 studenten terwijl dit ooit 89 studenten waren in 2009 en zijn hoogtepunt kende in 20111 met 112 studenten. Wanneer we de keuzeprofielen van de havo buiten schot laten is de havo een grote leverancier voor de opleiding Communicatie. Na 2011 is er weer een stijgende lijn voor studenten met een hbo-propedeuse. In 2012 betreft dit 25 studenten en in 2013 wel 36 studenten. Het vwo heeft een klein aandeel in elk jaar bij de inschrijvingen, het hoogste aantal is in 2010 met 16 studenten.
28
Grafiek 20
Vooropleiding studenten
Concluderend kan gezegd worden dat de meeste eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie de afgelopen 5 jaar afkomstig zijn van de Havo. Het grootse aantal van deze studenten heeft als vooropleiding Havo Cultuur en Maatschappij gedaan. Daarop volgend hebben veel eerstejaarsstudenten als vooropleiding Mbo gedaan, dit aantal is in 2011 vooral erg groot en in 2013 neemt dit aantal af. Ook is te zien dat in het jaar 2013 meer eerstejaarsstudenten als vooropleiding een hbo-opleiding gedaan hebben, dit is in de jaren 2012/2011/2010/2009 een kleiner aantal dan in jaar 2013. In 2013 is het aantal studenten die door middel van een propedeuse de opleiding Communicatie zijn gaan volgen toegenomen.
29
3.3.2 Is dit de eerste hbo-opleiding van de studenten? Zoals de vorige paragraaf al toonde, is er een aantal studenten die al eerder een hbo-opleiding heeft gevolgd. Onderstaande grafiek geeft weer of Communicatie de eerste hbo-opleiding is voor de studenten van het jaar 2013/2014. Voor het merendeel van 62 studeten is dit het geval. De overige 23 studenten hebben al eerder een hbo-opleiding gevolgd. De volgende paragraaf toont of deze opleiding afgerond is en ook welke opleiding dit was.
Grafiek 21
Eerste hbo-opleiding of niet?
Concluderend kan gezegd worden dat voor de meeste eerstejaarsstudenten geldt dat dit hun eerste hbo-opleiding is.
30
3.3.3 Hebben de studenten die eerder een hbo-opleiding volgden deze afgemaakt? En welke opleiding was dit op welke school? Grafiek 10 ‘(niet)-afgemaakte hbo-opleidingen’ geeft weer hoeveel studenten hun vorige hboopleiding hebben afgemaakt. Ook wordt weergegeven welke opleidingen zij al dan niet afgemaakt hebben. De grafiek laat zien dat enkel twee personen hun vorige hbo-opleiding hebben afgerond. Zowel de opleiding CMD op Hogeschool Utrecht als de opleiding Commerciële Economie op de NHL is door één student afgemaakt. In totaal hebben 20 van de 85 studenten hun vorige hbo-opleiding niet afgemaakt. Zowel voor de Lerarenopleiding en de PABO op de NHL, Journalistiek op Windesheim, PABO op de Hanze en Leisuremanegement op Stenden geldt dat twee studenten deze opleidingen niet hebben afgemaakt. Vervolgens volgde telkens één Communicatiestudent de opleiding European Studies, Commerciële Economie van de NHL, IHM en SBRM op Stenden, Pedagogiek op HA, Voeding & Diëtiek, IBL en IC op Hanze, Dierenmanegement op Van Hall Larenstein en Journalistiek op Hogeschool Utrecht. De overige 63 studenten hebben nog niet eerder een hbo-opleiding hebben gedaan en de twee studenten die hun vorige hbo-opleiding wel hebben afgemaakt. Grafiek 22
(Niet)- Afgemaakte opleidingen
Concluderend kan gezegd worden dat 2 studenten die een vorige hbo-opleiding gedaan hebben, deze afgemaakt hebben. De rest van de studenten die een andere opleiding gevolgd hebben, hebben deze niet afgemaakt.
31
3.4
Over de opleiding Communicatie
In deze paragraaf wordt ingegaan op de meningen over de opleiding Communicatie. Onder andere hun eerste indruk van de studenten wordt hierin meegenomen, maar hun cijfers voor de opleiding Communicatie en de communicatie binnen de NHL.
3.4.1 Welke indruk hadden de studenten van de opleiding voordat ze begonnen? Grafiek 21 ‘indruk studenten voor opleiding’ geeft weer wat de indruk over de opleiding was op het moment dat de studenten begonnen. Voor 63 studenten was dit het feit dat het een brede opleiding is. Vervolgens hadden 41 studenten de indruk dat de opleiding een creatieve insteek heeft. 17 studenten hadden de indruk dat de opleiding praktijkgericht was en 12 studenten had de indruk dat de opleiding persoonlijk is. Voor een aantal van 7 studenten geldt dat zij de indruk hadden dat de opleiding prestatiegericht is en 6 studenten vond de opleiding betrokken. Tenslotte hadden vijf studenten de indruk dat de opleiding veel minors bevat. Grafiek 23
Indruk studenten voor opleiding
Concluderend kan gezegd worden dat de meeste eerstejaarsstudenten als indruk hadden dat de opleiding Communicatie een brede opleiding met een creatieve insteek.
32
3.4.2 Komt de informatie die de studenten vóór de opleiding kregen overeen met hun belevingen op dit moment? Grafiek 22 ‘overeenkomst informatie: toen &nu’ geeft weer of de studenten hun huidige belevingen op de NHL overeen vinden komen met de informatie die ze kregen voordat ze met de opleiding waren begonnen. Een grote meerderheid van 72 studenten zegt dat de informatie overeenkomt tegen 13 studenten die het hier niet mee eens is. Uit het diepte-interview (zie bijlage IV: Resultaten diepte-interviews) blijkt dat een verklaring hiervoor is dat de informatie vooraf rooskleuriger was dan nu. Toch is dit ook logisch omdat veel opleidingen rooskleurige informatie geven om studenten aan te trekken. Helaas haken hierdoor toch veel studenten af omdat hun verwachtingen niet waargemaakt zijn. Grafiek 24
Overeenkomst informatie: toen & nu
Concluderend kan gezegd worden dat het grootse aantal eerstejaarsstudenten vindt dat de informatie die zij kregen vóór de opleiding goed overeenkomt met hun beleving van nu.
33
3.4.3 Welk cijfer geven de studenten de communicatie binnen de opleiding en de school? Grafiek 23 ‘cijfer communicatie binnen de opleiding en de NHL’ geeft weer welke cijfers de studenten aan de communicatie binnen zowel de opleiding als de NHL geven. Een meerderheid van 31 studenten geeft de communicatie een 7. Vervolgens geven 26 studenten de communicatie een 6 en 13 studenten een 5. 8 studenten gaven de communicatie een 8 en 2 studenten zelfs een 9. Tenslotte gaven 4 studenten de communicatie een 4 en 1 student gaf de communicatie een 3. Uit de diepte-interviews (zie bijlage IV: Resultaten diepte-interviews) is gebleken dat veel studenten de communicatie niet goed vinden omdat er hier en daar sprake is van ruis. Docenten lijken elkaar tegen te spreken en het lijkt alsof er geen vaste procedure is Grafiek 25
Cijfer communicatie binnen de opleiding en de NHL
Concluderend kan gezegd worden dat het grootste aantal cijfers ligt tussen een 5 en een 7 met betrekking tot de communicatie binnen de opleiding en de school.
34
3.4.4 Welk cijfer geven studenten de opleiding Communicatie tot nu toe? Grafiek 24 ‘cijfer opleiding Communicatie’ geeft weer welk cijfer de studenten de opleiding Communicatie tot nu toe geven. Dee cijfers zijn positiever dan die bij de vorige vraag. Een meerderheid geeft eveneens de opleiding Communicatie een 7. Vervolgens geven 17 studenten de opleiding een 8 en 9 studenten geven de opleiding een mager zesje. Tenslotte gaven 3 studenten de opleiding een 9. Grafiek 26
Cijfer opleiding Communicatie
Concluderend kan gezegd worden dat het grootste aantal eerstejaarsstudenten de opleiding Communicatie heeft beoordeeld met een 7.
35
4
Conclusie en aanbevelingen
Aan de hand van de geanalyseerde resultaten van Bureau Inschrijving en de resultaten van de enquêtes en diepte-interviews kunnen de deelvragen van het instroomonderzoek beantwoord worden. Deze antwoorden geven vervolgens een antwoord op de volgende hoofdvraag: ‘Wat is de herkomst, de vooropleiding en motivatie van de studenten die zich inschrijven voor de opleiding Communicatie en de NHL Hogeschool en zijn deze verwachtingen na het eerste halfjaar waargemaakt?’ Allereerst is gekeken naar de manier waarop de eerstejaarsstudenten tot hun keuze zijn gekomen. Hieruit komt sterk naar voren dat de meeste eerstejaarsstudenten uitgebreid onderzoek deden naar de juiste opleiding en school. Internet en open dag(en) hebben de grootste rol gespeeld bij het in contact komen van studenten met de NHL. Daarnaast hebben de open dag(en) en meeloop dag(en) de keuze van de eerstejaarsstudenten het meest beïnvloed. Een groot deel van de eerstejaarsstudenten twijfelde bij het maken van hun keuze tussen verschillende opleidingen. De helft van de eerstejaarsstudenten heeft echter niet getwijfeld bij de keuze tussen verschillende scholen. De twijfel vond plaats tussen de Hanze Hogeschool Groningen, Steden University Leeuwarden en Windesheim Zwolle. Bij de keuze van de eerstejaarsstudenten hebben de ouders het meeste geholpen dit komt ook naar voren uit de diepte-interviews. Hieruit volgt het advies de communicatie niet enkel te richten op de toekomstige studenten maar ook op hun ouders. De creatieve insteek van de opleiding Communicatie is tenslotte de eigenschap die de grootste rol speelt bij het maken van een keuze. Door dit sterke punt onderscheidt de opleiding zich van andere opleidingen. Geadviseerd wordt om dit sterke punt (meer) terug te laten zien bij de open dag(en) en meeloop dag(en). Uit de persoonskenmerken van de eerstejaarsstudenten blijkt dat vanaf 2009 tot en met 2013 het grootste deel van de eerstejaarsstudenten uit vrouwen bestaat. Dit percentage ligt in deze jaren tussen de 70 en 76 procent. Het grootste deel van de eerstejaarsstudenten is tussen de 17 en 21 jaar oud en afkomstig uit de provincie Friesland. In de afgelopen vijf jaar is goed terug te zien dat de meeste studenten die gaan studeren aan de NHL Hogeschool voor die tijd ook op school zaten in Leeuwarden. Ook is te zien dat in de afgelopen vijf jaar veel studenten die aan de NHL studeren op school zaten in Groningen, Zwolle, Sneek en Drachten. Het afgelopen jaar (2013) is echter sprake van een daling, aangezien dit jaar minder studenten uit Zwolle en Sneek zich inschreven aan de NHL Hogeschool. Momenteel woont het merendeel van de eerstejaarsstudenten in Leeuwarden en kan geconcludeerd worden dat het merendeel afkomstig is uit de provincie Friesland. Op basis hiervan wordt geadviseerd om de communicatiemiddelen vooral in te zetten in deze provincie. Bovendien wordt aangeraden om het aantal studenten uit Zwolle en Groningen te vergroten door ook hier communicatie in te zetten. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door studenten die afkomstig zijn uit deze plaatsen en voorlichting geven op hun oude school. Het grootste aantal van de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie hebben als vooropleiding Havo (C+M) Havo (E+M) en MBO gedaan. Dit is ook duidelijk te zien in de afgelopen vijf jaar. Een bijzondere trend is dat in 2010 een groot percentage studenten van de opleiding Communicatie een Colloquium Doctum (toelatingstest) gedaan heeft. Deze trend komt niet terug in de andere jaren. Ook is te zien dat in het jaar 2013 meer eerstejaarsstudenten als vooropleiding een Hbo opleiding gedaan hebben, dit is in de jaren 2012/2011/2010/2009 bijna tot niet het geval. In 2013 is het aantal studenten die door middel van een propedeuse de opleiding Communicatie zijn gaan 36
volgen toegenomen. Vervolgens geldt voor het grootse deel van de eerstejaarsstudenten dat de opleiding Communicatie aan de NHL hun eerste Hbo-opleiding is. Voordat de eerstejaarsstudenten begonnen aan de opleiding Communicatie hadden zij de indruk dat de opleiding Communicatie een brede opleiding is met een creatieve insteek. Het grootste deel van de eerstejaarsstudenten geeft aan dat de informatie die zij kregen vóór de opleiding overeen komt met hun belevingen op dit moment. Toch is er ook een aantal eerstejaarsstudenten dat de informatie niet overeen vindt komen, namelijk 13 personen. Het cijfer dat de eerstejaarsstudenten gaven voor de communicatie binnen de opleiding en de school ligt vaak tussen de 5 en een 7, dus hier is zeker nog enige ruimte voor verbetering. Bovendien komt ook uit de diepte-interviews naar voren dat de communicatie binnen de school en binnen de opleiding beter kan. Op basis hiervan wordt geadviseerd om een online platform te creëren waar studenten van opleiding Communicatie terecht kunnen voor vragen over hun opleiding. Op deze manier kunnen zij altijd en overal online hun vragen stellen en is er geen sprake van verwarring, doordat er alleen via dit platform wordt geïnformeerd door bijvoorbeeld iemand van het Kenniscentrum Communicatie. De opleiding Communicatie scoort tenslotte geen onvoldoendes en het cijfer dat de eerstejaarsstudenten de opleiding gemiddeld gaven is een 7. Aan de hand van al deze informatie kan de vraag: ‘Wat is de herkomst, vooropleiding, beïnvloedingsfactoren en motivatie van de studenten die zich inschrijven voor de opleiding Communicatie aan de NHL Hogeschool en zijn deze verwachtingen na het eerste driekwart jaar waargemaakt?’ beantwoord worden. Het grootse aantal van de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie is afkomstig uit de provincie Friesland. Ook zat het grootste deel eerstejaarsstudenten van de afgelopen vijf jaar voor hun opleiding Communicatie aan de NHL op school in Leeuwarden. Tevens zijn er de afgelopen vijf jaar ook veel studenten afkomstig van scholen uit Groningen, Zwolle, Sneek en Drachten . De vooropleiding die het merendeel van de eerstejaarsstudenten van de opleiding Communicatie gevolgd hebben zijn Havo of Mbo. En de motivatie van de eerstejaarsstudenten om te kiezen voor de opleiding Communicatie is vooral omdat de opleiding een brede opleiding is met een creatieve insteek. Tot slot maakt de opleiding bij een grote meerderheid hun verwachtingen waar.
37