Instroomonderzoek
Feiten en cijfers
over uitzendkrachten Uitgave september 2009
Inhoud
4 Uitzendwerk is voor iedereen 6 Wie deden er in 2008 uitzendwerk en waarom? 20 De student Geld verdienen om te studeren
26 De opstapper Uitzendwerk als entree tot de arbeidsmarkt
32 De flexprofessional Van baan naar baan via het uitzendbureau
38 De herkanser De uitzendbaan als rentree tot de arbeidsmarkt
44 De oudere Opnieuw op zoek naar (vast) werk
50 Colofon
Instroomonderzoek 2008
3
4
Uitzendwerk is voor iedereen
Instroomonderzoek 2008
Instroomonderzoek 2008
Hoeveel uitzendkrachten gingen er het afgelopen jaar aan de slag? Wat zijn hun kenmerken en waarom kiezen ze voor uitzendwerk? Het periodieke Instroomonderzoek uitzendkrachten geeft antwoord op deze en vele andere vragen. Het onderzoek over 2008 laat meer dan ooit zien dat uitzendarbeid volwassen is geworden: uitzendarbeid is als economisch en maatschappelijk fenomeen niet meer weg te denken. De cijfers tonen aan dat uitzendarbeid kansen biedt aan werkzoekenden in alle leeftijd- en carrièrefasen. Van student en opstapper tot en met de flexprofessional, herkanser en gepensioneerde: via het uitzendbureau hebben ze toegang tot de arbeidsmarkt. Dit gegeven hebben we dan ook als leidraad genomen voor de opbouw van deze publicatie. Dat uitzendarbeid nog steeds aan belang wint, blijkt ook uit de toename van het aandeel kostwinners binnen de totale groep uitzendkrachten. Niet nieuw – maar het blijft het vermelden waard – is het feit dat uitzendwerk veel kansen biedt aan werkzoekenden die doorgaans meer moeite hebben om aan de slag te komen: maar liefst 31% van alle uitzendkrachten behoort tot de bijzondere doelgroepen. Kortom: uitzendwerk is voor iedereen.
Over het onderzoek Elke twee jaar houdt de ABU een instroomonderzoek onder
Groep Nederland, Start People, Tempo-Team Uitzendbureau, Tènce,
uitzendkrachten. Aan het Instroomonderzoek 2008 hebben 8.124
Timing en Unique. Het onderzoek is uitgevoerd door ECORYS. Doordat
uitzendkrachten deelgenomen. Zij waren in 2008 werkzaam voor een
het onderzoek al over een lange reeks van jaren (sinds 1993) plaatsvindt,
van de volgende uitzendbureaus: Adecco, Content, Manpower, Randstad
brengt het een aantal interessante trends aan het licht.
5
Wie deden er in 2008 uitzendwerk en waarom?
Instroomonderzoek 2008
Aantal uitzendkrachten is stabiel, uitzendduur neemt toe In 2008 zijn 734.000 personen aan een uitzendbaan begonnen. Bij elkaar hebben zij 1,4 miljoen verschillende uitzendbanen verricht. Vergeleken met 2006 is het aantal uitzendkrachten in fase A gedaald, ten gunste van uitzendkrachten met een fase B- of C-contract. Hierdoor hebben uitzendkrachten gemiddeld meer rechtszekerheid. Ook heeft er een verschuiving plaatsgevonden in de uitzendduur; uitzendkrachten werken gemiddeld langer via een uitzendbureau.
Instroomonderzoek 2008
Door de jaren heen vertoont het aantal uitzendkrachten dat jaarlijks aan een uitzendbaan begint een lichte schommeling. Gemeten over de afgelopen tien jaar (1998-2008) is sprake van een kleine daling. Het dieptepunt lag in 2003, toen de conjunctuur ongunstig was. Tegenover de lichte daling van het aantal uitzendkrachten staat een stijging van het aantal gewerkte uren. Per saldo wint uitzendwerk als economisch fenomeen nog steeds aan belang. De flexgraad (het aandeel van uitzendkrachten op het totaal van de werkzame beroepsbevolking) is dan ook gestegen: van 3,3% in 1998 tot 4,04% in 2008.
Aantal uitzendkrachten en flexgraad 900.000
4,5%
800.000
4%
700.000
3,5%
600.000
3%
500.000
2,5%
400.000
2%
300.000
1,5%
200.000
1%
100.000
0,5%
0
0% 1998
1999
2000
Aantal uitzendkrachten
2001
2002
Flexgraad
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Flexgraad
Aantal uitzendkrachten
6
7
8
Instroomonderzoek 2008
Leeftijd: ontgroening en vergrijzing
Steeds meer kostwinners
Uitzendkrachten zijn jong vergeleken met werknemers in de Nederlandse beroepsbevolking. Toch ontkomt uitzendwerk niet aan de demografische trends die zich aftekenen. Uitzendwerk ontgroent en vergrijst. Het aandeel
Het aandeel uitzendkrachten dat getrouwd is of een vaste partner heeft, lag in 2008 op het hoogste percentage ooit gemeten: 39%. Ook over een langere periode neemt het aandeel uitzendkrachten dat nog bij hun ouders inwoont af. Nog veelzeggender is de stijging van het aandeel kostwinners. In 2008 was 41% van de uitzendkrachten kostwinner. In 1993 was dat nog slechts 27%. Dat betekent dat een steeds grotere groep uitzendkrachten dankzij uitzendwerk het hoofdinkomen kan verwerven. Ook dat gegeven illustreert de sterke maatschappelijke positie van uitzendwerk: zonder uitzendwerk waren veel van deze mensen werkloos geweest.
jongeren kwam in 2008 uit op 46% (Nederlandse beroepsbevolking: 12%). Dat is weer wat minder dan twee jaar geleden (2006: 48%). Ter vergelijking: in 1993 was het aandeel jongeren nog 60%. Het aandeel ouderen stijgt door de jaren heen gestaag. In 2008 bedroeg hun aandeel 13%. Deze trends weerspiegelen niet alleen de demografische ontwikkelingen. Ze vormen Uitzendkrachten naar leeftijd en geslacht ook de weerslag van de maatschappelijke Instroomonderzoek Werkzame beroepsbevolking (CBS) positie die uitzendwerk heeft verworven: man vrouw totaal man vrouw totaal uitzendarbeid is volwassen geworden.
tot 24
49%
43%
46%
12%
13%
12%
25-34
26%
26%
26%
23%
25%
24%
35-44
13%
16%
15%
28%
28%
28%
45+
11%
16%
13%
38%
34%
36%
Totaal
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Leeftijd
Ontwikkeling uitzendkrachten naar leeftijd
Instroomonderzoek 2008
Ontwikkeling aandeel kostwinners onder uitzendkrachten
100%
100%
90%
90%
80%
80%
70%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
0%
0% 1993
1995
15-24 jaar
1996
1997
25-34 jaar
1998
1999
35-44 jaar
2000 45+
2001
2002
2004
2006
2008
1993
1995
Kostwinner
1996
1997
1998
Geen kostwinner
1999
2000
2001
2002
2004
2006
2008
9
10
Instroomonderzoek 2008
Bijna een op de drie uitzendkrachten vindt een vaste baan
Het uitzendbureau is het belangrijkste vindkanaal
Van alle uitzendkrachten die in 2008 met uitzendwerk zijn begonnen, heeft 29% in het voorjaar van 2009 een vaste baan gevonden. Dat percentage komt ongeveer overeen met het gemiddelde over de afgelopen jaren. Het aandeel vastebaanvinders was waarschijnlijk hoger uitgekomen wanneer de economische groei in de tweede helft van vorig jaar niet was afgeremd. Onder de groep die een vaste baan heeft gevonden, bevinden zich ook uitzendkrachten die niet op zoek waren naar vast werk. Als zij dat niettemin toch vinden, dan is dat logischerwijs vaker bij de inlener dan elders.
Als uitzendkrachten een vaste baan vinden, is dat vooral de verdienste van het uitzendbureau, zo oordeelt tweederde van alle uitzendkrachten. Die stelling is terecht, al is het maar omdat het uitzendbureau het contact met de inlener tot stand heeft gebracht. En heel veel uitzendkrachten die een vaste baan vinden, gaan aan de slag bij een inlener of een voormalig inlener. Gevraagd naar de belangrijkste vindkanalen scoort het uitzendbureau dan ook het hoogst. Van alle uitzendkrachten die een vaste baan hebben gevonden (29%), geeft 29% aan dat ze daarin zijn geslaagd via het uitzendbureau. Andere belangrijke vindkanalen zijn: vrienden, familie, kennissen, collega’s (bij elkaar 14%), open sollicitaties (14%) en advertenties in kranten en tijdschriften (14%). Deze uitkomsten komen grotendeels overeen met die van een eerder onderzoek van IWI naar de vindkanalen van UWVcliënten met een WW-uitkering.
Zoeken en vinden van vast werk door uitzendkrachten Instroom (100%)
Vindkanaal: op welke manier vinden uitzendkrachten een vaste baan? Zoekt vast werk 56%
Vindt geen vast werk 34%
Zoekt geen vast werk 44%
Vindt geen vast werk 37%
Vindt vast werk 22%
Bij inlener 4%
Bij inlener 8% Elders 14%
Elders 3%
Vindt vast werk 7%
vindkanaal
Aandeel
Uitzendbureau
29%
Via vrienden, familie, kennissen, collega’s
14%
Open sollicitaties
14%
Advertentie in kranten en tijdschriften
14%
Internet
8%
Werving- en selectiebureau
4%
Via school, opleiding, stage
2%
Detacheringbureau
2%
CWI (niet werk.nl)
2%
1%
Banenbeurs/carrièrebeurs
Re-integratiebedrijf
0%
Anders
10%
Totaal
100%
Instroomonderzoek 2008
11
12
Instroomonderzoek 2008
Sneller uit een uitkering dankzij uitzendwerk
Eenderde behoort tot de bijzondere doelgroepen
Van alle uitzendkrachten die in 2008 aan uitzendwerk beginnen, heeft 17% een uitkering, waarvan de meesten een WW-uitkering (12%). Aan het eind van het jaar is dit percentage gedaald tot 8%. Hier bewijst zich de opstapfunctie van uitzendarbeid. Het aandeel uitzendkrachten dat voorafgaand aan de eerste uitzendbaan een uitkering heeft, ligt overigens lager dan voorgaande jaren. De gunstige conjunctuur is hier de verklarende factor (als het economisch goed gaat zijn er minder werklozen, en dus ook minder werkloze instromers).
Van alle uitzendkrachten behoorde in 2008 31% tot de bijzondere doelgroepen. De grootste groep onder de doelgroepers zijn de etnische minderheden, zij vertegenwoordigen 18% van het totaal. Zij hebben gemiddeld een lager opleidingsniveau; 34% heeft een opleiding die niet hoger is dan vmbo. Het opleidingsniveau van de vrouwen ligt overigens hoger dan dat van de mannen. De gemiddelde uitzendduur per jaar ligt voor de groep etnische uitzendkrachten op 29 weken, dit is beduidend hoger dan het gemiddelde (25 weken).
Situatie na uitzendwerk
Instroomonderzoek 2008
Aandeel bijzondere doelgroepen onder uitzendkrachten
2006
2008
Etnische minderheden
14%
18%
Ouderen (45+)
12%
13%
Arbeidsgehandicapten
2%
1%
Langdurig werklozen
3%
2%
Totaal (gecorrigeerd voor dubbeltellingen)
27%
31%
Ontwikkeling percentage etnische minderheden 20% 18% 16%
Werk 71% Overig 3%
14% Geen werk, geen uitkering 21%
Geen werk 29%
Vast werk 22%
12% 10% 8% 6% 4%
Uitzendwerk 41% Tijdelijk werk 5%
Uitkering 8%
2% 0% 1991
1993
1995
1996
Bron: Marktplan (1991), ECORYS (1993-2008).
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2004
2006
2008
13
14
Instroomonderzoek 2008
Instroomonderzoek 2008
Gemiddeld aantal uitzendbanen ligt hoog
Uitzendbanen duren steeds langer
Uitzendwerk komt voor in bijna alle sectoren
Veel hogeropgeleiden werken onder hun niveau
Het gemiddeld aantal uitzendbanen dat uitzendkrachten in 2008 hadden, was 1,95. Dat is relatief veel. Dit hoge aantal kan verklaard worden door de conjunctuur; als het economisch goed gaat, ligt het aantal uitzendbanen hoger. Het jaar 2001, toen de internetzeepbel zojuist was doorgeprikt, laat niet voor niets een uitschieter naar beneden zien. Gelet op leeftijd, springen twee groepen in het oog: bij jongeren ligt het aantal uitzendbanen gemiddeld hoger (2,04). Dat komt doordat jongeren (onder wie studenten) veel vaker tijdelijk werk verrichten. Nog hoger ligt het gemiddeld aantal banen in de leeftijdgroep 34-44 jaar (2,24). De groep flexprofessionals (zie pagina 30) is hierin sterk vertegenwoordigd en deze groep wisselt vaker van baan.
De gemiddelde uitzendduur kwam in 2008 uit op 172 dagen. Dit is het totaal aantal dagen dat uitzendkrachten gemiddeld in 2008 hebben gewerkt. Een enkele tijdelijke terugval daargelaten (veroorzaakt door een mindere conjunctuur), is sinds 1993 sprake van een opgaande lijn in gemiddelde uitzendduur. Uitzendkrachten in fase A werken gemiddeld 165 kalenderdagen; voor fase B en C ligt het gemiddelde op 266. Het gemiddeld aantal uitzendbureaus waarvoor uitzendkrachten in 2008 werkten, bedraagt 1,46. Dit aantal is door de jaren heen redelijk constant.
Uitzendkrachten vinden emplooi in een groot aantal sectoren. De sector die er het meest uitspringt, is transport en logistiek. In 2008 heeft 13% van alle uitzendkrachten in deze sector gewerkt. Andere sectoren waar veel uitzendkrachten werken, zijn de horeca en catering (10%) en de overheid (10%). In enkele sectoren krijgt uitzendarbeid nauwelijks voet aan de grond, terwijl dit toch grote sectoren zijn: onderwijs (2%) en automatisering (2%).
In het onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen het opleidingsniveau van de uitzendkrachten en het niveau waarop zij werkzaam zijn. Het onderzoek laat zien dat in 30% van de uitzendbanen een lagere opleiding (basisonderwijs) volstond. In 59% van de gevallen was een middelbare opleiding nodig, in 11% hbo of hoger. Het onderzoek wijst uit dat het opleidingsniveau van uitzendkrachten vaak niet overeenkomt met het niveau waarop ze werkzaam zijn. Het meest saillant is de situatie van hogeropgeleiden. Van alle uitzendkrachten die een hbo- of wo-opleiding hebben gevolgd, werkte 44% onder zijn of haar niveau. Het hoge aantal studenten dat uitzendwerk doet, is hierop niet van invloed. Zij hebben hun opleiding immers nog niet voltooid; hun hoogstgenoten opleiding ligt nog niet op hbo- of wo-niveau. Vrouwen werken iets vaker onder hun niveau dan mannen. Het combineren van arbeid en zorg kan een reden zijn om tijdelijk te kiezen voor een iets minder veeleisende baan.
44% van alle uitzendkrachten was werkzaam in het mkb (bedrijven tot honderd werknemers). Dit aandeel is de laatste zes jaar min of meer stabiel. Hieruit blijkt dat uitzendwerk ook in het mkb op grote schaal wordt ingezet.
Verschillen in aantal uitzendbanen
aantal uitzendbanen
2,5
2,0
1,5
1,0
1991
1993
1995
1996
Gemiddeld aantal uitzendbanen
1997
1998
15-24 jaar
1999
2000
25-34 jaar
2001
2002
35-44 jaar
2004 45+
2006
2008
Sector
Transport en logistiek
Aandeel 13%
Horeca en catering
10%
Openbaar bestuur (overheid)
10%
Zorg
9%
Overige zakelijke dienstverlening
8%
Financiële dienstverlening
8%
Post en telecom
7%
Overige industrie
6%
Voeding en genotmiddelenindustrie
5%
Metaalindustrie
5%
Handel
4%
Chemische industrie
3%
Bouwnijverheid en installatiebedrijven
3%
Sport, cultuur, recreatie
2%
Automatisering
2%
Onderwijs
2%
Energie- en waterbedrijven
2%
Landbouw en visserij
1%
Overig
0%
Totaal
100%
Benodigde opleiding voor laatste uitzendbaan en eigen opleiding 2008 (afgerond) Hoogst afgerond 2008 Benodigd lager
midden
hoog
totaal
Maximaal basisonderwijs
58%
13%
6%
13%
lbo, vmbo, mavo, havo, vwo
41%
81%
38%
68%
1%
7%
56%
19%
100%
100%
100%
100%
Hbo+ Totaal
De tabel geeft weer wat de verhouding is tussen het niveau van de uitzendkracht en het niveau van zijn of haar laatste uitzendbaan. Bijvoorbeeld: 56% van de uitzendkrachten met een afgeronde hboopleiding werkt op hbo-niveau.
15
16
Uitzendkrachten tonen zich tevreden
Instroomonderzoek 2008
Ook over het uitzendwerk zijn de uitzendkrachten over het algemeen zeer tevreden. Bereikbaarheid, werksfeer en het contact met het vaste personeel scoren zeer hoog; het beeld dat uitzendkrachten zich niet thuis voelen op hun werkplek klopt – over het algemeen – dus niet. Variatie in het werk en de uitleg over veiligheidsvoorzieningen zijn aspecten die relatief wat minder gunstig worden beoordeeld. Opvallend is dat juist in de risicosectoren (metaal en chemische industrie) dit laatste aspect positiever wordt beoordeeld.
Over het algemeen zijn uitzendkrachten tevreden over de dienstverlening van het uitzendbureau. Met name het contact met de medewerkers op de vestiging en de betaling door het uitzendbureau stemmen tot tevredenheid. De snelheid van de match en de geschiktheid van de uitzendbanen zouden beter kunnen, maar dat hebben de bureaus maar ten dele zelf in de hand; ze zijn immers ook afhankelijk van de marktomstandigheden. Wat ze wél in de hand hebben, is de informatie over juridische en belastingzaken; op dit aspect scoren uitzendbureaus relatief gezien wat zwakker.
Instroomonderzoek 2008
Kijkend naar de arbeidsvoorwaarden, valt op dat 84% zeer tevreden dan wel tevreden is over de uren waarop er gewerkt moet worden. Het minst tevreden zijn de uitzendkrachten met het loon dat ze verdienen: 16% is hierover ontevreden of zeer ontevreden. Wat dat betreft wijkt de uitzendkracht niet af van de gemiddelde werknemer.
Tevredenheid over de inlener Bereikbaarheid bedrijf
30%
Contact met vast personeel
31%
52%
Werksfeer
31%
52%
Ontvangst en begeleiding bedrijf Werkdruk/stress
Tevredenheid over het uitzendbureau
59%
24% 16%
Duur van de opdracht
19%
54%
20%
52%
53%
11%
6%
3%
Inhoud van het werk
Contact met medewerkers uitzendbureau
28%
51%
13%
5%
3%
Uitleg over veiligheidsvoorschriften
16%
52%
12%
6%
3%
Variatie in het werk
18%
46%
6%
3%
7%
3%
Ondersteuning bij administratieve formaliteiten
18%
Informatie over opdracht/bedrijf (van tevoren)
60% 57%
16%
16%
55%
19%
11% 13% 18%
57%
27%
19%
11%
55%
Betaling door uitzendbureau
Correctheid van de aangeboden contracten
8%
16%
3% 1% 4%
2%
4%
2%
6%
2%
5%
3%
8%
18% 24%
4%
7%
3%
6%
3%
11%
20%
5%
Tevredenheid over de arbeidsvoorwaarden Snelheid en geschiktheid aangeboden banen Informatie over juridische of belastingzaken
20%
49%
11%
44%
19% 31%
8% 9%
4% Uren waarop je moet werken
20%
Aantal werkuren per week
21%
Loon Zeer tevreden
Tevreden
Neutraal
Ontevreden
Zeer ontevreden
64%
11%
4%
1%
5%
12%
59% 49%
12% 23%
6% 11%
3% 5%
17
18
Instroomonderzoek 2008
Instroomonderzoek 2008
Een kwart volgt scholing Bijna een kwart van alle uitzendkrachten heeft in 2008 een cursus, opleiding Uitzendkrachten die scholing hebben gevolgd, naar leeftijd of training gevolgd die te maken heeft met de uitzendbaan. Dit aandeel is hoger dan bij de vorige meting (2006: 19%). Jongeren volgen relatief 2006 2008 Leeftijd gezien wat minder vaak scholing. Zij hebben vaker vakantiewerk of een studentenbaan waarvoor scholing minder noodzakelijk is. Oudere uitzend 15-24 jaar 16% 21% krachten volgen daarentegen wel vaak scholing.
Gelet op de motieven die uitzendkrachten hebben om uitzendwerk
te doen, valt op dat vooral de vastebaanzoekers scholing volgen (29%). Het aandeel uitzendkrachten dat scholing volgt, is relatief hoog in de zakelijke dienstverlening, post en telecom, de chemie, de energiesector, waterbedrijven en de overheid.
25-34 jaar
20%
26%
35-44 jaar
21%
25%
45+
22%
24%
Totaal
19%
24%
De student De opstapper De flexprofessional
De herkanser
De oudere
19
20
Instroomonderzoek 2008
De student
Instroomonderzoek 2008
Geld verdienen om te studeren Bijna de helft van alle uitzendkrachten studeert (46%). De meesten van hen (57%) volgen hoger onderwijs (hbo of wo). Onder de werkstudenten bevinden zich iets meer mannen (54%) dan vrouwen. De gemiddelde leeftijd van deze groep ligt laag, dat zal geen verbazing wekken: de grootste groep (76%) is tussen de 15 en 24 jaar. Toch bevinden zich ook ouderen onder deze groep: 3% is inmiddels de leeftijd van 45 jaar gepasseerd.
Studenten gaan hoofdzakelijk naar het uitzendbureau om tijdelijk werk te doen, al dan niet tijdens de vakantieperiode. Hoewel studeren hun hoofdtaak is, maken ze een behoorlijk aantal uren; het aantal uren per week dat ze werken (25) ligt niet veel lager dan het gemiddelde (28). Van de studenten is een veel kleiner percentage dan gemiddeld op zoek naar een vaste baan (45% ten opzichte van 56%). Studenten profiteren liever van de flexibiliteit die een uitzendbaan hen biedt, daar past een vaste baan niet bij. Over het algemeen zijn studenten tevreden over hun uitzendbureau. Kritisch zijn ze over de informatie over de baan en de opdrachtgever, de inhoud van het werk en de uitleg die ze krijgen over de veiligheidsvoorschriften.
21
22
Instroomonderzoek 2008
Instroomonderzoek 2008
Studenten Middelbaar 39%
Hoger 57%
15-24 jaar 76%
Lager 4%
25-34 jaar 17%
Lopend onderwijs Lager Middelbaar Hoger
studenten 4% 39% 57%
Baankenmerken Gemiddelde uitzendduur in weken
25 20
gemiddeld 28% 53% 19%
studenten
gemiddeld
Gemiddeld aantal uitzendbanen
1,92
Gemiddeld aantal uur per week
28
1,95 25
45+ 3%
Aantal uitzendbureaus
1,40
1,46
Leeftijd 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45+
studenten 76% 17% 4% 3%
gemiddeld 46% 26% 15% 13%
35-44 jaar 4%
23
24
Instroomonderzoek 2008
Uyen Chau (27):
Ik maak me niet zo druk “Ik studeer al heel lang, bijna zeven jaar; ik ben een beetje blijven ‘hangen’. Eerst deed ik bedrijfskunde, maar een aantal jaren geleden ben ik overgestapt op economie. Binnenkort hoop ik toch echt klaar te zijn. Hoewel ik me wel wat aan het oriënteren ben op de arbeidsmarkt, denk ik niet dat ik op zoek ga naar een vaste baan. Niet voor niets wil ik nog een minor entrepreneurship doen; ik wil graag voor mezelf beginnen. Het liefst open ik een restaurantje. Sinds ik studeer doe ik uitzendwerk. Het viel me op dat het uitzendbureau veel banen had. Hoeveel uur ik werk, hangt af van het aantal vakken dat ik in een blok heb. Op dit moment heb ik nog maar één vak over en werk ik drie à vier dagen per week. Soms komt het voor dat ik een tijdje helemaal niet werk. Ik ben een beetje een luie student; ik zit er niet echt achteraan, maar kijk gewoon wat er op m’n pad komt. Natuurlijk werk ik voor het geld – dat heb ik sowieso nodig. Maar het werk moet ook leuk zijn. Collega’s waarmee het klikt zijn voor mij belangrijk. Op dit moment werk ik bij T-Mobile als medewerker klantenservice voor de zakelijke markt. Nog liever had ik een administratieve baan gehad, dat sluit beter aan op mijn studie. Maar dit is ook prima. Ik beantwoord allerlei vragen die klanten hebben, bijvoorbeeld over hun
toestel of over het netwerk. Soms hebben ze klachten, die probeer ik dan te verhelpen. Het is leuk werk, want ik heb namelijk wel iets met telefoons. Zelf wilde ik altijd het nieuwste toestel hebben en ik vind het dan ook leuk om op de hoogte te blijven. Veel collega’s bij T-Mobile zijn van mijn leeftijd, dat is ook prettig. Lekker relaxed en een prima sfeer. Het is een hele flexibele baan en daardoor goed te combineren met mijn studie. Of ik ook ervaring opdoe waar ik later iets aan heb? Geen idee. Ik ben niet zo bezig met later, ik maak me niet zo druk, al wil ik nu wel zo snel mogelijk mijn studie afronden.”
“Dit is een hele flexibele baan en daardoor goed te combineren met mijn studie.”
Instroomonderzoek 2008
25
26
Instroomonderzoek 2008
De opstapper
Instroomonderzoek 2008
Uitzendwerk als entree tot de arbeidsmarkt 56% van alle uitzendkrachten is op zoek naar een vaste baan; voor een grote groep uitzendkrachten (28%) is dat zelfs het enige motief om uitzendwerk te doen. Uitzendwerk is voor hen de opstap naar de arbeidsmarkt. Voor uitzendkrachten die getrouwd zijn of samenwonen speelt dat motief een nog grotere rol dan bij andere groepen (37%). Uitzendkrachten die via een uitzendbaan een vaste baan hopen te vinden, werken gemiddeld meer uren per week (33) dan uitzend krachten die andere motieven hebben (28 uur per week). Bovendien ligt het gemiddeld aantal banen bij hen lager (1,95 tegen 1,97) en de uitzendduur hoger (29 versus 25 weken). Ze werken dus langdurig bij een en dezelfde opdrachtgever, wellicht in de verwachting dat deze hen een vaste baan aanbiedt.
Na een uitzendbaan vindt 29% van de uitzendkrachten een vaste baan direct bij een opdrachtgever; 12% komt in vaste dienst bij een inlener waar hij of zij eerder als uitzendkracht werkzaam was. Opvallend: van de groep die niet op zoek is naar een vaste baan (44%) is er toch nog een behoorlijke groep die wel in een vaste baan terechtkomt (16%) – vaak bij de inlener. Doelgroepers zijn gemiddeld vaker op zoek naar een vaste baan. Ze slagen er alleen wat minder vaak in om die te bemachtigen. Toch lukt het 21% van alle doelgroepers om via uitzendwerk in een vaste baan terecht te komen. De helft daarvan krijgt een contract bij een inlener.
27
28
Instroomonderzoek 2008
Opstappers
Instroomonderzoek 2008
Doelgroepers op zoek naar een vaste baan
Middelbaar 53%
Hoger 12%
1. Zoekt vast werk 2. Vindt vast werk 3. Vindt vast werk bij de inlener
gemiddeld 56% 29% 12%
etnische minderheid 56% 19% 9%
45+ 59% 24% 12%
langdurig werkloos 71% 18% 10%
arbeidsgehandicapt 70% 23% 10%
80%
1. Zoekt vast werk
60%
40%
Lager 35%
20%
0%
Opleidingsniveau Lager Middelbaar Hoger
opstappers 35% 53% 12%
Baankenmerken Gemiddelde uitzendduur in weken
25 29
gemiddeld 28% 53% 19%
opstappers
2. Vindt vast werk
gemiddeld
Gemiddeld aantal uitzendbanen
1,97
30%
Gemiddeld aantal uur per week
1,95
3. Vindt vast werk bij de inlener
12%
22,5%
9%
15%
6%
7,5%
3%
0%
0%
28 33 Gemiddeld
Etnische minderheid
45+
Langdurig werkloos
Arbeidsgehandicapt
29
30
Instroomonderzoek 2008
Wei Zhou (29):
Eerst goed Nederlands leren “Ik ben geboren in China en woon nu acht jaar in Nederland. Ik heb twee bachelordiploma’s: in China heb ik rechten gestudeerd, in Nederland volgde ik een opleiding op het gebied van akkerbouw, met daarbij een aantal economische en marketingvakken. En nu zoek ik werk. Maar dat is wel erg lastig, want ik spreek nog niet goed genoeg Nederlands. Mijn partner is Chinees, dus thuis spreek ik gewoon Chinees. De studie in Nederland was helemaal in het Engels. Daarna heb ik een tijdje in Amsterdam gewerkt, bij een internationaal bedrijf waar de voertaal ook Engels was. Maar nu woon ik in Deventer en zoek ik werk hier in de buurt. Een klasgenoot bracht me op het idee om uitzendwerk te gaan doen. Zo verdien je toch wat en kun je bovendien oefenen met Nederlands spreken. Het uitzendbureau had vrijwel direct een baan voor me, bij drukkerij Roto Smeets. Ik leg boeken, tijdschriften en reclamefolders op een lopende band, die vervolgens worden ingepakt. Ik werk zestien uur per week. Daarnaast volg ik Nederlandse les en zorg ik voor mijn zoontje Felix. Hij is dertien maanden. Best druk, zo bij elkaar. In september verandert de situatie. Dan kan mijn zoontje vier dagen per week naar de opvang en kan ik dus meer uren per week werken. Dit baantje zal dan ook afgelopen zijn, verwacht ik. Ze hadden
alleen in de zomervakantie extra mensen nodig. Wat ik dan ga doen? Geen idee, ik denk weer productiewerk of schoonmaakwerk. Het maakt me niet zo veel uit. Ik kijk niet naar de inhoud van het werk. Als ik maar werk heb, geld verdien en met mensen kan praten. Het belangrijkste nu is de taal leren. Zo vergroot ik mijn kansen op de arbeidsmarkt. Toch is dit werk eigenlijk best leuk. De mensen zijn heel vriendelijk. Het is natuurlijk heel eenvoudig werk, maar zo krijg ik wel rust in mijn hoofd. Dat is ook best lekker. En ik weet dat het tijdelijk is. Ik hoop ooit een baan te vinden bij een bedrijf dat zaken doet met China. Ik zou bijvoorbeeld internationaal inkoper willen worden, degene die de contacten met China onderhoudt.”
“Ik hoop ooit een baan te vinden bij een bedrijf dat zaken doet met China.”
Instroomonderzoek 2008
31
32
Instroomonderzoek 2008
De flexprofessional
Instroomonderzoek 2008
Van baan naar baan via het uitzendbureau Een groeiende groep uitzendkrachten ziet uitzendwerk als een volwaardig alternatief voor de traditionele baan. Ze hebben verschillende redenen om voor uitzendwerk te kiezen. Alles bij elkaar kunnen we 6,7% van het totaal aantal uitzendkrachten tot de flexprofessionals rekenen. Tot de groep flexprofessionals behoren verschillende typen werk nemers: een deel combineert arbeid en zorg en is om die reden slechts een beperkt aantal uren beschikbaar voor betaald werk. Anderen willen alleen nu en dan werken, bijvoorbeeld als zich een aantrekkelijk project aandient. Een derde groep maakt van het uitzendbureau gebruik om van baan naar baan te hoppen. De groep flexprofessionals is veel hoger opgeleid en aanmerkelijk ouder dan gemiddeld. Vooral de leeftijdscategorie 35-44 is veel zwaarder vertegenwoordigd: 28% (gemiddeld voor alle uitzendkrachten: 15%). Als het gaat om de baankenmerken gedragen flexprofessionals zich als gemiddelde uitzendkrachten.
Tevredenheid Flexprofessionals zijn zeer tevreden over de inhoud van het werk, de variatie in het werk, het aantal uren dat hen wordt geboden en de tijden waarop ze werken. Minder tevreden zijn ze over de correctheid van de aangeboden contracten en de ondersteuning bij administratieve formaliteiten. Kortom: met de aangeboden banen zit het wel goed, de dienstverlening kan iets beter.
33
34
Instroomonderzoek 2008
Flexprofessionals
Middelbaar 62%
25-34 jaar 28%
Hoger 26%
15-24 jaar 26%
Lager 12%
Opleidingsniveau Lager Middelbaar Hoger
flexprofessionals 12% 62% 26%
Baankenmerken Gemiddelde uitzendduur in weken
gemiddeld 28% 53% 19%
flexprofessionals Gemiddeld aantal uitzendbanen
25 25
45+ 19%
1,95
gemiddeld Gemiddeld aantal uur per week
Aantal uitzendbureaus
28
1,95 28
1,42
1,46
Leeftijd 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45+
flexprofessionals 26% 28% 28% 19%
gemiddeld 46% 26% 15% 13%
35-44 jaar 28%
Instroomonderzoek 2008
35
36
Instroomonderzoek 2008
Patsy Groof-Breuer (49):
Verras me maar “Na de middelbare school kreeg ik vrijwel direct een vaste baan. Het was leuk werk, op een klein kantoor. Maar na zeven jaar zat er geen toekomst meer in: ik was al doorgegroeid tot directiesecretaresse, hoger kon ik niet komen. Ik speelde met het idee om te stoppen, en uitzendwerk te gaan doen. Bij het uitzendbureau zag ik dat er werk genoeg was. En dus stopte ik. Dat was een goede beslissing. Sindsdien heb ik ontzettend veel verschillende bedrijven gezien. Banken, scholen, zorginstellingen, fabrieken. Ik denk dat ik bij elkaar wel vijftig banen heb gehad. Die breedte vind ik heel prettig. Je leert heel veel. Elk bedrijf heeft weer zijn eigen gebruiken, zijn eigen termen, zijn eigen cultuur. Via het uitzendbureau ben ik nog één keer in vaste dienst gekomen, dat was op een afdeling Personeelszaken van een bank. Bij die bank heb ik op verschillende afdelingen gewerkt, in verschillende functies. Ondertussen haalde ik mijn diploma management assistente. Maar toen wilde ik graag een tweede kind, en dan thuismoeder zijn. Dus weer ging ik zelf weg. Na een paar jaar thuismoederen kwam ik ‘mijn’ intercedente tegen op straat. Ze vroeg of ik weer aan de slag wilde. Nou, eigenlijk wel. Ik was alleen nog maar ‘de moeder van’ en dat vond ik toch wat weinig. Denken verliep trager en zelfs mijn vocabulaire ging achteruit. Maar ik had inmiddels wel een flink aantal restricties voor het vinden van een baan. Ik wilde niet te ver van huis werken, maximaal 24 uur per week en op
flexibele werktijden. Dat lukt vast niet, dacht ik. Maar het lukte wel. Ik kon al snel aan de slag als invalreceptioniste op een school. Dat was het begin van weer een hele reeks verschillende banen. Ik kies bewust voor uitzendwerk. Zekerheid interesseert me niet. Toekomstplannen heb ik niet, althans niet wat werk betreft. Ik vind het juist leuk om telkens ergens opnieuw te beginnen. Verras me maar, zei ik tegen het uitzendbureau. Het liefst doe ik secretarieel, administratief of receptiewerk. Ik houd ervan om mensen te helpen. Een korte of lange baan maakt me niet uit. Hier en daar een dagje vind ik ook prima. Nu werk ik weer bij een bank, op de facilitaire afdeling. Deze baan is fysieker dan ik gewend ben. Ik breng bijvoorbeeld alle post rond en sjouw met dozen printerpapier. Niet echt een intellectuele uitdaging, maar het doet me wel goed. Ik word er vrolijker van.”
“Ik kies bewust voor uitzendwerk. Zekerheid interesseert me niet.”
Instroomonderzoek 2008
37
38
Instroomonderzoek 2008
De herkanser
Instroomonderzoek 2008
De uitzendbaan als rentree tot de arbeidsmarkt Uitzendwerk biedt ook prima kansen aan werkzoekenden die hun rentree op de arbeidsmarkt willen maken. Bij uitzendbureaus maken zij meer kans dan bij reguliere werkgevers. Van alle uitzendkrachten die in 2008 aan de slag gingen, was 11% daarvoor werkloos (maximaal een jaar). De helft van deze groep is kostwinner, terwijl dat gemiddeld 39% is.
Herkansers zijn lager opgeleid dan de gemiddelde uitzendkracht, 39% heeft een opleiding tot en met vmbo-niveau. Dit is onder het niveau van de wettelijk vastgestelde startkwalificatie en toch komen deze voormalig werklozen via uitzendwerk aan een baan. Ze gaan – afgezet tegen het gemiddelde – vaker aan de slag bij kleine bedrijven dan bij grote. Een grote groep herkansers (44%) hoopt via het uitzendbureau een vaste baan te bemachtigen. Het aandeel dat daarin slaagt ligt weliswaar onder het gemiddelde (29%), maar nog steeds heeft 17% van deze groep via uitzendwerk vast werk gevonden. Hoe dan ook: een zeer grote groep is na de eerste uitzendbaan weer aan het werk, op vaste of flexibele basis.
39
40
Herkansers herkansers 38% 45% 17%
leeftijd
Opleidingsniveau Lager Middelbaar Hoger
Instroomonderzoek 2008
15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45+
gemiddeld 28% 53% 19%
Middelbaar 45%
De situatie na uitzendwerk herkansers 41% 30% 16% 14%
gemiddeld 46% 26% 15% 13%
Ander tijdelijk werk 3%
Uitzendbaan 42%
45+ 14%
35-44 jaar 16%
Hoger 17%
Heeft werk
herkansers 63%
gemiddeld 71%
Uitzendbaan Ander tijdelijk werk Vast werk Ander contract
42% 3% 16% 2%
42% 5% 22% 3%
Vast werk 16%
25-34 jaar 30%
15-24 jaar 41%
Lager 38%
Heeft werk 63% Ander contract 2%
Baankenmerken Gemiddelde uitzendduur in weken
herkansers
25 26
gemiddeld
Gemiddeld aantal uitzendbanen
2,3
Gemiddeld aantal uur per week
Aantal uitzendbureaus
28
1,95 31
Instroomonderzoek 2008
1,65
1,46
Heeft geen werk 37%
41
42
Instroomonderzoek 2008
Frans Jannenga (39):
Een hele overgang “Om privéredenen heb ik een aantal jaren niet kunnen werken; mijn ex-vrouw kon niet voor ons zoontje zorgen. Toen hij twee maanden oud was, heb ik daarom de zorg van haar overgenomen. Dat betekende wel dat ik mijn vaste baan moest opzeggen. Een ingrijpende keuze: vanaf mijn zeventiende had ik gewerkt. Ik heb van alles gedaan. Ik werkte als heftruckchauffeur in het transportbedrijf van mijn vader, deed pakketdienst in heel Europa en werkte als gevangenisbewaarder. Voor die laatste functie heb ik nog speciaal een opleiding gevolgd. Thuiszitten was in het begin niet makkelijk. De muren vliegen op je af. Je bent een heel ander leven gewend. Ook financieel waren er problemen. Doordat ik zelf ontslag had genomen, kwam ik niet in aanmerking voor WW. De schulden liepen al snel op. Uiteindelijk is er een rechtszaak gekomen en moest de gemeente mij wel een bijstandsuitkering geven. Tot twee jaar geleden, toen mijn zoon vijf werd, kreeg ik een volledige uitkering. Daarna moest ik geleidelijk aan weer gaan werken. Het viel niet mee om weer aan de slag te komen. Ik ben alle uitzendbureaus van Venlo afgeweest. Alles wilde ik aanpakken, maar niemand had werk voor me. Regelmatig kreeg ik zelfs te horen dat ik te oud was! Gelukkig vond ik een uitzendbureau dat wél wat voor me kon doen.
Eerst hadden ze een baantje voor me van vier uur per dag: vrachtwagens laden tussen vijf en negen uur ’s ochtends. Maar de gemeente wilde dat ik fulltime ging werken. Via het uitzendbureau kreeg ik werk in een slagerij. Vlees inpakken en snijden, kratten wassen, dat soort werk. Een hele overgang: het is heel ander werk dan ik gewend was en ik heb er ook nooit een opleiding voor gedaan, maar het beviel me goed. Lekker dichtbij huis, dat was ook prettig. Ik heb er bijna anderhalf jaar gewerkt. Eind juli kreeg ik helaas te horen dat het ophield: door de slechte economie is er minder werk. En tja, ik was de laatste die was gekomen. Zo gaan die dingen, het is niet anders. Op dit moment zoek ik dus opnieuw naar een baan. Door de werkervaring die ik de afgelopen anderhalf jaar heb opgedaan, zal dat wellicht makkelijker gaan dan de vorige keer.”
“Thuiszitten was in het begin niet makkelijk. De muren vliegen op je af.”
Instroomonderzoek 2008
43
44
Instroomonderzoek 2008
De oudere
Instroomonderzoek 2008
Opnieuw op zoek naar (vast) werk Van alle uitzendkrachten is 13% ouder dan 45 jaar. Binnen deze groep is bijna 4% de pensioengrens van 65 jaar inmiddels gepasseerd. De groep lijkt enigszins op de groep herkansers, maar heeft betere papieren in handen: het opleidingsniveau ligt aanzienlijk hoger. Dat vertaalt zich in betere baankansen. Oudere uitzendkrachten zijn gemiddeld aanmerkelijk hoger opgeleid. Veel vaker dan andere uitzendkrachten zijn ze via het uitzendbureau op zoek naar een vaste baan. Niet vreemd: bijna 57% is kostwinner. Een zeer groot aandeel van de oudere uitzendkrachten is na afloop van het onderzoek nog steeds aan de slag (71%). De kans op het vinden van vast werk is wat lager dan gemiddeld. Toch slaagt bijna één op de vijf oudere uitzendkrachten daarin. Oudere uitzendkrachten die na afloop van het onderzoek geen werk hebben, doen wat vaker een beroep op een uitkering. Dat gegeven houdt verband met het hoge aandeel kostwinners in deze groep.
Tevredenheid Ouderen zijn meer dan gemiddeld tevreden over hun uitzendbaan. Ze zijn vooral tevreden over de aangeboden contracten, de ondersteuning die ze krijgen bij het voldoen aan administratieve formaliteiten en de informatievoorziening. Minder tevreden zijn ze over de duur van de opdracht en het loon.
45
46
Instroomonderzoek 2008
Instroomonderzoek 2008
Ouderen
Middelbaar 31%
Hoger 37%
Tijdelijk werk 9%
Zoekt vast werk via uitzendbureau 40%
Lager 32%
Lager Middelbaar Hoger
ouderen 32% 31% 37%
Baankenmerken Gemiddelde uitzendduur in weken
gemiddeld 28% 53% 19%
ouderen
28
gemiddeld
Gemiddeld aantal uitzendbanen
25 1,89
Bijbaan naast studie 1%
Werkervaring opdoen 9%
Opleidingsniveau
Gemiddeld aantal uur per week
Aantal uitzendbureaus
Vakantiewerk 1%
28
1,95 27
1,36
1,46
Belangrijkste motieven 1. Zoekt vast werk via uitzendbureau 2. Tijdelijk werk 3. Werkervaring opdoen 4. Vakantiewerk 5. Bijbaan naast studie
ouderen
gemiddeld
40% 9% 9% 1% 1%
28% 15% 18% 16% 15%
47
48
Instroomonderzoek 2008
Iwan Cairo (65):
Lekker onder de mensen “Ik ben al bijna twintig jaar buschauffeur. En al die tijd werk ik via het uitzendbureau. Dat werd net opgericht in de tijd dat ik solliciteerde naar een vaste baan bij het busbedrijf. Ik werd niet aangenomen, maar kon wel meteen aan de slag via het uitzend bureau. Ik was hun allereerste uitzendkracht. Later hebben ze een kantoorruimte naar mij vernoemd. Ik had een vaste aanstelling bij het uitzendbureau en nu een oproepcontract. Ik bepaal zelf per week hoeveel ik werk. Meestal vijf keer vier uur. Naast mijn werk houd ik van zingen en muziek. Ik zet oude elpees over op cd’s. De zingende buschauffeur word ik genoemd. Want ja, in de bus zing ik ook. Dat doet me goed. Ik zing van alles. Nederlands, Engels, allerlei soorten liedjes, het maakt me eigenlijk niet uit. ’s Ochtends vroeg zing ik graag gospels. ‘Mooie stem heeft u’, zeggen passagiers wel eens. Ooit zal ik stoppen met werken. Dan ga ik de rest van mijn leven zes maanden per jaar in Suriname wonen. Daar heb ik wel zin in. Maar ik heb geen haast. Ik heb leuk werk. Als buschauffeur ben je bijna eigen baas, er is niemand die je op de vingers kijkt. En je bent lekker onder de mensen. Daarom wil ik ook niet stoppen met werken. Ik houd van de sociale contacten. Ik denk ook dat het me gezond houdt. Als ik thuis
ga zitten, komen de kwaaltjes. Dus ik kan maar beter nog even aan het werk blijven. Ik voel me trouwens niet oud. Mensen schatten mij ook altijd jonger in dan ik ben. Problemen met passagiers heb ik vrijwel nooit. Ik vermijd conflicten. Hoe ik dat doe? Altijd rustig blijven. En beleefd. Ik zeg bijvoorbeeld altijd goedemorgen. Ook al zeggen twintig mensen niets terug, dan nog wens ik de volgende ook een goede morgen. Dat soort dingen vind ik belangrijk. Ik hoop dat ik daarin een voorbeeld kan zijn voor startende buschauffeurs. Wees altijd klantvriendelijk, voor iedereen.”
“Ik hoop dat ik een voorbeeld kan zijn voor startende buschauffeurs.”
Instroomonderzoek 2008
49
50
Instroomonderzoek 2008 colofon Deze uitgave is gebaseerd op de resultaten van het Instroomonderzoek Uitzendkrachten 2008, uitgevoerd door ECORYS. Eindredactie: ABU, afdeling PR en Voorlichting Tekstbewerking en interviews: Saffraan Communicatie projecten, Beesd Ontwerp: PotatoPixels, Almere Fotografie: Studio Zero, Haarlem Drukwerk: Drukkerij W.C. Den Ouden, Amsterdam
ABU Postbus 144 1170 AC Badhoevedorp telefoon 020 - 655 82 55 fax 020 - 655 82 44 internet www.abu.nl
Instroomonderzoek 2008