Instellingsbegroting RUG 2015 in meerjarenperspectief
Inhoudsopgave 1. Inleiding
1
2. Financieel kader 2.1 Algemene inkomsten: Rijksbijdrage 2.2 Algemene inkomsten: Overige ontvangsten
3
3. Exploitatiebegroting in hoofdlijnen
4
4. Interne vertaling van de Ontwerpbegroting OCW 2015 4.1 Relatieve positie van de RUG in het landelijk verdeelmodel 4.2 Saldo Algemene inkomsten RUG
5
5. Toelichting exploitatiebegroting 2015 5.1 Algemene inkomsten 5.2 Overige baten 5.3 Lasten 5.4 Exploitatieresultaat 5.5 Reserves, fondsen en voorzieningen
6
6. Investeringsbegroting
8
7. Factsheet RUG totaal
9
8. Toelichting bij de deelplannen van de eenheden
10
Formulieren Totaal exploitatiebegroting RUG Overzichten naar hoofdkostenplaatsen
29 32
Bijlagen 1. Bezettingsoverzicht 2. Materiële vaste activa
Vastgesteld door het College van Bestuur op 24 november 2014 en Goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 15 december 2014.
40 42
Inleiding Voor u ligt de Begroting 2015 van de Rijksuniversiteit Groningen. De begroting heeft betrekking op 2015, waarbij de faculteiten en diensten in onderliggende deelplannen ook een meerjarenperspectief hebben aangegeven. Dit betreft de periode 2015-2018. Deze begroting biedt op hoofdlijnen inzicht in de wijze waarop de RUG haar onderwijs- en onderzoekactiviteiten financiert en welke kosten hiermee gemoeid zijn. Voor 2015 wordt een positief exploitatieresultaat begroot van M€ 7,5. De stand van de reserves van de instelling is voor eind 2015 begroot op M€ 83,2, dit is intern uitgesplitst in een algemene en bestemde reserve van M€ 143,7 en een reserve apparatuur, investerings- en onderhoudsfondsen van -/- M€ 60,5. In de besturingsfilosofie van de RUG zijn de faculteiten en diensten resultaatverantwoordelijke eenheden met autonomie binnen de kaders en richtlijnen die door het CvB worden gesteld. De ontwikkeling van de bestuurlijke agenda van de RUG op het terrein van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact vindt gedurende het gehele jaar plaats in gesprek met faculteiten en medezeggenschap. Uitkomsten van dit overleg vertalen zich in bestuurlijke afspraken met faculteiten en diensten. Tweemaal per jaar vindt bestuurlijk overleg plaats tussen het CvB en alle bestuurlijke eenheden over de kaders, de kwaliteit en de resultaten van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact, de bedrijfsvoering en het deelplan in meerjarig perspectief. Half september worden de deelplannen, samen met de gevoelen van de faculteitsen dienstraden, aangeboden aan het College van Bestuur. In oktober vindt Bestuurlijk Overleg plaats van College van Bestuur met faculteitsbestuur/directie, waarin het betreffende deelplannen worden beoordeeld, mede in het licht van de eerder genoemde bestuurlijke afspraken en vastgesteld. De vastgestelde deelplannen vormen de bouwstenen voor de Instellingsbegroting en zijn op instellingsniveau gebundeld in de zogenaamde Detailstaten. Het financieel beleid van de instelling is gericht op het realiseren van de in het strategisch plan van de RUG geformuleerde doelstellingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact. Ondanks kortingen op de Rijksbijdrage is de RUG er in geslaagd om te investeren in het realiseren van deze ambities. Zo zijn in 2013 de onderwijsinnovatieprogramma’s van start gegaan. Deze programma’s zijn niet alleen gericht op het realiseren van de zogenoemde prestatieafspraken met het ministerie van OCW, maar ook op de verdere internationalisering van het onderwijs, het creëren van learning communities, het verbinden van onderwijs met ondernemerschap, het aanbieden van facultaire excellentietrajecten en het opzetten van een University College. Het University College is in september 2014 van start gegaan. De uitvoering van de onderwijsinnovatieprogramma’s loopt tot en met 2016. Vanaf dat moment moeten de innovaties zijn ingebed in het reguliere onderwijsproces. Ook op terrein van verbetering van kwaliteit en efficiency is vanaf 2013 een aantal programma’s van start gegaan. Mede naar aanleiding van de instellingstoets is de onderwijskwaliteitszorgcyclus tegen het licht gehouden en is de PlanDoActCheck-cyclus binnen de instelling geïntroduceerd. Met deze PDCA-cyclus wordt een meer nadrukkelijke verbinding tussen strategie en beleid en de inzet van middelen beoogt. De PDCA-cyclus heeft niet alleen betrekking op onderwijs, het betreft inmiddels het totaal van de doelstellingen en ambities van de instelling. Dit proces wordt ondersteund door de verdere ontwikkeling van de benodigde managementinformatie. Er zijn dashboards gereed - en in voorbereiding- die zowel op bestuurlijk, als tactisch en operationeel niveau gebruikt (gaan) worden. Een ander instrument is de verdere ontwikkeling van de meerjarenbegroting waarin op instellingsniveau de ambities voor de langere termijn zijn vertaald. De meerjarenbegroting en de daarbij behorende risicoparagraaf vormen, conform de richtlijnen van OCW, met ingang van 2014 een onderdeel van het jaarverslag van de instelling. Een van de risico’s voor de RUG zijn de seismologische activiteiten in de regio Groningen. De impact van de aardbevingen op het vastgoedbestand en het lange termijn huisvestingsplan worden in kaart gebracht en zijn nog niet in deze begroting verwerkt. In mei 2015 zal de overgang naar de nieuwe organisatie van de Financieel Economische Functie binnen de instelling plaatsvinden. Het uniformeren en het samenvoegen van administratieve processen moet leiden tot een hogere efficiency, minder kwetsbaarheid en een betere kwaliteit. Daarnaast wordt ten behoeve van
Begroting 2015
1
de besturen van de faculteiten en diensten de management control functie geïntroduceerd. Met dit laatste wordt een verdere versterking beoogd van de relatie tussen het realiseren van de ambities op het terrein van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke impact en de inzet van mensen en middelen. Nog in voorbereiding zijn plannen voor de investeringsagenda van de RUG. Deze agenda, die aansluit bij het nieuwe Strategisch Plan 2016-2020 en waarvoor in totaal M€ 35 voor een periode van 4 jaar is gereserveerd, moet tot verdere structurele versterking van onderzoek en masteronderwijs leiden, en tot meer samenwerking tussen verschillende vakgebieden, ook over de grenzen van de faculteiten. Daarnaast zijn voor 2015 centrale beleidsmiddelen gereserveerd voor de implementatie van het Taal- en Cultuurbeleid van de instelling gericht op het in 2018 verwerven van het bijzonder kwaliteitskenmerk internationalisering van de NVAO. Het College van Bestuur heeft de Instellingsbegroting 2015 op 24 november 2014 vastgesteld. De vaststelling heeft betrekking op de begrote baten en lasten voor het jaar 2015 zoals die in de overzichten naar hoofdkostenplaatsen zijn opgenomen; zij vormen het kader voor het financiële mandaat van de besturen en directies in 2015. De begrote baten en lasten voor het jaar 2015 zijn gebaseerd op de deelplannen 2015-2018 van de begrotingseenheden, gecorrigeerd voor bestuurlijke afspraken. Voor de algemene inkomsten geldt dat deze gebaseerd zijn op de door het College van Bestuur vastgestelde verdeling en de geaccordeerde verwachte mutaties hierop. De exploitatieresultaten in de meerjarenperspectieven in hoofdstuk 8 zijn gebaseerd op de facultaire deelplannen zoals die in september 2014 bij het College van Bestuur zijn ingediend. Vanwege correcties en aanvullingen op de deelplannen wijken de in hoofdstuk 8 opgenomen exploitatieresultaten af van de begroting van de RUG. Na de vaststelling door het College van Bestuur is de Instellingsbegroting voorgelegd aan de Universiteitsraad voor advies en aan de Raad van Toezicht ter goedkeuring. In voorliggende Instellingsbegroting is een overzicht opgenomen met een aantal kengetallen op RUGniveau. De factsheet is ingedeeld in een viertal categorieën: Onderwijs, Onderzoek, Personeel en Financieel. Alle kengetallen beslaan de realisatie over 2011-2013 en (voor zover beschikbaar) de prognose voor 2014, de verwachting voor 2015 en de ambitie.
Begroting 2015
2
2. Financieel kader 2.1 Algemene inkomsten: Rijksbijdrage Deze Instellingsbegroting 2015 is voor wat betreft de Rijksbijdrage gebaseerd op de op 20 oktober 2014 verschenen brief van de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de geraamde Rijksbijdrage voor het jaar 2015. De raming is gebaseerd op het loonen prijsniveau van 2014. Detaillering van de ministeriële ontwerpbegroting is opgenomen in de afzonderlijk verstrekte detailinformatie Rijksbijdrage 2015. De Rijksbijdrage wordt over de universiteiten verdeeld op basis van de omvang van drie indicatoren. Deze indicatoren zijn de aantallen inschrijvingen, de aantallen graden en voor onderzoek de aantallen promoties. Daarnaast ontvangt iedere universiteit enkele specifieke bedragen en heeft iedere universiteit een vaste voet in de bekostiging. In de genoemde brief is alleen een overzicht opgenomen van het middelenkader 2015. Voor de jaren na 2015 is geen specificatie van de Rijksbijdrage per universiteit vermeld. Voor de RUG is de Rijksbijdrage in 2015 M€ 333,9. Naast de Rijksbijdrage die via het ministeriële bekostigingsmodel wordt verdeeld, ontvangt de RUG in 2015 geoormerkte middelen voor de werkplaatsfunctie van het UMCG (M€ 84,5). Deze middelen worden onverwijld en volledig aan het UMCG doorgegeven. Voorts ontvangt de RUG in 2015 een drietal doelsubsidies. Het betreft een bedrag van M€ 0,2 als laatste onderdeel van de Sirius subsidie voor het master honoursprogramma, M€ 10,5 vanwege de prestatieafspraken en M€ 4,1 als selectief budget door OCW beschikbaar gesteld om de uitvoering van de zogenoemde profileringsafspraken te versnellen, te verbreden of te verdiepen. 2.2 Algemene inkomsten: overige ontvangsten Tot de overige ontvangsten als onderdeel van de Algemene inkomsten behoren in hoofdzaak de collegegelden en de rentebaten. Bij de collegegelden gaat de RUG voor 2015 uit van een totaalbedrag van M€ 57,2; hiervan heeft M€ 5,0 betrekking op het zogenaamde bovenwettelijke collegegeld. Bij de raming van de collegegelden is het baten-lastenstelsel toegepast. De rentebaten zijn begroot op M€ 1,5, de omvang van de indirecte BTW M€ 0,5.
Begroting 2015
3
3. Exploitatiebegroting in hoofdlijnen De exploitatiebegroting van de universiteit is de optelsom van alle decentrale begrotingsplannen (de deelplannen). De deelplannen worden door de faculteitsbesturen en directies van de diensten opgesteld en ter vaststelling aan het College van Bestuur aangeboden. De Financiële Kaderstelling, die in het voorjaar door het College van Bestuur is vastgesteld, is voor de eenheden een belangrijk vertrekpunt bij de begrotingsopstelling. De begroting 2015 is opgesteld op basis van het loon- en prijsniveau van 2014. De exploitatiebegroting van de universiteit is onderverdeeld naar bedrijfsmatige, reguliere en projectmatige activiteiten. Binnen de bedrijfsmatig functionerende eenheden vormen het Facilitair Bedrijf en het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) de grootste posten; deze twee eenheden moeten een fors deel van de inkomsten zelf genereren. De reguliere activiteiten betreffen de wettelijke onderwijs- en onderzoektaken, deze worden hoofdzakelijk door het rijk gefinancierd. Op 1 januari 2005 is het bestuurlijk samengaan van het Academisch Ziekenhuis Groningen en de faculteit der medische wetenschappen een feit geworden. Per die datum is er sprake van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Per 1 januari 2007 is het facultaire personeel overgegaan naar de cao voor de Academische Ziekenhuizen en zijn ook de financiën die betrekking hebben op de uitvoering van de onderwijs- en onderzoekstaken van de faculteit overgegaan van de RUG naar het UMCG. Voor de RUG blijven de facultaire financiën onderdeel uitmaken van de universitaire begroting. De projectmatige activiteiten spelen zich vooral af bij de faculteiten. Van de totale exploitatiebegroting van de universiteit heeft in 2015 ongeveer 25% betrekking op projectmatige activiteiten. Dit betreft met name onderzoek. Hierbij is de Rijksbijdrage voor de werkplaatsfunctie voor het UMCG buiten beschouwing gelaten. Deze middelen moeten door de RUG na ontvangst onverwijld en onverkort worden doorgegeven aan UMCG-zorg. Het afzonderlijk zichtbaar maken van de projectmatige activiteiten vloeit voort uit de behoefte aan besturing en beheersing. Het gaat hier immers om middelen die voor een bepaalde activiteit en voor een bepaalde termijn worden verworven en dus eindig zijn. Bovendien is een vermenging met middelen voor reguliere onderwijs- en onderzoektaken ongewenst. Bij de bepaling van de reservepositie van een faculteit of eenheid en de beoordeling ervan wordt binnen de RUG onderscheid gemaakt in reserves die ontstaan door overschotten op reguliere onderwijs- en onderzoektaken, en reserves die tijdelijk ontstaan op projectmatige activiteiten als gevolg van het asynchroon lopen van inkomsten en uitgaven. De afgelopen jaren is het ritme van toewijzing van algemene inkomsten aan projectmatige activiteiten aangepast met als doel de projectreserve af te bouwen. Voor de cijfermatige details van de begroting 2015 verwijzen wij kortheidshalve naar de formulieren. Toelichtingen op de decentrale begrotingsplannen zijn te vinden in Hoofdstuk 8. De in het Hoofdstuk 8 gepresenteerde exploitatieresultaten zijn gebaseerd op de ingediende deelplannen. Vanwege correcties en aanvullingen op de deelplannen kunnen deze afwijken van de exploitatieresultaten zoals door het College van Bestuur vastgesteld en opgenomen in de begroting van de RUG.
Begroting 2015
4
4. Interne vertaling van de Ontwerpbegroting OCW 2015 De RUG ontvangt in 2015 M€ 333,9 aan Rijksbijdrage. Ten opzichte van de omvang die bij de Financiële Kaderstelling 2015 bekend was (ad M€327,3), zijn de volgende mutaties verwerkt: De leerlingenvolumemiddelen van + M€ 6,7 in 2014, oplopend in 2015 naar + M€ 7,3, daarna dalend naar + M€4,2 structureel. Loonbijstelling 2014 ad M€ 0,5 structureel vanaf 2014. Prijsbijstelling 2014 vanaf 2015 M€2,0 structureel Compensatie voor de kortingen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) ad M€3,5 in 2016 en M€3,3 in 2017 De OCW-bijdrage SURF in 2014 K€246,7 en vanaf 2015 K€232,7 De afbetaling door OCW van de kaskorting van ca K€350 structureel. De verwachte verslechtering in de door OCW toegewezen middelen voor aantallen ingeschreven studenten, aantallen graden en aantallen promoties, kortom onze relatieve positie in het OCWverdeelmodel, lijkt iets mee te vallen. In de FK2015 werd nog rekening gehouden met -/- M€ 5,0. Dat lijkt nu -/- MK€ 4,5 te worden. De extra lumpsummiddelen in het kader van het begrotingsakkoord uit 2013 zijn aangepast, omdat hieruit de hierboven genoemde prijsbijstelling is betaald. 4.1 Relatieve positie van de RUG in het landelijke verdeelmodel Op totaalniveau is het aandeel van de RUG in de Rijksbijdrage in 2015 9,92 %, dit is exact gelijk aan aandeel in 2013, maar iets lager dan in 2014 (10,14%). Deze teruggang ten opzichte van 2014 was in de Financiële Kaderstelling voorzien. Voor wat betreft de relatieve positie was 2014 voor de RUG een uitzonderlijk jaar. 4.2 Saldo Algemene inkomsten RUG Na actualisatie van de baten en lasten blijkt nu – de Ontwerpbegroting OCW is bekend en de overleggen met de eenheden over hun deelplannen zijn afgerond- dat het saldo algemene inkomsten in 2015 ongeveer op M€ 1,3 uitkomt. Dit zijn inkomsten die in de begroting 2015 nog niet bestemd of toegekend zijn en waar ook geen lasten tegenover staan.
Begroting 2015
5
5. Toelichting exploitatiebegroting 2015 Onderstaande toelichting is conform de OCW Richtlijn Jaarverslaglegging. In deze richtlijnen wordt onderscheid gemaakt tussen gewone bedrijfsvoering en financiële en buitengewone baten en lasten. De exploitatiebegroting 2015 is op loon- en prijsniveau 2014 gebaseerd. 5.1 Algemene inkomsten Tot de algemene inkomsten behoren de Rijksbijdrage van OCW, de collegegelden en overige ontvangsten. De onderstaande Rijksbijdrage is conform de brief van DUO/OCW van 20 oktober 2014. Het gaat hierbij om voorlopig vastgestelde bedragen, de definitieve toekenning zal pas geschieden nadat het desbetreffende hoofdstuk van de Ontwerpbegroting door de Staten-Generaal is vastgesteld. De algemene inkomsten 2015 zijn als volgt opgebouwd (alle bedragen in M€): bekostiging v olgens v erdeelmodel subsidie Sirius (master honourscollege) v oorwaardelijk financiering prestatieafspraken selectief budget ov erige algemene inkomsten rentebaten collegegelden indirecte BTW totaal algem ene inkom sten
333,9 0,2 1 0,5 4,1
1 ,5 57 ,2 0,5 407 ,9
5.2 Overige baten (alle bedragen in M€) Tot de overige inkomsten worden alle externe en interne baten gerekend die door begrotingseenheden worden begroot. Deze inkomsten zijn als volgt te specificeren: contractactiv iteiten NWO/KNAW ov erige (bedrijfsmatige) activ iteiten interne baten interne inkomsten en - v errekeningen
1 39,8 39,2 1 2,0
94,5
totaal ov erige baten
285,5
totale baten excl. Rentebaten
692,0
5.3 Specificatie lasten (alle bedragen in M€): personele lasten afschrijv ingen ov erige lasten huisv estingslasten totale lasten
Begroting 2015
421 ,3 32,3 1 68,5 63,9 686,0
6
De begrote personele lasten bedragen in totaal M€ 421,3. Daarvan heeft een bedrag van M€ 102,9 betrekking op de personele lasten in het kader van projectmatige activiteiten. Met de bedrijfsmatige activiteiten is M€ 21,1 aan personele lasten gemoeid. 5.4 Exploitatieresultaat totale baten totale lasten saldo baten en lasten
692,0 686,0 6,0
saldo financiele baten en lasten
1 ,5
resultaat gewone bedrijfsv oering
7 ,5
buitengewone bedrijfsv oering buitengewone baten buitengewone lasten resultaat Buitengewone bedrijfsv oering
0,0 0,0 0,0 0,0
ex ploitatieresultaat
7 ,5
Het exploitatiesaldo van M€ 7,5 is samengesteld uit overschotten op de bedrijfsmatige activiteiten (M€ 0,6), reguliere activiteiten (M€ 3,1) en projectmatige activiteiten (M€ 3,7). Voor de gezamenlijke faculteiten (incl. KVI/CART) is een exploitatieresultaat op de reguliere activiteiten begroot van M€ 0,8. Het exploitatiesaldo van de gezamenlijke faculteiten (incl. KVI) op projectmatige activiteiten is -/- M€ 0,9.
5.5 Reserves, fondsen en voorzieningen De bedrijfsreserve (het totaal van reserves bedrijfsmatig, regulier en projecten) bedraagt ultimo 2015 M€ 143,7. Hiervan wordt M€ 67,0 aangemerkt als reguliere reserve en M€ 76,7 als bestemde reserve projecten, hiertoe behoren ook alle onverdeelde middelen die onder fondsen en reserveringen geparkeerd staan. De stand van de apparatuurfondsen bedraagt per 31-12-2015 M€ 8,3. De stand van het vastgoed Investeringsfonds is ultimo 2015 -/- M€ 68,8. De negatieve stand van dit deel van de reserve is het gevolg van het grote vastgoed investeringsprogramma dat in de afgelopen jaren is gerealiseerd. De voorzieningen bedragen eind 2015 M€ 30,9. Dit is het totaal van de voorzieningen bij de faculteiten en de eenheden (M€ 16,7), plus de centrale voorzieningen (M€ 14,2).
Begroting 2015
7
Het totaal van de voorzieningen is als volgt opgebouwd: (alle bedragen in K€): Voorzieningen Werkloosheidsuitkeringen Reorganisatie A DV -dagen V erlofstuwmeren Profileringsfonds WIA /ERD A mbtsjubilea A lgemene personeelsv oorziening Milieurisico Ov erige v oorzieningen
1 .1 .201 5 1.813 4.687 165 225 926 3.416 3.888 4.611 7.267 5.000
Dotaties
V rijv al
350 102
-303 -522 -104
1.476
Onttrekking 31 .1 2.201 5 -350 -120 -1.600
1.510 4.165 43 225 801 3.416 3.888 4.611 7.267 5.000
Totaal v oorz. en fondsen
31.997
1.928
-929
-2.070
30.926
waarv an decentrale v oorzieningen waarv an centrale v oorzieningen
17.664 14.333
102 1.826
-929 0
-120 -1.950
16.717 14.209
6. Investeringsbegroting nieuwbouw * Investeringen De totale investeringen in vastgoed worden voor 2015 geraamd op M€ 25,0. * Toevoeging aan het investeringsfonds De toevoeging aan het investeringsfonds uit de Algemene Inkomsten bedraagt M€ 25,4. Deze toevoeging bestaat voor M € 21,5 uit afschrijvingslasten. De raming van de overige interne en externe baten voor het Investeringsfonds bedraagt M€ 3,9.
Materiële vaste activa Het overzicht van de ontwikkeling van de materiële vaste activa is als bijlage 2 opgenomen.
Begroting 2015
8
Fact sheet RUG totaal (incl. diensten en overige eenheden) 2014-v6
Totaal Totaal RUG
faculteiten Prognose Begroting Ambitie
2011
2012
2013
2013
2014
2015
2016
Onderwijs: Aantal ingeschreven studenten
27962
27345
27511
27511
30000
Aandeel buitenl. stud. van ingeschreven
10%
11%
12%
12%
17%
Aantal studenten eerstejaars instelling
6156
5986
6465
6465
Aandeel buitenl. stud. van eerstejaars instelling
18%
20%
21%
21%
Aantal inkomende exchange students
1067
1126
1204
1204
6%
6%
8%
8%
Uitval 1e jaar instelling RUG-cohort t-1
12%
13%
12%
12%
13%
Switch 1e jaar binnen instelling RUG-cohort t-1
12%
11%
10%
10%
10%
Excellentie instroom 1e jaar RUG-cohort t-1
Propedeuse in 1 jaar RUG-cohort t-1
51%
53%
58%
58%
Bachelor in 4 jaar RUG-cohort t-4
54%
65%
66%
66%
7%
70%
Aantal bachelordiploma's
3699
4718
3975
3975
Aantal masterdiploma's
3701
4015
3796
3796
Werknemer promovendi (fte)
884
984
1076
1076
1191
1144
Contractpromovendi met interne beurs
494
351
253
253
152
108
nb
nb
nb
nb
605
552
407
441
447
447
447
457
Onderzoek:
Overige promovendi Promoties Onderzoeksinzet in WP (fte)
1717
1810
1944
1944
Wetensch. publicaties (aantal)
5794
6408
6153
6153
Toekenningen Vernieuwingsimpuls
11
25
27
27
Toekenningen European Research Council
12
10
3
3
9
13
14
14
500
- waarvan Web of Science
Ingediende octrooien
Personeel: WP (fte)
2983
3113
3195
3178
3292
3338
OBP (fte)
2218
2182
2196
1394
2199
2238
Ratio WP (incl.contr.prom.interne beurs) / OBP
1,6
1,6
1,6
2,5
1,6
1,5
BKO % geregistreerde docenten (prestatie afspraak)
6%
18%
50%
50%
Aantal hoogleraren Aandeel vrouwelijke hoogleraren in totaal hl Aantal universitaire hoofddocenten Aandeel vrouwelijke uhd in totaal uhd
465
476
489
487
20%
20%
20%
20%
327
319
337
334
22%
24%
26%
26%
995
853
32097
4511
1,5 80%
22% 35%
Financieel: Exploitatieresultaat reg., bedrijfsm. en projecten (K€)
22905
7435
Reserve regulier, bedrijfsmatig en projecten (K€)
99327
98241
124199
68329
140332
143720
Reserve investeringen in app. en gebouwen (K€)
-93094
-79346
-63112
5282
-60063
-60576
1%
3%
10%
15%
13%
14%
Ratio totale reserves / totale baten Totaal baten (excl. interne inkomsten) (K€)
593714
613116
637775
494598
605437
598952
Aandeel algemene inkomsten van totaal baten
63%
63%
62%
57%
68%
68%
Aandeel externe inkomsten reg.en bedr.van totaal
11%
8%
9%
8%
9%
9%
Aandeel 2e geldstroom van totaal baten
6%
7%
6%
7%
6%
7%
Aandeel 3e geldstroom van totaal baten (incl.EU)
20%
22%
23%
28%
17%
17%
- Aandeel Europese Unie van totaal baten
3,4%
4,2%
4,9%
6,0%
13,5
14,2
14,4
10,3
Algemene inkomsten per ingeschreven student (K€)
Begroting 2015
4%
9
Toelichting bij de deelplannen van de eenheden
Begroting 2015
10
Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap De faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap heeft al een aantal jaren een ruime financiële reserve. De komende planperiode zal deze reserve volgens de begroting afnemen door licht negatieve resultaten gedurende de gehele planperiode. Ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting zijn de resultaten echter aanzienlijk verbeterd. Aan het einde van de planperiode blijft er daardoor nog ruim voldoende financiële reserve over. De negatieve resultaten ontstaan door lagere inkomsten uit het parametercompartiment, veroorzaakt door lagere aantallen bekostigde ingeschreven studenten, diploma’s en promoties. Daar komen het aflopen van subsidie van Duurzame Geesteswetenschappen en de Endowed Chair bovenop. Om de begroting sluitend te krijgen heeft het faculteitsbestuur gekozen voor een groeistrategie die gericht is op het vergroten van de inkomsten. Daartoe zijn een aantal doelen vastgesteld: vergroten van de externe inkomsten uit onderzoeksubsidies en contractonderzoek; verhogen van het aantal bekostigde studenten; verbeteren van het rendement van de opleidingen; internationalisering van het onderwijs; verhogen van het aantal promoties en het verbeteren van het promotierendement; stimuleren van ondernemerschap. Om deze doelen te bereiken heeft het faculteitsbestuur een aantal gerichte maatregelen gepland met bijbehorende investeringen. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
11
Wijsbegeerte De faculteit Wijsbegeerte verwacht dit jaar en komend jaar positieve financiële resultaten te kunnen behalen. Voor de latere jaren zijn echter negatieve resultaten begroot. De financiële reserve is voldoende om deze negatieve resultaten op te vangen. De negatieve resultaten vanaf 2016 en 2017 ontstaan vooral door de afnemende Algemene inkomsten, met name door de beëindiging van de bijdrage voor de Endowed Chair, al is inmiddels één van beide hoogleraren vertrokken naar elders. Daarnaast zal de faculteit samen met het University College Groningen een gezamenlijk Rosalind Franklin positie bezetten. De ontwikkeling van de externe inkomsten vertoont in tegenstelling met de doelstelling van het faculteitsbestuur een dalende lijn. De faculteit heeft tot ca. 2 jaar geleden bovenmatig goed gescoord in de vernieuwingsimpuls, veel hoger dan het RUG gemiddelde. Volgens het faculteitsbestuur zullen de facultaire tweede geldstroom inkomsten de komende jaren dalen van 25% van de totale baten in 2014 naar 8% in 2018. Voor de derde geldstroom wordt een verbetering verwacht van 3% van de totale baten in 2014 naar 8% in 2018. Speerpunten rond onderwijs bij de faculteit zijn: - verhogen van de instroom van (internationale) studenten in de research master, - verhogen van de onderwijsintensiteit, - verbeteren van de docentkwaliteit en - inzet voor excellentie. Wat betreft onderzoek liggen belangrijke aandachtspunten bij: - valorisatie en - internationalisering. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
12
Faculteit Rechtsgeleerdheid De afgelopen jaren heeft de faculteit geïnvesteerd in de vernieuwing van haar bacheloropleidingen. Het doorvoeren van bezuinigingen door bijvoorbeeld het schrappen van keuzeonderwijs, levert onvoldoende op om alle onderwijskundige vernieuwingen, waaronder de introductie van de onderzoekslijn in de opleiding, tenminste budgettair neutraal te kunnen laten verlopen. Gevolg is dat de WP-formatie na de implementatie van de brede bachelor met drie fte is uitgebreid. Na de vernieuwingen in de bachelorfase richt de faculteit zich nu op de inrichting en profilering van de verschillende masteropleidingen waarbij de omzetting van het programma naar het blokonderwijs wordt meegenomen. Rechtsgeleerdheid oriënteert zich momenteel op het verruimen van de mogelijkheden voor een korte stage binnen de masters. Dit laatste om de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren. In verband met deze aansluiting is in het deelplan rekening gehouden met een extra aanstelling voor activiteiten op het gebied van Career Services. In het deelplan is budget vrijgemaakt om een aantal individuele onderzoekers te kunnen ondersteunen bij het aanvragen van tweede en derde geldstroomprojecten. Daarnaast is rekening gehouden met facultaire matching van tweede en derde geldstroomprojecten. Rechtsgeleerdheid ziet de omzet van door de Europese Unie gefinancierde projecten de laatste jaren toenemen. De faculteit zal analyseren hoe haar scoringskansen in de tweede geldstroom kunnen worden vergroot. Hierbij zal de Programmaraad worden betrokken. In de prognose voor 2014 wordt nog een behoorlijk overschot voorzien, maar vanaf 2015 is de resultatenreeks negatief. De algemene inkomsten van de faculteit dalen gedurende de planperiode, onder andere doordat de omvang van het parametercompartiment afneemt door vooral het effect van de numerus fixus. De fixus gold in het academisch jaar 2013/14 en heeft gezorgd voor een lager aantal bekostigde studenten. De instroomcijfers voor 2014/15 laten echter een behoorlijke toename van het aantal studenten zien nu de fixus weer is afgeschaft. Naar verwachting zal dit een positief effect hebben op het aandeel van de faculteit in het parametercompartiment met ingang van 2016. De reguliere reservepositie van de faculteit kan de tekorten opvangen en is aan het eind van de planperiode met M€ 3 nog behoorlijk op peil. Het College van Bestuur heeft besloten dat de startwaarde van Rechtsgeleerdheid niet zal worden verhoogd. Wel is het College bereid de faculteit incidenteel financiële ondersteuning te bieden met investeringsplannen die leiden tot structureel hogere inkomsten. Een voorbeeld hiervan is de bijdrage van 50% in het aanloopverlies op de internationale opleidingen die de faculteit met ingang van 1 september 2015 in de markt zal zetten. Doel van de strategische heroriëntatie van de internationale opleidingen is onder andere meer internationale studenten te trekken om de daling van het aantal Nederlandse studenten die op termijn als gevolg van demografische ontwikkelingen zal ontstaan, op te vangen. De totale bijdrage in de periode 2015-2018 bedraagt € 511.500. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
13
Faculteit der Letteren Hoewel er aan het eind van de planperiode een positief exploitatieresultaat en een positieve reserve wordt verwacht, constateert het faculteitsbestuur dat er geen sprake is van financieel evenwicht en dat er onvoldoende financiële buffers zijn. Met de reorganisatie die in 2013 is ingezet heeft de faculteit een acuut structureel exploitatietekort weten te voorkomen, maar het faculteitsbestuur is van mening dat er meer moet gebeuren om financieel gezonder te worden. Het ziet een aantal oplossingsrichtingen en heeft deze met het College van Bestuur besproken. In de eerste plaats zou er meer evenwicht moeten komen tussen het opleidingsaanbod en het aantal studenten dat de opleidingen volgt. Met name voor de masterprogramma’s is dit van belang. Nu is er enerzijds sprake van masteropleidingen met heel zijn studenten en anderzijds masteropleidingen met heel weinig studenten. Een ander aspect van het vergroting van de efficiency is het beperken van het aantal minoren Ook is de instroom in de master, ten opzichte van het aantal studenten dat een Bachelor diploma aan de faculteit behaalt, te laag. Voorts is geconstateerd dat de faculteit relatief veel (48%) niet bekostigde studenten kent. Terwijl het gemiddelde percentage niet bekostigde studenten aan de RUG 32% is. Deze groep is niet bekostigd, omdat de student bijvoorbeeld langer over de studie doet dan nominaal. Een risico voor de faculteit is voorts dat er nog geen zekerheid is over de continuering na 2015 van de middelen Duurzame Geesteswetenschappen. Tot 2016 ontvangt de faculteit jaarlijks 1,8 m euro. Mochten deze inkomsten wegvallen, dan ontstaat er een acuut probleem. Mede op aandringen van de faculteitsraad heeft het faculteitsbestuur een aantal opties verkend van maatregelen die dan genomen zouden kunnen worden. De faculteit heeft een heldere analyse van de eigen kansen en risico’s, heeft keuzes gemaakt en zet met de herstructurering van de faculteit, het investeren in nieuwe opleidingen, de profilering van de masters en andere maatregelen in op een financieel gezonde en duurzame faculteit. Conclusie van het College van Bestuur. Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
14
University College Groningen Na een jaar van voorbereiding is het University College Groningen (UCG) op 1 september 2014 met 33 eerstejaarsstudenten van start gegaan. De ambitie is dat vanaf collegejaar 2015/2016 100 eerstejaars in deze bachelor opleiding instromen, waarvan 20% studenten afkomstig zijn uit non-EU landen. Bij een uitval van maximaal 10% in het eerste jaar is de verwachting dat er op termijn jaarlijks in totaal 280 studenten voor deze opleiding zijn ingeschreven. Onderdeel van de voorbereidingsfase was het ontwikkelen van het programma, het opbouwen van de organisatie, het inrichten van de procedures, het organiseren van de huisvesting, het werven van de studenten en verder alles wat bij een nieuwe faculteit komt kijken. Een van die onderdelen is ook het bepalen van het budget, zowel in de toekomstige steady state als in de aanloopfase. Vanaf 2015 maakt het UCG op de reguliere wijze onderdeel uit van de begrotings- en verantwoordingscyclus van de instelling. Tot 2015 was sprake van een projectfinanciering, vanaf 2015 kent het UCG net als de andere faculteiten algemene inkomsten op basis van een vastgestelde startwaarde, een parametercompartiment en specifieke toewijzingen Algemene Inkomsten. Op basis van de begroting van het UCG voor de toekomstige steady state (2020) heeft het College van Bestuur een startwaarde van 1,3 m euro vastgesteld. Dit bedrag, in combinatie met de inkomsten uit het bovenwettelijk collegegeld en het parametercompartiment, bepalen het toekomstig financieel kader voor de nieuwe faculteit. In de periode dat het UCG in opbouw is en vanwege de vertraging in de bekostiging van de inschrijvingen en graden, ontvangt de faculteit een specifieke toewijzing als aanloopfinanciering. Ook ontvangt de faculteit een bijdrage vanwege de investeringen in de inrichting van het gebouw en in de ICTfaciliteiten. Conclusie van het College van Bestuur Voor 2015 is een budget vastgesteld, de door het UCG voor 2015 opgestelde begroting is aangehouden. Aan de hand van het vastgestelde financieel kader zal de begroting 2015 door het faculteitsbestuur worden aangepast.
Begroting 2015
15
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Het positieve resultaat over 2013 samen met de positieve resultatenreeks uit de vorige meerjarenbegroting was voor de faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) aanleiding de onderwijscapaciteit te vergroten met 18,5 fte. Deze uitbreiding was noodzakelijk vanwege de studentengroei en de verschillende vormen van intensivering van de onderwijsprogramma’s. Omdat de onderwijscapaciteit conform het beleid van research driven education samenhangt met de onderzoekscapaciteit, is tegelijkertijd sprake van een toename van de onderzoekscapaciteit. Voor een verdere versterking van onderwijs en onderzoek is extra capaciteit gealloceerd via investeringen in de Careers Company, Executive Education (UGBS) en de Centers of Expertise. De Careers Company is vorig jaar van start gegaan en zal verder worden uitgebouwd. In de Careers Company zijn alle activiteiten samen gebracht die gericht zijn op het verbeteren van de employability van studenten. De activiteiten zijn in hoofdlijnen onder te verdelen in reguliere career activiteiten (bijv. career support, sollicitatietrainingen en workshops) en corporate activiteiten (activiteiten met en voor corporate partners die tegen een (kostendekkende) vergoeding in de markt worden gezet en als praktijkgericht onderdeel aan de onderwijsprogramma’s worden verbonden). Vorig jaar is de University of Groningen Business School (UGBS) van start gegaan. In de UGBS zijn alle (post-initiële) executive programmes ondergebracht en worden twee nieuwe opleidingen ontwikkeld, een executive MBA met Energy track en een aantal Energy business modules. De modules starten in 2015, de executive MBA start in 2016. In dit deelplan is rekening gehouden met de kosten voor de verdere ontwikkeling, opstart en marketing van de programma’s. FEB organiseert haar onderzoeksactiviteiten vanuit SOM met een aantal geselecteerde onderzoeksprogramma’s en vanuit Centers of Expertise voor applied research. Voor beide stromen van onderzoek wordt gewerkt aan een verdere versterking van kwaliteit en valorisatie. De focus op de drie centrale RUG thema’s zal verder worden geïntensiveerd in combinatie met een focus op de topics van de onderzoeksprogramma’s en centers of expertise. Ook zullen de komende jaren de externe relaties ten behoeve van de externe financiering nog meer worden versterkt. De doelstelling om de omvang van de externe inkomsten verder te verhogen is in de begroting ondersteund door de aanstelling van een additionele support officer bij SOM en een stimuleringsfonds van € 50.000 per jaar voor het binnenhalen van externe financiering. De verwachte omvang van de tweede en derde geldstroominkomsten is verhoogd en ligt vanaf 2015 tussen de M€ 6,5 en M€ 7,4 per jaar. Kansen om bij NWO en Horizon 2020 (meer) middelen te verwerven worden expliciet onderzocht. Gedurende bijna alle jaren van de planperiode is het resultaat positief. In 2018 is sprake van bestedingsevenwicht. De omvang van de reservepositie biedt bovendien voldoende tijd en ruimte om niet voorziene risico’s op te vangen en bij te sturen. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
16
GMW
Uit de besturingsrapportage 2014 blijkt dat een forse verbetering van het resultaat wordt verwacht. In de begroting voor 2014 werd uitgegaan van een tekort voor regulier van -399 k euro, in de prognose is sprake van een overschot van 1.062 k euro. Een aantal zaken vallen daarbij op. Er is een forse vertraging in de uitvoering van de onderwijsinnovatie. Ondanks dat ziet het er naar uit dat de faculteit de facultaire prestatieafspraken zal halen. Door lagere externe inkomsten is de matchingsbijdrage vanuit de eerste geldstroommiddelen ook lager. Dit heeft een positief effect op het resultaat, maar is gezien de ambities van de RUG, een gemiddelde groei van de externe inkomsten van 4% per jaar , onwenselijk. De forse afwijkingen in de afgelopen jaren tussen het exploitatieresultaat in de begroting en het gerealiseerde resultaat is een punt van aandacht voor het faculteitsbestuur. De faculteit heeft het voornemen om de vertraging in de uitvoering van de onderwijsinnovatie in de jaren 2015 en 2016 in te lopen. Daarnaast geeft de faculteit aan dat vanwege de zeer gunstige stand van de algemene reserve er ruimte is voor investeringen in onderwijs en onderzoek. Een van de belangrijkste vraagstukken voor de faculteit is de ontwikkeling van het aantal bekostigde masterinschrijvingen. De verwachting is dat het aandeel van de faculteit in het parametercompartiment van de RUG daalt. In de voorstellen voor de investeringsagenda van de RUG komt de faculteit met een aantal nieuw mastertracks. Deze beter geprofileerde masters moeten tot meer inschrijvingen leiden. Om meer succesvol te zijn in het aantrekken van externe inkomsten is een funding officer aangetrokken. Conclusie van het College van Bestuur. Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
17
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen In voorliggend deelplan zijn maatregelen verwerkt die moeten leiden tot de realisatie van de onderwijsambities van de faculteit. Ruimtelijke Wetenschappen verwacht dat de intensievere samenwerking met het NIDI zal leiden tot een hogere instroom bij Demografie en in de Research Master. Bij de Financiële Kaderstelling 2016 zal in de ramingen van de parameters met deze verwachtingen rekening worden gehouden. De faculteit wil in de planperiode het aantal nietbekostigde studenten verminderen. Door de geïmplementeerde innovatiemaatregelen, het BSA en de matchingsactiviteiten wordt verwacht dat dit aantal gedurende de planperiode zal afnemen. Het onderzoeksbeleid wordt gecontinueerd en de aanbevelingen uit de dit jaar gehouden onderzoeksvisitatie worden hierin meegenomen. tWIST is het gemeenschappelijke onderzoeksprogramma en vormt de inhoudelijke leidraad bij investeringen de komende jaren. tWIST speelt ook een rol in het researchdriven onderwijs in de bachelor- en masteropleidingen. Het werven van extern gefinancierde projecten is een facultair speerpunt. De concurrentie is echter groot, vooral bij NWO. Ondanks dit heeft de faculteit in 2013 en 2014 elk jaar een VIDI binnengehaald. Ook in 2014 zijn twee VIDI-aanvragen en drie VENI-voorstellen ingediend. Om de kansen op het verwerven van extern gefinancierd onderzoek te vergroten, zal een projectmanager worden aangesteld. Ruimtelijke Wetenschappen continueert het beleid om de internationalisering te integreren in het onderwijs, onderzoek en valorisatie. Hiertoe zijn verschillende maatregelen getroffen die tot nu toe vooral het effect hebben dat in het uitwisselingsprogramma in de bachelor en in de masters Environmental and Infrastructure Planning, Population Studies en de Research Master internationale studenten participeren. Ook van de promovendi is inmiddels ongeveer de helft afkomstig uit het buitenland (vaak met een eigen beurs) en het aandeel internationale onderzoekers neemt toe. Alle jaren van de planperiode worden voor de reguliere activiteiten negatieve resultaten voorzien. De resultaten vertonen een degressief verloop doordat het grootste deel van de tijdelijke uitbreiding van de WP-bezetting aan het eind van de planperiode uit de bezetting en de lasten loopt. Dit tijdelijk WP is ingezet voor de verdere profilering van de faculteit, ter ontlasting van reguliere staf in verband met de uitvoering van de innovatieplannen en een dakpanconstructie bij Vastgoed. Een tweede dakpanconstructie bij Economische Geografie loopt af na de planperiode. In de begroting is vanaf 2015 rekening gehouden met een beleidsruimte voor onderwijs en onderzoek van € 200.000 per jaar. In verband hiermee zal de faculteit de basiseenheden vragen met plannen te komen die op termijn moeten leiden tot structureel hogere inkomsten en/of meer (master-)studenten. De voorziene tekorten gedurende de planperiode kunnen worden opgevangen in de reguliere reserve die in 2018, mede gelet op de omvang van de faculteit, met M€ 1,3 nog op een behoorlijk niveau is. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
18
Universitair Medisch Centrum Groningen/Faculteit Medische Wetenschappen De faculteit Medische Wetenschappen is onderdeel van het UMCG. Het deelplan 2015 is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur van het UMCG. Voor de RUG blijven de facultaire financiën onderdeel uitmaken van de Universitaire Begroting. Voor onderwijs wordt beleidsmatig een aantal speerpunten onderscheiden. Centraal staan de herinrichting van het curriculum voor de bachelor Geneeskunde (G2020), versterking van de onderwijs- en doceerkwaliteiten van docenten, verbetering van de studierendementen, ontwikkeling van het loopbaanperspectief van docenten en verhoging van de deelname aan excellentietrajecten. Centraal in het onderzoekbeleid van het UMCG is de focus op “gezond en actief ouder worden” (Healthy Ageing). Binnen dit thema wordt gewerkt aan het verder uitbouwen van Lifelines (biobank). Lifelines is één van de grootste biobanken ter wereld. Binnen Lifelines worden 165.000 mensen gedurende 30 jaar gevolgd. Ook de oprichting van ERIBA (European Research Institute on the Biology of Ageing) valt binnen dit thema. Andere speerpunten binnen het onderzoeksbeleid van het UMCG zijn de versterking van het translationeel onderzoek, vergroting van het aandeel tweede geldstroomonderzoek en projecten gefinancierd met Europese subsidies, renderen van investeringen in infrastructuur en valoriseren van vindingen, een jaarlijkse groei van het aantal promoties met als doel in 2015 180 promoties per jaar, uitbreiding van de interne prestatiefinanciering voor onderzoek en goede positionering in de investeringsagenda. In de begroting 2015 is de focus op bovenstaande punten terug te vinden in de investeringen in decentrale selectie, in onderwijs in kleine studentengemeenschappen “learning communities”, in investeringen in de Junior Scientific Masterclass (JSM) en continuering van de honourstrajecten ook na afloop van de subsidie. Ook voor de onderzoekspeerpunten zijn extra middelen beschikbaar gesteld en subsidies verworven. In de planperiode heeft het UMCG/O&O in regulier alleen positieve resultaten. Deels wordt dit verklaard door een terugloop van projecten in de beleidsruimte Onderzoek, een Onderzoeksbudget van M€ 6 per jaar, dat in de laatste jaren van de planperiode niet volledig wordt uitgeput. De algemene reserve loopt in de planperiode op van M€ 31 eind 2014 naar M€ 46 eind 2018. Conclusie College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
19
Wiskunde en Natuurwetenschappen De faculteit heeft een begroting ingediend, die een licht positieve exploitatie over de gehele planperiode te zien geeft en een solide basis voor een verdere bestendiging van de financiële positie vormt. De positieve ontwikkeling is al in 2011 ingezet via verschillende maatregelen. Enerzijds heeft FWN bezuinigd op de lasten, maar tegelijkertijd heeft FWN een groei van het aantal studenten weten te realiseren. Een groei die zich nu weer lijkt te stabiliseren. Het faculteitsbestuur heeft aangekondigd dat er extra activiteiten nodig zullen zijn om de doorstroom bachelor-master te vergroten en om meer internationale masterstudenten aan te trekken. Ook is het faculteitsbestuur er veel aan gelegen om het totaal aantal promovendi op peil te houden. De professionalisering van de onderwijsorganisatie door de invoering van een Undergraduate School, een Graduate School en een Education Support Center, gekoppeld aan de invoering van een Engelstalige Bachelor voor alle niet-levenswetenschappen opleidingen heeft een positieve invloed op de baten van de faculteit. Opgemerkt moet worden dat de reservepositie in de grafiek hieronder een vertekend beeld geeft, omdat hier alleen de reguliere reserve in beeld is gebracht. Deze - licht negatieve - reguliere reserve wordt ruimschoots tenietgedaan door de reserve projecten die per ultimo 2014 circa M€ 14 bedraagt. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 wordt vastgesteld in meerjarenperspectief.
Begroting 2015
20
Kernfysisch Versneller Instituut Eind 2013 liepen voor het KVI twee grote financieringscontracten af met de Stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) en het Gesellschaft für Schwerionenforschung mbH (GSI). Beide organisaties droegen jaarlijks ieder minimaal M€ 1,0 bij in de financiering van reguliere activiteiten. Daarnaast bekostigt FOM ook projectmatige activiteiten. FOM is in 2014 definitief afgehaakt als grote financier. Er zijn afspraken gemaakt over de 6 fte FOM-personeel, die werkzaam zijn bij het KVI. Met GSI is begin 2014 wel een nieuw contract afgesloten. Deze veranderingen waren aanleiding om KVI te reorganiseren. Hoofdlijn van het reorganisatieplan was dat het KVI in afgeslankte vorm verder kon gaan onder de naam KVI-Centre for Advanced Radiation Technology (KVI-CART). Daarin zitten de onderzoeksgroepen die de meeste verbinding hebben met de werkplaatsen en AGOR: Kern- & Hadronfysica, Versnellerfysica, Medische Fysica (protonen therapie) en Astrodeeltjesfysica, en het bijbehorende technisch en overig ondersteunend personeel. De overige onderzoekslijnen zijn per 1 januari 2014 overgegaan naar de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. De reorganisatie is in 2014 afgerond. Al het bovenformatieve personeel is in 2014 herplaatst en heeft ander werk gevonden. Voor de toekomst van KVI/CART is participatie van Nederland in FAIR (Facility for Antiproton and Ion Research) in Darmstadt en realisatie van een protonentherapiefaciliteit in Groningen van groot belang. Aan beide doelen wordt in 2015 extra tijd en geld besteed. Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief is een resultante van de hierboven geschetste situatie. In de meerjarenraming is wel rekening gehouden met consolidatie van de overeenkomst met GSI (FAIR) en groei van de groep Medische Fysica. In de begroting is verder een vacature opgenomen voor een nieuwe directeur, die vooral de onderzoeksgroep Medische Fysica vorm moet gaan geven. Dit resulteert in negatieve resultaten in de gehele planperiode. Ook daalt de algemene reserve onder nul. De reserve apparatuur blijft wel positief. Conclusie College van Bestuur Gezien de onzekere situatie met betrekking tot FAIR en protonentherapie, twee pijlers waarop KVI/Cart mede zijn toekomst baseert, in combinatie met de verwachte resultaten in de planperiode wordt het deelplan 2015 vastgesteld, het meerjarenperspectief wordt aangehouden.
Begroting 2015
21
Bureau van de Universiteit De directie van het Bureau is verantwoordelijk voor de deelplannen van het Bureau, Studentenzaken (inclusief Sportcentrum), de AMD en Alumni en Fondswerving. Met ingang van het deelplan 2013 zijn de deelplannen van AMD, Studentenzaken, Alumni en Fondswerving en het Bureau (in enge zin) samengevoegd tot één deelplan, het deelplan Bureau (breed). Administratief gezien zijn de bedrijfsreserves van de vier eenheden in de begroting en verantwoording wel apart zichtbaar gebleven. Dit geldt ook voor de reservestanden van de reserve apparatuur. In oktober 2014 is de nieuw georganiseerde afdeling “Admissions “ van start gegaan. In 2015 moet de reorganisatie Financieel Economische Functie worden afgerond. Daarnaast zal er een herschikking van taken plaatsvinden tussen de Administratieve Informatievoorziening (AIV) en het Centrum voor Informatietechnologie (CIT). De directie van het Bureau heeft twee voorstellen ingediend voor de investeringsagenda, een voorstel voor het aantrekken van een boegbeeld op het terrein van internationalisering en een voorstel voor het opzetten van een family support center. Beide ideeën worden nog nader uitgewerkt. Verder heeft het College van Bestuur ingestemd met het voorstel van de directie om voor het Bureau ook een bekostigingsmodel te ontwikkelen. Uitgangspunt van het model is dat een deel van de bekostiging van het Bureau volume afhankelijk wordt. Dit model moet begin 2015 ontwikkeld worden. Door bezuinigingen in het verleden oplopend tot structureel K€881 en door een groeiend beroep op de medewerkers van het Bureau voor nieuwe activiteiten en intensivering van bestaande activiteiten en tegelijkertijd een gebrek aan mogelijkheden om werkzaamheden door te belasten, heeft het College van Bestuur besloten aan het Bureau als compensatie voor de kortingen structureel K€290 toe te wijzen. In de planperiode schommelt het exploitatieresultaat regulier rond nul. De reserve regulier blijft positief. Conclusie van het College van Bestuur. Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
22
Facilitair Bedrijf De structuur van het Facilitair Bedrijf bestaat uit 4 units. Dit zijn: - Directie en Bedrijfsbureau, - Servicebureau, - Gebouw- en Terreinbeheer, - Diensten. De financiële structuur is als volgt: de kosten van de Directie en het Bedrijfsbureau worden helemaal betaald uit de Algemene inkomsten, de kosten van het Servicebureau worden doorberekend aan de uitvoerende units: de unit Gebouw- en Terreinbeheer en de unit Diensten. De kosten van deze twee uitvoerende units worden deels betaald uit de bestemde budgetten en deels doorbelast aan de gebruikers. Het Facilitair Bedrijf verwacht in 2014 een negatief resultaat van k€ -405 negatief. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de ontwikkelingen bij de afdeling Grafimedia, waar de omzet sneller terugloopt dan de lasten. Deze afdeling en aanverwante werkzaamheden op het gebied van documentverwerking bij andere afdelingen zullen in 2015 worden gereorganiseerd. De bedoeling is om deze activiteiten uit te besteden en daarbij ook een deel van het personeel bij de nieuwe leverancier in dienst te laten treden. Ook bij de afdeling Hospitality Services worden steeds meer activiteiten uitbesteed. De bedoeling is om uiteindelijk het hele Facilitair Bedrijf om te vormen tot een regieorganisatie. Dit betekent meer nadruk op het afsluiten en beheren van contracten en het uitbesteden van het operationeel werk. Bij de omvorming naar een regieorganisatie zal ook de huidige systematiek van doorberekening van de kosten aan de gebruikers via een opslag op de dienstverlening opnieuw moeten worden bekeken. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
23
Bibliotheek van de Rijksuniversiteit Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief is gebaseerd op de nota Het allocatiemodel voor de nieuwe bibliotheekorganisatie. Daarnaast zijn het Visiedocument Bibliotheek RUG binnenstad 2020, het personeelsontwikkelingsplan (2012) , het organisatieontwikkelingsplan (2013) en het opleidingsplan (2014) richting gevend geweest voor het deelplan 2015. Dankzij de daling in het aantal fte’s, het geplande gevolg van de reorganisatie uit 2010 en de clusteringoperatie van locaties, is de Bibliotheek in staat de gestelde financiële doelen, verhoging van het collectievormingsbudget met K€ 766 en incorporatie van de bezuinigingen ad K€ 572, structureel te realiseren. In 2014 is de inhuizing van de vakbibliotheken Archeologie en GGW gerealiseerd. In 2015 en 2016 volgen Rechten en GMW. Voor de extra personele inzet bij de inhuizing heeft het College van Bestuur in 2015 en 2016 K€62 extra algemene inkomsten beschikbaar gesteld. Om het Bibliotheekgebouw aangepast aan de eisen van deze tijd te houden en functioneel als enige locatie in de binnenstad, is de uitvoering van het project Renovatie UB-gebouw RUG in 2014 gestart. Dit project loopt door tot in 2018. Onderdeel van het plan is om het aantal studiewerkplekken te vergroten van 1700 naar tenminste 2200. Voor de herinrichting, na de verbouwing, heeft de Bibliotheek met ingang van 2015 jaarlijks K€100 gereserveerd. Vanaf 2015 zal de Bibliotheek in tentamenperioden ook open zijn met Pasen en Pinksteren. Voor de extra kosten is structureel K€12 beschikbaar gesteld. De exploitatieresultaten regulier zijn in de planperiode overwegend negatief . Pas in 2018 wordt weer een positief resultaat verwacht. De omvang van de reserve regulier is echter voldoende om deze negatieve resultaten op te vangen. Conclusie College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
24
Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie Het Donald Smits Centrum voor Informatietechnologie (CIT) komt voort uit de reorganisatie ICTC en is op 1 april 2007 van start gegaan. Daarvoor is een nieuw financieringsmodel ontworpen, dat in 2009 in gebruik is genomen. Deze nieuwe financieringsstructuur CIT bestaat uit drie onderdelen: Basisfinanciering uit de Algemene Inkomsten voor centrale infrastructuur en overhead. Doorberekening van RUG-brede diensten aan de eenheden op basis van de kostendragers accounts, werkplekken, netwerkaansluitingen, storage & back-up en RUG-brede licenties. Met ingang van 2014 zijn al deze kostendragers gecombineerd en zullen worden doorberekend aan de eenheden op basis van aantallen studenten, bursalen en medewerkers. Inkomsten uit DVO’s (Dienstverleningsovereenkomsten), projecten en incidentele opdrachten binnen en buiten de RUG. Sinds 2012 is de afdeling ESI (Educational Support and Innovation, voormalig UOCG) aan het CIT toegevoegd. De financiering hiervan sluit met ingang van 2014 aan bij die van het CIT. Het CIT verwacht voor 2014 een sterk negatief resultaat van k€ -1.444. Dit negatieve resultaat ontstaat onder andere door verlaging van de tarieven van de RUG-brede diensten. Door deze verlaging wordt in feite geld overgeheveld van de reserve van het CIT naar de afnemers: de faculteiten en de andere eenheden. Deze teruggave vindt in 2015 ook nog plaats, zij het in mindere mate. Daarnaast zijn er in 2014 door het CIT een aantal projecten (gedeeltelijk) uit eigen middelen betaald: vervanging draadloos netwerk, extra rekencapaciteit voor de RUG in het gebouw van DUO en het Project dataontsluiting Progress.net. Ook in 2015 wordt bij de nieuwe afdeling RIS (Research Innovation and Support) nog een negatief resultaat verwacht omdat wegens de recente opstart de kosten nog niet volledig gedekt worden door inkomsten. Het Meerjarenplan ICT 2010-2014 heeft op dit moment nog geen opvolging. Er zal voor 2015 een apart jaarplan worden gemaakt. Daarna zal er weer een Meerjarenplan ICT verschijnen in samenhang met een nieuw RUG Strategieplan. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
25
Facility Services Zernike West Facility Services Zernike West (FSZW) is sinds 1 januari 2009 ondergebracht bij de faculteit Economie en Bedrijfskunde. Het College van Bestuur heeft besloten dat ook na de integratie FSZW als apart financieel bedrijf en als aparte begrotingseenheid blijft bestaan. Hierdoor is de vereiste scheiding tussen het exploitatieresultaat en de reservepositie van FSZW en de faculteit voldoende gewaarborgd. Met name uit de ontwikkeling van de overige lasten blijkt dat deze systematiek zijn nut bewijst. Deze lasten zijn sinds de bezuinigingen nagenoeg op een constant niveau gebleven. Ook in het meerjarenperspectief is dit het geval. De prijs per vierkante meter is in 2015 licht gedaald in vergelijking met 2014 (-0,8%). Deze lagere prijs wordt weerspiegeld in de kosten die jaarlijks worden doorberekend aan de inwonende eenheden. In de prijs per vierkante meter zit wel het effect dat met ingang van 2015 de kosten voor de koffieautomaten en multifunctionals, voor zover gekoppeld aan de inwonende eenheden, geen deel meer uitmaken van de exploitatie van FSZW, maar direct worden doorberekend aan de gebruikers. Alleen de machines die door studenten worden gebruikt en de multifunctionals die door FSZW zelf worden gebruikt, zijn nog opgenomen in de lasten. Verder zit in de prijs het effect dat het aantal over de inwonende eenheden te verrekenen m2 is gedaald door het vertrek van de lerarenopleiding van GMW. De vrijgekomen ruimtes zullen worden ingericht als onderwijsruimten (ter vervanging van de onderwijszalen in Blauwborgje waar het Financial Shared Service Centrum wordt gehuisvest). Gedurende alle jaren van de planperiode gaat FSZW uit van een sluitende exploitatie. De lasten worden doorberekend aan de inwonende eenheden. Conclusie van het College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
26
Koninklijk Nederlands Instituut te Rome (KNIR) Het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome ontvangt als onderdeel van de RUG een vaste toewijzing uit de algemene middelen. Deze structurele financiering wordt jaarlijks bijgesteld voor ontwikkelingen van de salarislasten en prijscompensatie, voor zover de RUG hiervoor een compensatie van OCW ontvangt. Daarnaast dragen de deelnemende universiteiten te Amsterdam (zowel de VU als de UvA), Leiden, Nijmegen en Utrecht, die ook in het bestuur zijn vertegenwoordigd, bij met een jaarlijkse bijdrage van circa K€24 per universiteit per jaar. In 2013 is door de directie van het KNIR het nieuwe strategieplan 2013-2017 “KNIR, campus of excellence” opgesteld, waarin missie en de visie zijn vertaald in doelstellingen en beleid. In dit plan worden vijf thema’s voor de komende periode centraal gesteld: Verbreding en interdisciplinariteit, Kwaliteitsbewaking en ontwikkeling, Internationalisering, Maatschappelijke verankering en Duurzaamheid. Om de doelstellingen met betrekking tot deze thema’s te verwezenlijken wil het KNIR meer tweede en derde geldstroomfinanciering binnen halen, excellente dienstverlening leveren aan gebruikers en een goed geoutilleerd gebouw hebben met een sfeervolle uitstraling. In de meerjarenraming zijn de investeringen ad M€ 1,0 voor de upgrade van het gebouw en veranderingen in de bibliotheek verwerkt. De financiering hiervoor vindt vanuit de reserve apparatuur en het onderhoudsfonds plaats. Door dotaties uit de algemene reserve blijft de stand van het apparatuurfonds de gehele planperiode wel positief. In 2014 is een project gestart om de volledige boekhouding van het KNIR in de RUGsystemen te integreren, waardoor dubbel werk wordt voorkomen. Conclusie College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
27
Universiteitsmuseum De afgelopen jaren zijn vrijwel alle decentrale facultaire collecties onder het beheer van het Universiteitsmuseum gekomen. Zo zijn delen van de collectie van het voormalig Natuurmuseum en de gehele collectie van het voormalig Biologisch Centrum Haren overgebracht naar het universitaire museumdepot en beschikbaar voor exposities. Ook is er al enkele jaren een overeenkomst met het UMCG over het behoud en beheer van de medische historische collecties. Het UM kijkt terug op een geslaagd aandeel in de viering van het eeuwfeest van de RUG in 2014. Bibliotheek en Museum zien verdere samenwerkingsmogelijkheden op het terrein van de erfgoedcollecties. Recent is ten behoeve van de erfgoedcollecties een sectorhoofd Erfgoed benoemd. Dit nieuwe sectorhoofd zal zich het komende jaar richten op het formuleren van nieuw beleid en strategie voor het UM. Het team van het UM heeft na het For Infinity jaar weer nieuwe plannen voor tentoonstellingen. De financiële situatie van het Museum is stabiel. De financiële resultaten van het Museum zijn ongeveer break-even en de reserve is minimaal. Conclusie College van Bestuur Het deelplan 2015 in meerjarenperspectief wordt vastgesteld.
Begroting 2015
28
Totaal exploitatiebegroting RUG
Begroting 2015
29
RUG-Totaal Begroting 2015 sub-totaal Bedrijfs-
Regulier
Project-
matig
Regulier
Bedrijfsm.
matig
Totaal
4.505,2
367.318,7
371.823,9
36.123,2
407.947,1
0,0
20.914,3
20.914,3
-20.914,3
0,0
Externe inkomsten
11.952,5
28.842,1
40.794,6
150.210,8
191.005,3
Interne inkomsten
38.027,5
590,4
38.617,9
0,0
38.617,9
Interne verrekeningen PL
22,4
18.676,5
18.698,9
8.837,3
27.536,2
Interne verrekeningen OL
0,0
23.773,3
23.773,3
4.591,2
28.364,5
54.507,6
460.115,3
514.622,9
178.848,1
693.471,0
Personele Lasten
21.113,0
297.273,4
318.386,3
102.917,7
421.304,0
Huisvestingslasten
4.168,0
58.155,4
62.323,4
1.606,2
63.929,6
Overige Lasten
28.601,3
101.591,8
130.193,1
70.609,8
200.802,8
Totaal Lasten
53.882,3
457.020,5
510.902,8
175.133,6
686.036,4
625,3
3.094,8
3.720,1
3.714,5
7.434,6
Baten Algemene inkomsten Verw. mutatie Alg. inkomsten
Totaal Baten Lasten
Resultaat
Algemene reserve Regulier
Projecten
2014 (*)
2015
2014 (*)
2015
Stand per 1 januari
59.265,9
67.375,8
63.254,3
72.956,3
Resultaat
12.678,8
3.720,1
10.226,0
3.714,5
Dotatie App. & Invest. fonds
-5.092,9
-4.046,8
524,0
0,0
-524,0
0,0
67.375,8
67.049,1
72.956,3
76.670,8
Balansmutaties Stand per 31 december
* gebaseerd op Besturingsrapportage per 30 juni 2014
Bestemmingsreserves en Voorzieningen Reserve Invest./App.
Voorzieningen
2014 (*)
2015
-63.112,0
-60.062,5
32.325,3
32.267,4
5.092,9
4.046,8
0,0
0,0
Investeringen (Eigen Verm.)
-34.368,6
-36.827,4
Stand per 31 dec.
-60.062,5
-60.575,7
Stand per 1 jan. Afschrijvingen Dotatie uit bedrijfsreserve Balansmutaties
2014 (*)
2015
35.022,0
31.996,8
1.795,0
2.027,8
-577,9
-889,0
Uitkeringen (-/-)
-4.242,3
-2.109,7
Stand per 31 dec.
31.996,8
31.026,0
Stand per 1 jan. Dotatie Vrijval (-/-)
* gebaseerd op Besturingsrapportage per 30 juni 2014
Begroting 2015
30
RUG-Totaal Specificatie projecten RUG
NWO/
Contract
Totaal
projecten
KNAW
activiteiten
Projecten
Baten Algemene inkomsten
33.871,4
177,1
2.074,7
36.123,2
-21.500,3
27,3
558,7
-20.914,3
10.179,9
39.247,7
100.783,2
150.210,8
Interne verrekeningen PL
1.345,5
1.494,8
5.997,0
8.837,3
Interne verrekeningen OL
293,1
0,0
4.298,1
4.591,2
24.189,6
40.946,9
113.711,6
178.848,1
8.106,7
28.318,1
66.492,9
102.917,7
12,0
25,0
1.569,2
1.606,2
Overige Lasten
11.902,1
12.840,7
45.867,0
70.609,7
Totaal Lasten
20.020,8
41.183,7
113.929,1
175.133,6
4.168,8
-236,8
-217,5
3.714,5
Verw. mutatie Alg. inkomsten Externe inkomsten
Totaal Baten
Lasten Personele Lasten Huisvestingslasten
Resultaat
Begroting 2015
31
Overzicht naar hoofdkostenplaatsen
Begroting 2015
32
Baten en lasten naar hoofdkostenplaatsen Begroting 2015
Totaal RUG
Totaal Baten
Waarvan: algemene inkomst.
overige inkomst.
Waarvan: Totaal personele Lasten lasten
overige lasten
Exploitatie resultaat
Faculteiten Godgeleerdheid Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren UCG Economie en Bedrijfskunde GMW Ruimtelijke Wetenschappen UMCG/FMW Wiskunde en Natuurwetensch. Kernfysisch Versneller Instituut sub-totaal
3469,1 4793,4 20959,7 46841,4 1750,3 45371,9 41689,1 8685,9 189726,7 129901,5 6038,9 499228,0
2986,1 3219,4 15545,1 33836,1 1530,0 32204,5 29460,9 5743,8 80104,1 72637,5 4508,5 281776,0
483,0 1574,0 5414,6 13005,3 220,3 13167,4 12228,2 2942,1 109622,6 57264,0 1530,4 217452,0
3770,8 3182,8 4762,0 4126,8 21785,1 17999,1 47451,1 38282,4 1726,2 1300,4 44585,4 36494,1 41317,6 35346,9 9464,9 7277,8 187916,4 122039,9 130341,0 82032,0 6251,0 4015,8 499371,4 352098,0
588,0 635,2 3786,0 9168,7 425,8 8091,3 5970,7 2187,1 65876,5 48309,0 2235,2 147273,4
-301,7 31,4 -825,4 -609,7 24,1 786,5 371,6 -779,0 1810,4 -439,5 -212,1 -143,4
Centrale begrotingseenheden Bureau Facilitair Bedrijf Bibliotheek CIT sub-totaal
27637,3 32019,7 15561,2 22120,4 97338,6
20177,2 3858,4 10505,1 6082,1 40622,8
7460,1 28161,3 5056,1 16038,3 56715,8
27686,2 31824,9 15750,7 22257,7 97519,5
23395,0 9108,1 7360,3 12646,6 52510,0
4291,3 22716,8 8390,4 9611,1 45009,6
-49,0 194,8 -189,5 -137,3 -181,0
Overige begrotingseenheden Facility Services Zernike West Nederlands Instituut te Rome Universiteitsmuseum sub-totaal
2769,1 1869,1 584,1 5222,3
103,8 1412,5 453,1 1969,4
2665,3 456,6 131,0 3252,9
2769,1 1773,1 585,5 5127,7
503,0 971,4 440,5 1914,9
2266,1 801,7 145,0 3212,8
96,0 -1,4 94,6
Bestuurs- en beheersactiviteiten Bestuurlijke activiteiten Personele activiteiten Financiële activiteiten Activiteiten VGI Subsidies Studentgerichte activiteiten Publiciteit en Voorlichting Internationale activiteiten sub-totaal
3875,4 3857,4 7489,1 40862,7 3092,1 3034,9 1674,9 12025,5 75912,0
3465,4 3307,4 4386,1 35522,6 3092,1 2890,9 1648,9 1973,3 56286,7
410,0 550,0 3103,0 5340,1
2153,4 1797,1 1284,2
144,0 26,0 10052,2 19625,3
4153,2 3161,8 7304,3 36458,7 3170,5 3051,9 1602,0 12468,9 71371,3
356,0 345,6 397,0 1149,9 7483,2
1999,8 1364,7 6020,1 36458,7 2814,5 2706,3 1205,0 11319,0 63888,1
-277,8 695,6 184,8 4404,0 -78,4 -17,0 72,9 -443,4 4540,7
Overige activiteiten Fondsen en Reserveringen Centrale Reserve RUG sub-totaal
131,5 4833,3 10805,4 15770,2
67,5 27546,6 -321,9 27292,2
64,0 -22713,3 11127,3 -11522,0
131,5 12515,0
85,0 7213,0
46,5 5302,0
12646,5
7298,0
5348,5
-7681,7 10805,4 3123,7
693471,0
407947,1
285523,9
686036,4
421304,0
264732,4
7434,6
Totaal
Begroting 2015
33
Baten en lasten naar hoofdkostenplaatsen Begroting 2015
Specificatie: Bedrijfsmatige activiteiten
Totaal Baten
Waarvan: algemene inkomst.
overige inkomst.
Totaal Lasten
Waarvan: personele lasten
225,0 2903,3
20,5
225,0 2882,8
232,0 2903,3
32,0 2725,8
10,0
10,0
overige Exploitatie lasten resultaat
Faculteiten Godgeleerdheid Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren UCG Economie en Bedrijfskunde GMW Ruimtelijke Wetenschappen UMCG/FMW Wiskunde en Natuurwetensch. Kernfysisch Versneller Instituut sub-totaal
3138,3
20,5
3117,8
3145,3
2757,8
387,5
-7,0
Centrale begrotingseenheden Bureau Facilitair Bedrijf Bibliotheek CIT sub-totaal
3540,4 30625,6 663,2 13670,0 48499,2
1511,0 2596,0 273,9 4380,9
2029,4 28029,6 663,2 13396,1 44118,3
3537,5 30417,5 358,7 13549,2 47862,9
2090,5 7973,8 58,2 7729,7 17852,2
1447,0 22443,7 300,5 5819,5 30010,7
2,9 208,1 304,5 120,8 636,3
2769,1
103,8
2665,3
2769,1
503,0
2266,1
101,0 2870,1
103,8
101,0 2766,3
105,0 2874,1
503,0
105,0 2371,1
-4,0 -4,0
54507,6
4505,2
50002,4
53882,3
21113,0
32769,3
625,3
Overige begrotingseenheden Facility Services Zernike West Nederlands Instituut te Rome Universiteitsmuseum sub-totaal
10,0
200,0 177,5
-7,0
10,0
Bestuurs- en beheersactiviteiten Bestuurlijke activiteiten Personele activiteiten Financiële activiteiten Activiteiten VGI Subsidies Studentgerichte activiteiten Publiciteit en Voorlichting Internationale activiteiten sub-totaal Overige activiteiten Fondsen en Reserveringen Centrale Reserve RUG sub-totaal Totaal
Begroting 2015
34
Baten en lasten naar hoofdkostenplaatsen Begroting 2015
Specificatie: Reguliere activiteiten
Totaal Baten
Waarvan: algemene inkomst.
overige inkomst.
Totaal Lasten
Waarvan: personele lasten
Faculteiten Godgeleerdheid Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren UCG Economie en Bedrijfskunde GMW Ruimtelijke Wetenschappen UMCG/FMW Wiskunde en Natuurwetensch. Kernfysisch Versneller Instituut sub-totaal
3190,8 3482,7 18512,7 35751,8 1750,3 39138,6 32239,0 7035,9 110702,3 78783,6 3711,9 334299,6
2986,1 3219,4 15468,1 33273,8 1530,0 32428,0 27852,3 5687,5 79302,8 68750,9 4395,5 274894,4
204,7 263,3 3044,6 2478,0 220,3 6710,6 4386,7 1348,4 31399,5 10032,7 -683,6 59405,2
3408,0 3434,3 19287,1 36013,9 1726,2 38342,1 31635,5 7814,9 108794,5 79147,1 3916,7 333520,3
2866,3 2923,1 16117,1 30474,3 1300,4 31324,9 26947,5 5982,9 76799,0 50944,0 2694,9 248374,4
541,7 511,2 3170,0 5539,6 425,8 7017,2 4688,0 1832,0 31995,5 28203,1 1221,8 85145,9
-217,2 48,4 -774,4 -262,1 24,1 796,5 603,6 -779,0 1907,8 -363,5 -204,8 779,3
Centrale begrotingseenheden Bureau Facilitair Bedrijf Bibliotheek CIT sub-totaal
24051,9 1394,1 14773,0 7072,3 47291,3
18666,2 1262,4 10505,1 5808,2 36241,9
5385,7 131,7 4267,9 1264,1 11049,4
23997,8 1407,4 15267,0 7452,1 48124,3
21204,5 1134,3 7202,1 4310,3 33851,2
2793,3 273,1 8064,9 3141,8 14273,1
54,0 -13,3 -494,0 -379,8 -833,1
Overige begrotingseenheden Facility Services Zernike West Nederlands Instituut te Rome Universiteitsmuseum sub-totaal
1769,1 453,1 2222,2
1352,5 453,1 1805,6
416,6
1673,1 450,5 2123,6
951,4 410,5 1361,9
721,7 40,0 761,7
96,0 2,6 98,6
Bestuurs- en beheersactiviteiten Bestuurlijke activiteiten Personele activiteiten Financiële activiteiten Activiteiten VGI Subsidies Studentgerichte activiteiten Publiciteit en Voorlichting Internationale activiteiten sub-totaal
3875,4 3857,4 7489,1 40862,7 3092,1 3034,9 1674,9 1610,3 65496,8
3465,4 3307,4 4386,1 35522,6 3092,1 2890,9 1648,9 385,3 54698,7
2153,4 1797,1 1284,2
144,0 26,0 1225,0 10798,1
4153,2 3161,8 7304,3 36458,7 3170,5 3051,9 1602,0 1834,9 60737,3
356,0 345,6 397,0 139,5 6472,8
1999,8 1364,7 6020,1 36458,7 2814,5 2706,3 1205,0 1695,4 54264,5
-277,8 695,6 184,8 4404,0 -78,4 -17,0 72,9 -224,6 4759,5
Overige activiteiten Fondsen en Reserveringen Centrale Reserve RUG sub-totaal
12515,0
7213,0
5302,0
10805,4 10805,4
-321,9 -321,9
11127,3 11127,3
12515,0
7213,0
5302,0
-12515,0 10805,4 -1709,6
460115,3
367318,7
92796,6
457020,5
297273,4
159747,2
3094,8
Totaal
Begroting 2015
416,6
410,0 550,0 3103,0 5340,1
overige Exploitatie lasten resultaat
35
Baten en lasten naar hoofdkostenplaatsen Begroting 2015 Waarvan: algemene inkomst.
overige inkomst.
Totaal Lasten
Waarvan: personele lasten
overige lasten
Exploitatie resultaat
278,3 1310,7 2222,0 8186,3
77,0 541,8
278,3 1310,7 2145,0 7644,5
362,8 1327,7 2266,0 8533,9
316,5 1203,7 1850,0 5082,3
46,3 124,0 416,0 3451,6
-84,5 -17,0 -44,0 -347,6
6223,3 9450,1 1650,0 79024,4 51117,9 2327,0 161790,0
-223,5 1608,6 56,3 801,3 3886,6 113,0 6861,1
6446,8 7841,5 1593,7 78223,1 47231,3 2214,0 154928,9
6233,3 9682,1 1650,0 79121,8 51193,9 2334,2 162705,8
5169,2 8399,4 1294,9 45240,9 31088,0 1320,8 100965,7
1064,1 1282,7 355,1 33881,0 20105,9 1013,4 61740,1
-10,0 -232,0 -97,4 -76,0 -7,2 -915,7
Totaal Baten Faculteiten Godgeleerdheid Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren UCG Economie en Bedrijfskunde GMW Ruimtelijke Wetenschappen UMCG/FMW Wiskunde en Natuurwetensch. Kernfysisch Versneller Instituut sub-totaal
Specificatie: Projectmatige activiteiten
Centrale begrotingseenheden Bureau Facilitair Bedrijf Bibliotheek CIT sub-totaal
45,0
45,0
150,9
99,9
51,0
-105,9
125,0 1378,1 1548,1
125,0 1378,1 1548,1
125,0 1256,4 1532,3
100,0 606,6 806,5
25,0 649,8 725,8
121,7 15,8
Overige begrotingseenheden Facility Services Zernike West Nederlands Instituut te Rome Universiteitsmuseum sub-totaal
100,0 30,0 130,0
100,0 30,0 130,0
20,0 30,0 50,0
80,0
60,0
40,0 30,0 70,0
80,0
10415,2 10415,2
1588,0 1588,0
8827,2 8827,2
10634,0 10634,0
1010,4 1010,4
9623,6 9623,6
131,5 4833,3
67,5 27546,6
64,0 -22713,3
131,5
85,0
46,5
4964,8
27614,1
-22649,3
131,5
85,0
46,5
4833,3
178848,1
36123,2
142724,9
175133,6
102917,7
72216,0
3714,5
Bestuurs- en beheersactiviteiten Bestuurlijke activiteiten Personele activiteiten Financiële activiteiten Activiteiten VGI Subsidies Studentgerichte activiteiten Publiciteit en Voorlichting Internationale activiteiten sub-totaal Overige activiteiten Fondsen en Reserveringen Centrale Reserve RUG sub-totaal Totaal
Begroting 2015
60,0
-218,8 -218,8
4833,3
36
Bedrijfsreserves naar hoofdkostenplaatsen Begroting 2015
Totaal RUG
Algemene en bestemde reserves Stand 01.01.2015
Exploitatie Resultaat
Faculteiten Godgeleerdheid Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren UCG Economie en Bedrijfskunde GMW Ruimtelijke Wetenschappen UMCG/FMW Wiskunde en Natuurwetensch. Kernfysisch Versneller Instituut sub-totaal
2127,2 2360,2 7252,3 2098,1 0,0 7301,8 7335,5 3611,6 27880,7 13565,5 443,2 73976,0
-301,7 31,4 -825,4 -609,7 24,1 786,5 371,6 -779,0 1810,4 -439,5 -212,1 -143,4
1825,5 2391,6 6426,9 1488,4 24,1 8088,3 7707,0 2832,6 29691,0 13126,0 231,2 73832,6
Centrale begrotingseenheden Bureau Facilitair Bedrijf Bibliotheek CIT sub-totaal
1862,3 19,0 1506,6 2777,0 6164,9
-49,0 194,8 -189,5 -137,3 -181,0
1813,3 213,8 1317,1 2639,7 5983,9
Overige begrotingseenheden Facility Services Zernike West Nederlands Instituut te Rome Universiteitsmuseum sub-totaal
588,5 485,3 46,7 1120,5
96,0 -1,4 94,6
588,5 481,3 45,3 1115,1
Bestuurs- en beheersactiviteiten Bestuurlijke activiteiten Personele activiteiten Financiële activiteiten Activiteiten VGI Subsidies Studentgerichte activiteiten Publiciteit en Voorlichting Internationale activiteiten sub-totaal
1113,9 -2258,3 -939,1 1599,0 265,8 92,0 60,9 1146,4 1080,6
-252,8 695,6 184,8 4404,0 -78,4 -17,0 72,9 -468,4 4540,7
-9,7 58463,2 -463,5 57990,0
-7681,7 10805,4 3123,7
140332,1
7434,6
Overige activiteiten Fondsen en Reserveringen Centrale Reserve RUG sub-totaal Totaal
Begroting 2015
Dotaties App.-fonds
-100,0 -100,0
-3946,8
-3946,8
Balans mutaties
Stand 31.12.2015
861,1 -1562,7 -754,3 2056,2 187,4 75,0 133,8 678,0 1674,5 -9,7 50781,5 10341,9 61113,7
-4046,8
143719,9
37
Apparatuur-, Investerings- en Onderhoudsfondsen naar hoofdkostenplaats Begroting 2015
Stand 01.01.2015 Faculteiten Godgeleerdheid Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren UCG Economie en Bedrijfskunde GMW Ruimtelijke Wetenschappen UMCG/FMW Wiskunde en Natuurwetensch. Kernfysisch Versneller Instituut sub-totaal
201,2 36,0 168,1 841,6
Afschrijvingen
Dotaties en Balansmutaties
Investeringen -5,8
Stand 31.12.2015
616,7 -84,0 128,8 -694,4 2249,7 381,8 3845,5
8,3 25,6 75,0 296,8 90,1 332,6 423,9 58,5 2974,3 2800,0 96,9 7182,0
-75,0 -250,7 -320,9 -183,0 -325,0 -30,1 -3707,1 -2606,4 -100,0 -7604,0
203,7 61,6 168,1 887,7 -230,8 766,3 14,9 157,2 -1427,2 2443,3 378,7 3423,5
Centrale begrotingseenheden Bureau Facilitair Bedrijf Bibliotheek CIT sub-totaal
571,7 891,3 478,8 2261,5 4203,3
316,8 340,0 177,9 2290,5 3125,2
-355,0 -212,0 -233,0 -2654,2 -3454,2
533,6 1019,3 423,7 1897,8 3874,4
Overige begrotingseenheden Facility Services Zernike West Nederlands Instituut te Rome Universiteitsmuseum sub-totaal
365,0 235,1 2,6 602,7
156,2 143,9
100,0
-305,0 -264,2
300,1
100,0
-569,2
216,2 214,8 2,6 433,6
Bestuurs- en beheersactiviteiten Financiële activiteiten sub-totaal
603,3 603,3
160,0 160,0
-200,0 -200,0
563,3 563,3
9254,8
10767,4
100,0
-11827,4
8294,8
Totaal Investeringsfonds
-69317,3
21500,0
3946,8
-25000,0
-68870,5
Totaal App.- /Invest. fondsen
-60062,5
32267,4
4046,8
-36827,4
-60575,7
Apparatuurfonds RUG sub-totaal Totaal apparatuurfondsen
Begroting 2015
38
Voorzieningen naar hoofdkostenplaats
Stand 01.01.2015 Faculteiten Godgeleerdheid Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren UCG Economieen Bedrijfskunde GMW Ruimtelijke Wetenschappen UMCG/FMW Wiskunde en Natuurwetensch. Kernfysisch Versneller Instituut sub-totaal Centrale begrotingseenheden Bureau Facilitair Bedrijf Bibliotheek CIT sub-totaal
121,8 80,9 244,2 3418,5 745,3 415,5 74,8 10075,1 1544,8 103,1 16824,0
Dotaties 14,3 5,0 15,0 28,0 5,0 15,0
Vrijval
Onttrekkingen
-50,0 -104,2 -482,1 -63,2 -6,5 -302,7
6,9 89,2
-889,0
-119,7
367,9
Stand 31.12.2015 136,1 35,9 155,0 2964,4 5,0 697,1 409,0 74,8 9772,4 1544,8 110,1 15904,6
367,9
77,7 394,3 839,9
12,9 12,9
-40,0 -40,0
77,7 367,2 812,8
Bestuurs- en beheersactiviteiten Fondsen en Reserveringen sub-totaal
14332,9 14332,9
1825,7 1825,7
-1950,0 -1950,0
14208,6 14208,6
Totaal Voorzieningen
31996,8
1927,8
-2109,7
30926,0
Overige begrotingseenheden Facility Services Zernike West Nederlands Instituut te Rome Universiteitsmuseum sub-totaal
Begroting 2015
-889,0
39
Bijlage 1 Bezettingsoverzicht
Begroting 2015
40
Bezetting 2015 - 2018 alle aantallen in fte's GG WB Rechten Letteren UCG Eco en Bedr.k GMW RW UMCG/FMW W&N KVI (excl FOM) Tot Fac. Bureau (breed) FB Bibliotheek CIT Tot Centr.Begr. FSZW KNIR UM Tot Ov.Begr. OBBA Tot RuG
Begroting 2015
Totaal WP 2015
Totaal OBP 2017
2018
2015
Totaal bezetting 2016 2017
2018
promovendi met aanstelling 2015 2016 2017 2018
2016
2017
2018
2015
2016
33,8
34,6
29,6
28,2
7,6
7,0
7,1
7,1
41,4
41,6
36,7
35,3
11,9
11,8
6,3
6,6
50,8
46,9
45,2
42,5
5,5
5,3
5,3
5,3
56,3
52,2
50,5
47,8
21,1
19,7
16,4
14,0
171,6
165,5
160,8
158,6
64,2
62,3
60,3
60,1
235,8
227,8
221,1
218,7
46,6
44,9
43,2
43,0
374,8
363,7
355,5
335,7
122,8
119,0
118,4
119,0
497,6
482,7
473,9
454,7
82,4
81,0
77,8
65,5
6,6
13,3
17,7
20,1
11,5
12,2
12,4
12,5
18,1
25,5
30,1
32,6
0,0
0,0
0,0
0,0
328,9
329,7
324,5
321,2
105,9
106,9
105,7
105,2
434,8
436,6
430,2
426,4
65,3
68,8
72,2
72,0
363,0
364,2
352,6
344,9
117,0
113,3
109,6
108,7
480,0
477,5
462,2
453,6
97,3
99,0
98,1
93,7
85,7
80,4
70,0
64,2
13,4
13,0
13,8
13,0
99,1
93,4
83,8
77,2
37,3
31,8
25,0
20,6
972,3
977,8
967,6
940,7
532,0
521,3
518,5
517,3
1504,3
1499,1
1486,1
1458,0
374,3
371,6
367,0
354,7
899,1
906,7
893,4
885,5
400,2
396,2
391,9
384,7
1299,3
1302,9
1285,3
1270,2
395,0
405,9
398,9
393,8
26,6
27,8
26,6
25,0
33,7
33,0
32,4
31,6
60,3
60,8
59,0
56,6
12,6
14,3
13,3
12,0
3313,2
3310,6
3243,5
3166,6
1413,8
1389,5
1375,4
1364,5
4727,0
4700,1
4618,9
4531,1
1143,8
1148,8
1118,2
1075,9
338,7
334,5
326,4
326,0
338,7
334,5
326,4
326,0
135,0
135,0
135,0
135,0
135,0
135,0
135,0
135,0
107,4
107,0
105,6
102,3
109,2
108,5
107,1
103,8 0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
1143,8
1148,8
1118,2
1075,9
1,8
1,5
1,5
1,5
15,2
15,2
15,2
15,2
173,3
167,3
167,3
166,6
188,5
182,5
182,5
181,8
17,0
16,7
16,7
16,7
754,4
743,8
734,3
729,9
771,4
760,5
751,0
746,6
10,6
10,6
10,6
10,6
10,6
10,6
10,6
10,6
4,5
4,5
4,5
4,5
6,9
6,9
6,9
6,9
11,4
11,4
11,4
11,4
6,8
6,8
6,8
6,8
6,8
6,8
6,8
6,8
4,5
4,5
4,5
4,5
24,3
24,3
24,3
24,3
28,8
28,8
28,8
28,8
3,4
3,4
3,4
3,4
45,1
45,1
45,1
45,1
48,5
48,5
48,5
48,5
3338,1
3335,2
3268,1
3191,2
2237,6
2202,7
2179,1
2163,8
5575,7
5537,9
5447,2
5355,0
41
Bijlage 2 Materiële vaste activa
Begroting 2015
42
Mutatie-overzicht materiële vaste activa (alle bedragen in miljoenen euro's)
Verkrijgingsprijs t/m 2014
Waardevermind. en afschr. t/m 2014
Boekwaarde 31.12.2014
Invest. 2015
751,0
-365,3
385,7
25,2
p.m.
-21,7
389,2
(bijlage)
716,4 5,8 28,8
-365,3
351,1 5,8 28,8
93,5
-57,7
35,8
11,6
p.m.
-10,6
36,8
(bijlage)
844,5
-423,0
421,5
36,8
p.m.
-32,3
426,0
Desinvest. Afschrijv. 2015 2015
Boek- Gehanteerd waarde afschrijv. 31.12.2015 percentage
materiële vaste activa Totaal Gebouwen en terreinen waarvan: Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen Inventaris en apparatuur Niet-primaire activa Overige Totaal
OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen OZB-waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen Verzekerde waarde inventaris Collectievorming jaarlijkse aanschaf
Begroting 2015
Bedrag 345,3 920,0 540,0
6,0
43
Bijlage bij Mutatieoverzicht materiële vaste activa Gebouwen en terreinen De gebouwen en terreinen zijn gewaardeerd op aanschafwaarde verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen zijn berekend op grond van het volgende systeem:
Terreinen:
geen afschrijving
- aanlegkosten sportterreinen:
afschrijving in 10 jaar
- overige terreinvoorzieningen:
afschrijving in 30 jaar
Gebouwen - casco:
afschrijving in 60 jaar
- gevel, binnenafwerking en installaties: afschrijving in 30 jaar - elektronica/technische installaties:
afschrijving in 15 jaar
- specifieke investeringen:
afschrijving op basis van economische levensduur
De eerste afschrijving vindt plaats in de maand volgend op de aankoop. Bij nieuw-, aan- of verbouw vindt de eerste afschrijving plaats op gemiddeld een halfjaar na oplevering. Inventaris en apparatuur De afschrijving vindt met ingang van 1.1.2003 plaats op grond van de volgende systematiek: - inventaris e.d. met een aanschafwaarde beneden € 5000 per stuk wordt volledig afgeschreven in het jaar van aanschaffing; - inventaris e.d. met een aanschafwaarde boven € 5000 per stuk (of bij gelijktijdige aanschaf van meerdere PC’s waarbij het factuurbedrag hoger is dan € 5000) wordt afgeschreven over een verwachte economische levensduur met een maximum van 10 jaren. De afschrijving vindt plaats in maandelijkse termijnen ingaande in de maand volgende op die van de aanschaf.
Begroting 2015
44