t rans fe r
1
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
RUG wil pionieren in China interview
Sibrand Poppema: “We kunnen niet om een branch campus heen” nieuwe nuffic neso
Turkije heeft enorm aantal potentiële studenten
niche in ethiopië
Eerste hulp bij onstuimige groei hoger onderwijs
oktober 2015
2
inhoud
Offshore
Op de fiets naar je faculteit
de dingen die de Mexicaanse
kunnen gaan. Dat is een van Rita Orozco bijzonder vindt
aan het studeren in Nederland,
18
zo vertelt zij in dit nummer van Transfer. Orozco is een van de
annelieke zandvliet
[email protected]
studenten die eind augustus
op Schiphol een beurs van het
Holland Scholarship ontvingen uit handen van minister
Bussemaker – een concreet
uitvloeisel van de visiebrief vorig jaar zomer.
over internationalisering van
In die brief stond ook het voornemen om transnationaal
of ‘offshore’-onderwijs mogelijk te maken. Bussemaker wil
Wereldwijd ontwerpen aan de HvA Grote bedrijven opereren op verschillende plekken in de wereld en passen hun producten aan lokale
omstandigheden aan. In het MediaLAB bereidt de HvA design-studenten op die werkelijkheid voor.
de regelgeving aanpassen, zodat Nederlandse instellingen
opleidingen in het buitenland kunnen verzorgen. Studenten als Rita Orozco hoeven zo in de toekomst helemaal niet
meer hierheen te komen om een Nederlands diploma te bemachtigen.
Hoewel de nieuwe regels nog lang niet klaar zijn, maakt
de Rijksuniversiteit Groningen al plannen voor een branch campus in China. Het is een noodzakelijke stap ‘om niet
achteruit te gaan boeren’, zegt collegevoorzitter Sibrand
22
Poppema. Zelf blijkt hij overigens ook verrast door de vaart waarmee zijn universiteit buitengaats lijkt te gaan. Het is de bedoeling dat de eerste opleidingen in Yantai in 2017
beginnen. Tenminste, als de RUG op 19 oktober besluit de
plannen door te zetten – iets waar het laatste woord nog niet over is gezegd.
Internationalisering maakt slimmer, creatiever en
ondernemender, concludeerde Bussemaker in haar
visiebrief. In hoeverre het op de arbeidsmarkt een pre is als je in het buitenland gestudeerd hebt, onderzoekt Transfer
in de nieuwe serie In business. Het is geen must, vindt de HRM-baas van Air France-KLM. Maar áls hij kan kiezen
tussen iemand mét en iemand zonder ‘offshore’ ervaring,
Neso moet jonge Turkse bevolking bedienen De Neso-stam is een nieuwe loot rijker: deze maand
opent Nuffic Neso Turkije zijn deuren. Met het nieuwe kantoor kan Nederland zijn hart ophalen in een land
waar bijna de helft van de bevolking jonger is dan 24 jaar.
dan neemt hij waarschijnlijk eerstgenoemde aan.
rubrieken
6 — studentenpanel Wat valt op aan studeren in Nederland? 21 — in business HR-baas Air FranceKLM 27 — opinie Margreet de Lange (UU) over het werkprogramma internationalisering 30 — sorry? pardon! ‘Kirgizië is grauw en corrupt’ 31 — on the move Nieuwe functies, benoemingen en prijzen.
Transfer, een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek, is een uitgave van EP-Nuffic en verschijnt zes keer per jaar. Redactie — Annelieke Zandvliet, Els Heuts en Dorien Vrieling Aan dit nummer werkten mee — Ralph Aarnout, Elleke Bal, Martine Postma, Erik van Rein en Ralph Rozema Redactieraad — Ries Agterberg (DUB), Tim Buiting (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Zuyd Hogeschool), Roos Hogenkamp (Tilburg University), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam) en Erwin Ploeger (Unesco-IHE). Vormgeving en lay-out — Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk — Drukkerij Verloop, Alblasserdam Abonnementen — aanmelden (gratis), opzeggen of wijzigen via www.nuffic.nl/transfer. Overname artikelen — het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie. Contact met de redactie — via
[email protected] of www.nuffic.nl/transfer. Transfer 2, jaargang 23, verschijnt op 26 november 2015. Illustratie omslag: Marco Jeurissen
3
focus
International branch campuses De Rijksuniversiteit Groningen wil een vestiging beginnen in China. Noodzakelijk, meent de universiteit. Riskant, vinden critici. In deze Transfer alles over international branch campuses.
10
16
14
“Willen we niet in een neerwaartse spiraal terechtkomen,
Reacties op de Groningse
Wat is er op het gebied
Sibrand Poppema over de plannen voor een branch campus in
collega-universiteit, een
campuses eigenlijk allemaal
dan móeten we hiermee aan de slag.” RUG-collegevoorzitter China.
plannen. Een expert, een
lector internationalisering,
een ervaringsdeskundige en de VSNU aan het woord.
van international branch
mogelijk in Nederland? En
wat nog niet? Zeven vragen en antwoorden.
24
28
De donkere kant van een jaar in Nederland
Gezocht: managers voor het onderwijs in Ethiopië
Heimwee, studiedruk of zelfs een depressie. Studenten
Ethiopië stampt de ene na de andere universiteit uit de
het niet altijd makkelijk. Instellingen bieden steun.
of Management de Ethiopiërs managers voor al die
die met een NFP-beurs naar Nederland komen, hebben
grond. In een NICHE-project hielp de Maastricht School instellingen op te leiden.
4
kort
Foto: Yuki Kho
beurstransactie
Nog maar net op Nederlandse bodem ontvingen de eerste buitenlandse studenten een Holland Scholarshipcertificaat uit handen van minister Bussemaker. In totaal reikte zij veertig beurzen uit, ook aan Nederlandse studenten die naar het buitenland gaan.
Studenten kennen verkeersregels dankzij medezeggenschap Buitenlandse studenten die betrokken zijn bij de medezeggenschap aan hun instelling en daar ook hun belangen vertegenwoordigd zien. Dat is het ideaal van het ISO en een van de doelstellingen van Make it in the Netherlands. Om samen na te denken hoe dit kan worden bereikt, organiseert het ISO met de LSVb en EP-Nuffic op 15 oktober een ‘medezeggenschapsdag’. Een goed voorbeeld is Wageningen, zegt ISO-voorzitter Linde de Nie. “Van de twaalf leden in de student council komen er drie uit het buitenland: twee Chinezen en een Duitser. Inmiddels is er ook een partij voor internationale studenten.” De Nie heeft ook een concreet voorbeeld van wat dit kan opleveren. De Wageningse sectie van het
oktober 2015 | transfer
Erasmus Student Network had een lijstje met knelpunten waar buitenlandse studenten tegen aanlopen. De internationale afvaardiging in de student council probeert die te verminderen door veranderingen in het beleid voor te stellen. “Veel internationale studenten hebben moeite met de Nederlandse verkeersregels. Nu geeft de universiteit daar informatie over, in het Engels.” De Engelse taal is eigenlijk een voorwaarde om buitenlandse studenten bij medezeggenschap te betrekken. Maar de Nie wil niet zeggen dat vergaderingen dus overal in het Engels moeten. “Het is de vraag of iedereen dat moet willen. Wij zijn nog standpuntvormend.” (AZ)
5
Marokko-instituut gesloten, en toch weer open Op 1 juli sloot het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR) zijn deuren. Kort voor de sluiting werd echter bekend dat het instituut weer open kan, omdat de ministeries van Onderwijs en Buitenlandse Zaken samen 2,5 miljoen euro beschikbaar stellen voor de komende vier jaar. De Universiteit Leiden is voortaan verantwoordelijk voor het onderzoek en onderwijs bij het NIMAR. De sluiting was een gevolg van bezuinigingen die minister Bussemaker in 2013 aankondigde. Die zelfde minister blijkt inmiddels toch bereid om nog 1,8 miljoen voor het NIMAR uit te trekken. “Met de kennis die het NIMAR in huis heeft over de Arabische taal en cultuur kan het instituut een belangrijke rol spelen bij maatschappelijke vraagstukken, waaronder integratie”, aldus Bussemaker bij BNR. Het plan voor een doorstart van het NIMAR, dat eerder onder de Radboud Universiteit viel, kwam van de Universiteit Leiden. Een adviesraad onder leiding van burgemeester Aboutaleb van Rotterdam, zal het instituut bijstaan. Na vier jaar volgt een evaluatie. Ook de instituten in Ankara (NIHA) en Istanbul (NIT) werden door de bezuinigingen getroffen. Het NIHA bestaat niet meer sinds januari. Het NIT zet zijn activiteiten vanuit andere financieringsbronnen voort. Het Nederlands Instituut voor Academische Studies in Damascus ging al eerder dicht. (AZ)
181
Zoveel studenten zijn in september met hulp van Stichting voor vluchtelingstudenten UAF begonnen aan een Nederlandse hogeschool of universiteit. Onder hen veel Iraniërs, maar er komen ook steeds meer Syriërs bij.
Buitenlandse studenten: meer vrouwen dan mannen
HO
HO
1998-99
54%
2008-09
46% C F
55%
45% C F
De man-vrouwverhouding onder buitenlandse studenten in het bekostigde hoger onderwijs is de afgelopen jaren veranderd.
bron: ep-nuffic, internationalisering in beeld 2015
oktober 2015 | transfer
kort
te np
an
el
nieuw
en
stud
6
‘Je kunt hier gekke plannen realiseren’ Hoe vinden buitenlandse studenten het om in Nederland te studeren? In elke Transfer gaan drie studenten in op één aspect daarvan. Deze keer: wat valt op aan Nederland?
nadine holldorf (22)
bachelor environmental science and sustainable energies and technologies
rita orozco (31)
master creative industries radboud universiteit nijmegen
zhu yourong (22)
master food technology wageningen universiteit
Foto’s (vlnr): Robert van den Berge/De Beeldredaktie; Piroschka van de Wouw; Guy Ackermans
avans hogeschool
“Na een jaar in Londen wilde ik de rest
“Na mijn bachelor industrial design heb ik
“Samen met mijn vriendin ben ik naar
van mijn studie ook in het Engels volgen.
jaren gewerkt als marketeer. Toen ik besloot
Wageningen gekomen. We hebben allebei een
Omdat ik een specifieke combinatie van
alsnog een master te gaan doen was
beurs van het Holland Scholarship. Geweldig,
biologie en technologie wilde studeren,
Nederland een logische keuze; mijn vriend
want we waren al twee jaar van plan om hier
koos ik voor de opleiding in Breda.
promoveerde hier al.
te komen studeren.
De mensen zijn hier wat losser dan in
Bovendien staat dit land open voor creati-
Ik woon in een studentencomplex. In China
Duitsland, minder pünktlich. Het duurt bij
viteit. Wat ik mooi vind, is dat Nederlanders
is heel veel hoogbouw, maar hier kan ik ver
organisaties langer voordat je iets geregeld
hun ideeën ook uitvoeren. Ik zie hier soms
uit het raam kijken. De omgeving is erg mooi.
hebt. Wel werken overheidsorganisaties
bizarre dingen – een 3D-geprinte brug, bij-
Mijn vriendin en ik werden laatst uitge
hier meer via internet, dat is handig. En pin-
voorbeeld. Dat inspireert me: je kunt hier
nodigd bij een echtpaar. Ze hadden een grote
nen is hier heel gewoon, zelfs op de markt!
heel gekke plannen realiseren.
tuin, met veel groen en bloemen. Dat ben ik
Duitsers betalen liever contant.
Het eerste wat me hier opviel, was de rust
niet gewend.
Het valt me op dat Nederlanders veel bui-
en de veiligheid. Het voelt als een luxe
Van tevoren maakte ik me zorgen over racisme,
ten zitten, met een drankje op het terras.
dat ik hier naar de faculteit kan fietsen.
maar gelukkig was iedereen die ik heb ont-
In Duitsland is dat niet zo gebruikelijk, daar
In Mexico City is fietsen zelfmoord. Je wordt
moet heel vriendelijk en behulpzaam. Als ik in
vindt het sociale leven meer binnen plaats.
zo door een auto geraakt. De mensen zijn
de supermarkt niet weet wat er in een product
Het is haast alsof ik in Spanje ben, heel
hier ook erg straight. Zo ben ik zelf ook.
zit, omdat ik geen Nederlands kan lezen,
gemoedelijk. Alleen doen jullie het zelfs bij
Doen jullie zaken, dan doen jullie zaken,
word ik geduldig geholpen. Volgens mij staat
slecht weer.”
vieren jullie feest, dan vieren jullie feest.”
Nederland open voor buitenlanders. ” (DV)
oktober 2015 | transfer
7
Illustratie: preview van Internationalisering in Beeld online
Populariteit van periode in het buitenland bij hbo’ers weer op peil
Het percentage hbo-studenten dat een deel van de opleiding in het buitenland heeft gevolgd, is weer op het oude niveau. Aan de universiteiten zijn er wel steeds minder studenten met internationale studie-ervaring. Dat blijkt uit de onlangs verschenen publicatie Internationalisering in Beeld 2015 van EP-Nuffic. De laatste cijfers over deze ‘studiepuntmobiliteit’ dateren uit het studiejaar 2012–2013. Van de hbo’ers die dat jaar hun diploma haalden, gaf 22,3 procent aan een deel van de studie over de grens te hebben gedaan. Bij de cohort 2008–
2009 was dat percentage teruggelopen tot 19,9, net onder de norm van 20 procent die de meeste Europese landen in 2020 bereikt willen hebben. De stijging brengt de studiepunt mobiliteit op hogescholen op het niveau van voor de daling én op gelijke hoogte met die op universiteiten. Daar gaf ook 22,3 procent van de afstudeerders in 2011–2012 – recentere cijfers zijn niet beschikbaar – aan een studieonderdeel in het buitenland te hebben gevolgd. Hiermee is er sprake van een doorzettende daling. Internationalisering in Beeld maakt overigens een voorbehoud
over de vergelijkbaarheid van de cijfers, omdat de onderzoeken onder hbo- en wo-studenten verschillen. Het totale percentage afgestudeerden dat tijdens de studie in het buitenland was lijkt zich in elk geval te stabiliseren. En zij gingen vaker voor een stage de grens over dan voor studie. De belangstelling voor een volledige bachelor of master in het buitenland, ‘diplomamobiliteit’, blijft toenemen. In 2011–2012 stonden een kleine 23.000 Nederlandse studenten ingeschreven bij een instelling elders op de wereld, 3,3 procent van de totale studentenpopulatie in Nederland. In vrijwel alle bestemmingslanden was sprake van een stijging, maar de groei was het sterkst in Vlaanderen. Qua diplomamobiliteit zit Nederland nog steeds ver onder het Europese gemiddelde van 4,5 procent. De verwachting is wel dat steeds meer Nederlandse studenten hun heil over de grens zullen gaan zoeken door de stijgende kosten van een studie in eigen land. (AZ) Vanaf half oktober presenteert EP-Nuffic de mobiliteitsstatistieken ook online, op nuffic.nl/en/ mobilitystatistics
“ V eel universiteiten richten zich nu op
dezelfde landen, zoals China, en zitten elkaar daar vervolgens in de weg. Terwijl de mogelijkheden in landen als Zuid-Afrika en Indonesië blijven liggen. Dat is zonde en dat kan anders.”
Minister Bussemaker bij de opening van het nieuwe collegejaar van de Universiteit Utrecht.
oktober 2015 | transfer
8
kort
Foto: Bart van Overbeeke
TU/e past werving in buitenland aan
Rector magnificus Frank Baaijens van de Technische Universiteit Eindhoven
De TU Eindhoven gaat bij het werven van buitenlandse studenten sterker sturen op kwaliteit dan kwantiteit. Maar de internationale werving komt zeker niet op een lager pitje te staan, aldus de universiteit. Volgens het Eindhovens Dagblad zou een gebrek
aan geld reden zijn voor de TU om niet langer actief buitenlandse studenten te werven. De krant citeerde rector magnificus Baaijens: “Dat doet me pijn. De hele regio schreeuwt om kenniswerkers uit de hele wereld. Wij als universiteit moeten daar een rol in spelen. Maar we kunnen het niet meer betalen.” Baaijens sprak in zijn rede bij de opening van het academisch jaar over de groei van het aantal studenten, in het bijzonder die uit het buitenland. Vorig jaar waren het er 467, nu verwelkomde de TU/e er een kwart meer. Naar schatting groeit de studentenpopulatie in een paar jaar van 10.000 naar 12.000. “Zonder extra investeringen kunnen we niet groeien zonder in te boeten op kwaliteit”, aldus Baaijens. En excellentie staat volgens de rector op de eerste plaats. De universiteit voelt zich nu gedwongen tot een selectief beleid. “Een verdubbeling van 600 naar 1.200 buitenlandse studenten kan en lukt niet op korte termijn. Een fasegewijze groei kan de universiteit echter wel aan.” (AZ)
NHL en Stenden worden samen uitgesproken internationaal De instelling die ontstaat door de fusie van NHL en Stenden krijgt een uitgesproken internationaal profiel. Die ambitie hebben beide hogescholen uitgesproken bij het bekendmaken van hun plannen. De fusie moet 1 september volgend jaar een feit zijn. Voor die tijd moeten de medezeggenschapsraden nog instemmen met de plannen. Ook is goedkeuring nodig van het ministerie van OCW. Stenden heeft vestigingen in Thailand, Qatar, Zuid-Afrika en op Bali. Collegevoorzitter Leendert Klaassen van Stenden verwacht internationaal te kunnen uitbreiden. “We zijn al in gesprek met een nieuwe universiteit in Thailand en ook in China willen we in het kader van onze
oktober 2015 | transfer
Grand Tour gaan uitbreiden”, aldus Klaassen op scienceguide.nl. “Bovendien denk ik dat je, als je echt een antwoord wilt geven op de global challenges, ook bijvoorbeeld in Latijns-Amerika zult moeten gaan kijken. Daar zijn nog geen concrete plannen toe, maar zoiets zie ik in de toekomst wel voor me.” Door hun fusie denken de hogescholen beter te kunnen inspelen op ontwikkelingen in het noorden van het land. Gezamenlijk willen NHL en Stenden focussen op de thema’s Vital Region, Smart Industry en Service Economy. Opleidingen die nu dubbel worden aangeboden, worden in elkaar geschoven. (RA)
9
Foto: Yuki Kho
Bussemaker: HO moet grenzen ‘verengelsing’ vaststellen
Minister Bussemaker
Strakke scheidslijnen wil ze niet trekken. Maar omdat minister Bussemaker zich zorgen maakt om de positie van het Nederlands binnen het hoger onderwijs, stelt ze in haar Strategische Agenda het spanningsveld tussen internationalisering en taalbehoud aan de orde. Betrokkenen moeten zich afvragen hoe ver verengelsing kan gaan, vindt ze. Begin juli verscheen de Strategische Agenda voor Hoger Onderwijs en Onderzoek getiteld ‘De waarde(n) van weten’, waarin minister Bussemaker de lijnen uitzet voor het komende decennium. Ze wil fors investeren in kleinschaliger en intensiever hoger onderwijs. Vaardigheden als creativiteit, empathie en ondernemerschap moeten meer aandacht krijgen. Internationalisering kan daarbij een belangrijke rol spelen, schrijft Bussemaker. “In de 21ste eeuw is
enda ag
internationalisering een onmisbaar onderdeel van de vorming van studenten.” Maar ook het waarborgen van de Nederlandse taalvaardigheid vindt Bussemaker van belang. Zij stelt daarom bezorgd vast dat door de toenemende internationalisering opleidingen steeds vaker in het Engels worden gegeven. Ook als dat niet vanzelfsprekend voortvloeit uit de aard van de studie of het profiel van de instelling. Het gebruik van het Engels mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs, benadrukt de minister. Zij verwacht meer transparantie van instellingen over hun taalbeleid. Dat mag niet alleen gericht zijn op het aantrekken van meer buitenlandse studenten; het moet dienstbaar zijn aan onderwijs- en kwaliteitsdoeleinden. Universiteiten en hogescholen, maar ook andere betrokkenen moeten stilstaan bij de vraag hoe ver ‘verengelsing’ kan gaan. In haar Strategische Agenda herhaalt de minister verder de doelstellingen die ze eerder in haar internationaliseringsbrief verwoordde. Bijvoorbeeld dat instellingen uitgaande mobiliteit moeten bevorderen. Onder meer met mobiliteitsvensters, goede informatievoorziening en het voortzetten en uitbreiden van financieringsbronnen, zoals het Holland Scholarship. Ook blijft Bussemaker inzetten op verbeterde werving en binding van buitenlandse studenten, onder meer via het door EP-Nuffic gecoördineerde actieplan Make it in the Netherlands. Het faciliteren van transnationaal onderwijs is eveneens een ambitie die Bussemaker opnieuw noemt. (RA, AZ)
datum
organisator
evenement
locatie
meer informatie
28 – 30 okt
IAU
Conferentie ‘Internationalisation of Higher Education: Moving beyond mobility’
Siena
www.etouches.com/ehome/ iau2015siena
29 okt
ACA
Seminar ‘Joint & double degree programmes as an international dimension in higher education’
Brussel
www.aca-secretariat.be
3 – 4 nov
The Class of 2020
The Class Conference
Amsterdam
http://classof2020.nl/ theclassconference
6 nov
Universiteit Maastricht en EP-Nuffic
Regiodag Make it in the Netherlands
Maastricht
www.nuffic.nl/nieuws/ ep-nuffic-news/6-novemberregiobijeenkomst-make-it-inthe-netherlands
19 en 20 nov
Flanders Knowledge Area en EP-Nuffic
Good Practices Workshop
Groningen
www.flandersknowledgearea. be/nl/good-practices-workshops/gpw-6-groningen-2015/ oktober 2015 | transfer
10
international branch campuses
groningse collegevoorzitter over vestiging in china
“We kunnen niet meer om een branch campus heen” De Rijksuniversiteit Groningen wil een branch campus in de Noord-Chinese kuststad Yantai beginnen. Het is een groots en ambitieus project. Critici vinden dat de Groningse universiteit overhaast te werk gaat, maar volgens collegevoorzitter Sibrand Poppema is het project noodzakelijk. “Zo voorkomen we dat we in een neerwaartse spiraal terechtkomen.” oktober 2015 | transfer
11
Eigenlijk is het een heel simpel verhaal, lacht hij. “We gaan een kopie van onze universiteit maken, maar dan kleiner. Alles wordt hetzelfde – tot in de details. Hier in Groningen hebben we dertigduizend studenten. In China over een paar jaar tienduizend. Als alles goed gaat.” Sibrand Poppema, collegevoorzitter van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), houdt van aanpakken. Begin februari dit jaar werd hij voor het eerst getipt: of hij wist dat hij misschien een branch campus kon openen in Yantai. Nog diezelfde maand reisde hij naar Noord-China om poolshoogte te nemen. Eind maart zette hij zijn handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst met de Chinese Agricultural University (CAU), de stad Yantai en de provincie Shandong. Sinds februari is Poppema vijf keer heen en weer gereisd naar China. Als het meezit, beginnen de eerste studenten in september 2016 met hun voorbereidend jaar voor de University of Groningen Yantai (UGY). Een jaar later kunnen de eerste Groningse bacheloren masterprogramma’s gaan draaien, tegelijk met de eerste onderzoeksprogramma’s.
Foto: Henk Veenstra
Niet achteruit boeren
Patholoog met veel bestuurservaring Sibrand Poppema (1949) studeerde geneeskunde in Groningen en volgde daar ook zijn specialisatie tot patholoog. Hij deed onderzoek aan onder meer Harvard Medical School en werkte acht jaar aan de University of Alberta in Canada. Voor hij in 2008 werd gekozen tot voorzitter van het college van bestuur van de RUG, was hij aan deze universiteit hoogleraar, decaan en bestuurder van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij heeft honorary professorships van drie Chinese universiteiten. (RA)
Toen bleek dat de CAU een partner zocht, ging hij snel tot actie over. Laconiek: “Ze hadden al verschillende instellingen en ministers op visite gehad, allemaal uit Engelstalige landen, zonder erbij stil te staan dat een Nederlandse universiteit ook volop Engelstalige programma’s kan hebben. Wij bleken volledig aan hun eisen te voldoen. En voor ons waren de mogelijkheden onverwacht groot. Er bleek in Yantai zelfs al een kant-en-klare campus te staan.”
‘Yantai’ is geen klein project, geeft Poppema toe. Aan zijn eigen universiteit klinken veel bezorgde geluiden. Internationale ranglijsten Is dit geen overhaast besluit? Zijn de financiële risico’s Toegang krijgen tot een enorme populatie getalenwel beheersbaar? Gaat Yantai de RUG niet uithollen? teerde studenten – uit China, maar ook uit de rest En hoe onafhankelijk ben je in China als universiteit? van Azië. Dat is wat Groningen wil. Shandong, de De collegevoorzitter blijft de rust en vastbeslotenheid zelve. Zo idioot ambitieus vindt hij het project provincie waarin Yantai ligt, heeft evenveel inwoners niet. ‘Noodzakelijk’ vindt hij een als Nederland en Duitsland samen geschiktere term. “Ons doel is om – en nog maar twee researchuni“Wij bleken volledig aan versiteiten, die ook van de beste niet achteruit te gaan boeren in de hun eisen te voldoen. studenten maar een fractie kunnen toekomst. Wil je als universiteit niet En voor ons waren de toelaten. in een neerwaartse spiraal terechtkomen, dan móet je volgens mij wel mogelijkheden onverwacht Anders dan de universiteiten met dit met soort plannen aan de groot.” van Leeds en Nottingham, die in slag.” het zuiden van het land branch Dat het Yantai werd en dat de campuses hebben, wil de RUG in plannen zó snel rond zouden China niet alleen onderwijs geven. komen, was ook voor de bestuurders van de RUG een Door daarnaast onderzoek te doen, wil de universiteit verrassing. Maar dát de Groningse universiteit een haar naamsbekendheid én wetenschappelijke output buitenlandse campus zou openen, zat al jaren in de vergroten en stijgen in internationale ranglijsten. Dat planning. Poppema: “We hadden al rondgekeken in moet het vervolgens weer gemakkelijker maken om Korea, waar onze vrienden uit Gent ook een vestiging getalenteerde studenten en staf te trekken, naar Yantai hebben. Maar de situatie daar leek ons niet gunstig. De én naar Groningen. studentenaantallen nemen er af en de concurrentie is “Maar ook bedrijven weten je sneller te vinden als je groot.” hoog in de Times-, de QS- en de Shanghai-ranking
oktober 2015 | transfer
12
Wat willen de Chinezen? China Agricultural University (CAU) uit Beijing liet in Yantai een campus bouwen. Maar toen de bouw was voltooid, verbood de Chinese regering universiteiten om buiten de eigen provincie campussen te openen. Op haar zoektocht naar een andere invulling voor de leegstaande gebouwen kwam CAU onder meer in Wageningen en Dublin terecht. Pas toen de RUG zich meldde, werden de plannen concreet. De Chinese overheid ziet graag dat zich in Yantai een buitenlandse universiteit vestigt, om een voorbeeld te stellen aan de eigen universiteiten en te voorzien in de vraag naar hoger onderwijs. De RUG is de negende buitenlandse instelling – en de eerste van continentaal Europa – die in China een branch campus opent. Naar verluidt wil de overheid het aantal buitenlandse campussen beperken tot tien. De RUG wil in Yantai uiteindelijk 10.000 studenten onderbrengen, en van meet af aan ook onderzoek doen. Gestart wordt met de bachelors Chemistry, Industrial Engineering & Management, Life Sciences & Technology, Economics & Business Economics en de masters Chemical Engineering en International Economics & Business. (RA)
staat”, merkt Poppema op. Omdat regeren vooruitzien is, benadert hij alvast bedrijven in de regio Yantai en internationale bedrijven die actief zijn in China. “Rond de universiteit van Eindhoven is heel wat economische bedrijvigheid, vinden wij Nederlanders. Maar vergelijk het eens met de economische zone van Yantai, waar we straks middenin zitten. Daar zijn de mogelijkheden écht enorm.” Een nieuwe campus openen “om niet achteruit te gaan boeren”, hoe zit dat? Voor Poppema is het zonneklaar. Vanaf 2020 gaan overal in Europa minder jongeren studeren, omdat het continent vergrijst. En terwijl binnen Europa de concurrentie om talent heviger wordt, voeren ook de Verenigde Staten hun internationale werving op.
25-procenteis Universiteiten die nu op hun handen blijven zitten, krijgen straks grote moeilijkheden, meent Poppema. “Groei hoef je niet na te streven. Meer studenten dan nu kunnen we hier in Groningen ook niet herbergen. Maar afnemende studentenaantallen betekenen minder inkomsten, en minder mogelijkheden om inkomsten te genereren. Voor je het weet, duikel je als universiteit omlaag.”
oktober 2015 | transfer
Een belangrijke hobbel in de aanloop naar de nevenvestiging in China was de eis dat studenten van een Nederlandse branch campus een kwart van hun studietijd in Nederland moeten doorbrengen. In de zomer van 2014 kondigde minister Bussemaker al aan dat ze die eis wilde schrappen. Poppema: “De Chinezen willen niet met ons in zee als we hun studenten verplichten naar Nederland te komen.” Enthousiast wijst hij op een brief op zijn bureau: de verzekering van minister Bussemaker aan de Chinese autoriteiten dat de 25-procenteis zal worden geschrapt. Op tijd, volgens Poppema. “Dit is voor ons een heel belangrijke brief. We zijn bijzonder content dat iedereen op het ministerie met ons meedenkt. Van de directeuren en de DG’s tot de minister zelf: ze willen allemaal graag dat onze campus er komt.” Anders dan het beeld dat Poppema schetst van het ministerie, was aan zijn eigen instelling niet iedereen direct gecharmeerd van de plannen in Yantai. Vooral niet van de haast waarmee ze worden uitgevoerd. In diverse faculteitsraden én de universiteitsraad klonk kritiek. Maar kort voor de zomer kregen Poppema en zijn medebestuurders instemming van de universiteitsraad om door te gaan met Yantai. Dat wil zeggen: van de negentien aanwezige raadsleden stemden vijf personeelsleden blanco, één voor en één tegen. De twaalf studentleden stemden vóór. Een grote angst van RUG-medewerkers is dat de Chinese campus de moederuniversiteit zal uithollen. Een begrijpelijke, maar onnodige zorg, denkt Poppema. “Als mensen horen dat we rekening houden met op termijn achthonderd stafleden in China, dan zien ze de universiteit hier al leeglopen.”
Academische vrijheid De werkelijke getallen nemen die zorg weg, meent hij: de eerste zes opleidingen in Yantai (zie kader) beginnen met honderd studenten per jaar, en zes of zeven stafleden per opleiding. Eenderde daarvan wordt in Groningen en bij andere Nederlandse universiteiten geworven; de rest komt uit China of elders uit de wereld. Per opleiding worden dus een à twee Groningers per cursusjaar ingezet. Na drie of vier jaar zullen er dan per opleiding zes of zeven Groningse stafleden in Yantai zitten. Poppema: “We willen graag ook heel ervaren mensen in Yantai. Mensen die in Groningen misschien al tegen hun pensioen aan zitten, en die we hier ook zouden moeten vervangen.” Ook angst voor een financiële ramp is volgens Poppema onterecht, aangezien de stad Yantai en
13
Foto: ANP / China FotoPress
de provincie Shandong alles op en aan de campus zullen betalen. Van de gebouwen tot de salarissen van docenten en onderzoekers. Al het geld dat in China wordt verdiend, vloeit terug naar de campus. Poppema: “We investeren niet, en we verdienen niet in Yantai, daar komt het op neer. Maar gezamenlijke promoties leveren ons wel geld op, net als de extra studenten die we kunnen aantrekken en samenwerking met bedrijven.” En de angst voor beperking van academische vrijheid? Is China niet een land waar mensenrechten met voeten worden getreden? Waar debat over universele rechten, vrije pers en democratie wordt gesmoord, en waar óók buitenlandse organisaties nauwlettend door de geheime politie in de gaten worden gehouden? Niet voor niets dreigde New York University onlangs haar campus in Shanghai te sluiten als een nieuwe wet op NGO’s in China ook voor universiteiten zou gaan gelden. “Ik weet het”, zegt Poppema. “De onafhankelijkheid leek onder druk te staan. Maar van die nieuwe wet op NGO’s worden buitenlandse joint universities en joint programmes uitgesloten. Inmiddels zijn de Amerikanen daar ook van overtuigd.” Poppema ziet in Groningen een universiteit voor zich die even groot blijft als nu, maar waar op termijn geen vijftien, zoals nu, maar dertig procent van alle
studenten en staf van buiten Nederland komt. En waar Engels de voertaal is. “Jazeker”, zegt hij. “De internationalisering zal een nieuwe fase ingaan.”
Heel gunstig Op 19 oktober besluit de RUG of de plannen in Yantai worden doorgezet. Het wachten is verder op goedkeuring van de onderwijsplannen door de Chinese autoriteiten. Van de RUG hebben ze duizend pagina’s met informatie over de op te zetten onderwijsprogramma’s ontvangen. Samen met de investeringsbelofte van de stad en de provincie moet dat genoeg zijn om hen te overtuigen, denkt de collegevoorzitter. “Het ministerie van onderwijs in China heeft gezegd dat het de aanvraag met ‘unprecedented speed’ zal afhandelen. En de onderminister die erover gaat, heeft zelfs al beurzen toegezegd voor internationale studenten op de campus. Dus laat ik het zo zeggen: de voortekenen zijn heel gunstig.”
ralph aarnout OCW wil niet officieel reageren op het beeld dat Poppema schetst. Wel bevestigt het ministerie het bestaan van een brief waarin de minister haar voornemen herhaalt.
Yantai
oktober 2015 | transfer
14
international branch campuses
vijf reacties op de plannen van de rug in yantai
‘De meeste branch camp Branch campus-expert: ‘Hoe minder risico, hoe minder invloed’ Is het niet te mooi om waar te zijn, dat de RUG geen enkel financieel risico zou lopen bij haar plannen voor een branch campus in het Chinese Yantai? Dat vroeg Transfer aan branch campus-expert Nigel Healy van Nottingham Trent University en Sichuan University. “Hoe groter de mate waarin de lokale partners de campus financieren, hoe beperkter de mogelijkheid van de ‘thuisuniversiteit’ om die te controleren”, antwoordt hij. Het komt vaak voor dat de campus wordt gebouwd en gerund door de lokale Illustratie: Marco Jeurissen
partner, weet Healy. Die zorgt dan voor zaken als studentenhuisvesting en bibliotheken, en neemt de meeste academische medewerkers en alle ondersteunende staf in dienst. “Dit minimaliseert het financiële risico voor de thuisuniversiteit – in dit geval de RUG. Maar het betekent ook dat die beperkte opera-
Over twee jaar een campus starten in China,
tionele controle heeft op de factoren die de kwaliteit van de studentenervaring bepalen.” (AZ, RA)
met hoogwaardige opleidingen en zonder financiële risico’s. Schetst RUG-collegevoorzitter Sibrand Poppema niet een te rooskleurig plaatje? Vijf reacties op de ambitieuze Groningse plannen.
Collega-universiteit: twijfels over kwaliteit Ook Wageningen UR werkt samen met de Chinese Agricultural University. Een branch campus in Yantai is daarbij echter nooit aan de orde geweest, zo meldt universiteitsblad Resource. Huub Loffler, directeur van Wageningen International, noemde daarvoor twee redenen. Ten eerste twijfelde het bestuur of de WUR de onderwijskwaliteit op een hoog peil zou kunnen krijgen op zo’n campus in China. Ten tweede past de campus niet in de strategie van de universiteit, waarin is gekozen voor afstandsonderwijs in plaats van fysieke aanwezigheid in opkomende kenniseconomieën. Desondanks geniet de WUR de voordelen van aanwezig zijn in China, via een kantoor in Beijing. (AZ)
oktober 2015 | transfer
15
puses zijn levensvatbaar’ Ervaringsdeskundige: VSNU: ‘Iemand moet de pionier zijn’ voorbereidingsjaar uitstekend idee De andere Nederlandse universiteiten volgen met
Ook de Universiteit Gent stuitte aanvankelijk op scepsis
belangstelling hoe het de RUG in China vergaat.
toen zij een campus wilde openen in Zuid-Korea, vertelt
Dat zegt Martin Paul, voorzitter van de Stuurgroep
vice-rector Freddy Mortier. “Ons werd gevraagd of we
Internationaal van universiteitenvereniging VSNU.
wel genoeg garanties hadden voor subsidies, en wat
Van jaloezie of frustratie over het feit dat de RUG zo
we zouden doen bij een economische crisis. Het is een
hard van stapel loopt, zegt hij niets te weten. “Het is
beetje ongewis. Maar de ervaring leert dat de meeste
een goede zaak dat het Nederlandse hoger onderwijs
branch campuses levensvatbaar zijn.”
vertegenwoordigd is in China. Als daar maar tien bui-
Ghent University Global Campus (GUGC) is nu bezig aan
tenlandse branch campuses kunnen komen, is het een
zijn tweede jaar. Problemen met de financiering heb-
behoorlijke prestatie dat er een Nederlandse instelling
ben zich niet voorgedaan, aldus Mortier. GUGC trekt de
bij zit.”
beoogde aantallen studenten, in totaal nu een kleine
“De RUG had nú de kans, het was ‘take it or leave it’”,
honderd. Hoewel er volgens de Gentse vice-rector geen
weet Paul. “Als je wacht tot de regels klaar zijn, is die
sprake is van teruglopende studentenaantallen, begrijpt
kans misschien weg. En dan kan blijken dat de regels niet
hij wel dat de RUG niet voor een campus in Korea koos.
reality proof zijn. Je komt er het beste achter of het een
“De concurrentie is er groot, vooral tussen buitenlandse
goed idee is of niet, door een soort pilot te starten. Die
instellingen. En Korea is niet zo groot als China.” Daar
moet goed worden begeleid en geëvalueerd. Zo kunnen
staat tegenover dat de Koreaanse campus niet alleen
we van elkaar leren.”
studenten uit Korea zelf trekt, maar ook uit Centraal-
Was dit niet een mooie gelegenheid om samen op
Azië en zelfs Afrika. “De grotere markt die we zo aansnij-
te trekken, een voornemen dat de universiteiten en
den, is een voordeel waaraan we niet hadden gedacht.”
hogescholen vorig jaar formuleerden in hun Visie inter-
De GUGC kampt met ‘de gebruikelijke problemen’,
nationaal? “Iemand moet de pionier zijn”, zegt Paul.
aldus Mortier: het is moeilijk om personeel te vinden
“Consensusvorming duurt lang. Wellicht biedt de campus
dat langere tijd in Korea wil blijven. Daarnaast vergt de
in Yantai in de toekomst ook ruimte voor activiteiten van
begeleiding van studenten meer energie dan verwacht.
andere Nederlandse universiteiten. Bij de gezamenlijke
Een voorbereidingssemester of –jaar, zoals de campus in
vertegenwoordiging in Saoedi-Arabië sloten ook steeds
Yantai krijgt, vindt hij dan ook een ‘uitstekend idee’. (AZ)
meer universiteiten zich aan.” (AZ)
Lector internationalisering: ‘RUG kan eisen stellen’ Er komt heel wat kijken bij een
de 75e plaats in de Shanghai-ranking.
Yantai een financiële molensteen
nieuwe vestiging, zegt Robert
Daardoor is ze een begeerlijke part-
wordt om de nek van de RUG.”
Coelen, lector internationalisering
ner en kan ze eisen stellen om de
Stenden had ooit zelf concrete
van Stenden Hogeschool. “Zelfs al
kwaliteit te waarborgen.”
plannen voor een vestiging in China.
is die in Zutphen.” Toch acht hij de
Coelen heeft geen zicht op de finan-
Een aardbeving gooide roet in het
plannen van de RUG in Yantai wel
ciële kant van ‘Yantai’, wel op die van
eten. De hogeschool, die nog een
haalbaar. Ook denkt hij dat het goed
branch campuses in het algemeen.
buitenlandse campus wil, heeft China
komt met de onderwijskwaliteit.
“Iedereen roept dat het geen vetpot
nog steeds op het verlanglijstje.
“Geen enkele Chinese universiteit
is. Dat klopt. Maar een schoon schip
Latijns-Amerika en Zuid-Europa overi-
hoort bij de beste tweehonderd ter
zeilen is een kwestie van strakke
gens ook. (AZ)
wereld. De RUG is pas gestegen naar
regie houden. Ik verwacht niet dat oktober 2015 | transfer
16
international branch campuses
vragen en antwoorden over buitenlandse nevenvestigingen
Een IBC opzetten is geen Een international branch campus (IBC) is een relatief nieuw fenomeen voor het Nederlandse hoger onderwijs. Wat is mogelijk, wat moet nog worden geregeld en gaat dat lukken? Zeven vragen en antwoorden.
Wordt de Rijksuniversiteit Groningen de eerste Nederlandse hogeronderwijsinstelling met een nevenvestiging in het buitenland? Nee, Stenden Hogeschool ging de Groningers al voor met branch campuses in Zuid-Afrika, Qatar, Thailand en op Bali. Stenden-studenten kunnen daar eenvoudig een deel van hun opleiding volgen. Inholland opende in 2000 een nevenvestiging in Suriname, maar droeg die in 2012 over aan een lokaal bestuur.
Mag dat zomaar, onderwijs volledig aanbieden in het buitenland? Sinds 2010 staat in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW): “Een instelling voor hoger onderwijs kan geaccrediteerde opleidingen in het buitenland verzorgen. Bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur kunnen in ieder geval regels worden gesteld met betrekking tot de aanwending van de rijksbijdrage in verband met deze opleidingen.”
Dat is inmiddels dus goed geregeld? Toch niet. De algemene maatregel van bestuur (AMvB) laat nog op zich wachten. Halbe Zijlstra, die van 2010 tot 2012 als staatssecretaris over het hoger onderwijs ging, vond dat universiteiten en hogescholen eerst de kwaliteit van hun onderwijs in Nederland op orde moesten hebben. Destijds was net aan het licht gekomen dat enkele opleidingen van Inholland onder de maat waren. Daarom schortte Zijlstra de AMvB op en werden de teugels aangehaald. Stenden mocht niet meer vooruitlopen op de verwachte regelgeving, maar moest voldoen
oktober 2015 | transfer
aan een gedragslijn uit 2007. Die schrijft voor dat studenten ‘een representatief deel’ van hun opleiding in Nederland moeten volgen om in aanmerking te komen voor een Nederlands diploma. In de praktijk is dat 60 studiepunten, oftewel 25 procent.
Denkt minister Bussemaker er anders over? Ook Bussemaker stelt voorop dat instellingen eerst hun zaken ‘thuis’ op orde moeten hebben. Toch schreef zij vorig jaar in haar visiebrief over internationalisering dat de tijd nu rijp is om de AMvB in te stellen. Zij wil deze mogelijkheid echter alleen bieden aan instellingen en opleidingen waarvan de kwaliteit boven iedere twijfel verheven is. “Het gaat immers om het visitekaartje van het Nederlandse onderwijs”, aldus de minister in haar visiebrief.
Wat moet er in zo’n AMvB staan? Bussemaker kondigde voorwaarden aan om de kwaliteit van het onderwijs te borgen. De waarde van het Nederlandse diploma dat in bijvoorbeeld Yantai zou kunnen worden verstrekt, mag niet ter discussie staan. Dat de Nederlandse academische normen en waarden daar gelden, wordt eveneens van belang geacht. Daarnaast wil de minister garanderen dat er geen publiek geld naar het buitenland vloeit. Publieke en private middelen moeten strikt worden gescheiden.
Wordt het lastig om aan die voorwaarde te voldoen? Er zal voorfinanciering nodig zijn, voordat de campus voldoende inkomsten genereert uit collegegelden. Ghent University Global Campus in Korea wordt
17
Foto: Eyevine / Hollandse Hoogte
n abc’tje
De University of Nottingham-Ningbo, de eerste gedeeltelijk buitenlandse universiteit in China met toestemming van de Chinese overheid.
verondersteld binnen een jaar of vijf break even te draaien, aldus vice-rector Freddy Mortier van de Universiteit Gent. Het streefaantal is daar een duizendtal studenten. In Engeland, waar het evenmin is toegestaan overheidsgeld in transnationaal onderwijs te steken, mag de University of Nottingham bijvoorbeeld wel publieke middelen gebruiken voor studenten- en stafmobiliteit tussen haar vestigingen. Volgens Robert Coelen van Stenden kan zijn hogeschool duidelijk aantonen dat er geen geld weglekt naar het buitenland. “Juist omgekeerd.” Het kan overigens ook heel anders: Duitse branch campuses zijn vaak medegefinancierd door de overheid. En in Denemarken trok een consortium van universiteiten samen met het ministerie van Onderwijs op om zich in China te vestigen.
Komt alles wel op tijd rond voor de RUG? Dat de AMvB tijdig klaar is, kan het minis-
terie van OCW niet garanderen. Het bevestigt wel dat minister Bussemaker haar intentie om de 25-procenteis te laten vervallen zwart op wit heeft gezet voor de RUG. Een betrokkene noemt de regelgeving over onderwijs in het buitenland “een ingewikkelde puzzel die nog lang niet is gelegd”. Maar alles wordt in het werk gesteld om de AMvB zo spoedig mogelijk te publiceren. Accreditatie door de NVAO zal ook wel een jaartje duren, zegt Freddy Mortier op basis van zijn Gentse ervaring in Korea. Daarnaast zou een aparte procedure nodig kunnen zijn om aan de Chinese voorwaarden te voldoen. Het scheelt dat volgend jaar nog slechts het voorbereidend jaar van start moet gaan in Yantai.
annelieke zandvliet
oktober 2015 | transfer
18
achtergrond
wereldwijd ontwerpen aan de hogeschool van amsterdam
‘MediaLAB geeft studenten extra kansen op arbeidsmarkt’ Internationale studenten van het MediaLAB van de Hogeschool van Amsterdam werken in opdracht van het bedrijfsleven en overheden aan multimediale ontwerpprojecten. Studenten in Amsterdam werken daarbij samen met teams in Japan, India en Spanje. “Met deze ervaring kunnen onze studenten overal in de wereld terecht.”
oktober 2015 | transfer
Foto’s: Ralph Rozema
19
“De Nederlandse studenten zijn goed in discussies, wereld en passen hun producten aan lokale omstandaar kunnen wij wat van leren”, zegt de Japanse digheden aan. Daar moeten hun medewerkers aan Miho. Achter haar computer is ze druk in de weer gewend zijn.” met een ontwerp. “Maar in Japan zijn we goed in Gootjes heeft een achtergrond in media entermultitasken. Die ervaring brengen wij in.” Het tainment & pop culture. Als coördinator van het MediaLAB van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) MediaLAB wil hij de samenhang tussen onderzoek, ziet er fris en modern uit: glazen wanden, metalen educatie en de creatieve industrie verder vormgeven, constructies in het plafond, verspreide tafels met maar dan wel internationaal. Van Hout, verantwoorcomputerschermen, groepjes studenten die met een delijk voor het programma en het ontwerpproces in videocamera aan de slag zijn. het MediaLAB, begeleidt de studenten als ontwerper. Design Across Cultures heet het HvA-programma Hij is gespecialiseerd in design for emotion, waarbij internationale studententeams in verschilontwerpen die emoties oproepen, een werkveld dat lende delen van de wereld samenwerken. Teams volop in ontwikkeling is. in Amsterdam werken samen met een team in de In een kamer met glazen wanden, in een hoek van het Zuid-Japanse stad Fukuoka, Bangalore in India of in MediaLAB, vertellen Gootjes en Van Hout over de Barcelona. samenwerking met Fukuoka, Bangalore en Barcelona. Ze houden zich bezig met multimediale ontwerp“Het internationale bedrijfsleven heeft veel aan de projecten waaraan een vraag uit vaardigheden die de studenten de industrie of overheid en een opdoen”, zegt Gootjes. “In ”Onze studenten leren hoe Shanghai werkt het anders dan hier, wetenschappelijke vraag ten grondze in een andere context slag liggen. Op de website van het dat willen we inzichtelijk maken.” kunnen werken, ook in een MediaLAB komen resultaten van Sensoren in een kantoortuin ander werelddeel” projecten langs: flitsende video’s, Een van de internationale teams bijvoorbeeld over toepassingen van in het Amsterdamse lab is druk Google Glass in de bouw, over het bezig met het project Designing Amsterdam Light Festival of 3D the future workspace. Het team bestaat uit vier fashion design. studenten: twee Nederlanders, een Chinees en Te beperkt een Japanse. Hun parallelle studententeam zit aan Het MediaLAB biedt een programma van twintig de Kyushu University in Fukuoka. De opdracht weken. De deelnemers studeren aan de HvA of een komt van Bell Labs, de onderzoekslaboratoria van andere hogeschool of universiteit en dat kan in de het Amerikaanse telefoonbedrijf Bell. Het project hele wereld zijn. In Amsterdam leren ze internatiomoet een app opleveren die werknemers inzichten naal en interdisciplinair werken. Elk team, dat uit verschaft in hun werkruimte. enkele studenten bestaat, schrijft een paper en maakt “We plaatsen in een kantoortuin sensoren die van een prototype van een product waar een opdrachtalles meten: de temperatuur, de luchtvochtigheid, gever uit de industrie om heeft gevraagd. Daarnaast maar ook waar op de werkvloer het meest wordt volgen de studenten workshops over bijvoorbeeld gepraat”, vertelt Michiel, een van de Nederlandse video, methodes voor samenwerking binnen teams, teamleden. De app moet antwoord geven op allerlei user experience design of user testing. vragen. “Zoals: waar kan ik op welke tijd het best Het internationale kwam er gaandeweg in. “We gaan zitten als ik ongestoord wil werken? En als ik merkten dat projecten met digitale media gericht een koele werkplek wil, waar in de kantoortuin moet waren op westerse gebieden. Dat vonden we te ik dan zijn?” Bell Labs ontwikkelde de methoden om beperkt. Onze studenten leren nu hoe ze in een de metingen op de werkvloer te doen. andere context kunnen werken, ook in een ander De app die de studenten ontwikkelen, moet die werelddeel”, zegt MediaLAB-coördinator Gijs metingen interpreteren en de resultaten op een Gootjes. Die ervaring geeft de studenten extra kansen visueel aantrekkelijke manier weergeven. In de future op de arbeidsmarkt. “Grote corporations werken op workspace bekijken werknemers op hun mobieltje die manier”, vult designer Marco van Hout aan. “Die op welke werkplek ze die dag het best kunnen gaan bedrijven opereren op verschillende plekken in de zitten. “Het klinkt futuristisch, maar zo’n opdracht
oktober 2015 | transfer
20
MediaLAB-studente Miho
van Bell Labs krijgen we niet voor niets”, zegt Van Hout. “Dit kan wel eens snel realiteit worden.” De app moet ook rekening houden met de omstandigheden en wensen in een bepaald land. Daar komen de verschillende teams over de wereld in beeld. Van Hout: “Het Japanse team werkt aan dezelfde opdracht, maar hun app zal anders zijn dan die in Amsterdam. In Japan zijn werknemers gemiddeld ouder, alleen daardoor al stellen ze andere eisen. Daar houdt het team in Japan rekening mee. Het team in Amsterdam legt meer nadruk op efficiency en productiviteit op de werkvloer. Maar het kijkt ook hoe mensen hun werk doen en wat ze zouden willen veranderen.” De discussie over wat de app zou moeten doen, wordt tijdens videoconferenties gevoerd. “Zo leren studenten hoe je in een andere cultuur te werk moet gaan. Ze ontwikkelen een bredere blik”, zegt Gootjes. De studenten leveren aan het eind van het programma een prototype voor de app af. “Maar het is niet ondenkbaar dat die in de praktijk uiteindelijk zal worden gebruikt.”
Ritme Elke ochtend begint met een korte teamvergadering. “We kijken even terug op de vorige dag en blikken vooruit naar de komende dag. En we bespreken de hindernissen waar we tegenaan lopen”, legt Michiel uit. Het project werkt volgens de principes van Scrum, een samenwerkingstechniek uit de software-wereld. Scrum werkt met zogeheten sprints: vooraf afgesproken tijdblokken waarin aan één onderdeel wordt gewerkt. Aan het eind van zo’n sprint ligt er een tussenresultaat. Gootjes: “Die tussenproducten kunnen we met
oktober 2015 | transfer
de opdrachtgever bespreken. Die werkwijze heeft veel voordelen. De opdrachtgever zal nooit verrast worden door een ongewenst eindproduct, omdat hij al zoveel tussenversies heeft gezien. En voor de teams is het ritme van sprints heel fijn.” Het is leuk om samen te werken, vinden de studenten, maar er zijn ook botsingen door de verschillende culturele achtergronden. Daar leert iedereen dan weer van. “Wij Nederlanders proberen veel uit, we onderzoeken door trial and error”, zegt Michiel. “Daar moet je bij de Japanners niet mee aankomen. Zij willen een vaste indeling, ze willen de hele dag gepland zien.” Miho, de Japanse, vindt het raar om maar aan één project te werken. “In Fukuoka deed ik meer projecten naast elkaar, dat is bij ons vanzelfsprekend.” Ze heeft ook dingen van de Nederlanders geleerd. “Ze zijn goed in debatteren, ze kunnen in groepen goed zeggen waar het op staat. Daar pikken wij dingen van op.” Zilong uit China ziet ook grote verschillen met de Nederlanders. “Zij zijn veel directer dan wij, onze cultuur is introverter.” De Aziaten verbazen zich over de Nederlandse werktijden. “Om vijf uur zijn de Nederlanders weg”, zegt Zilong. “Wij zijn gewend dan nog uren door te werken. We willen ook profiteren van de tijd dat we hier zijn.”
Goede start Miho zal na een halfjaar in Amsterdam terugkeren naar Japan om haar scriptie te schrijven en af te studeren. Ze denkt in Japan snel een baan te krijgen. Zilong is nu al voor zijn achtste jaar in het buitenland. Hij was in Parijs, Berlijn en heeft nog twee jaar studie in Fukuoka voor de boeg. Daarna gaat hij terug naar China om te werken. Het is een voorwaarde voor de beurs die hij heeft gekregen. Maar liever bleef hij nog wat langer in het buitenland. Coördinator Gootjes vindt dat het internationaal werken bij het MediaLAB veel toevoegt. Hij hoopt dat de internationale connecties verder kunnen uitgroeien tot een keten van designcentra verspreid over de wereld. “We hebben een goede start gemaakt met drie samenwerkingsverbanden. Dat smaakt naar meer. In die zin staan we eigenlijk nog aan het begin.”
ralph rozema
21
in business Mensen uit het bedrijfsleven over de waarde van buitenlandse studie-ervaring
wim kooijman air france klm
‘Internationale ervaring maakt mensen flexibeler’
Foto’s: Ralph Schmitz, Air France-KLM
Met buitenlandse studie-ervaring op je cv vind je sneller een baan. Hoe denkt het bedrijfsleven zelf over dat idee? Wim Kooijman, Executive Vice President HR & Industrial Relations bij Air France KLM, geeft antwoord. Er is één eigenschap waarop Wim Kooijman het liefst al tijdens zijn studie attent was gemaakt: zijn directheid. “Bij mijn eerste gesprekken met buitenlandse sollicitanten stelde ik soms vragen waarbij zij zich ongemakkelijk voelden. Dan informeerde ik bijvoorbeeld of iemand getrouwd was. Het was handig geweest als ik tijdens mijn studie al meer inzicht had verkregen in de manier waarop culturen zich tot elkaar verhouden.” Directheid is iets typisch Nederlands, weet hij intussen. Iets waardoor Nederlanders in de ogen van buitenlanders soms bot zijn. Een waardevol inzicht, vindt Kooijman. “Als je je van zulke dingen bewust bent, kun je ze veranderen.” Kooijman studeerde in Nederland:
personeel en arbeid, sociologie en bedrijfskunde. Tijdens zijn studie werkte hij al, en reisde regelmatig naar Duitsland en Engeland. Toch gelooft hij dat hij, als hij deels in het buitenland had gestudeerd, andere dingen zou hebben geleerd. “Ik zie het aan mijn kinderen van 21 en 25. Het Engels van mijn zoon is significant beter dan het mijne. Goed je talen spreken is ongelooflijk waardevol.” In de achttien jaar dat Kooijman bij KLM is, werkte hij in verschillende landen. “Leidinggeven is overal anders. Nederlanders zijn gewend aan kritische vragen, in Duitsland en Frankrijk speelt hiërarchie een veel grotere rol. Toen ik een tijd in Duitsland werkte, gaf ik op maandagochtend mijn autosleutels aan de secretaresse, zodat de auto kon worden schoongemaakt. In Nederland zegt een secretaresse: rij zelf even door de wasstraat.”
Kameleon
gewerkt, zegt Kooijman. “Zij maken gemakkelijker contact met buitenlandse collega’s. Iemand die veel internationale ervaring heeft, oordeelt minder snel over dingen die anders zijn dan hij gewend is en is dus flexibeler.” Heeft Kooijman de keus tussen een Nederlander die in Nederland heeft gestudeerd en een die in het buitenland is opgeleid, met gelijke competenties en ervaring, dan zal hij waarschijnlijk de laatste aannemen. Toch vindt hij buitenlandervaring geen absolute must. “Uiteindelijk is iemands instelling het belangrijkst.” Uit een onderzoek bij Air France KLM bleek dat nog een andere eigenschap mensen met buitenlandervaring onderscheidt van collega’s. “De x-factor blijkt te zitten in het vermogen om een kameleon te zijn. Hoe meer internationale ervaring, hoe groter het aanpassingsvermogen, en hoe succesvoller de samenwerking met mensen uit het buitenland.”
Veel medewerkers van Air France KLM hebben in verschillende landen
dorien vrieling oktober 2015 | transfer
22
achtergrond
nuffic neso moet turkse studenten naar nederland halen en samenwerking bevorderen
Foto: ANP / Pierre Crom
Jonge bevolking schreeuwt om hoger onderwijs
Turkije telt een enorm aantal potentiële studenten, de economie groeit en goed onderwijs staat hoog op de prioriteitenlijst van de overheid. Genoeg redenen voor Nederland om in Turkije een Nuffic Neso te beginnen. Op 8 en 9 oktober wordt het nieuwe kantoor – gevestigd in Istanbul, met een pied-à-terre in Ankara – officieel geopend. Jonge, moderne mensen domineren het straatbeeld in Istanbul. Niet vreemd in een land waar maar liefst 44 procent van de 80 miljoen inwoners jonger is dan 24 jaar. Door die bevolkingsopbouw is de vraag naar hoger onderwijs in Turkije enorm. Van de ongeveer 1,7 miljoen jongeren die jaarlijks het nationaal toelatingsexamen doen, stroomt minder dan de helft door naar de universiteit. Dit ondanks het feit dat het aantal publieke en private universiteiten in ruim tien jaar steeg van 76 naar 185. Economisch ging het Turkije het afgelopen decennium voor de wind. Daardoor is het voor steeds meer ouders mogelijk om hun kind in het buitenland te laten studeren. Die combinatie van factoren maakt Turkije tot een klassiek Neso-doelland. In een verken-
oktober 2015 | transfer
ning van nieuwe locaties voor zo’n buitenlands kantoor van EP-Nuffic – naast Zuid-Afrika, waar afgelopen maart een kantoor werd geopend – dan ook favoriet bij de Nederlandse hogeronderwijs instellingen. Een belangrijke taak van de nieuwe Neso kantoor de werving en binding van talentvolle Turkse studenten. “Turkije is een van de grootste markten van studenten die in het buitenland willen studeren”, zegt Han Dommers, hoofd van de afdeling Positionering bij EP-Nuffic. Uit een studie van EP-Nuffic uit 2013 blijkt dat Turkije, na China, India en Zuid-Korea, op nummer 4 staat als het gaat om verwachte uitstroom van studenten in de komende tien jaar.
23
Foto: Henriëtte Guest
Dichterbij dan de VS Volgens cijfers van Unesco studeren ongeveer 55.000 Turken in het buitenland. Maar de belangstelling voor een studie over de grens is vele malen groter, blijkt onder meer uit een onderzoek van de British Council uit 2013. Daarin Yavuz Yilmazoglu zei 95 procent van de bijna 5.000 ondervraagde Turkse studenten een studie in het buitenland te ambiëren; 96 procent dacht zo zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. “De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland vormen de belangrijkste bestemmingen”, vertelt Dommers. “Maar voor Turkse studenten zijn er in Nederland ook veel kansen. Het is dichterbij dan de VS; dat vinden ouders vaak prettig. Het is echter nog onvoldoende bekend dat Nederland in continentaal Europa de meeste Engelstalige studieprogramma’s heeft.” Jaarlijks volgen aan Nederlandse instellingen ongeveer 1.400 Turkse jongeren onderwijs, inclusief uitwisselingsstudenten. De Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool Rotterdam en de Haagse Hogeschool zijn het meest in trek. Sinds 2003 doet Turkije mee aan het Europese Erasmusprogramma.
Najaarsakkoord Het nieuwe Neso-kantoor is gevestigd in het pand van het Nederlandse consulaat-generaal in Istanbul. De keus is op deze stad gevallen omdat Istanbul de grootste studentenmarkt heeft, en omdat de logistieke verbinding met Nederland in Istanbul beter is dan in Ankara. Maar de twee medewerkers zullen ook een aantal weken per jaar werken vanuit de ambassade in Ankara, waar alle relevante overheids organisaties en een aantal van de beste Turkse universiteiten zetelen. “De officiële opening is daarom op 8 oktober in Ankara en op 9 oktober in Istanbul”, vertelt Yavuz Yilmazoglu. De Chief Representative Officer, die zestien jaar voor de British Council werkte om het Britse hoger onderwijs in zijn land te promoten, ziet veel kansen om het Nederlandse hoger onderwijs in Turkije op de kaart te zetten. “Het is een succesvol onderwijssysteem dat veel te bieden heeft aan internationale studenten. Pluspunt is ook de multiculturele samenleving. De Neso kan een belangrijke rol spelen in het uitdragen van die successen.” Nuffic Neso Turkije is een pilot van twee jaar die
wordt gefinancierd met geld uit het Najaarsakkoord. Daarbij werd op verzoek van D66 voor 2015 en 2016 twee keer een miljoen euro vrijgemaakt om het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland op de kaart te zetten. Het kantoor in Turkije is een van de vijf projecten die daaruit worden bekostigd. Per jaar is ongeveer 150.000 euro beschikbaar, waarvan twee fulltime krachten kunnen worden betaald. Yilmazoglu wordt bijgestaan door Tugˇçe Özyurt. Zij studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en werkte als International Relations Officer aan de Vrije Universiteit.
Bedrijfsleven Hoe het na die twee jaar verder zal gaan, is nog onduidelijk. Maar Han Dommers van EP-Nuffic schat in dat er ook op de langere termijn voldoende mogelijkheden zijn. “Er is veel draagvlak voor dit initiatief. Omdat we niet alleen komen om te werven, maar ook de Turks-Nederlandse onderwijssamenwerking met het bedrijfsleven waar mogelijk willen bevorderen.” Dommers benadrukt dat het middelbaar beroepsonderwijs daar eveneens bij zal worden betrokken. Net als Nederland hecht Turkije veel waarde aan de relatie tussen hoger onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Door zijn vorige functie heeft Yilmazoglu een groot netwerk. Hij wil de Nederlandse instellingen daar graag mee in contact brengen. Hij hoopt op veel bezoek vanuit Nederland en voorziet een gestage en vooral duurzame groei van het aantal Turkse studenten in Nederland en het aantal samenwerkingsverbanden. Het eerste recruitment event is eind november.
els heuts
NIHA gestopt, NIT afgeslankt De Nederlandse overheid financierde al eerder onderwijsinitiatieven in Turkije: het Nederlands Instituut in Turkije (NIT), dat sinds 1958 bestaat, en het Nederlands Instituut voor het Hoger Onderwijs Ankara (NIHA) dat in 2007 werd opgericht. Vorig jaar werd de subsidie gestaakt. Het NIHA, dat ook een Study in Holland-desk had, stopte zijn activiteiten per juni 2014. Het NIT, een onderzoeksinstituut dat zich richt op de studie van culturen en samenlevingen van Anatolië en Turkije, is in afgeslankte vorm verder gegaan. Onderzocht wordt of en in hoeverre het nieuwe Neso-kantoor kan samenwerken met het NIT. (EH)
oktober 2015 | transfer
24
achtergrond
Foto: Hollandse Hoogte / Plainpicture GmbH
hoe instellingen nfp-studenten steunen bij heimwee en erger
De donkere kanten van een jaar in Nederland Nu de dagen korter worden, krijgen buitenlandse studenten soms heimwee, soms ook zwaardere psychische klachten. Zeker voor studenten met een beurs van het Netherlands Fellowship Programme (NFP) kan een jaar in Nederland heftig zijn. Instellingen bieden vaak intensief steun aan deze groep.
oktober 2015 | transfer
25
Agatha (30) heeft er zin in als ze in 2013 naar te kijken is er niet als de studenten eenmaal in Nederland komt voor een masterstudie aan het Nederland zijn. Door het strikte karakter van het International Institute of Social Studies (ISS) in Den fellowship komen studenten pas het weekend voor Haag. De eerste maanden gaat alles prima. Maar met de studie begint naar Nederland. Dan volgt veelal het vallen van de bladeren verandert de gezondheid een introductieperiode waarin allerlei praktische van Agatha, die haar echte naam en die van haar zaken worden geregeld, van huisvesting tot het Oost-Afrikaanse vaderland liever niet noemt. “Zodra kennismaken met medestudenten en de Nederlandse ik de grijze luchten zag, voelde ik cultuur. Meteen daarna begint het me bang en wilde ik alleen nog maar studieprogramma, dat soms meer “Sommigen hebben nog in bed liggen”, zegt ze. “Op een dan de reguliere zestig studienooit een temperatuur gegeven moment was ik zelfs aan punten telt. onder de tien graden het bidden omdat ik niet wilde dat “We weten dat het heftig voor ze meegemaakt, dat doet wat is en proberen ze daarom zo goed er sneeuw viel.” met je” Studenten als Agatha, die met mogelijk op te vangen”, zegt Martin een beurs uit het Netherlands Blok, die als Welfare Officer het Fellowship Programme (NFP) naar aanspreekpunt is voor de studenten Nederland komen, vormen een aan het ISS. Het ISS verwelkomde bijzondere groep. “Het zijn vaak mid-career-mensen dit collegejaar ongeveer veertig NFP-studenten. die getrouwd zijn en kinderen hebben”, zegt Prisca Net als veel andere onderwijsinstellingen regelt Zwanikken, teamleider onderwijs aan het Koninklijk het ISS de huisvesting. “Veel studenten komen in Instituut voor de Tropen (KIT), dat dit jaar dertig hetzelfde pand te wonen. Daarmee willen we echt NFP-studenten uit ontwikkelingslanden in Afrika, een home away from home creëren.” Azië en Zuid-Amerika ontvangt. “Nu zitten ze Heimweepiek na de kerst opeens weer in de klas. Dat alleen al is een hele Bij relatief kleine instellingen als het ISS, het KIT, omschakeling. En dan moeten ze ook nog wennen en het UNESCO-IHE trekken de NFP-studenten aan het land, de cultuur en het weer. Daarnaast is er vanaf het begin met elkaar op. Bij Wageningen UR vaak prestatiedruk vanuit de familie.” gaat dat anders. Deze universiteit ontvangt jaarWereldwijzer lijks duizenden internationale studenten en heeft De studenten worden over het algemeen intensief geen speciaal introductieprogramma voor NFP’ers. begeleid, zo blijkt uit een rondgang langs verschilTijdens de introductieweek worden buitenlandse lende instellingen die NFP-studenten ontvangen. studenten met Nederlandse gemengd en volgen ze, Dat gebeurt zelfs al voordat ze ook maar een voet onder begeleiding van twee of drie buddies, hetzelfde op Hollandse bodem hebben gezet. Zo krijgen de programma. Dat is niet vanwege de capaciteitsgebrek, studenten die naar het wateropleidingscentrum maar een ‘strategische keuze van de universiteit’, UNESCO-IHE in Delft komen, desgevraagd de zegt Jeroen Ouburg, Policy Advisor International. contactgegevens van medestudenten uit hetzelfde “Studenten zijn voor ons gewoon studenten. Of land. Ook ontvangen alle studenten daar een prepaje nu uit Friesland of een Afrikaans land komt, je ration guide, vertelt Marlies Baburek, Fellowship and loopt opvallend vaak tegen dezelfde problemen aan.” Admission Officer. In de gids staat praktische inforStudenten uit hetzelfde land kunnen elkaar overimatie over het openen van een bankrekening en het gens wel vinden via communities op een website van afsluiten van een verzekering, maar ook een introWageningen UR. ductie in de Nederlandse cultuur. “We merken dat “We zien vaak een piek in het aantal mensen met we daarmee veel vragen wegnemen”, zegt Baburek, heimwee net na de kerst”, zegt Ellen Narinx, Senior die overigens vaststelt dat de studenten de laatste Officer Student Affairs and Career aan de Maastricht jaren wereldwijzer zijn geworden. “We krijgen steeds School of Management (MSM), waar ongeveer vijftig minder studenten die nooit eerder in het buitenland NFP-studenten studeren. “De feestdagen zijn net zijn geweest en door internet weten ze vaak al iets achter de rug, het weer kan grijs zijn. Studenten realimeer van Nederland.” seren zich dan dat het toch wel een druk en heftig jaar Dat is maar goed ook, want veel tijd om rond is.” Prisca Zwanikken van het KIT: “Vergeet niet dat
oktober 2015 | transfer
26
sommigen nog nooit een temperatuur onder de tien graden hebben meegemaakt, dat doet wat met je.” Door het kleinschalige karakter van de meeste onderwijsinstellingen met NFP-bursalen worden studenten waarmee het niet goed gaat, snel herkend. Vaak is praten met een begeleider voldoende om er weer bovenop te komen. Soms helpt dat niet en volgt een doorverwijziging naar een psycholoog. Hoe vaak dat gebeurt, verschilt per instelling. Zo zeggen Wageningen UR, het KIT en de MSM dat ze ‘zelden’ studenten met mentale klachten doorsturen; het UNESCO-IHE en het ISS regelen voor circa 10 procent van de studenten hulp van een psycholoog of een inpandige hulpverlener.
Zwaard van Damocles Niet alleen bij heimwee kloppen studenten aan, ook de prestatiedruk is soms een probleem. Voor veel NFP-studenten is studeren in Nederland een buitenkans. Ze hebben er lang en hard voor moeten werken. “Daarom denken ze vaak: ik mag me niet slecht voelen, want ik heb de kans gekregen om dit te doen”, zegt Social Cultural Officer Marielle van Erven van het UNESCO-IHE. Martin Blok van het ISS herkent dat. “Als studenten het uiteindelijk niet halen, worden ze door familie en vrienden gezien als loser. Dat zwaard van Damocles hangt altijd boven hun hoofd.” Ook andere zaken kunnen boven komen. “Als je bent vertrokken uit een vertrouwde omgeving, kom je er soms achter dat je iets niet goed hebt verwerkt. Het meemaken van een oorlogssituatie bijvoorbeeld of ouders die op jonge leeftijd zijn overleden”, aldus Van Erven. Studente Agatha belandt, na een periode waarin ze zich slap voelt, weinig studeert en amper sociale contacten heeft, bij een psycholoog. Die stelt vast dat ze een depressie heeft en raadt haar aan om in haar vaderland in therapie te gaan. Agatha vertelt de ware reden van haar thuiskomst echter niet aan
oktober 2015 | transfer
haar familie. “Mijn moeder dacht dat ik naar huis kwam voor veldwerk”, zegt ze. Mensen tegen wie ze wel eerlijk is, reageren vaak teleurgesteld. “Iedereen verwachtte dat ik de master ging halen en daarna zou gaan promoveren.”
Omgekeerde cultuurschok Wennen aan Nederland kan lastig zijn, maar voor veel studenten geldt ook dat ze na het afronden van de studie juist weer opnieuw moeten integreren in het thuisland. Zeker omdat het NFP voorschrijft dat ze na hun afstuderen slechts drie dagen in Nederland mogen blijven. Dingen die na een jaar in Nederland vanzelfsprekend zijn geworden, vallen dan opeens weer weg. “Neem de vrijheid van meningsuiting”, zegt Zwanikken (KIT). “In het begin leren studenten dat je hier alles tegen iedereen kunt zeggen en geloven ze dat niet. Dan komen ze erachter dat ze écht alles kunnen zeggen en krijgen we ook ongezouten kritiek. Een paar maanden daarna moeten ze weer terug naar een land waar ze plots niet meer alles kunnen zeggen.” Veel studenten zien daar tegenop, anderen realiseren het zich amper. Een aantal instellingen geeft daarom workshops of organiseert bijeenkomsten om studenten voor te bereiden op een omgekeerde cultuurschok. “Een jaar in een compleet andere cultuur is genoeg om als persoon te veranderen”, zegt Martin Blok (ISS). Prisca Zwanikken: “Soms komen tijdens zulke bijeenkomsten mooie dingen naar boven. Twee mannen zeiden dat ze hierna betere vaders zouden zijn, omdat ze hier genderonderwijs hadden gekregen over gelijkheid tussen man en vrouw. Dat vind ik mooi.” En studente Agatha? Die kwam na een therapie in haar thuisland als herboren terug naar Nederland om haar master af te ronden. “Gisteren dacht ik nog: is het weer veranderd of ben ik veranderd?”
erik van rein
27
opinie
‘Niet meer werkdruk door meer internationalisering’
Foto: Maartje ter Horst
Het werkprogramma internationalisering aan de Universiteit Utrecht leidde hier en daar tot kritiek. Waarom alle masters in het Engels? Wat kost dat allemaal en waar moeten docenten de tijd vandaan halen? Volgens Margreet de Lange verandert echt niet alles en is vooral een mentaliteitsverandering nodig. Als het om internationale profilering gaat, doen we het op een aantal vlakken niet goed genoeg bij de Universiteit Utrecht (UU). Zo hebben wij van alle Nederlandse universiteiten, op een na, de minste inkomende buitenlandse studenten en de minste uitgaande Nederlandse studenten. Is dat erg? Ja, als je je wilt profileren als internationale onderzoeksuniversiteit wel. Dan moet je de beste hoogleraren uit binnen- én buitenland kunnen aanstellen, en die moeten dan niet in een omgeving komen waar deelname aan discussies of medezeggenschap lastig wordt doordat alles in het Nederlands gaat. Aandacht voor internationalisering was er aan de UU natuurlijk al jaren, maar op allerlei verschillende plekken. Om al die initiatieven bij elkaar te brengen, hebben we het werkprogramma internationalise-
ring in het leven geroepen. Veel van de plannen die erin staan bestonden al, ze waren alleen minder zichtbaar. We willen nu een aantal zaken op centraal niveau regelen, zodat het niet allemaal dubbel gebeurt. Zo willen we een international service desk instellen. Faculteiten kunnen dan focussen op dingen die hun staf en studenten aangaan.
“Het is echt niet zo dat elke faculteit het wiel opnieuw moet uitvinden” Sommige medewerkers zijn bang dat door het werkprogramma de werkdruk omhoog gaat. Maar de faculteits besturen beseffen heel goed dat mensen het al druk hebben, en dat ze voor nieuwe taken extra tijd moeten krijgen. In de registratiesystemen waarin wordt bijgehouden waaraan elke docent zijn tijd besteedt – colleges en voorbereiding bijvoorbeeld – kan ook tijd worden ingeruimd voor internationalisering. Bijvoorbeeld voor het bijspijkeren van Engels, of voor een langere voorbereidingstijd voor een vak dat eerst in het Nederlands werd gegeven. Maar dat zijn tijdelijke investeringen, zowel in tijd als financieel. Wie zijn Engels eenmaal op orde heeft
en in die taal gaat doceren, houdt het vanzelf bij. We zeggen als universiteit niet: zo moet het. Elke faculteit en elke afdeling is anders. Bij de bètafaculteit is Engels als voertaal in de laboratoria al jaren vanzelfsprekend. Rechtsgeleerdheid, zeker Nederlands recht, is een minder internationaal vakgebied. Dat is prima. We gaan niet geforceerd alles in het Engels doen. Maar het is wél zinnig om er bij elk vakgebied goed over na te denken. Dat is de mentaliteitsverandering die nodig is. En het is echt niet zo dat elke faculteit het wiel opnieuw moet uitvinden. We stimuleren dat ervaringen zo veel mogelijk gedeeld gaan worden. Daarom organiseren we bijvoorbeeld internationaliseringscarrousels, intervisiebijeenkomsten over concrete onderwerpen waarmee de faculteiten zich bezighouden. Meer buitenlandse studenten, meer geld verdienen? Het is een misvatting dat het ons daarom zou gaan. Het gaat uiteindelijk allemaal om kwalitatief hoogstaand onderwijs en onderzoek. Internationalisering is een middel daartoe, geen doel op zich.
margreet de lange Margreet de Lange is programmamanager international affairs bij de Universiteit Utrecht
oktober 2015 | transfer
28
achtergrond
niche-project biedt uitkomst in ethiopië
Foto: Huub Mudde
Foto: ANP / AGE Fotostock
Eerste hulp bij onstuimige onderwijsgr
Het hoger onderwijs in Ethiopië groeit als kool. Daarom hebben universiteiten dringend behoefte aan ervaren leiders en managers. Een NICHE-project van de Maastricht School of Management ondersteunde de Ethiopiërs de afgelopen vijf jaar bij het opleiden van zulke mensen. Wat is het resultaat? Zo’n drie uur rijden ten noorden van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba ligt het rustige plattelandsstadje Debre Berhan. Een mooie plek voor een nieuwe universiteit, besloot de Ethiopische regering tien jaar geleden. In 2005 werd een stuk land aangewezen waar gebouwd mocht worden. Twee jaar laten werden de eerste zevenhonderd studenten ontvangen. Inmiddels studeren jaarlijks 14.000 studenten aan deze universiteit. Niet alleen in Debre Berhan werd een universiteit uit de grond gestampt. Rond dezelfde tijd verrezen maar liefst dertien nieuwe universiteiten in Ethiopië. Nu worden daar jaarlijks twee nieuwe aan toegevoegd. Over vijf jaar moet het land 44 universiteiten tellen. Ter vergelijking: in 2000 waren dat er nog slechts twee. Het is allemaal onderdeel van het plan om van
oktober 2015 | transfer
Ethiopië in 2025 een middeninkomensland te maken.
Zorgen “De overheid wil dit land optillen naar een ander niveau; overal wordt gebouwd”, zegt Huub Mudde, projectconsultant en lecturer aan de Maastricht School of Management (MSM). Hij werkte de afgelopen vijf jaar als projectmanager voor University leadership and management capacity development, een project binnen het NICHE-programma, gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. NICHE is bedoeld om het beroeps- en hoger onderwijs in partnerlanden te ondersteunen met Nederlandse kennis en expertise. Mudde bezocht Ethiopië in het kader van het project regelmatig. Hij zag zorgen over het lage niveau van onderwijs en onderzoek op verschillende universi-
roei
29
teiten. “Jongeren die net hun diploma op zak hebben, krijgen meteen een baan bij de universiteit”, vertelt hij. “En als je het dan een beetje goed doet, ben je op je dertigste zo hoofd van een afdeling.” Een van de urgentste problemen is momenteel het aantrekken en opleiden van goede managers en ander personeel. Daarom werd in het kader van het NICHE-project het Education Strategy Center ontwikkeld. Onder leiding van de MSM werden bij deze nieuwe Ethiopische organisatie de afgelopen vijf jaar zo’n achthonderd leiders en managers van de dertien nieuwe Ethiopische universiteiten getraind. Er werden meer dan dertig trainingen gegeven over onderwerpen als financieel management, leiderschapsvaardigheden, kwaliteitsmanagement en internationalisering. Daarnaast werden studiebezoeken aan Nederland, Spanje en China afgelegd en beleidsadviezen aan de regering gepresenteerd.
concrete targets worden opgesteld, dan gebeurt het. Niet altijd even democratisch, maar je kunt ervan op aan.”
Corruptie en nepotisme
Volgens Meinhard Gans van de MSM is het heel belangrijk dat Ethiopië nu een nationaal expertisecentrum heeft dat de trainingen voor nieuwe leiders zelf kan voortzetten, met behulp van materialen die de afgelopen jaren zijn geproduceerd. Gans is associate dean internationale projecten bij de MSM. Hij was als projectdirecteur bij het NICHE-project betrokken. Mudde en Gans zeggen weinig te hebben gemerkt van corruptie en nepotisme, zaken die aan Ethiopische universiteiten nog wel eens voorkomen. Zo beschreef het proefschrift van de Ethiopische onderzoeker Mulu Nega Kahsay, die in 2012 promoveerde aan de Universiteit Twente, allerlei misstanden op drie Ethiopische universiteiten. Universiteitspresidenten Veel meer expertise zouden in dure auto’s rijden en vriendjespolitiek “Het Education Strategy Center is een motor van bedrijven. “We weten dat die problemen bestaan”, capaciteitsontwikkeling geworden”, vertelt Mudde. zegt Gans. “Maar nu er meer aandacht is voor professioneel leiderschap, verwacht ik dat het de goede kant Het centrum, dat nu ongeveer veertig medewerkers op gaat.” telt maar binnenkort zal uitbreiden naar 120, fungeert De Maastrichtenaren zijn allebei enthousiast over volgens hem als een soort beleidsafdeling van het de vertrouwensband die de afgeministerie van onderwijs. lopen jaren is opgebouwd met het Ook Aklilu Hailemichael, directeur van het centrum, is tevreden “Jongeren die net hun Ethiopische hoger onderwijs. Ze diploma op zak hebben, over het resultaat van het project, hopen de samenwerking op dit vlak krijgen meteen een baan dat intussen afgelopen is. “Het te kunnen voortzetten. Daarvoor bij de universiteit” heeft ons veel opgeleverd”, zegt is vanuit NICHE geen geld meer Hailemichael. “Er is nu veel meer beschikbaar; de Nederlandse ambassade in Addis Abeba heeft in overleg expertise op het gebied van organisatiemanagement.” met EP-Nuffic besloten nu te Het NICHE-project, met een budget van ruim 2 focussen op andere zaken rond ontwikkelingssamenwerking. miljoen euro, kwam voort uit een jarenlange samenwerking tussen EP-Nuffic, het Nederlandse hoger Bemoedigend onderwijs en Ethiopische universiteiten. Al elf jaar “Jammer”, vindt Mudde. “Want er is veel behoefte geleden begon de Vrije Universiteit Amsterdam met aan ondersteuning op het gebied van leiderschap het ondersteunen van Ethiopische universiteiten. In en management. Er zijn nog grote verschillen 2010 nam de MSM het stokje over, om zich vooral te tussen instellingen.” Samen met de Ethiopische gaan richten op de dertien nieuwe publieke universiteiten die intussen waren opgericht. In de trainingen Hailemichael is de MSM daarom op zoek naar andere kwam toen extra aandacht voor de thema’s gender en mogelijke financiers. ondernemerschap. Hailemichael spreekt vanuit Ethiopië de hoop uit “We hebben bijvoorbeeld samen met Ethiopische dat hij met Nederland kan blijven samenwerken. managers in kaart gebracht hoe het komt dat zo Maar hij is ook blij met wat de afgelopen jaren al is weinig vrouwen in de organisatie werken, en wat we bereikt. Drie jaar geleden, zo vertelt hij, had nog maar daaraan kunnen doen”, zegt Mudde. Dat onderzoek 5 procent van het personeel aan de nieuwe universiteiten een PhD; intussen is dat 20 procent. “Onze heeft geleid tot beleidsadviezen aan de regering, die de leiders en managers worden steeds professioneler. Dat aanbevelingen heeft overgenomen. Zo is een Female is bemoedigend.” talent program ontstaan. Mudde heeft er vertrouwen in dat dat programma ook echt wordt uitgevoerd. elleke bal “Ethiopië is sterk overheidsgestuurd, dus als er
oktober 2015 | transfer
30
sorry? pardon! Studenten vertellen over leerzame uitglijders en misverstanden in het buitenland.
tip:
‘Pas in Kirgizië op voor de politie. Die is niet je vriend, zoals in Nederland.’
wie: Youp Salemink (23)
studie: Bachelor International
Business, HAN
buitenlandervaring: semester aan
American University of Central Asia, Kirgizië
‘Kirgizië is grauw en corrupt, maar ik voelde me vrij’
Portretfoto: Maartje ter Horst, foto Kirgizië: iStock
Youp Salemink studeerde een halfjaar in Kirgizië. Hij woonde er in een aftandse sovjetflat en leerde de politie te wantrouwen. Maar hij ontdekte ook hoe vrijheid écht voelt. Het reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken was klip en klaar: wie naar Kirgizië gaat, krijgt met corruptie te maken. Youp Salemink, student International Business aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), liet zich er niet door weerhouden. Maar toen zijn paspoort voor het eerst werd ingenomen door iemand met een politie-insigne, stond hij toch raar te kijken. “In Nederland is de politie je vriend. In Kirgizië moet je er bang voor zijn”, vat hij samen. Al met al was hij “misschien een paar tientjes” kwijt aan corrupte agenten. Maar onwezenlijk was het wel, om te merken dat officiële instanties niet te vertrouwen zijn. Ook voor Kirgiziërs zelf, trouwens. “Een Kirgizische
oktober 2015 | transfer
vriendin heeft eens staan lullen als Brugman, toen een agent een vriend en mij wilde tillen. Ze schaamde zich gewoon voor de corruptie in haar land.” Hij studeerde aan de American University of Central Asia in Bisjkek, waarmee de HAN een partnerschap heeft. Tussen de Kirgiziërs, Tadzjieken, Oezbeken, Russen en Amerikanen zat hij in de collegebanken en kreeg hij les van Indiërs, Fransen en Russen. Vervreemdend? “Nou, de bankjes waren klein”, oordeelt hij. “En sommige docenten wilden dat je opstond als zij binnenkwamen. Maar het niveau viel niet tegen.” Er waren nare voorvallen met de politie. Hij kreeg een verhitte Kirgiziër achter zich aan, omdat hij het als buiten-
lander waagde met een lokaal meisje te daten. Een “idioot grauwe winter lang” woonde hij in een oude sovjetflat, waar geregeld geen warm water was en de elektriciteit uitviel. Toch zal hij zich van de periode vooral een “gevoel van vrijheid” herinneren, denkt hij. Kirgiziërs nemen het niet nauw met afspraken en dienstregelingen bestaan er niet. Daardoor is het leven er ontspannen. Maar mooier nog vond hij dat zijn leven niet typisch studentikoos was. “In Kirgizië maakte ik al snel goede vrienden, met wie ik de bergen in ging. Lekker wandelen en barbecueën in de natuur. Die tochten zal ik nooit vergeten. Wat een vrijheid!”
ralph aarnout
on
the move 31
on the move
Illustratie: Marco Jeurissen
In deze nieuwe rubriek een overzicht van carrièremoves, benoemingen, uitwisselingen en prijswinnaars binnen de wereld van de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs.
nieuwe rector voor iss Halverwege augustus is
nederlander in nieuwe denktank eaie
renske van dijk volgt rien bor op Na een lange carrière in verschillende functies bij Wageningen UR nam Rien Bor (1950) in juni afscheid. Sinds 2000 was hij verantwoordelijk voor de buitenlandse studentenwerving en internationale samenwerking. In die periode was hij betrokken bij het opzetten van het Holland Education Consortium en oprichter van netwerk Dhenim. Renske van Dijk, die zich bij Wageningen UR al enige jaren met internationale studentenwerving bezighoudt, is Bor opgevolgd.
prof. dr. Inge Hutter aan haar
Dr. Eric Beerkens, senior beleids-
op uitwisseling naar australië
loopbaanswitch bij zuyd hogeschool
Strategic advisor internationalisation
Per 1 september is Sinnika
nieuwe baan begonnen bij het International Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. Zij is de opvolger van prof. dr. Leo de Haan, die na vijf jaar rector te zijn geweest in juni met pensioen ging. Hutter was sinds 2011 decaan van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij in 1988 afstudeerde in de Niet-Westerse Demografie en vervolgens cum laude promoveerde.
Alexandra Rosenbach is weer terug
bij Maastricht University. Begin juli ruilde zij voor drie maanden van baan met
Nicholas Haskins, manager van het
adviseur internationalisering bij de Universiteit Leiden, is een van de acht leden van de Knowledge Development Task Force die in september van start is gegaan. Deze internationale denktank analyseert en signaleert trends en toekomstige ontwikkelingen, stelt een kennisagenda op en adviseert de European Association for International Education (EAIE) over kennisvraagstukken.
Kroese teruggetreden als coördinator van het international office van Zuyd Hogeschool. Zij is daar nu werkzaam als docent en onderzoeker bij het lectoraat International Trade Management.
Worldwide Universities Network (WUN).
internationale prijs voor medewerker duo
in Sydney, maar deed ook een dag per
Herman de Leeuw, werkzaam bij de Dienst Uitvoering
op bij het international office van de
Onderwijs en secretaris van de Groningen Declaration, heeft de
de uitwisseling om voorbereidingen te
President’s Award van de European Association for International
dat volgend jaar in Maastricht plaats-
Education (EAIE) ontvangen. Vanwege zijn grote bijdrage aan
Rosenbach werkte op het WUN-kantoor week nieuwe vaardigheden en ideeën University of Sydney. Haskins gebruikte treffen voor het jaarlijkse WUN-congres vindt.
de ontwikkeling van de Digital Student Data Portability is deze prijs aan hem toegekend tijdens de jaarlijkse conferentie van de EAIE in september in Glasgow. oktober 2015 | transfer