Pionieren in passend onderwijs ervaringen van begeleiders in de scholen
Opdrachtgever: Ministerie van OCW Miriam Walraven, Pauline van Eck, Anne Luc van der Vegt en Sanne Weijers Utrecht, september 2014 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres:
[email protected]
Oberon - Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
3
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Opzet .............................................................................................................................................................. 4 Leeswijzer ....................................................................................................................................................... 5
2
Positieve veranderingen .......................................................................................................................... 6 2.1 Maatwerk ............................................................................................................................................... 6 2.2 Preventieve en oplossingsgerichte aanpak ............................................................................................ 8 2.3 Versnelling en minder bureaucratie....................................................................................................... 9 2.4 Ouders en leerlingen meer betrokken ................................................................................................. 10 2.5 Andere rollen ....................................................................................................................................... 11 2.6 Reflectie ............................................................................................................................................... 12
3
Aandachtspunten ................................................................................................................................... 15 3.1 Passend aanbod? ................................................................................................................................. 15 3.2 Competenties leraren .......................................................................................................................... 16 3.3 Financiële situatie ................................................................................................................................ 17 3.4 Taakbelasting ....................................................................................................................................... 18 3.5 Reflectie ............................................................................................................................................... 19
4
Tips en adviezen ..................................................................................................................................... 21
Bijlage 1: Verantwoording werkwijze ............................................................................................................. 22 Bijlage 2: Achtergrondinformatie pioniers...................................................................................................... 23
Oberon - Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
1
4
Inleiding
Op 1 augustus 2013 zijn drie regio’s van start gegaan met passend onderwijs: het primair onderwijs in ZuidKennemerland en het voortgezet onderwijs in Utrecht, Stichtse Vecht en Helmond-Peelland. Als pioniers hebben zij passend onderwijs een jaar eerder ingevoerd dan de rest van Nederland. De drie samenwerkingsverbanden hebben passend onderwijs elk op hun eigen manier vormgegeven. Vanaf de start zijn de ontwikkelingen van de pioniers gevolgd en in beeld gebracht op de pionierspagina van www.passendonderwijs.nl. In het eerste pioniersjaar is veel gebeurd op het niveau van het samenwerkingsverband. De vraag is of de invoering van passend onderwijs al merkbare veranderingen met zich heeft meegebracht in de dagelijkse onderwijspraktijk? De groep professionals in de scholen die als één van de eersten te maken heeft gehad met de invoering van passend onderwijs zijn de intern begeleiders, zorgcoördinatoren en ambulant begeleiders. Zij hebben de omslag meegemaakt in het denken over ondersteuningsbehoeften, het vormgeven van de basisondersteuning en de toewijzing van extra ondersteuning. Zij vormen als het ware de verbindende schakel tussen het samenwerkingsverband en de leerkrachten en docenten in de scholen. Om een eerste globaal beeld te schetsen van de ervaringen met passend onderwijs hebben we deze groep ‘begeleiders’ geïnterviewd. We hebben in semi-gestructureerde groepsinterviews de ervaringen geïnventariseerd van intern begeleiders, zorgcoördinatoren, orthopedagogen, ambulant begeleiders, onderwijsconsulenten en begeleiders passend onderwijs binnen de drie pionierende samenwerkingsverbanden1. We bedanken alle deelnemers aan de groepsgesprekken voor hun bereidheid om hun ervaringen te delen. Dankzij hun openhartige inbreng hebben we de eerste praktijkervaringen met passend onderwijs in beeld kunnen brengen. We hopen dat deze notitie inspiratie en informatie biedt voor startende samenwerkingsverbanden en andere betrokkenen bij passend onderwijs.
Opzet In het voorjaar van 2014 hebben we zes groepsgesprekken2 gevoerd met ruim 60 intern begeleiders, zorgcoördinatoren, orthopedagogen, ambulant begeleiders, onderwijsconsulenten en begeleiders passend onderwijs. Alle gesprekken verliepen volgens een vast format, maar hadden een open karakter. We zijn elk groepsgesprek gestart met een zogenaamde ‘brainwriting’: een snelle schriftelijke inventarisatie van ervaringen. Hierbij wordt telkens een persoonlijke ervaring doorgegeven aan een collega die een volgende ‘eerste reactie’ invult. De open vraag hierbij luidde:
Zijn er opvallende veranderingen in je werk door de invoering van passend onderwijs?
Nadat alle deelnemers hun schriftelijk input hadden gegeven en ook elkaars reacties hadden gelezen volgde een groepsdiscussie. Daarbij gingen we dieper in op de ervaringen aan de hand van de volgende vragen: Wat zijn positieve punten? Wat zijn aandachtspunten? Welke tips/adviezen hebben jullie voor collega’s in het land?
1
Voor de leesbaarheid vatten we deze groep samen met de term ‘begeleiders’.
2
In Bijlage 1 zijn de werkwijze en respondentgroepen beschreven.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
5
Leeswijzer De drie pionierende samenwerkingsverbanden hebben passend onderwijs elk op hun eigen wijze vormgegeven. Meer informatie daarover is te lezen op www.passendonderwijs.nl en in bijlage 2. Voor deze notitie zoomen we niet in op de verschillen tussen de samenwerkingsverbanden maar op de belangrijkste ervaringen van de begeleiders in de scholen. De notitie geeft in die zin een globaal beeld en pretendeert niet een compleet en uitputtend overzicht te geven. In het eerstvolgende hoofdstuk gaan we in op de positieve ervaringen die passend onderwijs met zich meebrengt volgens de begeleiders. We vatten daarbij de reacties uit de gesprekken kort samen en illustreren dit met citaten. Het hoofdstuk sluit af met een reflecterende samenvatting. Vanzelfsprekend gaat een grote veranderoperatie zoals de invoering van passend onderwijs ook gepaard met knelpunten. Daarover gaat het derde hoofdstuk. Wat zijn volgens de begeleiders nog aandachtspunten voor de komende tijd? Ook hier sluiten we af met een korte reflectie. In de gesprekken hebben we de begeleiders ook gevraagd naar tips en adviezen voor hun collega’s in de rest van het land. Deze adviezen uit en voor de praktijk vormen het laatste hoofdstuk.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
2
6
Positieve veranderingen
Een veelgehoorde opmerking in de gesprekken was “passend onderwijs is niet nieuw, dat deden we al”. Veel begeleiders zien de invoering van passend onderwijs als een logisch vervolg op de ontwikkelingen die de afgelopen jaren al zijn ingezet in hun regio. Een strikte markering tussen de periode vóór en na de invoering van passend onderwijs is er dus niet altijd. Toch zijn er in de gesprekken een aantal positieve veranderingen genoemd die volgens de begeleiders duidelijk in gang zijn gezet of versterkt door de formele invoering van passend onderwijs. Door de pioniersfase konden we structureel dingen gaan veranderen, bijvoorbeeld wat betreft de structuur en toewijzing van ondersteuning. Het sluit aan bij de goede dingen die we al deden. Zorgcoördinatoren, SterkVO
Onderstaande figuur geeft een overzicht van de positieve veranderingen die in de groepsgesprekken zijn genoemd. In dit hoofdstuk worden ze verder toegelicht aan de hand van citaten. We sluiten het hoofdstuk af met een samenvattende reflectie.
Maatwerk
Andere rollen
Positieve veranderingen
Ouders en leerlingen meer betrokken
Preventieve en oplossingsgerichte aanpak
Versnelling en minder papierwerk
Figuur 1. Overzicht van de genoemde positieve veranderingen
2.1
Maatwerk
Begeleiders uit de drie samenwerkingsverbanden zijn het er over eens; passend onderwijs geeft scholen meer vrijheid in de besteding van middelen voor ondersteuning. Hierdoor ontstaan meer mogelijkheden om in te
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
7
spelen op de ondersteuningsbehoeften van leerlingen en kunnen scholen meer maatwerk bieden. Er ontstaan zo meer kansen voor leerlingen en meer leerlingen kunnen profiteren van extra ondersteuning. Begeleiders vinden dat leerlingen die voorheen naar het speciaal (basis)onderwijs zouden gaan, nu meer kansen krijgen om met extra ondersteuning in het regulier onderwijs te blijven. Ook kunnen leerlingen na een tijdelijk verblijf in het speciaal (basis)onderwijs makkelijker terugstromen naar het regulier onderwijs. Er worden arrangementen ontwikkeld om dit mogelijk te maken. Doordat het budget voor extra ondersteuning niet meer één op één gekoppeld is aan een leerling, zoals dat gold voor de oude lgf-middelen, kunnen we het geld ook inzetten voor ondersteuning van leerlingen die voorheen geen lgf-indicatie zouden krijgen. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
We kunnen nu meer maatwerk leveren. Scholen krijgen middelen om de ondersteuningsstructuur op te zetten. De scholen bepalen zelf welke leerlingen in aanmerking komen voor ondersteuning. Zorgcoördinator, SterkVO
Begeleiders vinden het positief dat er binnen de regio invulling op maat kan worden gegeven aan passend onderwijs. Er wordt meer nagedacht over de leerlingpopulatie en wat leerlingen nodig hebben. Door passend onderwijs ontstaat een andere manier van kijken naar leerlingen. Betrokkenen denken meer vanuit de ondersteuningsbehoefte: wat heeft een leerling nodig om te kunnen leren? Door te focussen op de hulpvraag in plaats van op de diagnose, is er volgens begeleiders minder ‘labeling’ van leerlingen. We merken dat etiketten worden losgelaten. Het vertrekpunt is nu: waar heeft een leerling moeite mee en wat heeft hij of zij nodig om te kunnen slagen? Dit is een positieve ontwikkeling. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Door het werken met het ontwikkelingsperspectief wordt er veel meer integraal ondersteuning geboden. Voorheen was het vaak zo dat er wel een handelingsplan was, maar dat de extra ondersteuning die werd ingezet los stond van dit handelingsplan. Nu sluit de ondersteuning die wordt ingezet meer aan op de behoefte van de leerling. Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland
Sommige ouders waren opgelucht als hun kind naar het so of sbo ging omdat zij zich ongemakkelijk voelden naar andere ouders. Leerkrachten en intern begeleiders praten nu meer met ouders over dit onderwerp. De toekomst is dat de kinderen leren om met elkaar om te gaan. Intern begeleider, Zuid-Kennemerland
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
2.2
8
Preventieve en oplossingsgerichte aanpak
Veel begeleiders geven aan dat ze door passend onderwijs meer vrijheid ervaren in het zoeken naar oplossingen voor problemen. Ook is het eenvoudiger voor scholen om te investeren in preventie en lichtere vormen van ondersteuning. Begeleiders merken op dat passend onderwijs scholen uitdaagt om grenzen te verleggen en op zoek te gaan naar creatieve oplossingen. Naast nieuwe vormen van individuele begeleiding, worden arrangementen ontwikkeld waar meer leerlingen tegelijkertijd profijt van hebben. Er wordt daarbij steeds meer samengewerkt met andere (speciale) scholen en externe partners. We zien dat basisscholen kinderen met een lichamelijke beperking op school proberen te houden. Ze denken veel meer na over manieren waarop ze deze kinderen kunnen ondersteunen en vragen vervolgens geld aan om de nodige faciliteiten voor het kind te realiseren. Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland
We werken preventief. Wat kunnen we aan de voorkant aanpakken zodat later minder zorg nodig is? Dit is mogelijk doordat hulp niet meer verbonden is aan het budget van een specifieke leerling zoals voorheen. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
We kunnen nu een deel van het budget inzetten voor preventie en lichte vormen van ondersteuning. Dit is ook bedoeld voor groepjes leerlingen. We hebben ook een meer signalerende functie gekregen. We zijn meer betrokken en zichtbaar op de school en zijn beter bereikbaar voor docenten. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Door de inzet van een personal coach en thuisonderwijs is het gelukt om een zieke leerling thuis meer lessen te laten volgen. Zorgcoördinator, SterkVO In de gesprekken komt ook naar voren dat er meer wordt samengewerkt. Zowel met collega’s binnen de school, tussen scholen en met externe partijen. Deze samenwerking en afstemming is gericht op het vinden van oplossingen voor problemen die soms het niveau van de school overstijgen. Je loopt niet meer een standaard stappenplan af en je bent veel meer in dialoog met je collega’s. Intern begeleider, Zuid-Kennemerland
Vroeger kwamen er uit het zorgadviesteam vaak mooie ideeën die de school vervolgens zelf moest zien uit te voeren. Nu gebeurt het binnen een netwerk (o.a leerplicht, GGD, schoolmaatschappelijk werk). Ieder heeft wel zijn eigen taak en er is een duidelijke rolverdeling. Het gaat nu sneller, het is meer oplossingsgericht en er wordt eerder actie ondernomen. Begeleider passend onderwijs, SterkVO
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
2.3
9
Versnelling en minder bureaucratie
Sneller werken en kortere lijnen. Dat is volgens veel begeleiders een positieve verandering door de invoering van passend onderwijs. Het gaat dan vooral om een versnelling in het proces van toewijzing van extra ondersteuning. Maar ook de snelheid waarmee extra ondersteuning kan worden ingezet is toegenomen volgens de begeleiders. Ook wordt sneller handelen bij thuiszitters genoemd.
We hebben de jongeren meer in beeld. Ook ouders worden sneller en intensiever betrokken. We weten elkaar sneller te vinden. De winst van het afgelopen jaar is het snelle oppakken en doorpakken. Begeleider passend onderwijs, SterkVO
Door het triade-overleg (driehoeksoverleg tussen verwijzende school, het s(b)o en de ouders) kan veel sneller dan voorheen de juiste hulp worden ingeschakeld. Wanneer ouders, de verwijzende en ontvangende school het er over eens zijn, dan kan een overstap van een leerling soms binnen twee weken geregeld zijn. Hierdoor zijn kinderen veel sneller op de juiste plek. Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland
Thuiszitters zijn eerder in beeld en er wordt sneller actie ondernomen. Er zijn nu minder thuiszitters en kinderen die wel thuis zitten hebben een plan. De insteek is veranderd. Deze is niet meer gericht op ‘eerst beter worden voordat je naar school gaat’. De insteek is nu: ‘je komt elke dag naar school, al is het maar voor een paar uurtjes’. Leerlingen vinden dat prettig. Ze krijgen het gevoel dat ze worden gezien. Zorgcoördinator, SterkVO
Naast versnelling wordt ook een verminderde bureaucratie genoemd door veel begeleiders. Daarbij wijzen ze vooral op een verandering in benodigde dossiervorming. Ook zijn er minder handelingen nodig om tot een verwijzing te komen. Het dossier wat nu aangeleverd moet worden bij de Adviescommissie Toewijzingen is dunner dan voorheen. Er is warme overdracht van kinderen omdat we uitgenodigd worden bij de dossierbespreking. Zorgcoördinator Helmond-Peelland
Een bijkomend voordeel van het triade-overleg is dat er geen pakketten van dossiers meer aangeleverd hoeven worden. De bureaucratie is door deze manier van werken sterk afgenomen. Dat ervaren scholen ook zo. Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland
De meningen over vermindering van bureaucratie zijn overigens wel verdeeld. Niet iedereen denkt er zo over. Sommigen vinden dat de bureaucratie alleen een andere vorm heeft gekregen. Ook noemen begeleiders het ontwikkelingsperspectief (OPP) als extra administratieve belasting.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
10
Wij hebben de indruk dat de bureaucratie alleen maar is toegenomen. Er moeten veel meer formulieren worden ingevuld. Scholen zijn heel druk met het aanvragen van extra ondersteuning. Het is eigenlijk het oude systeem in een nieuw jasje. Bureaucratie krijgt nieuwe vormen. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Het OPP geeft een totaalbeeld en houvast maar was lastig in te vullen. Mentoren geven liever een samenvatting van het functioneren in de klas. Ze moeten nu op heel veel punten een sterkte/zwakte analyse invullen. Het kost veel tijd. Voor ouders is het invullen ook vaak moeilijk, vooral voor de laagopgeleide ouders. Dan moet het samen met de school worden ingevuld. Gelukkig is het OPP inmiddels vereenvoudigd. Zorgcoördinatoren, SterkVO Minder dossiervorming wordt niet alleen maar als positief ervaren. Begeleiders geven aan dat het soms ook nadelen heeft. Toen er nog via de Commissie van Indicatiestelling werd geïndiceerd moest er een dik dossier worden aangeleverd. Nu is de prikkel voor de school om alles op orde te hebben, omdat je een kind wilt gaan verwijzen, verdwenen. Het kan nu namelijk ‘gewoon’ met een TLV. Voor de ontvangende school is er soms te weinig informatie buiten de TLV beschikbaar. Intern begeleider, Zuid-Kennemerland
2.4
Ouders en leerlingen meer betrokken
Door de invoering van passend onderwijs zijn ouders en leerlingen meer in beeld volgens begeleiders. Ze worden meer meegenomen in het gehele proces van zorgaanvraag en het uiteindelijke advies voor een passend aanbod. Ouders worden steeds meer gezien als een belangrijke gesprekspartner. Ouders worden meer betrokken bij een zorgaanvraag. Vroeger legde je een dossier bij de adviescommissie voor toewijzing neer en wachtte je op een reactie. Nu worden we samen met de ouders uitgenodigd als het dossier wordt besproken. Zorgcoördinator, Helmond-Peelland
We vinden het belangrijk om met ouders te bespreken wat grenzen zijn van de ondersteuning die de school kan bieden. Als school moet je bij het aannemen van leerlingen goed voor ogen houden wat je wel en niet kunt bieden. Communiceer hier duidelijk over! Werk niet vanuit idealisme, maar wees reëel in wat je voor een leerling kunt betekenen. Zo voorkom je ongemakkelijke situaties of discussies met ouders.” Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland
Ook vinden begeleiders dat het werken met het ontwikkelingsperspectief (OPP) de betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind vergroot. Door anders naar leerlingen te kijken, wordt er ook bredere en meer verdiepende informatie over een leerling verzameld. Zo wordt de gezinscontext nu meer meegenomen en krijgt in het voortgezet onderwijs ook de inbreng van leerlingen meer aandacht.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
11
Aanvankelijk bestond er wat weerstand tegen het ontwikkelingsperspectief vanwege het arbeidsintensieve invulwerk. Maar de invoering ervan heeft echt voor een positieve verandering gezorgd. Het bespreken van de inhoud van het ontwikkelingsperspectief met leerlingen en ouders bevordert het eigenaarschap bij leerlingen en de ouderbetrokkenheid. Zorgcoördinator, SterkVO
Door het OPP betrek je de leerlingen veel gerichter bij hun ontwikkeling. Er wordt echt aan ze gevraagd wat ze zelf vinden. Zodra leerlingen doorhebben dat het niet om goed of fout gaat, vinden ze dat heel prettig. Leerlingen gaan beter nadenken over hun functioneren. Zorgcoördinator, SterkVO
2.5
Andere rollen
Eén van de positieve veranderingen die begeleiders benoemen heeft te maken met hun eigen rol binnen passend onderwijs. Begeleiders geven aan dat hun rol in de scholen meer zichtbaar is geworden. In de samenwerkingsverbanden zijn de positie en de rollen van zorgcoördinatoren, intern begeleiders en ambulant begeleiders veranderd. Soms zijn er nieuwe functies ontstaan.
De onderwijsconsulent is je sparring partner en heeft een brede blik over de scholen. De meesten hebben veel kennis en als ze iets niet weten gaan ze het voor je uitzoeken. Intern begeleider, Zuid-Kennemerland
Er zijn kortere lijnen tussen de scholen en het samenwerkingsverband. Onze rol in het samenwerkingsverband doet ertoe. Wij zoeken de verbindingen. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Wij werken nauw samen binnen een kernpartner-team met een duidelijke rolverdeling. De lijntjes zijn kort. Het is prettig dat er een beperkt aantal mensen bij betrokken zijn. Het gaat nu sneller, er wordt meer actie ondernomen. Zorgcoördinator, SterkVO
Begeleiders zien dat ze een belangrijke rol vervullen als schakel tussen het samenwerkingsverband en de werkvloer op de scholen. Ook benoemen begeleiders dat ze een meer coachende rol naar leerkrachten en docenten hebben gekregen. Daarnaast wordt meer met de schoolleiding overlegd hoe de ondersteuningsstructuur het best kan worden vormgegeven. Begeleiders geven aan dat de communicatielijnen nog wel moeten worden geïntensiveerd de komende tijd.
Ik kan in lijn met de school werken. Door het contact met de schooldirectie is deze zich meer bewust van wat er moet gebeuren. Samen bespreken we hoe we bepaalde zaken rond zorg moeten aanpakken. Begeleider passend onderwijs, SterkVO
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
12
Er is nu veel meer afstemming met de school over de inzet van onze uren. Samen met de zorgcoördinator van de school wordt bekeken hoe de beschikbare uren het beste kunnen worden ingezet. We worden ook steeds meer ingezet voor de coaching en begeleiding van docenten. We hebben daardoor een rol in het versterken van de basisondersteuning. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Iedere verandering kost tijd. Het is belangrijk om dit heel duidelijk vanaf het begin aan te geven. We hebben al veel geïnvesteerd in de communicatie. De lijn samenwerkingsverband-schoolleiders is heel sterk en die van samenwerkingsverband en zorgcoördinatoren ook. De verbinding met de school als geheel en schoolintern is nu aan de beurt. Begeleider passend onderwijs, SterkVO
2.6
Reflectie
“Passend onderwijs is niet nieuw, dat deden we al”. Met die uitspraak geven de geïnterviewde begeleiders aan dat er geen grootse veranderingen hebben plaatsgevonden door de invoering van passend onderwijs. Veel ontwikkelingen zijn langere tijd geleden namelijk al in gang gezet. De invoering van passend onderwijs is daardoor meer een mogelijkheid geweest om die ingezette veranderingen te formaliseren. Dit heeft een aantal positieve veranderingen met zich mee gebracht. De drie pioniers hebben elk een verschillende invulling gegeven aan de invoering van passend onderwijs. Deze vrijheid in vormgeving van passend onderwijs is ook nadrukkelijk de bedoeling van het nieuwe beleid. Samenwerkingsverbanden bepalen zelf hoe ze het dekkend onderwijsaanbod in hun regio vormgeven en hoe ze de toewijzing van ondersteuning regelen. Een van de beoogde doelstellingen daarbij is dat scholen meer maatwerk kunnen leveren en leerlingen meer de ondersteuning op maat krijgen die bij hen past, zoveel als mogelijk in een reguliere setting. Dit bieden van meer maatwerk wordt door de begeleiders in de scholen benoemd als positieve verandering. Vooral het wegvallen van de leerlinggebonden financiering wordt als positief gezien. Voorheen konden scholen alleen ondersteuning bieden wanneer een leerling een officiële indicatie gehad en een ‘rugzakje’. Leerlingen die een dergelijke indicatie niet hadden, maar wel een ondersteuningsbehoefte, vielen daardoor vaak buiten het bereik van de zorgstructuur. Nu de scholen meer vrijheid hebben in het vormgeven van de basis- en extra ondersteuning kunnen zij meer leerlingen dan voorheen bereiken. Een belangrijke opbrengst is ook het maatwerk in de zin van een dekkend aanbod, passend bij wat in de regio nodig is. Ook is er meer ruimte voor preventie door de basisondersteuning op de scholen te versterken. Bij alle drie pioniers is een duidelijke aandacht te zien voor het versterken van de basis. Daarbij is er meer ruimte om te kijken wat leerlingen wel kunnen en wat ze daarbij nodig hebben. Het plakken van etiketten en labels op kinderen, om financiering voor ondersteuning te krijgen, is steeds minder nodig. Er lijkt dus sprake van een cultuurverandering, althans bij de intern begeleiders, zorgcoördinatoren en (voorheen) ambulant begeleiders. Een volgende stap is deze cultuurverandering te verankeren in het hele schoolteam, van schoolleiding tot in de klas. Dat kan bijvoorbeeld door de kwaliteit van basis- en extra ondersteuning als vast onderwerp van gesprek te agenderen en te investeren in een professionele leercultuur. Bij het vormgeven van de ondersteuning is een oplossingsgerichte benadering te zien. Waar voorheen de nadruk vooral lag op het stellen van diagnoses en probleemanalyse, zetten de pioniers in op het zoeken naar
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
13
oplossingen en het versnellen van procedures. Daarbij staat de vraag centraal: wat heeft deze leerling nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen? Het ontwikkelingsperspectief-plan vinden begeleiders daarbij een goed instrument. Er wordt volop gewerkt aan nieuwe arrangementen. Soms is het daarbij nodig om jeugdgezondheidszorg, jeugdhulp of leerplicht in te schakelen. De pioniers hebben flink geïnvesteerd in de afstemming met gemeenten om de verbinding goed te leggen met de gemeentelijke ontwikkelingen rondom Jeugdzorg, Awbz en de Participatiewet. Dit zal de komende tijd nog veel aandacht vragen, met als belangrijke mijlpaal het Oogo-Jeugd tussen samenwerkingsverband en gemeenten over het Jeugdplan van de gemeenten. Een belangrijke doelstelling van passend onderwijs is het terugdringen van bureaucratie. Of dit in de praktijk ook zo wordt ervaren hangt ondermeer samen met de manier waarop een samenwerkingsverband de toewijzing van ondersteuningsmiddelen heeft geregeld. Een samenwerkingsverband dat er voor kiest om de middelen zoveel mogelijk door te sluizen naar de schoolbesturen zal daardoor minder centraal georganiseerde bureaucratie kennen bij het toewijzen van ondersteuning. Wanneer een samenwerkingsverband op centraal niveau de toelaatbaarheid regelt met een centrale commissie kan dat als meer bureaucratie ervaren worden. De ervaren bureaucratie kan dus nogal verschillen tussen samenwerkingsverbanden. Dat zien we ook terug in de ervaringen van de pioniers. Sommige begeleiders zien een vergroting van de administratieve last, volgens anderen is het juist minder geworden. Die verschillen zijn begrijpelijk, want de pioniers verschillen in hun procedures om de extra ondersteuning toe te wijzen. Het is een belangrijke uitdaging voor de samenwerkingsverbanden om alle onnodige bureaucratie terug te dringen. Daarvoor is het zinvol om de nieuw ontwikkelde procedures en formulieren kritisch tegen het licht te houden en bij de gebruikers te evalueren. Bij één van de pioniers heeft dit bijvoorbeeld geleid tot een versobering van het OPP. Een bijstelling die door alle betrokkenen als een verlichting van administratieve belasting werd ervaren. Een andere kwestie is: hoe waardeer je bureaucratie? Enerzijds kan bureaucratie tijdrovend zijn en vertragend werken, anderzijds zijn procedures nodig om de kwaliteit van de ondersteuning te borgen. Er is grote behoefte aan transparantie en informatievoorziening. Vooral transparantie over de wijze waarop het toewijzen van (extra) ondersteuning gebeurt is belangrijk. Niet alleen voor begeleiders, maar ook voor schoolleiding en ouders. De pionierende samenwerkingsverbanden investeren in het betrekken van ouders bij het toewijzen en geven van passend onderwijs. De begeleiders zien een positieve ontwikkeling in het betrekken van ouders in het voortraject: het traject van toelaatbaarheid tot extra ondersteuning. Het idee is dat door betere communicatie met de ouders er meer draagvlak ontstaat voor beslissingen, maar vooral ook dat er een breder beeld komt van de ondersteuningsbehoeften en mogelijkheden van de leerling. Ook het gezinsperspectief wordt erbij betrokken als daar aanleiding toe is. Begeleiders zijn ook positief over het ontwikkelingsperspectief. Het lijkt goede handvatten te geven voor het betrekken van de ouders bij de schoolloopbaan van hun kind. Begeleiders vinden het prettig dat het ontwikkelingsgericht is: er wordt meer gekeken naar wat een leerling wel kan, wat de mogelijkheden zijn en waar ondersteuning nodig is. De volgende vraag is natuurlijk hoe ouders de invoering van passend onderwijs in de pioniersregio’s hebben ervaren. Wat vinden zij van het traject van toewijzing van extra ondersteuning, het zoeken en vinden van een school en de manier waarop ze worden geïnformeerd en betrokken? 3 In de inleiding schreven we al dat de begeleiders in de scholen de groep professionals is, die als de ‘eerste lijn’ te maken heeft gehad met de invoering van passend onderwijs in de praktijk. Zij vormen als het ware de verbindende schakel tussen het samenwerkingsverband en de leerkrachten en docenten in de scholen. De 3
We hebben deze vragen voorgelegd aan ouders in de pioniersregio’s. De uitkomsten van deze interviews worden in najaar 2014 gepubliceerd.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
14
begeleiders geven dat in de interviews ook aan. Ze ervaren een verschuiving in hun rol. Hun werk was voorheen meer op individuele leerlingen gericht. Deze focus is gaan verschuiven naar het begeleiden van groepjes leerlingen en het coachen en ondersteunen van leraren. Ook wordt er meer samengewerkt met begeleiders van andere scholen in het samenwerkingsverband en is er veel uitwisseling in de vorm van netwerkbijeenkomsten. Ook zijn de begeleiders meer zichtbaar geworden in de scholen. Ze spelen een belangrijke rol in het leggen van verbindingen tussen de ondersteuningsstructuur op school en de lijnen met het samenwerkingsverband en de externe zorgstructuur. Zij zorgen onder andere voor kennisdeling en zijn ‘sparring partner’ voor de intern begeleiders en zorgcoördinatoren. Door de korte lijnen kunnen begeleiders snel en efficiënt werken. De communicatielijnen binnen en tussen de scholen vraagt de komende tijd nog wel aandacht. De uitdaging voor de komende jaren is om de ondersteuningsstructuur in de scholen goed af te stemmen met de totale ondersteuningsstructuur in het samenwerkingsverband en in de betrokken gemeente(n). Is er een dekkend aanbod? Sluiten de arrangementen voldoende aan op de ondersteuningsvragen op scholen en in de regio? Kunnen leraren de basis- en extra ondersteuning op school bieden? Hoe worden ze daarvoor toegerust en voorbereid? Zowel de begeleiders in de scholen als de school- en teamleiding spelen daarbij een belangrijke rol.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
3
15
Aandachtspunten
De invoering van passend onderwijs brengt, zoals ieder veranderingsproces, ook een aantal knelpunten en zorgen met zich mee. Ook hierover is in de groepsgesprekken uitgebreid gesproken. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de knel- en aandachtspunten die door de begeleiders zijn genoemd. Ze worden in dit hoofdstuk verder toegelicht aan de hand van citaten. We sluiten het hoofdstuk af met een korte reflecterende samenvatting.
Passend aanbod?
Taakbelasting
Aandachtspunten
Competenties leraren
Financiële situatie
Figuur 2. Overzicht van genoemde aandachtspunten
3.1
Passend aanbod?
Begeleiders geven aan dat het belangrijk is om goed na te gaan of leerlingen wel op een passende plek komen en of er wel een dekkend aanbod is. Ze wijzen erop dat dit soms onder spanning staat. Omdat passend onderwijs stapsgewijs wordt ingevoerd, zijn sommige arrangementen of expertise nog niet voorhanden. Ze zijn bang dat leerlingen daardoor soms niet de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Volgens begeleiders bestaat ook het gevaar dat leerlingen, uit financiële motieven, te lang binnen het reguliere onderwijs worden gehouden.
Er is sprake van een overgangssituatie nu de ambulante begeleiding is verdwenen en nieuwe vormen van begeleiding worden opgezet. Er staat grote druk op afdelingsleiders en ook van mentoren en docenten wordt veel gevraagd. In sommige gevallen is het voor de school nog niet mogelijk om passende begeleiding te realiseren. Het resultaat is dat er sommige leerlingen zijn vastgelopen, terwijl zij het met meer ondersteuning misschien hadden kunnen redden. Begeleider passend onderwijs, SterkVO
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
Het komt voor dat in een klas één leerling zit die extra ondersteuning nodig heeft, bij dertig leerlingen die wel goed mee kunnen komen. Ondanks de extra ondersteuning blijft deze leerling er tegenaan lopen dat hij niet mee kan komen met de rest of merkt hij voortdurend dat hij anders is dan zijn medeleerlingen. Dit is sociaal-emotioneel gezien misschien zo belastend dat het niet wenselijk is deze leerling nog op deze school te houden. We moeten voor dergelijke situaties waken. Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland
Er staat druk op scholen om leerlingen binnenboord te houden die eigenlijk niet passen binnen de structuur en de mogelijkheden van het reguliere onderwijs. Op deze manier haal je er niet uit wat er in Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland zit. Zorgcoördinator, Helmond-Peelland
Het is van belang om aandacht te houden voor externaliserende problematiek maar ook voor internaliserende problematiek. Deze kinderen vallen niet op en vormen niet direct een probleem in de klas. Zorgcoördinator, Helmond-Peelland
3.2
Competenties leraren
De begeleiders zijn trots op wat er afgelopen jaar is neergezet als pioniers in passend onderwijs. De samenwerkingsverbanden hebben hard gewerkt en ook de begeleiders vinden dat er veel positieve veranderingen zijn. Een volgende stap die volgens de begeleiders veel aandacht nodig heeft is het voorbereiden en toerusten van leraren. Volgens de begeleiders is er op sommige scholen nog onvoldoende besef van de urgentie om de basis te versterken. Verder zien zij grote verschillen tussen scholen en tussen leraren. We zien handelingsverlegenheid bij leerkrachten. Hier is ondersteuning voor nodig. Leerkrachten moeten toegerust en uitgerust zijn om dit werk te kunnen doen. Het helpt niet om de meest ervaren leerkracht hiervoor in te zetten, want iedereen krijgt met passend onderwijs te maken. Intern begeleider, Zuid- Kennemerland
De druk op de groep neemt toe. Leerkrachten moeten hier goed voor worden toegerust, al vanaf de Pabo. Verder hopen we dat het samenwerkingsverband kan zorgen voor meer handen in de klas. Intern begeleider, Zuid-Kennemerland
We zien dat docenten zich zorgen maken. Zij moeten straks een belangrijk deel van de extra ondersteuning in de klas bieden, terwijl er minder handen in de klas zijn en zij ook op andere vlakken meer druk voelen. Het is de verantwoordelijkheid van de besturen om hier aandacht aan te besteden. Zorgcoördinator, Helmond-Peelland
16
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
17
We moeten de baan van een docent niet onderschatten. Een docent heeft zoveel extra werk op zijn bordje naast het lesgeven. We pleiten ervoor om hen voldoende ruimte en deskundigheid te geven om met leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften om te kunnen gaan. Docenten mogen niet omvallen, daar moeten we voor waken. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland Professionalisering van leraren is op veel plekken in gang gezet maar vraagt nog veel aandacht. Passend onderwijs vraagt ook nieuwe deskundigheid en competenties van leraren, door nieuwe taken of functies die er ontstaan. De manier waarop de toerusting en professionalisering van leraren wordt aangepakt, verschilt per samenwerkingsverband. Sommige begeleiders geven aan dat het samenwerkingsverband een rol speelt door bijvoorbeeld bijeenkomsten en scholing te organiseren. Anderen geven aan dat professionalisering de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen is.
Er is een overgangsfase waarin de ambulante begeleiding verdwijnt en nieuwe vormen van begeleiding worden opgezet. Om de druk op afdelingsleiders, mentoren en docenten te verlichten wordt een aantal docenten getraind en ingezet als personal coach, zodat zij weten hoe zij met bepaalde problematiek moeten omgaan. Personal coaches moeten de juiste mensen zijn en je moet dit goed faciliteren. Docenten moeten hier echt op gaan solliciteren, motivatie is belangrijk. Zorgcoördinator, SterkVO
Ambulant begeleiders worden nu meer ingezet voor coaching en begeleiding van docenten. Als ambulant begeleider zorgen we ervoor dat de basisondersteuning, dus de ondersteuning die direct om een leerling heen staat, versterkt wordt. Sommige scholen zijn intensief bezig met de voorbereiding van docenten, maar docenten zelf zien vaak nog wel knelpunten. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Er zijn allerlei bijeenkomsten, zoals netwerkbijeenkomsten, basisbijeenkomsten, werkgroepen over leren leren, de overgang po-vo en over het ontwikkelingsperspectief. Onze ervaring is dat dit soort bijeenkomsten echt bijgedragen hebben aan de soepele invoering van passend onderwijs. Onderwijsconsulent, Zuid-Kennemerland
3.3
Financiële situatie
Vooral begeleiders die werken in het samenwerkingsverband met een negatieve vereveningsopgave (swv Helmond-Peelland) hebben zorgen over de invloed die dit zal hebben. Krijgen leerlingen wel die ondersteuning waar ze behoefte aan hebben en wat passend is? Maar ook: wat betekent het voor het voortbestaan van scholen en banen? Daar waar geen sprake is van negatieve verevening hebben begeleiders soms ook vragen over de financiële situatie. Het is hen niet altijd duidelijk hoe het geld voor passend onderwijs precies verdeeld wordt.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
Als zorgcoördinator wil je het beste voor een kind. Daarvoor heb je mensen en middelen nodig. In sommige scholen moeten we echt een strijd voeren om voldoende middelen te houden voor extra ondersteuning. Het is frustrerend voor de werkvloer om telkens te horen dat het samenwerkingsverband een stap terug moet zetten. Zorgcoördinator, Helmond-Peelland
De scholen die veel investeren in het aanvragen van extra ondersteuning en dus het hardst roepen, krijgen straks de meeste middelen. Het zou beter zijn als de scholen hier zelf invulling kunnen geven aan een bepaald budget wat zij voor ondersteuning krijgen. We moeten ervoor waken dat er niet te veel tijd verloren gaat aan de aanvraag van extra ondersteuning. Deze tijd kunnen we beter in de leerlingen steken. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Er zijn nog veel onduidelijkheden voor scholen en ouders. Wie krijgt welke begeleiding en hoe lang. Welke arrangementen komen er en hoe gaan de zorgroutes lopen? Ook over de toekomst van onze eigen baan is nog veel onduidelijkheid. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
Het is voor ons niet inzichtelijk hoe het geld wordt verdeeld, daar zijn besturen nog niet transparant in. Verder pleiten wij voor geoormerkt geld, om te voorkomen dat kinderen onderdeel worden van het financieel beleid. Intern begeleider, Zuid-Kennemerland
3.4
Taakbelasting
Nieuwe ontwikkelingen en veranderingen in het takenpakket vragen, zeker in het begin, veel tijd en energie. Begeleiders geven aan dat zij hun tijd goed moeten bewaken. Bovendien willen zij niet teveel tijd ‘kwijt zijn’ aan verantwoording en documentatie. Sommige begeleiders geven aan dat scholen na een jaar pionieren behoefte hebben aan rust en consolidatie. Het is wel meer werk. De ambulant begeleider deed veel van wat de zorgcoördinator nu doet. Bovendien, als je beter gaat signaleren komen er ook meer ondersteuningsvragen bovendrijven. Zorgcoördinator, SterkVO
Het is meer puzzelen, zoeken, vragen, kijken, lezen, overleggen, administratie... En om verwezen kinderen te volgen is veel overleg nodig, dit is bijna niet haalbaar. Intern begeleider, Zuid-Kennemerland
Een veranderende structuur brengt ook onduidelijkheid met zich mee, bijvoorbeeld over het invullen van formulieren en aan te leveren stukken. En er is nog onduidelijkheid voor de school met betrekking tot zorg voor leerlingen waarbij ze handelingsverlegen zijn. Zorgcoördinator, Helmond-Peelland
18
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
19
Doordat onze rol verandert moeten we onze tijd goed bewaken. Omdat we meer zichtbaar zijn in de school komen er meer vragen op ons af. We moeten kritisch blijven bekijken of wij in actie moeten komen of moeten doorverwijzen naar anderen, zoals een schoolmaatschappelijk werker of jeugdhulpverlening. Ambulant begeleider, Helmond-Peelland
De scholen kunnen de ontwikkelingen soms nauwelijks bijhouden. Na een jaar van allerlei ontwikkelingen is er behoefte aan rust en overzicht. Wat kan helpen is een duidelijke jaarkalender waarin staat wat van scholen wanneer verwacht wordt. Een overzicht met belangrijke data maakt het makkelijker om de administratie op tijd rond te krijgen. Zorgcoördinator, SterkVO
3.5
Reflectie
Een grote verandering als de invoering van passend onderwijs heeft tijd nodig. Implementatie van nieuwe werkwijzen en organisatiestructuren gaat in fasen, waarin allerlei vraagstukken en uitdagingen zich aandienen. In dit hoofdstuk zijn een aantal zorgen en aandachtspunten aan bod gekomen die de begeleiders in de scholen hebben ervaren. Een belangrijke zorg van de begeleiders heeft betrekking op het individuele leerlingniveau. Krijgen leerlingen wel de juiste ondersteuning en is er een passend aanbod voor de ondersteuningsbehoeften die ze hebben? Begeleiders signaleren dat het ondersteuningsaanbod nog niet altijd optimaal is. Dat heeft te maken met veranderprocessen in de scholen die nog gaande zijn. Veel scholen zijn nog bezig hun basisondersteuning op peil te krijgen. Soms moeten nieuwe arrangementen voor extra ondersteuning nog worden opgestart terwijl het oude aanbod al is verdwenen. Ook moeten op veel scholen leraren nog beter worden toegerust om het passend onderwijsaanbod te kunnen verzorgen. Dit pleit ervoor om goed te monitoren binnen de scholen en binnen het samenwerkingsverband of er geen leerlingen zijn die tussen de wal en het schip raken. Voorkomen kan niet altijd, maar signaleren en snel actie ondernemen kan wel. Bij de zorg of er wel een dekkend en passend aanbod is voor kwetsbare leerlingen spelen andere zorgen op de achtergrond. Eén daarvan betreft de financiële mogelijkheden van het samenwerkingsverband en de wijze waarop de financiën worden verdeeld. Begeleiders zijn bang dat financiële motieven de overhand krijgen in het bepalen van het ondersteuningsaanbod. Met de invoering van passend onderwijs wordt geprobeerd zoveel mogelijk leerlingen in het reguliere onderwijs te houden, waar nodig met extra ondersteuning. Door de financiële prikkel die schoolbesturen voelen nu het beschikbare geld voor extra ondersteuning is gebudgetteerd, bestaat het risico dat leerlingen te lang binnen het reguliere onderwijs worden gehouden of niet de juiste ondersteuning krijgen in het reguliere onderwijs. Vooral in samenwerkingsverbanden met een negatieve verevening zullen vanwege financiële motieven soms de grenzen worden opgezocht van wat mogelijk is. Maar ook in samenwerkingsverbanden waar reguliere scholen moeten gaan betalen voor een plaats in het (v)so bestaat het risico dat grenzen worden opgezocht en passend onderwijs een financieel dossier wordt. Daarbij kunnen deze grenzen per school(bestuur) verschillen. Ook hier is het van belang dat samenwerkingsverbanden en schoolbesturen de komende jaren goed monitoren of ze een dekkend en passend onderwijsaanbod vormgeven en transparant zijn over de inzet van middelen. Daarbij hoort ook het snel aanpakken van die situaties waar leerlingen tussen de wal en schip dreigen te raken, zodat ze zo snel mogelijk weer een passend onderwijsaanbod krijgen.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
20
Het bieden van een passend onderwijsaanbod gebeurt uiteindelijk in de klas. Leraren spelen een cruciale rol: zij zijn degenen die kwalitatief goed onderwijs moeten geven en daarbij basis- en extra ondersteuning kunnen bieden. Een deel van de leraren doet dit al en heeft al ruim ervaring met het omgaan met verschillen en specifieke ondersteuningsvragen. Voor andere leraren is het nog onbekend, onwennig of is er weerstand. Ook is het voor leraren nog niet altijd duidelijk wat het ondersteuningsprofiel van hun school is en wat er van hen wordt verwacht. Het voorbereiden en toerusten van leraren is door de begeleiders genoemd als belangrijk aandachtspunt4. Ook landelijk wordt dit als een belangrijke stap gezien die de komende tijd nog veel aandacht vraagt. Het is een volgende cruciale fase in het implementatieproces. Hier hebben de schoolleiding en het schoolbestuur een belangrijke rol. Zij zullen keuzes moeten maken met betrekking tot de toerusting en professionalisering van de leraren. Ook moeten schoolbesturen afspraken maken over de manier waarop de professionalisering en toerusting planmatig wordt aangepakt. Wat gebeurt er op het niveau van het samenwerkingsverband en wat doen de afzonderlijke schoolbesturen? Welke vormen van professionalisering worden ingezet? Maar ook, hoe wordt de professionalisering en toerusting vast onderdeel van het personeelsbeleid in de scholen? Veranderen kost tijd en energie. Dit geldt ook voor de begeleiders in de pionierende samenwerkingsverbanden. Het vorige hoofdstuk laat zien dat de begeleiders veel positieve veranderingen hebben ervaren, waaronder een versteviging van hun eigen rol en positie. Begeleiders zijn meer dan voorheen een belangrijke schakel geworden. Een schakelfunctie binnen de school: tussen schoolleiding, docenten en leerlingen en hun ouders. Maar ook steeds meer een schakel tussen de school en het samenwerkingsverband, de collega-scholen en de externe zorgstructuur. Deze positieve ontwikkeling brengt ook een extra taakbelasting met zich mee. Er spelen nieuwe vraagstukken, zoals de afbakening van taken, verantwoordelijkheden en beschikbare tijd. Dit geldt niet alleen voor de begeleiders in de scholen, maar voor alle professionals die te maken hebben met de invoering van passend onderwijs, zoals schoolbesturen, schoolleiders en leraren. De invoering van passend onderwijs is een meerjarig implementatieproces. De uitdaging is om de veranderingen en innovaties niet alleen op bestuurlijk niveau te verankeren, maar ook te zorgen voor een breed gedragen draagvlak tot op de werkvloer. Dit zal de komende jaren veel aandacht vragen. Communicatie is daarbij het sleutelwoord. Communicatie tussen bestuurders, schoolleiders, begeleiders, leraren en ouders. Daarbij kunnen zowel de horizontale als verticale lijnen worden benut en moet de communicatie zowel intern als extern gericht zijn. Laat scholen met elkaar kennismaken zodat ze een beter zicht hebben op het onderwijsaanbod in het samenwerkingsverband. Maak gebruik van de beschikbare expertise in de scholen om leraren te inspireren en hun vaardigheden te vergroten. Verspreid de visie en werkwijze van het samenwerkingsverband op een toegankelijke manier tot op de werkvloer en naar ouders. Besteed ook aandacht aan de communicatie naar partijen buiten de school, zoals instellingen voor jeugdhulp, gemeenten, sportclubs en kindcentra. Er is grote behoefte aan duidelijkheid en transparantie. Veel van de tips en adviezen die begeleiders hun collega’s in het land geven, gaan hierover. Deze adviezen zijn in het volgende, laatste hoofdstuk weergegeven.
4
In een vervolgonderzoek in najaar 2014 inventariseren we de ervaringen van leraren met de invoering van passend onderwijs in de drie pioniersregio’s.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
4
Tips en adviezen
In de gesprekken hebben we begeleiders gevraagd naar hun tips en adviezen voor collega’s in het land. Hieronder beschrijven we de top 10.
10 adviezen na een jaar pionieren in passend onderwijs 1.
Laat de visie met betrekking tot passend onderwijs doordringen in alle lagen, tot op de werkvloer en bij ouders.
2.
Zoek de samenwerking. Creëer mogelijkheden voor professionals om ervaringen, kennis en informatie uit te wisselen. Denk aan netwerkbijeenkomsten, open huis, themamiddagen, werkgroepen...
3.
Een verwijzings- of toelaatbaarheidscommissie moet goed zichtbaar en benaderbaar zijn voor vragen en uitleg.
4.
Werk preventief. Wat kun je zo snel mogelijk aanpakken, zodat later minder zorg nodig is? Passend onderwijs biedt meer mogelijkheden, omdat het budget niet gekoppeld hoeft te worden aan specifieke leerlingen, zoals voorheen.
5.
Investeer in zorgvuldige communicatie op verschillende niveaus: tussen en binnen samenwerkingsverbanden en scholen, richting professionals, leerlingen en ouders.
6.
Zorg voor transparantie op financieel gebied. Dit geeft duidelijkheid en kan onrust voorkomen. Informeer ook leraren, zodat een bewustzijn ontstaat van wat de kosten zijn van verschillende oplossingen.
7.
Betrek het gehele schoolteam bij het schrijven en aanpassen van het onderwijsprofiel. Hierdoor ontstaat een gedeeld bewustzijn binnen de school over wat de school kan betekenen voor leerlingen. Bespreek ook met ouders wat de grenzen zijn van de ondersteuning die de school kan bieden.
8.
Voorkom administratieve overbelasting. Zorg bijvoorbeeld voor een jaarkalender en organiseer eerste hulp bij het invullen van nieuwe formulieren.
9.
Vraag zelf naar informatie en begeleiding bij nieuwe regelingen en ontwikkelingen. Vergroot als professional je eigen expertise. Neem hierbij zelf verantwoordelijkheid en zorg voor een actieve houding en positieve insteek. Wacht niet af.
10. Samenwerkingsverbanden die nog in de beginfase verkeren, kunnen veel leren van de pioniers. Kijk op de websites van de pioniers, via www.passendonderwijs.nl , voor goede voorbeelden en handige tools en tips.
21
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
22
Bijlage 1: Verantwoording werkwijze Onderzoeksvragen De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: Welke ervaringen hebben de begeleiders in de scholen met passend onderwijs binnen de drie pionierende samenwerkingsverbanden? De hoofdvraag is uitgewerkt in vier deelvragen. Aan de hand van deze vragen zijn de groepsdiscussies met de begeleiders uit de dagelijkse praktijk gevoerd. Zijn er opvallende veranderingen in je werk sinds de invoering van passend onderwijs? Wat zijn positieve punten? Wat zijn aandachtspunten? Welke tips/adviezen hebben jullie voor collega’s in het land? Werkwijze Het onderzoek is gericht op de laag van intern begeleiders, zorgcoördinatoren, ambulant begeleiders, onderwijsconsulenten en begeleiders passend onderwijs. Zij zijn in de periode februari – mei 2014 via de samenwerkingsverbanden uitgenodigd voor een groepsdiscussie. Vooraf kregen zij de gesprekspunten toegestuurd. We hebben de samenwerkingsverbanden gevraagd bij welke bestaande overleggen we het beste konden aansluiten. In een enkel geval is een apart moment voor de groepsdiscussie gekozen. We zijn elk groepsgesprek gestart met een zogenaamde ‘brainwriting’: een snelle schriftelijke inventarisatie van ervaringen met passend onderwijs. Hierbij wordt telkens een persoonlijke ervaring doorgegeven aan een collega die een volgende ‘eerste reactie’ invult. Vervolgens is een discussie gevoerd aan de hand van de deelvragen. De tijd die we hier voor kregen, varieerde per bijeenkomst (van een half uur tot anderhalf uur). Na afloop van de gesprekken hebben we een verslag gemaakt en aan de deelnemers voorgelegd ter accordering. Bij ieder samenwerkingsverband zijn twee groepsgesprekken gevoerd: Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht Een gesprek met het kernteam waarvan de 4 partners (vanuit leerplicht, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg en samenwerkingsverband) deel uitmaken van het zorgadviesteam (ZAT) op een school voor voortgezet onderwijs. Eén van de partners is begeleider passend onderwijs. Een gesprek met 8 zorgcoördinatoren, orthopedagogen en begeleiders passend onderwijs van verschillende schooltypen (vmbo, havo, vwo). Helmond-Peelland VO Een gesprek met 30 zorgcoördinatoren van verschillende schooltypen (vmbo, havo, vwo, vso). Een gesprek met 6 ambulant begeleiders. Zuid-Kennemerland PO Een gesprek met 5 onderwijsconsulenten. Een gesprek met 11 intern begeleiders uit het regulier en speciaal basisonderwijs.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
23
Bijlage 2: Achtergrondinformatie pioniers Voor de beschrijving van de achtergrond van de drie samenwerkingsverbanden die passend onderwijs sinds 1 augustus 2013 hebben ingevoerd, hebben we gebruik gemaakt van de website http://passendonderwijs.nl/hoe-werkt-passend-onderwijs/pioniers-in-passend-onderwijs en van de pagina’s waarop de actuele kengetallen staan vermeld: http://swv.passendonderwijs.nl.
Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht www.sterkvo.nl Het samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht is op 1 augustus 2013 versneld gestart met de invoering van passend onderwijs. Het samenwerkingsverband omvat 11 schoolbesturen, 22 vo-scholen, 4 vsoscholen en de gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht. Enkele kengetallen bij dit samenwerkingsverband (peildatum 1 oktober 2013): Aantal vo-leerlingen: 16.367 Aantal vso-leerlingen: 530 (3,2%) Aantal rugzakken: 207 (1,3%) (Bron kengetallen: swv.passendonderwijs.nl/VO2601) Visie De visie van het samenwerkingsverband gaat uit van een sterke basis op school: de school biedt zelf zo veel mogelijk extra ondersteuning, samen met de kernpartners die de vier belangrijkste leefgebieden vertegenwoordigen: leerplicht, jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk en samenwerkingsverband. De sterke basis op school wordt gevormd door de docent, de mentor, de team- en schoolleiders en de interne ondersteuners. Samen vormen zij de verbinding tussen leerling, ouders en schoolteam. De interne ondersteuners spelen een rol bij hulpvragen van leerlingen en docenten die de les overstijgen en gericht zijn op de schoolloopbaan van de leerling. Ze zijn ook de verbinding met de kernpartners van de school. Wanneer de onderwijs- of ondersteuningsvraag van een leerling, docent of een team de mogelijkheden van de kernpartners overstijgt, is inzet van andersoortige of specifieke expertise nodig. De visie kent drie lagen: een sterke basis op school, in het gezin en in de wijk, steun als dat nodig is en specialistische voorzieningen als het moet. Het samenwerkingsverband zet ondersteuning altijd in volgens het principe van 1 kind, 1 gezin, 1 plan, en in samenspraak met leerling en ouders. Verdeling financiën Het samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht heeft vier hoofdbronnen van inkomsten: een bedrag per leerling voor lichte ondersteuning, een bedrag per leerling voor zware ondersteuning, bijdragen van de scholen voor leerlingen die naar het orthopedagogisch en didactisch centrum (OPDC) gaan en subsidies van de gemeente Utrecht en het Rijk. Sinds 1 augustus 2013 bundelt het samenwerkingsverband de middelen voor passend onderwijs en zet deze integraal in. De scholen voeren hun zorgplicht uit met financiële ondersteuning van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband: faciliteert scholen in uren begeleiding voor het versterken van de basisondersteuning; faciliteert scholen die extra ondersteuning bieden met inzet uit het team PaO en formatie; betaalt mee aan lesplaatsen in het vso en speciale voorzieningen;
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
24
zorgt voor ondersteuning via het team passend onderwijs en eventueel specialisten; coördineert schoolloopbanen; houdt een OPDC in stand.
Procedure en criteria voor toelating De scholen en kernpartners in het samenwerkingsverband proberen alle leerlingen zo veel mogelijk zelf passende ondersteuning te bieden. Als een leerling speciale ondersteuning nodig heeft, komt het Loket Passend Onderwijs in beeld. De indicatiestelling wordt vervangen door handelingsgerichte ondersteuningsarrangementen. Het samenwerkingsverband zet bestaande indicaties geleidelijk om in arrangementen. Leraren en begeleiders betrekken Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht besteedt veel aandacht aan het betrekken van de werkvloer: leraren en ondersteuners in de school. Besturen en schoolleiders zijn primair verantwoordelijk voor de implementatie van passend onderwijs op schoolniveau. Het samenwerkingsverband richt zich vooral op het ondersteunen van de implementatie, door intensief samen te werken. Schoolleiders en zorgcoördinatoren geven aan wat er vanuit het samenwerkingsverband nodig is om passend onderwijs te realiseren. Communicatie Het samenwerkingsverband investeert veel in goede communicatie. Bijvoorbeeld via de website. Op deze website staat onder meer een toolbox communicatie die scholen kunnen gebruiken bij het informeren van hun team of ouders. Ook brengt het samenwerkingsverband maandelijks een nieuwsbrief uit en houdt het regelmatig Open Huis voor belangstellenden.
Helmond-Peelland VO www.swv-peelland.nl Samenwerkingsverband Helmond – Peelland VO is het tweede samenwerkingsverband voortgezet onderwijs dat per 1 augustus 2013 passend onderwijs heeft ingevoerd. Het samenwerkingsverband omvat 10 schoolbesturen, 20 vo-scholen, 6 vso-scholen en 9 gemeenten. Enkele kengetallen bij dit samenwerkingsverband (peildatum 1 oktober 2013): Aantal vo-leerlingen: 14.851 Aantal vso-leerlingen: 762 (5,1%) Aantal rugzakken: 364 (2,5%) (Bron swv.passendonderwijs.nl/VO3008) Visie Het samenwerkingsverband biedt leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben zo veel mogelijk ondersteuning binnen de regio, dicht bij huis en in een reguliere school. Dit gebeurt in overleg met de ouders en de leerlingen zelf. De partners binnen het samenwerkingsverband zijn hiervoor gezamenlijk verantwoordelijk. Het belangrijkste doel van het samenwerkingsverband is alle leerlingen zo onderwijs te bieden dat zij hun schoolloopbaan met een diploma en met een startkwalificatie kunnen afsluiten. Leerlingen voor wie dit niet mogelijk is, worden voorbereid op een arbeidsplaats of dagbesteding in de regio. Verder werkt het samenwerkingsverband aan de aansluiting van het vmbo op het mbo en zet het aan tot de ontwikkeling
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
25
van doorlopende zorg- en leerlijnen vmbo-mbo-hbo. Ook heeft het samenwerkingsverband speciale aandacht voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Verdeling financiën Het samenwerkingsverband Helmond-Peelland heeft een relatief grote negatieve vereveningsopdracht. Het percentage leerlingen met zware ondersteuning ligt 50% hoger dan het landelijk gemiddelde. Het samenwerkingsverband gebruikt de beschikbare middelen om de vo-scholen in staat te stellen zo veel mogelijk leerlingen een plek in het regulier onderwijs te geven en succesvolle leerroutes te bieden. Het samenwerkingsverband wil minder inzet van gespecialiseerde opvangvoorzieningen (exclusie) en meer inzet van voorzieningen om de opvoeding in de eigen sociale context te versterken (inclusie). Zo krijgen alle reguliere vo-scholen de opdracht om leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS) aan te nemen en extra ondersteuning te bieden. Projecten als aanjager Het samenwerkingsverband heeft een budget voor tijdelijke projectgelden. Hiermee kan het scholen betrekken bij de invoering van passend onderwijs. Scholen kunnen zelf een projectplan indienen. Dit stimuleert de betrokkenheid in de school: wat willen wij, wat gaan we uitproberen en hoe kunnen we bijdragen aan passend onderwijs? Procedure en criteria voor toelating Leerlingen die op een reguliere vo-school zitten, kunnen om pedagogisch-didactische redenen in aanmerking komen voor een plaats in het vso of voor een tussenvoorziening, zoals een syntheseklas of integratieklas. Als de ouders of school van mening zijn dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, dan wordt dit besproken binnen de interne zorgstructuur van de school. De zorgcoördinator is de aangewezen persoon om deze leerling aan te melden bij de adviescommissie toewijzingen (ACT). Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor toelating van leerlingen tot het vso en extra ondersteuning. De ACT adviseert het bestuur over de vorm van ondersteuning die nodig en passend is en over het al dan niet verstrekken van een toelaatbaarheidsverklaring (tlv). Leraren en begeleiders betrekken Binnen de regio Helmond-Peelland is afgesproken dat de primaire verantwoordelijkheid voor het informeren en toerusten van scholen en leraren bij de schoolbesturen ligt. Het samenwerkingsverband speelt een indirecte rol, via de netwerken van zorgcoördinatoren, en neemt besluiten over het toewijzen van extra ondersteuning of het verstrekken van een tlv. Deze taakverdeling past ook bij de sobere organisatiestructuur van samenwerkingsverband Helmond-Peelland. Alle bestaande overleg- en communicatielijnen zijn doorgelicht en opnieuw ingericht. Het netwerk van zorgcoördinatoren neemt een sleutelpositie in. De zorgcoördinatoren brengen deskundigheid in van de afzonderlijke scholen en geven samen vorm aan de ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband. De voorzitter van het netwerk stemt met het dagelijks bestuur af voor welke opdracht het netwerk staat. De zorgcoördinatoren komen minimaal 6 keer per jaar bij elkaar.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs…ervaringen van begeleiders in de scholen
26
Zuid-Kennemerland PO www.wsns-zk.nl Het samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland is het enige samenwerkingsverband primair onderwijs dat per 1 augustus 2013 versneld is gestart met de invoering van passend onderwijs. Het samenwerkingsverband omvat 23 schoolbesturen, 75 bo-scholen, 5 sbo-scholen, 7 so-scholen en 5 gemeenten. Enkele kengetallen bij dit samenwerkingsverband: Aantal po-leerlingen: 20.785 Aantal sbo-leerlingen: 459 (2,2%) Aantal so-leerlingen: 238 (1,2%) Aantal rugzakken: 173 (0,8%) (Bron kengetallen: swv.passendonderwijs.nl/PO2704) Visie Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. Daarom staat de basiskwaliteit van het onderwijs voorop in ZuidKennemerland. De focus ligt op het ontwikkelen van een inhoudelijk onderwijsaanbod dat aansluit bij de populatie leerlingen. Hierdoor kunnen zo veel mogelijk leerlingen naar het reguliere basisonderwijs, ook leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Zo nodig schakelen basisscholen daarbij de expertise in van speciaal onderwijs en externe zorgpartners. Verdeling financiën Het samenwerkingsverband heeft gekozen voor het verdeelmodel van Passend Indiceren. Passend Indiceren gaat ervan uit dat het beschikbare ondersteuningsbudget van het samenwerkingsverband zo veel mogelijk verdeeld wordt over de basisscholen. De basisscholen krijgen daarmee zeggenschap over de ondersteuningsmiddelen. De basisschool organiseert vervolgens alle extra ondersteuning vanuit het eigen budget. De school kan de extra ondersteuning binnen de school zelf mogelijk maken of ondersteuning inkopen. De extra ondersteuningskosten van een onderwijsplaats in het so of het sbo koopt de basisschool ook in vanuit het eigen ondersteuningsbudget. Het legt de prikkel voor het creëren van een breder onderwijsaanbod bij de school zelf. Procedure en criteria voor toelating Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor plaatsing in het so/sbo. Deze leerling krijgt een toelaatbaarheidsverklaring. Voor het inschakelen van extra ondersteuning werkt het samenwerkingsverband met de ‘triade’ basisschool, ouders en speciaal (basis)onderwijs. Basisschool, ouders en so/sbo komen in overleg tot een gezamenlijke oplossing voor de benodigde ondersteuning. Het kan gaan om extra ondersteuning op de basisschool of een tijdelijke plaatsing op het so of sbo. Het uitgangspunt is de oplossing op de werkvloer die samen met ouders, leerkrachten en leerlingen (kerntriade) wordt uitgevoerd. Het samenwerkingsverband controleert of alle partijen de gekozen oplossing dragen. Leraren en begeleiders betrekken Het samenwerkingsverband heeft onderwijsconsulenten in dienst die het contact onderhouden met de directie en intern begeleiders van alle basisscholen in de regio. Onderwijsconsulenten ondersteunen de scholen bij het organiseren van passend onderwijs. Zij zijn de meest schoolnabije en laagdrempelige ondersteuningsmogelijkheid binnen het samenwerkingsverband. De onderwijsconsulent heeft een kennisfunctie, signalering- en analysefunctie en een makelaarsfunctie binnen het samenwerkingsverband. Voor leerkrachten en intern begeleiders organiseert het samenwerkingsverband ook studiemiddagen en trainingen.