Instantie Hof van Cassatie
Onderwerp Lijfrente – Kanscontract
Datum 6 september 2002
Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom, die toebehoren aan bepaalde betrokkenen, en dat er u geen recht wordt verleend op die desbetreffende rechten. M&D Seminars wil u met dit document de nodige informatie verstrekken, zonder dat de in dit document vervatte informatie bedoeld kan worden als een advies. Bijgevolg geeft M & D Seminars geen garanties dat de informatie die dit document bevat, foutloos is, zodat u dit document en de inhoud ervan op eigen risico gebruikt. M&D Seminars, noch enige van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook betreffende het gebruik van dit document en van haar inhoud.
© M&D Seminars - 1 oktober 2002
M&D CONSULT BVBA HUBERT-FRERE-ORBANLAAN 47 – 9000 GENT TEL 09/224 31 46 – FAX 09/225 32 17 – E-mail:
[email protected] – www.mdseminars.be
6 SEPTEMBER 2002
C.00.0087.N/1
Hof van Cassatie van België
Arrest
Nr. C.00.0087.N 1. V.J. 2. V.A. 3.a. S.M. 3.b. S.M. 3.c. S.M. 3.d. S.M. handelend in hun hoedanigheid van wettige erfgenamen van B.M. 4.a. D.L. 4.b. D.M., 4.c. D.M. handelend in hun hoedanigheid van wettige erfgenamen van wijlen B.M., 5.a. M.W., 5.b. M.M.
6 SEPTEMBER 2002
C.00.0087.N/2
5.c. M.B. 5.d. M.M. 5.e. M.A. handelend in hun hoedanigheid van wettige erfgenamen van wijlen B.M., 6. H.G., 7. H.R. eisers, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1083 Brussel, de Villegaslaan 33-34, alwaar keuze van woonplaats wordt gedaan, tegen 1. H.W., en zijn echtgenote 2. B.G., verweerders, vertegenwoordigd door mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1060 Brussel, Henri Wafelaertsstraat 47-51, alwaar keuze van woonplaats wordt gedaan.
I.
Bestreden beslissing Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 18 mei 1998 gewezen
door het Hof van Beroep te Brussel.
II.
Rechtspleging voor het Hof Raadsheer Ghislain Londers heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal Philippe Goeminne heeft geconcludeerd.
6 SEPTEMBER 2002 III.
C.00.0087.N/3
Middel De eisers voeren in hun verzoekschrift een middel aan. Het verzoekschrift is aan dit arrest gehecht en maakt er deel van uit.
IV.
Beslissing van het Hof
1.
Eerste onderdeel Overwegende dat, overeenkomstig artikel 1964 van het Burgerlijk
Wetboek, een kanscontract een wederkerige overeenkomst is waarvan de gevolgen, met betrekking tot winst en verlies, hetzij voor alle partijen, hetzij voor een of meer van hen, van een onzekere gebeurtenis afhangen ; Dat, krachtens artikel 1104 van het Burgerlijk Wetboek, wanneer het gelijkwaardige van de wederzijdse verbintenissen gelegen is in de kans van winst of verlies, die voor elke partij afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis, de overeenkomst een kanscontract is ; Dat derhalve wanneer een overeenkomst die zich aandient als een kanscontract, zoals te dezen een verkoop tegen lijfrente, ze slechts als een kanscontract kan aangezien worden wanneer de kans op winst of verlies die van de overeenkomst een kanscontract maakt, werkelijk aanwezig is ; Overwegende dat het arrest vaststelt dat : 1. op het ogenblik van de koop, op 23 februari 1988, de verkoper de leeftijd van zevenentachtig jaar en drie maanden had bereikt ; 2. de verkoper zich het vruchtgebruik van het onroerend goed heeft voorbehouden ; 3. de waarde van het onroerend goed in volle eigendom in de akte werd bepaald op 1.120.000 BEF, bedrag dat werd aanvaard door de ontvanger der registratie ; 4. de koopprijs van de blote eigendom werd bepaald op 1.000.000 BEF, bedrag dat werd omgezet in een jaarlijkse lijfrente van 200.000 BEF ; 5. de verkoper op 11 november 1988 overleed ;
6 SEPTEMBER 2002
C.00.0087.N/4
6. niet is aangetoond dat de gezondheid van de verkoper op het ogenblik van de verkoop dermate slecht was dat men noodzakelijkerwijze had moeten besluiten dat zijn levenseinde nabij was, noch dat de wil van de verkoper gebrekkig was ; 7. de verkoper de kopers heeft willen laten genieten van een interessante prijs omwille van de genegenheid die hen verbond en de diensten die zij hun oude oom bewezen ; Dat het arrest op grond van al deze feitelijke omstandigheden oordeelt dat niet is aangetoond dat de vestiging van de lijfrente niet oprecht was en dat de hele operatie elk aleatoir karakter ontbeerde ; Overwegende dat het arrest aldus wettig oordeelt dat de kans zowel op winst als op verlies, die van de koop tegen lijfrente een kanscontract maakt, werkelijk aanwezig is in hoofde van de verkoper en zijn beslissing dat de koop tegen lijfrente een kanscontract is, naar recht verantwoordt ; Dat het onderdeel in zoverre niet kan worden aangenomen ; Overwegende voorts dat gelet op hetgeen in het antwoord op het onderdeel is weergegeven, de appèlrechters vermochten te oordelen dat “de verdere discussie van de schatting door de deskundige van de waarde van het goed irrelevant is” ; Dat het onderdeel in zoverre niet kan worden aangenomen ; Overwegende dat voor het overige het onderdeel geheel is afgeleid uit de hiervoor verworpen grieven ; Dat het onderdeel in zoverre niet ontvankelijk is ;
2.
Tweede onderdeel Overwegende dat het onderdeel ervan uitgaat dat vaststaat dat de prijs
minder dan vijf twaalfden van de eigenlijke waarde bedroeg ; Dat het arrest vaststelt dat dit niet het geval is ; Dat het onderdeel feitelijke grondslag mist ;
6 SEPTEMBER 2002
3.
C.00.0087.N/5
Derde onderdeel Overwegende dat het onderdeel er van uitgaat dat het arrest oordeelt dat
de meerwaarde van het goed door de verkoper aan de verweerders werd geschonken ; Dat het arrest dergelijke beslissing niet bevat ; Dat het onderdeel feitelijke grondslag mist ;
OM DIE REDENEN, HET HOF, Verwerpt de voorziening ; Veroordeelt de eisers in de kosten. De kosten begroot op de som van vijfhonderd drieënvijftig euro zevenenvijftig cent jegens de eisende partijen en op de som van honderd tweeëndertig euro tweeënnegentig cent jegens de verwerende partijen. Aldus geoordeeld door het Hof van Cassatie, eerste kamer, te Brussel, door voorzitter Ivan Verougstraete, de raadsheren Ernest Waûters, Ghislain Londers, Eric Dirix en Eric Stassijns, en in openbare terechtzitting van zes september tweeduizend en twee uitgesproken door voorzitter Ivan Verougstraete, in aanwezigheid van advocaat-generaal Guido Bresseleers, met bijstand van afgevaardigd adjunct-griffier Johan Pafenols.