Installatie en service

SAVE VTR 300/B

0 0 0 00 0 00 00

0

Installatie en service Systemair kan niet aansprakelijk of garant worden gesteld als deze instructies niet worden gevolgd tijdens de installatie of service. © 2013 Copyright Systemair AB Systemair AB kan niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, brochures en ander drukwerk. Systemair AB behoudt het recht voor producten zonder kennisgeving aan te passen. Dit geldt ook voor producten die reeds besteld zijn, mits dergelijke aanpassingen mogelijk zijn zonder gevolgen in de reeds overeengekomen specificaties. Alle rechten voorbehouden.

Document vertaald uit het Engels

20834813-NL 2014-04-01 A002

Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring............................................................................................................... 1 2 Waarschuwingen ....................................................................................................................... 2 3 Over dit document ..................................................................................................................... 3 4 Productinformatie....................................................................................................................... 3 4.1 Algemeen ........................................................................................................................ 3 4.2 Linker- en rechtermodellen................................................................................................ 3 4.3 Transport en opslag.......................................................................................................... 3 4.4 Technische gegevens ....................................................................................................... 4 5 Installatie................................................................................................................................... 7 5.1 Uitpakken ........................................................................................................................ 7 5.2 Waar/hoe te installeren ..................................................................................................... 7 5.3 Installatieprocedure .......................................................................................................... 7 5.4 Condensafvoer................................................................................................................. 8 6 In bedrijf stellen ......................................................................................................................... 9 6.1 Bedieningspaneel............................................................................................................. 9 6.2 Opstartwizard...................................................................................................................11 6.3 Systeemcurven ................................................................................................................13 6.4 Ventilatorsnelheid instellen................................................................................................17 6.5 Ontdooiniveau instellen.....................................................................................................19 6.6 Weekschema programmeren ............................................................................................20 6.7 Ext/Geforc. aan................................................................................................................21 6.8 Extra functies ...................................................................................................................21 6.9 Elektrische aansluitingen ..................................................................................................22 6.10 Externe aansluitingen op de unit......................................................................................24 7 Voorafgaand aan het opstarten van het systeem..........................................................................24 8 Bediening ..................................................................................................................................24 8.1 Temperatuur instellen .......................................................................................................24 8.2 Ventilatorsnelheid handmatig instellen ...............................................................................25 8.3 Handmatige en automatische zomerstand..........................................................................25 8.4 Koudeterugwinning...........................................................................................................25 8.5 Overzicht servicemenu .....................................................................................................26 9 Service......................................................................................................................................34 9.1 Waarschuwingen..............................................................................................................34 9.2 Interne onderdelen ...........................................................................................................35 9.3 Onderdeelbeschrijving ......................................................................................................36 9.4 Oplossen van problemen ..................................................................................................38 9.5 Aandrijfriem rotor vervangen .............................................................................................41 9.6 Typeplaatje ......................................................................................................................42

1 Conformiteitsverklaring De fabrikant Systemair AB Industrivägen 3 SE-739 30 Skinnskatteberg, Zweden Kantoor: +46 222 440 00 Fax: +46 222 440 99 www.systemair.com verklaart hierbij dat het volgende product: warmteterugwinningsunit: SAVE VTR 300/B (De verklaring is uitsluitend van toepassing op de staat van het product bij levering en installatie in de faciliteit volgens de meegeleverde installatie-instructies. De verzekering dekt geen toegevoegde onderdelen of acties die na levering aan het product zijn uitgevoerd). In overeenstemming zijn met alle van toepassing zijnde eisen, zoals bepaald in de volgende richtlijnen: • Machinerichtlijn 2006/42/EG • Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG • EMC-richtlijn 2004/108/EG De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast in de betreffende onderdelen: EN ISO 12100:2010

Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicobeperking

EN 13857

Veiligheid van machines – Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door de bovenste en onderste ledematen

EN 60 335-1

Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen

EN 60 335-2-40

Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 2-40: Bijzondere eisen voor warmtepompen, luchtbehandelingstoestellen en ontvochtigers

EN 60529

Beschermingsgraden van omhulsels (IP-codering)

EN 62233

Meetmethoden voor elektromagnetische velden van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen met het oog op menselijke blootstelling

EN 50 106

Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke toestellen – Regels voor routinebeproevingen voor toestellen binnen het gebruiksbereik van EN 60 335-1 en EN 60967

EN 61000-6-2

Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-2: Generieke normen – Immuniteit voor industriële omgevingen Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-3: Algemene normen – Emissienormen voor huishoudelijke, handels- en lichtindustriële omgevingen

EN 61000-6-3

De complete technische documentatie is beschikbaar. Skinnskatteberg, 10-03-2014

Mats Sándor Technical Director

SAVE VTR 300/B 20834813

Installatie en service

1

Systemair AB

2 Waarschuwingen De volgende waarschuwingen komen in de verschillende hoofdstukken van dit document aan bod:

Gevaar • Controleer of de netvoeding naar de unit is losgehaald, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! • Alle elektrische aansluitingen en onderhoudswerkzaamheden moeten door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving worden verricht.

Waarschuwing • Het systeem moet continu draaien en alleen worden gestopt voor onderhoud/service. • De installatie van de unit en het complete ventilatiesysteem moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving. • Let bij de montage en het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. • Ook als de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, bestaat nog steeds kans op letsel door draaiende onderdelen die nog niet geheel tot stilstand zijn gekomen. • Let erop dat de filters gemonteerd zijn voordat de unit gestart wordt. • Dit product mag alleen worden bediend door een persoon met voldoende kennis of opleiding op dit gebied of onder de supervisie van een dergelijk, gekwalificeerd persoon.

Pas op • Sluit geen droogtrommels aan op het ventilatiesysteem. • Kanaalverbindingen/kanaaleinden dienen tijdens opslag en installatie te worden afgedekt.

SAVE VTR 300/B 20834813


2

Systemair AB

3 Over dit document Deze installatiehandleiding betreft luchtbehandelingsunit type SAVE VTR 300/B , gefabriceerd door Systemair AB. De handleiding bevat naast algemene informatie aanbevelingen t.a.v. ontwerp, installatie, opstarten en bediening die dienen te worden gevolgd om een correcte en storingsvrije bediening van de unit te garanderen. Om de unit correct en veilig te bedienen, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen, de unit volgens de gegeven richtlijnen te gebruiken en alle veiligheidseisen te volgen.

4 Productinformatie 4.1 Algemeen De SAVE VTR 300/B is een warmteterugwinningsunit met een ingebouwde roterende warmtewisselaar. De SAVE VTR 300/B is geschikt voor woningen met maximaal 240 m2 verwarmd woongebied. De SAVE VTR 300/B voorziet woon- en verblijfsruimten van gefilterde buitenlucht en voert uit badkamer, keuken en natte ruimtes de lucht af. De SAVE VTR 300/B is uitgerust met een 1670 W elektrische naverwarmingsbatterij.

4.2 Linker- en rechtermodellen Er zijn twee modellen, een rechter- (R) en een linkermodel (L). De modellen onderscheiden zich van elkaar door de plaatsing van de interne onderdelen en de toevoerluchtuitlaat die bij een (L) unit aan de linkerkant zit en bij een (R) unit aan de rechterkant.

Let op: In dit document wordt een linkermodel (L) beschreven. De binnenkant van een rechtermodel (R) is gespiegeld.

4.3 Transport en opslag De SAVE VTR 300/B moet zo worden opgeslagen en getransporteerd, dat deze tegen fysieke schade wordt beschermd, die schadelijk is voor panelen enz. Het systeem moet worden afgedekt zodat stof, regen en sneeuw niet binnen kunnen dringen en schade kunnen veroorzaken aan de unit en de onderdelen. Voor een eenvoudig transport wordt de unit in één stuk met alle benodigde onderdelen in plastic verpakt op een pallet geleverd.

SAVE VTR 300/B 20834813


3

Systemair AB

4.4 Technische gegevens 4.4.1 Afmetingen en gewicht, L model B C

A

D

I J

H

G

E F

T

M N

K L

O P

R S

Ø125 V

U

Ø160(4)

Fig. 1 Afmetingen en gewicht, L model Maten in mm en gewicht in kg. A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

762

4851

4232

842

804

824

758

405

258

97

121

L

M

N

O

P

R

S

T

U

V

Gewicht

206

255

104

136

216

303

490

788

1206

27

66

1. 2.

Inclusief luik Inclusief beugel

SAVE VTR 300/B 20834813


4

Systemair AB

4.4.2 Afmetingen en gewicht, R model A

B C

E F

D

T

G H I

M N

J

R

P O

K

L

S

V

Ø125

U

Ø160(4)

Fig. 2 Afmetingen en gewicht, R model Maten in mm en gewicht in kg. A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

762

4861

4232

842

804

824

758

354

255

104

206

L

M

N

O

P

R

S

T

U

V

Gewicht

311

258

97

141

216

296

490

789

1206

28

66

1. 2.

Inclusief luik Inclusief beugel

SAVE VTR 300/B 20834813


5

Systemair AB

4.4.3 Kanaalaansluitingen

L

R

Fig. 3 Kanaalaansluitingen Positie

Beschrijving

R

Rechtermodel (toevoerluchtaansluiting bevindt zich van voren gezien aan de rechterkant van de unit).

L

Linkermodel (toevoerluchtaansluiting bevindt zich van voren gezien aan de linkerkant van de unit).

Symbool Beschrijving

Symbool Beschrijving

Toevoerlucht

Buitenlucht

Retourlucht

Afvoerlucht

Symbool Beschrijving Lucht afzuigkap

4.4.4 Energieverbruik en zekeringgrootte Naverwarming

1670 W

Ventilatoren

176 W

Totaal energieverbruik

1846 W

Zekering

10 A

SAVE VTR 300/B 20834813


6

Systemair AB

5 Installatie In dit gedeelte wordt beschreven hoe de unit correct geïnstalleerd wordt. Om zeker te zijn van een juist en storingsvrij functioneren, is het belangrijk dat de unit overeenkomstig deze instructies wordt geïnstalleerd.

5.1 Uitpakken Controleer voorafgaand aan de installatie of alle bestelde onderdelen zijn geleverd. Eventuele afwijkingen moeten worden gemeld bij de leverancier van uw Systemair-producten.

5.2 Waar/hoe te installeren De SAVE VTR 300/B moet bij voorkeur in een aparte ruimte worden geïnstalleerd (zoals een opbergruimte, bijkeuken enz.). Houd bij het kiezen van de installatiepositie rekening met het feit dat de unit regelmatig moet worden onderhouden. Laat ruimte over om het voorluik te openen en om service en onderhoud te kunnen verrichten aan de onderdelen in de unit. De SAVE VTR 300/B wordt geleverd met ca. 1 m kabel en een stekker voor een 230 V, eenfasige, geaarde aansluiting onderin de unit. De buitenluchtinlaat wordt bij voorkeur op de noord- of oostwand van het pand geïnstalleerd waarbij voldoende ruimte moet worden aangehouden tot de afvoeren van ventilatielucht, afzuigkap, centraal vacuümsysteem, afvalwaterdrainage en andere vervuilende bronnen, zoals uitlaatgassen van verkeer enz. Afvoerlucht moet bij voorkeur via een dakunit worden afgevoerd naar buiten waarbij voldoende afstand wordt aangehouden tot buitenluchtinlaten, ramen enz.

5.3 Installatieprocedure Let op: Aangeraden wordt om de warmtewisselaar voor installatie te verwijderen, zodat de unit lichter is. De warmtewisselaar weegt ca. 14 kg. Zie voor het verwijderen van de warmtewisselaar hoofdstuk 5.3.1, stap 1 tot 3. 1. Bereid de plaats voor waar de unit wordt gemonteerd. Let op dat de ondergrond vlak en waterpas is en het gewicht van de unit kan dragen. Volg bij de installatie de lokale wet- en regelgeving. 2. Monteer de montagebeugel (1) met trillingsdemper (2) aan de muur met de meegeleverde schroeven. Gebruik geschikte gaten om de beugel stevig aan de muur te bevestigen. De onderkant van de beugel moet 40 mm (H) onder de bovenkant van de unit geplaatst worden.

Let op: Controleer of de montagebeugel na de wandmontage volledig horizontaal is. Controleer met een waterpas.

SAVE VTR 300/B 20834813


7

Systemair AB

3. Zet de unit op zijn plaats.

Waarschuwing Let bij de montage en het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. Houd bij de montage rekening met het gewicht van de unit!

Let op: Controleer dat de unit na de wandmontage volledig horizontaal en verticaal hangt. Controleer met een waterpas. 4. Sluit de unit aan op het kanaalsysteem. Zorg ervoor dat alle benodigde accessoires worden gebruikt voor een functionele ventilatieoplossing.

Waarschuwing De installatie van de unit en het complete ventilatiesysteem moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving. 5. Monteer de warmtewisselaar terug als deze voor de installatie was verwijderd. Zie hoofdstuk 5.3.1, stappen 4 en 5.

5.3.1 Warmtewisselaar verwijderen en weer monteren 1. Open het luik aan de voorkant. 2. Ontkoppel de netvoeding van de warmtewisselaar en de rotorsensor. Beide kabels zitten naast de warmtewisselaar. 3. Trek de warmtewisselaar naar buiten. Hierbij is wat kracht nodig. 4. Monteer de warmtewisselaar weer. Vergeet niet de netvoeding van de warmtewisselaar en de sensorkabels weer aan te sluiten. 5. Sluit en vergrendel het luik aan de voorkant.

5.4 Condensafvoer Over het algemeen is voor roterende warmtewisselaars onder droge omstandigheden geen condensafvoer nodig. Als in de woning veel vochtige lucht aanwezig is, is een condensafvoer echter wel nodig. De afvoeraansluiting is als accessoires verkrijgbaar en kan apart worden besteld. De installatieaanwijzingen voor de drainage zijn bij de levering van de drainagepijpen bijgesloten.

Let op: Bij levering is de afvoeraansluiting aangesloten op de bodem van de unit. Om de afvoer te gebruiken: verwijder de rubberen afdichting en sluit de afvoerslang aan. Sluit de afvoerslang aan op het afvoerputje. Het water kan niet direct in het afvoerputje worden geleid zonder een sifon.

SAVE VTR 300/B 20834813


8

Systemair AB

6 In bedrijf stellen Sluit de unit elektrisch aan op de netvoeding met de bijgeleverde stekker.

6.1 Bedieningspaneel Het bedieningspaneel wordt gebruikt om de noodzakelijke instellingen te doen.

1

3

2

4

Fig. 4 Bedieningspaneel Positie

Beschrijving

Verklaring

1

Display

Geeft symbolen, menu's en instellingen weer

2

KEUZEschakelaar

Blader door de menulijsten of wijzig instellingen en waarden door de knop naar links of rechts te draaien

3

Knop BEVESTIGEN

Bevestig menukeuzes of instellingen met een druk op de knop

4

Knop TERUG

Ga binnen het menu een stap terug of annuleer een geïnitieerde parameterwijziging en herstel de originele waarde met een druk op de knop

SAVE VTR 300/B 20834813


9

Systemair AB

6.1.1 Symbolen op het display Symbool

Beschrijving

Verklaring

Temp.

Geeft de huidig ingestelde temperatuur aan. Het temperatuurinstelpunt wordt in 6 stappen ingesteld (van helemaal leeg tot een gevuld symbool). Draai de KEUZEschakelaar om de temperatuur te kiezen. Druk op BEVESTIGEN om de instelling op te slaan.

Ventilatorsnelheid Geeft de huidige ventilatorsnelheid aan. De ventilatorsnelheid kan handmatig in 4 stappen worden ingesteld: Uit, Laag, Nom en Hoog. Draai de KEUZEschakelaar om de ventilatorsnelheid te kiezen. Druk op BEVESTIGEN om de instelling op te slaan.

A. Ventilatie uit.1 B. Ventilatie laag: Kan worden gebruikt als het pand voor langere tijd wordt verlaten C. Ventilatie normaal: Voorziet onder normale omstandigheden in de benodigde luchtverversing. D. Ventilatie maximaal: Vergroot de luchthoeveelheid, indien nodig.

1.

Service

Druk op BEVESTIGEN om het servicemenu te openen.

Alarm

Druk op BEVESTIGEN om de alarmlijst te openen.

De ventilator kan worden UITgezet door “Handm uit vent.” in te schakelen. Zie “Overzicht servicemenu” onder “Functies”.

Let op: Het activeren van “Handm uit vent.” (zet ventilator UIT) wordt afgeraden in standaard huishoudens. Als “Handm uit vent.” wordt geactiveerd, moet de unit bij voorkeur worden voorzien van afsluiters in de uitlaatluchtkanalen en kanalen voor frisse lucht om koude trek en condensatie te voorkomen als de unit stilstaat.

SAVE VTR 300/B 20834813


10

Systemair AB

6.2 Opstartwizard De Opstartwizard is een stapsgewijze configuratietool die automatisch start als de SAVE VTR 300/B de eerste keer wordt gestart of als: • een fabrieksreset wordt gedaan • een nieuwe printkaart wordt geïnstalleerd (reserveonderdeel) In dit geval moet het type unit worden ingevoerd ( SAVE VTR 300/B ) De ventilatorsnelheid kan in de opstartwizard met de Ventilatorregeling in l/s of een percentage worden ingesteld. • Als Luchthoeveelheid wordt gekozen, wordt de instelling l/s gebruikt en zijn de systeemcurven geselecteerd. • Als Snelheid wordt gekozen, worden de instellingen in een percentage uitgedrukt. Systeemcurven zijn niet kiesbaar.

6.2.1 Procedure 1. Draai de KEUZEschakelaar om de taal te kiezen en druk op BEVESTIGEN

Talen Taal NEDERLANDS

2. Kies het type unit. Deze optie wordt alleen getoond als een nieuwe printkaart is geïnstalleerd (reserveonderdeel) of als een fabrieksreset is gedaan.

Type SAVE VTR 300/B

3. Stel datum en tijd in

Tijd/Datum JJ/MM/DD Datum:

12/09/12

Tijd: 10:00 Weekdag: zaterdag 4. Kies verwarmer: Geen/Elektrisch/Water

Verwarmer

Let op:

Verwarmer: Geen/Elektrisch/Water

Deze optie wordt alleen getoond na een fabrieksreset, zie hoofdstuk 6.2.2, of als er een nieuwe printkaart is geïnstalleerd.

SAVE VTR 300/B 20834813


11

Systemair AB

5. Ventilatorregeling. Draai de KEUZEschakelaar om het gewenste type ventilatorregeling te kiezen, Luchthoeveelheid (l/s) of Snelheid (%) en druk op BEVESTIGEN.

Ventilatorregeling, luchthoeveelheid Systeemcurve EF: 1–10 SF: 1–20

Stel in bedrijf met %, zie stap 7.

Let op: Systeemcurven zijn niet kiesbaar als Snelheid is gekozen.

Let op: Zie hoofdstuk 6.3 voor meer informatie, voordat de systeemcurve wordt ingesteld. Deze functie is in de unit geïmplementeerd om de luchthoeveelheid van verschillende systeemdrukken te compenseren. Toevoerventilator (SF): Totaal waardebereik: 1–20. Voor F7-filter: 1-10, voor G3 -filter: 11–20. Standaardcurve: 2 Afvoerventilator (EF): Waardebereik: 1–10 Standaardcurve: 2

Let op: De af fabriek geïnstalleerde filters hebben filterkwaliteit F7 voor het toevoerluchtfilter en G3 voor het afvoerluchtfilter. Luchtfilters zijn accessoires en verkrijgbaar bij de installateur of Systemair. Het filtertype is met een label bovenop het filter aangegeven. 6. Hier kan de Normaal/Hoog/Laag luchthoeveelheid voor de afvoeren toevoerventilators worden gewijzigd. Luchthoeveelheid in l/s.

Luchthoeveelheid l/s

EF

SF

Nom

82

82

Druk na het instellen op BEVESTIGEN.

Hoog

100

100

Laag

49

49

Snelheid %

EF

SF

Nom

50

50

Hoog

100

100

Laag

25

25

7. Hier kan de Normaal/Hoog/Laag ventilatorsnelheid voor de afvoeren toevoerventilators worden gewijzigd. Ventilatorsnelheid in %. Systeemcurven niet kiesbaar. Druk na het instellen op BEVESTIGEN.

SAVE VTR 300/B 20834813


12

Systemair AB

6.2.2 Fabrieksreset uitvoeren Hoe voert u een fabrieksreset uit, indien nodig: 1. Open het servicemenu door het servicesymbool in het display te kiezen en druk op ENTER.

2. Ga naar Wachtwoord en voer het wachtwoord in, standaard 1111

Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE

Gebruik voor elk cijfer de KEUZEschakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop ENTER. Kies NEE om het systeem niet te vergrendelen. 3. Ga naar Functies en kies Fabrieksreset

Functies Fabrieksreset

4. Draai aan de KEUZEschakelaar tot JA wordt getoond en druk op ENTER.

Fabrieksreset Echt resetten?

5. In het displayvenster wordt GEACCEPTEERD getoond

JA/NEE

GEACCEPTEERD

6. De opstartwizard start na ca. 10 seconden

6.3 Systeemcurven Een systeem heeft verschillende drukken nodig bij verschillende luchthoeveelheden, wat kan worden aangegeven met een systeemcurve. Het punt waar de systeemlijn en de ventilatorlijn elkaar kruisen, is het werkpunt van de unit. Het toont de luchthoeveelheid die het systeem gaat hebben. Iedere verandering van de druk van het ventilatiesysteem leidt tot een nieuwe systeemcurve. De K-factor is een constante die binnen dezelfde systeemcurve altijd hetzelfde is. Als de K-factor en de systeemdruk bekend zijn, kan de luchthoeveelheid worden berekend. Als de werkelijke drukval in het systeem hoger of lager is dan berekend, wijken het werkpunt en de luchthoeveelheid af van de verwachting.

SAVE VTR 300/B 20834813


13

Systemair AB

6.3.1 Toevoerlucht, F7-filter 700 10 V

600 10 500

9 8 7,1 V

400

Pa

7 6

300

5 4

5V

200

3 2 100

3V 1

0 0

20

40

60

80

100

120

140

l/s

Fig. 5 Systeemcurven toevoerlucht, F7-filter Systeemcurve

K-factor [l/s]

1

18,03

2

9,22

3

7,49

4

5,82

5

4,63

6

3,70

7

2,93

8

2,28

9

1,73

10

1,26

SAVE VTR 300/B 20834813


14

Systemair AB

6.3.2 Toevoerlucht, G3 -filter 700 10 V

600 20

500

19 18 7,1 V

400

Pa

17

16

300 15 14

5V

200

13 12

100 3V 11

0 0

20

40

60

80

100

120

140

l/s

Fig. 6 Systeemcurven toevoerlucht, G3 -filter Systeemcurve

K-factor [l/s]

11

19,03

12

9,68

13

7,83

14

6,02

15

4,81

16

3,87

17

3,05

18

2,37

19

1,81

20

1,32

SAVE VTR 300/B 20834813


15

Systemair AB

6.3.3 Afvoerlucht, G3 -filter

700 10 V

600 10 9

500

8 7,1 V

7

400 Pa

6 300

5 4 5V

200

3 2 100 3V 1 0 0

20

40

60

80

100

120

140

l/s

Fig. 7 Systeemcurven afvoerlucht, G3 -filter Systeemcurve

K-factor [l/s]

1

16,47

2

9,04

3

7,03

4

5,40

5

4,29

6

3,41

7

2,71

8

2,12

9

1,64

10

1,20

SAVE VTR 300/B 20834813


16

Systemair AB

6.4 Ventilatorsnelheid instellen De ventilatorsnelheid kan worden ingesteld in l/s, m3/u of een percentage. • Als Luchthoeveelheid in het servicemenu wordt gekozen, wordt de instelling l/s gebruikt en zijn de systeemcurven geselecteerd. • Als Snelheid in het servicemenu wordt gekozen, worden de instellingen in een percentage uitgedrukt. Systeemcurven zijn niet kiesbaar. De ventilatorsnelheid kan in vier stappen worden ingesteld; uit, laag, normaal en hoog. Deze instellingen regelen de uitgangsignalen naar de toevoer- en afvoerventilatoren. Af fabriek is iedere snelheidsstap als volgt ingesteld: • Uit: 0 l/s • Laag: 49 l/s of 25 %. • Nom: 82 l/s of 50 % (bij ca. 80 Pa). • Hoog: 100 l/s of 100 %. Deze niveaus kunnen worden gewijzigd in het serviceniveau. Zie “Overzicht servicemenu” (hoofdstuk 8.5) onder “Functies”.

Let op: Het activeren van “Handm uit vent.” (zet ventilator UIT) wordt afgeraden in standaard huishoudens. Als “Handm uit vent.” wordt geactiveerd, moet de unit bij voorkeur worden voorzien van afsluiters in de uitlaatluchtkanalen en kanalen voor frisse lucht om koude trek en condensatie te voorkomen als de unit stilstaat. De ventilator kan worden UITgezet door “Handm uit vent.” in te schakelen. Zie “Overzicht servicemenu” (hoofdstuk 8.5) onder “Functies”.

SAVE VTR 300/B 20834813


17

Systemair AB

6.4.1 Ventilatorsnelheid instellen 1. Ga met de KEUZEschakelaar naar het servicemenu

2. Open het serviceniveau door het wachtwoord in te voeren, standaard 1111. Gebruik voor elk cijfer de KEUZEschakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop BEVESTIGEN. Kies "NEE" om het systeem niet te vergrendelen.


3. Ga naar: Functies

Functies

Kies: Ventilatorregeling

—> Ventilatorregeling

4. Draai de KEUZEschakelaar om het gewenste type ventilatorregeling te kiezen, Luchthoeveelheid (l/s of m3/u) of Snelheid (%) en druk op BEVESTIGEN.

Ventilatorregeling

Ventilatorregeling op basis van snelheid, zie stap 7. 5. Ventilatorregeling op basis van luchthoeveelheid l/s.

Luchthoeveelheid Snelheid Ventilatorregeling Systeemcurve luchthoeveelheid


SF:4

Systeemcurve kiezen.

EF:4

6. Druk op TERUG als de systeemcurven zijn ingesteld en ga naar Luchthoeveelheid %.

Luchthoeveelheid EF l/s

SF


Nom

82

82

Hoog

100

100

Laag

49

49

7. Ventilatorregeling op basis van Snelheid %

Snelheid %

EF

SF


Nom

50

50

Hoog

100

100

Laag

25

25

SAVE VTR 300/B 20834813


18

Systemair AB

6.5 Ontdooiniveau instellen De unit is voorzien van een automatische ontdooifunctie die wordt geactiveerd als er een kans op ijsvorming bestaat in het gebied rond de warmtewisselaar. De instelling 0-5 (tabel 1) is bepalend voor het niveau van ontdooien. Af fabriek is standaard modus 0 ingesteld.

Let op: De warmtewisselaar moet bestand zijn tegen lage buitentemperaturen, maar denk eraan dat de ontdooistand bij kans op bevriezing een onderdruk in het pand opwekt. Als de kachel aan is, kan er door de onderdruk bij het ontdooien rook de kamer worden ingetrokken.

Tabel 1: Ontdooiniveaus OntdooistandRelatieve luchtvochtigheid binnen1

Beschrijving

0

Ontdooien is uitgeschakeld

1

Minimum <20%

Droge gebieden, zoals opslagruimten met weinig mensen of industriële gebouwen die geen water gebruiken in hun productieprocessen.

2

Laag 30-40%

Kantoorgebouwen

3

Gemiddeld 40-60%

Appartementen of huizen met normale luchtvochtigheid.2

4

Hoog 60%-80%

Appartementen of huizen met hoge luchtvochtigheid.

5

Extreem hoog >80%

Gebouwen met een uitermate hoog luchtvochtigheidsniveau.

1. 2.

Relatieve luchtvochtigheid in de afvoerlucht bij lage buitentemperaturen. In nieuwbouwwoningen kan het nodig zijn de eerste winterperiode een hoger ontdooiniveau aan te houden.

6.5.1 Ontdooiniveau instellen 1. Ga met de KEUZEschakelaar naar het servicemenu.



3. Ga naar: Functies

Functies

Kies: Ontdooien

Ontdooien

4. Stel de modus in, 0-5

Ontdooien Modus 0-5

SAVE VTR 300/B 20834813


19

Systemair AB

6.6 Weekschema programmeren Stel het weekschema in volgens de procedure hieronder: 1. Ga met de KEUZEschakelaar naar het servicemenu.



3. Ga naar: Weekprogramma

Service Weekprogramma

4. Kies nogmaals Weekprogramma.

Weekprogramma Ventilatorsnelheid

5. Stel de weekdag en tijd in waarop u wilt, dat de unit AAN is. Er kunnen twee perioden per dag worden geprogrammeerd. De resterende tijd is de unit UIT.

Weekprogramma

6. Ga terug naar het vorige dialoogvenster met de knop TERUG en naar beneden naar Ventilatorsnelheid.

Weekprogramma

7. Stel de ventilatorsnelheid van de ventilator in bij AAN en kies uit Laag, Nom of Hoog.

Ventilatorsnelheid

Stel de ventilatorsnelheid van de ventilator in bij UIT en kies uit Uit, Laag, Nom of Hoog.

Dag: Per. Per.

1: 2:

Maandag 07:00 16:00 00:00 00:00

Ventilatorsnelheid

Aan: Uit:

laag/nom/hoog uit/laag/nom/hoog

Let op: Als een elektrische naverwarmingsbatterij is geïnstalleerd en is ingeschakeld en de unit via het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld door UIT te kiezen. Als de unit in het weekprogramma UIT is, stoppen de ventilatoren niet direct, maar draaien nog 3 minuten door om te voorkomen dat de verwarmer de oververhittingssensor activeert. 8. Ga met de knop TERUG terug naar het hoofdmenu

SAVE VTR 300/B 20834813


20

Systemair AB

6.7 Ext/Geforc. aan U kunt instellen hoe lang de unit moet doorwerken onder andere bedrijfsomstandigheden dan bepaald in het weekschema. 1. Ga met de KEUZEschakelaar naar het servicemenu.



3. Ga naar: Ext/Geforc.

Service Ext/Geforc.

aan

4. Stel de tijd in minuten in waarin de unit in de modus verlengd/geforceerd bedrijf moet functioneren. Waardebereik: 0-240 minuten.

Ext/Geforc.

aan

Stel de ventilatorsnelheid in voor deze modus. Kies uit Laag, Nom of Hoog. Standaardwaarde: Nom.

Ventilatorsnelheid:

aan

Minuten:

0 Normaal

6.8 Extra functies De unit is uitgerust met een aantal extra aan/uit-functies die kunnen worden geactiveerd via de externe aan/uit-schakelaars die op de digitale ingangen op de hoofdprintkaart kunnen worden aangesloten (zie bedradingsschema). De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: • Digitale ingangen 1-3: Door aan/uit-schakelaars op deze ingangen aan te sluiten, kunnen 3 afzonderlijke ventilatorsnelheidinstellingen in het bedieningspaneel worden gekozen op basis van de tijdelijke vraag in het pand (bijv. verlaging van de afvoerventilatorsnelheid als een open haard aan is). Zie hoofdstuk 8.5. DI 3, is voorbereid en reeds intern verbonden voor eenvoudige toegang op de unit. Zie hoofdstuk 6.10. • Digitale ingang 4: Maakt het mogelijk de geïntegreerde elektrische naverwarmer uit te schakelen Als de ingang is geactiveerd, is de elektrische naverwarmer uitgeschakeld. • Digitale ingang 5: Activeert de functie verlengd/geforceerd bedrijf met een omkeerschakelaar. De functie negeert de huidige ventilatorsnelheidinstellingen en draait in de geforceerde stand volgens de instellingen in Service -> Ext/Geforc. aan. Kies voor deze functie uit Laag, Nom en Hoog. De input wordt berekend op basis van de signalen van een impulsschakelaar. Als een standaardschakelaar wordt gebruikt, begint het terugtellen van de ingestelde tijd zodra de schakelaar is uitgeschakeld. • Digitale ingang 7: Thuis/verlaten, het inschakelen van deze ingang verlaagt het instelpunt voor de toevoerluchttemperatuur met 10 °C. Deze functie wordt gebruikt als het pand langere tijd niet wordt bewoond. Deze functie werkt niet als de unit is geconfigureerd om te werken met een warmwaterverwarmer. Aangeraden wordt DI1, DI2 of DI3 parallel te verbinden met DI7. Als DI7 is geactiveerd, wordt de ventilatorsnelheid op min. gezet. De ventilatorsnelheid wordt ingesteld door DI1, DI2 of DI3 te configureren. Zie menuopties in “Overzicht servicemenu” (hoofdstuk 8.5).

SAVE VTR 300/B 20834813


21

Systemair AB

6.9 Elektrische aansluitingen De SAVE VTR 300/B is af fabriek inwendig bedraad. De elektrische schakelkast zit aan de kant van de toevoerluchtuitlaat op de unit achter een afdekplaat. De printkaart (1) kan eenvoudig uit de unit worden gehaald.

1

Fig. 8 Positie printkaart

6.9.1 Lay-out printkaart De SAVE VTR 300/B is voorzien van ingebouwde regeling en interne bedrading. De afbeelding toont de printkaart. Zie het bedradingsschema voor meer informatie. 8

9

3

2

10

5

1

4

7

6

11

Fig. 9 Printkaart Positie

Beschrijving

1

Hoofdprintkaart

2

Printkaart voor elektrische naverwarmer

3

Aansluiting op extern bedieningspaneel (aangesloten op de behuizing van de unit)

SAVE VTR 300/B 20834813


22

Systemair AB

Positie

Beschrijving

4

Netvoedingsaansluiting tussen hoofdprintkaart en de printkaart van de elektrische naverwarmer.

5

Klemmen voor AI 1-5 (temp.sensoren) en motorregeling

6

Klemmen voor externe aansluitingen

7

Klemmen voor netvoedingsaansluitingen

8

Klemmen voor digitale ingangen (DI 1–7)

9

Klemmen voor intern bedieningspaneel

10

Klemmen voor geregelde netvoeding naar elektrische naverwarmer

11

Modbus-aansluiting. Zie de Modbus-gebruikershandleiding voor details.

6.9.2 Externe aansluitingen op de printkaart Aansluitklemmen voor externe apparatuur zijn te vinden op de hoofdprintkaart in de elektrische schakelkast.

Fig. 10 Externe aansluitingen op de printkaart Positie

Beschrijving

Opmerking

1

Buitenlucht-/retourluchtafsluiter

Normaal open, 230 V 1~, max 1 A

2


Referentie

3


Normaal gesloten, 230 V 1~, max 1 A

4

Alarmmelding

Normaal open, 24 V, max 1 A

5

Alarmmelding

Referentie

6

Alarmmelding

Normaal gesloten, 24 V, max 1 A

7

AARDE

Referentie

8

Regelsignaal waterkoeler (AO1)

0-10 V DC

9

AARDE

Referentie

10

Regelsignaal waterverwarmer (AO2)

0-10 V DC

11

AARDE

Referentie

12

Afsluiter (AO3)

Niet gebruikt

SAVE VTR 300/B 20834813


23

Systemair AB

6.10 Externe aansluitingen op de unit Twee van de aansluitingen op de hoofdprintkaart zijn bedraad naar contacten op de behuizing van de unit: • aansluiting op een extern bedieningspaneel via een modulaire connector. Max. kabellengte: 50 m. Kabeltype: Platte 4-draads CEC telefoonkabel of equivalent. • aansluiting op DI 3 met de mogelijkheid om de ventilatorsnelheden individueel te configureren via een potentiaalvrije aan/uit-schakelaar

0

Standaard instelling: SF=hoog, EF=laag. 1 3

1. Kabelwartels 2

2. Aansluiting naar DI 3 via een potentiaal-vrije aan/uit-schakelaar 3. Aansluiting op het bedieningspaneel

7 Voorafgaand aan het opstarten van het systeem Controleer na afloop van de installatie of: • De unit overeenkomstig de instructies is geïnstalleerd. • De kabels van de unit correct zijn aangesloten • Buitenlucht- en retourluchtafsluiters en dempers zijn geïnstalleerd en dat het kanaalsysteem correct is aangesloten op de unit. • Alle kanalen voldoende zijn geïsoleerd en zijn geïnstalleerd in overeenstemming met plaatselijke wet- en regelgeving. • De buitenluchtinlaat op voldoende afstand van vervuilende bronnen is geplaatst (afzuigkap, centraal vacuümsysteem e.d.) • Alle externe apparatuur is aangesloten • De unit correct is geconfigureerd en in bedrijf gesteld. • Het weekschema en de instellingen voor de ventilatorsnelheid correct zijn geprogrammeerd.

8 Bediening 8.1 Temperatuur instellen De toevoerluchttemperatuur wordt handmatig in 6 stappen ingesteld in het display van het hoofdmenu door het temperatuursymbool te kiezen. Als een elektrische naverwarmer of naverwarmer voor water is geïnstalleerd, zijn de temperatuurinstelpunten: 12,0, 14,5, 17,0, 19,5 en 22,0 °C. Standaardwaarde: 12,0 °C. Als de naverwarmer is uitgeschakeld, zijn de temperatuurstappen: 15,0, 16,0, 17,0, 18,0 of 19,0 °C. Standaardwaarde: 15,0 °C. Iedere temperatuurstap wordt weergegeven doordat het temperatuursymbool verder gevuld raakt. SAVE VTR 300/B 20834813


24

Systemair AB

Een leeg temperatuursymbool is het 6e instelpunt en activeert de handmatige zomerstand. Zie hoofdstuk 8.3

8.2 Ventilatorsnelheid handmatig instellen Het is op ieder moment mogelijk de ventilatorsnelheid handmatig in het display van het hoofdmenu in te stellen. Door het ventilatorsymbool te kiezen en te bevestigen, is het mogelijk de ventilatorsnelheid te verhogen of verlagen in 4 stappen: Uit, Laag, Nom en Hoog. Hierdoor overschrijft u het geprogrammeerde weekschema voor de unit tot aan het einde van de huidige tijdsperiode in het weekprogramma (hoofdstuk 6.6).

Waarschuwing De ventilator kan worden UITgezet door “Handm uit vent.” in te schakelen. Zie “Overzicht servicemenu” (hoofdstuk 8.5) onder “Functies”.

8.3 Handmatige en automatische zomerstand De handmatige zomerstand wordt geactiveerd als er geen temperatuurstap is gekozen. Het temperatuursymbool in het hoofdmenu blijft dan helemaal leeg.

Te mp

Als de elektrische naverwarmer is geactiveerd, schakelt deze in de handmatige zomerstand uit. De handmatige zomerstand gaat bij een toevoerluchttemperatuur van +5 °C of lager automatisch naar stap 1 (instelpunt 12 °C). Als een warmwaterbatterij is geïnstalleerd en geactiveerd, gaat de handmatige zomerstand bij een toevoerluchttemperatuur van +5 °C of lager automatisch naar stap 1 (instelpunt 12 °C). De unit wisselt automatisch tussen winterbedrijf met warmteterugwinning en zomerbedrijf zonder warmteterugwinning.

8.4 Koudeterugwinning Als de buitenlucht warmer is dan de afvoerlucht en de toevoerlucht boven het instelpunt uitkomt, wordt de koudeterugwinning geactiveerd. Deze voorwaarde blokkeert het warmteregelproces.

SAVE VTR 300/B 20834813


25

Systemair AB

8.5 Overzicht servicemenu Open het servicemenu door het servicesymbool in het display te kiezen. Menuniveau 1

Menuniveau 2

Menuniveau 3

Verklaring

Service Wachtwoord


Open het serviceniveau door 1111 in te voeren. Gebruik de KEUZEschakelaar voor ieder cijfer en bevestig ieder ingesteld cijfer met de knop BEVESTIGEN. NEE ontgrendelt het systeem en staat wijziging van de parameter toe.

Service Wijzig wachtwrd

Wijzig wachtwrd Actueel XXXX Nieuw XXXX Bevestigen XXXX

Stel een nieuw wachtwoord in, indien nodig. Als u het nieuwe wachtwoord vergeet of kwijtraakt, kunt u het serviceniveau openen door 8642 in te voeren. Hiermee overschrijft u het eerder ingestelde wachtwoord. Toont het geselecteerde tijdsinterval voor het verwisselen van het filter.

Service Filterperiode Filterperiode Vervangingstijd: 12month

Stel het resetten van de filterperiode na het vervangen van het filter in op JA.

Reset NEE/JA

Stel de tijd tussen het vervangen van de filters in. Service Tijd/Datum

Tijd/Datum JJ/MM/DD

Toont de huidig ingestelde datum en tijd.

Datum:

Stel de juiste datum en tijd in.

12/09/12

Tijd: 10:00 Weekdag: zaterdag

SAVE VTR 300/B 20834813


26

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Service Ext/Geforc. aan

Ext/Geforc. Minuten:

Menuniveau 3

Verklaring Gebruik dit dialoogvenster om in te stellen hoe lang de unit moet doorwerken onder andere bedrijfsomstandigheden dan bepaald in het weekschema.

aan

0

Ventilatorsnelheid: Normaal

Toont de tijd voor verlengd/geforceerd bedrijf. Toont de ingestelde ventilatorsnelheid. Stel de tijd in waarin de unit in verlengd/geforceerd bedrijf moet werken. Waardebereik: 0-240 minuten. Stel de ventilatorsnelheid voor deze modus in. Kies uit Laag, Nom of Hoog. Standaardwaarde: Nom. Service Weekprogramma Weekprogramma Weekprogramma

Weekprogramma Dag: Per. Per.

1: 2:

Maandag 07:00 16:00 00:00 00:00

Programmeer hoe u de unit wilt laten draaien volgens het weekschema. Er kunnen 2 perioden per dag worden ingesteld. Stel de weekdag en het tijdsinterval in voor de tijd waarin u wilt dat de unit in de modus AAN staat.

Weekprogramma

Ventilatorsnelheid

Ventilatorsnelheid

Aan: laag/nom/hoog Uit: uit/laag/nom/hoog

Gebruik dit dialoogvenster om de AAN- en UIT-functie voor de ventilatoren in het weekschema te bepalen. Stel het AAN-niveau in. Kies uit Laag, Nom of Hoog Standaardwaarde: Nom Stel het UIT-niveau in. Kies uit UIT, Laag, Nom of Hoog. Standaardwaarde: Laag

SAVE VTR 300/B 20834813


27

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Service Vent. snelheid log

Vent.snelheid log

Menuniveau 3

Verklaring Gebruik dit dialoogvenster om te bekijken hoe de ventilatoren hebben gedraaid tijdens de tijd (u) waarin ze ingeschakeld waren.

Niveau: 1–5 Reset: NEE/JA SF: 140 /140 EF: 140 /140

De snelheden worden weergegeven in 5 verschillende niveaus: • Niveau 1: 0% • Niveau 2: 1 – 29% • Niveau 3: 30 – 44% • Niveau 4: 45 – 59% • Niveau 5: 60 – 100% Kies uit de niveaus om de tijd in uren te zien waarin de ventilatoren op de verschillende niveaus ingeschakeld zijn geweest. Reset Ja reset de SF- en EF-tijd in de kolom links voor alle niveaus. De kolom rechts gaat door met vooruit tellen en kan niet worden gereset.

Let op: Fabrieksreset (zie Functies –>Fabrieksreset) heeft geen invloed op deze functie

SAVE VTR 300/B 20834813


28

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Menuniveau 3

Verklaring

Service Functies

Functies

Verwarmer/Koeler

Verwarmer/Koeler

Verwarmer: Geen/Elektrisch/Water Koeler: Geen/Water

Gebruik dit dialoogvenster om de unit in te stellen voor verwarmen en/of koelen. Stel de verwarmer in op Geen, Elektrisch of Water. Stel de koeler in op Geen of Water.

Functies

Vorstbeveiliging

Vorstbeveiliging

Alarmbegr.:

7°C

Geeft de huidig ingestelde alarmbegrenzing vorstbescherming in °C aan voor de geïnstalleerde waterbatterij. Stel de alarmbegrenzing in °C in. Standaardwaarde: 7° C.

Functies

Systeemcurve

Systeemcurve

EF: 1–10 SF: 1–20

Deze functie is bedoeld om de luchthoeveelheid van verschillende systeemdrukken te compenseren. Zie hoofdstuk 6.3

Functies

Ventilatorregeling

Ventilatorregeling

Luchthoeveelheid Snelheid

Ventilatorregeling

EF Luchthoeveelheid l/s

SF

Luchthoeveelheid

Nom

82

82

Hoog

100

100

Laag

49

49

Kies het gewenste type ventilatorregeling. Ventilatorregeling in l/s of % Gebruik dit dialoogvenster om de ventilatorsnelheid in l/s in te stellen. De snelheid kan voor iedere ventilator afzonderlijk worden ingesteld EF: Afvoerventilator, SF: Toevoerventilator Stel de ventilatorsnelheid voor EF en SF voor iedere stap in (Laag, Nom en Hoog).

Ventilatorregeling Luchthoeveelh unit Ventilatorregeling Snelheid

Luchthoeveelh unit

Standaardwaarde: l/s

l/s m3/u Snelheid EF %

SF

Nom

50

50

Hoog

100

100

Laag

25

25

Gebruik dit dialoogvenster om de ventilatorsnelheid in % in te stellen. De snelheid kan voor iedere ventilator afzonderlijk worden ingesteld EF: Afvoerventilator, SF: Toevoerventilator Stel de ventilatorsnelheid voor EF en SF voor iedere stap in (Laag, Nom en Hoog).

SAVE VTR 300/B 20834813


29

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Menuniveau 3

Verklaring

Functies

Handm uit vent.

Handm uit vent.

Toest. handbed. stop J/N

Stel in of het mogelijk moet zijn de ventilatoren in de unit handmatig vanaf het bedieningspaneel uit te schakelen. Kies tussen J en N. Als J is gekozen, kunnen de ventilatoren worden uitgeschakeld door de KEUZEschakelaar naar het lege ventilatorsymbool te draaien

Functies

Analoge ingang

Analoge ingang

1: 2: 3: 4: 5:

SS 20.0 ETS 23.0 Niet gebruikt OT/FPS 20.0 OS 10.5

Toont de analoge ingangen van de actieve temperatuursensoren. SS: Temperatuursensor toevoerlucht. ETS: Temperatuursensor afvoerlucht. OT/FPS: Oververhittingsbeveiligingssensor/ Vorstbeveiligingssensor. OS: Temperatuursensor buitenlucht.

Functies

Analoge uitgang

Analoge uitgang

A01 0,0 A02 7,3 A03 0,0

auto/handm./uit V auto/handm./uit V auto/handm./uit V

Toont de huidige analoge uitgangen in 0-10 V naar warm-/koudwatermotor. Stel AO1(analoge uitgang voor warmwatermotor) in op auto, handm. of uit. Standaardwaarde: auto. Stel AO2 (analoge uitgang voor koudwatermotor) in op auto, handm. of uit. Standaardwaarde: auto. AO3 Niet gebruikt.

Functies

Digitale ingang

Digitale ingang

DI1 DI2 DI3 DI4 DI5 DI6 DI7

AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT

Toont de huidige instelling van de digitale ingangen, AAN of UIT DI1: Ventilatorconfiguratie DI2: Ventilatorconfiguratie DI3: Ventilatorconfiguratie DI4: Verwarmer uitgeschakeld DI5: Ext/Geforc. aan DI6: Rotorsensor DI7: Thuis/verlaten

SAVE VTR 300/B 20834813


30

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Menuniveau 3

Verklaring

Functies

Config DI 1–3 Standaard: 1 SF hoog EF hoog 2 SF laag EF laag 3 SF hoog EF laag

Gebruik dit dialoogvenster om in te stellen hoe u wilt, dat de ventilatoren reageren op 3 verschillende digitale ingangen als ze ingeschakeld zijn (de instellingen in de kolom links zijn voorbeelden).

Config DI 1–3

De potentiaal-vrije schakelaars moeten fysiek worden aangesloten op de klemmen op de hoofdprintkaart om de verschillende functies te verkrijgen. Zie het bedradingsschema voor meer informatie. Stel de toevoerluchtventilator (SF) en de afvoerluchtventilator (EF) afzonderlijk in op uit, laag, nom of hoog voor de digitale ingangen 1-3

SAVE VTR 300/B 20834813


31

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Menuniveau 3

Verklaring

Functies

DI 4–7

DI 4–7

4 5 6 7

DI 4–7 zijn standaard af fabriek ingesteld en kunnen niet door de gebruiker worden gewijzigd. Hieronder volgt een korte beschrijving van iedere functie.

Stop heat Ext aan Rotor Thuis/verlaten

DI4: Maakt het mogelijk de geïntegreerde elektrische naverwarmer uit te schakelen Als de ingang is geactiveerd, is de elektrische naverwarmer gedeactiveerd. DI5: Activeert de functie verlengd/geforceerd bedrijf. De functie negeert de huidige ventilatorsnelheidinstellingen en draait volgens de instellingen in Service-> Ext/Geforc. aan. Kies voor deze functie uit Laag, Nom en Hoog. De input wordt berekend op basis van de signalen van een impulsschakelaar. Als een standaardschakelaar wordt gebruikt, begint het terugtellen van de ingestelde tijd zodra de schakelaar is uitgeschakeld. DI6: Rotorsensor. DI7: Het inschakelen van deze ingang verlaagt het instelpunt voor de toevoerluchttemperatuur met 10 °C. Deze functie wordt gebruikt als het pand langere tijd niet wordt bewoond. Aangeraden wordt DI7 en DI1 of DI3 parallel te verbinden. Als DI7 is geactiveerd, wordt de ventilatorsnelheid op min. gezet. De ventilatorsnelheid wordt ingesteld door DI1/DI3 te configureren.

Let op: De functie “Thuis/verlaten” werkt niet als Waterverwarmer is ingeschakeld.

SAVE VTR 300/B 20834813


32

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Menuniveau 3

Verklaring

Functies

Digitale uitgang

Digitale uitgang

1: 2: 3: 4: 5: 6:

Toont de huidige instelling van digitale uitgangen 1-6 (de instellingen in de kolom links zijn voorbeelden).

SF 67% EF 67% Rot AAN/UIT ALARM J/N Dmp J/N Naverw. J/N

1: SF 67%: De huidig ingestelde snelheid van de toevoerluchtventilator (weergegeven als percentage van de maximum snelheid). 2: EF 67% De huidig ingestelde snelheid van de afvoerluchtventilator (weergegeven als percentage van de maximum snelheid). 3: Toont of de rotor actief is of niet. 4: Alarm J/N: Geeft aan of de alarmmelding is ingeschakeld of niet. 5: Dmp UIT: Buitenlucht-/retourluchtafsluiter is aan of uit. 6: Naverw. J/N: Geeft aan of de elektrische naverwarmer actief is of niet.

Functies

Ontdooien

Ontdooien

Modus 0–5

Functies

Modbus

Modbus

Adres 1 Baud rate 9600/19200 Pariteit Geen/Even/Oneven

Gebruik dit dialoogvenster om in te stellen hoe gevoelig u de ontdooifunctie wilt instellen (zie hoofdstuk 6.5). Informatie over Modbus-communicatie en variabelen is te vinden in de Modbus-gebruikershandleiding voor woonhuis-units in de online catalogus op www.systemair.com.

Functies

Fabrieksreset

Fabrieksreset

Echt resetten?

JA/NEE

Gebruik dit dialoogvenster om terug te gaan naar de fabrieksinstellingen. Stel JA of NEE in

Let op: Hiermee wist u alle persoonlijke instellingen uitgevoerd aan de unit.

SAVE VTR 300/B 20834813


33

Systemair AB

Menuniveau 1

Menuniveau 2

Service Taal

Talen

Menuniveau 3

Verklaring Gebruik dit dialoogvenster om terug te keren om uw lokale taal te kiezen.

Taal NEDERLANDS

Stel de taal in door aan de KEUZEschakelaar te draaien. Service Versies

Toont de huidige softwareversies

Versie SAVE VTR 300/B CD EC Appl. 1.08.00 3.16.00 Boot 1.00.01 1.01.00

Service Alarmen

Let op: De softwareversies zijn bedoeld ter illustratie en kunnen per unit verschillen. Toont de alarmlijst en welke alarmen zijn afgegaan (aangegeven met J). Zie alarmlijst (hoofdstuk 9.4.1)

Alarmen Ventilator J Em T/Vorst N Damp J Pb Fout N Temp N Filter J

9 Service 9.1 Waarschuwingen Gevaar • Controleer of de netvoeding naar de unit is losgehaald, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! • Alle elektrische aansluitingen en onderhoudswerkzaamheden moeten door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving worden verricht.

Waarschuwing • Het systeem moet continu draaien en alleen worden gestopt voor onderhoud/service. • Ook als de netvoeding naar de unit is losgehaald, bestaat nog steeds kans op letsel door draaiende onderdelen die nog niet geheel tot stilstand zijn gekomen. • Let bij het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. • Let erop dat de filters zijn gemonteerd voordat het systeem wordt ingeschakeld. • Dit product mag alleen worden bediend door een persoon met voldoende kennis of opleiding op dit gebied of onder de supervisie van een dergelijk, gekwalificeerd persoon.

SAVE VTR 300/B 20834813


34

Systemair AB

9.2 Interne onderdelen 1 2

16 15

3 4

14

5

13

6 12

7

11 10 8

9

Fig. 11 Interne onderdelen Positie

Beschrijving

1

Montagebeugel

2

Externe aansluitingen

3

Afvoerluchtsensor

4

Oververhittingsbeveiligingssensor

5

Interne elektrische naverwarmer

6

Afvoerluchtfilter

7

Hoofdprintkaart

8

Toevoerluchtventilator

9

Rotormotor en riempoelie

10

Roterende warmtewisselaar

11

Aandrijfriem warmtewisselaar

12

Rotorsensor

13

Toevoerluchtfilter

14

Afvoerluchtventilator

15

Buitenluchtsensor

16

Toevoerluchtsensor

SAVE VTR 300/B 20834813


35

Systemair AB

9.3 Onderdeelbeschrijving 9.3.1 Ventilatoren De ventilatoren hebben externe rotormotoren van het type EC, die traploos en afzonderlijk van 20-100% kunnen worden geregeld. De motorlagers zijn voor de gehele levensduur gesmeerd en onderhoudsvrij. Voor het reinigen kunnen de ventilatoren worden verwijderd, zie "Gebruikershandleiding" voor meer informatie.

9.3.2 Filters De af fabriek geïnstalleerde filters hebben filterkwaliteit F7 voor het toevoerluchtfilter en G3 voor het afvoerluchtfilter. Verontreinigde filters moeten worden vervangen. Nieuwe filtersets zijn bij uw installateur en Systemair verkrijgbaar. Filterkwaliteit G3 kan worden gebruikt voor de toevoerluchtfiltering. Het filtertype is met een label bovenop het filter aangegeven.

Let op: Als filters van het type G3 worden gebruikt in plaats van F7 moet de systeemcurve voor de toevoerventilator (SF) worden aangepast: Voor G3 -filter: 11-20, voor F7-filter: 1–10. Zie hoofdstuk 6.3.

9.3.3 Warmtewisselaar De SAVE VTR 300/B is uitgerust met een roterende warmtewisselaar. De vereiste toevoerluchttemperatuur wordt daarom gewoonlijk gehandhaafd zonder extra warmte toe te voegen. De warmtewisselaar kan voor schoonmaken en onderhoud worden verwijderd, zie "Gebruikershandleiding" voor meer informatie.

9.3.4 Printkaart De hoofdprintkaart regelt de functies en ingestelde temperaturen van de unit. Het is mogelijk externe accessoires aan te sluiten op de klemmen van de printkaart. Dat geldt ook voor communicatie met BMS (Building Management System) of Modbus-communicatie via RS-485. Zie het bedradingsschema voor meer informatie.

9.3.5 Temperatuursensoren Af fabriek zijn vier temperatuursensoren (NTC, 10 kΩ bij 25 °C) in de resp. luchtkamers van de unit geïntegreerd. De sensoren zijn aangesloten op de hoofdprintkaart. Zie het bedradingsschema voor meer informatie.

9.3.6 Elektrische naverwarmingsbatterij De naverwarmingsbatterij zit in de toevoerluchtkamer. De naverwarmer wordt geactiveerd via een relais en schakelt in als de toevoerluchttemperatuur 2 K lager is dan het instelpunt en schakelt uit als een van de volgende omstandigheden van toepassing is: 1. Als de toevoerluchttemperatuur meer dan 2 K boven het instelpunt komt. 2. Als de oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd of als de sensor niet goed werkt. 3. Als de noodthermostaat wordt ingeschakeld of defect is. SAVE VTR 300/B 20834813


36

Systemair AB

4. Als de toevoerluchtsensor een storing vertoont. 5. Als de toevoerluchtventilator niet loopt. 6. Als de verwarmer in het menu op niet actief staat ingesteld.

9.3.7 Resetknop oververhittingsbeveiliging Als de toevoerluchttemperatuur laag is, kan dit erop duiden dat de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd. De oververhittingsbeveiliging kan worden gereset door de resetknop (1) in te drukken.

1

Fig. 12 Resetknop oververhittingsbeveiliging

9.3.8 Naverwarmingsbatterij voor water Een naverwarmingsbatterij voor water (optioneel), verkrijgbaar als accessoire, kan worden geregeld via de analoge uitgang WH (0-10 V DC). De waterverwarmer gebruikt AI 4 voor de vorstbeveiliging. De vorstbeveiligingssensor moet dan een strap zijn op de oppervlaksensor op de retourwaterbuis. Sensortype: TG-A130 De toevoerluchtsensor (SS) bij AI 1 moet worden vervangen door een kanaalsensor die als accessoire verkrijgbaar is. Sensortype: TG-K360. Zie het bedradingsschema voor meer informatie. Alleen elektrische naverwarming of naverwarming voor water is toegestaan, d.w.z. dat als er een naverwarmer voor water wordt geselecteerd, de elektrische naverwarmer wordt gedeactiveerd en vice versa.

Let op: Als een naverwarmingsbatterij voor water is geïnstalleerd, raden wij u aan ook een buitenluchtafsluiter met een veerteruggangmotor te installeren.

9.3.9 Waterkoeler Een waterkoeler (optioneel) is als accessoire verkrijgbaar en kan worden geregeld via de unit. Als een waterkoeler is geïnstalleerd, moet de toevoerluchtsensor (SS) bij AI 1 worden vervangen door een kanaalsensor die als accessoire verkrijgbaar is. Sensortype: TG-K360. Zie het bedradingsschema voor meer informatie.

SAVE VTR 300/B 20834813


37

Systemair AB

9.4 Oplossen van problemen Een alarm wordt aangeduid met een waarschuwingsdriehoek met tekst in het display. Draai de menuschakelaar naar de waarschuwingsdriehoek en druk twee keer op Bevestigen om het alarm te bekijken.

Mochten er zich problemen voordoen, controleer dan de hieronder vermelde opties voordat u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Probleem

Maatregel

Ventilatoren starten niet

1. Controleer het display op alarmberichten. 2. Controleer de zekering van de netvoeding in de verdeelkast van het pand en of alle snelkoppelingen in de unit zijn aangesloten (snelkoppelingen voor toevoer- en afvoerluchtventilatoren). 3. Controleer of het weekprogramma AAN is. Het weekprogramma kan UIT zijn met de ventilatorsnelheid op UIT (hoofdstuk 6.6) 4. Controleer of een van de digitale ingangen 1-3 (DI 1-3) actief is en is uitgeschakeld. Dit zou, afhankelijk van de opstelling, een of beide ventilatoren dwingen te stoppen (hoofdstuk 8.5).

Verminderde luchthoeveelheid

1. Controleer het display op alarmberichten. 2. Controleer de instelling van de ventilatorsnelheid in het bedieningspaneel (hoofdstuk 6.1.1). 3. Controleer het weekprogramma (hoofdstuk 6.6). 4. Controleer of een van de digitale ingangen 1-3 (DI 1-3) actief is en is uitgeschakeld. Dit zou, afhankelijk van de opstelling, een of beide ventilatoren dwingen te stoppen (hoofdstuk 8.5). 5. Controleer de filters. Moeten de filters worden vervangen? 6. Controleer de openingen/roosters. Moeten de openingen/roosters worden schoongemaakt? 7. Controleer de ventilatoren en het warmtewisselaarblok. Schoonmaken nodig? 8. Controleer of de luchtinlaat van het pand en de dakeenheid (uitlaat) verstopt zijn. 9. Controleer zichtbare kanaalopeningen op schade en/of het opbouwen van stof/vervuiling.

De unit kan niet worden geregeld (regelfuncties zitten vast)

1. Reset de regelfuncties door de netvoedingstekker er 20-30 seconden uit te trekken. 2. Controleer de aansluiting van het modulaire contact tussen het bedieningspaneel en de hoofdprintkaart.

SAVE VTR 300/B 20834813


38

Systemair AB

Lage toevoerluchttemperatuur

1. Controleer het display op alarmberichten. 2. Controleer de ingestelde toevoerluchttemperatuur in het bedieningspaneel. 3. Controleer de analoge ingangen in het servicemenu om te controleren of de temperatuursensoren ok zijn (hoofdstuk 8.5). Ga naar Functies > Analoge ingang en controleer de temperatuurwaarden op de temperatuursensoren. 4. Controleer of de thermostaat van de oververhittingsbeveiliging nog functioneert. Reset, indien nodig, door de resetknop in te drukken. Zie hoofdstuk 9.3.7. 5. Controleer of digitale ingang 4 (DI 4) is uitgeschakeld. Dit zou de elektrische naverwarmingsbatterij kunnen doen uitschakelen (hoofdstuk 8.5). 6. Controleer of het afvoerfilter moet worden vervangen. 7. Bij erg lage buitentemperaturen kan een elektrische voorverwarmingsbatterij nodig zijn. Deze zijn als accessoire verkrijgbaar. Bij erg lage buitentemperaturen kan een elektrische voorverwarmingsbatterij nodig zijn. Deze zijn als accessoire verkrijgbaar. 8. Controleer de balans tussen de toevoer- en afvoerlucht

Geluid/trillingen

1. Maak de ventilatorwaaiers schoon. 2. Controleer of de schroeven van de ventilatoren goed vastzitten. 3. Controleer of de trillingsdempers onderop de unit zijn gemonteerd.

9.4.1 Alarmlijst Alarm

Verklaring

Ga als volgt te werk

Ventilator

Duidt op een fout in de toevoerof afvoerluchtventilator.

Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. Controleer of de snelkoppelingen voor beide ventilatoren zijn aangesloten. Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop.

Em T/Vorst

Duidt op een geactiveerde vorstbeveiliging (als een verwarmingsbatterij voor water is geïnstalleerd) of een geactiveerde oververhittingsbeveiliging (als een elektrische naverwarmingsbatterij is geïnstalleerd).

Een geactiveerd vorstbeveiligingsalarm resulteert erin dat: • Beide ventilatoren stoppen. • Buitenlucht- en afvoerluchtafsluiters sluiten. • Waterklep opent volledig (10 V signaal naar de motor). De unit zal herstarten zodra de watertemperatuur +5 °C boven de ingestelde vorstbeveiligingstemperatuur uitkomt. Een geactiveerde oververhittingsbeveiliging toont een alarm in het bedieningspaneel. Reset door de resetknop in te drukken. Zie hoofdstuk 9.3.7. Neem contact op met uw installateur of plaats van aankoop als het probleem zich blijft voordoen.

SAVE VTR 300/B 20834813


39

Systemair AB

Alarm

Verklaring

Ga als volgt te werk

Rotor

Duidt op een defect in de rotor.

Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. • Als de roterende warmtewisselaar is gestopt. Controleer de rotorriem. Zie hoofdstuk 9.5 • Controleer terwijl de warmtewisselaar nog draait of de snelaansluiting van de sensor is aangesloten en of er een luchtspleet van 5-10 mm tussen de sensor en de magneet zit. Stel de spleet af, indien nodig. Als het alarm blijft bestaan, is de rotorsensor mogelijk defect. Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop.

Alarm PB mislukt

Fout in verband met relaiskaart voor elektrische naverwarmer (indien geïnstalleerd en geactiveerd).

Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond.

Defect in een of meerdere temperatuursensoren.


Tijd tot aan het wisselen van het filter.


De verwarmer schakelt niet in.

Wacht 10-15 min. als ET2 is geactiveerd. Neem contact op met uw installateur of plaats van aankoop De als het probleem zich blijft voordoen. oververhittingsbeveiligingssensor, automatische reset (ET2) kan zijn geactiveerd door een hoge temperatuur. Temp.

Filter

Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop.

Wissel het filter volgens de instructies in de gebruikershandleiding.

SAVE VTR 300/B 20834813


40

Systemair AB

9.5 Aandrijfriem rotor vervangen Gevaar • Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht!

Waarschuwing Kans op letsel! De warmtewisselaar weegt ca. 14 kg. Het risico bestaat dat de warmtewisselaar uit de unit valt. Zorg ervoor dat er geen kleine kinderen onder de unit staan als de warmtewisselaar wordt verwijderd! Zie hoofdstuk 9.4.1 als de alarmmelding Rotor wordt getoond. De rotoraandrijfriem kan zijn beschadigd of gebroken.

1

Fig. 13 Rotoraandrijfriem De vervangende aandrijfriem (1) is verstelbaar en wordt geleverd met een nippel aan één kant. 1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen. 2. Open het luik aan de voorkant. 3. Verwijder de kapotte aandrijfriem. 4. Bevestig de aandrijfriem met tape op de roterende warmtewisselaar en draai de aandrijfriem met de hand op de wisselaar. 5. Verwijder de tape en trek de “lege” kant op de nippel. 6. Druk de einden stevig op elkaar en zet de nippel vast. 7. Trek de aandrijfriem op de riempoelie en draai de wisselaar met de hand. Controleer of de riempoelie draait.

Let op: Als de aandrijfriem slipt, kan de riem te lang zijn en moet deze worden ingekort. Knip de aandrijfriem 5 mm af en ga naar stap 6. 8. Plaats het luik aan de voorkant terug, zet het weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding. 9. Controleer of de alarmmelding is verdwenen uit het bedieningsdisplay.

Let op: Als het alarm blijft bestaan, moet de rotorsensor worden gecontroleerd.

SAVE VTR 300/B 20834813


41

Systemair AB

9.6 Typeplaatje Noteer de specificatie en het productnummer vermeld op het typelabel op de zijkant van de unit, naast de externe aansluitingen, voordat u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger.

1

S AVE VTR300 220/240V~

5A

50/60 Hz

M 2x88W M

1670 W 1846W

IP2 4

S e ria l.no: 123456/654321-0001/130117

2

3

4

5

Fig. 14 Typeplaatje Positie

Beschrijving

1

Productcode (productspecificatie)

2

Productnummer

3

Productiebestelnummer

4

Volgnummer

5

Productiedatum (JJ.MM.DD)

SAVE VTR 300/B 20834813


42

Systemair AB

SAVE VTR 300/B 20834813


43

Systemair AB

lastpage

Systemair AB behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving de inhoud van deze handleiding te wijzigen en te verbeteren.

SE-739 30 Skinnskatteberg, Sweden Phone +46 222 440 00 Fax +46 222 440 99 www.systemair.com

20834813

Installatie en service

Recommend Documents