SAVE VSR 300/500
00
00 Installatie en service Systemair kan niet aansprakelijk of garant worden gesteld als deze instructies niet worden gevolgd tijdens de installatie of service. © 2014 Copyright Systemair AB Systemair AB kan niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, brochures en ander drukwerk. Systemair AB behoudt het recht voor producten zonder kennisgeving aan te passen. Dit geldt ook voor producten die reeds besteld zijn, mits dergelijke aanpassingen mogelijk zijn zonder gevolgen in de reeds overeengekomen specificaties. Alle rechten voorbehouden.
Document vertaald uit het Engels
20811513-NL 22-10-2014 A005
Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring............................................................................................................... 1 2 Waarschuwingen ....................................................................................................................... 2 3 Over dit document ..................................................................................................................... 2 4 Productinformatie....................................................................................................................... 2 4.1 Algemeen ........................................................................................................................ 2 4.2 Transport en opslag.......................................................................................................... 3 4.3 Technische gegevens ....................................................................................................... 3 5 Installatie................................................................................................................................... 4 5.1 Uitpakken ........................................................................................................................ 4 5.2 Waar/hoe te installeren ..................................................................................................... 5 5.3 Installatieprocedure .......................................................................................................... 5 5.4 Condensafvoer................................................................................................................. 6 5.5 Externe aansluitingen op de unit........................................................................................ 6 6 In bedrijf stellen ......................................................................................................................... 7 6.1 Bedieningspaneel............................................................................................................. 7 6.2 Opstartwizard................................................................................................................... 9 6.3 Systeemcurven ................................................................................................................13 6.4 Instellingen luchthoeveelheid ............................................................................................16 6.5 Ontdooiniveau instellen.....................................................................................................18 6.6 Weekschema programmeren ............................................................................................20 6.7 Ext/Geforc. aan................................................................................................................21 6.8 Extra functies ...................................................................................................................21 6.9 Elektrische aansluitingen ..................................................................................................22 6.10 Externe aansluitingen op de printkaart .............................................................................24 7 Voorafgaand aan het opstarten van het systeem..........................................................................24 8 Bediening ..................................................................................................................................25 8.1 Instellen van de temperatuur .............................................................................................25 8.2 Handmatige instelling van de luchthoeveelheid...................................................................25 8.3 Handmatige en automatische zomerstand..........................................................................25 8.4 Koudeterugwinning...........................................................................................................26 8.5 Overzicht servicemenu .....................................................................................................26 9 Service......................................................................................................................................37 9.1 Waarschuwingen..............................................................................................................37 9.2 Interne onderdelen ...........................................................................................................38 9.3 Onderdeelbeschrijving ......................................................................................................39 9.4 Oplossen van problemen ..................................................................................................41 9.5 Alarmlijst..........................................................................................................................43 9.6 Aandrijfriem rotor vervangen .............................................................................................44
1 Conformiteitsverklaring De fabrikant Systemair AB Industrivägen 3 SE-739 30 Skinnskatteberg, Zweden Kantoor: +46 222 440 00 Fax: +46 222 440 99 www.systemair.com verklaart hierbij dat het volgende product: warmteterugwinningsunit: SAVE VSR 300/500 (De verklaring is uitsluitend van toepassing op de staat van het product bij levering en installatie in de faciliteit volgens de meegeleverde installatie-instructies. De verzekering dekt geen toegevoegde onderdelen of acties die na levering aan het product zijn uitgevoerd.) In overeenstemming is met alle van toepassing zijnde eisen, zoals bepaald in de volgende richtlijnen: • Machinerichtlijn 2006/42/EG • Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG • EMC-richtlijn 2004/108/EG De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast in de betreffende onderdelen: EN ISO 12100:2010
Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicobeperking
EN 13857
Veiligheid van machines – Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door de bovenste en onderste ledematen
EN 60 335-1
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen
EN 60 335-2-40
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 2-40: Bijzondere eisen voor warmtepompen, luchtbehandelingstoestellen en ontvochtigers
EN 62233
Meetmethoden voor elektromagnetische velden van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen met het oog op menselijke blootstelling
EN 50 106:2007
Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke toestellen – Regels voor routinebeproevingen voor toestellen binnen het gebruiksbereik van EN 60 335-1 en EN 60967
EN 61000-6-2
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-2: Generieke normen – Immuniteit voor industriële omgevingen
EN 61000-6-3
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-3: Algemene normen – Emissienormen voor huishoudelijke, handels- en lichtindustriële omgevingen
De complete technische documentatie is beschikbaar. Skinnskatteberg, 22-10-2014
Mats Sándor Technical Director
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
1
Systemair AB
2 Waarschuwingen De volgende waarschuwingen komen in de verschillende hoofdstukken van dit document aan bod:
Gevaar • Controleer of de netvoeding naar de unit is losgehaald, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! • Alle elektrische aansluitingen en onderhoudswerkzaamheden moeten door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving worden verricht.
Waarschuwing • Het systeem moet continu draaien en alleen worden gestopt voor onderhoud/service. • De installatie van de unit en het complete ventilatiesysteem moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving. • Let bij de montage en het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. • Ook als de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, bestaat nog steeds kans op letsel door draaiende onderdelen die nog niet geheel tot stilstand zijn gekomen. • Let erop dat de filters gemonteerd zijn voordat de unit gestart wordt. • Dit product mag alleen worden bediend door een persoon met voldoende kennis of opleiding op dit gebied of onder de supervisie van een dergelijk, gekwalificeerd persoon.
Pas op • Sluit geen droogtrommels aan op het ventilatiesysteem. • Kanaalverbindingen/kanaaleinden dienen tijdens opslag en installatie te worden afgedekt.
3 Over dit document Deze installatiehandleiding betreft luchtbehandelingsunit type SAVE VSR 300/500 , gefabriceerd door Systemair AB. De handleiding bevat naast algemene informatie aanbevelingen t.a.v. ontwerp, installatie, opstarten en bediening die dienen te worden gevolgd om een correcte en storingsvrije bediening van de unit te garanderen. Om de unit correct en veilig te bedienen, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen, de unit volgens de gegeven richtlijnen te gebruiken en alle veiligheidseisen te volgen.
4 Productinformatie 4.1 Algemeen De SAVE VSR 300/500 is een warmteterugwinningsunit met een ingebouwde roterende warmtewisselaar. De SAVE VSR 300/500 is geschikt voor woningen met maximaal 240/360 m2 verwarmd woongebied. De SAVE VSR 300/500 voorziet woon- en verblijfsruimten van gefilterde buitenlucht en voert uit badkamer, keuken en natte ruimtes de lucht af.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
2
Systemair AB
4.2 Transport en opslag De SAVE VSR 300/500 moet zo worden opgeslagen en getransporteerd, dat deze tegen fysieke schade wordt beschermd, die schadelijk is voor panelen enz. Het systeem moet worden afgedekt zodat stof, regen en sneeuw niet binnen kunnen dringen en schade kunnen veroorzaken aan de unit en de onderdelen. Voor een eenvoudig transport wordt de unit in één stuk met alle benodigde onderdelen in plastic verpakt op een pallet geleverd.
4.3 Technische gegevens 4.3.1 Afmetingen en gewicht 1120 1040
K1
øM(x4)
J2
L2
F2 F1
K2
H2
H1
L1
G3
G2 G1
J1
Fig. 1 Afmetingen en gewicht Maten in mm en gewicht in kg. Model
F1
F2
G1
G2
H1
H2
J1
J2
K1
K2
L1
L2
øM
G3
Gewicht
VSR 300
578
598
461
505
231
188
307
112
160
177
281
136
160
392
61
VSR 500
628
648
551
595
276
178
345
123
207
208
276
179
200
482
72
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
3
Systemair AB
4.3.2 Kanaalaansluitingen
Fig. 2 Kanaalaansluitingen Symbool Beschrijving
Symbool Beschrijving
Toevoerlucht
Buitenlucht
Retourlucht
Afvoerlucht
4.3.3 Energieverbruik en zekeringgrootte SAVE VSR 300/500 wordt geleverd met 1670 W geïnstalleerde naverwarmingsbatterij. Model
VSR300
Naverwarming
VSR500 1670 W
Ventilatoren
166 W
338 W
Totaal energieverbruik
1836 W
2008 W
10 A
13 A
Zekering
5 Installatie In dit gedeelte wordt beschreven hoe de unit correct geïnstalleerd wordt. Om zeker te zijn van een juist en storingsvrij functioneren, is het belangrijk dat de unit overeenkomstig deze instructies wordt geïnstalleerd.
5.1 Uitpakken Controleer voorafgaand aan de installatie of alle bestelde onderdelen zijn geleverd. Eventuele afwijkingen moeten worden gemeld bij de leverancier van uw Systemair vestiging.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
4
Systemair AB
5.2 Waar/hoe te installeren De SAVE VSR 300/500 moet bij voorkeur in een aparte ruimte worden geïnstalleerd (zoals een opbergruimte, bijkeuken enz.), maar kan ook op een zolder worden geïnstalleerd. Houd bij het kiezen van de installatiepositie rekening met het feit dat de unit regelmatig moet worden onderhouden. Vloerplaten moeten tot aan en onder de unit doorlopen. Verlichting en netvoeding moet worden geïnstalleerd. Houd voldoende ruimte aan voor het kunnen verwijderen van inspectieluiken en hoofdonderdelen uit de unit. De SAVE VSR 300/500 wordt geleverd met ca. 1 m kabel en een stekker voor een 230 V, eenfasige, geaarde aansluiting. De buitenluchtinlaat wordt bij voorkeur op de noord- of oostwand van het pand geïnstalleerd waarbij voldoende ruimte moet worden aangehouden tot de afvoeren van ventilatielucht, afzuigkap, centraal vacuümsysteem, afvalwaterdrainage en andere vervuilende bronnen, zoals uitlaatgassen van verkeer enz. Afvoerlucht moet bij voorkeur via een dakunit worden afgevoerd naar buiten waarbij voldoende afstand wordt aangehouden tot buitenluchtinlaten, ramen enz.
Let op: Als de doorgang naar de installatielocatie nauw is, moeten de zijpanelen en steunbeugels van de zijpanelen worden verwijderd.
5.3 Installatieprocedure 1. Let erop dat de ondergrond vlak en waterpas is en het gewicht van de unit kan dragen. Volg bij de installatie de lokale wet- en regelgeving. 2. Plak de bijgeleverde, zelfhechtende trillingsdempers op de unit.
Monteer ze volgens de bijgeleverde Trillingsdemper, beknopte handleiding. 3. Zet de unit op zijn plaats.
Waarschuwing Let bij de montage en het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. Houd bij de montage rekening met het gewicht van de unit! 4. Sluit de unit aan op het kanaalsysteem. Zorg ervoor dat alle benodigde accessoires worden gebruikt voor een functionele ventilatieoplossing.
Waarschuwing De installatie van de unit en het complete ventilatiesysteem moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
5
Systemair AB
5.4 Condensafvoer Over het algemeen is voor roterende warmtewisselaars onder droge omstandigheden geen condensafvoer nodig. Als in de woning veel vochtige lucht aanwezig is, is een condensafvoer echter wel nodig. De afvoeraansluiting is als accessoire verkrijgbaar en kan apart worden besteld.
Let op: Bij levering is de afvoeraansluiting aangesloten op de bodem van de unit. Om de afvoer te gebruiken: til de unit op van de grond, verwijder de rubberen afdichting en sluit de waterslang aan. Sluit de waterslang aan op het afvoerputje. Het water kan niet direct in het afvoerputje worden geleid zonder een sifon.
5.5 Externe aansluitingen op de unit Twee van de aansluitingen op de hoofdprintkaart zijn bedraad naar contacten op de behuizing van de unit: • aansluiting op een extern bedieningspaneel via een modulaire connector. Max. kabellengte: 50 m. Kabeltype: Platte 4-draads CEC telefoonkabel. • aansluiting op DI 3 met de mogelijkheid om de ventilatorsnelheden individueel te configureren via een potentiaalvrije aan/uit-schakelaar
1
2
3
4
1. Aansluiting naar DI 3 via een aan/uit-schakelaar 2. Aansluiting op het bedieningspaneel 3. Kabelwartels 4. 230 V kabel
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
6
Systemair AB
6 In bedrijf stellen Sluit de unit elektrisch aan op de netvoeding met de bijgeleverde stekker.
6.1 Bedieningspaneel Sluit de unit elektrisch aan op de netvoeding met de bijgeleverde stekker en controleer of het systeem correct opstart. Het bedieningspaneel wordt gebruikt om de noodzakelijke instellingen te doen. Er kan een extern bedieningspaneel bovenop de unit worden aangesloten. Hieronder wordt het bedieningspaneel weergegeven, inclusief een beknopte beschrijving.
1
3
2
4
Fig. 3 Bedieningspaneel Positie
Beschrijving
Verklaring
1
Display
Geeft symbolen, menu's en instellingen weer
2
KEUZE schakelaar
Blader door de menulijsten of wijzig instellingen en waarden door de schakelaar naar links of rechts te draaien
3
ENTER-knop
VOER menukeuzes of instellingen met een druk op de knop IN
4
RETURN-knop
Ga binnen het menu een stap TERUG of annuleer een geïnitieerde parameterwijziging en herstel de originele waarde met een druk op de knop
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
7
Systemair AB
6.1.1 Symbolen op het display Symbool
19 °C
Beschrijving
Verklaring
Temp
Toont het huidige instelpunt voor toevoerluchttemperatuur (van volledig leeg tot geheel gevuld symbool). Draai de KEUZE schakelaar om de temperatuur te kiezen.
Te m p
Druk op ENTER om de instelling op te slaan. Luchthoeveelheid
Toont de huidige luchthoeveelheid. De luchthoeveelheid kan handmatig in 5 stappen worden ingesteld: Uit, Laag, Nom, Hoog en Auto. Draai de KEUZE schakelaar om de luchthoeveelheid te kiezen.
Airflow
Druk op ENTER om de instelling op te slaan.
A. Ventilatie uit.1 B. Ventilatie laag: Kan worden gebruikt als het pand voor langere tijd wordt verlaten C. Ventilatie normaal: Voorziet onder normale omstandigheden in de benodigde luchtverversing. D. Ventilatie maximaal: Vergroot de luchthoeveelheid, indien nodig. E. Als de vraaggestuurde regeling is geactiveerd, moeten de ventilatoren in de automatische stand gaan en de ventilatie reguleren in overeenstemming met de voorinstellingen voor de vraaggestuurde regeling. Service
Druk op ENTER om het servicemenu te openen.
Alarm
Druk op ENTER om de alarmlijst te openen.
Service
Alarm
1.
De ventilator kan worden UITgezet door “Handm uit vent.” in te schakelen. Zie “Overzicht servicemenu” onder “Functies”.
Waarschuwing Het activeren van “Handm uit vent.” (zet ventilator UIT) wordt afgeraden in standaard huishoudens.Als “Handm uit vent.” wordt geactiveerd, moet de unit bij voorkeur worden voorzien van afsluiters in de uitlaatluchtkanalen en kanalen voor frisse lucht om koude trek en condensatie te voorkomen als de unit stilstaat.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
8
Systemair AB
6.2 Opstartwizard De Opstartwizard is een stapsgewijze configuratietool die automatisch start als de SAVE VSR 300/500 de eerste keer wordt gestart of als: • een fabrieksreset wordt gedaan • een nieuwe printkaart wordt geïnstalleerd (reserveonderdeel) In dit geval moet het type unit worden ingevoerd ( SAVE VSR 300/500 ) De luchthoeveelheid kan in de opstartwizard met de Ventilatorregeling in l/s, m3/u of een percentage worden ingesteld. • Als Luchthoeveelheid Systeemcurve wordt gekozen, worden de instellingen l/s en m3/u gebruikt en zijn de systeemcurven geselecteerd. • Als Luchthoeveelheid % wordt gekozen, worden de instellingen in een percentage uitgedrukt. Systeemcurven zijn niet kiesbaar.
6.2.1 Procedure 1. Draai de KEUZE schakelaar om de taal te kiezen en druk op ENTER
Talen Taal NEDERLANDS
2. Kies het type unit. Deze optie wordt alleen getoond als een nieuwe printkaart is geïnstalleerd (reserveonderdeel) of als een fabrieksreset is gedaan.
Type SAVE VSR 300/500
3. Stel datum en tijd in
Tijd/Datum JJ/MM/DD Datum:
12/09/12
Tijd: 10:00 Weekdag: zaterdag 4. Kies verwarmer: Geen/Elektrisch/Water
Verwarming
Let op:
Voorverwarming: JA/NEE Naverwarming: Geen/Elektrisch/Water
Deze optie wordt alleen getoond na een fabrieksreset, zie hoofdstuk 6.2.2, of als er een nieuwe printkaart is geïnstalleerd.
Let op: De voorverwarming is alleen beschikbaar op de VTC200.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
9
Systemair AB
5. Ventilatorregeling. Draai de KEUZE schakelaar om het gewenste type ventilatorregeling te kiezen, Systeemcurve (l/s) of percentage(%) en druk op ENTER.
Ventilatorregeling, luchthoeveelheid Systeemcurve EF: 1–10 SF: 1–20
Stel in bedrijf met %, zie stap 7.
Let op: Systeemcurven zijn niet kiesbaar als (%) is gekozen.
Let op: Zie hoofdstuk 6.3 voor meer informatie, voordat de systeemcurve wordt ingesteld. Deze functie is in de unit geïmplementeerd om de luchthoeveelheid van verschillende systeemdrukken te compenseren. Toevoerventilator (SF): Totaal waardebereik: 1–20. Voor G3 -filter: 11-20, voor F7-filter: 1-10. Standaardcurve VSR300: 3 Standaardcurve VSR500: 3 Afvoerventilator (EF): Waardebereik: 1–10 Standaardcurve VSR300: 3 Standaardcurve VSR500: 3
Let op: De af fabriek geïnstalleerde filters hebben filterkwaliteit F7 voor het toevoerluchtfilter en G3 voor het afvoerluchtfilter. Luchtfilters zijn accessoires en verkrijgbaar bij de installateur of Systemair. Het filtertype is met een label bovenop het filter aangegeven. 6. Hier kan de Normaal/Hoog/Laag luchthoeveelheid voor de afvoerventilator (EF) en toevoerventilator (SF) worden gewijzigd. Luchthoeveelheid in l/s. Druk na het instellen op ENTER.
VSR300: Luchthoeveelheid l/s EF
SF
Nom
70
70
Hoog
88
88
Laag
42
42
VSR500:
SAVE VSR 300/500 20811513
Luchthoeveelheid l/s EF
SF
Nom
105
105
Hoog
146
146
Laag
63
63
Installatie en service
10
Systemair AB
EF
SF
7. Hier kan de Normaal/Hoog/Laag luchthoeveelheid voor de afvoerventilator (EF) en toevoerventilator (SF) worden gewijzigd. Luchthoeveelheid in %. Systeemcurven niet kiesbaar.
VSR300 en VSR500:
Druk na het instellen op ENTER.
Luchthoeveelheid %
SAVE VSR 300/500 20811513
Nom
50
50
Hoog
100
100
Laag
25
25
Installatie en service
11
Systemair AB
6.2.2 Fabrieksreset uitvoeren Hoe voert u een fabrieksreset uit, indien nodig: 1. Open het servicemenu door het servicesymbool in het display te kiezen en druk op ENTER.
Service
2. Ga naar Wachtwoord en voer het wachtwoord in, standaard 1111
Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE
Gebruik voor elk cijfer de KEUZE schakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop ENTER. Kies NEE om het systeem niet te vergrendelen. 3. Ga naar Functies en kies Fabrieksreset
Functies Fabrieksreset
4. Draai aan de KEUZE schakelaar tot JA wordt getoond en druk op ENTER.
Fabrieksreset Echt resetten?
5. In het displayvenster wordt GEACCEPTEERD getoond
JA/NEE
GEACCEPTEERD
6. De opstartwizard start na ca. 10 seconden
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
12
Systemair AB
6.3 Systeemcurven Een systeem heeft verschillende drukken nodig bij verschillende luchthoeveelheden, wat kan worden aangegeven met een systeemcurve. Het punt waar de systeemlijn en de ventilatorlijn elkaar kruisen, is het werkpunt van de unit. Het toont de luchthoeveelheid die het systeem gaat hebben. Iedere verandering van de druk van het ventilatiesysteem leidt tot een nieuwe systeemcurve. Als u ervoor kiest de inbedrijfstelling uit te voeren met l/s of m3/u, moet u de druk van het systeem weten om de geschikte systeemcurve te kunnen kiezen.
6.3.1 VSR300 Toevoerlucht, F7 type filter 700
10V 10
600
9 500
8 6,9V
7
400 Pa
6 300
5 4
4,9V
200
3 100
2
2,8V
1 0 0
20
40
60
80
100
120
l/ s
Fig. 4 Systeemcurven toevoerlucht, F7-filter
6.3.2 VSR300 Toevoerlucht, G3 type filter 700
10V 20
600
19 500
18 6,9V
17
400 Pa
16 300
15 14
4,9V
200
13 100
12
2,8V
11 0 0
20
40
60
80
100
120
l/ s
Fig. 5 Systeemcurven toevoerlucht, G3 -filter
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
13
Systemair AB
6.3.3 VSR300 Afvoerlucht, G3 type filter 700
10V 600
10 9
500
8 7
6,9 V
400 Pa
6 300
5 4
4,9 V
200
3 2
100
2,8 V
1
0 0
20
40
60
80
100
120
l/ s
Fig. 6 Systeemcurven afvoerlucht, G3 -filter
6.3.4 VSR500 Toevoerlucht, F7 type filter 700
10
10V
9
8
600
6,9 V 7 500
6 400 Pa
5 5,1 V
300
4 3
200
2 2,9 V
100
1
0 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
l/ s
Fig. 7 Systeemcurven toevoerlucht, F7-filter
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
14
Systemair AB
6.3.5 VSR500 Toevoerlucht, G3 type filter 700
20
10V
19
18
600
6,9V 17 500
16 400 Pa
15 5,1V
300
14 13
200
12
2,9V
100
11 0 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
l/ s
Fig. 8 Systeemcurven toevoerlucht, G3 -filter
6.3.6 VSR500 Afvoerlucht, G3 type filter 700
10
9
10V
600
8
6,9 V
7
500
6 400 Pa
5 5,1 V
300
4 3
200
2
2,9 V
100
1 0 0
50
100
150
200
250
l/ s
Fig. 9 Systeemcurven afvoerlucht, G3 -filter
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
15
Systemair AB
6.4 Instellingen luchthoeveelheid De luchthoeveelheid kan worden ingesteld in l/s, m3/u of een percentage. • Als Luchthoeveelheid Systeemcurve wordt gekozen, worden de instellingen l/s en m3/u gebruikt en zijn de systeemcurven geselecteerd. • Als Luchthoeveelheid % wordt gekozen, worden de instellingen in een percentage uitgedrukt. Systeemcurven zijn niet kiesbaar. De luchthoeveelheid kan in vijf stappen worden ingesteld; uit, laag, normaal, hoog en auto. Deze instellingen regelen de uitgangsignalen naar de toevoer- en afvoerventilatoren. Af fabriek is iedere snelheidsstap als volgt ingesteld: VSR300
VSR500
• Uit: 0 l/s
• Uit: 0 l/s
• Laag: 42 l/s
• Laag: 63 l/s
• Nom: 70 l/s (bij ca. 90 Pa).
• Nom: 105 l/s (bij ca. 90 Pa).
• Hoog: 88 l/s
• Hoog: 146 l/s
• Auto: In de automatische stand reguleren de ventilatoren de ventilatie in overeenstemming met de voorinstellingen voor de vraaggestuurde regeling.
• Auto: In de automatische stand reguleren de ventilatoren de ventilatie in overeenstemming met de voorinstellingen voor de vraaggestuurde regeling.
Deze niveaus kunnen worden gewijzigd in het serviceniveau. Zie “Overzicht servicemenu” (hoofdstuk 8.5) onder “Functies”.
Let op: Het activeren van “Handm uit vent.” (zet ventilator UIT) wordt afgeraden in standaard huishoudens. Als “Handm uit vent.” wordt geactiveerd, moet de unit bij voorkeur worden voorzien van afsluiters in de uitlaatluchtkanalen en kanalen voor frisse lucht om koude trek en condensatie te voorkomen als de unit stilstaat. De ventilator kan worden UITgezet door “Handm uit vent.” in te schakelen. Zie “Overzicht servicemenu” (hoofdstuk 8.5) onder “Functies”. Zie het luchthoeveelheidschema hieronder om een beeld te krijgen van hoe de luchthoeveelheid overeenkomt met iedere spanningsuitgang. Er wordt een ventilatorprestatieschema getoond waarop de prestatielijnen van de toevoerlucht en afvoerlucht te zien zijn.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
16
Systemair AB
6.4.1 Instellen van de luchthoeveelheid 1. Ga met de KEUZEschakelaar naar het servicemenu 2. Open het serviceniveau door het wachtwoord in te voeren, standaard 1111. Gebruik voor elk cijfer de KEUZE schakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop ENTER. Kies "NEE" om het systeem niet te vergrendelen. 3. Ga naar: Functies
Service
Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE
Kies: Ventilatorregeling
Functies —> Ventilatorregeling 4. Draai de KEUZE schakelaar om het gewenste type ventilatorregeling te kiezen, Systeemcurve (l/s) of percentage (%) en druk op ENTER. Ventilatorregeling op basis van Luchthoeveelheid %, zie stap 7. 5. Ventilatorregeling op basis van luchthoeveelheid l/s. Druk na het instellen op ENTER.
Ventilatorregeling Luchthoeveelheid %
Ventilatorregeling Luchthoeveelheid Systeemcurve
Systeemcurve kiezen. Systeemcurve kiezen.
SF: 3
EF: 3
6. Druk op RETURN zodra de systeemcurves zijn ingesteld en ga naar Luchthoeveelheid l/s of m3/u.
VSR300:
EF
Druk na het instellen op ENTER.
SF
Luchthoeveelheid l/s Nom
70
70
Hoog
88
88
Laag
42
42
VSR500: Luchthoeveelheid l/s Nom
105
105
Hoog
146
146
Laag
63
63
7. Ventilatorregeling op basis van Luchthoeveelheid %
VSR300:
EF
SF
Druk na het instellen op ENTER.
Snelheid % Nom
50
50
Hoog
100
100
Laag
25
25
VSR500:
EF
SF
Nom
50
50
Hoog
100
100
Laag
25
25
Snelheid %
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
17
Systemair AB
6.5 Ontdooiniveau instellen De unit is voorzien van een automatische ontdooifunctie die wordt geactiveerd als er een kans op ijsvorming bestaat in het gebied rond de warmtewisselaar. De instelling getoond in tabel 1 is bepalend voor het niveau van ontdooien. Af fabriek is de ontdooistand ingesteld op 0.
Let op: De warmtewisselaar moet bestand zijn tegen lage buitentemperaturen, maar denk eraan dat de ontdooistand bij kans op bevriezing een onderdruk in het pand opwekt. Als de kachel aan is, kan er door de onderdruk bij het ontdooien rook de kamer worden ingetrokken.
Tabel 1: Ontdooiniveaus Niveau van Ontdooistandluchtvochtigheid
Relatieve luchtvochtigheid binnen1
0
Beschrijving
Ontdooien is uitgeschakeld.
Let op: Deze instelling is niet mogelijk voor units uitgerust met tegenstroomwarmtewisselaars. 1
Min
<20%
Droge gebieden, zoals opslagruimten met weinig mensen of industriële gebouwen die geen water gebruiken in hun productieprocessen.
2
Laag
30-40%
Kantoorgebouwen
3
Medium
41% - 60%
Appartementen of huizen met normale luchtvochtigheid.2
4
Hoog
61% - 80%
Appartementen of huizen met hoge luchtvochtigheid.
5
Extreem hoog
>80%
Gebouwen met een uitermate hoog luchtvochtigheidsniveau.
1. 2.
Relatieve luchtvochtigheid in de afvoerlucht bij lage buitentemperaturen. In nieuwbouwwoningen kan het nodig zijn de eerste winterperiode een hoger ontdooiniveau aan te houden.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
18
Systemair AB
6.5.1 Ontdooiniveau instellen 1. Ga met de KEUZE schakelaar naar het servicemenu.
Service
2. Open het serviceniveau door het wachtwoord in te voeren, standaard 1111. Gebruik voor elk cijfer de KEUZE schakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop ENTER. Kies "NEE" om het systeem niet te vergrendelen.
Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE
3. Ga naar: Functies
Functies
Kies: Ontdooien
Ontdooien
4. Instellen van de modus
Voor units met roterende warmtewisselaars: Ontdooien Modus 0-5 Voor units met tegenstroomwarmtewisselaars: Ontdooien Modus 1-5 Onbalans OK JA/NEE
Let op: Deze instelling is alleen mogelijk voor units uitgerust met tegenstroomwarmtewisselaars. 5. Selecteer of een onbalans in luchthoeveelheid is toegestaan in het gebouw tijdens de ontdooicyclus. Kies uit JA en NEE. Standaard is JA.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
19
Systemair AB
6.6 Weekschema programmeren Stel het weekschema in volgens de procedure hieronder: 1. Ga met de KEUZEschakelaar naar het servicemenu.
Service
2. Open het serviceniveau door het wachtwoord in te voeren, standaard 1111. Gebruik voor elk cijfer de KEUZE schakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop ENTER. Kies "NEE" om het systeem niet te vergrendelen.
Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE
3. Ga naar: Weekprogramma
Service Weekprogramma
4. Kies nogmaals Weekprogramma.
Weekprogramma Luchthoeveelheid
5. Stel de weekdag en tijd in waarop u wilt, dat de unit AAN is. Er kunnen twee perioden per dag worden geprogrammeerd. De resterende tijd is de unit UIT.
Weekprogramma
6. Ga terug naar het vorige dialoogvenster met de knop RETURN en naar beneden naar Luchthoeveelheid.
Weekprogramma
7. Stel de luchthoeveelheid van de ventilator in bij AAN en kies uit Laag, Nom, Hoog of Auto.
Luchthoeveelheid
Stel de luchthoeveelheid van de ventilator in bij UIT en kies uit Uit, Laag, Nom of Hoog.
Dag: Per. Per.
1: 2:
Maandag 07:00 16:00 00:00 00:00
Luchthoeveelheid
Aan: Uit:
laag/nom/hoog/auto uit/laag/nom/hoog
Let op: Als een elektrische naverwarmingsbatterij is geïnstalleerd en is ingeschakeld en de unit via het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld door UIT te kiezen. Als de unit in het weekprogramma UIT is, stoppen de ventilatoren niet direct, maar draaien nog 3 minuten door om te voorkomen dat de verwarmer de oververhittingssensor activeert. 8. Ga met de knop RETURN terug naar het hoofdmenu
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
20
Systemair AB
6.7 Ext/Geforc. aan U kunt instellen hoe lang de unit moet doorwerken onder andere bedrijfsomstandigheden dan bepaald in het weekschema. 1. Ga met de KEUZE schakelaar naar het servicemenu.
Service
2. Open het serviceniveau door het wachtwoord in te voeren, standaard 1111. Gebruik voor elk cijfer de KEUZE schakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop ENTER. Kies "NEE" om het systeem niet te vergrendelen.
Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE
3. Ga naar: Ext/Geforc.
Service Ext/Geforc.
aan
Ext/Geforc.
aan
aan
4. Stel de tijd in minuten in waarin de unit in de modus verlengd/geforceerd bedrijf moet functioneren. Waardebereik: 0–240 minuten, in stappen van 10 min.
Minuten:
Stel de luchthoeveelheid in voor deze modus. Kies uit Laag, Nom of Hoog. Standaardwaarde: Nom.
0
Luchthoeveelheid:
Normaal
6.8 Extra functies De unit is uitgerust met een aantal extra aan/uit-functies die kunnen worden geactiveerd via de externe aan/uit-schakelaars die op de digitale ingangen op de hoofdprintkaart kunnen worden aangesloten (zie bedradingsschema). De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: • Digitale ingangen 1-3: Door aan/uit-schakelaars op deze ingangen aan te sluiten, kunnen 3 afzonderlijke luchthoeveelheidinstellingen in het bedieningspaneel worden gekozen op basis van de tijdelijke vraag in het pand (bijv. verlaging van de afvoerluchthoeveelheid als een open haard aan is). Zie hoofdstuk 8.5. DI 3, is voorbereid en reeds intern verbonden voor eenvoudige toegang op de unit. Zie hoofdstuk 5.5. • Digitale ingang 4: Maakt het mogelijk de elektrische naverwarmer uit te schakelen Als de ingang is geactiveerd, is de elektrische naverwarmer uitgeschakeld. • Digitale ingang 5: Activeert de functie verlengd/geforceerd bedrijf met een impulsschakelaar. De functie negeert de huidige luchthoeveelheidinstellingen en draait in de geforceerde stand volgens de instellingen in Service -> Ext/Geforc. aan. Kies voor deze functie uit Laag, Nom en Hoog. De input wordt berekend op basis van de signalen van een impulsschakelaar. Als een standaardschakelaar wordt gebruikt, begint het terugtellen van de ingestelde tijd zodra de schakelaar is uitgeschakeld. • Digitale ingang 6: Regeling voor de wisselaar, gebruikt door het systeem • Digitale ingang 7: Thuis/verlaten, bij inschakelen wordt de stroombesparende regeling geactiveerd. De warmtewisselaar functioneert altijd in overeenstemming met de waarde van het instelpunt. Als er een naverwarmer is geactiveerd, functioneert deze in overeenstemming met de laagste waarde van het instelpunt (12 °C). De functie wordt gebruikt als het pand gedurende langere tijd onbewoond blijft. Aangeraden wordt DI1, DI2 of DI3 parallel te verbinden met DI7. Als DI7 is geactiveerd, wordt de ventilatorsnelheid op min. gezet. De luchthoeveelheid wordt ingesteld door DI1, DI2 of DI3 te configureren. Zie menuopties in “Overzicht servicemenu” (hoofdstuk 8.5). SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
21
Systemair AB
6.9 Elektrische aansluitingen 1
1. Hoofdprintkaart
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
22
Systemair AB
6.9.1 Lay-out printkaart De SAVE VSR 300/500 is voorzien van ingebouwde regeling en interne bedrading. De afbeelding toont de printkaart. Zie het bedradingsschema voor meer informatie. 8
9
3
2
10
5
1
4
7
11
6
Fig. 10 Printkaart Positie
Beschrijving
1
Hoofdprintkaart
2
Printkaart voor elektrische verwarmer
3
Aansluiting op extern bedieningspaneel (aangesloten op de behuizing van de unit)
4
Netvoedingsaansluiting tussen hoofdprintkaart en de printkaart van de elektrische verwarmer.
5
Klemmen voor AI 1-5 (temp.sensoren) en motorregeling
6
Klemmen voor externe aansluitingen
7
Klemmen voor netvoedingsaansluitingen
8
Klemmen voor digitale ingangen (DI 1–7)
9
Klemmen voor intern bedieningspaneel
10
Klemmen voor geregelde netvoeding naar elektrische verwarmer
11
Modbus-aansluiting. Zie de Modbus-gebruikershandleiding voor details.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
23
Systemair AB
6.10 Externe aansluitingen op de printkaart Aansluitklemmen voor externe apparatuur zijn te vinden op de hoofdprintkaart in de elektrische schakelkast.
Fig. 11 Externe aansluitingen op de printkaart Positie
Beschrijving
Opmerking
1
Buitenlucht-/retourluchtafsluiter
Normaal open, 230 V 1~, max 1 A
2
Buitenlucht-/retourluchtafsluiter
Referentie
3
Buitenlucht-/retourluchtafsluiter
Normaal gesloten, 230 V 1~, max 1 A
4
Alarmmelding
Normaal open, 24 V, max 1 A
5
Alarmmelding
Referentie
6
Alarmmelding
Normaal gesloten, 24 V, max 1 A
7
AARDE
Referentie
8
Regelsignaal waterkoeler (AO2)
0-10 V DC
9
AARDE
Referentie
10
Regelsignaal waterverwarmer (AO1)
0-10 V DC
11
AARDE
Referentie
12
Bypass-afsluiter (AO3)
Indien gebruikt, 0–10 V DC
7 Voorafgaand aan het opstarten van het systeem Controleer na afloop van de installatie of: • De unit overeenkomstig de instructies is geïnstalleerd. • De kabels van de unit correct zijn aangesloten • Buitenlucht- en retourluchtafsluiters en dempers zijn geïnstalleerd en dat het kanaalsysteem correct is aangesloten op de unit. • Alle kanalen voldoende zijn geïsoleerd en zijn geïnstalleerd in overeenstemming met plaatselijke wet- en regelgeving. • De buitenluchtaanzuiging op voldoende afstand van vervuilende bronnen is geplaatst (afzuigkap, centraal vacuümsysteem e.d.) i.v.m. verdunningsfactor • Alle externe apparatuur is aangesloten • De unit correct is geconfigureerd en in bedrijf gesteld. • Het weekschema en de instellingen voor de luchthoeveelheid zijn correct geprogrammeerd.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
24
Systemair AB
8 Bediening 8.1 Instellen van de temperatuur De toevoerluchttemperatuur wordt handmatig in stappen van 1 K ingesteld in het display van het hoofdmenu door het temperatuursymbool te kiezen. Als een elektrische naverwarmer is geïnstalleerd, zijn de temperatuurinstelpunten: 12-22 °C. Voor een naverwarmer voor water zijn de instelpunten: 12-40 °C. Als de naverwarmer is uitgeschakeld, zijn de temperatuurstappen: 15-19 °C. Standaardwaarde: 15,0 °C. Iedere temperatuurstap wordt weergegeven door een meer gevuld temperatuursymbool en de temperatuur wordt weergegeven in het display.
19 °C
Te m p
Een niet gevuld temperatuursymbool activeert de handmatige zomerstand. Zie hoofdstuk 8.3
8.2 Handmatige instelling van de luchthoeveelheid Het is op ieder moment mogelijk de luchthoeveelheid handmatig in het display van het hoofdmenu in te stellen. Door het ventilatorsymbool te kiezen en te bevestigen, is het mogelijk de luchthoeveelheid te verhogen of verlagen in 5 stappen: Uit, Laag, Nom, Hoog en Auto. Hierdoor overschrijft u het geprogrammeerde weekschema voor de unit tot aan het einde van de huidige tijdsperiode in het weekprogramma (hoofdstuk 6.6).
Airflow
Waarschuwing Het activeren van “Handm uit vent.” (zet ventilator UIT) wordt afgeraden in standaard huishoudens.Als “Handm uit vent.” wordt geactiveerd, moet de unit bij voorkeur worden voorzien van afsluiters in de uitlaatluchtkanalen en kanalen voor frisse lucht om koude trek en condensatie te voorkomen als de unit stilstaat. De ventilator kan worden UITgezet door “Handm uit vent.” in te schakelen. Zie de installatie- en servicehandleiding, hoofdstuk Overzicht servicemenu: Handm uit vent.
8.3 Handmatige en automatische zomerstand De handmatige zomerstand wordt geactiveerd als er geen temperatuurstap is gekozen. Het temperatuursymbool in het hoofdmenu blijft dan helemaal leeg.
off
Te m p
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
25
Systemair AB
Als de elektrische naverwarmer is geactiveerd, schakelt deze in de handmatige zomerstand uit. De handmatige zomerstand gaat bij een toevoerluchttemperatuur van +5 °C of lager automatisch naar stap 1 (instelpunt 12 °C). Als een warmwaterbatterij is geïnstalleerd en geactiveerd, gaat de handmatige zomerstand bij een toevoerluchttemperatuur van +5 °C of lager automatisch naar stap 1 (instelpunt 12 °C). De unit wisselt automatisch tussen winterbedrijf met warmteterugwinning en zomerbedrijf zonder warmteterugwinning.
8.4 Koudeterugwinning Als de buitenlucht warmer is dan de afvoerlucht en de toevoerlucht boven het instelpunt uitkomt, wordt de koudeterugwinning geactiveerd. Deze voorwaarde blokkeert het warmteregelproces.
8.5 Overzicht servicemenu Open het servicemenu door het servicesymbool in het display te kiezen. Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Service Wachtwoord
Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE
Open het serviceniveau door 1111 in te voeren. Gebruik de KEUZEschakelaar voor ieder cijfer en bevestig ieder ingesteld cijfer met de knop ENTER. NEE ontgrendelt het systeem en staat wijziging van de parameter toe.
Service Wijzig wachtwrd
Wijzig wachtwrd Actueel XXXX Nieuw XXXX Bevestigen XXXX
Stel een nieuw wachtwoord in, indien nodig.
Service Filterperiode
Filterperiode
Toont het geselecteerde tijdsinterval voor het verwisselen van het filter.
Als u het nieuwe wachtwoord vergeet of kwijtraakt, kunt u het serviceniveau openen door 8642 in te voeren. Hiermee overschrijft u het eerder ingestelde wachtwoord.
Vervangingstijd: 12month
Stel het resetten van de filterperiode na het vervangen van het filter in op JA.
Reset NEE/JA
Stel de tijd tussen het vervangen van de filters in. Service Tijd/Datum
Tijd/Datum JJ/MM/DD
Toont de huidig ingestelde datum en tijd.
Datum: 12/09/12
Stel de juiste datum en tijd in.
Tijd: 10:00 Weekdag: zaterdag
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
26
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Service Ext/Geforc. aan
Ext/Geforc. aan Minuten:
Menuniveau 3
Verklaring Gebruik dit dialoogvenster om in te stellen hoe lang de unit moet doorwerken onder andere bedrijfsomstandigheden dan bepaald in het weekschema.
0
Luchthoeveelheid: Normaal
Toont de tijd voor verlengd/geforceerd bedrijf. Toont de ingestelde luchthoeveelheid. Stel de tijd in waarin de unit in verlengd/geforceerd bedrijf moet werken. Waardebereik: 0-240 minuten. Stel de luchthoeveelheid in voor deze modus. Kies uit Laag, Nom of Hoog. Standaardwaarde: Nom.
Service Weekprogramma
Weekprogramma
Weekprogramma
Weekprogramma
Dag: Maandag Per. 1: 07:00 16:00 Per. 2: 00:00 00:00
Weekprogramma
Luchthoeveelheid
Luchthoeveelheid Aan: laag/nom/hoog/auto Uit: uit/laag/nom/hoog
Programmeer hoe u de unit wilt laten draaien volgens het weekschema. Er kunnen 2 perioden per dag worden ingesteld. Stel de weekdag en het tijdsinterval in voor de tijd waarin u wilt dat de unit in de modus AAN staat. Gebruik dit dialoogvenster om de AAN- en UIT-functie voor de ventilatoren in het weekschema te bepalen. Stel het AAN-niveau in. Kies uit Laag, Nom, Hoog of Auto. Standaardwaarde: Nom Stel het UIT-niveau in. Kies uit UIT, Laag, Nom of Hoog. Standaardwaarde: Laag.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
27
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Log Service luchthoeveelheid Log luchthoeveelheid Niveau: 1–5 Reset: NEE/JA SF: 140 /140 EF: 140 /140
Verklaring Gebruik dit dialoogvenster om te bekijken hoe de ventilatoren hebben gedraaid tijdens de tijd (u) waarin ze ingeschakeld waren. De luchthoeveelheid wordt weergegeven in 5 verschillende niveaus: • Niveau 1: 0% • Niveau 2: 1 – 29% • Niveau 3: 30 – 44% • Niveau 4: 45 – 59% • Niveau 5: 60 – 100% Kies uit de niveaus om de tijd in uren te zien waarin de ventilatoren op de verschillende niveaus ingeschakeld zijn geweest. Reset Ja reset de SF- en EF-tijd in de kolom links voor alle niveaus. De kolom rechts gaat door met vooruit tellen en kan niet worden gereset.
Let op: Fabrieksreset (zie Functies –>Fabrieksreset) heeft geen invloed op deze functie
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
28
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Service Functies
Functies
Verwarmer/Koeler
Gebruik dit dialoogvenster om de unit in te stellen voor verwarmen en/of koelen.
Verwarmer/Koeler Voorverwarmer: JA/NEE Voorverwarmer: Geen/Elektrisch/Water Koeler:
Geen/Water
Let op: Voorverwarmer alleen beschikbaar voor VTC 200 Stel de voorverwarmer in op Geen, Elektrisch of Water. Stel de koeler in op Geen of Water.
Functies
Vorstbeveiliging
Vorstbeveiliging Alarmbegr.:
7°C
Toont de huidig ingestelde alarmbegrenzing vorstbeveiliging in °C voor de geïnstalleerde waterbatterij. Stel de alarmbegrenzing in °C in. Standaardwaarde: 7 ℃.
Functies
Systeemcurve
Systeemcurve
EF: 1–10 SF: 1–20
Deze functie is bedoeld om de luchthoeveelheid van verschillende systeemdrukken te compenseren. Zie hoofdstuk 6.3
Ventilatorregeling
Ventilatorregeling Luchthoeveelheid Systeemcurve %
Kies het gewenste type ventilatorregeling. Ventilatorregeling in l/s, m3/u of %
Functies
VSR300:
Gebruik dit dialoogvenster om de luchthoeveelheid in l/s in te stellen. De luchthoeveelheid kan voor iedere ventilator afzonderlijk worden ingesteld EF: Afvoerventilator, SF: Toevoerventilator
Functies
Luchthoeveelheid Luchthoeveelheid l/s EF SF Nom 70 70 Hoog 88 88 Laag 42 42 VSR500: Luchthoeveelheid l/s EF SF Nom 105 105 Hoog 146 146 Laag 63 63
Ventilatorregeling
Luchthoeveelheid unit
Stel de luchthoeveelheid voor EF en SF voor iedere stap in (Laag, Nom en Hoog). Systeemcurve is alleen beschikbaar als er een systeem met dat type ventilatorregeling gebruikt wordt. Standaardwaarde: l/s
Luchthoeveelheid l/s / m3/u / % unit
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
29
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Vraaggestuurde regeling
Vraaggestuurde regeling CO2 / RV Instelpunt 0 ppm/0% RV P-Band 100 ppm/10%RV I-Tijd UIT
Vraaggestuurde regeling (menukeuze of instelpunt) is alleen beschikbaar als er CO2- of RV%-sensoren zijn gedetecteerd. Deze sensoren zijn niet nodig voor de configuratie; eenmaal aangesloten hoort de draadloze gateway de unit (PCU-EC) te vertellen dat er een sensor beschikbaar is. Het instelpunt moet ook op 0 kunnen worden ingesteld om de vraaggestuurde regeling uit te schakelen. Beide typen moeten tegelijkertijd kunnen worden gebruikt, hetgeen 2 PI controllers betekent. Zodra het instelpunt voor vraaggestuurde regeling is geconfigureerd, schakelen de ventilatoren over op de automatische stand en reguleren zij de ventilatie overeenkomstig het instelpunt. In het ventilatorsymbool moet het middengebied leeg en de buitenste en binnenste delen gevuld zijn. Het mag niet mogelijk zijn hier veranderingen in aan te brengen.
Ventilatorregeling
Instellingen voor zowel VSR300 als VSR500:
Gebruik dit dialoogvenster om de luchthoeveelheid in % in te stellen. De luchthoeveelheid kan voor iedere ventilator afzonderlijk worden ingesteld EF: Afvoerventilator, SF: Toevoerventilator
Luchthoeveelheid
Luchthoeveelheid % EF SF Nom 50 50 Hoog 100 100 Laag 25 25
Stel de luchthoeveelheid voor EF en SF voor iedere stap in (Laag, Nom en Hoog). Functies
Handm uit vent.
Handm uit vent.
Toest. handbed. stop J/N
Stel in of het mogelijk moet zijn de ventilatoren in de unit handmatig vanaf het bedieningspaneel uit te schakelen. Kies tussen J en N. Als J is gekozen, kunnen de ventilatoren worden uitgeschakeld door de KEUZEschakelaar naar het lege ventilatorsymbool te draaien
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
30
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Functies
Analoge ingang
Analoge ingang
1: SS 20.0 2: ETS 23.0 3: Niet gebruikt 4: Niet gebruikt/OT/FPS 20.0 5: OS 10.5
Toont de analoge ingangen van de actieve temperatuursensoren. SS: Temperatuursensor toevoerlucht. ETS: Sensor afvoerluchttemperatuur. FPS: Vorstbeschermingssensor. OS: Sensor buitenluchttemperatuur. OT: Oververhittingsbeveiligingssensor.
Functies
Analoge uitgang
Analoge uitgang
A01 auto/handm/uit A02 auto/handm/uit A03 auto/handm/uit
Geeft de huidige analoge uitgangen in 0–10 V naar warm/koudwatermotor of elektrische naverwarmer en bypass-afsluiter aan. Stel AO1(analoge uitgang voor warmwatermotor of elektrische naverwarmer) in op auto, handm of uit. Standaardwaarde: auto. Stel AO2 (analoge uitgang voor koudwatermotor) in op auto, handm. of uit. Standaardwaarde: auto. Stel AO3 (Analoge uitgang naar bypass-afsluiter) in op auto of handm. Standaard is auto. Het selecteren van handm maakt het de gebruiker mogelijk de motor/afsluiter handmatig te regelen via een 0–10 V signaal. 0 V volledig gesloten en 10 V volledig geopende motor/bypass-afsluiter. Gebruikt op de bypass-afsluiter kan de unit geforceerd worden naar de zomerstand (10 V).
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
31
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Functies
Digitale ingang
Digitale ingang
DI1 DI2 DI3 DI4 DI5 DI6 DI7
Toont de huidige instelling van de digitale ingangen, AAN of UIT
AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT AAN/UIT
DI1: Ventilatorconfiguratie DI2: Ventilatorconfiguratie DI3: Ventilatorconfiguratie DI4: Verwarmer uitgeschakeld DI5: Ext/Geforc. aan DI6 voor roterende warmtewisselaar: Rotorsensor DI6 voor tegenstroomwarmtewisselaar: Schakelaar limiet bypass-afsluiter DI7: Thuis/verlaten
Functies Config DI 1-3
Config DI 1-3 Standaard: 1 SF hoog EF hoog 2 SF laag EF laag 3 SF hoog EF laag
Gebruik dit dialoogvenster om in te stellen hoe u wilt, dat de ventilatoren reageren op 3 verschillende digitale ingangen als ze ingeschakeld zijn (de instellingen in de kolom links zijn voorbeelden). De potentiaal-vrije schakelaars moeten fysiek worden aangesloten op de klemmen op de hoofdprintkaart om de verschillende functies te verkrijgen. Zie het bedradingsschema voor meer informatie. Stel de toevoerluchtventilator (SF) en de afvoerluchtventilator (EF) afzonderlijk in op uit, laag, nom of hoog voor de digitale ingangen 1-3
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
32
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Functies
DI 4–7
DI 4-7
4 5 6 7
DI 4–7 zijn standaard af fabriek ingesteld en kunnen niet door de gebruiker worden gewijzigd. Hieronder volgt een korte beschrijving van iedere functie.
Stop heat Ext aan Afsluiter/Rotor Thuis/verlaten
DI4: Maakt het mogelijk de elektrische naverwarmer uit te schakelen. Als de ingang is geactiveerd, is de elektrische naverwarmer gedeactiveerd. DI5: Activeert de functie verlengd/geforceerd bedrijf. De functie negeert de huidige luchthoeveelheidinstellingen en functioneert overeenkomstig de instellingen in Service-> Ext/Geforc. aan. Kies voor deze functie uit Laag, Nom en Hoog. De input wordt berekend op basis van de signalen van een impulsschakelaar. Als een standaardschakelaar wordt gebruikt, begint het terugtellen van de ingestelde tijd zodra de schakelaar is uitgeschakeld. DI6 voor roterende warmtewisselaar: Rotorsensor. Gebruikt door het systeem om de richting van de rotor te monitoren. DI6 voor tegenstroomwarmtewisselaar: Schakelaar limiet bypass-afsluiter. Gebruikt door het systeem om de positie van de afsluiter te monitoren. DI7: Activeert stroombesparende regeling. De warmtewisselaar werkt volgens de ingevoerde instelwaarde en een actieve naverwarmer ondersteunt het laagste instelpunt. (12 °C) De functie wordt gebruikt als het pand gedurende langere tijd onbewoond blijft. Aangeraden wordt DI7 en DI1 of DI3 parallel te verbinden. Als DI7 is geactiveerd, wordt de ventilatorsnelheid op min. gezet. De luchthoeveelheid wordt ingesteld door DI1/DI3 te configureren.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
33
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Functies
Digitale uitgang
Digitale uitgang
1: 2: 3: 4: 5: 6:
Toont de huidige instelling van digitale uitgangen 1-6 (de instellingen in de kolom links zijn voorbeelden).
SF 67% EF 67% Rot AAN/UIT ALARM J/N Dmp J/N Verwarmer J/N
1: SF 67%: De huidig ingestelde snelheid van de toevoerluchtventilator (weergegeven als percentage van de maximum snelheid). 2: EF 67% De huidig ingestelde snelheid van de afvoerluchtventilator (weergegeven als percentage van de maximum snelheid). 3: Toont of de rotor actief is of niet. Niet gebruikt voor units met tegenstroomwarmtewisselaar. 4: Alarm J/N: Geeft aan of de alarmmelding is ingeschakeld of niet. 5: Dmp UIT: Buitenlucht-/retourluchtafsluiter is aan of uit. 6: Verwarmer J/N: Geeft aan of de elektrische naverwarmer actief is of niet.
Externe sensoren
Externe sensoren CO2: 0 ppm — RV: 0% —
Laatste geldige waarde wordt getoond voor de verbonden sensoren. Hoogste actuele sensorsignaal weergegeven via –/modbus/draadloos. Niet verbonden sensor weergegeven als – (geen). Modbus sensoren hebben prioriteit boven draadloze sensoren.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
34
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Functies
Externe DI Actief Draadloos: DI1/..DI20 Toewijzen aan: —/DI-5/DI7
Menu externe DI alleen beschikbaar als een of meerdere “ingangmodules” met het systeem verbonden zijn. Actieve draadloze DI1-20 is afhankelijk van de actuele node voor “ingangmodule”.
Externe DI
Node weergegeven in menu “Draadloos” welke node ingangen DI-module vertegenwoordigt. Bijv. Node 1 type: DI. Actieve draadloze DI1 en DI2 Node 2 type: DI. Actieve draadloze DI3 en DI4 Node 10 type: DI. Actieve draadloze DI19 en DI20 Actieve draadloze DI1-20 zijn beschikbaar om toe te wijzen aan DI1-5 en DI7 voor het systeem in de luchtbehandelingsunit. DI6 kan niet geselecteerd worden, gebruikt door het systeem in de luchtbehandelingsunit. Niet toegewezen DI weergegeven als – (geen). Om een eerder toegewezen DI te resetten, selecteer “–” en bevestig de selectie.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
35
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Functies
Externe DI Opm.: 1 Type: Geen Staat: Geen netwerk Data: 0
Status draadloos systeem.
Draadloos
Node: Toont het nummer van de verbonden draadloze module. Type: Geen/UI: User Interface (Bedieningspaneel)/DI: Digitale ingang module/CO2: CO2-sensor module/RV: RV-sensor module. Staat: Geen netwerk: Geen gateway aangesloten op het systeem voor de luchtbehandelingsunit/Niet verbonden: Geen verbonden module/OK: Succesvolle verbinding van module Gegevens: De actuele waarde van de module/Comm-fout: Communicatiefout, zie handleiding van betreffende module voor het oplossen van problemen. Om alle verbonden nodes te resetten, zie de gebruikershandleiding voor Gateway Wireless.
Functies
Voor roterende warmtewisselaar:
Ontdooien Ontdooien
Gebruik dit dialoogvenster om in te stellen hoe gevoelig u de ontdooifunctie wilt instellen (zie hoofdstuk 6.5).
Modus 0-5 Voor tegenstroomwarmtewisselaar: Ontdooien Stand 1–5 Onbalans OK JA (Actieve ontdooicyclus) Functies
Modbus
Modbus
Adres 1 Baud rate 9600/19200 Pariteit Geen/Even/Oneven
Informatie over Modbus-communicatie en variabelen is te vinden in de Modbus-gebruikershandleiding voor woonhuis-units in de online catalogus op www.systemair.com.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
36
Systemair AB
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Verklaring
Functies
Fabrieksreset
Fabrieksreset
Echt resetten? JA/NEE
Gebruik dit dialoogvenster om terug te gaan naar de fabrieksinstellingen. Stel JA of NEE in
Let op: Hiermee wist u alle persoonlijke instellingen uitgevoerd aan de unit. Service Taal
Talen
Gebruik dit dialoogvenster om terug te keren om uw lokale taal te kiezen.
Taal NEDERLANDS
Service Versies
Service Alarmen
Stel de taal in door aan de KEUZEschakelaar te draaien.
Versie VSR 300/500
Toont de huidige softwareversies
CD EC Appl. XXX XXX Boot XXX XXX
Let op: De softwareversies zijn bedoeld ter illustratie en kunnen per unit verschillen. Toont de alarmlijst en welke alarmen zijn afgegaan (aangegeven met J). Zie alarmlijst hoofdstuk 9.5
Alarmen Ventilator J Vorst N Damp J Pb Fout N Temp N Filter J
9 Service 9.1 Waarschuwingen Gevaar • Controleer of de netvoeding naar de unit is losgehaald, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! • Alle elektrische aansluitingen en onderhoudswerkzaamheden moeten door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving worden verricht.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
37
Systemair AB
Waarschuwing • Het systeem moet continu draaien en alleen worden gestopt voor onderhoud/service. • Ook als de netvoeding naar de unit is losgehaald, bestaat nog steeds kans op letsel door draaiende onderdelen die nog niet geheel tot stilstand zijn gekomen. • Let bij het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. • Let erop dat de filters zijn gemonteerd voordat het systeem wordt ingeschakeld. • Dit product mag alleen worden bediend door een persoon met voldoende kennis of opleiding op dit gebied of onder de supervisie van een dergelijk, gekwalificeerd persoon.
9.2 Interne onderdelen 1
2
3
4
5
6
7
8
14
13
12
11
10
9
Fig. 12 Interne onderdelen Positie
Beschrijving
1
Toevoerluchtventilator
2
Oververhittingsbeveiligingssensor
3
Resetknop oververhittingsbeveiliging
4
Interne elektrische naverwarmer
5
Rotorsensor
6
Roterende warmtewisselaar
7
Buitenluchtsensor
8
Toevoerluchtfilter
9
Afvoerluchtventilator
10
Aandrijfriem voor roterende warmtewisselaar
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
38
Systemair AB
11
Rotormotor
12
Afvoerluchtsensor
13
Afvoerluchtfilter
14
Toevoerluchtsensor
9.3 Onderdeelbeschrijving 9.3.1 Ventilatoren De ventilatoren hebben externe rotormotoren van het type EC, die traploos en afzonderlijk van 20-100% kunnen worden geregeld. De motorlagers zijn voor de gehele levensduur gesmeerd en onderhoudsvrij. Voor het reinigen kunnen de ventilatoren worden verwijderd, zie "Gebruikershandleiding" voor meer informatie.
9.3.2 Filters De af fabriek geïnstalleerde filters hebben filterkwaliteit F7 voor het toevoerluchtfilter en G3 voor het afvoerluchtfilter. Verontreinigde filters moeten worden vervangen. Nieuwe filtersets zijn bij uw installateur en Systemair verkrijgbaar. Filterkwaliteit G3 kan worden gebruikt voor de toevoerluchtfiltering. Het filtertype is met een label bovenop het filter aangegeven.
Let op: Als filters van het type G3 worden gebruikt in plaats van F7 moet de systeemcurve voor de toevoerventilator (SF) worden aangepast: Voor G3 -filter: 11-20, voor F7-filter: 1–10. Zie hoofdstuk 6.3.
9.3.3 Warmtewisselaar De SAVE VSR 300/500 is uitgerust met een uiterst efficiënte roterende warmtewisselaar. De vereiste toevoerluchttemperatuur wordt daarom gewoonlijk gehandhaafd zonder extra warmte toe te voegen. De warmtewisselaar kan voor schoonmaken en onderhoud worden verwijderd, zie "Gebruikershandleiding" voor meer informatie.
9.3.4 Printkaart De hoofdprintkaart regelt de functies en ingestelde temperaturen van de unit.
1
1. Printkaart
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
39
Systemair AB
Het is mogelijk externe accessoires aan te sluiten op de klemmen van de printkaart. Zie het bedradingsschema voor meer informatie.
9.3.5 Temperatuursensoren Af fabriek zijn vier temperatuursensoren (NTC, 10 kΩ bij 25 °C) in de resp. luchtkamers van de unit geïntegreerd. De sensoren zijn aangesloten op de hoofdprintkaart. Zie het bedradingsschema voor meer informatie.
9.3.6 Elektrische naverwarmingsbatterij De naverwarmingsbatterij zit in de toevoerluchtkamer. De naverwarmer wordt geactiveerd via een relais en schakelt in als de toevoerluchttemperatuur 2 °C lager is dan het instelpunt en schakelt uit als een van de volgende omstandigheden van toepassing is: 1. Als de toevoerluchttemperatuur meer dan 2 ℃ boven het instelpunt komt 2. Als de oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd of als de sensor niet goed werkt 3. Als de noodthermostaat wordt ingeschakeld of defect is 4. Als de toevoerluchtsensor een storing vertoont 5. Als de toevoerluchtventilator niet loopt 6. Als de verwarmer in het menu op niet actief staat ingesteld.
9.3.7 Resetknop oververhittingsbeveiliging Als de toevoerluchttemperatuur laag is, kan dit erop duiden dat de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd. De oververhittingsbeveiliging kan worden gereset door de resetknop in te drukken. De knop zit op de bovenste afdekking.
1 1. Resetknop
9.3.8 Naverwarmingsbatterij voor water Een naverwarmingsbatterij voor water (optioneel), verkrijgbaar als accessoire, kan worden geregeld via de analoge uitgang WH (0-10 V DC). De waterverwarmer gebruikt AI 4 voor de vorstbeveiliging (OT (oververhittingsbeveiliging) wijzigt in FPS (vorstbeveiliging) in het menu). De vorstbeveiligingssensor moet dan een strap zijn op de oppervlaksensor op de retourwaterbuis. Sensortype: TG-A130 De toevoerluchtsensor (SS) bij AI 1 moet worden vervangen door een kanaalsensor die als accessoire verkrijgbaar is. Sensortype: TG-K360. Zie het bedradingsschema voor meer informatie. Alleen elektrische naverwarming of naverwarming voor water is toegestaan, d.w.z. dat als er een naverwarmer voor water wordt geselecteerd, de elektrische naverwarmer wordt gedeactiveerd en vice versa. SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
40
Systemair AB
Let op: Als een naverwarmingsbatterij voor water is geïnstalleerd, raden wij u aan ook een buitenluchtafsluiter met een veerteruggangmotor te installeren.
9.3.9 Waterkoeler Een waterkoeler (optioneel) is als accessoire verkrijgbaar en kan worden geregeld via de unit. Als een waterkoeler is geïnstalleerd, moet de toevoerluchtsensor (SS) bij AI 1 worden vervangen door een kanaalsensor die als accessoire verkrijgbaar is. Sensortype: TG-K360. Zie het bedradingsschema voor meer informatie.
9.4 Oplossen van problemen Een alarm wordt aangeduid met een waarschuwingsdriehoek met tekst in het display. Draai de menuschakelaar naar de waarschuwingsdriehoek en druk twee keer op Bevestigen om het alarm te bekijken.
Alarm
Mochten er zich problemen voordoen, controleer dan de hieronder vermelde opties voordat u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Probleem
Maatregel
Ventilatoren starten niet
1. Controleer het display op alarmberichten. 2. Controleer de zekering van de netvoeding in de verdeelkast van het pand en of alle snelkoppelingen in de unit zijn aangesloten (snelkoppelingen voor toevoer- en afvoerluchtventilatoren). 3. Controleer of het weekprogramma AAN is. Het weekprogramma kan UIT zijn met de luchthoeveelheid op UIT (hoofdstuk 6.6) 4. Controleer of een van de digitale ingangen 1-3 (DI 1-3) actief is en is uitgeschakeld. Dit zou, afhankelijk van de opstelling, een of beide ventilatoren dwingen te stoppen (hoofdstuk 8.5).
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
41
Systemair AB
Verminderde luchthoeveelheid
1. Controleer het display op alarmberichten. 2. Controleer de instelling van de luchthoeveelheid in het bedieningspaneel (hoofdstuk 6.1.1). 3. Controleer het weekprogramma (hoofdstuk 6.6). 4. Controleer of een van de digitale ingangen 1-3 (DI 1-3) actief is en is uitgeschakeld. Dit zou, afhankelijk van de opstelling, een of beide ventilatoren dwingen te stoppen (hoofdstuk 8.5). 5. Controleer of de automatische stand actief is. De automatische stand verlaagt de luchthoeveelheid als de actuele waarde van de externe sensor/sensoren lager is dan het instelpunt van de vraaggestuurde regeling. 6. Controleer de filters. Moeten de filters worden vervangen? 7. Controleer de openingen/roosters. Moeten de openingen/roosters worden schoongemaakt? 8. Controleer de ventilatoren en het warmtewisselaarblok. Schoonmaken nodig? 9. Controleer of de luchtinlaat van het pand en de dakeenheid (uitlaat) verstopt zijn. 10.Controleer zichtbare kanaalopeningen op schade en/of het opbouwen van stof/vervuiling.
De unit kan niet worden geregeld (regelfuncties zitten vast)
1. Reset de regelfuncties door de netvoedingstekker er 20-30 seconden uit te trekken.
Lage toevoerluchttemperatuur
1. Controleer het display op alarmberichten.
2. Controleer de aansluiting van het modulaire contact tussen het bedieningspaneel en de hoofdprintkaart. 2. Controleer de ingestelde toevoerluchttemperatuur in het bedieningspaneel. 3. Controleer de analoge ingangen in het servicemenu om te controleren of de temperatuursensoren ok zijn (hoofdstuk 8.5). Ga naar Functies > Analoge ingang en controleer de temperatuurwaarden op de temperatuursensoren. 4. Controleer of de functie Thuis/Verlaten is uitgeschakeld DI 7. 5. Controleer of de oververhittingsbeveiliging is ingeschakeld. • Voor units met ingebouwde verwarmer: Reset, indien nodig, door de rode resetknop in te drukken. • Voor units met externe verwarmer: Zie de handleiding van de externe elektrische verwarmer voor het resetten. 6. Controleer of de digitale ingang 4 (DI 4) staat ingesteld op uit. Dit zou de elektrische naverwarmingsbatterij kunnen doen uitschakelen (hoofdstuk 8.5). 7. Controleer of het afvoerfilter moet worden vervangen. 8. Bij erg lage buitentemperaturen kan een elektrische voorverwarmingsbatterij nodig zijn. Deze zijn als accessoire verkrijgbaar. 9. Controleer de balans tussen de toevoer- en afvoerlucht
Geluid/trillingen
1. Maak de ventilatorwaaiers schoon. 2. Controleer of de schroeven van de ventilatoren goed vastzitten. 3. Controleer of de trillingsdempers onderop de unit zijn gemonteerd.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
42
Systemair AB
9.5 Alarmlijst Alarm
Verklaring
Ga als volgt te werk
Ventilator
Duidt op een fout in de toevoerof afvoerluchtventilator.
Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond.
Em T/Vorst
Duidt op een geactiveerde vorstbeveiliging (als een verwarmingsbatterij voor water is geïnstalleerd) of een geactiveerde oververhittingsbeveiliging (als een elektrische naverwarmingsbatterij is geïnstalleerd).
Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop. Een geactiveerd vorstbeveiligingsalarm resulteert erin dat: • Beide ventilatoren stoppen. • Buitenlucht- en afvoerluchtafsluiters sluiten. • Waterklep opent volledig (10 V signaal naar de motor). De unit zal herstarten zodra de watertemperatuur +5 ℃ boven de ingestelde vorstbeveiligingstemperatuur uitkomt. Een geactiveerde oververhittingsbeveiliging toont een alarm in het bedieningspaneel. Reset door de rode knop op de bovenste afdekking van de unit in te drukken. Neem contact op met uw installateur of plaats van aankoop als het probleem zich blijft voordoen.
Rotor
Duidt op een defect in de rotor.
Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. • Als de roterende warmtewisselaar is gestopt. Controleer de rotorriem. Zie hoofdstuk 9.6 • Controleer terwijl de warmtewisselaar nog draait of de snelaansluiting van de sensor is aangesloten en of er een luchtspleet van 5-10 mm tussen de sensor en de magneet zit. Stel de spleet af, indien nodig. Als het alarm blijft bestaan, is de rotorsensor mogelijk defect. Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop.
Alarm PB mislukt
Fout in verband met relaiskaart voor elektrische naverwarmer (indien geïnstalleerd en geactiveerd).
Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. De verwarmer schakelt niet in.
Wacht 10-15 min. als ET2 is geactiveerd. Neem contact op met uw installateur of plaats van aankoop De als het probleem zich blijft voordoen. oververhittingsbeveiligingssensor, automatische reset (ET2) kan zijn geactiveerd door een hoge temperatuur.
Temp.
Filter
Defect in een of meerdere temperatuursensoren.
Tijd tot aan het wisselen van het filter.
Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop. Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. Wissel het filter volgens de instructies in de gebruikershandleiding.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
43
Systemair AB
9.6 Aandrijfriem rotor vervangen Zie hoofdstuk 9.5 als de alarmmelding Rotor wordt getoond. De rotoraandrijfriem kan zijn beschadigd of gebroken.
1
Fig. 13 Rotoraandrijfriem De vervangende aandrijfriem (1) is verstelbaar en wordt geleverd met een nippel aan één kant. 1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen. 2. Open de zijafdekking en verwijder deze. 3. Verwijder de kapotte aandrijfriem. 4. Bevestig de aandrijfriem met tape op de roterende warmtewisselaar en draai de aandrijfriem met de hand op de wisselaar. 5. Verwijder de tape en trek de “lege” kant op de nippel. Druk de einden stevig op elkaar en zet de nippel vast. 6. Trek de aandrijfriem op de riempoelie en draai de wisselaar met de hand. Controleer of de riempoelie draait.
Let op: Als de aandrijfriem slipt, kan de riem te lang zijn en moet deze worden ingekort. Knip de aandrijfriem 5 mm af en ga naar stap 5. 7. Plaats de zijafdekking terug, zet weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding. 8. Controleer of de alarmmelding is verdwenen uit het bedieningsdisplay.
Let op: Als het alarm blijft bestaan, moet de rotorsensor worden gecontroleerd.
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
44
Systemair AB
SAVE VSR 300/500 20811513
Installatie en service
45
Systemair AB
lastpage
Systemair AB behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving de inhoud van deze handleiding te wijzigen en te verbeteren.
SE-739 30 Skinnskatteberg, Sweden Phone +46 222 440 00 Fax +46 222 440 99 www.systemair.com
20811513