Handleiding veiligheid en installatie
Inleiding Deze handleiding bevat instructies voor de veiligheid en de installatie van de fotovoltaïsche (PV) modules van GH Solar. Lees de volledige instructiehandleiding zorgvuldig voor u de PV-modules installeert, aansluit of in gebruik neemt. Bewaar deze GH Solar Handleiding veiligheid en installatie.
Afwijzing van aansprakelijkheid Wanneer deze instructies niet opgevolgd worden, vervalt de garantie van GH Solar Limited voor de PV-modules. De omstandigheden waarin de PV-modules geïnstalleerd, bediend, gebruikt en onderhouden worden, alsook de methoden die daarbij gebruikt worden, vallen buiten de controle van het bedrijf. GH Solar is dus niet aansprakelijk voor schade of verlies als gevolg van een oneigenlijk gebruik of van een incorrecte installatie, bediening, gebruik of onderhoud. De garantie op de modules wordt beschreven in de GH Solar garantiecertificaten.
Veiligheidsinstructies
De installatie mag alleen door hiertoe opgeleid personeel worden uitgevoerd. Verwijder alle juwelen van uw handen en polsen vóór u dit product installeert. PV-modules wekken wanneer ze aan licht blootgesteld worden, een gelijkstroom (DC) op. Gelijkstroom kan vonken veroorzaken wanneer er een slechte of onderbroken aansluiting is in een reeks van op elkaar aangesloten modules. Dat kan tot letsels of zelfs de dood leiden. Een PV-module mag u niet aansluiten of loskoppelen wanneer er elektriciteit doorheen een van de modules, het hoofdcircuit of een externe bron kan stromen. Controleer of de kabelaansluitingen in perfecte staat zijn en op geen enkele manier vervormd zijn. Steek geen elektrisch geleidend materiaal in een van de aansluitingen. Wanneer de module of een van haar onderdelen nat is, mag u de module niet installeren of aansluiten Installeer geen modules met zichtbare schade (bv. gebroken glas, beschadigde verbindingskast, beschadigde aansluitingen). Neem onmiddellijk contact op met GH Solar met het oog op instructies voor de verwerking of de vervanging van de module. Haal geen onderdelen van de module uit elkaar en neem ook geen onderdelen van de module weg. Probeer ook niet om de module of een onderdeel ervan te repareren. Zorg ervoor dat de modules alleen gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn. Elke installatie moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de regionale voorschriften en richtlijnen. Uit de buurt van kinderen houden.
Opslaan en uitpakken Modules mogen alleen in een droge omgeving uitgepakt worden. Vermijd een direct contact met regen of ander vocht. Laat de modules ingepakt tot net voor de installatie. Modules moeten in hun originele verpakking op een droge en geventileerde plaats opgeslagen worden. Zorg ervoor dat de modules, terwijl u ze uitpakt, niet aan een directe lichtbron blootgesteld worden.
Voorbereiding op de installatie Voer altijd een visuele controle van het verpakkingsmateriaal uit, voor u de module uitpakt. Nadat u de module uitgepakt hebt, controleert u het paneel en zijn onderdelen op onregelmatigheden of vervormingen. Meet de Voc van elke module terwijl ze aan direct zonlicht blootgesteld is (straling > 600 W/m²) en controleer of de gemeten Voc-waarde niet gelijk is aan 0 V of die waarde benadert. Als aan een van die vereisten niet voldaan is, mag u de module niet installeren en moet u onmiddellijk contact opnemen met GH Solar.
Installatie en werking Tijdens de installatie van de modules moet u met de volgende richtlijnen rekening houden: Alleen gekwalificeerd personeel mag de modules installeren. Gebruik alleen geïsoleerd en droog gereedschap. Controleer of alle andere onderdelen die in het project gebruikt worden, met de modules compatibel zijn. Oefen geen excessieve druk op de modules uit en stap er ook niet op. Hou voor ogen dat scherpe voorwerpen blijvende schade aan de module kunnen veroorzaken. Controleer of de gebruikte steunstructuur aan de maximumbelasting van de modules aangepast is. In streken waar de kans op sneeuw of krachtige wind groot is, moet u altijd controleren of de steunstructuur en de bevestiging ervan tegen de plaatselijke klimaatkrachten opgewassen zijn. Installeer geen modules wanneer het krachtig waait of wanneer er andere ongewone weersomstandigheden heersen. Om de kans op elektrische schokken en brandwonden te beperken terwijl u de module installeert, is het raadzaam om de module met een ondoorlaatbare doek te bedekken zodat de module inactief blijft. Mei 2010. Alle rechten voorbehouden. De specificaties in deze handleiding kunnen zonder voorafgaande mededeling gewijzigd worden.
Pagina 1 van 6
Stel de modules niet bloot aan geconcentreerd licht, grote hoeveelheden water (zeker niet onderdompelen), corroderende chemicaliën of zouthoudende omgevingen. Voorzie een voldoende ventilatie langs de rugzijde van de modules om oververhitting te vermijden. Onvoldoende ventilatie kan tot aanzienlijke rendementsverliezen leiden en uiteindelijk blijvende schade aan de module veroorzaken. Beperk de schaduw van obstakels in de buurt van het PV-systeem altijd tot een minimum. Schaduw zal het totale rendement van het PV-systeem in grote mate verminderen en kan eventueel tot blijvende schade aan de module leiden. Wanneer de module op een dak geïnstalleerd wordt, moet dat brandwerende eigenschappen hebben. Installeer geen modules op plekken waar ontbrandbaar gas aanwezig kan zijn. Het is aanbevolen om de module in een hoek naar de zon te monteren om een maximale bestraling te verkrijgen en om schade als gevolg van overstroming en andere onvoorspelbare gebeurtenissen, zoals zware hagelbuien, te vermijden.
Montagevoorschriften De modules kunnen verticaal of horizontaal gemonteerd worden. Gebruik geschikte corrosiebestendige bevestigingselementen.
Montagevoorschriften module met frame Elke module moet stevig bevestigd worden op minimaal 4 symmetrische contactpunten. De modules kunnen gemonteerd worden met behulp van eventuele bevestigingsopeningen, of met drukklemmen die het frame samendrukken van de bovenzijde naar de montagerail. Voor duurzame veiligheid wordt het gebruik aanbevolen van vier roestvrijstalen M6-bouten (1/4") per module met moeren, drukringen en borgringen. Indien drukklemmen worden gebruikt, monteer de klemmen dan rekening houdend met de externe krachten waaraan de module zal worden blootgesteld. De klemoppervlakte van de drukring moet minimaal 130 mm² groot zijn. Gebruik een momentsleutel en trek aan met een koppel van 20 Nm. Houd u altijd aan de hieronder aangegeven montageparameters en -toleranties voor elk moduletype.
Mei 2010. Alle rechten voorbehouden. De specificaties in deze handleiding kunnen zonder voorafgaande mededeling gewijzigd worden.
Pagina 2 van 6
Moduletype: 6x12 5inch cells -- typical dimensions: 1580x808x35mm Producttypes: GH175M125, GH180M125, GH185M125, GH190M125, GH195M125, GH200M125 Montage op de lange zijde
Montage op de korte zijde
Mei 2010. Alle rechten voorbehouden. De specificaties in deze handleiding kunnen zonder voorafgaande mededeling gewijzigd worden.
Pagina 3 van 6
Moduletype: 8x12,5 inch cells -- typical dimensions: 1580x1064x46mm Producttypes: GH235M125, GH240M125, GH245M125, GH255M125, GH260M125, GH260M125
Montage op de korte zijden Mounting op de lange zijden
Mei 2010. Alle rechten voorbehouden. De specificaties in deze handleiding kunnen zonder voorafgaande mededeling gewijzigd worden.
Pagina 4 van 6
Moduletype: 6x10 6 inch cells -- typical dimensions: 1640x992x46mm Producttypes: GH235P156, GH240P156, GH240M156, GH250M156, GH255M156
Montage op de korte zijde Montage op de lange zijde
Mei 2010. Alle rechten voorbehouden. De specificaties in deze handleiding kunnen zonder voorafgaande mededeling gewijzigd worden.
Pagina 5 van 6
Montagevoorschriften module zonder frame De module kan gemonteerd worden met bevestigingsklemmen of insteekrails. Bij montage met klemmen moeten minimaal 2 klemmen per zijde van de module worden gebruikt. Voor modules met extra breedte (> 800 mm) moeten 3 klemmen per zijde worden gebruikt. De klemoppervlakte moet minimaal 70 mm per klem bedragen. De klemmen of insteekrails moeten van rubber voorzien zijn om de module te beschermen tegen schokken en uitzetting van systeemcomponenten. Rechtstreeks contact tussen de achterzijde, de voorzijde of de rand van de module en de bevestigingsklemmen of insteekrail moet worden vermeden. Gebruik alleen mechanisch opspangereedschap om de modules te monteren. Gebruik geen lijm of tape om de laminaten te bevestigen tenzij zij uitdrukkelijk werden goedgekeurd door GH Solar. Noteer dat de randen van de module kwetsbaar zijn. Bij blootstelling aan agressieve omgevingsfactoren moet in bijkomende bescherming aan weerszijden van de module worden voorzien. Montage van de modules bij extreme buitentemperaturen moet worden vermeden. Vóór de montage van de modules moet rekening worden gehouden met de uitzetting van alle systeemmaterialen. GH Solar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor breuk van de modules ten gevolge van de uitzetting van systeemcomponenten. Neem contact op met GH Solar bij twijfels met betrekking tot het montagesysteem. Table: module mounting instructions per module type # klemmen
GH Solar producten
6x12 5inch cells met kader
4
8x12 5inch cells met kader
4
6x10 6inch cells met kader
4
GH175M125, GH180M125, GH185M125, GH190M125, GH195M125, GH200M125 GH235M125, GH240M125, GH245M125, GH255M125, GH260M125, GH260M125 GH235P156, GH240P156, GH240M156, GH250M156, GH255M156
Montage op lange zijde en tolerantie (260 +/-50)mm
Montage op korte zijde en tolerantie
(310 +/-50)mm
(180 +/-20)mm
(310 +/-50)mm
(180 +/-20)mm
(180 +/-20)mm
Bekabeling
Het gewenste elektrische vermogen kan verkregen worden door de modules in serie en/of in parallel aan te sluiten. Zorg ervoor dat de maximumspanning van het systeem niet overschreden wordt. Spanningsbeperkingen voor de verbindingskast en de maximum DC-invoerspanning voor de gelijkstroomwisselstroomomzetter (of een ander toestel) moeten altijd gerespecteerd worden. Wanneer die limieten overschreden worden, wordt het hele PV-systeem onherstelbaar beschadigd. PV-modules die in serie verbonden worden, moeten een vergelijkbare stroomsterkte hebben. PV-modules die in parallel verbonden worden, moeten een vergelijkbare spanning hebben. We wijzen erop dat alle elektrische parameters voor de modules gedefinieerd werden onder standaard testomstandigheden (STC), nl. een straling van 1.000 W/m² met een AM-spectrum van 1,5 en een celtemperatuur van 25 °C. Modules kunnen meer of minder spanning en/of stroom opwekken dan in de STC vastgesteld. Bijgevolg moet u de Isc- en Voc-waarden die op de module gemarkeerd zijn, met een factor 1,25 vermenigvuldigen wanneer u het spanningsniveau, het stroomniveau, de grootte van de zekering en de omvang van andere systeemonderdelen berekent. Respecteer altijd het polaire karakter van de aansluiting wanneer u modules met elkaar verbindt, en controleer of de aansluitingen goed vastgemaakt zijn. Wanneer de aansluitingen nat zijn, mag u geen modules installeren of aansluiten.
Aardverbinding De aardverbinding van de modules moet uitgevoerd worden volgens de geldende regionale voorschriften om PV-configuraties en draagframes te aarden.
Onderhoud
Regelmatig moet u controleren of de schroeven op de bevestigingspunten nog goed vast zitten en geen corrosie vertonen. Ook de goede aansluiting van de kabels moet u controleren. Het is aanbevolen de modules geregeld schoon te maken. Dat is echter geen vereiste. Regen reinigt immers de modules. We wijzen erop dat GH Solar niet verantwoordelijk is voor eventueel rendementsverlies als er zich vuil op het paneel opstapelt doordat de helling ervan te klein is. Modules kunnen met drinkbaar, onverwarmd water schoongemaakt worden. De normale waterdruk is voldoende. Er mogen geen schoonmaakproducten gebruikt worden en kleverig vuil moet met zacht schoonmaakmateriaal, zoals een spons of een doek, verwijderd worden. Wanneer de modules met chemische reinigingsmiddelen of scherpe instrumenten schoongemaakt worden, worden ze beschadigd en vervalt de productgarantie.
Mei 2010. Alle rechten voorbehouden. De specificaties in deze handleiding kunnen zonder voorafgaande mededeling gewijzigd worden.
Pagina 6 van 6