WERKING EN INSTALLATIE HANDLEIDING
MARINE DEPTH SOUNDERS INTERNATIONAL SCHINKELKADE 13, 1075 VG AMSTERDAM 020-6622516 WWW.MDSI.NL
[email protected] 1
Introductie Bedankt dat u gekozen heeft voor onze Visvinder en welkom bij de innovaties van Condor Electronics ! Uw Visvinder is een sonar van uitstekende kwaliteit die ontworpen is voor zowel beroeps als beginnende sportvissers en die probleemloos gebruikt kan worden op verschillende watergebieden. Om vertrouwd te worden met het apparaat en zijn werking, raden we aan deze handleiding zorgvuldig te lezen. Lees ook aandachtig de stappen voor het installeren van de transducer en de sonar wat zal leiden tot het optimaal functioneren van het apparaat. Vooral het niet correct installeren van de transducer zal tot gevolg hebben dat uw Visvinder abnormaal of helemaal niet werkt. Voor eventuele problemen kunt u het hoofdstuk “Problemen oplossen” raadplegen.
WAARSCHUWING! Deze machine werkt met een 12 V voeding. Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat de unit 12 V krijgt of dat het elektrische systeem van de boot een elektrische ruis onderdrukker en/of spanningsbegrenzer heeft. De afwezigheid van een filter/of zekering waardoor de stroom hoger dan 12 V kan komen, kan leiden tot onherstelbare schade aan de machine waardoor de garantie vervalt. Als het elektrische systeem van de boot geen filter heeft wordt sterk aanbevolen Het model PW-92 elektrische ruis onderdrukker en spanning limitator filter te gebruiken.
Alle rechten voorbehouden! Behalve wanneer uitdrukkelijk wordt bepaald, mag niets van deze handleiding gekopieerd, gereproduceerd, heruitgegeven, verder gegeven of gedistribueerd worden voor geen enkel doeleinde, zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring door Condor Electronics. Condor Electronics houdt zich het recht voor om het beleid, regelgeving en speciale aanbiedingen op ieder moment te wijzigen. Wij houden ons het recht voor onze producten te wijzigen of te verbeteren en om inhoudelijk wijzigingen door te voeren zonder enig persoon of organisatie hiervan op de hoogte te brengen. Let op: Ons bedrijf behoud zich het recht voor om de producten te verbeteren en zijn niet verplicht voormalige producten aan te passen volgens de nieuwe standaardaarden. 2
INDEX Werking sonar………………………………………………………..…….………...…..…4 Installatie…..………………………….……………………………………………..…..…..6 Paklijst..………………………………………………………….………………...………....6 Gereedschaplijst (niet bijgesloten)……………………………………..………………..6 Transducer installatie..………………………………………………...…………………. 7 Spiegel installatie…..………………………………………………...….………………… 7 Romp transducer installatie ( shoot thru hull)….…………………………………………11 Sonar unit installatie………….…………………………………………………....……..14 Werking…………..………………………………………………………………….……....18 Werking Visvinder scherm………………………………………………….…………… 18 Real time sonar scherm……………………………………………………..………….....18 Toetsenbord instructie……………………………………………….…………...…….. 19 Sonar……………………………………………………………………….........................20 Gevoeligheid…………………….………………………………………………….....…….21 Ruisfilter………………………………………………………………………...…………....21 Witte lijn…………………………………………………………………………….…….......21 Fish ID. Sens………………..………...………………...………………………...…….….. 22 Frequentie (Alleen Condor F-247DF)…………….…………………………….………..… 22 TCG Control……………..…………………………………………………….…..…….… 23 Scherm…………………………………………………………………………................... 23 Kaart snelheid……………………………………………………………...………….........23 Dieptebereik.……………………………………………………………………...….......... 24 Zoom bereik……………………………………………….…………………..………….....25 Achtergrondlicht……………………………………………….…………...………….....25 Contrast…………………………………………………………….……………...………..26 Overlap Data……...……………………….………………………………………….…....26 Alarm………………………………………………………………………………….…… 26 Diepte Alarm…….………………………………………………………………….….......26 Vis Alarm………………….………………………………………………………..…….....27 Accu Alarm………………….……………………………………………………...…….....27 Systeem……………………………….………………………………………...………......28 Toetsgeluid………………………….………..……………………………….…………… 28 Eenheden……………………………………………………….…………………...……….28 Taal…………………………………………………………………………….………….....28 Systeem Reset…………………………………….………………………………..………..29 Simulator………………..…………………………….………………………….………….29 Problemen oplossen……………………………………………………..……………..…30 Specificaties en eigenschappen…………….…………………….……………….……31 3
Werking sonar
Hoe sonar werkt
Als u bekend bent met sonar, gaat u door naar het volgende hoofdstuk. Maar als u nog nooit een sonar Visvinder heeft gehad, legt dit hoofdstuk uit hoe sonar werkt. Gebaseerd op de sonartechnologie, kan de Visvinder de onderwaterwereld ontdekken met inbegrip van vis, de structuur, of bodem. Nadat u klaar bent met de installatie van de transducer en sonar unit, sluit u de sonar unit aan op de transducer. De transducer zendt een geluidssignaal door het water in een kegelvorm. Bij de bron is het signaal smal, maar als het signaal dieper komt, verspreidt het geluidssignaal zich in de vorm van een kegel (denk zaklamp). Het geluidssignaal kaatst terug naar de transducer wanneer het een object raakt. Dit kan een vis, structuur, bodem of een ander voorwerp zijn met een dichtheid die verschilt van het water. De transducer versterkt het teruggekaatste signaal en stuurt deze naar de Visvinder. Door de tijd te meten tussen het verzenden van het geluidssignaal en het terugkaatsten van het geluidssignaal, kan de visvinder deze data berekenen met zijn microprocessor en deze omzetten in pixels. Vervolgens vormen al deze pixels samen een relatief juiste weergave van de onderwaterwereld.
Zeer nauwkeurige detectie Uw Visvinder is uitgerust met een detecteer systeem van zeer hoge kwaliteit zodat niets onopgemerkt blijft. Wanneer de sonar ingeschakeld is, verzamelt deze echo‟s in gelijke intervallen (voor uw Visvinder is dat 0.06MS). Het toestel verzamelt ook voortdurend signalen van verschillende peilingen. Hoe kleiner de afstand tussen deze peilingen is, hoe nauwkeuriger uw Visvinder ook zeer kleine voorwerpen kan detecteren (denk aan een visnet, hoe kleiner de mazen, hoe minder kleine vissen kunnen ontsnappen.)
4
Dual Beam Sonar (Alleen Condor F-247DF) De Condor 242 dc en 245 df visvinders gebruiken een Dual Beam 200/83 (50) kHz sonarsysteem (of dubbele frequentie), waarmee de sonar twee verschillende gebieden van 20° / 60° (of 12° / 35°) dekt, waarmee u betere prestaties krijgt bij diepere peilingen en bodeminformatie. Door de dual beam sonar instelling kunt u gebruik maken van de smalle 20° (12°) om door te dringen in de diepe bodem, terwijl u ook nog de brede 60° (35°) straal kunt gebruiken voor een brede detectie. Met het dual beam sonar systeem, biedt de sonar u een uitstekende prestatie van het detecteren van ondiep tot zeer diep water in zowel zoete als zoute gebieden.
242 dc bodem oppervlak bereik
245 df bodem oppervlak bereik
Waarschuwing! Elke keer wanneer u de boot start is het noodzakelijk de unit uit te schakelen en/of een beveiliging schakelaar (of zekering) te gebruiken. Spanningspieken vanuit de accu kunnen ernstige schade veroorzaken aan de unit. Het aan / uit-circuit is het eerste wat er stuk kan gaan, waardoor de unit niet meer aan of uitgezet kan worden. Dit defect is typisch voor een niet beschermed systeem en valt niet onder de garantie.
5
Installatie Begin niet met de installatie voordat u de handleiding heeft doorgelezen, waarin cruciale informatie is opgenomen voor een juiste installatie van uw Visvinder. Voor problemen die ontstaan tijdens de installatie, kunt u contact opnemen met uw lokale dealer. Paklijst Voordat u start met de installatie van de transducer en de sonar unit, dient u de paklijst te controleren om zeker te zijn dat u geen onderdelen mist.
A
A. Sonar unit B. Unit houder C. Bovengedeelte draaivoet D. Ondergedeelte draaivoet E. Stelbout F. Stelschroef-L G. Stelschroef-R H. Transducer I. Transducerhouder J. Transducer Montage Houder K. 3x8 mm bouten L. 5x20mm bouten M. Sluitmoer N. 4x15mm bout O. Transducerhouder bout Gereedschapslijst (niet meegeleverd): Boormachine, Boortjes, Platte schroevendraaier, Potlood Marine Kit. 2 componenten epoxy (Voor shoot-through-hull transducer installatie)
6
TRANSDUCER INSTALLATIE Spiegel installatie 1. Selecteer de montageplaats Wanneer u een montageplaats voor de transducer selecteert, moet u vooraf de stroming in overweging nemen. De sonar verzending / ontvangst kan ernstig worden aangetast in turbulent water, dus monteer de transducer niet achter bootstrips, rijen klinknagels, de waterinlaat, uitlaatpoort of de directe omgeving van de propeller(s). Deze gebieden kunnen turbulentie creëren wanneer de boot zich in een hoge snelheid beweegt. Monteer de transducer niet op plaatsen waar het ernstig kan trillen wanneer de motor start of stopt. Nadat de installatie is voltooid, zorg ervoor dat de transducer regelrecht wijst naar het water oppervlak.
2. Markeer de locatie en boor de monteergaten a) b)
Zorg ervoor dat de boot vlak ligt. Houd het sjabloon tegen de spiegel van de boot, markeer de twee montagegaten in de twee sleuven. Het centrum van twee gaten moet parallel zijn aan het wateroppervlak. Zorg ervoor dat de afstand tussen de onderkant van het sjabloon en de onderste rand van de spiegel ongeveer 0 ~ 5mm is. (figuur-1)
Figuur-1
c) Boor 2 gaten van ongeveer 1” (25mm) diep op de gemarkeerde locatie. Wees voorzichtig en boor niet dieper dan 1”.
7
3. Monteer de transducer a)
Druk de Transducerhouder voorzichtig iets uitelkaar en duw de transducer op zijn plek. Het getande oppervlak zorgt ervoor dat ze niet gemakkelijk uitelkaar geschoven kunnen worden.
b)
Let op: Zorg ervoor dat de Houder en de transducer juist gemonteert worden (Zie figuur 2) a= goed b= fout
Figuur-2
b) Plaats de sluitmoer in de opening van de transducerhouder, plaats de transducerhouder bout en draai met de hand de bout aan. (figuur-3) Let op: draai de bout niet te vast aan met de inbussleutel, anders kunt u de hoek van de transducer niet aanpassen.
Figuur-4 Figuur-3
8
C)
Breng de transducerhouder aan op de Transducer Montage plaat. (figuur-4)
Let op: Duw de houder niet in de beugel. (figuur-5)
Klik de houder niet vast in de montageplaat
Figure-5
4. Voorlopige installatie van de transducer A)
Breng watervaste kit aan op de schroeven en in de 2 gaten op de spiegel. Houd de montage plaat tegen de spiegel en draai deze lichtjes aan (figuur-6).
Figuur-6
Let op: Draai niet te vast aan, anders kunt u de transducer niet meer aanpassen. B)
Pas de montagehouder aan zodat deze ongeveer vertikaal staat op het wateroppervlak en draai dan de 2 schroeven aan met de inbussleutel.
C)
Druk de transducerhouder in de in de montageplaat en draai de transducer zo dat die parallel is aan het wateroppervlak.
D)
Let op: De transducerhouder schikt zich dmv de vertanding naar de transducer. Elke vertanding staat voor 12 graden, dus in sommige gevallen is het onmogelijk de transducer volledig parallel aan het wateroppervlak te krijgen. Een kleine afwijking van 1-5 graden is aanvaardbaar.
4. Aansluiten van de kabel Al naar gelang de situatie op de boot, kunt u ervoor kiezen de kabel van de transducer door of over de Spiegel naar de sonar unit te laten lopen. Als u ervoor kiest de kabel van de transducer door de spiegel naar de sonar unit te laten lopen, volgt u de onderstaande stappen:
9
A)
Houdt een kabelklem op een positie ongeveer op ¼ afstand van de bovenkant van de spiegel tot de transducer; markeer de positie met een potlood. Boor 2 gaten van ongeveer (10mm) diep.
B)
Breng waterdichte kit aan rond (en in) de gaten en zet de kabelklem vast met 2 schroeven.
C)
Als er meer dan 1 kabelklemmen nodig zijn, herhaal stap a en b.
Figuur-7 De montagehouder raakt de transducer
Let op: Als de transducer verstelbaar is, zorg er dan voor dat de kabel tussen de transducer en de eerste klem niet te vast zit. Er moet voldoende speling blijven, anders kan de transducer kabel snel beschadigen. Om er zeker van te zijn dat de kabel geen schade kan oplopen, draai de transducer naar de uiterste positie voordat je de eerste kabelklem vast zet. (zie figuur-7). D)
Wanneer de kabel van de transducer doorgeleid wordt naar de sonar unit, zorg er dan voor dat deze niet in contact komt met andere elektrische kabels of elektrische apparaten die storing kunnen veroorzaken, omdat die het zenden en ontvangen van sonarsignalen kunnen beïnvloeden.
5. Test de voorlopige installatie Voor een betere installatie van de transducer, adviseren wij u de voorlopige installatie te testen en aan te passen op basis van het testresultaat. Voordat u de test uitvoert, zorg ervoor dat de installatie van de sonar unit volledig is en de transducer kabel op een juist manier is aangesloten op de sonar unit. Zorg er ook voor dat de afstand tussen de transducer en de bodem niet groter is dan het dieptebereik van uw Visvinder. A)
Schakel de sonar unit in en kijk of er sonarinformatie op het scherm getoond wordt. Als ja, betekent dit dat de sonar unit goed is aangesloten op de transducer. Als nee, controleer de aansluiting tussen de sonar unit en de transducer.
B)
Vaar eerst met een lage snelheid. Bekijk de sonar informatie op het scherm. Wanneer het sonar beeld normaal is, verhoog dan de snelheid van de boot. Blijf constant de sonar informatie op het scherm bekijken. Wanneer het signaal verloren gaat of er verschijnt vreemde informative op het scherm, let dan op de snelheid van de boot.
C)
Pas de transducer een klein beetje aan en vaar weer op de aangegeven snelheid (stap 2). Observeer het sonar scherm. Als het sonar scherm normaal is, ga dan naar de volgende stap.
10
Zo niet, pas dan de transducer aan tot het sonar scherm normaal blijft. Als het niet lukt een normaal sonar scherm te krijgen, dan is het noodzakelijk voor u om de positie van de transducer te verplaatsen. 6. De uiteindelijke installatie A)
Zorg ervoor dat de transducer zich volledig onder de waterlijn bevindt, en pas dan de locatie van het houder op de spiegel aan, zodat de transducer zo laag mogelijk in het water bevindt. Dit maakt dat de verzending / ontvangst van de transducer zo min mogelijk wordt beïnvloed door turbulentie wanneer de boot op een hoge snelheid vaart.
B)
Zodra de beste montage locatie van de transducer is gevonden, demonteer de houder van de montageplaat en markeer het derde gat met een potlood (zie figuur-8).
Figure-8
C)
Boor een gat van ongeveer 1” (25mm) diep op de gemarkeerde positie.
D)
Breng watervaste kit aan in de drie gaten en houdt de sjabloon tegen de Spiegel. Als u er zeker van bent dat de installatie volledig overeenkomt met de montage locatie die u in stap 4 heeft bepaald, draai dan de drie schroeven aan met een inbussleutel.
E)
Druk de transducerhouder in de montageplaat.
Transducer installatie door de romp (Shoot thru Hull) De Spiegel installatie is de meest gebruikte methode om de transducer te installeren. In sommige situaties kan echter ook gekozen worden voor een „door de romp‟ installatie. Die is handig en snel. Echter, afhankelijk van het materiaal van de boot en de eventueel ingesloten luchtbellen in het materiaal, wordt het sonar signaal enigszins verminderd. 1. Voorbereiding De romp van de boot moet bestaan uit een enkele laag omdat het sonar signaal niet door lucht gaat. Opmerking: De plek waar de transducer geplaatst gaat worden, moet vrij zijn van turbulent water (lens pomp). Ribbels en andere uitsteeksels moeten worden vermeden. Bij een dubbelwandige boot, kan deze methode alleen gebruikt worden wanneer materialen zoals triplex, polyester, hout of schuim, verwijderd worden van de gekozen plaats. (figuur-9) 11
Figuur-9
Waarschuwing: neem contact op met uw bootleverancier voor de volledige specificaties van uw boot. Probeer nooit materiaal uit de binnenste romp te verwijderen voordat u de samenstelling van de romp kent. Kies een geschikte positie in de binnenste romp en verwijder de binnenste lag van glasvezel en drijfmaterialen, zodat het oppervlak van de buitenste romp vrij is. Lijm de transducer met epoxy op de buitenste laag glasvezel en druk de transducer met een licht draaiende beweging heen en weer zodat de lucht eronder kan ontsnappen. Zodra de epoxy lijm na 24 uur gedroogd en verhard is, vult men de overgebleven ruimte met hars. De installatie van de transducer is voltooid. Met de door de romp installatie is het niet mogelijk de transducer bij te stellen, dus test vooraf of alles werkt. 2. Een betere montageplaats vinden A)
Vul de romp met voldoende water om de transducer onder te dompelen.
B)
Plaats de transducer onderwater op de vastgestelde montageplaats met het zendvlak naar onder. Om de transducer op zijn plaats te houden, kan een zwaar voorwerp gebruikt worden.
C)
Zet de sonar unit aan en vaar de boot naar een diepte van ongeveer 6 meter om te testen of het sonar scherm normaal is (indien nodig gevoeligheid en dieptebereik aanpassen). Als het scherm niet normaal is, controleer de aansluiting tussen de unit en de transducer.
D)
Vaar op wisselende snelheden om te zien wat er gebeurt met het sonar scherm. Als het signaal vermindert of verloren gaat of er geen bodem te zien is, Let oper dan de snelheid en kies een andere locatie voor de transducer.
E)
Herhaal stap 4 totdat u de beste locatie voor de montage van de transducer heeft gevonden.
12
De permanente door de romp installatie A)
Zorg ervoor dat het oppervlak van de gekozen locatie helemaal droog en vrij van olie is. Schuur daarna de plek met een 100 korrel schuurpapier tot het oppervlak schoon en glad is.
B)
Verwijder schuurresten met een doek en maak daarna het oppervlak schoon met alcohol.
C)
Neem een hoeveelheid epoxylijm en verharder, meng ze grondig in de goede verhouding op een stuk papier of karton. Voorkom de vorming van luchtbellen in de epoxylijm.
D)
Indien de epoxy lijmlaag er onwerkbaar uitziet (er zijn ongeveer 20 minuten nodig vanaf het begin van het mengen), zorg ervoor dat er geen luchtbellen zijn in de lijmlaag; breng een dunne lag expoxylijm aan op het oppervlak van de transducer en een dikke lag op de betreffende locatie van de romp.
E)
Druk de transducer op het betreffende deel van de romp met een licht draaiende beweging zodat eventuele luchtbellen verdwijnen. Zorg ervoor dat de voorkant van de transducer parallel is aan de romp nadat het bovenstaande gereed is.
Waarschuwing: stoot niet tegen de transducer wanneer de expoxylijm nog nat is. Het duurt ongeveer 24 uur voordat de lijm volledig droog is. Let op: verzwaar de transducer met enkele zware objecten om te voorkomen dat de transducer verschuift tijdens het drogen. Wanneer de epoxylijm volledig is uitgehard, pomp dan het resterende water uit de romp. . F)
13
Sluit de kabel aan op de unit en het systeem is klaar voor gebruik.
Sonar unit installatie 1. Een montageplaats vinden Wanneer u start met de installatie van uw Visvinder, hou dan rekening met het volgende: A)
De locatie moet zodanig gekozen zijn dat u de best mogelijke kijkhoek heeft.
B)
Er moet voldoende ruimte zijn om de sonar unit te kunnen kantelen en draaien wanneer de installatie voltooid is. Voor gedetailleerde afmetingen zie figuur 10.
Figuur-10
C)
Ook achter de sonar unit moet voldoende ruimte zijn voor de kabels. Voor gedetailleerde afmetingen, zie figuur 10.
D)
Voor een stabiele installatie moet het montage oppervlak zo egaal en vlak mogelijk zijn. Het wordt anders moeilijk de lage draaibasis vast te zetten. Een instabiele installatie kan uw visvinder beschadigen wanneer de boot zware schokken te verduren krijgt. .
2. Installeren van de sonar unit a) Monteer de kantel/draai unithouder.
14
2. Installeren van de sonar unit A)
Monteer de unithouder
Houdt de beugel zo dat de bovenste draaivoet er overheen hgeschoven kan worden.
Figuur-11
Bevestig de onderste draaivoet aan de bovenste draaivoet en bevestig de twee delen dan met de 4 schroeven
Figuur-12
B)
Monteer de unit
Breng de getande stelschroef R in de goede positie aan de achterkant.
Figure-13
Figure-14
Steek vervolgens de getande stelschroef L in de linker positie van de achterkant 15
Breng tot slot de Stelbout aan in de zijkant van de getande aansluiting en draai zachtjes aan.
Figure-15
C)
Monteer de unithouder aan de unit .
Figure-16
Figure-17
Schuif de unithouder van onderaf over de stelbout heen totdat deze met het nokje(strip) in de uitsparing (slot) van de unit valt. Draai zorgvuldig de Stelbout aan.Dan eindigt u de installatie door: 3. Bevestig de visvinder op de gewenste plek in uw boot. 4. Sluit de stroomkabel aan. Uw Visvinder heeft een 1.5 m lange stroomkabel die wordt gebruikt om de transducer te verbinden met de accu. Sluit de stroomkabel aan op de transducer en de accu en dan kunt u de unit gebruiken. Let op: sommige boten hebben een 24 of 36 volt systeem, maar voor deze visvinder kunt u alleen een 12 volt systeem gebruiken. Bij eventuele schade die veroorzaakt wordt door een te hoog voltage vervalt de garantie.
16
5. Instellen van de kijkhoek Figuur-18
Uw visvinder is ontworpen met een draai/ kantel houder waarmee u het scherm 360 graden kunt draaien en bekijken. Wanneer de installatie van uw visvinder voltooid is, kunt u deze aanpassen. Om een zo goed mogelijke kijk te hebben op het scherm, volg de volgende stappen: A)
Draai de sonar unit
Draai eerst de stelbout ietsje los en houd dan de sonar unit zo vast dat deze kan draaien zodat u het beste zich heeft op het scherm. Draai de stelbout handmatig weer aan. (figuur-22)
Locking bolt
The range of adjustable angle is 0~93degree
Hold the bracket to twist
Figuur-22
Figuur-23
Let op: Het ontwerp van de unit laat een instelbare hoek van 0-93 graden toe. B)
Draai de beugel
Draai de beugel lichtjes, dan kunt u elke hoek binnen een bereik van 0 – 360 graden bereiken. (figuur-23)
17
Werking Uitleg visvinderscherm Waterdiepte Watertemperatuur
Voltage
Vis-iconen (bij een 83/50 kHz instelling
Bodemgesteldheid
Wateroppervlak Dieptebereik bovenste level Real Time sonar scherm Vis-iconen (bij een 200 kHz instelling
Dieptebereik onderste level
Deze afbeelding toont alle informatie die uw visvinder toont als deze in werking is. De inkomende sonarinformatie verschijnt eerst op het realtime sonar scherm en rolt dan over het scherm van rechts naar links. Dus wat u ziet op het scherm (vis symbolen, visbogen, bodemvorm, etc.) wordt opgebouwd door de sonar historie. De Zwarte lijn aan de bovenkant van het scherm toont het wateroppervlak en de waterdiepte en temperatuur verschijnen in de linker bovenhoek zodra u de sonar unit aan zet en de transducer op een juiste manier is aangesloten. Door het voortbewegen van de boot en bij een matige constante snelheid, ziet u de vorm van de bodem onderaan het scherm. Real Time Sonar Scherm De tekeningen op het scherm laten de sonar historie zien die varieert in verschillende tijdsegmenten. Dus, gelet op het feit dat de boot en doelen constant verplaatsen wanneer de sonar werkt, toont de informatie op het scherm alleen het tijdsegment waarop doelen zijn gevonden. Om het scherm goed te begrijpen, moet u zich voorstellen dat het scherm verdeeld is in vele verticale stroken. Elke “strook” geeft de signalen weer die op een bepaalde tijd door de sonar unit ontvangen zijn. De positie van de “strook” welke het meest dichtbij de rechterzijde van het scherm is, toont het laatste signaal dat ontvangen is. Met het “voorbij-scrollende” Real Time Sonar scherm kunt u snelle updates waarnemen, welke constant het tijdsegment laten zien wanneer doelen gedetecteerd worden, inclusief diepte, bodemstructuur en vis.
18
Rechterzijde
Constante sonarpulsen
Toetsenbord instructie
De visvinder geeft iedere keer een geluid wanneer u een toets indrukt. Dit betekent dat de unit een commando geaccepteerd heeft. Uw visvinder is uitgerust met 5 eenvoudige toetsen. Door de eenvoudige bediening heeft u de beschikking over verschillende schermen en menu‟s. PWR / CLEAR Toets De PWR / CLEAR toets wordt gebruikt om de visvinder aan of uit te zetten en om uit de menu pagina‟s te gaan. Druk 6 keer op de POWER toets zonder los te laten en u komt in de simulatie modus. ENT Toets De ENT toets wordt gebruikt om een item op de verschillende schermen te selecteren. MENU Toets De MENU toets wordt gebruikt om naar een menu te gaan en te schakelen tussen de 4 pagina‟s van een menu. Het wordt ook gebruikt om een item te verlaten. DOWN Toets De DOWN toets wordt gebruikt om een item in het menu te selecteren. In sommige menu-opties wordt de toets gebruikt om de waarde te verminderen. UP Toets De UP toets wordt gebruikt om een item in een menu te selecteren. In sommige menu-opties wordt de toets gebruikt om de waarde te verhogen.
19
SONAR Gevoeligheid (sensitivity) Gevoeligheid bepaalt op welke wijze de echo‟s worden weergegeven op het scherm. Door het verhogen van de gevoeligheid ziet u meer details op het scherm. In die situaties wanneer u te veel Rommel (ruis) op het scherm ziet, zal het verlagen van de gevoeligheid een beter effect hebben. Hoe hoger de gevoeligheid, hoe meer sonarresultaten er verschijnen op het scherm. Als de gevoeligheid te laag is ingesteld, worden de meeste signalen (welke ook vis kunnen zijn) niet getoond.
In situaties waarbij het water heel helder en diep is, probeert u de gevoeligheid te verhogen zodat zelfs de zwakste signalen getoond worden. Echter in situaties waar het water troebel is, probeer dan de gevoeligheid te verminderen waardoor alleen de nuttige signalen worden getoond op het scherm en het de ruis kan onderdrukken. Instellen Gevoeligheid: a) b) c) d) e) f)
Druk MENU voor menusetting. Druk herhaald op MENU om te schakelen naar het Sonar menu. Gebruik de Up / Down Pijl om de Gevoeligheid optie te selecteren. Druk ENT om de instelling te bevestigen. Gebruik de Up / Down Pijl om de waarde te verlagen/verhogen. Druk ENT om te bevestigen en de setting te verlaten.
Let op: de standaard instelling is “Auto” en het menu scherm verandert van figuur A naar B zodra de menu settings worden bevestigd. Ruis Filter (Noise filter) In veel gevallen wordt uw visvinder scherm beïnvloed door ongewenste signalen die wellicht veroorzaakt worden door de motor, turbulentie, bedrading of andere elektronische of mechanische oorzaken. Deze ongewenste signalen veroorzaken ongewenste beelden op het scherm die kunnen leiden tot het verkeerd interpreteren van de condities onder water. Hoe hoger het ruispeil is, hoe groter de ingestelse waarde moet zijn. Echter, wanneer het water diep genoeg is kan een hoge waarde instelling de prestaties van uw visvinder om te bodem te vinden, hinderen.
20
In situaties waarbij u veel last heeft van ruis, probeer dan eerst de bron te vinden en deze op te lossen in plaats van met hoge waarde te werken. De beschikbare waarden van de ruisfilter varieeren van 0 ~15. Instellen Ruis Filter: a) b) c) d) f) g)
Druk op MENU voor het menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU voor het Sonar menu. Gebruik Up / Down pijl om de Ruis Filter optie te selecteren. Druk op ENT om de instelling te selecteren. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om instelling te bevestigen en te verlaten.
Witte Lijn (white Line) De witte lijn wordt gebruikt om u de sterke en zwakke signalen op het display te laten zien. Als de witte lijn “aan” staat, worden zwakke signalen getoond door donkere pixels terwijl sterke signalen getoond worden met lichte pixels. Hierdoor zijn zwakke signalen goed zichtbaar op het display. Als de witte lijn “uit” staat, worden sterke signalen getoond in donkere pixels en zwakke signalen in lichtere pixels. Hierdoor zijn sterke signalen goed zichtbaar op het display. Witte lijn instellen: a) b) c) d) e) f) g)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om het Sonar menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Witte lijn optie te selecteren. Druk op ENT om in te stellen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om instelling te bevestigen en af te sluiten. Druk op PWR/CLEAR om instelling te verlaten.
Vis ID. Sens. De vis ID. Sens wordt gebruikt om het bereik van de visgrootte detectie in te stellen. Als u een hogere instelling kiest, kunnen zwakkere signalen worden gedetecteerd en worden getoond als kleine vissen op het scherm. Dit is nuttig wanneer u kleine vissoorten wilt identificeren. Als u een lagere instelling kiest, worden alleen sterke signalen gedetecteerd en getoond als grote vissen op het scherm. Dit is nuttig wanneer u grotere vissoorten wilt zien.
21
Wanneer Vis ID. Sens UIT staat, beoordeelt het system niet of er vis wordt gedetecteerd. Instellen Vis ID. Sens.: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Sonar menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Vis ID Sens. Optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Frequentie (Alleen Condor F-247DF) Frequentie wordt gebruikt om in de intesiteit van de sonarbundel in te stellen wanneer de transducer in werking is. a)
Op 200 KHz, toont het scherm alleen de 200 KHz smalle bundel sonar signalen. Dit signaal is over het algemeen beter bruikbaar voor zoet water.
b)
In 50 (of 83) KHz toont het scherm alleen de 50 (of 83) KHz smalle bundel sonar signalen. Dit signaal is over het algemeen beter bruikbaar in brak of zout water. Dit signaal kan ook dieper penetreren en is dus uitermate geschikt voor bv, diepe fjorden
c)
In 50 & 200 (of 83 & 200) KHz, toont het scherm zowel de 200 KHz en 50 (of 83) KHz sonar signalen. De 200 KHz sonar signalen zien er donkerder uit, in dit geval laat het scherm dus alleen de 200 KHz sonar signalen zien.
Frequentie instellen: a) b) c) d) e) f) 22
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Sonar menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Frequentie optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Let op: In de Single Beam modus (ofwel 200 of 50 en 83 kHz), worden alle gedetecteerde doelen weergegeven als geschaduwde vissymbolen. In de Dual Beam modus, worden de gedetecteerde doelen in de 200 kHz weergegeven als geschaduwde vissymbolen en in de 50 of 83 kHz als holle vissymbolen. Geschaduwd vissymbool (200 KHz of Dubbel) Hol vissymbool (50 of 83 KHz of Dubbel)
TCG Control Deze functie is een geoptimaliseerd High power-output sonar systeem. Het kan helpen de sonar goed te laten werken in een omgeving met veel ruis. Om de oppervlakteruis en de omgeving van de transducer te controleren, verandert de gevoeligheid automatisch zodra de dieptes veranderen. Het diagram hieronder toont de verandering van de gevoeligheid al naar gelang de diepte. Let op: Het diagram toont hier aan dat de TCG functie het signaal alleen controleert tussen de 0 en 5 meter. Dus als u vaart en vist in ondiep water tot 5 meter, moet u de TCG “aan” zetten. Let op: in de lucht is het ruisgevoeligheid vele malen groter dan in water. Dus als u de sonar gevoeligheid in de lucht test, moet u de TCG “uit” zetten.
Instellen TCG Control: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Sonar menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om TCG Control optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
DISPLAY Kaart snelheid Kaart snelheid controleert hoe snel de sonar informatie over het scherm beweegt. Bij hoge snelheid ziet u meer informatie over het scherm gaan echter dit maakt het moeilijker de visdetails en bodem te interpreteren. Bij lage snelheid heeft u voldoende tijd de visdetails en de bodem te interpreteren, echter het kan moeilijk zijn de gecompliceerde informatie te lezen. Dit wordt makkelijker naarmate u langer met de unit werkt.
23
Om betere beelden te krijgen, probeert u de Kaart Snelheid aan te passen aan uw actuele situatie: stationair, langzaam drijven of boot varen op diverse snelheden. Instellen Kaart Snelheid: (Chart speed) a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Display menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Kaart Snelheid optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Diepte bereik Diepte bereik bepaalt in welke delen de bodem op het scherm wordt weergegeven. (Bijvoorbeeld, als de actuele diepte 10 m is en de instelling op 20m staat, dan wordt de bodem op 50% van het scherm getoond.) Er zijn 9 niveaus voor de diepte bereik instelling: A)
Met een voet unit: 15, 30, 60, 120, 180, 240, 480, 720, auto
B)
Met een meter unit: 5, 10, 20, 40, 60, 80, 150, 220, auto
De standaard instelling is “Auto”, die ervoor zorgt dat de bodem altijd op een goed deel van het scherm getoond wordt. Echter in sommige situaties kunt u ook handmatig het diepte bereik instellen:
Instellen Diepte bereik: a) b) c) d) e) f) 24
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Display menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Diepte Bereik optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Let op: nadat u de instellingen bevestigd heeft door de Ent toets in te drukken, verandert het menu van A naar B, gebruik de omlaag toets om de niveaus te veranderen. Soms kom je een probleem tegen: er wordt een “tweede bodem” getoond, ook al is dat onmogelijk. Dit probleem wordt veroorzaakt door erg laag water of omdat de bodem zo hard is waardoor de signalen erg sterk zijn. Om dit probleem op te lossen: A)
Probeer de Ruis Reject te verhogen tot een juiste waarde.
B)
Verander het Diepte Bereik naar een waarde die zo dicht mogelijk bij de werkelijke diepte ligt.
Zoom Bereik (Range) Zoom Bereik wordt gebruikt om bepaalde diepte sectoren te vergroten (in te zoomen). Dat is handig om kleine details, vissignalen en bodemstructuur nog beter te zien. Bijvoorbeeld, als het huidige Diepte Bereik 0-40m is en door de Zoom Bereik in te stellen op 20~25m, ziet u het sonar beeld op 20-25m diepte vergroot met een factor 8. Door in te stellen naar 20~30m, kunt u het sonar beeld op 20~30m vergroten met een factor 4. Instellen Zoom Bereik: a) Druk op MENU voor menu instellingen. b) Druk herhaaldelijk op MENU om Display menu in te schakelen. c) Gebruik Up / Down pijl om Zoom Range optie te selecteren. d) Druk op ENT om instelling te bevestigen. e) Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. f) Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Let op: na het selecteren van de “aan” optie: 1)Druk op ENT om te schakelen naar “hoog” of “laag” bereik. 2) Druk op Up / Down pijl om waarde aan te passen. 3) Druk op ENT om instelling te bevestigen. 4) Druk op PWR / CLEAR om instellingen te verlaten.
Achtergrond verlichting (Backlight) Er zijn 10 niveaus om de helderheid van de achtergrondverlichting aan te passen. Instellen Achtergrondverlichting: a) b) c) d) e) f) 25
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Display menu in te schakelen. Gebruik Up / Down om Achtergrondverlichting te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Contrast Met contrast kunt u uw display naar wens instellen voor de op dat moment geldende daglicht situatie. Instellen Contrast: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Display menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Contrast optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Overlap Data In de linker bovenhoek van het scherm kunnen de volgende waarden worden weergegeven: Waterdiepte, Temperatuur, Voltage. Overlap Data bepaalt welke informatie u op uw scherm wilt zien. Instellen Overlap Data: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Display menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Overlap Data optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
ALARM Diepte Alarm De visvinder laat een alarmtoon horen wanneer de bodem ondieper wordt of gelijk is aan de alarm instellingen. Let op: eenmaal geactiveerd, verschijnt een alarm boodschap op het scherm. U kunt op de Menu toets drukken om de “diepte alarm modus” te verlaten, maar het alarm blijft afgaan totdat u de boot verplaatst naar een gebied waar het water dieper is dan de diepte alarm instelling. U kunt het alarm ook stopzetten door naar het Diepte Alarm menu te gaan en kunstmatig de huidige diepte alarm waarde instellen naar een veilige diepte. Instellen Diepte Alarm: a) b) c) d) e) f) 26
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Alarm menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Diepte Alarm optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Vis Alarm De visvinder laat een alarm horen wanneer er vis wordt gedetecteerd. Instellen Fish Alarm: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Alarm menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Vis Alarm optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Accu Alarm Als de accuspanning minder is dan de instelling van het alarm, zal het accualarm te horen zijn en er verschijnt een boodschap op het scherm. De beschikbare instelling is 10.0~18.0 volts. In de rechter benedenhoek van de Accu Alarm interface, wordt het huidige voltage getoond. Instellen Accu Alarm: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om Alarm menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om de Accu Alarm optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Let op: eenmaal geactiveerd, verschijnt er een alarm bericht op het scherm. U kunt tweemaal op een willekeurige toets drukken om het alarm bericht te wissen. Het alarm wordt herhaaldelijk weergegeven totdat de spanning van de accu hoger is dan de accu alarm instelling. U kunt het alarm annulerendoor naar het Accu Alarm menu te gaan en de instelling aan te passen tot een veilige waarde.
27
SYSTEEM Toetsgeluid Toetsgeluid wordt gebruikt om te bepalen of de visvinder een geluid laat horen wanneer een toets wordt ingedrukt. Instellen Toetsgeluid: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om System menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Toetsgeluid optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Eenheden Eenheden worden gebruikt om de diepte eenheid en temp eenheid te kiezen. Er zijn 4 combinaties om uit te kiezen: Feet / Celsius - Feet / Fahrenheit - Meter / Celsius en Meter / Fahrenheit Instellen Eenheden: a) b) c) d) e) f)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om System menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Eenheden optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten.
Taal Taal wordt gebruik om de taal van alle menu‟s aan te passen. Dit is het eerste wat u moet aanpassen zodra u de Condor voor het eerst aanzet. U kunt uit 16 talen kiezen (naar gelang toestel). Instellen Taal: a) b) c) d) e) f) g)
28
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om System menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Taal optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten. Druk op PWR/CLEAR om af te sluiten.
Systeem Reset Systeem Reset wordt gebruikt om de fabrieksinstellingen te herstellen. Instellen Systeem Reset: a) b) c) d) e) f) g)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om System menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om System Reset optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten. Druk op PWR/CLEAR om af te sluiten.
Simulator Simuleren wordt gebruikt om u met uw visvinder te laten oefenen alsof u op het water bent. In deze simulatie modus, wordt het gesimuleerde bodemsignaal met de vissignalen getoond en bewegen zij over het scherm. U kunt tegelijkertijd de instellingen veranderen om verschillende sonar beelden te kunnen zien, zodat u goed begrijpt hoe uw visvinder werkt. Instellen Simulator: a) b) c) d) e) f) g)
Druk op MENU voor menu instellingen. Druk herhaaldelijk op MENU om System menu in te schakelen. Gebruik Up / Down pijl om Simulator optie te selecteren. Druk op ENT om instelling te bevestigen. Gebruik Up / Down pijl om waarde te verhogen/verlagen. Druk op ENT om te bevestigen en af te sluiten. Druk op PWR/CLEAR om af te sluiten.
Om de simulator af te sluiten, ga naar de simulator instellingen en kies de optie “uit”.
29
Problemen oplossen De unit kan niet opgestart worden. A)
Controleer de kabelaansluitingen en bedrading. Controleer of de kabels correct zijn aangesloten op de visvinder. De rode draad wordt aangesloten op de positieve pool en de zwarte op de negatieve pool of op “aarde”. B) Zorg ervoor dat de accuspanning niet lager is dan de waarschuwingswaarde (10 V) C) Controleer de zekering. Zwakke bodem echo, onstabiele Diepte Lezing of geen vissignalen. A) B)
Zorg ervoor dat de transducer goed is geïnstalleerd. Zeer zware onderwater-vegetatie kan het sonar signaal verstoren waardoor de diepte verkeerd geïnterpreteerd kan worden. Als u zeker weet dat de metingen niet correct zijn door deze omstandigheden, stop het gebruik. C) Olie, vuil of brandstof kunnen een film vormen op de transducer waardoor de doeltreffendheid verminderd. Het schoonmaken van het oppervlak van de sensor kan helpen. D) Elektrische ruis van de motor van de boot kan interfereren met de sonar. Dat zal ertoe leiden dat zwakkere signalen worden geëlimineerd. E) Controleer de accuspanning. Het uitstoten van sonarpulsen zal sterk afnemen als gevolg van de afname van de spanning. Dit zal de mogelijkheid om de bodem, vis of obstakels te vinden sterk verminderen. F) De sonar bevindt zich wellicht in turbulent water. Montage in een betere doorstroming van water (andere locatie) zou kunnen helpen. Geen diepte uitlezing wanneer de transducer geïnstalleerd is via “Shoot-through-hull”. Zorg ervoor dat de romp van de boot een enkele laag constructie is. Ook lucht die zich bevindt in het glasvezel zelf kan voorkomen dat het sonar signaal goed doordringt, waardoor diepte uitlezing niet mogelijk is. Bodem verdwijnt, plotseling verzwakt wanneer de boot met hoge snelheid vaart A) B)
De sonar bevindt zich wellicht in turbulent water. Zie de installatie gids en pas de positie van de transducer aan naar meer vlotte doorstroming van het water. Elektrische ruis van de motor van de boot kan de sonar verstoren en zorgt ervoor dat zwakkere signalen geëlimineerd worden. Probeer het Ruis filter niveau te veranderen of de stroomvoorziening van de visvinder en de transducer kabel weg te halen van de elektrische bron.
Er verschijnt niets op het scherm zelfs als u vissen ziet onder de transducer. A)
Controleer de installatie van de transducer om zeker te zijn dat deze goed geïnstalleerd is. Een verkeerde installatie kan sonar signaal verlies veroorzaken. B) Olie, vuil of brandstof kunnen een film vormen op de transducer waardoor de doeltreffend heid verminderd. Het schoonmaken van het oppervlak van de sensor kan helpen. C) Elektrische ruis van de motor van de boot kan de sonar verstoren en zorgt ervoor dat zwakkere signalen geëlimineerd worden. De display wordt zo rommelig dat zelfs een duidelijke bodem niet bereikt kan worden. A) Water is te ondiep B) Water is te troebel C) Er is teveel puin in het water, Het verhogen van het ruisfilter naar 8 of hoger kan helpen. 30
Specificaties Condor F-238 Dieptebereik
150 meter
Frequentiebereik
200 KHz
Hoek kijkbundel
20° - 10 db
Vermogen
150 watt (RMS, 1200 watt (peak-to-peak)
Werkvermogen
12 volt
Resolutie
240 x 128 pixels
Omgevingstemperatuur
- 10 tot + 50 graden celcius
Afmetingen
190x107x98 mm
Kenmerken voor de F-238:
31
4 levels grijswaarden Zoet/ zout water bestendig Sonar-informatie in real time High definition 11.5 cm diagonal FSTN LCD scherm Gebruikersvriendelijke menu interface IPX7 waterdichte behuizing Kantel en draai quick release unit houder