klimaco bv c l i m a t
c o n t r o l
s o l u t i o n s
Bedienings-, onderhouds- en installatie handleiding Voor air conditioner in voertuigen (camper of caravan)
Model: KL-5200
Lees voor installatie/gebruik aandachtig de instructies en regels. Bewaar deze handleiding voor naslag.
Geïmporteerd door: ®
KLIMACO BV Europe Kloosterweg 11A 3882 NL Putten
Inhoudsopgave
1. Algemene informatie 1.1 Inleiding
3
1.2 Plaats van de specificatie sticker
3
1.3 Hoe u de airconditioner gebruikt
4
1.4 Gebruik van de airconditioner
5
1.5 Beschrijving van de bedieningselementen
6-7-8
1.6 Technische gegevens
9
1.7 Regelmatig onderhoud
10
2. Montage instructies 2.1 Verpakking, uitpakken en hantering 2.2 Voorbereiden van de dakopening
11 11-12
2.3 Plaatsing van de airconditioner
13
2.4 Elektrische verbinding
14
3. Probleemoplossing, onderhoud, recycling 3.1 Probleemoplossing
15
3.2 Buitengewoon onderhoud
16
3.3 Recycling
16
4. Bedradingsoverzicht
17
5. Onderdeel lijsten
18
1. Algemene informatie 1.1 Inleiding Wij danken u voor de aanschaf van de KL5200 airconditioner voor voertuigen. Dit apparaat is ontwikkeld en vervaardigd voor installatie in voertuigen (bv. campers en caravans) om de temperatuursomstandigheden te verbeteren. De airconditioner voert frisse en ontvochtigde lucht aan in de zomer. Het apparaat kan worden gebruikt in uw voertuig om de lucht te koelen, ontvochtigen of circuleren. U kunt het apparaat automatisch laten werken met een zeer eenvoudige handeling. Neem de tijd om deze handleiding zorgvuldig door te lezen om optimaal gemak te ondervinden van het apparaat. Bewaar deze handleiding op een veilige plek zodat u het er op ieder moment weer bij kunt pakken als naslagwerk of als iemand anders het apparaat gebruikt.
1.2 Plaats van de specificatie sticker Luchtgrill geopend
Specificatie sticker
RV Air Conditioner Model:
KL-5200 ROHS CE
Power
AC~230V 50Hz 1PH
Hot State Max.Working Pressure
2.65MPa
Rated Cooling Capacity
5200BTU/H
Cold State Max. Working Pressure
0.7MPa
Rated Power/Current
560W/2.5A(*)
Noise
48dB(A)
Max.Power/Current
690W/3.0A(**)
Refrigerant/Qty
R407C/410g
Circuit Fusing Current
4A
Protection Class of Shell
IPX4
Electrical Safety Class
I
Production No.
NOTE: Testing Condition:
(*):Indoor27/19ºC(DB/WB),Outdoor35/24ºC(DB/WB) (**):Indoor32/23ºC(DB/WB),Outdoor43/26ºC(DB/WB)
3
1.3 Hoe u de airconditioner gebruikt De airconditioner bestaat uit een compressor, condensator, verdamper en koelgas onder druk. Afhankelijk van de fysieke toestand van het koelgas, d.w.z. vloeibaar of gasvormig, worden de onderdelen waar het gas doorheen stroomt verwarmd of gekoeld. De ventilator leidt de binnenlucht door de gekoelde verdamper, waar de lucht afgekoeld en ontvochtigd weer uitstroomt. Zie de onderstaande overzichtsfiguur.
Lucht van buiten naar binnen gezogen
Uitstromende warme lucht
Bedieningspaneel
Lucht van buiten naar binnen in het voertuig Bedieningspaneel
Bewerkte/gekoelde lucht naar binnen in het voertuig
4
1.4 Gebruik van de airconditioner Handige tips de werking van de airconditioner kan worden verbeterd met een aantal simpele methodes: • • • •
Zorg voor een goede warmte-isolatie van het voertuig bij het openen en afsluiten. Zorg dat alle ramen zijn voorzien van reflecterende gordijnen. Vermijd het onnodig openen en sluiten van deuren en ramen. Kies de meest geschikte temperatuur en snelheid. Zet de luchtkleppen in de juiste stand.
Neem de volgende maatregelen om problemen te voorkomen en de risicoʼs voor uzelf en anderen te beperken: • • • • • •
Wacht altijd een aantal minuten (tenminste 3 minuten) na uitschakeling met het opnieuw inschakelen van de airconditioner. Op deze manier voorkomt u dat de compressor wordt beschadigd. Zorg ervoor dat de luchtinlaten en -uitlaten vrij zijn van doeken, papier of andere voorwerpen. Besproei de airconditioner niet met water. Steek nooit uw handen of andere voorwerpen in de openingen. Houdt ontvlambare vloeistoffen uit de buurt van de airconditioner. Zet het apparaat, bij inschakeling, op maximaal koelen en hoogste ventilatie om het vervolgens in te stellen op de gewenste comfortabele stand.
Het instellen van de luchtstroomrichting:
5
1.5 Beschrijving van de bedieningselementen Bedienings paneel Wisselschakelaar
Hoofdschakelaar AAN/UIT Temperatuur of tijdschakelaar, tijd verminderen
Ventilatorsnelheid schakelaar
Temperatuur of tijdschakelaar, tijd vermeerderen
Tijdschakelaar
Display
Koelmodus Automatische bediening
Temperatuuraanduiding
Temperatuurweergave (in graden Celsius) Tijdweergave/timer
Ventilator snelheid Ontvochtigen Alleen ventileren
Tijd weergave
Display 1)
2)
5)
: Wisselschakelaar: het selecteren van de modus: automatisch-modus, alleen ventileren modus, ontvochtigings-modus en koel-modus
MODE
3)
4)
: Hoofdschakelaar AAN/UIT: het aan- en uitzetten van het apparaat
ON/OFF
: Ventilatorschakelaar: het instellen van de ventilatorsnelheid en instelling van de displayverlichting: Hoog, Medium, Laag of Automatisch. Als de displayverlichting te fel is houdt de ventilatorschakelaar in voor 5 seconden en blijf drukken, de felheid van de display zal veranderen van licht tot donker. Laat de schakelaar los wanneer de gewenste felheid is bereikt.
FAN
UP
TIMER
of
DOWN
: Temperatuur of tijdschakelaar: gebruik deze twee schakelaars voor het instellen van de gewenste temperatuur. Tijdens het tijd instellen kunt u deze schakelaars gebruiken voor het instellen van de timer. : Tijdweergave: tijd instellen of annuleren
Voor het instellen of annuleren timer aan/uit . Als het apparaat aan is, kan de schakelaar worden ingesteld met de timer-uit. En als het apparaat uit is, kan de schakelaar worden ingesteld met de timer-aan. Als het apparaat aan is, schakelt u deze timer schakelaar in, de temperatuurweergave “ºC” zal gelijk uitgaan en de tijdseenheid zal verschijnen. Het temperatuurcijfer zal nu veranderen en knipperen. Na 10 seconden in de timer modus zal het temperatuurcijfer weer terugschakelen naar de eerdere temperatuurweergave. Als het apparaat is ingeschakeld met de timer-uit, druk dan nogmaals binnen 10 seconden voor het verschijnen van de timer-uit modus.Als het apparaat uit is en de timer-aan is niet ingesteld, schakel deze dan in met deze schakelaar. Als het apparaat is ingeschakeld met de timer-aan, druk dan tweemaal om de timer-aan uit te schakelen. 6
Bedieningsprocedure Koelen-modus 1.
Schakel het apparaat aan met de AAN/UIT schakelaar
2.
Druk op de
3.
Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurschakelaar. De temperatuur kan worden ingesteld van 16 ºC - 32 ºC. Een temperatuur van 22 ºC wordt aangeraden.
4.
Selecteer de ventilatorsnelheid met de ventilatorschakelaar
MODE
“Mode” knop totdat het volgende signaal “
“ verschijnt in de display
Ontvochtigingmodus 1.
Schakel het apparaat aan met de AAN/UIT schakelaar
2.
Druk op de
MODE
“Mode” knop totdat het volgende signaal “
“ verschijnt in de display
Zorg ervoor dat ramen en deuren zijn gesloten om de ontvochtigingseffectiviteit van het apparaat te verhogen.
Ventilatormodus 1.
Schakel het apparaat aan met de AAN/UIT schakelaar
2.
Druk op de
3.
Selecteer de ventilatorsnelheid met de ventilatorschakelaar
MODE
“Mode” knop totdat het volgende signaal “
“ verschijnt in de display
Automatische modus 1.
Schakel het apparaat aan met de AAN/UIT schakelaar
2.
Druk op de
3.
Selecteer de ventilatorsnelheid met de ventilatorschakelaar
MODE
“Mode” knop totdat het volgende signaal “
“ verschijnt in de display
Tijdens de Automatische modus zal alleen de ventilatormodus aanstaan als de temperatuur in het voertuig lager is dan 22 ºC. Het apparaat zal automatisch de koelingmodus starten als de temperatuur boven de 22 ºC komt.
7
Tijdinstelling procedure Timer-aan programmering Het inschakelen van de timer-aan: U kunt het apparaat als het uitgeschakeld staat, zo instellen dat het automatisch start op het door u gewenste tijdstip. 1.
Schakel de tijdschakelaar
TIMER
op het bedieningspaneel in. Het cijfer in de display springt nu op de tijdvertraging
tijd door te knipperen, de temperatuurweergave ºC is uit en de tijdseenheid “Hr” zal verschijnen. De tijdsindicator in de display zal verschijnen.
2.
Druk op de
UP
of
DOWN
knop om de tijdvertraging te wijzigen naar de gewenste tijd.
Als de knop 10 seconden niet is ingedrukt, zal het apparaat het laatste knipperende getal onthouden. Het cijfer springt dan weer op de huidige temperatuurweergave, maar de tijdsindicator zal in de display blijven staan totdat de ingestelde tijd voorbij is en het apparaat automatisch start.
Het uitschakelen van de timer-aan: Als de timer-aan is ingeschakeld als het apparaat uitstaat, druk dan twee keer op de tijdschakelaar om de timer-aan uit te schakelen. De tijdsindicator in de display zal dan verdwijnen.
Timer-uit programmering Het inschakelen van de timer-uit: U kunt het apparaat als het aangeschakeld staat, zo instellen dat het automatisch uitschakelt op het door u gewenste tijdstip. 1.
Schakel de tijdschakelaar
TIMER
op het bedieningspaneel in. Het cijfer in de display springt nu op de tijdvertraging
tijd door te knipperen, de temperatuurweergave “ºC” is uit en de tijdseenheid “Hr” zal verschijnen. De tijdsindicator in de display zal verschijnen. 2.
Druk op de
UP
of
DOWN
knop om de tijdvertraging te wijzigen naar de gewenste tijd.
Als de knop 10 seconden niet is ingedrukt, zal het apparaat het laatste knipperende getal onthouden. Het cijfer springt dan weer op de huidige temperatuurweergave, maar de tijdsindicator zal in de display blijven staan totdat de ingestelde tijd voorbij is en het apparaat automatisch stopt.
Het uitschakelen van de timer-uit: Als de timer-uit is ingeschakeld als het apparaat aanstaat, druk dan op de tijdschakelaar. De tijdsindicator zal de ingeschakelde tijd laten zien en de tijdseenheid “Hr” zal verschijnen. Druk nogmaals op de tijdschakelaar. De timer-uit instelling wordt dan geannuleerd. De tijdsindicator en tijdsinstelling op de display zullen uitgaan en de oorspronkelijke temperatuur zal verschijnen.
8
1.6 Technische gegevens
850
610 588
250
262
393-400 450
Min. 25 Max. 45
Omschrijving
393-400 450
KL-5200
Elektrisch vermogen
220-240 V-Hz
Koel vermogen
1500 Watt/h [5200btu]
Stroom verbruik tijdens koeling
560 W
Maximal stroom verbruik
3.0A
Koelmiddel en hoeveelheid
R407C 420gr
Ventilator koelingsnelheid
3 snelheden
Volume bewerkte lucht(LxBxH)
200/180/160 m3/h
Geluidssterkte
+/- 62dB
Netto gewicht
+/- 24 kg
Programmeerbare timer
1-24 uur
Afmetingen (LxBxH)
850x610x250
Afzekering
4.0
Aanbevolen Generator vermogen
3(KW)
9
1.7 Regelmatig onderhoud
Sluit de elektriciteit af en verwijder de stekker van het apparaat uit het wandcontactdoos voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat gaat uitvoeren. Schenk geen vloeistoffen in het apparaat. Wees voorzichtig met het hanteren van scherpe onderdelen van het apparaat.
Reinigen of vervangen van het filter Als het luchtfilter is geblokkeerd door stof-ophoping, zullen de luchttoevoer en koeling afnemen. Het is aan te raden om het filter eenmaal per maand of eventueel meer indien nodig te reinigen. a) Trek het luchtinlaatpaneel in zijn geheel omlaag en verwijder het filter achter op het paneel. b) Was het filter door het zachtjes in warm water (ongeveer 40 ºC) met een neutraal schoonmaakmiddel onder te dompelen. Spoel het filter en laat het goed drogen op een donkere plek. c) Plaats het filter terug als het compleet droog is. d) Als het filter gescheurd is of onbruikbaar, bestel dan een nieuw filter bij uw dealer.
Externe plastic onderdelen a) Maak de airconditioner regelmatig schoon en verwijder stof met een vochtige doek. Gebruik, indien nodig, een milde schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen. b) Controleer de airconditioner regelmatig en zorg ervoor dat de watertoevoer uitgangen niet verstopt raken.
10
2. Montage instructies De airconditioner dient te worden gemonteerd door een ervaren technicien of door de leverancier. Daarbij dient bij de montage van het apparaat acht te worden geslagen op veilige werkomstandigheden voor wie hiermee te maken heeft.
2.1 Verpakking, uitpakken en hantering Zorg bij aanschaf van het apparaat dat u het product horizontaal vervoert. Plaats het verpakte product bij het uitpakken op een vlakke ondergrond. Verwijder de kartonnen doos zonder het om te draaien of op zijn kant te draaien. a) b) c) d) e) f) g)
Verwijder de tape op de bovenkant van de doos. Open de verpakking volgens de instructie op de doos. Verwijder de piepschuimverpakking en stootverpakking. Til het apparaat met twee personen uit de verpakking zonder deze te kantelen en controleer of het niet is beschadigd. Let op: haal de airconditioner niet uit de verpakking via de zijkanten. Als de montageplaats nog niet gereed is, plaats het apparaat dan op steunen om de onderkant te beschermen. Plaats het apparaat niet direct op de grond of op tafel, want dit kan de onderkant beschadigen. Neem het apparaat af met een doek indien nodig. Vervoer het apparaat voorzichtig naar de montageplaats.
2.2 Voorbereiden van de dakopening
Voor een correcte montage van de airconditioner dient het dak een opening met de juiste afmetingen te hebben. Het is mogelijk een bestaande luchtopening te gebruiken voor het maken van een nieuwe opening.
Er kunnen, afhankelijk van de afmetingen en maten van airconditioning, èèn of meer airconditioners worden gemonteerd. De airconditioner dient precies in het midden van de breedte van het voertuig te worden gemonteerd. Als er èèn airconditioner wordt gemonteerd, dient deze op het achterste gedeelte van het dak te worden geplaatst. Controleer, voor plaatsing, of er voor de opening geen bestaande inrichting in de weg zit zoals lampen, kasten, deuren, gordijnen, etc.) Deze controle bevordert een èènvoudige plaatsing van de airconditioner en probleemloze luchtventilatie. Neem contact op met de voertuigleverancier en verzeker u ervan dat de dakconstructie van het voertuig het gewicht van een airconditioner toelaat, in het bijzonder als het apparaat ingeschakeld is. Er zijn voertuigproducenten die met de productie van een voertuig rekening houden met toekomstige plaatsing van een airconditioner door elektriciteitsbedrading elders te plaatsen. De airconditioner dient bij voorkeur te worden gemonteerd op een plat vlak (level plane). De maximale glooiingshoek is 10º.
11
Als u de bestaande opening gebruikt, tref voorbereidingen volgens het volgende figuur: Elektriciteitsgevaar. 1. Sluit alle elektriciteitsbronnen af
Bij gebruik van een bestaande opening 1. Verwijder het dakraampje 2. Maak de randen van de opening schoon en vrij van lijmresten 3. Vul eventueel aanwezige schroefopeningen of oneffenheden met vuller of siliconenkit
When using the new het opening, makevan it like following figure. Werkwijze voor maken een nieuwe opening
Bij gebruik van een nieuwe opening 1. Gebruik het bijgeleverde kartonnen sjabloon om de plaats en afmeting van de nieuwe opening te bepalen 2. Boor gaten in de vier hoeken van het uitgetekende figuur 3. Zaag het gat uit tussen de vier boorgaten 4. Plaats, indien nodig, een verstevigend houten raam
12
2.3 Plaatsing van de airconditioner STAP 1 Bevestig de afdichtingspakking/rubberen ring, in de groef aan de onderkant. Plaats de airconditioner op de dakopening. Schuif het apparaat niet over het dak op zijn plaats, maar til het apparaat op zijn plaats.
STAP 2
Sluit de elektriciteit aan volgens de beschrijving in 2.4 (Elektrische verbinding).
STAP 3
Gebruik het kunststof onderraam om de airconditioner op zijn plaats te krijgen.
STAP 4
Bevestig de schroeven van het plastic onderraam met een momentsleutel. Draai de schroeven vast tot de aanbevolen draaimoment (4NM/0.4kgm). Draai de schroeven niet te strak aan!
STAP 5
Verspreid de siliconenkit, indien nodig, langs de opening tussen de afdichting en de dakopening om lekkage te voorkomen. 13
2.4 Elektrische verbinding Werk volgens het landelijk geldende reglement bij het aansluiten van de elektrische verbinding.
STAP 1
Maak gebruik een geschikt elektrisch systeem beschermd door een 10-AMP trage zekering (slow fuse)
STAP 2
Verbind de bedrading met de airconditioner.
STAP 3
Verbind het elektriciteitssysteem met een stroomcircuit met juiste stroomvoorziening en een ge-aard net werk (zie het hoofdstuk 1, punt 1.5 over technische gegevens).
14
3. Probleemoplossing, onderhoud, recycling 3.1 Probleemoplossing Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat werkt of start niet helemaal
Stroomstoring of geen stroom
Controleer de stroomvoorziening of laat dit door een electricien doen
De hoofdschakelaar of zekering is er uitgeklapt
Bel een electricien
Stroomvoorzieningsvoltage is te laag
Bel een electricien
De omgevingstemperatuur is al de werktemperatuur
Controleer de temperatuur
De ingestelde temperatuur is te hoog
Programmeer een lagere temperatuur
Het apparaat zelf heeft het probleem: Geen koelmiddel in koelsysteem,
Bel de servicemonteur voor controle en onderhoud schade aan compressor; defecte ventilor, defect controlesysteem, defecte sensor; etc.
Ventilator defect
Bel de servicemonteur om de ventilator te controleren en om deze eventueel te vervangen
Verstopt filter
Reinig het filter en plaats het terug
Het filter is vuil en verstopt
Reinig het filter
De luchtdoorgang in het apparaat is geblokkeerd
Verwijder de blokkade
Er komt directe zon binnen
Sluit gordijnen of zonwering
Het apparaat staat in de ontvochtigingsmodus
Schakel de koelingsmodus in
Ventilator is ingeschakeld op laag
Schakel de ventilatorsnelheid in op een hogere ventilatorsnelheid
Ramen of deuren staan open
Sluit alle ramen en deuren zolang het apparaat in werking is
Teveel mensen in het voertuig Extreem hoge buitentemperatuur
Wacht langer Wacht langer
Wateruitlaten zijn verstopt
Verwijder de blokkade
Beschadigde afsluitpakking
Bel de servicemonteur om de afsluitpakking te controleren en/of om deze eventueel te vervangen
Het apparaat is niet goed gemonteerd of uitgelijnd
Controleer de montage
Het apparaat wordt belast met een extra gewicht op het dak waardoor onderdelen in het apparaat elkaar raken
Verwijder het extra gewicht van het dak
Te lage spanning
Bel een electricien
Defecte thermische beveiliging van ventilormotor in apparaat of oververhitting van het de motor
Bel de servicemonteur om de ventilator te controleren en om deze eventueel te vervangen
Het apparaat ventileert alleen, maar koelt niet
Geen luchtventilatie in het voertuig
Het apparaat koelt weinig tot niet of koelt niet snel genoeg
Het apparaat staat al enige tijd aan, maar het is niet koel genoeg in het voertuig
Er lekt water in het voertuig
Het apparaat maakt teveel lawaai
Het apparaat stopt er plotseling mee
15
3.2 Buitengewoon onderhoud Voor een optimale prestatie van uw airconditioner is het aan te raden om uw dealer/leverancier het apparaat grondig te laten nakijken op: 1.
goed gereinigde thermische beveiligingen
2.
goed gereinigde wateruitlaten
3.
goed gereinigd filter aan het begin van het zomerseizoen
3.3 Recycling Volg voor het verwijderen of recyclen van het apparaat de geldende wetgeving. Richt u daarvoor tot de daartoe bevoegde instanties. Informeer bij uw gemeente.
Let op: Wijzigingen door fabrikant ter verbetering van dit product, druk- en zetfouten onder voorbehoud.
16
4. Bedradingsoverzicht
BK Pr ot ec t or
C
Pr ot ec t or
YW/ GN
PC1
RD
YW
Capac i t or
P1
YW/ GN
YW P2
Capac i t or
PC2
Capac i t or
GND
Capac i t or Capac i t or
Capac i t or
COM
YW/ GN RD
HERM
Compr es s or Capac i t or
NO Compr es s or Rel ay
Pr ot ec t or
YW/ GN
BK
Condens er Fan 2
Condens er Fan 1
Compr es s or
Rel ay
Rel ay
CN1
N1- N5
POWER SUPPLY
WH
G
6 Pi n Connec t or
N
Ther mal Pr ot ec t or of mot or ORG BK BL YW
4C
L
RD
Transformer
AC- N N1 N0
CN7
H
M
L
10C
Relay Relay Relay Room Temp Sens or
Evaporator Fan Capacitor
DOWN
Coi l Tube Temp Sens or
T2
CO
Evaporator Control PCB
6C
4C
17
ON/ OFF
MODE
FAN
TI MER
5. Onderdeel lijsten For main unit
For air outlet assembly
For cooling system assembly
18