Installateurs en ICT- en domotica-toepassingen voor levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg
Nederland vergrijst en ontgroent. Dat leidt uiteindelijk tot een toenemende vraag naar zorg. Uitgaande van de huidige organisatie van de zorg, zal er onvoldoende geld en onvoldoende personeel zijn om zorg te verlenen. Hier ligt een taak voor de installatiesector. Want dankzij de kennis van techniek en de diensten, kunnen mensen langer op een comfortabele en veilige manier zelfstandig blijven wonen. De ontwikkeling ervan komt echter nog te langzaam op gang. Drempels zijn: gebrek aan kennis, kunde, ervaring, standaardisatie en het niet echt rond kunnen krijgen van de financiering en de exploitatie.
Daarom heeft uneto-vni het project 'Installateurs en ICT- en domotica-toepassingen voor levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg' uitgevoerd. Dit eindrapport biedt informatie over ontwikkelingen in de woninggebonden zorg, technologie in de zorg, kosten en baten, ervaringen van pilotprojecten en de mogelijkheden van en voor de installateur.
uneto-vni is de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel
Installateurs en ICT- en domotica-toepassingen voor levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg
Ruud Hoevenagel (EIM) Hans Kleinhout (KLICT) Jens Kleinhout (KLICT) Jaap Korpel (Consult)
Zoetermeer, maart 2008
Dit onderzoek is gefinancierd door uneto-vni en SenterNovem. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Consult bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Consult bv. Consult bv, SenterNovem en uneto-vni aanvaarden geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Consult bv. Quoting of numbers and/or text as an explanation or support in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Consult bv. Consult bv, SenterNovem and uneto-vni do not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. © uneto-vni, maart 2008
Voorwoord Het is bekend: Nederland vergrijst en ontgroent. Dat
Voor u ligt het eindrapport met informatie over ontwik-
leidt tot een toenemende vraag naar zorg. Het gaat om
kelingen in de woninggebonden zorg, technologie in
grote aantallen en grote bedragen. Uitgaande van de
de zorg, kosten en baten, ervaringen uit pilotprojecten
huidige organisatie van de zorg, zal er onvoldoende
en de mogelijkheden van en voor de installateur. Het
personeel zijn om zorg te verlenen. Er moet en kan wat
project heeft daarnaast ook enkele informatiebrochu-
gebeuren. De installatiesector heeft daarbij een belang-
res voor leden en stakeholders opgeleverd die u kunt
rijke rol te vervullen. Want dankzij de kennis van tech-
vinden op www.zorgswitch.nl en op de ledensite van
niek en de diensten die je met die techniek kan leveren,
uneto-vni onder het dossier Zorg.
kunnen mensen langer op een comfortabele en veilige manier zelfstandig blijven wonen. En dat willen mensen
Het project is uitgevoerd door EIM Consult en KLICT en
ook. Nieuwe installatietechnieken verhogen de kwaliteit
begeleidt door de Stuurgroep Zorg van uneto-vni. In
van het leven en de efficiency in de zorg. Uit onderzoek
deze stuurgroep hebben zitting:
van uneto-vni blijkt dat er € 1,5 miljard per jaar aan
• E.A. van Nieuwenhuijsen, vz. VG Domotica System
besparingen gerealiseerd kan worden.
Integrator, vz. Stuurgroep Zorg • ir. A.J.M.O. Boumans, vz. VG Infratechniek
De ontwikkeling ervan komt echter maar langzaam
• N.J. Koreman, bestuurslid VG Elektro Installatiebedrijf
op gang. Er wordt te weinig in ‘levensloopbestendig
• R. van Loon, bestuurslid VG Domotica System
wonen’ geïnvesteerd. Drempels zijn: gebrek aan kennis,
Integrator
kunde, ervaring, standaardisatie en het niet echt rond
• H.F.A.W. Spekman, vz. VG ICT
kunnen krijgen van de financiering en de exploitatie.
• H.Th.G. Dekkers, vz. VG Sanitair & Techniek
Daarom heeft uneto-vni met medefinanciering van
• ing. L.J. van Wees, lid InnovatieGroep
SenterNovem het project ‘Installateurs en ICT- en dom-
• P.W. Helmink, uneto-vni
otica-toepassingen voor levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg’ uitgevoerd. Doel van dit
Eberhard van Nieuwenhuijsen
project is om door middel van kennisvergaring en ken-
Voorzitter Stuurgroep Zorg uneto-vni
nisverspreiding marktpartijen te ondersteunen bij de gedachteontwikkeling over levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg. Het is een lastig, weerbarstig, boeiend en bijzonder leerzaam project gebleken.
3
Inhoudsopgave 1 Project Installateurs zorgen voor levensloop-
4 Kosten en baten: businesscase
bestendig wonen en woninggebonden zorg
6
(zorg)domotica
39
1.1
Website: ZorgSwitch
6
4.1
39
1.2
Drie deelonderzoeken
6
4.2 Landelijke businesscase ICT en
1.3
Ervaringen uit proefprojecten
7
1.4
De installateur en de markt voor ‘(zorg)domotica’
2 Ontwikkelingen in de woninggebonden zorg 2.1 ICT en zorg: een groeiende markt
7
3 Technologie: ICT en ‘domotica’ voor de zorg 3.1
Inleiding
3.2 Installaties in de woning
8
3.4 Telecare
39
41 43
5 Ervaringen uit enkele pilotprojecten
44
5.1 De voornaamste pilotprojecten
44
11
5.2 Lessen uit de pilotprojecten
46
12
6 De installateur en (zorg)domotica
50
9
6.1 De rol die de installateur op zich 19 19 20
3.3 Niet één zorgdomotica-concept, maar vele varianten
financiering van een project 4.4 Kansen benutten
2.3 Organisatie van de woninggebonden zorg
domotica voor wonen en zorg 4.3 Lokale businesscase: kosten en
2.2 De visie van experts op structuur en ontwikkelingen
Inleiding
wil nemen
50
6.2 Welke partijen moet de installateur benaderen?
51
6.3 Mogelijkheden voor onderlinge 22 25
samenwerking 6.4 Tot slot: kansen slim benutten
52 54
3.5 Matrix: technologie en de rol van de installateur
30
3.6 Techniek is zinloos zonder de bijbehorende dienstverlening 3.7 Het perspectief van de gebruiker
34 36
3.8 Verbeteren kennispositie installatie branche
37
5
1 Project: Installateurs zorgen voor levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg
Dit rapport beschrijft de inzichten en kennis die in het
Deze website, ZorgSwitch, bevat de informatie uit deze
project ‘Installateurs zorgen voor levensloopbestendig
rapportage in een bewerkte vorm. Daarnaast fungeert
wonen’ is opgedaan en in enkele tientallen workshops
(een afzonderlijk deel van) ZorgSwitch als een leerom-
is overgedragen aan installateurs en andere belang-
geving voor installateurs, ook nadat het project is
hebbenden. EIM bv, Consult bv en KLICT bv hebben dit
afgerond. Verschillende van de ontwikkelde cursussen
project uitgevoerd van 2004 tot 2007 in opdracht van
blijven namelijk doorlopen en in het verlengde daarvan
uneto-vni. Het project werd mede gefinancierd door
zullen nieuwe interessante inzichten en documenten in
SenterNovem (SKB02024).
de loop van de tijd aan ZorgSwitch worden toegevoegd.
1.1 Website: ZorgSwitch
1.2 Drie deelonderzoeken
In het kader van het project is ook een website ontwik-
Een deel van de kennis en inzichten komt voort uit de
keld, als platform voor de kennisoverdracht aan instal-
drie deelonderzoeken, die in de eerste fase van het pro-
lateurs en andere betrokken partijen.
ject (tot juli 2005) zijn uitgevoerd. Wij hebben dit aangevuld met de inzichten die sindsdien zijn opgedaan.
Figuur 1
Website ZorgSwitch (www.zorgswitch.nl)
Hieraan zijn de eerstvolgende drie hoofdstukken in dit rapport gewijd.
Allereerst wordt (in hoofdstuk 2) ingegaan op ontwikkelingen in de woninggebonden zorg, de organisaties die een rol spelen in de zorg en de relevante wetgeving op dit gebied. Daarna komt (in hoofdstuk 3) de stand van de technologie aan bod van ICT- en ‘domotica’toepassingen voor de woninggebonden zorg. Deze technologie zal van steeds groter belang worden en moet dus in principe door installateurs beheerst worden. Daarbij wordt ook ingegaan op de huidige kennispositie Bron: KLICT bv
van de installateurs. In hoofdstuk 4 staan de kosten en baten van (zorg)domotica – de businesscase – centraal, die mede gebaseerd is op het Viedome-project
6
in Veldhoven. Welke argumentatie kan daaruit worden gedestilleerd, die de toepassing van domotica voor woninggebonden zorg een extra impuls kan geven?
1.3 Ervaringen uit proefprojecten In de afgelopen jaren hebben verschillende installateurs eerste ervaringen opgedaan met projecten waarin domotica voor zorg en comfort in huis werd toegepast. In de loop van het project (2004-2007) hebben wij verschillende pilotprojecten ondersteund en gevolgd. Hoofdstuk 5 is gewijd aan de lessen en ervaringen uit deze projecten. Daarbij ligt de nadruk niet op de techniek, maar op de markt (wat vraagt de opdrachtgever, wat wil de bewoner) en op het verloop van het proces bij een dergelijk, meestal innovatief, ontwerp- en bouwproject.
1.4 De installateur en de markt voor ‘(zorg)domotica’ Voor veel installateurs is de markt voor ‘(zorg)domotica’ een interessante markt. Maar het is wel een andere markt dan hij gewend is: voor een deel met andere partijen en andere eisen. En de plannen en opdrachten komen op een andere manier tot stand. In hoofdstuk 6 zetten wij op een rij, wat de installateur, die deze nieuwe markt wil betreden, moet weten om dat met (meer) succes te kunnen doen.
7
2 Ontwikkelingen in de woninggebonden zorg
Aan het project ‘Installateurs zorgen voor levensloop-
De meeste installateurs missen echter de ‘tools’ voor
bestendig wonen’ ligt ondermeer de constatering ten
het bewerken van deze markt. De relevante partijen
grondslag, dat installateurs een belangrijke rol kun-
vormen samen, ook op het lokale niveau, een ‘klant-
nen spelen bij het slechten van belemmeringen aan
complex’: de installateur heeft niet te maken met één
de vraagzijde van de markt. Woningbouwcorporaties,
klant, maar met een aantal onderling van elkaar afhan-
zorgverleners en zorgverzekeraars en in toenemende
kelijke organisaties.
mate ook de landelijke en lokale overheden spelen sinds enkele jaren een belangrijke rol in de gedachtenontwikkeling over levensloopbestendig wonen en
Figuur 2
De installatiebranche en de markt voor ‘(zorg)domotica’
Kijken naar de markt ...
woninggebonden zorg. Die gedachtenontwikkeling
zorgverzekeraar
gebruiker
zorgverlener
wordt nog maar beperkt gevoed met ICT- en installatie-
provincie
woningcorporatie
technische kennis en inzichten. Meer kennis daarvan bij
MARKT
de genoemde partijen, bij voorkeur in de vorm van con-
gemeente
aannemer
projectontwikkelaar
crete voorbeelden, experimenten en demonstraties, zal een impuls geven om feitelijk te realiseren wat nu nog een grotendeels papieren discussie blijft. Daarnaast is
Bron: Consult bv
het van belang om deze partijen te helpen, bijvoorbeeld door regionale experimenten, om doordachte en werk-
Als installateurs een dergelijk ‘klant-complex’ niet effec-
bare voorstellen uit te werken. Geslaagde praktijkvoor-
tief weten te benaderen zijn zij gedwongen de ontwik-
beelden kunnen de belemmeringen wegnemen voor
kelingen af te wachten en worden zij in het gunstigste
het ontwikkelen van plannen, voor samenwerking en
geval in het laatste stadium ‘besteld’ om een bepaald
het verleggen van financiële stromen en op die manier
product of installatie te verzorgen. En het ‘klant-com-
bijdragen aan het realiseren van kostenbesparingen op
plex’ blijft mede daardoor verstoken van een gedegen
het terrein van wonen en zorg.
advisering over de nieuwste mogelijkheden die ICT en installatietechniek bieden voor woninggebonden zorg en levensloopbestendig wonen. Eén van de doelstel-
8
lingen van het project was daarom de installateurs op
een voor hen toegankelijke wijze wegwijs te maken in dit ‘klant-complex’ (welke partijen zijn van belang, wie is waarvoor verantwoordelijk, aan welke regels moeten zij zich houden, hoe verloopt de planvorming en besluitvorming etc.). In het eerste deelonderzoek is dit ‘klant-complex’ in grote lijnen in kaart gebracht. Op basis van de ervaringen van installateurs in een aantal
Tabel 1
Wat hebben ICT en domotica te bieden?
• ontspanning en communicatie • schakel naar persoonlijke diensten • comfort in en rond de woning • veiligheid: apparaten, inbraak, brand • veiligheid: personen-alarm, valdetectie • langer zelfstandig kunnen blijven wonen • technologie voor zorg op afstand Bron: Consult bv
pilot-projecten zijn deze inzichten aangescherpt. Zie hiervoor hoofdstuk 5 en 6.
De behoefte aan levensloopbestendige woningen - verrijkt met aspecten van domotica - zal in de toekomst in
In dit hoofdstuk presenteren wij de inzichten van
Nederland toenemen. De vraag naar (woninggebonden)
het eerste deelonderzoek, die door middel van het
zorg zal eveneens toenemen en daarmee het belang
project aan installateurs (en aan andere geïnte-
van de inzet van ICT-toepassingen daarbij. De achter-
resseerde belanghebbenden) zijn overgedragen.
liggende basisbewegingen zijn: een vergrijzing van
Achtereenvolgens passeren de volgende onderwerpen
de bevolking, meer mondiger ouderen die liever in de
de revue:
vertrouwde thuissituatie verzorgd worden dan in verzor-
• Groeiende markt: de behoefte aan levensloopbesten-
gingshuizen, een afnemende mantelzorg en een gebrek
dige woningen en aan ICT-toepassingen voor woning-
aan voldoende arbeidskrachten om aan de groeiende
gebonden zorg zal in de komende decennia naar
zorgvraag te voldoen.
verwachting sterk toenemen. • De visie van experts op de organisatie van de woning-
Naar 4,1 miljoen 65-plussers in 2040
gebonden zorg, de mogelijkheden voor toepassing
Volgens recente CBS-cijfers zal het inwonertal van
van ICT en installatietechniek en de ontwikkelingen
Nederland toenemen van 16,3 miljoen nu naar 17,0
daarin.
miljoen rond 2040. In 2006 was 14,3% van de bevol-
• De organisatie van de woninggebonden zorg, inclu-
king 65 jaar of ouder (2,4 miljoen mensen). Rond
sief enkele belangrijke ontwikkelingen in de financie-
2040 bereikt de vergrijzing haar hoogtepunt met een
ring en de wet- en regelgeving.
aandeel 65-plussers van 25% (4,3 miljoen, dus bijna twee keer zoveel ouderen). Eigenlijk is er sprake van
Dit materiaal is bedoeld voor de kennisoverdracht aan
een dubbele vergrijzing. Ouderen worden gemiddeld
installateurs en andere relevante betrokkenen. Om
ouder, daarnaast worden er ook meer mensen ouder.
die reden is de mate van detail beperkt: het gaat erom
Tegelijk krimpt het aandeel van de bevolking in de leef-
de hoofdlijnen te schetsen en hen enigszins wegwijs
tijdscategorie waarop men doorgaans actief is op de
te maken in deze materie, waarbij telkens vanuit het
arbeidsmarkt. Het aandeel 20- tot 65-jarigen bedraagt
perspectief van de installateur naar ontwikkelingen op
momenteel 62% van de bevolking (10 miljoen mensen),
deze markt wordt gekeken.
tegen 54% in 2040 (ruim 9 miljoen mensen).
2.1 ICT en zorg: een groeiende markt
Mantelzorg staat onder druk In 2001 zorgden 3,7 miljoen Nederlanders voor een hulpbehoevende verwant, vriend of buur. Van het totaal aantal uren dat aan de verzorging van een hulpbehoe-
De toepassing van ICT en domotica in de woning heeft
vende medemens wordt besteed, komt meer dan drie-
vele voordelen, en zal binnen afzienbare termijn zelfs
kwart voor rekening van de mantelzorgers. Ongeveer
een maatschappelijke noodzaak worden.
200.000 mantelzorgers voelen zich door hun hulpverle-
9
ning zwaar belast. Het helpen kost mantelzorgers zo’n
Eenzaamheid: een groeiend probleem
€ 1,3 miljard per jaar aan extra gemaakte kosten en
In Nederland voelen 1 miljoen ouderen zich vaak
inkomensderving.
eenzaam en 200.000 van hen voelen zich extreem
Door demografische ontwikkelingen staat het systeem
eenzaam. Volgens prognoses van het NIZW en CPB zijn
van de mantelzorg onder druk. Zo bestaat een derde
er in 2010 zo’n 1,5 miljoen eenzame ouderen, waar-
van de Nederlandse huishoudens uit alleenstaanden, in
van er meer dan 310.000 extreem eenzaam zijn. Van
de jongere generaties werken vaak beide partners bui-
alle 65-plussers woont ongeveer 40% alleen, van alle
tenshuis en de behoefte aan mantelzorg is juist groot
75-plussers ongeveer 55%. Momenteel woont 85% van
bij generaties waarvan de kinderen inmiddels ook al tot
de 65-plussers zelfstandig en van de 85-plussers 50%.
de ouderen behoren. De vermaatschappelijking van de
Het aantal ouderen dat zelfstandig woont, blijft toene-
zorg en het inkrimpen van het collectieve voorzienin-
men - net als de eenzaamheid.
genpakket maken dat meer beroep gedaan zal worden op de informele sector. En dat proces zal nog verder
Meer ouderen zonder zorg
toenemen in de toekomst.
In Nederland leven ongeveer een half miljoen depressieve ouderen. Ruim 15% van de 85-plussers is ernstig
Huishoudensontwikkeling
depressief. Bij driekwart van hen wordt de depressie
Volgens het CBS is het aantal huishoudens per 1 januari
niet herkend, waardoor behandeling achterwege blijft.
2002 ruim 6,9 miljoen. Volgens de Primusprognose zal
Meer dan 140.000 ouderen met ernstige beperkingen
het aantal huishoudens in 2020 met 1,0 miljoen zijn
moeten het zonder zorg stellen. In de leeftijdsgroep
gestegen tot 7,9 miljoen. Tot 2010 is de groei van het
75-84 jaar heeft ongeveer 75% langdurige lichamelijke
aantal huishoudens 55 à 60 duizend per jaar. Na 2010
beperkingen. Ongeveer 30% van de ouderen die zegt
neemt de groei duidelijk af. Het aantal huishoudens
niet te kunnen traplopen heeft een trap. Ruim een kwart
groeit relatief gezien wel sneller dan het aantal perso-
van de ouderen woont in een minder geschikte woning.
nen. Dit betekent dat de huishoudens gemiddeld nog
Van de ongeveer 2 miljoen mensen van 65 jaar en ouder
steeds kleiner worden. De gemiddelde huishoudens-
woont 9% in verzorgings- en verpleeghuizen.
grootte zal dalen van 2,29 in 2002 naar 2,23 in 2010 en naar 2,15 in 2020.
ICT in de zorg: harde noodzaak ICT in de zorg kan veel van de geschetste problemen
Behoefte aan levensloopbestendige woningen
verzachten. Maar het is geen panacee tegen de ver-
De behoefte aan levensloopbestendige woningen voor
eenzaming en de vergrijzing van de maatschappij.
55-plussers die over 10 jaar, in 2015, 30% van de bevol-
Zorgdomotica staat niet op zichzelf maar past in een
king zullen vormen, wordt geschat op tenminste 35%
breder perspectief waarbij ook de gebruiker, de woning-
van de totale woningvoorraad. Daarnaast wordt in de
corporaties, de thuiszorg (meldkamer) en ziekenhui-
komende decennia een groei in het aantal ouderen met
zen (EPD) betrokken zijn. Het volledig volstoppen van
dementie verwacht. De toekomstverkenning ‘Ruimte
huizen met domotica heeft weinig zin als daar geen
voor Zorg’ geeft de volgende getallen: in 2010 zijn er
gebruik van wordt gemaakt of bijvoorbeeld ziekenhui-
170.500 dementerenden (waarvan 59.000 beschermde
zen de gegevens van patiënten niet kunnen controleren.
woonzorg behoeven) en in 2030 zelfs 265.000 (91.000).
Maar om de discrepantie tussen de uitdijende zorg-
Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2000.
vraag en een krimpend zorgaanbod te overbruggen is
Prognoses geven op basis daarvan aan dat in 2015 6 à
domotica wel noodzaak.
8% van het totale woningbestand zal moeten bestaan uit aangepaste of zorgwoningen.
10
De mogelijkheden in de markt Deze trends zorgen samen voor een markt, die in de komende jaren nog sterk zal gaan groeien. Die markt
2.2 De visie van experts op structuur en ontwikkelingen
kent verschillende segmenten: • Door de zorginstellingen wordt voornamelijk geïnves-
In het kader van het eerste deelonderzoek is gesproken
teerd in toepassingen die voor de klanten en voor het
met verschillende deskundigen en vertegenwoordigers
‘productieproces’ van zorgverleners interessant zijn.
van betrokken instanties over de toekomstige rol van
• De meer luxe toepassingen worden (in voor bemiddelde senioren bedoelde nieuwbouwcomplexen) eer-
domotica in de woninggebonden zorg, en in het speciaal de rol van de installateur daarin.
der door projectonwikkelaars aangeboden. • Een particuliere woningeigenaar heeft (door de bank
Uit de verschillende interviews komt het volgende
genomen) interesse in de op comfort gerichte toepas-
beeld naar voren ten aanzien van de organisatie van de
singen en woningbouwcorporaties die levensloopbe-
woninggebonden zorg, de mogelijkheden voor toepas-
stendige woningen willen (ver)bouwen kiezen weer
sing van ICT en installatietechniek en de te verwachten
voor een andere combinatie van toepassingen.
ontwikkelingen daarin.
Figuur 3
Product-markt-combinaties ‘domotica en zorg’
Potentiële opdrachtgevers gehinderd door regelgeving Zowel de zorg als de bouw zitten verstrikt in enge regelgeving die slechts langzaam verandert. De thuiszorg is graag bereid om een deel van de investeringskosten voor haar rekening te nemen, maar kan dit niet. Door de ontwikkelingen in de zorgwereld komt er meer speelruimte, maar dit zal nog wel enige tijd duren. De bouwkolom is top-down georiënteerd. Er is nog maar weinig horizontaal overleg.
Bron: Consult bv
Onderverdeling naar doelgroepen is gewenst De ruimte voor innovatie en de mogelijkheid om een
‘Domotica in de zorg’, ‘zorgdomotica’ of ‘ICT in de
relatief gunstige marge te behalen op de installatie en
zorg’ zijn te brede concepten. Een nadere specificatie,
de producten zit vooral in het luxe en in het comfort-
gericht op doelgroepen is gewenst. Zo’n specificatie
segment. Meer bij projectontwikkelaars en particulieren
legt direct de banden bloot met de achterliggende
dus, dan bij woningbouwcorporaties en zorginstellin-
financiers. Voor de thuiszorg, bijvoorbeeld, gaat het
gen. Bij die laatsten is echter een bredere toepassing
voornamelijk om toepassingen als videodeurtelefoon,
en een groter afzetvolume te verwachten (op termijn).
contact met de zorgcentrale en personenalarmering. De financiering komt, behalve van de zorgverzekeraars, van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en van woningbouwcorporaties. Intensievere zorg vergt andere toepassingen en wordt grotendeels uit de AWBZ gefinancierd.
11
Professioneel geïnstalleerd of doe het zelf?
De (organisatie van de) vraagzijde van de markt is de
Installateurs kunnen concurrentie gaan krijgen van
bottleneck
retailers (zoals Gamma) en van de grote installatiebe-
Voor de introductie van domotica in de woningge-
drijven (GTI, Imtech) wanneer domotica aanslaat. De
bonden zorg lijken organisatorische en financiële
betrouwbaarheid van een doe-het-zelf-toepassing kan
problemen groter te zijn dan de technische problemen.
problematisch zijn en dat kan problemen opleveren
Technisch is alles mogelijk, maar om het organisato-
voor de gebruiker en (indien van toepassing) de zorg-
risch ook goed in te richten en er financieel de revenuen
verlener (bijvoorbeeld de meldkamer).
van te plukken vormt nog het grootste obstakel. De gemeenten en corporaties zijn in de toekomst belang-
Een zaak van lange adem: doe mee en houd vol
rijke gesprekspartners voor de installatiebranche.
Net als alle bouw(plan)trajecten duren ook domoticatrajecten tot nu toe lang: 7 tot 8 jaar wordt genoemd.
Houd een open oog voor nieuwe kansen
De rol van de installateur wordt wel onderkend en hij is
Domotica moet niet beperkt blijven tot projecten die
ook zeker wel geïnteresseerd om een rol te spelen in de
gericht zijn op ouderen die langer thuis kunnen blijven
planfase, maar zijn huidige kennis wordt niet al te hoog
wonen (zie Sensire, Viedome). Er liggen kansen op
ingeschat. Ook de waarde van een systemintegrator
andere deelterreinen, door bijvoorbeeld mee te liften
wordt door de andere partijen ingezien.
met Versatel, ADSL etc. Ook ICT bij de patiënt (trombose, insuline) kan interessant worden voor domotica.
Voor producenten: een lastige markt Voor de domotica-leveranciers is de zorgwereld te versnipperd en te veeleisend om als interessant te worden beschouwd. Men ziet het eerder als een nichemarkt. De
2.3 Organisatie van de woninggebonden zorg
ontwikkelingen gaan snel en er is een risico dat ontwikkelkosten niet kunnen worden terugverdiend. Domotica
2.3.1 Instanties in beeld
wordt op veel aspecten mogelijk gedeeltelijk ingehaald
Wanneer een installateur in een vroeg stadium wenst
door beeldtelefonie, ADSL, breedband en audiovisuele
deel te nemen aan projecten op het gebied van zorg-
nieuwtjes. Het is de vraag of domotica-toepassingen
domotica is het van belang dat hij zicht heeft op het
echt als pakketten verkocht gaan worden, of dat snufjes
krachtenveld rondom de woninggebonden zorg. Met
via andere wegen de huizen binnen zullen komen.
andere woorden, wie is belangrijk in woninggebonden zorgland? Met welke instanties krijgt de installateur te
Relatief ‘basic’ toepassingen, maar wel met hoge
maken, welke instanties zijn ‘natuurlijke’ bondgenoten
betrouwbaarheid
en welke instanties moeten worden overtuigd?
Ouderen hebben vaak geen grote, complexe domoticainstallatie nodig. Een modulair en gestandaardiseerd
Een breed palet van partijen
open systeem is daarom noodzaak. Zolang niet alles
Diverse partijen en instanties zijn betrokken bij initia-
automatisch – via plug and play – met elkaar kan com-
tieven op het gebied van zorgdomotica en hun rollen
municeren vormt dit een bottleneck voor een groot-
verschillen van geval tot geval. Zo speelden bij Viedome
schalige introductie. Hierbij staat de tv en de pc als
de thuiszorginstantie en twee leveranciers een cen-
voorbeeld.
trale rol en in het project in Noord-Limburg waren dat Syntens en de Zorggroep Noord-Limburg. In Geldrop, in de woonwijk Eversveld, hebben bewoners zelf het initiatief genomen tot het plaatsen van domotica-
12
pakketten in koopwoningen (NIZW, 2004). Ten behoeve
van de installateur die in een vroeg stadium wenst deel
woningcorporaties 552. De corporaties bezitten in totaal
te nemen aan projecten op het gebied van levensloop-
2,4 miljoen huurwoningen. Het marktaandeel is 37%.
bestendig wonen zijn de betrokken instanties in acht
Tot nu toe vinden (bijna) alle projecten op het gebied
samenhangende groepen ingedeeld. Deze worden
van domotica en zorg plaats binnen het domein van
hierna kort omschreven.
de woningcorporaties, vaak in samenwerking met één of meer zorgverleners. Ouderen zijn tegenwoordig de
1.
Groep ‘Overheid’
grootste klantgroep van woningcorporaties. Maar liefst
De groep ‘Overheid’ bestaat in principe uit drie instan-
55% van de huurders van woningcorporaties is 55 jaar
ties: gemeenten, provincies en het rijk1. Deze volgorde
of ouder.
is niet willekeurig, maar geeft het huidige belang aan van deze partijen. De levensloopbestendig wonen pro-
Woningcorporaties zijn al ruim tien jaar actief op het
jecten zijn voor het grootste deel lokaal georiënteerd,
gebied van wonen en zorg. De ruim 500 woonzorgcentra
soms regionaal. Gemeenten zijn altijd betrokken bij
(zelfstandig wonen met aanvullende zorg en dienstver-
initiatieven op dit gebied, actief als (mede-)initiator
lening) in Nederland zijn allemaal door woningcorpora-
of passief als subsidiegever. Op het gebied van zorg
ties gebouwd. Woningcorporaties beheren bovendien
wordt de gemeente in de toekomst steeds belangrijker
400 verzorgingshuizen. Corporaties en organisaties uit
(zie paragraaf 2.3.2). De wethouder van zorg, welzijn of
de zorgsector zoeken elkaar steeds vaker op. Op lokaal
wonen - of de betreffende commissie in de gemeente-
niveau zijn allerlei vormen van samenwerking ontstaan,
raad - is veelal de eerstverantwoordelijke op het gebied
zoals het openen van woonzorgwinkels waar de klant
van domotica in de zorg. Wanneer projecten zich meer
met al zijn vragen over wonen en zorg terecht kan. Een
op regionaal gebied gaan begeven, komt de provincie
ander voorbeeld is dat woningcorporaties en zorginstel-
aan bod.
lingen bij sommige wooncomplexen samenwerken. Corporaties hebben echter niet de ambitie zich tot zorg-
De ministeries van VWS en VROM zijn de twee belang-
aanbieders te ontwikkelen. Het wonen, met alles wat
rijkste ministeries op het terrein van zorg en domotica.
daarmee samenhangt, blijft de belangrijkste activiteit
Het eerste ministerie is van belang in verband met de
van corporaties. In de toekomst is het denkbaar dat ook
zorg, het tweede in verband met het wonen. Het minis-
bij nieuwbouwprojecten domotica-voorzieningen in de
terie van VWS geeft steeds meer verantwoordelijkheid
woningen worden gebouwd met het oog op levensloop-
aan de zorginstellingen. Een vergelijkbaar proces is aan
bestendig wonen.
de gang bij de woningcorporaties. Momenteel is het rijk op het gebied van domotica in de zorg voornamelijk
Wanneer nieuwbouw aan de orde is, zijn projectontwik-
facilitair actief.
kelaars en architecten een belangrijke partij. Een derde partij die een belangrijke rol speelt binnen de groep
2.
Groep ‘Wonen’
‘Wonen’ zijn de aannemers. Zij zijn het die de plannen
De belangrijkste partij binnen deze groep zijn momen-
tot verbouw en herbouw van de woonzorgcomplexen
teel de woningcorporaties. Deze partij heeft in de loop
moeten uitvoeren. Het installatiedeel hiervan laten zij
der jaren steeds ruimte gekregen van het ministerie van
veelal over aan installateurs die als onderaannemer
VROM. Woningcorporaties zijn zelfstandige organisa-
fungeren. Vaak schakelen zij één van hun vaste instal-
ties die samen een groot deel van de woningvoorraad
lateurs in, ongeacht of deze voldoende expertise heeft
in Nederland beheren. In 2003 bedroeg het aantal
op het gebied van zorgdomotica. Sommige corporaties hebben een eigen aannemerij onder zich.
1
Ook de EU dient tot de groep ‘Overheid’ gerekend te worden. Echter vooralsnog is de EU in sommige gevallen handig om projecten op dit gebied te laten meefinancieren. Ze neemt nog geen voortrekkersrol op zich op het gebied van domotica en zorg.
13
3.
Groep ‘Zorg’
Een tweede groep van bedrijven die tot deze groep kan
De groep ‘Zorg’ bestaat uit een breed palet van zor-
worden gerekend zijn de leveranciers van zorgtechno-
ginstellingen, zorgverleners en zorgverzekeraars. Voor
logie. Hierbij kan gedacht worden aan hartbewaking
domotica in de zorg, of levensloop bestendig wonen,
op afstand of geavanceerde spraakcomputers. Volgens
zijn de extramurale, of tweedelijns-zorginstellingen het
het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW)
belangrijkste aanspreekpunt. Het gaat hierbij in eerste
bewegen deze leveranciers zich steeds meer richting
instantie om thuiszorginstanties en de overkoepelende
de domotica-markt. Echter omdat zij vanuit hun eigen
organisaties. Daarnaast zijn de verpleeg- en verzor-
systemen werken, ontwikkelen zij domotica die niet of
gingshuizen van belang, alsmede de huisartsen en de
moeilijk kan communiceren met andere systemen. Hier
ziekenhuizen (ambulance-hulpdiensten). Immers, deze
ligt een technisch knelpunt dat in de toekomst moet
instellingen verzorgen voor een belangrijk deel de zorg-
worden opgelost. Het is in dit kader belangrijk dat in
dienstverlening die bij zorg op afstand goed geregeld
nieuw op te zetten projecten zogenaamde ICT-domotica,
moet zijn.
die via een open en gestandaardiseerd protocol communiceert, het ‘wint’ van de zogenaamde E-domotica, die
Indien zorginstellingen diensten aanbieden in gebou-
juist veelal leveranciers-afhankelijke protocollen kent.
wen van woningcorporaties was tot voor kort een vergoeding voor het aanbrengen van ruimten voor de zorg
4.
Groep ‘Gebruik’
mogelijk via de Wet Ziekenhuisvoorzieningen. Per 1
De groep ‘Gebruik’ bestaat voornamelijk uit belangen-
april 2004 was een overgangsregeling ‘kapitaalslasten
organisaties. Deze staan over het algemeen positief
extramurale zorgverlening’ van kracht. Voor domotica-
tegenover het concept van levensloopbestendig wonen.
voorzieningen in nieuwbouwwoningen in woonzorg-
De ouderenbonden (ANBO, PCOB en Unie KBO) hebben
complexen was via deze regeling een vergoeding moge-
in dit kader (mede) een woonkeurmerk ontwikkeld voor
lijk. Verbouw- en overige woonzorginitiatieven kwamen
levensloopbestendige nieuwbouwwoningen. De kracht
niet voor vergoeding voor domotica in aanmerking. Een
van deze belangenorganisaties is dat ze – wanneer ze
belangrijk onderdeel is het elektronisch patiëntendos-
een bepaald project omarmen – goed in staat zijn om
sier (EPD). Wanneer dit integraal in Nederland wordt
de media hierop te attenderen.
doorgevoerd kunnen de unieke digitale gegevens van patiënten snel en betrouwbaar door verschillende
Naast leeftijdsgebonden organisaties spelen ook zorg-
zorginstanties bekeken en geïnterpreteerd worden.
gerichte organisaties een rol in deze groep. De belan-
Vooralsnog is er nog geen algemeen EPD beschikbaar.
genorganisaties hebben vaak ook een goed zicht op de krachtstructuur in de zorg. De gebruikers zelf zijn tot nu
Binnen het zorgstelsel zijn de komende tijd veranderin-
toe nog geen belangrijke partij geweest in de discussie
gen te verwachten, waarbij de gemeenten meer invloed
rond domotica in de zorg. Het vraaggestuurde karakter
en geld krijgen. Hoe de krachten en machten zich pre-
hiervan beperkte zich in veel gevallen tot voorlichting
cies ten opzichte van elkaar gaan verhouden, is echter
over mogelijke domotica-pakketten.
nog onduidelijk. Het is ook de vraag of het zinvol is voor een installateur om dit krachtenspel te doorgronden.
5.
Groep ‘Installatie’
Veelal is de lokale of regionale thuiszorginstantie het
Tot de groep ‘Installatie’ behoren allereerst de instal-
eerste aanspreekpunt op het gebied van domotica en
lateurs. Installateurs werken vaak met producten van
zorg.
vaste leveranciers, waarmee zij een contract hebben. Voorts werken ze vaak als onderaannemer. Dit betekent dat ze veelal niet meedenken over het ontwerp en pas
14
in een laat stadium van het bouwproces bij het project
worden betrokken. Het is de algemene mening dat
zal de dienstverlening zich vanzelf en snel aanpassen.
domotica in de zorg een integrale aanpak vereist, een
Sommige diensten zijn nog niet verkrijgbaar omdat er
aanpak die bij de meeste installateurs nog niet aanwe-
nog weinig domotica-woningen gerealiseerd zijn.
zig is. Slechts enkele installateurs hebben zich gespecialiseerd in (de advisering rondom) domotica. Dergelijke
7.
Groep ’Advies’
bedrijven worden in dit verband veelal systemintegra-
De laatste groep bestaat uit een bont palet van advi-
tors genoemd. Het belang van systemintegrators – die in
seurs en onderzoeks- en onderwijsinstellingen, die de
een vroeg stadium vaak meedenken over het ontwerp –
actoren in het veld advies kunnen geven op het gebied
zal in de toekomst toenemen. Door de complexiteit van
van domotica en de zorg. Naast universiteiten en hoge-
de materie – domotica in de zorg vereist meer dan de
scholen kan ook gedacht worden aan instellingen zoals
installatie van een systeem –zal de zorgdomotica van de
Kamers van Koophandel, SenterNovem en Syntens.
toekomst moeilijk door één enkele installateur kunnen
Daarnaast zijn er expertisecentra als het Aedes-Actiz
worden aangelegd. In veel gevallen zal samenwerking
Kenniscentrum Wonen-Zorg en Vilans en verschillende
nodig zijn met andere collega’s om zo een breed pakket
andere, meer technisch georiënteerde platforms zoals
aan te kunnen bieden.
Smarthomes. Via het internet zijn diverse kleinere adviesbureaus actief op dit specifieke terrein.
Een tweede groep die kan worden onderscheiden is de brancheorganisatie uneto-vni. Deze zal haar aangeslo-
Belangrijkste krachten
ten leden van advies en informatie dienen te voorzien
In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de verschil-
over aspecten op het gebied van zorg en domotica.
lende groepen in de zorgwereld en hun positie voor de
Hierbij gaat het enerzijds om technische informatie,
installateur. Een onderscheid is gemaakt in een A- (1
maar anderzijds ook om marketinginformatie.
en 2), B- en C-status, waarbij de A-status aangeeft dat deze voor de installateur belangrijk is. Uit de tabel is
Een derde groep zijn de leveranciers van installatietech-
af te lezen dat gemeenten, woningcorporaties, thuis-
nologie. Vanuit verschillende kanten worden momenteel
zorginstanties en collega-installateurs de belangrijkste
domotica-producten aangeboden. Zelfs bij de bouw-
krachten zijn die de installateur kan gebruiken wanneer
markten zijn momenteel ‘setjes van domotica’ te vin-
hij zich wil begeven op het gebied van zorgdomotica.
den. De leveranciers van installatietechnologie hebben vaak een eigen netwerk van installateurs die hun pro-
Tabel 2
ducten gebruiken. Leveranciers proberen bij corporaties
Actoren
Overzicht van relevante partijen, onderverdeeld in groepen Status
Positie
Bondgenoot
Investeerder
Gemeente (wethouder, raad) Provincie (GS) Rijk (VWS, VROM, (EZ) EU
A-1 B B C
actief (deel) actief (deel) volgend volgend
ja ja nee nee
subsidie subsidie nee subsidie
een systeem (Konnex, Lonworks), hoe duurder.
Woningcorporaties Projectontwikkelaars Architecten Hoofdaannemers
A-1 C C A-2
actief (deel) volgend volgend volgend
ja nee nee nee
ja ja nee nee
6.
Thuiszorginstanties Verpleeg- en ziekenhuizen Koepels van zorginstellingen Huisartsen (vereniging) Leveranciers zorgtechnologie
A-1 B A-2 B B
actief (deel) actief (deel) actief (deel) actief (deel) actief (deel)
ja neutraal ja ja ja
ja nee nee nee ja
Patientenverenigingen Belangenverenigingen ouderen Gebruikers woningen
A-2 A-2 C
actief (deel) actief (deel) volgend
ja ja neutraal
nee nee nee
Collega-installateurs (E, W en I) Brancheorganisaties Leveranciers installatietechnologie ICT-, softwarebedrijven Domotica dienstverleners
A-1 A-1 A-2 A-2 B
actief (deel) actief actief actief actief
neutraal ja neutraal neutraal ja
nee nee ja ja nee
B B B
actief actief volgend
ja ja ja
nee nee subsidie
hun eigen domotica-systeem te verkopen, wat niet altijd de meeste ideale oplossing hoeft te zijn. Hoe algemener
Groep ‘Diensten’
De groep ‘Diensten’ bestaat uit een conglomeraat van bedrijven die – wanneer een domotica-systeem is gelegd – zal proberen om aanvullende diensten op dit systeem te verkopen. Gedacht kan worden aan diensten op het gebied van amusement (video), eten (tafeltje dekje, pizzakoeriers), kleding, verzorging, reizen etcetera. Veel van deze diensten verkeren nu nog in een pril stadium, maar wanneer het aanbod aan domotica zal toenemen
Adviseurs domotica Universiteiten en hogescholen KvK, Syntens, SenterNovem
Bron: EIM bv
15
2.3.2 Veranderende wetgeving in de zorg
bod mogelijk. Dat betekent onder andere dat de bouw
In de afgelopen jaren is de wetgeving, en daarmee
van zorginstellingen meer aan het veld wordt overgela-
ook de financiering, in de zorg met enige regelmaat
ten.
aangepast. Een belangrijke verandering op het gebied van de woninggebonden zorg was de invoering, per 1
Voor de woninggebonden zorg zijn de Wet
januari 2007, van de WMO en de regierol die gemeenten
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de daar-
sindsdien in het kader van deze wet vervullen. Regie
mee gepaard gaande afslanking van de AWBZ de twee
houdt dan in: zorgen voor afstemming en samenhang
belangrijkste concrete wijzigingen. Daarnaast zijn con-
tussen alle markt- en maatschappelijke partijen die op
venanten tussen het Rijk en de woningcorporaties en
deze terreinen werkzaam zijn. De gemeente is immers
veranderingen in het huurbeleid van belang.
vanuit haar (controleerbare) publieke verantwoordelijkheid de natuurlijke partij om die regierol te vervullen.
WMO
Zij is als enige in staat op lokaal niveau ontwikkelingen
Gemeenten zijn door de WMO verantwoordelijk gewor-
te kanaliseren, een integraal beleid te voeren dat goed
den voor de ondersteuning van burgers, die onvol-
rekening houdt met de lokale omstandigheden en de
doende in staat zijn om op eigen kracht deel te nemen
wensen van burgers. De meeste gemeenten hebben in
aan de samenleving. Dat is niet allemaal nieuw. Er was
de eerste jaren al hun tijd en aandacht nodig gehad,
immers al een Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG)
om met name de huishoudelijke zorg te organiseren en
en een Welzijnswet. Beide wetten zijn opgegaan in de
aan te besteden. De WMO biedt echter ook kansen voor
WMO. Wat wel nieuw is voor gemeenten, is dat hun
een andere, geïntegreerde aanpak van wonen en zorg.
verantwoordelijkheid wordt uitgebreid met onderdelen
Vernieuwing van woninggebonden zorg en stimulering
die tot dan toe via de AWBZ liepen. Vanaf 2007 betreft
van levensloopbestendig wonen kunnen dan een krach-
dat de huishoudelijke verzorging. Daarna ook de acti-
tige impuls krijgen. De verwachting is, dat gemeenten
verende en ondersteunende begeleiding. Gemeenten
er pas in de komende jaren aan toe zullen komen om
moeten ervoor zorgen dat hun inwoners volwaardig aan
op dit terrein beleid te ontwikkelen en in de praktijk te
de samenleving kunnen deelnemen. Gemeenten zijn
brengen.
ook verantwoordelijk voor het voorzieningenaanbod voor burgers. Ook moet de gemeente zorgen voor de
Terugtrekkende overheid
toegankelijkheid van de voorzieningen. Het doel van de
De overheid zou zich op het gebied van de zorgdomo-
WMO is, dat iedereen kan meedoen in de maatschappij.
tica veel krachtiger kunnen opstellen, maar in het kader
De WMO legt de verantwoordelijkheid voor die partici-
van de herziening van het zorgstelsel in Nederland zijn
patie bij burgers, bedrijven en maatschappelijke orga-
de vier kernwoorden: meer marktwerking tussen de
nisaties. Zij moeten de initiatieven nemen om te zorgen
zorgverleners, meer efficiency, meer deregulering en
dat niemand op onnodige drempels stuit in de maat-
meer financieel besef bij de burgers. Met andere woor-
schappij. De overheid - en daarmee ook de bureaucratie
den, de overheid trekt zich meer en meer terug uit het
- blijft op afstand. De buurt moet in beweging komen
zorgstelsel en laat binnen zekere grenzen de ‘markt’ het
om mensen in de samenleving te betrekken. Als daar
werk doen.
een zetje voor nodig is, kan de gemeente ondersteuning
Een voorbeeld hiervan is de nieuwe Wet Toelating Zorg
geven. Een gemeente kan dat gerichter en doeltref-
instellingen (WTZi), die per 1 januari 2006 de vroegere
fender doen dan de rijksoverheid of de provincie. De
Wet Ziekenhuisvoorziening (WZV) heeft vervangen. De
gemeente is verantwoordelijk voor een voorzieningen-
WTZi maakt gereguleerde marktwerking in het zorgaan-
aanbod dat burgers in staat stelt om mee te doen in de maatschappij en elkaar daarbij te helpen. Hierdoor ont-
16
staan onvermijdelijk verschillen tussen gemeenten. Elke
gemeente biedt immers maatwerk, afgestemd op de
De belangrijkste punten uit het actieplan:
behoeften en mogelijkheden van haar burgers. Volgens
• Er moeten meer woningen komen die zijn aangepast
het kabinet zullen juist die verschillen de gemeenten
aan de behoeften van mensen met lichamelijke
scherp houden. Als duidelijk is dat een buurgemeente
beperkingen. In de periode 2002-2009 moeten er
betere voorzieningen biedt, kan iemand met dat gege-
255.000 geschikte woningen bijkomen. Dat kan door
ven naar zijn eigen gemeentebestuur stappen en om
geschikte woningen nieuw te bouwen of door verbou-
verbetering vragen. De financiering van de WMO gaat
wing van bestaande woningen. Bijvoorbeeld door het
via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De
bouwen van een traplift. Om aangepaste woningen te
budgetten voor WVG en de Welzijnswet zaten al in dit
reserveren voor kwetsbare groepen mensen, komt er
fonds, een deel van het AWBZ-budget is daaraan toege-
een systeem van woningtoewijzing.
voegd. Daarnaast mag de gemeente, binnen door het
• De woonomgeving moet even drempelloos zijn als
Rijk bepaalde grenzen, eigen bijdragen vragen aan bur-
het huis. Daarvoor moeten afstapjes van stoep en
gers die van de voorzieningen gebruikmaken.
straat geëffend worden. Verder moeten mensen die kwetsbaar zijn door ouderdom of een handicap heb-
AWBZ
ben zich veilig kunnen voelen in hun eigen huis. Als
De komst van de WMO en de Zorgverzekeringswet heeft
iemand bijvoorbeeld valt, moet hij of zij hulp kunnen
gevolgen voor de AWBZ. Een aantal AWBZ-aanspraken
inroepen via een alarmeringssysteem. Bovendien
gaat over naar andere regelingen. De langdurige zware
moeten de huizen tegen inbraak beveiligd zijn.
zorg blijft in de AWBZ. De AWBZ-functies die niet direct
• Meer aanbod van zorg en diensten in de directe
met zorg te maken hebben zijn uit de volksverzekering
omgeving. Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor
verdwenen. Het gaat om een groot deel van de verblijfs-
een evenwichtig aanbod van zorg. Zorginstellingen,
functie (uit de AWBZ naar woonsector), enkelvoudige
corporaties en gemeenten richten een zorgsteunpunt
huishoudelijke verzorging, ondersteunende en active-
in van waaruit bijvoorbeeld thuiszorg en dagactivitei-
rende begeleiding, AWBZ-vervoer en diverse premiere-
ten worden verzorgd.
gelingen (uit de AWBZ, deels naar de WMO) en extramurale GGZ-zorg en het eerste jaar van de intramurale
2.3.4 December 2007: een nieuw actieplan
GGZ-zorg (uit de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet).
Inmiddels zijn we drie jaar verder en de vorderingen bij het realiseren van meer geschikte woningen voor oude-
2.3.3 Een faciliterende en stimulerende rol van de overheid
ren en zorgbehoevenden vallen tegen. Tegelijkertijd blijkt de bouwopgave groter dan destijds werd veron-
De rijksoverheid vervult geen echt dwingende rol in de
dersteld. De minister voor Wonen, Wijken en Integratie
markt van (zorg)domotica. Ze probeert te stimuleren en
(WWI) en de staatssecretaris van VWS hebben op 12
faciliteren. VWS en VROM hebben in 2004 samen een
december 2007 een nieuw actieplan gepresenteerd:
Actieplan Wonen & Zorg opgesteld om het scheiden van
Beter (t)huis in de buurt – Actieplan Samenwerken aan
wonen en zorg mogelijk te maken. Beide ministeries
wonen, welzijn en zorg 2007-2011. Het actieplan heeft
namen zich daarbij voor om het actieplan jaarlijks te
vier thema’s:
actualiseren, in overleg met (de brancheorganisaties
• Verbinding: samenhangende aanpak en regie op
van) de betrokken partijen (gemeenten, provincies,
lokaal niveau;
woning-corporaties, commerciële woningaanbieders,
• Voldoende geschikte woningen en variatie in aanbod;
zorgaanbieders, zorgkantoren, en consumentenorgani-
• Zorg en ondersteuning op maat;
saties).
• Generatiebestendige wijken en woonomgeving.
17
Om wijken generatiebestendig te maken, zodat ouderen
bereid om zonodig regels aan te passen. Aan specifieke
zo lang mogelijk in hun wijk kunnen blijven wonen, is
regelgeving wordt nog gewerkt (zie hierna: ‘Volledig
een veel grotere variatie in het woningaanbod nodig
Pakket Thuis’).
en moeten er servicepunten komen voor welzijn en zorg. De bewindslieden willen dit bovendien niet alleen
Meer flexibiliteit in de financiering van de zorg
mogelijk maken voor mensen met een ‘lichte’ zorgbe-
Onderzocht wordt of het breed invoeren van het finan-
hoefte, maar ook voor zwaardere zorgvragers.
cieel scheiden van wonen en zorg een extra impuls kan geven, wat de (inkomens)gevolgen daarvan zijn en wat
In 2006 was 14,3% van de bevolking 65 jaar of ouder. In
de gevolgen zijn voor andere partijen.
2040 zal dat 25% zijn. Ouderen en mensen met beperkingen wonen meer dan vroeger zelfstandig en zij krij-
Sinds 1 juli 2007 kan ‘verblijfszorg’ ook buiten de
gen ook meer ondersteuning en zorg op maat. Dit in de
zorginstelling verleend worden, door de invoering van
komende jaren mogelijk maken is volgens de bewinds-
het ‘volledig pakket thuis’ (VPT) in de AWBZ. Het is de
lieden dan ook een opgave van formaat.
bedoeling, dat vanaf 1 januari 2009 ook thuiszorgorganisaties verblijfszorg thuis kunnen gaan aanbieden. Dat
Bouwopgave nóg groter
betekent uiteraard, dat er meer behoefte zal komen aan
Tot 2015 moeten er volgens het actieplan 406.000
voorzieningen in de woning.
nultredenwoningen extra beschikbaar komen om aan de vraag te voldoen (in 2004 werd de opgave nog
Stimuleren van ICT en domotica
becijferd op 395.000 nultredenwoningen). Van deze
ICT en domotica moeten volgens het actieplan meer
extra woningen moeten er 116.000 geschikt zijn voor
worden toegepast, om meer ouderen en mensen met
mensen met een zwaardere zorgvraag. De jaarlijkse
beperkingen zelfstandig te laten wonen, de kwaliteit
productie van nultredenwoningen in de nieuwbouw
van leven te vergroten en ook om zorgverleners te
moet stijgen tot 40%. De bewindslieden verwachten
ondersteunen. Het actieplan kondigt op dit terrein een
van woningcorporaties een forse inzet op dit terrein. In
nieuwe impuls aan2:
het Onderhandelaarsakkoord (17-9-2007) is met Aedes (woningcorporaties) afgesproken om tot 2010 ongeveer
“ICT-domotica heeft aantoonbare meerwaarde, maar
150.000 nieuwe woningen te bouwen, waarvan 80%
wordt toch nog niet op grote schaal toegepast. De
ook geschikt is voor ouderen. Bovendien zullen woning-
komende jaren is de uitdaging om daar waar mogelijk
corporaties zich inzetten voor geschikte woningen voor
tot een opschaling te komen van bewezen ICT- en domo-
mensen met een zwa(arde)re hulpvraag.
tica-toepassingen. Dat betekent in deze context dus: niet meer experimenteren, maar breed toepassen. WWI en
Daarnaast zien de bewindslieden kansen in de private
VWS zullen hiervoor overleg voeren met Aedes, koepel
woningsector, gericht op het hogere segment van de
van woningcorporaties, en met provincies, gemeenten
woningmarkt en de combinatie van wonen met comfort
en organisaties actief op het terrein van ICT en domo-
en gemaksdiensten. De groep relatief welvarende oude-
tica.”
ren, met specifieke woonwensen, groeit immers snel.
Aandacht voor belemmerende regelgeving Volgens de bewindslieden is al veel mogelijk binnen de bestaande regels. Als de uitvoering van lokale projecten op belemmerende regels stuit, staan de bewindslieden
18
open voor het bespreken van de problemen en zijn ze
2
Beter (t)huis in de buurt – Actieplan Samenwerken aan wonen, welzijn en zorg 2007-2011, pag. 13.
3 Technologie: ICT en ‘domotica’ voor de zorg 3.1 Inleiding
• Zintuiglijke beperkingen: zien, horen, ruiken, voelen etcetera;
Dit hoofdstuk beschrijft de conceptualisatie van de actuele technologische oplossingen ter bevordering van levensloopbestendig wonen. Het uitgangspunt is, dat de huidige en toekomstige technologieën verkend kunnen worden naar aanleiding van een realistisch pakket aan oplossingen voor levensloopbestendig wonen. In dit hoofdstuk wordt een totaalpakket aan oplossingen omschreven waar feitelijk de vraag naar technologie uit
• Motorische beperkingen: oog-handcoördinatie, precisiewerk, bediening van knoppen; • Mobiliteitsbeperkingen: lopen, reiken, grijpen, staan, bukken; • Communicatie-beperkingen: spreken, horen, lezen, schrijven; • Mentale beperkingen: waarneming, planning, geheugen, beslissingsvermogen, reactievermogen.
voortkomt. Deze vraag naar technologie wordt in een op bestaande techniek georiënteerd document gebruikt
Deze beperkingen kunnen het dagelijkse leven ern-
als uitgangspunt om de technologie voor levensloopbe-
stig bemoeilijken, bijvoorbeeld het bedienen van de
stendig wonen te inventariseren. Deze werkwijze leidt
deur, het aannemen van de telefoon, het doen van
tot een bredere blik op de technologie dan wanneer
boodschappen, gas vergeten uit te draaien etc. De tech-
wij de bestaande technologie als uitgangspunt kiezen.
nologische ontwikkeling van de laatste jaren laat ver-
Verder komen de ontbrekende of slecht ingevulde
schillende toepassingen zien, die het dagelijkse leven
gebieden binnen de technologie en de installatietech-
voor ouderen zouden kunnen vergemakkelijken en het
niek hierdoor beter aan het licht.
wooncomfort zouden kunnen verhogen. De technologische oplossingen op dit gebied kunnen ondergebracht
Functionele beperkingen en toenemende zorgbehoefte
worden onder de term ‘installaties in de woning’. Het
Naarmate mensen ouder worden vermindert het vermo-
gaat om vormen van automatisering, maar bijvoor-
gen van een aantal lichaamsfuncties. Deze functionele
beeld ook om bouwkundige aanpassingen en speciale
beperkingen kunnen zich op diverse vlakken
voordoen3:
sanitaire voorzieningen. In paragraaf 3.2 gaan wij hier verder op in.
3
Zie hierover ook: Annick Peetermans, Georges Hedebouw, Jozef Pacolet i.s.m. Paul Devoldere, Filip D’Haene, Roland Pouillie, William Botteldoorn, Piet Grymonprez & Hans Ameel (2004), Telecare voor ouderen. Socio-economische analyse van het gebruik van videotelefonie binnen de ouderenzorg. Leuven: HIVA.
Daarnaast hebben ouderen een verhoogde zorg-behoefte. Daarvoor maken zij gebruik van uiteenlopende diensten van reguliere zorg- en thuiszorg-organisaties. Een
19
deel van deze zorgdiensten kan geheel of gedeeltelijk
van de installateur gevonden worden. De moeilijkheid
geautomatiseerd worden, zoals gezondheid monitoren,
van deze vertaalslag is dat zich vrij, comfortabel en
persoonsalarmering, communicatie met zorgverleners,
veilig voelen uiteraard (ook) subjectief is. Voor een
sociale controle etc. Technologische oplossingen op dit
deel van de bewoners zal een bepaalde oplossing een
gebied kunnen worden ondergebracht onder de term
absolute noodzaak zijn, terwijl voor andere mensen die-
Telecare. Paragraaf 3.3 is hieraan gewijd.
zelfde oplossingen tot de luxe zullen behoren. Iemand die slecht ter been is, zal een centrale bediening in de
Alles overziend luidt één van de conclusies, dat er niet
woning nodig hebben, terwijl iemand die goed ter been
één uniform basisconcept voor zorgdomotica aan te
is dit vooral gemakkelijk zal vinden. Blijkbaar zal de
wijzen is: er zijn veel mogelijkheden en andere eisen en
installateur dus de bewoner of doelgroep moeten ken-
wensen vereisen een compleet ander concept. Hierop
nen om een geschikte oplossing aan te kunnen bieden
wordt in paragraaf 3.4 nader ingegaan.
en spelen er verschillende niet-technische voorwaarden mee.
Op basis van deze verkenning van de technologische oplossingen, vanuit de (mogelijke) vraag naar dergelijke
De techniek, de installatie op zichzelf, is niet het uitein-
oplossingen, is vervolgens een analyse gemaakt van de
delijke doel van het werk van de installateur. Hij moet
mogelijke rol en de huidige kennispositie van de instal-
(leren) werken vanuit de gedachte, dat de bewoner zich
lateur. Deze analyse resulteerde in een meerdimensio-
dankzij de techniek vrij, comfortabel en veilig moet
nele matrix, die in paragraaf 3.5 wordt gepresenteerd.
kunnen gaan voelen. Het motto wordt dan als het ware
Deze matrix vormt de structuur voor de kennisover-
“Installateurs werken aan een comfortabele toekomst”.
dracht aan de installateur (en aan andere partijen).
Bovendien maakt het voorgaande duidelijk dat het bij levensloopbestendig wonen veelal gaat om integrale oplossingen, waarbij discipline-overstijgend gedacht
3.2 Installaties in de woning
moet worden om aan de wensen en behoeften van de klant te kunnen voldoen.
Het aanleggen van technische installaties in een woning is uiteindelijk bedoeld om aan de wensen en behoeften van de bewoner(s) tegemoet te komen. De installateur
3.2.2 Thema’s: bediening, automatisering, flexibiliteit en verbruikskosten
moet onder andere zorgen voor een comfortabele en
Dwars door de concrete toepassingen heen zijn er enke-
veilige woning. De grote uitdaging is om uit de grote
le thema’s die voor levensloopbestendig wonen steeds
hoeveelheid technische mogelijkheden, die de instal-
relevant zijn. Twee van die thema’s, waaraan men als
lateur kan bieden, datgene te destilleren waarmee de
snel denkt bij een term als ‘domotica’, zijn bediening
klant tevreden is. Maar waar is de bewoner eigenlijk
en automatisering. Helaas suggereert ‘domotica’ dat
tevreden mee?
mensen met nog meer elektronica in de woning worden overladen en dat ze een woning krijgen die ‘slim’ is.
3.2.1 Comfort, vrijheid, veiligheid, luxe, eenvoud en gemak!
20
Maar eigenlijk willen veel bewoners juist, dat door een eenvoudige bediening en doeltreffende automatisering
Comfort, vrijheid en veiligheid zijn bij uitstek termen
onze technische installaties thuis onzichtbaarder wor-
uit de taal en de belevingswereld van de bewoners.
den en dat deze installaties door iedereen eenvoudig
Deze termen moeten vertaald worden in een pakket
bediend kunnen worden. Het moet gewoon altijd goed
oplossingen waardoor de bewoner zich vrij, veilig en
en eenvoudig werken, ook voor mensen die geen tech-
comfortabel voelt. Deze oplossingen kunnen van uit-
nische inslag hebben. Een ander belangrijk thema is de
eenlopende aard zijn en kunnen in alle werkterreinen
flexibiliteit van de aangelegde installaties.
Voor levensloopbestendig wonen is het belangrijk, dat
Automatisering
bijvoorbeeld het verplaatsen van een slaapkamer of
Het tweede thema is automatisering. Dit betekent dat
een wasmachine mogelijk is. Ook zijn er bouwkundige
alle toepassingen in huis voor te programmeren zijn in
eisen, zoals een verbrede deuropening voor rolstoel-
gebruikers-afhankelijke profielen. Aanvullend kan de
gebruikers. Tenslotte zijn ook de verbruikskosten en
instelling van verlichting, klimaat en bepaalde huishou-
milieubelasting een thema. Moderne woningen zullen
delijke apparaten veranderen naargelang het jaargetij-
aan strengere milieu-eisen moeten voldoen en er zullen
de, het tijdstip op de dag, de personen die thuis zijn en
installaties ontworpen worden gericht op het verlagen
de activiteiten van deze personen. Door het gewenste
van de verbruikskosten.
profiel te selecteren kunnen de instellingen van alle toepassingen in huis simultaan worden veranderd.
Eenvoudige bediening Centrale bediening van verschillende huishoudelijke
Belangrijk is dat de bewoner hierbij alle apparaten en
apparaten of installaties in huis kan een oplossing bie-
instellingen in een keer verandert. Natuurlijk zijn de
den voor praktische wensen of problemen. Voor iemand
instellingen van de afzonderlijke toepassingen hierna
die slecht ter been is, is het fijn dat hij of zij niet naar de
nog bij te stellen, zodat de bewoner controle blijft hou-
keuken hoeft te lopen om te controleren of het gas wel
den over de apparatuur en zodat feitelijk directe bedie-
is uitgedraaid. Hij of zij hoeft hierdoor bijvoorbeeld niet
ning mogelijk blijft.
langs alle lichtschakelaars of ramen te lopen voor het slapen gaan of voor het verlaten van de woning. Als je
Welke profielen beschikbaar zijn, hangt af van de situ-
niet thuis bent, is het handig dat je niet terug hoeft om
atie (jaargetijde, tijdstip van de dag) en de wensen en
de kraan dicht te draaien.
fysieke en mentale mogelijkheden van de bewoners. Ook kan bij een profiel een complete dagsituatie auto-
Centrale bediening van de verschillende toepassingen
matisch ingeschakeld worden naarmate de dag vor-
in de huisomgeving: dit betekent dat alle toepassingen
dert. Zo kan bij het vallen van de avond de verlichting
in huis (draadloos) aangesloten zijn op een centrale
automatisch aangaan, is de koffie al gezet voordat de
unit. De gebruiker kan via de centrale unit de status van
bewoners opstaan en kan de woning voordat de wekker
de afzonderlijke toepassingen opvragen en de instelling
gaat alvast op een aangename temperatuur gebracht
aanpassen. De bediening kan rechtstreeks op de cen-
worden.
trale unit plaatsvinden, maar ook vanuit andere locaties in huis (bijvoorbeeld via de tv, of een draagbare unit) of
Naast centrale bediening en automatisering van de
buitenshuis (bijvoorbeeld via de gsm). Hiernaast zou-
huishoudelijke apparaten en installaties in de woning
den de toepassingen ook via de gangbare decentrale
zijn er binnen de verschillende werkgebieden nog spe-
bediening bediend kunnen worden, via de eigen inter-
cifieke toepassingen in ontwikkeling.
face van de toepassing, zoals lichtschakelaars, thermostaatknoppen etc.
De keuze van de voor de gebruiker meest geschikte bediening is afhankelijk van de wensen en de (fysieke en mentale) mogelijkheden van de bewoner. Een bediening die aangepast kan worden op de wensen van de bewoner biedt de meest toekomstmogelijkheden.
21
Voorbeeldinstellingen voor geautomatiseerde
Verbruikskosten en milieu
woninginstallaties zijn:
Een geautomatiseerde of efficiëntere huisinstallatie kan
Voor te programmeren standen:
geld en milieu sparen, zeker als het gaat om een inves-
• ochtend - middag - avond - nacht;
tering die verspreid is over een langere periode. Minder
• zomer - winter;
watergebruik door beter sanitair, minder energiegebruik
• thuis - niet thuis;
door automatisch uitschakelen van apparatuur, efficiën-
• sfeer - werk - bezoek etc.
tere klimaatvoorzieningen.
Situatie-afhankelijke gebruikersprofielen gericht op verlichting en klimaat zijn: • sfeer; • werk;
3.3 Niet één zorgdomoticaconcept, maar vele varianten
• familie. Welke installaties in de woning geïnstalleerd worden hangt af van de behoeften en wensen, maar ook bijFlexibele aanleg van installaties en bouwkundige eisen
voorbeeld de financiële draagkracht van de bewoner.
Een levensloopbestendige woning zou bijvoorbeeld 30
Iemand met voldoende geld zal wellicht kiezen voor een
jaar zonder al te veel aanpassingen een prettig verblijf
installatie die (direct of op termijn) meer mogelijkheden
moeten kunnen bieden aan zijn bewoners. Een bewo-
heeft of een grotere verfijning toelaat. In de sociale
ner kan in die 30 jaar in veel opzichten veranderen, in
woningbouw zal men veelal tevreden (moeten) zijn met
een andere financiële situatie terecht komen of meer
een meer ‘basic’ installatie. Bovendien kan een bepaal-
behoefte aan zorg krijgen. Een bewoner kan bijvoor-
de klant ook eigen voorkeuren hebben, bijvoorbeeld
beeld genoodzaakt zijn om de indeling van de woning
meer veiligheid of juist meer comfort. Deze diversiteit
drastisch te wijzigen. Bij de aanleg van bijvoorbeeld
aan de vraagzijde maakt het onmogelijk om voor instal-
een leidingsysteem zou al rekening gehouden kunnen
laties voor levensbestendige woningen uit te gaan van
worden met een aantal alternatieve aansluitpunten.
één basisconcept. Er is een te groot scala aan kwaliteit,
Hierbij kan men uitgaan van een toekomstbeeld waarin
functionaliteit en prijzen mogelijk.
de bewoner ouder wordt. Bij bouwkundige disciplines gelden soortgelijke voorwaarden: bijvoorbeeld door
In de praktijk zal de installateur een woning levensloop-
een gebouw niet zo te ontwerpen en te bouwen, dat
bestendig maken door de juiste technieken te kiezen
het later bijna onmogelijk is om nog de deurposten te
uit een groot aantal beschikbare technieken en deze
verbreden.
technieken combineren. De keuzemogelijkheden zijn bovendien tijdafhankelijk: de technieken veranderen
Bij het toekomstgericht ontwerpen moet wel een kant-
voortdurend.
tekening geplaatst worden: de techniek zal er in de toekomst anders uitzien en installaties zullen ingehaald worden door de tijd. Het installeren van veel appara-
in de woning
tuur ‘voor later’ is dus niet altijd nuttig. In veel geval-
Binnen de installaties in de woning zijn zeven werkter-
len zal het aanleggen van een nieuwe installatie, met
reinen te onderscheiden:
nieuwe techniek, de voorkeur hebben. Hierbij moet de
• Verlichting: automatische verlichting, nachtverlichting
nieuwe techniek wel aangesloten kunnen worden op de bestaande installatie, mits die nog steeds goed werkt.
22
3.3.1 Werkterreinen binnen de installaties
etcetera; • Klimaat: verwarming, koeling, zonwering, energiebeheer, ventilatie;
• Sanitair & Water: bijvoorbeeld overstroomdetectie;
3.
• Beveiliging: toegangscontrole, inbraakalarmering,
Met betrekking tot sanitair en water zijn de installa-
brand-, rook- en gasdetectie, technische alarmering; • Huishoudtoestellen: automatische werking, energiebeheer, periodiek onderhoud; • Communicatie: telefonie, kabeldistributie in twee richtingen, videotelefonie, deurtelefoon; • Entertainment: bijvoorbeeld multimedia-toepassin-
Sanitair & Water
ties onder andere gericht op comfortabeler en veiliger wonen. Maar ook milieuvoordelen en kostenbesparing zijn belangrijk. Met betrekking tot de waterinstallatie kan men denken aan toepassingen als overstroompreventie (veiligheid), legionellapreventie door stilstaand water te voorkomen tijdens langere periodes van afwezigheid of controle van de waterkwaliteit. Maar ook aan
gen.
flexibele leidingsystemen, thermostatische kranen of 1.
Verlichting
waterbesparing.
In de ruimtes in huis waar de verblijfperiode relatief kort is (bijvoorbeeld de hal, wc, badkamer en slaapka-
4.
Beveiliging
mer) kan automatische verlichting toegepast worden.
Onder beveiliging kan men onder andere het volgende
Wanneer de aanwezigheid van een persoon gedetec-
verstaan:
teerd wordt (bijvoorbeeld door middel van bewegings-
• Gas-, rook-, branddetectie en -alarmering;
detectoren, sensoren op deuren) wordt de verlichting
• Inbraakdetectie en -alarmering;
ingeschakeld. Na het verlaten van de ruimte schakelt
• Controle: bij het verlaten van het huis checkt het sys-
het licht automatisch uit. Voordelen van automatische
teem of alles dicht is. Als er nog een raam openstaat,
verlichting zijn gebruiksgemak en energiebesparing.
wordt dit aan de bewoner gemeld of wordt het raam automatisch dicht gedaan. Als alles afgesloten is,
Prestatievoorwaarde: Het licht mag niet uitgaan als
gaat het huis in niemand-thuis-mode.
zich nog iemand in de ruimte bevindt, ook niet als deze persoon zich niet beweegt. Met uitzondering van
5.
Huishoudtoestellen
de slaapkamer: licht gaat uit nadat bewoner op bed is
In een moderne woning zijn veel verschillende appara-
gaan liggen.
ten te vinden. Ondanks de goede zorg van de fabrikanten om deze apparaten veilig en gebruikersvriendelijk te
Een voorbeeld van één van de toepassingen is nacht-
maken, is dit een onderwerp dat extra aandacht vergt.
verlichting: wanneer de bewoner ‘s nachts opstaat,
Ieder apparaat op zich kan goed functioneren, maar
schakelt automatisch de nachtpadverlichting aan. Deze
voor de bewoners is het ook van belang dat alle appara-
verlichting verlicht op een zacht verlichtingsniveau
tuur in de woning samen voldoet aan zijn woonwensen.
de route van het bed naar de wc/badkamer. Zodra de
Momenteel is het vaak lastig om apparatuur van ver-
bewoner weer in bed ligt schakelt de verlichting uit.
schillende fabrikanten eenvoudig te laten samenwerken of vergt speciale ‘domotica’-achtige oplossingen.
2.
Klimaat
Apparaten en toepassingen die interessant zijn in het
Onder klimaat verstaan we onder andere de volgende
kader van levensloopbestendig wonen zijn:
onderwerpen: verwarming, airconditioning, ventilatie
• Wasmachine: machine scant de was en stelt optimaal
en zonwering. Twee doelen op dit werkterrein zijn comfort en energiebesparing.
programma voor; • Vaatwasmachine; • Oven, magnetron, kookplaat: denk bijvoorbeeld ook aan de veiligheid; • Stofzuiger: automatisch stofzuigen langs plinten, robots die stofzuigen;
23
• Koffiezetapparaat, broodrooster, broodbakmachine:
Enkele mogelijke onderdelen van multimedia zijn:
men denkt aan luxe (vers brood en verse koffie ‘s
• Geluid: radio, muziek;
ochtends), maar ook aan de veiligheid;
• Video-apparatuur: televisie, film;
• Koelkast/voorraadkast: voorraadbeheer.
• Spelletjes: spelcomputer;
Aankopen kunnen automatisch gescand worden.
• Informatie: huiskamer computer;
Boodschappenlijstjes kunnen automatisch gegene-
• Gemengd: mediacenter.
reerd worden en eventueel doorgestuurd naar een boodschappendienst. 3.3.2 Ontwerpvoorwaarden technologie voor instal6.
laties in de woning
Communicatie
Communicatie is belangrijk voor mensen. Eén van de meest gewaardeerde vormen blijft natuurlijk con-
Gebruiksvoorwaarden
tact met mensen. Dit is helaas niet altijd mogelijk en
De volgende gebruiksvoorwaarden zijn te onderschei-
daarom moeten we kijken naar zo goed mogelijke alter-
den4:
natieven. Enkele bestaande vormen van communicatie
• Het systeem moet door bewoners (senioren) eenvoudig te bedienen zijn.
zijn telefonie of videotelefonie (eventueel via tv). Deze vormen zijn geschikt voor communicatie met kennissen,
• De technologie dient (grotendeels) onzichtbaar te zijn.
familie, vrienden of mensen in een zorgcentrale. Naast deze vormen zullen in de toekomst nieuwe communi-
• De bewoner moet controle kunnen uitoefenen op het systeem.
catiemethoden ontstaan die wellicht heel erg gewaardeerd gaan worden. Bijvoorbeeld ‘presence’-onderzoek
• De bewoner moet feedback krijgen van de handelingen die hij of zij met het systeem uitvoert.
is gericht op de vraag welke elementen nodig zijn om mensen het gevoel te geven dat de ander dichtbij is.
• De toegang tot de functionaliteit van het systeem moet ingesteld kunnen worden.
Een andere communicatietoepassing kan toegang zijn: wie is er aan de deur geweest, toen ik weg was.
• Afhankelijk van de (mentale en fysieke) mogelijk-
Bezoekers kunnen eventueel een boodschap achterla-
heden van de bewoner, kan de mantelzorger of
ten.
zorghulpverlener de bewoner autoriseren tot meer of minder toegang tot het systeem.
7.
Entertainment
Door de opkomst van “multimedia” (geluid, beeld,
Prestatievoorwaarden
beweging, ...) en de onvoorstelbare mogelijkheden
Levensloopbestendig wonen kan betekenen dat men-
hiervan, is voor een aantal mensen het doek gevallen.
sen circa 30 jaar in een woning leven. Dit betekent dat
De ingewikkelde, vaak vooral op de techniek en onvol-
de woning aangepast moet kunnen worden aan de
doende op de gebruiker georiënteerde bediening van
levenfase5:
alle componenten beperkt in de praktijk vaak de moge-
• Het systeem dient 7 dagen per week, 24 uur per dag beschikbaar te zijn.
lijkheden voor het gebruiken van (alle mogelijkheden van) de techniek zelf. Op dit gebied ligt een enorme
• Het systeem dient bij storingen van onderdelen te
uitdaging met betrekking tot het eenvoudig aanbieden
blijven functioneren zonder gebruik te maken van die
van deze techniek aan mensen.
onderdelen.
4 5
24
Zie ook A. van Berlo, Design guidelines on smarthomes. Zie ook M. Swemmer (2004), Mogelijkheden van domotica in een kleinschalige woonvorm voor dementerende ouderen. Afstudeerverslag. Eindhoven: TU Eindhoven.
• Stroomuitval mag geen onveilige situatie veroorzaken. • Het systeem dient na stroomuitval ongewijzigd door
Technologie en zorgdienstverlening zullen dus sterk van elkaar afhankelijk worden en op elkaar moeten kunnen rekenen.
te functioneren. 3.4.1 Werkgebieden binnen de Beheer- en onderhoudsvoorwaarden
Telecare-dienstverlening
Tenslotte moet de installatie voldoen aan voorwaarden
Telecare-technologie bevindt zich fysiek op drie ver-
voor beheer en onderhoud:
schillende plaatsen:
• Het systeem moet uitgebreid kunnen worden met
1 De technologie bij de zorgvrager (de mensen thuis).
nieuwe voorzieningen.
2 Het netwerk (de verbindingen die nodig zijn voor de
• Het systeem dient lokaal en op afstand onderhouden te kunnen worden, zoals voor het wijzigen van instel-
communicatie). 3 De technologie in de zorgcentrale en bij de zorg-
lingen.
dienstverlener.
• Het systeem dient daartoe een overzicht te kunnen tonen van zowel de status van het gehele systeem
In de literatuur komen we verschillende varianten
met alle onderdelen als van de details (zoals status
tegen van het begrip Telecare, zoals Telemedicine,
en instellingen) van een gekozen onderdeel.
Telemonitoring en Telenursing6. Ook zijn in de literatuur uiteenlopende indelingen van de toepassingsmogelijkheden te vinden, die al dan niet technisch uitgewerkt
3.4 Telecare
zijn en waarvan de componenten al dan niet commercieel beschikbaar zijn.
Telecare kan gedefinieerd worden als: alle vormen van zorg op afstand. Telecare bestaat uit twee componen-
De Nederlandse STOOM (Stichting Onderzoek en
ten: technologie en zorg.
Ontwikkeling Maatschappelijke gezondheidszorg, 2002) geeft de volgende categorisatie van dienstverle-
De technologie moet Telecare mogelijk maken. Bij deze
ning met ICT:
technologie zullen betrouwbaarheid en toekomstbe-
• ICT ter bevordering van administratieve en bedrijfs-
stendigheid belangrijk worden. De technologische com-
matige efficiency: zoals kantoorautomatisering,
ponenten en het netwerk moeten bijvoorbeeld voor een
e-mail, intranet, automatische salaris- en perso-
betrouwbare valdetectie, alarmgeneratie, –verzending
neelsadministratie.
en -ontvangst zorgen, waarbij de kans op een vals alarm
• ICT ter bevordering van zelfredzaamheid en zelfstan-
laag is.
digheid: bijvoorbeeld alarmering, monitoring en bewaking op afstand, biosensoren, domotica, e-zorg
De zorgverlener zorgt dat adequaat op het alarm gerea-
(bestellingen en diensten via internet), ICT ter onder-
geerd wordt en biedt de gewenste of noodzakelijke zorg
steuning van voorlichting en preventie.
en hulp. Zonder de technologie is de zorgverlener niet
• ICT ter ondersteuning van de mantelzorg: e-mail,
op de hoogte van de wensen of zelfs de noodsituatie
beeld- en geluidsverbindingen, videomonitoring.
waarin de cliënt zich bevindt. Wanneer de zorgdienstverlening uitblijft, is de technologie niet functioneel en wordt zelfs valse zekerheid geboden.
6
Zie o.a. Vlaskamp, Webers, Peters-Volleberg en van Halteren (2001).
25
• ICT ter bevordering van de efficiency, effectiviteit en
Tele-assistance
kwaliteit van het professioneel handelen: planning
Omgevingsmonitoring
en registratie via mobiele telefoons en zakcomputers,
Met omgevingsmonitoring wordt het meten van risi-
elektronische uitwisseling van gegevens, tele-infor-
cofactoren in de omgeving bedoeld. Bekende vormen
matie, e-learning.
hiervan zijn inbraakalarmsystemen en brand-, rook- en
• ICT ter vervanging van arbeid/personeelskrapte:
gasdetectie. Wanneer een risicofactor wordt waargeno-
bijvoorbeeld telemedicine (ook op paramedisch en
men wordt er een alarm gegenereerd en verzonden naar
verpleegkundig vlak).
een centraal meldpunt. Daar wordt dit alarm ontvangen,
• ICT ter ondersteuning van de klantenservice: zoals
zodat de hulpverlening in gang gezet kan worden.
zorgcentrales, websites, e-learning, e-zorg (digitale thuiszorgwinkel). • ICT ter bevordering van samenwerking in de zorgke-
Een ander facet van omgevingsmonitoring is toegangscontrole. Vooral in wooncomplexen is het handig dat
ten: elektronische uitwisseling van patiëntendossiers
de bewoner via een video-intercom-verbinding met de
en van gestandaardiseerde zorginhoudelijke, logis-
voordeur weet wie hij of zij toegang verleent tot het
tieke en administratieve gegevens binnen het domein
gebouw. Daarnaast is het belangrijk dat in geval van
van de ‘cure’ en ‘care’.
nood mantelzorgverleners en hulpverleners toegang tot de woning hebben. Het is bekend wie de mantelzorg-
Op basis van deze lijst van ICT-toepassingen heb-
verleners zijn, maar wie de hulpverlener is, die op een
ben Peetermans, Hedebouw, Pacolet e.a. (2004) een
alarm reageert is niet altijd bekend. Hiervoor zou finger-
categorisatie van Telecare-componenten gemaakt (zie
print- of irisscan-technologie ingezet kunnen worden.
figuur 4). Omdat deze onderverdeling vrij volledig is, baseren wij ons op deze onderverdeling.
Eisen: • Automatische zelftest;
Figuur 4: Schematische voorstelling van het Telecare-concept, met de verschillende componenten (Peetermans, Hedebouw, Pacolet e.a. (2004)
• Beheer en storingsopvolging; • Persoonsherkenning (fingerprint- of irisscan-technologie) en toegangverlening voor zorgverlener; • Betrouwbaarheid sensoren en netwerk; • 24/7 Beschikbaar; • Snelheid, efficiëntie i.v.m. Alarmopvolging; • Draadloos.
Er zijn momenteel veel van dit soort toepassingen bekend op het gebied van de bedrijfsbeveiliging.
Tele-oppas In de volgende secties worden de genoemde Telecare-
Tele-oppas houdt in dat op afstand toezicht gehouden
toepassingen besproken en wordt een technologische
kan worden op een afhankelijke persoon, zoals demen-
insteek ervan besproken.
terende of bedlegerige ouderen. Het toezicht kan een korte periode plaatsvinden (bijvoorbeeld tijdens de afwezigheid van de mantelzorgverlener), continu verlopen of met tussenpozen. Bij aan huis gebonden ouderen kan men volstaan met cameratoezicht. Toezicht op
26
mobielere mensen vereist andere apparatuur, zoals
GSM- in combinatie in GPS-technologie. Een dergelijke toepassing fungeert als passieve persoonsalarmering.
• Gebruik van de koelkast, dat duidelijk verschilt van normale gebruik;
Een professionele zorghulpverlener in bijvoorbeeld
• Te lage kamertemperatuur;
een zorgcentrale of een mantelzorgverlener ontvangt
• Verandering in het bewegingspatroon binnenin het
de beelden en signalen, observeert ze en slaat indien nodig alarm. Met het oog op de privacywetgeving kan
huis; • Valdetectie.
Tele-oppas niet zo maar in elke situatie toegepast worden, en zal het voor de cliënt duidelijk moeten zijn wan-
Detectoren kunnen in en rond het huis geïnstalleerd
neer hij of zij wordt geobserveerd.
worden (primair) of kunnen door de gebruiker gedragen of zelfs onderhuids ingeplant worden (secundair).
Momenteel wordt cameratoezicht in uiteenlopende situaties toegepast: uitgaansleven, open gebouwen en
Telemedicine
tankstations met klassieke bewakingscamera’s. Er is al
Teleconsultaties
een aantal bewakingsfirma’s die hun klassieke bewa-
Teleconsultaties zijn consultaties met een arts of een
kingsapparatuur nu ook op de gezondheidszorgmarkt
verpleegkundige op afstand. Deze kunnen plaatsvinden
aanbieden met de bedoeling om naast gebouwen ook
naar aanleiding van een alarm, of ter vervanging van
mensen te bewaken: voor babysitting of ‘bejaardensit-
face-to-face consultaties, waarvoor de directe aanwe-
ting’ (Vanwelde, 2003).
zigheid van een arts of verpleegkundige met het oog op de uitvoering van medische of verzorgende handelingen
Lifestylemonitoring
niet noodzakelijk is. De consulten verlopen via video
De gezondheidsstatus van ouderen kan op afstand
telefoon, om een diagnose te kunnen stellen of een
worden bepaald door de meting, transmissie en ont-
therapie uit te leggen is het namelijk vaak visuele infor-
vangst van relatief simpele parameters die de interactie
matie noodzakelijk.
nagaan tussen de oudere en zijn omgeving. De parameters kunnen bestaan uit het meten van de mobiliteit,
Hoewel de meeste cliënten de voorkeur zullen geven
het gebruik van kook- en sanitaire faciliteiten, het slaap-
aan face-to-face consulten, zal een Teleconsult waarde
patroon en het toiletgebruik. Men kan dus iemands
hebben in noodsituaties, waarbij snel een arts geraad-
activiteiten gaan meten in plaats van of in aanvulling
pleegd moet worden en als face-to-face contact niet
op allerlei verpleegkundige of medische parameters.
mogelijk is.
De gegevens worden op een centraal punt in huis verzameld en op gezette tijden verstuurd naar een zorg-
Telemedicalmonitoring
centrale. Daar worden de gegevens in het elektronisch
Via Telemedicalmonitoring kan een arts op afstand
patiëntendossier opgenomen en vergeleken met de per-
langs elektronische weg bepaalde medische parame-
soonsafhankelijke norm. Bij afwijking van de normale
ters van zijn patiënt opvragen of automatisch ontvan-
parameterwaarden wordt er een alarm gegenereerd,
gen. Door middel van elektronische meettoestellen
waarna hulpverlening in gang kan worden gezet. Op
– zoals automatische bloeddrukmeters, hartslagmeters,
deze manier fungeert Lifestylemonitoring als passieve
elektrische stethoscopen, bloedsuiker-/bloedzuurstof-
persoonsalarmering. Voorbeelden van situaties die kun-
meters, spirometers etc. – worden medische gegevens
nen worden gemeten en indien noodzakelijk een alarm
gemeten. Een centraal station in de woning verzamelt
kunnen genereren zijn:
de data en verstuurt deze op gezette tijden naar een
• Nog in bed liggen nadat men normaal al op zou zijn;
zorgcentrale. Daar worden de gegevens in het elektro-
• Detecteren van minder activiteit dan gewoonlijk;
nisch patiëntendossier opgenomen en vergeleken met de persoonsafhankelijke norm. Bij afwijking van de
27
normale parameterwaarden wordt er een alarm gegene-
Televideoconferencing
reerd, waarna hulpverlening in gang kan worden gezet.
Lotgenotencontact
De arts heeft toegang tot het elektronisch patiëntendos-
Mensen met overeenkomstige interessen of misschien
sier en kan de medische gegevens van de cliënt inzien.
medische problemen kunnen door met elkaar in contact te komen zich prettiger gaan voelen.
Telenursing Telenursemonitoring
Contactmogelijkheden met
Via Telenursemonitoring kan een verpleegkundige op
mantelzorgverleners en familie
afstand langs de elektronische weg bepaalde medi-
Wanneer familieleden en mantelzorgverleners niet in
sche parameters van zijn of haar patiënt opvragen
de gelegenheid zijn om bij de senior op bezoek te gaan,
of automatisch ontvangen. Deze toepassing lijkt op
kan via diverse communicatiekanalen het gevoel van
Telemedicalmonitoring, met het verschil dat een ver-
geruststelling en veiligheid verhoogd worden.
pleegkundige binnen het elektronisch patiëntendossier andere autorisaties heeft dan een arts. Daarnaast
Teleservice
zijn voor een verpleegkundige andere parameters van
Gemeenschapsdiensten
belang dan voor een arts. Men denkt bijvoorbeeld aan
Vele gemeenschapsdiensten kunnen ook langs elek-
controle op het innemen van medicijnen.
tronisch weg bij mensen thuis geleverd worden. Een voorbeeld is thuisbankieren. Andere voorbeelden zijn
Teleconsultaties
e-commerce, e-goverment, boodschappenservice, via
Zie Teleconsultaties onder Telemedicine.
elektronische weg boeken bestellen bij de bibliotheek, e-religion (kerkzender) etc.
Tele Social Care Telecontact / Telebegeleiding / Telecounseling
Dagbesteding
Dit komt overeen met Teleconsultaties (zie
Voor mensen die noodgedwongen de gehele dag thuis
Telemedicine). Met het verschil dat het contact niet
doorbrengen kan ook dagbesteding een nuttige dienst
plaatsvindt met medische hulpverleners, maar met
zijn. Men kan hierbij denken aan thuis studeren (e-lear-
andere hulpverlenende instanties en experts. Deze
ning), maar ook diensten die gericht zijn op vermaak of
communicatie is gericht op psycho-sociale en socio-
het geven van een prettig gevoel zoals e-entertainment,
culturele behoeften van cliënten.
e-vakantie of mood-windows behoren tot de mogelijkheden.
Informatie en advies Senioren hebben behoeften aan informatie en advies op uiteenlopende gebieden, bijvoorbeeld over financiën, wonen, voorzieningen voor ouderen, dagbesteding etc. Deze informatie kan via gangbare kanalen als internet en teletekst geboden worden. Wanneer personen niet met deze kanalen kunnen omgaan, kan de informatie ook via Tele-contact verstrekt worden.
Tele-zorgbemiddeling Tele-zorgbemiddeling richt zich op de communicatie tussen hulpverleners onderling, en tussen hulpverle-
28
ners en de zorgcentrale.
3.4.2 Ontwerpvoorwaarden Telecare-technologie
Gebruiksvoorwaarden7 • Het systeem dient door alle gebruikers gemakkelijk te bedienen zijn, dus door ouderen, mantelzorgverleners en hulpverleners.
Prestatievoorwaarden8 • Het systeem dient 7 dagen per week, 24 uur per dag beschikbaar te zijn. • Het systeem dient bij storingen van onderdelen te blijven functioneren zonder gebruik te maken van die onderdelen. • Stroomuitval mag geen onveilige situatie veroorzaken. • Het systeem dient na stroomuitval ongewijzigd door te functioneren.
Beheer & onderhoud voorwaarden9 • Het systeem moet uitgebreid kunnen worden met nieuwe voorzieningen. • Het systeem dient lokaal en op afstand onderhouden te kunnen worden, zoals voor het wijzigen van instellingen. • Het systeem dient daartoe een overzicht te kunnen tonen van zowel de status van het gehele systeem met alle onderdelen als van details (zoals status en instellingen) van een gekozen onderdeel.
7 8
9
Zie ook A. van Berlo, Design guidelines on smarthomes. Zie ook M. Swemmer (2004), Mogelijkheden van domotica in een kleinschalige woonvorm voor dementerende ouderen. Afstudeerverslag. Eindhoven: TU Eindhoven. Zie ook M. Swemmer (2004), Mogelijkheden van domotica in een kleinschalige woonvorm voor dementerende ouderen. Afstudeerverslag. Eindhoven: TU Eindhoven.
29
3.5 Matrix: technologie en de rol van de installateur 3.5.1 Wat is de rol van de installateur m.b.t. levensloopbestendig wonen?
Sheet 1:
Achtergrond
wonen bestaat uit een dienstenpakket en een aanpas-
De positie van de installateur zit feitelijk ergens tussen
sing aan de woning. Telecare is een verzamelnaam voor
twee heel verschillende werelden in: enerzijds het aan-
een breed scala aan mogelijke diensten, o.a. de vanuit
bod van de technologie waarmee hij werkt en ander-
Viedome bekende telemedicine valt hieronder, maar
zijds de wensen vanuit de maatschappij, de vraag waar
ook bijvoorbeeld toegangscontrole. De term installaties
het feitelijke product dat de installateur aflevert een
in de woning is gekozen omdat veel aanpassingen in
antwoord op moet zijn.
de woning hetzij een elektrische aanpassing, hetzij een aanpassing aan een sanitaire voorziening, steeds meer
Bij de inventarisatie van het werkgebied van de instal-
lijken te neigen naar meer automatisering. Inmiddels
lateur kan je dus feitelijk vanuit twee kanten beginnen:
is besloten om de term breder op te vatten en bijvoor-
wat kan de installateur leveren op basis van de mid-
beeld ook niet-electrische voorzieningen (waar de
delen en kennis die hij heeft en wat is de productwens
installatiebranche een rol in heeft) eronder de rekenen,
van de samenleving? Om de inventarisatie te kunnen
zoals aangepast sanitair of een verbrede deurpost. De
richten zijn wij in het onderzoek vanuit beide richtingen
term ‘huisaanpassingen’ is hiervoor al genoemd. In
gaan verkennen. De twee centrale vragen:
ieder geval blijft het onderscheid gehandhaafd tussen
• Vanuit de techniek gedacht: welke werkterreinen kent
een dienstenpakket en aanpassingen aan de woning,
de installateur? • Vanuit de klant(vraag) gedacht: wat is nodig om
die samen noodzakelijk zijn om levensloopbestendig wonen mogelijk te maken.
levensloopbestendig wonen mogelijk te maken? 3.5.2 Het werk van de installateur beter bekeken
30
We hebben bij dit onderzoek gekozen voor een splitsing
Hoe maak je “producten” zoals installaties in de woning
van de toepassingsgebieden in installaties in de woning
en telecare? Vanuit de techniek gedacht is dat een
en telecare. Een oplossing voor levensloopbestendig
technisch werkdomein dat omschreven wordt door een
pakket van eisen. Vanuit de doelgroep (klant) gedacht moet voldaan worden aan wensen en behoeften van de klant, hiervoor moet de installateur met een conceptuele oplossing komen.
Een en ander is weergegeven in onderstaande sheet. Sheet 2:
Concrete voorbeelden van de invulling van de speel-
• Pakket van eisen (midden): Uiteindelijk moet er een
ruimte (werkterrein van de installateur) tussen techno-
concreet product ontstaan en moet de conceptuele
logie en de doelgroep:
oplossing vertaald worden in een technische oplos-
• Technologie (links): Voorbeelden van beschikbare en
sing. Hier begint het technische domein. De product-
benodigde technologie (bepaald door leveranciers). • Doelgroep (rechts): Wat is de doelgroep van het levens-
kwaliteit en -omschrijving moeten met technische parameters aangevuld worden. Veel technische
loopbestendig wonen? In overleg met EIM proberen we
parameters kunnen afgeleid worden van de reeds
voor de installateur de markt in kaart te brengen. Hier
bedachte voorwaarden vanuit de conceptuele klant-
zou uit kunnen komen dat we bijvoorbeeld oplossingen
gerichte oplossing. Bijvoorbeeld de klantwens “moet
zoeken voor mensen met mobiliteitsbeperkingen.
altijd werken” kan vertaald worden naar termen als
• Behoeften en wensen van de klant (rechts): Voor een goed eindproduct moeten de behoeften van de doelgroep in kaart gebracht worden. Dit mag best in NIET-
preventief onderhoud, beheer, redundantie in verbindingen, etc. • Technische werkdomeinen (links): Uiteindelijk wordt
technische taal: in termen van veiligheid of comfort
het product gemaakt en moet het pakket van eisen
bijvoorbeeld.
vertaald worden in o.a. technisch concept en materi-
• Conceptuele oplossing (midden): Op basis van een klantwens moeten conceptuele oplossingen geboden
aalkeuze. • Technologie (links): De beschikbare technologie zal
worden. Hierbij hoeft nog steeds niet aan techniek
door de leveranciers gekozen en ontwikkeld worden.
gedacht te worden: dit mag best in termen zoals: “Als
Zij zullen hun keuze hierbij baseren op hun eigen
ik ’s avonds uit bed stap, wil ik genoeg kunnen zien
marktvisie.
om veilig naar de wc te kunnen lopen (nachtpad verlichting)”.
31
Een belangrijk aspect van het goed volgen van de tus-
3.5.3 Stand van de technologie en de kennispositie
senstappen, die tussen de doelgroep en de technologie
van installateurs
zitten, is dat het aantal geschikte technische oplossingen steeds kleiner wordt naarmate de weg van rechts
In de volgende sheets wordt de matrix stapsgewijs
naar links doorlopen wordt.
doorlopen, waarbij telkens wordt aangegeven wat de stand van de technologie op dit moment is en hoe men de kennispositie van de installateur inschat.
Sheet 3:
Sheet 4:
32
Sheet 5:
Sheet 6:
Sheet 7:
Sheet 8:
33
3.6 Techniek is zinloos zonder de bijbehorende dienstverlening
sector: men verwacht een duidelijke verbetering van de efficiency en de kwaliteit en aan goede wil ontbreekt het niet. Oorzaken hiervoor liggen vooral in factoren als: • De kleinschaligheid van de zorgsector: relatief kleine,
Essentieel voor domotica-toepassingen in de zorg is
lokaal verspreide organisaties, met eigen autonomie
de dienstverlening waar deze techniek naar ‘schakelt’.
over de informatievoorziening. Voor ICT-toepassingen
Zonder de bijbehorende dienstverlening is een groot
is vaak juist van belang dat de hele keten deelneemt.
deel van de zorgdomotica zinloos. De kwaliteit van
• Het vrijwel ontbreken van stimulerende factoren.
bijvoorbeeld een alarmknop wordt uiteindelijk bepaald
Plaatselijke of regionale investeringen in zorgdomo-
door de opvolging: wie reageert op het signaal, hoe en
tica komen voor rekening van de instelling(en) ter
hoe snel wordt er gereageerd?
plekke, maar de besparingen verdwijnen in het niets. De instellingen besteden hun budget dan liever aan
Kansen benutten Het aanleggen van de installaties is dus niet genoeg
’meer handen aan het bed’. • De cultuur binnen de zorgsector: terughoudendheid
en heeft alleen zin als de dienstverlening ook geregeld
bij invoering van nieuwe technieken, onvoldoende
is. Dit is een zaak van de partijen in de zorgsector. Zij
bereidheid om kennis te delen met collega’s en weer-
zullen hun dienstverlening moeten uitbreiden en ver-
stand tegen de transparantie en kwaliteitsborging die
nieuwen. En de techniek in de woning moet aansluiten
introductie van ICT meebrengt.
op de techniek (bijvoorbeeld de zorgcentrale) van de zorgverlener.
• De visie op ICT: dat wordt nog teveel gezien als een technische kwestie, terwijl het gaat om een sociaal en organisatorisch vraagstuk, dat op een strategisch
Behalve voor de zorgsector liggen hier overigens ook mogelijkheden voor commerciële dienstverlening, bij-
niveau moet worden aangepakt. • Obstakels in wet- en regelgeving, met name de priva-
voorbeeld voor bezorgdiensten, persoonlijke verzorging
cywetgeving. Deze staat de uitwisseling van gestan-
aan huis en dergelijke.
daardiseerde patiëntgegevens in de weg. • Tenslotte worden investeringsbeslissingen in de zorg
Hoewel deze ontwikkeling van groot maatschappelijk
nauwelijks beïnvloed door technische mogelijkhe-
belang is, niet in het minst vanwege de forse bespa-
den, wensen van klanten of rendement, maar zijn
ringen in de zorgsector die hierdoor mogelijk worden,
primair afhankelijk van inputfactoren (budgetsturing).
komt de dienstverlening nog niet op grote schaal van de grond. Voor een deel is dit uiteraard een kip-of-ei-
Het is van belang, dat er in proefprojecten meer erva-
probleem, dat geleidelijk door proef- en demonstratie-
ring kan worden opgedaan met de concrete, nieuwe vor-
projecten zal worden opgelost: naarmate de zorgsector
men voor zorgdienstverlening. Van belang daarbij is het
meer inzicht krijgt in de kansen die zorgdomotica biedt
verbeteren van de communicatie tussen particulieren
en meer ervaring krijgt in het organiseren van de bijbe-
en zorginstanties en tussen zorginstanties onderling:
horende dienstverlening, zal zorgdomotica op grotere
om de zorgvoorziening te stroomlijnen, om meer zorg-
schaal worden toegepast.
verlening extramuraal te laten plaatsvinden en om deze zo efficiënt mogelijk vorm te geven.
Over de oorzaken van het achterblijven van deze ontwikkelingen in de gezondheidszorg is wel het één en
Is de dienstverlening (op tijd) geregeld?
ander bekend. Er is geen sprake van desinteresse in de
Dat is niet altijd eenvoudig. In één straat kunnen mensen aangesloten zijn bij verschillende zorgverleners,
34
dus de techniek in de woningen moet met meer dan één
zorgcentrale verbonden kunnen worden. Deze zorgcen-
Het Functioneel PvE vormt op deze wijze de schakel
trales kunnen verschillen in de toegepaste techniek,
tussen drie werelden: die van de gebruiker en de
bovendien kunnen zij in de loop van de tijd uiteraard op
zorgverlener(s), die van het bouwteam en die van de
een nieuwe techniek overgaan.
(installatie)technicus. De spraakverwarring is op deze manier minder groot en wordt vermeden, dat (direct
Wanneer een complex woningen opgeleverd wordt,
en alleen) gesproken wordt over een aantal technische
moet vanaf dat moment uiteraard de dienstverlening
voorzieningen die gebruikers en zorgverleners kennen.
geregeld zijn. En moeten de zorgverleners ook de
Er komt een betere afweging tot stand van wensen,
capaciteit hebben om de gevraagde zorg te verlenen.
mogelijkheden en kosten. En een integraal ontwerp van
Daarvoor moeten de zorgverleners voldoende inzicht
de installatie krijgt een kans. De praktijk leert dat bij het
hebben in de vraag: wat verwachten de bewoners van
uitwerken van het PvE met name de details onderschei-
hen, welke zorgdomotica is in de woningen aange-
dend zijn. Die moeten dus goed besproken worden.
bracht en welke eisen stelt dat aan de dienstverlening? Ook de opleveringsdatum van de woningen moet dus
Wat wordt precies bedoeld met ‘alarmering’?
goed afgestemd worden op het voorbereiden en het
Verschillende mogelijke aanleidingen:
opstarten van de dienstverlening.
• Bewoner drukt op knop (halszender)
Op dit moment hebben zorgverleners op voorhand vaak
• Bewoner drukt op knop in een kamer
nog onvoldoende inzicht in de mogelijkheden en de
• Lange tijd geen beweging (bewegingsdetectie)
eisen en wensen, die zorgdomotica voor hen met zich
• Inbraakalarm (bijv. bewegingsdetectie)
meebrengt.
• Rook- of gasalarm
Meer aandacht hiervoor in de planfase
Verschillende mogelijkheden voor de opvolging:
De wensen en mogelijkheden en de samenhang tussen
• Signaal naar alarmcentrale? Personeel?
techniek en zorgdienstverlening moeten daarom in een
• Openzetten spreek-/luister-verbinding?
vroeg stadium verkend worden en op elkaar afgestemd
• Melding naar personeel? Hulpverleners?
worden. In de planfase moet hieraan voldoende aandacht
Mantelzorg?
worden besteed. Zorgverleners moeten zich goed door
• Inschakelen van verlichting? Ontgrendelen deur?
installatietechnici laten voorlichten over de technische
• Uitschakelen keukenapparatuur?
mogelijkheden en de consequenties daarvan voor de zorg.
Geluidsbronnen?
Hierbij speelt het Functioneel Programma van eisen (PvE) een cruciale rol:
Ook de beheersfase is belangrijk
• Zorgverlener en gebruiker benoemen de functionele
Het aanleggen van de installatie is niet meer dan de
eisen en maken op het functionele niveau de keuzes.
eerste stap. De waarde van de installatie blijkt vooral
Zij vertalen het ‘waarom’ (bijvoorbeeld ‘snel hulp
in het gebruik. Daarom moet ook de beheersfase goed
kunnen oproepen bij een val in de badkamer’) naar
geregeld worden, wie is verantwoordelijk voor:
het ‘wat’ (bijvoorbeeld: ‘een’ personenalarm).
• goede introductie en instructie van gebruikers;
• Het Functioneel PvE omschrijft het ‘wat’: wat moet de installatie kunnen? • Op basis hiervan werkt de installateur, in overleg
• onderhoud en controle van de installatie; • technische ondersteuning (ook van bewoners); • latere aanpassingen van de installatie.
met het bouwteam, de technische realisatie uit (het ‘hoe’): welke apparatuur moet aangebracht worden en hoe wordt de installatie vormgegeven?
35
3.7 Het perspectief van de gebruiker
techniek die veel nieuwer is. Omdat het leervermogen op latere leeftijd geleidelijk afneemt, is ‘goed uitleggen’ niet voor iedereen een afdoende oplossing.
Bij het realiseren van installatietechniek voor levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg is, meer
Maar ook binnen één generatie (jong of oud) zijn er
dan bij andere opdrachten, van belang dat de installa-
grote verschillen in de mate waarin mensen met een
teur zich verdiept in het perspectief van de gebruiker(s).
bepaalde techniek uit de voeten te kunnen. De pro-
Dit geldt voor het ontwerp en voor de aanleg van de
grammeerbare kamerthermostaat blijkt voor veel men-
installatie, maar zeker ook bij de oplevering en in de
sen een groot raadsel en er zijn veel apparaten waarvan
beheersfase.
een flink deel van de gebruikers slechts een paar van de functies gebruikt omdat zij de rest te ingewikkeld vin-
De doelgroep(en)
den. Er zijn nu eenmaal veel mensen, die niet de moeite
In het kader van het project hebben wij ons gericht op
nemen om uit te vinden wat een apparaat allemaal kan
(zorg)domotica voor (nog) zelfstandig wonende gebrui-
en hoe dat precies werkt. Een deel van hen heeft tot op
kers. Dat blijkt in de praktijk een diverse doelgroep te
zekere hoogte last van een soort (faal)angst als het over
zijn, het kan bijvoorbeeld gaan om:
techniek en apparaten gaat.
• Luxe en comfort voor bijvoorbeeld 55-plussers; • Levensloopbestendige woning voor ouderen (20%
Dat ligt niet alleen aan de gebruiker: veel apparaten zijn
van de 65-plussers en 50% van de 75-plussers heeft
voor niet-technici nauwelijks te begrijpen. De bediening
lichamelijke beperkingen);
(interfaces) is te ingewikkeld, met veel verschillende
• Bejaarden die zorg aan huis nodig hebben;
niveaus en zonder dat direct duidelijk is welke gevolgen
• Woonzorg-zones en woonservice-wijken;
de verschillende opties precies hebben. Met onvol-
• Woonvormen voor dementerende ouderen;
doende of onbegrijpelijke informatie over de gekozen
• Woningen voor lichamelijk gehandicapten (van alle
instellingen (status-feedback). Gebruikersvriendelijke
leeftijden);
interfaces zijn in het algemeen, maar zeker voor (zorg)
• Woningen voor chronisch zieken (van alle leeftijden);
domotica, een voorwaarde voor gebruik op grotere
• Woonvormen voor verstandelijk gehandicapten (van
schaal (en naar tevredenheid van de gebruikers).
alle leeftijden). Sommige voorzieningen voor (zorg)domotica moeten Het realiseren van levensloopbestendige woningen en
ook rekening houden met de lichamelijke beperkin-
voorzieningen voor woninggebonden zorg gaat verder
gen (en soms met de geestelijke beperkingen) van de
dan de electronica: ook op het gebied van sanitair zijn
gebruiker.
aanpassingen nodig. Tenslotte: ook zorgverleners en mantelzorgers zullen De gebruikers en techniek ...
met de geïnstalleerde techniek goed overweg moeten
Het installeren van (zorg)domotica heeft weinig zin,
kunnen.
als de gebruikers niet met de techniek kunnen (of denken te kunnen) omgaan. De mate waarin mensen met
De installateur en de gebruiker
(nieuwe) techniek kunnen omgaan, verschilt van gene-
Voor een geslaagd ontwerp moet de installateur zich
ratie tot generatie. Beter gezegd: iedere generatie heeft
kunnen inleven in de wensen en de (on)mogelijkheden
ervaring met zijn ‘eigen’ techniek en heeft moeite met
van deze speciale groep gebruikers. Wat hebben zij echt nodig? Wat vinden zij zelf het meest belangrijk,
36
maar ook: wat vinden zij aantrekkelijk? Het is daarom de moeite waard om gebruikers ook te betrekken bij het opstellen van het Functioneel Programma van Eisen.
Daarbij is niet alleen de bewoner van belang: ook de zorgverleners en de mantelzorgers (familie, vrienden) zullen hun eisen en wensen hebben en met de installatie en de apparatuur overweg moeten kunnen.
Wanneer de installatie eenmaal is opgeleverd en (technisch gezien) goed functioneert, is de installateur nog niet klaar: “het hangt” is niet genoeg. In het geval van (zorg)domotica is het instellen en het inregelen van (alle componenten van) de installatie
Tabel 3
Wie onderscheidt zich in de markt ?
• Voldoende technische integraal ontwerp, kennis van: toekomstgericht (flexibel), IP-technologie, componenten. • In staat deze klanten te overtuigen van de meerwaarde van de installateur • Bereid en in staat om te investeren in innovatie, hoeft niet (meteen) omzet te maken • Voor tevreden klant èn gebruiker is meer nodig dan technisch correcte installatie • Begrijpt deze klanten, spreekt ook de taal van de zorg en begrijpt de plan- en bouwprocessen in deze sector • Begrijpt deze gebruikers, spreekt hun taal • Levert ook goede dienstverlening in de beheersfase • Bereid om zonodig samen te werken voor een optimaal totaalproduct Bron: Consult bv
maatwerk, waarbij bovendien de bewoner op weg geholpen moet worden. Vervolgens zal doorlopend een
In het kader van het project ‘Installateurs zorgen voor
helpdesk-functie vervuld moeten worden, door ... wel-
levensloopbestendig wonen’ is daarom een reeks
licht de installateur.
workshops aangeboden die enerzijds gericht was op een nadere kennismaking met de bijzonderheden van
Ná het installeren blijft er een rol voor de installateur:
de markt voor zorg en domotica: een introductie tot de
voor de gebruiker, maar meestal ook voor de opdracht-
zorgdomotica-markt, een workshop over het perspectief
gever en voor de (zorg)dienstverlener.
van de klant en de gebruikers en een workshop over de mogelijkheden om door middel van samenwerking met andere installateurs een optimaal en integraal aanbod
3.8 Verbeteren kennispositie installatiebranche
te kunnen realiseren.
Ook de ‘andere kant van de markt’ is bediend, door op In de eerste fase van het project zagen wij de analyse,
conferenties en in speciale workshops voor stakehol-
die aan het project ten grondslag lag, bevestigd in de
ders inzicht te geven in de mogelijkheden van ICT en
interviews en in de literatuur. Een aantal installateurs
domotica voor levensloopbestendig wonen en woning-
heeft zich gespecialiseerd in de (zorg)domotica-markt,
gebonden zorg en duidelijk te maken wat de meer-
heeft voldoende technische expertise en heeft zich op
waarde is van een integraal ontwerp van de installatie
deze markt inmiddels een goede positie verworven.
en van het (in een vroeg stadium) inschakelen van een
Veel andere installateurs, de ‘nieuwkomers’ die zich op
installateur met de juiste expertise.
deze markt willen begeven, zijn echter nog onvoldoende ‘thuis’ in deze markt. En bij hen ontbreekt relevante
Belangrijke technische kennisgebieden
(actuele) kennis.
Maar bovenal is in het kader van het project een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de kennispositie van ‘nieuwkomers’ onder de installateurs. Hiervoor is een reeks van workshops aangeboden, waarin een aantal – voor het kunnen realiseren van (zorg)domoticaopdrachten – essentiële kennisgebieden werd behandeld.
37
Het eerste kennisgebied, dat een basisvereiste is voor
Een aantal grotere installatiebedrijven èn een groei-
installateurs die zich op (zorg)domotica gaan richten,
end aantal in domotica gespecialiseerde installateurs
is IP-technologie (Internet Protocol). De convergentie
beschikt over voldoende kennis en ervaring om derge-
van een verzameling aparte netwerken met ieder een
lijke installaties te ontwerpen, te installeren, te testen
eigen technologie naar IP is al enige tijd gaande en zal
en ook om deze te onderhouden en naderhand aan
de komende jaren in hoog tempo voortgaan. Daarbij
te passen en uit te breiden. Maar deze markt gaat de
zal steeds meer gewerkt worden met apparatuur die
komende tijd sterk groeien en daarvoor is verbreding
gebruik maakt van ‘open standaarden’, iets waar de
nodig van het aantal installateurs dat hiervoor voldoen-
opdrachtgevers een duidelijke voorkeur voor blijken te
de gekwalificeerd is.
hebben. Een belangrijk deel van de (nog) niet gespecialiseerde installateurs heeft op dit gebied echter onvol-
Het is evenzeer van belang dat, bij een project waar
doende up-to-date kennis.
(zorg)domotica wordt toegepast, de (hoofd)aannemer en de opdrachtgever zich realiseren dat hier een instal-
Figuur 5
Convergentie naar IP-netwerken
lateur voor nodig is die in voldoende mate over deze expertise en ervaring beschikt.
Bron: RUPS bv
Daarnaast is er een achterstand in de kennispositie van veel ‘nieuwkomers’ op deze markt op het gebied van de netwerktechnologie (bekabelingsinfrastructuren, netwerkinfrastructuren, de koppeling van netwerken en bussystemen en de beveiliging van netwerken). Voldoende kennis hiervan is onontbeerlijk voor het installeren van geïntegreerde domotica in de woning.
Ook de kennispositie op het gebied van huisautomatisering (zowel comfort en veiligheid als gericht op langer zelfstandig blijven wonen) en de voor woninggebonden zorg relevante communicatie- en telecare-toepassingen van de ‘nieuwkomers’ behoeft aanvulling. Het gaat dan zowel om de diverse toepassingen en componenten als om de relatie tussen deze componenten en de netwerk infrastructuur.
38
4 Kosten en baten: businesscase (zorg)domotica 4.1 Inleiding
schappelijke) opbrengsten kunnen worden vastgesteld. Inmiddels is duidelijk, dat het tamelijk arbitrair is welk
Eén van de manieren waarop de vraagzijde van de
ontwerp hiervoor als uitgangspunt wordt genomen en
(potentiële) markt voor (zorg)domotica bewerkt kan
bovendien dat zowel de kosten als de prestaties van elk
worden, is door een heldere argumentatie te leveren.
ontwerp op dit moment nog voortdurend veranderen.
Tot welke kosten en welke besparingen, zowel op maatschappelijk als op lokaal niveau, leidt de inzet van ICT
Daarom is besloten om op twee niveaus een business
en installatietechnologie in de zorg? De plaats van de
case uit te werken, op basis van reeds beschik-
businesscase is samengevat in onderstaande figuur.
bare informatie: een landelijke businesscase en een businesscase voor één project.
Figuur 6
Plaats van de businesscase
Inhoud en doelgroepen zorgfinancier
beleid
woningcorporatie
prognose en argumenten landelijke businesscase lokaal rekenvoorbeeld
markt
concepten en opties project en proces commerciële kansen
installateur
zorgverlener
gebruiksmogelijkheden producten en techniek specificaties etc
De uitdaging ICT en domotica voor wonen en zorg kunnen de komende jaren de kwaliteit van leven en wonen flink
Product/dienst gebruiker
4.2 Landelijke businesscase ICT en domotica voor wonen en zorg
monteur
verbeteren. ICT en domotica kunnen daarnaast de basis leggen voor belangrijke vernieuwingen in de zorg: meer
Bron: Consult bv
maatwerk, meer zorg in de eigen woning, verbetering van de kwaliteit van de zorg en verhoging van de effi-
Om tot een goede (maatschappelijke) businesscase te
ciency. Mede door de vergrijzing stijgen de kosten van
kunnen komen voor de uitrol van domotica-diensten in
de zorg in de komende decennia sterk. Als er verder
Nederland, moeten de relevante baten en kosten (zowel
niets verandert aan de manier waarop zorg wordt ver-
direct als indirect) van zorgdomotica in Nederland
leend, dan wordt het bovendien een groot probleem
worden geïdentificeerd en vervolgens zo veel mogelijk
om nog voldoende personeel te krijgen. De overheid,
in geld worden uitgedrukt. Dit veronderstelt echter één
de woningcorporaties en de zorgsector hebben hier dus
technisch ontwerp, waarvan de kosten en de (maat-
belang bij.
39
De groep ‘ouderen’, die mogelijk in domotica geïnteres-
liteit van de zorg neemt toe, de kosten van de zorg
seerd zijn, is groot: ons land telt op dit moment al onge-
kunnen dalen en de sector kan met dezelfde mensen
veer 4 miljoen mensen van 55 jaar of ouder. Voor trends
veel meer zorg leveren. De zorgsector slaat dus drie
in de zorgbehoefte wordt vaak gekeken naar het aantal
vliegen in één klap. Het gaat om grote bedragen: in
75-plussers, omdat een groot deel van deze groep zorg
de zorg gaat op dit moment al € 45 miljard per jaar
nodig heeft (31% ontvangt zorg thuis, 15% verblijft in
om en die kosten zullen nog flink toenemen.
een verzorgings- of verpleeghuis). Op dit moment zijn
• Ook voor bouwen en wonen (woningbouwcorporaties,
er 1 miljoen 75-plussers, tot 2015 neemt dat aantal met
projectontwikkelaars, eigen woningbezitters en uiter-
nog 200.000 toe. Tegelijkertijd zal door de ‘extramura-
aard gemeenten) liggen interessante opbrengsten in
lisering’ in de zorg het aantal plaatsen in verzorgings-
het verschiet: de waarde van de woning stijgt en de
en verpleeghuizen (op dit moment nog 165.000) flink
woningvoorraad wordt aangepast aan de vergrijzing.
afnemen, misschien wel met de helft. De overheid wil
Omdat het gaat om honderdduizenden, zo niet mil-
dan ook10 dat er 406.000 nultredenwoningen bijkomen
joenen huizen lopen de opbrengsten ook hier uitein-
tot 2015. Hiervan moeten er 116.000 geschikt zijn voor
delijk tot grote hoogte op.
mensen met een zwaardere zorgvraag. De jaarlijkse productie van nultredenwoningen in de nieuwbouw
Schatting maatschappelijke winst
moet stijgen tot 40%. Met Aedes (woningcorporaties)
De baten komen voor een deel niet terecht bij de
is afgesproken om tot 2010 ongeveer 150.000 nieuwe
partij(en) die de grootste kosten maken, dat maakt het
woningen te bouwen, waarvan 80% ook geschikt is
een stuk lastiger om snel aan de slag te gaan. De eerste
voor ouderen. Bovendien zullen woningcorporaties
schattingen van de maatschappelijke winst maken dui-
zich inzetten voor geschikte woningen voor mensen
delijk, dat het saldo van kosten en baten op het niveau
met een zwa(arder)e hulpvraag. Er moet dus in drie jaar
van de maatschappij als geheel zó gunstig is, dat het
tijd een groot aantal levensloopbestendige en/of voor
van groot belang is om deze hindernis te overwinnen.
woninggebonden zorg geschikte woningen gerealiseerd worden.
Het is voor woningcorporaties lastig om precies te bepalen hoe een (basis) domotica-pakket eruit moet
Grote maatschappelijke opbrengsten
zien. De markt kent veel dynamiek. Wensen en moge-
Een slimme inzet van ICT en installatietechniek in de
lijkheden veranderen continu. Een hindernis voor een
woning kan de komende decennia zorgen voor grote
grootschalige uitrol van domotica-diensten is, dat er op
maatschappelijke opbrengsten:
dit moment veel leveranciers zijn en dat de systemen
• De gebruiker krijgt meer comfort en veiligheid, kan
onderling slecht communiceren. Veel partijen bieden
(langer) goed verzorgd zelfstandig blijven wonen en
een ‘totaaloplossing’ aan en proberen een standaard
krijgt meer en betere zorg. Kortom: de kwaliteit van
te zetten, maar door nauwe banden met bepaalde toe-
leven neemt toe. Deze maatschappelijke opbrengst is
leveranciers krijgen zij van de vraagkant van de markt
niet makkelijk in geld uit te drukken, maar uiteinde-
hiertoe niet de gelegenheid. Het is daarom van belang
lijk zullen miljoenen mensen hiervan profiteren dus
dat de vraagkant (woningcorporaties en zorgverleners)
de waarde ervan kan niet anders dan erg groot zijn.
samen met de leveranciers oplossingen gaat ontwik-
• In de zorgsector worden door de nieuwe technische
kelen, die voor deze sector voldoende aantrekkelijk
mogelijkheden fundamentele vernieuwingen op grote
zijn. Dit zou gericht moeten zijn op de ontwikkeling van
schaal mogelijk en dat heeft grote gevolgen: de kwa-
open systemen, met ‘klantgericht massamaatwerk’ en met als doel om kostenbesparingen in de zorg mogelijk
10
40
Beter (t)huis in de buurt – Actieplan Samenwerken aan wonen, welzijn en zorg 2007-2011, Ministeries van WWI en VWS, december 2007.
te maken. Zodat de gebruikers een gericht pakket aan-
geboden kan worden op het gebied van wonen en zorg, gecombineerd met comfort, veiligheid, ‘gemaksdiensten’ en entertainmentdiensten.
4.3 Lokale businesscase: kosten en financiering van een project
Woningcorporaties: onderzoek EBM-consult (2004)
Elke schatting van kosten en baten gaat uit van een
In 2004 hebben vier partijen in de woningcorpora-
bepaald, verondersteld domotica-pakket en berekent
tiesector (Futura Wonen, Kristal, Usus en Woonzorg
daarvan de kosten en de besparingen. Een ander
Nederland) laten onderzoeken hoe corporaties kos-
pakket leidt tot andere bedragen. Voor het project
tendekkend domotica-diensten mogelijk kunnen
‘Breedbanddiensten Delft’, in het bijzonder voor de
maken. Daarover heeft EBM-Consult een rapport11
geplande voorzieningen in de Vermeertoren, heeft
uitgebracht, waaruit bleek dat een businessmodel
Simac bv in 2006 de kosten in kaart gebracht en een
op basis van een doelgroep van 100.000 of meer
mogelijke opzet voor de financiering uitgewerkt. Het
gebruikers met een basispakket aan diensten
project ‘Breedbanddiensten Delft’ wordt in hoofdstuk 5
(geen breedband) binnen 4 jaar rendabel kan zijn.
beschreven.
Hierbij wordt uitgegaan van financiering volledig door de consument zelf. Belangrijke uitgangspun-
De kosten
ten bij de berekening waren: een betrekkelijk lage
Er bestaat niet zoiets als ‘een gemiddelde’ (zorg)
respons (rond 5% per dienst), een prijsniveau per
domotica-installatie. De kosten zijn afhankelijk van de
dienst van € 10 per maand, kosten van de gateway
gewenste functies, installatie en apparatuur. Technisch
à € 400 bij een project van 1.000 adressen (en
gezien is er veel mogelijk, maar op dit moment gaat het
€ 170 per gateway bij een project van 300.000
in de praktijk meestal om personenalarm, brand- en
adressen) en een gemiddelde afname van twee
inbraakalarm, een videodeurtelefoon en een beeld-
diensten per gateway.
spraak-verbinding met een zorgcentrale. Zo ook in de Vermeertoren.
Berekening op basis van Viedome
Wat moet er bekostigd worden? De aanleg: rente en
Naar aanleiding van het Viedome-project is door de
afschrijvingen op de investeringen in infrastructuur,
B&A Groep in het jaar 2004 een berekening gemaakt,
installatie en apparatuur. Vervolgens de verbindings-
die voor de betreffende regio (met circa 300.000 inwo-
kosten en de onderhoudskosten van de installatie en
ners) een schatting van de besparingen over een perio-
apparatuur en eens in de zoveel tijd de kosten van het
de van 10 jaar oplevert van tussen de € 268 miljoen en
aanpassen of omzetten van de installatie voor nieuwe
€ 296 miljoen. Vertaald naar het landelijk niveau, dus
bewoners en voor nieuwe toepassingen of wensen. Ook
voor 16,5 miljoen inwoners (ongeveer 55 maal zoveel)
(aanvullende) investeringen in de zorgcentrale en de
levert dat een schatting op van de besparingen over
(additionele) personeelskosten van de zorgverleners
een periode van 10 jaar van tussen € 15 miljard en € 16
kunnen worden meegenomen.
miljard in totaal. Het is, zoals gezegd, echter de vraag of naar de huidige inzichten Viedome nog steeds een goed
Voor de 69 appartementen van de Vermeertoren is
uitgangspunt voor een dergelijke analyse is.
Simac uitgegaan van: • Een toekomstvaste investering in ICT-infrastructuur; • Een basispakket domotica in elke woning (personenalarm, deurvideofoon, brandalarm);
11
M.F. Corpeleijn, J.C. Schouw, Businesscase grootschalige uitrol domotica-diensten - Samen voor kwaliteit en betaalbaarheid in de keten!, EBM-consult, Arnhem, september 2004.
• Extra zorg-infrastructuur voor de helft van de bewoners (met zorg-indicatie);
41
• Een eenmalige bijdrage aan de (investerings)kosten
• € 10.350 per jaar uit bijdragen van de bewoners voor
van de zorgcentrale;
het basispakket, in de helft van de woningen, à € 25
• Een afschrijvingstermijn van 7 jaar.
per maand (per appartement); • € 50.000 eenmalige subsidie van de gemeente voor
Op basis van deze uitgangspunten schatte Simac de kosten op:
de zorgcentrale; • € 47.247 subsidie Nederlandse Zorgautoriteit12 aan de zorgcentrale;
• Investering in basis-infrastructuur per appartement: € 1725;
• € 47.247 huur domotica door de zorgcentrale aan de corporatie;
• Eventuele extra zorg-infrastructuur per appartement: € 2975;
• € 2100 afdracht door de corporatie aan de zorgcentrale voor kosten zorgcentrale.
• Investering (additioneel) in zorgcentrale: circa € 50.000;
Op deze manier is voor het voorbeeldproject het ‘finan-
• Investering infrastructuur Vermeertoren: € 223.000;
ciële plaatje’ voor de investeringen en de beheerkosten
• Rente en afschrijving, verbindingskosten en onder-
rond te maken.
houdskosten: € 59.893. De (maatschappelijke) opbrengsten De financiering: wie betaalt ervoor?
De toepassing van (zorg)domotica kan, zoals in para-
De financiering van (zorg)domotica is voor veel projec-
graaf 4.2 is betoogd, leiden tot grote maatschappelijke
ten een hindernis. Vaak komen de opbrengsten terecht
opbrengsten voor de gebruiker, de zorgsector en de
bij een andere partij (bijvoorbeeld de zorgverlener) dan
corporaties en de gemeente.
de investeringskosten (bijvoorbeeld woningcorporaties). De mogelijkheden om bewoners zelf een bijdrage
De opbrengsten van één pilotproject zijn echter moei-
te laten betalen zijn (nog) beperkt. En de financiële
lijk in te schatten. Het gaat in dit geval om niet meer
structuur van de zorg is (nog) niet ingesteld op het ver-
dan enkele tientallen woningen en bewoners, en de
rekenen van investeringen in de infrastructuur, die later
veranderingen die dat veroorzaakt in de zorg zijn (nog)
door besparingen in de dienstverlening terugverdiend
niet zo groot. Dat komt mede, doordat op dit moment
kunnen worden.
nog vooral gaat om tamelijk ‘basic’-toepassingen (zoals personenalarmering), die aansluiten bij de bestaande
In principe zijn er op dit moment de volgende financie-
dienstverlening door zorgverleners.
ringsmogelijkheden: • Een (veelal maandelijkse) eigen bijdrage van de bewoner(s); • Investering door corporatie, projectontwikkelaar of woningeigenaar;
Toch zijn er ook voor het project ‘Breedbanddiensten Delft’ opbrengsten: de bewoners krijgen een woning met goede voorzieningen, zij kunnen langer zelfstandig blijven wonen en dat levert een besparing op de ‘intra-
• Een vergoeding van de overheid aan de gebruikers;
murale zorg’ op. En de beide woningbouwcorporaties
• Een bijdrage of financiering van de overheid aan zorg-
(en de Gemeente Delft) zien de kwaliteit (en de waarde)
verleners;
van hun woningbestand stijgen. Bovendien zijn deze
• Bijzondere (bijvoorbeeld: stimulerings-)subsidies van de rijksoverheid, de provincie of de gemeente. 12
Voor het voorbeeldproject heeft Simac de volgende financieringsconstructie voorgesteld:
42
De beleidsregel Zorginfrastructuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa): een kapitaaldekkingsregeling voor investeringen in zorgdomotica, dekt rente, afschrijving, verbindingskosten, onderhoud en investeringen in zorgcentrale. Kan door thuiszorgorganisaties worden aangevraagd voor extramurale zorg. Nadeel is, dat de cliënten hun ‘intramurale indicatie’ hiervoor op zullen moeten geven.
woningen alvast voorbereid op verdere vernieuwingen in domotica en zorg, zoals tele-monitoring en telemedicine.
4.4 Kansen benutten De grote golf in de (zorg)domotica moet nog komen. De maatschappelijke trends van individualisering, vergrijzing en ontgroening gaan door. En het belang dat gehecht wordt aan comfort, veiligheid en gezondheid is sterk toegenomen. Deze ontwikkelingen wachten niet tot er voldoende woningen aangepast zijn aan de nieuwe eisen.
Voor de installateur geldt dus nog steeds, dat (zorg) domotica een groeimarkt is. Ook al duurt het in de praktijk langer dan de pioniers een aantal jaren geleden hebben gedacht (of gehoopt), er is geen ontkomen aan: we zullen in Nederland in de nabije toekomst op een veel efficiëntere manier moeten gaan zorgen voor de veiligheid en de zorg van een steeds grotere groep ouderen. Het toepassen van (zorg)domotica maakt het mogelijk om meer bewoners te bedienen en te verzorgen met minder personeel en tegen lagere kosten.
43
5 Ervaringen uit enkele pilotprojecten
5.1 De voornaamste pilotprojecten
5.1.1
Viedome (Aalst-Waalre, Heeze, Veldhoven)
Een voorbeeld waar uneto-vni bij betrokken was betrof het zogenaamde Viedome-project, gestart in 2003. Dit
In het kader van het project ‘Installateurs zorgen voor
is een publiek-privaat project, met vier partners: Mextal
levensloopbestendig wonen’ zijn verschillende pilotpro-
(software en technische voorzieningen), Simac (de ver-
jecten gevolgd en aan enkele daarvan is ook een inhou-
binding tussen woningen en zorgcentrale), Thuiszorg
delijke bijdrage geleverd vanuit het project.
Eindhoven-Kempenstreek (tegenwoordig ZuidZorg) en
uneto-vni is bij diverse (zorg)domotica-projecten
woningcorporatie Aert Swaens. Later hebben woning-
betrokken geweest, van de ervaringen die daarbij
corporatie woCom en Ananz ouderenzorg zich hierbij
zijn opgedaan is voor het project dankbaar gebruik
aangesloten. Het project werd mede mogelijk gemaakt
gemaakt. Daarnaast is met installateurs gesproken over
door subsidies van de Europese Unie (via Innovatieve
hun ervaringen in proefprojecten op het gebied van
Acties Brabant) en SenterNovem (Regeling diensten
domotica en zorg.
Kenniswijk).
Vier pilotprojecten willen wij, als achtergrond voor de
Viedome is een woon- en zorgconcept dat ouderen in
ervaringen en lessen die uit de pilotprojecten getrokken
de gelegenheid stelt om zelfstandig thuis te blijven
kunnen worden, hier kort beschrijven:
wonen. Door persoonlijke communicatie via breedband-
• Het Viedome-project in Aalst-Waalre, Heeze en
technologie gecombineerd met een uitgebreid aanbod
Veldhoven; • Het project ‘Domotica Kennis en Economie in NoordLimburg’; • Het project ‘Breedbanddiensten voor Zorg, Welzijn en Veilig wonen Delft’;
aan zorgfuncties in de eigen leefomgeving wordt als het ware een virtueel verzorgings- of verpleeghuis gerealiseerd. Inmiddels wordt het Viedome-concept toegepast in Veldhoven (Paladijn en Rundgraaf), Aalst-Waalre en Heeze.
• Demonstratieproject ‘Technologie Thuis Nu! (TTN)’ in Woerden.
De dienstverlening van Viedome omvat: Comfortdiensten: • Mankementenservice: mankementen aan de woning
44
doorgeven;
• Vergeten boodschappen dienst: kleine bestellingen
Koophandel Limburg-Noord en Syntens Roermond.
worden bezorgd bij het volgende bezoek van een
Subsidie kwam van de provincie Limburg en van de
medewerker van de thuiszorg.
Gemeente Venlo. De subsidie wordt gezien als een
• PuntExtra: comfortdiensten aan huis zoals audicien,
investering in de regionale economie in Noord-Limburg,
haarwerken, huidtherapie, kleding, opticien, pedi-
waarmee kennisintensieve producten en diensten wor-
cure, kapper etc.
den ontwikkeld op het gebied van wonen en zorg.
Veiligheidsdiensten: • Goedemorgen/goedenavond service: op twee vaste
Het project is opgebouwd uit vier fasen. In de inventa-
momenten per dag neemt de zorgcentrale contact op
risatiefase werden de behoeftes van bestaande en toe-
met de bewoner;
komstige gebruikers door studenten in beeld gebracht.
• Goede buur service: de zorgcentrale staat open voor
Vervolgens zijn die behoeften geanalyseerd en omgezet
vragen, adviezen of kleine diensten en schakelt even-
in een zorgconcept, waarna in de ontwikkelfase het
tueel vrijwilligers in.
concept in twee appartementen van een bestaand
Beveiligingsdiensten:
verpleeghuis werd uitgeprobeerd. De opgedane ken-
• Inbraakalarmering;
nis en ervaring wordt gedeeld met anderen. De Fontys
• Brandalarmering.
Hogeschool heeft deze kennis en ervaring gebruikt voor
Communicatiediensten:
de inrichting van nieuwe opleidingstrajecten.
• Mantelzorg+: de zorgcentrale neemt enkele malen per week contact op met de bewoner voor een ‘sociaal gesprek’ zonder andere doelstelling.
5.1.3 Breedbanddiensten voor Zorg, Welzijn en Veilig wonen (Delft)
Informatiediensten:
In het project ‘Breedbanddiensten voor Zorg, Welzijn en
• Activiteitenservice wijkcentrum: de zorgcentrale infor-
Veilig wonen Delft’ werken samen: twee zorginstellin-
meert de bewoner over activiteiten in het wijkcen-
gen (Pieter van Foreest en Careyn), een zorgverzekeraar
trum;
(DSW), twee woningcorporaties (Vestia en Vidomes), de
• Diensten PuntExtra: onder andere cursussen en uit-
Stichting Ouderenwerk Delft en de Gemeente Delft.
leen hulpmiddelen; • Lokaal loket service: vragen over wonen, zorg en welzijn kan de bewoner stellen via de zorgcentrale.
Begin 2007 is gestart met de pilot van 50 extramurale cliënten en hun mantelzorgers, die via een beeld-/
Zorgdiensten:
spraakverbinding zorg aangeboden krijgen via het
• Alarmering bij calamiteiten;
ZorgTV-systeem van Databalk (KPN partner). Bovendien
• Geplande AWBZ-zorg;
krijgen twee wooncomplexen (de Vermeertoren en Dock
• Ongeplande zorg: de bewoner kan via de zorgcentrale
van Delft) een infrastructuur voor zorg- en comfortdien-
vragen om (niet-acute) zorg, die buiten de AWBZ zorg
sten, zodat ze voorbereid zijn op facilitaire voorzienin-
valt.
gen (domotica), wat de introductie van telemedicine en telemonitoring vergemakkelijkt.
5.1.2 Domotica Kennis en Economie (Noord-Limburg) Een ander voorbeeld waar uneto-vni bij betrokken
De benedenverdiepingen van de Vermeertoren zijn gere-
is geweest betreft een pilotproject in Noord-Limburg,
serveerd voor welzijnsvoorzieningen (buurtcentrum,
waarbij in verzorgingshuis Huize Erkenkamp in Steyl in
kinderdagverblijf en een zorgcentrum met huisartsen-
2005 twee demonstratiewoningen werden voorzien van
praktijk, fysiotherapeut en apotheek). Op de 2e tot en
domotica-toepassingen. De Zorggroep Noord-Limburg
met de 5e etage liggen sociale huurappartementen. Op
nam het initiatief, andere deelnemers aan het project
de 6e tot en met de 18e etage komen luxe huurappar-
zijn de Fontys Technische Hogescholen, de Kamer van
tementen. Op de 19e tot en met de 24e etage liggen de
45
koopappartementen en de twee hoogste verdiepingen
ontworpen, ingericht en uitgeprobeerd, waarbij vijf the-
zijn gereserveerd voor penthouses. Alle appartemen-
ma’s centraal staan: comfort & safety, mobility, COPD,
ten zijn levensloopbestendig: ze zijn gemakkelijk aan
dementia en low vision.
te passen aan bijvoorbeeld mobiliteitsbeperkingen. Direct bij de nieuwbouw, of later, als de noodzaak zich
Uitgangspunt bij de TTN-proefwoningen is niet de
voordoet. De appartementen in de Vermeertoren zijn via
beschikbare techniek, maar zijn de wensen en
een centrale entree toegankelijk. Aan de bewoners van
behoeften van de gebruiker: welke zorgvraag heeft de
de Vermeertoren wordt een aantal domotica-pakketten
bewoner, welke voorzieningen heeft hij of zij nodig en
aangeboden.
waaraan heeft de betreffende doelgroep zelf behoefte? Uitgangspunt is dus steeds de functionaliteit voor de
In Dock van Delft komen 67 koopappartementen, 32
gebruiker. Elke woning moet, voor de betreffende doel-
sociale huurappartementen en 30 vrijesector huurap-
groep, een voldoende realistische omgeving vormen om
partementen. De huurappartementen zijn specifiek
installateurs kennis te kunnen laten maken met de con-
bedoeld voor 55-plussers. Dock van Delft biedt levens-
text van hun werk en hun producten en met de wensen
loopbestendige woningen, met zorg binnen handbereik
en kenmerken van de gebruikers.
en milieuvriendelijke verwarming en klimaatbeheersing.
Figuur 7
5.2 Lessen uit de pilotprojecten
Project Breedbanddiensten Delft
Breedbanddiensten Delft Zorg & Domotica Service Provider Ve rm eer toren
D ock van D elf t
St er fla ts
66 w on ingen
129 w oningen
378 w oningen
So litaire w oningen 100 w oningen
In de afgelopen jaren hebben verschillende installateurs ervaring opgedaan met projecten waarin domotica voor zorg en comfort werd toegepast. In het kader van het project ‘Installateurs zorgen voor levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg’ is een aan-
Bron: RUPS bv
tal projecten ondersteund en gevolgd. Welke lessen en ervaringen komen uit deze projecten naar voren,
5.1.4 Technologie Thuis Nu! (TTN) Woerden
waarmee installateurs die geïnteresseerd zijn in deze
Het zichtbaar maken van domotica-toepassingen (pro-
nieuwe markt hun voordeel kunnen doen? Daarbij ligt
ducten en diensten) kan vaak alleen bij bestaande
de nadruk niet op de toegepaste techniek, maar op de
projecten, of bij concept-leveranciers. Door OTIB, het
markt (wat vraagt de opdrachtgever, wat wil de bewo-
opleidingsinstituut voor de installatiebranche, wordt in
ner) en op het verloop van het proces bij een dergelijk,
Woerden een aantal voorbeeld-zorgwoningen ingericht.
meestal innovatief, ontwerp- en bouwproject.
Dit gebeurt in het kader van het project ‘Technologie Thuis Nu!’, een samenwerkingsverband van OTIB,
Een moeizaam proces?!
uneto-vni, de Hogeschool Utrecht en de Taskforce
De bouw van levensloopbestendige woningen en van
Innovatie Regio Utrecht.
woningen die geschikt zijn (gemaakt) voor woninggebonden zorg vorderde tot nu toe minder snel dan de
46
De voorbeeld-zorgwoningen krijgen onder andere een
verwachting (en de bedoeling) was. Pilotprojecten ver-
rol in het opleidingsprogramma van OTIB. In drie proef-
gen in veel gevallen vele jaren, voordat feitelijk met de
woningen worden installatietechnische voorzieningen
bouw wordt gestart.
In het kort zijn de ervaringen van de onderzoekers èn
Een bijzonder proces …
van installateurs met dergelijke pilotprojecten:
Voor alle deelnemers is dit over het algemeen een
• De markt voor (zorg)domotica ontwikkelt zich nog erg
lastig proces: de partijen ‘verstaan’ elkaar gebrekkig.
traag; • Het tempo van pilotprojecten is meestal tamelijk laag; • De dynamiek van dergelijke projecten is soms verwarrend; • Installateurs die in de aanloopfase een adviesrol
Zorgverleners denken vanuit hun eigen werkproces en hun cliënten, binnen de bouwkolom staan meestal de techniek en de kosten voorop en de financiers van zorgvoorzieningen moeten rekening houden met wet- en regelgeving. Bovendien lopen de belangen uiteen en heeft ieder zijn eigen vakjargon.
vervullen, kunnen er niet op rekenen daar uiteindelijk een opdracht aan over te houden; • In de zorgsector is sprake van enige argwaan tegenover commercie; • Partijen onderschatten het project, het gaat om een innovatieproces; • Het verbeteren van de kennispositie van de ‘nieuwkomers’ onder de installateurs is zeker nodig.
Meestal wordt onvoldoende onderkend, dat het een innovatietraject betreft, dus niemand weet vooraf precies hoe het moet. Inzicht in wat men precies wil realiseren èn inzicht in wat er mogelijk is wordt meestal pas in de loop van het project stap voor stap opgebouwd, in onderlinge wisselwerking. Door voortschrijdend inzicht (bij de zorgverleners, bij het bouwteam) wordt het meestal ook geen rechtlijnig proces, ‘onderweg’ worden
Meerwaarde van de installateur
de doelen en de randvoorwaarden regelmatig veran-
Bij zorgdomotica-projecten krijgt de installateur nog
derd. Het is dus belangrijk om goed af te spreken hoe
altijd meestal de rol van uitvoerder en wordt hij pas aan
de rollen tussen de verschillende partijen verdeeld zijn
het eind van het proces ingeschakeld. Maar de exper-
en hoe er ‘onderweg’ keuzes worden gemaakt.
tise van een goede zorg-domotica-installateur kan ook in het begin van het proces van grote waarde zijn.
De techniek is zinloos zonder de bijbehorende dienstverlening, maar is die al doordacht en georganiseerd?
Zorgdomotica moet meer zijn dan het installeren van
Zorgverleners hebben vaak nog tijd nodig om daarvoor
losse componenten en verbindingen: een integraal
eerst ‘zorgprotocollen’ te ontwikkelen, dienstverlening
ontwerp maakt veel meer mogelijk, is betrouwbaarder
tot stand te brengen (en dus: goedgekeurd en gefinan-
en efficiënter en is uiteindelijk goedkoper. Een goede
cierd te krijgen), mensen aan te nemen of in te zetten,
zorgdomotica-installateur weet wat de (realistische en
en hen daar eventueel voor te trainen. Wat moeten ze
betrouwbare) mogelijkheden zijn en hoe die het beste
daarvoor weten en begrijpen van de ontwerpers en van
gecombineerd kunnen worden. Bovendien is zorgdo-
de installateur?
motica nog relatief nieuw, de verschillende partijen in een pilotproject hebben vaak maar beperkt inzicht in
Binnen het ‘klant-complex’ waar de installateur mee te
de technische (on)mogelijkheden. Met een goede zorg-
maken heeft, is er meestal meer dan één financierings-
domotica-installateur aan tafel wordt duidelijk welke
bron, meer dan één beslisser en ook het dienstenaan-
opties er zijn en blijven de deelnemers niet onnodig
bod (waar de techniek uiteindelijk naar ‘schakelt’) komt
met vragen en onduidelijkheden zitten. Het blijkt in de
meestal niet van één instelling. De besluitvorming is
praktijk echter niet eenvoudig voor installateurs om een
dus complex en het is de vraag wie (welke partij) dan
dergelijke rol in het plan- en ontwerpproces te krijgen.
het proces regisseert en de voortgang bewaakt.
47
De installateur kan een rol spelen als ‘vraagbaak’ over
• De installateur zal moeten netwerken, zich moeten
de technische mogelijkheden en de consequenties
verdiepen in de ‘denkwereld’ van de andere partijen
daarvan voor de andere partijen. Daarnaast kent juist
en (vooral) inhoudelijk èn praktisch een waardevolle
de installateur de functionele meerwaarde en de kos-
bijdrage aan het proces gaan leveren – hij moet
tenvoordelen van een integraal installatie-ontwerp. De
‘samen trekken aan de kar’.
installateur onderkent ook het belang van de ‘beheerfase’: beheer van de installatie en de componenten,
Wat vraagt dit van de installateur?
onderhoud, aanpassingen, serviceverlening moeten
Een goede zorgdomotica-installateur moet in vele opzich-
eenvoudig mogelijk zijn en goed geregeld worden.
ten een specialist zijn. Hij heeft up-to-date kennis van zorgdomotica-toepassingen en de technische vereisten.
Voor de installateur die in de beginfase actief bijdraagt
Kennis van TCP/IP-protocollen is voor een moderne, inte-
aan het proces, is van belang welke concurrenten er
grale installatie een voorwaarde. IP-netwerken worden de
– eventueel in een later stadium – kunnen gaan deel-
ruggengraat van dergelijke installaties. Voor een geloof-
nemen. Is het mogelijk om ‘free riders’ uit te sluiten en/
waardige rol in deze fase, is het beter dat de installateur
of om te voorkomen dat uiteindelijk het betaalde werk
niet gebonden is aan bepaalde producten of concepten.
tegen de laagste prijs aan een ander wordt gegund?
Daarnaast moet de installateur een integraal installatieontwerp kunnen leveren en de mogelijkheden, maar ook
Nieuwe rol, in een ander spel
de complicaties van een dergelijke installatie voorzien.
De installateur die een dergelijke nieuwe rol in het plan-
Voor deze expertise betrekken de andere partijen hem
en ontwerpproces gaat spelen, moet zich realiseren dat
immers in het project.
hij aan een ander spel deelneemt dan wanneer hij zich vooral als uitvoerder opstelt:
De zorgdomotica-installateur begrijpt de wereld van de
• Er valt (nog) niets te verdienen. De installateur krijgt
zorg en spreekt de taal van de zorg. Dat betekent ook:
geen garantie dat hij de opdracht later uit mag gaan
in eerste instantie niet praten over de techniek, maar
voeren. In deze fase willen ‘verkopen’ maakt de ande-
over de functionaliteit voor de gebruiker en de zorgver-
re partijen kopschuw en wantrouwig.
lener en wat dat veronderstelt over de dienstverlening
• Er is geen heldere één-op-één relatie met een
vanuit de zorgsector.
opdrachtgever: de installateur heeft te maken met een ‘klant-complex’, waarin vaak een woningbouw-
Ontwerp en techniek
corporatie en één of meer zorgverleners een rol
Technisch gezien is veel mogelijk. Het is voor de zorg-
spelen, maar er kunnen ook overheden, projectont-
domotica-installateur essentieel om te beginnen bij
wikkelaars, aannemers en architecten, experts en
de vraag van de klant. Hoe ver gaan de wensen en ver-
bewoners/gebruikers aan tafel zitten.
wachtingen werkelijk? Waarmee kunnen de gebruikers
• Er kan aan de andere kant van de tafel onwennigheid
in de praktijk (op dit moment) goed omgaan? Welke
of zelfs scepsis zijn over de rol van de installateur.
(zorg)dienstverlening is binnen een realistische termijn
De bouwkolom is gewend het zelf uit te zoeken.
te verwachten en welke techniek hoort daarbij?
Opdrachtgevers (zorgaanbieders) denken “Het klinkt wel mooi, maar heb ik alles ook echt nodig? Ik kan
Er is in dit stadium vaak nog een kloof tussen:
niet beoordelen wat goed en nodig is en wat niet, dus
• De technische mogelijkheden;
wie weet krijg ik van alles aangesmeerd ...”.
• De wensen (en de handigheid) van gebruikers; • De bijbehorende dienstverlening door zorginstellingen; • De financiële armslag van gebruikers, financiers en
48
opdrachtgevers.
Figuur 8
Techniek: helpt zorgen, en sluit aan bij gebruiker
Zowel de gebruikers als de opdrachtgevers en zorgverleners zijn over één ding erg duidelijk: de installatie en
Implementatie
De mens
Technisch Pakket van eisen “Technische” concepten
Zorgvraag Zorgconcept zorg-aanbieder
Pakket van eisen zorg-aanbieder
de apparatuur moeten goed functioneren en volkomen betrouwbaar zijn. Dat blijkt in de praktijk vaak minder eenvoudig dan installateurs en ontwerpers denken.
Er is, als het gaat om domotica-toepassingen voor de zorg, een spanning tussen enerzijds de behoefte om (technisch) vernieuwende projecten te doen en anderzijds de noodzaak om te werken met bewezen en betrouwbare technieken en toepassingen. Een kip-
Bron: KLICT bv
of-ei-probleem: velen wachten op het moment dat een Vanuit de bewoner gezien gaat het in grote lijnen om
techniek door voldoende anderen is gebruikt (en dus: in
contact, ontspanning, informatie en comfort, en daar-
de praktijk getest).
naast om veiligheid en (medische en andere) verzorging. In de praktijk is zorgdomotica veelal nog beperkt
Functioneel PvE
tot personen- en brandalarm, beeldtelefoon bij de deur
Samen met gebruikers en opdrachtgevers een goed
en enkele andere toepassingen, vaak ook via de tele-
Functioneel PvE opstellen is een onmisbare basis voor
foon en/of via televisie of computer. De toepassingen
een geslaagd project. De technische uitwerking volgt
die echte efficiency-verbeteringen in de zorg opleveren
uit het Functioneel PvE, dat is de expertise van de
moeten dus nog komen. Dat betekent ook, dat voor
installateur. Met de gebruikers en opdrachtgevers moet
installateurs de echte groeikansen nog gaan komen.
de installateur niet te veel praten over de technische ‘achterkant’ van het ontwerp, maar vooral over ‘wat je
Een voorbeeld van een ontwerp dat al een stuk verder
ermee kunt doen’. Zie hierover ook paragraaf 3.6.
gaat, is het Functioneel Programma van Eisen (PvE) voor de ‘Serviceflat van de 21e eeuw’. Dit werd ontwikkeld
Een integraal systeem, en dus een integraal ontwerp,
voor woningcorporatie Vestia en het CoornhertCentrum
heeft vele voordelen. Het is op de lange termijn goed-
(Den Haag).
koper, zeker in de exploitatie. Het is flexibel: een levensloopbestendig ontwerp moet aangepast kunnen
Tabel 4
Functioneel PvE ‘Serviceflat van de 21e eeuw’
worden aan zowel nieuwe wensen (bijvoorbeeld omdat
aan-/uitschakelen woning
beeldtelefoon
de bewoner ouder wordt en meer zorg nodig heeft) als
tv en radio uit bij alarm
telemetering (electriciteit)
aan nieuwe technische eisen of mogelijkheden. Een
meten en melden actieve personenalarmering energieverbruik verlichting aan/uit bij alarm
verwarmen: digitale thermostaat
gas- en rookalarmering
storingsdetectie cv-ketel
oriëntatieverlichting
meten waterstand/ druk cv
electronisch voordeurslot
toegangscontrole complex
beeldzorg-voorziening
video-deurtelefoon
Bron: Het functioneel PvE is, door onder andere TNO en Stichting ILSE, ontwikkeld voor woningcorporatie Vestia en het CoornhertCentrum (Den Haag).
ontwerp is meer dan de afzonderlijke producten. En opdrachtgevers zijn liever niet afhankelijk van één leverancier.
49
6 De installateur en (zorg)domotica Installateurs die actief willen worden op de markt voor
Maar wie eerder in het proces betrokken wil worden, zal
levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg
moeten investeren en netwerken. En een bijdrage moe-
zullen daarvoor een doordachte strategie moeten bepa-
ten leveren aan het proces: samenwerking tot stand
len. In dit laatste hoofdstuk besteden wij aandacht aan
brengen, plannen maken en die (laten) uitwerken. Dat
de drie voornaamste strategische keuzes:
is een investering die het bedrijf goed zichtbaar maakt
• De rol die de installateur op zich wil nemen;
op deze nieuwe markt, die de installateur veel leert en
• Welke partijen de installateur moet benaderen;
waarbij de andere partijen kunnen ervaren wat de meer-
• De mogelijkheden voor onderlinge samenwerking.
waarde van de installateur kan zijn – ook ruim voordat het feitelijk installeren aan de orde is.
6.1 De rol die de installateur op zich wil nemen
Alleen projectrealisatie Als er eenmaal echt plannen liggen om een project te realiseren, dan begint de fase waar de installateur meer
Bedrijven die alleen installatie-opdrachten op dit terrein
vertrouwd mee is. Ook in deze fase zijn in grote lijnen
willen uitvoeren, zullen moeten investeren in kennis en
nog drie verschillende rollen te onderscheiden:
contacten, maar hebben daar gezien het tempo waarin
• Systemintegrator;
de markt zich ontwikkeld nog voldoende tijd voor. Maar
• Installatie;
installateurs die ook in het voortraject van bouwplan-
• Onderhoud en beheer.
nen een rol willen gaan spelen moeten er eerder bij zijn. Daarom is het om te beginnen van belang om te kiezen:
Afgezet tegen de fasen van een doorsnee proces van
welke rol wil het bedrijf op zich nemen?
projectrealisatie:
Ook in het voortraject
Figuur 9
Dit is een nieuwe markt, met partijen die hiermee nog weinig ervaring hebben. Als installateurs aan de slag gaan op deze markt en in dit stadium is daarom zelden meteen een opdracht binnen te halen. Natuurlijk kan de installateur ervoor kiezen om af te wachten – tot het moment dat er concrete plannen liggen en er een installateur gezocht wordt om een en ander aan te leggen.
50
Drie verschillende mogelijke rollen van de installateur
Voor elke rol moet de installateur voor een deel over
gaat om een experiment of een pilot speelt bovendien
andere vaardigheden en kennis beschikken. Zeker in
vaak de landelijke of de lokale overheid als subsidiege-
het geval van opdrachten op het gebied van domotica
ver een rol.
en zorg: • Het is een nieuw werkterrein, de technologische ontwikkelingen op dit gebied gaan snel; • De wensen en (on)mogelijkheden van de gebruiker moeten het uitgangspunt zijn; • De eisen aan technische betrouwbaarheid en bedieningsgemak zijn hoog; • Het vereist een goed systeemontwerp, meestal met componenten van verschillende fabrikanten;
Waar kan de installateur het beste beginnen? Op dit moment nemen woningcorporaties en zorginstellingen vaak het initiatief, al dan niet in reactie op beleidsplannen van provincies en gemeenten. Woningcorporaties lijken daarom de meest voor de hand liggende entree voor de installateur. Daarnaast zijn er overzichten van plannen en projecten te vinden op de websites van de verschillende landelijke kenniscentra en platforms.
• Maar ook goede samenwerking met de dienstverleners (alarmcentrale, thuiszorg etc.); • Sommige bedrijven specialiseren zich daarom in één
Projectrealisatie Bij de realisatie van een project zal er veelal aan
van deze drie rollen. Anderen kiezen er juist voor om
enkele installateurs een offerte worden gevraagd. De
‘full service’ te bieden.
installateur heeft dan veelal te maken met vertrouwde opdrachtgevers (woningcorporaties, projectontwikkelaars, aannemers etc.). Maar (ook) bij de realisatie is dit
6.2 Welke partijen moet de installateur benaderen?
voor (zorg)domotica-projecten meestal iets ingewikkelder dan bij een doorsnee opdracht: • De kwaliteit van de installatie (en de oplevering aan
Voortraject (lokaal en regionaal)
de gebruiker) staat of valt met een goed begrip van
Domotica-projecten zijn nu vaak nog betrekkelijk klein-
de wensen en (on)mogelijkheden van de gebruiker.
schalig (vaak enkele woningen, soms enkele tientallen).
• De installatie in de woning staat niet grotendeels op
Maar de overheid wil, dat er de komende jaren tiendui-
zichzelf, maar moet perfect communiceren met de
zenden levensloopbestendige woningen per jaar aan-
dienstverleners (die zelf hun installatie misschien ook
gepast of gebouwd worden. Dus zoeken overal in het
nog moeten realiseren of uitbreiden).
land organisaties elkaar op: er zullen plannen gemaakt (moeten) worden.
• Het is meer dan ‘leidingen trekken’: de keuzes m.b.t. de infrastructuur hangen af van de functionaliteiten en concepten die later toegepast moeten worden; en
Bij een domotica-project zijn vaak de volgende partijen
er moeten keuzes gemaakt worden t.a.v. kwaliteit en
betrokken:
flexibiliteit.
• De lokale overheid: één of meer gemeenten en/of de provincie; • Een woningcorporatie;
Dat betekent dat ook de andere partijen, in elk geval de gebruikers en de zorgverleners, voor de installateur van belang zullen zijn.
• Een zorginstelling (thuiszorg en/of verpleeghuis). Ook in de exploitatiefase liggen de verhoudingen ingeMaar het verschilt van geval tot geval: het komt ook
wikkelder dan bij een doorsnee opdracht. Bijvoorbeeld:
voor, dat een projectontwikkelaar kansen ziet. Soms
als de infrastructuur buiten de woning en de aanbieders
zijn ook andere zorgverleners (bijvoorbeeld huisartsen)
van diensten over deze infrastructuur losgekoppeld
bij een project betrokken, of een ziekenhuis. En als het
worden, kan de klant zelf kiezen welke diensten hij van
51
welk bedrijf betrekt. Daarbij is regelmatig werk voor de
Figuur 10
Samenwerken: horizontaal, maar ook verticaal
installateur, maar wie wordt dan zijn opdrachtgever? DSI
De woningcorporatie of de projectontwikkelaar, de aanbieder van netwerkdiensten, de netwerkeigenaar, de zorgcentrale of de bewoner zelf?
Landelijk: beleid, financiering, grote lijnen, kennis
Infra
Woningcorporatie Aannemer
IC T
Zorgsector
EI
Gemeente
S
Wie meer wil weten over levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg kan terecht bij de overheid en bij verschillende koepelorganisaties en kenniscentra:
Bron: Consult bv
• De rijksoverheid: vooral de ministeries van VWS (zorgsector), VROM (huisvesting), WWI (Wonen, Wijken en
Samenwerken: waarom, wanneer en hoe?
Integratie) en EZ (innovatie);
Er is een aantal redenen denkbaar om met andere
• Het Kenniscentrum Wonen-Zorg, van Aedes (vereni-
installateurs samen te willen werken:
ging van woningcorporaties) en Arcares (branche-
• Wie niet groot is, kan wel slim samenwerken;
organisatie verpleging en verzorging);
• Andere expertise of een bepaald specialisme nodig
• Het IWZ (Innovatieprogramma Wonen en Zorg), van SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) en NIZW; • De Stuurgroep Zorg van uneto-vni.
hebben; • Samen met anderen in staat zijn een integrale installatie te realiseren; • Risico’s, kosten en/of investeringen willen spreiden, • Meer vertrouwen bij de opdrachtgever:
Uit deze hoek komen tot nu toe de meeste initiatieven
- voldoende brede expertise en ervaring,
voor proefprojecten. Bij de kenniscentra zijn, behalve
- werken met bewezen technieken,
brochures en rapporten, ook overzichten te vinden met
- capaciteit en continuïteit garanderen.
voorbeelden van (ver)bouwprojecten in het hele land.
• Ervaringen uitwisselen en kennis delen.
Een dergelijke samenwerking kan verschillende vormen
6.3 Mogelijkheden voor onderlinge samenwerking
hebben: • Per opdracht één of meer partners zoeken; • Informeel netwerk onderhouden (“we bellen”);
Samenwerking is nodig:
• Een structureel samenwerkingsverband;
• Tussen dienstverleners/zorgverleners onderling;
• Samenwerking expliciet ‘in de markt zetten’;
• Tussen het complex van opdrachtgevers en stakehol-
• Een formeel samenwerkingsverband (joint venture
ders;
etc.).
• Tussen de partijen in de bouwkolom (aandachtspunt: in welke fase wordt de installateur ingeschakeld?); • Tussen installateurs onderling, om een integraal aanbod (voor bouw en/of beheer) aan te kunnen bieden.
Voortraject (lokaal en regionaal) De voordelen van (zorg)domotica komen vaak nog ten goede aan anderen (bijvoorbeeld zorgverzekeraars) dan de organisaties die de kosten maken (bijvoorbeeld woningcorporaties). Daardoor komt deze markt (nog) niet erg snel tot ontwikkeling. Daar komt bij dat voor veel partijen, zeker de zorgsector, de techniek een black
52
box is. Daarom is het noodzakelijk dat er in het voortra-
ject door verschillende partijen samen wordt nagedacht over en samen wordt gewerkt aan plannen voor zorgdomotica.
Veel organisaties betekent vaak veel praten, en dat kost tijd. Het gaat om organisaties die ieder gebonden zijn aan allerlei wetten en regels en aan vastgesteld beleid en prioriteiten. In het voortraject moet iedereen dus vasthoudend zijn zonder ongeduldig te worden. Toch kan het de moeite waard zijn om daar als installateur bij betrokken te zijn: de installateur overziet de technische mogelijkheden en complicaties immers het beste en kan de plannen dus in een realistische richting sturen. De installateur kan dus zorgen voor betere oplossingen en kan onnodige kosten voorkomen.
Een interessante vorm van samenwerking is het gezamenlijk oprichten van een organisatie die het project gaat realiseren en exploiteren. Op die manier worden de kosten en de baten binnen één organisatie gebracht en is er ook minder vaak overleg nodig tussen alle organisaties.
Vaak zullen de andere partijen leidend zijn, het initiatief nemen en de vorm van samenwerking kiezen, niet de installateur. Die moet vooral duidelijk maken, dat hij een waardevolle inbreng heeft – ook in het voortraject.
Projectrealisatie Het realiseren van een zorgdomotica-project gaat verder dan simpelweg het bestek volgen. Het kan wenselijk zijn om intensiever met anderen samen te werken dan bij een doorsnee project: • Met het samenwerkingsverband van opdrachtgevers, bijvoorbeeld omdat het een experiment betreft; • Met vertegenwoordigers van de toekomstige gebruikers (zoals bewoners, ouderen, patiënten); • Met zorgverleners en andere dienstenaanbieders of met de installateurs die verantwoordelijk zijn voor de apparatuur en installaties van de zorgverleners (reeds gerealiseerd, of ook nog in ontwerp of aanleg).
53
6.4 Tot slot: kansen slim benutten
• Bestek: om zowel opdrachtgevers als installateurs enig houvast te bieden, is op een rij gezet welke aanvullingen op een standaard bestek ervoor zorgdomo-
Levensloopbestendig wonen en woninggebonden zorg komen er aan, dat staat vast. Op termijn wordt dat
• ZorgSwitch: de informatie die in het kader van het
voor de installatiebranche een groeimarkt. En levert de
project is verspreid is ook te vinden op de website
installatietechniek tevens een bijdrage aan het oplos-
van het project: www.zorgswitch.nl.
sen van een belangrijk maatschappelijk probleem. Maar zover is het nog niet, daar is nog veel voor nodig. De installateur kan helpen die markt in beweging te krijgen en schept zo nieuwe kansen voor zichzelf en voor anderen.
Het is wel zaak om die kansen slim te benutten. In veel gevallen zal er geen garantie vooraf zijn, dat de installateur die in een vroeg stadium meedenkt ook de uiteindelijke opdracht krijgt. De investeringen in tijd, geld en kennis moet hij dus goed afwegen tegen de mogelijke opbrengsten. Op het goede moment de concurrentie aangaan, maar ook weten in welke fase samenwerking gewenst is.
Tools van uneto-vni Om het geïnteresseerde installateurs gemakkelijker te maken deze markt met succes te betreden zijn door uneto-vni verschillende tools ontwikkeld: • Businesscase: vat de argumenten samen en onderbouwt met cijfers waarom installatietechniek en ICT van belang zijn voor levensloopbestendig wonen en de toekomst van de zorg in Nederland. • Stappenplan: geeft de installateur een eerste indruk hoe hij deze nieuwe markt kan betreden en waarop hij zich dan moet voorbereiden. • Workshops: er is aantal workshops ontwikkeld, voor installateurs zijn er technische (‘bijspijker’) workshops en daarnaast een introductie tot deze nieuwe markt en de gebruikers waarvoor de techniek bedoeld is. • Tool vaststellen klantvraag: een instrument dat de installateur helpt om met de opdrachtgever(s) en eventueel gebruikers een gesprek te voeren over de mogelijkheden, waaraan vooral behoefte is en hoe
54
tica nodig zijn.
verschillende functies samenhangen.
55
56
Colofon Ontwerp & lay-out design@cetera B.V., Rijswijk
Drukwerk Koninklijke Broese & Peereboom, Breda
Productiecoördinatie Afdeling Communicatie uneto-vni
© uneto-vni, maart 2008
uneto-vni Bredewater 20 - 2715 CA Zoetermeer Postbus 188 - 2700 AD Zoetermeer T 079 325 06 50 - F 079 325 06 66
[email protected] - www.uneto-vni.nl