Inspectierapport. Mijn Blokje (KDV) J.M. den Uylstraat WB AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport Mijn Blokje (KDV) J.M. den Uylstraat 105 1067 WB AMSTERDAM Registratienummer: 202415582

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel Nieuw-West Datum inspectie: 09-01-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 18-02-2014

Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-01-2014

1/13

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/13

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 9 januari 2014 is, op grond van artikel 1.62, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De toezichthouder heeft op grond van het risicoprofiel slechts een aantal kwaliteitseisen onderzocht. De voorwaarden met betrekking tot onder andere het oudercommissiereglement, de risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid, de klachtenregeling en het klachtenverslag zijn niet beoordeeld in dit onderzoek.

Beschouwing organisatie Mijn Blokje bezit twee kinderdagverblijven, één buitenschoolse-opvanglocatie en een derde kinderdagverblijf zal binnenkort starten. Deze locaties zijn allemaal gevestigd in Amsterdam. De organisatie is een eenmanszaak die bestaat uit een houder en twee leidinggevenden. Er zijn geen ondersteunende (staf)afdelingen. De houder en één van de leidinggevenden verzorgen zelf de planning en plaatsing, financiën en onderhoud van de locatie's. Locatie Het kinderdagverblijf bestaat uit één groep en heeft een vast team van drie beroepskrachten. Oudercommissie De oudercommissie is tevreden over het gevoerde beleid bij Mijn Blokje. Er heerst een open sfeer en er is regelmatig overleg met de leidinggevende. De dagelijkse terugkoppeling van de beroepskrachten wordt als prettig ervaren en de leidinggevende informeert de ouders regelmatig door middel van nieuwsbrieven over de ontwikkelingen binnen het kinderdagverblijf. De oudercommissie is tevreden met het team van vaste beroepskrachten die hier alweer een aantal jaren werkzaam zijn.

Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.


3/13

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kinderdagverblijf bestaat uit één groep met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar oud. De opvang is kleinschalig waardoor er een 'huiselijke sfeer' heerst. Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan is specifiek voor deze locatie en is aangepast aan de weten regelgeving die geldt sinds januari 2014. Pedagogische praktijk Observatie van de toezichthouder. Als de toezichthouder binnenkomt, slapen er twee kinderen in de slaapkamer en is er één kind aan het spelen aan tafel. Gedurende de ochtend komen er meerdere kinderen na elkaar binnen en uiteindelijk zijn er negen kinderen aanwezig. De kinderen komen niet allemaal strikt voor 9.30 uur binnen. Eén beroepskracht richt zich met name op de jonge kinderen. Zij verzorgt de baby's in het afgescheiden gedeelte van de groep. De andere beroepskracht begeleidt de oudere kinderen in de groep en doet dit samen met de aanwezige stagiaire. De activiteiten zijn aangepast aan de competenties van de kinderen. Er wordt aan tafel met krijt gekleurd en achterin de groep met lego gespeeld. Twee kinderen kleden poppen aan in de poppenhoek. De beroepskracht die hierbij aanwezig is laat eerst de kinderen zelfstandig de kleertjes aantrekken. Dit gaat enigszins moeizaam, maar zij grijpt niet in en laat de kinderen het eerst zelf proberen. Ondertussen vraagt zij aan beide kinderen wat de pop allemaal aan moet, hiermee stimuleert zij het gesprek tussen de kinderen en haarzelf. Daarnaast benoemt ze kledingstukken die de pop nog allemaal aan kan doen. Op deze wijze bevordert zij spelenderwijs de taalontwikkeling van beide kinderen. Wat later op de ochtend hebben twee kinderen ruzie over wie er met de kinderwagen mag rijden. Eén kind is aan het rijden en een ander kind pakt de kinderwagen af. De beroepskracht legt het probleem voor aan de kinderen: 'Jullie willen er allebei mee spelen, hoe lossen we dit op?'. De kinderen weten niet op welke manier ze dit moeten oplossen. De beroepskracht legt uit dat eerst het ene kind met de wagen mag rijden en daarna het andere kind. De kinderen gaan hier allebei mee akkoord en rijden daarna om de beurt met de kinderwagen. Gedurende het inspectiebezoek wordt er voldoende zorg gedragen voor het waarborgen van de emotionele veilgheid. De kinderen worden geknuffeld en de beroepskrachten praten regelmatig met kinderen. Zij sluiten daarbij goed aan op de situatie en de vraag van een kind. De beroepskrachten initiëren korte gesprekjes met de kinderen, waarmee de taalontwikkeling wordt gestimuleerd. Gebruikte bronnen: inspectieonderzoek


4/13

Personeel en groepen Het kinderdagverblijf is kleinschalig van opzet en het team bestaat uit drie vaste beroepskrachten en een invalkracht. Het is een stabiel team dat al een aantal jaren werkzaam is op deze locatie. Er wordt gedurende drie dagen per week een stagiaire ingezet. 's Ochtends wordt door één beroepskracht het kinderdagverblijf geopend. De oudercommissie geeft aan dat het nog niet is voorgekomen dat iemand voor een gesloten deur stond vanwege calamiteiten. De oudercommissie beoordeelt het team als zeer betrouwbaar. Verklaring omtrent het gedrag De houder heeft een geldige verklaring omtrent het gedrag getoond van de stagiaire. De verklaringen omtrent het gedrag van het overige personeel zijn bij het vorige jaarlijks onderzoek bekeken. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat de beroepskrachten over een passende beroepskwalificaties beschikken. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden er maximaal twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. De vroege dienst is van 7.30 tot 17.30 uur en de late dienst is van 8.30 tot 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren een half uur tussen 12.00 en 14.00 uur. Hierbij wordt er redelijkerwijs niet langer dan drie uur per dag afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De houder is de achterwacht en kan binnen 15 minuten aanwezig zijn op de locatie. Opvang in groepen Er is één stamgroep die bestaat uit maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar oud. Gedurende de week worden er drie vaste beroepskrachten ingezet, waarvan er dagelijks twee aanwezig zijn. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de opvang wordt er te allen tijde Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - inspectieonderzoek; - afschriften van verklaringen omtrent het gedrag; - roosters en presentielijsten van november, december en januari 2014.


5/13

Veiligheid en gezondheid De houder voert jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uit aan de hand van de 'bolletjeslijst'. Afgelopen jaar heeft een beroepskracht van Mijn Blokje een workshop gevolgd: 'symposium infectieziekten uit het kindercentrum'. Dit symposium was georganiseerd door de GGD, afdeling hygiëne. De leidinggevende verklaart dat zij haar kennis met betrekking tot gezondheidsrisico's, door het bijwonen van dit symposium, heeft vergroot. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De leidinggevende heeft een actieplan veiligheid en gezondheid opgesteld. In de notulen van het werkoverleg van november 2013 staat vermeld dat het gezondheidsbeleid en veiligheidsbeleid is besproken met de beroepskrachten. De beroepskrachten geven voldoende uitvoering aan het gezondheids- en veiligheidsbeleid. Ten tijde van het inspectiebezoek zorgt de beroepskracht voor voldoende ventilatie. Zij toont de CO2-meter en hierop is te zien dat de waarde van het binnenmilieu voldoende is en ruim binnen de norm blijft. Tevens vertelt de beroepskracht hoe zij handelt bij onverwachte bezoekers die zo nu en dan aanbellen bij het kinderdagverblijf voor allerlei (niet relevante) buurtvragen. Hieruit blijkt dat zij alert is en bewust is van haar verantwoordelijkheden aangaande de veiligheid van de kinderen. De toezichthouder merkt op dat de ventilator in de slaapkamer niet werkt. Meldcode kindermishandeling De houder maakt gebruik van de meldcode die is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. Deze is aangepast aan de de nieuwe weten regelgeving die geldt sinds 1 juli 2013 en is aangepast aan de eigen organisatie. De meldcode is besproken in het werkoverleg van 28 december 2013. De beroepskracht kan signalen benoemen bij mogelijke vormen van kindermishandeling en zij is op de hoogte van de te nemen stappen. Er is het afgelopen jaar geen vermoeden geweest van kindermishandeling. Vierogenprincipe De houder heeft het vierogenbeleid besproken met de oudercommissie en de beroepskrachten en voorts is het nieuwe beleid geïmplementeerd. Er is een vijftal camera's geplaatst op het kinderdagverblijf waarvan er drie in de groepsruimte zijn opgehangen, daarnaast hangt er één camera buiten en is er één camera in de slaapkamer opgehangen. Alleen de leidinggevende heeft de mogelijkheid om de beelden te bekijken. De camera's staan aan op de momenten dat de beroepskracht alleen werkzaam is op het kinderdagverblijf. Gebruikte bronnen: - inspectieonderzoek; - gesprek met de leidinggevende; - notulen werkoverleg 28 december 2013.


6/13

Accommodatie en inrichting Het kinderdagverblijf is kleinschalig en heeft een 'huiskamersfeer'. Het kinderdagverblijf is gevestigd in een woonwijk. Binnenspeelruimte De binnenspeelruimte bestaat uit een langwerpige ruimte met aan de voorkant van het pand de eettafel bij een groot raam. Aan de voorkant is een afgescheiden gedeelte gecreëerd met een hekje. Dit gedeelte is ingericht voor de opvang van de baby's. Op een kleed kunnen de baby's hier rustig liggen en kruipen zonder door de andere kinderen te worden gestoord. De beroepskracht kan hier op het kleed zitten en de kinderen flesjes geven. In de groepsruimte zijn lage kasten geplaatst met speelgoed, is een speelkleed neergelegd en zijn poppen en verkleedkleren beschikbaar. Ook zijn er puzzels beschikbaar, maar deze kunnen de kinderen niet zelfstandig pakken. Het is wenselijk om een aantal puzzels aan te schaffen voor oudere kinderen om ook hen uitdagende activiteiten te kunnen aanbieden. Er is één slaapkamer met zes bedjes. De baby’s hebben een eigen bedje. De peuters kunnen op stretchers in de verblijfsruimte rusten. Door middel van een schuifwand kan de groepsruimte afgesloten worden; er ontstaan dan twee gedeelten. Kinderen die niet slapen of rusten kunnen dan blijven spelen in het voorste gedeelte van het kinderdagverblijf. Buitenspeelruimte De buitenruimte is aan de achterkant van het kinderdagverblijf. De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte beschikt over een speelhuisje en divers los buitenspeelmateriaal. De toezichthouder merkt op dat de buitenspeelruimte niet heel uitdagend is ingericht; er is bijvoorbeeld geen zandbak. De leidinggevende verklaart dat de kinderen de nabijgelegen speeltuin regelmatig bezoeken en dat de beroepskrachten ook regelmatig met de kinderen naar buiten gaan met de bolderkar. Gebruikte bronnen: - inspectieonderzoek


7/13

Ouderrecht Informatie De leidinggevende informeert de ouders door middel van de website, intakegesprekken en via nieuwsbrieven. In de nieuwsbrief van december 2013 informeert de leidinggevende de ouders ondermeer over de tariefswijziging van 2014. De houder heeft een standaard-rooster opgesteld waarop de drie beroepskrachten staan vermeld die wekelijks op dit kinderdagverblijf werkzaam zijn. Bij vakantie en ziekte valt er een beroepskracht in van een andere vestiging van Mijn Blokje. Deze beroepskracht kent de locatie en de kinderen doordat zij hier al enige tijd regelmatig invalt. De houder heeft een link geplaatst op de website die verwijst naar het inspectierapport. Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit drie leden. De houder heeft afgelopen jaar advies gevraagd over het vierogenbeleid en de tariefswijziging voor 2014. De oudercommssie heeft ingestemd met het vierogenprincipe en de tariefswijziging voor 2014. Gebruikte bronnen: - notulen oudercommissievergadering 7 juni 2013; - gesprek met de oudercommissie d.d. 28 januari 2013.


8/13

Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-01-2014

9/13

Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.


10/13

Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.


11/13

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

Mijn Blokje 000002452297 http://www.mijn-blokje.nl 10 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website

: : : : :

Hassan Azalam Jan Oudegeeststraat 18 1069 KG AMSTERDAM 34391953

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Dhr. V.H.B. Forceville

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Stadsdeel Nieuw-West : Postbus 2003 : 1000 CA AMSTERDAM

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport


: : : : :

09-01-2014 06-02-2014 18-02-2014 18-02-2014 25-02-2014

: 25-02-2014 : 18-03-2014

12/13

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.


13/13

Inspectierapport. Mijn Blokje (KDV) J.M. den Uylstraat WB AMSTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents