Inspectierapport Mijn Blokje (KDV) Aalsmeerweg 24 H 1059 AK Amsterdam Registratienummer: 949736934
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 09-11-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 09-12-2015
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 9 november 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De locatie is in exploitatie vanaf 17 september 2015. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld. Tijdens het onderzoek is de houder in de gelegenheid gesteld om documenten na te sturen. De houder heeft hier gevolg aan gegeven op 11 november 2015.
Beschouwing Organisatie en locatie Mijn Blokje is een kinderopvangorganisatie die zowel dagopvang als naschoolse opvang aanbiedt. Alle locaties van Mijn Blokje (vijf kinderdagverblijven en één buitenschoolse opvang) zijn gevestigd in Amsterdam. De rechtsvorm van de locatie waar het onderzoek heeft plaatsgevonden betreft een afzonderlijke eenmanszaak, tevens handelend onder de naam Mijn Blokje. De houder voert de functie van leidinggevende uit, daarnaast is er een assistent-leidinggevende aangesteld. De houder is dagelijks in de ochtend aanwezig op de locatie. Er zijn geen ondersteunende (staf)afdelingen, de houder verzorgt zelf de planning en plaatsing, de financiën en het onderhoud van de locatie. Het kinderdagverblijf bestaat uit één verticale groep van maximaal tien kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Sinds half oktober 2015 is het kinderdagverblijf geopend. Tijdens het inspectiebezoek wordt er slechts één kind opgevangen. De dag na het inspectiebezoek zal er een kind starten dat op dinsdag en donderdag opgevangen zal worden op het kinderdagverblijf, waardoor er op die dagen twee kinderen zullen worden opgevangen. Op woensdag is het kinderdagverblijf gesloten, omdat er op die dag geen kinderen zijn die van de opvang gebruik maken. Er worden twee vaste beroepskrachten ingezet. Dagelijks krijgen de kinderen een warme maaltijd voorgeschoteld die door de houder wordt bereid.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
3/14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld voor deze locatie. In het pedagogisch beleidsplan wordt duidelijk beschreven dat de pedagogische visie van Gordon als uitgangspunt geldt voor het pedagogisch beleid van Mijn Blokje. In het beleidsplan wordt beschreven dat deze pedagogische visie op het kinderdagverblijf onder andere vorm krijgt door de waarde die aan communicatie gehecht wordt. De beroepskrachten luisteren goed naar het kind (verbaal en non-verbaal), zodat zij leren begrijpen wat een kind wil. Ook is als pedagogisch speerpunt in het beleid opgenomen dat er gewerkt wordt met het programma Uk en Puk. De wijze waarop de vier pedagogische basisdoelen worden ingevuld, wordt voldoende omschreven. In het pedagogisch beleidsplan wordt de voor de locatie specifieke werkwijze beschreven. Zo wordt beschreven dat de vestiging bestaat uit één verticale groep van maximaal tien kinderen per dag. Ook wordt beschreven hoe het vierogenprincipe wordt gewaarborgd en wordt het beleid beschreven ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Tevens is opgenomen welke regeling is getroffen met betrekking tot de achterwacht in het geval van een calamiteit. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft ten slotte de wijze waarop beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskracht is beoordeeld op basis van observaties in de groep tijdens het vrij spelen. Uit deze observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid om tot ontwikkeling van persoonlijke en sociale competenties te komen en de overdracht van normen en waarden. Emotionele veiligheid Tijdens het inspectiebezoek wordt er slechts één kind opgevangen op het kinderdagverblijf. De beroepskracht communiceert veel met het kind en er heerst een ontspannen sfeer in de groep. Zo kondigt de beroepskracht telkens aan wat zij gaat doen, zodat het kind hier niet door verrast wordt. Tijdens het verschonen bereidt de beroepskracht het kind erop voor dat het zo dadelijk gaat slapen en dat ze als het wakker wordt, weer kunnen gaan spelen. De beroepskracht is respectvol en hartelijk in haar contact met het kind. Zo geeft ze het kind regelmatig een knuffel of een aai over de bol. De beroepskracht probeert, ondanks dat het kind geen leeftijdsgenoten om zich heen heeft, de opvang toch interessant voor het kind te maken en er wordt aangesloten op de signalen en behoeftes van het kind. De beroepskracht vertelt dat ze een goede balans probeert te vinden tussen het kind zelf laten spelen, zodat het kan leren zichzelf te vermaken op het speelkleed, en het kind op te pakken en bezig te houden. Tijdens het inspectiebezoek blijkt het kind het in het begin moeilijk te vinden als het wordt neergelegd op het speelkleed. Wanneer de beroepskracht echter speelgoed naast het kind neerlegt, op een geruststellende toon tegen het kind begint te praten en het laat weten dat ze niet weggaat, blijkt telkens dat het kind rustig wordt en om zich heen gaat kijken om op zoek te gaan naar speelgoed. Uit het contact dat de beroepskracht met het kind heeft, blijkt dat zij vertrouwd voor hem is en dat ze zijn bijzonderheden goed kent. Zo vertelt de beroepskracht over het speciale slaapritueel dat zij bij het kind toepast omdat het moeite heeft om in slaap te komen, waardoor dit steeds gemakkelijker gaat. De manier waarop de beroepskracht met het kind communiceert, draagt bij aan de emotionele veiligheid. Persoonlijke competentie De beroepskracht stimuleert de zelfstandigheid van het kind en schept leermomenten. Zo begint ze, als ze met het kind op schoot aan tafel zit, met haar handen op tafel te trommelen. Ze laat het kind zien hoe ze het geluid maakt en vraagt het kind of hij het ook wil proberen. De beroepskracht wisselt het ritme en het trommelen met haar vingers en handen af. Wanneer het kind het trommelen nadoet, geeft de beroepskracht het kind een compliment. De beroepskracht verwoordt telkens wat zij of het kind doet en sluit aan bij het ontwikkelingstempo en -niveau van het kind. Hieruit blijkt dat de beroepskracht er zorg voor draagt dat het kind de mogelijkheid krijgt om tot de ontwikkeling van de persoonlijke competenties te komen. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Mijn Blokje versie mei 2015, ontvangen bij de aanvraag tot exploitatie - Inspectiebezoek d.d. 9 november 2015
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
4/14
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De twee vaste beroepskrachten die werkzaam zijn op het kindercentrum en de leidinggevende (tevens houder) die dagelijks aanwezig is, beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Ook is de verklaring omtrent het gedrag van een invalkracht die sinds de start van de exploitatie is ingezet beoordeeld en in orde bevonden. Passende beroepskwalificatie De twee vaste beroepskrachten die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Ook is het diploma van een invalkracht die sinds de start van de exploitatie is ingezet beoordeeld en in orde bevonden. Opvang in groepen Alle kinderen worden opgevangen in één stamgroep. Deze groep bestaat uit maximaal tien kinderen in de leeftijd tussen de 0 en 4 jaar. Ten tijde van het inspectiebezoek wordt er op maandag en vrijdag één kind opgevangen en op dinsdag en donderdag twee kinderen. Op woensdag is het kinderdagverblijf gesloten omdat er die dag geen kinderen worden opgevangen. Er wordt gebruikgemaakt van één stamgroepsruimte. Op het kinderdagverblijf zijn twee beroepskrachten werkzaam. Bij een volledige bezetting zal er nog een beroepskracht ingezet worden. Op de deur van de groepsruimte staan de namen van de beroepskrachten die op die dag werkzaam zijn. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er wordt namelijk één kind opgevangen door één beroepskracht. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 42 tot en met 46 van 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten kunnen dagelijks de volgende werktijden hebben: van 8.30 tot 13.30 uur, van 8.30 tot 17.30 uur, van 9.30 tot 17.30 uur en van 12.30 tot 17.30 uur. Als een beroepskracht de hele dag alleen werkzaam is op de groep, dan houdt zij pauze in de groepsruimte als het kind of de kinderen in bed liggen. Op de dagen dat de beroepskrachten elkaar afwisselen en halve dagen werken, pauzeren zij niet. De werktijden zijn afgestemd op de tijden waarop de twee kinderen die van de opvang gebruikmaken, gebracht en gehaald worden. Uit het voorgaande blijkt dat er niet van de beroepskracht-kind-ratio wordt afgeweken. Het komt dagelijks voor dat er één beroepskracht alleen aanwezig is in het pand, voornamelijk in de middag aangezien de houder dagelijks in de ochtend aanwezig is. Op deze momenten wordt niet afgeweken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio, zo blijkt uit de onderzochte presentielijsten van week 42 tot en met 46 van 2015. De houder is aangesteld als achterwacht en kan binnen vijftien minuten op het kinderdagverblijf aanwezig zijn in geval van een calamiteit. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Deze regeling is ook opgenomen in het pedagogisch beleidsplan. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskracht - Gesprekken met de assistent-leidinggevende - Afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ingezien tijdens inspectiebezoek d.d. 9 november 2015 en ontvangen op 11 november 2015 - Afschriften beroepskwalificaties, ingezien tijdens inspectiebezoek d.d. 9 november 2015 en ontvangen op 11 november 2015 - Presentielijsten van week 42 tot en met 46 van 2015, ontvangen op 11 november 2015 - Personeelsrooster van week 42 tot en met 46 van 2015, ontvangen op 11 november 2015 - Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Mijn Blokje versie mei 2015, ontvangen bij de aanvraag tot exploitatie - Inspectiebezoek d.d. 9 november 2015
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
5/14
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op 3 september 2015 is een risico-inventarisatie veiligheid uitgevoerd, middels de digitale Risicomonitor. In de risico-inventarisatie zijn de risico's per ruimte waartoe de kinderen toegang hebben, geïnventariseerd. Zo zijn de veiligheidsrisico's met betrekking tot het gebruik van de buitenruimte, entree/gang, leefruimte met keukenblok en de sanitaire ruimte geïnventariseerd. Ook zijn de veiligheidsrisico's op de verplichte thema's beschreven. In het veiligheidsprotocol en in diverse aanvullende protocollen, zoals het protocol wiegendood, beschrijft de houder welke maatregelen er getroffen dienen te worden om de veiligheidsrisico's zoveel mogelijk te kunnen beperken. Deze protocollen vormen gezamenlijk het plan van aanpak. In de risico-inventarisatie gezondheid, uitgevoerd op 9 juli 2015, zijn de risico's met betrekking tot de thema's 'overdracht van ziektekiemen', 'het binnen- en buitenmilieu' en 'medisch handelen voor kinderen van 0 tot 4 jaar oud' geïnventariseerd. Per risico is beschreven welke maatregelen getroffen moeten worden en met welke frequentie dit dient te gebeuren. De maatregelen zijn ook beschreven in het gezondheidsprotocol en diverse aanvullende protocollen, zoals het protocol ventileren. Het plan van aanpak is in dit onderzoek beoordeeld op basis van een steekproef. Op het gebied van veiligheid is gekeken naar het plan van aanpak om het slapen op het kinderdagverblijf veilig te laten verlopen en naar de maatregelen die worden genomen in geval van een calamiteit. Op het gebied van gezondheid is het plan van aanpak met betrekking tot de verschoonhygiëne beoordeeld evenals het beleid met betrekking tot het bereiden en serveren van warme maaltijden. Veiligheid De beroepskracht maakt gebruik van een babyfoon op de slaapkamer die aanstaat op de momenten dat er kinderen liggen te slapen. De beroepskracht verklaart elke vijftien minuten in de slaapkamer te kijken om te controleren of alles in orde is. In de slaapkamer hangt een thermometer. De temperatuur wordt door de beroepskracht in de gaten gehouden en geregistreerd. Zodra de temperatuur hoger is dan 18 graden Celsius, worden er maatregelen getroffen (zoals het raam openzetten) om de temperatuur te verlagen. Kinderen worden niet op hun buik te slapen gelegd, tenzij ouders een formulier hebben ondertekend dat hun kind op de buik mag liggen. Het bed wordt 'kort opgemaakt', wat wil zeggen dat de voeten van het kind dat in bed wordt gelegd vrijwel tegen het voeteneinde liggen. Deze werkwijze is conform het beleid. In de korte tijd dat het kinderdagverblijf geopend is (vanaf half oktober 2015), heeft er nog geen brandoefening plaatsgevonden. De beroepskracht is desalniettemin goed op de hoogte van de maatregelen die getroffen dienen te worden in geval van een calamiteit. Beide vaste beroepskrachten hebben een EHBO-diploma en BHV-certificaat. Het ontruimingsplan (dat ook in de groepsmap wordt bewaard) is besproken met de beroepskrachten. Wat de beroepskracht tijdens het inspectiebezoek vertelt, komt overeen met het ontruimingsplan van het kinderdagverblijf. Gezondheid Tijdens het inspectiebezoek reinigt de beroepskracht na elke verschoning het verschoonkussen met een mengsel van allesreiniger en water. De beroepskracht verklaart dat dit mengsel dagelijks opnieuw wordt aangemaakt. Tevens wast de beroepskracht na elke verschoning haar handen met water en zeep. Deze werkwijze is conform het gezondheidsbeleid van de houder. In het kinderdagverblijf worden warme maaltijden aan de kinderen aangeboden. De houder, die dagelijks in de ochtend aanwezig is, bereidt deze maaltijden. Na bereiding wordt de temperatuur van het eten gemeten en wordt deze temperatuur geregistreerd. Op het registratieformulier staat beschreven dat de temperatuur van de maaltijd in de kern minimaal 75 graden Celsius dient te zijn. Vervolgens wordt de maaltijd direct geserveerd aan de kinderen. De beroepskracht verklaart dat er geen restjes van de maaltijd worden bewaard. Deze maatregelen hangen voldoende samen met de risico's en zijn schriftelijk vastgelegd in het beleid met betrekking tot het bereiden en serveren van warme maaltijden. De houder heeft ongevallenregistratieformulieren waarop onder andere geregistreerd kan worden wat de aard van het ongeval is en welke maatregelen genomen zullen worden om het risico in de toekomst te voorkomen. De assistent-leidinggevende verklaart dat zich nog geen ongevallen hebben voorgedaan. De beroepskracht is op de hoogte wanneer een ongevallenregistratieformulier ingevuld dient te worden. De beroepskracht verklaart dat er eens per vier à zes weken een werkoverleg plaats zal vinden. Op 27 oktober 2015 heeft het eerste werkoverleg plaatsgevonden waarin thema's op het gebied van veiligheid en gezondheid zijn besproken. In de groepsruimte staat een map met daarin het beleid. De beroepskracht vertelt dat het veiligheids- en gezondheidsbeleid is toegestuurd voordat zij haar eerste werkdag had op het kinderdagverblijf en dat zij dit heeft moeten doornemen. Doordat de beroepskrachten het beleid kunnen raadplegen en er regelmatig een werkoverleg plaatsvindt waarin delen van het beleid worden besproken, wordt er voldoende zorg voor gedragen dat de beroepskrachten kennis kunnen nemen van het geldende veiligheids- en gezondheidsbeleid. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder maakt gebruik van de meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De assistent-leidinggevende is aangesteld als aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De beroepskracht vertelt dat de meldcode Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
6/14
voordat zij haar eerste werkdag had op het kinderdagverblijf, is toegestuurd en zij deze heeft doorgenomen. Tevens zal de meldcode jaarlijks in een teamvergadering besproken worden. Daarnaast ligt de meldcode in een map in de groepsruimte ter inzage voor de beroepskrachten. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de beroepskracht voldoende op de hoogte is van de inhoud van de meldcode. De beroepskracht kan signalen van kindermishandeling benoemen en weet voldoende welke stappen zij dient te volgen in het geval van een vermoeden van kindermishandeling. Vierogenprincipe In de groepsruimte en de slaapkamer hangen camera's. Er is ook een camera gericht op de buitenspeelruimte. Tevens wordt er gebruikgemaakt van babyfoons in de slaapkamer. Op de momenten dat er één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, kan de houder via de camerabeelden meekijken. De beelden worden twee weken bewaard. Hiermee is de invulling van het vierogenprincipe gewaarborgd. De wijze waarop er invulling wordt gegeven aan het vierogenprincipe is zowel in het pedagogisch beleidsplan als in het protocol cameratoezicht vastgelegd. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 3 september 2015, ontvangen op 3 september 2015 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 9 juli 2015, ontvangen bij de aanvraag - Protocol gezondheid, versie juli 2015, ontvangen bij de aanvraag - Protocol veiligheid, versie juli 2015, ontvangen bij de aanvraag - Protocol hitte, versie april 2015, ontvangen bij de aanvraag - Voedingsbeleid, versie mei 2015, ontvangen bij de aanvraag - Registratieformulier temperaturen maaltijden, ontvangen bij aanvraag - Protocol ventileren, versie september 2015, ontvangen op 3 september 2015 - Protocol wiegendood, versie mei 2015, ontvangen bij de aanvraag - Werkinstructie zuigelingenvoeding en flesvoeding, versie juni 2015, ontvangen bij de aanvraag - Werkinstructie verschonen, versie mei 2015, ontvangen bij de aanvraag - Ontruimingsplan Mijn Blokje Aalsmeerweg 24, versie juli 2015, ontvangen bij de aanvraag - Schoonmaakrooster, ontvangen op 3 september 2015 - Protocol cameratoezicht, versie april 2015, ontvangen bij de aanvraag - Notulen werkoverleg d.d. 27 oktober 2015, ontvangen op 11 november 2015 - Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van Mijn Blokje en sociale kaart, versie juli 2013, ontvangen op 3 september 2015 - Gesprekken met assistent-leidinggevende - Gesprekken met de beroepskracht - Pedagogisch beleidsplan kindercentrum Mijn Blokje versie mei 2015, ontvangen bij de aanvraag tot exploitatie - Inspectiebezoek d.d. 9 november 2015
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
7/14
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kinderdagverblijf heeft één stamgroepsruimte met een oppervlakte van 36,3 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van tien kinderen. De ruimte is passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. Er is een box en een afgesloten ruimte voor baby's met kussens en een speelmat. Daarnaast is er divers babyspeelgoed aanwezig, zoals knuffels, rammelaars en houten speelgoed. Voor de oudere kinderen zijn er onder andere een poppenhuis, speelwagens, een gereedschapsbank en puzzels. Er zijn voldoende eettafels en zitplaatsen voor de kinderen beschikbaar. Er is een afzonderlijke slaapruimte in het kinderdagverblijf. In de slaapruimte staan ten tijde van het inspectiebezoek zes bedden. De assistent-leidinggevende verklaart dat er nog bedden bij zullen komen als er zicht op is dat meer dan zes kinderen op de opvang aanwezig zullen zijn. Vooralsnog is het aantal voldoende afgestemd op het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Buitenspeelruimte Het kinderdagverblijf heeft een aangrenzende buitenspeelruimte achter het gebouw. Deze buitenruimte heeft een oppervlakte van 64,2 m² en is voldoende voor de opvang van tien kinderen. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. In de buitenruimte is een gedeelte voor baby's afgezet en is een zandbak geplaatst. Daarnaast staat er een speeltoestel met een glijbaan en zijn er kinderfietsen en driewielers beschikbaar voor de kinderen. Gebruikte bronnen: - Plattegrond Aalsmeerweg 24, d.d. 20 augustus 2015, ontvangen op 23 augustus 2015 - Inspectierapport d.d. 14 september 2015 - Inspectiebezoek d.d. 9 november 2015
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
8/14
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van een informatiefolder, een intakegesprek, nieuwsbrieven en de website www.mijn-blokje.nl. Bij binnenkomst in de groepsruimte hangt een bord waarop de namen staan van de beroepskrachten die op die dag werkzaam zijn. Ten tijde van het inspectiebezoek is niet alle informatie op de website up to date. Met betrekking tot de huidige locatie (Aalsmeerweg) staat vermeld dat het kinderdagverblijf naar verwachting in het najaar zal worden geopend. Echter, het kinderdagverblijf is al in exploitatie. De toezichthouder heeft de houder in het kader van overleg en overreding in de gelegenheid gesteld de informatie op de website binnen de onderzoekstermijn aan te passen. De houder heeft hier gevolg aan gegeven. De houder heeft het inspectierapport van het onderzoek na aanvraag op de website van het kinderdagverblijf geplaatst. Klachten De houder heeft een klachtenregeling voor ouders ingesteld en is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De klachtenregeling wordt op passende wijze onder de aandacht van ouders gebracht door middel van vermelding op de website www.mijn-blokje.nl en informatie hierover in het informatieboekje. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de assistent-leidinggevende - Website www.mijn-blokje.nl, geraadpleegd op 9 en 18 november 2015 - Informatiefolder kinderdagverblijf Mijn Blokje, vestiging Aalsmeerweg versie juni 2015, ontvangen bij de aanvraag - Klachtenregeling Mijn Blokje, ontvangen bij de aanvraag - Website www.klachtkinderopvang.nl, geraadpleegd op 18 november 2015 - Inspectiebezoek d.d. 9 november 2015
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
9/14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
10/14
groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
11/14
Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Gegevens houder Naam houder KvK nummer Website
: Maleka Azalam : 63248735 :
Mijn Blokje 000032183348 http://www.mijn-blokje.nl 10 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. J. Jochems
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
: : : : :
09-11-2015 19-11-2015 25-11-2015 09-12-2015 09-12-2015
: 09-12-2015 :
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
Mijn Blokje - Jaarlijks onderzoek 09-11-2015
14/14