Inspectierapport
De Kangoeroe (KDV) Sint Jansstraat 1 9712JM GRONINGEN Registratienummer 167317465
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Groningen Groningen 30-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 13-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing De Kangoeroe is een kleinschalig kinderdagverblijf met 2 groepen van maximaal 10 kinderen en meer medewerkers per groep dan doorgaans bij een reguliere kinderopvang. Er is een flexibele groep voor baby's en dreumesen en een peutergroep voor kinderen vanaf ± 2 jaar. Het is onderdeel van de vrouwenopvang van Het Kopland, voorheen Stichting Toevluchtsoord. Hier worden vrouwen en kinderen opgevangen die te maken hebben (gehad) met geweld in de thuissituatie. Behalve kinderen van inwonende vrouwen kunnen er ook kinderen terecht die niet (meer) in de opvang verblijven. Het ontwikkelingsgerichte werken en de daarbij behorende extra begeleiding in de vorm van dagelijks individuele aandacht, helpt kinderen bij het wegwerken van mogelijke achterstanden op het gebied van hun sociale, emotionele, cognitieve, en motorische ontwikkeling zodat ze bij vertrek goed mee kunnen komen op een regulier KDV of de basisschool. Ondersteunend bij deze aanpak wordt het VVE programma Uk en Puk gebruikt. De pedagogische medewerkers hebben specifieke kennis over en ervaring in het werken met kinderen die als gevolg van huiselijk geweld getraumatiseerd zijn. Ook andere problematiek heeft baat bij deze aanpak. De orthopedagoog van de vrouwenopvang van Het Kopland, is nauw betrokken bij De Kangoeroe. Eén teamlid is ook creatief therapeut en er is een ruimte speciaal ingericht voor creatieve activiteiten. Elk kind heeft een eigen mentor. Deze mentor formuleert, aan de hand van observaties van het kind en in overleg met de orthopedagoog, elke 8 weken nieuwe werkpunten waaraan specifiek gewerkt wordt. De medewerkers bieden ouders ook ondersteuning bij de opvoeding en geven advies bij vragen die zich voordoen. Er zijn regelmatig voortgangsgesprekken met de ouders. Hierdoor zijn de medewerkers in staat stagnaties vroegtijdig te signaleren en bij te sturen. Dit verkleint de kans op latere problemen. Er zijn 8 interne kindplaatsen, 2 voor kinderen van ouders die deelnemen aan participatie trajecten en 10 voor externe kinderen. Inspectiegeschiedenis Het vorige jaarlijkse inspectie onderzoek heeft plaatsgevonden op 7 januari 2014. Er werd toen voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Bevindingen huidige inspectie Op 30 juni 2015 heeft opnieuw een jaarlijks inspectie onderzoek plaatsgevonden. Er wordt volledig voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'pedagogisch klimaat'. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven die zijn geconstateerd tijdens het onderzoek. Daarna volgt een oordeel of er is voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Pedagogische praktijk Bij het observeren van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk voor kindercentra en peuterspeelzalen (januari 2015). Daarin staan beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Er wordt bij het beoordelen van de observaties uitgegaan van vier pedagogische basisdoelen waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk; - waarborging van emotionele veiligheid - ontwikkeling van persoonlijke competentie - ontwikkeling van sociale competentie - overdracht van normen en waarden Hieronder volgen voorbeelden die tijdens het onderzoek op locatie zijn gezien: Emotionele veiligheid Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden (bv karakter, slaapritueel, allergieën). In het contact met het kind wordt die kennis gebruikt. Een dreumes geeft aan jeuk te hebben. De pedagogisch medewerker reageert hierop door dit te benoemen "Heb je jeuk, heb je er last van?" Kort hierna neemt ze de dreumes mee naar de verschoonruimte om al zijn jeukende plekjes in te smeren. Als het jongetje weer terug komt op de groep is hij zichtbaar opgelucht. Persoonlijke competentie Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen, waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. De kinderen zitten tegenover de pedagogisch medewerker en ze gaan de kangoeroe wakker maken. Uit de reacties van de kinderen is af te leiden dat dit een terug kerend ritueel is. De kinderen maken de kangoeroe met enthousiasme wakker. Een aantal kinderen reageren op de inspecteur. De pedagogisch medewerker erkent dit en vertelt de kinderen "Deze mevrouw kennen jullie niet, maar zij komt even kijken." Sociale competentie Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen. De kinderen mogen om de beurt even bij de kangoeroe komen voor een knuffel. De pedagogisch medewerker vraagt aan de kinderen "Het kindje met mooie roze staartje mag nu bij kangoeroe komen. Wie heeft er mooie roze staartjes?" Een jongetje reageert hierop "Ik niet." "Nee? heb jij geen mooie roze staartjes?" "Nee." Een van de kinderen roept de naam van het meisje met de mooie roze staartjes. Overdracht van normen en waarden Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van ‘wat er wèl mag’. Na het voorlezen van een boekje, mogen de kinderen hun stoel bij de tafel zetten. Aan de kinderen wordt verteld wat er van hun wordt verwacht. "Kijk, je mag je stoel hier wel neerzetten. Dan kan iedereen zijn stoel bij tafel kwijt." 4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
Uit observatie is gebleken dat de beroepskrachten handelen volgens de vier pedagogische basisdoelen uit de Wet kinderopvang. Ook draagt de houder zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Gebruikte bronnen: Observaties (Op beide groepen)
5 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'personeel en groepen'. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven die zijn geconstateerd tijdens het onderzoek. Daarna volgt een oordeel of er is voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag zijn steekproefsgewijs beoordeeld. Alle beroepskrachten en stagiaires beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De diploma's zijn steekproefsgewijs beoordeeld. Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Kinderopvang. Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in de volgende vaste stamgroepen: - Roe (0-2 jaar, maximaal 10 kinderen) - Kanga (2-4 jaar, maximaal 10 kinderen) Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Uit de personeelsroosters en de presentielijsten is gebleken dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet op het aantal aanwezige kinderen (de beroepskracht-kindratio). Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview anderen (met de pedagogisch medewerkers) Observaties (Op beide groepen) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Personeelsrooster
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: De Kangoeroe : 20 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Het Kopland Antillenstraat 9 9714JT GRONINGEN 56822367
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Groningen Postbus 584 9700AN GRONINGEN 050-3674325 D. Braun
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Groningen : Postbus 7081 : 9701JB GRONINGEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
30-06-2015 06-07-2015 Niet van toepassing 13-07-2015 14-07-2015 14-07-2015
: 04-08-2015
9 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-06-2015 De Kangoeroe te GRONINGEN