Inspectierapport Kwaliteit Voorschoolse Educatie (VVE) Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V. Bijlage bij jaarlijks onderzoek
Toezichthouder: Opdrachtgever: Datum:
GGD Amsterdam, Mw. M. Spilker Stadsdeel Zuidoost 8 maart 2012
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................................3 Algemene gegevens kindercentrum/peuterspeelzaal .................................................................................4 Gegevens locatie...........................................................................................................................................4 Gegevens houder ..........................................................................................................................................4 Algemene gegevens toezicht .........................................................................................................................5 Inspectiegegevens ........................................................................................................................................5 Gegevens toezichthouder (GGD)..................................................................................................................5 Gegevens opdrachtgever (gemeente) ..........................................................................................................5 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein.....................................................................6 Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item........................................................................8 1. Randvoorwaarden voorschoolse educatie...........................................................................................8 1.1 Intensieve deelname .........................................................................................................................8 1.3 Registratie..........................................................................................................................................9 1.4 Beroepskwalificatie en scholing.......................................................................................................10 2. Ouders ....................................................................................................................................................11 2.1 Informatie.........................................................................................................................................11 2.2 Ouderbetrokkenheid ........................................................................................................................12 3. Doorgaande lijn en samenwerking met de basisschool ...................................................................13 3.2 Samenwerking kindercentrum en basisschool ................................................................................13 3.3 Overdracht .......................................................................................................................................14 4. Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk ...............................................................................15 4.1 Effectief programma ........................................................................................................................15 4.2 Inrichting van de accommodatie......................................................................................................16 4.3 Ontwikkeling, begeleiding en zorg...................................................................................................17 5. Eisen voorschoolse educatie Wet kinderopvang ..............................................................................18 Beschouwing toezichthouder ......................................................................................................................20 Advies aan gemeente....................................................................................................................................20 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum/peuterspeelzaal .....................................................................21
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
2
Inleiding Waarom toezicht? Amsterdam wil elk kind een succesvolle schoolloopbaan laten doorlopen, passend bij de capaciteiten van de kinderen. De Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) heeft als doel om onderwijsachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen en waar nodig effectief te bestrijden. De voorschoolse educatie is gericht op peuters van 2 ½ tot 4 jaar en vindt plaats in peuterspeelzalen en kinderopvangcentra. Gemeente Amsterdam stelt aan peuterspeelzalen en kindercentra die een gesubsidieerd programma voor voorschoolse educatie aanbieden extra eisen. Dit betreft eisen op het gebied van informatie aan ouders, de uitvoering van het programma, de inzet van personeel en de doorgaande lijn met de basisschool.
Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum of de peuterspeelzaal is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het VVE-programma. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspecties uit, waarbij zij beoordeelt of kindercentra aan de gestelde eisen voldoen. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen.
Waarop is het toezicht gebaseerd? In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zijn eisen opgenomen voor gesubsidieerde voorschoolse educatie. In Amsterdam zijn hiernaast aanvullende voorschriften opgenomen in de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie.
Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectiebezoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. 2. 3.
Een oordeel geven over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen op het gebied van voorschoolse educatie. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum of de peuterspeelzalen aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. De (toekomstige) ouders informeren over de mate waarin de peuterspeelzaal of het kindercentrum aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie voldoet.
Leeswijzer Dit rapport is een bijlage bij het inspectierapport waarin de algemene kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen en kindercentra zijn opgenomen. Dit rapport geeft een overzicht van alle eisen met betrekking tot de voorschoolse educatie en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het “Overzicht bevindingen” staan de bevindingen van de toezichthouder kort per inspectiedomein samengevat en in “Het inspectieonderzoek” staan ze per inspectie item uitgewerkt. In hoofdstuk 1 t/m 4 vindt u de Amsterdamse eisen voor gesubsidieerde voorschoolse opvang. Een toezichthouder oordeelt hierin de mate waarin aan een gestelde voorwaarde is voldaan. Hierbij wordt een score gegeven: Score 1: de voorwaarde is zwak ontwikkeld. Er wordt niet aan de voorwaarde voldaan. Score 2: de voorwaarde is matig ontwikkeld. Er wordt niet volledig aan de voorwaarde voldaan. Score 3: de voorwaarde is voldoende ontwikkeld. Er wordt aan de voorwaarde voldaan. Score 4: de voorwaarde is heel goed ontwikkeld. Er wordt aan de voorwaarde voldaan en daar bovenop wordt aantoonbaar extra kwaliteit geboden. Voor elke voorwaarde zijn normen opgesteld op basis waarvan het oordeel wordt gegeven. Dit oordeel wordt in de toelichting van de toezichthouder indien nodig nader uitgewerkt. In hoofdstuk vijf vindt u de landelijke eisen die gesteld zijn aan gesubsidieerde voorschoolse educatie. Hierbij wordt beoordeeld of wel of niet aan de voorwaarden is voldaan. Het kan ook voorkomen dat een voorwaarde niet wordt beoordeeld. Dit is in het rapport aangegeven met NB. Verder bevat het rapport de zienswijze van de houder van het kindercentrum en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot handhaving. Daarnaast bevat het rapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum of de peuterspeelzaal, gemeente en toezichthouder.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
3
Algemene gegevens kindercentrum/peuterspeelzaal Gegevens locatie Naam vestiging
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V.
Adres
EGoliplein 1
Postcode en plaats
1103 AB Amsterdam
Telefoon
020 6951462
Naam contactpersoon
mevrouw C.G. Manukure
Voorschoolprogramma
ZOWIP7
Piramide Ko-Totaal (Puk & Ko) Kaleidoscoop Sporen Startblokken anders, namelijk
Gegevens houder Naam houder
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V.
Adres
EGoliplein 1
Postcode en plaats
1103 AB Amsterdam
Telefoon
020 6951462
Naam contactpersoon
Mevrouw C.G. Manukure
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
4
Algemene gegevens toezicht Inspectiegegevens Type inspectie
Aangekondigd
Niet aangekondigd
Onderzoek na aanvraag Onderzoek na aanvangsdatum exploitatie Jaarlijks onderzoek Nader onderzoek Incidenteel onderzoek Datum inspectieonderzoek
08 maart 2012
Ontwerp inspectierapport verstuurd
04 mei 2012
Hoor en wederhoor
16 mei 2012
Zienswijze houder
30 mei 2012
Inspectierapport vastgesteld
03 juli 2012
Inspectierapport verstuurd
03 juli 2012
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Adres
Nieuwe Achtergracht 100 Postbus 2200
Postcode en plaats
1000 CE Amsterdam
Telefoon
020 555 55 75
E-mail
[email protected]
Website
www.gezond.amsterdam.nl
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam
Stadsdeel Zuidoost
Adres
Postbus 12491
Postcode en plaats
1100 AL Amsterdam
Telefoon
020 2525000
E-mail
[email protected]
Website
www.zuidoost.amsterdam.nl
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
5
Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein
1. Randvoorwaarden voorschoolse educatie In de verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie heeft de gemeente Amsterdam randvoorwaarden opgenomen voor het bieden van goede voorschoolse educatie. Beoordeling toezichthouder Van de 8 voorwaarden van dit domein: - is aan 5 voorwaarde(n) voldaan - is aan 2 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 1 voorwaarde(n) niet beoordeeld. Aan de volgende voorwaarde(n) is/zijn niet voldaan: 1.4.1. De beroepskrachten zijn gecertificeerd voor het werken met het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. 1.4.2. De beroepskrachten voldoen aan de Amsterdamse taalnorm; zij beschikken voor de mondelinge taalvaardigheid en de leesvaardigheid over niveau B2 en voor de schriftelijke taalvaardigheid over niveau B1. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: zie toelichting toezichthouder
2. Ouders In de verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie heeft de gemeente Amsterdam eisen gesteld aan de rol en de betrokkenheid van ouders bij de uitvoering van het voorschoolprogramma. Beoordeling toezichthouder Van de 6 voorwaarden van dit domein: - is aan 1 voorwaarde(n) voldaan - is aan 3 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 2 voorwaarde(n) niet beoordeeld. Aan de volgende voorwaarde(n) is/zijn niet voldaan: 2.1.1. Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind aantoonbaar geïnformeerd over het beleid, het ambitieniveau van de voorschool, en dat van ouders een actieve rol wordt verwacht. 2.2.1. De houder maakt jaarlijks een analyse van de ouderpopulatie van de betreffende locatie. 2.2.2. De houder formuleert jaarlijks per locatie ouderbeleid dat aansluit op analyse van de ouderpopulatie. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: zie toelichting toezichthouder
3. Doorgaande lijn en samenwerking met de basisschool Ten behoeve van de effectiviteit van het voorschoolprogramma, heeft de gemeente Amsterdam in de verordening eisen opgenomen met betrekking tot de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool en de samenwerking met de basisschool. Beoordeling toezichthouder Van de 9 voorwaarden van dit domein: - is aan 5 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 4 voorwaarde(n) niet beoordeeld
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
6
4. Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk Ten behoeve van de kwaliteit van het voorschoolprogramma, heeft gemeente Amsterdam extra eisen gesteld op het gebied van de uitvoering van het programma Beoordeling toezichthouder Van de 11 voorwaarden van dit domein: - is aan 6 voorwaarde(n) voldaan - is aan 4 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 1 voorwaarde(n) niet beoordeeld Aan de volgende voorwaarde(n) is/zijn niet voldaan: 4.1.3. Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. 4.1.5. De voorschool werkt aan de invoering van de taaldoelen voor 4 en 6 jarigen. 4.3.3. De beroepskrachten analyseren en bepalen regelmatig welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep, de kleine/tutorgroep en het individuele kind. 4.3.4. Voor kinderen waarover de instelling zich met betrekking tot de ontwikkeling zorgen maakt wordt een handelingsplan opgesteld en bijgehouden. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: zie toelichting toezichthouder
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
7
Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item 1. Randvoorwaarden voorschoolse educatie
1.1 Intensieve deelname Voorwaarden 1.
1
2
3
4
NB
Het gemiddeld aantal uren dat per week per doelgroepkind aan voorschoolse educatie wordt aangeboden bedraagt: - in groepen met 50% of meer doelgroepkinderen: 12 uur; 1 - in groepen met minder dan 50% doelgroepkinderen: 10 uur. Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie, artikel 15
Toelichting toezichthouder Het aantal doelgroepkinderen per groep bedraagt meer dan 50%. Er wordt verspreid over vier dagdelen minimaal 12 uur voorschoolse educatie aangeboden aan de doelgroepkinderen. Dit is voldoende. Normering 1. N.v.t. 2: Het aantal uur dat voorschoolse educatie wordt geboden is niet voldoende. 3: Het aantal uur dat voorschoolse educatie wordt geboden is voldoende. 4. N.v.t. Gebruikte bronnen Uitdraai ELKK-VVE februari 2012, plaatsingslijsten februari 2012, gesprek met de twee leidinggevenden en de VVEcoördinator en inspectieonderzoek.
1
Het gaat hier om de verhouding van het aantal geplaatste doelgroepkinderen en de maximale groepsgrootte per voorschoolgroep.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
8
1.3 Registratie Voorwaarden 1.
1
2
3
4
NB
De houder registreert ieder kind dat deelneemt aan voorschoolse educatie in ELKKVVE.2 Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie, artikel 13
2.
De houder draagt zorg dat de gegevens van de geregistreerde kinderen in ELKKVVE actueel blijven. Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie, artikel 13
3.
De houder houdt het precieze aantal maanden en dagdelen bij dat een kind voorschoolse educatie ontvangt. Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie, artikel 13
Toelichting toezichthouder Alle kinderen zijn geregistreerd in ELKK-VVE. De gegevens uit ELKK-VVE zijn actueel. De gegevens worden minimaal maandelijks bijgewerkt. Het totale aantal maanden en het aantal dagdelen per week dat de kinderen voorschoolse educatie hebben ontvangen, wordt bijgehouden op de Amsterdams Uniforme Voorbladen. Normering Ad 1: 1: n.v.t. 2: De gegevens van de kinderen die deelnemen aan de voorschool zijn niet of niet volledig geregistreerd in ELKKVVE. 3: De gegevens van de kinderen die deelnemen aan de voorschool zijn volledig geregistreerd in ELKK-VVE. 4: n.v.t. Ad 2: 1. n.v.t. 2: De gegevens van de geregistreerde kinderen zijn niet actueel 3: De gegevens van de geregistreerde kinderen zijn actueel. 4. n.v.t. Ad 3: 1. n.v.t. 2: Het precieze aantal maanden en aantal dagdelen voorschoolse educatie wordt niet per kind bijgehouden. 3: Het precieze aantal maanden en aantal dagdelen voorschoolse educatie wordt per kind bijgehouden. 4: n.v.t. Gebruikte bronnen Uitdraai ELKK-VVE februari 2012, plaatsingslijsten februari 2012, kopieën van de Amsterdamse Uniforme Voorbladen, gesprek met de twee leidinggevenden en de VVE-coördinator en inspectieonderzoek.
2
Elektronisch Loket Kernprocedure en Keuzegids – Voor- en Vroegschoolse Educatie
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
9
1.4 Beroepskwalificatie en scholing Voorwaarden 1.
De beroepskrachten zijn gecertificeerd voor het werken met het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt.3
2.
De beroepskrachten voldoen aan de Amsterdamse taalnorm; zij beschikken voor de mondelinge taalvaardigheid en de leesvaardigheid over niveau B2 en voor de schriftelijke taalvaardigheid over niveau B1.
3.
De beroepskrachten volgen bij- en nascholing om het kennisniveau actueel te houden en te voldoen aan de (nieuwe) eisen van de overheid.
1
2
3
4
NB
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten zijn niet allemaal in het bezit van een certificaat van het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. Drie vaste beroepskrachten zijn reeds in het bezit van het VVE-certificaat voor Piramide. Zes beroepskrachten (waaronder twee BBL’ers) zijn bezig met het opleidingstraject. Tijdens het inspectiebezoek is gebleken dat niet alle beroepskrachten beschikken over het vereiste taalniveau. Vijf beroepskrachten (waaronder één BBL’er) beschikken al wel over het certificaat, vier beroepskrachten (waaronder één BBL’er) nog niet. De beroepskrachten die reeds in het bezit zijn van het VVE-certificaat volgen bijscholing door enkele bijeenkomsten van de overige beroepskrachten die het opleidingstraject volgen, bij te wonen. De leidinggevenden verklaren dat wanneer er bijvoorbeeld een interessante spreker komt, de reeds gecertificeerde beroepskrachten soms ook aanschuiven voor bijscholing. Normering Ad 1: 1: De beroepskrachten hebben geen scholing gevolgd gericht op een VVE-programma. 2: De beroepskrachten zijn bezig met scholing gericht op het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt, of hebben scholing afgerond gericht op een VVE-programma dat niet op de locatie wordt gebruikt. 3: De beroepskrachten hebben scholing afgerond gericht op het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. 4: De beroepskrachten hebben naast de vereiste scholing aantoonbaar aanvullende VVE-cursussen gevolgd. Ad 2: 1: De beroepskrachten beschikken niet over het vereiste taalniveau. 2: De beroepskrachten beschikken niet over het vereiste taalniveau, maar volgen aantoonbaar nascholing. 3: De beroepskrachten beschikken over het vereiste taalniveau. 4: De beroepskrachten beschikken over een hoger taalniveau dan het vereiste niveau. Ad 3: 1: De beroepskrachten volgen geen bij- en nascholing. 2: De beroepskrachten volgen onvoldoende bij- en nascholing. 3: De beroepskrachten volgen voldoende bij- en nascholing. 4: De wijze waarop of de mate waarin de beroepskrachten bij- en nascholing volgen is een voorbeeld voor anderen. Mogelijke maatregelen Zorg dat alle beroepskrachten gekwalificeerd zijn om het voorschoolprogramma uit te voeren dat op de locatie wordt gebruikt. Zorg dat alle beroepskrachten over het vereiste taalniveau beschikken. Gebruikte bronnen Afschriften kwalificaties VVE-programma Piramide, afschriften kwalificaties taalvaardigheid, gesprek met de twee leidinggevenden en de VVE-coördinator en inspectieonderzoek.
3 Voor deze voorwaarde geldt een extra overgangstermijn voor beroepskrachten van startende voorschoollocaties. Hiervoor geldt dat de beroepskrachten gestart dienen te zijn met de scholing voor de certificering in het VVE-programma dat op de betreffende locatie wordt gebruikt. De periode van de overgangstermijn is afhankelijk van de duur van de scholing in het betreffende VVE-programma en wordt in de subsidiebeschikking vastgelegd.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
10
2. Ouders 2.1 Informatie Voorwaarden 1.
Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind aantoonbaar geïnformeerd over het beleid, het ambitieniveau van de voorschool, en dat van ouders een actieve rol wordt verwacht.
2.
Bij aanmelding van ieder kind vindt een intakegesprek plaats, waarbij de ouders bevraagd worden over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden.
1
2
3
4
NB
Toelichting toezichthouder Ouders worden nog onvoldoende aantoonbaar geïnformeerd over de actieve rol die van hen wordt verwacht. De leidinggevenden verklaren dat zij ouders wel al mondeling informeren en dat zij dit nog gaan opnemen in de informatie aan ouders. Per kind vindt er een intakegesprek met ouders plaats. Dit gebeurt op basis van een standaard intakeformulier. Normering Ad 1: 1: Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind niet geïnformeerd over het beleid, het ambitieniveau van de voorschool en de actieve rol die verwacht wordt. 2: Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind niet voldoende geïnformeerd over het beleid, het ambitieniveau van de voorschool, en de actieve rol die verwacht wordt. 3: Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind adequaat geïnformeerd over het beleid, het ambitieniveau van de voorschool en de actieve rol die verwacht wordt. 4: Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind geïnformeerd over het beleid, het ambitieniveau van de voorschool en de actieve rol die verwacht wordt, waarbij de verwachtingen en afspraken hierover worden vastgelegd. Ad 2: 1: Er vindt geen intakegesprek met ouders plaats. 2: Er vindt geen volledige intakegesprek plaats: er is geen standaard intakeprocedure, niet alle punten worden systematisch besproken/vastgelegd of dit gebeurt niet bij alle kinderen. 3: Er wordt gewerkt met een standaard intakeprocedure. Alle informatie wordt besproken en vastgelegd. 4: De uitvoering van de intakeprocedure is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Mogelijke maatregelen Informeer ouders aantoonbaar over de wijze waarop ouders worden geacht een actieve rol te spelen bij de voorschoolse educatie. Gebruikte bronnen Informatieboekje, website, intakeformulieren, gesprek met de leidinggevenden en de VVE-coördinator en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
11
2.2 Ouderbetrokkenheid Voorwaarden 1.
De houder maakt jaarlijks een analyse van de ouderpopulatie van de betreffende locatie.
2.
De houder formuleert jaarlijks per locatie ouderbeleid dat aansluit op analyse van de ouderpopulatie.
3.
Het ouderbeleid bevat minimaal de wijze waarop - ouders actief worden betrokken bij de activiteiten van de voorschoolse educatie; - concrete activiteiten worden aangeboden om ouders te stimuleren thuis met hun kind activiteiten te doen; - de wijze waarop coördinatie plaatsvindt op het geheel aan activiteiten met als resultaat dat ouders betrokken zijn bij de voorschoolse activiteiten
4.
Het ouderbeleid wordt in de praktijk uitgevoerd.
1
2
3
4
NB
Toelichting toezichthouder De houder heeft geen actuele analyse gemaakt van de ouderpopulatie van deze locatie in de vorm van een beschrijving van de ouderpopulatie en cijfermatige opsomming van gegevens met betrekking tot de ouderpopulatie. Het ouderbeleid is niet gebaseerd op een analyse van de ouderpopulatie, maar er wordt wel een actief ouderbeleid gevoerd. Voor ieder nieuw thema krijgen de ouders een brief met informatie over dit thema. Daarnaast zijn er inloopochtenden voor ouders met betrekking tot het aanbod van Piramide en is er aandacht voor het VVE-programma tijdens de algemene ouderavonden. Normering Ad 1: 1: Er is geen analyse van de ouderpopulatie gemaakt 2: Er is geen actuele analyse van de ouderpopulatie of de analyse sluit niet aan bij de ouderpopulatie van de betreffende locatie. 3: Er is een actuele analyse die aanluit bij de ouderpopulatie van de betreffende locatie. 4: De analyse van de ouderpopulatie is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 2: 1: De voorschool heeft geen actueel ouderbeleid vastgesteld. 2: De voorschool heeft een actueel ouderbeleid vastgesteld, maar dat is niet gebaseerd op de analyse van de ouderpopulatie. 3: De voorschool heeft een ouderbeleid, gebaseerd op de jaarlijkse analyse van de ouderpopulatie. 4: Het ouderbeleid is zeer goed ontwikkeld en aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 3: 1: De voorschool heeft geen ouderbeleid vastgesteld. 2: De voorschool heeft een ouderbeleid vastgesteld, maar het beleid is niet volledig. 3: De voorschool heeft een volledig ouderbeleid vastgesteld. 4: Het ouderbeleid is zeer goed ontwikkeld en aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 4: 1: Het ouderbeleid wordt niet uitgevoerd. 2: Het ouderbeleid wordt niet volledig uitgevoerd. 3: Het ouderbeleid wordt uitgevoerd. 4: De uitvoering van het ouderbeleid versterkt de ouderbetrokkenheid en is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Mogelijke maatregelen Maak een analyse van de ouderpopulatie, waarbij in kaart wordt gebracht welke behoeften en mogelijkheden ouders van de betreffende locatie hebben met betrekking tot ouderbetrokkenheid. Stel een ouderbeleid vast dat aansluit bij de analyse van de ouderpopulatie ten behoeve van de ouderbetrokkenheid. Gebruikte bronnen Gesprek met de twee leidinggevenden en de VVE-coördinator en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
12
3. Doorgaande lijn en samenwerking met de basisschool
3.2 Samenwerking kindercentrum en basisschool Voorwaarden 1.
Er is een nauwe samenwerking met tenminste één basisschool die bij voorkeur hetzelfde programma hanteert en waarnaar gemiddeld de meeste kinderen doorstromen.
2.
De samenwerking tussen kinderdagverblijf en basisschool wordt per kindercentrum geregeld door middel van jaarlijks overleg, waarbij in ieder geval de volgende onderwerpen worden besproken en schriftelijk vastgelegd: - de aansluiting tussen de VVE programma’s; - het pedagogisch klimaat; - het educatief handelen; - de omgang met ouders; - de interne begeleiding en zorg..
1
2
3
4
NB
Toelichting toezichthouder Er is een samenwerking met De brede school waarin De Polsstokschool, de As-Soeffahschool en de Bijlmerhorst zijn gevestigd. Deze drie basisscholen werken met hetzelfde VVE-programma als de voorschool. De samenwerking tussen het kinderdagverblijf en de basisscholen wordt geregeld door middel van een maandelijks overleg. Er is een vaste agenda en er worden notulen bijgehouden. Normering Ad 1: 1: Er is geen samenwerking met een basisschool 2: Er is niet structureel samenwerking met de basisschool waar de meeste kinderen naar doorstromen. 3: Er is een nauwe samenwerking met de basisschool waar de meeste kinderen naar doorstromen. 4: De samenwerking met de basisschool is aantoonbaar een voorbeeld is voor anderen. Ad 2: 1: Er vindt geen jaarlijks overleg plaats tussen de voorschool en basisschool. 2: Tijdens het overleg dat plaats vindt tussen de voorschool en basisschool komen niet alle noodzakelijke gespreksonderwerpen aan bod of het is niet schriftelijk vastgelegd. 3: Er vindt jaarlijks een volledig overleg plaats tussen de voorschool en basisschool, waarbij het gesprek schriftelijk wordt vastgelegd. 4: Het overleg dat plaatsvindt is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, gesprek met de twee leidinggevenden en de VVE-coördinator.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
13
3.3 Overdracht Voorwaarden 1.
Per kind dat het programma voor voorschoolse educatie heeft doorlopen, vindt er een overdracht van kindgegevens plaats naar de basisschool met behulp van het Amsterdamse Uniforme Voorblad en een bijlage naar keuze.
2.
De instelling draagt er zorg voor dat overdracht van het dossier plaatsvindt na goedkeuring en ondertekening door een ouder van het kind.
3.
De overdracht van kinderen die externe zorg of ondersteuning ontvangen of dit op korte termijn nodig hebben vindt plaats door middel van bovengenoemde dossieroverdracht aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool.
1
2
3
4
NB
Toelichting toezichthouder Voor de overdracht van kinderen die doorstromen naar de basisschool wordt structureel het Amsterdams Uniform Voorblad ingevuld. Hier worden de volgende bijlagen aan toegevoegd: de peuterobservatielijsten en de toetsformulieren (voor de meeste kinderen zijn dit er drie). Bij de overdracht naar de basisschool vindt er voor alle kinderen een ‘warme overdracht’ plaats tussen de leerkracht van de basisschool en een beroepskracht van het kinderdagverblijf. Normering Ad 1: 1: Er vindt geen overdracht van kindgegevens plaats tussen voorschool en basisschool waar de uitstromende peuters naar toe gaan. 2: Er vindt niet structureel of volledig een overdracht van kindgegevens plaats tussen voorschool en basisschool waar de uitstromende peuters naar toe gaan. 3: Er vindt structureel een volledige overdracht van kindgegevens plaats tussen voorschool en basisschool waar de uitstromende peuters naar toe gaan 4: De overdracht van kindgegevens tussen voorschool en basisschool is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 2: 1: De overdracht van dossier vindt niet plaats na goedkeuring en ondertekening door de ouder. 2: De overdracht van dossier vindt niet altijd plaats na goedkeuring en ondertekening door de ouder. 3: De overdracht van dossier vindt plaats na goedkeuring en ondertekening door de ouder. 4: De wijze waarop ouders betrokken worden bij de overdracht is een voorbeeld voor anderen. Ad 3: 1: De overdracht van zorgkinderen wordt niet aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool. 2: De overdracht van zorgkinderen wordt niet structureel aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool. 3: De overdracht van zorgkinderen wordt aangevuld met een gesprek tussen de instelling en de basisschool. 4: De overdracht van zorgkinderen is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Gebruikte bronnen Kopieën van het Amsterdams Uniform Voorblad, gesprek met de twee leidinggevenden en de VVE-coördinator en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
14
4. Uitvoering voorschoolse educatie in de praktijk
4.1 Effectief programma Voorwaarden 1.
Voor de voorschoolse educatie wordt een VVE-programma gebruikt dat door Amsterdam erkend is.
2.
De voorschool werkt met een doelgerichte planning die aansluit bij de doelen en ontwikkelingslijnen van het betreffende VVE-programma.
3.
Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau.
4.
Er is een voldoende dekkend activiteitenaanbod gericht op taalontwikkeling, zo nodig in aanvulling op het VVE-programma.
5.
De voorschool werkt aan de invoering van de taaldoelen voor 4 en 6 jarigen.
1
2
3
4
NB
Toelichting toezichthouder De voorschool werkt met VVE-programma ‘Piramide’. Er wordt structureel gewerkt met een weekplanning die per groep wordt gemaakt en die aansluit op het VVE-programma. Hierin wordt aangegeven welke VVE-activiteiten op welk moment worden ondernomen. Het activiteitenaanbod klimt voldoende op in moeilijkheidsgraad, maar wordt nog onvoldoende aantoonbaar afgestemd op de verschillende leeftijdsgroepen en wordt onvoldoende gedifferentieerd naar niveau. Er zijn geen groepjes gevormd van kinderen waarbij is gekeken naar verschillend ontwikkelingsniveau. Er is voldoende sprake van een dekkend taalaanbod. Er wordt niet gewerkt met een aanvullend taalprogramma, maar er wordt nauwkeurig gewerkt aan de hand van de boeken van Piramide waarin een voldoende dekkend activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is verwerkt. De VVE-coördinator verklaart op de hoogte te zijn van de invoering van de taaldoelen en de methode van de Kijkwijzer. Wipsa Kids wil de Kijkwijzer gaan implementeren, maar hier is in de praktijk nog niet mee gestart. Normering Ad 1: 1: n.v.t. 2: Er wordt niet gewerkt met een door Amsterdam erkend VVE-programma. 3: Er wordt gewerkt met een door Amsterdam erkend VVE-programma. 4: n.v.t. Ad 2: 1: Er is geen doelgericht planning opgesteld. 2: Er is een planning opgesteld maar deze sluit niet voldoende aan bij het VVE-programma. 3: Er is een doelgericht planning opgesteld die aansluit bij het VVE-programma. 4: De doelgerichte planning waarmee wordt gewerkt is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 3: 1: Het dagelijkse activiteitenaanbod bestaat uit losse, niet samenhangende activiteiten. 2: Er is sprake van een samenhangend activiteitenaanbod, maar het aanbod klimt niet op in moeilijkheidsgraad en/of er wordt niet gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. 3: Er is sprake van een samenhangend activiteitenaanbod, waarbij het aanbod opklimt in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. 4: De wijze waarop het samenhangende aanbod opklimt in moeilijkheidsgraad en differentieert naar leeftijd en ontwikkelingsniveau is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 4: 1: Er is geen activiteitenaanbod gericht op taalontwikkeling. 2: Er is een activiteitenaanbod gericht op taalontwikkeling maar dit is niet voldoende dekkend. 3: Er is een voldoende dekkend activiteitenaanbod gericht op taalontwikkeling. 4: Het activiteitenaanbod gericht op taalontwikkeling is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 5: 1: De beroepskrachten zijn niet bekend met de taaldoelen voor 4 en 6 jarigen. 2: De beroepskrachten zijn bekend met de taaldoelen voor 4 en 6 jarigen, maar zijn nog niet met de invoering begonnen. 3: De voorschool werkt aan de invoering van de taaldoelen voor 4 en 6 jarigen. 4: De wijze waarop gericht en planmatig wordt gewerkt aan de taalontwikkeling van kinderen met behulp van de taaldoelen is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
15
Mogelijke maatregelen Zorg voor een samenhangend activiteitenaanbod, waarbij het aanbod opklimt in moeilijkheidsgraad en dat wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. Toon aan welke activiteiten worden aangeboden. Draag er zorg voor dat er gewerkt wordt aan de invoering van de taaldoelen voor vier- en zesjarigen. Toon aan op welke wijze hier zorg voor wordt gedragen. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, gesprek beroepskrachten en de VVE-coördinator en planning VVE-activiteiten.
4.2 Inrichting van de accommodatie Voorwaarden 1.
1
2
3
4
NB
De groepsruimte is ingericht conform de voorwaarden van het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt.
Toelichting toezichthouder De groepsruimte voldoet aan de voorwaarden. De ruimte bevat verschillende hoeken en de uitwerking van het thema is duidelijk zichtbaar op de groepen. Normering 1: 2: 3: 4:
De inrichting van de ruimte voldoet niet aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. De inrichting van de ruimte voldoet ten dele aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. De inrichting van de ruimte voldoet aan de richtlijnen die in het VVE-programma zijn opgenomen. Aan de inrichting van de ruimte is veel aandacht besteed en is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen.
Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
16
4.3 Ontwikkeling, begeleiding en zorg Voorwaarden 1.
De beroepskrachten volgen de ontwikkeling van alle kinderen (als groep en ieder kind apart) met een kindvolgsysteem dat aansluit op het VVE-programma dat op de locatie gebruikt wordt.
2.
De observatie- en eventuele toetsgegevens worden vastgelegd in een peuterdossier en geven zicht op de ontwikkeling of de eventuele stagnatie per kind.
3.
De beroepskrachten analyseren en bepalen regelmatig welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep, de kleine/tutorgroep en het individuele kind.
4.
Voor kinderen waarover de instelling zich met betrekking tot de ontwikkeling zorgen maakt wordt een handelingsplan opgesteld en bijgehouden.
5.
Kinderen die zorg nodig hebben van een externe zorginstelling worden bij JGZ / OKC aangemeld.
1
2
3
4
NB
Toelichting toezichthouder Op de locatie wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd door middel van het kindvolgsysteem van Piramide. De kinderen worden halfjaarlijks getoetst. De ontwikkeling van de groep als geheel wordt gevolgd door middel van hetzelfde kindvolgsysteem. De toetsgegevens worden vastgelegd in de peuterdossiers. Er wordt niet regelmatig bepaald welke begeleiding of zorg nodig is voor de tutorgroep. Er zijn in het afgelopen jaar geen handelingsplannen opgesteld voor de begeleiding die intern wordt geboden door de beroepskrachten voor kinderen die extra zorg vragen. Normering Ad 1: 1: De beroepskrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen niet of nauwelijks. 2: De beroepskrachten volgen de ontwikkeling van alle kinderen, maar maken geen onderscheid naar de groep en ieder kind apart en/of gebruiken geen kindvolgsysteem. 3: De beroepskrachten volgen regelmatig en systematisch de ontwikkeling van alle kinderen (als groep en ieder kind apart) met een kindvolgsysteem dat aansluit op het VVE-programma. 4: De wijze waarop de beroepskrachten de ontwikkeling van individuele kinderen en de gehele groep met een kindvolgsysteem volgen is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 2: 1: Er worden geen individuele peuterdossiers bijgehouden. 2: De peuterdossiers worden niet systematisch bijgehouden. 3: De peuterdossiers worden systematisch bijgehouden 4: De wijze waarop de peuterdossiers worden bijgehouden is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 3: 1: De beroepskrachten analyseren niet welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep en de individuele kinderen. 2: De beroepskrachten analyseren niet regelmatig en systematisch welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep en de individuele kinderen. 3: De beroepskrachten analyseren en bepalen regelmatig welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep, de kleine/tutorgroep en het individuele kind. 4: De wijze waarop er geanalyseerd wordt welke begeleiding voor de kinderen nodig is, is een aantoonbaar voorbeeld voor anderen. Ad 4: 1: Er worden geen handelingsplannen opgesteld voor kinderen waar men zich zorgen over maakt. 2: Voor kinderen waar men zich zorgen over maakt wordt een handelingsplan opgesteld maar dit wordt niet bijgehouden. 3: Voor kinderen waar men zich zorgen over maakt wordt een doelgericht handelingsplan opgesteld en bijgehouden. 4: De wijze waarop er met handelingsplannen wordt gewerkt is aantoonbaar een voorbeeld voor anderen. Ad 5: 1: n.v.t. 2: Kinderen die zorg nodig hebben van een externe zorginstelling worden niet bij JGZ / OKC aangemeld. 3: Kinderen die zorg nodig hebben van een externe zorginstelling worden bij JGZ / OKC aangemeld. 4: n.v.t.
Mogelijke maatregelen Zorg dat de beroepskrachten regelmatig analyseren en bepalen welke begeleiding en zorg nodig is voor de kleine tutorgroep. Zorg dat voor kinderen waarover de instelling zich met betrekking tot de ontwikkeling zorgen maakt een handelingsplan wordt opgesteld en bijgehouden. Gebruikte bronnen Peuterdossiers met toetsgegevens, inspectieonderzoek en gesprek met de twee leidinggevenden en VVE-coördinator.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
17
5. Eisen voorschoolse educatie Wet kinderopvang 4
5.1 Omvang voorschoolse educatie Voorwaarde 1
Ja
Nee
Niet beoordeeld
Ja
Nee
Niet beoordeeld
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Toelichting toezichthouder geen Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met de beroepskrachten en VVE-coördinator.
5.2 Aantal beroepskrachten en groepsgrootte Voorwaarden 1
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
2
5
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Toelichting toezichthouder De groepen bestaan uit maximaal veertien kinderen. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, rooster en planning januari t/m maart 2012.
4
Voor dit item geldt een overgangsbepaling tot 1 augustus 2011 in gemeenten die geen decentralisatie-uitkering kregen of krijgen.
5
Deze voorwaarde voor voorschoolse educatie is gelijk aan item 5.1, voorwaarde 2.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
18
5.3 Kwaliteit van beroepskrachten6 Voorwaarden 1
Ja
Nee
Niet beoordeeld
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij 7 ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
2a Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF 2b De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
3
8
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten zijn niet allemaal in het bezit van een certificaat van het VVE-programma dat op de locatie wordt gebruikt. Drie vaste beroepskrachten zijn reeds in het bezit van het VVE-certificaat voor Piramide. Zes beroepskrachten (waaronder twee BBL’ers) zijn bezig met het opleidingstraject. De beroepskrachten die reeds in het bezit zijn van het VVE-certificaat volgen bijscholing door enkele bijeenkomsten van de overige beroepskrachten die het opleidingstraject volgen, bij te wonen. De leidinggevenden verklaren dat wanneer er bijvoorbeeld een interessante spreker komt, de reeds gecertificeerde beroepskrachten soms ook aanschuiven voor bijscholing. Er is echter geen opleidingsplan op schrift gesteld. Mogelijke maatregel(en) Zorg dat de beroepskrachten gekwalificeerd zijn voor het geven van voorschoolse educatie en dat er een opleidingsplan wordt opgesteld. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en documenten.
9
5.4 Voorschools educatieprogramma Voorwaarden 1
Ja
Nee
Niet beoordeeld
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Toelichting toezichthouder Er wordt volgens het programma Piramide gewerkt. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
6 Voor dit item geldt een overgangsbepaling tot 1 augustus 2011 voor gemeenten buiten de G4. Deze overgangsbepaling geldt voor beroepskrachten die op 1 augustus 2010 reeds belast waren met voorschoolse educatie. 7 Deze voorwaarde voor voorschoolse educatie is inhoudelijk gelijk aan item 2.2, voorwaarde 1 van dit toetsingskader. 8 In dit opleidingsplan komt tot uitdrukking op welke wijze de kennis en de vaardigheden van alle beroepskrachten voorschoolse educatie in het vroegtijdig bestrijden van achterstanden door middel van voorschoolse educatie worden onderhouden. 9
Voor dit item geldt een overgangsbepaling tot 1 augustus 2011 voor peuterspeelzalen en kindercentra in gemeenten buiten de G4.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
19
Beschouwing toezichthouder geen
Advies aan gemeente Advies met betrekking tot gemeentelijk ingrijpen
Niet handhaven Handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekeninghoudend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden Opmerkingen toezichthouder: -
Mogelijk te nemen maatregel(en) in verband met geconstateerde overtredingen -
Zorg dat alle beroepskrachten gekwalificeerd zijn om het voorschoolprogramma uit te voeren dat op de locatie wordt gebruikt.
-
Zorg dat alle beroepskrachten over het vereiste taalniveau beschikken. Informeer ouders aantoonbaar over de wijze waarop ouders worden geacht een actieve rol te spelen bij de voorschoolse educatie. Maak een analyse van de ouderpopulatie, waarbij in kaart wordt gebracht welke behoeften en mogelijkheden ouders van de betreffende locatie hebben met betrekking tot ouderbetrokkenheid. Stel een ouderbeleid vast dat aansluit bij de analyse van de ouderpopulatie ten behoeve van de ouderbetrokkenheid. Zorg voor een samenhangend activiteitenaanbod, waarbij het aanbod opklimt in moeilijkheidsgraad en dat wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. Toon aan welke activiteiten worden aangeboden. Draag er zorg voor dat er gewerkt wordt aan de invoering van de taaldoelen voor vier- en zesjarigen. Toon aan op welke wijze hier zorg voor wordt gedragen. Zorg dat de beroepskrachten regelmatig analyseren en bepalen welke begeleiding en zorg nodig is voor de kleine tutorgroep. Zorg dat voor kinderen waarover de instelling zich met betrekking tot de ontwikkeling zorgen maakt een handelingsplan wordt opgesteld en bijgehouden.
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
20
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum/peuterspeelzaal Maatregelen op voorwaarden waar niet aan is voldaan
Domein Voorwaarde
Maatregel
1.4.1
De beroepskrachten zijn gecertificeerd voor het werken met het VVE - programma dat op de locatie wordt gebruikt.
1.4.2
De beroepskrachten voldoen aan de Amsterdamse taalnorm; zij beschikken voor de mondelinge taalvaardigheid en de leesvaardigheid over niveau B2 en voor de schriftelijke taalvaardigheid over niveau B1.
2.1.1
Ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun kind aantoonbaar geïnformeerd over het beleid, het ambitieniveau van de voorschool, en dat van ouders een actieve rol wordt verwacht.
2.2.1
De houder maakt jaarlijks een analyse van de ouderpopulatie van de betreffende locatie. De houder formuleert jaarlijks per locatie ouderbeleid dat aansluit op analyse van de ouderpopulatie. Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. De voorschool werkt aan de invoering van de taaldoelen voor 4 en 6 jarigen. De beroepskrachten analyseren en bepalen regelmatig welke begeleiding en zorg nodig is voor de hele groep, de kleine/tutorgroep en het individuele kind. Voor kinderen waarover de instelling zich met betrekking tot de ontwikkeling zorgen maakt wordt een handelingsplan opgesteld en bijgehouden.
Een aantal van de beroepskrachten op de peutergroepen zijn nog bezig met het afronden van de Piramide training (voorschoolse educatie). Naar verwachting zijn de beroepskrachten voorschoolse educatie uiterlijk december 2012 gecertificeerd. Een aantal van de beroepskrachten op de peutergroepen zijn nog bezig met het afronden van de taaltraining. Naar verwachting zijn de beroepskrachten voorschoolse educatie uiterlijk december 2012 gecertificeerd. Bij het intakegesprek wordt uitgebreider stil gestaan bij de voorschoolse educatie. Op de website en in het informatieboekje wordt de werkwijze van de Piramide binnen Wipsa Kids beter verwoord en wordt de rol die van ouders wordt verwacht beter toegelicht. Hier wordt aan gewerkt.
2.2.2
4.1.3
4.1.5 4.3.3
4.3.4
Kinderdagverblijf WIPSA KIDS B.V., d.d. 08 maart 2012
Hier wordt aan gewerkt.
De beroepskrachten krijgen sinds kort extra coaching op de werkvloer over de toepassing van de piramide. Hier wordt aan gewerkt. Hier wordt aan gewerkt.
Er is een samenwerking aangegaan met het MOC kabouterhuis voor begeleiding van de beroepskrachten waarbij er meer aandacht komt voor het opstellen van handelingsplannen en hoe deze bij te houden.
21