Inspectierapport Kinderdagverblijf de Toverlantaarn Jaarlijks onderzoek Definitief rapport
Toezichthouder Opdrachtgever Datum
: : :
Mw. L. Hofland Stadsdeel Oost 05-06-2013
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
1/23
Inleiding Waarom toezicht? De rijksoverheid stelt aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen kwaliteitseisen op onder andere het gebied van: personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte, beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, ouderinspraak, klachten, voorschoolse educatie en aan de zorgplicht en taken van het gastouderbureau. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk.
Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum, de peuterspeelzaal of de gastouder is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. Het gastouderbureau is verantwoordelijk voor de beleidsmatige zaken die kwalitatief goede kinderopvang mogelijk maken. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspectieonderzoeken uit, waarbij zij beoordeelt of aan de gestelde eisen wordt voldaan. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen.
Waarop is het toezicht gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid onder meer regels in de 'Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen' (hierna: WKo), het 'Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen' (hierna: Besluit), 'het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie', en de 'Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen' (hierna: Regeling) geformuleerd. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde instrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Het toezicht door de GGD vindt risicogestuurd plaats. Dit houdt in dat minder toezicht gehouden wordt bij de kindercentra waar dat kan, en meer waar dat nodig is. Ieder gastouderbureau wordt jaarlijks geïnspecteerd; jaarlijks vindt bij een selectie van de gastouders toezicht plaats.
Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Weergeven van het oordeel over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra, het gastouderbureau, de gastouder en de peuterspeelzaal om in het landelijk register opgenomen te worden dan wel om eisen die aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum, het gastouderbureau, de gastouder en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. De ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum, het gastouderbureau en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet.
Leeswijzer Dit inspectierapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het "Overzicht bevindingen" staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectiedomein samengevat en in "Het inspectieonderzoek" staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan ("ja"), of dit niet het geval is ("nee"), of dat hij niet tot een oordeel kon komen ("niet beoordeeld"). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzien om te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat het inspectierapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal, de gemeente en de toezichthouder en, indien van toepassing, de zienswijze van de houder van het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
2/23
Algemene gegevens Kinderdagverblijf NAW-gegevens Kinderdagverblijf Naam Kinderdagverblijf (locatie) Adres Postcode/Plaats Telefoon Naam contactpersoon Emailadres Website Kwaliteitsysteem Lid brancheorganisatie
: : : : : : : : :
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn Lorentzlaan 73 1097 KJ AMSTERDAM 020-5926500 Mevrouw A. Koks en R. Boon
[email protected] www.kinderopvang-skw.nl Nee Ja , Brancheorganisatie Kinderopvang
: : : : : :
Kinderdagverblijf 8 28 beroepskrachten 93 Ma t/m vrij 8.00-18.30 uur. Nee
: : : : : :
Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer Hugo de Vrieslaan 7 1097 ED AMSTERDAM 020 6920790
[email protected] www.kinderopvang-skw.nl
: : :
01-01-2010 Ja -
Opvanggegevens Type opvang Aantal groepen Aantal beroepskrachten Aantal kindplaatsen Openingstijden Gesubsidieerde voorschoolse educatie
NAW-gegevens houder Naam houder Adres Postcode/Plaats Telefoon Emailadres Website
Registergegevens Kinderdagverblijf Datum opname landelijk register Gegevens register conform de praktijk Toelichting
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
3/23
Algemene gegevens toezicht Inspectiegegevens Type inspectie Aangekondigd Datum inspectieonderzoek Versturen ontwerprapport Hoor en wederhoor Zienswijze Vaststellen definitief rapport Versturen definitief rapport
: : : : : : : :
Jaarlijks onderzoek Nee 05-06-2013 27-06-2013 28-06-2013 --01-07-2013 08-07-2013
Naam GGD
:
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Adres Postcode/Plaats
: :
Nieuwe Achtergracht 100 1018 WT AMSTERDAM
Postadres Postcode/Plaats
: :
Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM
Telefoon Emailadres Website
: : :
020 555 55 75
[email protected] http://www.gezond.amsterdam.nl
Gegevens toezichthouder (GGD)
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Adres Postcode/Plaats Adres Telefoon Emailadres Website
: : : : : : :
Stadsdeel Oost Oranje-Vrijstraatplein 2 1093 NG AMSTERDAM Oranje-Vrijstraatplein 2 14020
[email protected] www.oost.amsterdam.nl
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
4/23
Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein Domein 0: Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een kindercentrum dat bedrijfsmatig of anders dan om niet gedurende de opvang verzorging en opvoeding biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Beoordeling toezichthouder Van de 5 voorwaarden van dit domein: - is aan 3 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 2 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 1: Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie, het adviesrecht van de oudercommissie en de informatieverstrekking aan ouders. Beoordeling toezichthouder Van de 20 voorwaarden van dit domein: - is aan 6 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 14 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 2: Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Beoordeling toezichthouder Van de 8 voorwaarden van dit domein: - is aan 4 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 4 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 3: Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. Verder gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risico-inventarisatie. Beoordeling toezichthouder Van de 23 voorwaarden van dit domein: - is aan 9 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 14 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 4: Accommodatie en inrichting Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de accommodatie en inrichting van de binnenruimte, de slaapruimte voor baby's en de buitenspeelruimte. Beoordeling toezichthouder Van de 10 voorwaarden van dit domein: - is aan 7 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 3 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 5: Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kind-ratio). Beoordeling toezichthouder Van de 13 voorwaarden van dit domein: - is aan 7 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 6 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 6: Pedagogisch beleid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke- en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Beoordeling toezichthouder Van de 28 voorwaarden van dit domein: - is aan 23 voorwaarde(n) voldaan Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
5/23
- is aan 23 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 5 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 7: Klachten De Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het kindercentrum. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: - is aan 0 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 12 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Domein 8: Voorschoolse educatie Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van voorschoolse educatie, indien dit wordt gesubsidieerd door de gemeente. Deze normen betreffen de minimale omvang van de voorschoolse educatie, het aantal beroepskrachten, de groepsgrootte, de kwaliteit van beroepskrachten en het voorschoolse educatieprogramma dat gebruikt wordt. Beoordeling toezichthouder Van de 7 voorwaarden van dit domein: - is aan 0 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 7 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
6/23
Domein 0: Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang 1.
Kinderopvang in de zin van de wet
Voorwaarde(n) 1. De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
Ja
Nee
NB
(art 1.1 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels w erkw ijze toezichthouder kinderopvang.)
2. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden. (art 1.1 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels w erkw ijze toezichthouder kinderopvang.)
3. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. (art 1.1 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels w erkw ijze toezichthouder kinderopvang.)
Toelichting toezichthouder De opvang valt binnen de gestelde definitie. Dit kinderdagverblijf valt onder kinderopvang in de zin van de wet. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
7/23
Domein 1: Ouders 2.
Instellen oudercommissie
1,2
Voorwaarde(n) 1. De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
Ja
Nee
NB
Ja
Nee
NB
(art 1.58 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De houder heeft een oudercommissie ingesteld. Deze oudercommissie bestaat uit zeven leden. Gebruikte bronnen Gesprek met de leidinggevende en de voorzitter van de oudercommissie (d.d. 12 juni 2013).
2.2. Adviesrecht oudercommissie
1,2
Voorwaarde(n) 1. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. 3 (art 1.60 lid 1 sub a sub b sub c sub d sub e sub f W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
2. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
3. Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
4. De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. 3 (art 1.60 lid 3 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De houder heeft het afgelopen jaar adviesaanvragen gedaan omtrent de wijziging in het aantal kindplaatsen (verhoging van 93 naar 96) en het pedagogisch werkplan. De toezichthouder heeft de voorzitter van de oudercommissie gesproken op 12 juni 2013. De oudercommissie heeft voor beide aanvragen een positief advies uitgebracht. De wijzigingen in het pedagogisch werkplan zijn goedgekeurd, mits voldoende en redelijkerwijs zou worden tegemoetgekomen aan de gestelde opmerkingen, aanvullingen en vragen. De oudercommissie moet nog vernemen wat er met deze opmerkingen is gedaan. Gebruikte bronnen Gesprek met de leidinggevende, reactie op adviesaanvraag pedagogisch werkplan d.d. 19 mei 2013 en gesprek met de voorzitter van de oudercommissie d.d. 12 juni 2013.
3.
Informatie
Voorwaarde(n) 1. De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. 4
Ja
Nee
NB
(art 1.54 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
2. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. 5 (art 1.50 lid 2 sub e art 1.54 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. De houder plaatst het inspectierapport op de eigen website. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 lid 3 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
4. De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. (art 1.54 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
5. De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. (art 1.54 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De houder informeert de ouders door middel van een informatieboekje, de website van Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer, een pedagogisch werkplan, nieuwsbrieven en intakegesprekken. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders en geven een adequaat beeld van de praktijk. In dit jaarlijkse onderzoek wordt tevens de wijziging in kindplaatsen meegenomen. De groepen 'Teigetje', 'Tweety' en 'Bert & Ernie' zijn verbouwd, waardoor er voldoende ruimte is gecreeerd voor de opvang van twaalf kinderen. Het is een punt van aandacht dat de nieuwe groepsgroottes in het informatieboekje en het pedagogisch werkplan opgenomen dienen te worden. De houder heeft de kwaliteitswijzer volledig ingevuld. De informatie komt overeen met het beleid dat wordt gevoerd. Gebruikte bronnen Gesprek met de leidinggevende, inspectieonderzoek, de website www.kinderopvang-skw.nl, informatieboekje 'Informatie kinderdagverblijf De Toverlantaarn (versie maart 2013), het pedagogisch werkplan 'Kinderdagverblijf De Toverlantaarn Kinderopvang SKW (conceptversie maart 2013) en de website www.kwaliteitswijzerkinderopvang.amsterdam.nl (bekeken op 5 juni 2013 en 17 juni 2013). Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
8/23
1
Dit item geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten minste een van de ouders wordt gedaan.
2
C onform art 1.59 van de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na aanvraag tot registeropname. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na aanvraag tot registeropname gekoppeld.
3
Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen, waaronder het aanbieden van voorschoolse educatie; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.
4
Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.
5
Deze voorwaarde geldt niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind (art 5 lid 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen).
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
9/23
Domein 2: Personeel 1.
Verklaring omtrent het gedrag
Voorwaarde(n) 1. Personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. 6
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 3 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
2. De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. 7 (art 1.50 lid 3 lid 4 lid 6 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
3. De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 lid 6 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder het personeel (beroepskrachten en stagiaires) dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Gebruikte bronnen Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag.
2.
Passende beroepskwalificatie
Voorwaarde(n) 1. Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. 8
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder geen Gebruikte bronnen Overzicht van beroepskrachten en hun behaalde diploma's.
6
Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurders, werknemers met een arbeidsovereenkomst (waaronder kantoorpersoneel), beroepskrachten in opleiding, stagiair(e)s, uitzendkrachten en vrijwilligers (zoals in de Wet kinderopvang gedefinieerd). Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. Voor de bestuurder die deel uitmaakt van een rechtspersoon volstaat overlegging van de VOG voor rechtspersonen of van een VOG voor natuurlijke personen. Bij wisseling van bestuurders maar instandhouding van de rechtspersoon, dient de nieuwe bestuurder een VOG voor natuurlijke personen te overleggen.
7
C onform artikel 1.50 lid 6 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dienen uitzendkrachten en stagiair(e)s een verklaring omtrent het gedrag te overleggen de eerste keer dat zij de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen. De VOG mag op dat moment niet ouder zijn dan twee maanden. Voor uitzendkrachten is het uitzendbureau de instantie die de VOG verlangt. Voor stagiair(e)s kan dit zowel de onderwijsinstelling als de stageverlenende instantie zijn.
8
Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
10/23
Domein 3: Veiligheid en gezondheid 1.2. Uitvoering beleid veiligheid Voorwaarde(n) 1. De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a sub b lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 lid 2 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. (art 1.50 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. De houder draagt zorg voor de uitvoering van het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. (art 1.50 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
5. Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De risico-inventarisatie veiligheid is in mei 2013 per groep uitgevoerd door de beroepskrachten. Ten tijde van het inspectiebezoek hebben de beroepskrachten de inventarisatie bij de locatiemanager ingeleverd. De uitkomsten hiervan zullen tijdens de volgende teamvergadering besproken worden. Tevens zal er een verbeterraportage naar aanleiding van de risico-inventarisatie veiligheid worden gemaakt. Van het jaar 2012 is deze getoond. De houder stelt de beroepskrachten op de hoogte van het veiligheidsbeleid door middel van maandelijkse werkbesprekingen die per groep plaatsvinden en teamvergaderingen die zes keer per jaar met het gehele team plaatsvinden. Er is een lijst getoond waarop klussen met betrekking tot veiligheid worden vermeld. Per groep staat vermeld welke acties er zijn ondernomen (zoals: hek gerepareerd, kindersloten bevestigd etc.). Tevens is er voor het jaar 2012 een veiligheidsverslag opgesteld. Hierin staat samengevat wat er in het jaar 2012 is gebeurd op het gebied van veiligheid. In mei 2013 heeft er een ontruimingsoefening plaatsgevonden. Er zijn drie beroepskrachten met een BHV-diploma. Dagelijks is één van hen aanwezig. Ongevallenregistraties worden op elke groep ingevuld. Daarna worden deze tijdens een werkoverleg besproken. Per groep is er een 'handboek leidsters'. Een aantal documenten is zeer gedateerd (actieplannen). Tijdens het inspectiebezoek is dit als aandachtspunt benoemd. De locatiemanager verklaart dat er wordt gewerkt aan het opschonen van dit handboek. Gebruikte bronnen Gesprek met leidinggevende, beroepskrachten en inspectiebezoek. Notulen d.d 12, 13 en 14 november 2012 en 8 april 2013. Document 'klussen Toverlantaarn m.b.t. veiligheid juni 2012 t/m mei 2013'. Veiligheidsverslag 2012, verbeterplan risico-inventarisatie veiligheid (juni 2012).
2.2. Uitvoering beleid gezondheid Voorwaarde(n) 1. De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. De houder draagt zorg voor de uitvoering van het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 lid 3 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. (art 2.6 lid 2 art 2.9 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
5. Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De risico-inventarisatie gezondheid is in mei 2013 per groep uitgevoerd door de beroepskrachten. Ten tijde van het inspectiebezoek hebben de beroepskrachten de inventarisatie bij de locatiemanager ingeleverd. De uitkomsten (actieplannen, evalueren van werkinstructies) hiervan zullen tijdens de volgende teamvergadering besproken worden. Van het jaar 2012 is een verslag getoond waarin de grotere risico's zijn opgesomd. De risico's zijn gekoppeld aan hygiëneregels en huisregels van de Toverlantaarn. De houder stelt de beroepskrachten op de hoogte van het veiligheidsbeleid door middel van maandelijkse werkbesprekingen die per groep plaatsvinden en teamvergaderingen die zes keer per jaar met het gehele team Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
11/23
worden gehouden. Er hangen schoonmaaklijsten op iedere groep. Deze dienen afgetekend te worden als de schoonmaakactiviteit is uitgevoerd. De lijsten worden niet altijd goed bijgehouden op elke groep. De toezichthouder heeft dit als aandachtspunt aan de locatiemanager meegegeven. Gebruikte bronnen Gesprek met leidinggevende, beroepskrachten en inspectiebezoek. Notulen d.d. 12, 13 en 14 november 2012 en 8 april 2013. Verslag risico-inventarisatie gezondheid juni 2012.
3.
Meldcode kindermishandeling
Voorwaarde(n) 1. De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen. 9
Ja
Nee
NB
(art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van het JSO-protocol dat is toegespitst op Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer. Op iedere groep staat een 'handboek leidsters' waaraan ook het stappenplan en een signalenlijst is toegevoegd. Tevens is er in ieder handboek een sociale kaart aanwezig die is toegespitst op de omgeving van het kinderdagverblijf. Gebruikte bronnen Meldcode kindermishandeling.
3.1. Beleid meldcode kindermishandeling Voorwaarde(n) 1. De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van de meldcode kindermishandeling.
Ja
Nee
NB
(art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De houder stelt de beroepskrachten door vergaderingen, studiedagen en trainingen op de hoogte van de inhoud van het protocol kindermishandeling. Op elke groep staat een handboek voor de beroepskrachten waarin het protocol kindermishandeling is opgenomen. Drie beroepskrachten hebben een training protocol kindermishandeling gevolgd. Gebruikte bronnen Protocol kindermishandeling en inspectieonderzoek.
3.2. Uitvoering beleid meldcode protocol kindermishandeling Voorwaarde(n) 1. De beroepskrachten kennen de inhoud van de meldcode.
Ja
Nee
NB
(art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar de meldcode kindermishandeling. (art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten hebben het protocol niet gehanteerd omdat zij hebben aangegeven dat zich in het afgelopen jaar geen situatie heeft voorgedaan waarbij een vermoeden van kindermishandeling bestond. De beroepskrachten hebben de dag voor het inspectiebezoek het protocol kindermishandeling op een teamvergadering (d.d. 4 juni 2013) met elkaar besproken. De ondervraagde beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en notulen teamoverleg d.d. 4 juni 2013.
9
De meldcode hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005), welke als volgt luidt: “Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.” In de meldcode zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. De meldcode bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases aan bod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen en handelen. Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen. De meldcode bevat hulpmiddelen voor het doorlopen van het stappenplan, de evaluatie en de nazorg. De meldcode bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied, uitgesplitst voor de groep van 0-4 jaar en de groep van 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. De ontwikkelingsgebieden per leeftijdscategorie (0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die in de lijst aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. De meldcode besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens. In de meldcode dienen de volgende punten met betrekking hierop behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen,
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
12/23
omgaan met schriftelijke informatie. De meldcode besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. De meldcode bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
13/23
Domein 4: Accommodatie en inrichting 1.
Binnenspeelruimte
Voorwaarde(n) 1. Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 2 sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 sub g sub h art 2.11 lid 3 art 2.12 lid 1 lid 2 art 2.15 lid 4 art 2.16 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. (art 1.50 lid 2 sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Het kindercentrum beschikt over acht stamgroepsruimtes. Na de vorige jaarlijkse inspectie in 2012 heeft er een verbouwing plaatsgevonden in de stamgroepsruimtes van de groepen 'Teigetje', 'Tweety' en 'Bert en Ernie'. Deze stamgroepsruimtes zijn nu geschikt voor de opvang van twaalf kinderen (eerst elf), net als de andere vijf groepsruimtes. De groepsruimtes zijn passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Tevens zijn er nog twee grote speelgangen waar activiteiten worden aangeboden. Gebruikte bronnen Bouwkundige tekening d.d. 22 maart 2013, pedagogisch werkplan en inspectieonderzoek.
2.
Slaapruimte
Voorwaarde(n) 1. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 2 sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Er zijn in het kindercentrum 9 slaapkamers (en 8 stamgroepen) aanwezig. De groepen 'Jip & Janneke' en 'Bert & Ernie' hebben samen een extra slaapkamer. Er zijn in totaal 86 bedden beschikbaar voor de kinderen. De locatiemanager verklaart dat er op elke groep kinderen zijn die niet meer slapen en dat er vooral op de extra slaapkamer vaak nog bedden over zijn. Bedden worden op één dag dan ook niet gedeeld. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met locatiemanager.
3.
Buitenspeelruimte
Voorwaarde(n) 1. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 2 sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Er zijn drie buitenspeelruimtes en er is een aparte moestuin. Deze buitenspeelruimtes zijn passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Er zijn onder andere zandbakken, glijbanen, fietsjes, ballen en wipkippen beschikbaar voor de kinderen. Gebruikte bronnen Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
14/23
Pedagogisch beleid en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
15/23
Domein 5: Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio 1.
Opvang in groepen
Voorwaarde(n) 1. De opvang vindt plaats in stamgroepen. 10
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 13 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Er zijn acht verticale stamgroepen: 'Tweety', 'Dribbel', 'Jip & Janneke', 'Bert & Ernie', 'Nijntje', 'Pinokkio', 'Teigetje' en 'Winnie de Poeh'. Elk kind behoort bij één stamgroep. Na de vorige jaarlijkse inspectie in 2012 heeft er een verbouwing plaatsgevonden in de stamgroepruimtes van de groepen 'Tweety', 'Bert & Ernie' en 'Teigetje', waardoor er in alle stamgroepen nu plaats is voor de opvang van twaalf kinderen. Alle stamgroepen bestaan uit kinderen van nul tot vier jaar oud. Voorwaarde 5.1.3 is niet beoordeeld aangezien de kinderen altijd in hun eigen stamgroep worden opgevangen. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, gesprek met beroepskrachten, roosters en aanwezigheidslijsten van de maanden april, mei en juni 2013 (tot de dag van inspectie).
3.
Beroepskracht-kind-ratio
Voorwaarde(n) 1. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
Ja
Nee
NB
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinde 11 (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 lid 8 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Dagelijks worden op alle groepen maximaal twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van vaste invalkrachten van Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer. Tijdens de inspectie staan er op elke groep voldoende beroepskrachten in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat er ook voldoende beroepskrachten zijn ingezet in de maanden april, mei en juni 2013 (tot de dag van inspectie). De steekproef is gehouden met behulp van de aanwezigheidslijsten van deze periode en de bijbehorende gewerkte dienstroosters. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat er acht beroepskrachten om 8.00 uur openen en vier beroepskrachten afsluiten om 18.30 uur. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, roosters en aanwezigheidslijsten van de maanden april, mei en juni 2013 (tot de dag van inspectie).
4.
Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer
Voorwaarde(n) 1. Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
Ja
Nee
NB
16/23
(art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
5. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: 8.00 - 16.30 uur, 9.30 - 18.00 uur en 9.30 - 18.30 uur. De beroepskrachten pauzeren dertig minuten tussen 13.15 en 14.15 uur. Om 8.00 uur start er op elke groep één beroepskracht. De locatiemanager verklaart dat er om 8.30 uur gemiddeld zeven kinderen aanwezig zijn (dit wordt steekproefsgewijs gecontroleerd). Om 16.30 uur gaat er van elke groep één beroepskracht naar huis. Om 18.00 uur worden alle nog aanwezige kinderen op twee groepen ('Dribbel' en 'Teigetje') opgevangen. De locatiemanager verklaart dat de meeste kinderen om 17.30 uur al zijn opgehaald, zodat er een beroepskracht alleen op de groep mag staan (dit wordt ook steekproefsgewijs door de locatiemanager gecontroleerd). Hiermee voldoet de inzet van beroepskrachten bij afwijking van de beroepskracht-kind-ratio. Voorwaarde 5.4.5 is niet beoordeeld: indien er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio, dan zijn er altijd minstens vier beroepskrachten aanwezig. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, gesprek met locatiemanager, roosters en aanwezigheidslijsten van de maanden april, mei en juni 2013 (tot de dag van inspectie).
10 Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepruimte verlaten. 11 Als bij (spel)activiteiten de kinderen de stamgroep verlaten, kan de beroepskracht-kindratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op de locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
17/23
Domein 6: Pedagogisch beleid 1.
Pedagogisch beleidsplan
12
Voorwaarde(n) 1. De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 1 lid 2 sub f W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan dat geldt voor de gehele organisatie. Er is tevens een voor deze locatie specifiek aanvullend plan opgesteld. Gebruikte bronnen Pedagogisch werkplan 'Kinderdagverblijf De Toverlantaarn Kinderopvang SKW' en inspectieonderzoek.
1.1. Inhoud pedagogisch beleidsplan Voorwaarde(n) 1. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, en de wijze waarop de overdrac
Ja
Nee
NB
(art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeer-bare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. 13 (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
5. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
6. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
7. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
8. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder In het pedagogisch werkplan staat beschreven hoe de pedagogisch medewerkers worden ondersteund in hun werkzaamheden door andere volwassenen, zoals een huishoudelijk medewerker. Voorwaarden 6.1.1.2 en 6.1.1.3 zijn niet beoordeeld in verband met risicogestuurd toezicht. Het pedagogisch werkplan beschrijft het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het is een aandachtspunt dat omschreven dient te worden hoe de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd wanneer kinderen gedurende extra opvang op een andere stamgroep worden opgevangen dan in de eigen stamgroep. De voorwaarden 6.1.1.5 en 6.1.1.6 zijn niet beoordeeld omdat er nooit slechts één beroepskracht wordt ingezet in het kinderdagverblijf. Er zijn altijd minstens vier beroepskrachten aanwezig, ook wanneer er tijdelijk van de beroepskracht-kind-ratio wordt afgeweken (bijvoorbeeld gedurende pauzes). Gebruikte bronnen Pedagogisch werkplan (conceptversie maart 2013) en inspectieonderzoek.
1.2. Pedagogische praktijk Voorwaarde(n) 1. De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
Ja
Nee
NB
18/23
(art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Gebruikte bronnen Pedagogisch beleid en inspectieonderzoek.
2.
Emotionele veiligheid
Voorwaarde(n) 1. De beroepskracht communiceert met de kinderen.
Ja
Nee
NB
Ja
Nee
NB
(art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. De beroepskracht heeft een respectvolle houding tegenover de kinderen. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
5. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 3 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
6. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder geen Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
3.
Persoonlijke competentie
Voorwaarde(n) 1. De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Op de groep 'Bert & Ernie' zitten twee kinderen aan tafel. Ze maken voor vaderdag een knutselwerkje met verf. De kinderen krijgen hierbij de mogelijkheid zelf te ontdekken. Zo merken de kinderen dat als je bepaalde kleuren verf mengt de kleur bruin ontstaat. De beroepskracht ziet dit en reageert op de ontdekking. Ze stimuleert de kinderen de kleur te gebruiken en haar dit te laten zien. Een van de kinderen merkt op dat de handen vies worden. De beroepskracht reageert hierop: 'Dat geeft niets, want met water en zeep kan je alles weer schoonmaken'. Tijdens het buiten spelen, helpen een paar kinderen de beroepskrackhten met vegen. De kinderen vinden het leuk en ze worden gecomplimenteerd met hun werk. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met de beroepskrachten.
4.
Sociale competentie
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
19/23
Voorwaarde(n) 1. De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling.
Ja
Nee
NB
(art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Tijdens het buiten spelen ondersteunt de beroepskracht de kinderen in de interactie tussen de kinderen. Ze begeleidt sociale acties zoals het verdelen van wie er aan de beurt is en het rekening houden met elkaar. Een van de kinderen wil graag fietsen op een fietsje waarop een ander kind al zit. Ze legt uit dat hij even moet wachten, omdat het andere kind net iets eerder was. Daarna vraagt ze wat hij nog meer wil doen. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met de beroepskrachten.
5.
Overdracht van normen en waarden
Voorwaarde(n) 1. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig.
Ja
Nee
NB
(art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
2. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
3. Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
4. Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. (art 1.49 art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 lid 3 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Toelichting toezichthouder Op de groep 'Teigetje' zitten de kinderen tijdens het eetmoment aan tafel. De kinderen krijgen om de beurt een boterham. De meeste kinderen weten dat ze even moeten wachten. De beroepskracht zegt: 'Nog even wachten tot iedereen een boterham heeft, laten we alvast een liedje gaan zingen!'. De kinderen doen dit. Op de groep 'Bert en Ernie' praat een kind dat aan tafel zit met de mond vol. De beroepskracht legt uit dat als je een broodje in je mond hebt, je dan even niet kunt kletsen. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met beroepskrachten.
12 C onform art 5 lid 3 sub e van de het Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk dient het pedagogisch beleidsplan gereed te zijn voordat de aanvraag tot registratie wordt ingediend.
13 Het betreft volwassenen zoals vrijwilligers, stagiair(e)s, groepshulpen of huishoudelijke hulpen.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
20/23
Beschouwing toezichthouder Er heeft op woensdag 5 juni 203 van 9.30 tot 12.45 uur een onaangekondigd, jaarlijks inspectiebezoek plaatsgevonden bij kinderdagverblijf de Toverlantaarn. De wijziging in het aantal kindplaatsen (van 93 naar 96) is hierin meegenomen. Organisatie Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer (SKW) is een organisatie met vijf vestigingen: twee kinderdagverblijven (‘de Toverlantaarn’ en ‘de Tovertuin’) en drie buitenschoolse-opvanglocaties (‘Villa Bons’, ‘Villa Newton’ en ‘Villa de Meer’). Op dit moment is er bij de Toverlantaarn een stabiel team met twee locatiemanagers. Er is iedere dag een locatiamanager aanwezig. Klachtencoördinator en vertrouwenspersoon SKW heeft twee vertrouwenspersonen; één voor ouders en één voor personeel. De vertrouwenspersoon voor personeel is de personeelsfunctionaris van SKW. Het personeel wordt hierover geïnformeerd in de inwerkperiode. Op de website van SKW staat vermeld wie deze vertrouwenspersoon voor ouders is en op welke wijze de functie is georganiseerd: De vertrouwenspersoon fungeert als aanspreekpunt bij ongewenst gedrag en zorgt voor de eerste opvang en begeleiding van degene die met het (vermoeden van) ongewenst gedrag is geconfronteerd. Zij zoekt samen met de melder naar oplossingen, geeft ondersteuning en advies en gaat na of een oplossing in de informele sfeer tot de mogelijkheden behoort. Indien nodig verwijst de vertrouwenspersoon de melder naar (in)formele, daarvoor in aanmerking komende (hulpverlenings)instanties en ondersteunt de melder bij het inschakelen van deze instanties; hieronder vallen ook politie en officier van justitie. Tevens geeft zij emotionele en psychische ondersteuning aan de melder bij het formeel aanhangig maken van de klacht en/of staat de melder bij en vertegenwoordigt deze tijdens een klachtenprocedure. De vertrouwenspersoon heeft een vertrouwelijke functie. Alleen indien sprake is van de wettelijke verplichting om melding te maken van een strafbaar feit, kan anonimiteit niet worden gegarandeerd. Er is een klachtencoördinator voor ouders aangesteld binnen SKW. Dit is de manager kinderopvang. Deze informatie staat vermeld in het informatieboekje voor ouders. De procedure is als volgt: klachten worden geregistreerd op een klachtenformulier. Hierop staat de aard van de klacht, welke actie al is ondernomen/of nog ondernomen moet worden en of de klacht naar tevredenheid van de indiener is afgehandeld. De leidinggevenden dragen er zorg voor dat de klachtenregistraties (en eventuele bijbehorende correspondentie) bij de klachtencoördinator terechtkomen. De klachtencoördinator bespreekt met de betrokkenen of de klacht naar tevredenheid is afgehandeld en draagt zorg voor het jaarverslag klachten van SKW. Oudercommissie De toezichthouder heeft op 12 juni 2013 telefonisch contact gehad met de voorzitter van de oudercommissie (OC). Er is gevraagd naar het adviesrecht en de tevredenheid over de geboden opvang. Adviesrecht: de OC heeft na de vorige jaarlijkse inspectie d.d. 5 juni 2012 onder andere advies gegeven over de verbouwing van bepaalde groepsruimtes waardoor er meer kindplaatsen gecreëerd zijn. Een ander advies betrof het pedagogisch werkplan en het vierogen-/vierorenprincipe. De OC is tevreden met het adviesrecht. De OC heeft het pedagogisch werkplan in principe goedgekeurd, mits voldoende en redelijkerwijs zou worden tegemoetgekomen aan de gestelde opmerkingen, aanvullingen en vragen. De OC moet nog vernemen wat met deze opmerkingen is gedaan. Het contact met de locatiemanager verloopt prima: ‘Zij staat open voor op- en aanmerkingen’. ‘Er wordt zorgvuldiger gecommuniceerd, enige tijd geleden is er over grote veranderingen onhandig gecommuniceerd hetgeen onrust veroorzaakte. Hieraan is gewerkt en dit is nu verbeterd’. Tevredenheid over de opvang: de voorzitter verklaart namens de OC ‘grotendeels tevreden te zijn over de kwaliteit en de inzet van het personeel’. Daaraan voegt zij toe dat ‘de communicatie naar ouders wel iets beter zou kunnen, wanneer een vaste beroepskracht langdurig ziek is en er invalkrachten worden ingezet’. ‘Stagiaires worden altijd boventallig op de groepen ingezet’. Het oudercommissielid vertelt dat de kinderen vrijwel altijd in hun eigen stamgroep worden opgevangen. Wat betreft de inrichting van de binnenspeelruimtes: ‘Deze zijn prima, de meeste ruimtes zijn opgeknapt (geverfd) en er is nieuw materiaal aangeschaft’. Qua buitenruimte: ’Deze zou iets uitdagender kunnen worden ingericht, iets groener en iets minder steen en meer ruimte om te klimmen, maar ook hier verschijnen de laatste tijd steeds meer mooie dingen’. De OC is tevreden over de veiligheid en gezondheid in het kindercentrum. Het pedagogisch werkplan is nog in conceptfase. De oudercommissie is betrokken geweest bij dit proces (zie toelichting bij 1.2.2 adviesrecht oudercommissie). Het oudercommissielid verklaart tevreden te zijn met de pedagogische praktijk, maar zegt dat de zedenzaak veel invloed heeft gehad en de ouders alerter heeft gemaakt. Dit uit zich onder andere in het beoordelen van het pedagogisch plan, dat nu met veel meer aandacht is bekeken. De pedagogische praktijk zal door de OC nader onder de loep genomen worden.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
21/23
Advies met betrekking tot gemeentelijk ingrijpen Advies :
Niet handhaven
Opmerkingen toezichthouder Tijdens dit jaarlijkse inspectiebezoek is tevens een wijziging in kindplaatsen beoordeeld. Deze kan plaatsvinden. De wijziging in het Landelijk Register Kinderopvang heeft reeds plaatsgevonden. Mogelijke maatregelen - Geen.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
22/23
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
Kinderdagverblijf de Toverlantaarn - Jaarlijks onderzoek 05-06-2013
23/23