Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan (Kinderdagverbijf) jaarlijks onderzoek
Toezichthouder: Opdrachtgever: Datum:
GGD Amsterdam, Mw. L.M. Boltjes Gemeente Amstelveen 16 oktober 2012
Inhoudsopgave Algemene gegevens Kindercentrum......................................................................................................................4 Algemene gegevens toezicht.................................................................................................................................5 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectie-domein ................................................................................6 Het inspectie-onderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item ...........................................8 Beschouwing toezichthouder.................................................................................................................................23 Advies aan gemeente............................................................................................................................................23 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................................................23
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
2
Inleiding Waarom toezicht? De rijksoverheid stelt aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen kwaliteitseisen op onder andere het gebied van: personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte, beroepskrachtkind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, ouderinspraak, klachten, voorschoolse educatie en aan de zorgplicht en taken van het gastouderbureau. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum, de peuterspeelzaal of de gastouder is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. Het gastouderbureau is verantwoordelijk voor de beleidsmatige zaken die kwalitatief goede kinderopvang mogelijk maken. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspectieonderzoeken uit, waarbij zij beoordeelt of aan de gestelde eisen wordt voldaan. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen. Waarop is het toezicht gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid onder meer regels in de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ (hierna: WKo), het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ (hierna: Besluit), ‘het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’, en de ‘Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ (hierna: Regeling) geformuleerd. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde instrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Het toezicht door de GGD vindt risicogestuurd plaats. Dit houdt in dat minder toezicht gehouden wordt bij de kindercentra waar dat kan, en meer waar dat nodig is. Ieder gastouderbureau wordt jaarlijks geïnspecteerd; jaarlijks vindt bij een selectie van de gastouders toezicht plaats. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Weergeven van het oordeel over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra, het gastouderbureau, de gastouder en de peuterspeelzaal om in het landelijk register opgenomen te worden dan wel om eisen die aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum, het gastouderbureau, de gastouder en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. De ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum, het gastouderbureau en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet. Leeswijzer Dit inspectierapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het “Overzicht bevindingen” staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectiedomein samengevat en in “Het inspectieonderzoek” staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan (“ja”), of dit niet het geval is (“nee”), of dat hij niet tot een oordeel kon komen (“niet beoordeeld”). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzien om te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat het inspectierapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal, de gemeente en de toezichthouder en, indien van toepassing, de zienswijze van de houder van het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
3
Algemene gegevens Kindercentrum NAW-gegevens kindercentrum Naam kindercentrum (locatie)
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje
Adres
Noorddammerlaan 113-A
Postcode en plaats
1187 AC Amstelveen
Telefoon
020 4532322
Naam contactpersoon
Mevrouw M. Bizzo en mevrouw Z. Azadmanesh
E-mail
[email protected]
Website
www.eigenwijsje.nl
Kwaliteitssysteem
Nee
Ja, namelijk:
Lid brancheorganisatie
Nee
Ja, namelijk:
AMEIG2
Brancheorganisatie Kinderopvang
Opvanggegevens Type opvang
Dagopvang
Aantal groepen
1
Aantal beroepskrachten
3
Aantal kindplaatsen
16
Openingsdagen/ tijden
maandag tot en met vrijdag 07.45-18.15 uur
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
Nee
Ja
NAW-gegevens houder Naam houder
't Eigen Wijsje B.V.
Adres
De Ruyschlaan 193-A 1
Postcode en plaats
1181 PE Amstelveen
Telefoon
020 3452428
Naam contactpersoon
Mevrouw Z. Azadmanesh en/of Mevrouw M. Bizzo
E-mail
[email protected]
Website
www.eigenwijsje.nl
Registergegevens kindercentrum Datum aanvraag registeropname
-
Gegevens aanvraag conform de praktijk Toelichting Datum opname landelijk register
Nee
Ja
n.v.t.
01 januari 2010
Gegevens register conform de praktijk Toelichting
n.v.t.
Nee
Ja
n.v.t. n.v.t.
-
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
4
Algemene gegevens toezicht Inspectiegegevens Type inspectie
Aangekondigd
Niet aangekondigd
Onderzoek na aanvraag Onderzoek na aanvangsdatum exploitatie Jaarlijks onderzoek Incidenteel onderzoek Datum inspectieonderzoek
16 oktober 2012
Ontwerp inspectierapport verstuurd
14 januari 2013
Hoor en wederhoor
28 januari 2013
Zienswijze houder
-
Inspectierapport vastgesteld
05 februari 2013
Inspectierapport verstuurd
05 februari 2013
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Adres
Nieuwe Achtergracht 100 Postbus 2200
Postcode en plaats
1000 CE Amsterdam
Telefoon
020 555 55 75
E-mail
[email protected]
Website
www.gezond.amsterdam.nl
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam
Gemeente Amstelveen
Adres
Postbus 4
Postcode en plaats
1180 BA Amstelveen
Telefoon
020 5404911
E-mail
[email protected]
Website
www.amstelveen.nl
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
5
Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein 0. Kindercentrum in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een kindercentrum dat bedrijfsmatig of anders dan om niet gedurende de opvang verzorging en opvoeding biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Beoordeling toezichthouder Van de 3 voorwaarden van dit domein: - is aan 3 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 0 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
1. Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie, het adviesrecht van de oudercommissie en de informatieverstrekking aan ouders. Beoordeling toezichthouder Van de 20 voorwaarden van dit domein: - is aan 9 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 11 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
2. Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Beoordeling toezichthouder Van de 8 voorwaarden van dit domein: - is aan 4 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 4 voorwaarde(n) niet beoordeeld
3. Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico’s de opvang van kinderen met zich meebrengt. Verder gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risico-inventarisatie. Beoordeling toezichthouder Van de 23 voorwaarden van dit domein: - is aan 9 voorwaarden voldaan - is aan 11 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 3 voorwaarde(n) niet beoordeeld Aan de volgende voorwaarde(n) is/zijn niet voldaan: - 3.1.2.1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. - 3.2.2.1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.
4. Accommodatie en inrichting Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de accommodatie en inrichting van de binnenruimte, de slaapruimte voor baby’s en de buitenspeelruimte. Beoordeling toezichthouder Van de 10 voorwaarden van dit domein: - is aan 5 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 5 voorwaarde(n) niet beoordeeld
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
6
5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kind-ratio). Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: - is aan 9 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 3 voorwaarde(n) niet beoordeeld
6. Pedagogisch beleid en praktijk Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke- en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Beoordeling toezichthouder Van de 24 voorwaarden van dit domein: - is aan 18 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 6 voorwaarde(n) niet beoordeeld
7. Klachten De Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het kindercentrum. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: - is aan 0 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 12 voorwaarde(n) niet beoordeeld
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
7
Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item Domein 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 WKo; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
2 Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden. (art 1.1 lid 1 WKo; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
3 De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. (art 1.1 lid 1 WKo; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Toelichting toezichthouder De opvang valt binnen de gestelde definitie. Dit kinderdagverblijf valt onder kinderopvang in de zin van de wet. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
8
Domein 1: Ouders 1.2 Instellen oudercommissie Voorwaarde
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 WKo)
Toelichting toezichthouder De oudercommissie bestaat uit vier leden. Gebruikte bronnen Overzicht oudercommissieleden en notulen oudercommissie d.d. 2 februari 2012, 13 maart 2012 en 11 juni 2012.
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over 1 elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. (art 1.60 lid 1 WKo)
2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 WKo)
3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 WKo)
4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te 1 adviseren over de genoemde onderwerpen. (art 1.60 lid 3 WKo)
Toelichting toezichthouder De houder heeft het afgelopen jaar adviesaanvragen gedaan omtrent lesmaterialen en prijzen en heeft hierbij tijdig alle informatie aan de oudercommissie doen toekomen. De houder is niet afgeweken van een gegeven advies. Gebruikte bronnen Gesprek met de leidinggevende, notulen oudercommissie vergadering d.d. 2 februari 2012, 13 maart 2012 en 11 juni 2012 en gesprek oudercommissie 13 november 2012.
1 Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
9
1.3 Informatie Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
2
1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 WKo)
2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind 3,4 verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.50 lid 2 en 1.54 WKo; art 5 lid 1 en 4 Besluit; art 5 lid 2 Regeling)
3 De houder plaatst het inspectierapport op de eigen website. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 WKo)
4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. (art 1.54 WKo)
5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. (art 1.54 WKo)
Toelichting toezichthouder De houder informeert de ouders door middel van een nieuwsbrief die vier keer per jaar verschijnt, de website www.eigenwijsje.nl en oudergesprekken die één keer per jaar plaatsvinden. Op de locatie hangt een whiteboard waar mededelingen op vermeld worden en informatie te vinden is over de oudercommissie. Het inspectierapport ligt ter inzage in de hal van de locatie. Kindercentra zijn verplicht inspectierapporten vanaf 2012 op hun website te plaatsen. Het laatst vastgestelde inspectierapport is niet gepubliceerd op de website aangezien deze uit 2011 dateert. Gebruikte bronnen Gesprek met de leidinggevende, gesprek met de beroepskrachten, inspectieonderzoek, de website www.eigenwijsje.nl en de nieuwsbrief ’t Eigen Wijzertje Herfsteditie 2012.
2 Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantalberoepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands. 3
Deze beroepskrachten zijn tevens aanspreekpunt voor de ouders van het kind.
4 Deze voorwaarde geldt niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind (art 5 lid 6 Regeling).
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
10
Domein 2: Personeel
2.1 Verklaring omtrent het gedrag Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring 5 omtrent het gedrag. (art 1.50 lid 3 WKo;)
2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij 7, het kindercentrum overgelegd. 6 (art 1.50 lid 3, 4 en 6 WKo;)
3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 3, 4 en 6 WKo;)
Toelichting toezichthouder De toezichthouder heeft beoordeeld dat personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Gebruikte bronnen Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag.
2.2 Passende beroepskwalificatie Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende 7 beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 WKo; art 3 lid 1 en 3 Besluit; art 4 lid 1 Regeling)
Toelichting toezichthouder geen Gebruikte bronnen Overzicht van beroepskrachten en hun behaalde diploma's.
5 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurders, werknemers met een arbeidsovereenkomst (waaronder kantoorpersoneel), beroepskrachten in opleiding, stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers (zoals in de Wet kinderopvang gedefinieerd). Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. Voor de bestuurder die deel uitmaakt van een rechtspersoon volstaat overlegging van de VOG voor rechtspersonen of van een VOG voor natuurlijke personen. Bij wisseling van bestuurders maar instandhouding van de rechtspersoon, dient de nieuwe bestuurder een VOG voor natuurlijke personen te overleggen. 6 Conform artikel 1.50 lid 6 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dienen uitzendkrachten en stagiairs een verklaring omtrent het gedrag te overleggen de eerste keer dat zij de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen. De VOG mag op dat moment niet ouder zijn dan twee maanden. Voor uitzendkrachten is het uitzendbureau de instantie die de VOG verlangt. Voor stagiair(e)s kan dit zowel de onderwijsinstelling als de stageverlenende instantie zijn. 7
Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
11
Domein 3: Veiligheid en gezondheid
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 Regeling)
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. (art 1.50 lid 2 en 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b Besluit)
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b en lid 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten worden tijdens het werkoverleg op de hoogte gebracht en gehouden over het veiligheidsbeleid. Elke twee maanden vindt er een werkoverleg plaats. De werkafspraken hangen zichtbaar in de groepsruimtes en de beroepskrachten handelen conform deze afspraken. In augustus jl. heeft er voor het laatst een ontruimingsoefening plaatsgevonden. De risico-inventarisatie ligt in de gang ter inzage. Deze is echter voor het laatst uitgevoerd in juni 2011. De houder dient er zorg voor te dragen dat de risico-inventarisatie veiligheid jaarlijks wordt uitgevoerd. Mogelijke maatregel(en) Voer de risico-inventarisatie veiligheid opnieuw uit en zorg ervoor dat de geïnventariseerde risico’s overeenkomen met de praktijk. Gebruikte bronnen Risico-inventarisatie veiligheid, gesprek met de beroepskrachten, plan van aanpak veiligheid en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
12
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit art 2 Regeling)
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. (art 1.50 lid 2 en 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b Besluit)
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b en lid 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten worden tijdens het werkoverleg op de hoogte gebracht en gehouden over het veiligheidsbeleid. Elke twee maanden vindt er een werkoverleg plaats. De werkafspraken hangen zichtbaar in de groepsruimtes en de beroepskrachten handelen conform deze afspraken. De risico-inventarisatie ligt in de gang ter inzage. Deze is echter voor het laatst uitgevoerd in juni 2011. De houder dient er zorg voor te dragen dat de risico-inventarisatie gezondheid jaarlijks wordt uitgevoerd. Mogelijke maatregel(en) Voer de risico-inventarisatie gezondheid opnieuw uit en zorg ervoor dat de geïnventariseerde risico’s overeenkomen met de praktijk. Gebruikte bronnen Risico-inventarisatie, gesprek met de beroepskrachten, plan van aanpak gezondheid en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
13
3.3 Meldcode kindermishandeling Voorwaarde
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de 8 beschreven eisen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 WKo; art 2 lid 2 en 3 Besluit; art 3 Regeling)
Toelichting toezichthouder Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van het JSO-protocol. Deze ligt in de gang ter inzage. De sociale kaart is ingevuld en hangt in de groepsruimtes. Gebruikte bronnen Protocol kindermishandeling.
3.3.1 Beleid meldcode kindermishandeling Voorwaarde
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van de meldcode kindermishandeling. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 WKo; art 2 lid 2 Besluit)
Toelichting toezichthouder De houder stelt de beroepskrachten door middel van het werkoverleg op de hoogte van de inhoud van het protocol kindermishandeling. Gebruikte bronnen Protocol kindermishandeling en inspectieonderzoek.
8 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005), welke als volgt luidt: “Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.”
In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases aan bod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg. Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen. Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied, uitgesplitst voor de groep van 0-4 jaar en de groep van 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. De ontwikkelingsgebieden per leeftijdscategorie (0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die in de lijst aan bod dienen te komen zijn: psychosociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens. In het protocol dienen de volgende punten met betrekking hierop behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie. Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
14
3.3.2 Uitvoering beleid meldcode protocol kindermishandeling Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De beroepskrachten kennen de inhoud van de meldcode. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 WKo; art 2 lid 2 Besluit)
2 De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar de meldcode kindermishandeling. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 WKo; art 2 lid 2 Besluit)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten hebben het protocol niet gehanteerd omdat zij hebben aangegeven dat zich in het afgelopen jaar geen situatie heeft voorgedaan waarbij een vermoeden van kindermishandeling bestond. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met de beroepskrachten.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
15
Domein 4: Accommodatie en inrichting
4.1 Binnenspeelruimte Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 1 en 4 Besluit; art 8 lid 1 Regeling) 2
2 Er is ten minste 3,5m bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 8 lid 1 Regeling)
3 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit)
4 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 8 lid 1 Regeling)
Toelichting toezichthouder Het kindercentrum bestaat uit één groepsruimte. Er is voldoende gevarieerd speelgoed aanwezig, waaronder boekjes, bouwmaterialen, poppen en knuffels. Er is een aparte speelhoek gecreëerd waar de baby’s rustig en veilig kunnen spelen. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
4.2 Slaapruimte Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 9 Regeling)
2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 9 Regeling)
Toelichting toezichthouder Er zijn in het kindercentrum twee slaapkamers aanwezig met in totaal vijftien bedden. Dit aantal is voldoende afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Een aantal kinderen deelt de bedden. Ieder kind heeft zijn eigen beddengoed en dit wordt één keer in de week gewassen. Tevens beschikt het kindercentrum over een aantal stretchers. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
16
4.3 Buitenspeelruimte Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
2
1 Er is ten minste 3m bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
3 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
4 De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
Toelichting toezichthouder De buitenspeelruimte is voorzien van diverse speeltoestellen. Daarnaast is er voldoende los speelmateriaal zoals fietsjes en zandspullen. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
17
Domein 5: Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
5.1 Opvang in groepen Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
9
1 De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 1 en 4 en art 4 Besluit; art 5 lid 1 Regeling)
2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 1 en 4 Besluit; art 5 lid 1 Regeling)
OF 2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 1 en 4 Besluit; art 5 lid 1 Regeling)
Toelichting toezichthouder Er is één stamgroep die uit maximaal zestien kinderen van nul tot vier jaar bestaat. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroep. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met beroepskrachten.
5.3 Beroepskracht-kind-ratio Voorwaarden 1
Ja
Nee
Niet beoordeeld
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig 10 gemiddelde berekend. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 2 en 3 Besluit; art 5 lid 7 en 8 Regeling)
2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 2 en 3 Besluit; art 5 lid 12 Regeling)
Toelichting toezichthouder Dagelijks worden op de groep maximaal zestien kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van de invalpool van 't Eigen Wijsje. De achterwacht in geval van calamiteiten is de leidinggevende. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, gesprek met de beroepskrachten, rooster en planning september en oktober 2012.
9
Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepsruimte verlaten.
10
Als bij (spel)activiteiten de kinderen de stamgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op de locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
18
5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 2 en 3 Besluit; art 5 lid 10 Regeling)
2 De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 2 en 3 Besluit; art 5 lid 10 Regeling)
3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 2 en 3 Besluit; art 5 lid 10 Regeling)
4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 2 en 3 Besluit; art 5 lid 10 Regeling)
5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 WKo; art 4 lid 2 en 3 Besluit; art 5 lid 11 Regeling)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: 07.45-16.45 uur, 08.30-17.30 uur en 09.15-18.15 uur. De beroepskrachten hebben verklaard geen officiële pauze te benutten, maar op de groep een rustmoment te hebben als de kinderen slapen. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, rooster en planning september en oktober 2012.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
19
Domein 6: Pedagogisch beleid
6.1.2 Pedagogische praktijk Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 WKo; art 5 lid 3 Besluit)
2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 WKo; art 5 lid 3 Besluit)
Toelichting toezichthouder De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidplan en handelen conform dit plan. Gebruikte bronnen Pedagogisch beleid, gesprek met de beroepskrachten en inspectieonderzoek.
6.2 Emotionele veiligheid Indicatoren
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 Regeling)
4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 Besluit; art 5 lid 1 en 3 Regeling)
6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 Regeling)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek zitten de kinderen aan tafel. Eén beroepskracht zingt liedjes met ze, terwijl de groep wacht op fruit en drinken. Eén van de kinderen is nog moe en een beetje aan het huilen. De beroepskracht benoemt zijn gevoel en zegt dat het eten en drinken bijna klaar is. De beroepskrachten spreken de kinderen aan met koosnamen zoals lieverd en schat. Er heerst een ontspannen en warme sfeer in de groep. Bij het brengen van de kinderen vindt er overdracht tussen ouders en beroepskrachten plaats. Aan het begin van de dag vindt er overdracht plaats tussen beroepskrachten. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
20
6.3 Persoonlijke competentie Indicatoren
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek zijn de beroepskrachten fruit aan het klaarmaken aan tafel. Eén beroepskracht vraagt aan de kinderen wat voor fruit er op hun bordje ligt. De kinderen noemen een aantal soorten fruit. De beroepskracht vraagt of ze het fruitlied zullen zingen. De kinderen stemmen toe en het fruitlied wordt gestart. Daarna mogen de kinderen beginnen met eten. De beroepskrachten geven de kinderen complimenten over hun eetlust en als kinderen al het fruit en drinken op hebben, geeft een beroepskracht hun een ‘high five’. Als een klein groepje kinderen nog aan het eten is, gaat een beroepskracht een boekje voorlezen om de kinderen die klaar zijn te vermaken. De beroepskracht benoemt hierbij ook dat ze weet dat de kinderen anders onrustig worden als ze lang op elkaar moeten wachten. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
6.4 Sociale competentie Indicatoren
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
Toelichting toezichthouder geen Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
21
6.5 Overdracht van normen en waarden Indicatoren
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
Toelichting toezichthouder geen Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
22
Beschouwing toezichthouder Op 16 oktober 2012 heeft er een onverwacht inspectieonderzoek plaatsgevonden bij kinderdagverblijf ’t Eigen Wijsje op de Noorddammerlaan 113-A. ’t Eigen Wijsje is een kinderopvangorganisatie met vijf locaties in Amstelveen. De organisatie wordt geleid door twee houders. Op de locaties is geen leidinggevende aanwezig maar een hoofdleidster. Deze hoofdleidster is bij teamvergaderingen met alle locaties van ’t Eigen Wijsje aanwezig. Deze locatie van ’t Eigen Wijsje heeft een oudercommissie bestaande uit vier leden. De toezichthouder heeft contact opgenomen met de oudercommissie en gevraagd naar hun tevredenheid over zaken als kwaliteit van het personeel, de inrichting van de groepen en de veiligheid en gezondheid bij ’t Eigen Wijsje. De oudercommissie heeft verklaard tevreden te zijn over de kwaliteit van de opvang en over de rol van de oudercommissie. Wel heeft één oudercommissielid aangegeven het vervelend te vinden dat ouders aan moeten bellen om naarbinnen te komen. Dit veroorzaakt veel onrust bij de kinderen. Zij zou liever zien dat er gebruik gemaakt wordt van bijvoorbeeld een cijferslot. ’t Eigen Wijsje is aangesloten bij stichting Klachten Kinderopvang (het sKK).
Advies aan gemeente Overzicht voorwaarden waar niet aan is voldaan - 3.1.2.1
De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.
- 3.2.2.1
De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk.
Advies met betrekking tot gemeentelijk ingrijpen
Niet handhaven Handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekeninghoudend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden Opmerkingen toezichthouder: De toezichthouder adviseert om voor de voorwaarden waar de houder niet aan heeft voldaan handhavend op te treden. Mogelijk te nemen maatregel(en) in verband met geconstateerde overtredingen -
Voer de risico-inventarisatie veiligheid opnieuw uit en zorg ervoor dat de geïnventariseerde risico’s overeenkomen met de praktijk. Voer de risico-inventarisatie gezondheid opnieuw uit en zorg ervoor dat de geïnventariseerde risico’s overeenkomen met de praktijk.
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen.
Kinderdagverblijf 't Eigen Wijsje Noorddammerlaan d.d. 16 oktober 2012
23